Mignon verlangend naar haar vaderland Arie Scheffer ( ). Collectie Dordrechts Museum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mignon verlangend naar haar vaderland - 1836 Arie Scheffer (1795-1858). Collectie Dordrechts Museum"

Transcriptie

1 Diversiteit in de jeugd en opvoedhulp Verslag van het tweejarig (wetenschappelijk) onderzoeksproject naar theoretische en methodische aspecten van interculturele jeugdhulpverlening, gericht op het ontwerpen van een interventiekader interculturele jeugd en opvoedhulp. Mignon verlangend naar haar vaderland Arie Scheffer ( ). Collectie Dordrechts Museum TriviumLindenhof Rotterdam Dordrecht Drs. Harold Sarneel MMO 31 mei 2012

2 Diversiteit in de jeugd en opvoedhulp Verslag van het tweejarig (wetenschappelijk) onderzoeksproject naar theoretische en methodische aspecten van interculturele jeugdhulpverlening, gericht op het ontwerpen van een interventiekader interculturele jeugd en opvoedhulp TriviumLindenhof Rotterdam Dordrecht Drs. Harold Sarneel MMO 1 juni

3 Colofon Uitgave: Triviumlindenhof jeugd en opvoedhulp Van Speyckstraat VJ Rotterdam. Tel Bestelling bij directiesecretariaat of via website Prijs gedrukt exemplaar, inclusief bijlagen 15,= excl. verzendkosten. Onderzoek: Drs. H.A.E. Sarneel, directeur wetenschappelijk bureau Medewerking onderzoeksuitvoering: Christel Nienhuis BMC: Drs. Simone Akse en Drs. Luuk vos Externe toetsing derde onderzoeksfase: Dr. Cor Hoffer Dr. Inge Claringbould Uitvoering Interviews met 32 cliënten: Noura Adjimi Alev Boscuk MA Birgul Cakmak Uitvoering onderzoek medewerkers: Drs. Stephanie Kwakman Drs. Harold Sarneel Begeleidingscommissie Triviumlindenhof: Mr. Shirley Fehr Drs. Stephanie Kwakman Drs. Fleur Verhoeff Uitvoering trainingen: Dr. Cor Hoffer Christel Nienhuis Adviezen: Drs. Gert van de Berg, NJi Prof. Dr. Trees Pels Drs. Jan Leuvelink Prof. Dr. Ton van Yperen Drs. Wim Theunissen Mikado Rotterdam Medewerkers TriviumLindenhof: directiesecretariaat 60 projectdeelnemers Provincie Zuid-Holland: projectfinanciering 2

4 Inhoudsopgave Voorwoord pagina 5 Samenvatting 6 Inleiding 8 1. De pluriculturele samenleving in cijfers en beelden Bevolkingssamenstelling in Nederland De grote steden Bevolkingssamenstelling in Vlaanderen Over de integratie van migranten De kleurrijke jeugd en de jeugd en opvoedhulp Migrantenjongeren, wie zijn zij? Naar een intercultureel perspectief in de jeugdzorg Het project diversiteit als basis Het project diversiteit: verbinding van onderzoek en ontwikkeling De totstandkoming van het project Wat is de problematiek, aanleiding voor het project Het onderzoek in het kort Organisatie en uitvoering van het onderzoek Resultaten literatuuronderzoek deel 1. Theoretische perspectieven Het maatschappelijk debat en de zorg Theoretische perspectieven op interculturele zorg Resultaten literatuuronderzoek deel 2. Methodieken Strekking van de onderzochte boeken en rapporten Specifieke of generieke interventies voor migrantengroepen Welke impliciete theoretische kaders zijn zichtbaar? Hoe verhouden de conclusies uit dit onderzoek zich met de bevindingen van Ince en Van de Berg Welke kennis en inzichtaspecten zijn van belang voor migrantenhulpverlening Gesprekken met migrantenvrouwen en jongeren Over opvoeden in een biculturele omgeving Over jeugdzorg Taboes Gesprekken met behandelcoördinatoren en hulpverleners Praktijkervaringen De instelling De invloed van de maatschappij Hulpverlening aan migranten, voorwaarden en methoden Wat kunnen we met de informatie uit de gesprekken met hulpverleners en migrantencliënten? Interventiekader interculturele jeugd en opvoedhulp De logische uitkomst: een kader voor interventies Nadere uitwerking van het interventiekader jeugd en opvoedhulp kennis en inzicht cultuursensitiviteit en interculturele competenties Cultureel Venster Jeugdhulpverlening. Instrument voor dialoog dialooggestuurde hulpverlening en de plaats van het Interventiekader Interventiekader. Kennis en inzicht in cultuur en religie, identiteit, migratie en opvoeding cultuur en religie identiteit 54 3

5 4.3 de migratie en wat het met mensen doet verschillende visies op opvoeding? Interventiekader. Interculturele competenties literatuurverkenning culturele sensitiviteit en interculturele competenties. Een andere ordening voorwaarden voor interculturele hulpverlening cultuursensitiviteit interculturele competenties en vaardigheden Toevoeging. Beschouwing interculturele competenties. Door Christel Nienhuis Interventiekader. Het Cultureel Venster Jeugdhulpverlening (CVJ) de keuze voor het cultureel interview van cultureel interview naar cultuur venster jeugdhulpverlening achtergronden van het cultureel interview uitkomsten onderzoek naar de werking van het CVJ het eindresultaat: CVJ ontwikkeld 75 7 Cultureel Diversiteitsbeleid Samenvatting Gewenste situatie Blokkades Advies in het kort Slotoverwegingen 80 Bronnenlijst 82 4

6 Voorwoord De Jeugd en Opvoedhulp, en dus ook TriviumLindenhof, kan niet meer voorbij de realiteit dat de samenleving kleurrijk en divers is. Alleen al binnen onze organisatie zijn er jongeren afkomstig uit meer dan 70 landen en nog veel meer culturen. Dat is niet plotseling ontstaan. Al sinds de jaren zeventig en tachtig zien we de diversiteit aan jongeren en hun gezinnen groeien. In eerste instantie ging het vooral om Turkse en Marokkaanse jongeren, tegenwoordig komen de jongeren in oorsprong van heinde en ver: uit Afrikaanse landen, Oost-Europa, Zuid-Amerika, Irak, China. Meer dan driekwart van deze jongeren is wel in Nederland geboren en velen hebben inmiddels ook de Nederlandse nationaliteit. Maar in de jeugd en opvoedhulp weten we het al lang: de cultuur waarin je wordt opgevoed, neem je mee en heeft invloed op hoe je denkt, hoe je gedraagt, hoe je voelt en hoe je jezelf ziet. Maar vooral ook op waar je jezelf toe voelt behoren en hoe anderen dat zien. Dat alles heeft invloed op de hulpverlening aan deze jongeren en hun gezinnen. Maar hoe? En wat betekent dat voor de hulpverleners? Is er een speciale aanpak nodig of een speciale focus? Triviumlindenhof heeft in 2008 het initiatief genomen om op een systematische manier te proberen hierop antwoorden te vinden. In overleg met de Provincie Zuid-Holland en met hun toekenning van projectfinanciering, is in het voorjaar van 2010 binnen TriviumLindenhof het project (etnische) Diversiteit van start gegaan. Een onderzoeksproject om te achterhalen welke visies nodig zijn en welke methodische uitgangspunten gebruikt moeten worden om de hulp aan migrantenjongeren te verbeteren. Dit project is nu, medio 2012, afgerond. Ondersteund door een Begeleidingscommissie, bestaande uit Stephanie Kwakman, Fleur Verhoeff en Shirley Fehr, die wij bij deze van harte willen bedanken voor hun zeer betrokken en kundige inzet. Evenals Christel Nienhuis, die bij een heel groot deel van het onderzoek actief was en samen met Cor Hoffer de zeer geslaagde trainingen van de medewerkers heeft opgezet en verzorgd. Aan die trainingen hebben 60 hulpverleners en behandelcoördinatoren van TriviumLindenhof deelgenomen; deze zelfde groep was ook de onderzoeksgroep waarbinnen de methodische ontwerpen werden beproefd. Aan al deze medewerkers: hartelijk dank! Het rapport ligt er nu en daaruit blijkt dat het heel wat heeft opgeleverd: een Interventiekader Interculturele Jeugd en Opvoedhulp. Een drieluik, bestaande uit een Document Kennis en Inzicht, uit Cultuursensitieve houding en vaardigheden en uit een Cultureel Venster, waarmee de belevingswereld van de migrantencliënten op een interactieve manier in beeld kan worden gebracht en gehouden. In dit (wetenschappelijk) rapport wordt hier verantwoording over afgelegd. In september 2012 verschijnt over dit project een boek met de titel Interculturele Jeugd en opvoedhulp, dat door Eburon academic publishers wordt uitgegeven. Een mooie bekroning van ons project dat we op deze manier graag delen met alle collega s in Nederland. Het project zien we als zeer geslaagd. Niet alleen is het van betekenis voor onze eigen organisatie, maar ook voor het brede terrein van de hulp aan jeugdigen en hun gezinnen in zijn geheel. We hopen dat de onderzoeksresultaten dan ook een brede verspreiding krijgen en dat de ontwikkelde kennis en inzichten gemeengoed worden in onze sector. Wij gaan er mee verder. De Raad van Bestuur, Arno Lelieveld en Josje Bootsma 5

7 Samenvatting Het Interventiekader Interculturele jeugd en opvoedhulp: op zoek naar een betere aansluiting en meer doeltreffendheid in de jeugd en opvoedhulp aan migrantengezinnen. Het doel van het project Interculturele jeugd en opvoedhulp was om de effectiviteit van de jeugdhulpverlening aan de migrantengezinnen aanmerkelijk te verbeteren, door een betere aansluiting te krijgen bij de (culturele) belevingswereld van deze gezinnen. Waar het project in eerste instantie de focus had op Turkse en Marokkaanse gezinnen, is die focus in een latere fase verbreed tot gezinnen en jeugdigen met een niet-westerse achtergrond. Het project is in oktober 2010 gestart met subsidie van de Provincie Zuid-Holland, de einddatum van het project was 31 juli Het project is gestart vanuit TriviumLindenhof en afgestemd met de andere jeugdzorgorganisaties in Zuid-Holland via het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg Zuid-Holland. Daarnaast is contact gelegd met organisaties als NJi en Mikado, samengewerkt met externe deskundigen en werden contacten onderhouden met andere projecten op het terrein van de interculturele zorg en hulpverlening, zoals DWARS te Rotterdam, Bindkracht te Antwerpen, en meer. De geïndiceerde jeugdzorg ziet bij de hulpverlening aan migrantengezinnen en jeugdigen een tweetal forse problemen: een vaak- laattijdige toegang en een te snelle uitval. Cijfers fluctueren, maar de voortijdige uitval is gemiddeld meer dan twee keer zo hoog bij migrantengezinnen en -jongeren dan het gemiddelde cijfer. Een patroon dat over een reeks van jaren herkenbaar is. De conclusie dat veel van de migrantengezinnen en jongeren daardoor verstoken blijven van adequate hulp is niet al te gewaagd. Gesprekken met migrantencliënten, hulpverleners en dossierstudies maken duidelijk dat het in de jeugdzorg niet zelden ontbreekt aan wederzijds begrip voor elkaars cultuur en achtergrond en dat een vertrouwensvolle interactie tussen hulpverlener en cliënt onvoldoende tot stand komt. Een van de in het onderzoek gevonden factoren is de verschillende duiding van ouder(s) en hulpverlening over wat er aan de hand is in het gezin en/of bij de jeugdige en wat er nodig is om verdere te komen. Duiding van problemen blijkt onderhevig aan de culturele bril. Uit de gesprekken met 32 migrantencliënten blijkt allereerst dat zij begrepen willen worden in hun persoonlijke vraag. Zij willen als persoon worden bejegend en niet bij voorbaat als exponent van een cultuur. Daarentegen verwachten ze wel van de hulpverlening begrip voor hun cultuur en hun levensopvattingen. En voor alles wat voortvloeit uit hun migratiegeschiedenis en bicultureel bestaan. Migrantencliënten geven ook aan niet gespaard te hoeven worden, omdat hulpverleners bang zouden zijn om te discrimineren. Ook geeft het overgrote merendeel van de migrantencliënten aan niet speciaal een hulpverlener uit de eigen cultuur te willen. Als er maar vertrouwen is en als ze willen luisteren en begrijpen. Met name de cliënten van Marokkaanse afkomst geven aan dat de hulpverlening wel kennis van hun religie zou moeten hebben. Uit het literatuuronderzoek, uit de interviews met 30 jeugdhulpverleners en bovengenoemde 32 cliënten, blijkt dat specifieke nieuwe methodieken voor cultureel andere groepen niet gewenst zijn, wel aanpassing en aanvulling met een cultureel venster. Wezenlijk is om elke cliënt te benaderen als uniek. De vraag van de cliënt is de essentie en daarmee het vertrekpunt voor de hulpverlening. De cultureel andere cliënt onderscheidt zich daarmee niet van het algemene beeld. Cultuursensitiviteit is voor hulpverleners een noodzakelijke eigenschap, welke bestaat uit het kennen van de eigen culturele denkframes en het vermogen zich in te leven in de cultuur van de ander. Onbewuste vooringenomen beelden van de hulpverlener over de cultuur van de andere ondermijnen het noodzakelijke vertrouwen en belemmeren de interactie en de effectiviteit van de hulp. Cultuursensitieve hulpverlening, ingezet vanaf de start van de hulpverlening blijkt altijd effectief, juist ook in het vervolg van de hulpverlening. Latere inzet van cultuurgerelateerde instrumenten lijkt geen effectieve manier om vertrouwen van de cliënt of de effectiviteit van de hulp te vergroten. Kennis en inzicht in culturele thema s blijken voor hulpverleners noodzakelijk bij interculturele hulpverlening. Een hulpverlener moet onder andere kennis hebben van: - de dynamiek van de cultuur en de persoonlijke, aan verandering onderhevige invulling ervan, - de visies op opvoeding van de verschillende culturen, - de invloed van religie op het dagelijks leven, - cultuurbepaalde waarneming van problemen, - wat het is om bicultureel te leven en wat dit voor gevolg heeft voor de identiteitsbeleving, - de invloed van de (politieke) omgeving en de media op het persoonlijk welbevinden en op de 6

8 maatschappelijke participatie, - de essenties van de ik- en de wij-cultuur en - de invloed van de migratiegeschiedenis. Het gaat dus om inzicht in en kennis van min of meer geabstraheerde culturele thema s, niet zozeer om de praktische kennis (tips & trucs) van culturen, gebruiken en rituelen. De vraag is wat de kennis die uit het project is ontwikkeld, oplevert voor de jeugdzorg. Uit het project zijn drie basisingrediënten voor de hulpverlening gedestilleerd, die in samenhang opgenomen zijn in het Interventiekader interculturele jeugdhulpverlening : 1. kennis en inzicht in de in de essentiële culturele thema s zijn voorwaarden voor het opbouwen van een vertrouwensvolle interactie met de cliënt; 2. cultuursensitiviteit is een kerncompetentie voor de hulpverlener. Zijn werkhouding moet hierbij gebaseerd op een open houding naar anderen toe; 3. Het is zaak de culturele component vanaf de start van de hulpverlening in beeld te brengen en die in de behandeling in beeld te houden voor het opbouwen van vertrouwen. Het gebruik van een welomschreven cultureel venster (naast het biologische, psychische en sociale) op de hulpverlening is noodzakelijk, zowel bij de start van de hulpverlening als tijdens de hulpverlening zelf. Daartoe is het instrument Cultureel Venster Jeugdhulpverlening ontwikkeld. Deze drie ingrediënten van het Interventiekader interculturele jeugdhulpverlening hangen nauw met elkaar samen en zijn elk op zich factoren van doorslaggevend belang voor de effectiviteit van de hulpverlening aan cultureel anderen. De instelling zelf heeft de taak het interculturele karakter van de hulpverlening te ondersteunen door instellingsbeleid op dit gebied. Het bijgesloten advies van BMC geeft hieraan richting. Uit de gesprekken met zowel hulpverleners als migrantencliënten kwam naar voren dat integratie in de Nederlandse samenleving als bijkomend doel van de hulpverleningrelevant kan zijn, ook als dit niet door de cliënt zelf wordt aangegeven. Daar waar onvoldoende taalbeheersing en geringe maatschappelijke participatie onderdeel blijken van de problemen en de oplossing daarvan in de weg staan, vinden sommige hulpverleners dat hier een opdracht ligt voor de hulpverlening. Andere hulpverleners vinden juist het tegenovergestelde, verwijzend naar de taakstelling van organisaties die zich specifiek met dat onderwerp bezig houden. Bij de migrantencliënten is min of meer eenzelfde beeld van deze tegenstelling te zien. De onderzoeksresultaten hebben een terdege beeld opgeleverd van de mogelijkheden van interculturele jeugd en opvoedhulp. De combinatie van: kennis en inzicht op essentiële cultuurgerelateerde thema s, een open, sensitieve houding van de hulpverleners naar andere culturen en een richtinggevend interventiekader interculturele jeugdhulpverlening biedt een brede, flexibele en betekenisvolle basis voor effectieve jeugdzorg voor cultureel anderen. Het Interventiekader interculturele jeugdhulpverlening, met daarin het instrument Cultureel Venster Jeugdhulpverlening, is breed en diepgaand getoetst op haar werkzaamheid. Het resultaat is bruikbaar voor het terrein van de jeugd en opvoedhulp en ook breder inzetbaar. Tips voor de praktijk vanuit het project: 1. Investeer in de opbouw van interculturele kennis en inzicht van de hulpverlener. Ga daarbij dieper dan tips en trucs over andere culturen, maar breng basiskennis over de essentiële culturele thema s bij. 2. Iedere cliënt is uniek en wil ook als zodanig behandeld worden en niet slechts gezien worden als product van zijn cultuur. Hiervoor is een open en cultuursensitieve houding van de hulpverlener essentieel. 3. Betrek de cultuurspecifieke componenten van de hulpvraag vanaf de start van het hulptraject: latere aandacht voor de cultuurspecifieke aspecten heeft nauwelijks invloed op de effectiviteit van de geboden hulp. 4. Het Cultureel Venster Jeugdhulpverlening is bewezen bruikbaar voor het opbouwen van een vertrouwensvolle interactie met de cultureel andere en biedt een stevige ondergrond voor begrip van de culturele opvattingen en belevingen van de cliënt. En daarmee voor de effectiviteit van de hulp. 7

9 Inleiding De Nederlandse en de Vlaamse samenleving zijn de afgelopen tientallen jaren veranderd door de immigratie van grote aantallen mensen uit nabije en verre landen. Migranten die naar onze landen zijn gekomen om economische redenen, als vluchteling op zoek naar veiligheid, in het kader van gezinshereniging of om andere redenen. Over het algemeen zijn zij gebleven en daardoor onze medeburgers geworden, die ongeveer 20 procent van onze bevolking uitmaken. Medeburgers die niet alleen in economische, maar ook in sociale en culturele zin een rol spelen in onze samenleving. Maar om wie gaat het en over welke aantallen spreken we? Waar komen ze vandaan en waar vestigen zij zich? De nieuwe groepen Nederlanders en Vlamingen maken gebruik van de maatschappelijke voorzieningen, dus ook van de jeugd en opvoedhulp waar dit boek over gaat. Wat weten wij van het gebruik van de jeugd en opvoedhulp door migrantengroepen? Hebben zij andere vragen? Zien hun problemen er anders uit? En hoe ziet hun leven er uit binnen het bi-culturele bestaan? De inmiddels kleurrijke jeugdzorg wordt aan de hand van cijfers en onderzoeksgegevens voor een deel in beeld gebracht. Wie zijn de migrantenjongeren? Wat zijn hun vragen en problemen? En als we spreken over interculturele jeugdzorg, waar gaat het dan om? Verkenning van deze thematiek brengt ons uiteindelijk tot de kern: kan hulpverlening, dat gegrond is op inzicht in diverse culturen en wat daar mee samenhangt, bijdragen aan het vinden van antwoorden op hulpvragen van migrantenjongeren en hun gezinnen? Dit onderzoek heeft door middel van literatuurstudies, gesprekken met migrantencliënten, gesprekken met hulpverleners en met experts in het veld antwoorden gezocht, die het inzicht in de hulpverlening aan migrantenjongeren en hun gezinnen kunnen vergroten. Het onderzoek heeft bestaande inzichten en hulpverleningsmethodieken geïnventariseerd, gewogen en uiteindelijk herschikt. Herschikt in de vorm van een interventiekader interculturele jeugd en opvoedhulp, met toevoeging van instrument, dat binnen dit onderzoek is ontwikkeld en beproefd: het cultureel venster. Dit interventiekader mét het cultureel venster is de matrix voor de hulpverlening aan migrantenjongeren en hun gezinnen. Het biedt een structuur waarin hulpverleners houvast kunnen vinden in hun contacten met migrantencliënten, maar ook, zo blijkt, steun aan kunnen ontlenen bij autochtone cliënten die binnen hun eigen, soms besloten, gemeenschap cultureel eigen gewoontes en inzichten hebben. Dit onderzoek levert het inzicht dat drie basiselementen gezamenlijk de grondslag vormen voor interculturele jeugd en opvoedhulp: kennis in inzicht, cultuursensitiviteit in de brede betekenis en het ondersteunend instrument cultureel venster. Hierin ligt het hart van de resultaten van het onderzoek. Dit onderzoeksverslag maakt het proces van de totstandkoming ervan inzichtelijk. De resultaten van dit onderzoek zijn tevens bewerkt tot een boek met de titel Interculturele jeugd en opvoedhulp, dat in september 2012 is verschenen bij Eburon. De opbouw van dit onderzoeksverslag is als volgt. Het eerste hoofdstuk laat kennismaken met cijfers over de migrantenbevolking in Nederland en Vlaanderen. Het schetst een beeld van de migrantenjongeren in beide landen en spitst daarna toe op de deelname van die migrantenjongeren in de jeugdzorg. De invalshoek van het boek is de culturele diversiteit, maar die is niet afdoende om het vaak complexe verhaal achter de hulpvraag in beeld te brengen. Armoede en demografie worden gememoreerd, maar niet verder uitgewerkt. Hoofdstuk 2 licht bovengenoemd onderzoeksproject toe en beschrijft de wording van het interventiekader interculturele jeugdhulpverlening. Het hoofdstuk beschrijft de resultaten van de 8

10 literatuuronderzoeken, de gesprekken met de cliënten en met de hulpverleners. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het ontwerp interventiekader interculturele jeugd en opvoedhulp geïntroduceerd en uitgewerkt aan de hand van haar drie pijlers: kennis en inzicht, culturele sensitiviteit en competenties en het cultureel venster. In het onderzoek is geconstateerd dat voor het domein kennis en inzicht een viertal thema s van groot belang is voor interculturele jeugd en opvoedhulp. Dat zijn: de dynamiek van religieuze en culturele diversiteit, de opvoeding in een multiculturele omgeving, de identificatieprocessen bij migranten en de implicaties van migratie. Deze onderdelen worden inhoudelijk belicht, samen met de andere pijler van het interventiekader: de culturele sensitiviteit en interculturele competenties, waarover hulpverleners moeten beschikken om de slagingskans bij interculturele hulpverlening te vergroten. Hoofdstuk 4 licht het cultureel venster jeugdhulpverlening toe, schetst waar het vandaan komt en hoe het in een drietal vooronderzoeken en een tweetal onderzoeksrondes ontwikkeld is tot een beproefd instrument voor de interculturele jeugd en opvoedhulp. Hoofdstuk 5 laat zien dat Interculturele jeugd en opvoedhulp niet is beperkt tot louter interventies van hulpverleners. Het blijkt een fundament nodig te hebben in de instelling en ook in de politieke omgeving, bij de subsidiegevers derhalve, van die instelling. Wat van belang is, dat de instelling visie ontwikkelt en deskundigheid bij de hulpverleners versterkt op het gebied van interculturele jeugd en opvoedhulp. In de slotoverweging wordt onder meer ingegaan op een tweetal conclusies van het onderzoek naar effectieve interculturele jeugd en opvoedhulp: het belang van een pragmatische omgang met cultuur en religie in de hulpverlening en het belang van zorg op maat als fundament voor alle hulp. 9

11 1.De pluriculturele samenleving en jeugdzorg in cijfers en beelden 1.1. Bevolkingssamenstelling in Nederland Op 1 januari 2012 telde Nederland 16,7 miljoen inwoners, waarvan 80 procent autochtoon en 20 allochtoon. Van de 3,4 miljoen allochtone Nederlanders zijn 1,9 miljoen personen (11 procent) van niet-westerse en 1,5 miljoen (9 procent) van westerse afkomst. Herkomst en definities Een gangbare indeling naar herkomst is de driedeling: autochtonen, westerse allochtonen en nietwesterse allochtonen. Deze indeling wordt gebruikt door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De definities zijn: - autochtoon: een persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar hij of zij zelf is geboren; - westerse allochtoon: een persoon van wie tenminste één ouder in een van de landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, Indonesië of Japan is geboren. Op grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend. - niet-westerse allochtoon: een persoon van wie ten minste één ouder in een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika, Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije is geboren. Waar mogelijk worden in dit boek de termen migranten en migrantenjongeren gebruikt. De begrippen allochtoon en autochtoon hebben bij velen een onaangename bijklank gekregen en worden geassocieerd met gevoelens van in- en uitsluiting. De termen allochtoon en autochtoon worden in Nederland en Vlaanderen nog steeds gebruikt in beleidsstukken en zijn daarom niet te vermijden bij het uiteenzetten van bepaalde processen. Diverse adviesorganen bepleiten het afschaffen van de termen allochtoon en autochtoon. Parallel daarmee ook om de registratie te beperken tot het geboorteland van de ouders. In hun rapportages over de groeperingen naar herkomst maken het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Sociaal en Cultureel Planbureau bij de groep niet-westerse allochtonen onderscheid naar vier herkomstlanden en een restgroep: Turkije, Marokko, Suriname, voormalig Nederlandse Antillen en Aruba en Overige niet-westerse allochtonen. Tabel 1.1 Bron: CBS Samenstelling van de bevolking in Nederland op 1 januari 2011 aandeel 2 de generatie: Totaal inwoners Nederland : = 100 % Autochtonen : % Westerse allochtonen : % Niet-westerse allochtonen : % 43,7 % - Turkije : ,3 % 49,3 % - Marokko : ,1 % 52,9 % - Suriname : ,1 % 46,5 % - Ned Antillen en Aruba : ,8 % 42,0 % - Overig niet-westers : ,0 % 34,4 % Twee derde van de niet-westerse migranten en hun nakomelingen behoort tot één van de vier grootste herkomstgroepen. Turkse Nederlanders vormen de grootste groep, Antilliaanse de kleinste. Van de niet-westerse immigranten komt ruim een derde deel uit Afrika en circa de helft uit Azië, exclusief Indonesië en Japan. De groei van de niet-westerse immigranten komt grotendeels door geboorten; het migratiesaldo is de laatste jaren bescheiden. In de westerse herkomstgroep is dit juist omgekeerd en bepaalt immigratie de groei. Deze stijging wordt vrijwel geheel veroorzaakt door immigratie uit landen van de Europese Unie, vooral Polen. 10

12 Bij de niet-westerse immigranten waren de migratiemotieven in 2009: gezinshereniging (27 procent), asiel (21 procent), gezinsvorming (15 procent) en arbeid (12 procent). Het zwaartepunt ligt derhalve op gezinsmotieven. Daarnaast blijkt uit het Jaarrapport Integratie 2011 dat de tweede generatie van de vier nietwesterse groepen later kinderen krijgen; de gemiddelde leeftijd is inmiddels vergelijkbaar met die van autochtone Nederlandse vrouwen. Marokkaanse en Turkse Nederlanders kiezen vooral een partner uit de eigen groep. Dit geldt ook voor de tweede generatie. Huwelijksmigratie is de laatste jaren fors afgenomen. Het vaakst trouwt men met een partner die al in Nederland woont. Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen hebben vaker een partner uit het land van herkomst dan de mannen uit deze groepen. De tweede generatie Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders trouwt merendeels met een autochtone Nederlander. Relatievorming wordt niet alleen verklaard door persoonlijke kenmerken, maar ook door buurtkenmerken. De buurt waarin men woont, blijkt van belang voor de sociale integratie van niet-westerse migranten. Tabel 1.2 Eerste en tweede generatie niet-westerse allochtonen in 2010, per leeftijdscategorie. Bronnen: NJi en CBS, Leeftijdscategorie Jaar jaar jaar jaar jaar Eerste generatie Tweede generatie Derde generatie (schatting < 10 j.) Van alle allochtone kinderen en jongeren tot en met 25 jaar behoort 82 procent tot de tweede generatie, dat wil zeggen: in Nederland geboren. Tabel 1.3 Land van herkomst (moeder) met gemiddeld kindertal (2009) en percentage eenoudergezinnen (2010). Bronnen NJi en CBS Herkomst Eenoudergezinnen Gemiddeld kindertal per gezin Nederlands/autochtoon 17,8 % 1,8 Westers allochtoon -- 1,5 Turkije 19,6 % 1,7 Marokko 19,1 % 2,6 Suriname 43,9 % 1,7 Antillen en Aruba 47,8 % 1,8 Overig niet-westers -- 1, De grote steden De niet-westerse migranten zijn vooral geconcentreerd in de vier grootste steden. Onderstaande tabel geeft inzicht in de verdeling over die steden. 11

13 Tabel 1.4 Verdeling van de niet-westerse bevolkingsgroepen in de vier grote steden. Bron: Frans Verhagen in Hoezo mislukt?, Herkomstgroep Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Totaal inwoners Niet-westers allochtoon = 34,6% = 36% = 32,7% = 21,3% - Turkije 5,2 % 7,8 % 7,1% 4,4 % - Marokko 9 % 6,4 % 5,4 % 8,8 % - Suriname 9,2 % 8,9 % 9,7 % 2,6 % - Antillen en Aruba 1,5 % 3,4 % 2,3 % 0,8 % - Overig niet-westers 9,6 % 9,5 % 8,2 % 4,7 % Naast de concentratie van niet-westerse migrantengroepen in de grote steden, vindt ook concentratie plaats op wijk- of stadsdeelniveau. Zo zijn er bijvoorbeeld 25 wijken met meer dan een kwart Turken, 10 wijken met meer dan een kwart Marokkanen en 6 met meer dan een kwart Surinamers. Slechts enkele wijken kunnen mono-etnisch worden genoemd met ongeveer de helft van de bevolking uit één herkomstgroep. Het overgrote deel van de wijken kent een multi-etnische samenstelling. In Amsterdam en Rotterdam is van de jeugd tot 20 jaar, anno 2012, tussen de 50 en 54 procent van niet-westerse allochtone afkomst. 1.2 Bevolkingssamenstelling in Vlaanderen De cijfers over de omvang van de migrantenbevolking in Vlaanderen zijn niet vergelijkbaar met de Nederlandse cijfers. Waar in Nederland wordt geregistreerd op basis van het geboorteland van (een van) de ouders, wordt in Vlaanderen geregistreerd op nationaliteit. Voor personen van vreemde (bedoeld wordt vreemde nationaliteit) afkomst wordt sinds 2009 nog slechts de nationaliteit van (een van) de ouders vastgelegd. De idee om de etniciteit van de bevolking vast te leggen roept bij velen veel weerstand op; vanwege het gevaar van stigmatisering, uit wantrouwen jegens de overheid, vanwege de oncontroleerbaarheid van de gegevensopslag en door het latente gevaar van mogelijk misbruik van de cijfers. Veel migranten hebben inmiddels de Belgische nationaliteit en verdwijnen daarmee in de statistieken. Daar zijn beleidsmatige zorgen uit naar voren gekomen, want wil je bijvoorbeeld achterstanden wegwerken op het gebied van taal- en onderwijs, dan zijn er immers gegevens nodig. Om wie gaat het? Hoe groot is die groep? Naast de officiële cijfers circuleren derhalve schattingen op velerlei gebied omtrent etnische herkomst. In Vlaanderen spreekt men in officiële stukken veelal over vreemdelingen. Daarmee worden personen bedoeld, die officieel in België wonen, maar niet de Belgische nationaliteit hebben. In nietofficiële publicaties wordt regelmatig nog het begrippenpaar allochtoon en autochtoon gebruikt. In de praktijk wordt in Vlaanderen met het begrip allochtoon vaak, maar niet uitsluitend, de nietwesterse immigrant bedoeld, meestal in relatie tot een armoede- of achterstandsprobleem. Cijfers over etnisch-culturele minderheden in Vlaanderen zijn bovendien moeilijk te vinden vanwege de verschillende definities, het formele uitgangspunt van nationaliteit als onderscheidend begrip, het ontbreken van een centrale registratie en het niet registreren van gegevens, zoals nationaliteit van grootouders, en mensen zonder officiële documenten. Het onderscheid dat in Nederland wordt gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen, wordt in Vlaanderen nauwelijks gebruikt. De Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) gaat uit van een onderscheid tussen vreemdelingen afkomstig uit de oude EU-landen (14), de nieuwe EU-landen, Marokkanen, Turken, en andere vreemdelingen. België telt ook veel inwoners afkomstig uit Congo. Die worden nergens vermeld in de statistieken, omdat ze de Belgische nationaliteit hebben. 12

14 Tabel 1.5 Vreemde nationaliteiten in België in Bron: Kruispunt Migratie-Integratie, In 2010 telde België circa inwoners, waarvan met een niet-belgische nationaliteit. Ongeveer 10 procent. De personen met vreemde nationaliteit zijn als volgt gespreid over de gewesten: Vlaanderen = 6,4 % Wallonië = 9,5 % Brussel = 30,0 % Nationaliteit zegt weinig over vreemde herkomst. Volgens het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding (CGKR), waren in 2008 van de officieel in België verblijvende personen, bijna 1,4 miljoen personen in het buitenland geboren. Een groot aantal Belgen werd geboren in Congo, maar exacte cijfers zijn niet gevonden. Tabel 1.6 Het verschil tussen de formele werkelijkheid van de aantallen vreemdelingen in Vlaanderen en de correctie na onderzoek van de SVR naar nationaliteitshistoriek 2012/3. De top 5. Vreemde nationaliteiten in 2008: Vreemde herkomst in 2011 (Vlaanderen = 14,6 % van totaal aantal inwoners) Nederland Marokko Turkije Italië Frankrijk Congo staat op de twaalfde plaats. Tabel 1.7 Aantal inwoners van vreemde herkomst in de 5 steden met de hoogste percentages vreemdelingen. Bronnen: Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor 2011 en SVR rapport De gekleurde samenleving 2012/3. Stad Inwoners (ca) Aantal vreemde herkomst Percentage Antwerpen % Gent % Leuven % Mechelen % Genk % In de krant Het Nieuwsblad van 11 april 2012 werd vermeld, ter vergelijking, dat Brussel inmiddels 68 procent allochtonen kent. In Antwerpen is het percentage schoolgaande kinderen van allochtone afkomst nu 56 procent. Het dagblad De Standaard van 18 april 2012 meldde dat in Gent 37 procent van de kinderen op de basisscholen in het schooljaar thuis geen Nederlands spreekt. Over de hele provincie Oost-Vlaanderen is dat 12 procent. De groei van deze groep neemt fors toe, vooral ook door de komst van veel Oost-Europeanen Over de integratie van migranten De afgelopen jaren hebben we op het gebied van integratie deels positieve, deels zorgelijke ontwikkelingen gezien. Wat stelt het SCP Jaarrapport Integratie anno 2012? De eerste vraag die daarin wordt gesteld is: wordt de achterstand van de niet-westerse migranten ten opzichte van de autochtone Nederlanders kleiner? Op de lange termijn is een aantal positieve ontwikkelingen zichtbaar, aldus het SCP. Ouders van kinderen uit de migrantengroepen zijn steeds hoger opgeleid, wat ervoor zorgt dat hun kinderen beter presteren in het basisonderwijs. Positief is ook de toenemende instroom van niet-westerse migranten in het hoger onderwijs. Het beroepsniveau stijgt en er is een afname van de afhankelijkheid van uitkeringen en tot op heden ook afname van armoede. De groep migrantenvrouwen met betaald werk neemt toe, al blijft de achterstand van met name (Nederlands-) Turkse en Marokkaanse vrouwen groot. Ook op de woningmarkt maken niet-westerse migranten een inhaalslag: ze kopen vaker een huis en hebben meer ruimte tot hun beschikking. Dit is een gevolg van de toenemende verhuizing van niet-westerse migranten uit de stad naar randgemeenten. Duidelijk is dat de vooruitgang vooral van de tweede generatie komt. Op 18 mei 2012 meldde het Algemeen Dagblad paginabreed: Allochtone kinderen worden steeds slimmer. De 13

15 krant lichtte toe dat vooral in de grotere steden betere Cito-resultaten werden geboekt het afgelopen jaar (2011, hs). Vooral de leerlingen met een niet-westerse allochtone achtergrond tonen betere resultaten. Terwijl ze de basisschool vaak nog beginnen met een achterstand, blijken ze die in groep 8 behoorlijk te hebben ingelopen. Opvallend genoeg blijft de progressie bij achterstandsleerlingen van Nederlandse afkomst uit. De oorzaak van de veranderingen ligt volgens deskundigen vooral in de investeringen die de afgelopen jaren zijn gepleegd, aldus het AD Op de arbeidsmarkt is de kwetsbaarheid van de migrantengroepen het best zichtbaar. Zeker bij economische tegenwind vangen de migranten de eerste klappen op. Vooral jongeren blijken de dupe en dan vooral de laag gekwalificeerden onder hen en degenen met flexibele arbeidscontracten. De stijgende woonsegregatie wordt als een aanzienlijk vraagstuk ervaren. In toenemende mate ontstaan in de grote steden wijken waarin het overgrote deel van de bevolking uit migranten bestaat. Hoewel er zich een inhaalslag in het onderwijs aftekent, is het tempo ervan nog zorgelijk. De verwachting is dat het nog vele jaren zal duren voor de achterstanden zijn ingelopen. Tussen migrantengroepen onderling, en ook binnen die groepen, bestaan grote verschillen. In het onderwijs kampen met name de Nederlands-Turkse kinderen met aanzienlijke problemen. Zij hebben in het basisonderwijs de grootste taalachterstand, blijven in het voortgezet onderwijs vaker zitten en slagen het minst vaak voor hun examens. Hun deelname aan het hoger onderwijs neemt wel substantieel toe, ze weten hogere functieniveaus te bereiken en tonen een sterk ondernemerschap. De Marokkaanse jongeren doen het beter in het onderwijs en zij hebben vaker een vaste baan. Daarentegen zijn zij het meest werkloos en hebben zij vaker een bijstandsuitkering. Hun inkomenspositie is daarmee laag. Met de Antilliaanse Nederlanders staan de Marokkaanse Nederlanders het vaakst als verdachte geregistreerd. Dit geldt vooral voor minderjarige jongens. De Antilliaanse Nederlanders doen het goed, althans diegenen die al lang in Nederland wonen. De positie van de Antillianen die recent naar Nederland emigreerden is problematisch: hoge werkloosheid, grote afhankelijkheid van uitkeringen en sterk oververtegenwoordigd in de criminaliteit. Hun schoolprestaties in het basisonderwijs zijn matig. Surinaamse Nederlanders kennen een relatief lage werkloosheid, hebben vaak een betaalde baan en de economische zelfstandigheid is hoog. Toch hebben zij op veel gebieden een flinke achterstand: in het basisonderwijs, de afhankelijkheid van uitkeringen is hoog en het inkomen laag. De Surinaamse groep heeft in onze samenleving het beeld geïntegreerd te zijn, maar de verschillen met autochtone Nederlanders zijn nog groot. Het integratiebeleid van de overheid, aldus de het SCP Jaarrapport Integratie 2011, zou zich dienen te richten op vier kerngebieden om de evenredigheid van niet-westerse migranten ten opzichte van de autochtone bevolking te bevorderen: het onderwijs, de arbeidsmarkt, het wonen en het terugdringen van de criminaliteit. De Vlaamse samenleving is net als de Nederlandse divers en kleurrijk. Divers naar etniciteit, nationaliteit, cultuur en geloofsovertuiging. Alleen al in de stad Antwerpen staan 169 nationaliteiten geregistreerd. Amsterdam kent 181 geregistreerde nationaliteiten anno Het integratiebeleid is een verantwoordelijkheid van het Vlaamse Gewest, waarbij veel uitvoeringstaken bij de gemeenten zijn neergelegd. Het doel van het Vlaamse integratiebeleid is het verhogen van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van mensen. Het richt zich daarbij op vijf domeinen: onderwijs, werk, huisvesting, welzijn en armoedebestrijding. Ten opzichte van de terreinen waarop Nederland zich richt, stelt Vlaanderen welzijn en armoedebestrijding centraal, Nederland niet. Vlaanderen daarentegen noemt het terrein terugdringen van criminaliteit niet, waar Nederland dit wel doet. Het Pisa-rapport Verspild talent van de koning Boudewijnstichting uit 2012 (Oeso België), concludeert dat het Belgische onderwijssysteem sociale ongelijkheid produceert. Hoewel de scores hoog zijn, zo stelt het Dagblad De Standaard over de uitkomsten van het onderzoeksrapport, kent Vlaanderen een enorme correlatie tussen socio-economische thuissituatie en prestaties. Kansarme kinderen scoren 14

16 doorgaans slecht, kansrijke kinderen goed. Nergens in de geïndustrialiseerde wereld is de kloof tussen allochtonen van de tweede generatie en autochtonen zo groot als in Vlaanderen. Het integratiebeleid van Brussel, Antwerpen en Gent zet zeer recent (2012) als prioriteit fors in op onderwijs en het wegwerken van taalachterstanden op jonge leeftijd. Het basisonderwijs is daarbij prominent in beeld. Het betreft heterogene groepen leerlingen en daarom wordt met projecten met een gedifferentieerde aanpak ingezet op de taalachterstanden. Nieuw is dat de thuistaal wordt geïntegreerd in het schoolprogramma. Als voorbeeld: In het eerste leerjaar kunnen kinderen eerst hun thuistaal leren lezen en schrijven. Daarna schakelen ze over naar het Nederlands en dat blijft zo. Achterliggende gedachte is dat het ernstig nemen van de thuistaal de ouders er bij betrekt (ouderparticipatie) en daarmee de ontwikkeling van het kind ook vanuit thuis meer gesteund wordt. Het project is nog experimenteel. De Universiteit Hasselt bracht in 2012 de kijk op het huwelijk van allochtone ouders en jongeren uit Limburg in kaart. Daaruit blijkt dat de meeste jongeren niet geneigd zijn te trouwen met iemand uit het land van herkomst, voornamelijk uit vrees voor te grote cultuurverschillen. Vrouwen geven daarbij nog extra aan te vrezen voor een man-vrouw verhouding, die dan minder egalitair zou zijn. De islam blijkt de belangrijkste factor voor de huwelijkskeuze, voor de Turkse jongeren geldt daar bovenop nog de voorkeur voor een partner met een zelfde afkomst. Vlaanderen kent in verhouding tot Nederland de afgelopen jaren een grote toeloop van asielzoekers. Opvang en afgeleide vraagstukken als huisvesting, illegaliteit, moraliteit en asielprocedures blijken een stevige druk te leggen op de samenleving en daarmee op het integratievraagstuk. 1.4 De kleurrijke jeugd en de jeugd en opvoedhulp Wat weten we van de jeugd en de jeugd die een beroep doet op de jeugd en opvoedhulp? Hieronder volgt een aantal tabellen over de jeugd, hun herkomstlanden en wat we weten over de jeugdzorg en het beroep dat migrantengroepen hierop doet. Tabel 1.8 Aantal jongeren van 0-24 jaar in Nederland, per 1 januari 2011, met onderscheid naar herkomstgroepen. Bron: Monitor Diversiteit in het Jeugdbeleid (CBS, 2012). Totaal : is 100% Autochtonen : is 76% Westerse allochtonen : is 7% Niet-westerse allochtonen : is 16% - Turkije : is 3% - Marokko : is 3% - Suriname : is 2% - Ned Antillen en Aruba : is 1% - Overig niet-westers : is 6%. De verhouding jongens meisjes is 51 tegenover 49 procent. De verhouding autochtoon allochtoon onder deze leeftijdscategorie is 76 tegenover 24 procent. 15

17 Tabel 1.9. Aantal jongeren van 0-24 jaar in jeugdinstellingen (verblijf) in Nederland, per 1 januari Bron: Monitor Diversiteit in het Jeugdbeleid (CBS, 2012). Land van herkomst Gezinsvervangend tehuis Jeugdinternaat absoluut jongens meisjes absoluut (en %) jongens meisjes Totaal % 44% 4530 = 100% 56% 44% Autochtonen % 44% 2980 = 65% 55% 45% Westerse allochtonen % 43% 470 = 10% 57% 43% Niet-westerse allochtonen % 42% 1080 = 23% 59% 41% - Turkije % 43% 130 = 3% 69% 31% - Marokko % 37% 160 = 4% 62% 38% - Suriname % 40% 220 = 5% 55% 45% - Ned Antillen en Aruba % 43% 190 = 4% 53% 47% - Overig niet-westers % 43% 390 = 9% 56% 44% NB. Hoewel het in de tabellen gaat om jongeren tot 24 jaar, is in de praktijk 18 jaar de bovengrens. Tabel 1.10 Verblijf in justitiële jeugdinrichtingen in 2010 in Nederland. Bron: Monitor Diversiteit in het Jeugdbeleid 2012, CBS) Totaal : 2482 jongens : 2333 = 94% meisjes: 149 = 6% - autochtonen : 763 = 30% 726 = 95% 37 = 5% - allochtonen : 1567 = 63% 1474 = 94% 93 = 6% - onbekend : 152 = 7% Tabel 1.11 Jongeren van 10 tot en met 16 jaar die psychische problemen rapporteren (2005). Indicatieve scores in percentages van jongeren. Bron: Monitor diversiteit in het Jeugdbeleid Indicatieve scores in percentages van jongeren. emotionele gedrags- hyperactiviteit met leeftijdgenoten problemen problemen Totaal 15% 16% 20% 15% Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen Turkije Marokko Suriname Ned Antillen en Aruba Overig niet-westers Opmerking bij Tabel Bij het onderscheid tussen jongens en meisjes blijkt dat Turkse jongens opvallend meer problemen hebben met leeftijdgenoten (38% van de jongens). Meisjes van alle herkomstlanden hebben ruim twee keer zo veel emotionele problemen als jongens, maar bijna twee keer minder gedragsproblemen dan jongens. Er zijn diverse deelonderzoeken gedaan naar aard en voorkomen van typen problematiek bij verschillende bevolkingsgroepen. De uitkomsten zijn in veel gevallen niet onderling vergelijkbaar door definitieverschillen en verschillen in onderzoeksmethodiek. Betrouwbare cijfers ontbreken derhalve. Opmerkelijk zijn de uitkomsten van een onderzoek naar het voorkomen van seksueel misbruik en prostitutie onder migrantenjongeren (MOVISIE, 2008, op basis van Nisso, 2006). Daaruit blijkt dat ongeveer 10 procent van de Turkse en Marokkaanse jongens slachtoffer is van seksuele dwang. Over meisjes is op dit punt niet gerapporteerd, maar andere bronnen, zoals Pharos (2009), wijzen op een percentage van meer dan 20 procent. Van de 1500 tot2000 minderjarige meisjes die in 1998 werkzaam waren in de jeugdprostitutie, was tweederde niet-westers allochtoon. Verhoudingsgewijs lijken Marokkaanse meisjes tien keer meer dan gemiddeld te werken in de jeugdprostitutie, Surinaamse en Turkse meisjes ongeveer drie keer zo 16

18 veel. Nader onderzoek is gewenst. De getallen doen schrikken, ondanks de betrekkelijke betrouwbaarheid ervan. Pharos rapporteert in 2009 in haar Kennisdocument kindermishandeling, over vormen van kindermishandeling. Het rapport duidt op specifieke vormen van mishandeling die bijna uitsluitend bij groepen allochtonen voorkomen. Genoemd kunnen worden: lijfstraffen op Koranscholen, genitale verminking, eer gerelateerd geweld jegens minderjarigen, lichamelijke verwaarlozing, psychische en emotionele mishandeling, beperking van bewegingsvrijheid, uithuwelijken van minderjarigen, verstoting van minderjarigen, getuige zijn van eer gerelateerd geweld of gezinsgeweld. Aantallen en hoe de eventuele verschillen tussen migrantengroepen er uit zien, zijn vaak niet bekend. Het zijn schattingen en er blijft onzekerheid over de omvang van genoemde problemen. Maar alertheid blijft geboden. Criminaliteit en te hoge jeugdwerkeloosheid blijken de grootste problemen voor de integratie in Nederland, aldus het SCP in Het NRC Handelsblad bericht hier op 10 februari 2012 als volgt over: Van alle jongens van Marokkaanse afkomst is tweederde tussen hun twaalfde en drieëntwintigste wel eens aangehouden omdat ze verdacht werden van een strafbaar feit. Dat geldt voor een kwart van de Antilliaans-Nederlandse jongens en voor een kwart van de autochtone jongens. Een aanhouding is nog geen veroordeling. Een ander punt van zorg is de werkloosheid, die onder niet-westerse migranten sneller oploopt dan onder autochtonen: 23 procent van de niet-westerse jongeren (15-24 jaar) is werkloos, tegen 10 procent van de autochtone jongeren. Ruim een kwart van de Marokkaanse en Surinaamse jongeren is werkloos. Uit het rapport Overzichtstudies interventies voor migrantenjeugd, 2010, Nederlands Jeugd instituut, Ince en Van den Berg, blijkt de jeugdzorg niet in staat is om een goed antwoord te geven op de problematiek van de migrantengroepen. Onder meer wordt gemeld dat de diagnostiek tekort schiet voor etnisch-culturele minderheden; het westerse verklaringsmodel kan tot verkeerde conclusies leiden en een negatief effect hebben op de effectiviteit van de hulp. Ook de angst, vaak uit onwetendheid, bij migrantengroepen dat een kind kan worden afgepakt, belemmert het hulp zoeken. Onbekendheid met het jeugdzorgsysteem ligt daaraan ten grondslag. Het verwachtingspatroon van migranten bij het inroepen van jeugdhulp is vaak gericht op praktisch handelen. Men veronderstelt vaak dat de hulpverlener handelend optreedt, terwijl de jeugdhulpverlening is gericht op zelfinzicht en een actieve houding van de cliënt. Ook de percepties van migranten en hulpverleners van opvoeding verschillen nogal eens en blijken te verhinderen dat overeenstemming ontstaat over de aard van de benodigde hulpverlening. Talloze onderzoeken geven aan dat het nodig is om een vertrouwensband te ontwikkelen, als voorwaarde voor een open en effectieve hulpverleningsrelatie. Tabel 1.12 Risicofactoren voor de toegankelijkheid van jeugdvoorzieningen. Forum Utrecht, december Bron: Met een hand kun je niet klappen. Cluster Risicofactor: Bekendheid: 1. Onbekendheid bij migranten met jeugdvoorzieningen Migranten zijn onvoldoende 2. Minder steun in eigen netwerk bekend met (de mogelijkheden 3. Beperkt bewustzijn van eigen problematiek van) jeugdvoorzieningen 4. Beperkte zelfstandigheid in aanpak problemen 5. Geen jeugdvoorziening in de buurt Vertrouwen: 6. Westerse uitstraling van jeugdvoorziening Migranten hebben onvoldoende 7. Wantrouwen naar jeugdvoorzieningen vertrouwen in zichzelf en/of de 8. Negatieve ervaringen met jeugdvoorzieningen jeugdvoorzieningen 9. Cliënt heeft onvoldoende vertrouwen dat hij goed begrepen zal worden qua taal 10. Schaamtecultuur en taboes 17

19 Kwaliteit: 11. Weinig tijd voor cliënten die meer aandacht nodig hebben dan Onvoldoende kwaliteit van gemiddeld jeugdvoorzieningen 12. Geen hulpverlening in de wijk dicht bij de doelgroep 13. Gebrek aan een divers personeelsbestand 14. Standaardmethodieken die niet goed aansluiten bij de doelgroep 15. Gebrek aan motivatie bij uitvoerende hulpverlener 16. Te weinig interculturele kennis en vaardigheden bij professionals 17. Ingewikkelde intakeprocedure Uit de publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau Naar Hollands gebruik (2010), waarin verschillen in het gebruik van hulp bij opvoeding, onderwijs en gezondheid tussen autochtonen en migranten in kaart werden gebracht, blijkt onder meer het volgende. Turks- en Marokkaanse-Nederlandse ouders vragen minder hulp en advies bij de opvoeding, terwijl bij deze groepen vaker opgroei- en opvoedproblemen zijn. Ook gaan niet-westerse migrantenjongeren, met name Turkse en Marokkaanse, relatief weinig naar speciale scholen voor kinderen met gedragsproblemen. Ook hier geldt dat ze vaker met deze problemen kampen dan de autochtone Nederlandse jeugd. Jeugdigen van niet-westerse afkomst hebben een grotere kans op leerproblemen en handicaps. Deze laatste groep kinderen zitten relatief vaak wel op voor hen speciale scholen. Migrantenjongeren, vooral van Turkse herkomst, blijken in verhouding meer te kampen te hebben met gezondheidsproblemen en bezoeken daarvoor vaak de huisarts. Bij jongeren van Surinaamse en Antilliaanse herkomst komen vaker dan bij andere herkomstgroepen tienerzwangerschappen voor. Als ze zwanger zijn besluiten Marokkaans-Nederlandse meisjes naar verhouding het vaakst tot een abortus. Migranten zijn bang om niet goed begrepen te worden door hulpverleners. Soms is er wantrouwen of er is een negatief beeld van de voorzieningen. Dit komt ook, doordat hun verwachtingen (concrete en onmiddellijke hulp) anders zijn dan hoe ze het waarnemen en ervaren. Ook vrezen zij soms de druk om te vernederlandsen. Jongeren schamen zich voor hun problemen of zien de ernst er niet van in. Daardoor doen ze niet snel een beroep op voorzieningen. Men weet ook vaak niet waar men heen moet. Door taal- en communicatieproblemen tussen hulpverleners en migranten is er nogal eens sprake van onbegrip. Op specifieke vragen over de opvoeding van hun kinderen, zoals hoe om te gaan met Nederlandse waarden en normen, biedt de hulpverlening vaak geen afdoende antwoord. Het SCP concludeert dat de verschillen in de manier waarop gebruik gemaakt wordt van de zorg op zich geen probleem hoeven te zijn. Wel ontstaat er een stevig probleem, wanneer de geleverde zorg niet de behoefte dekt. Ook adviseert het rapport dat de drempels dienen te worden weggenomen, een taak die zowel door overheden als instanties dient te worden opgepakt. Tabel 1.13 Aandeel migrantenjongeren in de jeugdhulpverlening, situatie Bron: Forum Jeugdzorg Nederland 23 % migrantenjongeren Justitiële jeugdinrichtingen 52 % Onder toezichtstelling OTS 51 % Residentiële jeugdzorg 33 % Pleegzorg 28 % Dagbehandeling 25 % Ambulante jeugdzorg 21 % Jeugd geestelijke gezondheidszorg 9 % Deze cijfers vormen het landelijke gemiddelde. Zij geven geen beeld van de verschillen tussen stad (waar de aantallen migrantenjongeren een veel groter deel uitmaken van de totale bevolking) en regio. Cijfers per stad of regio van het gebruik van jeugdzorg door migranten zijn niet voorhanden. 18

20 Tabel 1.14 Verdeling van de niet-westerse migranten cliëntenpopulatie < 18 jaar naar herkomstland in Bron: TriviumLindenhof, Stadsregio Rotterdam. Totaal 53 %, waarvan uit - Turkije 20 % - Marokko 11 % - Suriname 16 % - Antillen en Aruba 9 % - overig 44 % Tabel 1.15 Verdeling allochtone autochtone jongeren over drie werkvormen in 2010 (N=1120 jeugdigen). Bron: TriviumLindenhof, regio Zuid-Holland Zuid. hulpvorm: ambulante thuishulp (454) daghulp (418) residentiële hulp 24 uur (248) - autochtoon: 51 % 56 % 40 % - allochtoon: 47 % 44 % 56 % - onbekend: 2 % 0 % 4 % De tweede generatie migranten vereenzelvigt zich steeds meer met de Nederlandse samenleving. Hoewel migrantenkinderen en jongeren het steeds beter doen, blijken er nog steeds ontwikkelingsachterstanden te zijn ten opzichte van de autochtone bevolkingsgroep, aldus het SCP in Er is meer schooluitval en hun economische positie is slechter. Ze hebben meer lichamelijke en psychische problemen. Ze nemen minder deel aan groepsgewijze vrijetijdsactiviteiten. Ze vertonen meer probleemgedrag, hebben een groter aandeel in criminaliteit en verkeren vaker in omstandigheden, die een verband hebben met opgroei- en opvoedproblemen. Zo groeien ze vaker op in armoede en in een eenoudergezin. Niet-westerse migrantenouders beleven opvoeding minder positief dan autochtone Nederlanders. Duidelijk blijkt dat, waar sprake is van ondersteuningsbehoefte bij het opvoeden door migrantenouders, die specifiek een gevolg is van het feit dat ze in twee of soms meer culturen leven. Trees Pels e.a. (2009) beschrijven een aantal voorbeelden van cultureel bepaalde verschillen in hun onderzoeksrapport Opvoeding in de migrantencontext, samengevat in De Kleermaeker (redactie, 2011) Praktijkboek diversiteit in het jeugdbeleid. * Ouders verwachten veel van de school, maar hebben tegelijkertijd het gevoel dat er niet altijd naar hen wordt geluisterd. * Ouders zijn niet gewend dat de school ook inzet van hen verwacht. * Voorbereiding op het moederschap blijft een belangrijk element in met name Islamitische gezinnen, wat zich niet altijd verenigt met een goede opleiding, c.q. carrière. * De stress komt niet zozeer van het leven tussen twee culturen, als wel van het leven tussen twee vuren: de omgeving accepteert die ambivalentie niet en dwingt de jongeren telkens om een keuze te maken. * Allochtone ouders zien de Nederlandse cultuur niet in alle opzichten als een positief referentiekader. Met name de losse seksuele intergenerationele omgang baart hen zorgen. * De meer of minder expliciete boodschappen van persoonlijke vrijheid, onder andere vanwege de informele interactiestijl van leerkrachten, kan door ouders als bedreigend worden ervaren. * Door verarming van religieuze kennis door de migratie naar een omgeving, waarin die religie niet is ingebed, hebben ouders moeite met het beantwoorden van waarom vragen van hun kinderen. * Het feit dat jongeren thuis niet gewend zijn om te discussiëren kan een gebrek aan openheid voor de mening van anderen in de hand werken. Deze opvoedingscontext biedt geringere kansen om autonomie te ontwikkelen, wat kan uitmonden in onzekerheid en gevoeligheid voor groepsdruk. Conclusies Allereerst blijkt dat het percentage migrantenkinderen -kinderen van vreemde herkomst- in de grote steden en omliggende omgeving een substantieel deel van de cliënten van de jeugd en opvoedhulp vormt. Ruwweg tussen een derde deel en de helft van het totaal. Onderzoeken wijzen uit dat desondanks vele migranten de zorg niet tijdig weten te vinden. Bij latere aanmelding blijken de 19

Interculturele jeugd en opvoedhulp

Interculturele jeugd en opvoedhulp Interculturele jeugd en opvoedhulp Op zoek naar vertrouwen en doeltreffendheid Presentatie TriviumLindenhof 9/2012 1 Ary Scheffer. Mignon verlangend naar haar vaderland 1836 2 Cijfertjes Bij TriviumLindenhof

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15. Sociaal en Cultureel Planbureau Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Centraal Bureau voor de Statistiek Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie 2005

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Factsheet Demografische ontwikkelingen Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Migrantenouderen in cijfers

Migrantenouderen in cijfers Migrantenouderen in cijfers Roelof Schellingerhout 1. Aantallen en demografie 2. Prognose 3. Inkomenspositie 4. Gezondheid en welzijn Aantallen en demografie Aantal (migranten) ouderen, 1 januari 2017

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland

Nadere informatie

Constructie van de variabele Etnische afkomst

Constructie van de variabele Etnische afkomst Constructie van de variabele Etnische afkomst Ter inleiding geven we eerst een aantal door verschillende organisaties gehanteerde definities van een allochtoon. Daarna leggen we voor het SiBO-onderzoek

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid

Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid Algemene vergadering RWO -Oudenaarde 11 juni 2012 Inhoud Terminologie: ECM Enkele vragen Overzicht van de immigratie Aanwezigheid in regio Oudenaarde Enkele

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2005 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING tekst 1 Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) werd opgeheven op 26 juli 1950. In maart en

Nadere informatie

Culturele diversiteit en interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen. Zohra Chbaral 1

Culturele diversiteit en interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen. Zohra Chbaral 1 Culturele diversiteit en interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen Zohra Chbaral 1 Vooreerst bedanken we de interculturele bemiddelaars, de coördinatoren interculturele bemiddeling die ons de gegevens

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming - Internationalisering Leidse regio www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Prognose van de bevolking naar herkomst,

Prognose van de bevolking naar herkomst, Prognose van de bevolking naar herkomst, 6 Lenny Stoeldraijer en Joop Garssen In 6 zal Nederland ruim 7,7 miljoen inwoners tellen,, miljoen meer dan op dit moment. De samenstelling van de bevolking zal

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Allochtone Nederlandse ouderen: de onverwachte oude dag in Nederland

Allochtone Nederlandse ouderen: de onverwachte oude dag in Nederland Allochtone Nederlandse ouderen: de onverwachte oude dag in Nederland Cor Hoffer cultureel antropoloog / socioloog c.hoffer@parnassiabavogroep.nl 1 Onderwerpen: gezondheidszorg en cultuur demografische

Nadere informatie

De positie van etnische minderheden in cijfers

De positie van etnische minderheden in cijfers De positie van etnische minderheden in cijfers tabel b.. Omvang van de allochtone bevolking in Nederland naar herkomst (00 en prognose voor 00 en 0), aantallen x 00, per januari Bron: CBS, Allochtonen

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw

Nadere informatie

Allochtonenprognose 2002 2050: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 2010

Allochtonenprognose 2002 2050: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 2010 Allochtonenprognose 22 25: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 21 Maarten Alders Volgens de nieuwe allochtonenprognose van het CBS neemt het aantal niet-westerse allochtonen toe van 1,6 miljoen

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Embargo t/m woensdag 16 december 2015, 11.00 uur. Publicatie Policy Brief Geen tijd verliezen. Van opvang naar integratie van asielmigranten

Embargo t/m woensdag 16 december 2015, 11.00 uur. Publicatie Policy Brief Geen tijd verliezen. Van opvang naar integratie van asielmigranten Persbericht Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), Wetechappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), Wetechappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) Embargo t/m woedag 16 december 2015, 11.00 uur

Nadere informatie

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen Mila van Huis 1) en Petra Visser 2) Regionale verschillen in vruchtbaarheid worden vooral bepaald door regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtone vrouwen. Grote verschillen komen voor. Er

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-187 24 augustus 2001 9.30 uur Niet-westerse tweemaal zo vaak een uitkering Eind 1999 ontvingen anderhalf miljoen mensen in Nederland een bijstands-,

Nadere informatie

Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen

Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen Artikelen Allochtonenprognose 28 2: naar miljoen allochtonen Joop Garssen en Coen van Duin Volgens de nieuwe allochtonenprognose zal Nederland in 2 bijna, miljoen allochtonen tellen, 1,8 miljoen meer dan

Nadere informatie

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart?

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart? Samenvatting Wat is de kern van de Integratiekaart? In 2004 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van een Integratiekaart. De Integratiekaart is een project van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005

Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005 Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005 1. Demografische gegevens over etnische minderheden Per 1 januari 2005 telde de Nederlandse bevolking 3,1 miljoen (3.122.717) allochtonen. De omvang

Nadere informatie

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Allochtonen, 2013 Indicator 22 januari 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 woonden

Nadere informatie

Neimed Krimpbericht. Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg SEPTEMBER 2015

Neimed Krimpbericht. Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg SEPTEMBER 2015 SEPTEMBER 2015 Neimed Krimpbericht Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg In Limburg wonen relatief veel Westerse allochtonen en weinig niet-westerse allochtonen. Evenals landelijk

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen

COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen 07.03.2017 Commissie Welzijn arbeidsmarkt Terminologie buitenlandse herkomst : personen die legaal en langdurig in België verblijven, en die bij hun geboorte

Nadere informatie

Factsheet jeugdigen in Haaglanden

Factsheet jeugdigen in Haaglanden Factsheet jeugdigen in Haaglanden Inleiding Gemeenten en regio s zijn op dit moment druk bezig met de beleidsvorming rond de transitie jeugdzorg. De hele jeugdzorg valt in 2015 onder de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Fact sheet Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Groei overige niet-westerse allochtonen, 1992-2005 (procenten)

Fact sheet Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Groei overige niet-westerse allochtonen, 1992-2005 (procenten) Fact sheet nummer 2 februari 2006 Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Tussen 1992 en 2005 is de groep overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam met maar liefst 86% toegenomen. Tot deze

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 PERSBERICHT - 8 mei 2018 Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 Het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen publiceren vandaag de

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Factsheet jeugdigen in de Drechtsteden

Factsheet jeugdigen in de Drechtsteden Factsheet jeugdigen in de Drechtsteden Inleiding Gemeenten en regio s zijn op dit moment druk bezig met de beleidsvorming rond de transitie jeugdzorg. De hele jeugdzorg valt in 2015 onder de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK TJJ Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK Belang van algemeen jongerenwerk voor positie van migrantenjongeren

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Huis Sofia 22 november 2011

Huis Sofia 22 november 2011 Huis Sofia 22 november 2011 Overzicht presentatie Antwerpen in cijfers OCMW Antwerpen in cijfers Studenten in Antwerpen Strategische visie en doelstelling Visie en uitgangspunten Wie woont er? Wat betekent

Nadere informatie

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks

Flevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek

Nadere informatie

Introductie cultuursensitief werken: een kwestie van kennis én houding

Introductie cultuursensitief werken: een kwestie van kennis én houding Introductie cultuursensitief werken: een kwestie van kennis én houding Cor Hoffer cultureel antropoloog en socioloog Info: www.corhoffer.nl 1 Onderwerpen: migratie cultuursensitief werken korte oefening

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

De Tilburgse Integratiemonitor 2011. Analyse van beschikbare gegevens

De Tilburgse Integratiemonitor 2011. Analyse van beschikbare gegevens De Tilburgse Integratiemonitor 2011 Analyse van beschikbare gegevens Gemeente Tilburg Team Onderzoek & Informatie September 2011 De Tilburgse Integratiemonitor 2011 Team Onderzoek & Informatie 2 Samenvatting

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Vreemdelingenbeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland Amsterdam, 24-11-2014 Boeddhisten in Nederland een inventarisatie Er zijn twee vragen die boeddhisten in Nederland al jaren bezig houden: 1. Wat is een boeddhist 2. Hoeveel boeddhisten zijn er in Nederland

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Redactie: Mérove Gijsberts Willem Huijnk Jaco Dagevos Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 8 Bijlage bij hoofdstuk 5... 13 Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2006 Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Na een aantal jaren van groei is door een toenemend vertrek

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2011 tijdvak 2 maatschappijleer 2 CSE GL en TL Tekstboekje GT-0323-a-11-2-b Analyse maatschappelijk vraagstuk: jeugdwerkloosheid tekst 1 FNV vreest enorme stijging werkloosheid jongeren

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2007 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit van

Nadere informatie

Factsheet jeugdigen in Midden-Holland

Factsheet jeugdigen in Midden-Holland Factsheet jeugdigen in Midden-Holland Inleiding Gemeenten en regio s zijn op dit moment druk bezig met de beleidsvorming rond de transitie jeugdzorg. De hele jeugdzorg valt in 2015 onder de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Inhoudsopgave hoofdstuk 2

Inhoudsopgave hoofdstuk 2 -46- Inhoudsopgave hoofdstuk 2 Samenvatting hoofdstuk 2 Tabellen: 2.1 Loop van de bevolking 2.2 Loop van de bevolking in Haaglanden per gemeente, Zuid-Holland en Nederland in 2013 2.3 Loop van de bevolking

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Toegespitst op kankerzorg dr. Mohamed Boulaksil Cardioloog i.o. Pharos Utrecht, 18 juni 2013 Indeling Definitie van begrippen Epidemiologische verschillen migrant

Nadere informatie

Onderzoek Culturele Diversiteit in de Rotterdamse cultuursector. Onderzoeksresultaten Documentanalyse & Survey

Onderzoek Culturele Diversiteit in de Rotterdamse cultuursector. Onderzoeksresultaten Documentanalyse & Survey Onderzoek Culturele Diversiteit in de Rotterdamse cultuursector Onderzoeksresultaten Documentanalyse & Survey Erasmus Universiteit Erasmus Universiteit Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) Gemeente

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele

Nadere informatie

B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015. Onderwerp

B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015. Onderwerp B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015 Onderwerp Beantwoording van schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders van het raadslid A. Van den Boogaard (PvdA) inzake Arbeidsparticipatie

Nadere informatie

Landelijke abortusregistratie 2013

Landelijke abortusregistratie 2013 Landelijke abortusregistratie 2013 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde zwangerschapsafbrekingen in klinieken en ziekenhuizen in Nederland. De klinieken

Nadere informatie

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING DEMOGRAFISCH PROFIEL SURINAMERS IN NEDERLAND Op een studiedag voor het Surinaams Inspraak Orgaan in juni 2011 heeft Prof. dr. Chan Choenni een inleiding verzorgd over de demografie van de Surinaamse gemeenschap

Nadere informatie

Thema s voor diversiteitsbeleid. In de maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen

Thema s voor diversiteitsbeleid. In de maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen Thema s voor diversiteitsbeleid In de maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen MOVISIE Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling MOVISIE verzamelt, ontwikkelt en verspreidt kennis en adviseert

Nadere informatie

Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam

Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam Inleiding Gemeenten en regio s zijn op dit moment druk bezig met de beleidsvorming rond de transitie jeugdzorg. De hele jeugdzorg valt in 2015 onder de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie