TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG

Transcriptie

1 TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG INZAKE G3 Advies voor Energie & Milieu BV Gegevens onderneming de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid G3 ADVIES VOOR ENERGIE & MILIEU BV, statutair gevestigd te Ingen, feitelijk gevestigd te (4103 WR) Culemborg aan het adres Godfried Bomansstraat 2, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland onder nummer Faillissementsnummer F.05/13/274 Datum uitspraak 19 april 2013 Rechter-commissaris mr. J.S.W. Lucassen Curator mr. R.C. Faase Datum verslag 8 oktober 2013

2 Activiteiten onderneming Overig technisch ontwerp en advies Adviseren en begeleiden van subsidieprojecten Uitvoeren van studies en projecten gericht op het gebied van energie, milieu en economie Omzetgegevens vooralsnog onbekend Personeel per faillissementsdatum 7 Saldo einde verslagperiode ,03 Verslagperiode 10 juni t/m 7 oktober 2013 Bestede uren in verslagperiode 58 uur en 42 minuten Bestede uren totaal 114 uur en 48 minuten Dit is een openbaar verslag op de voet van art. 73a Fw. Het bevat een omschrijving van de toestand van de boedel en derden worden door middel van dit verslag geïnformeerd over de voortgang van het faillissement. Aan dit verslag kunnen door derden geen rechten worden ontleend. De curator heeft zich het recht voorbehouden slechts die gegevens in het verslag op te nemen, waarvan de curator het opportuun acht dat deze gegevens openbaar worden gemaakt. De lezer dient zich er dan ook van bewust te zijn dat niet altijd alle gegevens door de curator in dit verslag zijn opgenomen.

3 1.6 Huur Zoals aangegeven in het vorige faillissementsverslag, huurde gefailleerde de bedrijfsruimte te Culemborg aan het adres Godfried Bomansstraat 2. Deze huurovereenkomst is inmiddels beëindigd. Omdat de bedrijfsruimte vervroegd, namelijk per 19 juli 2013, kon worden opgeleverd, is curator met de verhuurder overeengekomen dat de huurovereenkomst per deze datum als beëindigd wordt beschouwd. Bedrijfsmiddelen 3.6 Beschrijving Gefailleerde had diverse inventariszaken in eigendom. Omdat deze zaken zich deels in het bedrijfspand te Culemborg en deels in het bedrijfspand te Amersfoort bevonden, heeft curator er met goedkeuring van de rechter-commissaris voor gekozen de inventaris door middel van een veiling te gelde te maken. De inventaris in het bedrijfspand te Culemborg is vanuit dit pand geveild. Aangezien de huurovereenkomst van het pand te Amersfoort reeds voorafgaand aan het faillissement was beëindigd, is de inventaris die daar nog aanwezig was meegenomen in een gezamenlijke veiling. Beide veilingen zijn inmiddels afgerond. Voorts had gefailleerde nog een schadeauto van het merk Mercedes, type A 160 CDI, bouwjaar 2006 met een kilometerstand van circa kilometer in eigendom. Het voertuig bevond zich nog in België en droeg een Belgisch kenteken. Omdat het een schadeauto betrof, hetgeen het (onderhandse) verkooptraject bemoeilijkt, in samenhang met de noodzakelijke in- en uitvoer van het voertuig vanuit België naar Nederland, heeft curator er met goedkeuring van de rechter-commissaris voor gekozen om dit voertuig ook via een veiling te verkopen. Ook deze veiling is inmiddels afgerond. 3.7 Verkoopopbrengst Opbrengst veiling inventaris Amersfoort: 212,66 Opbrengst veiling inventaris Culemborg: 4.152,47 + Totaalopbrengst inventaris: 4.365,13 Opbrengst Mercedes A 160 CDI: 3.324,90

4 Andere activa 3.15 Beschrijving Zoals aangegeven in het vorige faillissementsverslag, had gefailleerde nog diverse lopende opdrachten in portefeuille. De bijbehorende projectadministratie bleek enkel digitaal te zijn opgeslagen op een externe server. Vanwege de betalingsachterstand bij de host, weigerde deze toegang te verschaffen tot de digitale omgeving. Derhalve was het onmogelijk de diverse gegadigden afdoende inzicht te verschaffen in de stand van zaken van de projecten, hetgeen de verkoopopbrengst niet ten goede is gekomen. Uiteindelijk is de orderportefeuille toch nog verkocht voor een bedrag van 3.500,= exclusief btw Verkoopopbrengst Hiervoor verwijst curator naar punt 3.15 van dit verslag. 4. DEBITEUREN 4.1 Omvang debiteuren Per datum faillissement had gefailleerde voor een bedrag van ,24 aan vorderingen op debiteuren. Hierbij zij opgemerkt dat het slechts drie debiteuren betrof. 4.2 Opbrengst Inmiddels is één debiteur tot betaling op de faillissementsrekening overgegaan. Het gaat om een bedrag van 1.089,=. 4.3 Boedelbijdrage Curator is met Deutsche Bank Nederland NV overeengekomen dat een eerste aanschrijfronde zou worden uitgevoerd tegen een boedelbijdrage conform de separatistenregeling, zijnde 10% van de opbrengst. Naar aanleiding van de resultaten van de eerste aanschrijfronde, is curator met de bank overeengekomen dat ten aanzien van de resterende twee debiteuren door de boedel nadere incassowerkzaamheden zullen worden verricht tegen een boedelbijdrage van 50% van de opbrengst. 4.4 Werkzaamheden De resterende twee debiteuren voeren beiden verweer. In de komende verslagperiode zal curator nadere inspanningen verrichten om ook tot incassering van deze vorderingen op debiteuren te komen. Indien betaling wederom uitblijft, zal curator beoordelen of er nadere rechtsmaatregelen zullen worden getroffen.

5 5. BANK / ZEKERHEDEN 5.3 Beschrijving zekerheden In het vorige verslag is aangegeven dat Deutsche Bank Nederland NV pandrechten had gevestigd op de inventariszaken en de vorderingen op derden. Inmiddels is het curator echter gebleken dat het pandrecht op de inventariszaken niet correct is gevestigd. Dit betekent dat de bank slechts een pandrecht heeft op de vorderingen op derden. Overigens zij hierbij opgemerkt dat de opbrengst van de verkoop van de inventariszaken reeds naar de boedel was geleid in verband met het bodemvoorrecht van de fiscus. 7. RECHTMATIGHEID 7.1 Boekhoudplicht Inmiddels heeft een verkennend onderzoek van de aangeleverde boekhoudkundige stukken plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan zijn enkele vragen gerezen. Curator heeft deze inmiddels onder de aandacht van de bestuurder van gefailleerde gebracht en hem verzocht daarop schriftelijk te reageren. 7.5 Onbehoorlijk bestuur Nu het bestuur, zoals aangegeven in het vorige faillissementsverslag, de jaarrekeningen over de 2011 en 2010 niet tijdig heeft gedeponeerd, heeft zij haar taak onbehoorlijk vervuld; gelet op hetgeen bepaald is in artikel 2:248 lid 2 BW wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is. 7.6 Paulianeus handelen Curator is tot nu toe niet gestuit op paulianeus handelen. 7.7 Werkzaamheden In de komende verslagperiode zal curator de boekhouding en administratie nader onderzoeken. 8. CREDITEUREN 8.1 Boedelvorderingen Tot op heden hebben zich nog geen boedelcrediteuren bij curator gemeld. Curator verwacht nog een boedelvordering in verband met de huurverplichtingen van na de faillissementsdatum.

6 Voorts valt nog een boedelvordering te verwachten van UWV uit hoofde van de loongarantieregeling. 8.2 Preferente vordering van de fiscus o Loonheffingen ,= o Loonheffingen ,= 8.3 Preferente vordering van UWV Vooralsnog heeft UWV haar preferente vorderingen niet ter verificatie ingediend. 8.4 Andere preferente crediteuren Inmiddels heeft een werknemer een preferente vordering ten bedrage van 1.550,02 ingediend in verband met niet genoten vakantiegeld en pensioenpremies. Daarnaast heeft de bestuurder van gefailleerde een vorderingen van ,61 ingediend in verband met achterstallig salaris. 8.5 Aantal concurrente crediteuren 8.6 Bedrag concurrente crediteuren Tot dusver hebben 20 concurrente crediteuren hun vordering ter verificatie ingediend. Hiermee is in totaal een bedrag van ,11 gemoeid. 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling Vooralsnog onbekend. 8.8 Werkzaamheden In de komende verslagperiode zal curator de vorderingen van crediteuren verder inventariseren. 10. OVERIG 10.1 Termijn afwikkeling faillissement Over de termijn waarbinnen dit faillissement kan worden afgewikkeld kan momenteel nog niets worden gezegd Plan van aanpak In de komende verslagperiode zal curator zich met name richten op: o het voortzetten van de inning van de vorderingen op debiteuren o de onderzoeken als bedoeld in hoofdstuk 7 van dit verslag o de correspondentie met de bestuurder van gefailleerde inzake de naar aanleiding van de verkennende onderzoeken van de boekhouding en administratie gerezen vragen

7 o de correspondentie met crediteuren 10.3 Indiening volgend verslag 8 januari Werkzaamheden Volgt uit het voorgaande. Tiel, 8 oktober 2013 R.C. Faase, curator