Proefwerken juni 2017

Transcriptie

1 Proefwerken juni 2017 Donderdag 15 juni Bewerkingen & toepassingen Luisteren & taalsystematiek* Vrijdag 16 juni Begrijpend lezen * Getallenkennis & toepassingen Maandag 19 juni Dinsdag 20 juni Spelling Stellen Godsdienst Woensdag 21 juni Donderdag 22 juni Wero Taalsystematiek Meetkunde & toepassingen Meten en metend rekenen & toepassingen Vrijdag 23 juni Hardop lezen Voor vakken met een * kan je niet echt oefenen Verdere info volgt

2 Getallenkennis : Getallen kunnen vergelijken en sorteren ( is meer dan, is minder dan, is gelijk aan, is niet gelijk aan) D e symbolen =,, <, > kunnen gebruiken. Rangtelwoorden: eerste, tweede, kennen Tellen, terugtellen en doortellen (bijv. van 5 tot 15) met onder meer sprongen van één, van twee, van vijf, per tien De getallen tot 100 kunnen lezen en schrijven Ik weet dat vb. 58 bestaat uit 8 eenheden (E) en 5 tientallen (T). Dat 100 bestaat uit 1 honderdtal (H), 0 eenheden en 0 tientallen De getallen kunnen plaatsen op een getallenas / in een honderdveld. Het honderdveld kunnen invullen. ook vb alle getallen met 5 eenheden kunnen kleuren Getallen kunnen herstructureren vb 80 is 50 en 30; 100 is 4 x 25;... Breuken herkennen in taal als vb de helft = ½ ; een kwart = ¼ Een breuk kunnen aflezen en het gevraagde aantal kleuren vb 1/4 Spinnetjes kunnen invullen 40 is 20 meer dan, 40 is de helft van het dubbel van 40 is Kommagetallen met twee cijfers na de komma lezen om geldwaarden te begrijpen lezen als 4 euro en 25 eurocent of cent. Temperatuur -3.5 C kunnen aflezen. Een tabel kunnen aflezen. Hoeveelheden tellen en kunnen turven IIII

3 Bewerkingen Ik ken de begrippen, vermenigvuldigen, optellen, aftrekken, delen, product, som, verschil, quotiënt, rest, de helft nemen, het dubbele nemen, vermeerderen, verminderen. De symbolen + - x : kennen Ik weet dat (bijv = 2 + 4) mogelijk is, maar bij - niet (bijv ), ( bijv. 4 x 3 = 3 x 4 maar niet (bijv. 4 : 2 2 : 4) Ik kan optellen en aftrekken tot 100 Dubbel en helft tot : 3 = (30 : 3) + (6 : 3) Alle tafels en deeltafels kennen Wanneer ik een tafel niet weet kan ik ook 7 x 6 = (7 x 5) + (7 x 1) doen of 9 x 6 = (10 x 6) - (1 x 6 ) Ik kan al bij lange oefeningen, zien wat bij elkaar past om gemakkelijker te rekenen vb = Ik weet dat de plaats van haakjes geen invloed heeft op de som, maar wel op het verschil! ALTIJD EERST DE HAAKJES UITREKENEN vb = 3 + (4+2) MAAR (9-5) - 3 is niet gelijk aan 9 - (5-3) vb (16 : 4) : 2 = is niet gelijk aan 16 : (4 : 2 )

4 Meten en metend rekenen Lengte De lengte, breedte, hoogte en dikte van een voorwerp kunnen meten De centimeter (cm), de decimeter (dm) Een lengte meten en afmeten bij voorwerpen en lijnstukken, en lijnstukken met een gegeven lengte tekenen. De omtrek van vlakke figuren meten en van de gekende vlakke figuren berekenen (rechthoek, driehoek, vierkant) (ik kan dus de vier zijden van een rechthoek meten en optellen ) Tijd Volgende termen gebruiken: vandaag, gisteren, morgen de maanden van het jaar kennen De datum lezen en noteren: vb 26 juni 2017 Kloklezen tot op een kwartier nauwkeurig Tijdsduur berekenen: bijv. het aantal dagen berekenen van tot (en met) of tussen vb hoeveel dagen zijn er tussen 16 juni en 26 juni Aantal dagen van de maanden kennen Temperatuur De temperatuur nauwkeurig aflezen en noteren Gewicht Iets langer maken, twee pakjes van verschillend gewicht even zwaar maken Voorwerpen rangschikken van zwaar naar licht Meten met kilogram en gram Weten dat er 1000 gram in 1 kg kan Ik ken gram en kilogram Ik kan een gewicht afwegen

5 Betalen Ik kan gepast betalen en teruggeven Met kommagetallen gebruiken we realistische bedragen. Ik geef 5 euro en moet 3.14 euro betalen. Hoeveel krijg ik terug? (Ik gaf geen briefje van 50 euro) Ik moet vb euro betalen (Ik betaal met 40 euro) Ik betaal euro. (ik betaal met 90 euro) Meetkunde Mezelf ten opzichte van een voorwerp kunnen plaatsen. Ik ken links en rechts en kan die toepassen op tekeningen. Een rechte, een punt, een lijnstuk tekenen en noteren. Ik weet wat een zijde, overstaande zijde(n) zijn. Ik herken een hoek, hoekpunt, benen. Ik weet wat : rond, driehoekig, vierhoekig, recht, gebogen, hoekig, is Vlakke figuren vergelijken en classificeren volgens zelfgekozen kenmerken vb heeft hoeken, heeft alleen rechte zijden Ik weet wat evenwijdigheid is (rechten lopen even wijd van elkaar, gaan elkaar nooit snijden) Rechten en lijnstukken die loodrecht op elkaar staan, herkennen, de term loodrecht gebruiken (heeft een rechte hoek) Eenvoudige figuren van gelijke vorm én grootte tekenen op geruit papier.

6 Een patroon in een rij herkennen en die rij voortzetten en verwoorden met termen als: eerste, tweede, middelste, voorlaatste, laatste Pictogrammen die onder meer een richting aanduiden, lezen en gebruiken. Spiegelbeelden kunnen tekenen. Constructies uitvoeren (vb lego plannetje kunnen volgen) Taalsystematiek : groene mapje Lidwoorden, naamwoorden, doewoorden (werkwoorden), hoe-woorden Lidwoord: de het een Naamwoord: ik kan dit vastnemen vb gitaar, broek, appel,... Werkwoord: ik kan het doen Hoe is iets : mooi, tof, knap, rood Korte en lange klanken Klinkers : a e i o u & medeklinkers Verkleinwoorden : pje, tje, je, Telwoorden: eerste, tweede, Rijmen Samengestelde woorden vb ( voet + bal = voetbal) Samengestelde zinnen (woordjes als maar, terwijl, omdat komen tussen twee zinnen.)

7 Spelling Controledictee + spellingsmoeilijkheden (zie gele bundel) Godsdienst Ik weet waarom het laatst geboren eendje gepest werd. Wat betekende Pinksteren voor de apostelen? Ik weet waarom God een adelaarsmoeder lijkt. Ik ken het verhaal van de herder en zijn schaapjes. Ik weet wie Albert Schweitzer is. Wero Thema 8 ( zie weebly) + verkeer + een algemene toets Algemene toets Ik kan een plattegrond aflezen + een legende. Ik ken de seizoenen, de maanden van het jaar Ik ken begrippen: schooltijd, vrije tijd, dag, nacht, vroeger, namiddag, voormiddag, avond, gisteren, eergisteren, Ik kan gebeurtenissen opdelen in periodes. baby - schoolkind - volwassen Ik kan geld functioneel gebruiken (betalen teruggeven) Verkeersbundel Er is een stukje open boek proefwerk. Zorg dus dat je je werobundel mee hebt op het proefwerk! (vragen thema 8 te zien op de weebly site)