Adv Renier. I. Historiek II. Algemene kenmerken van de wet... 5 a. specificatie... 5 b. rechtszekerheid... 5 c. toepassing... 5 d. andere...

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Adv Renier. I. Historiek... 4. II. Algemene kenmerken van de wet... 5 a. specificatie... 5 b. rechtszekerheid... 5 c. toepassing... 5 d. andere..."

Transcriptie

1 I. INHOUDSOPGAVE I. INHOUDSOPGAVE I. INHOUDSOPGAVE... 1 II. INLEIDING... 3 III. HET RECHTSPROBLEEM... 4 I. Historiek... 4 II. Algemene kenmerken van de wet... 5 a. specificatie... 5 b. rechtszekerheid... 5 c. toepassing... 5 d. andere... 5 III. Situering van het rechtsprobleem... 6 IV. De meldingsplicht... 7 a) Vroeger... 7 b) De wet van 1992 op de landverzekeringsovereenkomst... 7 i. memorie van toelichting... 7 ii. Verslag kamercommissie... 7 iii. Bespreking... 8 iv. Nederland V. De informatieplicht a) Inleiding i. Situering ii. Begripsbepaling b) De precontractuele mededelingsplicht i. inleiding ii. de algemene inhoud van de mededelingsplicht iii. de grondslag van de mededelingsplicht iv. De toestemming bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst De wil tot contracteren Bespreking van de evolutie van specifieke punten in de informatieplicht van de verzekerde in het kader van de vereisten voor een geldige toestemming Het wilsgebrek bedrog vanuit het standpunt van de verzekeraar Het wilsgebrek dwaling vanuit het standpunt van de verzekeraar v. De sanctionering van het niet naleven van de mededelingsplicht Opzettelijk verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens c) De contractuele meldingsplicht ex art Wet Verz d) De contractuele informatieplicht ex art Wet Verz i. Algemeen ii. Inhoud ) Het doel van de informatieplicht? ) Wat zijn nuttige inlichtingen? ) Wanneer moet de informatieplicht worden nagekomen? ) Wat zijn de sancties bij het niet nakomen van de informatieplicht? e) De onrechtstreekse informatieplicht ex artikel 95 Wet Verz ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.1 1

2 i. Inleiding ii. informatieplicht van de kandidaat-verzekerde De patiënt is in leven De patiënt is overleden IV. RECHTSLEER V. RECHTSPRAAK a) Cassatierechtspraak b) Rechtspraak Hoven van Beroep c) Lagere Rechtbanken ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.2 2

3 II. INLEIDING Het thema van dit werk is de meldingsplicht en de informatieplicht van de verzekeringnemer. De band met de buitencontractuele aansprakelijkheid was niet meteen duidelijk. Pas na een grondige literatuurstudie heb ik enige structuur kunnen aanbrengen in mijn onderwerp. Deze structuur situeren en onderbrengen in een groter geheel (contractuele fase en precontractuele fase) heeft enige moeite gekost. De structuur sluit wel niet uit dat er overlappingen zijn: toch meen ik dat overlappingen onvermijdelijk waren. Mijn vertrekpunt was de Verzekeringswet van 1874 en de wet op de landverzekeringsovereenkomst van Aan de hand van een wettelijke basis heb ik verbindingen gelegd naar de rechtspraak en rechtsleer. Enerzijds hoe de rechtspraak en rechtsleer de wet hebben beïnvloed en anderzijds hoe de wet de rechtspraak en rechtsleer heeft beïnvloed. Philippe Renier ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.3 3

4 III. HET RECHTSPROBLEEM I. Historiek Kort worden enkele items met data besproken als achtergrondinformatie voor een algemeen kader te kunnen vormen over de wet op de landverzekeringsovereenkomst. Op 11 juni 1874 kwam een beperkte en nogal liberaal getinte wet tot stand. Het liberaal karakter uitte zich door het grote wantrouwen ten opzichte van de verzekering ter bescherming van de verzekeraar. De verzekeraar moest zelfs desnoods tegen zichzelf beschermd worden. 1 Tussen mei 1937 en oktober 1938 werd door de Koninklijke Commissaris voor het Verzekeringswezen prof. em. Van Dievoet aan een verslag gewerkt met als doel een nieuw wetsontwerp op het verzekeringscontract. Prof. em. Van Dievoet stelde toen dat de wet van 1874 niet meer voldeed aan de techniek van de billijkheid 2. Het wetsontwerp van Van Dievoet is echter nooit wet geworden: de rechtspraak was gewijzigd evenals de internationale samenwerking. In de jaren zestig werd dan door het ministerie van Justitie een commissie opgericht die de wet van 11 juni 1874 moest herzien. De werkzaamheden van deze commissie duurden net dertig jaar, nl. van 1962 tot De EG-richtlijn van 31 december 1980 m.b.t. de verzekeringsovereenkomst werd in het uitgebreid wetsontwerp verwerkt. Het is duidelijk dat deze EG-richtlijn een van de belangrijkste inspiratiebronnen is geweest voor de nieuwe wet op de landverzekeringsovereenkomst. In 1990 kwam er uiteindelijk een wetsontwerp tot stand neergelegd door de heren Gol en Mundeleer. 3 Deze wet werd uiteindelijk afgekondigd op 25 juni 1992 en ze trad in werking (voor alle artikelen) op 1 januari Belangrijk te vermelden is dat de oude verzekeringswet van 1874 niet is opgeheven: ze blijft van toepassing voor verzekeringen die niet zijn geregeld in de nieuwe wet, vb. de zeeverzekering.! " # $$% & '(! " # # ) * +, -+.' ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.4 4

5 II. Algemene kenmerken van de wet a. specificatie De verzekeringswet van 1874 was vrij kort. De wet beoogde flexibel te zijn en liet daarom het initiatief over aan de contractspartijen die naar hartelust konden contracteren: ze waren autonoom. Niettemin was de oude wet erg 'mager'. De verschillende soorten verzekeringen die nu zeer belangrijk zijn, werden haast niet geregeld. Aan deze nood heeft de wetgever willen verhelpen door ad hoc wetgeving te creëren. De behoefte voor een uitgebreide basisregel werd opgevuld door de nieuwe wet die een verregaande specificatie bezit. Zo worden uitgebreid de rechten en plichten van de verzekeringnemer geregeld. 4 b. rechtszekerheid De wet weerspiegelde haar tijdsgeest. Ze was liberaal. Ze beschermde de verzekeraar. In de twintigste eeuw kwam ze evenwel in botsing met het groeiende besef van nood aan consumentenbescherming. Consumentenbescherming is absoluut noodzakelijk gezien de bijzondere aard van de verzekering. Het is nl. de machtige verzekeraar die zijn contractsvoorwaarden kan opdringen aan de verzekeringnemer. De nieuwe wet tracht dan ook een evenwicht te vinden tussen enerzijds de belangen van de verzekeraar en anderzijds de belangen van de verzekeringnemer. Feit is dat de machtspositie van de verzekeraar werd afgebroken: ze kregen meer plichten - de consumenten meer rechten. Zo stapt de wetgever af van de vroegere strenge sanctionering wanneer de meldingsplicht niet werd nageleefd. c. toepassing De wet op de landverzekeringsovereenkomst is van toepassing op alle landverzekeringen met uitzondering van de zeeverzekeringen alsook transportverzekeringen bij goederenvervoer dat niet hoofdzakelijk over land gebeurt. Bijzondere wetten kunnen hiervan afwijken. Laten we denken aan de wet op de arbeidsongevallen. De regels of bepalingen zijn bovendien van dwingend recht (art. 3 wet landverzekeringsovereenkomst): ze moeten worden toegepast en er kan contractueel niet van worden afgeweken. Alleen in het voordeel van de consument kan worden afgeweken van de regels en wanneer de wet het uitdrukkelijk toelaat voor de verzekeraar. Er zijn zelfs strafsancties bepaald. Niettemin zijn er nog steeds bepalingen waar uitdrukkelijk bepaald is dat ze van aanvullend recht zijn. d. andere Men kan nog vermelden dat de sancties inzake mededelingsplicht van de verzekerde en van de regels inzake vermindering of verzwaring van het risico versoepeld zijn. Dezelfde versoepeling komen we tegen bij de sancties bij de melding van het schadegeval. Opzet blijft uitgesloten, toch zijn grove fouten of schulden normaal verzekerd, behalve de beperkende opsomming van fouten in polissen 5. ' / 0, '1 $1 2 ) " 3 '! " # # '! " # ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.5 5

6 III. Situering van het rechtsprobleem De meldingsplicht en de informatieplicht van de verzekeringnemer zijn zeer ruim op te vatten. Toch is het beter ons te beperken tot de nieuwe wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni Terloops worden toch enkele vergelijkingen gemaakt uit het aansprakelijkheidsrecht, ea. De meest logische werkwijze zal zijn artikel per artikel te bespreken. Een eerste vraag die zich stelt, is of bij de behandeling van het rechtsprobleem ook de mededelingsplicht moet worden bij betrokken. Het is echter duidelijk dat dit artikel zeer belangrijk is: de mededelingsplicht buiten beschouwing laten zou een grove tekortkoming zijn. Aansluitend hierbij moet ook artikel 6, 7 en 8 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst worden besproken. De mededelingsplicht impliceert ook dat de mogelijkheid bestaat dat wordt afgeweken van deze plicht. In geval van niet meedelen of verzwijgen van gegevens moet men een sanctie voorzien, anders is van een plicht geen sprake: Het Nederlandse artikel 251 Wetboek van Koophandel (K) is van toepassing 6. Verder spreekt het voor zich dat ook art. 19 en 21 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst worden besproken. De meldingsplicht en de informatieplicht van de verzekerde worden immers hier uitdrukkelijk vermeld. Ook hier moeten de sancties worden besproken: anders is er immers ook hier geen sprake van een plicht: Volledigheidshalve moet ook artikel 25 en 26 worden vermeld. Deze artikelen handelen over de relatieve mededelingsplicht ingeval van vermindering of verzwaring van het verzekerde risico. Aangezien het hier slechts gaat over een relatieve mededelingsplicht wordt dit slechts tussen de regels door besproken 7. In het kort kan gezegd worden dat dit leerstuk moet worden gesitueerd onder de aanvullende werking van de goede trouw bij de uitvoering van overeenkomsten. Schending van deze informatieplicht wordt ook specifiek gesanctioneerd. Tenslotte is artikel 95 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst zeer belangrijk. Het gaat over het meedelen van medische informatie. Is bij persoonsverzekeringen de arts van de verzekeringnemer verplicht medische informatie mee te delen aan de verzekeraar? Onder welke voorwaarden dient dit te gebeuren? Zijn de bepalingen uit het artikel aanvaardbaar of is kritiek mogelijk? De structuur die zal gehanteerd worden, is logisch. Er wordt een opsplitsing gemaakt tussen de contractuele en de precontractuele fase. Hier wordt elk item onderverdeeld en verder toegelicht. 6 % 2 4 5% $ ) 9 : ) 0 8 ' ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.6 6

7 IV. De meldingsplicht a) Vroeger De wet van 1874 verplichtte de verzekeringnemer de schadegevallen aan te geven. Artikel 17 verplichtte de verzekeringnemer de verzekeraar op de hoogte te brengen van het schadegeval, zodra de schade zich had voorgedaan. De wet bepaalde geen termijn, zij bepaalde slechts dat deze verplichting zo spoedig mogelijk moest worden nageleefd. De wetgever had evenmin bepaald hoe de aangifte moest gebeuren. De sanctie die door de wet was voorzien, was de betaling van de schadevergoeding, op voorwaarde dat de verzekeraar kon bewijzen dat hij door de laattijdige aangifte schade had geleden. Vaak was de sanctie ook rechtsverval. Deze strenge verplichting was te begrijpen: het schadegeval zou de verzekeraar verplichten een vergoeding of een kapitaal te betalen; het was dus van belang dat hij zo spoedig mogelijk werd verwittigd om alle nodige voorzorgsmaatregelen te kunnen nemen om de schade te beperken en de aansprakelijkheid te bepalen. 8 b) De wet van 1992 op de landverzekeringsovereenkomst Artikel 19 bepaalt dat de verzekerde, zodra mogelijk en in elk geval binnen de termijn, bepaald in de overeenkomst, het schadegeval aan de verzekeraar moet melden. De verzekeraar kan zich echter niet beroepen op het niet naleven van de contractueel bepaalde termijn om dekking te weigeren, indien die melding zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is gebeurd. Hierna wordt de memorie van toelichting bij het artikel besproken. Kort worden het verslag en de opmerkingen van de kamercommissie vermeld. Tenslotte volgt een algemene bespreking en een vergelijking met het Nederlandse recht ) $;%<=9 > $? # =$<@ De memorie van toelichting vermeldt dat de huidige toestand van de verzekerde aanzienlijk verbeterd is. Het omzeilt de polissen. In het contractenrecht geldt dat men vrij mag contracteren. De wet voert echter een beperking in op dat principe: als de termijn zoals contractueel overeengekomen voor het melden van het schadegeval overschreden is, geeft dit geen aanleiding tot verval van recht. 9 De strenge toepassing van zodanige bedingen van verval van recht, heeft aanleiding gegeven tot gegronde kritiek. ;) &> %@ 2 %7 )? $&&$ ( Vele zinvolle opmerkingen werden omtrent dit artikel niet gemaakt. Ik beperk mij dan ook tot de vermelding van de volgende twee bedenkingen van kamerleden: 1. Een lid van de kamercommissie merkte destijds op dat het dwingende karakter van art. 19 wordt uitgehold door de bepaling 'zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk'. Inderdaad, het begrip 'redelijkerwijze' is vaag en in samenlezing met de andere bepaling dubbelzinnig. - < % 9? %", A / 0, 'A, 2 ) " 3 (. ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.7 7

8 2. De vraag werd gesteld of het niet nuttig zou zijn als een welbepaalde termijn zou worden vastgesteld in de wet. Dit werd afgewezen. Het zou immers de contractuele vrijheid hinderen en bovendien verschillen verzekeringscontracten dermate van elkaar dat het weinig nuttig was een vaste termijn te bepalen. Hierbij komt nog dat de verzekerde helemaal geen baat zou bij hebben: dit doet afbreuk aan de bescherming die art. 19 net wil bieden voor de verzekerde. "&/ ) 2 $<@ De regeling uitgewerkt in artikel 17 is duidelijk en laat weinig ruimte over voor discussie. Ook de rechtspraak en rechtsleer zijn eenzijdig. 1. Eens dat zich een schadegeval heeft voorgedaan, moet de verzekerde dit schadegeval melden aan de verzekeraar. Moet er ook een melding gebeuren bij de verzekeraar, wanneer het schadegeval zich dreigt voor te doen? Deze vraag is belangrijk in het licht van de sanctieregeling. De dwingende sanctieregeling kan in geen geval toegepast worden op dreigende schadegevallen 11. Recente rechtsleer stelt duidelijk dat een dreigend schadegeval nog geen schade is en bijgevolg niet valt onder art. 21 Verz.W. Bij wie moet de aangifte gebeuren? Moet de aangifte gebeuren bij het hoofdkantoor, de grote maatschappijen of bij de verzekeringsagent die als tussenpersoon optreedt? De rechtspraak 12 stelt dat de aangifte aan beide kan gebeuren. De verzekeringsagent moet wel echter als lasthebber optreden, anders is er geen sprake van een tijdige aangifte. Als de tussenpersoon bij wie de aangifte is gebeurd, het schadegeval niet doorgeeft aan de verzekeraar, dan kan hij persoonlijk aansprakelijk worden gesteld door de verzekerde. 13 Er lijkt dan ook eindelijk eensgezindheid te komen over dit item: de tijd is voorbij dat de verzekeraar mis/gebruik kan maken van het feit dat de aangifte niet bij hem, maar bij de verzekeringsmakelaar is gebeurd. Het is immers in strijd met de goede trouw Hoe moet de aangifte gebeuren? De aangifte moet, zo vlug mogelijk en in elk geval binnen de termijn bepaald in de overeenkomst gebeuren (art lid 1). Deze bepaling is dus tweeledig: enerzijds moet de verzekerde zo snel mogelijk handelen en anderzijds moet hij de aangifte doen voor het verstrijken van de termijn in de overeenkomst. Op dit laatste bestaat evenwel een uitzondering. Wanneer de termijn overschreden wordt, dan kan de verzekeraar zich niet op een eventuele vervalclausule beroepen als de aangifte zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is gebeurd. Deze bepaling (art lid 2) doet afbreuk aan art.1134 lid 1 (overeenkomst - wet). Hierdoor wordt de verzekerde beter beschermd tegen misbruiken en overdreven formalisme van de verzekeraar. Zo oordeelde een vrederechter dat de aangifte die met een minieme achterstand is gedaan en waardoor de rechtsbijstandverzekeraar geen schade heeft geleden, geldig is. 15 Voorheen zou 2 <. 0 & +. 0 ' ( ) ( A% 0 " A.-." B " A A % ' ( & ' ( # 0 > % 0 ( & (.. ; *. 0 '& -. <9 > < 8 8 & 8 8 ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.8 8

9 dit onherroepelijk leiden tot schadevergoeding of rechtsverval. Nu heeft de feitenrechter een zekere speelruimte waardoor zijn oordeel billijker kan zijn. Het is echter nooit de bedoeling geweest van de wetgever om een laattijdige aangifte niet te sanctioneren als er geen schade is geweest voor de verzekeraar. 16 Tenslotte dien ik nog te vermelden dat de oplossing vaak in de bedoeling van de partijen en de goede trouw van de verzekeraar ligt. 3. Het doel van de meldingsplicht ligt dan ook hierin dat het voor de verzekeraar van groot belang is de nodige verificaties te doen m.b.t. de daadwerkelijke verwezenlijking en effectieve dekking van het schadegeval (zie verder bij informatieplicht). Ook is het evident dat de omstandigheden van het voorval niet meer kunnen worden geverifieerd na een bepaalde periode. Zowel de verzekerde als de verzekeraar heeft er belang bij de aangifte zo vlug mogelijk te laten gebeuren. De beide partijen willen namelijk hun rechten vrijwaren en dit kan vaak niet meer na een bepaalde periode. 4. De verzekerde kan aansprakelijk worden gesteld als hij zijn meldingsplicht niet nakomt. De grondslag van de aansprakelijkheid moet gezocht worden in art en art BW. Enerzijds moeten de partijen te goeder trouw optreden bij het aangaan van een rechtshandeling. Anderzijds moeten zij zich bij de uitvoering van hun overeenkomst zich gedragen als een zorgvuldig en aandachtig persoon. 17 De culpa in contrahendo is echter voornamelijk gebaseerd op de goede trouw. Net zoals in het verbintenissenrecht moet de fout die de verzekerde maakt in concreto worden beoordeeld. Men zal moeten rekening houden hoe de verzekerde heeft gehandeld, welke feiten een rol hebben gespeeld. Drie constitutieve elementen spelen een rol: fout, schade en oorzakelijk verband. Als deze drie elementen zijn bewezen, dan zal de rechtbank schadevergoeding kunnen toekennen. Weliswaar hangt de schadevergoeding af van de geleden schade. De schadevergoeding zal bestaan uit een verminderde prestatie van de verzekeraar overeenkomstig de geleden schade. De schade die voortvloeit uit het verlies van de kans om de schade te beperken voor de verzekeraar, wordt ex aequo et bono berekend. In geen geval kan de fout begaan door de verzekerde aanleiding geven tot rechtsverval: de verzekeraar moet dekking verlenen. Dit bepaalt de wet: artikel 21 van de wet bepaalt dat de verzekeraar aanspraak kan maken op een vermindering van zijn prestaties tot beloop van het door hem geleden nadeel. Opmerkelijk is dat het de partijen niet verboden wordt om clausules van geheel of gedeeltelijk verval van recht op verzekeringsprestatie te bedingen. Deze mogelijkheid wordt wel beperkt doordat een oorzakelijk verband moet worden aangetoond tussen de schade en de fout. Verzekeraars kunnen dus niet meer zonder reden hun dekking weigeren: dit is een beperking van de contractuele vrijheid. Vroeger bepaalden polissen dat een laattijdige aangifte aanleiding gaf om het recht om dekking te verlenen te weigeren. Dit werd aanvaard door de rechtsleer en rechtspraak 18. Als het verval van recht op vergoeding voorzien was in de polis, dan was deze sanctie automatisch van toepassing zodra er vertraging was, zelfs indien de verzekeraar geen schade, ) 0 > ' 0 &. % +! 0 ; 0. A$ A% * '+ -? -. % '. 0 0 ' "* C % ' ( & ' ( +. ;%<&* ;> ==.-& %., ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.9 9

10 had geleden. De verzekeraar moest enkel bewijzen dat de verzekeringnemer kennis had van het schadegeval en het niet had aangegeven binnen de gestelde termijn (er moet wel bij vermeld worden dat de verzekeringnemer overmacht kon inroepen). Het is echter onder invloed van de rechtspraak van de lagere rechtbanken die deze bepalingen toetsten aan het beginsel van de goede trouw, dat de wet op de landverzekeringsovereenkomst dit heeft veranderd: dekking weigeren is een zeer drastische sanctie, die eerder onbillijk lijkt. De wetswijziging is niet abnormaal aangezien de wijzigende tendensen in het buitenland (in Nederland pleit de rechtsleer voor een soortgelijke regeling als in België). Nu kan de verzekeraar zich alleen beroepen op de vervalclausule wanneer de verzekeringnemer met bedrieglijk opzet heeft gehandeld of een oorzakelijk verband kan aantonen tussen de fout en de schade. Dit staat in artikel <) > %< 1. De meldingsplicht in Nederland kent een duidelijke wettelijke basis. Het oude artikel 283 lid 1 K stelt dat de verzekerde verplicht is dadelijk na het ontstaan van de schade daarvan aan de verzekeraar kennis te geven. Deze plicht ontstaat bij het ontstaan van de schade. De plicht moet dan ook worden nagekomen onmiddellijk na het ontstaan van de schade. Deze plicht bestaat niet als de verzekerde niet weet dat er schade is: bijvoorbeeld bij de uitstoot van giftige stoffen doet de schade zich pas veel later voor. Deze regeling komt erg overeen met de Belgische regeling. De nieuwe regeling komt nog beter overeen met het Belgisch recht: artikel 7.17.I.14 lid 1 NBW stelt dat zodra de verzekerde kennis heeft of behoort te hebben van de schade, hij verplicht is daarvan aan de verzekeraar mededeling te doen en wel zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is. 2. De sanctie gekoppeld aan de niet-naleving van de meldingsplicht is niet het verval van de dekking, maar het betalen van schadevergoeding aan de verzekeraar (art. 283 K). Er is echter een duidelijk verschil merkbaar tussen de wet en de jurisprudentie: in de jurisprudentie wordt de schadevergoeding nooit toegepast. Dit komt omdat in de polissen het verval van elk recht op uitkering is bedongen. De rechtszekerheid is hier niet mee gediend 19. De rechtsleer kiest in ieder geval resoluut de kant van de wet: het rechtsverval is een ingrijpende sanctie die moet vermeden worden. Het is bovendien in strijd met de goede trouw. De nieuwe regeling in artikel 7.17.I.14 lid 3 NBW stelt dat de verzekeraar het verval van de dekking slechts kan bedingen voor het geval hij daardoor in een redelijk belang is geschaad. De verzekeraar moet dit redelijk belang bewijzen en de rechter heeft een toetsingsbevoegdheid. De wetgever bepaalt immers niet wat een redelijk belang is. Bij bedrog vervalt het recht op dekking (fraus omnia corrumpit). Deze regeling is bijna identiek aan het Belgisch recht: onze regeling is gebaseerd op de regeling fout-schade-oorzakelijk verband. In Nederland evolueert men steeds meer naar de goede trouw. +,.-& % (! --.*! = * C -+- ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.10 10

11 V. De informatieplicht a) Inleiding &$=D ) $<@ De informatieplicht van de verzekeringnemer: wat houdt dit in? Wil dit zeggen dat de ene partij tijdens de onderhandelingen of zelfs nog na het sluiten van de overeenkomst inlichtingen moet meedelen aan zijn tegenpartij? Hoever reikt deze verplichting? Wat als men zijn verplichting niet nakomt? Wat als hij onvolledige of foutieve informatie doorgeeft? Wat in geval van bedrog? Deze vragen vormen de kern van het rechtsprobleem dat hieronder behandeld wordt. In het verbintenissenrecht bestaat er nog geen algemene regeling waarbij de partijen verplicht zijn elkaar informatie te overhandigen. Tevergeefs zal men in het Burgerlijk Wetboek zoeken naar een bepaling over de informatieplicht: een algemene informatieplicht wordt er niet in erkend. In het verzekeringsrecht zijn er wel enkele bepalingen die zo'n regeling bevatten. Voor de wet op de landverzekeringsovereenkomst waren reeds beperkte bepalingen opgenomen in de verzekeringswet die verwezen naar de informatieplicht. De nieuwe wet heeft een uitgebreide regeling opgenomen in verschillende bepalingen. De artikelen 5, 6, 7 bespreken de mededelingsplicht, het artikel 19 2 bespreekt de informatieplicht (verstrekken van nuttige inlichtingen) en artikel 95 behandelt de informatieplicht (het verstrekken van medische informatie bij persoonsverzekeringen). Dat deze bepalingen expliciet zijn opgenomen in de wet, is niet te verwonderen. Dit heeft te maken met de evolutie in de rechtspraak en de analyse ervan in de rechtsleer van de laatste decennia. Deze systematisering door de rechtsleer heeft ertoe geleid dat de wetgever aandacht is gaan besteden aan de informatieplicht en bijgevolg is gaan opnemen in de wet. Hoe is deze evolutie te verklaren? Dat voorheen weinig aandacht werd besteed aan de informatieplicht, heeft alles te maken met het 19 de -eeuws individualisme 20. De theorie van de wilsautonomie stond centraal: als men een verzekeringscontract afsloot, dan was dat omdat men dat zelf heeft gewild. De vraag of hij mogelijk een voor hem nadelig contract had afgesloten, was irrelevant, want hij had dat immers gewild. Elke contractspartij zou er zich zelf wel voor behoeden dat hij geen nadelig contract afsloot. Veel ruimte voor de bescherming van de partijen bleef er niet over. Hierbij komt nog dat bij verzekeringscontracten de liberale visie primeerde: eerder de verzekeraars dan de verzekeringnemer kreeg een steuntje in de rug. In het begin van de 20 ste -eeuw wijzigde deze tendens. Het individualisme maakte plaats voor de solidariteit. Gelijkheid en individuele vrijheid waren een fictie: dit besef gaf aanleiding tot integratie van sociaal-economische factoren in onze wetgeving. De zwakkere partij moest beschermd worden. Reeds in de jaren dertig kreeg prof.dr. E. Van Dievoet, koninklijk commissaris, de opdracht om het verzekeringsrecht aan te passen aan de sociale actualiteit. Het heeft echter tot 1992 (zestig jaar!!) geduurd eer dat deze daadwerkelijke verbetering in de wet was terug te vinden. De rechtspraak heeft echter veel eerder inspanningen gedaan om de zwakkere partij te beschermen, nl. door de invoering van de informatieverplichting. Een van de oorzaken van de ongelijkheid is net dat de verzekeraars 'repeat players' waren terwijl de verzekeringnemer een 'one-shotters' was. Door de verzekeraar te verplichten informatie te verstrekken aan kandidaat-verzekeringnemers, kon de kloof tussen leek-professional verkleint worden. Bij nieuwe wetgeving tracht men nu een evenwicht te bereiken tussen de verschillende ( A A). -+-', -+-' ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.11 11

12 partijen. Zeer belangrijk is ook de uitbreiding van de begrippen 'goede trouw' en 'redelijkheid en billijkheid'. Deze gedragsregels (bij het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten) zoals men ze kan noemen, zijn nu soms belangrijker dan de wilsautonomie. Hierop wordt uitgebreid op teruggekomen. ) $/ &"/ %> Het begrip informatieplicht zorgt voor verwarring. Het is immers niet altijd duidelijk wat hiermee bedoeld wordt. Het is dan ook van kapitaal belang dat men exact weet wat de draagwijdte van het begrip informatieplicht is. Hieromtrent is geen eensgezindheid, zelfs de wetgever is niet eenduidig. Volgens Dominique Freriks 21 valt het begrip 'informatieplicht' uiteen in twee facetten: positief, in de zin dat men de plicht heeft om informatie te verstrekken (mededelingsplicht); negatief, in die zin dat men de plicht heeft om informatie in te winnen (onderzoeksplicht). Daarnaast onderscheidt men een informatieverplichting in de precontractuele fase en in de contractuele fase. De auteur geeft toe dat het moeilijk is de scheidingslijn te trekken: bepaalde rechtspraak gaat zelfs precontractuele fouten contractueel sanctioneren. Nochtans moet het onderscheid worden gemaakt: de informatieplicht zou beperkt worden als we de precontractuele plicht laten opgaan in de contractuele. Tenslotte kan de informatieplicht nog bestaan uit loutere inlichtingen, waarschuwingen en advies, raad en bijstand (begeleidingsplicht). Als we dit toepassen op de wet op de landverzekeringsovereenkomst, dan kunnen we de informatieplicht van de verzekeringnemer (wat het voorwerp is van deze verhandeling) beperken tot de volgende punten: De precontractuele fase: -de mededelingsplicht ex artikel 5, 6, 7 Wet Verz. De contractuele fase: -de meldingsplicht ex artikel 19 1 Wet Verz. -de informatieplicht ex artikel 19 2 Wet Verz -de onrechtstreekse informatieplicht ex artikel 95 Wet Verz. b) De precontractuele mededelingsplicht $<> $$<@ Inleiding De inhoud van de mededelingsplicht De grondslag van de mededelingsplicht De toestemming bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst 1. de totstandkoming van de toestemming 2. de wil tot contracteren de informatieplicht van de verzekeringnemer het wilsgebrek bedrog het wilsgebrek dwaling De sanctionering De mededelingsplicht ex artikel 5 Verz. W. speelt zich af in de precontractuele fase. De precontractuele fase loopt van zodra de onderhandelingen over het sluiten van de overeenkomst beginnen en eindigt bij het sluiten van de overeenkomst. De rechtsverhouding die bestaat tussen de partijen (verzekeraar en kandidaat-verzekerde) is niet geregeld in het verbintenissenrecht. A9 + A', ) +' ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.12 12

13 Aangezien deze fase dermate belangrijk is, zeker voor verzekeringsovereenkomsten, heeft de wetgever deze aangelegenheid geregeld in de nieuwe wet op de landverzekeringsovereenkomst. Daarnaast hebben de rechtspraak en de rechtsleer de precontractuele fase aan een bijzonder regime onderworpen, namelijk dat van de culpa in contrahendo. Dit leidt ertoe dat er specifieke rechten en plichten ontstaan voor de partijen, ook al zijn ze niet geregeld (zie punt iii). Bijzondere aandacht zal gaan naar de informatieplicht, meer bepaald de inhoud, de grondslag en de toestemming. M.b.t. het Nederlands recht moet vermeld worden dat nog geen duidelijk regeling omtrent de mededelingsplicht van kracht is, ondanks de Europese Richtlijn. Wel ligt er in de Tweede Kamer een wetsontwerp op tafel dat gelijkaardig is aan onze Belgische regeling. De regeling die nu van kracht is (artikel 251 K), heeft veel weg van onze oude Verzekeringswet van De regeling dateert immers uit de 19 eeuw. Hun huidige grondslag is echter anders: daar waar wij ons nog steeds baseren op dwaling en bedrog als sanctiemechanismen, steunen zij zich op de redelijkheid en de billijkheid. Dit is begrijpelijk: zelfs onopzettelijke verzwijgingen te goeder trouw worden met nietigheid gesanctioneerd. Vandaar dat de rechtsleer noodgedwongen een beroep doet op de redelijkheid en billijkheid. Zij zullen vermoedelijk van dit principe afstappen eens de nieuwe wettelijke regeling van toepassing wordt. 22 Over het Nederlandse artikel 251 K bestaat weinig discussie: het is oud en niet meer van deze tijd. Aangezien de nieuwe wettelijke regeling nog niet van kracht is, biedt de rechtsleer een uitweg. Sporadisch zal ik vergelijkingen maken. 7 <$<# 9 D ;%<7 > $<@ &/ > $? # = De verplichting van de verzekeringnemer om spontaan opgave te doen van het volledige risico is niet nieuw. Reeds in de Verzekeringswet van 1874 stond vermeld dat hij het risico moet beschrijven, waarvoor hij dekking vraagt. Hoe dit moest gebeuren was niet bepaald. Men aanvaardde dat de verzekeringnemer de verzekeraar volledig en objectief moest inlichten 23. Dit criterium was zeer streng. Wanneer bleek dat onvolledige informatie was meegedeeld, dan kon de verzekeringsovereenkomst vernietigd worden 24. De verzekeringnemer werd dan ook niet goed beschermd. Ook de rechtspraak paste dit principe onverkort toe (zie uitgebreider punt iv 2) De nieuwe wet heeft daar met art. 5 Verz. W. verandering in gebracht. De nadruk ligt niet meer op het verstrekken van volledige informatie, maar op het verstrekken van informatie die men kent of redelijkerwijze kon kennen. De grondslag is dus redelijkheid. De absolute mededelingsverplichting heeft een grote deuk gekregen. Dit is een recente ontwikkeling in de rechtsleer die nu opgenomen werd in de nieuwe wet. Wel bepaalde de wetgever niet wat nu redelijkerwijs wil zeggen. Dit is geen probleem: het is de taak van de rechter die moet vaststellen wat redelijkerwijs betekent. Bovendien komt het begrip voor in vele normatieve teksten. De notie redelijkheid verschilt van persoon tot persoon. Een interpretatie wordt wel gegeven door het ministerie van Justitie. Zij maken een onderscheid tussen de kandidaatverzekerde leek en de ervaren kandidaat-verzekerde. De onervaren kandidaat kan meer dan de 5& /!0 --$ ( +,.-& %, '+, > -) ( 1 ) (. + '? ( - ) ( 1 ) - ( < ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.13 13

14 ervaren kandidaat rekenen op redelijkheid van de rechter 25. Het ministerie liet ook uitschijnen dat het begrip redelijkerwijs altijd moet geïnterpreteerd worden in het voordeel van de verzekerde. Kortom, er kan gesteld worden dat de rechter altijd moet nagaan of de verzekerde op het moment van het niet nakomen van de mededelingsplicht zich schuldig heeft gemaakt aan een culpa levis in abstracto 26. Er moet nog worden opgemerkt dat het helemaal niet wenselijk is dat de wetgever een initiatief zou nemen om het begrip redelijkerwijs te bepalen. Er mag immers geen afbreuk worden gedaan aan de appreciatiebevoegdheid van de feitenrechter. Het nieuwe artikel 5 lid 1 bestaat uit vier elementen: vooreerst moet de kandidaat verzekerde alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig meedelen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar. Het voordeel is dat de verzekeraar geen dekking kan weigeren als de verzekerde een element (te goeder trouw) niet had vermeld. Het nadeel is dat de verzekeraar weinig geneigd zal zijn om dit onmiddellijk toe te geven. De verzekerde zal naar de rechtbank moeten gaan om zijn gelijk te krijgen. Redelijkheid is een onbekend begrip voor verzekeraar. Dit houdt dus steeds een risico in voor de verzekerde. Misschien is het daarom beter te voorzien in een uitgebreidere onderzoeksplicht in plaats van een uitgebreide spontane mededelingsplicht (zie verder in dit item). Het doel van deze spontane mededelingsplicht is het waarborgen van de volwaardige toestemming van de verzekeraar. Deze moet ook het risico juist kunnen inschatten om de juiste premie aan te rekenen. Vervolgens moet de kandidaat-verzekerde hem geen omstandigheden meedelen die deze laatste reeds kende of redelijkerwijs had moeten kennen. Dit principe wordt reeds lang toegepast door de rechtspraak 27. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de wetgever dit heeft opgenomen in de wet 28. De verzekeraar behoort zo te weten dat een dakwerker regelmatig op daken loopt 29. Ook mogen geen genetische gegevens worden meegedeeld. De genetische screening schendt immers het recht op privacy van de bloedverwanten 30. Met genetische screening wordt bedoeld het genetisch onderzoek met het oog op het vroegtijdig opsporen van erfelijk bepaalde aandoeningen 31. De verleiding van de verzekeraar zal immers zeer groot worden als blijkt dat hij hieruit het te verwachten risico op een overlijden kan berekenen. Misbruik van deze gegevens ligt voor de hand: een verzekeraar is een commerciële onderneming die haar winst wil maximaliseren. Bovendien moet de verzekerde nooit de resultaten van onderzoekingen of de onderzoeksverslagen zelf meedelen over de te verwachten evolutie van zijn toekomstige % ( 0 ' '.(! " # $! " # % & % % '&# $ (! )* '&+, -&# $. )% -/ * " " '% ) 0 # &# $, 1 % # % -%, % " # &$, &%! " # % # % ), " # % '" " )(, 1 # 2 * ) -&( # )! " )&# $ #, 1 # &$ # # % )3 0 ( * '&+, - # 0 E , 5 + 6' (.+-..>, -) ( 1 ) -(, - 2 ) " 3 1." B " '( ( C 0 F B * ) ( 0 5 6). +, --+. ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.14 14

15 gezondheidstoestand. Verzwijgingen hierover kunnen nooit leiden tot de nietigheid van het contract. Het verplicht meedelen van de gegevens bekomen via bijvoorbeeld genetische screening, zou tot gevolg hebben dat de persoon die genetisch zwakker is, zich niet meer zou kunnen laten verzekeren, tenzij door het betalen van onbetaalbare premies. Welke verzekeraar wil iemand verzekeren als hij weet dat de verzekerde op 50-jarige leeftijd kanker zal krijgen? Dit zou leiden tot een discriminatie van de minder bedeelden. Om deze redenen heeft de wetgever voorzien in een absoluut verbod op het overhandigen van genetische gegevens. De toestemming is irrelevant 32. Vreemd is dat de wetgever stelt dat er geen genetische gegevens mogen worden meegedeeld, maar het stilzwijgen bewaart over het meedelen van morel gegevens. Uit deze lacune kan besloten worden dat morele gegevens wel mogen worden meegedeeld: de wetgever verbiedt het immers niet. Een uitzondering geldt wel als ze de privacy schenden 33. Dit is echter betwist. Mag de verzekeraar informatie opvragen over het strafrechtelijk verleden van de kandidaatverzekerde? Zo ja, maakt het dan deel uit van de mededelingsplicht. In Nederland kan men in ieder geval morele gegevens opeisen. Sterker zelfs, de nieuwe (nog niet in werking getreden) Verzekeringswet vermeldt uitdrukkelijk dat de kandidaat-verzekerde verplicht is toelichtingen te geven over zijn strafregister omtrent de laatste acht jaar (privacybeginsel, art lid 5) 34. Reeds in 1962 besliste de Hoge Raad dat morele gegevens deel uit kunnen maken van verzwijgingen of van een verkeerde opgave. Deze maximalistische opvatting heeft als doel de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van de kandidaat-verzekerde te onderzoeken. Tenslotte vermeldt artikel 5 Verz. W. dat indien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet wordt geantwoord en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan hij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer beroepen op dat verzuim. De verzekerde moet vaak een vragenlijst 35 invullen bij het aangaan van een verzekeringsovereenkomst. Deze vragen zijn soms niet duidelijk voor de kandidaat-verzekerde. Het gebeurt vaak dat sommige vragen niet of onvolledig worden beantwoord. Als de verzekeraar na het sluiten van de overeenkomst, bijvoorbeeld bij een schadegeval, hierover struikelt, dan kan de verzekerde aanvoeren dat de onbeantwoorde vragen niet van die aard waren de risicobeoordeling van de verzekeraar te hebben beïnvloed. Dezelfde redenering wordt gemaakt bij tegenstrijdige antwoorden die geen reactie van de verzekeraar uitlokken 36. De wetgever legt enerzijds een onderzoeksplicht en anderzijds een zorgvuldigheidsplicht op aan de verzekeraar. De verzekeraar moet nauwlettend de informatie bestuderen, die zij heeft gevraagd aan haar kandidaat-verzekerde. Zij moet hierbij kritisch te werk gaan. Een uitzondering wordt gemaakt in geval van bedrog (fraus omnia corrumpit) en het geven van verkeerde antwoorden. Wanneer de verzekeraar voortgaat op verkeerde antwoorden, dan kan niet worden gesteld dat de verzekeraar niet zorgvuldig is geweest: zij heeft immers haar belang aangetoond door de vraag te stellen. 37 De bewijslast ligt in ieder geval bij de verzekeraar 38. In Nederland heeft de verzekeraar geen onderzoeksplicht. ; 0 0 ( 2 2 ( + -, G + $ ) 9 : ) ' 5& /!0 --$ ( +, C +,? ( -) ( 1 ) -( --# #? 0 #? '@ * 0. > ( 0 ' & ' H # 0 ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.15 15

16 @ ) 9 <&> %@ ;%<7 > $<@ &/ > $? # = Hoewel de mededelingsplicht geregeld wordt in artikel 5 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst, heeft deze plicht haar grondslag in de rechtsleer en de rechtspraak. Dit leerstuk plaatst men onder de precontractuele fase (zie punt i). De precontractuele fase is weliswaar in de wet op de landverzekeringsovereenkomst geregeld, doch wanneer er geen regeling zou bestaan, dan zijn de partijen (verzekeraar en kandidaat-verzekerde) toch gebonden aan een aantal beginselen en regels, zoals het meedelen van informatie. Von Jhering introduceerde het begrip culpa in contrahendo. Als Duitser was de buitencontractuele aansprakelijkheid hem onbekend. Onrechtmatige daden buiten het contract konden slechts gesanctioneerd worden door afzonderlijke actiones. Voor precontractuele handelingen bestond er geen afzonderlijke vordering, wel een actio ex contractu. Vandaar dat Von Jhering op het idee kwam van de precontractuele fout 39. In België kennen wij de buitencontractuele aansprakelijkheid wel. De grondslag van de precontractuele aansprakelijkheid moet dan ook hier gesitueerd worden. De precontractuele fout is nu geheel gelijklopend met de buitencontractuele aansprakelijkheid ex artikel B.W. 40 : van contractuele aansprakelijkheid kan immers nog geen sprake zijn 41. De fictie van een soort voor-contract is overbodig. De precontractuele aansprakelijkheid biedt voldoende waarborgen. Dit wil zeggen dat de partijen een uitgebreide zorgvuldigheidsverplichting hebben: de partijen moeten alle gedragingen stellen (of nalaten) die een normaal, zorgvuldige personen geplaatst in dezelfde omstandigheden zou hebben gedaan (of nagelaten). De regeling van de precontractuele aansprakelijkheid is ook nog van toepassing als het contract wordt gesloten: men spreekt dan van de culpa in contrahendo sensu lato. Het gaat dan om fouten begaan ter gelegenheid van de totstandkoming van nietige overeenkomsten. Ook kan de culpa in contrahendo beteugeld worden, indien de benadeelde partij schadevergoeding verkiest boven de vernietiging van het contract en zelfs wanneer een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen. Een andere grondslag is de goede trouw ex artikel 1134 lid 3. De redenering is zinvol: aangezien overeenkomsten te goeder trouw moeten worden uitgevoerd, dan moeten ze toch ook te goeder trouw worden gesloten. Een verzekeringscontract is immers een contract dat te goeder trouw moet worden gesloten. Het is evident dat de vertrouwensrelatie van in het begin aanwezig moet zijn 42. Hiertegen wordt kritiek geuit. Het is immers nooit de bedoeling geweest de precontractuele aansprakelijkheid te gronden op de goede trouw ex artikel 1134 lid 3. Dit artikel heeft betrekking op de uitvoering van de overeenkomst en heeft derhalve niets te maken met de contractuele fase. Dit wil dan ook weer niet zeggen dat de goede trouw niet betrokken is bij de totstandkoming van een overeenkomst. Men moet toegeven dat de partijen zich in een bijzondere relatie bevinden. Immers, wie zich niet gedraagt als een normaal zorgvuldig persoon, schendt de goede trouw 43. Toch volstaan de artikelen B.W als grondslag, want het 0 0 # - " ) 6', ) - A$ A% * '+ ( 40? ( 0-1 / -( ' 52 0 I-+-'J6). - ' 5 6). -'( I-+-'J6). - ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.16 16

17 onvolledig of niet spontaan meedelen van informatie, kan worden gesanctioneerd door deze artikelen. Zo kan de prestatie van de verzekeraar verminderd worden ten belope van de geleden schade. Bovendien houden deze artikelen ook rekening met de specifieke situatie waarin de partijen zich bevinden. De goede trouw voegt dus niets nieuws toe aan de leer van de artikelen =9 &=7 7 $<@ "$! # =&> D $=<;%<;) C 2 ) $<@ &9 ;) <2 9 7 &= 1. De wil tot contracteren De toestemming is een essentieel element bij de totstandkoming van een overeenkomst. Dat de toestemming onder dit leerstuk wordt besproken, is misschien vreemd. Het is nochtans evident: de grens tussen precontractuele fase en contractuele fase is zéér moeilijk te bepalen. De totstandkoming van een overeenkomst speelt zich af tijdens de precontractuele fase: tijdens deze fase krijgen de wilsuitingen van de partijen concrete draagwijdte. Dit kan met incidenten gepaard gaan: onvolledige informatie, afbreken van besprekingen, etc De wilsgebreken die leiden tot een gebrekkige toestemming zijn dwaling en bedrog. De wil tot contracteren moet aanwezig zijn. Is deze wil niet aanwezig of is de wil gebrekkig, dan kan dit leiden tot een relatieve nietigheid. Zo kan bij het niet naleven van de mededelingsplicht leiden tot een culpa in contrahendo, met als gevolg de toepassing van de art B.W. In het artikel 5 Verz. W. komt de mededelingsplicht van de verzekeringnemer aan bod. In de artikelen 6, 7 Verz. W. worden de wilsgebreken dwaling en bedrog van de verzekeraar besproken. 2. Bespreking van de evolutie van specifieke punten in de informatieplicht van de verzekerde in het kader van de vereisten voor een geldige toestemming Deze informatieplicht moet samen worden bekeken met de inhoud van artikel 5 Verz. W. en algemene beginselen uit het verbintenissenrecht. Sommige delen overlappen met stukken tekst uit punt ii nl. de inhoud van de mededelingsplicht. Uit het leerstuk van de precontractuele aansprakelijkheid kunnen we enkele algemene informatie - plichten destilleren. Zo is er de plicht van de verzekerde correcte informatie te verstrekken 44. Er moet ook volledige informatie worden verstrekt. Er bestaat veel discussie over wat nu net correcte en volledige informatie is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de wetgever een uitgebreide regeling heeft voorzien van wat nu net volledige en correcte informatie is (zie ook punt iv.). In de oude wet was de regeling nogal vaag en streng. De wet sanctioneerde iedere verzwijging 45, iedere valse verklaring, zelfs zonder kwade trouw begaan, die de opvatting nopens het risico verminderen of het onderwerp van dit laatste veranderen met relatieve nietigheid. Deze redenering vloeit voort uit het feit dat de wetgever in 1874 een evenwicht wilde bereiken tussen de premie die moest betaald worden en het risico dat werd gedekt. Dit ''?..-,.-$( '. 0 '?,.).,.+, -# ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.17 17

18 evenwicht werd bepaald door de verzekeraar 46, maar de noodzakelijke gegevens om dat evenwicht vast te stellen, moesten wel worden gegeven door de verzekerde. Bovendien moest de verzekeraar helemaal niet controleren of de verschafte gegevens correct waren. Er was derhalve geen onderzoeksplicht of een vraagplicht van de verzekeraar 47. Een nuancering in de rechtspraak kwam er wel doordat het Hof van Cassatie stelde in een basisarrest 48 van 1978 dat bij toepassing van art. 9 Verzekeringswet uitgesproken nietigheid van het kredietverzekeringscontract niet tegen de verzekerde kan worden ingeroepen indien hij onwetend is van een omstandigheid (nl.het fictieve karakter van de verkoop waaraan de financiering was gekoppeld) die van aard was dat het risico zou verzwaren of indien hij de onjuistheid of de valsheid van de door hem verstrekte inlichtingen redelijkerwijs niet kon kennen. De nieuwe wet op de landverzekeringsovereenkomst legde een nauwkeurig mededelingsplicht van alle bekende omstandigheden die de beoordeling van het risico redelijkerwijze kunnen beïnvloeden (zie algemeen ook pg. 13). Hier gaan we er van uit dat de verzekerde te goeder trouw is. Bij opzet geldt immers de stelregel: fraus omnia corrumpit. Dit criterium bekende omstandigheden is zeer vaag: de rechter moet bepalen wat de verzekerde redelijkerwijze kon kennen. Men moet dus op de hoogte zijn geweest van bepaalde omstandigheden. Dit heeft grenzen: soms kan men bepaalde gegevens niet kennen omdat men de gegevens eenvoudigweg niet kent zijn, omdat men deze gegevens nooit heeft gekregen of omdat men niet wist dat zij de risicobeoordeling van de verzekeraar zouden beïnvloeden. Soms wordt men wel geacht bepaalde gegevens te kennen. Dit behoren te weten kent zijn grondslag in de zorgvuldigheidsverplichting: als men bepaalde gegevens behoort te weten, maar men kent ze niet, dan is men nalatig. Men mag dus niet passief blijven 49. De beoordeling of de betrokkene nu al dan niet op de hoogte behoorde te zijn, gebeurt principieel in abstracto. Nochtans pleit de rechtsleer ervoor een beoordeling in concreto toe te laten (zie voetnoot 22). Belangrijk is ook dat men het onderscheid aanstipt tussen het behoren te weten over de essentiële zaken en de bijkomstige zaken van de verzekeringsovereenkomst. Dit kan alleen maar als de verzekeraar duidelijk maakt wat hij belangrijk vindt (bijvoorbeeld is het essentieel bij het afsluiten van een levensverzekering dat de verzekeraar weet of de kandidaat-verzekerde hartklachten heeft). Bij het voorleggen van vragenlijsten wordt dit probleem omzeild doordat de verzekeraar doet blijken van een belang als hij de desbetreffende vraag stelt. ' 0 ) ( 1 ),, '. " ( ( 4 5 " " ) " ( ( : ; 5 <1 # & * $ : = K 0 0 C 1 &0 4 8 <1 # & > * 0 C " ( ( ; 4 " " ) > > : 5 8 '-? (.-& -'! ) ' " ) 6', ) - ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.18 18

19 Gegevens die gekend zijn of geacht gekend te zijn door de verzekerde en de verzekeraar moeten niet worden meegedeeld. Wanneer een vragenlijst wordt gebruikt en niet alle vragen zijn beantwoord, dan zal de verzekeraar, behoudens fraude, zich niet meer kunnen beroepen op het niet naleven van de mededelingsplicht 50. Hieruit blijkt duidelijk dat de verzekeraar een onderzoeksplicht heeft, hoewel het niet met zoveel woorden wordt gezegd. Weliswaar is de uitdrukkelijke basis van art.5 Verz. W. de spreekplicht, toch moet men nog altijd de eigen onderzoeksverplichting vooropstellen. Ieder moet als redelijk en bezonnen mens zelf de nodige informatie trachten in te winnen alvorens te contracteren 51. Een verzekeringscontract is immers een inspanningsverbintenis. De basis van een onderzoeksverplichting is dus duidelijk art De vraag dus of de verzekeraar een algemeen onderzoeksplicht heeft, dient voorzichtig te worden beantwoord. WILMS 52 is van mening dat deze onderzoeksplicht niet bestaat. FRERIKS is van mening dat deze wel bestaat: men moet niet alles geloven wat men zegt. Als er reden was om te twijfelen, dan moeten deze inlichtingen geverifieerd worden. Een tussenweg wordt gegeven door DEJONGHE 53 : in principe moet de verzekeraar, als redelijk en voorzichtig persoon, bekommerd om zijn belangen, alle pogingen doen om informatie in te winnen. Slecht in de mate dat hij in de onmogelijkheid verkeerd om de nodige informatie in te winnen, dan pas geldt de informatieplicht absoluut en vervalt de onderzoeksverplichting. 3. Het wilsgebrek bedrog vanuit het standpunt van de verzekeraar Bedrog als wilsgebrek is de opzettelijk door één der contracterende partijen veroorzaakte verkeerde voorstelling van de werkelijkheid die de wederpartij tot contracteren heeft bewogen. Bedrog is dus een opzettelijk verwekte dwaling. De voorwaarden voor bedrog zijn: ten eerste moeten er kunstgrepen en listen zijn (bijvoorbeeld alle kunstgrepen die in een positief handelen bestaan, alle leugenachtige verklaringen of alle verzwijgingen); ten tweede veronderstelt bedrog kwaad opzet; ten derde moet het bedrog uitgaan van (alleen) de verzekerde; ten vierde moet de toestemming ontbreken of beïnvloed zijn. 54 De vraag die zich hier stelt, is of bedrog kan veroorzaakt worden door het opzettelijk fout geven of niet geven van informatie? Dat bedrog ontstaat bij het opzettelijk geven van foute informatie, is evident. Er bestaat echter betwisting over wat nu achterhouden van informatie betekent en in welke mate het bedrog kan uitmaken. Het onderscheid moet gemaakt worden tussen stilzwijgen en verzwijgen. Het stilzwijgen kan een precontractuele fout uitmaken, maar het is geen bedrog: de verzekerde geeft bepaalde informatie niet omdat hij deze zelf niet kent of omdat hij niet weet dat deze van belang is voor de verzekeraar. De verzwijging is het opzettelijk niet zeggen van iets dat de verzekerde behoort mee te delen aan de verzekeraar, omdat deze informatie van belang is voor de verzekeraar. Let wel: het behoren te weten is geen verzwijging, maar een stilzwijgen te goeder trouw. De sanctionering van bedrog is of de nietigheid bij hoofdbedrog of schadevergoeding bij incidenteel bedrog. 50? 5 -$$ ( '' ', ) +', +- A# 0 A). -( +-( A$ A% * '+ 54 5& 6$ (, +' ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.19 19

20 De makelaar is meestal de verbindingschakel tussen de verzekerde en de verzekeraar. Hij treedt wel niet op als lasthebber. De makelaar kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor verzwijgingen van de kandidaat-verzekerde: hij kan voortgaan op de verklaringen van zijn klant, zeker als de klant het verzekeringsvoorstel heeft ondertekend 55. Het onderscheid van stilzwijgen en verzwijgen wordt ook door de wet gemaakt in artikel 6 en 7 Verz. W.: enerzijds het opzettelijk verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens en anderzijds het onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens. De sanctieregelingen verschillen dan ook grondig van mekaar. 4. Het wilsgebrek dwaling vanuit het standpunt van de verzekeraar De wettelijke grondslag van dwaling vinden we in artikel 1110 B.W. 56 De dwaling bestaat uit het feit dat men gecontracteerd heeft, terwijl men zich onvrijwillige de zaken anders heeft voorgesteld dan ze in feite zijn. Men is dus bijvoorbeeld in de mening dat men gecontracteerd heeft met X over Y, terwijl in werkelijkheid men gecontracteerd heeft met A over B. De oorzaak van de dwaling ligt in een gebrek aan informatie te wijten aan de verzekeringnemer. Aan de dwaling moeten drie voorwaarden zijn voldaan: ten eerste moet de dwaling gaan over de zelfstandigheid van het voorwerp; ten tweede moeten de partijen van elkaar weten welk belang zij aan bepaalde zaken hechten; ten derde moet de dwaling verschoonbaar zijn. De verzekeraar moet immers kunnen aantonen dat elke andere verzekeraar in dezelfde omstandigheden geplaatst ook gecontracteerd zou hebben. De verzekeraar moet dus kunnen aantonen dat de verzekerde zijn mededelingsplicht niet is nagekomen, waardoor de verzekeraar heeft gedwaald. De dwaling moet concreet worden beoordeeld: bijvoorbeeld, de expert zal moeilijker kunnen dwalen dan de leek. De sanctionering van de dwaling is of de relatieve nietigheid bij essentiële dwaling of schadevergoeding (het aanpassen van het contract) bij incidentele dwaling. In Nederland is men afgestapt van de dwalingleer omdat ze te streng is en te weinig rechtszekerheid biedt. De rechtsleer heeft gekozen voor de continuïteit van de overeenkomst. De sanctieregeling moet dan ook daarop gericht zijn. Men wil af van het alles-of-niets principe en streven naar het hernegotiëringsgesprek. Deze evolutie die de Nederlanders nu bepleiten, kennen wij reeds in België (art.7 lid 1). &%<? =$9 <) $<@ ;%<# =<$=<%> ;<;%<7 > $<@ &/ > $? # = 1. Opzettelijk verzwijgen of onjuist meedelen van gegevens Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, dan is de verzekeringsovereenkomst nietig. Dit is evident: fraus omnia corrumpit. De verzekeringsovereenkomst is een overeenkomst die gebaseerd is op een vertrouwensrelatie tussen de verzekeraar en de verzekerde. Bedrog moet daarom streng gesanctioneerd worden. Er stelt zich een probleem omtrent de rechtszekerheid. De verzekeraars zullen meestal onmiddellijk geneigd zijn zich te beroepen op artikel 6 om dekking te weigeren. Zij kunnen zo misbruik maken van hun machtspositie om bij elk geschil de overeenkomst als vernietigd te beschouwen. Geschillen zullen daarom meestal voor de rechtbank moeten worden uitgevochten. De verzekerde wordt dus verplicht een (meestal dure) advocaat te nemen om zijn belangen te 2 %, & & 6$ ( ( ADVOCATENKANTOOR RENIER PG.20 20

Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen

Verzekeringsfraude wordt in België geraamd op 5-10% van de uitgekeerde vergoedingen 1 Overzicht 1. Inleiding 2. Definitie verzekeringsfraude 3. Sanctie verzekeringsfraude 4. Precontractuele verzekeringsfraude 5. Contractuele verzekeringsfraude 6. Besluit 2 1. Inleiding Verzekeringsfraude

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17 INHOUD Woord vooraf.......................................................... v Dankwoord.......................................................... vii Inleiding.............................................................

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering Circulaire FSMA_2012_14 dd. 12/06/2012 Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering Toepassingsveld:

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1. Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1. Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1 INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1 Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1 Afdeling 1. Begripsomschrijving... 1 Afdeling 2. Wezenlijke bestanddelen...

Nadere informatie

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding

VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1. Inleiding VERZEKERINGSPERIKELEN DEEL 1 Inleiding Na hevige regenval ondervindt eigenaar X ernstige waterschade in het privé gedeelte van zijn appartement. De regen is via de gevel het privé gedeelte binnengedrongen.

Nadere informatie

Recente ontwikkeling inzake aansprakelijkheidsverzekering en productaansprakelijkheid

Recente ontwikkeling inzake aansprakelijkheidsverzekering en productaansprakelijkheid Recente ontwikkeling inzake aansprakelijkheidsverzekering en productaansprakelijkheid Lunchseminarie 17 november 2016 HUGO KEULERS JO WILLEMS HÉLOÏSE FOSTIER SANDRA LODEWIJCKX MARIJN DE RUYSSCHER Uitsluitings-

Nadere informatie

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis 1. Deel 4 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (art. 1 tot 104) 1 Aanduiden op welke verzekeringsovereenkomsten deel 4 van de wet van

Nadere informatie

Deze mededeling geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste vaststellingen van dit onderzoek.

Deze mededeling geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste vaststellingen van dit onderzoek. FSMA_2016_10 dd. 9/06/2016 Deze mededeling gaat over de verzekeringsovereenkomsten Brand Eenvoudige Risico s voor woningen (hierna woningverzekering ) die door verzekeringsondernemingen worden aangeboden

Nadere informatie

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be woensdag 10/10/2012 Overeenkomst mogelijk bij aanwezigheid: (Art. 1108 BW) - toestemming - handelingsbekwaamheid - bepaald

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3 Inhoudstafel HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3 HOOFDSTUK II VOORWERP VAN DE VERZEKERING... 3 1. Voorwerp van het contract... 3 2. Inwerkingtreding van het contract... 3 3. Grondslagen van het contract... 3

Nadere informatie

Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst?

Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst? Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst? Mrs. Annick Mottet Haugaard Partner annick.mottet@lydian.be Mr.

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Aansprakelijkheidsverzekeringen: tussen bescherming en preventie. Dra. C. Henskens

Aansprakelijkheidsverzekeringen: tussen bescherming en preventie. Dra. C. Henskens Aansprakelijkheidsverzekeringen: tussen bescherming en preventie Dra. C. Henskens Inleiding: omkadering onderzoeksvraag Afbrokkeling van beginsel Ieder draagt zijn eigen schade 1. Sociale zekerheid 2.

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

BS Verzekeringsrecht

BS Verzekeringsrecht Master Rechten BS Verzekeringsrecht Smvt - Weyts Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R49 7.00 EUR Bijzonderestudie Verzekeringsrecht 2013 Moduleburgerlijkrecht MasterRECHTEN

Nadere informatie

De bescherming van uw medische gegevens bij de verzekeraar

De bescherming van uw medische gegevens bij de verzekeraar De bescherming van uw medische gegevens bij de verzekeraar Brochure 2009 2 Veel voorkomende vragen en antwoorden FAQ 2009 Voor de vlotte werking van tal van verzekeringen is het noodzakelijk dat er gegevens

Nadere informatie

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet?

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Consensualisme

Nadere informatie

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Op 18.01.2006 verscheen in het Belgisch Staatsblad de Wet betreffende de precontractuele informatie bij

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Dankwoord... vii Lijst van afkortingen... xv. Inleiding... 1 DEEL I. ONDERZOEKSKADER. Hoofdstuk I. Probleemstelling...

INHOUD. Voorwoord... v Dankwoord... vii Lijst van afkortingen... xv. Inleiding... 1 DEEL I. ONDERZOEKSKADER. Hoofdstuk I. Probleemstelling... INHOUD Voorwoord............................................................ v Dankwoord.......................................................... vii Lijst van afkortingen..................................................

Nadere informatie

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling Hoofdstuk 5 RECHTSBIJSTAND Voorafgaandelijke bepaling Gewaarborgd schadegeval Art.21 De bepalingen van de overige hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op Rechtsbijstand voor zover ze

Nadere informatie

VOORSTEL RECHTSBIJSTAND FAMILY 2014

VOORSTEL RECHTSBIJSTAND FAMILY 2014 LAR Rechtsbijstand VOORSTEL RECHTSBIJSTAND FAMILY 2014 Wij halen uw gelijk. VEREENVOUDIGD VOORSTEL RECHTSBIJSTAND LAR FAMILY Nieuwe zaak : Bijvoegsel Vervaldag: Makelaar Producentennr: Kantoor: Ref: Verzekeringsnemer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

HIV, aids en recht Een juridisch overzicht. Nick van Gelder Vorser Medisch Recht UA Advocaat Monard D Hulst

HIV, aids en recht Een juridisch overzicht. Nick van Gelder Vorser Medisch Recht UA Advocaat Monard D Hulst HIV, aids en recht Een juridisch overzicht Nick van Gelder Vorser Medisch Recht UA Advocaat Monard D Hulst 1 Inleiding en overzicht 1. Recht op behandeling en informed consent 2. Aansprakelijkheidskwesties

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

GEDRAGSREGELS VAN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAAR

GEDRAGSREGELS VAN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAAR Versie juni 2014 GEDRAGSREGELS VAN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAAR VOORWOORD Deze gedragscode legt de regels vast die de rechtsbijstandsverzekeraars ten aanzien van de consument in acht zullen nemen. De

Nadere informatie

VERSLAG AAN DE KONING

VERSLAG AAN DE KONING Koninklijk besluit van 21 december 2006 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van het sluiten van de collectieve verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - DEFINITIES...3

HOOFDSTUK I - DEFINITIES...3 Inhoudstafel HOOFDSTUK I - DEFINITIES...3 HOOFDSTUK II VOORWERP VAN DE VERZEKERING...3 1. Voorwerp van het contract...3 2. Inwerkingtreding van het contract...3 3. Grondslagen van het contract...4 4. Aanduiding

Nadere informatie

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als

Nadere informatie

FSMA_2016_09 dd. 9/06/2016

FSMA_2016_09 dd. 9/06/2016 FSMA_2016_09 dd. 9/06/2016 Deze mededeling betreft de verzekeringsovereenkomsten Brand Eenvoudige Risico s voor woningen die door verzekeringsondernemingen worden aangeboden voor woningen die gelegen zijn

Nadere informatie

ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT

ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET BELGISCHE VERZEKERINGSRECHT Philippe Colle Hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel Vijfde editie Antwerpen Cambridge

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3 Inhoudstafel HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3 HOOFDSTUK II VOORWERP VAN DE VERZEKERING... 3 1. Voorwerp van het contract... 3 2. Inwerkingtreding van het contract... 3 3. Grondslagen van het contract... 3

Nadere informatie

De bescherming van uw medische gegevens bij de verzekeraar

De bescherming van uw medische gegevens bij de verzekeraar De bescherming van uw medische gegevens bij de verzekeraar Brochure 2012 De principes hieronder beschreven gelden voor iedereen, of u nu een kandidaat-verzekerde bent die een verzekering wilt sluiten;

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ALLROUND BACKOFFICE

ALGEMENE VOORWAARDEN ALLROUND BACKOFFICE Artikel 1 Definities 1. In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Allround Backoffice: de gebruiker van deze algemene voorwaarden, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder

Nadere informatie

Checklist bij hoofdstuk 1

Checklist bij hoofdstuk 1 Checklist bij hoofdstuk 1 AANSPRAKELIJKHEIDSGROND VOORWAARDEN Informatieverstrekking in reclame Art. 7:59 BW Informatieverstrekking in precontractuele fase Art. 7:60 BW Beëindiging krediet Art. 7:65 lid

Nadere informatie

DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN

DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN DE NIEUWE WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN Algemene beginselen van het Belgische verzekeringsrecht Philippe Colle Hoogleraar

Nadere informatie

Wetteksten Verzekeringsrecht

Wetteksten Verzekeringsrecht Wetteksten Verzekeringsrecht Titel 17. Verzekering Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 925 1. Verzekering is een overeenkomst waarbij de ene partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van premie

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: ALGEMENE VOORWAARDEN Van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Linkedintoresults B.V., tevens handelend onder de namen Linkedintoresults en LI2R, gevestigd en kantoorhoudende te, aan

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden

Algemene Voorwaarden Algemene Voorwaarden Deze algemene voorwaarden worden gehanteerd door GEVEN Assurantiën & Hypotheken B.V. Artikel 1. Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: a. Tussenpersoon: GEVEN

Nadere informatie

DB Pension Plan/DB Long Term Plan Algemene Voorwaarden

DB Pension Plan/DB Long Term Plan Algemene Voorwaarden DB Pension Plan/DB Long Term Plan Algemene Voorwaarden INHOUDSTAFEL Pag. Hoofdverzekering Hoofdstuk I Definities 2 Hoofdstuk II Voorwerp van de verzekering 2 Artikel 1 Voorwerp van het contract 2 Artikel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Inleiding tot verzekeringsrecht; oefeningensessie

Inleiding tot verzekeringsrecht; oefeningensessie Inleiding tot verzekeringsrecht; oefeningensessie artikelen in het arrest: art 58;59;60. Wat is er het probleem? Je had een houtverwerkingsbedrijf dat paletten verwerkten en er was een brand ontstaan.

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemene voorwaarden voor relaties van Steijvers Financiële Diensten B.V. Mei /5

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemene voorwaarden voor relaties van Steijvers Financiële Diensten B.V. Mei /5 ALGEMENE VOORWAARDEN Algemene voorwaarden voor relaties van Steijvers Financiële Diensten B.V. Mei 2010 1/5 ALGEMENE VOORWAARDEN HANS STEIJVERS UW FINANCIËLE COACH 1. Steijvers Financiële Diensten B.V.

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN SCHERPHOF ASSURANTIEN VOF

ALGEMENE VOORWAARDEN SCHERPHOF ASSURANTIEN VOF ALGEMENE VOORWAARDEN SCHERPHOF ASSURANTIEN VOF Deze algemene voorwaarden worden gehanteerd door Scherphof Assurantiën V.O.F. gevestigd te Vriezenveen aan de Oude Hoevenweg 149a, 7671 PL, hierna te noemen:

Nadere informatie

ACIS-Symposium Actualiteiten Verzekeringsrecht 15 maart Mr. S.W.A. Kelterman Het proportionaliteitsbeginsel in het verzekeringsrecht

ACIS-Symposium Actualiteiten Verzekeringsrecht 15 maart Mr. S.W.A. Kelterman Het proportionaliteitsbeginsel in het verzekeringsrecht ACIS-Symposium Actualiteiten Verzekeringsrecht 15 maart 2019 Mr. S.W.A. Kelterman Het proportionaliteitsbeginsel in het verzekeringsrecht 1 Inhoud (1): 1. Begrippen. Wat is te verstaan onder: - proportionaliteit

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers Aansprakelijkheid van ondernemers 19 juni 2014 1 Over Juridiq * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers * eerstelijn: voor alle vragen en problemen * specialisaties in Juridiq Netwerk * andere

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES

ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES ALGEMENE VOORWAARDEN FUELLING FACILITIES Bijlage 1 Algemene Voorwaarden SFF Page 1 of 8 Inhoudstafel 1- Definities en afkortingen... 3 2- Referentiekader... 3 3- Verplichtingen... 4 3.1. Algemene verplichtingen...

Nadere informatie

2.2. Aan 3Assurantiën verstrekte opdrachten leiden uitsluitend tot inspanningsverplichtingen van 3Assurantiën, niet tot resultaatsverplichtingen.

2.2. Aan 3Assurantiën verstrekte opdrachten leiden uitsluitend tot inspanningsverplichtingen van 3Assurantiën, niet tot resultaatsverplichtingen. ALGEMENE VOORWAARDEN 3Assurantiën Deze algemene voorwaarden worden gehanteerd door 3Assurantiën, gevestigd te Zaandam aan de J. Breebaardstraat 9, 1507 XD Zaandam, hierna te noemen: 3Assurantiën De wederpartij

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten Artikel 1 Algemeen 1.1 In de Algemene Voorwaarden wordt verstaan

Nadere informatie

CVO14061 29 september 2014 BERICHT VAN WIJZIGING VAN VERZEKERINGSTUSSENPERSOON. Nieuw model. Verklarende nota 1

CVO14061 29 september 2014 BERICHT VAN WIJZIGING VAN VERZEKERINGSTUSSENPERSOON. Nieuw model. Verklarende nota 1 CVO14061 29 september 2014 BERICHT VAN WIJZIGING VAN VERZEKERINGSTUSSENPERSOON Nieuw model Verklarende nota 1 A. Inleiding De vervanging van de verzekeringstussenpersoon op initiatief van de cliënt is

Nadere informatie

Hospitalisatieverzekeringen: recente ontwikkelingen. Prof. B. Weyts Hoofddocent Universiteit Antwerpen Advocaat Balie Brussel

Hospitalisatieverzekeringen: recente ontwikkelingen. Prof. B. Weyts Hoofddocent Universiteit Antwerpen Advocaat Balie Brussel Hospitalisatieverzekeringen: recente ontwikkelingen Prof. B. Weyts Hoofddocent Universiteit Antwerpen Advocaat Balie Brussel 1 Geen verplichte verzekering Maar ruim verspreid. Talrijke problemen in praktijk:

Nadere informatie

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Inleiding Nieuw verzekeringsrecht per 1 januari 2006 met nieuwe regeling voor verjaring Voor 1 januari

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De levensverzekeringsovereenkomst: een vreemde eend in de bijt van verzekeringsovereenkomsten Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Algemene opmerkingen (1) De wetgever

Nadere informatie

Programma. Nieuw Verzekeringsrecht Algemeen Van verzwijging naar informatieplicht. Fraudepreventie en bestrijding Algemeen Rechtsbijstand

Programma. Nieuw Verzekeringsrecht Algemeen Van verzwijging naar informatieplicht. Fraudepreventie en bestrijding Algemeen Rechtsbijstand Programma Nieuw Verzekeringsrecht Algemeen Van verzwijging naar informatieplicht Fraudepreventie en bestrijding Algemeen Rechtsbijstand Anne-Luut Dijkstra Hoofd Speciale Zaken VDAB 12-02-2008 Nieuw Verzekeringsrecht

Nadere informatie

2.4 Alle werkzaamheden worden door 2directIT uitgevoerd op basis van nacalculatie.

2.4 Alle werkzaamheden worden door 2directIT uitgevoerd op basis van nacalculatie. ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN Artikel 1 Toepassingsgebied 1.1 Deze algemene leveringsvoorwaarden zijn van toepassing bij opdrachten aan en op alle aanbiedingen en overeenkomsten waarbij 2directIT partij

Nadere informatie

algemene verkoopsvoorwaarden

algemene verkoopsvoorwaarden algemene verkoopsvoorwaarden 1. 2. Onderhavige voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtshandelingen en rechtsverhoudingen tussen MASTERmail en de opdrachtgever tenzij uitdrukkelijk en schriftelijk

Nadere informatie

Geneeskundige verklaringen voor (kandidaat-)verzekerden

Geneeskundige verklaringen voor (kandidaat-)verzekerden Geneeskundige verklaringen voor (kandidaat- )verzekerden Doc: a110002 Tijdschrift: 110 p. 4 Datum: 16/07/2005 Origine: NR Thema's: Getuigschrift Verzekeringen van de patiënt Geneeskundige verklaringen

Nadere informatie

Het nieuwe verzekeringsrecht. Artikel 112-10.1504 Datum 1 april 2015

Het nieuwe verzekeringsrecht. Artikel 112-10.1504 Datum 1 april 2015 Het nieuwe verzekeringsrecht Artikel 112-10.1504 Datum 1 april 2015 pagina Inleiding 3 Het nieuwe verzekeringsrecht ingevoerd 3 Is er wat veranderd? 3 Waarom deze informatie? 3 Premie 3 Betaal de premie

Nadere informatie

I. ALGEMENE BEPALINGEN... 1 II. DIENSTEN INZAKE TOT STAND KOMEN VAN OVEREENKOMSTEN... 2 III. OVERIGE VOORWAARDEN... 5

I. ALGEMENE BEPALINGEN... 1 II. DIENSTEN INZAKE TOT STAND KOMEN VAN OVEREENKOMSTEN... 2 III. OVERIGE VOORWAARDEN... 5 Algemene voorwaarden Schoeman consultants B.V. Per juli 2013 De algemene voorwaarden Schoeman consultants B.V. zijn van toepassing op alle rechtsverhoudingen tussen opdrachtnemer en opdrachtgever, behoudens

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN RECHTSBIJSTAND

ALGEMENE VOORWAARDEN RECHTSBIJSTAND ALGEMENE DEFINITIES Verzekeringsnemer Verzekerde Verzekeraar Contract Schadegeval De natuurlijke of rechtspersoon die het contract sluit, verder u genoemd. Iedere persoon die beroep kan doen op de waarborgen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 8 TWEEDE NOT VN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Personenautoverzekering

Personenautoverzekering Polis Home 1 (Polis) Personenautoverzekering Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Begripsomschrijvingen Premie Wijziging van premies en/of Aanmelding van schade

Nadere informatie

Administratiekantoor Bouw-Mouw

Administratiekantoor Bouw-Mouw ALGEMENE VOORWAARDEN Administratiekantoor Bouw-Mouw Zoomweg 55 8071 EH Nunspeet Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel 08147387 Artikel 1. Toepasselijkheid van deze voorwaarden 1. Deze voorwaarden gelden

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies nr 2008/01 van 8 september 2008 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies over de verplichting om een

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN PROPTIMIZE NEDERLAND B.V. (versie oktober 2012)

ALGEMENE VOORWAARDEN PROPTIMIZE NEDERLAND B.V. (versie oktober 2012) ALGEMENE VOORWAARDEN PROPTIMIZE NEDERLAND B.V. (versie oktober 2012) 1. Definities 1.1 In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: Opdracht : a) De overeenkomst waarbij Opdrachtnemer hetzij alleen

Nadere informatie

1. Doelstellingen en in het bijzonder de klemtoon op consumentenbescherming 2. Moet dit evolueren naar een recht op verzekering?

1. Doelstellingen en in het bijzonder de klemtoon op consumentenbescherming 2. Moet dit evolueren naar een recht op verzekering? 1 Wet Wet betreffende de Verzekeringen dd. 4 april 2014, B.S. 30 april 2014 In werking getreden op 1 november 2014 In snelheid gepakt. Ondanks negatief advies Commissie voor Verzekeringen en negatieve

Nadere informatie

Bedrijfsmotorrijtuigenverzekering

Bedrijfsmotorrijtuigenverzekering Voorwaardenblad 320-91 Bedrijfsmotorrijtuigenverzekering Algemene voorwaarden Artikel 17-21.1504 Datum 1 april 2015 pagina 1 Begripsomschrijvingen 3 1.1 Polisblad 3 1.2 Motorrijtuig 3 1.3 Schadegeval 3

Nadere informatie

Op 21 september 1992 trad artikel 95 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst in werking.

Op 21 september 1992 trad artikel 95 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst in werking. Landverzekeringsovereenkomst Doc: a074010 Tijdschrift: 74 p. 25 Datum: 16/11/1996 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Verzekeringen van de patiënt Landverzekeringsovereenkomst ADVIES OVER ARTIKEL 95 VAN

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B. 11 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES OVER HET WETSVOORSTEL Nr. 51/0122 TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK, WAT DE INTERESTEN EN SCHADEBEDINGEN BIJ CONTRACTUELE WANUITVOERING BETREFT

Nadere informatie

2.1. Offertes en tarieven van Meester & De Lange Verzekeringen zijn, tenzij daarin uitdrukkelijk anders is aangegeven, vrijblijvend.

2.1. Offertes en tarieven van Meester & De Lange Verzekeringen zijn, tenzij daarin uitdrukkelijk anders is aangegeven, vrijblijvend. ALGEMENE VOORWAARDEN MEESTER & DE LANGE VERZEKERINGEN Deze algemene voorwaarden worden gehanteerd door Meester & De Lange Verzekeringen, gevestigd te 8302 CC Emmeloord aan de Koningin Julianastraat 9,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND C.O.B. 12 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND Brussel, 21 oktober 2003 2 Advies over een

Nadere informatie

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. HOOGTE WETTELIJKE RENTEVOET Voor het jaar 2015: 2,5% Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 30/01/2015. WETTELIJKE RENTEVOET IN DE HANDELSTRANSACTIES - Eerste semester

Nadere informatie

Deze algemene voorwaarden zijn op 6 december 2012 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen onder dossiernummer 50708228.

Deze algemene voorwaarden zijn op 6 december 2012 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen onder dossiernummer 50708228. Algemene voorwaarden MyOrder Consumenten Deze algemene voorwaarden zijn op 6 december 2012 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Groningen onder dossiernummer 50708228. ARTIKEL 1 Definities In deze

Nadere informatie

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS De bepalingen die hierna zijn voorzien vullen het lexicon, het hoofdstuk "B.A. Uitbating" en het hoofdstuk "Gemeenschappelijke

Nadere informatie

ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN. JVUcalculatie

ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN. JVUcalculatie ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN JVUcalculatie Artikel 1 Toepassingsgebied 1.1 Deze algemene leveringsvoorwaarden zijn van toepassing bij opdrachten aan en op alle aanbiedingen en overeenkomsten waarbij JVUcalculatie

Nadere informatie

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat 1 Enkele vaststellingen 1. Je schrijft niet elk jaar een nieuw BW 2. Streven naar balans

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN DEKONINGSCHRIJFT. 1. Begrippen In deze Algemene Voorwaarden en de overeenkomsten van DeKoningschrijft wordt verstaan onder:

ALGEMENE VOORWAARDEN DEKONINGSCHRIJFT. 1. Begrippen In deze Algemene Voorwaarden en de overeenkomsten van DeKoningschrijft wordt verstaan onder: ALGEMENE VOORWAARDEN DEKONINGSCHRIJFT 1. Begrippen In deze Algemene Voorwaarden en de overeenkomsten van DeKoningschrijft wordt verstaan onder: Persoon: Klant: Opdrachtnemer: Opdracht: Overeenkomst: iedere

Nadere informatie

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 O. Ref. : 10 / A / 2002 / 046 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de bijzondere aanwervingsvoorwaarden van het statutaire en het contractuele

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op al uw opdrachten aan DOOSJE AssurantieAdvies, waaronder in ieder geval:

Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op al uw opdrachten aan DOOSJE AssurantieAdvies, waaronder in ieder geval: ALGEMENE VOORWAARDEN Doosje AssurantieAdvies Versie 4-2018 Deze algemene voorwaarden maken onderdeel uit van de overeenkomst tussen u als klant en DOOSJE AssurantieAdvies als onafhankelijk tussenpersoon.

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

Beginselen van behoorlijk bestuur. Prof. dr. Ingrid Opdebeek Gewoon hoogleraar bestuursrecht Advocaat

Beginselen van behoorlijk bestuur. Prof. dr. Ingrid Opdebeek Gewoon hoogleraar bestuursrecht Advocaat Beginselen van behoorlijk bestuur Prof. dr. Ingrid Opdebeek Gewoon hoogleraar bestuursrecht Advocaat INHOUD I. Bronnen (tucht)recht II. Begrip beginselen van behoorlijk bestuur III. Overzicht beginselen

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING ALFISURE 1. ALGEMEEN.

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING ALFISURE 1. ALGEMEEN. ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING ALFISURE 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten waarbij door Alfisure, verder ook opdrachtnemer te noemen, al dan niet op declaratiebasis

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 OKTOBER 2018 C.18.0082.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.18.0082.N ALLIANZ BENELUX nv, met zetel te 1000 Brussel, Lakensestraat 35, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Martin Lebbe, advocaat

Nadere informatie

Algemene voorwaarden SpaaQ versie

Algemene voorwaarden SpaaQ versie Algemene voorwaarden SpaaQ versie 1.0 2016 Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die, alleen of gezamenlijk en niet in de uitoefening van een beroep

Nadere informatie

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN

COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN Brussel, 20 november 2013 2 Advies inzake bedingen omtrent de bewijslast in omniumverzekeringen

Nadere informatie

ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN

ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN ALGEMENE LEVERINGSVOORWAARDEN 1. Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten en opdrachten, waarbij HR Financials Riskmanagement B.V., handelend onder de naam:,

Nadere informatie

Algemene leveringsvoorwaarden Clensch

Algemene leveringsvoorwaarden Clensch Algemene leveringsvoorwaarden Clensch Artikel 1 Toepassingsgebied 1. Deze algemene leveringsvoorwaarden zijn van toepassing bij opdrachten aan en op alle aanbiedingen en overeenkomsten waarbij Clensch

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief maart april 10

PC Advocaten Nieuwsbrief maart april 10 PC Advocaten Nieuwsbrief maart april 10 PRECONTRACTUELE INFORMATIE BIJ COMMERCIELE SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN INLEIDING De wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële

Nadere informatie

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. HOOGTE WETTELIJKE BASIS BEREKENING WETTELIJKE RENTEVOET Voor het jaar 2015: 2,5% Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 30/01/2015. -Wet van 05/05/1865 betreffende de lening

Nadere informatie