RAPPORTERING PERSONENVERVOER 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAPPORTERING PERSONENVERVOER 2016"

Transcriptie

1 RAPPORTERING PERSONENVERVOER 2016 Departement Mobiliteit en Openbare Werken Beleid Koning Albert II-laan 20 bus Brussel 1

2 2

3 RAPPORTERING PERSONENVERVOER 2016 Inhoud: 0. Inleiding Het jaarverslag personenvervoer over de weg 8 1. Wettelijk Kader Decreten van de Vlaams overheid Besluiten van de Vlaamse Regering Ministeriële Besluiten van de Vlaamse Overheid Verordeningen van de Europese Unie Richtlijnen van de Europese Unie Overeenkomsten met niet-lidstaten of internationale organisaties Koninklijke Besluiten Ministeriële Besluiten van de Federale Overheid Geregeld vervoer in het Vlaamse Gewest vanuit of naar dit gewest 2.1. Informatie voor het hele Vlaamse Gewest Vervoerbewijzen Tarieven 01/02/ /01/ Algemene reisvoorwaarden Verplichtingen van het publiek en de reizigers Overzicht derdebetalersystemen Overzicht steden en gemeenten 52 3

4 Personeel Personeel (art 13) Klantentevredenheid Klantentevredenheidsonderzoek(art 14) en Klantenreacties (art16) Voertuigenpark Voertuigenpark Investeringen Indicatief meerjarenprogramma (art 21) Samenwerkingsovereenkomsten en de vergunningen voor grensoverschrijdend geregeld vervoer Samenwerkingsakkoorden Vervoergebieden Cartografische weergave van de gemeenten in vervoergebieden (art 25) Bevolking per vervoergebied(art 26) Toegewezen lijnen aan de vervoersgebieden Potentieelonderzoeken Potentieelonderzoeken (art 28) 72 4

5 Exploitatieprojecten Versterkingsritten (art Afgesloten modules (art 34) Netmanagement (art 35) Aangeboden kilometers en commerciële snelheid Aangeboden kilometers (art 37) Commerciële snelheid (art 38) Vraagafhankelijk geregeld vervoer Uitvoeringspercentage vraagafhankelijk geregeld vervoer (art39) Aantal reizigers en aantal abonnementen Reizigers, Vervoerbewijzen en abonnementen (art41 1) (art41 ) Verkeer Verkeersongevallen (art 42) Informatieverlening Netplannen (art 47) Info hoofdhaltes (art49) 78 5

6 2.3. Niet gesubsidieerde vormen van geregeld vervoer waarbij de VVM optreedt als vervoerder Niet gesubsidieerd vervoer (art 51) Gesubsidieerd leerlingenvervoer georganiseerd door de VVM gewoon onderwijs Leerlingenvervoer (art 52) Doorstromingsmaatregelen van Wegbeheerders l De gemeenten Doorstromingsmaatregelen opgegeven door de gemeenten (art 46) Het Vlaamse Gewest Verkeerslichtenbeïnvloeding en andere maatregelen ten voordele OV Taxidiensten 3.1. Taxidiensten Taxidiensten samengevat (art 53) Taxidiensten (art 53) Diensten voor het verhuur met bestuurder samengevat (art 53) Diensten voor het verhuur met bestuurder samengevat (art 53) Definities definities 112 Opmaak : Robert Peeters en Jurgen Silence 6

7 7

8 RAPPORTERING PERSONENVERVOER 2016 Het departement Mobiliteit Openbare Werken levert via de website "Mobiel Vlaanderen" jaarlijks gegevens over personenvervoer op de weg. Dit gebeurt reeds vanaf Deze gegevens komen van alle Vlaamse gemeenten, de Vlaamse Vervoermaatschappij de Lijn en het departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid waaronder ook het agentschap Wegen en Verkeer. Doordat elk van de aanleveraars van de informatie het personenvervoer door hun werkzaamheden anders benaderen geeft dit rapport een samengesteld beeld uit verschillende invalshoeken over het personenvervoer over de weg in Vlaanderen. De volgorde van de rubricering is opgesteld om het "Besluit van de Vlaamse regering betreffende de rapportering over het personenvervoer over de weg" van 12 september 2003 (Belgisch staatsblad, 1 december 2003) op te volgen. Voor meer duiding en om de rapportering zo toegankelijk mogelijk te houden vindt u bij elke hoofdding een beknopte toelichting. Sommige gegevens en kengetallen zijn sinds 2004, wat gewijzigd of aangepast aan de actuele noden en het actuele beleid. Dit heeft tot gevolg dat sommige onderdelen tegenwoordig minder uitgebreid of aangepast behandeld worden. Het jaarboek bestaat uit de volgende delen : 1. het wettelijke kader met betrekking tot het personenvervoer over de weg; 2. het geregeld vervoer in het Vlaamse Gewest, vanuit of naar dit Gewest; 3. de bijzondere vormen van geregeld vervoer in het Vlaamse Gewest, met inbegrip van het vervoer voor eigen rekening; 4. de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder in het Vlaamse Gewest. Elk deel van het jaarboek is in gedrukte versie op eenvoudige aanvraag te verkrijgen bij de administratie:departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Beleid, Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel, U kan zelf ook de onderdelen of integraal de pdf-versie zelf downloaden of afdrukken. 8

9 1. Wettelijk Kader Wijzigingen die in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft zijn samengebracht in deze rubriek. De datum tussen haakjes achter iedere vermelding is de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, Vlaamse Codex, enzovoort. Vlaamse Regelgeving Decreten van de Vlaams overheid Decreet van 8 juli 2016 houdende de invoering van een regelluw kader in functie van de proefprojecten basisbereikbaarheid. (BS.04/08/2016,p.47503) Decreet van 27 november2015 betreffende lage-emissiezones. (B.S.18/12/2015 ed.2,p.76177) Decreet van 27 november2015 betreffende lage-emissiezones. (B.S.18/12/2015 ed.2,p.76177) Artikel 1. (01/03/ ) Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2. (01/03/ ) In dit decreet wordt verstaan onder LEZ: een lage-emissiezone als vermeld in artikel 3, 1. Artikel 3. (01/03/ ) 1. Een lage-emissiezone is een zone waarin voor de leefbaarheid, in het bijzonder ter beperking van milieu- en gezondheidshinder door een slechte luchtkwaliteit, een selectief toelatingsbeleid voor motorvoertuigen wordt gehanteerd in relatie tot de door die voertuigen veroorzaakte milieuhinder. 2. Een gemeente kan met een gemeentelijk reglement een LEZ invoeren op de gemeente- en de gewestwegen die zich op haar grondgebied bevinden, met uitzondering van de autosnelwegen. 3. Het plaatsen van de verkeersborden betreffende de LEZ, meer bepaald de verkeersborden F 117 en F 118, vermeld in artikel 71.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, gebeurt conform de bepalingen van het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens. Als de verkeersborden betreffende de LEZ die ingevoerd werd door de gemeente overeenkomstig paragraaf 2 geplaatst moeten worden op een gewestweg, is artikel 4 van het voormelde decreet altijd van toepassing. 9

10 Artikel 4. (01/03/ ) 1. De Vlaamse Regering bepaalt de motorvoertuigen waarvoor de toegang tot een LEZ zonder meer toegelaten is, met in voorkomend geval een registratie bij een gemeente die een LEZ op haar grondgebied invoert. De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de registratie, vermeld in het eerste lid, verplicht is. 2. Voor de motorvoertuigen die niet onder toepassing van paragraaf 1 vallen, onderwerpt de gemeente die op haar grondgebied een LEZ invoert, de toegang tot de LEZ aan een verbod of aan voorwaarden die van dien aard zijn dat zij het gebruik van de LEZ door voertuigen die milieuhinder veroorzaken, afremmen. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen met betrekking tot de voorwaarden en het verbod, vermeld in het eerste lid. Artikel 5. (01/03/ ) Met het oog op het toezicht op de LEZ-reglementering door de gemeente worden de relevante gegevens in een databank verzameld. De door de Vlaamse Regering gemachtigde dienst beheert die databank overeenkomstig het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Die gemachtigde dienst vraagt daarvoor digitaal bij de bevoegde instanties, zoals de instantie die belast is met de inschrijving van de voertuigen en de lokale besturen die een LEZ op hun grondgebied invoeren, de noodzakelijke gegevens over de voertuigen op. Het opvragen van deze gegevens, het beheer van de databank en de ontsluiting naar de gemeente van bepaalde gegevens uit de databank gebeuren in overeenstemming met de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. De Vlaamse Regering kan nadere voorwaarden omtrent de inhoud en de werking van de databank bepalen. Artikel 6. (01/03/ ) Voor de motorvoertuigen, vermeld in artikel 4, 2, kan een gemeente de toegang tot een LEZ verbinden aan de betaling van een geldsom, daarbij gebruikmakend van de haar beschikbare financieringstechnieken. Deze geldsom komt voor rekening van de titularis van de nummerplaat, van de bestuurder van het betrokken voertuig of in voorkomend geval van de aanvrager van de toegang tot de LEZ. Deze zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de geldsom. De mogelijkheden tot invordering en handhaving die in dit decreet worden bepaald, sluiten niet uit dat de gemeente in de gevallen, vermeld in het eerste lid, gebruikmaakt van de toepasselijke invorderings- en handhavingsmogelijkheden, zoals onder meer vermeld in artikel 94 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en artikel 5 en 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 10

11 Artikel 7. (01/03/ ) Onverminderd de bepalingen in artikel 8, 4, gebeuren de toepassing van en het toezicht op de LEZreglementering, alsook de vaststelling van overtredingen van die reglementering, aan de hand van nummerplaatherkenning, al dan niet met automatisch werkende toestellen. De gegevens die door de LEZ-toezichthouders manueel worden verzameld of die vanuit de automatisch werkende toestellen naar de LEZ-toezichthouders worden doorgestuurd, mogen enkel gebruikt worden in functie van het monitoren van de LEZ. Indien deze gegevens geen bijdrage kunnen leveren tot het bewijzen van een overtreding, dan worden zij niet langer dan één maand bewaard, behalve als de gegevens nodig zijn in het kader van een monitoringsonderzoek. In dat geval mogen de gegevens enkel gedurende de periode van het onderzoek bewaard worden. Indien de gegevens een bijdrage kunnen leveren tot het bewijs van een overtreding gelden de termijnen van het verval van de vordering tot voldoening van de administratieve geldboete, vermeld in artikel 10, 8. Artikel 8. (01/03/ ) 1. De gemeente kan aan haar personeelsleden de bevoegdheid toekennen om toezicht uit te oefenen op de naleving van de LEZ-reglementering en om overtredingen van die reglementering vast te stellen in een verslag van vaststelling. Als een overtreding op de LEZ-reglementering is begaan, wordt vermoed dat die is begaan door de titularis van de nummerplaat. Dit vermoeden geldt tot het bewijs van het tegendeel, dat door alle wettelijke bewijsmiddelen kan worden geleverd. Ingeval van betwisting van het vermoeden bedoeld in het tweede lid door een rechtspersoon, zijn de natuurlijke personen die de rechtspersoon in rechte vertegenwoordigen verplicht om de identiteit mede te delen van de bestuurder op het ogenblik van de betrokken feiten of, indien zij die niet kennen, de identiteit van de persoon die het voertuig onder zich heeft. Aan de titularis van de nummerplaat wordt ter kennisgeving een kopie van het verslag van vaststelling binnen de vijftien dagen na opstelling van dat verslag bezorgd. Voor zover de gemeente met toepassing van artikel 10 administratieve geldboeten bepaalt, wordt binnen de vijftien dagen na opstelling van het verslag van vaststelling een kopie van dat verslag bezorgd aan de beboetingsambtenaar. 2. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, kunnen alleen toezicht uitoefenen en vaststellingen verrichten als zij zijn beëdigd. 3. De Vlaamse Regering kan nadere voorwaarden bepalen betreffende de vereiste kwalificaties en eigenschappen waaraan de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, moeten voldoen. 4. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, zijn voor de uitvoering van hun opdracht bevoegd om: 1 een bevel te geven aan de bestuurder om het voertuig tot stilstand te brengen; 2 inzage te hebben in en een kopie te nemen van noodzakelijke zakelijke gegevens zoals de wettelijk voorgeschreven documenten die in het bezit moeten zijn van de bestuurder van een voertuig; 3 vaststellingen te doen met audiovisuele middelen met inachtneming van de regelgeving inzake privacy zoals onder meer artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de wet 11

12 van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens; 4 bijstand van de politie in te roepen; 5 de identiteit van de vermoedelijke overtreder bij de vaststelling van een overtreding als vermeld in paragraaf 1, te controleren; 6 over te gaan tot onmiddellijke inning zoals bedoeld in artikel 10, 9. Artikel 9. (01/03/ ) De volgende personen kunnen, in overeenstemming met de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, de gegevens, die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging en het toezicht op de LEZ-reglementering, opvragen bij de overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen, bij het Rijksregister, bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid of bij andere bevoegde instanties: 1 de personeelsleden belast met het toezicht, vermeld in artikel 8, 1, van dit decreet; 2 de personeelsleden belast met de inning van de geldsom, vermeld in artikel 6, eerste lid, van dit decreet; 3 in voorkomend geval de financieel beheerder, vermeld in artikel 94 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en de personeelsleden, vermeld in artikel 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; 4 de beboetingsambtenaren, vermeld in artikel 10, 2, van dit decreet; 5 de personeelsleden belast met de registratie, vermeld in artikel 4, 1, van dit decreet; 6 de personeelsleden belast met de controle van de voorwaarden, vermeld in artikel 4, 2, van dit decreet. Artikel 10. (01/03/ ) 1. De gemeenteraad kan administratieve geldboeten bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen die in toepassing van huidig decreet werden vastgesteld. Deze administratieve geldboete komt voor rekening van de overtreder. Het bedrag van de administratieve geldboete, vermeld in het eerste lid, bedraagt minimaal 15 euro en maximaal 60 euro. Het voormelde bedrag wordt vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten. 2. De administratieve geldboete, vermeld in paragraaf 1, wordt opgelegd door de beboetingsambtenaar. De beboetingsambtenaar, vermeld in het eerste lid, wordt door de gemeenteraad aangewezen en kan niet tegelijkertijd de persoon zijn die, met toepassing van artikel 8, de inbreuken vaststelt. 3. Binnen de vijftien dagen na ontvangst van het verslag van vaststelling bedoeld in artikel 8, 1, vijfde lid, deelt de beboetingsambtenaar met een aangetekende brief aan de overtreder de gegevens over de vastgestelde feiten en de begane inbreuk mee, alsook het bedrag van de administratieve geldboete. 12

13 De administratieve geldboete moet door de overtreder betaald worden binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan, tenzij de overtreder binnen deze termijn schriftelijk met een aangetekende brief zijn verweermiddelen heeft bezorgd aan de beboetingsambtenaar. 4. Verklaart de beboetingsambtenaar de verweermiddelen niet gegrond, dan brengt hij de overtreder met een aangetekende brief op de hoogte van zijn met redenen omklede beslissing, met vermelding van de te betalen administratieve geldboete die binnen een termijn van dertig dagen na de kennisgeving van deze beslissing moet worden betaald. Als de beboetingsambtenaar de ongegrondverklaring van de verweermiddelen niet verzendt binnen een termijn van zestig dagen na ontvangst van het verweerschrift, dan vervalt de betwiste boetebeslissing. 5. De overtreder kan tegen de beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete, vermeld in paragraaf 4, een beroep instellen door middel van een geschreven verzoekschrift bij de politierechtbank, volgens de burgerlijke procedure, binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in paragraaf De beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete heeft uitvoerbare kracht als ze definitief geworden is; dit is ofwel na het verstrijken van dertig dagen na de kennisgeving van de administratieve geldboete, vermeld in paragraaf 3, zonder dat er beroep werd aangetekend, ofwel na het verstrijken van dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in paragraaf 4, zonder dat er beroep werd aangetekend. 7. De administratieve geldboete wordt geïnd ten voordele van de gemeente. 8. De vordering tot voldoening van de administratieve geldboete verjaart door verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag waarop zij is ontstaan. De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2244 tot en met artikel 2250, van het Burgerlijk Wetboek. 9. Wanneer de overtreding begaan werd door een persoon zonder een vaste woonplaats of vaste verblijfplaats in België kunnen de personeelsleden, vermeld in artikel 8, 1, overgaan tot onmiddellijke inning. De administratieve geldboete kan alleen onmiddellijk worden geïnd mits akkoordbevinding van de overtreder. Ingeval van onmiddellijke inning bedraagt de administratieve geldboete 15 euro, vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten. De onmiddellijke betaling doet de mogelijkheid vervallen om aan de overtreder een administratieve geldboete op te leggen conform de procedure bedoeld in paragraaf 2 tot en met paragraaf 6. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen betreffende de toepassing van de onmiddellijke inning en kan de gemeente machtigen om de concrete uitvoering van de onmiddellijke inning nader te regelen. Artikel 11. (01/03/ ) De gemeente kan aan de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de gemeentelijke intern verzelfstandigde agentschappen, de autonome gemeentebedrijven en de autonome havenbedrijven de volgende taken geheel of gedeeltelijk toevertrouwen: 13

14 1 de tenuitvoerlegging, met inbegrip van de oplegging en de inning, van de betaling van een geldsom als vermeld in artikel 6, eerste lid; 2 het uitoefenen van het toezicht op de naleving van de LEZ-reglementering, vermeld in artikel 8; 3 het aanduiden van een personeelslid als beboetingsambtenaar, vermeld in artikel 10, 2, voor zover deze aanduiding door de gemeenteraad wordt bevestigd; 4 de registratie, vermeld in artikel 4, 1, van dit decreet; 5 de controle van de voorwaarden, vermeld in artikel 4, 2, van dit decreet. De personeelsleden van deze instellingen die door de bevoegde organen worden aangewezen voor het uitvoeren van de taken, vermeld in het eerste lid, moeten beantwoorden aan dezelfde voorwaarden als de personeelsleden van de gemeente, hebben dezelfde bevoegdheden en hebben toegang tot de voor hun opdracht relevante gegevens, vermeld in artikel 9. Artikel 12. (01/03/ ) Aan artikel 601ter van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 mei 1999 en gewijzigd bij de wetten van 24 juni 2013 en 15 juli 2013, wordt een punt 6 toegevoegd, dat luidt als volgt: "6 het beroep tegen de beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete, vermeld in artikel 10, 4, van het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones.". Artikel 13. (01/03/ ) Aan artikel 29, 2, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, gewijzigd bij de wet van 1 april 2006 en de wet van 20 maart 2007, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De overtreding van de reglementen bedoeld in het eerste lid die betrekking hebben op een lageemissiezone zoals bedoeld in artikel 2.63 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, worden niet strafrechtelijk bestraft.". Artikel 14. (01/03/ ) Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum. Decreet van 8 juli 2016 houdende de invoering van een regelluw kader in functie van de proefprojecten basisbereikbaarheid. (BS.04/08/2016,p.47503) Artikel 1. (14/08/ /03/2018) Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2. (14/08/ /03/2018) In dit decreet wordt verstaan onder: 1 vervoersregio: een gebied waarvan de gemeenten of delen van gemeenten een samenhangend geheel vormen inzake mobiliteit; 2 mobiliteitscentrale: een centrale die oplossingen biedt voor het vervoer op maat van gebruikers die individueel vervoer van herkomst naar bestemming willen gebruiken. 14

15 Artikel 3. (14/08/ /03/2018) De Vlaamse Regering wijst de vervoersregio's aan waar er een proefproject voor de omvorming van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid zal worden doorgevoerd en waar het regelluw wetgevend kader van toepassing zal zijn. Na een tussentijdse evaluatie na 3 maanden kan de Vlaamse Regering beslissen om desgevallend voorafgaand aan de volledige uitrol een beperkt aantal andere projecten, waarbinnen het regelluw kader zal gelden, op te starten. Artikel 4. (14/08/ /03/2018) In de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's is artikel 24, 1, van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn niet van toepassing. In de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's gelden de tarieven als vermeld in artikel 26 van hetzelfde decreet enkel voor het geregeld vervoer dat door de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn wordt georganiseerd. Artikel 5. (14/08/ /03/2018) In de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's zijn de artikelen 4 tot en met 6, artikel 8, eerste en derde lid, artikel 14 tot en met 16, eerste lid, van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg niet van toepassing. In de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's geldt artikel 16, vierde lid, van hetzelfde decreet enkel voor wat betreft het geregeld vervoer dat door de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn wordt georganiseerd. In de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's geldt artikel 26, 4, van hetzelfde decreet niet voor de exploitanten die in opdracht van de mobiliteitscentrale ritten uitvoeren. In de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's geldt artikel 35 van hetzelfde decreet niet voor de exploitanten die in opdracht van de mobiliteitscentrale ritten uitvoeren. In de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's geldt artikel 42, 1, 3 tot en met 6, van hetzelfde decreet niet voor de exploitanten die in opdracht van een mobiliteitscentrale ritten uitvoeren. Artikel 6. (14/08/ /03/2018) In de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's zijn de tweede zin van artikel 24, eerste lid en tweede lid, van het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid niet van toepassing op de in het kader van dit decreet uit te voeren proefprojecten. 15

16 Artikel 26/1 tot en met 26/9 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2012, is niet van toepassing op de in het kader van dit decreet uit te voeren proefprojecten in de door de Vlaamse Regering aangewezen vervoersregio's. Artikel 7. (14/08/ /03/2018) De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van dit decreet. Artikel 8. (14/08/ /03/2018) Dit decreet treedt buiten werking op 31 maart Besluiten van de Vlaamse Regering Besluit van 25 maart 2016 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de activiteiten en openbaredienstverplichtingen van de distributienetbeheerders ter stimulering van de infrastructuur voor elektrische voertuigen. (B.S.13/04/2016, p ) Besluit van 26 februari 2016 van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lage-emissiezones. (B.S.1823/03/2016,p.20095) Besluit van 31 maart 2017 van de Vlaamse Regering van 31 maart 2017 houdende wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lageemissiezones. (B.S.1809/05/2017,p.55498) Besluit van 21 januari 2017 van de Vlaamse Regering van 20 januari 2017 houdende de invoering van een regelluw kader in functie van de proefprojecten basisbereikbaarheid (BS.21/02/2017ed 2,p.26923) Besluit van 25 maart 2016 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de activiteiten en openbaredienstverplichtingen van de distributienetbeheerders ter stimulering van de infrastructuur voor elektrische voertuigen. (B.S.13/04/2016, p ) De Vlaamse Regering, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel , gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011, en artikel 7.5.1, gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2013; Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 november 2015; Gelet op het advies van de VREG, gegeven op 22 december 2015; 16

17 Gelet op advies nr /3 van de Raad van State, gegeven op 23 maart 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Overwegende dat richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen stelt dat de lidstaten ervoor zorgen dat tegen 31 december 2020 een passend aantal publiek toegankelijke oplaadpunten is geïnstalleerd, zodat elektrische voertuigen ten minste in stedelijke en voorstedelijke agglomeraties en andere dichtbevolkte gebieden kunnen rijden, maar ook, waar passend, in door de lidstaten te bepalen netwerken; Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1 Uitrol van infrastructuur voor elektrische oplaadpunten Artikel 1. (23/04/ ) Dit hoofdstuk voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. Artikel 2. (23/04/ ) In artikel 1.1.1, 2, van het Energiebesluit van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 er wordt een punt 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "25/1 Elektrisch voertuig: een motorvoertuig, uitgerust met een aandrijving die bestaat uit ten minste één niet-perifere elektromotor als energieomzetter met een elektrisch oplaadbaar energieopslagsysteem, dat extern kan worden opgeladen;"; 2. er wordt een punt 62/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "62/1 Oplaadpunt voor een elektrisch voertuig: een aansluiting, waarmee telkens één elektrisch voertuig kan worden opgeladen of waarmee de batterij van telkens één elektrisch voertuig kan worden vervangen;"; 3 er wordt een punt 77/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "77/1 Oplaadpunt voor hoog vermogen: een oplaadpunt met een vermogen boven 22 kw waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig; oplaadpunten voor hoog vermogen met wisselstroom (AC) voor elektrische voertuigen dienen vanwege de interoperabiliteit ten minste te zijn uitgerust met connectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN ; oplaadpunten voor hoog vermogen met gelijkstroom (DC) voor elektrische voertuigen dienen vanwege de interoperabiliteit ten minste te zijn uitgerust met connectoren van het gecombineerde AC/DC laadsysteem van het type "Combo 2", zoals nader omschreven in norm EN " 4 er wordt een punt 77/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "77/2 oplaadpunt voor normaal vermogen: een oplaadpunt met een vermogen van hoogstens 22 kw, waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig, met uitzondering van voorzieningen met een vermogen van hoogstens 3,7 kw, die in particuliere huishoudens zijn geïnstalleerd of waarvan de voornaamste doelstelling er niet in bestaat elektrische voertuigen op te 17

18 laden, die niet publiek toegankelijk zijn en die uitgerust zijn met contactdozen of voertuigconnectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN ;" 5 er wordt een punt 84/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "84/1 Publiek toegankelijk oplaadpunt voor een elektrisch voertuig: een oplaadpunt voor een elektrisch voertuig dat op niet-discriminerende basis gedurende elke dag van de week en vierentwintig uur per dag toegang verleent aan gebruikers in de hele Europese Unie. Publiek toegankelijke oplaadpunten kunnen oplaadpunten zijn in particulier bezit; of voorzieningen die voor het publiek toegankelijk zijn via registratiekaarten of tegen betaling; of oplaadpunten van autodeelconcepten, waartoe derden toegang krijgen via een abonnement; of oplaadpunten op openbare parkeerterreinen. De toegang op niet-discriminerende basis kan verschillende vormen van authenticatie, gebruik en betaling inhouden. Alle publiek toegankelijke oplaadpunten moeten gebruikers van elektrische voertuigen ook een ad-hoc oplaadmogelijkheid bieden zonder dat een contract moet worden gesloten met de betrokken elektriciteitsleverancier of exploitant." Artikel 3. (23/04/ ) In titel VI, hoofdstuk IV, van hetzelfde besluit wordt afdeling II, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011, opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Afdeling II. Openbaredienstverplichtingen voor de uitbouw van de infrastructuur voor het opladen van elektrische voertuigen". Artikel 4. (23/04/ ) In hetzelfde besluit worden in afdeling II, hersteld bij artikel 2, artikel tot en met 6.4.6, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011, opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Art Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder organiseert jaarlijks in het geografisch gebied waarvoor hij aangewezen is een aanbesteding voor de installatie, het onderhoud en de commerciële exploitatie van publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor normaal of hoog vermogen. Het aantal te installeren oplaadpunten wordt bekomen door aan het aantal toegangspunten elektriciteit in dat netgebied op 31 december 2015, te vermenigvuldigen met een factor en te delen door het totale aantal aangesloten toegangspunten elektriciteit in het Vlaamse Gewest in Die factor bedraagt 500 in 2016, 1000 in 2017, 1000 in 2018, 1000 in 2019 en 1500 in Voorafgaand aan de aanbesteding voor de installatie van de oplaadpunten, vermeld in het eerste lid, stelt de elektriciteitsdistributienetbeheerder in overleg met de gemeente waar het oplaadpunt zal worden geïnstalleerd, een lokaal situeringsplan voor oplaadpunten van elektrische voertuigen op. Dat situeringsplan houdt rekening met het lokale parkeerbeleid, de aanwezigheid van sites die veel bezoekers aantrekken, knooppunten van openbaar vervoer en de beschikbaarheid en onthaalcapaciteit van het elektriciteitsnetwerk. Een gemeente kan ervoor kiezen om zelf een aanbesteding uit te schrijven en laat dit in voorkomend geval weten aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder in wiens netgebied de oplaadpunten zullen worden geïnstalleerd, voorafgaand aan de gunning. De gemeenten geven hiermee tijdig invulling aan het lokaal situeringsplan. Het aantal oplaadpunten dat hiermee geïnstalleerd wordt, wordt in mindering gebracht van de hoger genoemde doelstellingen in het desbetreffende netgebied. 18

19 De elektriciteitsdistributienetbeheerder of de gemeenten doen hierbij een beroep op een opdrachtnemer. Bij het gunnen van de opdracht zorgen zij ervoor dat het principe van interoperabiliteit inzake uitbating en marktconforme prijzen wordt gerespecteerd. De minister kan nadere regels bepalen voor de vereiste interoperabiliteit, de vereiste technische specificiteiten van de oplaadpunten, de wijze waarop ze toegankelijk moeten zijn en de minimale betalingsmogelijkheden. Bij de aanbesteding wordt een maximale exploitatietermijn van tien jaar gehanteerd. De minister kan, op basis van de resultaten van een markbevraging, besluiten deze termijn te wijzigen. Art Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder organiseert in het netgebied dat hij beheert een aanbesteding zodat tot en met 31 december 2020 in de installatie, het onderhoud en de commerciële exploitatie wordt voorzien van publiek toegankelijke oplaadpunten voor een elektrisch voertuig voor normaal vermogen telkens als daarvoor een aanvraag bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder wordt ingediend door een particulier, op voorwaarde dat de volgende voorwaarden samen vervuld zijn: 1 de particulier in kwestie kan aantonen dat hij in het bezit is of zal zijn of gebruikmaakt van een batterij elektrisch voertuig; 2 de particulier kan aantonen dat hij dit voertuig niet kan opladen aan een oplaadpunt voor elektrische voertuigen dat bevestigd is in of aan zijn eigen woning; 3 Er is geen oplaadpunt voor een elektrisch voertuig op publiek of privaat domein beschikbaar of gepland op een afstand van 500 meter van zijn eigen woning. Het oplaadpunt wordt binnen een redelijke termijn geïnstalleerd en daarbij overlegt de elektriciteitsdistributienetbeheerder voorafgaandelijk met de gemeente en, in voorkomend geval, met de beheerder van het openbaar domein waarop het oplaadpunt zal worden geïnstalleerd. In onderling overleg tussen de elektriciteitsdistributienetbeheerder en de gemeente kan de afstand bedoeld in het eerste lid 3 worden verminderd tot 250 meter. Een gemeente kan ervoor kiezen om zelf een aanbesteding uit te schrijven en laat dit in voorkomend geval weten aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder in wiens netgebied de oplaadpunten zullen worden geïnstalleerd, voorafgaand aan de gunning. Bij het gunnen van de opdracht zorgt de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de gemeente ervoor dat het principe van interoperabiliteit inzake uitbating en marktconforme prijzen wordt gerespecteerd. De minister kan nadere regels bepalen voor de vereiste interoperabiliteit, de vereiste technische specificiteiten van de oplaadpunten, de wijze waarop ze toegankelijk moeten zijn en de minimale betalingsmogelijkheden. Bij de aanbesteding wordt een maximale exploitatietermijn van tien jaar gehanteerd. De minister kan, op basis van de resultaten van een marktbevraging, besluiten deze termijn te wijzigen. Art De elektriciteitsdistributienetbeheerders leggen gezamenlijk een databank aan van de gegevens die exploitanten van oplaadpunten voor elektrische voertuigen krachtens het aansluitingsreglement, het aansluitingscontract of het technisch reglement voor de distributie van elektriciteit aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder bezorgen. Ze stellen die gegevens kosteloos en in een bestandsformaat dat platformonafhankelijk is en voor het publiek beschikbaar is, zonder enige beperking voor het hergebruik van informatie ter beschikking van marktpartijen die daarom verzoeken. 19

20 Art Indien de aanbesteding, zoals bedoeld in artikel of artikel 6.4.3, niet kan worden gegund, organiseert de elektriciteitsdistributienetbeheerder een aanbesteding voor de installatie en het onderhoud van de oplaadpunten en een aanbesteding voor de commerciële exploitatie van de oplaadpunten. De aanbesteding voor de plaatsing en het onderhoud zal pas worden gegund indien de kosten de opbrengsten voor de distributienetbeheerder niet overtreffen. Art De elektriciteitsdistributienetbeheerder organiseert de aanbesteding van de oplaadpunten voor elektrische voertuigen zodanig dat de kosten de opbrengsten voor de elektriciteitsdistributienetbeheerder niet overtreffen. In het geval er bij de aanbesteding van een perceel geen regelmatige kandidaten kunnen worden aangeduid die hieraan voldoen, vervallen de verplichtingen uit artikel tot en met waaraan dit perceel invulling gaf voor het betreffende jaar. Art Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder brengt op kwartaalbasis verslag uit aan de minister over het aantal geplaatste oplaadpunten voor elektrische voertuigen, dat voortvloeit uit de openbaredienstverplichtingen, vermeld in artikel en De minister evalueert jaarlijks de openbare dienstverplichting en het aantal geplaatste oplaadpunten voor elektrische voertuigen, vermeld in artikel 6.4.2, en 6.4.5, in verhouding tot het totaal aantal publiek toegankelijke oplaadpunten voor een elektrisch voertuig in het Vlaamse Gewest, het aantal ingeschreven elektrische voertuigen in het Vlaamse Gewest en de doelstellingen die door het Vlaamse Gewest naar voren geschoven zijn in het kader van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. De resultaten van die evaluatie worden jaarlijks voor 1 mei meegedeeld aan de Vlaamse Regering. HOOFDSTUK 2 Slotbepalingen Artikel 5. (23/04/ ) Dit besluit treedt in werking op tien dagen na de dag van publicatie in Belgisch Staatsblad. Artikel 6. (23/04/ ) De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Besluit van 26 februari 2016 van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lageemissiezones. (B.S.1823/03/2016,p.20095) DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones, artikel 4 en 5; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lage-emissiezones; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 februari 2017; Gelet op advies /1 van de Raad van State, gegeven op 22 maart 2017, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 20

21 Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lageemissiezones wordt vervangen door wat volgt: "Art Ter uitvoering van artikel 4, 1, van het decreet van 27 november 2015 is de toegang tot een LEZ toegestaan voor de voertuigen die vallen onder een of meer van de volgende categorieën: 1 de motorvoertuigen die niet behoren tot de motorvoertuigen van de categorie M, N of T, vermeld in artikel 1, 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968; 2 de motorvoertuigen van de categorie M en N, vermeld in artikel 1, 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, en die voldoen aan de volgende voorwaarden: a) vanaf 1 maart 2016 tot en met 31 december 2019: een van de volgende soorten motorvoertuigen: 1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm IV of 4; 2) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor voldoet aan Euronorm III of 3, op voorwaarde dat die voertuigen uitgerust zijn met een door de bevoegde instantie gecertificeerde roetfilter die minstens 30% van het roet opvangt; 3) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm I of 1; b) vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024: een van de volgende soorten motorvoertuigen: 1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm V of 5; 2) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm II of 2; c) vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 augustus 2027: motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm 6; d) vanaf 1 september 2027: motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm 6d; e) vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027: een van de volgende soorten motorvoertuigen: 1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm VI; 2) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm III of 3; f) vanaf 1 januari 2028: een van de volgende soorten motorvoertuigen: 1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm VI; 2) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm IV of 4; 3 de motorvoertuigen van de categorie T, vermeld in artikel 1, 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, en die voldoen aan de volgende voorwaarden: a) vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2019: motorvoertuigen waarvan de motor ten minste voldoet aan emissienorm van fase IIIa; b) vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024: motorvoertuigen waarvan de motor ten minste voldoet aan emissienorm van fase IIIb; c) vanaf 1 januari 2025: motorvoertuigen waarvan de motor ten minste voldoet aan de emissienorm van fase IV; 21

22 4 in afwijking van punt 1, 2 en 3 zijn alle voertuigen behorende tot de hiernavolgende opsomming steeds toegelaten: a) de elektrische voertuigen, plug-in-hybridevoertuigen met een maximale CO2-uitstoot van 50 gram per kilometer of met waterstof aangedreven voertuigen; b) de prioritaire voertuigen, vermeld in artikel 37 van de Wegcode; c) uitzonderlijke voertuigen, vermeld in artikel 3 van het Koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, die beschikken over een geldige vergunning; d) de voertuigen van de krijgsmacht; e) de voertuigen waarvan de titularis van de nummerplaat of een persoon die gedomicilieerd is op hetzelfde adres als de titularis van de nummerplaat, recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming en houder is van de speciale kaart, vermeld in artikel van de Wegcode. De toegang kan slechts voor één voertuig per speciale kaart aangevraagd worden en geldt tot de eerstvolgende wijziging van de toegangsvoorwaarden, vermeld in punt 2 ; f) de voertuigen die aangepast zijn voor het vervoer van personen met een handicap, waarvoor een goedkeuring van de aanpassing van een voertuig is afgeleverd door de bevoegde overheidsinstantie en waarvan de titularis van de nummerplaat of een persoon, gedomicilieerd op het adres van de titularis van de nummerplaat, houder is van de speciale kaart, vermeld in artikel van de Wegcode, of van een daarmee gelijkgesteld document als vermeld in artikel van de Wegcode. De toegang kan alleen aangevraagd worden voor voertuigen die vóór de invoering van de toegangsvoorwaarden, vermeld in punt 2, ingeschreven zijn op naam van de betrokken titularis van de nummerplaat, en geldt tot de eerstvolgende wijziging van de toegangsvoorwaarden, vermeld in punt 2 ; g) de voertuigen die aangepast zijn voor het vervoer van personen met een handicap en die worden ingeschakeld in het kader van het decreet van 21 december 2012 tot compensatie van de openbare dienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit; h) de voertuigen die uitgerust zijn met een rolstoellift en die geen voertuigen zijn als vermeld in punt e), f) of g). De toegang geldt tot de eerstvolgende wijziging van de toegangsvoorwaarden, vermeld in punt 2 ; i) mobiele kranen als vermeld in artikel 1, 1, 9, van het koninklijk besluit van 15 maart Voor de voertuigen, vermeld in paragraaf 1, 2, geldt dat de EEV-norm gelijkgesteld wordt aan de euro V-norm. EEV is de formele Europese term voor een schoon voertuig van categorie N2 en N3, zwaarder dan 3,5 ton. 3. Voor de voertuigen, vermeld in paragraaf 1, 2 en 3, geldt dat, als de emissienorm van het voertuig niet bekend is, die norm wordt bepaald aan de hand van de datum van de eerste inschrijving van het voertuig. Voor binnenlandse voertuigen is de emissienorm niet bekend als die norm niet is opgenomen in de databank van DIV. Voor buitenlandse voertuigen is de emissienorm niet bekend als die norm niet op het inschrijvingsbewijs staat. De volgende data worden gebruikt om de norm te bepalen als die niet bekend is: 1 voor voertuigen van de categorie M1: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 juli 1992 tot en met 31 december 1996 euro 1 vanaf 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000 euro 2 vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005 euro 3 vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 euro 4 vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 augustus 2015 euro 5 22

23 vanaf 1 september 2015 tot en met 31 augustus 2019 euro 6 vanaf 1 september 2019 tot en met 31 december 2020 euro 6d-temp vanaf 1 januari 2021 euro 6d 2 voor voertuigen van de categorie N1, gewichtsklasse I: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 oktober 1994 tot en met 31 december 1997 euro 1 vanaf 1 januari 1998 tot en met 31 december 2000 euro 2 vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005 euro 3 vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 euro 4 vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 augustus 2015 euro 5 vanaf 1 september 2015 tot en met 31 augustus 2019 euro 6 vanaf 1 september 2019 tot en met 31 december 2020 euro 6d-temp vanaf 1 januari 2021 euro 6d 3 voor voertuigen van de categorie M2 of N1, gewichtsklasse II of III: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 oktober 1994 tot en met 31 december 1997 euro 1 vanaf 1 januari 1998 tot en met 31 december 2001 euro 2 vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 euro 3 vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011 euro 4 vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 augustus 2016 euro 5 vanaf 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2020 euro 6 vanaf 1 september 2020 tot en met 31 december 2021 euro 6d-temp vanaf 1 januari 2022 euro 6d 4 voor voertuigen van de categorie N2 met een referentiemassa van maximaal 2610 kg: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 oktober 1993 tot en met 30 september 1996 euro I vanaf 1 oktober 1996 tot en met 30 september 2001 euro II vanaf 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2006 euro III vanaf 1 oktober 2006 tot en met 31 december 2011 euro IV vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 augustus 2016 euro V vanaf 1 september 2016 euro VI 5 voor voertuigen van de categorie M3, N2 met een referentiemassa van meer dan 2610 kg of N3: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 oktober 1993 tot en met 30 september 1996 euro I vanaf 1 oktober 1996 tot en met 30 september 2001 euro II vanaf 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2006 euro III vanaf 1 oktober 2006 tot en met 30 september 2009 euro IV vanaf 1 oktober 2009 tot en met 31 december 2013 euro V vanaf 1 januari 2014 euro VI 6 voor voertuigen van de categorie T: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm 23

24 vanaf 1 januari 1999 tot en met 31 december 2001 fase I vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2005 fase II vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 fase IIIa vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013 fase IIIb vanaf 1 januari 2014 fase IV 4. De emissienorm die op basis van de datum van de eerste inschrijving van het voertuig werd afgeleid, wordt opgenomen in de LEZ-databank. 5. Als uit het EEG-certificaat van overeenstemming of uit een ander document dat door een overheidsinstantie is aanvaard, een andere emissienorm, een andere categorie of een ander brandstoftype voor het voertuig kan worden afgeleid dan de emissienorm, de categorie of het brandstoftype die in de LEZ-databank is opgenomen, dan kan de titularis van het voertuig de emissienorm, de categorie of het brandstoftype in de LEZ-databank laten aanpassen aan de hand van de voormelde documenten. Dat gebeurt door registratie bij de gemeente die een LEZ op haar grondgebied invoert, uiterlijk 24 uur na het betreden van een LEZ. Deze registratie gebeurt enkel in functie van de LEZ en wijzigt de gegevens in de databank van DIV niet. 6. In dit artikel wordt verstaan onder: 1 emissienorm van fase I, II, IIIa, IIIb en IV: de norm voor motorvoertuigen die niet voor de weg bestemd zijn en die voldoen aan de emissiestandaarden, vermeld in richtlijn nr. 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines; 2 Euronorm I, II, III, IV, V, EEV en VI: de norm voor zwaar vervoer dat voldoet aan de emissiestandaarden, vermeld in richtlijn nr. 88/77/EEG van de Raad van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door dieselmotoren bestemd voor het aandrijven van voertuigen, richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking, en verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van verordening (EG) nr. 715/2007 en richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG; 3 Euronorm 1, 2, 3, 4, 5, 6, 6d-temp en 6d: de norm voor personenwagens en lichte vrachtauto's die voldoen aan de bijbehorende emissiestandaarden, vermeld in richtlijn (EEG) nr. 70/220 van de Raad van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen, verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, en 24

25 verordening (EG) nr. 692/2008 wat de emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 6) betreft; 4 gewichtsklasse I, II en III: de gewichtsklasse van een bestelwagen, vermeld in bijlage I van de voormelde verordening (EG) nr. 715/2007; 5 referentiemassa: de referentiemassa, vermeld in artikel 3, 3, van de voormelde verordening (EG) nr. 715/2007; 6 koninklijk besluit van 15 maart 1968: het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen; 7 plug-in-hybridevoertuig: een voertuig, aangedreven door een elektrische motor en een verbrandingsmotor, waarvoor de energie geleverd wordt aan de elektrische motor door batterijen die volledig opgeladen kunnen worden via een aansluiting aan een externe energiebron buiten het voertuig; 8 rolstoellift: een liftsysteem dat in of aan het voertuig gemonteerd is en dat gebruikt wordt om de rolstoel samen met de gebruiker in het voertuig te plaatsen.". De emissiestandaarden, als vermeld in paragraaf 1, punt 1 tot en met 3, zijn opgenomen in bijlage. Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 31 maart De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE Besluit van 31 maart 2017 van de Vlaamse Regering van 31 maart 2017 houdende wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lageemissiezones. (B.S.1809/05/2017,p.55498) DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones, artikel 4 en 5; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lage-emissiezones; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 februari 2017; Gelet op advies /1 van de Raad van State, gegeven op 22 maart 2017, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; Na beraadslaging, Besluit : 25

26 Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lageemissiezones wordt vervangen door wat volgt: "Art Ter uitvoering van artikel 4, 1, van het decreet van 27 november 2015 is de toegang tot een LEZ toegestaan voor de voertuigen die vallen onder een of meer van de volgende categorieën: 1 de motorvoertuigen die niet behoren tot de motorvoertuigen van de categorie M, N of T, vermeld in artikel 1, 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968; 2 de motorvoertuigen van de categorie M en N, vermeld in artikel 1, 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, en die voldoen aan de volgende voorwaarden: a) vanaf 1 maart 2016 tot en met 31 december 2019: een van de volgende soorten motorvoertuigen: 1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm IV of 4; 2) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor voldoet aan Euronorm III of 3, op voorwaarde dat die voertuigen uitgerust zijn met een door de bevoegde instantie gecertificeerde roetfilter die minstens 30% van het roet opvangt; 3) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm I of 1; b) vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024: een van de volgende soorten motorvoertuigen: 1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm V of 5; 2) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm II of 2; c) vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 augustus 2027: motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm 6; d) vanaf 1 september 2027: motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm 6d; e) vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027: een van de volgende soorten motorvoertuigen: 1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm VI; 2) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm III of 3; f) vanaf 1 januari 2028: een van de volgende soorten motorvoertuigen: 1) motorvoertuigen waarvan de dieselmotor ten minste voldoet aan Euronorm VI; 2) motorvoertuigen waarvan de benzine- of aardgasmotor ten minste voldoet aan Euronorm IV of 4; 3 de motorvoertuigen van de categorie T, vermeld in artikel 1, 1, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, en die voldoen aan de volgende voorwaarden: a) vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2019: motorvoertuigen waarvan de motor ten minste voldoet aan emissienorm van fase IIIa; b) vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024: motorvoertuigen waarvan de motor ten minste voldoet aan emissienorm van fase IIIb; c) vanaf 1 januari 2025: motorvoertuigen waarvan de motor ten minste voldoet aan de emissienorm van fase IV; 4 in afwijking van punt 1, 2 en 3 zijn alle voertuigen behorende tot de hiernavolgende opsomming steeds toegelaten: a) de elektrische voertuigen, plug-in-hybridevoertuigen met een maximale CO2-uitstoot van 50 gram per kilometer of met waterstof aangedreven voertuigen; b) de prioritaire voertuigen, vermeld in artikel 37 van de Wegcode; c) uitzonderlijke voertuigen, vermeld in artikel 3 van het Koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, die beschikken over een geldige vergunning; d) de voertuigen van de krijgsmacht; e) de voertuigen waarvan de titularis van de nummerplaat of een persoon die gedomicilieerd is op hetzelfde adres als de titularis van de nummerplaat, recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming 26

27 en houder is van de speciale kaart, vermeld in artikel van de Wegcode. De toegang kan slechts voor één voertuig per speciale kaart aangevraagd worden en geldt tot de eerstvolgende wijziging van de toegangsvoorwaarden, vermeld in punt 2 ; f) de voertuigen die aangepast zijn voor het vervoer van personen met een handicap, waarvoor een goedkeuring van de aanpassing van een voertuig is afgeleverd door de bevoegde overheidsinstantie en waarvan de titularis van de nummerplaat of een persoon, gedomicilieerd op het adres van de titularis van de nummerplaat, houder is van de speciale kaart, vermeld in artikel van de Wegcode, of van een daarmee gelijkgesteld document als vermeld in artikel van de Wegcode. De toegang kan alleen aangevraagd worden voor voertuigen die vóór de invoering van de toegangsvoorwaarden, vermeld in punt 2, ingeschreven zijn op naam van de betrokken titularis van de nummerplaat, en geldt tot de eerstvolgende wijziging van de toegangsvoorwaarden, vermeld in punt 2 ; g) de voertuigen die aangepast zijn voor het vervoer van personen met een handicap en die worden ingeschakeld in het kader van het decreet van 21 december 2012 tot compensatie van de openbare dienstverplichting tot het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit; h) de voertuigen die uitgerust zijn met een rolstoellift en die geen voertuigen zijn als vermeld in punt e), f) of g). De toegang geldt tot de eerstvolgende wijziging van de toegangsvoorwaarden, vermeld in punt 2 ; i) mobiele kranen als vermeld in artikel 1, 1, 9, van het koninklijk besluit van 15 maart Voor de voertuigen, vermeld in paragraaf 1, 2, geldt dat de EEV-norm gelijkgesteld wordt aan de euro V-norm. EEV is de formele Europese term voor een schoon voertuig van categorie N2 en N3, zwaarder dan 3,5 ton. 3. Voor de voertuigen, vermeld in paragraaf 1, 2 en 3, geldt dat, als de emissienorm van het voertuig niet bekend is, die norm wordt bepaald aan de hand van de datum van de eerste inschrijving van het voertuig. Voor binnenlandse voertuigen is de emissienorm niet bekend als die norm niet is opgenomen in de databank van DIV. Voor buitenlandse voertuigen is de emissienorm niet bekend als die norm niet op het inschrijvingsbewijs staat. De volgende data worden gebruikt om de norm te bepalen als die niet bekend is: 1 voor voertuigen van de categorie M1: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 juli 1992 tot en met 31 december 1996 euro 1 vanaf 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000 euro 2 vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005 euro 3 vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 euro 4 vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 augustus 2015 euro 5 vanaf 1 september 2015 tot en met 31 augustus 2019 euro 6 vanaf 1 september 2019 tot en met 31 december 2020 euro 6d-temp vanaf 1 januari 2021 euro 6d 2 voor voertuigen van de categorie N1, gewichtsklasse I: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 oktober 1994 tot en met 31 december 1997 euro 1 vanaf 1 januari 1998 tot en met 31 december 2000 euro 2 vanaf 1 januari 2001 tot en met 31 december 2005 euro 3 vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 euro 4 vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 augustus 2015 euro 5 vanaf 1 september 2015 tot en met 31 augustus 2019 euro 6 27

28 vanaf 1 september 2019 tot en met 31 december 2020 euro 6d-temp vanaf 1 januari 2021 euro 6d 3 voor voertuigen van de categorie M2 of N1, gewichtsklasse II of III: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 oktober 1994 tot en met 31 december 1997 euro 1 vanaf 1 januari 1998 tot en met 31 december 2001 euro 2 vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 euro 3 vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011 euro 4 vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 augustus 2016 euro 5 vanaf 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2020 euro 6 vanaf 1 september 2020 tot en met 31 december 2021 euro 6d-temp vanaf 1 januari 2022 euro 6d 4 voor voertuigen van de categorie N2 met een referentiemassa van maximaal 2610 kg: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 oktober 1993 tot en met 30 september 1996 euro I vanaf 1 oktober 1996 tot en met 30 september 2001 euro II vanaf 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2006 euro III vanaf 1 oktober 2006 tot en met 31 december 2011 euro IV vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 augustus 2016 euro V vanaf 1 september 2016 euro VI 5 voor voertuigen van de categorie M3, N2 met een referentiemassa van meer dan 2610 kg of N3: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 oktober 1993 tot en met 30 september 1996 euro I vanaf 1 oktober 1996 tot en met 30 september 2001 euro II vanaf 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2006 euro III vanaf 1 oktober 2006 tot en met 30 september 2009 euro IV vanaf 1 oktober 2009 tot en met 31 december 2013 euro V vanaf 1 januari 2014 euro VI 6 voor voertuigen van de categorie T: datum van de eerste inschrijving van het voertuig in het binnen- of buitenland emissienorm vanaf 1 januari 1999 tot en met 31 december 2001 fase I vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2005 fase II vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 fase IIIa vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013 fase IIIb vanaf 1 januari 2014 fase IV 4. De emissienorm die op basis van de datum van de eerste inschrijving van het voertuig werd afgeleid, wordt opgenomen in de LEZ-databank. 5. Als uit het EEG-certificaat van overeenstemming of uit een ander document dat door een overheidsinstantie is aanvaard, een andere emissienorm, een andere categorie of een ander brandstoftype voor het voertuig kan worden afgeleid dan de emissienorm, de categorie of het brandstoftype die in de LEZ-databank is opgenomen, dan kan de titularis van het voertuig de 28

29 emissienorm, de categorie of het brandstoftype in de LEZ-databank laten aanpassen aan de hand van de voormelde documenten. Dat gebeurt door registratie bij de gemeente die een LEZ op haar grondgebied invoert, uiterlijk 24 uur na het betreden van een LEZ. Deze registratie gebeurt enkel in functie van de LEZ en wijzigt de gegevens in de databank van DIV niet. 6. In dit artikel wordt verstaan onder: 1 emissienorm van fase I, II, IIIa, IIIb en IV: de norm voor motorvoertuigen die niet voor de weg bestemd zijn en die voldoen aan de emissiestandaarden, vermeld in richtlijn nr. 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines; 2 Euronorm I, II, III, IV, V, EEV en VI: de norm voor zwaar vervoer dat voldoet aan de emissiestandaarden, vermeld in richtlijn nr. 88/77/EEG van de Raad van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door dieselmotoren bestemd voor het aandrijven van voertuigen, richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking, en verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van verordening (EG) nr. 715/2007 en richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG; 3 Euronorm 1, 2, 3, 4, 5, 6, 6d-temp en 6d: de norm voor personenwagens en lichte vrachtauto's die voldoen aan de bijbehorende emissiestandaarden, vermeld in richtlijn (EEG) nr. 70/220 van de Raad van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen, verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, en verordening (EG) nr. 692/2008 wat de emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 6) betreft; 4 gewichtsklasse I, II en III: de gewichtsklasse van een bestelwagen, vermeld in bijlage I van de voormelde verordening (EG) nr. 715/2007; 5 referentiemassa: de referentiemassa, vermeld in artikel 3, 3, van de voormelde verordening (EG) nr. 715/2007; 6 koninklijk besluit van 15 maart 1968: het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen; 7 plug-in-hybridevoertuig: een voertuig, aangedreven door een elektrische motor en een verbrandingsmotor, waarvoor de energie geleverd wordt aan de elektrische motor door batterijen die volledig opgeladen kunnen worden via een aansluiting aan een externe energiebron buiten het voertuig; 8 rolstoellift: een liftsysteem dat in of aan het voertuig gemonteerd is en dat gebruikt wordt om de rolstoel samen met de gebruiker in het voertuig te plaatsen.". De emissiestandaarden, als vermeld in paragraaf 1, punt 1 tot en met 3, zijn opgenomen in bijlage. Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. 29

30 Brussel, 31 maart De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE Besluit van 21 januari 2017 van de Vlaamse Regering van 20 januari 2017 houdende de invoering van een regelluw kader in functie van de proefprojecten basisbereikbaarheid (BS.21/02/2017ed 2,p.26923) DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, artikel 24, 1; Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, artikel 4 en 5, artikel 6, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2004, artikel 8, eerste en derde lid, artikel 14 en 15, artikel 16, eerste en vierde lid, artikel 26, 4, vervangen bij het decreet van 13 februari 2004, artikel 35, artikel 42, 1, 3, 4, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2004, en 5 en 6 ; Gelet op het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, artikel 26/1 tot en met 26/9, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2012; Gelet op het decreet van 8 juli 2016 houdende de invoering van een regelluw kader in functie van de proefprojecten basisbereikbaarheid, artikel 3 en artikel 7; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 25 oktober 2016; Gelet op advies nr /3 van de Raad van State, gegeven op 21 december 2016, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; Na beraadslaging, Besluit : 30

31 Artikel 1. Ter uitvoering van artikel 3 van het decreet van 8 juli 2016 houdende de invoering van een regelluw kader in functie van de proefprojecten basisbereikbaarheid worden de volgende vervoersregio's aangewezen: 1 vervoersregio Aalst, bestaande uit de gemeenten Aalst, Affligem, Berlare, Buggenhout, Denderleeuw, Dendermonde, Erpe-Mere, Haaltert, Hamme, Lebbeke, Lede, Liedekerke, Ninove, Opwijk, Sint-Lievens-Houtem, Wichelen en Zele; 2 vervoersregio Mechelen, bestaande uit de gemeenten Berlaar, Boortmeerbeek, Bonheiden, Bornem, Duffel, Heist-op-den-Berg, Kapelle-op-den-Bos, Keerbergen, Lier, Londerzeel, Mechelen, Nijlen, Putte, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver, Willebroek en Zemst; 3 vervoersregio Westhoek: Alveringem, De Panne, Diksmuide, Heuvelland, Houthulst, Ieper, Koekelare, Koksijde, Kortemark, Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, Mesen, Nieuwpoort, Poperinge, Veurne, Vleteren, Wervik en Zonnebeke. Art. 2. In de vervoersregio's, vermeld in artikel 1, is artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het vervoer voor eigen rekening en het ongeregeld vervoer niet van toepassing. Art. 3. In de vervoersregio's, vermeld in artikel 1, zijn artikel 2 tot en met 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2002 betreffende de Basismobiliteit in het Vlaamse Gewest niet van toepassing. Art. 4. In de vervoersregio's, vermeld in artikel 1, zijn artikel 2, 3, artikel 10, 1, 8, 9 en 11, en 2, 2, 3, 5, 9, artikel 15, artikel 40, 1, artikel 53, 5, artikel 61 en 62 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder niet van toepassing op de ritten die worden uitgevoerd in opdracht van een mobiliteitscentrale. Art. 5. In de vervoersregio's, vermeld in artikel 1, zijn artikel 5 en 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM niet van toepassing. Art. 6. In de vervoersregio's, vermeld in artikel 1, zijn artikel 22, artikel 53 2, artikel 54, 4, en bijlage 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid niet van toepassing. In de vervoersregio's, vermeld in artikel 1, zijn artikel 21, 1, 9 en artikel 53, 1, eerste lid, 3, artikel 54, 3 en bijlage 3 van hetzelfde besluit niet van toepassing voor zover het maatregelen betreft in het kader van het tijdelijke proefproject. Art. 7. Dit besluit houdt op uitwerking te hebben op 31 maart Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 20 januari

32 De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS Ministeriële Besluiten van de Vlaamse Overheid Er zijn geen wijzigingen in Verordeningen van de Europese Unie Er zijn geen wijzigingen in Richtlijnen van de Europese Unie Er zijn geen wijzigingen in Overeenkomsten met niet-lidstaten of internationale organisaties Er zijn geen wijzigingen in Koninklijke Besluiten Er zijn geen wijzigingen in Ministeriële Besluiten van de Federale Overheid Er zijn geen wijzigingen in

33 2. Geregeld vervoer in het Vlaamse Gewest vanuit of naar dit gewest 2.1. Informatie voor het hele Vlaamse Gewest Vervoerbewijzen Tarieven 2016 maximumtarieven en categorieën gratis openbaar vervoer 1. Biljetten 1.1. Biljet Het biljet geeft recht op vervoer gedurende 60 minuten. Binnen die toegestane tijdslimiet mag de reiziger onbeperkt en gratis overstappen. Vanaf de 60 e minuut is het betrokken vervoerbewijs niet meer geldig, tenzij de reiziger zich op dat ogenblik nog op een voertuig bevindt. In dit geval kan hij zijn rit op dat voertuig verder afmaken. Zijn recht op vervoer vervalt dan op het ogenblik dat hij het betrokken voertuig verlaat. Vanaf 5 personen, die gedurende de volledige verplaatsing samen reizen, is het voordeliger om gebruik te maken van een groepsbiljet. De biljetten worden verkocht op onze voertuigen, de voorverkooptoestellen en de Lijnwinkels. Het tarief van het biljet bedraagt 3 euro 1.2. Groepsbiljet Het groepsbiljet is bestemd voor groepen vanaf 5 personen die gedurende de volledige verplaatsing samen reizen. Het tarief van een groepsbiljet bedraagt 1,2 euro per rit per persoon. Het groepsbiljet wordt verkocht op de voertuigen van De Lijn en in de Lijnwinkels Biljet Fiets Het vervoerbewijs Biljet Fiets is geldig voor het meenemen van een fiets op de Kusttram. Op andere diensten van De Lijn is het vervoer van een fiets niet toegelaten. De reiziger moet steeds zelf zijn fiets op en van de Kusttram laden. Er worden maximaal 2 fietsen per voertuig toegestaan. Bij grote drukte kan de chauffeur beslissen om geen fietsen toe te laten op het voertuig. Het tarief van het Biljet Fiets bedraagt 2,00 euro. 2. Sms-ticket Sms-tickets zijn elektronische vervoerbewijzen in de vorm van een sms-bericht. 33

34 De reiziger kan een sms-ticket aanvragen van 60 minuten door de code DL te sms en naar het nummer 4884 voor hij opstapt op het voertuig. Tijdens de geldigheidsduur kan de reiziger onbeperkt en gratis overstappen. Duurt de reis langer, dan moet men een nieuw sms-ticket/vervoerbewijs kopen. Het is niet toegestaan de rit uit te rijden indien de tijdslimiet is verstreken. Het tarief bedraagt 1,8 euro. De reiziger betaalt bovenop de prijs van het sms-ticket nog een bedrag aan de telecomoperator voor het versturen van het sms-bericht. 3. Lijnkaarten Lijnkaarten worden enkel verkocht in voorverkoop (Lijnwinkels, Voorverkooppunten, Voorverkoopautomaten). Een ontwaarding van een Lijnkaart geeft recht op vervoer gedurende 60 minuten. Binnen die toegestane tijdslimiet mag de reiziger onbeperkt en gratis overstappen. Vanaf de 60 e minuut is betrokken vervoerbewijs niet meer geldig, tenzij de reiziger zich op dat ogenblik nog op een voertuig bevindt. In dit geval kan hij zijn rit op dat voertuig verder afmaken. Zijn recht op vervoer vervalt dan op het ogenblik dat hij betrokken voertuig verlaat. Het ontwaardingstarief van een Lijnkaart bedraagt 1,4 euro per persoon per rit. De verkoopprijs van een Lijnkaart bedraagt 14 euro. 4. Abonnementen Voor onze abonnementen onderscheiden wij 4 leeftijdscategoriën; Buzzy Pazz 6-11 jaar, Buzzy Pazz jaar, Omnipas jaar en Omnipas Abonnementen volle prijs Tarief van het abonnement. Buzzy Pazz Omnipas maand maanden maanden Abonnementen tegen verminderd tarief I. Buzzy Pazz 6-11 Deze abonnementen zijn enkel te verkrijgen als jaarabonnement. Buzzy Pazz maand x 3 maanden x 12 maanden 51 II. Gezinskortingen Buzzy Pazz jaar 34

35 Als er binnen hetzelfde gezin meerdere Buzzy Pazzen jaar worden aangekocht met dezelfde aanvangsdatum en dezelfde geldigheidsperiode: eerste abonnement Tweede abonnement Derde abonnement en volgende 1 maand Volle prijs 20% korting 20 % korting 3 maand Volle prijs 20 % korting 20% korting 1 jaar Volle prijs 20% korting Vaste prijs van 51 euro III. Omnipas 65+ Alle personen die de leeftijd van 65+ bereikt hebben kunnen een abonnement bij De Lijn kopen tegen een verminderd tarief van 51 euro voor 12 maanden. Omnipas maand x 3 maanden x 12 maanden 51 IV. VG-abonnement Het VG-abonnement (Buzzy Pazz of Omnipas) wordt afgeleverd voor een periode van 12 maanden, het kost 41 euro en kan aangekocht worden door: - personen met een leefloon en gelijkgestelden / personen die verblijven in een lokaal opvanginitiatief (LOI): op basis van een bestand aangeleverd aan de dienst abonnementen; - personen met een gewaarborgd inkomen voor bejaarden / inkomensgarantie voor ouderen: op basis van een attest afgeleverd door de Rijksdienst voor Pensioenen; - asielzoekers die opgevangen worden door Fedasil, Rode Kruis of Vluchtelingenwerk Vlaanderen: op basis van een aanvraag door de instelling; - jongeren die opgevangen worden door Begeleid Zelfstandig Wonen: op basis van een aanvraag door de instelling. V. VT-abonnement (Verhoogde Tegemoetkoming). Het VT-abonnement (Buzzy Pazz of Omnipas) wordt afgeleverd voor een periode van 12 maanden en kost 51 euro. Het kan aangekocht worden door houders van een geldige verhoogde tegemoetkomings-kaart uitgereikt door NMBS of een geldig attest van verhoogde tegemoetkoming uitgereikt door het ziekenfonds. 35

36 VI. Gratis Omnipas voor Vaderlandslievende redenen Deze personen hebben op basis van hun nationale verminderingskaart 75 % of 50 %, recht op gratis openbaar vervoer. Voor De Lijn worden deze abonnementen uitgereikt door de N.M.B.S. Dit abonnement zal geldig zijn op alle openbaarvervoermaatschappijen in België met uitzondering van de MIVB. VII. VDAB-jobpas Werkzoekenden die bij VDAB een beroepsopleidingcontract hebben, kunnen uitsluitend via hun VDAB-trajectbegeleider een gratis Buzzy Pazz jaar of Omnipas bekomen. Dit abonnement wordt afgeleverd voor een periode van 1, 3 of 12 maanden. VIII. Dina Er worden geen DINA-aanvragen meer aanvaard. De lopende overeenkomsten blijven evenwel bestaan aan de voorwaarden die van kracht waren op het moment van intekening (zie hieronder). Personen of gezinnen die de nummerplaat van hun personenwagen inleverden bij de DIV (Dienst voor Inschrijving van Voertuigen) en géén nieuwe nummerplaat aanvragen, konden onder bepaalde voorwaarden 50% korting krijgen op abonnementen Buzzy Pazz jaar of Omnipas jaar voor 1 jaar voor: - één gezinslid naar keuze: als het de nummerplaat van een tweede, derde,, personenwagen binnen het gezin betrof; - alle gezinsleden: als het de nummerplaat van de enige personenwagen binnen het gezin betrof. Indien men bij afloop nog steeds aan de Dina voorwaarden voldoet, kan het abonnement éénmalig verlengd worden met 50% korting. 5. Dagpassen De reiziger die zich verplaatst met een dagpas mag gedurende de geldigheidsperiode van de dagpas onbeperkt gebruik maken van alle diensten van het geregeld vervoer van De Lijn. Er bestaan ook 3- en 5-dagenpassen die geldig zijn gedurende 3 of 5 achtereenvolgende dagen. Kinderen van 6 tot en met 11 jaar kunnen gebruik maken van de Dagpas Kind. Tarief van de dagpas: VVK voertuig Dagpas 6,00 8,00 Dagpas Kind 4,00 5,00 3-dagenpas 12,00 Afgeschaft 5-dagenpas 17,00 Afgeschaft 6.Vervoerbewijzen en tarieven in overleg / combinatie met andere openbaar- vervoerbedrijven 6.1. Specifieke stadstarieven I. Brussel : JUMP 36

37 U verplaatst zich in de Brusselse stadszone en wenst daarbij gebruik te maken van verschillende vervoermaatschappijen? Dan is JUMP of het MTB-abonnement iets voor u! JUMP-vervoerbewijzen kunnen aangekocht worden op een MOBIB- of een MOBIBbasic-kaart, en zijn te koop via de verkoopkanalen van MIVB, NMBS en TEC in Brussel. Hieronder een overzicht van de vervoerbewijzen die opgeladen kunnen worden. Jump 1 rit... 2,10 Jump heen en terug... 4,20 Jump 5-rittenkaart... 8,00 Jump 10-rittenkaart... 14,00 Jump 24 uur... 7,50 Jump 48 uur... 14,00 Jump 72 uur... 18,00 De verkoop van Jump vervoerbewijzen op magnetische tickets wordt stopgezet vanaf 1 maart Magnetische vervoerbewijzen die na 1 maart 2016 nog in omloop zijn, blijven geldig tot eind juni De JUMP-vervoerbewijzen zijn geldig op: - alle bussen van De Lijn en TEC in de zone Brussel (zone 20) - alle treinen van de NMBS in de Brusselse stadszone (2 e klasse) - het hele net van de MIVB, behalve op het gedeelte Bourget Brussels Airport. - De beperking op het gedeelte Bourget Brussels Airport is niet van kracht op de vervoerbewijzen JUMP 24 uur, 48 uur en 72 uur. - De 5-rittenkaart is ook geldig op de Brusselse voorstadsnetten van TEC en De Lijn, en voor gebruik van 1 e klasse van de NMBS. Voor verplaatsingen in, van of naar Brussel waarbij uitsluitend gebruik gemaakt wordt van de diensten van De Lijn, kan de reiziger eveneens gebruik maken van de vervoerbewijzen van De Lijn tegen tarieven van De Lijn. II. Brussel: MTB-abonnement MTB abonnementen worden uitsluitend door MIVB uitgereikt. Met een MTB-abonnement kan een reiziger gebruik maken van alle diensten van de MIVB (behalve op het gedeelte Bourget Brussels Airport) en diensten van De Lijn, TEC en NMBS in Brussel. Maand 1Jaar MTB-Abonnement 55,50 583,00 Voor scholieren bestaan er voordeeltarieven Gecombineerde vervoerbewijzen I. NMBS + De Lijn 37

38 a. Gecombineerd abonnementen NMBS-De Lijn: De gecombineerde abonnementen NMBS-De Lijn worden uitsluitend verkocht door de NMBS. Ze hebben het model van een NMBS-treinkaart en bestaan uit een moederkaart en een valideringsbiljet. Ze zijn geldig op een traject van de NMBS en op alle diensten van geregeld vervoer van De Lijn. Het supplement dat door de NMBS bij hun abonnement wordt aangerekend voor het netabonnement De Lijn: Buzzy Pazz jaar Omnipas jaar 1 maand maanden maanden b. Railease: Railease is een product dat uitsluitend verkocht wordt door de NMBS aan bedrijven met een wagenpark. Het bestaat uit een moederkaart en valideringkaart die bestaat uit 20 dagpassen. Het supplement dat aangerekend wordt door de NMBS om eveneens gebruik te kunnen maken van het net van De Lijn bedraagt 37,50 euro. III. TEC + De Lijn Er worden geen nieuwe gecombineerde abonnementen meer aangeboden. De lopende abonnementen blijven geldig op het net van TEC en op alle diensten van geregeld vervoer van De Lijn. IV. Euregio-ticket Het Euregio-ticket is een dagpas die aan een reiziger het recht geeft om een dag lang te reizen in het gebied Euregio Maas-Rijn. Tijdens het weekend en op feestdagen geldt deze dagpas zelfs voor maximum 2 volwassenen en 3 kinderen tot en met 11 jaar. Het tarief voor het Euregio-ticket bedraagt 18,50 euro. 7. Administratieve geldboetes en toezichts- en administratiekosten 7.1. Administratieve geldboetes Bij inbreuken op de verplichtingen van het publiek en de reizigers (hoofdstuk I van de Algemene Reisvoorwaarden) is De Lijn gemachtigd een administratieve geldboete op te leggen. Deze administratieve geldboete bedraagt: 38

39 - 107,00 euro bij overtreding van hoofdstuk I.1.1, I.2.2 en I.2.3, I.2.4 en I.2.7 van de Algemene Reisvoorwaarden - 250,00 euro bij overtreding van hoofdstuk I.1.2 en I.2.8 van de Algemene Reisvoorwaarden Als, binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding als vermeld in het eerste lid, door de overtreder een of meer soortgelijke overtredingen worden gepleegd, bedraagt de administratieve geldboete: - bij een overtreding van hoofdstuk I.1.1, I.2.2, I.2.3, I.2.4 en : a) bij een tweede overtreding: [ 294,00]; b) bij een derde overtreding en bij elke volgende overtreding: [ 400,00]; - bij een overtreding van hoofdstuk I.1.2 en I.2.8: a) bij een tweede overtreding: [ 400,00]; b) bij een derde overtreding en bij elke volgende overtreding: [ 500,00]. De administratieve geldboete kan maximaal 500,00 euro bedragen. Reizigers die hun geldig abonnement niet kunnen voorleggen bij controle of hun MOBIB kaart met een geldig abonnement op, niet hebben geregistreerd, krijgen steeds een proces-verbaal. De eerste keer binnen de twaalf maanden, wordt geen administratieve boete opgelegd. Als, binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding als vermeld in het vorige lid, door de overtreder een of meer soortgelijke overtredingen worden gepleegd, bedraagt de administratieve geldboete: a) bij een tweede overtreding: [ 20,00]; b) bij een derde overtreding en bij elke volgende overtreding: [ 50,00]; 7.2 Toezichts- en administratiekosten - Reiziger zonder geld De reiziger heeft geen geld bij en de procedure Reiziger zonder geld wordt toegepast. Een administratiekost van 5,00 euro wordt aangerekend bovenop de ritprijs die steeds gelijk is aan het tarief voor een biljet volle prijs. Indien de reiziger de aangerekende kosten binnen de veertien dagen niet betaalt, vervalt de procedure Reiziger zonder geld en wordt aan de betrokkene een administratieve geldboete opgelegd zoals voorzien in de Algemene Reisvoorwaarden hoofdstuk III.2 Administratieve geldboetes. - Terugbetaling van een Buzzy Pazz jaar of Omnipas jaar Een administratiekost van 10,00 euro wordt geïnd door bij een terugbetaling van een abonnement het terug te betalen bedrag met deze administratiekost te verminderen. Als bij de terugbetaling van een Buzzy Pazz jaar of Omnipas jaar, het totaal terug te betalen bedrag na aftrek van de administratiekost lager is dan 1,00 euro, dan wordt er geen terugbetaling uitgevoerd. Er is geen terugbetaling mogelijk op maandabonnementen en abonnementen tegen verminderd tarief, met uitzondering van de abonnementen met 20% gezinskorting. 39

40 - Aanmaak van een duplicaat van een abonnement of een gelijkgesteld gepersonaliseerd vervoerbewijs (Buzzy Pazz, Omnipas, Omnipas 65+, Netabonnement, ). Bij verlies, diefstal of slijtage van een abonnement, kan de abonnee een duplicaat bekomen. Bij slijtage van een abonnement waarvan de gegevens nog leesbaar zijn, is de vervanging gratis. In alle andere gevallen zal een administratiekost van 10,00 euro worden aangerekend. 8. Derdebetalers Er zijn 5 verschillende systemen derdebetaler. Bij een derdebetalersysteem betaalt een derde (verschillend van de reiziger zelf) de prijs, of een deel van de prijs voor het openbaar vervoer. Een derdebetaler kan kiezen uit één of meer van de 5 hierna beschreven systemen volgens de modaliteiten zoals vastgelegd in een overeenkomst. Deze overeenkomst tussen de derdebetaler en De Lijn moet afgesloten zijn vooraleer een derdebetalersysteem in voege gaat. De overeenkomst heeft een looptijd van één jaar en is telkens stilzwijgend verlengbaar voor eenzelfde duur. De overeenkomst is jaarlijks opzegbaar. De overeenkomst begint bij voorkeur te lopen op de eerste kalenderdag van de maand. Voor de hierna beschreven 5 systemen derdebetaler geldt dat systemen 2, 3, 4 en 5 uitsluitend kunnen toegepast wordt door een lokale overheid en dat systeem 1 mogelijk is voor alle categorieën derdebetalers DBS1: procentuele tussenkomst op abonnementen De derdebetaler betaalt een procentueel deel van de kostprijs van het abonnement. Enkel gehele percentages (geen decimalen) zijn hierbij mogelijk. De minimale tussenkomst vanwege de derdebetaler bedraagt 10 %. Bij een werkgever als derdebetaler is de minimale tussenkomst gelijk aan de wettelijk werkgeversbijdrage (momenteel 71,8 %). De abonnementen worden afgeleverd aan de abonnee op basis van een identiteitskaart die de woonplaats aangeeft (lokale overheid), op basis van een door de derdebetaler afgeleverd attest (andere derdebetaler) of op basis van een bestand aangeleverd door de derdebetaler aan de dienst abonnementen. Een reiziger kan binnen dit systeem in aanmerking komen voor tussenkomst van twee derdebetalers. In dit geval wordt volgende prioriteit tussen de verschillende derdebetalers toegepast: 1. verrekening van de gezinskortingen bij Buzzy Pazz jaar; 2. tussenkomst andere derdebetaler (werkgever, )- is niet combineerbaar met gezinskortingen; 3. tussenkomst derdebetaler lokale overheid. 4. tussenkomst onderwijsinstelling De kostprijs voor de derdebetaler is gelijk aan (prijs van het abonnement x procentuele tussenkomst op het abonnement). Er gebeurt een maandelijkse facturatie. De afgeleverde vervoerbewijzen zijn de gewone Buzzy Pazz (6 tot en met 24 jaar) en Omnipas (25-64 jaar) tegen de normale tarieven. 40

41 8.2. DBS2: tussenkomst op kaarten De Lijn levert op vraag van de derdebetaler rittenkaarten af voor verplaatsingen tegen een vast tarief, die geldig zijn voor een welbepaalde verplaatsing (met overstapmogelijkheid binnen het tijdstarief en uitsluitend binnen het bestemmingsgebied geen verlenging van de reisweg mogelijk). De facturatie gebeurt maandelijks op basis van het aantal ontwaardingen x (prijs van een ontwaarding aan tarief zoals in bijgevoegde tabel voor de gemaakte verplaatsing effectief door de reiziger ontwaarde prijs). Tarief voor de berekening van het te betalen bedrag door de derdebetaler: tarief klant 1 tarief Bedrag bij te betalen door DBS DBS partner 1,4 0,40 Er worden magnetische Prodata-vervoerbewijzen afgeleverd. Benaming vervoerbewijs Prijs per kaart RITTENKAART 10,00 EUR DERDEBETALER 10, DBS3: tussenkomst op biljetten Binnen dit systeem zijn er 2 mogelijkheden: a. Een goedkoper heen- en terugbiljet b. Een gratis biljet De facturatie gebeurt maandelijks op basis van het aantal ontwaardingen x (prijs van een ontwaarding aan tarief zoals in onderstaande tabellen voor de gemaakte verplaatsing effectief door de reiziger ontwaarde prijs). Er worden magnetische Prodata-vervoerbewijzen afgeleverd. a. Heen- en terugbiljet: De reiziger koopt een heen- en terugbiljet bij de chauffeur aan een verminderd tarief. Als gemeente betaalt u het verschil tussen de normale prijs per ontwaarding en de prijs die de reiziger betaalt. Er is geen verlenging van de reisweg mogelijk. Tarief per rit voor de berekening van het te betalen bedrag door de derdebetaler: Tarief klant 0,80 1,05 1,35 1,55 41

42 Tarief Bedrag bij te betalen door derdebetaler DBS 1 rit 2,20 1,40 1,15 0,85 0,65 De mogelijke tarieven die aangerekend kunnen worden aan de reizigers zijn: 3,10 euro, 2,7 euro, 2,10 euro of 1,6 euro voor het totale heen- en terugbiljet. De verschillende vervoerbewijzen zijn: Benaming vervoerbewijs Prijs per biljet voor de reiziger BILJET 3,10 EUR - DERDEBETALER 3,10 BILJET 2,7 EUR - DERDEBETALER 2,70 BILJET 2,10 EUR - DERDEBETALER 2,10 BILJET 1,6 EUR - DERDEBETALER 1,60 BILJET 0,00 EUR - DERDEBETALER 0,00 b. Gratis biljet: De reiziger betaalt niets en ontvangt een biljet enkele reis. Als gemeente betaalt u de helft van het heen -en terugbiljet. Tarief voor de berekening van het te betalen bedrag door de derdebetaler per rit: Tarief 0,00 klant Tarief DBS Bedrag bij te betalen door derdebetaler 1 rit 2,20 2, DBS4: gratis netabonnement voor bepaalde leeftijdscategorie(ën) De Lijn levert gratis netabonnementen af aan alle inwoners van de door de derdebetaler bepaalde leeftijdscategorie(ën). Er kan enkel geopteerd worden voor de Buzzy Pazzen (6 tem 11 en 12 tem 24) en voor Omnipassen (25 tem 64). De aflevering van deze abonnementen gebeurt in bulk aan de derdebetaler en op basis van de door de derdebetaler en volgens een strikt schema aangeleverde bestanden. Dit systeem derdebetaler is alleen van toepassing voor lokale overheden. De prijs wordt berekend door het totaal aantal inwoners van de gemeente op 1 januari van het jaar dat voorafgaat aan de toepassing van dit derdebetalersysteem te vermenigvuldigen met de eenheidsprijzen die per leeftijdscategorie vastgelegd zijn (zie verder). Als de derdebetaler in afwijking van de algemene regel wenst dat De Lijn instaat voor de verdeling van de afgeleverde abonnementen dan zal de kostprijs hiervoor ten laste van de derdebetaler zijn. Er worden magnetische vervoerbewijzen afgeleverd met als benaming Buzzy Pazz (-12 jaar of jaar) of Omnipas (25-64 jaar). 42

43 De éénheidsprijzen per leeftijdscategorie voor de berekening van de kostprijs voor de derdebetaler: Gratis vervoer Leeftijd Bijdrage per inwoner 6 t/m 11 jaar 0,1632 / leeftijdsjaar 12 t/m 17 jaar 1,0812 / leeftijdsjaar 18 t/m 24 jaar 1,5504 / leeftijdsjaar 25 t/m 49 jaar 0,9486 / leeftijdsjaar 50 t/m 59 jaar 0,8364 / leeftijdsjaar 60 t/m 64 jaar 0,4182 / leeftijdsjaar 42,00 Als de derdebetaler kiest voor alle leeftijdscategorieën bedraagt de prijs per inwoner 42,00. DBS kan niet toegepast worden voor de doelgroep DBS5: Nieuwe Inwoners. De Lijn levert op afroep informatiepakketten aan de derdebetaler/lokale overheid met daarin o.a. een Lijnkaart van 14 euro. De Lijn en de derdebetaler betalen elk de helft van deze Lijnkaarten. De derdebetaler biedt het informatiepakket en de Lijnkaarten gratis aan elke nieuwe inwoner aan. De totale kost voor de derdebetaler wordt als volgt berekend: (aantal Lijnkaarten x tarief Lijnkaart ) / 2 Na levering van de informatiepakketten en Lijnkaarten ontvangt de derdebetaler een factuur. eisweg mogelijk. Tarief per rit voor de berekening van het te betalen bedrag door de derdebetaler: Tarief klant 0,80 1,05 1,35 1,55 Tarief Bedrag bij te betalen door derdebetaler DBS 1 rit 2,20 1,40 1,15 0,85 0,65 De mogelijke tarieven die aangerekend kunnen worden aan de reizigers zijn: 3,10 euro, 2,7 euro, 2,10 euro of 1,6 euro voor het totale heen- en terugbiljet. De verschillende vervoerbewijzen zijn: Benaming vervoerbewijs Prijs per biljet voor de reiziger BILJET 3,10 EUR - DERDEBETALER 3,10 BILJET 2,7 EUR - DERDEBETALER 2,70 BILJET 2,10 EUR - DERDEBETALER 2,10 BILJET 1,6 EUR - DERDEBETALER 1,60 BILJET 0,00 EUR - DERDEBETALER 0,00 43

44 Verplichtingen van het publiek en de reizigers INLEIDING Het personeel van De Lijn ziet er op toe dat de reizigers, en het publiek in het algemeen, de bepalingen uit deze Algemene Reisvoorwaarden De Lijn naleven. Opmerkingen vooraf: Voor de derde persoon enkelvoud wordt in deze Algemene reisvoorwaarden de mannelijke vorm hij gebruikt. De enige bedoeling is om niet in gezochte hij/zij-constructies te verzeilen. Dat taalkundig genus heeft niets te maken met het geslacht van bijvoorbeeld een chauffeur of een reizigster. I. VERPLICHTINGEN VAN HET PUBLIEK EN DE REIZIGERS I.1. Verplichtingen van het publiek in het algemeen I.1.1 Het is niet toegestaan volgens art 64, van het besluit van de Vlaamse Regering (=BVR) van 14 mei 2004, gewijzigd bij BVR van 26 januari 2007, om : - de infrastructuur, de installaties, de apparatuur of de voertuigen van de VVM te bevuilen of er oneigenlijk gebruik van te maken. - in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM de dienst van de VVM te belemmeren; - op de sporen, in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM een stof te werpen of achter te laten; - in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM in het bezit te zijn van een voorwerp dat of een stof die, klaarblijkelijk en onmiddellijk, personen kan bevuilen, hinderen of ongemak berokkenen - in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM de openbare orde te verstoren, dan wel de rust van de aldaar aanwezigen ernstig te verstoren door : 44

45 klaarblijkelijke staat van openbare dronkenschap of beneveling door verdovende middelen of psychotrope stoffen; klaarblijkelijke staat van onzindelijkheid; ongewenste fysieke contacten; - beledigende, onzedelijke, intimiderende of bedreigende uitlatingen of handelingen; - te roken in de voertuigen, in de schuilhuisjes en in de andere overdekte openbare ruimtes van de VVM, met behoud van de toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 mei 1990 tot het verbieden van het roken in bepaalde openbare plaatsen; - zich zonder toestemming toegang te verschaffen tot de dienstlokalen en doorgangen die voor het publiek verboden en als dusdanig aangegeven zijn; - misbruik te maken van de reservatiemogelijkheden bij de centrale voor vraagafhankelijk vervoer, zoals ze worden bepaald door de minister, met inbegrip van de daaraan verbonden voorwaarden; - zich over de veiligheidsafsluitingen of -markeringen van de perrons te buigen of te begeven; - te weigeren gevolg te geven aan de aanwijzigen die door bestuurders van de voertuigen of door het personeel van de Lijn worden gegeven om de hierboven en hierna vermelde bepalingen te volgen. I.1.2 Het is niet toegestaan volgens art 65, van het BVR van 14 mei 2004, gewijzigd bij BVR van 26 januari 2007, om: - de infrastructuur, de installaties of de apparatuur van de VVM te beschadigen of te ontregelen; - de voertuigen van de VVM te hinderen, te doen vertragen of te beschadigen; - de seinen van de VVM aan te raken of de zichtbaarheid ervan te belemmeren; - de elektrische leidingen en installaties van de VVM aan te raken; - in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM in het bezit te zijn van een voorwerp dat of een stof die, klaarblijkelijk en onmiddellijk, personen kan kwetsen,of hen aan een ander gevaar voor hun fysieke integriteit kan blootstellen. I.2. Specifieke rechten en verplichtingen van de reizigers I.2.1 Reizigers kunnen gebruik maken van de bussen en trams bestemd voor het geregeld vervoer van De Lijn. Deze voertuigen rijden volgens de dienstregelingen of worden volgens behoefte ingelegd. I.2.2 Reizigers zijn verplicht om vooraan in te stappen. De verplichte instap vooraan geldt alleen voor bussen, niet voor trams. De busreizigers die vooraan instappen, moeten hun vervoerbewijs tonen 45

46 aan de chauffeur. Reizigers met een kinderwagen of rolstoel mogen op een bus aan elke deur instappen. I.2.3 Zodra een reiziger in een voertuig van De Lijn plaatsneemt, moet hij in het bezit zijn van een geldig vervoerbewijs of van een geldige vrijkaart. Hij moet het vervoerbewijs al naar gelang het type vervoerbewijs, laten zien of ontwaarden bij opstap. Het vervoerbewijs moet geldig zijn voor de volledige rit die hij ermee aflegt. De reiziger moet zijn geldig vervoerbewijs of zijn geldige vrijkaart gedurende de hele reis bewaren en steeds kunnen tonen aan de personen die met de controle zijn belast. De reiziger die een tariefvermindering geniet en daartoe over een verminderingskaart beschikt moet die verminderingskaart steeds kunnen tonen aan de personen die met de controle zijn belast. De reiziger moet steeds zijn identiteit kunnen bewijzen (art 66 1van het BVR van 14 mei 2004, gewijzigd bij BVR van 26 januari 2007). I.2.4 De reiziger zonder geld of zonder gepast geld moet dat aan de bestuurder melden als hij in het voertuig stapt. De reiziger moet het voor die rit verschuldigde bedrag en de administratiekosten (geen administratiekosten voor een reiziger zonder gepast geld) betalen aan de VVM binnen een termijn van veertien dagen. Als hij niet betaalt binnen die termijn, wordt dat gelijkgesteld met een overtreding van punt I.2.3 van deze Algemene Reisvoorwaarden, zijnde een reiziger zonder geldig vervoerbewijs of geldige vrijkaart. Zie ook punt IV.1.2 (art 66 2 van het BVR van 14 mei 2004, gewijzigd bij BVR van 26 januari 2007) I.2.5 Als meerdere personen met één geldig vervoerbewijs samen reizen, dan moeten deze personen de volledige reis samen blijven. Als in dit geval toch iemand zijn reis zou onderbreken, dan moeten de overige reizigers het vervoerbewijs gedurende de rest van de reis bewaren. I.2.6 Kinderen tot en met 5 jaar reizen altijd gratis, zonder vervoerbewijs. Zij dienen altijd vergezeld te zijn door een persoon van 12 jaar of ouder I.2.7 Het is niet toegestaan volgens art 67, van het BVR van 14 mei 2004, gewijzigd bij BVR van 26 januari 2007, om: - tijdens de rit de bestuurder of een ander personeelslid van VVM te misleiden door loos alarm te slaan, of op een andere wijze; - de deuren te blokkeren of ertegen te leunen; - uit het voertuig een voorwerp of een stof te werpen; 46

47 - de aangegeven regels voor het exclusieve gebruik van de deuren van de voertuigen van de VVM niet na te leven; - te weigeren om gevolg te geven aan de aanwijzingen van de bestuurders van de voertuigen of door de personen die belast zijn met het toezicht van bovenstaande en hierna volgende artikels. I.2.8 Het is niet toegestaan volgens art 68 van het BVR van 14 mei 2004, gewijzigd bij BVR van 26 januari 2007, om: - in of uit het voertuig te stappen voor het volledig stilstaat of als het aan het manoeuvreren is; - misbruik te maken van het noodsein; - gebruik te maken van de noodbediening van de deuren, of de deuren op een andere wijze te openen, behoudens in geval van gevaar en als het voertuig stilstaat; - gebruik te maken van een vervalst vervoerbewijs, van een vervalst bewijsstuk voor gratis vervoer of een tariefvermindering, of van een vervalste verminderingskaart; - gebruik te maken van een gepersonaliseerd vervoerbewijs, van een bewijsstuk dat recht geeft op gratis vervoer of een tariefvermindering, of van een verminderingskaart, telkens op naam van een andere persoon. I.2.9 De reiziger mag tijdens de rit de chauffeur niet hinderen door onnodig met hem te praten of zijn zicht te belemmeren. I.2.10 De reiziger wordt verzocht zijn zitplaats af te staan aan personen met een handicap, ouderen, zwangere vrouwen en reizigers met jonge kinderen. Deze personen hebben voorrang om in het voertuig te stappen. I.2.11 Dieren die zonder hinder op schoot kunnen worden gehouden, geleidehonden voor personen met een visuele handicap of honden die een politieambtenaar vergezellen, zijn gratis toegelaten op de voertuigen van De Lijn. Honden die niet op de schoot kunnen worden gehouden zijn eveneens gratis toegelaten als ze aan de leiband worden gehouden en, als ze een gevaar voor de andere reizigers zouden kunnen opleveren, een muilband dragen. Honden die niet op de schoot worden gehouden moeten op de vloer zitten. De reiziger moet zelf toezicht houden op het dier dat hij in een voertuig van De Lijn meeneemt. Hij kan aansprakelijk worden gesteld voor de schade of de bevuiling veroorzaakt door zijn dier dat hij in een voertuig meeneemt, tenzij bewezen wordt dat de schade of de bevuiling door de schuld van De Lijn of een andere partij werd veroorzaakt. 47

48 I.2.12 De reiziger mag gratis handbagage meenemen (maximaal twee koffers van normale grootte), met inbegrip van een rolstoel, kinderwagen of boodschappenwagentje. De reiziger moet zelf toezicht houden op de handbagage die hij in een voertuig van De Lijn meeneemt. Hij kan aansprakelijk worden gesteld voor de schade veroorzaakt door zijn handbagage die hij in een voertuig meeneemt, tenzij bewezen wordt dat de schade door de schuld van De Lijn werd veroorzaakt. I.2.13 Op de Kusttram is het vervoer van een fiets toegestaan. De reiziger moet zelf zijn fiets op en af de Kusttram laden. Per fiets moet het vervoerbewijs Fiets worden afgeleverd. Er worden maximaal 2 fietsen per voertuig toegestaan. Bij grote drukte kan de chauffeur beslissen om geen fietsen toe te laten op het voertuig. Op andere diensten van De Lijn is het vervoer van een fiets niet toegelaten. Een vouwfiets wordt wel gratis vervoerd op de diensten van De Lijn. Voorwaarde is wel dat de vouwfiets opgevouwen wordt en voldoet aan de regels van het vervoer van handbagage (zie I.2.12). I.2.14 Wanneer niet voldaan is aan de minimumnormen inzake geregeld vervoer (decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, art 5), kan de reiziger klacht indienen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van personenvervoer over de weg en het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2002 betreffende de basismobiliteit in het Vlaamse Gewest. Indien de klacht gegrond is, betaalt De Lijn een vergoeding uit, behoudens wanneer de tekortkoming te wijten is aan een niet voorzienbare of onvermijdbare gebeurtenis, ontstaan buiten de wil van de VVM. I.2.15 Het is een reiziger niet toegestaan te drinken of te eten op de voertuigen van De Lijn. I.3. Rechten en plichten van De Lijn De Lijn heeft als taak het organiseren van personen vervoer in Vlaanderen volgens het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM, gewijzigd bij besluit 26 januari I.3.1 De chauffeur mag als de exploitatieomstandigheden het toelaten, een rolstoelgebruiker helpen bij het in- of uitstappen van een voertuig, op voorwaarde dat dit zijn eigen veiligheid, en de veiligheid 48

49 van de rolstoelgebruiker of anderen niet in gevaar brengt. Een toegankelijke rit moet voorafgaandelijk gereserveerd worden. I.3.2 De chauffeur vraagt aan de reizigers om zo plaats te nemen in het voertuig dat de maximale bezetting van het voertuig mogelijk is. Hij weigert reizigers als het voertuig volzet is. I.3.3 De chauffeur van een voertuig van De Lijn en de personen die belast zijn met het toezicht kunnen reizigers weigeren of hen verzoeken het voertuig te verlaten als ze de bepalingen uit de Algemene Reisvoorwaarden van De Lijn niet volgen. I.3.4 De chauffeur kan dieren weigeren als ze een gevaar voor de andere reizigers kunnen opleveren, of hen kunnen bevuilen, hinderen of ongemak bezorgen. Bij overbezetting kan de chauffeur het vervoer van dieren weigeren. I.3.5 De chauffeur kan pakjes of voorwerpen weigeren die, wegens hun omvang, aard of reuk, de andere reizigers kunnen kwetsen, bevuilen, hinderen of ongemak bezorgen. Bij overbezetting kan de chauffeur het vervoer van bagage weigeren Overzicht derdebetalersystemen 1 Omschrijving Bij een derdebetalersysteem betaalt een derde (verschillend van de reiziger zelf) de prijs, of een deel van de prijs voor het openbaar vervoer. Als derdebetaler is er een onderscheid tussen enerzijds een lokale overheid (gemeente, stad, provincie, gewest) en anderzijds een andere derde (werkgever, onderwijsinstelling, vereniging, OCMW, ). Een derdebetaler kan kiezen uit één of meer van de vijf hierna beschreven systemen volgens de modaliteiten zoals vastgelegd in een overeenkomst. Deze overeenkomst tussen de derdebetaler en De Lijn moet afgesloten zijn vooraleer een derdebetalersysteem in voege gaat. De overeenkomst heeft een looptijd van één jaar en is telkens stilzwijgend verlengbaar voor eenzelfde duur. De overeenkomst is jaarlijks opzegbaar. De overeenkomst begint bij voorkeur te lopen op de eerste kalenderdag van de maand. Door het opgeven van zijn gegevens verklaart men zich akkoord tot verwerking en gebruik van deze gegevens. De persoonsgegevens verkregen via de abonnementen worden door De Lijn verwerkt en gebruikt 49

50 met het oog op het verlenen van vervoerbewijzen, aanverwante diensten en het informeren van de Derdebetaler, overeenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Behoudens de hierboven vermelde uitzondering worden gegevens niet meegedeeld aan derden. Personen behouden op elk moment het recht op inzage en verbetering van de gegevens. Hiertoe dient u een gedateerd en ondertekend verzoek vergezeld van een recto verso kopie van de identiteitskaart te verzenden naar De Lijn, dienst Klantenreacties, Motstraat 20, 2800 Mechelen. Voor de hierna beschreven 4 systemen derdebetaler geldt dat systeem 1 mogelijk is voor alle categorieën derdebetalers, dat systemen 2, 3, en 4 uitsluitend kunnen toegepast worden door een lokale overheid. 2 Systemen Systeem 1:procentuele tussenkomst op abonnementen De derdebetaler betaalt een procentueel deel van de kostprijs van het abonnement. Enkel gehele percentages (geen decimalen) zijn hierbij mogelijk. De minimale tussenkomst vanwege de derdebetaler bedraagt 10 %. Bij een werkgever als derdebetaler is de minimale tussenkomst gelijk aan de wettelijke werkgeversbijdrage. Er is geen tussenkomst mogelijk op abonnementen Omnipas 65+. De abonnementen worden afgeleverd aan de abonnee op basis van een identiteitskaart die de woonplaats aangeeft (lokale overheid) of op basis van een door de derdebetaler afgeleverd attest (andere derdebetaler). Een reiziger kan binnen dit systeem in aanmerking komen voor tussenkomst van twee derdebetalers. In dit geval wordt volgende prioriteit tussen de verschillende derdebetalers toegepast: 1. verrekening van de gezinskortingen bij Buzzy Pazz jaar; 2. tussenkomst andere derdebetaler (werkgever, ) is niet combineerbaar met gezinskortingen; 3. tussenkomst derdebetaler lokale overheid op het saldo. 4. Tussenkomst onderwijsinstelling De kostprijs voor de derdebetaler is gelijk aan (prijs van het abonnement x procentuele tussenkomst op het abonnement). Er gebeurt een maandelijkse facturatie. Systeem 2: tussenkomst op kaarten 50

51 De Lijn levert op vraag van de derdebetaler meerrittenkaarten af voor 10 verplaatsingen tegen een vast tarief, die geldig zijn voor een welbepaalde verplaatsing (met overstapmogelijkheid binnen het tijdstarief en uitsluitend binnen het bestemmingsgebied geen verlenging van de reisweg mogelijk). Het door De Lijn vastgelegde type van gemeentekaart kan via de externe voorverkooppunten verdeeld worden. Gemeentekaarten met afwijkende tarieven kunnen via gemeentelijke verkoopkanalen aangeboden worden. De facturatie gebeurt maandelijks op basis van het aantal ontwaardingen. Systeem 3: tussenkomst op biljetten De reiziger kan een bepaalde verplaatsing maken tegen een vast tarief. - De Lijn levert hiertoe op haar voertuigen een heen- en terugbiljet derdebetaler af (met overstapmogelijkheid binnen het tijdstarief en uitsluitend binnen het bestemmingsgebied geen verlenging van de reisweg mogelijk). - De reiziger betaalt niets en ontvangt een biljet enkele reis. De facturatie gebeurt maandelijks op basis van het aantal ontwaardingen. Er worden magnetische vervoerbewijzen afgeleverd. Systeem 4: gratis netabonnement voor bepaalde leeftijdscategorie(ën) De Lijn levert gratis netabonnementen af aan alle inwoners van de door de derdebetaler bepaalde leeftijdscategorie(ën). De aflevering van deze abonnementen gebeurt in bulk aan de derdebetaler en op basis van de door de derdebetaler en volgens een strikt schema aangeleverde bestanden. Dit systeem derdebetaler is alleen van toepassing voor lokale overheden. De prijs wordt berekend door het totaal aantal inwoners van de gemeente op 1 januari van het jaar dat voorafgaat aan de toepassing van dit derdebetalersysteem te vermenigvuldigen met de eenheidsprijzen die per leeftijdscategorie vastgelegd zijn. Als de derdebetaler in afwijking van de algemene regel wenst dat De Lijn instaat voor de verdeling van de afgeleverde abonnementen dan zal de kostprijs hiervoor ten laste van de derdebetaler zijn. Er worden magnetische vervoerbewijzen afgeleverd met als benaming Buzzy Pazz (6 tot en met 24 jaar) of Omnipas (vanaf 25 jaar tot en met 64 jaar). Derde Betaler Systeem Nieuwe Inwoners. De Lijn levert op afroep informatiepakketten aan de derdebetaler/gemeente met daarin o.a. een Lijnkaart van 14 euro. De Lijn en de derdebetaler betalen elk de helft van deze Lijnkaarten. De derdebetaler biedt het informatiepakket en de Lijnkaarten gratis aan elke nieuwe inwoner aan. De totale kost voor de derdebetaler wordt als volgt berekend: (aantal Lijnkaarten x tarief Lijnkaart 51

52 voorverkoop ) / 2 Na levering van de informatiepakketten en Lijnkaarten ontvangt de derdebetaler een factuur Reizigers, Vervoerbewijzen en abonnementen Overzicht steden en gemeenten die een derde-betalersysteem toepassen Gemeente Start Systeem Aard van de tegemoetkoming Aalst 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas voor reizigers van 60 tot en met 64 jaar Aalst 1/07/ % bijdrage voor Omnipas (alleen driemaand- en jaarabonnementen) Aalst 1/11/ Inwoner van Aalst betaalt 1,00 euro per rit met een rittenkaart derdebetaler op het grondgebied van de stad en de deelgemeenten. Aarschot Gratis nachtvervoer in regio Leuven Aartselaar 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Alken 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Anzegem 1/06/ Gratis Lijnkaart voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente. As 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz As 1/07/ % bijdrage voor Omnipas 60 tot en met 64 jaar Asse 1/04/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Balen 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas Beernem 1/02/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Beersel 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor 16- tot en met 18-jarigen Bekkevoort 1/05/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Beringen 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Berlaar 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz & Omnipas 60+ Berlaar 1/01/ % bijdrage voor Omnipas Berlare 1/02/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor 12- tot en met 18-jarigen Berlare 1/02/ % bijdrage voor Buzzy Pazz VT-/VG-abonnement en Omnipas 60+ VT-/VGabonnement Bertem 2/05/2009 Gratis nachtvervoer in regio Leuven 52

53 Beveren 1/11/ Nulbiljet op dinsdag Beveren 1/11/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Bierbeek 2/05/2009 Gratis nachtvervoer in regio Leuven Bierbeek 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Bilzen 7/05/ reiziger betaalt 0 euro per rit op woensdagen (wekelijkse marktdag) Bocholt 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas Bocholt 1/12/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied gemeenten Bocholt, Bree en Meeuwen Gruitrode Bocholt 1/04/ % bijdrage voor Omnipas 60 tot en met 64 jaar Boom 1/05/ gratis Omnipas voor 60- tot 64-jarigen mits betaling van een retributie van 50 euro aan gemeente Boom (tot 1 mei 2017) Boom 1/05/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas (vanaf 1 mei 2017 krijg je 30% korting bij aankoop van je abonnement) Boom 1/02/ % bijdrage voor Verhoogde tegemoetkoming Borgloon 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied stad Bornem 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied van de gemeenten Bornem, Puurs en Sint-Amands Bornem 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Omnipas, Verhoogde tegemoetkoming, VGnetabonnement Boutersem gratis nachtvervoer in regio Leuven Bree 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied van Bocholt, Bree en Meeuwen-Gruitrode Bree 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Bree 1/09/ Reiziger betaalt 0 euro per rit tussen Bree Busstation en het centrum op vrijdagen (wekelijkse marktdag) Brugge 3 P&R Brugge: gratis rit van parking Centrum Station naar het stadscentrum Damme 1/07/ reiziger betaalt 1 euro per rit met een rittenkaart derdebetaler op het grondgebied van Damme De Haan 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz De Panne 1/02/ % bijdrage voor Buzzy Pazz De Pinte 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz De Pinte 1/08/ gratis VG-abonnement Deinze 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Buzzy Pazz Verhoogde tegemoetkoming en Buzzy Pazz VG-abonnement Dendermonde 1/09/ nulbiljet op maandag Dendermonde 19/10/ % bijdrage op Buzzy Pazz en Omnipas abonnementen voor Cambio gebruikers Diepenbeek 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied gemeente Diepenbeek 1/01/ reiziger betaalt 0 euro per rit op maandagen (wekelijkse marktdag) Diest 1/02/ reiziger betaalt 1 euro voor een heen- en terugbiljet op zaterdag, afstaphalte in heenrit en opstaphalte in terugrit op grondgebied Diest Diest 1/02/ reiziger betaalt 0,50 euro voor een tweerittenkaart op weekdagen voor verplaatsingen met de belbussen in Diest Diksmuide 28/07/ Nulbiljet op marktdagen Drogenbos 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Duffel 1/09/ reiziger betaalt 0 euro per rit op grondgebied gemeente Eeklo 1/10/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op het grondgebied van de gemeente Eeklo Essen 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op het grondgebied van de gemeenten Essen en Kalmthout Evergem 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Omnipas, Verhoogde tegemoetkoming en VG-netabonnement Genk 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas 53

54 Genk 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied stad Genk 1/02/ Gratis Lijnkaart voor nieuwe inwoners Gent 1/09/ Gratis netabonnement min 12-jarigen Gent 1/09/ Gratis netabonnement 12- tot 14-jarigen Gent 17/10/2014 Extra elke dag nachtvervoer Geraardsbergen 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op het grondgebied van Geraardsbergen en de deelgemeenten Grobbendonk 1/12/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor 12 jarigen Ham 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Hamont-Achel 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied van de gemeente Neerpelt en Hamont-Achel Harelbeke 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Hasselt 1/01/ Gratis Buzzy Pazz VG/VT en Omnipas VG/VT Hasselt 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied stad Hasselt 1/01/ Gratis netabonnement voor 6 t.e.m. 19 jarigen Hasselt 1/12/ nulbiljet voor verplaatsingen tussen parking Boudewijnlaan en binnenstad Heist-op-den-Berg 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied van de gemeente Heist o/d Berg Hemiksem 1/03/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Verhoogde tegemoetkoming Herent 1/01/ Gratis Lijnkaart voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente Herent Gratis nachtvervoer in regio Leuven Herk-de-Stad 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied gemeente Herzele 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor studiebeursgerechtigden Heusden-Zolder 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied gemeente Hoeilaart 1/01/ Gratis Gemeentekaart Hoeilaart 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Holsbeek 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Holsbeek 1/05/ Gratis Lijnkaart voorverkoop voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente. Hooglede 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Ichtegem 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor 12 tot 24-jarigen Ieper 1/12/ Reiziger betaalt 0.60 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied van de stad en deelgemeenten Ingelmunster 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Kalmthout 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied van de gemeenten Essen en Kalmthout Kasterlee 1/02/ % bijdrage voor Omnipas Keerbergen 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas Kluisbergen 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz tot en met 18 jaar Kluisbergen 1/09/ Gratis Lijnkaart voorverkoop voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente. Knesselare 1/09/ Nulbiljet, elke dag Koksijde 1/08/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Kortemark 1/04/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Kortenberg 1/09/ Reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied van de gemeenten Kortenberg, Everberg, Meerbeek en Erps-Kwerps Kortenberg Gratis nachtvervoer in regio Leuven Kraainem 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Kruibeke 7/05/ % bijdrage voor Verhoogde tegemoetkoming en VGnetabonnement Kruishoutem 1/03/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Omnipas, Verhoogde tegemoetkoming en VG-netabonnement 54

55 Kruishoutem 1/10/ Gratis Lijnkaart voorverkoop voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente. Kuurne 1/01/ Inwoner betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) in een welbepaald gebied (zie details Kuurne) Kuurne 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Laakdal 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Omnipas, Verhoogde tegemoetkoming, VGnetabonnement Laarne 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Lanaken 1/01/ Nulbiljet op dinsdag (marktdag) Lebbeke 1/08/ % bijdrage voor Buzzy Pazz jaarabonnementen voor 12- tot en met 18- jarigen Lede 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Buzzy Pazz Verhoogde tegemoetkoming en Buzzy Pazz VG abonnement Lede 1/01/ rittenkaart derdebetaler voor 8,00 euro aan het loket in het gemeentehuis Leopoldsburg 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied gemeente Leuven 1/05/ jarigen inwoners van de stad Leuven en deelgemeenten Heverlee, Kessel-Lo, Wilsele en Wijgmaal Leuven 6/07/ Reiziger betaalt op zaterdag 2,00 euro voor een heen- en terugbiljet voor verplaatsingen van en naar Leuven Leuven P+Bus: gratis naar het centrum op vertoon van uw parkeerticket Leuven Studentenpas: houders van een studentenpas ( 20) reizen gratis binnen tariefzone 40 Leuven Gratis nachtvervoer in regio Leuven Liedekerke 1/03/ % bijdrage voor Buzzy Pazz 1 jaar, Omnipas 1 jaar, Verhoogde tegemoetkoming, VG-netabonnement Liedekerke 1/03/ reiziger betaalt 0,50 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied gemeente Lier 1/02/ % bijdrage voor Verhoogde Tegemoetkoming en VG-netabonnement Lille 1/08/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Linkebeek 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor -12-jarigen Lommel 1/12/ reiziger betaalt 1 euro (rittenkaart derdebetaler) per rit voor verplaatsingen binnen de stadsgrenzen van Lommel Lo-Reninge 1/08/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Lovendegem 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor 12- tot en met 18-jarigen Maasmechelen 1/04/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied gemeente Machelen 1/07/ tot 64-jarigen Machelen 1/11/ Gratis Lijnkaart voorverkoop voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente. Machelen 1/07/ % tussenkomst in een jaarabonnement Buzzy Pazz Mechelen 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Meeuwen-Gruitrode 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied van Bocholt, Bree en Meeuwen-Gruitrode Meise 5 Gratis Lijnkaart voorverkoop voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente. Melle 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Merelbeke 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Middelkerke 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Mol 1/07/ % bijdrage voor Omnipas Mol 1/01/2016 reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) binnen de gemeentegrenzen van Mol Moorslede 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Mortsel 1/01/ % bijdrage voor Omnipas (enkel geldig op jaarabonnementen) Neerpelt 1/01/ reiziger betaalt 0 euro per rit op zaterdagen (wekelijkse marktdag) 55

56 Neerpelt 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) binnen de gemeentegrenzen van Neerpelt, Overpelt en Hamont-Achel Nevele 1/07/ % bijdrage voor Omnipas 60+ Nevele 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Niel 1/05/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Nieuwpoort 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Ninove 1/08/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor 12- tot en met 18-jarigen Olen 1/05/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Oostende 1/06/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas Oostende 1/06/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor Oostendenaars die school lopen of tewerkgesteld zijn in Oostende Oostende 1/03/ tot 64-jarigen Oostende 3 0,50 euro tussen Park&Ride en stadscentrum Oosterzele 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Oostkamp 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Oostrozebeke 1/08/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Opglabbeek 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Omnipas, Verhoogde tegemoetkoming, vervoergarantie Oudenburg 1/03/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Oud-Heverlee Gratis nachtvervoer in regio Leuven Oud-Turnhout 1/05/ % bijdrage voor Buzzy Pazz voor 12-jarigen Overijse 1/02/ reiziger betaalt op donderdag niets op het grondgebied van de gemeente Overijse 1/06/ Gratis Lijnkaart voorverkoop voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente. Overpelt 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied gemeente en voor de verplaatsingen van Overpelt naar Neerpelt Peer 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op het grondgebied van de stad Peer of voor een rit van Peer naar Overpelt Ziekenhuis met lijn 33 Pittem 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Puurs 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op het grondgebied van de gemeenten Bornem, Puurs en Sint-Amands Ravels 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Omnipas, Verhoogde tegemoetkoming, VGnetabonnement Retie 1/01/ % bijdrage voor Omnipas Rijkevorsel 1/05/ % bijdrage voor Omnipas 60+ Roeselare 1/10/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Ronse 1/05/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op het grondgebied van de gemeente Ronse Rotselaar Gratis nachtvervoer in regio Leuven Rumst 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Rumst 70 % bijdrage voor Verhoogde tegemoetkoming (Buzzy Pazz) Schelle 1/03/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Scherpenheuvel-Zichem 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op het grondgebied van de stad Sint-Amands 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op het grondgebied van de gemeenten Bornem, Puurs en Sint-Amands Sint-Katelijne-Waver 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Sint-Lievens-Houtem 1/08/ % bijdrage voor Buzzy Pazz tot en met 19 jaar Sint-Martens-Latem 1/09/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Sint-Martens-Latem 1/09/ % bijdrage voor Omnipas, VT-abonnement en VGabonnement Sint-Niklaas 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Sint-Truiden 1/06/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Staden 1/07/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Stekene 1/07/ Nulbiljet op zaterdag 56

57 Tessenderlo 1/08/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas (24- tot 59-jaar) Tessenderlo 1/08/ % bijdrage voor Omnipas 60 tot en met 64 jaar Tervuren 1/01/ Gratis Lijnkaart voor nieuwe inwoners. De verdeling van deze gratis Lijnkaart verloopt via de gemeente Tervuren Gratis nachtvervoer in regio Leuven Tongeren 1/02/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied stad Tongeren en Herstappe Tongeren 1/02/ Gratis VG-abonnement Vorselaar 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Westerlo 1/09/ % bijdrage voor Omnipas Willebroek 1/01/ % bijdrage voor Omnipas Zaventem Luchthaven 1/01/ nulbiljet voor verplaatsingen op het grondgebied van de luchthaven Zonnebeke 10/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz Zottegem 1/01/ reiziger betaalt 1 euro per rit (rittenkaart derdebetaler) op grondgebied Zottegem en deelgemeenten Zuienkerke 1/01/ % bijdrage voor Buzzy Pazz en Omnipas Zutendaal 1/03/ % bijdrage voor Buzzy Pazz, Omnipas, Verhoogde tegemoetkoming, Vervoergarantie Zutendaal 1/10/ Gratis Lijnkaart voor nieuwe inwoners Zwalm 1/06/2014 OCMW geeft 25 % korting op Buzzy Pazz en Omnipas Zwijndrecht 1/01/ Gratis Buzzy Pazz voor 6 tot 24-jarigen, gratis Omnipas voor 25 tot 64-jarigen, mits betaling van retributie van 28euro aan gemeente Zwijndrecht Personeel Personeelsbestand De lijn 2016 De VVM geeft haar personeelsaantal volgens functionele inzet : 57

58 totaal 5496 Jaarverslag preventie

VR 2016 2503 DOC.0312/2

VR 2016 2503 DOC.0312/2 VR 2016 2503 DOC.0312/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de activiteiten en openbaredienstverplichtingen van de distributienetbeheerders

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones, artikel 4 en 5;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones, artikel 4 en 5; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lage-emissiezones DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID [C 2016/35312] 26 FEBRUARI 2016. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende lage-emissiezones DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen,

Nadere informatie

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende lageemissiezones

Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende lageemissiezones Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende lageemissiezones DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van XXX; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op XXX; Gelet op

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Belgisch Staatsblad dd MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 55498 MONITEUR BELGE 09.05.2017 BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID [C 2017/30270] 31 MAART 2017. Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

VR DOC.0113/2BIS

VR DOC.0113/2BIS VR 2017 1702 DOC.0113/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lage-emissiezones DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 november 2015 betreffende lageemissiezones

Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 november 2015 betreffende lageemissiezones Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 november 2015 betreffende lageemissiezones DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur

Nadere informatie

VR DOC.0005/2BIS

VR DOC.0005/2BIS VR 2019 1101 DOC.0005/2BIS Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 november 2015 betreffende lageemissiezones DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister

Nadere informatie

Jaarboek van het personenvervoer over de weg in Vlaanderen

Jaarboek van het personenvervoer over de weg in Vlaanderen Jaarboek van het personenvervoer over de weg in Vlaanderen 2003 1 Rapportering Personenvervoer 2003 Inhoudstabel : 1. Wettelijk Kader 2. Geregeld vervoer in het Vlaamse Gewest vanuit of naar dit gewest

Nadere informatie

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme

Nadere informatie

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/046 BERAADSLAGING NR. 18/027 VAN 6 MAART 2018 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE DIRECTIE-GENERAAL

Nadere informatie

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : DECREET tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg

Nadere informatie

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45 Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45 www.lovendegem.be Algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties van toepassing op overtredingen op het stilstaan en parkeren en op de overtredingen

Nadere informatie

VR DOC.0712/2

VR DOC.0712/2 VR 2018 0607 DOC.0712/2 VR 2018 0607 DOC.0712/2 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen Na beraadslaging, DE VLAAMSE

Nadere informatie

Reglement voor een lage-emissiezone (LEZ) in Gent

Reglement voor een lage-emissiezone (LEZ) in Gent Reglement voor een lage-emissiezone (LEZ) in Gent Goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 april 2019 Bekendgemaakt op 25 april 2019 Inhoudstafel Artikel 1. Doel... 1 Artikel 2. Definities... 1 Artikel 3.

Nadere informatie

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen

Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister

Nadere informatie

Nieuwsbrief verkeersreglementering februari 2019

Nieuwsbrief verkeersreglementering februari 2019 Nieuwsbrief verkeersreglementering februari 2019 1. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31.01.2019 wijz. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21.03.2013 houdende de voorwaarden

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie en de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie en de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; Ontwerp van decreet houdende wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat betreft de vergroening van de verkeersfiscaliteit voor lichte vracht en oldtimers DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

LEZ.. is less het moet met minder

LEZ.. is less het moet met minder LEZ.. is less het moet met minder OLD.. is more hoe moet het verder? Eén land = drie gewesten LEZ kaderwetten zijn gewestelijk LEZ: Wat en waarom? Een lage-emissiezone (LEZ) is: een afgebakend gebied waarin

Nadere informatie

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen; PPS Decreet 18 JULI 2003. - Decreet betreffende Publiek-Private Samenwerking. Publicatie : 19-09-2003 Inwerkingtreding : 29-09-2003 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1-2 HOOFDSTUK II.

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT: Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van

Nadere informatie

VR DOC.1285/2TER

VR DOC.1285/2TER VR 2016 2511 DOC.1285/2TER Ontwerp van decreet houdende wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat betreft de vergroening van de verkeersfiscaliteit voor lichte vracht en oldtimers

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ Betreft: Gegevensuitwisseling in het

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 14/1.1.1 en 14/1.1.2, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 14/1.1.1 en 14/1.1.2, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018; Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de erkenning van regelluwe zones voor energie DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet

Nadere informatie

VR DOC.0541/2BIS

VR DOC.0541/2BIS VR 2017 0206 DOC.0541/2BIS Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoersmaatschappij

Nadere informatie

Lageemissiezones. in Vlaanderen. BENELUX-overleg ronde tafel milieuzones 19 februari 2019 Lieslotte Wackenier. Leiegardens 2014, Your Estate Solution

Lageemissiezones. in Vlaanderen. BENELUX-overleg ronde tafel milieuzones 19 februari 2019 Lieslotte Wackenier. Leiegardens 2014, Your Estate Solution Lageemissiezones in Vlaanderen BENELUX-overleg ronde tafel milieuzones 19 februari 2019 Lieslotte Wackenier Leiegardens 2014, Your Estate Solution Vooraf LEZ = regionale bevoegdheid Spelregels zijn anders

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; BESLUIT: Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren in het kader van de zesde staatshervorming DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen en het koninklijk besluit

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 653 (2015-2016) Nr. 4 20 april 2016 (2015-2016) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten ingevolge de integratie van

Nadere informatie

VR DOC.1273/2

VR DOC.1273/2 VR 2017 0612 DOC.1273/2 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de aanpassing van de groenestroomdoelstellingen, de WKK-doelstellingen en de energieheffing

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2008-2009 18 februari 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1853 (2008-2009)

Nadere informatie

OVERZICHT REGELGEVING KABELS EN LEIDINGEN INFORMATIE PORTAAL

OVERZICHT REGELGEVING KABELS EN LEIDINGEN INFORMATIE PORTAAL OVERZICHT REGELGEVING KABELS EN LEIDINGEN INFORMATIE PORTAAL I. KLIP-DECREET Decreet van 14 maart 2008 houdende de ontsluiting en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels en leidingen (B.S.,

Nadere informatie

VR DOC.0977/2BIS

VR DOC.0977/2BIS VR 2017 0610 DOC.0977/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 32bis van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 6 maart 2009 betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2006-2007 4 juli 2007 ONTWERP VAN DECREET tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1208 (2006-2007) Nr. 1: Ontwerp

Nadere informatie

VR DOC.1111/2

VR DOC.1111/2 VR 2017 1011 DOC.1111/2 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoersmaatschappij

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2007 2996 VLAAMSE OVERHEID [C 2007/36057] 25 MEI 2007. Decreet tot wijziging van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op

Nadere informatie

2. De verplichtingen uit dit decreet doen geen afbreuk aan verplichtingen uit toepasselijke sectorreglementering, die in voorkomend geval cumulatief m

2. De verplichtingen uit dit decreet doen geen afbreuk aan verplichtingen uit toepasselijke sectorreglementering, die in voorkomend geval cumulatief m OVERZICHT REGELGEVING KABELS EN LEIDINGEN INFORMATIE PORTAAL I. KLIP-DECREET Decreet van 14 maart 2008 houdende de ontsluiting en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels en leidingen (B.S.,

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad van 30 april Versie in voege vanaf 1 mei 2017

Belgisch Staatsblad van 30 april Versie in voege vanaf 1 mei 2017 Koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer Onmiddellijke inningen Belgisch Staatsblad van 30 april

Nadere informatie

VR DOC.0286/2BIS

VR DOC.0286/2BIS VR 2017 3103 DOC.0286/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 232 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU

Nadere informatie

DE LAGE EMISSIEZONE IN DE PRAKTIJK

DE LAGE EMISSIEZONE IN DE PRAKTIJK ZONE DE LAGE EMISSIEZONE IN DE PRAKTIJK Sinds januari 2018 is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een lage emissiezone. Wat betekent dit voor u? bps-bpv brussels Bruxelles Prévention & Sécurité Brussel

Nadere informatie

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES Zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van Hamme van 18 juni 2014. HOOFDSTUK 1: TOEPASSINGSGEBIED... 2 HOOFDSTUK 2: SANCTIES... 2 AFDELING 1:

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli

Nadere informatie

Lage-emissie zones in België. What s next?

Lage-emissie zones in België. What s next? Lage-emissie zones in België What s next? Lage-emissiezones Onlangs kondigde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan dat vanaf 2018 de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan zullen worden geweerd

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

VR DOC.0337/2

VR DOC.0337/2 VR 2016 1504 DOC.0337/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014 DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT: Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming en het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen,

Nadere informatie

Basiswetboek Wegverkeer. Voor de politie

Basiswetboek Wegverkeer. Voor de politie Basiswetboek Wegverkeer Voor de politie Basiswetboek Wegverkeer Voor de politie Dit wetboek is bijgewerkt tot en met het Belgisch Staatsblad van 30 juni 2011. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk

Nadere informatie

VR DOC.1441/2BIS

VR DOC.1441/2BIS VR 2018 0712 DOC.1441/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de inlichtingen van het verslag, het opleggen van concrete beschermende maatregelen, het delen van gegevens, documenten en informatiedragers

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/085 BERAADSLAGING NR. 18/048 VAN 8 MEI 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE FEDERALE

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 182 Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van voorwaarden voor een bijzondere oproep om voor bepaalde woongelegenheden een erkenningskalender in te dienen en tot wijziging van de regelgeving

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING. Stuk 1124 (2006-2007) Nr. 4. Zitting 2006-2007. 23 mei 2007 3087 OPE

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING. Stuk 1124 (2006-2007) Nr. 4. Zitting 2006-2007. 23 mei 2007 3087 OPE Zitting 2006-2007 23 mei 2007 ONTWERP VAN DECREET tot wijziging van het decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water, wat betreft elektriciteit

Nadere informatie

Lage-emissiezone (LEZ) in Antwerpen: Belgische primeur Filip Lenders Projectleider LEZ Antwerpen

Lage-emissiezone (LEZ) in Antwerpen: Belgische primeur Filip Lenders Projectleider LEZ Antwerpen Lage-emissiezone (LEZ) in Antwerpen: Belgische primeur Filip Lenders Projectleider LEZ Antwerpen 10 oktober 2016 Waarom? Regelgeving Praktisch Communicatie Waarom een lage-emissiezone? verloren gezonde

Nadere informatie

Lage-em issiezone Antw erpen. Hoorzitting Luchtkwaliteit Minaraad 14/3/2018 Filip Lenders Stad Antwerpen

Lage-em issiezone Antw erpen. Hoorzitting Luchtkwaliteit Minaraad 14/3/2018 Filip Lenders Stad Antwerpen Lage-em issiezone Antw erpen Hoorzitting Luchtkwaliteit Minaraad 14/3/2018 Filip Lenders Stad Antwerpen Inhoud LEZ kader en praktijk Verschuiving wagenpark Emissiereductie Vergelijking binnen/buitenland

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 340 (2014-2015) Nr. 3 3 juni 2015 (2014-2015) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft

Nadere informatie

VR DOC.0360/2

VR DOC.0360/2 VR 2017 2104 DOC.0360/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

Vervuilende voertuigen worden geweerd in stad Antwerpen

Vervuilende voertuigen worden geweerd in stad Antwerpen Vervuilende voertuigen worden geweerd in stad Antwerpen De hele Antwerpse binnenstad en een deel van Linkeroever worden vanaf 1 februari 2017 een lage-emissiezone (LEZ). De meest vervuilende voertuigen

Nadere informatie

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 9864 MONITEUR BELGE 29.01.2019 BELGISCH STAATSBLAD BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2019/10473] 17 JANUARI 2019. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie

Nadere informatie

Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (Tekst geldend op: 30-12-2008) Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.863/3 van 22 februari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen 2/8 advies

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET

VOORSTEL VAN DECREET Zitting 2008-2009 30 april 2009 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Patrick Lachaert, mevrouw Tinne Rombouts en de heren Bart Martens, Patrick De Klerck, Erik Matthijs en André Van Nieuwkerke houdende wijziging

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van voorwaarden voor een bijzondere oproep om voor bepaalde woongelegenheden een erkenningskalender in te dienen en tot wijziging van het besluit van

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 49;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 49; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging en de opheffing van diverse besluiten over wonen, wat betreft leegstand, verwaarlozing, ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring en de technische normen

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen

Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen Datum 04/10/2013 DOCUMENT De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van

Nadere informatie

VR DOC.0388/2BIS

VR DOC.0388/2BIS VR 2019 2903 DOC.0388/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende een verbod op het houden van pelsdieren en op het houden van dieren voor de productie van foie gras door middel van dwangvoedering DE

Nadere informatie

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden (B.S. 19.II.1999) Art. 1. HOOFDSTUK I. DEFINITIES Voor de toepassing

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering betreffende het ontwerp van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 4.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 293/2012 VAN DE COMMISSIE van 3 april 2012 inzake de monitoring en rapportering

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, 29.4.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 127/129 RICHTLIJN 2014/46/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid; Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wat betreft de participatieorganisatie en

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. 1375 (2011-2012) Nr. 7 15 februari 2012 (2011-2012) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. 1375 (2011-2012) Nr. 7 15 februari 2012 (2011-2012) stuk ingediend op stuk ingediend op 1375 (2011-2012) Nr. 7 15 februari 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de wijziging van diverse bepalingen van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd N. 2001 1162 [C 2001/35430] 20 APRIL 2001. Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 1025 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE N. 2008 92 VLAAMSE OVERHEID [C 2007/37387]

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992, artikel /2 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992, artikel /2 ; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de kilometerheffing, de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen, de geïntegreerde woonbonus, de energieheffing

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot uitvoering van het decreet betreffende de private arbeidsbemiddeling, wat betreft de invoering

Nadere informatie

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid 1 Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid IVC/KSZG/18/222 BERAADSLAGING NR. 18/122 VAN 2 OKTOBER 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER HET VERLOOP VAN DE VASTSTELLING

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit GEMEENTERAAD Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 12 mei 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00469 Onderwerp: Stedelijk reglement inzake taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder

Nadere informatie

tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen

tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen stuk ingediend op 1093 (2010-2011) Nr. 4 30 juni 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen

Nadere informatie

Concordantietabel B. januari Vlaamse omzettingsmaatregel

Concordantietabel B. januari Vlaamse omzettingsmaatregel RICHTLIJN (EU) 2015/719 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2015 tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap

Nadere informatie

VR DOC.1298/2QUATER

VR DOC.1298/2QUATER VR 2018 3011 DOC.1298/2QUATER Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten voor de vervanging van oude en vervuilende individuele verwarmingssystemen op vaste brandstoffen

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen, het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag en de invordering van niet-fiscale

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, artikel 93:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, artikel 93: Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de kilometerheffing, de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen, de geïntegreerde woonbonus, de energieheffing

Nadere informatie

VR DOC.0887/2BIS

VR DOC.0887/2BIS VR 2017 1509 DOC.0887/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering betreffende het ontwerp Koninklijk

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/10/122 BERAADSLAGING NR. 09/053 VAN 1 SEPTEMBER 2009, GEWIJZIGD OP 5 OKTOBER 2010, MET BETREKKING TOT DE

Nadere informatie