BIBF. PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN KB van 20 januari 2003 (B.S.

Transcriptie

1 BIBF PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN KB van 20 januari 2003 (B.S. 12/02/2003) SCHRIFTELIJK EXAMEN VAN 20 NOVEMBER 2004 DE ANTWOORDEN DEELDOMEIN BOEKHOUDING /40 A. ALGEMENE BOEKHOUDING /15 A.1. Een onderneming koopt in september 2004, artikelen aan een eenheidsprijs van 100USD, de wisselkoers bij de aanschaffing bedraagt: 1 USD = 0,78 EUR; wisselkoers bij de betaling: 1 USD = 0,76 EUR; wisselkoers bij de voorraadopname: 1 USD = 0,80 EUR; gemiddelde wisselkoers van het jaar: 1 USD = 0,825. De onderneming verkoopt de artikelen zonder enige verwerking. Op 31 december, blijven 400 stuks in voorraad. a) Wat zijn de voorraadboekingen op basis van bovenvermelde gegevens (de beginvoorraad is nul)? De aanschaffingswaarde bedraagt 78 EUR, het is ook de inventariswaarde (waarderen tegen aanschaffingswaarde, Art. 69 KB 30 januari 2001 tot Uitvoering Wetboek van Vennootschappen). Boeking: 340 Handelsgoederen aan 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen b) Wat zouden de boekingen zijn indien de marktwaarde slechts 70 EUR zou bedragen? Daar de marktwaarde van 70 EUR kleiner is dan de aanschaffingswaarde, moet de voorraad aan marktwaarde worden geboekt. Boeking: 340 Handelsgoederen aan 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen A.2. a) Een vennootschap, die haar boekhouding per kalenderjaar voert, stelt zowel arbeiders als bedienden tewerk. Wanneer en hoe boekt U het vakantiegeld dat betrekking heeft op de prestaties van 2004 en dat in 2005 wordt betaald? 1

2 Het vakantiegeld moet worden geboekt op de balans per 31 december Het vakantiegeld voor bedienden wordt berekend aan 18,8 % van de bruto bezoldigingen van 2004 (het vakantiegeld en de eindejaarspremie niet inbegrepen). Het vakantiegeld voor arbeiders wordt berekend op 10,27 % van 108 % van de aan de RSZ onderworpen bezoldigingen. Boeking van rekening 6290 (of of 62590) aan 456 b) Indien een bediende de onderneming verlaat in 2004, wat zijn de gevolgen voor de berekening van het vakantiegeld? De bezoldiging betaald aan deze persoon moet in mindering worden gebracht van de berekeningsbasis voor het vakantiegeld c) Indien een arbeider de onderneming verlaat in 2004, wat zijn de gevolgen voor de berekening van het vakantiegeld? Dit vertrek is zonder invloed op de berekening van het te betalen vakantiegeld A. 3. a) Wanneer hulpdagboeken worden gebruikt, aan welk ritme moet men centraliseren (recapitulatieboekingen) in een NV? Tenminste eens in de maand (art. 4, 3 de lid, Wet 17 juli 1975) b) Wanneer de onderneming een boekhouding voert waarbij de aantekening tegelijk in de hulpdagboeken en op de betrokken rekeningen geschiedt, wat moet de centralisatieboeking omvatten? Het totaal van de boekingen in elk van de hulpdagboeken (art. 4, 4 de lid,wet 17 juli 1975) c) Aan welk ritme moeten de rekeningen van een buitenlands bijkantoor in de centrale boekhouding van de onderneming worden opgenomen? De saldi van de rekeningen van het bijkantoor worden ten minste halfjaarlijks in de centrale boekhouding van de onderneming opgenomen (art. 4, laatste lid KB 12 september 1983). B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING /15 B.1 Een vennootschap heeft op de balans per N1, volgende bedragen: a. Kapitaal: b. Wettelijke reserve: c. Belastingvrije reserve: 185 d. Overgedragen winst: Het boekjaar N2 wordt afgesloten met een winst van Er worden geen vergoedingen of dividenden toegekend Geef de boekingen m.b.t. de resultaatverwerking. 2

3 140 Overgedragen winst ,00 aan 790 Overgedragen winst vorig boekjaar , Toevoeging aan de wettelijke reserve 255,45 aan 130 Wettelijke reserve 255, Over te dragen winst ,55 aan 140 Overgedragen winst ,55 B.2. Een burgerlijke vennootschap van ziekenhuisgeneesheren, die de vorm van BVBA heeft aangenomen, voert haar boekhouding per kalenderjaar. In februari 2005 ontvangt ze van het ziekenhuis EUR voor prestaties verricht in In welk boekjaar moet deze opbrengst worden geboekt? Verantwoord bondig uw antwoord. De EUR moeten in 2004 worden geboekt. Door de rechtsvorm van een BVBA te hebben aangenomen, is de vennootschap onderworpen aan de wet van 17 juli 1975, het Wetboek van vennootschappen en het uitvoeringsbesluit van 30 januari Art. 33 van het KB voorziet dat rekening moet worden gehouden met de (kosten en) opbrengsten die betrekking op hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze opbrengsten worden geïnd. B.3. Een volledig afgeschreven materieel vast actief werd gerealiseerd met een meerwaarde van EUR. Het belastingtarief bedroeg 40,17 %. a) Op welke rekening wordt de gerealiseerde meerwaarde geboekt? Op rekening 741 of op rekening 763 b) Welke boekhoudkundige verwerkingen waren nodig (boekingen) om van de gespreide belasting te kunnen genieten? 680 Overboeking naar de uitgestelde belastingen 4.820, Overboeking naar de belastingvrije reserves 7.179,60 aan 1682 Uitgestelde belastingen op meerwaarden op materiële vaste activa 4.820, Belastingvrije reserves 7.179,60 c) Binnen de opgelegde termijn wordt een geldige herbelegging van EUR verricht. De aangeschafte activa worden over 10 jaar afgeschreven. M.b.t. de gespreide belasting, wat moet jaarlijks worden geboekt? 1682 Uitgestelde belastingen op meerwaarden op materiële vaste activa 482, Belastingvrije reserves 717,96 aan 780 Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 482, Onttrekking aan de belastingvrije reserves 717,96 d)tijdens het derde jaar volgend op het jaar van de herbelegging wordt het belastingtarief verminderd tot 33,99 %. Wat moet worden geboekt om rekening te houden met deze tariefwijziging? 3

4 1682 Uitgestelde belastingen op meerwaarden op materiële vaste activa 593,28 aan 132 Belastingvrije reserves 593,28 593,28 = (40,17-33,99) x / 100 B.4. Op een terrein wordt een waardevermindering van EUR geboekt. Twee jaar later stelt men vast dat de waarde van het terrein gestegen is en dat de waardevermindering niet langer verantwoord is. Welke boekhoudkundige verwerkingen zijn toegelaten? Hetzij via rekening 7601: terugneming van waardeverminderingen op materiële vaste activa, Hetzij via rekening 121: herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa (Art. 100, 2 KB 30 januari 2001 tot uitvoering Wetboek van Vennootschappen) B.5. Leg het begrip toegevoegde waarde in de financiële analyse uit. Bereken de toegevoegde waarde van de vennootschap waarvan U de balans en resultatenrekening in bijlage vindt. Toegevoegde waarde = waarde van de productie intermediair verbruik Het intermediair verbruik = externe bedrijfskosten De toegevoegde waarde dient om de productiefactoren te vergoeden: het personeel, het productieapparaat (via de afschrijvingen), de financieringsbronnen (intresten en dividenden) en de openbare infrastructuur (de belastingen). Toegevoegde waarde = 70/74 ( ) Laatst boekjaar = ( ) = B.6. Hoe beoordeelt U de financiële toestand van deze vennootschap? De toestand van de vennootschap is zorgwekkend. De vennootschap lijdt sinds verschillende jaren verliezen (pagina Vol 6, overgedragen verlies: verlies vorig boekjaar: 769, verlies van het boekjaar 1998). Voor het laatst afgesloten boekjaar is de toegevoegde waarde ontoereikend om de personeelskosten te dekken. De solvabiliteitsratio verslechtert. Het verbruik van handelsgoederen, grond- en hulpstoffen stijgt tegenover de bedrijfsopbrengsten. Het orderboekje schijnt te verminderen: voor twee opeenvolgende boekjaren verminderen de bestellingen in uitvoering. Men kan zich gen of de geproduceerde vaste activa wel reëel zijn; gaat het niet om een poging om het verlies te verminderen? C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER../5 Geef de voor- en nadelen, voor de uitgever, van een obligatielening. Voordelen:. Het gaat om een collectieve lening; indien over de kredietovereenkomst moet opnieuw worden onderhandeld, moet de uitgever niet individueel met elke schuldeiser onderhandelen; 4

5 . De intrestkost is een fiscaal aftrekbare uitgave terwijl dividenden niet aftrekbaar zijn;. De rentevoet kan lager zijn wanneer bijkomende voordelen worden gegeven zoals de converteerbaarheid van de obligaties. Nadelen:. Op de eindvervaldatum van de lening moet de volledige kapitaalschuld normaliter in één maal worden afgelost; de ontlener (uitgever) moet hiervoor de nodige liquide middelen hebben vrijgemaakt;. De uitgiftekosten kunnen hoog oplopen.. Bij de jaarlijkse vervaldag dient men een intrest te betalen die vastgesteld werd bij de uitgifte D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDING EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING. /5 D1. Een onderneming vraagt uw advies aangaande de financiering van een machine die zijn onderneming wenst te verwerven. Welk advies geeft U aan deze onderneming? 1. De financiering van een investering kan op twee manieren gebeuren: - via autofinanciering op voorwaarde dat voldoende middelen aanwezig zijn in de onderneming. - Via een lening. Hier dient dan zorgvuldig onderzocht te worden welk type van lening dient aangegaan te worden alsook de aard van de waarborgen die moeten gegeven worden. 2. In geval dat men een lening aangaat, kan volgend advies worden gegeven: - het zou abnormaal zijn om een investering te financieren via een krediet op korte termijn terwijl de afschrijvingen over meerdere jaren gespreid zullen worden. Het is dus niet correct om een project op lange termijn te financieren via een kaskrediet. - Er bestaan meerdere correcte wijzen om een investering te financieren. * een klassieke financiering die terugbetaalbaar is in gelijke mensualiteiten. Dit type van financiering geniet van een lichte garantie, te weten de subrogatie waar de rechten van de verkoper (waaronder de opstartprocedure) geen kosten meebrengen. Men wordt eigenaar van het verworven goed, dit betekent dat de BTW ten laste is van de onderneming bij de aankoop en onmiddellijk moet betaald worden (prefinanciering), zelfs indien ze later recupereerbaar is * Een leasing: men wordt geen eigenaar maar huurder. Men betaalt dus regelmatig facturen. Deze operatie is in regel duurder dan een klassieke financiering vermits men op het einde van de leaseperiode de overeengekomen waarde nog dient te betalen indien men eigenaar wenst te worden. Voordeel is evenwel dat men de BTW niet dient te prefinancieren. Deze wordt gedragen samen met de maandelijkse facturen. In principe worden er geen waarborgen gevraagd vermits de leasinggever eigenaar blijft. * een ander type krediet op lange of middellange termijn bij een kredietinstelling of een organisme van openbaar nut (vb Participatiefonds) is tevens mogelijk. 3. Zeker niet vergeten om de verschillende federale autoriteiten, de gewesten etc te contacteren vermits er investeringspremies, fiscale of parafiscale voordelen kunnen toegekend worden. 5

6 DEELDOMEIN FISCALITEIT /35 INCLUSIEF BEGINSELEN VAN REGISTRATIE- EN SUCCESSIERECHTEN ALSOOK DE BEGINSELEN INZAKE DOUANE EN ACCIJNZEN. E. BTW /10 E.1. Een veearts die in Doornik is gevestigd doet op de hoeve van een Franse boer (in Frankrijk) een medisch onderzoek van de veestapel. In welk land is de BTW op deze prestatie verschuldigd? Geef tevens verantwoording België Volgens artikel 21, 2 BTW wetboek wordt de dienst aanzien in België te hebben plaats gehad indien de vestigingsplaats van de dienstverlener van waaruit hij zijn dienst verleent (zijn praktijk) zich in België bevindt. E. 2. Een in België gevestigde BTW plichtige vervoersonderneming doet leveringen in Frankrijk. In welk land is de BTW verschuldigd? * België: plaats waar het vervoer aanvangt, Art. 21, 3, 3 bis, a) * Frankrijk als ontvanger Frans BTW nummer (Art.21, 3, 3 bis, b) E. 3. Een schoenhandelaar (die schoenen verkoopt alsook herstelt) laat zijn schoenhandel over, maar behoudt de activiteit van schoenhersteller. Kan art 11 (overdracht van een handelsfonds) toegepast worden. Geeft toelichting bij uw antwoord. Art 11 BTW wetboek kan toegepast worden, het gaat hier immers over de geheelheid van een afdeling, de verkoop van schoenen. E. 4. Een schuldvordering ten bedrage van 7435 (BTW 21 % inclusief) kan wegens faling (waarvoor attest van de curator werd afgeleverd) niet meer ingevorderd worden. Hoe zal U de BTW op deze schuldvordering kunnen terugvorderen via de BTW aangifte? BTW op dit bedrag: 1290,37 in vak 62 E 5. Het bedrijf van de Heer Janssens is inzake BTW onderworpen aan het forfaitair stelsel. Om het eenvoudig te maken, heeft hij telkens het totaal van zijn aankopen verwerkt in zijn forfaitaire BTW-aangifte en behaalde hij in 2003 een totaal omzet van: Goederen 3410 x 1.34 (forfaitair barema) = 4569,40 Zijn inventaris eind 2003 omvat volgende gegevens: - voorraad goederen onderworpen aan het btw tarief 21%: 5000,00 - Lichte vrachtwagen aangekocht in het jaar 2000 voor: 13000,00 (werd jaarlijks afgeschreven aan 20%) - winkelinrichting aangekocht in het jaar 1990 voor: (werd jaarlijks afgeschreven aan 10%) De Heer Janssens wenst gebruik te maken van het stelsel van vrijstelling voor de kleine ondernemingen. 6

7 a) welke zijn de voorwaarden om deze vrijstelling te bekomen? - De jaaromzet mag niet meer bedragen dan men mag niet hebben geopteerd voor een ander bijzonder BTW regime, in het bijzonder het forfaitair regime b) zijn er uitsluitingen betreffende deze vrijstellingsregeling? - Handelingen geviseerd bij art 8 (vervreemden van nieuwe gebouwen en zakelijke rechten met betrekking tot nieuwe gebouwen - Intracommunautaire leveringen van nieuwe voertuigen(art 8) - handelingen die worden beoogd in art 57 van het BTW-wetboek, verricht door landbouwers onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling van art 57 - Levering van tabaksfabrikaten (art 58 1) - Levering van vis schaal en weekdieren in gemeentelijke vismijnen (art 58 2) - handelingen verricht door belastingplichtigen die niet in België zijn gevestigd (geen vaste inrichting in België). Het niet-gevestigd zijn in België wil niet zeggen dat hij niet over een aansprakelijk vertegenwoordiger of een rechtstreekse identificatie mag beschikken. c) Wat zijn de gevolgen van de toetreding tot het stelsel van vrijstelling? - niet meer gehouden tot het indienen van een periodieke BTW-aangifte met als gevolg geen verschuldigde en geen aftrekbare BTW - mogen een vereenvoudigde boekhouding voeren - moeten jaarlijks opgaven indienen van belastingplichtige afnemers volgens een speciaal formulier d) Welke verrichtingen zal U dienen door te voeren bij de overstap van de Heer Janssens van het forfaitaire naar het stelsel van vrijstelling? 1. Gezien De Heer Janssens telkens de BTW omzet heeft bepaald op grond van de aankopen, zonder rekening te houden met de inventaris, wordt de eindinventaris geacht gelijk te zijn aan de begininventaris. Billijkheidshalve kan de administratie een teruggave van BTW verlenen, indien de belastingplichtige kan bewijzen dat de eindinventaris is gestegen ten opzichte van de begininventaris. In het gestelde geval zou dit kunnen zijn: 5000 x 1.34= 6700 x 21%= (teruggave) 2. herziening van de BTW op investeringen: Lichte vrachtwagen 2000 : herziening periode 5jaar : x 21%= 2730 BTW : 1/5= 546 BTW terug te storten. (2000, 2001, 2002, 2003 zijn verlopen) Winkelinrichting 1990: 7500 geen herziening gezien buiten herzieningsperiode. E. 6. Garagist Pieters past inzake BTW de margeregeling toe. Hij koopt een personenwagen aan bij een niet BTW plichtige voor de prijs van 4000 en verkoopt diezelfde wagen aan Dupont, een BTW-plichtige, voor 6000 in de staat van aankoop. (individualisatie <- ->globalisatie) 7

8 a) Welke vakken van de BTW-aangifte zal Pieters dienen in te vullen en welk bedrag? BTW te verrekenen op = 2000 : 1.21 = x 21% = BTW Vak 00: 4000,00 (bij globalisatie = meest voorkomende, slechts 1 keer per jaar in laatste aangiftetijdvak) Vak 03: 1652,89 Vak 54: 347,11 Vak 81 : 4000,00 b) Welke vakken van de BTW-aangifte zal Dupont invullen en voor welk bedrag? vak 83: 6000,00 c) Pieters verkoopt een vrachtwagen voor schroot aan 50. Welke BTW regeling is van toepassing en welk vak uit de BTW aangifte dient ingevuld te worden? Vak 00: 50 E.7. Aftrek van voorbelasting. Is de voorbelasting al dan niet aftrekbaar in navolgende gevallen? 1) Kosten voor de inrichting van een appartement dat kosteloos ter beschikking wordt gesteld van klanten JA NEEN 2) Uitgaven met betrekking tot de organisatie van een reis aan potentiële kopers aangeboden met de bedoeling de verkoop te stimuleren JA NEEN 3) Aankoop van bloemen voor een receptie (voor aan het bedrijf vreemde personen) JA NEEN 4) Kosten van een eetmaal aangeboden aan het personeel ter gelegenheid van een patroonsfeest JA NEEN 5) Kosten van een rondje gegeven door een leverancier in een herberg, ter gelegenheid van levering van dranken JA NEEN F. PERSONENBELASTING /10 F.1 Welke zijn de voorwaarden opdat uitgaven aanvaard worden als beroepskosten? Beroepskosten zijn aftrekbaar van de inkomsten indien de kosten die door de belastingplichtige werden gedragen: 8

9 - gebeurden tijdens het belastbaar tijdperk - met het oog op het verwerver of behouden van beroepsinkomsten - gestaafd worden met bewijskrachtige stukken Worden aanzien als beroepskosten de kosten die effectief werden betaald of gedragen of diegenen die het karakter hebben van zekere en vaststaande schulden of verliezen en die als dusdanig werden geboekt. Art. 49 WIB92 F.2. Geef voor volgende uitgaven aan of zij al dan niet aftrekbaar zijn als 100 % aftrekbare beroepskosten (op voorwaarde dat zij werden verantwoord). UITGAVEN AFTREKBAAR NIET AFTREKBAAR 1. betaling premie levensverzekering in het kader van X het lange termijn sparen 2. huur van beroepslokalen X 3. schenking van meer dan 30 waarvoor attest werd afgeleverd 4. bijdrage voor de kleine risico s gestort aan de X mutualiteit 5. intresten van een aangegane lening om de X voorafbetalingen tijdig te kunnen betalen 6. individuele verzekering tegen ongevallen met lichamelijke schade 7. milieutaksen X X X 8. zegels voor ristorno s /premiebonnetjes X 9. maaltijdcheques toegekend aan personeel X 10 kosten voor verdeling van soep, thee, bier en koffie tijdens de werkuren X F.3. Een bestuurder van een vennootschap is eigenaar van: - een onbebouwd terrein met een kadastraal inkomen van een gebouw met een KI van Hij verhuurt deze twee eigendommen aan zijn vennootschap voor een maandelijkse huurprijs van: - voor het terrein voor het gebouw Welke zijn de bedragen die moeten opgenomen worden in de aangifte van de personenbelasting (Aj Inkomsten 2003)? De verhuur van een bebouwd onroerende goederen door de bestuurder aan zijn vennootschap wordt geherkwalificeerd als een bezoldiging in de mate dat de huur de grens overschrijdt van 5/3 x het gerevaloriseerd KI. Deze herkwalificatie is niet van toepassing op een braakliggend terrein. 9

10 1. terrein: Code 112 KI 400 Code 113 Huur gebouw Code 109 KI Verhuur x 12 = x 5/3 x 3, Code Huur die dient aanzien te worden als een bezoldiging van de bestuurder = Code G. VENNOOTSCHAPSBELASTING /10 G.1. Een vennootschap wordt opgericht op 08/10/2003. Het eerste boekjaar wordt afgesloten per 31/12/2004. Mogen de op die datum verworven investeringen afgeschreven worden? Indien uw antwoord positief is, mogen zij dan voor het geheel worden afgeschreven? Licht uw antwoord toe? Indien diezelfde vennootschap een auto aankoopt voor een waarde van exclusief BTW op 01/10/2004, hoe zal U dan dit voertuig afschrijven? Maak een afschrijvingstabel op. Zou uw antwoord verschillend zijn geweest indien de investering gebeurde door een natuurlijke persoon? Licht uw antwoord toe. Er mag afgeschreven worden maar niet geheel in het eerste jaar :de aankopen mogen in het jaar van oprichting van de vennootschap slechts pro-rata temporis worden afgeschreven. Het voertuig dat werd aangekocht op 01/10/2004 kan slechts voor 3/12 (oktnov-dec) worden afgeschreven voor het eerste jaar. Er dient een lineaire afschrijvingsmethode te worden toegepast (Wet 24/12/2002) Indien de investering zou gedaan zijn door een natuurlijke persoon, zou men het voertuig kunnen afschrijven voor een gans jaar. G.2. De BVBA ROBERT werd opgericht met een kapitaal van Zij stelt 10 personen te werk, nl. één bediende en 9 arbeiders. De situatie van het Eigen Vermogen op is : Geplaatst kapitaal , Wettelijke reserve 375, Onbeschikbare reserves 8.988, Belastingvrije reserves , Beschikbare reserves , Overgedragen verlies (-) 646,00 In de loop van het jaar werd vastgesteld dat : 1) Op het passief van de balans werden volgende voorzieningen aangelegd a) Geraamd bedrag der belastingschulden [450] 3.750,00 b) Voorzieningen voor verliezen op schuldvorderingen[163] 526,00 c) Voorzieningen vakantiegeld [456] ,00 10

11 2) De onderneming is overgegaan tot een herwaardering van haar gebouwen en dit basis van het verslag van een immobiliëndeskundige. Dit leidt tot volgende boeking : Geboekte meerwaarden ,00 aan 121 Herwaarderingsmeerwaarden op Mat.VA ,00 Deze meerwaarde dient in de loop van het boekjaar te worden afgeschreven, rekening houdende met het feit dat de resterende afschrijfperiode 4 jaar bedraagt. 3) Ter gelegenheid van een belastingcontrole komt vast te staan dat niet alle elementen van de inventaris gewaardeerd waren. Door de herzieningen is de waarde van voorraad thans ,00 daar waar deze in de boekhouding gewaardeerd was op ,00 4) De vennootschap heeft een in 1996 voor ,00 aangekocht goed verkocht. Het goed was voor 8/10 afgeschreven. Het gebruikte materiaal wordt verkocht voor ,00. De aankoopprijs van het nieuwe materiaal bedraagt ,00 en wordt afgeschreven op 10 jaar. 5) De onderneming heeft een terugbetaling op de bedrijfsvoorheffing gekregen en geboekt op het crédit van de rekening Regularisering van verschuldigde of betaalde belastingen 2.000,00 En heeft nieuwe belastingen (te verwerpen) ten laste genomen 6700 Verschuldigde of gestorte belastingen en voorheffingen 1.600,00 6) De winst van het boekjaar bedraagt ,00. De gewone algemene vergadering beslist tot volgende verdeling : - Wettelijke reserve 637,50 - Dividenden 2.550,00 - Beschikbare reserves 8.237,00 - Over te dragen 1.325,50 Gelieve deze gebeurtenissen te verwerken in de verschillende rubrieken van de aangifte alsook de bewegingen van het belastbaar tijdperk aan te geven: codes 20/21 en 315/326 Antwoord Begin tijdperk Einde tijdperk A. b) 4.500,00 A. c) 375, ,50 A. d) 8.988, ,00 A. e) , ,00 A. f) winst A. f) verlies (- 646,00) A. i) 800,00 Code ,00 A. j) Code ,00 A. k) Code , ,00 A. k) Code ,00 B. d) ,00 [304] [319] B. e) 00,00 [305] ,00 [320] B. k) ,00 [315] ,00 [326] 11

12 H. BELASTINGPROCEDURES /5 H.1. Wanneer de bewijslast bij de administratie ligt, beschikt deze over meerdere onderzoeksbevoegdheden en dit zowel t.a.v. derden als t.a.v. de belastingplichtige. Welk zijn de verschillende bewijsmiddelen (zowel naar gemeen recht als in het fiscaal recht) waarover de administratie beschikt om het belastbaar inkomen vast te stellen. Geef een bondig commentaar. Het betreft: 1. alle bewijsmiddelen die aanvaard worden in het gemeen recht met uitzondering van de eed. Het betreft: - het geschreven bewijs zoals de aangifte, de boekhouding - het getuigenbewijs (verhoor van derden en opmaak verslag) - het vermoeden (is het gevolg dat de wet of een magistraat trekt om van een bekend gegeven te komen tot een onbekend gegeven) - de bekentenis: elke geschreven of mondelinge verklaring van een belastingplichtige waardoor hij een of meerdere vaststellingen van de administratie erkent. Art. 340 WIB92 2. het bewijs door tekenen en indiciën Uit tekenen en indiciën blijkt dat de belastingplichtige er een hogere levensstandaard op na houdt dan zijn aangegeven inkomsten toelaten Art. 341 WIB92 3. het bewijs door vergelijking - met minstens 3 een gelijksoortige belastingplichtigen - met als basis de forfaitaire belasting (Art. 342/24 Comib92) De Administratie moet gebrek aan bewijskrachtige gegevens bewijzen vóór toepassing van vergelijking Art 342 WIB92 4. de forfaitaire basissen van belasting (die in akkoord werden vastgelegd tussen de administratie en de beroepsverenigingen) Art. 342, 1, 2 lid WIB92 DEELDOMEIN VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN /25 I. VENNOOTSCHAPSRECHT, ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN. /15 I. 1. Een BVBA wordt in september 2004 éénhoofdig en heeft op haar balans, einde 2004 een kapitaal van EUR; het volgestort kapitaal bedraagt EUR, de reserves bedragen EUR. Aan wat moet U aandacht besteden in 2005? Welke raad geeft U aan uw klant? Het volgestort kapitaal moet, ten laatste tegen augustus 2005, EUR bedragen. Indien de vennoot niet over de nodige gelden beschikt of indien de vennootschap geen gebruik kan maken van bijkomende fondsen, kan U in het geval het een eenhoofdig geworden BVBA betreft zoals in de vraag, de klant aanbevelen enkele aandelen over te dragen aan een tweede vennoot. 12

13 In dat geval is het niet vereist een bijkomende schijf vol te storten. (Art. 213, 1 Wetboek van Vennootschappen, ingevoegd door Art. 2 van de Wet van 14 juni 2004 tot wijziging van artikelen 213 en 223 van het Wetboek Vennootschappen). De bestaande eenpersoons BVBA moet ofwel volstorten of ontbinden (Art.4. van de Wet van 14 juni 2004 tot wijziging van artikelen 213 en 223 van het Wetboek Vennootschappen) I.2. Een naamloze vennootschap met een kapitaal van EUR verwerft 8 % eigen aandelen voor de som van EUR. a) Is dit toegelaten? Zo ja, onder welke voorwaarden is dit toegelaten? Ja, mits het voorafgaand akkoord van de algemene vergadering en voor zover het voor die verkrijging uitgetrokken bedrag voor uitkering vatbaar is (art. 620 W. Venn.). Voor uitkering vatbaar: netto-actief onbeschikbaar eigen vermogen) (Totaal actief schulden voorzieningen) (Geplaatst kapitaal + wettelijke reserves +onbeschikbare reserves) b) Op welke rekening worden de eigen aandelen geboekt? Op de rekening 50 - Eigen aandelen c) Is er een gevolg van de verkrijging op boekhoudkundig vlak? EUR moet worden overgeboekt van een beschikbare reserve naar de rekening 1310 Reserve voor eigen aandelen Dit kan ook via de resultaatrekening wanneer het overgedragen resultaat of resultaat van het boekjaar wordt aangewend voor de vorming van de reserve. (6921 Toevoeging van de overige 1310 Reserve voor eigen aandelen) I.3. Een BVBA met een kapitaal van EUR, een wettelijke reserve van EUR en beschikbare reserves ten belope van EUR wenst zicht om te vormen tot een NV. De omzetting wordt voorgesteld op basis van een staat van activa en passiva afgesloten per 31 augustus a) Welke verrichtingen moeten vooraf gebeuren om geldig te kunnen omzetten naar een NV? De staat van activa en passiva is niet voldoende. Men moet ook - Een controleverslag hebben opgesteld door de commissaris of, indien er geen commissaris is, door een bedrijfsrevisor of externe accountant (art. 777 W. Venn.); - Een bijzonder verslag van de zaakvoerder die het voorstel tot omzetting toelicht (art. 778 W. Venn.); - Het kapitaal ten minste tot EUR verhogen. b) De algemene vergadering die op 28 november 2004 wordt gehouden is niet geldig samengesteld om te kunnen beraadslagen over de omzetting; slechts 40 % van het kapitaal is aanwezig of vertegenwoordigd. Men overweegt een nieuwe algemene vergadering bijeen te roepen drie weken na de eerste vergadering. 13

14 Met welke vereisten op het gebied van aanwezigheid en meerderheid kan de omzetting worden goedgekeurd tijdens deze tweede algemene vergadering? Ook bij de tweede algemene vergadering: Aanwezigheid vereist van de helft van het maatschappelijk kapitaal; Meerderheid: 4/5 van de uitgebrachte stemmen (art. 781, 1, 2 a W. Venn.). Moet er, buiten de bijeenroeping, iets bijzonders gebeuren? Voor een nieuwe algemene vergadering, die na 30 november plaatsvindt, moet een nieuwe staat van activa en passiva worden opgesteld alsook een nieuw controleverslag; bijgevolg moet het bestuursorgaan ook een nieuw verslag opstellen. I.4. Kan een burgerlijke vennootschap, die de rechtsvorm van een handelsvennootschap heeft aangenomen, een gerechtelijk akkoord aanvragen? Verklaar uw antwoord. Neen, ze kan geen gerechtelijk akkoord aanvragen; het gerechtelijk akkoord wordt enkel toegekend aan een handelaar; wat niet het geval is voor een burgerlijke vennootschap, ook al heeft ze de rechtsvorm van een handelsvennootschap. I. 5. Voorziet het Wetboek van vennootschappen een bijzondere verplichting voor de vennootschap waarvan U de balans en resultatenrekening heeft onderzocht in vraag B 5? Daar uit de balans een overgedragen verlies blijkt moet het jaarverslag de verantwoording van de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit bevatten (art. 96, 6 W. Venn.). I. 6. Een NV sluit haar eerste boekjaar af op 31/12/2005 en de gewone algemene vergadering is statutair voorzien voor de derde vrijdag in mei. Beschrijf de oproepingsmodaliteiten voor de aandelen aan toonder binnen een NV. Wat moet zeker worden opgenomen in de dagorde? Is het absoluut nodig om éénmaal per jaar een gewone algemene vergadering te houden? Motiveer uw antwoord. Wanneer dient de jaarrekening neergelegd te worden bij de Nationale Bank? Wat gebeurt er indien de neerlegging laattijdig is? Weke preciseringen werden aangebracht door een recent koninklijk besluit? Welke zijn de voorziene sancties? Kan er uitstel bekomen worden en zo ja, op welke manier? De oproepingsmodaliteiten worden vermeld in artikel 533 Wetboek Venn. Tenminste acht dagen voor de AV wordt deze aangekondigd via het Belgisch Staatsblad. Deze termijn wordt op minstens 15 dagen gebracht voor beursgenoteerde ondernemingen. Tweemaal, met een tussenperiode van 8 dagen, waarvan de laatste keer minstens 8 dagen voor de AV, wordt de oproeping gepubliceerd in een nationaal verspreid blad en in een blad uit de streek waar de vennootschap haar zetel heeft. (voor niet beursgenoteerde ondernemingen) 14

15 De dagorde dient de te behandelen onderwerpen aangeven alsook voor de vennootschappen die een beroep doen op het spaarwezen, de voorstellen van beslissingen. Art. 552 W.Venn.: Ieder jaar moet tenminste één algemene vergadering worden gehouden in de gemeente, op de dag en het uur bij de statuten bepaald. Dus voor het concrete geval op de derde vrijdag van de maand mei. Deze AV is onontbeerlijk teneinde de jaarrekening goed te keuren. Art. 98 W. Venn. De jaarrekening moet door toedoen van de bestuurders worden neergelegd bij de NBB binnen de dertig dagen nadat ze is goedgekeurd. En ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar. Bij niet tijdige neerlegging wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht voort te vloeien uit de laattijdige neerlegging. Een uitvoerings KB van 12/10/2004 (BS 15/10/2004) voorziet in door de Venn.Wet opgelegde administratieve sancties voor laattijdige neerleggingen (kleine vennootschappen 60 per maand vertraging met maximum van 360 ) en voor de andere vennootschappen 200 per maand met maximum van Een uitstel kan worden aangevraagd bij de FOD economie op voorwaarde dat er overmacht kan aangetoond worden. Dit dient te gebeuren per aangetekend schrijven ten laatste op de 15 de dag na de termijn van 7 maanden. De sanctie van ontbinding op vordering parket blijft bestaan. J. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT../5 J.1. Gedurende meerdere jaren is de zoon van een handelaar helper van zijn vader. Voor deze activiteit ontvangt hij een vergoeding. Het betreft zijn enige beroepsactiviteit en hij is dan ook onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandige als hoofdberoep. In juli 2002, gaat zijn vader op pensioen en hij beslist hem op te volgen en de beroepswerkzaamheden van zijn vader over te nemen. Hij doet dit eveneens in hoofdberoep en als natuurlijk persoon. In 2003 verviervoudigen zijn beroepsinkomsten. Zijn sociale bijdragen als zelfstandige werden voor het jaar 2000 berekend op basis van zijn inkomsten als helper en deze bijdragen zijn dus duidelijk onvoldoende. In welk jaar mag hij zich verwachten aan een herziening van deze sociale bijdragen berekend op basis van zijn inkomsten van 2003? Vermits de zoon al zelfstandige in hoofdberoep was gedurende meer dan 3 jaar zit hij al volop in het regime van de definitieve bijdragen. Er zal dan ook een regularisatie zijn op de inkomsten van De betaalde bijdragen in 2003, berekend op de lage inkomsten van 2000 zijn de enige en definitieve. De inkomsten van 2003 (refertejaar) worden wel als basis genomen voor het bepalen van de definitieve bijdragen van het jaar J.2. Welke zijn de voorwaarden opdat maaltijdcheques in het sociaal recht worden aanzien als sociale voordelen waarop geen sociale bijdragen verschuldigd zijn? 15

16 Opdat maaltijdcheques al een sociaal voordeel worden aanzien dienen volgende voorwaarden te worden nageleefd: - toekenning bij collectieve of individuele geschreven overeenkomst - het aantal cheques moet overeenstemmen met het aantal arbeidsdagen die werden gepresteerd - maximale tegemoetkoming van de werkgever bedraagt 4,91 - minimale tegemoetkoming van de werknemer bedraagt 1,09 - de cheques mogen maximaal drie maanden geldig zijn - de cheque moet op naam van de werknemer worden uitgereikt. K. PLICHTENLEER./5 K.1. Wat dient een BIBF lid te doen wanneer hij een opdracht overneemt die voordien werd uitgevoerd door een confrater? Artikel 17. deontologie: Vooraleer een opdracht te aanvaarden, moet de boekhouder B.I.B.F, die een opdracht van een ander boekhouder B.I.B.F, een accountant of bedrijfsrevisor overneemt, de volgende regels in acht nemen: 1 hij moet zijn voorganger per aangetekend schrijven in kennis stellen van de overname van de opdracht, zelfs indien de opvolging niet onmiddellijk is gebeurd; 2 indien de voorganger niet werd betaald voor zijn prestaties, dient hij bij de cliënt aan te dringen op de betaling van de honoraria van zijn voorganger. De voorganger zal onverwijld alle documenten, eigendom van de cliënt, alsmede deze die kaderen in de wederzijdse hulp en hoffelijkheid ter beschikking stellen van de cliënt of van zijn opvolgende confrater. Hij is gehouden hiervan een gedetailleerde en gedagtekende inventaris in twee exemplaren op te stellen, die door alle betrokken partijen ondertekend wordt. K.2. In welke gevallen mag het BIBF lid een retentierecht uitoefenen op de boekhoudkundige stukken die eigendom zijn van zijn cliënt? Artikel 11 3 en 16 2 : NOOIT. *** 16