Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED PERSONENZORG

Transcriptie

1 Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED PERSONENZORG Opleiding Jeugd- en BO PZ 101 Versie BVR Pagina 1 van 51

2 Inhoud Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september Opleiding Relatie opleiding referentiekader Inhoud Certificering Niveau Duur Plaats van de opleiding in het studiegebied Modules Leertraject Sleutelvaardigheden Basiscompetenties Opleiding Omgaan met informatie Een optimaal leefklimaat realiseren Persoonlijk begeleiden van de cliënt Begeleiden van de groep Contacten onderhouden met het cliëntsysteem/netwerk Beheren van een budget Samenwerken met collega s Planmatig handelen Deskundig handelen en eigen deskundigheid bevorderen Gezondheid, veiligheid en welzijn op het werk bewaken Uitbreidingsmodules Begeleidend werken met assistentie van dieren Begeleiden van leerprocessen Communicatieversterkende technieken Creatief agogisch werken Mentor op de werkvloer Gezinsgericht werken en begeleiden Modules van de opleiding Module Communicatief gedrag - M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Communicatieve vaardigheden M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Samenwerkingsvaardigheden M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Expressieve vaardigheden M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module ICT M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Versie BVR Pagina 2 van 51

3 3.6 Module Omgaan met diversiteit M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Deontologisch en ethisch handelen M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Emancipatorisch handelen M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Professionaliteit en kwaliteitszorg M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Welzijn en gezondheidszorg M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Levenslooppsychologie M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Orthopedagogische vraagstellingen M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Orthoagogische vraagstellingen M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Psychosociale vraagstellingen M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Woon- en leefklimaat M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Sociaal emotioneel begeleiden M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Omgaan met moeilijk gedrag M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Versie BVR Pagina 3 van 51

4 Studieduur Basiscompetenties Module Observeren en rapporteren M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Werken met groepen M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Activiteitenbegeleiding M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Verzorgen, veiligheid en gezondheid M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Methodisch handelen in een organisatie M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Omgaan met het cliëntsysteem M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Actuele tendensen in het welzijnswerk M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Methodische werkbegeleiding en supervisie1 M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Methodische werkbegeleiding en supervisie2 M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Methodische werkbegeleiding en supervisie3 M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Methodische werkbegeleiding en supervisie4 M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Methodische werkbegeleiding en supervisie5 M PZ G Versie BVR Pagina 4 van 51

5 Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Methodische werkbegeleiding en supervisie6 M PZ G Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Gesuperviseerde beroepspraktijk1 M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Gesuperviseerde beroepspraktijk2 M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Gesuperviseerde beroepspraktijk3 M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Gesuperviseerde beroepspraktijk4 M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Gesuperviseerde beroepspraktijk5 M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Gesuperviseerde beroepspraktijk6 M PZ Situering van de module in de opleiding Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties... 4 Uitbreidingsmodules Module Introductie begeleidend werken met assistentie van dieren UM PZ Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Implementatie programma begeleidend werken met assistentie van dieren UM PZ Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Leerstijlen en leerprocessen UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Begeleiden van individuele leerprocessen - UM PZ G Situering van de module Versie BVR Pagina 5 van 51

6 4.4.2 Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Begeleiden van leerprocessen bij personen met leer- of ontwikkelingsstoornissen UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Motorisch-visuele communicatievormen UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Communicatieve hulpmiddelen UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Creatief agogisch werken via lichaamsgebonden benaderings-wijzen UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Creatief agogisch werken via drama UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Creatief agogisch werken via bewegingsexpressie UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Creatief agogisch werken via beelden UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Creatief agogisch werken via muziek en klank UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Mentor op de werkvloer UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Gezinsgericht werken UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Module Introductie gezinsbegeleiding UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Versie BVR Pagina 6 van 51

7 Basiscompetenties Module Omgaan met specifieke gezinssituaties - UM PZ G Situering van de module Instapvereisten voor de module Studieduur Basiscompetenties Versie BVR Pagina 7 van 51

8 1 Opleiding 1.1 Relatie opleiding referentiekader De opleiding Jeugd- en behoort tot het studiegebied PERSONENZORG (PZ). De opleiding is afgeleid van een beroepsprofiel (Profiel Opvoeder/begeleider van de SERV maart 2000). De opvoeder/begeleider begeleidt en ondersteunt kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen die zich in een (tijdelijke) moeilijke en/of problematische opvoeding- of welzijnsituatie bevinden. De begeleiding en/of ondersteuning is er op gericht om de ontwikkeling, het welzijn en de levenskwaliteit te bevorderen en dit vanuit een dialogische en emancipatorische visie. Het uitgangspunt voor die hulpverlening is de hulpvraag van de cliënt en/of het cliëntsysteem. De opvoeder/begeleider richt de aandacht niet alleen op de persoon maar ook op de context waarin die persoon functioneert. Hij heeft frequente en langdurige contacten met de cliënt in dagelijkse leefsituaties, in een voorziening of in de eigen leefomgeving van de cliënt. De opvoeder/begeleider kan zowel individueel werken met een cliënt als met een groep. De begeleiding kan zowel residentieel, semi-residentieel als ambulant verlopen. Dat wordt onder meer bepaald door de aard van de problematiek, de leeftijd of de keuze van de cliënt zelf. 1.2 Inhoud In de opleiding Jeugd- en verwerf je competenties om te kunnen functioneren als opvoeder/begeleider in verschillende werkterreinen/sectoren: in de psychosociale sector (Bijzondere Jeugdbijstand, Algemeen welzijnswerk, Geestelijke gezondheidszorg), in de sector van mensen met een handicap, in het pedagogisch werkveld en in de ouderenzorg. Deze competenties vertrekken vanuit een aantal verschillende invalshoeken: het (persoonlijk) begeleiden van de cliënt, de contacten met het cliëntsysteem, het begeleiden van de groep, het organiseren van een optimaal leefklimaat, het samenwerken met collega s en team, het methodisch en professioneel werken en het bevorderen van eigen deskundigheid. In deze opleiding leert de cursist: 1 Omgaan met informatie 2 Een optimaal leefklimaat realiseren 3 Persoonlijk begeleiden van de cliënt 4 Begeleiden van de groep 5 Contacten onderhouden met het cliëntsysteem/netwerk 6 Beheren van een budget 7 Samenwerken met collega s 8 Planmatig handelen 9 Deskundig handelen en eigen deskundigheid bevorderen 10 Gezondheid, veiligheid en welzijn op het werk bewaken Na deze opleiding kunnen uitbreidingsmodules gevolgd worden > zie Certificering Elke module wordt bekrachtigd met een deelcertificaat. Deze opleiding leidt tot het certificaat JEUGD- EN GEHANDICAPTENZORG. Het certificaat JEUGD- EN GEHANDICAPTENZORG leidt in combinatie met het certificaat AANVULLENDE ALGEMENE VORMING tot het diploma secundair onderwijs. Versie BVR Pagina 8 van 51

9 1.4 Niveau De opleiding situeert zich op het niveau secundair volwassenenonderwijs. 1.5 Duur De opleiding Jeugd- en omvat in totaal 1560 lestijden. 1.6 Plaats van de opleiding in het studiegebied Nr. Opleidingen Lestijden Referentiekader Reglementering 1 Begeleider in de kinderopvang BO PZ BP 2 Begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang BO PZ BP 3 Jeugd- en BO PZ BP 4 Tandartsassistent BO PZ EBK 5 Zorgkundige BO PZ BP KB 12/01/ Logistiek assistent BO PZ BP MB 27/04/ Verzorgende BO PZ BP BVR 18/07/ Interculturele medewerker BO PZ Rondetafelconferentie Begeleider-animator voor bejaarden BO PZ BP 1.7 Modules Naam Lestijden Communicatief gedrag M PZ G001 Communicatieve vaardigheden M PZ G002 Samenwerkingsvaardigheden M PZ G003 Expressieve vaardigheden M PZ G004 ICT M PZ G005 Omgaan met diversiteit M PZ G006 Deontologisch en ethisch handelen M PZ G007 Emancipatorisch handelen M PZ 008 Professionaliteit en kwaliteitszorg M PZ 009 Welzijn en gezondheidszorg M PZ 010 Levenslooppsychologie M PZ 011 Orthopedagogische vraagstellingen M PZ 012 Orthoagogische vraagstellingen M PZ 013 Psychosociale vraagstellingen M PZ 014 Woon- en leefklimaat M PZ G015 Sociaal emotioneel begeleiden M PZ G016 Omgaan met moeilijk gedrag M PZ 017 Observeren en rapporteren M PZ G018 Werken met groepen M PZ G019 Versie BVR Pagina 9 van 51

10 Activiteitenbegeleiding M PZ 020 Verzorgen, veiligheid en gezondheid M PZ G021 Methodisch handelen in een organisatie M PZ G022 Omgaan met het cliëntsysteem M PZ 023 Actuele tendensen in het welzijnswerk M PZ 024 Methodische werkbegeleiding en Supervisie1 M PZ G Methodische werkbegeleiding en Supervisie2 M PZ G Methodische werkbegeleiding en Supervisie3 M PZ G Methodische werkbegeleiding en Supervisie4 M PZ G Methodische werkbegeleiding en Supervisie5 M PZ G Methodische werkbegeleiding en Supervisie6 M PZ G Gesuperviseerde beroepspraktijk1 M PZ Gesuperviseerde beroepspraktijk2 M PZ Gesuperviseerde beroepspraktijk3 M PZ Gesuperviseerde beroepspraktijk4 M PZ Gesuperviseerde beroepspraktijk5 M PZ Gesuperviseerde beroepspraktijk6 M PZ UITBREIDINGSMODULES Introductie begeleidend werken met assistentie van dieren UM PZ Implementatie programma begeleidend werken met UM PZ assistentie van dieren Leerstijlen en leerprocessen UM PZ G910 Begeleiden van individuele leerprocessen UM PZ G911 Begeleiden van leerprocessen bij personen met leer- of UM PZ G912 ontwikkelingsstoornissen Motorisch-visuele communicatievormen UM PZ G Communicatieve hulpmiddelen UM PZ G921 Creatief agogisch werken via lichaamsgebonden UM PZ G942 benaderingswijzen Creatief agogisch werken via drama UM PZ G943 Creatief agogisch werken via bewegingsexpressie UM PZ G944 Creatief agogisch werken via beelden UM PZ G945 Creatief agogisch werken via muziek en klank UM PZ G946 Mentor op de werkvloer UM PZ G Gezinsgericht werken UM PZ G931 Introductie gezinsbegeleiding UM PZ G Omgaan met specifieke gezinssituaties UM PZ G933 Versie BVR Pagina 10 van 51

11 1.8 Leertraject Communicatief gedrag ICT Levenslooppsychologie Observeren en rapporteren Methodische werkbegeleiding en supervisie 1 20 Gesuperviseerde Beroepspraktijk 1 80 Communicatieve vaardigheden Omgaan met diversiteit Orthopedagogische vraagstellingen Werken met groepen Methodische 20 werkbegeleiding en supervisie 2 Gesuperviseerde Beroepspraktijk 2 80 Samenwerkingsvaardigheden Deontologisch en ethisch handelen Orthoagogische vraagstellingen Activiteitenbegeleiding Methodische 20 werkbegeleiding en supervisie 3 Gesuperviseerde Beroepspraktijk 3 80 Expressieve vaardigheden Emancipatorisch handelen Psychosociale vraagstellingen Verzorgen, veiligheid en gezondheid Methodische 20 werkbegeleiding en supervisie 4 Gesuperviseerde Beroepspraktijk 4 80 Professionaliteit en kwaliteitszorg Woon- en leefklimaat Methodisch handelen in een organisatie Methodische 20 werkbegeleiding en supervisie 5 Gesuperviseerde Beroepspraktijk 5 80 Welzijn en gezondheidszorg Sociaalemotioneel begeleiden Omgaan met het cliëntsysteem Methodische 20 werkbegeleiding en supervisie 6 Gesuperviseerde Beroepspraktijk 6 80 Omgaan met moeilijk gedrag Actuele tendensen in het welzijnswerk JEUGD- EN GEHANDICAPTEN ZORG 1560 LT Uitbreidingsmodules: zie volgende bladzijde. Versie BVR Pagina 11 van 51

12 Introductie 160 begeleidend werken met assistentie van dieren Implementatie 160 programma begeleidend werken met assistentie van dieren Leerstijlen en leerprocessen Creatief agogisch werken via bewegingsexpressie Gezinsgericht werken Begeleiden van individuele leerprocessen Creatief agogisch werken via drama 80 Introductie gezinsbegeleiding JEUGD- EN GEHANDICAPTEN- ZORG 1560 LT Begeleiden van leerprocessen bij personen met leer- of ontwikkelingsstoornissen Creatief agogisch werken via lichaamsgebonden benaderingswijzen Omgaan met specifieke gezinssituaties Motorischvisuele communicatievormen 80 Creatief agogisch werken via muziek en klank Communicatieve hulpmiddelen Creatief agogisch werken via beelden 80 Mentor op de werkvloer Versie BVR Pagina 12 van 51

13 1.9 Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheid Specificatie Assertiviteit In staat zijn eigen meningen en gevoelens SV03 te verwoorden en ervoor op te komen. Beslissingsvermogen In staat zijn een standpunt in te nemen of SV04 tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor op te nemen. Contactvaardigheid In staat zijn om contact te leggen en SV06 eventueel te onderhouden, ook in moeilijke situaties (onder meer met mensen met verschillende opvattingen en achtergrond). Creativiteit In staat zijn om persoonlijke ideeën en SV07 oplossingen te bedenken en uit te voeren. Dienstverlenende vaardigheid In staat zijn om op vraag en proactief SV08 diensten of zorg te verlenen. Doorzettingsvermogen In staat zijn om, ondanks, moeilijkheden, op SV09 een doel gericht te blijven. Empathie In staat zijn zich in te leven in iemands SV11 situatie, er begrip voor op te brengen en er tactvol mee om te gaan. Imagobewustzijn In staat zijn om de impact van eigen gedrag SV13 en voorkomen in te schatten. Kritische ingesteldheid In staat zijn zichzelf en zijn omgeving in SV15 vraag te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. Loyauteit Blijk geven van sterkte betrokkenheid op de SV20 organisatie en de regels en afspraken die er gelden. Verantwoordelijkheidszin Aandacht hebben voor de consequenties SV31 van een taak en beslissingen nemen op basis van mogelijke consequenties ervan. Zelfstandigheid In staat zijn om zelfstandig zonder hulp of SV32 toezicht gedurende lange tijd aan een taak te werken. Zelfvertrouwen In staat zijn om een taak aan te pakken SV33 vanuit geloof van eigen kennen en kunnen. Zin voor initiatief In staat zijn om problemen en taken aan te SV34 pakken zonder dat het gevraagd wordt of de omstandigheden ertoe dwingen. Zin voor samenwerking In staat zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken. SV35 Versie BVR Pagina 13 van 51

14 2 Basiscompetenties 2.1 Opleiding Omgaan met informatie Basiscompetenties PZ 101 BC 001 relevante informatie over de cliënt in het algemeen en over zijn hulpvraag in het bijzonder inwinnen. PZ 101 BC 002 relevante informatie over het cliëntsysteem inwinnen. PZ 101 BC 003 de hulpvraag van de cliënt duiden vanuit een (orthoped)agogisch, psychologisch of sociaal-cultureel kader. PZ 101 BC 004 de hulpvraag van de cliënt koppelen aan de begeleidingsmogelijkheden van de organisatie. PZ 101 BC 005 informatie over de cliënt en het cliëntsysteem op een discrete wijze hanteren. PZ 101 BC 006 de privacy van de cliënt en het cliëntsysteem respecteren. PZ 101 BC 007 de sociale kaart raadplegen. PZ 101 BC 008 zich over de rechtspositie van de cliënt documenteren. PZ 101 BC 009 ICT functioneel hanteren bij het zoeken naar en geven van informatie. PZ 101 BC 010 informatie geven aan de cliënt of zijn omgeving Een optimaal leefklimaat realiseren PZ 101 BC 011 PZ 101 BC 012 PZ 101 BC 013 PZ 101 BC 014 PZ 101 BC 015 PZ 101 BC 016 PZ 101 BC 017 PZ 101 BC 018 Basiscompetenties de autonomie van de cliënt optimaal bevorderen bij dagelijkse activiteiten in verband met slapen, voeding, persoonlijke hygiëne, kleding, huishouden, budgetbeheer, administratie en correspondentie. aan een basissfeer van veiligheid en geborgenheid in de leefomgeving bijdragen. voor sfeerbevorderende elementen in de leefomgeving zorgen. bij de inrichting van de eigen leefruimte ondersteuning bieden. de ontwikkeling van een evenwichtige dagindeling begeleiden. creatief zijn in het voorstellen van activiteiten die inspelen op de vraag of behoefte van de cliënt. maatregelen nemen die aan de kwaliteit van het leven van de cliënt bijdragen. de betrokkenheid en het welbevinden van de cliënt bevorderen Persoonlijk begeleiden van de cliënt PZ 101 BC 019 PZ 101 BC 020 PZ 101 BC 021 PZ 101 BC 022 PZ 101 BC 023 PZ 101 BC 024 Basiscompetenties een vertrouwensrelatie met de cliënt opbouwen. de ontwikkeling van de cliënt stimuleren, voortbouwend op wat hij al kan en/of op de aanwezige positieve krachten. in dialoog met de cliënt inschatten op welk moment hij moet overnemen, instrueren, coachen of zaken kan overlaten aan de cliënt. de eigen begeleidingsrol aanpassen aan de situatie en/of de toestand van de cliënt op een bepaald moment. de cliënt stimuleren tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid en tot participatie. de cliënt ondersteunen in het opbouwen van een positief zelfbeeld. Versie BVR Pagina 14 van 51

15 PZ 101 BC 025 PZ 101 BC 026 PZ 101 BC 027 PZ 101 BC 028 PZ 101 BC 029 PZ 101 BC 030 PZ 101 BC 031 PZ 101 BC 032 PZ 101 BC 033 PZ 101 BC 034 PZ 101 BC 035 PZ 101 BC 036 PZ 101 BC 037 PZ 101 BC 038 PZ 101 BC 039 PZ 101 BC 0 PZ 101 BC 041 PZ 101 BC 042 PZ 101 BC 043 PZ 101 BC 044 PZ 101 BC 045 PZ 101 BC 046 PZ 101 BC 047 PZ 101 BC 048 PZ 101 BC 049 PZ 101 BC 050 het zelfsturend vermogen van de cliënt vergroten. de cliënt helpen bij het leren kiezen. de cliënt helpen bij het verhelderen van zijn hulpvraag. in het begeleidingswerk rekening houden met de levensbeschouwing en persoonlijke zingeving van de cliënt. het eigen begeleidend handelen kaderen binnen een (ontwikkelings)psychologische of (orthoped)agogische benadering. responsief en authentiek communiceren. vaststellen welke verbale en non-verbale communicatie door de cliënt wordt gehanteerd en begrepen. een voor de cliënt verstaanbare taal gebruiken. tussen communicatietechnieken, stijlen en abstractieniveaus schakelen. de eigen lichaamstaal benutten in de communicatie met de cliënt. expressieve technieken gebruiken in de omgang met de cliënt. werken aan gedragsverandering bij de cliënt. grensoverschrijdend gedrag met de cliënt bespreken. nazorg bieden na een begeleidingsinterventie. de cliënt helpen met praktische zaken ingeval van handicap, ziekte of letsel. de cliënt sociale vaardigheden aanleren. de cliënt begeleiden bij het leren omgaan met gevoelens. de cliënt begeleiden in het proces van relatievorming. de cliënt begeleiden in het ontwikkelen van weerbaarheid. leerbegeleiding bieden aan de cliënt. de cliënt begeleiden bij het zoeken en houden van een job. de cliënt begeleiden bij het kiezen van vrijetijdsactiviteiten. samen met de cliënt deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten. tijdens activiteiten met de cliënt expressieve technieken toepassen. spelen met de cliënt en de cliënt tot spel stimuleren. de cliënt de eigen creatieve mogelijkheden laten ontdekken Begeleiden van de groep Basiscompetenties PZ 101 BC 051 een structuur aanbieden voor de groep. PZ 101 BC 052 een activiteitenaanbod plannen en uitvoeren, rekening houdend met de cliënt, de groep en/of de omstandigheden. PZ 101 BC 053 duidelijk en consequent zijn in het hanteren van regels en opnemen van verantwoordelijkheden. PZ 101 BC 054 groepsoverleg begeleiden. PZ 101 BC 055 participatie en inspraak van groepsleden organiseren. PZ 101 BC 056 omgaan met groepsinteracties en groepsdynamische processen. PZ 101 BC 057 zorgen voor het welbevinden van alle groepsleden. PZ 101 BC 058 individualiserend werken binnen de groep. PZ 101 BC 059 verantwoordelijkheid opnemen en zorgen voor veiligheid in crisissituaties. PZ 101 BC 060 werken aan conflicthantering binnen de groep. PZ 101 BC 061 de integratie van nieuwe groepsleden begeleiden Contacten onderhouden met het cliëntsysteem/netwerk Basiscompetenties PZ 101 BC 062 de cliënt ondersteunen bij het uitbouwen van sociale netwerken. PZ 101 BC 063 achterhalen welke personen of organisaties belangrijk kunnen zijn voor de cliënt. PZ 101 BC 064 de cliënt ondersteunen bij het onderhouden van zijn relatie met zijn familie. Versie BVR Pagina 15 van 51

16 PZ 101 BC 065 PZ 101 BC 066 PZ 101 BC 067 PZ 101 BC 068 PZ 101 BC 069 PZ 101 BC 070 PZ 101 BC 071 PZ 101 BC 072 PZ 101 BC 073 PZ 101 BC 074 PZ 101 BC 075 de cliënt ondersteunen bij zijn maatschappelijke (re)integratie. adequaat reageren op reacties of voorstellen vanuit het cliëntsysteem. omgaan met vragen omtrent opvoeding of begeleiding van de cliënt. een functionele relatie onderhouden met de school of opleidingverstrekker. een functionele relatie onderhouden met de werkgever. de integratie van de cliënt in zijn buurt of lokale gemeenschap ondersteunen. een functionele relatie onderhouden met andere dienstverlenende organisaties. zich verplaatsen in de achtergrond van de cliënt en/of het cliëntsysteem. omgaan met diversiteit. rekening houden met de verschillen in waarden en normen tussen (groepen) mensen. strategieën inzetten om te communiceren met cliënten en cliëntsystemen met uiteenlopende achtergronden en culturen Beheren van een budget PZ 101 BC 076 PZ 101 BC Samenwerken met collega s PZ 101 BC 078 PZ 101 BC 079 PZ 101 BC 080 PZ 101 BC 081 PZ 101 BC 082 PZ 101 BC 083 PZ 101 BC 084 PZ 101 BC 085 PZ 101 BC 086 PZ 101 BC 087 PZ 101 BC 088 PZ 101 BC Planmatig handelen PZ 101 BC 090 PZ 101 BC 091 PZ 101 BC 092 PZ 101 BC 093 PZ 101 BC 094 PZ 101 BC 095 Basiscompetenties de financiële administratie van de hem toevertrouwde middelen uitvoeren. binnen het beschikbare budget uitgaven plannen en beheren, rekening houdend met de noden en wensen van de cliënt of de groep. Basiscompetenties afspraken maken en nakomen over de uitvoering van de begeleidings- en handelingsplannen. actief en constructief deelnemen aan teambesprekingen. eigen bevindingen, meningen of feedback inbrengen in het collegiale overleg. inschatten wanneer en met welke collega s iets moet worden besproken. vertrouwelijke informatie over collega s discreet behandelen. aan correcte en heldere informatieoverdracht doen. bijdragen aan een open en collegiale werksfeer. in open dialoog treden met collega s die werken vanuit andere waarden en normen. omgaan met feedback en raadgevingen van collega s. een bijdrage leveren tot een efficiënte vergadering. samen met collega s activiteiten of projecten organiseren. samenwerken en afstemmen met collega s en personen binnen en buiten de organisatie. Basiscompetenties het gedrag en de toestand van de cliënt en/of het cliëntsysteem gericht observeren. de ontwikkeling van de cliënt opvolgen. verbanden leggen tussen informatie uit verschillende bronnen over de cliënt en/of het cliëntsysteem. in overleg met collega s de signaalwaarde van gedragingen achterhalen en interpreteren. deelnemen aan het opstellen van een individueel begeleidingsplan. ICT functioneel aanwenden bij het opvolgen van een begeleidingsplan. Versie BVR Pagina 16 van 51

17 PZ 101 BC 096 PZ 101 BC 097 PZ 101 BC 098 PZ 101 BC 099 PZ 101 BC 100 deelnemen aan het bepalen van doelstellingen voor de individuele cliënt en/of de groep. observaties vastleggen en gericht rapporteren. relevante informatie selecteren in functie van een optimale begeleiding van een cliënt. op een gestructureerde wijze en in een heldere taal mondeling en schriftelijk rapporteren. ICT functioneel aanwenden bij de rapportering Deskundig handelen en eigen deskundigheid bevorderen PZ 101 BC 101 PZ 101 BC 102 PZ 101 BC 103 PZ 101 BC 104 PZ 101 BC 105 PZ 101 BC 106 PZ 101 BC 107 PZ 101 BC 108 PZ 101 BC 109 PZ 101 BC 110 PZ 101 BC 111 PZ 101 BC 112 PZ 101 BC 113 PZ 101 BC 114 PZ 101 BC 115 PZ 101 BC 116 Basiscompetenties deontologisch en ethisch handelen. emancipatorisch handelen. de grenzen van de eigen bevoegdheid en mogelijkheden inschatten. de eigen taken en positie binnen de organisatie juist beoordelen. de eigen draagkracht bewaken. betrokken maar tegelijk met voldoende professionele afstand begeleiden. zich voldoende distantiëren van eigen problemen in heden en verleden. een functioneringsgesprek voorbereiden en voeren. reflecteren op het eigen handelen en op de eigen beleving van de situatie. eigen waarden en normen bespreekbaar maken. het eigen handelen evalueren en bijsturen. de eigen deskundigheid verhogen via zelfstudie, vorming of supervisie. het eigen handelen aanpassen aan nieuwe inzichten in de zorg of (orthoped)agogische hulpverlening. theoretische kaders en kennis uit onder meer de psychologie, (orthoped)agogie en communicatieleer aanwenden in zijn dagelijks handelen. rekening houden met de visie en met de missie van de organisatie. de eigen visie op hulpverlening kaderen binnen actuele maatschappelijke opvattingen over welzijns- en gezondheidszorg Gezondheid, veiligheid en welzijn op het werk bewaken PZ 101 BC 117 PZ 101 BC 118 PZ 101 BC 119 PZ 101 BC 120 PZ 101 BC 121 PZ 101 BC 122 PZ 101 BC 123 PZ 101 BC 124 PZ 101 BC 125 PZ 101 BC 126 PZ 101 BC 127 PZ 101 BC 128 PZ 101 BC 129 Basiscompetenties levensreddende handelingen stellen. zelfstandig EHBO toepassen. instructies uitvoeren voor verzorging en medicatie in geval van ziekte, letsel of handicap. inschatten of medische of andere hulp voor de cliënt moet worden ingeroepen. hef- en tiltechnieken uitvoeren. hulpmiddelen hanteren. reageren bij ongeval of noodsituatie. anticiperen op gevaarsituaties. vigerende regelgeving inzake hygiëne, veiligheid, milieu en gezondheid toepassen. ergonomisch werken. maatregelen nemen om beroepsziektes te voorkomen. preventief toezien op de veiligheid en integriteit van de cliënt en van de collega s. knelpunten in werkvoorwaarden bespreekbaar maken bij de verantwoordelijken. Versie BVR Pagina 17 van 51

18 2.2 Uitbreidingsmodules Begeleidend werken met assistentie van dieren PZ 101 BC 130 PZ 101 BC 131 PZ 101 BC 132 PZ 101 BC 133 PZ 101 BC 134 PZ 101 BC 135 PZ 101 BC 136 PZ 101 BC 137 PZ 101 BC 138 PZ 101 BC 139 PZ 101 BC 1 PZ 101 BC 141 PZ 101 BC 142 PZ 101 BC 143 PZ 101 BC 144 PZ 101 BC 145 PZ 101 BC 146 PZ 101 BC 147 PZ 101 BC 148 PZ 101 BC 149 PZ 101 BC 150 PZ 101 BC 151 PZ 101 BC 152 PZ 101 BC 153 PZ 101 BC 154 PZ 101 BC 155 PZ 101 BC 156 PZ 101 BC 157 Basiscompetenties de mens dier verhouding in de tijd schetsen. het proces van domesticatie bij de meest courante gedomesticeerde dieren in onze regionen kaderen. over het gebruik en misbruik van antropomorfisme reflecteren. theoretische concepten rond het begeleidend werken met assistentie van dieren binnen de sociale en emotionele relatie tussen mensen en dieren kaderen. theoretische concepten rond het begeleidend werken met assistentie van dieren binnen de hulpverleningscontext kaderen. de verschillende componenten van een correct programma begeleidend werken met assistentie van dieren in een hulpverleningscontext benoemen. het dier als transitioneel object hanteren. de invloed van rustgevende repetitieve vormgeving in natuurlijke elementen benoemen en integreren. het begeleidend werken met dieren binnen diverse modellen van bewustzijnsverruiming situeren. het begeleidend werken met dieren binnen korte- en langdurende stresservaringen kaderen. de effecten van dieren op fysiek en emotioneel welzijn benoemen. de definities en juiste terminologieën rond het begeleidend werken met assistentie van dieren adequaat hanteren. de link tussen begeleidend werken met assistentie van dieren en Ethologie hanteren. de verschillende methodieken van begeleidend werken met assistentie van dieren in de praktijk benoemen. rekening houdend met criteria en veiligheidsmaatregelen de procedure voor het opzetten van een programma beschrijven. op basis van de kennis van de aard van een aantal courante neerhofdieren (bijv. paard, geit, ) het dier of dieren in een hulpverleningsrelatie hanteren. de geëigende begeleidingsdoelen, de bijhorende thema s en de begeleidend werken met assistentie van dieren - methodieken van een aantal courante neerhofdieren (bijv. paard, geit, ) benoemen. op basis van de kennis voor de noodzakelijke dagelijkse verzorging van een aantal courante neerhofdieren (bijv. paard, geit,...) instaan. sagen en legenden met dieren in een hoofdrol terug vinden. sagen en legenden met dieren in een hoofdrol in een programma begeleidend werken met assistentie van dieren hanteren. verschillende begeleidingsprogramma s met inzet van dieren als referentiekader terug vinden. de voordelen en risico s van het inzetten van de gekozen diersoort inschatten. de koppeling tussen de eigenheid van de gekozen diersoort en de begeleidingsdoelen maken. de zoönosische elementen (ziektes die worden overgedragen tussen mens en dier) duiden. bronnen en gidsen die hem wat de hantering van dieren verder kunnen ondersteunen, vinden. de specifieke begeleidingsdoelstellingen beschrijven. verantwoorden dat de aard van het dier gerespecteerd wordt. de verschillende theoretische modellen in zijn project/programma integreren. Versie BVR Pagina 18 van 51

19 PZ 101 BC 158 PZ 101 BC 159 PZ 101 BC 160 PZ 101 BC 161 PZ 101 BC 162 PZ 101 BC 163 PZ 101 BC 164 PZ 101 BC 165 PZ 101 BC 166 PZ 101 BC 167 PZ 101 BC 168 PZ 101 BC 169 specifiek voor de eigen doelgroep en bijhorende problematiek(en) een gefaseerd begeleidingsprogramma, rekening houdend met de hulpverleningsdoelstelling uitschrijven een eigen visie rond het begeleidend werken met assistentie van dieren uitwerken. de verschillende evaluatiemethodes voor een programma begeleidend werken met assistentie van dieren omschrijven. een eigen hulpverleningscontext die op maat geknipt is voor zowel dieren, cliënten als het netwerk rond de cliënten (instelling, ouders,...) creëren. praktische knelpunten met betrekking tot inzetten van dieren ondervangen. referentiepersonen/diensten die kunnen helpen om zijn werk via dieren te toetsen vinden. het begeleidend werken met assistentie van dieren als een professionele methodiek uitdragen en promoten. het project in zijn hulpverleningsaspect maar ook in zijn totaliteit kritisch bekijken, evalueren en bijsturen indien nodig. zijn project op verschillende niveaus en voor verschillend publiek presenteren. ethische codes omtrent de inzet van dieren in zijn werk implementeren. casestudies bespreken en hieruit verder leren rond begeleidend werken met assistentie van dieren. cliënt in het begeleiden (wat betreft omgang met dieren) van groepen/personen die voor cliënt belangrijk zijn, coachen Begeleiden van leerprocessen PZ 101 BC 170 PZ 101 BC 171 PZ 101 BC 172 PZ 101 BC 173 PZ 101 BC 174 PZ 101 BC 175 PZ 101 BC 176 PZ 101 BC 177 PZ 101 BC 178 PZ 101 BC 179 PZ 101 BC 180 PZ 101 BC 181 PZ 101 BC 182 PZ 101 BC 183 PZ 101 BC 184 Basiscompetenties de verschillende leerstijlen en leerprocessen expliciteren. de verschillende leerstijlen en leerprocessen analyseren. op de verschillende leerstijlen en leerprocessen reflecteren. een eigen begeleidingsstijl in het ondersteunen van leerprocessen ontwikkelen. de beginsituatie m.b.t. leermogelijkheden en leerstijlen van de individuele cliënt bepalen. de beginsituatie m.b.t. leermogelijkheden, leerbeperkingen en leerstijlen van de individuele cliënt bepalen. leerbehoeften van de cliënt detecteren. leerdoelen en leerinhouden helder formuleren. effectieve didactische werkvormen en ondersteunende media gebruiken. transfer van het geleerde faciliteren. weerstanden tijdens het leerproces constructief aanpakken. het leerproces product- en procesgericht evalueren. specifieke problemen in leerprocessen analyseren. op basis van analyse, de meest effectieve aanpak selecteren en methodes toepassen. het begeleidingsproces product- en procesgericht evalueren Communicatieversterkende technieken PZ 101 BC 192 PZ 101 BC 193 PZ 101 BC 194 PZ 101 BC 195 PZ 101 BC 196 Basiscompetenties in zijn communicatie met de cliënt, lichaamstaal en expressie actief hanteren. in zijn communicatie met de cliënt, gebarensystemen hanteren. in zijn communicatie met de cliënt, enkelvoudige mededelingen en vraagzinnen in een gebarensysteem vormen. wanneer de communicatie vastloopt, compenserende strategieën hanteren. communicatievormen, afgestemd op de noden van de cliënt, inventief en flexibel inzetten. Versie BVR Pagina 19 van 51

20 PZ 101 BC 197 PZ 101 BC 198 PZ 101 BC 199 PZ 101 BC 200 PZ 101 BC 201 met durf en openheid via lichaamstaal communiceren. met ondersteuning van grafisch-visuele en ruimtelijk-tactiele communicatievormen, de communicatie met de cliënt uitlokken en aan de gang houden. door gebruik te maken van grafisch-visuele en ruimtelijk-tactiele communicatievormen de inbreng van de cliënt vergroten. door het implementeren van grafisch-visuele en ruimtelijk-tactiele communicatievormen de participatie van de cliënt aan het dagelijks of maatschappelijk leven vergroten. met het oog op het activeren van de aanwezige communicatievaardigheden bij de cliënt, verschillende hulpmiddelen flexibel inzetten Creatief agogisch werken PZ 101 BC 236 PZ 101 BC 237 PZ 101 BC 238 PZ 101 BC 239 PZ 101 BC 2 PZ 101 BC 241 PZ 101 BC 242 PZ 101 BC 243 PZ 101 BC 244 PZ 101 BC 245 PZ 101 BC 246 PZ 101 BC 247 PZ 101 BC 248 PZ 101 BC 249 PZ 101 BC 250 PZ 101 BC 251 PZ 101 BC 252 PZ 101 BC 253 PZ 101 BC 254 PZ 101 BC 255 PZ 101 BC 256 PZ 101 BC 257 Basiscompetenties verschillende mogelijkheden van lichaamsgebonden benaderingswijzen op een creatief agogische manier hanteren. gebruik makend van lichaamsgebonden benaderingswijzen het creatieve proces opbouwen en begeleiden. zich van eigen kwaliteiten in het werken met lichaamsgebonden benaderingswijzen bewust worden. i.f.v. verruiming van een aangepast aanbod voor cliënten, een ruim gamma van vormen en technieken hanteren. een reeks sessies m.b.t. lichaamsgebonden benaderingswijzen i.f.v. agogische doelstellingen logisch opbouwen. improvisatie bij diverse doelgroepen bevorderen. de verschillende aspecten van drama hanteren en stimuleren. gebruik makend van dramatische werkvormen, het creatieve proces opbouwen en begeleiden. zich van eigen kwaliteiten in het werken met diverse aspecten van drama bewust worden. i.f.v. verruiming van een aangepast aanbod voor cliënten, een ruim gamma van dramavormen, -technieken,- werkvormen, -activiteiten hanteren. een reeks dramasessies i.f.v. agogische doelstellingen logisch opbouwen. verschillende vormen van bewegingsexpressie en dans hanteren. gebruik makend van bewegingsexpressie, het creatief proces opbouwen en begeleiden. zich van eigen kwaliteiten in het werken met diverse aspecten van bewegingsexpressie bewust worden. i.f.v. verruiming van een aangepast aanbod voor cliënten, een ruim gamma van vormen, technieken, werkvormen, activiteiten i.v.m. bewegingsexpressie hanteren. een reeks sessies m.b.t. bewegingsexpressie i.f.v. agogische doelstellingen logisch opbouwen. verschillende vormen van beeldend werken hanteren en stimuleren. gebruik makend van beeldende vormgevingsactiviteiten, het creatief proces opbouwen en begeleiden. zich van eigen kwaliteiten in het werken met diverse aspecten van beeldend werken bewust worden. i.f.v. verruiming van een aangepast aanbod voor cliënten, een ruim gamma van vormen, technieken, werkvormen, activiteiten i.v.m. beeldend werken hanteren. een reeks sessies m.b.t beeldend werken i.f.v. agogische doelstellingen logisch opbouwen. gebruik makend van muziek en klank, het creatief proces opbouwen en begeleiden. Versie BVR Pagina 20 van 51

21 PZ 101 BC 258 PZ 101 BC 259 PZ 101 BC 260 zich van eigen kwaliteiten in het werken met diverse aspecten van muziek en klank bewust worden. i.f.v. verruiming van een aangepast aanbod voor cliënten, een ruim gamma van vormen, technieken, werkvormen, activiteiten i.v.m. muziek en klank hanteren. een reeks sessies m.b.t. muziek en klank i.f.v. agogische doelstellingen logisch opbouwen Mentor op de werkvloer PZ 101 BC 293 PZ 101 BC 294 PZ 101 BC 295 PZ 101 BC 296 PZ 101 BC 297 PZ 101 BC 298 PZ 101 BC 299 Basiscompetenties zich als mentor binnen een organisatie positioneren. het leer- en inwerkingsproces van stagiairs en nieuwe collega s op de verwachtingen van de organisatie afstemmen. een stagiair of nieuwe collega in de organisatie inwerken. een stagiair of nieuwe collega tot zelfontplooiing aanzetten. een stagiair of nieuwe collega begeleiden en coachen. een stagiair (mee) evalueren en beoordelen. zijn eigen begeleidingsstijl als mentor kritisch evalueren en bijsturen Gezinsgericht werken en begeleiden PZ 101 BC 300 PZ 101 BC 301 PZ 101 BC 302 PZ 101 BC 303 PZ 101 BC 304 PZ 101 BC 305 PZ 101 BC 306 PZ 101 BC 307 PZ 101 BC 308 PZ 101 BC 309 PZ 101 BC 310 PZ 101 BC 311 Basiscompetenties de begrippen uit een door het team of de organisatie gekozen theoretisch kader m.b.t. gezinsgericht werken correct gebruiken. de methodieken en processen uit een door het team of de organisatie gekozen theoretisch kader m.b.t. gezinsgericht werken correct toepassen. binnen het team de eigen ervaringen met betrekking tot gezinsgericht werken in relatie tot het gebruikte theoretisch kader terugkoppelen. in functie van het optimaliseren van het gezinsgericht werken, op het eigen handelen reflecteren. aan de hand van het door het team of de organisatie gekozen theoretisch kader, de hulpvraag van het gezin mee helpen taxeren. onder supervisie van een leidinggevende, adequaat aan de begeleiding van het gezin meewerken. een duidelijk zicht op de eigen positie binnen de gezinsbegeleiding verwerven en handhaven. in functie van het optimaliseren van de gezinsbegeleiding, op het eigen handelen reflecteren. in overleg met het team, het gezinssysteem vanuit een thematische invalshoek analyseren. een door het team of de organisatie gekozen methodiek voor een specifieke gezinssituatie adequaat hanteren. binnen het team de eigen ervaringen met betrekking tot specifieke gezinssituaties, terugkoppelen. in functie van het optimaliseren van het omgaan met specifieke gezinssituaties, op het eigen handelen reflecteren. Versie BVR Pagina 21 van 51

22 3 Modules van de opleiding 3.1 Module Communicatief gedrag - M PZ G Situering van de module in de opleiding In deze module verwerven de cursisten inzicht in (eigen) communicatie en de verschillende stijlen en technieken. De focus ligt vooral op het aanleren, trainen en oefenen van basisvaardigheden met betrekking tot communicatie Instapvereisten voor de module Studieduur Lt Basiscompetenties Module Communicatief gedrag responsief en authentiek communiceren. PZ 101 BC 030 vaststellen welke verbale en non-verbale communicatie door de cliënt PZ 101 BC 031 wordt gehanteerd en begrepen. een voor de cliënt verstaanbare taal gebruiken. PZ 101 BC 032 tussen communicatietechnieken, stijlen en abstractieniveaus schakelen. PZ 101 BC 033 de eigen lichaamstaal benutten in de communicatie met de cliënt. PZ 101 BC 034 aan correcte en heldere informatieoverdracht doen. PZ 101 BC Module Communicatieve vaardigheden M PZ G Situering van de module in de opleiding In deze module verwerven de cursisten inzicht in (eigen) communicatie en de verschillende stijlen en technieken. De focus ligt vooral op het aanleren, trainen en oefenen van basis- en specifieke vaardigheden met betrekking tot communicatie. In deze module worden telkens de vooropgestelde basiscompetenties vanuit onderling verschillende contexten en/ of verdiepende dimensies aangeleerd Instapvereisten voor de module Studieduur Lt Basiscompetenties Module Communicatieve vaardigheden responsief en authentiek communiceren. PZ 101 BC 030 vaststellen welke verbale en non-verbale communicatie door de cliënt PZ 101 BC 031 wordt gehanteerd en begrepen. Versie BVR Pagina 22 van 51

23 een voor de cliënt verstaanbare taal gebruiken. PZ 101 BC 032 tussen communicatietechnieken, stijlen en abstractieniveaus schakelen. PZ 101 BC 033 de eigen lichaamstaal benutten in de communicatie met de cliënt. PZ 101 BC 034 eigen bevindingen, meningen of feedback inbrengen in het collegiale PZ 101 BC 080 overleg. aan correcte en heldere informatieoverdracht doen. PZ 101 BC Module Samenwerkingsvaardigheden M PZ G Situering van de module in de opleiding In deze module leren cursisten vaardigheden die essentieel zijn in het professioneel en constructief samen werken, samen overleggen en efficiënt vergaderen Instapvereisten voor de module Studieduur Lt Basiscompetenties Module Samenwerkingsvaardigheden actief en constructief deelnemen aan teambesprekingen. PZ 101 BC 079 eigen bevindingen, meningen of feedback inbrengen in het collegiale PZ 101 BC 080 overleg. inschatten wanneer en met welke collega s iets moet worden besproken. PZ 101 BC 081 bijdragen aan een open en collegiale werksfeer. PZ 101 BC 084 in open dialoog treden met collega s die werken vanuit andere waarden PZ 101 BC 085 en normen. omgaan met feedback en raadgevingen van collega s. PZ 101 BC 086 een bijdrage leveren tot een efficiënte vergadering. PZ 101 BC 087 samen met collega s activiteiten of projecten organiseren. PZ 101 BC 088 samenwerken en afstemmen met collega s en personen binnen en PZ 101 BC 089 buiten de organisatie. 3.4 Module Expressieve vaardigheden M PZ G Situering van de module in de opleiding In deze module leren cursisten de expressieve vaardigheden/mogelijkheden van zichzelf en de cliënt optimaal te ontwikkelen en deze te hanteren Instapvereisten voor de module Studieduur Lt Versie BVR Pagina 23 van 51

24 3.4.4 Basiscompetenties Module Expressieve vaardigheden creatief zijn in het voorstellen van activiteiten die inspelen op de vraag of PZ 101 BC 016 behoefte van de cliënt. expressieve technieken gebruiken in de omgang met de cliënt. PZ 101 BC 035 tijdens activiteiten met de cliënt expressieve technieken toepassen. PZ 101 BC 048 spelen met de cliënt en de cliënt tot spel stimuleren. PZ 101 BC 049 de cliënt de eigen creatieve mogelijkheden laten ontdekken. PZ 101 BC Module ICT M PZ G Situering van de module in de opleiding In deze module leren de cursisten een aantal fundamentele PC-vaardigheden. Deze zijn verbonden zijn aan de verschillende vormen van computergebruik in functie van het orthoagogisch werk en van een aantal specifieke taken van de opvoeder/begeleider Instapvereisten voor de module Studieduur Lt Basiscompetenties Module ICT de sociale kaart raadplegen. PZ 101 BC 007 ICT functioneel hanteren bij het zoeken naar en geven van informatie. PZ 101 BC 009 de cliënt helpen met praktische zaken ingeval van handicap, ziekte of PZ 101 BC 039 letsel. de financiële administratie van de hem toevertrouwde middelen PZ 101 BC 076 uitvoeren. ICT functioneel aanwenden bij het opvolgen van een begeleidingsplan. PZ 101 BC 095 ICT functioneel aanwenden bij de rapportering. PZ 101 BC Module Omgaan met diversiteit M PZ G Situering van de module in de opleiding Hierin wordt de focus sterk gericht op het kunnen omgaan met diversiteit (van de cliënt/ cliëntsysteem) in al zijn aspecten, op verschillende visies op mens en samenleving en op intercultureel communiceren Instapvereisten voor de module Studieduur Lt Versie BVR Pagina 24 van 51