Raamovereenkomst

Transcriptie

1 Raamovereenkomst Definitief concept: 1.0 Datum: 23 juni 2016

2

3 1 Inleiding Deze raamovereenkomst is tot stand gekomen in de samenwerking tussen vier partijen, namelijk de DDFK gemeenten, woningcorporatie Thús Wonen, woningcorporatie Wonen Noordwest Friesland en Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland. In deze raamovereenkomst zijn de basisafspraken voor de lange termijn vastgelegd. Het gaat voornamelijk om de afspraken met betrekking tot de rol van de betrokken partijen en het proces van samenwerking. Daarnaast worden in het kort de gezamenlijke ambities weergegeven die de basis vormen voor de concrete prestatieafspraken. Het volgende schema illustreert de verhouding tussen raamovereenkomst lange termijn en de prestatieafspraken op korte termijn (bron: Handreiking Prestatieafspraken, Samenwerken volgens de Woningwet 2015). 2 Rol betrokken partijen De tekst van de nieuwe woningwet is als uitgangspunt genomen voor de samenwerking tussen de vier partijen. Gemeenten DDFK De gemeenten DDFK bestaan uit de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. De beleidsvisie Wonen vormt de leidraad voor de gemeenten om toekomstige ontwikkelingen op het gebied van wonen te bewaken en te faciliteren. De beleidsvisie Wonen is ook leidend voor het maken van woningbouwafspraken met de provincie Fryslân en de regio Noordoost Fryslân en voor het maken van concrete prestatieafspraken met de corporaties, huurdersvereniging en ontwikkelaars. De beleidsvisie Wonen wordt, volgens de bepalingen uit de nieuwe woningwet, afgestemd op de ontwikkelingen in de regio. Woningcorporatie Thús Wonen Thús Wonen is de grootste sociale verhuurder in de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel en Kollumerland c.a. De missie van Thús Wonen is om mensen met een laag inkomen te helpen aan een geschikte woning en te zorgen voor een gevarieerd woningaanbod dat zo goed mogelijk is afgestemd op de verschillende huurdersgroepen. De woningen van Thús Wonen voldoen aan de basiseisen voor goed wonen en kunnen dankzij die eenvoud betaalbaar blijven. 3

4 Door krimp en overheidsbeleid moet Thús Wonen scherpe keuzes maken en focussen op haar kerntaak: zorgen voor betaalbare, fatsoenlijk huizen in een prettige omgeving. Voor plezierig wonen zijn saamhorigheid, leefbaarheid en woonomgeving minstens zo belangrijk als de staat van onderhoud van de woning. De dienstverlening van Thús Wonen is dan ook gericht op zowel het op peil houden van de woningen als op de leefbaarheid van de woonomgeving. Woningcorporatie Wonen Noordwest Friesland In de gemeente Ferwerderadiel is woningcorporatie Wonen Noordwest Friesland de corporatie met de meeste sociale huurwoningen. De missie van Wonen Noordwest Friesland is om een transparante en klantgerichte corporatie te zijn, die op actieve en innovatieve wijze invulling geeft aan haar volkshuisvestingstaken: goede en betaalbare woningen in een prettige woon- en leefomgeving. Wonen Noordwest Friesland zorgt voor goede, betaalbare en energiezuinige woningen, passend voor de doelgroepen van haar beleid. Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland De Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland (HDBF) is het wettelijk orgaan voor de invloed en medezeggenschap van de huurders in de gemeenten DDFK bij de verhuurder(s) van huurwoningen en bij het gemeentebestuur. De vereniging zet zich in voor de belangenbehartiging van de zittende en toekomstige huurders van verhuurders waar de HDBF een overeenkomst mee heeft gesloten. 3 Werkwijze De herziene Woningwet 2015 geeft aan hoe de verhoudingen tussen gemeente, corporatie en huurderorganisatie zijn. Kern is dat maatschappelijke investeringen door corporatie hun verankering krijgen in het volkshuisvestingbeleid dat de gemeente vaststelt. In het onderstaande schema is het proces inzichtelijk gemaakt. 1. Gemeentelijke beleidsvisie Wonen De gemeenten DDFK stellen in mei 2016 de beleidsvisie Wonen vast. In deze beleidsvisie Wonen is aangegeven welke bijdrage aan de volkshuisvestelijke opgave van de corporatie verwacht wordt. De beleidsvisie Wonen vormt de basis voor de te maken prestatieafspraken voor de komende vier jaar. Indien nodig wordt de beleidsvisie Wonen tussentijds geactualiseerd. 2. Uitgeven en uitbrengen bod Jaarlijks wordt in samenspraak met de huurdersvereniging door de woningcorporaties een bod voorbereid ten aanzien van de beleidsvisie Wonen Het wordt vóór 1 juli door de woningcorporaties uitgebracht en bekend gemaakt aan de gemeenten DDFK en de huurdersvereniging. 4

5 3. Prestatieafspraken Vervolgens gaan de corporaties, de gemeenten DDFK en de huurdersvereniging aan de hand van de beleidsvisie Wonen en het bod met elkaar in gesprek over de te maken prestatieafspraken. Het streven van de gemeenten, de corporaties en de huurdersvereniging is om voor 1 oktober tot overeenstemming te komen. Vóór 15 december moeten de corporaties de prestatieafspraken samen met de vastgestelde begroting naar de Minister versturen. Mocht onverhoopt de overeenstemming tussen partijen over de prestatieafspraken uitblijven, dan dienen partijen dit direct aan het ministerie van Wonen en Rijksdienst te melden. 4. Evaluatie van realisatie In maart gaan de gemeenten, corporaties en huurdersvereniging met elkaar in gesprek over de uitvoering van de prestatieafspraken in het voorgaande jaar. Het gaat dan zowel om de uitvoering van jaarlijkse als de vijfjaarlijkse afspraken. De corporaties bieden als basis voor de evaluatie in haar jaarverslag inzicht in de voortgang van de uitvoering. De evaluatie vindt plaats doordat partijen het gezamenlijk vastgestelde format invullen. 4 Jaarplanning Wat Wie Wanneer 1. Ambtelijk overleg breed met sociaal domein: evaluatie uitvoering prestatieafspraken voorgaande jaar en vooruitkijken volgend jaar 2. Bestuurlijk overleg: evaluatie uitvoering prestatieafspraken en vooruitkijken volgend jaar. 3. Uitbrengen bod en bekendmaken aan DDFKgemeenten en HDBF 4. Ambtelijk overleg prestatieafspraken volgende jaar aan de hand van beleidsvisie Wonen en het bod van corporaties DDFK-gemeenten, corporaties en HDBF DDFK-gemeenten, corporaties en HDBF Corporaties DDFK-gemeenten, corporaties en HDBF Maart April Vóór 1 juli Augustus 5. Opstellen concept-prestatieafspraken Interne afstemming met sociaal domein 6. Bestuurlijk overleg concept-prestatieafspraken volgende jaar DDFK-gemeenten, corporaties en HDBF DDFK-gemeenten, corporaties en HDBF 7. Overeenstemming prestatieafspraken DDFK-gemeenten, corporaties en HDBF September September Vóór 1 oktober 8. Besluitvorming prestatieafspraken B&W DDFK-gemeenten November 9. Versturen prestatieafspraken met vastgestelde begroting naar Minister Corporaties Vóór 15 december 5

6 5 Algemene afspraken Naast bovengenoemde werkwijze ten aanzien van de jaarlijkse cyclus is er een aantal algemene procesafspraken tussen de partijen gemaakt. Algemene afspraken: 1. De gemeente, de corporaties en de huurdersvereniging delen de volgende informatie met elkaar: Programma-begroting DDFK-gemeenten Woonprogramma DDFK-gemeenten Beleid Sociaal Domein DDFK-gemeenten Ondernemingsplan corporaties Strategisch Voorraadbeleid corporaties Jaarverslag corporaties Verenigingsplan HDBF 2. Jaarlijks worden prestatieafspraken gemaakt voor het daaropvolgende jaar. 3. Voor de prestatieafspraken is een format Prestatie-afspraken (bijlage 1) beschikbaar; de afspraken worden concreet en meetbaar geformuleerd. Achter iedere prestatieafspraak wordt door de betreffende partij ingevuld welke inzet wordt geleverd. Daarnaast worden de afspraken indien nodig financieel onderbouwd. 4. De voortgang van de prestatie-afspraken van het lopende jaar worden tijdens de ambtelijke bijeenkomst in augustus besproken. 5. Het investeringsbudget van de corporaties voor het komende jaar wordt opgenomen in de financiële paragraaf van de prestatieafspraken voor dat jaar. 6. Voor de verantwoording van de prestatieafspraken is een format Verantwoording Prestatieafspraken (bijlage 2) beschikbaar. Achter iedere prestatieafspraak wordt door de betreffende partij ingevuld welke inzet is gepleegd en/of welk resultaat is bereikt. 7. Deze Verantwoording Prestatie-afspraken wordt in het ambtelijk overleg in maart gezamenlijk voorbereid en in het bestuurlijk overleg in april besproken. Daarna wordt de Verantwoording ter instemming door de betreffende partij aangeboden aan het college, het bestuur van de woningcorporatie en het bestuur van de huurdersvereniging. Daarnaast wordt de rapportage ter informatie door de betreffende partij aan de gemeenteraad, de raad van commissarissen van de woningcorporatie en de huurdersraad aangeboden. 8. Verder stellen de woningcorporaties jaarlijks haar jaarverslag op. De gemeenten en de huurdersvereniging ontvangen hiervan een afschrift. Uit het jaarverslag wordt duidelijk welke bijdrage de corporatie geleverd heeft aan het gemeentelijke volkshuisvestelijke beleid en de gemaakte prestatieafspraken. De gemeenten en de huurdersvereniging worden in de gelegenheid gesteld om een zienswijze op het jaarverslag van de corporaties te geven. 6 Gezamenlijke ambities Zoals aangegeven in hoofdstuk 2 wordt als uitgangpunt de nieuwe woningwet genomen voor de samenwerking tussen de vier partijen. Alle betrokken partijen hebben een rol in het proces, maar ook eigen doelstellingen en beleid. Belangrijk is om de gezamenlijke belangen, verantwoordelijkheden en doelstellingen te benoemen zodat op basis daarvan jaarlijks de concrete prestatieafspraken kunnen worden gemaakt. Ten aanzien van onderstaande onderwerpen zijn wezenlijke inhoudelijke uitgangspunten beschreven, waarop partijen aanspreekbaar willen zijn. 1. Betaalbaarheid Partijen streven ernaar om voor de corporatiedoelgroep de huurprijzen onder de aftoppingsgrenzen, zoals vastgesteld in de Wet op de huurtoeslag, te houden. De corporatie streeft naar een goede prijskwaliteit verhouding. Partijen hanteren de huurstaffels (bijlage 3) om inzicht te geven in de opbouw van de huurprijzen van de huurwoningvoorraad. 6

7 2. Beschikbaarheid Partijen streven ernaar om voldoende betaalbare typen huurwoningen te realiseren en beschikbaar te houden voor de corporatiedoelgroep. Krimp en de woningvoorraad Hoewel partijen het in relatie tot de krimp eens zijn over het uitgangspunt dat netto toevoegingen aan de woningvoorraad onwenselijk zijn, verschillen de gemeenten enerzijds en de corporaties en de Bewonersraad Friesland (HDBF) anderzijds van inzicht in hoeverre, op welke termijn en op welke wijze dat plaats moet vinden. De partijen spreken met elkaar af om binnen de nader uit te werken prestatieafspraken 2017 in te gaan op de monitoring van de woningvoorraad en het concreet ontwikkelen van een monitoringssysteem. Daarnaast zal op basis van monitoring binnen de prestatieafspraken de werkwijze worden vastgelegd hoe om te gaan met de bijstelling van de gemeentelijke woonprogramma s Gemeenten De gemeenten hebben in de Beleidsvisie Wonen reeds geconstateerd dat met het toevoegen van nieuwbouw zorgvuldig om moet worden gegaan. De gemeenten zijn zich bewust van de noodzaak om nieuwbouwprojecten te beperken. De realiteit is echter dat in uitvoering zijnde en reeds voorbereide plannen niet zonder (juridische) gevolgen kunnen worden stopgezet. Het uit de exploitatie nemen van deze projecten heeft forse financiële consequenties. De gemeenten kiezen er daarom voor om de komende jaren t/m 2020 projecten uit te voeren die opgenomen zijn in het vastgestelde Woonprogramma. Op basis van nader onderzoek naar de marktvraag in samenhang met monitoring van de ontwikkelingen worden continue afwegingen gemaakt. Voor de toetsing van nieuwe (woningbouw)plannen wordt een beslisboom (Bijlage 4) gehanteerd. Zonder solide onderbouwing wordt hier niet van afgeweken. Corporaties en De Bewonersraad (HDBF) De corporaties en HDBF zijn van mening dat het noodzakelijk is om de woningvoorraad te laten dalen, gezien de reële verwachting dat de krimp van het aantal huishoudens al vanaf 2020 gaat plaatsvinden. Toevoeging aan de (sociale en particuliere) woningvoorraad zal leiden tot een ongewenst overschot, waardoor leegstand in alle segmenten van de markt onvermijdelijk is. De corporaties en HDBF zijn van mening dat een netto nulgroei tot 2020 leidt tot diffuus beleid en is ongeschikt om tijdig te anticiperen op de daling van het aantal huishoudens. Corporatie en HDBF stellen voor om nog in 2016 goed onderbouwd in beeld te brengen wat de financiële en volkshuisvestelijke effecten zijn van het beperken van het al vastgestelde Woonprogramma van de DDFK gemeenten. Op basis van deze uitkomsten kunnen er wat de corporaties en HDBF betreft aanpassingen in deze woonprogramma s plaatsvinden vanaf Verkoop Partijen komen overeen dat, gezien de bevolkingsdaling in Noordoost Friesland, het verkopen van huurwoningen moet gebeuren in relatie tot de gewenste en nader door partijen te definiëren minimale voorraad aan beschikbare sociale huurwoningen en de mogelijkheden om de totale woningvoorraad in Noordoost Friesland op termijn te laten dalen. Hiervoor is, naast een inspanning in de particuliere woningvoorraad (netto nul groei) van de gemeenten, ook een inspanning van de corporaties vereist. Daarbij moet de inspanning van de corporaties door sloop in plaats van verkoop mede worden gezien in relatie tot het een nog op te zetten sloop/transitiefonds met behulp van ondersteuning vanuit rijk en provincie, zoals ook genoemd in de Beleidsvisie Wonen DDFK gemeenten. 3. Kwaliteit/Verduurzaming De regio DDFK is gebaat bij een gevarieerd woningaanbod dat aansluit op de vraag van de diverse doelgroepen. Dat wil zeggen diversiteit in prijs en in kwaliteit. Bij sloop, nieuwbouw en verkoop van huurwoningen, maar ook bij ontwikkelingen in de particuliere voorraad staat deze passende diversiteit voorop. 7

8 4. Wonen en zorg Naast de samenwerking op gebied van volkshuisvesting zien partijen het belang van samenwerking met betrekking tot het sociale domein, waarbij ook afstemming met zorgpartijen plaats moet vinden. In prestatieafspraken en andere werkafspraken wordt aandacht besteed aan: Statushouders WMO Gebiedsteams / Sociale teams Schuldhulpverlening Jongeren 5. Leefbaarheid en woonomgeving Partijen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor de leefbaarheid en woonomgeving in de wijken, dorpen en straten. Het gaat dan om leefbaarheid in de zin van zowel fysiek als sociaal en ieder van de partijen vanuit haar eigen rol en verantwoordelijkheid. 8

9 Overeengekomen en getekend te Damwâld op 4 juli 2016 Namens Gemeente Dantumadiel De heer R. Bos Wethouder Volkshuisvesting Namens Gemeente Dongeradeel De heer A. van der Ploeg Wethouder Volkshuisvesting Namens Gemeente Ferwerderadiel De heer J. Hijma Wethouder Volkshuisvesting Namens Gemeente Kollumerland c.a. De heer J. Benedictus Wethouder Volkshuisvesting Namens Stichting Thús Wonen Mevrouw J. Dekker Directeur-bestuurder Namens Stichting Wonen Noordwest Friesland De heer R. Hagenaars Directeur-bestuurder Namens Huurdersvereniging De Bewonersraad Friesland De heer F.J.H.E. van der Broek Algemeen directeur 9

10

11 Bijlage 1 Format Prestatie-afspraken Actiepunten per thema Inzet gemeenten Inzet Thús Wonen Inzet WNWF Inzet HDBF Planning Betaalbaarheid Beschikbaarheid Kwaliteit/Verduurzaming Wonen en zorg Leefbaarheid en omgeving

12 Bijlage 2 Format Verantwoording Prestatie-afspraken Actiepunten per thema Resultaat gemeenten Resultaat Thús Wonen Resultaat WNWF Resultaat HDBF Planning Betaalbaarheid Beschikbaarheid Kwaliteit/Verduurzaming Wonen en zorg Leefbaarheid en omgeving

13 Bijlage 3 Huurprijsstaffels 2016 Huurprijs van Tot 409,92 Tot 23 jaar huurtoeslag Goedkoop 409,92 467,82 467,83 528,84 Betaalbaar laag 528,85 586,68 586,68 1-2pers Huurtoeslaggrens 586,68 628,76 3> pers Huurtoeslaggrens Betaalbaar hoog 628,76 678,76 678,76 710,69 Bereikbaar 710,69 Liberalisatiegrens/vrije sector