De Rekenkamer. Jaarverslag Jaarplan 2015

Transcriptie

1 Jaarverslag 2014 Jaarplan 2015 In dit gecombineerde jaarverslag 2014 en jaarplan 2015 legt de Rekenkamer verantwoording af over haar activiteiten in 2014 en presenteert zij haar voornemens voor Tevens wil de Rekenkamer aandacht besteden aan enkele ontwikkelingen in haar omgeving. De Rekenkamer De Rekenkamer bestond in 2014 uit 2 externe leden en een externe voorzitter en wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. De samenstelling van de Rekenkamer in 2014 was als volgt: - drs. P.L. Polhuis MA (voorzitter) - ir. E. Voorwinde - M.A. Hoekstra - mw. J.E. Rijpma (secretaris) Met ingang van 6 januari 2014 heeft de gemeenteraad besloten de voormalige rekenkamercommissie van de Gemeente Leeuwarden op te heffen en door te gaan met een rekenkamer zoals voorzien in artikel 81a van de gemeentewet. Formeel maakt de Gemeentewet onderscheid tussen een onafhankelijke rekenkamer en een rekenkamerfunctie. Het meest wezenlijke verschil tussen een rekenkamer en een rekenkamercommissie is dat voor een rekenkamer veel wettelijk is geregeld (vooral in verband met de onafhankelijkheid) en dat raadsleden uit dezelfde gemeente niet ook lid kunnen zijn van een rekenkamer. De raad heeft de leden van de rekenkamercommissie benoemd voor maximaal één zittingstermijn van zes jaar. Om continuïteit en opbouw van kennis en kunde te garanderen zal de rekenkamer gaan werken met een rooster van aftreden. In dit rooster van aftreden is voorzien dat in 2020 de voorzitter en leden met een tussenpoos van een half jaar zullen aftreden. Als eerste treedt de voorzitter af ( ). De Rekenkamer is in 2014 elf maal voor een vergadering bijeen geweest. Tevens hebben leden deelgenomen aan interviews, groepsgesprekken of bijeenkomsten voor de onderzoeken en aan selectiegesprekken bij het aanbesteden van onderzoeken. De leden van de Rekenkamer zijn daarmee actief betrokken in het onderzoeksproces. Verder zijn ze aanwezig geweest bij de behandeling van rapporten in de commissie- en raadsvergaderingen (vanaf september 2014 het Politiek Podium). Ook werd deelgenomen aan landelijke en regionale bijeenkomsten van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamerfuncties (NVRR). De onderzoeken van de Rekenkamer worden door een per onderzoek aan te wijzen lidrapporteur met ondersteuning van de secretaris voorbereid. De voorzitter van de Rekenkamer is als tweede lidrapporteur bij alle onderzoeken actief betrokken. Elk onderzoek van de rekenkamer begint met een startbijeenkomst waarbij de portefeuillehouder en de ambtelijk betrokkenen bij het onderzoek geïnformeerd worden over het onderzoek en het proces wat gevolgd gaat worden. Na afloop van ieder onderzoek voert de rekenkamer een interne evaluatie uit over het onderzoek, zowel inhoudelijk als procesmatig, waarin ook weer gesprek met de portefeuillehouder en de ambtelijk betrokkenen is voorzien.

2 De onderzoeken De Rekenkamer streeft er naar om in lijn met de uitgesproken ambities van de gemeenteraad, twee à drie onderzoeken per jaar uit te voeren. De Rekenkamer is onafhankelijk in haar keuzes voor wat betreft het onderzoeksprogramma, de te kiezen probleemstellingen, de methodiek van onderzoek, de wijze van rapporteren en de wijze van publiceren van onderzoeksresultaten; wensen vanuit de Raad m.b.t. onderzoeksonderwerpen worden serieus genomen. In chronologische volgorde geven we een overzicht van de onderzoeken die in 2014 zijn afgerond: Hervorming sociaal domein (mei 2014) In het jaar 2014 bereidden gemeenten zich voor op de grote decentralisatieoperaties in het sociale domein. Op dinsdag 15 april 2014 stelde het college van b. en w. het koersdocument hervorming sociaal domein vast. De rekenkamer besloot dit koersdocument te bestuderen en te analyseren nog vóór de behandeling en vaststelling daarvan in de raadscommissie en gemeenteraad. De rekenkamer was en is van mening dat de decentralisatieoperaties van een ongekende omvang zijn en noemde richting de gemeenteraad een aantal voorbeelden van de uiterst gecompliceerde taak waarvoor gemeenten staan: 1. de 3D-operatie is veel meer dan drie op zich zelf staande decentralisaties; elke decentralisatie is op zich zelf al een complex proces, nog afgezien van het feit dat van de 3D operatie wordt verwacht dat de voorbereiding en uiteindelijk de uitvoering integraal zullen verlopen; 2. de 3D-operatie gaat over verschuiving van taken die tot de kern van de verzorgingsstaat kunnen worden gerekend; 3. de 3D-operatie gaat over veel meer dan overdracht van taken van de ene overheidslaag naar de andere; in feite wordt de gemeentelijke overheid de eerste overheidslaag, zij het dat het Rijk een zogenoemde systeemverantwoordelijkheid houdt; 4. hoewel de precieze financiële consequenties nog niet bekend zijn, is wel bekend dat het gemeentefonds bijna verdubbeld wordt, maar tegelijkertijd op de oorspronkelijke budgetten fors gekort wordt. Deze korting wordt gerechtvaardigd door de verwachting dat de uitvoering bij gemeenten efficiënter zal verlopen. Hier tegenover staat dat anderen wijzen op het gevaar dat de overheveling van taken in het sociale domein juist gaat leiden tot duurdere zorg. 5. Veel gemeenten zullen bij de voorbereiding en zeker bij de uitvoering samenwerking met andere gemeenten zoeken. De vraag is welke vormen van samenwerking zullen worden gekozen en welke vormen van toezicht daarbij adequaat zijn. 6. De voorbereiding vindt in Friesland plaats in een periode waarin veel gemeenten zich voorbereiden op fusies, daar midden in zitten of nog te maken hebben met de nawerking daarvan. Zowel deze fusieprocessen als de 3D operaties vergen naar alle waarschijnlijk ingrijpende organisatorische aanpassingen. De rekenkamer heeft vanuit het perspectief van de Gemeenteraad vragen geformuleerd die met het oog op een zorgvuldig besluit van belang zijn. De analyse resulteerde in een rekenkamerbrief aan de gemeenteraad waarin de rekenkamer 26 vragen formuleerde voor de gemeenteraad die van belang zijn met het oog op een zorgvuldige besluitvorming. Deze vragen werden geclusterd rond de volgende onderwerpen: 1. De wettelijke verantwoordelijkheden 2. De nulsituatie en mate waarin de gemeente toegerust is op de verantwoordelijkheden 3. Het beleid en de doelstellingen 4. Sturing en governance 5. Interne en externe communicatie 6. Monitoring, verantwoording en bijsturing Op 12 mei 2014 besprak de commissie Welzijn het koersdocument hervorming sociaal domein. De brief van de rekenkamer kwam daarbij aan de orde. De raad heeft het college gevraagd de vragen die de rekenkamer geformuleerd heeft schriftelijk te beantwoorden. Het college heeft voor zover op dat moment mogelijk was, de vragen beantwoord in een brief aan de raad d.d.20 mei 2014.

3 Geen beleid zonder risico s, geen risico s zonder beleid (mei 2014) De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het risicomanagement bij de gemeente Leeuwarden. Daarbij is gekeken naar hoe het risicomanagement is opgezet en of het in de praktijk ook werkt zoals is bedoeld. Verder nam de rekenkamer de rol van de raad onder de loep. Het onderzoek was vooral bedoeld om aanbevelingen te doen die het college mee kan nemen in de uitwerking van een kadernota risicobeheer. Conclusies De rekenkamer concludeerde dat de opzet en werking van risicomanagement en de financiële vertaling van risico s bij de beleidsuitvoering adequaat is. Er is echter in de fase van beleidsvoorbereiding nog onvoldoende aandacht voor risicomanagement. Aanbevelingen De volgende aanbevelingen voor de raad zijn geformuleerd: 1. Besteed meer aandacht aan risicomanagement in de beleidsvoorbereiding en betrek dit bij de uitwerking van de kadernota risicomanagement; 2. Geef het college de opdracht om een meer uniforme benadering te ontwerpen van risicomanagement in de fase van beleidsvoorbereiding; 3. Stel gerichte kaders voor risicomanagement; 4. Geef het college opdracht om de werking van risicomanagement op een aantal punten te verbeteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om het opnemen van onderwerpen in de paragraaf weerstandsvermogen die op afzienbare termijn tot risico s voor de gemeente leiden maar (nog) niet in geld zijn uit te drukken; 5. Maak als raad gebruik van de mogelijkheid om extern advies in te winnen over risico s, bijvoorbeeld in de vorm van een second opinion. In oktober werd het rapport door de Raad besproken tijdens het Forum van het Politiek Podium. De raad ontving het rapport positief en wil de aanbevelingen van de rekenkamer overnemen. De aanbevelingen werden neergelegd in een raadsbesluit dat op 27 oktober 2014 bij hamerslag werd genomen. Overdracht van raadsbevoegdheden (juli 2014) Er is onderzoek gedaan naar het overdragen van bestuursbevoegdheden door de Raad. Delegatie is het overdragen door een bestuursorgaan van een bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander bestuursorgaan dat deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent Voor de term delegeren wordt de term overdragen als synoniem gehanteerd. De raad stelt kaders en controleert de uitvoering van die kaders door het college. Daarbij past in beginsel dat raadsbevoegdheden aan het college worden overgedragen in de vorm van delegatie en attributie. In een kort onderzoek ging de Rekenkamer na hoe de bevoegdheden zijn gedelegeerd door de gemeenteraad aan het college van b. en w. Hetzelfde onderzoek werd tegelijkertijd uitgevoerd door de Rekenkamercommissies van de gemeenten Heerenveen, Opsterland, Skarsterlân, Lemsterland en Gaasterlân-Sleat (de drie laatsten zijn per 1 januari 2014 gefuseerd tot de nieuwe gemeente De Friese Meren) waardoor een benchmark mogelijk was. Het onderzoek diende twee doelen: het achterhalen van de wijze waarop en de mate waarin delegatie van bevoegdheden door de raad in de betrokken gemeenten vorm is gegeven. Het informeren van raadsleden over het stramien voor juridische bevoegdheidsuitoefening dat geldt in hun gemeente. Conclusies De Rekenkamer constateerde dat delegatie geen instrument is dat frequent door gemeenteraden wordt toegepast. Met de invoering van de dualisering heeft de formele wetgever veel bestuursbevoegdheden bij het college neergelegd. Voor de raad betekent dit dat er niet veel meer gedelegeerd kan worden, maar ook niet hoeft te worden. De Rekenkamer constateerde dat de gemeente Leeuwarden het in de benchmark met de andere 5 Friese gemeenten goed doet. Naast delegatie is er ook gekeken naar het gebruik van beleidsregels en naar de wijze waarop het college invulling geeft aan de bestuursbevoegdheden op basis van beleidsregels. Specifiek is gekeken naar de wijze waarop de raad wordt geïnformeerd over beleidsregels. De Rekenkamer maakte daarbij een onderscheid in beleidsregels die gebaseerd zijn op eigen gemeentelijk beleid (verordeningen) en beleidsregels die voortkomen uit medebewind. Ten aanzien van de beleidsregels constateerde de Rekenkamer dat uit de benchmark blijkt dat in de onderzochte gemeenten de raad op verschillende manieren wordt betrokken bij de totstandkoming van beleidsregels. In Leeuwarden is geen uniforme werkwijze over hoe de raad geïnformeerd wordt over beleidsregels.

4 Hoewel het onderwerp samenwerkingsrelaties aanvankelijk buiten het bereik van dit onderzoek lag, bleek tijdens gesprekken met raadsleden dat zij zich niet zozeer zorgen maken over de delegatie van bevoegdheden aan het college of over de door het college vast te stellen beleidsregels, maar juist om het afnemen van invloed als gevolg van het toenemende aantal samenwerkingsverbanden, in het bijzonder de gemeenschappelijke regelingen. Daarom is besloten tijdens het onderzoek ook aandacht te schenken aan samenwerkingsrelaties Aanbevelingen De rekenkamer adviseerde de gemeenteraad de volgende aanbevelingen over te nemen: 1. Evalueer als raad in het vierde jaar van elke raadsperiode welke bevoegdheden zijn gedelegeerd of geattribueerd en of de daarover genomen raadsbesluiten nog opportuun zijn. 2. Corrigeer enkele in het onderzoek geconstateerde onjuistheden 3. Maak met het college een standaardafspraak over de wijze en het moment waarop de raad betrokken wil worden bij de totstandkoming van beleidsregels. 4. Geef de griffie de opdracht om een bestuurlijke conferentie in Fryslân te organiseren, waarin tenminste twee onderwerpen centraal staan: - de toetsing van de huidige gemeenschappelijke regelingen aan de nieuwe Wet Gemeenschappelijke Regelingen; - de problematiek van de bestuurlijke invloed van raden en colleges op gemeenschappelijke regelingen. In oktober werd het rapport door de Raad besproken tijdens het Forum van het Politiek Podium. Op 27 oktober lag het rapport ter besluitvorming voor aan de Raad. In de raadsvergadering deed raadslid Feddema het verzoek aan het college om een overzicht te leveren van geattribueerde bevoegdheden. Burgemeester Crone heeft dit namens het college toegezegd. De raad heeft vervolgens bij hamerslag besloten de aanbevelingen van de rekenkamer over te nemen. Lopende onderzoeken Risico s grondposities In een publicatie van de Vereniging Eigen Huis wordt Leeuwarden genoemd met een boekwaarde van haar gronden van 127 miljoen (2012). Dit bedraagt 114% van het eigen vermogen. Per huishouden betekent dit een boekwaarde van Hiermee behoort Leeuwarden tot de koplopers, bij een gemiddelde van 350 per huishouden in Nederland. Een hoge boekwaarde op bouwgrond en grondposities is een indicator voor mogelijk grote financiële risico s. Vastgoedmarkten, waaronder de woningmarkt, zijn nog niet hersteld. Het is onzeker of de oude tijden van voor 2008 weer gaan herleven. Daarnaast is de wereld van ruimtelijke ontwikkeling en de vraag naar diverse soorten vastgoed complex. Veel factoren kunnen de financiële haalbaarheid van grondexploitaties beïnvloeden, zoals de economie, ontwikkelingen in de woningvraag, renteontwikkeling en belastingmaatregelen. Gemeenten blijven langdurig risico s lopen omdat grondexploitaties wel 20 jaar kunnen duren. Als het grondbeleid in de rode cijfers komt kan dit ten koste gaan van (nieuw) gemeentelijk beleid op andere terreinen. De rekenkamer doet onderzoek naar hoe het grondrisicoprofiel van Leeuwarden er nu en in de toekomst uitziet. Bij het inventariseren van suggesties voor onderzoek werd dit onderwerp door diverse fracties genoemd. De verwachting is dat de rapportage in het tweede kwartaal van 2015 aan de Raad kan worden aangeboden. Evaluatie herindeling Op 1 januari 2014 is de gemeente Boarnsterhim opgeheven. De gemeente is in vieren gesplitst en verdeeld over de gemeenten Leeuwarden, Heerenveen, Súdwest-Fryslân en De Friese Meren. Negen dorpen, in grootte variërend van 28 tot inwoners, zijn onderdeel van de gemeente Leeuwarden geworden. In totaal heeft de gemeente Leeuwarden door deze gemeentelijke herindeling bijna nieuwe inwoners gekregen, iets meer dan de helft van het aantal inwoners van de gemeente Boarnsterhim. Op grond van de financiele verdeelsleutel (gebaseerd op oppervlakte, inwoners en woningaantal) die het kader vormt voor de boedelscheiding en financiële ontvlechting, is het aandeel van Leeuwarden in het totaal 55%. De toename van het aantal formatieplaatsen bij de gemeente Leeuwarden ligt rond de 65. De komende jaren staat de gemeente Leeuwarden naar alle waarschijnlijk nog meer herindelingen te wachten. De gemeenteraad van Littenseradiel heeft zich uitgesproken voor opsplitsing, waarvan een deel van de gemeente naar Leeuwarden zal gaan. In een referendum hebben inwoners van Leeuwarderadeel zich uitgesproken voor aansluiting bij Leeuwarden, hetgeen is bekrachtigd door de raad. Deze herindelingen krijgen waarschijnlijk op of na 1 januari 2018 hun beslag. De rekenkamer doet onderzoek naar de lessen die de gemeente Leeuwarden kan leren van de herin-

5 deling van de gemeente Boarnsterhim, meer specifiek van de samenvoeging van een deel van Boarnsterhim met Leeuwarden. In het rekenkameronderzoek richt de rekenkamer zich op het proces van de herindeling. Wat ging goed en wat kan of moet een volgende keer beter? Daarbij richt de rekenkamer zich niet zozeer op bijvoorbeeld de wettelijke procedures die gevolgd zijn maar wordt gefocust op onderwerpen waar inwoners en medewerkers van de gemeente(n) in de praktijk mee te maken hebben. Het onderzoek is in september van start gegaan. De verwachting is dat de rapportage in het tweede kwartaal van 2015 aan de Raad kan worden aangeboden. Activiteiten in 2014 Lidmaatschap NVRR De rekenkamer is lid van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR). De NVRR organiseert o.a. studiedagen en informatievoorziening aan de leden. De voorzitter is naar het NVRR jaarcongres 2014 geweest met als thema samenwerking. Begin 2010 werd de NVRR kring Noord opgericht, een noordelijk netwerk van Rekenkamer(commissie)s. Ervaringen uitwisselen en van elkaar leren is een belangrijk aspect in deze kring. De voorzitter en de secretaris zijn actief (respectievelijk als plaatsvervangend voorzitter en secretaris) betrokken bij de Kring Noord. Het voorjaarscongres van de kring-noord was op 23 mei 2014 in Emmen. Het thema op deze middag was Innovatief Rekenkameronderzoek 2.0. Vernieuwende vormen van onderzoek en vernieuwende vormen van presentatie en aanbieding kwamen aan bod deze middag. De rekenkamer van Leeuwarden werd genomineerd met het rapport In dialoog met omwonenden?, een onderzoek naar het locatiekeuzebeleid Maatschappelijke Opvang. Voor de Goudvink 2014 zijn 20 rapporten ingestuurd. Uiteindelijk heeft de jury 4 rapporten genomineerd. Het doel van de prijs is onder meer het kweken van belangstelling voor het werk en producten van rekenkamers en het bevorderen van kwaliteit van rekenkameronderzoek. Bij de beoordeling van de inzendingen voor de Goudvink 2014 is specifiek gekeken naar de doorwerking: hoe effectief is het onderzoeksrapport van de rekenkamer geweest? Helaas wist de rekenkamer de prijs niet in de wacht te slepen. De rekenkamer Rotterdam won de Goudvink 2014 met het onderzoek: Horen, zien en schrijven: Optreden van stadswachten in de openbare ruimte. Communicatie Het aspect communicatie speelt op een aantal momenten tijdens het onderzoek: De najaarsbijeenkomst werd gehouden in november in het stadhuis van Groningen. Het thema op deze middag was ex ante Analyses. In november 2014 vertegenwoordigde de voorzitter de Rekenkamer tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVRR. Tijdens deze ALV presenteerde het bestuur het meerjarenbeleidsplan en jaarplan Goudvink De rekenkamer is in 2014 genomineerd voor de Goudvink. De Goudvink is een jaarlijkse prijs voor het beste rekenkameronderzoek. Alle rekenkamers, rekenkamercommissies en commissies beleidsevaluatie bij gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk kunnen meedingen voor de prijs. De onderwerpkeuze: de Rekenkamer benadert ieder jaar raadsfracties, het college van b. en w. en burgers om suggesties voor onderzoek aan te dragen bij de Rekenkamer; Bij de start en tijdens het onderzoek: de Rekenkamer wil transparant en toegankelijk zijn en kiest er daarom voor om op noodzakelijke momenten af te stemmen met betrokkenen; Bij de afronding van een onderzoek. Bij de publicatie van onderzoeksrapporten (zie worden persberichten verspreid om zo passend bij het onderwerp de nodige informatie over te brengen. De onderzoeksrapportages worden tevens aangeboden aan de NVRR voor publicatie op hun website.

6 Financieel overzicht De Rekenkamer beschikte in 2014 over een budget van ,00 voor het uitbesteden van onderzoek en de vergoedingen van de leden. Jaarrekening 2014 Post Begroot Realisatie Aanwending Onderzoekskosten Vergoeding rekenkamerleden Overige kosten onderzoekskosten: Uitbestede werkzaamheden presentiegelden en algemene uren leden Rekenkamer en uren die door de leden worden besteed aan de begeleiding van onderzoek contributies, reiskosten, opleidingskosten Totaal Saldo Algemene reserve van de gemeente Toelichting De post onderzoekskosten wordt besteed voor het inhuren van onderzoekscapaciteit en uren die door de leden besteed worden aan onderzoek. De vergoedingen van de leden (presentiegelden en uurvergoedingen) zijn een vaste kostenpost en gebaseerd op de verordening Rekenkamer januari Het positief resultaat van vloeit conform de geldende afspraken terug naar de Algemene Reserve van de gemeente. De (werkgevers)kosten voor de secretaris zijn niet meegenomen in de begroting van de rekenkamer. Deze bedragen euro.

7 Jaarplan 2015 Onderzoeksprogrammering De Rekenkamer bepaalt als onafhankelijk orgaan zelf welke onderwerpen zij onderzoekt, op welke wijze en op welk moment zij dat doet. De Rekenkamer staat daarbij uiteraard open voor suggesties van de raad, de ambtelijke organisatie, organisaties/instellingen in de stad en van burgers inzake onderwerpen. Een ieder kan daartoe onderzoeksonderwerpen bij de Rekenkamer indienen, bij voorkeur met een argumentatie waarom het betreffende onderwerp onderzocht dient te worden. De Rekenkamer beslist evenwel uiteindelijk zelf welke onderwerpen zij gaat onderzoeken. Het maatschappelijke belang, het potentiële leereffect en het financiële, organisatorische en/of bestuurlijke belang van onderwerpen vormen de belangrijkste selectiecriteria voor de Rekenkamer. Uiteraard waakt de Rekenkamer voor overlap in onderzoek binnen de gemeente en houdt zij rekening met onderzoeken die het College verricht. Ook stemt de Rekenkamer het onderzoeksprogramma af met onderzoeken die de gemeentelijke accountant gaat doen. Overigens houdt de Rekenkamer zich ook gedurende het jaar aanbevolen voor suggesties van de fracties van de raad en burgers. Dit betekent dat het jaarprogramma gezien moet worden als een dynamisch plan dat door actuele ontwikkelingen aangepast kan worden gedurende het jaar. Geselecteerde onderwerpen Net als in haar voorgaande jaarplannen staan hier de onderwerpen waarnaar een vooronderzoek zal worden gedaan. Dat betekent dat een nadere afbakening volgt of mogelijk wordt afgezien van een diepgaander vervolgonderzoek. Ook is het denkbaar dat de rekenkamer ingaat op verzoeken vanuit de gemeenteraad die in de loop van het jaar ontstaan. De onderwerpsuggesties die zijn afgevallen worden toegevoegd aan de groslijst van de Rekenkamer en zullen voor het jaarplan 2016 in samenhang met eventuele nieuwe onderwerpen - opnieuw worden bekeken. De Rekenkamer is voornemens om in 2015 twee onderzoeken te starten. Bij de keuze van onderzoeksonderwerpen gaat de rekenkamer als volgt te werk. Eerst worden suggesties verzameld en op de longlist geplaatst. Vervolgens wordt een nadere selectie gemaakt: de short list. Begin 2015 stonden in willekeurige volgorde de volgende onderwerpen op de shortlist: Bezuiniging culturele instellingen - is de voorgenomen bezuiniging gerealiseerd - wat is gebeurd met het culturele aanbod in de stad (zijn verwachtingen en intenties waargemaakt) Evaluatie van de werking van het Leeuwarder Ondernemersfonds Big Society, wijkbeheer, Amaryllis - wat is het - wat is de samenhang - wat gebeurt er Kwaliteit van de rechtsbescherming - worden termijnen gehaald - hoogte aantal toegekende bezwaren - contrair gaan college Begroting 2015 Bij het vaststellen van de programmabegroting 2015 heeft de Raad bepaald dat er een bezuiniging moet plaatsvinden van euro op de griffie en rekenkamer. De rekenkamer is met de griffier overeengekomen dat zij euro van dit bedrag voor haar rekening zal nemen. De bezuiniging zal in eerste instantie worden gezocht in het terugbrengen van de ondersteuning.

8 De begroting* voor de rekenkamer voor 2015 ziet er als volgt uit: Post Begroot Onderzoekskosten Vergoeding leden Overige kosten Totaal Uit te besteden werkzaamheden Presentiegeld & onderzoeksuren leden** Opleiding, contributies, reiskosten etc. * De (werkgevers)kosten voor de secretaris zijn niet meegenomen in de begroting van de rekenkamer. Deze dienen met euro te worden teruggebracht en bedragen dan maximaal euro. ** In de verordening van de rekenkamer is opgenomen (artikel 10 lid 5) is opgenomen dat de vergoeding van de rekenkamerleden jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig het prijsindex cijfer wat jaarlijks bij de begroting wordt vastgesteld. Het inflatiepercentage voor 2015 is 1%. Colofon Rekenkamer Leeuwarden Telefoon: Website: Heeft u opmerkingen of suggesties? Mail ons! rekenkamer@leeuwarden.nl (v.l.n.r.: Edwin Voorwinde, Jellie Rijpma, Marcel Hoekstra, Peter Polhuis)