UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar INVLOEDSFACTOREN BIJ HET VOORSCHRIJVEN VAN ANTIBIOTICA VOOR HOND EN KAT door Charlotte SOMMEN Promotor: Prof. Dr. J. Dewulf Literatuurstudie in het kader Mw. Drs. M. Schlepers, MSc van de Masterproef 2016 Charlotte Sommen

2 Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar INVLOEDSFACTOREN BIJ HET VOORSCHRIJVEN VAN ANTIBIOTICA VOOR HOND EN KAT door Charlotte SOMMEN Promotor: Prof. Dr. J. Dewulf Literatuurstudie in het kader Mw. Drs. M. Schlepers, MSc van de Masterproef 2016 Charlotte Sommen

4 VOORWOORD In het kader van de opleiding Master in de diergeneeskunde aan de Universiteit Gent heb ik de kans gekregen om een literatuurstudie te schrijven met als titel: Invloedsfactoren bij het voorschrijven van antibiotica voor hond en kat. Alvorens over te gaan tot de voorstelling van mijn literatuurstudie, zou ik eerst een woord van dank willen betuigen aan de personen die hebben bijgedragen tot de realisatie van deze literatuurstudie. Eerst en vooral gaat mijn dank uit naar mijn promotor, Prof. Dr. J. Dewulf en co-promotor, Mevr. Drs. M. Schlepers voor de deskundige begeleiding en de bereidheid om steeds mijn vragen te beantwoorden. Daarnaast ook een woord van dank aan mijn ouders en vriend voor de onvoorwaardelijke mentale en financiële steun gedurende mijn opleiding als dierenarts. Alvast veel leesplezier gewenst. Sommen Charlotte

5 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 1 INLEIDING... 2 LITERATUURSTUDIE SITUERING ANTIBIOTICUMGEBRUIK IN DE DIERGENEESKUNDE AMCRA ANTIBIOTICAGEBRUIK BIJ DE HOND BETA-LACTAM ANTIBIOTICA Penicillines Gebruik Klinische indicaties Cefalosporines Gebruik Klinische indicaties FLUOROQUINOLONEN Gebruik Klinische indicaties TETRACYCLINES Gebruik Klinische indicaties LINCOSAMIDEN Gebruik Klinische indicaties SULFONAMIDEN/TRIMETHOPRIM Gebruik Klinische indicaties MACROLIDEN Gebruik Klinische indicaties NITRO-IMIDAZOLEN Gebruik Klinische indicaties CONCLUSIE ANTIBIOTICAGEBRUIK BIJ DE KAT BETA-LACTAM ANTIBIOTICA Penicillines Gebruik Klinische indicaties Cefalosporines Gebruik Klinische indicaties... 14

6 3.2. FLUOROQUINOLONEN Gebruik Klinische indicaties TETRACYCLINES Gebruik Klinische indicaties LINCOSAMIDEN Gebruik Klinische indicaties SULFONAMIDEN/TRIMETHOPRIM NITRO-IMIDAZOLEN CONCLUSIE INVLOEDSFACTOREN INVLOEDSFACTOREN OP HET VOORSCHRIJVEN VAN ANTIBIOTICA Patiënt-gerelateerde factoren Dierenarts-gerelateerde factoren Opleiding Klinische ervaring Informatiebronnen Economische factoren Psychologische factoren INVLOEDSFACTOREN OP DE ANTIBIOTICUMKEUZE Diagnostische factoren Antibioticum-gerelateerde factoren Het antibioticum zelf Toedieningsweg DISCUSSIE LITERATUURLIJST... 26

7 SAMENVATTING Antibiotica zijn essentieel voor de behandeling van bacteriële infecties en worden in de diergeneeskunde zeer frequent gebruikt. Uit diverse studies met betrekking tot het antibioticumgebruik bij honden en katten is gebleken dat β-lactam antibiotica het meest frequent worden aangewend. Hierbij gaat het zowel om de klasse van de penicillines als de klasse van de cefalosporines. Binnen de klasse van de penicillines wordt zowel bij hond als kat de voorkeur gegeven aan amoxicillineclavulaanzuur en amoxicilline, beide breed spectrum antibiotica. In de klasse van de cefalosporines daarentegen varieert het gebruik bij hond en kat. Zo wordt er bij de hond hoofdzakelijk gebruik gemaakt van eerste generatie cefalosporines, terwijl bij de kat het gebruik van derde generatie cefalosporines primeert. Meer specifiek gaat het hierbij om cefalexine bij de hond en cefovecin bij de kat. De invloedsfactoren met betrekking tot het voorschrijven van antibiotica voor hond en kat zijn heel verscheiden. Zo is uit de literatuur gebleken dat de klinische symptomen van het dier door dierenartsen beschouwd worden als een belangrijke indicatie om te differentiëren of antibiotica al dan niet genoodzaakt zijn. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met het economisch aspect. Zo wordt in de literatuur beschreven dat het merendeel van de dierenartsen rekening houdt met de eventuele financiële beperkingen van de eigenaar. Bovendien is ook gebleken dat er steeds meer aandacht wordt besteed aan een goede relatie met de eigenaar. Dit heeft geleidt tot een betere communicatie tussenbeide, waardoor ook aspecten zoals de verwachting van de eigenaar mee in rekening worden gebracht. Overigens is ook de dierenarts zelf een belangrijke factor in de keuze om al dan niet antibiotica voor te schrijven. Hierbij is naast de diergeneeskundige opleiding en eventuele verdere professionele vervolgopleidingen ook de klinische ervaring van belang. Tenslotte wordt er ook gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur evenals commerciële informatie, samenvattingen van productkenmerken en nog tal van andere bronnen in de keuze naar een geschikt antibioticum. Trefwoorden: Antibiotica - Diergeneeskunde - Hond - Invloedsfactoren - Kat 1

8 INLEIDING Antibiotica worden zeer frequent aangewend voor de behandeling van infectieuze aandoeningen in zowel de humane geneeskunde als de diergeneeskunde. Aangezien een overmatig gebruik kan leiden tot resistentievorming en bijgevolg een verminderde antibacteriële efficiëntie is een rationeel en restrictief gebruik van uitermate groot belang. Dit bestaat in eerste instantie uit de overweging of antibiotica al dan niet aangewezen zijn. Heel vaak blijkt dat antibiotica onnodig en preventief worden aangewend wat geen goede diergeneeskunde praktijken zijn. Indien antibiotica toch aangewezen zijn, dient belang gehecht te worden aan de juiste keuze van de antibiotica en de juiste dosering, behandelduur en toedieningsweg. Wat het antibioticumgebruik bij honden en katten betreft, zijn een aantal verschilpunten waar te nemen (Mateus et al., 2011). Zo heeft de studie van Mateus et al. (2011) beschreven dat katten minder behandeld worden met antibiotica in vergelijking met de hond, maar dat de gebruikte antibiotica vaak een kritisch belang hebben in de humane geneeskunde. Daarnaast is ook gebleken dat katten meer behandeld worden met derde generatie cefalosporines, terwijl bij honden het gebruik van eerste generatie cefalosporines primeert (Escher et al., 2011; Mateus et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Er zijn echter ook overeenkomsten waar te nemen in het antibioticumgebruik. Zo blijkt dat de β-lactam antibiotica zowel bij hond als kat het meest frequent worden voorgeschreven (Odensvik et al., 2001; Weese, 2006; Regula et al., 2009; Mateus et al., 2011; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Aangezien vaak blijkt dat antibiotica in de diergeneeskunde ook preventief worden aangewend en dat bovendien niet steeds het correcte antibioticum wordt gebruikt, is het van groot belang om dierenartsen hierin beter te begeleiden. In eerste instantie is een onderzoek naar de mogelijke invloedsfactoren hierbij essentieel. Zo kan achterhaald worden wat de precieze drijfveren zijn voor dierenartsen om al dan niet antibiotica voor te schrijven en zelfs welke factoren de keuze naar een geschikt antibioticum beïnvloeden. Dit zal aanleiding geven tot een beter inzicht in wat er precies fout loopt in het keuzeproces, waardoor hierop geanticipeerd kan worden. Zo zou men richtlijnen kunnen formuleren om dierenartsen te begeleiden en op een verantwoorde en rationele manier te laten omgaan met antibiotica. Op deze manier zou men resistentieselectie kunnen tegengaan en bijgevolg goede diergeneeskunde uitoefenen. 2

9 LITERATUURSTUDIE 1. SITUERING Antibiotica zijn componenten die functioneren als een natuurlijk verdedigingsmechanisme tegen bacteriën. Ze worden geproduceerd door micro-organismen, met name bacteriën en schimmels, als respons op de intrede van andere bacteriën. Tevens zijn er ook tal van synthetische en semisynthetische antibiotica gecreëerd (Chandler et al., 2007). Omstreeks de jaren 1928 werd het eerste antibioticum, gekend onder de naam penicilline, ontdekt door de Britse bacterioloog Alexander Fleming (Ligon, 2004). Dit was het begin van een zeer belangrijke wending in de behandeling van bacteriële infecties (Chandler et al., 2007; Tenover, 2006). Sindsdien zijn er tal van natuurlijke antibiotica ontdekt. Al deze antibiotica hebben een andere inhibitorische capaciteit, waardoor ze werkzaam zijn op een grote variëteit aan micro-organismen. (Chandler et al., 2007). Figuur 1: Sir Alexander Fleming (Uit Ligon, 2004) ANTIBIOTICUMGEBRUIK IN DE DIERGENEESKUNDE Het eerste diergeneeskundig gebruik van antibiotica werd gedocumenteerd omstreeks de vroege jaren Sindsdien is dit een onmisbaar en essentieel onderdeel geworden in de hedendaagse diergeneeskunde (McEwen en Fedorka-Cray, 2002). Er bestaan drie verschillende indicaties voor het diergeneeskundig gebruik van antibiotica. In eerste instantie worden antibiotica therapeutisch aangewend voor de behandeling van infectieziekten. Daarnaast worden antibiotica ook op een niet therapeutische wijze aangewend. Zo worden ze, naast het gebruik voor de controle van infectieziekten, eveneens profylactisch aangewend. Dit ter preventie van infectieziekten, zeker in situaties met een hoog infectierisico. Bovendien werden antibiotica vroeger ook aangewend als een groei- en gewichtsbevorderaar in de nutsdierensector (McEwen en Fedorka-Cray, 2002, Ungemach et al., 2006). Daar dit heeft geleid tot een uitgebreide resistentieselectie heeft Europa dit in 2006 verboden (Cogliani et al., 2011). 3

10 1.2. AMCRA AMCRA, het kenniscentrum voor antibioticumgebruik en resistentie bij dieren, is een orgaan dat actief is in België en zich toe legt op het antibioticumbeleid bij dieren. Het doel hierbij is het reduceren van het diergeneeskundig antibioticumgebruik om zodoende de resistentieselectie te reduceren met aandacht voor zowel de diergezondheid, het dierenwelzijn en de volksgezondheid (AMCRA, 2016). Om in dit opzet te slagen heeft AMCRA adviezen samengesteld o.a. in de vorm van formularia. Deze formularia dienen als een hulp- en ondersteuningsmiddel voor dierenartsen bij het evalueren van de noodzakelijkheid van het voorschrijven van antibiotica. In deze formularia staat per diersoort en aandoening beschreven welke de preventieve maatregelen zijn die de infectieziekten kunnen voorkomen en indien deze niet effectief waren, welke antibiotica de eerste, tweede en derde voorkeur genieten. Deze indeling is gebaseerd op gegevens met betrekking tot de farmacologische eigenschappen van de actieve stoffen, de antibacteriële gevoeligheid van de betrokken bacterie en de klinische effectiviteit van een bepaalde therapie (AMCRA, 2016). Bovendien is er per antibioticum een kleurcode toegewezen. Deze kleurcode, die bestaat uit de kleuren geel oranje rood, houdt verband met het belang voor de gezondheid van mens en dier. Zo zijn antibiotica die de kleur geel dragen van beperkt belang voor de volksgezondheid. Dit houdt in dat ze aangewend kunnen worden als eerste of tweede keuze in een antibacteriële therapie. Antibiotica met de kleurcode oranje mogen daarentegen alleen gebruikt worden na een aanvullend laboratorium onderzoek. Dit betekent dat er voorafgaand aan de toediening van het antibioticum een staal dient genomen te worden. Op basis van de resultaten van het aanvullend onderzoek op dit staal wordt dan bepaald wat de juiste diagnose is en of het desbetreffend antibioticum kan aangewend worden. Voorbeelden van aanvullende onderzoeken hierbij zijn PCR, serologie, antibacteriële gevoeligheidstesten en zo verder. Tenslotte zijn er nog de antibiotica met de kleurcode rood. Deze mogen enkel therapeutisch toegediend worden indien een antibiogram heeft aangegeven dat de vorige twee types, namelijk de antibiotica met respectievelijk de gele en oranje kleurcode, niet werkzaam zijn. Tot deze laatste groep behoren de derde en vierde generatie cefalosporines en de quinolones (AMCRA, 2016). Tabel 1: Vereenvoudigde weergave van de gebruiksvoorwaarden per kleurcode (Uit AMCRA, 2016). 4

11 2. ANTIBIOTICAGEBRUIK BIJ DE HOND Wat het gebruik van antibiotica bij de hond betreft zijn er diverse verschillen terug te vinden binnen de diergeneeskundige literatuur. Zo beschrijft de ene auteur het gebruik van een bepaald antibioticum als zeer frequent, terwijl de verhouding voor een andere auteur helemaal anders ligt. Dit is enerzijds te wijten aan variaties naargelang het land waarin de literatuur geschreven werd, maar kan anderzijds ook verklaard worden aan de hand van verschillen in gebruik die sterk beïnvloed worden door gewoonte, marketting, prijs, beschikbaarheid en veel minder door wetenschappelijke noodzakelijkheid. Om in dit alles een overzicht te kunnen bewaren heb ik getracht om dit hoofdstuk per klasse van antibiotica in te delen. Hierbij heb ik me hoofdzakelijk gelimiteerd tot die klassen die in de literatuur naar voor kwamen als frequent gebruikte antibiotica. Voorts heb ik er voor geopteerd om naast de geografische variaties eveneens de klinische indicaties per type van antibioticum te beschrijven BETA-LACTAM ANTIBIOTICA De β-lactam antibiotica kunnen nog verder ingedeeld worden in twee klassen, waarvan enerzijds de penicillines en anderzijds de cefalosporines (B.C.F.I., 2014). Uit diverse studies omtrent het gebruik van antibiotica bij gezelschapsdieren is gebleken dat deze klassen van antibiotica het meest worden aangewend. Zo hebben Odensvik et al. (2001), naar aanleiding van hun onderzoek in Zweden, een β- lactam gebruik van 63% beschreven. In een meer recente Zwitserse studie van Regula et al. (2009) wordt een gebruik van 68% gerapporteerd. Bovendien wordt er in de studies van Rantala et al. (2004) en Mateus et al. (2011) eveneens een overwegend β-lactam gebruik beschreven, hetzij met percentages van 49% (Rantala et al., 2004) tot 75% (Mateus et al., 2011) in dit geval. Ook andere auteurs (Watson en Maddison, 2001; Weese, 2006; Escher et al., 2011; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014), waarvan de studies respectievelijk plaatsvonden in Australië, Canada, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Europa en de Verenigde staten, hebben geconcludeerd dat β-lactam antibiotica het meest frequent worden aangewend bij de hond Penicillines Gebruik Het gebruik van penicillines voor de hond wordt zeer frequent beschreven in de diergeneeskundige literatuur. Zo hebben de studies van Weese (2006) en De Briyne et al. (2014) een penicillinegebruik van circa 30% gerapporteerd. Hierbij wordt in hoofdzaak gebruik gemaakt van amoxicillineclavulaanzuur, gevolgd door amoxicilline (Watson en Maddison, 2001; Rantala et al., 2004; Weese, 2006; Escher et al., 2011; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012). Het gebruik van amoxicilline-clavulaanzuur kent echter wel wat geografische variatie. Zo wordt er een gebruik van 44% in het Verenigd Koninkrijk beschreven (Mateus et al., 2011), terwijl andere studies een gebruik van 32% (Rantala et al., 2004) tot slechts 25% rapporteren in respectievelijk Finland, Italië en de Verenigde Staten (Escher et al., 2011; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011). Wat amoxicilline betreft wordt er een globaal gebruik van 15% beschreven (Wayne et al., 2011; Mateus et al., 2011; Shea et al., 2011). Bovendien is eveneens gebruik van de natuurlijke penicillines 5

12 gerapporteerd. Deze worden echter het minst frequent aangewend binnen de klasse van de penicillines (Watson en Maddison, 2001). Voorts heeft ook de studie van Rantala et al. (2004) in Finland hetzelfde aangetoond wat penicilline V betreft, evenals de meer recente Italiaanse studie van Escher et al. (2011) voor het gebruik van penicilline G Klinische indicaties De klinische indicaties voor het gebruik van penicillines zijn zeer verscheiden. Zo wordt een gebruik van penicillines gerapporteerd voor de behandeling van huidaandoeningen (Rantala et al., 2004; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014), waaronder ook wonden (Rantala et al., 2004; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011; De Briyne et al., 2014) en pyodermiën (Watson en Maddison, 2001; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014). Tevens worden otitis (Rantala et al., 2004; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014), urogenitale infecties (Watson en Maddison, 2001; Rantala et al., 2004; De Briyne et al., 2014), respiratoire aandoeningen (Watson en Maddison, 2001; Rantala et al., 2004; Escher et al., 2011; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014) en anale sacculitis (De Briyne et al., 2014) beschreven als belangrijke indicaties waarvoor met regelmaat penicillinegebruik wordt gerapporteerd. Daarnaast worden penicillines ook veelvuldig aangewend bij koorts of infecties waarvan de oorsprong onbekend is (Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011), evenals bij oogaandoeningen, gastro-enteritis (Rantala et al., 2004; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014) en musculoskeletale aandoeningen (Rantala et al., 2004; Escher et al., 2011), gevolgd door osteomyelitis en tenslotte prostatitis (Watson en Maddison, 2001) Cefalosporines Gebruik Het gebruik van cefalosporines bij honden wordt zeer frequent beschreven. Volgens de studies van Watson en Maddison (2001) en Regula et al. (2009) behoren cefalosporines, naast penicillines, tot de meest voorgeschreven antibiotica bij de hond. Hierbij wordt hoofdzakelijk een gebruik van eerste generatie cefalosporines beschreven (Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014), met name cefalexine (Rantala et al., 2004; Weese, 2006; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012). Gebruikspercentages variëren echter wel sterk tussen landen. Zo beschrijft Rantala et al. (2004) een cefalexinegebruik van 49% bij de hond, terwijl andere auteurs spreken over 31% (Weese, 2006), 21% (Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014), 18% (Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011) en zelfs 13% (Mateus et al., 2011). Daarnaast wordt er ook een gebruik van tweede generatie cefalosporines beschreven door Weese (2006) en De Briyne et al. (2014). Bovendien wordt in de studie van Mateus et al. (2011) eveneens een gebruik van cefovecin beschreven voor de hond, hoewel slechts in 1% van de gevallen. Dit komt ook naar voor in de studies van Weese (2006), Escher et al. (2011) en De Briyne et al. (2014), hetzij met een percentage van 0,5% (Weese, 2006) tot 3% (Escher et al., 2011). 6

13 Klinische indicaties In tegenstelling tot de penicillines zijn de klinische indicaties voor het gebruik van cefalosporines veel beperkter. Cefalosporines worden aangewend voor huidaandoeningen, zoals huidinfecties (Rantala et al., 2004; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014), wonden (Rantala et al., 2004; De Briyne et al., 2014) en pyodermieën (Watson en Maddison, 2001; Rantala et al., 2004; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014). Daarnaast worden cefalosporines ook als postoperatief antibioticum aangewend (Rantala et al., 2004) en tevens voor de behandeling van respiratoire infecties (Escher et al., 2011). Bovendien hebben Watson en Maddison (2001) gebruik van cefalosporines gerapporteerd bij de behandeling van osteomyelitis. Tenslotte worden ze ook aangewend bij infecties waarvan de oorzakelijke kiem niet gekend is (Shea et al., 2011; Wayne et al., 2011) FLUOROQUINOLONEN Gebruik Uit recente studies is gebleken dat fluoroquinolonen vrij frequent worden aangewend bij de hond (Watson en Maddison, 2001; Odensvik et al., 2001; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Hoewel het gebruik sterk verschilt naargelang de klinische indicatie schommelen de percentages hierbij van 3% (Rantala et al., 2004; Weese, 2006; Regula et al., 2009) tot 11% (De Briyne et al., 2014) en zelfs 21% (Escher et al., 2011). Verder is gebleken dat breed spectrum (B.C.F.I., 2014) enrofloxacine het meest wordt aangewend binnen de klasse van de fluoroquinolonen (Prescott et al., 2002; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011). Wayne et al. (2011) en Shea et al. (2011), wiens studies plaats hebben gevonden in de Verenigde Staten, hebben hierbij een gebruik van 17% gerapporteerd. Mateus et al. (2011) daarentegen heeft slechts een gebruikspercentage van 3% beschreven. Daarnaast heeft deze studie zowel een systemisch als topicaal gebruik van fluoroquinolonen beschreven. Enrofloxacine wordt hierbij uitsluitend systemisch aangewend, terwijl marbofloxacine zowel systemisch als topicaal kan toegediend worden (Mateus et al., 2011). Bovendien beschrijven zowel Wayne et al. (2011) als Shea et al. (2011) dat het gebruik van fluoroquinolonen in de Verenigde Staten bijna steeds voorafgegaan wordt door een cultuuronderzoek. Dit is van zeer groot belang aangezien deze antibiotica een grote resistentieselectie uitoefenen en tevens van groot belang zijn voor de humane geneeskunde (Weese, 2006) Klinische indicaties De klinische indicaties voor het gebruik van fluoroquinolonen zijn vrij beperkt. Het meest worden fluoroquinolonen aangewend voor de behandeling van urogenitale infecties (Prescott et al., 2002; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Daarnaast worden fluoroquinolonen ook gebruikt bij de behandeling van gemengde infecties (Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011), gastro-intestinale en respiratoire infecties, gevolgd door oor- en tenslotte huidinfecties (Escher et al., 2011). Bovendien hebben Watson en Maddison (2001) een gebruik van fluoroquinolonen beschreven bij de behandeling van osteomyelitis, hetzij slechts in zeer beperkte mate. 7

14 2.3. TETRACYCLINES Gebruik Tetracycline antibiotica hebben een breed spectrum werkzaamheid (B.C.F.I., 2014) en worden slechts voor beperkte klinische indicaties aangewend bij de hond. In het merendeel van de studies wordt slechts een gebruik van circa 5% voor tetracyclines beschreven (Weese, 2006; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). De studie van Regula et al. (2009) heeft echter slechts een gebruik 2% gerapporteerd. Verder is gebleken dat doxycycline het meest wordt aangewend binnen de klasse van de tetracyclines (Watson en Maddison, 2001; Escher et al., 2011; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012). Hierbij worden gebruikspercentages gerapporteerd van 11% (Wayne et al., 2011; Escher et al., 2011) tot slechts 1% (Mateus et al., 2011). Daarnaast wordt eveneens het gebruik van chloortetracycline als topicaal antibioticum bij de hond gerapporteerd (Mateus et al., 2011) Klinische indicaties De voornaamste klinische indicaties voor het gebruik van tetracyclines bij de hond zijn enerzijds respiratoire aandoeningen (Watson en Maddison, 2001; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014) en anderzijds teken-overdraagbare ziekten zoals de ziekte van Lyme (Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011). Wat de respiratoire aandoeningen betreft, spreekt de Australische studie van Watson en Maddison (2001) van een doxycyclinegebruik bij acute tracheobronchitis, beter bekend als kennelhoest. Daarenboven is er ook een gebruik gerapporteerd voor de behandeling van oogaandoeningen (Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014), prostatitis, anale sacculitis, infecties waarvan de oorsprong ongekend is en tenslotte perioperatief (De Briyne et al., 2014) 2.4. LINCOSAMIDEN Gebruik Wat het gebruik van lincosamiden bij de hond betreft is er een geografische variatie waar te nemen (Odensvik et al., 2001; Rantala et al., 2004). Zo spreken Weese (2006) en De Briyne et al. (2014) over een globaal gebruik van 5%, terwijl Escher et al. (2011) slechts een gebruik van 1% heeft beschreven. Tevens is ook gebleken dat er overwegend gebruik wordt gemaakt van clindamycine (Watson en Maddison, 2001; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012). Mateus et al. (2011) heeft hierbij zelfs een gebruik van 6% gerapporteerd. Bovendien heeft deze studie eveneens een gebruik van lincomycine beschreven, hoewel slechts met een percentage van 0,5% (Mateus et al., 2011) Klinische indicaties De klinische indicaties voor het gebruik van lincosamiden zijn eerder gering. Zo worden lincosamiden aangewend voor huid- en tandaandoeningen (De Briyne et al., 2014), maar daarnaast ook voor gastro-intestinale stoornissen (Rantala et al., 2004), kruisbandinfecties (Hughes et al., 2012) en tenslotte osteomyelitis (Watson en Maddison (2001). 8

15 2.5. SULFONAMIDEN/TRIMETHOPRIM Gebruik Het gebruik van sulfonamiden/trimethoprim bij de hond komt in het merendeel van de diergeneeskundige literatuur naar voor (Watson en Maddison, 2001; Odensvik et al., 2001; Weese, 2006; Rantala et al., 2004; Regula et al., 2009; Escher et al., 2011; Mateus et al., 2011, De Briyne et al., 2014). Zo heeft de studie Rantala et al. (2004) een gebruikspercentage van 14% gerapporteerd, terwijl een andere studie spreekt van een percentage van 10% (Regula et al., 2009). Bovendien hebben Weese (2006) en Mateus et al. (2011) beide een gebruik van 6% gerapporteerd, terwijl Escher et al. (2011) en De Briyne et al. (2014) een gebruik van 2% (Escher et al., 2011) tot 3% (De Briyne et al., 2014) beschrijven. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er toch wel wat geografische variaties terug te vinden zijn in de literatuur wat het gebruik betreft. Daarnaast heeft Odensvik et al. (2001) aangetoond dat sulfonamiden/trimethoprim het meest voorgeschreven antibioticum is in Noorwegen Klinische indicaties De klinische indicaties voor het gebruik van sulfonamiden/trimethoprim bij de hond zijn vrij verscheiden. Zo heeft Rantala et al. (2004) beschreven, naar aanleiding van hun studie in Finland, dat sulfonamiden/trimethoprim het meest frequent worden aangewend voor de behandeling van urogenitale infecties, gevolgd door gastro-intestinale stoornissen en postoperatief gebruik en eerder uitzonderlijk voor de behandeling van respiratoire infecties. Ook Watson en Maddison (2001) hebben klinische indicaties beschreven, hetzij voor de behandeling van acute tracheobronchitis en chronische prostatitis in combinatie met hyperplasie bij de hond MACROLIDEN Gebruik Uit de Finse studie van Rantala et al. (2004) kan geconcludeerd worden dat macroliden, meer specifiek tylosine, slechts voor bepaalde klinische indicaties worden aangewend bij de hond. Ook andere auteurs zijn het eens met een weinig frequent gebruik, daar er slechts percentages van 1% (Regula et al., 2009; Escher et al., 2011), 2% (Weese, 2006) en 4% (De Briyne et al., 2014) worden gerapporteerd Klinische indicaties Uit de studie van Rantala et al. (2004) is gebleken dat tylosine hoofdzakelijk wordt aangewend voor de behandeling van acute gastro-intestinale aandoeningen en daarnaast ook, hetzij in mindere mate, voor huidaandoeningen. De Briyne et al. (2014) daarentegen heeft een gebruik van macroliden beschreven bij de behandeling van tandaandoeningen bij de hond. 9

16 2.7. NITRO-IMIDAZOLEN Gebruik Het gebruik van antibiotica die behoren tot de klasse van de nitro-imidazolen wordt slechts voor bepaalde klinische indicaties gerapporteerd. Tevens is gebleken dat metronidazole het meest frequent wordt aangewend binnen deze antibioticumklasse bij de hond (Watson en Maddison, 2001; Weese, 2006; Mateus et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Er zijn echter variaties tussen landen wat het gebruik hiervan betreft. Zo heeft Weese (2006) een metronidazole gebruik van 12% beschreven, terwijl dit slechts 7% was in de studie van De Briyne et al. (2014) en zelfs slechts 4% bij Mateus et al. (2011) Klinische indicaties De klinische indicaties voor het gebruik van metronidazole zijn eveneens beperkt. Naar aanleiding van de studie van De Briyne et al. (2014) is gebleken dat deze antibiotica in hoofdzaak aangewend worden bij gastro-intestinale aandoeningen. Daarnaast is er ook een gebruik beschreven bij tandaandoeningen (De Briyne et al., 2014). Tabel 2: Overzichtstabel van de meest aangewende antibiotica bij de hond, inclusief gebruikspercentages (Naar: Rantala et al., 2004; Weese, 2006; Escher et al., 2011; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011; Mateus et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Antibioticumklasse Specifiek antibioticum Gebruikspercentage Penicillines Cefalosporines Fluoroquinolonen Tetracyclines Lincosamiden Amoxicilline-clavulaanzuur Amoxicilline Cefalexine Cefovecin Enrofloxacine Marbofloxacine Doxycycline Chloortetracycline Clindamycine Lincomycine 44% 25% 15% 49% 13% 3% 0,5% 17% 3% 2% 11% 1% 0,3% 6% 0,5% Sulfonamiden/trimethoprim 14% 2% Macroliden Tylosine 4% 1% Nitro-imidazolen Metronidazole 12% 4% 10

17 2.8. CONCLUSIE Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat er veel verschillen waar te nemen zijn binnen de diergeneeskundige literatuur voor wat het gebruik van antibiotica bij de hond betreft. Deze verschillen zijn te verklaren aan de hand van het land waar de literatuur geschreven is enerzijds en het type studie dat is uitgevoerd anderzijds. Zo zijn de studies van Regula et al. (2009) en Mateus et al. (2011) gebaseerd op gegevens uit de diergeneeskundige eerstelijns praktijk, terwijl de studies van Rantala et al. (2004), Weese et al. (2006), Wayne et al. (2011) en Shea et al. (2011) uitgaan van gegevens uit universitaire tweede en derdelijns praktijken. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat de studieresultaten overschat zijn in vergelijking met eerstelijnspraktijken, daar er in het geval van tweede en derdelijns praktijken vaak meer kritieke patiënten behandeld worden en bijgevolg meer antibiotica wordt voorgeschreven. Bovendien dient ook rekening gehouden te worden met het feit dat de Finse studie van Rantala et al. (2004) en de Canadese studie van Weese (2006) onderhevig zijn aan richtlijnen voor het gebruik van antibiotica. Bij Rantala et al. (2004) gaat het om nationale richtlijnen, terwijl het bij Weese (2006) gaat om richtlijnen die opgesteld zijn binnen de universitaire tweede en derdelijns praktijk. Verder gaat de Italiaanse studie van Escher et al. (2011) eveneens uit van data afkomstig van een universitaire eerste, tweede en derdelijns praktijk. In tegenstelling tot alle voorgaande studies zijn de studies van Watson en Maddison (2001), Hughes et al. (2012) en De Briyne et al. (2014) niet gebaseerd op reële, maar op hypothetische data. Deze data zijn namelijk verzameld via enquêtes die beantwoord zijn door willekeurige dierenartsen, waardoor de mogelijkheid bestaat dat de resultaten minder representatief zijn. (Watson en Maddison, 2001; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014). De studie van Odensvik et al. (2001) tenslotte heeft zich gebaseerd op verkoopcijfers afkomstig van groothandelaars en voorschriftgegevens van apothekers. Hoewel deze studies aldus erg van elkaar verschillen in studieopzet en de resultaten bijgevolg hierdoor beïnvloed zijn, kan er wel een algemeen beeld geschetst worden over het antibioticumgebruik bij de hond. Zo kan geconcludeerd worden dat amoxicilline-clavulaanzuur het meest wordt aangewend, gevolgd door cefalexine en tenslotte amoxicilline (Escher et al., 2011; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011). Dit betekent aldus dat de klasse van de β-lactam antibiotica het meest frequent aangewend wordt bij de hond (Odensvik et al., 2001; Watson en Maddison, 2001; Rantala et al., 2004; Weese, 2006; Regula et al., 2009; Escher et al., 2011; Wayne et al., 2011; Shea et al., 2011; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014). 11

18 3. ANTIBIOTICAGEBRUIK BIJ DE KAT Ook het gebruik van antibiotica bij de kat wordt door tal van auteurs beschreven. Net zoals bij de hond zijn ook hier verschilpunten en gelijkenissen waar te nemen. Dit zowel op niveau van het antibioticumgebruik zelf, als op niveau van de klinische indicaties, als op geografisch niveau. Zo wordt in de studie van Mateus et al. (2011) beschreven dat katten over het algemeen gezien minder behandeld worden met antibiotica in vergelijking met de hond en dat ze minder blootgesteld worden aan topicale antibiotica. Bovendien is eveneens gebleken dat katten meer frequent behandeld worden met antibiotica die een kritisch belang hebben in de humane geneeskunde (Mateus et al., 2011). Daarentegen zouden er volgens de studie van Escher et al. (2011) weinig verschilpunten terug te vinden zijn in het voorschrijfgedrag van antibioticumklassen voor katten en honden. Een uitzondering hierop zijn de eerste generatie cefalosporines, die meer frequent worden voorgeschreven voor honden, terwijl spiramycine/metronidazole dan weer meer voorgeschreven wordt voor katten (Escher et al., 2011). Bovendien wordt ook cefovecin, een derde generatie cefalosporine, meer voorgeschreven voor de kat in vergelijking met de hond (Mateus et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Dit impliceert dat er toch veel variatie is binnen de diergeneeskundige literatuur over het gebruik van antibiotica bij de kat BETA-LACTAM ANTIBIOTICA De β-lactam antibiotica zijn ook bij de kat het meest van belang. Zowel de penicillines als de cefalosporines komen hierbij naar voor als meest frequent aangewende antibiotica (Weese, 2006; Regula et al., 2009; Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014). Zo heeft de studie van Mateus et al. (2011) een β-lactam gebruik van 84% voor de kat gerapporteerd, terwijl de studies van Odensvik et al. (2001) en Regula et al. (2009) een gebruik van respectievelijk 63% en 69% beschreven hebben. Voorts heeft de Finse studie van Thomson et al. (2009) een overwegend peroraal gebruik van deze antibiotica bij de kat gerapporteerd, met als voornaamste klinische indicaties: urogenitale infecties, respiratoire aandoeningen en huid, ooren wondinfecties. Slechts in 17% van de gevallen in deze studie werd er gebruik gemaakt van lokale preparaten en dit voor de behandeling van in hoofdzaak ooginfecties en overigens ook huid, oor- en wondinfecties (Thomson et al., 2009) Penicillines Gebruik Penicillines worden ook bij de kat zeer frequent aangewend (Regula et al., 2009; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Globale gebruikspercentages schommelen hierbij van 30% (Weese, 2006) tot 37% (De Briyne et al., 2014). Bovendien is gebleken dat amoxicilline-clavulaanzuur het meest wordt voorgeschreven, gevolgd door amoxicilline (Weese, 2006; Escher et al., 2011; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012). Zo heeft de studie van Mateus et al. (2011) een gebruik van 46% beschreven voor amoxicilline-clavulaanzuur, terwijl voor amoxicilline in vergelijking slechts 21% beschreven wordt. 12

19 Ook Escher et al. (2011) heeft in hoofdzaak een gebruik van amoxicilline-clavulaanzuur beschreven, dit met een percentage van 27%. De Finse studie van Thomson et al. (2009) daarentegen heeft een overwegend gebruik van amoxicilline bij de kat gerapporteerd. Hierbij komt amoxicilline-clavulaanzuur aldus op de tweede plaats, met een gebruik van slechts 23% ten opzichte van een gebruik van 55% voor wat amoxicilline betreft. Overigens wordt in deze studie eveneens het gebruik van benzylpenicilline beschreven, maar dan hoofdzakelijk in preoperatieve omstandigheden (Thomson et al., 2009) Klinische indicaties Net zoals bij de hond zijn ook bij de kat de klinische indicaties voor het gebruik van penicillines zeer verscheiden. Penicillines worden in eerste instantie aangewend voor de behandeling van huidaandoeningen, waaronder ook wonden (Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014), abcessen (De Briyne et al., 2014) en pyodermatitis (Hughes et a., 2012; De Briyne et al., 2014). Daarnaast worden ze ook gebruikt voor de behandeling van urogenitale aandoeningen (Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011), respiratoire infecties (Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011; Hughes et al., 2012), gastro-intestinale aandoeningen (Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014), leveraandoeningen (De Briyne et al., 2014) en oog- (Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014) en oorinfecties (Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011). Tenslotte worden penicillines ook aangewend bij de kat in perioperatieve omstandigheden (Thomson et al., 2009; De Briyne et al., 2014) en tevens voor de behandeling van periodontale infecties (De Briyne et al., 2014) en musculoskeletale aandoeningen (Escher et al., 2011) Cefalosporines Gebruik Cefalosporines worden ook bij de kat met regelmaat aangewend (Regula et al., 2009). Echter zijn er wat het gebruik betreft geografische variaties waar te nemen. Zo wordt door Weese (2006), Thomson et al. (2009), Escher et al. (2011) en Hughes et al. (2012) een overwegend gebruik van cefalexine beschreven, met gebruikspercentages die variëren van 11% in Finland (Thomson et al., 2009) tot 21% (Escher et al., 2011) en zelfs 31% (Weese, 2006) in respectievelijk Italië en Canada. De studie van Escher et al. (2011) beschrijft daarnaast ook het gebruik van derde generatie cefalosporines bij de kat. Uit de studies van Mateus et al. (2011) en De Briyne et al. (2014) is zelfs gebleken dat de derde generatie cefalosporines overwegend aangewend worden bij de kat. Zo hebben beide studies een gebruik van 15% beschreven voor wat cefovecin betreft, terwijl er slechts een gebruik van 1% (Mateus et al., 2011) tot 7% (De Briyne et al., 2014) wordt beschreven in het geval van cefalexine. 13

20 Klinische indicaties De klinische indicaties voor het gebruik van cefalosporines zijn voor de kat veel minder uitgebreid dan voor de hond. Cefalosporines worden bij de kat aangewend voor de behandeling van periodontale infecties (De Briyne et al., 2014) en respiratoire aandoeningen (Escher et al., 2011). Daarnaast kunnen ze ook gebruikt worden voor het behandelen van wondinfecties en otitis. Tot slot wordt er ook een gebruik van cefalosporines gerapporteerd als postoperatief antibioticum (Thomson et al., 2009) FLUOROQUINOLONEN Gebruik Antibiotica behorend tot de klasse van de fluoroquinolonen worden ook bij de kat aangewend (Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Over het algemeen wordt er een gebruik van minder dan 5% gerapporteerd (Weese, 2006; Thomson et al., 2009; Regula et al., 2009). Hierop zijn echter uitzonderingen, daar sommige studies ook een gebruik van 13% (De Briyne et al., 2014) tot zelfs 21% beschrijven (Escher et al., 2011). Bovendien heeft de studie van Prescott et al. (2002), Thomson et al. (2009) en Mateus et al. (2011) meer specifiek een gebruik van enrofloxacine gerapporteerd. Daarnaast wordt ook het gebruik van marbofloxacine beschreven door Mateus et al. (2011). Voor beide wordt echter slechts een gebruik van circa 2% gerapporteerd. Bovendien gaat het hierbij hoofdzakelijk over preparaten die een systemische toediening kennen. Er is ook een topicale behandeling mogelijk met fluoroquinolonen, maar dit wordt zeer zelden bij de kat aangewend (Mateus et al., 2011) Klinische indicaties De voornaamste klinische indicatie voor het gebruik van fluoroquinolonen is de behandeling van urineweginfecties bij de kat (Prescott et al., 2002; Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Daarnaast worden fluoroquinolonen ook aangewend bij de behandeling van gastrointestinale infecties, respiratoire infecties en tenslotte oorinfecties (Escher et al., 2011) TETRACYCLINES Gebruik Uit diverse studies is gebleken dat tetracyclines ook bij de kat met regelmaat worden aangewend (Weese, 2006; Regula et al., 2009; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Gebruikspercentages variëren hierbij van 5%, zoals beschreven in de studies van Weese (2006) en Escher et al. (2011), tot 14% volgens de studies van Regula et al. (2009) en De Briyne et al. (2014). Analoog als bij de hond komt ook hier hoofdzakelijk het gebruik van doxcycline naar voor (Thomson et al., 2009; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012). Zo heeft Mateus et al. (2011) een doxycycline gebruik van 2% beschreven. Bovendien is eveneens gebleken dat, naast systemische, ook topicale preparaten bij de kat worden aangewend. Dit hoofdzakelijk onder vorm van chloortetracycline (Mateus et al., 2011). 14

21 Klinische indicaties De klinische indicaties voor het gebruik van tetracyclines bij de kat zijn, in tegenstelling tot bij de hond, veel meer gering. Zo wordt er in de diergeneeskundige literatuur alleen gesproken over een gebruik van tetracyclines bij de kat voor de behandeling van ooginfecties (Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011) en respiratoire aandoeningen (Thomson et al., 2009; Hughes et al., 2012; De Briyne et al., 2014) LINCOSAMIDEN Gebruik Het gebruik van lincosamiden bij de kat is eerder beperkt. Volgens de studies van Weese (2006), Escher et al. (2011) en De Briyne et al. (2014) wordt er slechts een gebruik van respectievelijk 1% (Escher et al., 2011), 5% (Weese, 2006) en 8% beschreven (De Briyne et al., 2014). Overigens komt voornamelijk het gebruik van clindamycine naar voor (Prescott, 2002; Mateus et al., 2011; Hughes et al., 2012). Daarnaast wordt ook vermelding gemaakt van lincomycine in de studie van Mateus et al. (2011), hoewel dit slechts weinig toepassing kent bij de kat in vergelijking met clindamycine. Zo wordt voor clindamycine een gebruik van 5% gerapporteerd, terwijl voor lincomycine slechts een gebruik van 1% wordt beschreven (Mateus et al., 2011) Klinische indicaties Analoog aan het gebruik zijn ook de indicaties voor het gebruik van lincosamiden erg beperkt. In de diergeneeskundige literatuur komen hoofdzakelijk kruisbandinfecties (Hughes et al., 2012) en urineweginfecties naar voor als mogelijke klinische indicaties voor het gebruik van lincosamiden (Prescott et al., 2002) SULFONAMIDEN/TRIMETHOPRIM Het gebruik van antibiotica behorend tot de combinatie sulfonamiden/trimethoprim kent bij de kat een variabele toepassing. Zo hebben de studies van onder meer Mateus et al. (2011) en Escher et al. (2011) een weinig frequent gebruik van sulfonamiden/trimethoprim bij de kat gerapporteerd, met percentages van slechts 0,5% (Mateus et al., 2011) tot 2% (Escher et al., 2011). De Zwitserse studie van Regula et al. (2009) daarentegen heeft dit beschreven als derde meest aangewende antibioticum naast β-lactam en tetracycline, in dit geval met een percentage van 7%. Daarnaast sluit ook de studie van Weese (2006) zich hierbij aan, daar deze een gebruik van 5% beschrijft. Bovendien is gebleken uit de studie van Odensvik et al. (2001) dat sulfonamiden/trimethoprim in Noorwegen het meest worden aangewend bij de kat. Ook in Zweden wordt gebruik gemaakt van sulfonamiden/trimethoprim, hetzij minder frequent dan in Noorwegen (Odensvik et al., 2001). 15

22 3.6. NITRO-IMIDAZOLEN Het gebruik van de nitro-imidazolen is, zoals bij de hond reeds beschreven werd, weinig frequent beschreven binnen de diergeneeskundige literatuur. Ook bij de kat is het gebruik zeer beperkt. Uit de studie van Escher et al. (2011) is namelijk gebleken dat het gebruik slechts 2% bedraagt. Bovendien sluiten ook andere studies zich hierbij aan, hetzij meer specifiek voor metronidazole (Mateus et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Overigens wordt ook het gebruik van spiramycine/metronidazole beschreven bij de kat. In tegenstelling tot bij de hond wordt dit bij de kat wel met regelmaat aangewend. De klinische indicaties voor het gebruik van nitro-imidazolen zijn, evenals het gebruik ervan, zeer gering. Zo is er enkel een gebruik gerapporteerd voor de behandeling van gastrointestinale stoornissen bij de kat (Escher et al., 2011). Tabel 3: Overzichtstabel van de meest aangewende antibiotica bij de kat, inclusief gebruikspercentages (Naar: Rantala et al., 2004; Weese, 2006; Regula et al., 2009; Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011; Mateus et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Antibioticumklasse Specifiek antibioticum Gebruikspercentage Penicillines Cefalosporines Fluoroquinolonen Tetracyclines Lincosamiden Amoxicilline-clavulaanzuur Amoxicilline Cefalexine Cefovecin Enrofloxacine Marbofloxacine Doxycycline Chloortetracycline Clindamycine Lincomycine 46% 23% 55% 21% 31% 1% 15% 0,5% 3% 2% 1,5% 5% 5% 1% Sulfonamiden/trimethoprim 7% 0,5% Nitro-imidazolen Metronidazole 2% 1% 16

23 3.7. CONCLUSIE Analoog aan de bevindingen bij de hond kan ook bij de kat geconcludeerd worden dat er veel variatie terug te vinden is in wat het antibioticumgebruik betreft. Ook hier kunnen deze verschillen enerzijds verklaard worden aan de hand van het studieontwerp en anderzijds aan de hand van het land waarin de literatuur geschreven werd. Aangezien het merendeel van de studies die gebruikt zijn in het literatuuronderzoek naar het antibioticumgebruik bij de kat overeenkomstig zijn met deze gebruikt voor de hond, zullen deze niet verder toegelicht worden. De Finse studie van Thomson et al. (2009) daarentegen handelt specifiek over het antibioticumgebruik bij de kat. In het eerste onderzoek hebben Thomson et al. (2009) gegevens verzameld uit de elektronische database van een universitaire eerste, tweede en derdelijns diergeneeskundige kliniek. Dit met als voornaamste doel om informatie te bekomen met betrekking tot het voorschrijven van antibiotica voor katten. Daarnaast heeft het tweede onderzoek zich gebaseerd op gebruiksgegevens van dierenartsen uit Finland. Door deze gegevens te combineren kon een goed beeld geschetst worden van het antibioticumgebruik bij katten in Finland. Echter dient hier wel rekening gehouden te worden met de nationale richtlijnen die sinds 2001 in Finland van toepassing zijn. Dit kan mogelijk de resultaten op een positieve manier beïnvloed hebben (Thomson et al., 2009). Niettegenstaande de verschillen in resultaten van de aangewende studies kan bij de kat eveneens geconcludeerd worden dat de β-lactam antibiotica een centrale rol vervullen. Zo is uit diverse studies gebleken dat penicillines het meest worden aangewend bij de kat (Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011; Mateus et al., 2011; De Briyne et al., 2014). Ook cefalosporines worden bij de kat met regelmaat aangewend. Hierbij heeft cefovecin de voorkeur (Mateus et al., 2011; De Briyne et al., 2014), maar ook cefalexine wordt met regelmaat aangewend (Weese, 2006; Thomson et al., 2009; Escher et al., 2011; De Briyne et al., 2014). 17

24 4. INVLOEDSFACTOREN De invloedsfactoren met betrekking tot het voorschrijven van antibiotica in de diergeneeskunde zijn zeer verscheiden. Naast factoren die de dierenarts al dan niet aanzetten tot het voorschrijven van antibiotica zijn er ook factoren die het keuzeproces naar een geschikt antibioticum beïnvloeden. Hoewel beide aspecten nog niet veelvuldig onderzocht zijn binnen de diergeneeskunde zijn er toch een heel aantal overeenkomsten waar te nemen in zowel de diergeneeskundige als humane literatuur. Deze zullen vervolgens verder toegelicht worden in het onderstaande hoofdstuk INVLOEDSFACTOREN OP HET VOORSCHRIJVEN VAN ANTIBIOTICA Patiënt-gerelateerde factoren De te behandelen patiënt wordt beschouwd als een zeer belangrijke factor in het keuzeproces om al dan niet antibiotica voor te schrijven (Hughes et al., 2012; Knights et al., 2012; Vanderweerd et al., 2012; Hughes et al., 2013; Mateus et al., 2014). Zo is uit diverse studies gebleken dat de klinische tekenen van de patiënt als een belangrijke indicatie worden gezien voor het al dan niet noodzakelijk zijn van een antibioticumtherapie (Hughes et al., 2012; Hughes et al., 2013; Mateus et al., 2014). De studie van Mateus et al. (2014) heeft zelfs een aantal symptomen gespecificeerd waarvoor een behandeling met antibiotica aangewezen is volgens dierenartsen. Hierbij gaat het om symptomen zoals koorts, melena, hematemesis, hematurie, braken, diarree etc. (Mateus et al., 2014). Hoewel echter verdere diagnostiek hier meer op zijn plaats zou zijn (De Briyne et al., 2013) worden de klinische tekenen gerapporteerd als belangrijkste factor in het beslissingsproces van dierenartsen. Zo wordt er zelfs een belang van 93% aangegeven (Hughes et al., 2012; Hughes et al., 2013). Daarnaast is gebleken dat, in geval van een uitwendig trauma, de graad van wondcontaminatie eveneens een belangrijke rol speelt. Ook andere factoren zoals de aanwezigheid van wonddrainage en mogelijkheid tot immunosuppressie worden beschouwd als belangrijke factoren in de keuze om al dan niet antibiotica voor te schrijven (Knights et al., 2012). Tevens wordt er in vele gevallen ook rekening gehouden met de klinische voorgeschiedenis van de patiënt. Zo wordt er bij recidiverende infectieuze aandoeningen vaak behandeld met hetzelfde antibioticum dat reeds eerder aangewend werd (Mateus et al., 2014) Dierenarts-gerelateerde factoren Opleiding Hoewel dierenartsen vaak aangeven dat de opleiding uitermate theoretisch is en bijgevolg weinig klinische ervaring wordt verworven (Vanderweerd et al., 2012), wordt hier toch met regelmaat naar gerefereerd als informatiebron in het keuzeproces om al dan niet antibiotica voor te schrijven (Knights et al., 2012; Vanderweerd et al., 2012; Hughes et al., 2013; De Briyne et al., 2013, Mateus et al., 2014). Zo wordt de kennis van infectieuze ziekten beschouwd als een belangrijke factor om de klinische toestand van een dier te kunnen inschatten en zo al dan niet te beslissen of antibiotica genoodzaakt zijn (Mateus et al., 2014). Daarnaast is gebleken dat recent afgestudeerde dierenartsen 18

Antimicrobiele geneesmiddelen: gevoeligheid en resistentie

Antimicrobiele geneesmiddelen: gevoeligheid en resistentie Folia veterinaria Antimicrobiele geneesmiddelen: gevoeligheid en resistentie Antibacteriële geneesmiddelen zijn dikwijls onmisbaar in de diergeneeskundige praktijk, maar hun efficaciteit kan ernstig aangetast

Nadere informatie

VERANTWOORD GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA LIGT IN UW HANDEN

VERANTWOORD GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA LIGT IN UW HANDEN VERANTWOORD GEBRUIK VAN LIGT IN UW HANDEN VOOR DIEREN. VOOR GEZONDHEID. VOOR U. CRITERIA VOOR 1 STE, 2 DE OF 3 DE KEUZE Indeling Omschrijving Eeerste keuze Empirische therapie met antimicrobiële middelen

Nadere informatie

bijlage bij de lezing NAJAARSDAG 01/11/2014 AFSPRAKENLIJST OP BASIS VAN FORMULARIUM-GEZELSCHAPSDIEREN

bijlage bij de lezing NAJAARSDAG 01/11/2014 AFSPRAKENLIJST OP BASIS VAN FORMULARIUM-GEZELSCHAPSDIEREN bijlage bij de lezing NAJAARSDAG 01/11/2014 AFSPRAKENLIJST OP BASIS VAN FORMULARIUM-GEZELSCHAPSDIEREN - dit document is bedoeld als leidraad voor het maken van afspraken binnen een dierenartspraktijk -

Nadere informatie

Quickscan Antibioticagebruik Vleeskuikens

Quickscan Antibioticagebruik Vleeskuikens Quickscan Antibioticagebruik Vleeskuikens Versie 3 Datum 11 juni 2012 Status DEFINITIEF Colofon Quickscan Antibioticagebruik Vleeskuikens Versienummer 3 T 088 223 33 33 F 088 223 33 34 Catharijnesingel

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef

Nadere informatie

BIJSLUITER Clavobay 50 mg tabletten voor honden en katten

BIJSLUITER Clavobay 50 mg tabletten voor honden en katten BIJSLUITER Clavobay 50 mg tabletten voor honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Bijsluiter NL Versie NOROCLAV 250 MG BIJSLUITER

Bijsluiter NL Versie NOROCLAV 250 MG BIJSLUITER BIJSLUITER NOROCLAV 250 mg Tabletten voor honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Norbrook

Nadere informatie

Bijsluiter NL versie CLAVASEPTIN 62,5 MG B. BIJSLUITER

Bijsluiter NL versie CLAVASEPTIN 62,5 MG B. BIJSLUITER B. BIJSLUITER BIJSLUITER Clavaseptin 62,5 mg, smakelijke tabletten voor honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK

Nadere informatie

FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid

FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE 2004 opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid juni 2005 Den Haag - 2 - INLEIDING Op 1 juni 2004 is de nieuwe Zoönoserichtlijn (Richtlijn 2003/99/EG) in werking getreden.

Nadere informatie

BIJSLUITER NOROCLAV 50 mg Tabletten voor honden en katten

BIJSLUITER NOROCLAV 50 mg Tabletten voor honden en katten BIJSLUITER NOROCLAV 50 mg Tabletten voor honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Restrictief antibioticumgebruik: waarom?

Restrictief antibioticumgebruik: waarom? Faculteit Diergeneeskunde Veterinair Microbiologisch Diagnostisch Centrum Restrictief antibioticumgebruik: waarom? Els Broens Infectiepreventiedag mei 2015 over feiten, meningen & vooroordelen STEMMINGMAKERIJ

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/6

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/6 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/6 1 NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL CEFALEXINE Kela 50 mg, tabletten voor honden KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddeel: Cefalexinum

Nadere informatie

HET VOORSCHRIJVEN VAN ANTIBIOTICA DOOR DIERENARTSEN IN DE GEZELSCHAPSDIERENPRAKTIJK IN VLAANDEREN

HET VOORSCHRIJVEN VAN ANTIBIOTICA DOOR DIERENARTSEN IN DE GEZELSCHAPSDIERENPRAKTIJK IN VLAANDEREN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 HET VOORSCHRIJVEN VAN ANTIBIOTICA DOOR DIERENARTSEN IN DE GEZELSCHAPSDIERENPRAKTIJK IN VLAANDEREN door Britt VAN DER AA Promotor: Prof.

Nadere informatie

FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid

FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE 2001 opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid juni 2002 Den Haag - 2 - INLEIDING Antibioticumresistentie is een serieus probleem in de humane geneeskunde en heeft

Nadere informatie

SKP NL versie Clindabuc 200

SKP NL versie Clindabuc 200 BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN - 1 - 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL CLINDABUC 200 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per in vieren deelbare tablet: 226,67 mg clindamycine

Nadere informatie

Aanwezigheid van MRSA-stam in Belgische varkenshouderij aangetoond in studie

Aanwezigheid van MRSA-stam in Belgische varkenshouderij aangetoond in studie Folia veterinaria ACTUALITEIT Uw vragen: Binnen het cascadesysteem bestaat de mogelijkheid om geneesmiddelen voor humaan gebruik toe te dienen aan dieren. Wanneer er een diergeneesmiddel en een humaan

Nadere informatie

BIJSLUITER ANTIROBE 25 mg, capsules voor honden en katten

BIJSLUITER ANTIROBE 25 mg, capsules voor honden en katten BIJSLUITER, capsules voor honden en katten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van

Nadere informatie

UIERGEZONDHEID HOE BETER BEHANDELEN

UIERGEZONDHEID HOE BETER BEHANDELEN UIERGEZONDHEID HOE BETER BEHANDELEN MET MINDER KOSTEN? KARLIEN SUPRÉ HOOFD BEDRIJFSADVISERING MCC-VLAANDEREN Uiergezondheid in Vlaanderen Klinische mastitis Celgetalproblemen => subklinische mastitis Aantal

Nadere informatie

FIDIN ANTIBIOTICUMRAPPORTAGE 2003. opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid

FIDIN ANTIBIOTICUMRAPPORTAGE 2003. opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid FIDIN ANTIBIOTICUMRAPPORTAGE 2003 opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid mei 2004 Den Haag - 2 - INLEIDING Surveillance van antibioticumresistentie is een elementair onderdeel voor het bepalen

Nadere informatie

B. BIJSLUITERBIJSLUITER Deposil IU, suspensie voor injectie

B. BIJSLUITERBIJSLUITER Deposil IU, suspensie voor injectie 1 B. BIJSLUITERBIJSLUITER Deposil 300.000 IU, suspensie voor injectie 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Cephacare Flavour 250 mg tabletten voor honden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke tablet bevat: Werkzaam bestanddeel:

Nadere informatie

Strijd tegen antibioticaresistentie Resultaten : Samen gaan we er voor! Fabiana Dal Pozzo, DVM, PhD

Strijd tegen antibioticaresistentie Resultaten : Samen gaan we er voor! Fabiana Dal Pozzo, DVM, PhD Strijd tegen antibioticaresistentie Resultaten 2011-2016: Samen gaan we er voor! Fabiana Dal Pozzo, DVM, PhD coördinator AMCRA AntiMicrobial Consumption and Resistance in Animals Missie Strijd tegen antibioticaresistentie

Nadere informatie

Bijsluiter NL-versie Baytril 10% II. BIJSLUITER 1/5

Bijsluiter NL-versie Baytril 10% II. BIJSLUITER 1/5 II. BIJSLUITER 1/5 BIJSLUITER VOOR: Baytril 10% orale oplossing 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR DE FABRICATIE

Nadere informatie

Bijsluiter NL-versie Baytril 10% II. BIJSLUITER 1/6

Bijsluiter NL-versie Baytril 10% II. BIJSLUITER 1/6 II. BIJSLUITER 1/6 2/6 BIJSLUITER Baytril 100 mg/ ml oplossing voor gebruik in drinkwater voor kippen, kalkoenen en konijnen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Nadere informatie

SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP)

SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP) SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP) Concept versie 30 oktober 2018 Auteurs: Dr. C. van Nieuwkoop, internist-infectioloog-acuut geneeskundige Drs. L. el Bouazzoui, longarts Drs. T. Pletting,

Nadere informatie

Resultaten praktijkgerichte onderzoeksprojecten VEEPEILER. Antibioticumgebruik en resistentie in de kraamstal. Drs.

Resultaten praktijkgerichte onderzoeksprojecten VEEPEILER. Antibioticumgebruik en resistentie in de kraamstal. Drs. praktijkgerichte onderzoeksprojecten VEEPEILER Antibioticumgebruik en resistentie in de kraamstal Drs. Bénédicte Callens Eenheid voor Veterinaire Epidemiologie Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Gent

Nadere informatie

7 Streptococcen surveillance Rubriekhouder: Mw. dr. E. E. Stobberingh, SWAB ( )

7 Streptococcen surveillance Rubriekhouder: Mw. dr. E. E. Stobberingh, SWAB ( ) 7 Streptococcen surveillance Rubriekhouder: Mw. dr. E. E. Stobberingh, SWAB (2011-2012) Inleiding Streptococcus haemolyticus, ook S, pyogenes genoemd, behoort tot de commensale keelflora, maar is ook de

Nadere informatie

FIDIN ANTIBIOTICUMRAPPORTAGE opgesteld door. de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid. 11 september Den Haag

FIDIN ANTIBIOTICUMRAPPORTAGE opgesteld door. de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid. 11 september Den Haag FIDIN ANTIBIOTICUMRAPPORTAGE 2008 opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid 11 september 2009 Den Haag HET BELANG VAN METEN VAN ANTIBIOTICUMGEBRUIK Op 3 december 2008 is door een tiental koepelorganisaties

Nadere informatie

Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen

Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen in verpleeghuizen - SNIV 2012 -, De Reehorst, Driebergen Dr. Ine Frénay, arts-microbioloog RLM Dordrecht- Gorinchem 1 Indeling

Nadere informatie

BESPREKING BEDRIJFSRAPPORT ANTIBIOTICAGEBRUIK

BESPREKING BEDRIJFSRAPPORT ANTIBIOTICAGEBRUIK BESPREKING BEDRIJFSRAPPORT ANTIBIOTICAGEBRUIK Verslag Certus-erkende bedrijven die volgens het periodiek bedrijfsrapport van AB-Register in de rode zone vallen voor één of meerdere diercategorieën, zijn

Nadere informatie

BIJSLUITER Enroshort 100 mg/ml drank voor kippen en kalkoenen

BIJSLUITER Enroshort 100 mg/ml drank voor kippen en kalkoenen BIJSLUITER Enroshort 100 mg/ml drank voor kippen en kalkoenen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid

FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid FIDIN ANTIBIOTICARAPPORTAGE 2000 opgesteld door de FIDIN Werkgroep Antibioticumbeleid juli 2001 Den Haag - 2 - INLEIDING Antibiotica vormden begin vorige eeuw een revolutionaire uitvinding voor de humane

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Rilexine 600 mg tablet voor grote hond 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel Cefalexine (als

Nadere informatie

24 jaar antibioticumonderzoek in Lelystad

24 jaar antibioticumonderzoek in Lelystad 24 jaar antibioticumonderzoek in Lelystad Zijn we voldoende voorbereid op een nieuwe episode? 7 februari 2017, Dik Mevius Inhoud Antibioticumgebruik Dier versus mens Belangrijkste episodes sinds 1990 Resistente

Nadere informatie

Haemophilus influenzae

Haemophilus influenzae Rapport 2011 Referentiecentrum voor DEDISTE Anne Tel: 02 535 45 31 Laboratorium Hallepoort Fax: 02 535 46 56 Hoogstraat 322 E-mail: haemophilus@stpierre-bru.be 1000 Brussel 1. Overzicht van de activiteiten:

Nadere informatie

Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in Belgie Een overzicht in cijfers. Algemeen

Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in Belgie Een overzicht in cijfers. Algemeen Folia veterinaria Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in Belgie Een overzicht in cijfers Algemeen In wat volgt wordt een aantal cijfers gegeven over de diergeneesmiddelen die in België op de markt

Nadere informatie

DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA IN NEDERLAND - DE FEITEN EN CIJFERS -

DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA IN NEDERLAND - DE FEITEN EN CIJFERS - DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA IN NEDERLAND - DE FEITEN EN CIJFERS - Tijdens een officiële bijeenkomst in Den Haag heeft de FIDIN op 12 april jl. haar afzetcijfers van anti-microbiële middelen

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2013/REG NL 10113/zaak 360210 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Ast Beheer B.V. te Oudewater

Nadere informatie

Bijsluiter NL versie. Amoxy trihydraat 574 mg/g II. BIJSLUITER

Bijsluiter NL versie. Amoxy trihydraat 574 mg/g II. BIJSLUITER II. BIJSLUITER BIJSLUITER Poeder voor gebruik in drinkwater.. 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Inhoud. Aanleiding Analyse Resultaten Wetgeving en wetenschap Discussie

Inhoud. Aanleiding Analyse Resultaten Wetgeving en wetenschap Discussie Uiergezondheidspanel, 20 Mei 2015 Inhoud Aanleiding Analyse Resultaten Wetgeving en wetenschap Discussie Aanleiding Meer ernstige mastitiden in 2014 Dit resulteerde in de volgende vragen: Is er een relatie

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. De flacon met Synulox smakelijke druppels bevat na reconstitutie met 15 ml water:

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. De flacon met Synulox smakelijke druppels bevat na reconstitutie met 15 ml water: SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL SYNULOX SMAKELIJKE DRUPPELS Poeder voor suspensie voor reconstitutie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De flacon met

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL GYNAECOLOGISCHE OBLETTEN 1 g tablet voor intra-uterien gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per tablet

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Rilexine 300 mg tablet voor grote hond 2. KWANTITATIEVE EN KWALITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

BIJSLUITER. Kesium 200 mg/50 mg kauwtabletten voor honden

BIJSLUITER. Kesium 200 mg/50 mg kauwtabletten voor honden BIJSLUITER Kesium 200 mg/50 mg kauwtabletten voor honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL AMOXICLAV-VMD 250 mg, tabletten voor honden. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per tablet (900 mg) : Werkzame bestanddelen:

Nadere informatie

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL SURAMOX 10% 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: amoxicilline (als amoxicillinetrihydraat)

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL SYNULOX Ready-To-Use 2. SAMENSTELLING Amoxycillinetrihydraat (= amoxycilline 140 mg) Kaliumclavulanaat (= clavulaanzuur 35 mg) Excipient:

Nadere informatie

BIJSLUITER Zodon vet 88 mg kauwtabletten voor honden

BIJSLUITER Zodon vet 88 mg kauwtabletten voor honden BD/2018/REG NL 113790/zaak 657781 17 BIJSLUITER Zodon vet 88 mg kauwtabletten voor honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2014/REG NL 2350/zaak 386927 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Drs. H.J.M. de Weerd/M. A.J.

Nadere informatie

Kwaliteitsbeoordeling van antibioticagebruik in de huisartsenpraktijk en in een huisartsenwachtpost

Kwaliteitsbeoordeling van antibioticagebruik in de huisartsenpraktijk en in een huisartsenwachtpost Kwaliteitsbeoordeling van antibioticagebruik in de huisartsenpraktijk en in een huisartsenwachtpost Niels Adriaenssens, 1,3 Stefaan Bartholomeeusen, 2 Philippe Ryckebosch, 1 Samuel Coenen 1,3 1 Centrum

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2013/REG NL 9677/zaak 360804 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Kombivet B.V. te HOOGERHEIDE

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL CYCLOSPRAY 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Per spuitbus van 200 ml tenminste 2.84

Nadere informatie

DIERGENEESKUNDE WERKGROEP VETERINAIR ANTIBIOTICUM BELEID FORMULARIUM GEZELSCHAPSDIEREN. HOND en KAT NOVEMBER 2013

DIERGENEESKUNDE WERKGROEP VETERINAIR ANTIBIOTICUM BELEID FORMULARIUM GEZELSCHAPSDIEREN. HOND en KAT NOVEMBER 2013 KONINKLIJKE NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ VOOR DIERGENEESKUNDE WERKGROEP VETERINAIR ANTIBIOTICUM BELEID FORMULARIUM GEZELSCHAPSDIEREN HOND en KAT NOVEMBER 2013 Formulariumcommissie Gezelschapsdieren: Mw. dr.

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN - 1 - 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL PROMYCINE BOLUS 3 MIO I.E., tablet. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel (per tablet):

Nadere informatie

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen Topklinische ziekenhuizen Thema beoordeling antibioticagebruik

Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen Topklinische ziekenhuizen Thema beoordeling antibioticagebruik Landelijke Jaarcijfers 2015: Prevalentieonderzoek Thema beoordeling antibioticagebruik PREZIES versie: augustus 2016 Documentversie: 1.0 Landelijke Jaarcijfers PO 2015 Versie: 1.0 Pagina 1 van 8 Inhoudsopgave

Nadere informatie

BIJSLUITER. Zodon vet 88 mg kauwtabletten voor honden

BIJSLUITER. Zodon vet 88 mg kauwtabletten voor honden BIJSLUITER Zodon vet 88 mg kauwtabletten voor honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Position Paper HET GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA ALS DIERGENEESMIDDEL

Position Paper HET GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA ALS DIERGENEESMIDDEL Position Paper HET GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA ALS DIERGENEESMIDDEL januari 2001 - 2 - Samenvatting De actuele discussie rond de problematiek van antibioticaresistentie bij de mens richt zich onder meer op

Nadere informatie

BIJSLUITER. CEFABACTIN 50 mg smakelijke tabletten voor honden en katten. DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Hond en kat

BIJSLUITER. CEFABACTIN 50 mg smakelijke tabletten voor honden en katten. DIERSOORTEN WAARVOOR HET DIERGENEESMIDDEL BESTEMD IS Hond en kat BIJSLUITER CEFABACTIN 50 mg smakelijke tabletten voor honden en katten NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN

Nadere informatie

Verenso richtlijn urineweginfecties. Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog

Verenso richtlijn urineweginfecties. Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog Verenso richtlijn urineweginfecties Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog Inhoud Aspecifieke ziektepresentatie algoritme Asymptomatische bacteriurie Verwekkers Casus 84-jarige vrouw VG/ DM2, hypertensie,

Nadere informatie

Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018)

Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018) Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018) Klinische verschijnselen Aspecifieke klachten en symptomen bij kwetsbare ouderen kunnen niet worden toegeschreven aan een

Nadere informatie

BIJSLUITER Clindaseptin 25 mg/ml orale oplossing voor katten en honden

BIJSLUITER Clindaseptin 25 mg/ml orale oplossing voor katten en honden BIJSLUITER Clindaseptin 25 mg/ml orale oplossing voor katten en honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie

Het gebruik van antibiotica in de vleeskonijnensector in 2017

Het gebruik van antibiotica in de vleeskonijnensector in 2017 Het gebruik van antibiotica in de vleeskonijnensector in 2017 Januari 2019 Voorwoord In de SDa rapportage Het gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren in 2017 - Trends, benchmarken bedrijven en

Nadere informatie

MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDS- EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN FOK-, OPFOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN VLEESKUIKENSECTOR

MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDS- EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN FOK-, OPFOK- EN VERMEERDERINGSBEDRIJVEN VLEESKUIKENSECTOR BIJLAGE 1 BIJ HET BESLUIT VASTSTELLING MODELLEN BEDRIJFSGEZONDHEIDSPLAN EN BEDRIJFSBEHANDELPLAN VERORDENING REGISTRATIE EN VERANTWOORDING ANTIBIOTICAGEBRUIK PLUIMVEESECTOR (PPE) 2011 MODEL BEDRIJFSGEZONDHEIDS-

Nadere informatie

BIJSLUITER. Floxabactin 50 mg tabletten voor honden

BIJSLUITER. Floxabactin 50 mg tabletten voor honden BIJSLUITER Floxabactin 50 mg tabletten voor honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Amoxicilline trihydrate (= Amoxicilline 150 mg) Alum. Stearaat gefractioneerde kokosnootolie q.s. ad 1 ml.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Amoxicilline trihydrate (= Amoxicilline 150 mg) Alum. Stearaat gefractioneerde kokosnootolie q.s. ad 1 ml. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL CLAMOXYL L.A. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Amoxicilline trihydrate (= Amoxicilline 150 mg) Alum. Stearaat gefractioneerde

Nadere informatie

Amoxy Active 697 mg/g

Amoxy Active 697 mg/g Amoxy Active 697 mg/g Registratienummer: REG NL 113695 / UDD Voor welke dieren is dit product bedoeld Samenstelling Per gram: amoxicilline 697 mg overeenkomend met amoxicilline trihydraat 800 mg Wachttermijn

Nadere informatie

Amoxy Active 697 mg/g

Amoxy Active 697 mg/g Amoxy Active 697 mg/g Terug naar het overzicht Registratienummer: BE-V461102 (Pot) BE-V461093 (Emmer) Op diergeneeskundig voorschrift Voor welke dieren is dit product bedoeld Samenstelling Per gram: amoxicilline

Nadere informatie

Therapeutische indicaties: Behandeling van acne: matige of ernstige acne, overwegend papuleus en pustuleus; polymorfe acne.

Therapeutische indicaties: Behandeling van acne: matige of ernstige acne, overwegend papuleus en pustuleus; polymorfe acne. ACNERYNE ACNERYNE (GALDERMA) XIV A 6 b Naam van het geneesmiddel: ACNERYNE 4 % (Erythromycinum) Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Acneryne 4 % gel bevat 4 g erythromycine per 100 gram gel. Voor

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2013/REG NL 2129/zaak 370840 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van A.A.-Vet Diergeneesmiddelen N.V.

Nadere informatie

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE)

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) informatie voor patiënten WAT IS CPE? CPE staat voor carbapenemase (C) producerende (P) enterobacteriaceae (E). Enterobacteriaceae zijn een grote familie

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Per tablet Werkzaam bestanddeel: Cefalexine monohydraat overeenkomend met 250 mg cefalexine anhydraat.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Per tablet Werkzaam bestanddeel: Cefalexine monohydraat overeenkomend met 250 mg cefalexine anhydraat. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL KEFAVET VET 250 mg filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per tablet Werkzaam bestanddeel: Cefalexine

Nadere informatie

AUREOMYCIN oogzalf. AUREOMYCIN Oogzalf (ERFA) XIV B 1 c. Naam van het geneesmiddel: AUREOMYCIN, 1 % oogzalf

AUREOMYCIN oogzalf. AUREOMYCIN Oogzalf (ERFA) XIV B 1 c. Naam van het geneesmiddel: AUREOMYCIN, 1 % oogzalf AUREOMYCIN oogzalf AUREOMYCIN Oogzalf (ERFA) XIV B 1 c Naam van het geneesmiddel: AUREOMYCIN, 1 % oogzalf Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Oogzalf met 1 % chloortetracyclinehydrochloride. Voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 947 18 januari 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 14 januari 2013, nr. WJZ / 13002270, houdende

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL, tablet voor intra-uterien gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Chloortetracycline hydrochloride

Nadere informatie

Astrid Beckers Specialist ouderengeneeskunde Vivium Naarderheem

Astrid Beckers Specialist ouderengeneeskunde Vivium Naarderheem Astrid Beckers Specialist ouderengeneeskunde Vivium Naarderheem (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Eryderm, oplossing voor cutaan gebruik 2%. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eryderm bevat per ml 20 mg erytromycine. Voor

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2016/REG NL 10316/zaak 478504 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Vetoquinol B.V. te 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ANTIBIOTICAGEBRUIK EN REDUCTIE IN DE VLEESKUIKENSECTOR

ANTIBIOTICAGEBRUIK EN REDUCTIE IN DE VLEESKUIKENSECTOR ANTIBIOTICAGEBRUIK EN REDUCTIE IN DE VLEESKUIKENSECTOR Fabiana Dal Pozzo Wannes Vanderhaeghen AntiMicrobial Consumption and Resistance in Animals - AMCRA Trefdag pluimveehouderij - Provincie West Vlaanderen

Nadere informatie

Orbenin LACTATION BIJSLUITER. 200 mg intramammaire suspensie voor runderen en schapen

Orbenin LACTATION BIJSLUITER. 200 mg intramammaire suspensie voor runderen en schapen BIJSLUITER Orbenin LACTATION 200 mg intramammaire suspensie voor runderen en schapen 51733422 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL, emulsie voor cutaan gebruik bij de hond 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: 1 g bevat: Prednisolonum

Nadere informatie

MARKTONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN ZOOLAC PROPASTE

MARKTONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN ZOOLAC PROPASTE Side 1 af 5 MARKTONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN ZOOLAC PROPASTE Doel: Via dit marktonderzoek willen we inzicht krijgen in de wijze waarop dierenartsen ZooLac Propaste gebruiken en hun bevindingen over

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2013/REG NL 9625/zaak 360098 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Aesculaap B.V. te BOXTEL d.d.

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2013/REG NL 7549/zaak 371459 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van A.A.-Vet Diergeneesmiddelen N.V.

Nadere informatie

Legionella pneumophila. S.G.S Vreden, MD, PhD

Legionella pneumophila. S.G.S Vreden, MD, PhD Legionella pneumophila S.G.S Vreden, MD, PhD Legionella pneumophila, established in 1976 Legionella is een aerobe, gram negatieve bacterie Familie Legionellaceae heeft 50 species, met ruim 70 serogroups.

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2013/REG NL 8707/zaak 379898-360510 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Eurovet Animal Health

Nadere informatie

Dr. E.J. van Zuuren, drs. M.M.D. van der Linden, drs. R.J. Borgonjen, drs. M.F.E. Leenarts

Dr. E.J. van Zuuren, drs. M.M.D. van der Linden, drs. R.J. Borgonjen, drs. M.F.E. Leenarts Rosacea 22 223 Rosacea Dr. E.J. van Zuuren, drs. M.M.D. van der Linden, drs. R.J. Borgonjen, drs. M.F.E. Leenarts De richtlijn dateert uit 2010 en is geherformuleerd in 2012. Onderstaande samenvatting

Nadere informatie

BIJSLUITER. Marfloquin 5 mg tabletten voor katten en honden

BIJSLUITER. Marfloquin 5 mg tabletten voor katten en honden BIJSLUITER Marfloquin 5 mg tabletten voor katten en honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Promycine Pulvis 4800 I.E./mg (zak) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Promycine Pulvis 4800 I.E./mg (zak) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL PROMYCINE PULVIS 4.800 I.U./mg 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Colistine sulfaat 4.800.000 I.E./g.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Hulpstoffen: Karmozijnlak (E 122)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Hulpstoffen: Karmozijnlak (E 122) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Noroclav 50 mg Tabletten voor honden en katten. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per tablet: Werkzame bestanddelen: Amoxicilline

Nadere informatie

BIJSLUITER. Floxabactin 15 mg tabletten voor katten en honden

BIJSLUITER. Floxabactin 15 mg tabletten voor katten en honden BIJSLUITER Floxabactin 15 mg tabletten voor katten en honden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Farmacodynamie: huidige gegevens. antibiotica :

Farmacodynamie: huidige gegevens. antibiotica : Farmacodynamie: huidige gegevens antibiotica : In functie v.d. tijd In functie v. d. concentratie Hoe moet men doseren? 3-1 Van farmacokinetiek naar farmacodynamie... Farmacokinetiek 0.4 conc. vs tijd

Nadere informatie

ETIKET-BIJSLUITER. UNISOL 100 mg/ml oplossing voor oraal gebruik in drinkwater voor kippen en kalkoenen. Enrofloxacine

ETIKET-BIJSLUITER. UNISOL 100 mg/ml oplossing voor oraal gebruik in drinkwater voor kippen en kalkoenen. Enrofloxacine ETIKET-BIJSLUITER UNISOL 100 mg/ml oplossing voor oraal gebruik in drinkwater voor kippen en kalkoenen 250ml fles 1L fles 5L vat 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

Nadere informatie

Strategische visie Werkgroep Ziekenhuisgeneeskunde 2015-2019. Dr. K. Magerman voorzitter werkgroep ZHgeneeskunde BAPCOC

Strategische visie Werkgroep Ziekenhuisgeneeskunde 2015-2019. Dr. K. Magerman voorzitter werkgroep ZHgeneeskunde BAPCOC Strategische visie Werkgroep Ziekenhuisgeneeskunde 2015-2019 Dr. K. Magerman voorzitter werkgroep ZHgeneeskunde BAPCOC Strategische visie Strategische visie: visie over langere termijn (5 jaar) keuze uit

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Nixal Spray 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Per spuitbus: Oxytetracyclinehydrochloride

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BRONCHO-VAXOM Kinderen, capsules, hard BRONCHO-VAXOM Volwassenen, capsules, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING BRONCHO-VAXOM

Nadere informatie

Antibioticumgebruik in de varkenshouderij

Antibioticumgebruik in de varkenshouderij Antibioticumgebruik in de varkenshouderij Achtergronden, uitdagingen en mogelijkheden Drs. Merel Postma Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Gent Inhoud presentatie Gebruik van antimicrobiële middelen

Nadere informatie

CENTRE OF EXPERTISE ANTIMICROBIAL CONSUMPTION AND RESISTANCE IN ANIMALS

CENTRE OF EXPERTISE ANTIMICROBIAL CONSUMPTION AND RESISTANCE IN ANIMALS CENTRE OF EXPERTISE ANTIMICROBIAL CONSUMPTION AND RESISTANCE IN ANIMALS PLAN VAN AANPAK (PvA) VOOR REDUCTIE ANTIBIOTICAGEBRUIK OP BEDRIJFSNIVEAU AMCRA heeft als doel om te fungeren als federaal kenniscentrum

Nadere informatie