Definitief Regionaal Programma Werklocaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Definitief Regionaal Programma Werklocaties"

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Definitief Regionaal Programma Werklocaties Programma Economie & Werk en Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief/B. Velthuis Samenvatting Het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) bevat de keuzes die de gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen maken voor het in balans brengen van vraag en aanbod naar werklocaties. Ons college en onze raad hebben (gelijktijdig met de andere colleges en raden van de gemeenten in regio Arnhem-Nijmegen) in april/mei kunnen reageren op het concept RPW. Daarna is het concept RPW op een aantal onderdelen verder uitgewerkt. Op basis van deze uitwerkingen en de ingebrachte zienswijzen is het RPW aangepast en wordt nu voor besluitvorming aan ons voorgelegd. Een meerderheid van de gemeenten (en de provincie Gelderland) steunt de voorstellen in het RPW en is bereid om het RPW met een positief advies aan hun raad voor te leggen. 5 gemeenten in de Liemers adviseren hun raad om niet in te stemmen met het RPW. Ter besluitvorming door het college 1. Brief aan de voorzitter van het regionaal Portefeuillehouders overleg Economie vast te stellen, onder voorbehoud van instemming met het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling door de gemeenteraad. Aan de Raad voor te stellen 1. In te stemmen met het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor Economische ontwikkeling van 12 oktober Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. EZ20, Carin Derks, 2773 Datum ambtelijk voorstel 23 oktober 2017 Registratienummer Steller Carin Derks Paraaf akkoord Datum Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 31 oktober 2017 Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.1 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder

2 Collegevoorstel 1 Probleemstelling In de regio Arnhem-Nijmegen is al een aantal jaren sprake van overaanbod van bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor perifere detailhandel. Hierin moet verandering komen, want het regionale overaanbod staat nieuwe, gewenste ontwikkelingen in de weg. Landelijk is de zogeheten Ladder voor duurzame verstedelijking van kracht. Deze bepaalt dat zolang er op regionale schaal een overaanbod van werklocaties (bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor detailhandel) is, er in principe niets nieuws ontwikkeld mag worden. Het bestaande (en in sommige gevallen verouderde en versnipperde) aanbod staat op deze manier economische groei en nieuwe ontwikkelingen in de weg. De 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen hebben samen met de provincie Gelderland allen vertegenwoordigd in het Portefeuillehouders overleg Economie het Regionaal Programma Werklocaties opgesteld. Onze raad heeft in april 2017 de gelegenheid gehad te reageren op het concept RPW. Daarna is het concept RPW op een aantal onderdelen verder uitgewerkt. Op basis van deze uitwerkingen en de reacties van alle gemeenten (zie de nota van commentaar (bijlage 3) is het RPW op onderdelen aangepast. Het definitieve RPW (bijlage 1 het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling inclusief aanbiedingsbrief) wordt nu voor besluitvorming voorgelegd. 2 Juridische aspecten Het RPW bevat de keuzes die de gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen maken voor het in balans brengen van vraag en aanbod naar werklocaties, inclusief afspraken over monitoring, evaluatie en herijking. Het RPW is daarmee een integraal document voor zowel bedrijventerreinen, kantoren als perifere detailhandel. Na besluitvorming over het RPW in de raden van de 19 gemeenten in de regio Arnhem- Nijmegen, zal het RPW aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland worden aangeboden voor vaststelling. Na vaststelling door Gedeputeerde Staten is het RPW een toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het wettelijk kader hiervoor is de provinciale omgevingsverordening. Deze bepaalt dat in bestemmingsplannen de bestemmingen bedrijventerrein, perifere detailhandel en kantoren slechts toegestaan worden als die passen in de door Gedeputeerde Staten vastgestelde regionale afspraken. 3 Doelstelling Doel is om het aangepaste Regionaal Programma Werklocaties voor besluitvorming aan de raad voor te leggen en de raad te vragen in te stemmen met het RPW en dit via bijgaande brief aan de voorzitter van het Portefeuillehouders overleg Economie (bijlage 2) kenbaar te maken. 4 Argumenten Voor de argumenten verwijzen wij naar het bijgevoegde raadsvoorstel Regionaal Programma Werklocaties, Ruimte voor Economische ontwikkeling. 5 Klimaat Met het Regionaal Programma Werklocaties streven we naar een beter evenwicht in de markt voor werklocaties in de regio Arnhem Nijmegen, worden bestaande werklocaties beter benut en werken we aan het tegengaan en voorkomen van leegstand op en achteruitgang van bestaande werklocaties.

3 Collegevoorstel Vervolgvel 2 6 Financiën Bij de bespreking van het concept Regionaal Programma Werklocaties (conceptversie 17 februari 2017) in uw raad van 12 april jongstleden zijn de mogelijke financiële consequenties van het RPW voor de gemeente vertrouwelijk met u gedeeld. Dit aangepaste RPW leidt niet tot andere financiële inzichten. 7 Participatie en Communicatie Het Portefeuillehouders overleg Economie heeft de totstandkoming van het RPW begeleid. De 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen en de Provincie Gelderland maken deel uit van dit overleg. Op 6 maart 2017 is het concept Regionaal Programma Werklocaties door het Portefeuillehouders overleg Economie aangeboden aan de 19 gemeenten in het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen en openbaar gemaakt. Alle raden zijn in de gelegenheid gesteld om voor 1 juni 2017 te reageren op het concept RPW. Onze raad heeft op 29 maart en 12 april over het concept RPW gesproken. Tegelijkertijd met de behandeling in de raad zijn ook private belanghebbenden waaronder vastgoed- en projectontwikkelaars met eigen terreinen, ondernemers- en bedrijvenverenigingen door ons in maart 2017 (per brief) geïnformeerd over het Regionaal Programma Werklocaties. Het Portefeuillehouders overleg Economie heeft op 6 oktober 2017 het op basis van de ingebrachte zienswijzen aangepaste RPW besproken. Een meerderheid van de gemeenten en de provincie Gelderland hebben aangegeven de voorstellen in het RPW te kunnen steunen. De gemeenten Zevenaar, Rijnwaarden, Duiven, Montferland en Westervoort staan kritisch tegenover het RPW en de voorstellen voor reductie van bedrijventerreinen, detailhandel en kantoren. Wel is door het Portefeuillehouders overleg Economie unaniem ingestemd met het aanbieden van het aangepaste RPW aan de colleges en raden voor besluitvorming. Het aangepaste RPW is op 12 oktober openbaar gemaakt en voor besluitvorming in colleges en raden aangeboden. Zie de aanbiedingsbrief namens het Portefeuillehouders overleg Economie. Na vaststelling van dit voorstel in ons college vindt communicatie plaats door middel van het wekelijkse persgesprek. 8 Uitvoering en evaluatie Na behandeling van het definitieve RPW in de raad, zal bijgaande brief aan de voorzitter van het regionale Portefeuillehouders overleg Economie (bijlage 2) worden toegezonden. Verder verwijzen we naar het raadsvoorstel Regionaal Programma Werklocaties.

4 Collegevoorstel Vervolgvel 3 9 Risico In het raadsvoorstel Regionaal Programma Werklocaties, Ruimte voor economische ontwikkeling (bijlage) worden de mogelijke risico s verbonden aan dit voorstel beschreven. : Bijlage: 1) het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling inclusief aanbiedingsbrief, 2) conceptbrief met reactie Nijmegen op definitief RPW 3) nota van commentaar op het concept RPW, 4) juridisch advies Bregman Advisering, 5) Mogelijkheden XXL logistiek (rapport Ecorys) Ter inzage: het RPW en de bijbehorende bijlagen zijn ook beschikbaar via

5 Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2017 / 107/2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 1 januari 2018 Onderwerp Definitief Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling Programma Economie & Werk en Grondbeleid Portefeuillehouder J. Zoetelief en B. Velthuis Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 31 oktober 2017 Samenvatting Het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) bevat de keuzes die de gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen maken voor het in balans brengen van vraag en aanbod naar werklocaties, inclusief afspraken over monitoring, evaluatie en herijking. Het RPW is daarmee een integraal document voor zowel bedrijventerreinen, kantoren als perifere detailhandel. Uw raad heeft op 12 april 2017 gereageerd op het concept RPW. Daarna is het concept RPW op een aantal onderdelen verder uitgewerkt. Op basis van deze uitwerkingen en de ingebrachte wensen en bedenkingen/zienswijzen van 15 van de 19 gemeenten is het RPW aangepast. Het aangepaste RPW is in het Portefeuillehouders overleg Economie besproken. Een meerderheid van de gemeenten en de provincie Gelderland hebben aangegeven de voorstellen in het RPW te kunnen steunen en met een positief advies aan hun raad voor te leggen. 5 gemeenten in de Liemers (Zevenaar, Duiven, Westervoort, Rijnwaarden en Montferland) adviseren hun raad om niet in te stemmen met het RPW. Voorstel om te besluiten 1. In te stemmen met het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor Economische ontwikkeling van 12 oktober 2017.

6 Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding In de regio Arnhem-Nijmegen is al een aantal jaren sprake van overaanbod van bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor perifere detailhandel. Hierin moet verandering komen, want het regionale overaanbod staat nieuwe, gewenste ontwikkelingen in de weg. Landelijk is de zogeheten Ladder voor duurzame verstedelijking van kracht. Deze bepaalt dat zolang er op regionale schaal een overaanbod van werklocaties (bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor detailhandel) is, er in principe niets nieuws ontwikkeld mag worden. Het bestaande (en in sommige gevallen verouderde en versnipperde) aanbod staat op deze manier economische groei en nieuwe ontwikkelingen in de weg. De 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen hebben samen met de provincie Gelderland allen vertegenwoordigd in het Portefeuillehouders overleg Economie het Regionaal Programma Werklocaties opgesteld. Uw raad heeft in april 2017 de gelegenheid gehad te reageren op het concept RPW. Daarna is het concept RPW op een aantal onderdelen verder uitgewerkt. Op basis van deze uitwerkingen en de reacties van alle gemeenten (zie de nota van commentaar (bijlage 3) is het RPW op onderdelen aangepast. Het definitieve RPW (bijlage 1 het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling inclusief aanbiedingsbrief) wordt nu voor besluitvorming voorgelegd. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader Het RPW bevat de keuzes die de gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen maken voor het in balans brengen van vraag en aanbod naar werklocaties, inclusief afspraken over monitoring, evaluatie en herijking. Het RPW is daarmee een integraal document voor zowel bedrijventerreinen, kantoren als perifere detailhandel. Na besluitvorming over het RPW in de raden van de 19 gemeenten in de regio Arnhem- Nijmegen, zal het RPW aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland worden aangeboden voor vaststelling. Na vaststelling door Gedeputeerde Staten is het RPW een toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het wettelijk kader hiervoor is de provinciale omgevingsverordening. Deze bepaalt dat in bestemmingsplannen de bestemmingen bedrijventerrein, perifere detailhandel en kantoren slechts toegestaan worden als die passen in de door Gedeputeerde Staten vastgestelde regionale afspraken. 1.2 Relatie met programma Er zijn relaties met de programma s Economie (en Werk), Stedelijke Ontwikkeling, Grondbeleid en Bestuur en Middelen. 2 Doelstelling Doel is om het aangepaste Regionaal Programma Werklocaties voor besluitvorming aan uw raad voor te leggen en uw raad te vragen in te stemmen met het RPW en dit via bijgaande brief aan de voorzitter van het Portefeuillehouders overleg Economie (bijlage 2) kenbaar te maken.

7 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 3 Argumenten Belangrijkste aanpassingen in het Regionaal Programma Werklocaties 1. Fasering: economisch evenwicht in 2021 i.p.v Gezien de belangen die spelen en de reacties van de meeste gemeenten, wordt het tijdstip van economisch evenwicht verlengd naar 1 januari De gemeenten moeten voor 1 oktober 2018 de lijsten voor de te schrappen locaties definitief hebben. De exacte werkwijze en planning (ook in relatie tot de inzet van voorzienbaarheid etc.) zal de komende maanden verder worden uitgewerkt. Om dit goed te kunnen doen is zorgvuldige monitoring van belang. Hiervoor wordt een voorstel uitgewerkt waarin alle criteria op een rij worden gezet (wat is de actuele vraag en het aanbod, hoeveel uitgifte is er geweest). 2. Aanpassingen op basis van extern juridisch advies (bijlage 4) a. De compensatieregeling voor zowel regionaal als lokaal is uit het RPW gehaald (zie ook punt 3 hierna) b. Als termijn voor voorzienbaarheid is een periode van 1,5 jaar voldoende. De voorzienbaarheidsprocedure wordt later ingezet (geen 2 jaar maar 1,5 jaar voorzienbaarheid). Deze voorzienbaarheid heeft als doel om planologische schadeclaims te voorkomen en moet worden gepubliceerd zodat het mogelijk is zienswijzen in te dienen voordat het tot wijzigingen van bestemmingsplannen komt (schrappen van bestemmingen). Nadere uitwerking van deze procedure (eenduidig proces, kaartmateriaal, detaillering locaties etc.) wordt gestart nadat behandeling van het RPW in PFO van 6 oktober 2017 heeft plaatsgevonden c. Risico s op terechte schadeclaims kunnen worden geminimaliseerd door het tijdig en juist inzetten van het juridisch instrumentarium. Dat betekent onder meer dat de provincie gevraagd zal worden het initiatief te nemen tot voorzienbaarheid en de regie zal voeren om bestemmingen te schrappen als er sprake is van contracten tussen marktpartijen en gemeente. d. Bij het bepalen of een eigenaar gedurende de voorzienbaarheidstermijn verwijtbaar heeft stilgezeten, is cruciaal of hij een voldoende concrete poging heeft gedaan om de mogelijkheden van het oude plan alsnog te benutten. Het gaat daarbij bij voorbeeld om een serieus, uitgewerkt plan dat als beginselaanvraag aan de gemeente wordt voorgelegd met het verzoek om vooroverleg. Let wel: hier kan niet zonder echte voorinvestering van de zijde van de eigenaar worden volstaan met een vaag en globaal plan, maar het moet gaan om een concreet, uitgewerkt plan. e. In theorie geldt de regeling inzake voorzienbaarheid en de daarbij behorende redelijke termijn ook tussen overheden (indien de provincie uiteindelijk planologisch-juridisch ingrijpt). In de praktijk heeft in de relatie provinciegemeente voorzienbaarheid geen praktische betekenis, omdat de gemeente al (veel) langer dan particuliere eigenaren op de hoogte is van het provinciale beleid en de weigering van de gemeente om het provinciale beleid om te zetten in een bestemmingsplanwijziging (ongeacht de reden van die weigering) nu juist de reden is voor provinciaal ingrijpen.

8 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 Een succesvolle gemeentelijke planschadeclaim jegens de provincie is uit dit oogpunt een zuiver theoretisch fenomeen. 3. Compensatie De compensatieregeling voor lokale en regionale bedrijventerreinen is uit het RPW. Op basis van het extern ingewonnen juridische advies is duidelijk geworden dat de voorgestelde compensatieregeling juridisch niet houdbaar is, zolang er nog geen sprake is van economisch evenwicht in de regio. Bij gewenste nieuwe ontwikkelingen geldt voortdurend het principe van de duurzaamheidsladder waaraan getoetst zal moeten worden. 4. Lokaal bedrijventerrein Specifiek voor lokale terreinen geldt het volgende: wanneer er een tekort aan lokale bedrijventerreinen wordt voorzien, dan mag de gemeente nieuw lokaal terrein in ontwikkeling nemen. Wel moet deze ontwikkeling de toets van de ladder voor duurzame verstedelijking kunnen doorstaan en is uitbreiding slechts mogelijk tot maximaal het aantal hectares dat is toegestaan op basis van de toedeling van lokale terreinen in het RPW per gemeente. 5. Conclusies onderzoek XXL logistiek (bijlage 5) Overeenkomstig de toezeggingen gedaan bij de eerdere behandeling van het concept RPW, is er een aanvullend onderzoek gedaan naar de marktruimte en locatiemogelijkheden voor de vestiging van XXL logistiek (grote distributiecentra met (inter-)nationale betekenis). De uitkomsten van dit onderzoek betekenen voor het RPW dat: a. in de regio geen nieuwe locatie voor XXL-logistiek hoeft te worden ontwikkeld; b. de Knoop 38 (Nijmegen) en Knoop EMZ (Zevenaar-Montferland) worden gezien als landingsplek voor XXL-logistiek in de regio; c. 20 Ha van 7Poort Zevenaar (geeft voorlopig ruimte voor minimaal 2 hele grote bedrijven tot 5 minder grote XXL-vestigingen) voor nu wordt ingezet voor XXLlogistiek en de bestemming wordt hierop aangepast (20 ha 7Poort is op groen gezet ); d. het mogelijke knelpunt beschikbaarheid van XXL - kavels in de regio in feitelijk beheersbaar is. Gelet op de overcapaciteit in de regio en de beschikbaarheid van goede kavels, hoeft vooralsnog geen nieuwe ontwikkelruimte in de markt te komen. Nieuwe locaties moeten dan ook nog planologisch en procedureel worden doorlopen. 6. Kantoren (nadere uitwerking) Er is een nadere uitwerking gemaakt voor het onderdeel kantoren. Gekeken is naar de wijzigingen die moeten worden doorgevoerd voor de gemeenten Arnhem, Renkum, Zevenaar, Nijmegen en Overbetuwe. Concreet betekent dit voor het RPW: a. het verder in ontwikkeling brengen van de locatie Arnhem Centraal; b. voor de locatie IJsseloord 2 dat Arnhem streeft naar vermindering van kantoren op deze locatie, waarbij de gemeente tussen de m2 BVO wil behouden;

9 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 c. de locatie Renkum (Hes West) niet meer als toekomstige kantoorlocatie wordt meegenomen in het RPW; d. de functie kantoren op Mercurion in Zevenaar geschrapt kan worden met het verzoek en toezegging voor ondersteuning bij zoektocht naar een alternatieve invulling van de locatie; e. voor Nijmegen de locatie Lent voor maximaal m2 BVO blijft gehonoreerd; f. voor de locatie Elst de gemeente Overbetuwe een totaalvisie voor Elst Centraal op moet stellen. Een kantoorontwikkeling tot maximaal 5000 m2 BVO voor lokaal (en regionaal) is passend binnen dit plan. Voor het resterend programma zal in samenwerking met de provincie naar andere invullingsmogelijkheden worden gezocht. 7. Perifere detailhandel (nadere uitwerking) Dit onderdeel van het RPW is herschreven zodat het voor partijen inzichtelijker en leesbaarder is geworden. Naast een aantal kleinere verschuivingen zijn de volgende belangrijke wijzigingen aangebracht: a. het behoud van Duiven Centerpoort met een omvang van m2 BVO voor reguliere PDV in de marktregio Noord; b. de reservering van m2 voor bovenregionale PDV aansluitend op de aanwijzing als topthemacentrum op het gebied van wonen/ in-en-om-het-huis in de marktregio Noord. Het bestemmingsplan zal hier op moeten worden aangepast en de vestiging moet aantoonbaar bovenregionaal zijn; c. het strategisch reserveren van de marktruimte (5.000 m2 BVO) en op termijn invullen op een overige winkellocatie van voldoende kwaliteit in de marktregio Noord ; d. het besluit van de provincie om akkoord te gaan met de ontwikkeling van m2 bvo marktruimte in Ressen in de marktregio Zuid voor een solitaire bouw- en tuinmarkt; e. Het reserveren van de strategische marktruimte van m2 voor overige winkellocaties in de marktregio Zuid voor clustering van de (bestaande) mogelijkheden voor perifere detailhandel op Westerhout Zuid in Druten; f. Verder is per deelgebied een duidelijk voorstel gemaakt hoe te komen tot herprogrammering en evenwicht (rekening houdend met marktruimte etc.) Aanpassingen in dit RPW die voor de gemeente Nijmegen van belang zijn: 1. Het verlengen van het tijdstip van economisch evenwicht naar 1 januari 2021 (in plaats van 1 januari 2020). Dit betekent dat gemeenten een jaar langer de tijd krijgen om hun terreinen uit te geven en dat eind 2020 op basis van monitoring opnieuw de balans van vraag en aanbod wordt opgemaakt. Dit houdt niet dat in deze periode de ontwikkeling van een nieuw terrein onmogelijk is, maar er moet dan wel sprake zijn van een unieke situatie of uniek bedrijf waarvoor op de bestaande beschikbare bedrijventerreinen in de regio geen ruimte is. De ladder voor duurzame verstedelijking zal eveneens doorlopen moeten worden. En het plan moet regionaal worden afgestemd.

10 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 5 Met dit uitstel van het economisch evenwicht wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren van de meeste gemeenten en dit heeft uiteindelijk tot meer draagvlak voor het RPW geleid. Voor Nijmegen is dit jaar verlenging acceptabel, het belang om nu tot een zo groot mogelijk regionaal gedragen afsprakenkader te komen is hierbij doorslaggevend geweest. 2. Het schrappen van de compensatieplicht voor regionale en lokale terreinen. Uw raad heeft in zijn reactie op het concept RPW zijn bedenkingen over de uitvoerbaarheid van de compensatieplicht geuit. 3. Over de ontwikkeling van Ressen is definitief duidelijkheid gekomen in dit RPW: er wordt m2 bvo marktruimte in Ressen voor een solitaire bouw- en tuinmarkt mogelijk gemaakt 4. De kantorenlocatie bij station Lent blijft voor maximaal m2 BVO gehonoreerd in dit RPW. 5. Ter verduidelijking: in het aangepaste RPW staat voor de gemeente Nijmegen geen enkele planologisch harde werklocatie op voorzienbaar. Resumerend naar werklocatie betekent dit RPW het volgende: - Bedrijventerreinen; de bedrijventerreinen Bijsterhuizen, Mercuriuspark (gelegen in Noorden Oostkanaalhavens) en Novio Tech Campus en Compaqterrein (beiden op bedrijventerrein Winkelsteeg) staan op groen (mogen ontwikkeld en uitgegeven worden). - Kantoren; nieuwe ontwikkelingen zijn mogelijk op Nijmegen CS. Brabantse Poort en Campus Heijendaal zijn als toekomstbestendige kantorenlocaties bestempeld. Het plan Lent is tot m2 gehonoreerd. - Perifere detailhandel: Woonboulevard Novium staat op groen. Het zachte plan bouwmarkt/tuincentrum Ressen wordt met m² mogelijk gemaakt. Realisatie van m² voor perifere detailhandel op Mercuriuspark blijft mogelijk. De solitaire vestiging van de Praxis aan de van Rosenburgweg blijft oranje, dit wil zeggen bestaande vestiging handhaven. Het zachte plan Wolfkuilseweg kan niet ontwikkeld worden voor perifere detailhandel. 2 solitaire locaties (Gamma Nieuwe Dukenburgseweg en Bristol Griftdijk) staan op rood, wat inhoudt dat de situatie voor deze solitaire vestigingen wordt bevroren: handhaven bestaande vestiging en gebruik, maar geen vierkante meters detailhandel toevoegen. Bij beëindiging vestiging en gebruik bestemming planologisch wijzigen. Advies aan uw raad is om in te stemmen met het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling van 12 oktober Inclusief Beleid Deze paragraaf is niet van toepassing op dit voorstel.

11 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 6 5 Klimaat Met het Regionaal Programma Werklocaties streven we naar een beter evenwicht in de markt voor werklocaties in de regio Arnhem Nijmegen, worden bestaande werklocaties beter benut en werken we aan het tegengaan en voorkomen van leegstand op en achteruitgang van bestaande werklocaties. 6 Risico s Een reëel risico is dat niet alle colleges/raden instemmen met de voorstellen zoals die in dit RPW zijn opgenomen. De Provincie Gelderland heeft bij brief van 6 maart 2017 aangegeven dat zij hopen op een breed draagvlak voor het RPW, maar dat het geen voorwaarde is dat alle gemeenten in de regio het RPW vast stellen. Op het moment dat er een kader ligt dat voldoet aan de uitgangspunten en het wordt door de meerderheid van de gemeenten in de regio (> 50%) vastgesteld, dan zal het RPW als provinciaal kader worden vastgesteld. Voor gemeenten die niet (kunnen) instemmen met het aangepaste RPW heeft de provincie aangegeven haar (juridisch) instrumentarium in te zetten om de in het RPW gemaakte keuzes te effectueren en voorzienbaarheid te creëren om zodoende te komen tot het schrappen van bestemmingen 7 Financiën Bij de bespreking van het concept Regionaal Programma Werklocaties (concept 17 februari 2017) in uw raad van 12 april jongstleden zijn de mogelijke financiële consequenties van het RPW voor de gemeente vertrouwelijk met u gedeeld. Dit aangepaste RPW leidt niet tot andere financiële inzichten. 8 Participatie en Communicatie Het Portefeuillehouders overleg Economie heeft de totstandkoming van het RPW begeleid. De 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen en de Provincie Gelderland maken deel uit van dit overleg. Op 6 maart 2017 is het concept Regionaal Programma Werklocaties door het Portefeuillehouders overleg Economie aangeboden aan de 19 gemeenten in het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen en openbaar gemaakt. Alle raden zijn in de gelegenheid gesteld om voor 1 juni 2017 te reageren op het concept RPW. Uw raad heeft op 29 maart en 12 april over het concept RPW gesproken. Naast de informatievoorziening aan uw raad zijn ook private belanghebbenden waaronder vastgoed- en projectontwikkelaars met eigen terreinen, ondernemers- en bedrijvenverenigingen door ons in maart 2017 (per brief) geïnformeerd over het Regionaal Programma Werklocaties. Het Portefeuillehouders overleg Economie heeft op 6 oktober 2017 het op basis van de ingebrachte zienswijzen aangepaste RPW besproken. Op 12 oktober is het aangepaste RPW openbaar gemaakt en voor besluitvorming aangeboden aan de 19 gemeenten in het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen. Zie de aanbiedingsbrief namens het Portefeuillehouders overleg Economie.

12 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 7 9 Uitvoering en evaluatie Besluitvorming over het RPW heeft in twee ronden plaatsgevonden. In een eerste ronde hebben colleges en raden van de 19 gemeenten tot 1 juni 2017 kunnen reageren op het concept RPW. Er is door 15 gemeenten gereageerd. Daarnaast is het concept RPW op een aantal onderdelen nog verder uitgewerkt. Op basis van deze uitwerkingen en de door gemeenten ingebrachte reacties is het RPW op onderdelen aangepast. Het aangepaste RPW is 6 oktober in het Portefeuillehouders overleg Economie besproken. Een meerderheid van de gemeenten en de provincie Gelderland hebben in het PFO Economie aangegeven de voorstellen in het RPW te kunnen steunen. De 5 gemeenten in de Liemers (Zevenaar, Rijnwaarden, Duiven, Montferland en Westervoort) staan kritisch tegenover het RPW en de voorstellen voor reductie van bedrijventerreinen, detailhandel en kantoren. Wel is door het Portefeuillehouders overleg Economie unaniem ingestemd met het aanbieden van het aangepaste RPW aan de colleges en raden voor besluitvorming. Aan alle gemeenten wordt gevraagd of zij voor 1 januari 2018 willen instemmen met het RPW. Na besluitvorming in de colleges en raden (naar verwachting november/december 2017) zal het RPW in januari 2018 aan het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland worden aangeboden ter vaststelling. Na vaststelling door Gedeputeerde Staten is het RPW het regionale toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout Bijlage(n): 1) het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling inclusief aanbiedingsbrief, 2) conceptbrief met reactie Nijmegen op definitief RPW 3) nota van commentaar op het concept RPW, 4) juridisch advies Bregman Advisering, 5) Mogelijkheden XXL logistiek (rapport Ecorys) Ter inzage: het RPW en de bijbehorende bijlagen zijn ook beschikbaar via

13 Bijlage 1a Aan de 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen Betreft: Aanbieding definitief Regionaal Programma Werklocaties Arnhem/Nijmegen, 12 oktober 2017 Geacht college, Op 6 maart 2017 is het concept Regionaal Programma Werklocaties (RPW) voor reactie aangeboden aan de 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen. 15 gemeenten hebben wensen en bedenkingen ingediend. Mede naar aanleiding van deze reacties is er de afgelopen maanden hard gewerkt aan de totstandkoming van het definitieve RPW. Graag bieden wij uw gemeente het RPW voor besluitvorming aan. Het RPW en de bijbehorende bijlagen zijn beschikbaar via Aanleiding Regionaal Programma Werklocaties In de regio Arnhem-Nijmegen is al een aantal jaren sprake van overaanbod van bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor perifere detailhandel. Het regionale overaanbod staat nieuwe, gewenste ontwikkelingen in de weg. Landelijk is de zogeheten Ladder voor duurzame verstedelijking van kracht. Deze bepaalt dat zolang er op regionale schaal een overaanbod van werklocaties (bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor detailhandel) is, er in principe niets nieuws ontwikkeld mag worden. Het bestaande (en in sommige gevallen verouderde en versnipperde) aanbod staat op deze manier economische groei en nieuwe ontwikkelingen in de weg. Omdat dit grote gevolgen heeft voor de aantrekkingskracht van onze regio is het RPW opgesteld. Doel van het RPW is ruimte te creëren voor het ontwikkelen van nieuwe initiatieven door te zorgen voor evenwicht tussen vraag en aanbod voor werklocaties. Het RPW bevat voorstellen voor het in balans brengen van vraag en aanbod naar werklocaties, inclusief afspraken over monitoring, evaluatie en herijking. Het RPW is een programma voor zowel bedrijventerreinen, kantoren als perifere detailhandel. Het proces tot nu toe Gedurende het proces om tot een RPW te komen heeft veelvuldig en intensief overleg plaatsgevonden met alle gemeenten en de provincie op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Op 17 november 2016 heeft de voorzitter van de Stuurgroep RPW tijdens de Regiodag voor raadsleden een terugkoppeling gegeven over de stand van zaken rond het RPW. Vervolgens hebben twee oud-bestuurders uit de regio een extra bestuurlijke ronde gemaakt om per gemeente te verkennen welke oplossingsrichtingen denkbaar zijn. In december 2016 zijn de gemeenteraden per brief geïnformeerd over de stand van zaken en de verdere voortgang van het proces. Hierop aansluitend zijn voor de raadsleden twee informatieavonden over het RPW georganiseerd op 24 en 26 januari Eind februari 2017 is het concept-rpw aan de colleges van burgemeester en wethouders aangeboden met het verzoek om het voor te leggen voor wensen en bedenkingen aan de gemeenteraden. Voor het indienen van wensen en bedenkingen hebben gemeenten tot 1 juni 2017 gelegenheid gehad. De reacties zijn verwerkt in bijgevoegde commentaarnota. In het voorjaar van 2017 zijn nog aanvullende gesprekken gevoerd op ambtelijk en bestuurlijk niveau om het draagvlak voor het RPW te vergroten.

14 Op basis van de reacties van de gemeenten en de uitkomsten van het aanvullende overleg is het RPW herzien. Een definitieve versie is behandeld in het Portefeuillehoudersoverleg Economie (PFO Economie) van 6 oktober. Rol provincie Gelderland De provincie Gelderland heeft op verzoek van het PFO Economie vanaf het begin af aan actief meegedacht met het proces. De gedeputeerde Economie heeft deel uitgemaakt van de stuurgroep RPW. Op 29 november 2016 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland zich in een brief uitgesproken over het proces en de inhoudelijke resultaten tot dat moment. Boodschap: er zijn op korte termijn scherpe keuzes nodig. Daarbij hebben GS aangegeven dat wanneer het RPW kwalitatief onvoldoende is en er onvoldoende steun is om de overprogrammering actief te beperken zij haar verantwoordelijkheid zal nemen. De provincie zal dan zelf een RPW voor de regio Arnhem-Nijmegen opstellen. Besluitvormingstraject Regionaal Programma Werklocaties Op 6 oktober 2017 is het definitieve RPW in het Portefeuillehoudersoverleg Economie besproken. Tijdens dit overleg heeft een meerderheid van de portefeuillehouders aangegeven de voorstellen in het RPW te kunnen steunen. Het RPW zal door deze gemeenten met een positief advies aan de raad worden voorgelegd. De portefeuillehouders van de gemeenten Zevenaar, Rijnwaarden, Duiven, Montferland en Westervoort steunen het RPW niet. Het RPW zal in deze gemeenten wel aan de raad worden aangeboden, maar met een negatief advies. Dit betekent dat in het Portefeuillehoudersoverleg Economie is ingestemd met het vrijgegeven van het RPW voor besluitvorming in de colleges en raden. Alle gemeenten wordt gevraagd of zij voor 1 januari 2018 willen instemmen met dit RPW. Na besluitvorming over het RPW in de raden van de 19 gemeenten zal het RPW in januari 2018 aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland worden aangeboden ter besluitvorming. Na vaststelling door Gedeputeerde Staten is het RPW een toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het wettelijk kader hiervoor is de provinciale omgevingsverordening. Deze bepaalt dat in bestemmingsplannen de bestemmingen bedrijventerrein, perifere detailhandel en kantoren slechts toegestaan worden als die passen in de door Gedeputeerde Staten vastgestelde regionale afspraken. Voor de te schrappen locaties in het RPW moet er nog een ruimtelijke uitwerking komen. Dit gebeurt in In het najaar van 2018 zal deze uitwerking voor zover van toepassing weer aan uw gemeente worden voorgelegd. Daarna volgt een provinciale inspraakprocedure voor alle belanghebbenden. Tijdens deze inspraakprocedure kunnen bedrijven, projectontwikkelaars en andere belanghebbenden zienswijzen indienen. De uitwerking van het RPW op locatieniveau wordt vervolgens in mei\juni 2019 door Gedeputeerde Staten vastgesteld en is de basis voor het verder in gang zetten van de voorzienbaarheid en het schrappen van de planologische ruimte in bestemmingsplannen. Standpunt Regionaal Programma Werklocaties U wordt verzocht het gemeentelijk standpunt (wel of niet instemmen) over het RPW voor 1 januari 2018 per brief kenbaar te maken bij de secretaris van het Portefeuillehoudersoverleg Economie, de heer D. (Daan) Geven, d.geven@nijmegen.nl. Mede namens de regionale portefeuillehouders Economische Zaken, Met vriendelijke groet, Ron König Voorzitter Portefeuillehoudersoverleg Economie

15 Bijlage 1 RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING REGIO ARNHEM-NIJMEGEN

16 RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING VERSIE 12 OKTOBER 2017 REGIO ARNHEM-NIJMEGEN

17 3 INHOUDS- OPGAVE PAGINA 4 SAMENVATTING PAGINA 6 1 INLEIDING 1.1 ACHTERGROND EN AANLEIDING 1.2 DOELSTELLING RPW 1.3 FUNCTIES RPW 1.4 REALISATIE VAN EVENWICHT TUSSEN VRAAG EN AANBOD 1.5 TOTSTANDKOMING RPW 1.6 LEESWIJZER PAGINA 14 2 UITGANGSPUNTEN REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES PAGINA 18 3 UITVOERING REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES PAGINA 20 4 BELANGRIJKSTE BESLISPUNTEN REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES BIJLAGEN DRIE BESLISPUNTENNOTITIES PAGINA 29 BIJLAGE 1 BEDRIJVENTERREINEN PAGINA 41 BIJLAGE 2 PERIFERE DETAILHANDEL PAGINA 69 BIJLAGE 3 KANTOREN PAGINA 76 BIJLAGE 4 FACTSHEETS 19 GEMEENTEN ARNHEM, BERG EN DAL, BEUNINGEN, DOESBURG, DRUTEN, DUIVEN, HEUMEN, LINGEWAARD, MONTFERLAND, MOOK EN MIDDELAAR, NIJMEGEN, OVERBETUWE, RENKUM, RHEDEN, RIJNWAARDEN, ROZENDAAL, WESTERVOORT, WIJCHEN EN ZEVENAAR PAGINA 96 BIJLAGE 5 TOTAALOVERZICHT WERKLOCATIES PAGINA 98 BIJLAGE 6 OVERZICHT LOKALE BEDRIJVENTERREINEN WAARVOOR VOORZIENBAARHEID WORDT INGESTELD

18 4 SAMENVATTING In de regio Arnhem-Nijmegen is al een aantal jaren sprake van een overaanbod van bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor perifere detailhandel. Hierin moet verandering komen, want door het overaanbod zit de regio op slot. Omdat de economie niet lokaal, maar vooral regionaal werkt, is het totale aanbod in de regio beoordeeld. Landelijk is de zogeheten Ladder voor duurzame verstedelijking van kracht. Zolang er op regionale schaal een overaanbod van bedrijventerreinen is, mag er in principe niets nieuws ontwikkeld worden. Met andere woorden: het bestaande, deels verouderde en versnipperde aanbod, staat gewenste nieuwe ontwikkelingen in de weg. Er is inmiddels jurisprudentie dat deze ladder als er geen waterdichte onderbouwing is voor het ontwikkelen van nieuwe terreinen- onverbiddelijk wordt toegepast. Niets doen en hopen dat het probleem van overaanbod door de aantrekkende economie zal worden opgelost, is niet realistisch. De gemeenten krijgen de ruimte van de provincie Gelderland om gezamenlijk een oplossing voor de problematiek uit te werken. De portefeuillehouders economie van de 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen hebben de handschoen opgepakt en zijn aan de slag gegaan met de ontwikkeling van een Regionaal Programma Werklocaties. De doelstellingen van het RPW zijn: 1 Zorgen voor nieuwe economische ontwikkeling op de juiste locatie in de regio met maximaal rendement voor de werkgelegenheid. Dit geldt zowel voor bedrijventerreinen, kantoren als perifere detailhandel. 2 Ruimte geven aan uitbreiding van lokale bedrijvigheid. 3 In een realistisch tijdspad toewerken naar een economisch evenwicht in vraag en aanbod. 4 De economische marktontwikkelingen nauwlettend volgen en optimaal benutten. Er is een reële kans dat de komende drie jaren (2018, 2019 en 2020) de huidige marktontwikkelingen doorzetten en de uitgifte/verkoop van gronden boven verwachting uitpakt.

19 5 In dit Regionaal Programma Werklocaties met bijlagen zijn nadere voorstellen uitgewerkt om het aanbod van bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor perifere detailhandel weer met de toekomstige vraag in evenwicht te brengen. De kern van de voorstellen: 1 Tot en met 2020 krijgen gemeenten en private partijen alle ruimte voor de uitgifte van bedrijventerreinen, kantorenlocaties en locaties voor perifere detailhandel. Intussen is er een lijst gemaakt van minder courante locaties die waarschijnlijk niet ontwikkeld en/of uitgegeven gaan worden. Dat is gedaan op basis van objectieve criteria. 2 In september 2018 wordt bepaald voor de werklocaties bedrijventerreinen, kantoren en perifere detailhandel, voor welke terreinen definitief de zogenoemde voorzienbaarheid gecreëerd gaat worden. De voorzienbaarheid gaat in per 1 juli Gemeenten en private partijen hebben vervolgens tot en met 2020 de tijd om uitgiften te doen. Voorzienbaarheid houdt in dat na deze periode de bestemming kan worden gewijzigd/geschrapt tot het evenwicht weer hersteld is.

20 6 1 INLEIDING 1.1 ACHTERGROND EN AANLEIDING Hoe houden wij de regio Arnhem-Nijmegen aantrekkelijk voor vestiging van nieuwe en verplaatsing van bestaande bedrijven? Dat is de belangrijkste vraag van het Regionaal Programma Werklocaties (rpw). Uit onderzoek blijkt dat er in de regio Arnhem-Nijmegen te veel bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor perifere detailhandel zijn. Die staan nieuwe, gewenste ontwikkelingen in de weg. Jurisprudentie bepaalt dat het nauwelijks mogelijk is nieuwe locaties te ontwikkelen, zo lang er nog voldoende ruimte in de regio beschikbaar is. Plannen worden getoetst aan de zogeheten Ladder voor duurzame verstedelijking. Zolang er een overaanbod van bedrijventerreinen is, mag er in principe niets nieuws ontwikkeld worden. Met andere woorden: het bestaande, deels verouderde en versnipperde aanbod, staat gewenste nieuwe ontwikkelingen in de weg. Dat heeft grote gevolgen voor de aantrekkingskracht van onze regio. Daarom streven de 19 gemeenten binnen de regio Arnhem-Nijmegen samen met de provincie Gelderland ernaar het overaanbod weg te nemen. Het doel is te zorgen voor evenwicht in de marktsituatie per 2021 en zo weer ruimte te creëren voor het ontwikkelen van nieuwe initiatieven. De regionale winkel moet als het ware deels worden leeggeruimd, voordat een nieuw, passend aanbod op de planken kan komen. Dit rpw creëert nieuwe ruimte en helpt zo de regionale motor weer op toeren te brengen. Geografische afbakening De regio Arnhem-Nijmegen omvat de gemeenten Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar.

21 DE GEMEENTEN Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar.

22 8 Versterken van de regionale concurrentiekracht Arnhem en Nijmegen zijn de motoren van de regionale en Gelderse Economie. Ze bepalen voor een belangrijk deel de aantrekkelijkheid en het succes van onze regio op nationale en internationale schaal. Een sterke regio kan niet zonder sterke steden en omgekeerd. Daarom is het opstellen en vaststellen van dit rpw een gezamenlijke opgave van alle 19 gemeenten en de provincie Gelderland. Het aanbrengen van focus en concentratie dwingt tot locatiekeuzes voor detailhandel, wonen, kantoren, voorzieningen en bedrijventerreinen. Uitgangspunt is dat dit zo wordt aangepakt dat negatieve gevolgen voor individuele gemeenten en private partijen zo beperkt mogelijk blijven. Het vliegwiel van de regionale economie moet echter weer in beweging komen. Dat is in het belang van alle partijen in onze regio. 1.2 DOELSTELLING REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES De doelstellingen van het RPW zijn: Zorgen voor nieuwe economische ontwikkeling op de juiste locatie in de regio met maximaal rendement voor de werkgelegenheid. Dit geldt zowel voor bedrijventerreinen, kantoren als perifere detailhandel. Ruimte geven aan uitbreiding van lokale bedrijvigheid. In een realistisch tijdspad toewerken naar een economisch evenwicht in vraag en aanbod. De economische marktontwikkelingen nauwlettend volgen en optimaal benutten. Er is een reële kans dat de komende drie jaren (2018, 2019 en 2020) de huidige marktontwikkelingen doorzetten en de uitgifte/verkoop van gronden boven verwachting uitpakt.

23 9 1.3 FUNCTIES REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES 1 Omgevingsverordening artikel : in bestemmingsplannen worden de bestemmingen bedrijventerrein, perifere detailhandel en kantoren slechts toegestaan als die passen in de door Gedeputeerde Staten vastgestelde regionale afspraken. Het RPW vervult de navolgende functies: Regionale doelstellingen: het rpw bevat de vertaling en uitwerking van de gemeentelijke, regionale en provinciale doelstellingen op het gebied van bedrijventerreinen, kantoren en perifere detailhandel, economische ontwikkeling en ruimtelijk beleid in de regio Arnhem-Nijmegen. A fsprakenkader: het rpw is een regionaal afsprakenkader over planning en programmering van bedrijventerreinen, kantoren en perifere detailhandel van de 19 gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen Beleidskader: het rpw vormt het beleidskader waarop vanuit de regio nieuwe ontwikkelingen worden geaccordeerd, voordat die aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd ter besluitvorming. Toetsingskader: na vaststelling van het rpw door gemeenteraden en gs is het rpw voor de provincie Gelderland een toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hier ligt een relatie met de provinciale verordening REALISATIE EVENWICHT TUSSEN VRAAG EN AANBOD Doel van het rpw is om het evenwicht tussen vraag en aanbod te herstellen. Hoe eerder overbodige locaties zonder of met een beperkt toekomstperspectief uit de markt zijn genomen, hoe eerder er ruimte ontstaat om nieuwe bedrijvigheid te faciliteren. In feite moeten de 19 gemeenten door de zure appel heen bijten om de regionale economie weer ruimte te geven. Om het evenwicht tussen vraag en aanbod te realiseren wordt gewerkt volgens twee parallelle sporen: Spoor 1 Ruimte voor marktwerking De komende drie jaren (2018, 2019 en 2020) hebben gemeenten en private partijen de ruimte om de bestaande locaties en terreinen uit te geven. In die periode blijft de bestemming gehandhaafd. Als de uitgifte succesvol verloopt, dan ontstaat er weer ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Eind 2020 is duidelijk in hoeverre gemeenten en particuliere eigenaren er in zijn geslaagd hun terreinen, kantoren en pdv-locaties uit te geven. Dan blijkt hoe groot het overaanbod nog is.

24 10 Spoor 2 Voorbereiden juridische procedure (procedure voorzienbaarheid ) Parallel aan het geven van ruimte aan de markt, wordt het beschikbare juridisch instrumentarium in gereedheid gebracht om per 1 januari 2021 maatregelen te kunnen nemen als blijkt dat op dat moment nog sprake is van overaanbod. De ambitie van de 19 gemeenten is per 1 januari 2021 evenwicht te halen. Die ambitie is niet vrijblijvend. Het zogeheten bestemmingsplanregiem (planologisch kader) wordt ingezet om ervoor te zorgen dat een deel van de planvoorraad geschrapt kan worden. Vanaf 1 juli 2019 gaat de zogeheten voorzienbaarheidsprocedure van start. Daarmee wordt het in beginsel mogelijk om de incourante planvoorraad in bestemmingsplannen te schrappen zonder (planschade-)vergoeding. De procedure voorzienbaarheid vergt een periode van anderhalf jaar ( ). De juridische uitwerking zal door de provincie Gelderland zoveel als mogelijk in overleg met de gemeentenworden voorbereid en uitgevoerd (uit organisatorisch oogpunt efficiënt, o.a. voor de uniformiteit, maar soms ook noodzakelijk als gemeenten zelf niet willen meewerken). Vóór 1 januari 2021 zal de balans worden opgemaakt wat de marktvraag is geweest en wat er daadwerkelijk is uitgegeven. Op basis hiervan kan worden bepaald welk deel van de planvoorraad in de bestemmingsplannen, waarvoor voorzienbaarheid is ingesteld, daadwerkelijk wordt geschrapt. Dit richt zich alleen op die locaties die daarvoor in het rpw zijn voorgedragen.

25 TOTSTANDKOMING REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES Aanpak Het rpw is via een uitvoerig en zorgvuldig proces tot stand gekomen. In 2015 zijn drie uitgangspuntennotities voor bedrijventerreinen, kantoren en perifere detailhandel uitgewerkt. Hierin zijn alle uitgangspunten (spelregels en definities) op een rij gezet om tot oplossingen voor het overaanbod te komen. Vanaf 2016 zijn vervolgens bouwstenenrapportages gemaakt waarin alle feiten en cijfers en de vraag en aanbod analyses van alle locaties in de regio zijn opgenomen. Deze rapportages maken het mogelijk de kwaliteit van de locaties zo objectief mogelijk te beoordelen en te vergelijken. Op basis van de bouwstenenrapportages is vanaf eind 2016 met de portefeuillehouders Economie van alle gemeenten gesproken over de vraag hoe het evenwicht in vraag en aanbod weer hersteld kan worden. Daarbij is met name aan de orde gekomen: 1 welke locaties hebben (toekomst)perspectief; waar willen we mee doorgaan; 2 reductie van nog niet uitgegeven gronden (moet er geschrapt worden op in harde bestemmingsplannen); 3 de periode waarbinnen dit alles moet gaan gebeuren: wanneer moet het evenwicht tussen vraag en aanbod zijn hersteld; 4 de precieze werkwijze reductie overcapaciteit, de aanpak, et cetera. Ook is besproken hoe de gemeenten gezamenlijk lokaal, regionaal en bovenregionaal bedrijvigheid kunnen blijven faciliteren, en hoe de markt zich in de komende jaren gaat ontwikkelen. Uiteraard moet dit alles zorgvuldig en goed onderbouwd gebeuren; het gaat om een omvangrijk en complex vraagstuk. Gezien de grote financiële belangen is het rpw via een uitvoerig en zorgvuldig proces tot stand gekomen. De navolgende tussenproducten zijn uitgewerkt: : Uitgangspuntennotities voor bedrijventerreinen, kantoren en perifere detailhandel. Hierin zijn alle uitgangpunten (spelregels en definities) op een rij gezet om tot oplossingen voor het overaanbod te komen. Deze notities zijn eind 2015 vastgesteld door de colleges van Burgemeester en Wethouders van de 19 gemeenten. Gemeenteraden zijn geïnformeerd via een raadsinformatiebrief;

26 : bouwstenenrapportages voor bedrijventerreinen, kantoren en pdv; (tweede helft) en begin 2017: beslispuntennotities met concrete voorstellen voor herprogrammering voor bedrijventerreinen, kantoren en perifere detailhandel; : Regionaal Programma Werklocaties. Het proces is voorbereid en begeleid door de Stuurgroep rpw. Voorzitter is Ron König (wethouder gemeente Arnhem), leden zijn Hans Driessen (wethouder gemeente Beuningen), Jan Zoetelief (wethouder gemeente Nijmegen), Ellen Mulder (wethouder gemeente Doesburg), Jasper Verstand (wethouder gemeente Renkum) en Michiel Scheffer (gedeputeerde van de provincie Gelderland). Gedurende het proces heeft veelvuldig en intensief overleg plaatsgevonden met alle gemeenten en de provincie op ambtelijk en bestuurlijk niveau. In onderstaande figuur is de totstandkoming van het RPW schematisch weergegeven BEDRIJVENTERREINEN KANTOREN PERIFERE DETAILHANDEL UITGANSPUNTEN NOTITIE UITGANGSPUNTEN NOTITIE UITGANSPUNTEN NOTITIE VRAAG-AANBOD CONFRONTATIE VRAAG-AANBOD CONFRONTATIE VRAAG-AANBOD CONFRONTATIE INTEGRAAL OVERZICHT WERKLOCATIES BESLISPUNTENNOTITIES REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES

27 LEESWIJZER REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES 1 In hoofdstuk 1 is een toelichting gegeven op achtergrond en aanleiding, de doelstellingen en functies van het rpw, de realisatie van het evenwicht in vraag en aanbod en ten slotte is toegelicht hoe het rpw tot stand is gekomen. 2 Hoofdstuk 2 gaat over de uitgangspunten van het rpw. Het programma is gebaseerd op het bestaande regionaal economisch beleid. Kern van dit rpw: nieuwe initiatieven weer mogelijk maken. Uitgangspunt is dat nieuwe ontwikkelingen daar moeten landen waar dat logisch en passend is. 3 In hoofdstuk 3 komt de uitvoering van het rpw aan de orde. Hierin wordt onder meer beschreven hoe zowel ambtelijk als bestuurlijk omgegaan wordt met nieuwe ontwikkelingen in de regio op het gebied van werklocaties. 4 Hoofdstuk 4 bevat de belangrijkste beslispunten uit de bijlagen. De beslispuntennotities voor bedrijventerreinen, kantoren en locaties voor perifere detailhandel staan in de bijlagen 1 t/m 3. Daarna volgen in bijlage 4 negentien factsheets, waarin de belangrijkste aspecten uit het rpw voor elke gemeente op een rij worden gezet. Bijlage 5 bevat een totaaloverzicht voor de werklocaties in de gehele regio. Bijlage 6 bevat een overzicht van lokale bedrijventerreinen waarvoor voorzienbaarheid wordt ingesteld.

28 14 2 UITGANGSPUNTEN REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES 2.1 RUIMTE VOOR REGIONALE EN BOVENREGIONALE INITIATIEVEN Het Regionaal Programma Werklocaties is gebaseerd op het bestaande regionaal economisch beleid. Kern van dit rpw is het weer mogelijk maken van nieuwe initiatieven. Uitgangspunt is dat nieuwe ontwikkelingen daar moeten landen waar dat logisch en passend is. Om die reden is in het kader van het rpw-proces met name voor bedrijventerreinen onderstaande kaart ontwikkeld. De kaart maakt in een oogopslag duidelijk welke ontwikkelingen waar gewenst zijn. Ruimtelijk economische beleidskaart Bedrijven voor regionale en bovenregionale a12 bedrijventerreinen. Selectie belangrijke ruimtelijke concentraties/zoekgebieden a15 GELDERS EC R OR ID O R 157 ha Transport & logistiek a50 63 ha Handel- & consumentendiensten a73 + dienstverlening Smart energy: Groene hubs Campussen Logistieke knooppunten Hotspots

29 15 Bij het beoordelen van nieuwe initiatieven, die van regionale en bovenregionale betekenis zijn, zal deze kaart als basis worden gehanteerd. Die maakt op hoofdlijnen immers duidelijk waar ontwikkelingen gewenst zijn. De kaart is niet van toepassing op lokale initiatieven. 2.2 RUIMTE VOOR LOKALE INITIATIEVEN Gemeenten behouden de ruimte om lokale bedrijven te faciliteren op de eigen lokale terreinen voor zover die beschikbaar zijn in de vorm van een onherroepelijk bestemmingsplan. Wanneer er een tekort aan lokaal terrein wordt voorzien, dan mag de gemeente nieuw lokaal terrein in ontwikkeling nemen. Wel moet deze ontwikkeling de toets van de ladder voor duurzame verstedelijking kunnen doorstaan. Nieuwe hectares ontwikkelen is mogelijk tot maximaal het aantal hectares dat per gemeente is toegestaan op basis van de toedeling van lokale terreinen in het rpw. Daarnaast kunnen bestaande, lokale bedrijven uitbreiden onder voorwaarden (zie pagina 21 en 22). 2.3 REGIONALE INVESTERINGSAGENDA ARNHEM-NIJMEGEN De regio Arnhem-Nijmegen is op de Gelderse en nationale schaal een kansrijke regio voor economische groei en daarmee ook groei van de werkgelegenheid. Om deze kansen te benutten is een duidelijk economisch profiel noodzakelijk. Op basis van dit profiel zijn de economische ambities verder uitgewerkt. In de regionale investeringsagenda Arnhem-Nijmegen is gekozen voor drie programma s: 1 Ruimte voor werk, kennis en innovatie in Health en Energy 2 Slimme duurzaamheid 3 Bruisende Binnensteden aan de Rivier Verder is vastgesteld dat het cluster Logistiek steeds belangrijker wordt voor de economie van de regio. De volgende economische doelstellingen liggen ten grondslag aan de Regionale Investeringsagenda Arnhem-Nijmegen: 1 Nieuwe programmering moet bijdragen aan de optimalisering en versterking van onze regionale economische kracht en ruimte bieden aan nieuwe ontwikkelingen.

30 16 2 Deze programmering heeft de intentie om flexibel te kunnen inspelen op de vragen uit de markt (ondernemers, ontwikkelaars/ beleggers), de sterkste locatie te koppelen aan de marktvraag (de bedrijvigheid), en het moet bijdragen aan de verdienmogelijkheden voor bedrijven, maar ook aan een toename van de werkgelegenheid. Hierbij komt een accent op de campusontwikkeling, smart energy/groene hubs en logistieke knooppunten. 3 Daarbij is goede ruimtelijke afstemming voor het vestigen van bedrijven noodzakelijk om verspilling van ruimte in de regio te voorkomen. 2.4 GEBIEDSOPGAVE DE GELDERSE CORRIDOR De Gelderse Corridor is één van de centrale opgaven van het huidige provinciale coalitieakkoord. Het doel daarbij is het zorgen voor een betrouwbare doorstroming van goederen op de corridor. En daarnaast zorgen voor economische spin-off en werkgelegenheid en het garanderen van een goed werk- en leefklimaat. Het gaat om activiteiten die meerwaarde bieden bovenop de inzet die de provincie levert vanuit de kerntaken: doorstroming van goederenvervoer verbeteren en daarbij primair inzetten op de drie knooppunten binnen de provincie Gelderland (Medel/Tiel, Knoop 38 : het gebied tussen Valburg, Elst, Oosterhout en Slijk-Ewijk en als derde Emmerich/Montferland/Zevenaar). Hier is ruimte voor xxl-logistiek, onder andere mega-distributiecentra (zie verder paragraaf 3.3). Railterminal Gelderland (RTG) Op Knoop 38 is de ontwikkeling van de Railterminal Gelderland (rtg) voorzien. Realisering van de rtg leidt niet tot extra aanbod van bedrijventerrein. Feitelijk gaat het om de op- en overslag van containers en functies die hieraan direct gekoppeld zijn. De specifieke bestemming sluit andere doeleinden uit. De rtg zal de kwaliteit, aantrekkelijkheid en verkoopbaarheid van het bestaande aanbod versterken en daarmee bijdragen aan de economische structuurversterking.

31 EERDERE PROGRAMMA S WERKLOCATIES In 2013 zijn door de Stadsregio Arnhem-Nijmegen twee regionale programma s ontwikkeld; een voor bedrijventerreinen en een voor detailhandel. Regionaal Programma Bedrijventerreinen 2013 (RPB) Voor 16 gemeenten (voormalige regio Knooppunt Arnhem-Nijmegen) is het rpb 2013 het vigerende plan voor bedrijventerreinen. De gemeente Montferland was opgenomen in het rpd van de Achterhoek, de gemeente Druten was opgenomen in het oude rpd van de regio Rivierenland (daar is inmiddels een nieuw rpd gemaakt waarin Druten niet meer voor komt) en de gemeente Mook en Middelaar is niet eerder opgenomen in een Gelders rpd/rpw. Het rpd uit 2013 vormt het vertrekpunt voor het nieuwe rpw dat het kader gaat vormen voor alle 19 gemeenten voor het onderdeel bedrijventerreinen. Regionaal Programma Detailhandel 2013 (RPD) Het rpd 2013 vormt de basis voor het detailhandelsbeleid in dit nieuwe rpw. Het is het huidige kader voor 16 gemeenten (voormalige regio Knooppunt Arnhem-Nijmegen). De gemeenten Druten, de gemeente Montferland en de gemeenten Mook en Middelaar waren daarin niet opgenomen. In de uitgangspuntennotitie voor pdv/gdv (2016) is aangegeven dat het beleid en de bestaande afspraken uit het Regionaal Programma Detailhandel 2013 van kracht blijven totdat besluitvorming heeft plaatsgevonden over het rpw Het rpw is na vaststelling leidend voor de perifere detailhandel. Voor het overige beleid rond detailhandel blijft het rpd volledig intact. Het rpd 2013 zal geactualiseerd worden op de punten die afwijken van de beslispunten in dit rpw. De bedoeling is om het geactualiseerde rpd uiteindelijk deel te laten uitmaken van het rpw.

32 18 3 UITVOERING REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES 3.1 REGIONALE AFSTEMMING EN MONITORING Regionale afstemming In het rpd 2013 is het beleidskader en de toetsingsprocedure bepaald voor nieuwe initiatieven met betrekking tot (perifere) detailhandel in de regio. Dit kader werkt goed in de praktijk. Om die reden wordt de huidige werkwijze voortgezet en verbreed. De afspraken gaan ook gelden voor initiatieven op het gebied van Bedrijventerreinen en Kantoren. Het ambtelijk overleg Intergemeentelijk Overleg Detailhandel (iod) wordt opgeschaald naar een breder ambtelijk overleg Werklocaties (iow). Dit ambtelijk overleg brengt advies uit aan het Portefeuillehoudersoverleg Economie (pfo) over ingediende nieuwe ontwikkelingen in de regio op het gebied van werklocaties. De behandeling van het initiatief in het pfo is voor gs van belang bij de beoordeling van nieuwe ruimtelijke plannen. De exacte werkwijze van dit ambtelijk overleg, toetsingsprocedure en dergelijke wordt in lijn met de nu geldende afspraken rond detailhandel uitgewerkt. Regionale monitoring Voor uitvoering van het rpw is monitoring van groot belang. Juiste en actuele gegevens over vraag en aanbod voor zowel bedrijventerreinen, kantoren als perifere detailhandel zijn nodig voor een goede uitvoering van het beleid en afstemming op de marktsituatie. Voor bedrijventerreinen zijn de cijfers in het databestand IBIS bij de provincie leidend. De gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de juistheid en de meest recente informatie in dit bestand. De uitkomsten van deze monitoring, inclusief jaarlijkse uitgiftecijfers, worden jaarlijks samen met andere relevante economische ontwikkelingen in het najaar aan het Portefeuilllehoudersoverleg Economie voorgelegd met advies vanuit het ambtelijke Intergemeentelijk

33 19 Overleg Werklocaties. De monitoringsgegevens kunnen aanleiding zijn om het rpw op onderdelen te wijzigen. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten kunnen daarover samen met Gedeputeerde Staten besluiten nemen. Herziening RPW Driejaarlijks zal het rpw worden herzien en ter vaststelling worden aangeboden aan de gemeenteraden voor besluitvorming. Het voorstel voor herziening wordt uitgewerkt in het najaar van CREËREN VOORZIENBAARHEID WERKLOCATIES Voor die werklocaties waarvoor voorzienbaarheid wordt gecreëerd per 1 juli 2019, zal nader worden beoordeeld of de voorstellen ook ruimtelijk wenselijk zijn. Uiterlijk 1 oktober 2018 zal samen met iedere gemeente worden vastgesteld of aanpassing nodig is. Uitgangspunt daarbij is dat de hoeveelheid terrein waarvoor de voorzienbaarheid wordt gecreëerd, zoveel mogelijk hetzelfde blijft. De terreinen waarvoor voorzienbaarheid wordt gecreëerd mogen nog tot 1 januari 2021 worden uitgegeven. Van belang daarbij is dat verrommeling van terreinen wordt voorkomen. Door de vaststelling van dit rpw spannen de gemeenten zich in, om kavels aaneengesloten of tenminste in de directe nabijheid van elkaar, uit te geven. Dit om te voorkomen dat her en der op het bedrijventerrein losse kavels beschikbaar zijn. Dit zorgt immers voor een gebrek aan ruimtelijke kwaliteit en veroorzaakt verrommeling en verloedering van de werklocaties.

34 20 4 BELANGRIJKSTE BESLISPUNTEN REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES 4.1 BEDRIJVENTERREINEN Uit het Bouwstenenrapport Bedrijventerreinen blijkt dat er te veel bedrijventerrein beschikbaar is (aanbod in onherroepelijke bestemmingsplannen). De vraag bedraagt naar schatting 219 ha, het aanbod is 367 ha, dus er is een overprogrammering van 148 ha. Dat betekent dat alle 19 gemeenten gezamenlijk 148 ha (peildatum april 2016) bedrijventerrein in portefeuille hebben waar op afzienbare termijn geen vraag naar is. Verder is geconstateerd dat ook kwalitatief vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten, nieuwe gewenste ontwikkelingen zijn niet of nauwelijks mogelijk vanwege de eerder genoemde duurzaamheidsladder en gemeenten beconcurreren elkaar onderling. Daardoor kan de markt niet optimaal worden bediend. De regio wil sturen op het bereiken van een kwantitatief en kwalitatief evenwicht in vraag en aanbod van bedrijventerreinen. Hiervoor zal het nodig zijn om een aantal bedrijventerreinen (of delen daarvan) te schrappen, gelet op de nu bestaande overprogrammering in de regio van circa 148 ha. Uitgangspunt voor de lokale terreinen is dat alle gemeenten met een bestaand aanbod ruimte houden om de voorspelde vraag tot en met 2025 te kunnen laten landen. Het is belangrijk dat lokaal gebonden bedrijvigheid een plek kan hebben en houden binnen de gemeente. Ook voor de beoordeling van de hoeveelheid (boven) regionale bedrijventerreinen moet op basis van een objectieve onderbouwing worden bepaald.

35 21 De volgende uitgangspunten zullen eind 2020 worden gehanteerd om te bepalen of terreinen daadwerkelijk zullen moeten worden geschrapt (als gevolg van het inzetten de voorzienbaarheidsprocedure per juli 2019): 1 Een jaarlijkse monitoring zal inzichten opleveren in de uitgifte van bedrijventerreinen in de regio. Uit deze overzichten zal o.a. moeten blijken of er voldoende marktvraag is voor het betreffende bedrijventerrein. 2 De terreinen bestemd voor de ontwikkeling van campussen en groene hub s worden gehandhaafd, vanwege de beleidsprioriteit die in het Regionaal Investeringsprogramma Arnhem-Nijmegen is vastgelegd (Kleefse Waard/IPKW Arnhem, NTC Nijmegen en het ENGIE-terrein Nijmegen, Innofase Duiven). 3 De Bouwstenenrapportage Bedrijventerreinen is de basis voor de kwalitatieve waardering van de verschillende terreinen. Tweede helft 2018 moet een herziening op tafel liggen voor de vraag en het aanbod en tevens indien daar aanleiding toe is een geactualiseerde waardering van de terreinen. Dat zal uiteindelijk gaan leiden tot het schrappen van een aantal terreinen in Een aantal ontwikkelingen wordt niet tot 2021 bevroren. Ze moeten onder voorwaarden door kunnen gaan: a Uitbreiding bestaande bedrijven op bestaande bedrijventerreinen, (incl. watergebonden bedrijven). b Lokale terreinen: wanneer er een tekort aan lokaal terrein wordt voorzien, dan mag de gemeente nieuw lokaal terrein in ontwikkeling nemen. Wel moet deze ontwikkeling de toets van de ladder voor duurzame verstedelijking kunnen doorstaan. Dit is mogelijk tot maximaal het aantal hectares dat per gemeente is toegestaan op basis van de toedeling van lokale terreinen in dit rpw. c Inbreiding en transformatie van bestaande terreinen. Bovengenoemde ontwikkelingen moeten voldoen aan de volgende vijf voorwaarden: 1 Regionale afstemming, waarbij van belang is de beoordeling die het terrein heeft gekregen in het Bouwstenenrapport (in het geval van overige plannen) en als die beoordeling daar niet is gemaakt (in geval van een geheel nieuw plan) moet die beoordeling alsnog worden opgesteld om het initiatief door de andere gemeenten in de regio te kunnen laten beoordelen. 2 De marktvraag moeten worden aangetoond. 3 De ladderonderbouwing moet gemaakt kunnen worden. De gemeente zal per geval de inschatting moeten maken hoe risicovol dat pad is.

36 22 4 Nieuwe ontwikkelingen moeten passen binnen de ruimtelijk economische kaart (voor zover relevant, bijvoorbeeld niet van toepassing op lokale bedrijventerrein); 5 Er moeten ruimtelijk geen belemmeringen zijn. De gemeenten zullen voor lokale terreinen per 1 oktober 2018 bepalen voor welke terreinen de voorzienbaarheid gecreëerd zal worden. Voorzienbaarheid gaat dan in op 1 juli Gemeenten en private partijen hebben vervolgens nog anderhalf jaar de tijd om alsnog uitgiften te doen. XXL-logistiek Er is aanvullend onderzoek gedaan naar de marktruimte en locatiemogelijkheden voor de vestiging van xxl-logistiek met als vraag: biedt het bestaand aanbod aan bedrijventerreinen in de regio gericht op logistiek voldoende kavels die groot genoeg zijn (te maken) voor mega-distributiecentra? De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek (uitgevoerd door Ecorys, gedateerd 6 juni 2017): in de huidige ruimtevraag is xxl-logistiek meegenomen; binnen de logistieke knooppunten in de regio Arnhem- Nijmegen zijn locaties beschikbaar en zeer geschikt; er zijn additionele mogelijkheden om xxl-locaties te realiseren binnen de logistieke Knooppunten Knoop 38 (Elst, Nijmegen en Valburg) en Knoop EMZ (Emmerich, Montferland en Zevenaar); binnen knooppunt EMZ is er nog geen zekerheid over de nog te realiseren afslag bij Zevenaar; geef randvoorwaarden mee aan xxl-locaties (zoals kavelgrootte). Dit betekent concreet dat: in de regio geen nieuwe locatie voor xxl-logistiek hoeft te worden ontwikkeld; Knoop 38 en Knoop EMZ worden gezien als landingsplek voor xxl-logistiek in de regio; 20 hectare van 7Poort Zevenaar (geeft voorlopig ruimte voor minimaal 2 hele grote bedrijven tot 5 minder grote XXL-vestigingen) voor nu wordt ingezet voor xxl-logistiek. De bestemming wordt hierop aangepast: 20 hectare van 7Poort komt hiermee op groen ;

37 23 het mogelijke knelpunt dat er geen ruimte is voor xxl-vestigingen is hiermee feitelijk beheersbaar gezien de beschikbaarheid van kavels in de regio en het moment waarop aanbesteding heeft plaatsgevonden voor afslag Zevenaar in Het zou niet logisch zijn, gelet op de overcapaciteit in de regio en beschikbaarheid van goede kavels, om voor 1 of 2 jaar nog nieuwe ontwikkelruimte in de markt te brengen. Nieuwe locaties moeten dan ook nog planologisch en procedureel worden doorlopen. Voor een uitvoerige inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar het onderzoeksrapport van Ecorys d.d. 6 juni 2017 dat als bijlage is toegevoegd. 4.2 PERIFERE DETAILHANDEL Op basis van de probleemstelling en de geformuleerde uitgangspunten voor herprogrammering perifere detailhandel zijn er voorstellen gedaan om te komen tot herverdeling van de marktruimte in de regio. Dit is op detailniveau uitgewerkt in de beslispuntennotitie pdv. Op basis van de reacties van de gemeenten is dit onderdeel van het rpw geheel herschreven (zie bijlage 2). Naast een verbeterde leesbaarheid en een aantal kleine verschuivingen zijn de volgende belangrijke aanpassingen doorgevoerd: Er is voor de regio Noord gekozen voor concentratielocatie Duiven Centerpoort met een omvang van m 2 bvo voor reguliere pdv. Tevens is er een reservering gemaakt van m 2 voor pdv met een aantal restricties- met bovenregionale aantrekkingskracht in Duiven Centerpoort. Ondanks beperkte marktruimte blijven er mogelijkheden (2.000 m 2 bvo) op de Aamsepoort Zuid (concentratielocatie). Voor de regio Zuid (concentratielocatie) is besloten om akkoord te gaan met de ontwikkeling van m 2 bvo marktruimte in Ressen voor een solitaire bouw- en tuinmarkt. Naast de invulling van Ressen wordt voor de regio Zuid (concentratielocatie) een strategische reservering van m 2 bvo gemaakt. Ook de regio Noord (overige winkellocaties) kent een strategische reserve van m 2 bvo.

38 24 inclusief Westerhout-Zuid 1 Voor de regio Midden (overige winkellocaties) bestaan geen geschikte locaties. Deze marktruimte wordt doorgeschoven naar concentratielocatie Aamsepoort Zuid. De marktruimte voor regio Zuid (overige winkellocaties) wordt ingevuld door benutting van de mogelijkheden Nijmegen Mercuriuspark ( m 2 bvo), Wijchen Nieuweweg (2.500 m 2 bvo) en Druten-Westerhout (4.000 m 2 bvo 1 ).Verder is per deelgebied een duidelijk voorstel gemaakt hoe te komen tot herprogrammering en evenwicht (rekening houdend met marktruimte etc.). Hieronder is de pdv beslisboom opgenomen die de belangrijkste keuzes en gevolgen voor de verschillende deelregio s laat zien. Hierbij is ook een onderscheid gemaakt in de zogenaamde concentratiegebieden en de overige winkellocaties.

39 25 PDV BESLISBOOM STAP 1 Stoppen met zachte plancapaciteit STAP 2 STAP 3 Regionaal afspreken afwijkingsmogelijkheden niet te gebruiken In balans brengen van harde plancapaciteit (met volgorde van schrappen overaanbod) Voorstel invulling marktruimte TOTAAL M 2 BVO MARKTRUIMTE 2/3 MARKTRUIMTE 1/3 MARKTRUIMTE M 2 BVO MARKTRUIMTE M 2 BVO MARKTRUIMTE NOORD 1 CONCENTRATIEGEBIEDEN (13 LOCATIES) BOVENLOKAAL M 2 BVO M 2 BVO OVERIGE WINKELLOCATIES (C.A. 35 LOCATIES > 1.500M 2 WVO) ZEVENAAR: HENGELDER M 2 ARNHEM: IJSSELOORD (NTB) DUIVEN: CENTERPOORT M 2 1 ARNHEM: IJSSELOORD II M 2 DUIVEN: GRAAFSTAETE M 2 ARNHEM: RIJKERSWOERD M 2 RIJNW.: HALVE MAAN M 2 RIJNWAARDEN: HERWEN M 2 RIJNW.: PANNERDEN M 2 ARNHEM: OVERMAAT M 2 strategische reserve M M M M M 2 * M 2 behouden voor bovenregionale PDV OVERAANBOD* M 2 OVERAANBOD M 2 MIDDEN -650 M = M 2 BVO M 2 BVO (OVERHEVELEN) OVERB.: AAMSEPOORT N M 2 OVERB.: ELST CENTR. SL M 2 OVERB.: AAMSEPOORT Z M 2 OVERB.: ELST CENTR. SL M M M M 2 ZUID OVERAANBOD M M 2 BVO M 2 BVO NIJMEGEN: RESSEN M 2 BERG & DAL: DE MIES I/II M 2 strategische reserve M 2 1 BEUNINGEN: BULL M 2 2 DRUTEN WESTERHOUT M 2 DRUTEN WESTERHOUT M 2 2 DRUTEN KLEPPERHEIDE M 2 NIJM.: WOLFKUILSEWEG M 2 NIJM.: MERCURIUSPARK M 2 WIJCHEN: NIEUWEWEG M M M 2 ONDERAANBOD M 2 OVERAANBOD M 2 Kwalitatieve beoordeling PDV-locatie

40 26 Hieronder zijn nog een enkele aanvullende beslispunten voor perifere detailhandel benoemd. Lokaal verzorgende perifere detailhandel buiten concentratiegebieden < m 2 bvo blijft mogelijk. Een aantal bestemmingsplannen voor overige bedrijventerreinen met minder dan m 2 wvo aan pdv/gdv-aanbod bieden de mogelijkheid om nieuwe perifere detailhandel te realiseren (circa 10 bedrijventerreinen met minder dan m 2 wvo maar met harde planvoorraad). Ze behoren niet tot de concentratiegebieden. In veel gevallen zijn op deze bedrijventerreinen vormen van detailhandel toegestaan als één van de mogelijke bestemmingen in zowel bestaande als niet bestaande bedrijfsruimtes. De bestemming voor de bestaande bedrijfsruimtes kan wijziging van het gebruik in detailhandel toelaten. In het rpd van 2013 is bepaald dat het voor gemeenten mogelijk blijft om detailhandelsinitiatieven kleiner dan m 2 bruto vloeroppervlakte te faciliteren. Gemeenten maken zelf de afweging voor dergelijke kleine ontwikkelingen met een vooral lokale functie. Indien (na vaststelling van het rpw) door uitbreiding een bestaande detailhandelsvoorziening groter wordt dan m 2 bvo zal zo n voornemen ter advies worden voorgelegd aan Intergemeentelijk Detailhandels Overleg (iod/iow). Nieuwe initiatieven voor perifere detailhandel > m 2 na advies iod/iow bij voorkeur op concentratielocaties. Nieuwe, nog niet voorziene initiatieven voor perifere detailhandel met meer dan m 2 bvo worden beoordeeld in het Intergemeentelijk Overleg Detailhandel/Werklocaties (iod/iow) op basis van dit rpw en rpd Daarbij is maatwerk belangrijk. Per geval wordt bekeken of de ontwikkeling wenselijk is vanuit de doelen van het rpd en/of het past binnen de gestelde beleidskaders. Uitbreiding van bestaande perifere detailhandel is mogelijk na advies iod/iow Bestaande perifere detailhandelsvestigingen moeten vanuit bedrijfseconomische optiek kunnen uitbreiden. Als de uitbreiding groter is dan m 2 bvo, dan zal het Intergemeentelijk Overleg Detailhandel advies uitbrengen aan het Portefeuillehoudersoverleg Economie. Dat gebeurt ook bij verplaatsing, waarbij de som van de winkeloppervlakte van het nieuwe pand en het vrijkomende pand boven de m 2 bvo komt. In dat geval wordt bekeken wat publiekrechtelijke en/of privaatrechtelijke is vastgelegd over de detailhandelsbestemming van het pand dat na de verplaatsing vrij komt. Dit vraagt om een zorgvuldige onderbouwing, (o.a. toetsing aan de ladder voor

41 27 duurzame verstedelijking). Aangetoond moet worden dat de uitbreiding bedrijfseconomisch nodig is en verplaatsing niet nodig/mogelijk is. Beoordeling hoofd- en nevenassortiment aanscherpen. Het hoofdassortiment van een perifere detailhandelsvestiging wordt bepaald door het geheel van een vestiging toe te rekenen aan één van de detailhandelsbranches. Nevenassortimenten zijn assortimenten van een perifere detailhandelsvestiging die niet aan het hoofdassortiment kunnen worden toegerekend. Om te voorkomen dat perifere detailhandelsvestigingen zo veel nevenassortiment(en) gaan voeren, dat dit zal leiden tot ongewenste concurrentie met het reguliere winkelaanbod en om het voeren van nevenassortiment toch mogelijk te maken, zijn in het rpd 2013 (pagina 56) beperkingen opgenomen als richtlijn voor het toelaten van hoofd- en nevenassortimenten in de perifere detailhandelsvestigingen. Waar dit in bestemmingsplannen nog niet het geval is, dient branchering en de mogelijkheden voor nevenassortiment aangepast te worden, conform deze (en reeds gemaakte) afspraken uit het rpw (rpd). Het rpw wordt leidend ten opzicht van het rpd. Het Regionaal Programma Detailhandel moet geactualiseerd worden op punten die afwijken van de beslispunten van het rpw. De bedoeling is om het geactualiseerde rpd te zijner tijd deel te laten uitmaken van het rpw. Ook het toetsingskader voor het iod/iow zal aangepast worden op de afspraken uit dit rpw. Na bedrijfsbeëindiging op solitaire locaties: gebruik bevriezen. Solitaire pdv-locaties mogen altijd een opvolger hebben binnen de geldende regelgeving. Bevriezen houdt in: handhaven bestaande vestiging en gebruik, maar geen vierkante meters detailhandel toevoegen.

42 KANTOREN Voor kantoren geldt een aantal belangrijke uitgangspunten/ beslispunten. Die zijn in de beslispuntennotitie onderdeel kantoren (bijlage 3 rpw) verder en meer gedetailleerd uitgewerkt. Om te komen tot een kwantitatief en bovenal kwalitatief evenwicht op de kantorenmarkt wordt ingezet op: 1 Algemeen: a Aanwijzen van Arnhem en Nijmegen als dé locaties voor kantoorontwikkeling. b Het reduceren van het overaanbod op alle overige locaties. Een nee, tenzij beleid voor kleinschalige initiatieven met een duidelijk lokaal karakter. 2 Kantoren op Centrumlocaties: a Ruimte bieden dan wel creëren voor kantoorontwikkeling op Arnhem en Nijmegen Centraal; b Elst Centraal (zacht plan): Een kantoorontwikkeling tot maximaal 5000 m 2 bvo voor lokaal (en regionale) kantoorgebruikers is wel passend. Gemeente Overbetuwe gaat een totaalvisie voor Elst Centraal opstellen in afstemming met de provincie. 3 Kantoren op Kantorenparken: Concentreren kantoorvolumes op de meeste toekomstbestendige kantorenpark-locaties: - Velperweg, Arnhems Buiten, Brabantse Poort en Heyendaal; - Ruimte bieden aan het overig plan Lent tot maximaal m 2 bvo (versterking lokaal vestigingsklimaat Waalsprong). 4 Kantoren op Bedrijventerreinen - Voor de locatie IJsseloord II: gemeente Arnhem streeft naar vermindering van kantoren op deze locatie, waarbij gemeente Arnhem tussen de m 2 bvo wil behouden; - Locatie Renkum (Hes West) wordt in rpw verder niet meer meegenomen als toekomstige kantoorlocatie; - De functie kantoren op Mercurion Zevenaar kan worden geschrapt met het verzoek en toezegging voor ondersteuning van de provincie bij de zoektocht naar alternatieve invulling van de locatie.

43 29 BIJLAGE 1 REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES BESLISPUNTENNOTITIE ONDERDEEL BEDRIJVENTERREINEN 1 SEPTEMBER PROBLEEMSTELLING BEDRIJVENTERREINEN Uit het Bouwstenenrapport Bedrijventerreinen blijkt dat er te veel bedrijventerrein beschikbaar is (aanbod in onherroepelijke bestemmingsplannen). De vraag bedraagt naar schatting 219 ha, het aanbod is 367 ha, dus er is een overprogrammering van 148 ha. Dat betekent dat alle 19 gemeenten gezamenlijk 148 ha bedrijventerrein in portefeuille houden waar op afzienbare termijn geen vraag naar is. RUIMTEVRAAG ONHERROEPELIJK AANBOD OVERIGE PLANNEN BESTAANDE VOORRAAD LEEGSTAND Vervangings vraag Incourante voorraad 12 HA HA HA M HA M 2 Uitbreidingsvraag Courante voorraad 219 HA 367 HA 297 HA 5% +/ M 2 OVERAANBOD 148 HA HA

44 30 Verder is geconstateerd dat ook kwalitatief vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten, nieuwe gewenste ontwikkelingen zijn niet of nauwelijks mogelijk vanwege de eerder genoemde duurzaamheidsladder en gemeenten beconcurreren elkaar onderling. Daardoor kan de markt niet optimaal worden bediend. 1.2 DOELSTELLING EN WERKWIJZE DE KOMENDE JAREN ALGEMEEN De regio wil sturen op het bereiken van een kwantitatief en kwalitatief evenwicht in vraag en aanbod van bedrijventerreinen. Hiervoor zal het nodig zijn om een aantal bedrijventerreinen (of delen daarvan) te schrappen, gelet op de nu bestaande overprogrammering in de regio van ca. 148 ha. Er is extra tijd nodig om gemeenten en private partijen de ruimte te geven om aan te tonen dat er voor hun terrein(en) toch marktvraag is en dat zoals wordt verondersteld - de uitgestelde marktvraag vanwege de inmiddels achter ons gelegen economische crisis de komende tijd zal worden ingelopen. Verder is deze periode belangrijk om te kunnen anticiperen op de financiële gevolgen voor gemeenten en private partijen die uiteindelijk wel bedrijventerreinen uit de markt moeten nemen in de nabije toekomst. Gemeenten en private partijen krijgen nog in 2018, 2019 en 2020 de mogelijkheid voor de uitgifte/verkoop van alle terreinen die -op basis van onherroepelijke bestemmingsplannen in de regio- uitgeefbaar zijn. Er worden tot 2021 geen beperkingen opgelegd in het kunnen verkopen van bedrijventerreinen. Wel wordt voorgesteld om voor een aantal terreinen die kwalitatief minder geschikt zijn gebleken of waar de laatste jaren nauwelijks uitgifte heeft plaatsgevonden, per 1 juli 2019 de termijn van voorzienbaarheid te laten gaan lopen (juridisch gereed maken voor eventuele schrappen van plancapaciteit in bestemmingsplannen per januari 2021). Private terreinen/partijen worden gelijk beoordeeld en behandeld als de gemeenten (dit geldt voor de rechten en de plichten).

45 BEOORDELING LOKALE EN REGIONALE TERREINEN Lokale terreinen Uitgangspunt voor de lokale terreinen is dat alle gemeenten met een bestaand aanbod ruimte houden om de voorspelde vraag t/m 2025 te kunnen laten landen. Het is belangrijk dat lokaal gebonden bedrijvigheid een plek kan hebben en houden in een gemeente. De lokale vraag t/m 2025 in de regio is op grond van het aantal banen in een gemeenten verdeeld over alle gemeenten (hoeveelheid hectares welke gemeente nodig heeft t/m 2025 om aan de vraag tegemoet te komen). Vervolgens is gekeken hoeveel aanbod er nu in een gemeente aanwezig is aan harde plancapaciteit. Dan blijkt dat er negen gemeenten zijn die meer aanbod hebben dan dat er vraag is tot Aan deze negen gemeenten wordt gevraagd om uiterlijk 1 oktober 2018 met een voorstel te komen om de hoeveelheid lokale terreinen te verminderen tot een niveau dat nodig is om de vraag t/m 2025 te kunnen faciliteren. Het is van belang dat dit voorstel uiterlijk 1 oktober 2018 van de gemeenten zelf komt. Zij kunnen dan rekening houden met de specifieke ruimtelijke omstandigheden (restkavels, volkstuintjes, ingesloten kavels e.d.) en een op de locaties toegespitste keuze maken. Ook op deze terreinen kunnen in 2017, 2018 en 2019 nog gewoon uitgiften worden gedaan. Wel wordt voor die terreinen per 1 juli 2019 de termijn van de voorzienbaarheid in gang gezet. Dat betekent dat er in 2020 de balans op wordt gemaakt: heeft dit terrein toch marktwaarde en is zij nog nodig voor de gemeente om de vraag te kunnen bedienen? Zo nee, dan zijn er juridische instrumenten om er een andere bestemming op te leggen. Gemeenten die de komende jaren (dus tot 2020) meer uitgeven dan er op grond van de vraagberekeningen t/m 2025 (lokaal terrein) is berekend, mogen nieuwe terreinen ontwikkelen. Daarvoor gelden de condities die zijn genoemd in paragraaf 1.4 Gewenste ontwikkelingen in de periode , onder B. Daar staan ook de condities voor gemeenten die nu geen aanbod hebben maar dat wel zouden willen. Alle gemeenten met bestaand lokaal aanbod mogen een bepaalde voorraad aan bedrijventerreinen hebben. In bijlage 6 staat een overzicht van het lokale aanbod, de lokale vraag en het maximaal toegestane lokale aanbod per gemeente (zie kolom te honoreren op pagina 99).

46 32 (Boven)regionale terreinen Ook voor de beoordeling van de hoeveelheid (boven)regionale bedrijventerreinen moet een objectieve onderbouwing worden bepaald. De volgende uitgangspunten zullen eind 2020 worden gehanteerd om te bepalen of terreinen daadwerkelijk worden geschrapt (als gevolg van het inzetten de voorzienbaarheidsprocedure per 1 juli 2019): 1 een jaarlijkse monitoring eerste in september zal inzichten opleveren van de uitgifte van bedrijventerreinen in de regio. Uit deze overzichten zal o.a. moeten blijken of er voldoende marktvraag is voor het betreffende bedrijventerrein; 2 De terreinen bestemd voor de ontwikkeling van campussen en groene hub s worden gehandhaafd, vanwege de beleidsprioriteit die in het MIRT is vastgelegd (Kleefse Waard en IPKW Arnhem, NTC Nijmegen en ENGIE-terrein Nijmegen, Innofase Duiven); 3 De Bouwstenenrapportage Bedrijventerreinen is de basis voor de waardering van de verschillende terreinen. Eind 2018 moet een herziening op tafel liggen voor het vraag en aanbod en indien daar aanleiding voor is tevens een geactualiseerde kwalitatieve waardering van de terreinen, waar nodig. Dat zal uiteindelijk wel gaan leiden tot het schrappen van een aantal terreinen per GEWENSTE ONTWIKKELINGEN IN DE PERIODE Een aantal ontwikkelingen kunnen niet tot 2021 worden bevroren. Ze moeten onder voorwaarden door kunnen gaan. Dat is niet eenvoudig want in de periode tot 2021 is er nauwelijks ruimte vanwege het overaanbod dat nog een aantal jaren zal blijven bestaan. De regiogemeenten vinden de volgende ontwikkelingen gewenst (met in achtneming van de 5 voorwaarden hieronder vermeld): a Uitbreiding bestaande bedrijven op bestaande bedrijventerreinen, (incl. watergebonden bedrijven). Als deze uitbreidingen kunnen aantonen dat zij niet kunnen verplaatsen - niet geheel en niet gedeeltelijk - naar een andere locatie dan kunnen zij in principe uitbreiden op de huidige locatie als daar geen ruimtelijk-planologische bezwaren tegen zijn. De uitbreiding moet direct geheel in beslag genomen worden door het bedrijf zelf zodat er geen nieuw aanbod bedrijventerrein op de markt komt. Detailhandel is hierbij uitgesloten. Voorwaarde is dat het bedrijf gebonden is aan de locatie waar ze gevestigd zijn en verplaatsen

47 33 bedrijfseconomisch geen optie is. In geval van watergebonden bedrijvigheid: gebonden aan ligging aan een kade. Hierbij wordt gedacht aan de voorstellen voor uitbreiding van Lingewaard, Looveer; Druten, Excluton; Doesburg, Rotra. b Lokale terreinen. Indien een gemeente geen lokaal terrein meer heeft om uit te geven, danwel wanneer er een tekort wordt voorzien, dan mag de gemeente nieuw lokaal terrein in ontwikkeling nemen. Wel moet deze ontwikkeling de toets van de ladder voor duurzame verstelijking kunnen doorstaan. Dit is mogelijk tot het maximale toegestane lokale aanbod dat een gemeente mag hebben. Deze maximale voorraad aan lokaal terrein staat op pagina 99 onder de kolom te honoreren. Detailhandel is uitgesloten. Onder een lokaal terrein wordt verstaan een terrein met een overwegende kavelgrootte kleiner dan 0,5 ha. c Ruimtelijk gewenste bedrijventerreinen (inbreiding en transformatie): ontwikkeling van een bedrijventerrein dat bijdraagt aan een ruimtelijk gewenste situatie in de zin van inbreiding en transformatie. Het terrein wordt vervolgens op de markt gebracht. Hierbij wordt gedacht aan het Veilingterrein in Huissen. Deze hierboven genoemde nieuwe ontwikkelingen (uit de lijst van overige plannen of geheel nieuwe plannen), kunnen - als het aan de regiogemeenten ligt - verder worden ontwikkeld als voldaan wordt aan de volgende 5 voorwaarden: 1 regionale afstemming, waarbij van belang is de beoordeling die het terrein heeft gekregen in het Bouwstenenrapport (in het geval van overige plannen) en als die beoordeling daar niet is gemaakt (in geval van een geheel nieuw plan) moet die beoordeling alsnog worden opgesteld om het initiatief door de andere gemeenten in de regio te kunnen laten beoordelen; 2 de marktvraag moeten worden aangetoond; 3 de ladderonderbouwing moet gemaakt kunnen worden. De gemeenten zal per geval de inschatting moeten maken hoe risicovol dat pad is; 4 nieuwe ontwikkelingen moeten passen binnen de ruimtelijk economische kaart (voor zover relevant, bijvoorbeeld niet van toepassing op lokale bedrijventerrein); 5 er moeten uiteraard ruimtelijk geen belemmeringen zijn.

48 34 Overige nieuwe ontwikkelingen die zich de komende jaren voordoen. Voor alle overige, hierboven nog niet genoemde nieuwe initiatieven of plannen die de komende jaren zullen worden ontwikkeld geldt het volgende: - Regionale afstemming - Ladderonderbouwing - Ruimtelijk economische kaart - Ruimtelijk geen belemmeringen Ter ondersteuning van de beoordeling van nieuwe initiatieven is er binnen het onderwerp bedrijventerreinen een zgn. ruimtelijkeconomische beleidskaart opgesteld. Ruimtelijk economische beleidskaart a12 Bedrijven voor regionale en bovenregionale bedrijventerreinen. Selectie belangrijke ruimtelijke concentraties/zoekgebieden a15 GELDERS E R CO RI DO R 157 ha Transport & logistiek a50 63 ha Handel- & consumentendiensten a73 + dienstverlening Smart energy: Groene hubs Campussen Hotspots Logistieke knooppunten Deze kaart geeft aan waar de gewenste regionale bedrijvigheid het beste zou moeten/kunnen landen in de regio als alle bedrijventerreinen nog gepland zouden kunnen/moeten worden. Daarbij wordt rekening gehouden met de belangrijkste beleidsbeslissingen over deze regio. De kaart kan als aanvullend instrument worden ingezet om de locaties van bedrijventerreinen te beoordelen.

49 BESTAANDE BEDRIJVENTERREINEN UITBREIDEN MET MINDER DAN 0,5 HA Doel is om kleine aanpassingen die ruimtelijk gezien wenselijk zijn, mogelijk te maken. Het gaat hierbij niet om gewone uitbreidingen van bedrijventerreinen, maar om kleine uitbreidingen van de bestemming bedrijventerrein (kleiner dan 0,5 ha) die aan het volgende moeten voldoen: - leiden tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit; - een lokaal probleem oplossen; - het gaat hier om stukjes bedrijventerrein die direct in gebruik worden genomen en die niet als aanbod op de markt komen. Wat het effect is van deze regels zal na een jaar monitoren wordt bepaald Dan wordt besloten of deze uitzondering gehandhaafd kan blijven. Werkwijze : Deze uitbreidingen moeten via het Platform Economie- worden gemeld aan Portefeuillehoudersoverleg Economie. Er is geen regionale afstemming/ instemming nodig. 1.6 SOLITAIRE BEDRIJVEN Nieuwe solitaire vestigingen mogen zich niet buiten bedrijventerreinen vestigen. Hierop is een uitzondering mogelijk, wanneer de lokale situatie hier om vraagt, zowel ruimtelijk, economisch, functioneel en het gaat om een kleinschalig lokaal initiatief. Dit is het zgn. maatwerk, waar het ambtelijke Intergemeentelijk Overleg Werklocaties (iow) advies over moet uitbrengen. Uitbreiding van bestaande solitaire vestigingen is niet gewenst, tenzij aangetoond kan worden dat verplaatsing van dit solitaire bedrijf naar een bedrijventerrein onmogelijk is. Dan kan een kleine uitbreiding plaatsvinden tot maximaal 10% van de oppervlakte van de bestemming bedrijventerrein van die solitaire vestiging.

50 MARKTCONSULTATIE Deze zogeheten marktconsultatie is kort verwoord in een memo van 8 juli 2016 (Ecorys). Een aantal partijen waaronder banken (in de regio) en makelaars is gevraagd om te reageren op de informatie uit het bouwstenenrapport. Niet alle partijen hebben gereageerd en het is dan ook lastig om hier conclusies aan te verbinden. Desondanks mag op hoofdlijnen de conclusie worden getrokken, dat de uitkomsten van de Bouwstenen rapportages worden onderschreven. 1.8 XXL LOGISTIEK Er is nagegaan of er nog specifieke vraag vanuit de markt te verwachten is voor het cluster Logistiek voor de grote logistieke, zogenoemde xxl kavels. Dit is onderzocht door Buck consultancy, die hierover op 22 september 2016 een rapportage heeft gepresenteerd. De belangrijkste conclusies zijn: 1 er mag verwacht worden dat de trend naar schaalvergroting en megadistributie zich zal voortzetten; 2 puur kwantitatief hoeven er tot 2025 géén extra hectaren ruimte te worden opgenomen in de bedrijventerreinenprogramma s voor de regio Arnhem-Nijmegen voor logistiek. In kwantitatieve zin zit er nog voldoende rek in de prognoses voor álle sectoren; 3 gezien de trend naar mega-distributiecentra (DC) is de beschikbaarheid van grote kavels van meer dan 4 tot 8 ha aan de (zeer) magere kant. Dit betekent dat de mogelijkheden om in de regio Arnhem-Nijmegen adequaat in te spelen op de groei van mega DC s gering zijn. Op 6 juni 2017 heeft Ecorys een nader onderzoek opgeleverd met betrekking tot de marktruimte en locatiemogelijkheden voor de vestiging van Mega DC s op xxl kavels. De belangrijkste conclusies zijn: De huidige ruimtevraag voorziet in de realisatie van xxl-logistiek; Binnen de logistieke knooppunten in de regio Arnhem- Nijmegen zijn locaties beschikbaar en zeer geschikt; Er zijn additionele mogelijkheden om XXL-locaties te realiseren binnen de logistieke knooppunten (Knoop 38 en Knoop EMZ);

51 37 Binnen knooppunt EMZ kan een knelpunt ontstaan vanwege de nog te realiseren afslag bij Zevenaar; Geef randvoorwaarden mee aan XXL-locaties. Voor het rpw betekent dit: in de regio hoeft geen nieuwe locatie voor xxl-logistiek te worden ontwikkeld; de Knoop 38 en Knoop EMZ wordt gezien als landingsplek voor xxl-logistiek in de regio; 20 Ha van 7Poort Zevenaar (geeft voorlopig ruimte voor minimaal 2 hele grote bedrijven tot 5 minder grote xxl-vestigingen) wordt ingezet voor xxl-logistiek en de bestemming wordt hierop aangepast ( 20 ha 7Poort op groen zetten ); het mogelijke knelpunt gelet op beschikbaarheid van kavels in de regio en het moment waarop aanbesteding heeft plaatsgevonden voor afslag Zevenaar in is feitelijk beheersbaar. Gelet op de overcapaciteit in de regio en beschikbaarheid van goede kavels, hoeft vooralsnog geen nieuwe ontwikkelruimte in de markt te komen. Nieuwe locaties moeten dan ook nog planologisch en procedureel worden doorlopen. 1.9 CONCRETE BESLUITEN OVER LOCATIES VOOR BEDRIJVENTERREINEN Op basis van een kwalitatieve weging rekening houdend met bovenstaande beleidsuitgangspunten- ligt er een lijst met beoordelingen van de regionale en bovenregionale bedrijventerreinen: (Boven)regionale terreinen De volgende (boven)regionale terreinen krijgen de kleur groen, dat wil zeggen dat ze kwalitatief en qua marktvraag kansen bieden en de regionale ontwikkeling in de regio Arnhem-Nijmegen ondersteunen Arnhem Kleefse Waard Westervoortsedijk 0,5 ha Arnhem IJsseloord II 11,3 ha Arnhem Westervoortsedijk 5,5 ha Arnhem IPKW 3,6 ha Arnhem Kleefse Waard Basf 4,8 ha Duiven Innofase 14,6 ha Montferland Docks NLD 25,2 ha Nijmegen, Noord Kanaalhaven 3,1 ha

52 38 1 Voor de terreinen Pannenhuis II en Agropark geldt dat het mogelijk is dat deze een andere kleur (groen) krijgen als er definitief zekerheid ontstaat over het doortrekken van de A15. Vanaf dat moment kan worden heroverwogen. Dit zal dan worden gelegd naast de marktsituatie, vraag en aanbod op dat moment, hetgeen bijvoorbeeld ook zou kunnen leiden tot faseringsafspraken. 2 Voor Zevenaar 7Poort is sprake van een bijzondere situatie: er komt een directe aansluiting van dit bedrijventerrein op de A15. Wanneer er zekerheid bestaat over de aanleg van deze aansluiting op de A15 (het moment waarop de aanbestedingsprocedure is afgerond en werk is gegund), dan zal Zevenaar 7Poort alsnog in het rijtje bedrijventerreinen met de kleur groen kunnen belanden. Dit geldt in eerste instantie voor 20 ha van 7Poort, onder de voorwaarde dat deze 20 ha uitsluitend bestemd worden voor XXL-logistiek. Afhankelijk van de marktsituatie en vraag en aanbod kan (na monitoring) de laatste fase van 7Poort op groen komen voor XXL-logistiek. Nijmegen Oost Kanaalhaven 6,7 ha Winkelsteeg (vm Compac) 4,1 ha Winkelsteeg overig 6,2 ha Overbetuwe Merm Oost 2,5 ha Poort Midden Gelderland 6,9 ha Park 15 60,9 ha Rheden de Beemd 1,21 ha Wijchen Bijsterhuizen 26,5 ha Zevenaar 7Poort 20,0 ha XXL-Logistiek 2 De volgende (boven)regionale terreinen krijgen de kleur oranje/rood, dat wil zeggen dat er zorgen zijn over de kwaliteit en/of marktvraag. Voor deze terreinen wordt ingezet op het principe van voorzienbaarheid. Uiterlijk per 1 juli 2019 gaat deze termijn in. Vervolgens wordt bij gelijkblijvende omstandigheden eind 2020 beoordeeld: 1 of het terrein toch voldoet aan de marktvraag; 2 of dat er geen markt is voor het terrein en het beter is om de bestemming er daadwerkelijk af te halen. Het gaat om de volgende terreinen Arnhem Het Broek P 1,6 ha Arnhem Merwedeterrein P 3,4 ha Beuningen Schoenaker beide 8,5 ha Duiven Seingraaf G 11,2 ha Lingewaard Agropark 2 e fase 1 beide 9,1 ha Lingewaard Pannenhuis II 1 G 9,6 ha Mook en Middelaar Korendal G 4,3 ha Rijnwaarden Spijksedijk P 9,3 ha Zevenaar 7poort 2 G 29,6 ha September/oktober 2018 wordt definitief bepaald welke terreinen meedoen in de zogenaamde voorzienbaarheidsprocedure. Er kunnen dus nog verschuivingen plaatsvinden als gevolg van monitoring in 2018, gewijzigde marktsituatie, tempo van uitgiften, aantoonbare marktvraag, et cetera. Ook voor deze terreinen geldt, dat deze in 2018, 2019 en 2020 nog kunnen worden uitgegeven/verkocht. Daarnaast wordt voor deze terreinen met ingang van 1 juli 2019 de termijn van de voorzienbaarheid ingesteld.

53 39 Vervolgens wordt medio 2020 nog een keer de balans opgemaakt: is er voor deze terreinen toch gebleken marktvraag, wordt het terrein door veranderende omstandigheden in 2020 toch anders beoordeeld dan nu? Zo ja, dan kan de kleur van het terrein naar groen verschieten. Zo nee, dan zal de bestemming bedrijventerrein er daadwerkelijk afgehaald worden. Om de voorzienbaarheid te bepalen moet er nog verstandig naar deze hectares worden gekeken. Voor sommige delen van de terreinen zal het ruimtelijk ongewenst zijn om de bestemming bedrijventerrein er af te halen, bijvoorbeeld als het gaat om een klein stukje bedrijventerrein midden op een bedrijventerrein dat verder al volledig is uitgegeven. De bedoeling is om aan het pfo van oktober 2018 een voorstel voor te leggen welke hectares wel ruimtelijk acceptabel zijn om per 2021 te schrappen. Dat wordt een concreet voorstel met gedetailleerd kaartmateriaal, wat vervolgens aan Gedeputeerde Staten zal worden aangeboden. Gedeputeerde Staten zal dit voorstel gebruiken om de inspraakprocedure op te starten als basis voor de voorzienbaarheidsprocedure. Per 1 juli 2019 zal de procedure tot voorzienbaarheid ingaan. De inschatting is, dat het aantal hectares door deze exercitie enigszins naar beneden zal moeten worden bijgesteld. Lokale terreinen Voor wat betreft de lokale terreinen willen we van de volgende gemeenten uiterlijk 1 oktober 2018 een voorstel voor welke lokale bedrijventerreinen zij de voorzienbaarheid willen (laten) creëren. De gemeenten en/of private partijen zijn vervolgens nog vrij om de terreinen in 2018, 2019 en 2020 uit te geven. De termijn van de voorzienbaarheid zal ingaan per 1 juli De volgende gemeenten wordt gevraagd per september 2018 een voorstel om de voorzienbaarheid uit te werken voor lokale terreinen met de volgende omvang: 1 Houtakker II Druten voor 4,9 ha Duiven voor 5,5 ha Heumen voor 2,9 ha Lingewaard 1 voor 6,7 ha Montferland voor 3,9 ha Overbetuwe voor 6,4 ha Rheden voor 4,8 ha Westervoort voor 3,2 ha Zevenaar een voorstel voor 2,9 ha

54 40 Flexibiliteit lokale (ruimtelijke) omstandigheden Er wordt ruimte gegeven aan de negen gemeenten om in de beoordeling per september 2018 de specifiek ruimtelijke situatie rondom lokale bedrijventerreinen mee te nemen (restkavels, ingesloten percelen etc.) waarvan het niet logisch meer is om deze terreinen te transformeren of uit de markt te nemen. Dit zou dan kunnen betekenen dat het aandeel lokaal bedrijventerrein in kwantitatieve zin nog wat toeneemt en er wat minder geschrapt moet worden. Wel moet de grootte van de opgave ongeveer gelijk blijven. De consequentie hiervan in relatie tot de regionale en bovenregionale bedrijventerreinen wordt beoordeeld in de voorstellen eind 2018 om de voorzienbaarheidsprocedure in te gaan zetten per juli STROOMSCHEMA NIEUWE INITIATIEVEN De beoogde kavel voor het initiatief is harde planvoorraad. JA NEE Uitbreiding van een bestaand bedrijventerrein van maximaal 0,5 hectare onder de voorwaarden die zijn opgenomen in het RPW NEE Het nieuw te ontwikkelen terrein is lokaal maar de totale voorraad aan lokaal terrein overschrijdt de maximaal toegestane ha in de betreffende gemeente (zoals opgenomen in het RPW) niet. NEE Uitbreiding van een bestaand bedrijf op een bestaand bedrijventerrein (incl. watergebonden bedrijven) JA JA JA ONTWIKKELING IS MOGELIJK VANUIT RPW JA Voldoet het aan de volgende voorwaarden? I Regionale afstemming, waarbij van belang is de beoordeling die het terrein heeft gekregen in het Bouwstenenrapport (in het geval van overige plannen) en als die beoordeling daar niet is gemaakt (in geval van een geheel nieuw plan) moet die beoordeling alsnog worden opgesteld om het initiatief door de andere gemeenten in de regio te kunnen laten beoordelen. NEE II De marktvraag moeten worden aangetoond. Inbreiding of transformatie op een bestaand bedrijventerrein JA III De ladderonderbouwing moet gemaakt kunnen worden. De gemeente zal per geval de inschatting moeten maken hoe risicovol dat pad is. NEE IV Nieuwe ontwikkelingen moeten passen binnen de ruimtelijk economische kaart Bedrijf kan niet op een andere plaats gehuisvest worden (unieke situatie) JA V (voor zover relevant, bijvoorbeeld niet van toepassing op lokale bedrijventerrein); Er moeten ruimtelijk geen belemmeringen zijn. NEE NEE GEEN ONTWIKKELING MOGELIJK TOT 1 JANUARI 2021 Dit stroomschema geldt tot 1 januari 2021 voor nieuwe initiatieven betreffende bedrijventerreinen.

55 41 BIJLAGE 2 REGIONAAL PROGRAMA WERKLOCATIES BESLISPUNTENNOTITIE ONDERDEEL PERIFERE DETAILHANDEL D.D. 1 SEPTEMBER INLEIDING Op alle perifere winkellocaties (buiten de reguliere detailhandel) is detailhandel in de pdv-branches alleen toegestaan als die ruimtelijk niet inpasbaar is in de reguliere detailhandel. Een reden om perifere detailhandel buiten centrumgebieden, buurt- en wijkcentra en stadsdeelcentra te vestigen kunnen zijn: volume of veiligheid. Detailhandelsvestigingen in de pdv-branches zouden ten minste m 2 bvo groot moeten zijn. Tot deze branches worden gerekend: auto s, boten, caravans, brand- en milieugevaarlijke stoffen, tuincentra, bouwmarkten, de gehele woninginrichtingsbranche (inclusief meubelen), keukens en sanitair. Voor de specificatie van de (deel) branches wordt verwezen naar bijlage III van het bouwstenenrapport (Ecorys, oktober 2016). Ook voor perifere detailhandel is sprake van overprogrammering. Dit is onderzocht door Ecorys. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in het bouwstenenrapport pdv/gdv (oktober 2016). De marktruimteberekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op: 1 het regionaal koopstromenonderzoek Arnhem-Nijmegen 2016 van I&O Research en Ecorys; 2 het verwachte aantal inwoners per gemeente aan het begin van het jaar Het bouwstenenrapport geeft inzicht in hoeverre en voor welke branches er sprake is van overprogrammering van het pdv/gdv -aanbod in de regio voor de planperiode Ook heeft Ecorys een kwalitatieve beoordeling uitgevoerd. Daarbij zijn de bestaande pdv/gdv -locaties in de regio met meer dan m 2 winkelvloeroppervlakte onder de loep genomen, maar ook de overige

56 42 bedrijventerreinen in de regio met een bestaande harde of zachte planvoorraad voor perifere detailhandel. 2.2 BELEIDSDOELSTELLINGEN PERIFERE DETAILHANDEL In 2013 is specifiek regionaal beleid vastgesteld in het Regionaal Programma Detailhandel (rpd). Het doel van het rpd is: Het creëren en in stand houden van een evenwichtige en duurzame regionale detailhandels-structuur met een zo compleet mogelijk voorzieningenpakket voor de consument. Maar ook met perspectief voor ondernemers en marktpartijen, zodat zij kunnen en willen investeren in vernieuwing. Ook is het beschermen en versterken van binnensteden en wijk- en buurtcentra benoemd. Dit betekent aan de ene kant het stimuleren van de dynamiek in de detailhandel door schaalvergroting en clustering op de juiste plekken te faciliteren. Aan de andere kant wordt rekening gehouden met de effecten hiervan op de bestaande winkelgebieden en de leefbaarheid in kernen en wijken. Ten tijde van de vaststelling van het rpd 2013 maakten de gemeenten Druten, Montferland en Mook en Middelaar geen deel uit van de regio Arnhem-Nijmegen. 2.3 PROBLEEMSTELLING PERIFERE DETAILHANDEL In het bouwstenenrapport is geconstateerd dat er in de regio sprake is van: 1 een forse kwantitatieve overprogrammering van de planvoorraad voor nieuwe perifere detailhandel; 2 de kwaliteit van het aanbod van een aantal locaties onvoldoende is en niet aansluit bij de kwaliteiten die de markt vraagt (beoordeling kwaliteit pdv-locaties volgens stoplichtenmodel Ecorys); 3 vigerende bestemmingsplannen in een aantal gevallen ruimte bieden voor nieuwe detailhandels-ontwikkelingen die strijdig zijn met het rpd-beleid. Hierbij gaat het om ontwikkelingen die leiden tot een toename van reeds bestaand overaanbod, of concurrentie met centrumgebieden, stadsdeelcentra en wijken buurtcentra. Het betreft zowel onbenutte planvoorraad in

57 43 bestemmingsplannen voor nieuwe detailhandel (bijvoorbeeld op bedrijventerreinen) maar ook ruimte die kan vrijkomen na de beëindiging van de bestaande detailhandelsactiviteit. 2.4 UITGANGSPUNTEN HERPROGRAMMERING PERIFERE DETAILHANDEL Wat zijn de doelstellingen bij het bepalen van de herprogrammering voor perifere detailhandel: Het bereiken van een kwantitatief en kwalitatief evenwicht tot het jaar Overaanbod moet worden teruggedrongen, waarbij keuzen nodig zijn met betrekking tot de zachte en harde planvoorraad en onbenutte bestemmingsplancapaciteit. Het in stand houden en versterken van een evenwichtige en duurzame regionale detailhandelsstructuur met een zo compleet mogelijk voorzieningenpakket voor de consument én perspectief voor ondernemers/marktpartijen, zodat zij kunnen en willen investeren in vernieuwing. Het beschermen van de vitaliteit van binnensteden, dorpen en wijkcentra: perifere ontwikkelingen mogen niet concurreren met centra. Uitgangspunt is dat detailhandelsontwikkelingen in deze centra een plek dienen te krijgen als ze ruimtelijk (qua volume en veiligheid) inpasbaar zijn. Nieuwe perifere detailhandel wordt in principe gerealiseerd op de grotere, kwalitatief goede pdv/gdv-locaties, benoemd in het rpd. Voorkomen wordt dat huidige bestemmingsplannen ruimte blijven bieden aan nieuwe perifere detailhandel die in strijd is met het beleid (rpd 2013). Dit vraagt om aanpassing van de geldende bestemmingsplannen. Focus op versterking van bestaande concentraties (-gebieden), gezien de beperkte uitbreidingsbehoefte en het voorkomen van versnippering van het aanbod. 2.5 HERPROGRAMMERING PERIFERE DETAILHANDEL De beslisboom op de volgende pagina laat zien in welke stappen we de herprogrammeringsopgave willen uitvoeren. In de beslisboom wordt stapsgewijs aangegeven op welke manier we een balans in vraag en aanbod naar perifere detailhandel kunnen bereiken, en leidt tot een voorstel om deze balans te bereiken. De beslisboom wordt in de volgende paragrafen verder toegelicht.

58 44 PDV BESLISBOOM STAP 1 Stoppen met zachte plancapaciteit STAP 2 STAP 3 Regionaal afspreken afwijkingsmogelijkheden niet te gebruiken In balans brengen van harde plancapaciteit (met volgorde van schrappen overaanbod) Voorstel invulling marktruimte TOTAAL M 2 BVO MARKTRUIMTE 2/3 MARKTRUIMTE 1/3 MARKTRUIMTE M 2 BVO MARKTRUIMTE M 2 BVO MARKTRUIMTE NOORD 1 CONCENTRATIEGEBIEDEN (13 LOCATIES) BOVENLOKAAL M 2 BVO M 2 BVO OVERIGE WINKELLOCATIES (C.A. 35 LOCATIES > 1.500M 2 WVO) ZEVENAAR: HENGELDER M 2 ARNHEM: IJSSELOORD (NTB) DUIVEN: CENTERPOORT M 2 1 ARNHEM: IJSSELOORD II M 2 DUIVEN: GRAAFSTAETE M 2 ARNHEM: RIJKERSWOERD M 2 RIJNW.: HALVE MAAN M 2 RIJNWAARDEN: HERWEN M 2 RIJNW.: PANNERDEN M 2 ARNHEM: OVERMAAT M 2 strategische reserve M M M M M 2 * M 2 behouden voor bovenregionale PDV OVERAANBOD* M 2 OVERAANBOD M 2 MIDDEN -650 M = M 2 BVO M 2 BVO (OVERHEVELEN) OVERB.: AAMSEPOORT N M 2 OVERB.: ELST CENTR. SL M 2 OVERB.: AAMSEPOORT Z M 2 OVERB.: ELST CENTR. SL M M M M 2 ZUID OVERAANBOD M M 2 BVO M 2 BVO NIJMEGEN: RESSEN M 2 BERG & DAL: DE MIES I/II M 2 strategische reserve M 2 1 BEUNINGEN: BULL M 2 2 DRUTEN WESTERHOUT M 2 DRUTEN WESTERHOUT M 2 2 DRUTEN KLEPPERHEIDE M 2 NIJM.: WOLFKUILSEWEG M 2 NIJM.: MERCURIUSPARK M 2 WIJCHEN: NIEUWEWEG M M M 2 ONDERAANBOD M 2 OVERAANBOD M 2 Kwalitatieve beoordeling PDV-locatie

59 STAPPENPLAN De systematiek om tot vermindering van het overaanbod te komen is de volgende: stap 1: Zachte plancapaciteit laten vervallen (bij onvoldoende marktruimte). In deze eerste stap besluiten de regiogemeenten om te stoppen met alle zachte plannen, tenzij er juist sprake is van niet-bediende marktruimte. In die gevallen kunnen zachte plannen worden uitgewerkt. stap 2: Regionale afspraak om geen gebruik te maken van afwijkingsmogelijkheden in bestemmingsplannen. In deze tweede stap besluiten alle regiogemeenten om geen gebruik te maken van bestaande afwijkingsmogelijkheden. Die planologische mogelijkheid valt dan weg. Dit geldt voor alle 13 concentratielocaties en 35 overige winkellocaties. stap 3: Voorzienbaarheid creëren voor (delen van) harde plancapaciteit om vervolgens per 1 januari 2021 capaciteit definitief weg te nemen. In deze laatste stap wordt eerst gekeken naar de kwaliteiten van de locaties met harde plancapaciteit. Vervolgens wordt de volgorde in (deels) te schrappen harde plancapaciteit aangegeven. Hierbij spelen ook overwegingen als centrale ligging in de regio, grootschaligheid van de locatie/cluster, gericht op lokaal voorzieningenniveau en tegengaan van versnipperd aanbod, een rol. Bij overige winkellocaties zonder harde plancapaciteit kan marktruimte worden overgeheveld naar groene concentratielocaties. Uit deze stappen blijkt de visie op de pdv-structuur voor de regio Arnhem-Nijmegen met een uitsplitsing naar bovenregionaal, Noord, Midden en Zuid. In de volgende paragrafen wordt aangegeven welke delen van de planvoorraad per deelregio op basis van deze drie selectiestappen dienen te worden geschrapt. Daarbij wordt verschil gemaakt tussen de planvoorraad in de concentratiegebieden en de planvoorraad van de overige perifere winkellocaties.

60 DOORLOPEN BESLISBOOM BEPALEN MARKTRUIMTE De marktruimteberekeningen geven aan dat er tot 2020 in de totale regio netto nog tot m 2 bvo nieuw aanbod in de pdv/gdv -branches kan worden toegevoegd (na verrekening van te benutten leegstaande winkelpanden). Op basis van berekeningen door Ecorys hanteren we als uitgangspunt dat ongeveer twee derde deel van de marktruimte voor uitbreiding van de pdv/gdv -branches moet gaan landen op de in het rpd 2013 aangewezen concentratiegebieden en een derde deel op de overige winkellocaties, waaronder overige bedrijventerreinen. Voor de regionaal en bovenregionaal functionerende pdv/gdv is in het rpd 2013 overeengekomen dat nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk moeten gaan plaatsvinden in de concentratiegebieden. Verder is afgesproken dat ontwikkelingen buiten deze concentratiegebieden in principe niet zullen worden toegestaan, tenzij deze een aantoonbare meerwaarde hebben voor de detailhandelsstructuur. In het rpd is aangegeven dat pdv (en soms gdv) zich mag vestigen op de overige winkellocaties, mits dit qua omvang en verkeersaantrekkende werking past bij de verzorgingsfunctie van de kern en de locatie. Dit bepaalt dat een verdeling van de marktruimte voor pdv voor de komende jaren moet plaatsvinden over de concentratiegebieden en overige winkellocaties. Uitgangspunten hierbij zijn: voorkomen van verdere versnippering, beperkt toekomstperspectief van solitaire winkels of kleine clusters en versterking van de concentratiegebieden. Het is niet reëel om te verwachten dat de volledige marktruimte in de komende jaren alleen in de concentratiegebieden zal worden geaccommodeerd (100/0), omdat de overige winkellocaties kunnen voorzien in de lokale behoefte. Als taakstellende beleidsambitie is benoemd dat de helft van de bruto-marktruimte in de komende jaren zal worden gereserveerd voor de concentratiegebieden en de helft voor overige winkellocaties (50/50). Na verrekening van de potentieel aanwendbare leegstand van winkelpanden in de concentratiegebieden en in de overige winkellocaties, resulteerde een 67/33

61 47 verdeling van de netto-marktruimte over de concentratiegebieden en de overige winkellocaties. De confrontatie tussen marktruimte (= vraag) en planvoorraad (= aanbod) laat zien dat er een forse mismatch is tussen vraag en aanbod in de regio als geheel. Als voor de concentratiegebieden de netto marktruimte (circa m 2 bvo) wordt afgezet tegen de harde planvoorraad (circa m 2 bvo) is er een overaanbod van circa m 2 bvo. Indien ook de zachte planvoorraad (circa m 2 bvo) wordt meegerekend, is in de concentratiegebieden een overaanbod van totaal circa m 2 bvo aan planvoorraad. Voor de overige winkellocaties is het overaanbod nog groter: de totale planvoorraad op de bedrijventerreinen (circa m 2 bvo) laat een vergroting van het aanbod toe met het viervoudige van de berekende marktruimte (circa m 2 bvo). Netto-marktruimte PDV/GDV-branches in m 2 bvo tot 2020 in de regio Arnhem-Nijmegen TOTAAL REGIO* CONCENTRATIE- GEBIEDEN PDV/GDV* OVERIGE WINKELLOCATIES* DEELREGIO NOORD DEELREGIO MIDDEN DEELREGIO ZUID TOTAAL REGIO *IN M 2 BVO In de analyses in het bouwstenenrapport werd, net zoals bij de analyses voor het rpd 2013, de regio verdeeld in deelregio s. Hieruit blijkt dat vraag en aanbod in de noord- en zuidvleugel van de regio zich anders verhouden. Er is namelijk een overaanbod in de pdv/ gdv planvoorraad voor de concentratiegebieden in deelregio Noord. In de deelregio Zuid daarentegen is de vraag groter dan het aanbod. Hier is te weinig harde planvoorraad beschikbaar. Zachte planvoorraad moet hier strategisch worden omgezet in harde planvoorraad. Hoewel de deelregio Midden niet als autonoom functionerende markt kan worden gezien maar integraal deel uitmaakt van de stedelijke regio Arnhem-Nijmegen, lijken vraag en aanbod hier min of meer in evenwicht.

62 48 Confrontatie netto-marktruimte en planvoorraad voor de PDV/GDV-concentratiegebieden, in m 2 bvo DEELREGIO NOORD MIDDEN ZUID TOTAAL REGIO NETTO-MARKTRUIMTE HARDE PLANVOORRAAD (BIJ RECHT) HARDE PLANVOORRAAD (VIA ONTHEFFING) ZACHTE PLANVOORRAAD TOTAAL PLANVOORRAAD Voor de overige winkellocaties zijn er ook grote verschillen in de drie deelregio s: in de deelregio Noord is de harde planvoorraad 8,5 x zo groot als de netto-marktruimte, in de deelregio Zuid is er 2x te veel harde planvoorraad en in de deelregio Midden lijken vraag en aanbod weer redelijk in evenwicht. Het overaanbod in Midden en Zuid ten aanzien van de zachte planvoorraad heeft vooral betrekking op bedrijventerreinen waar gemeenten ten behoeve van de lokale vraag initiatieven tot m 2 bvo zouden kunnen faciliteren, mits goed onderbouwd. Confrontatie netto-marktruimte en planvoorraad PDV/GDV-branches overige winkellocaties in, in m 2 bvo DEELREGIO NOORD MIDDEN ZUID TOTAAL REGIO NETTO-MARKTRUIMTE HARDE PLANVOORRAAD (BIJ RECHT) HARDE PLANVOORRAAD (VIA ONTHEFFING) ZACHTE PLANVOORRAAD TOTAAL PLANVOORRAAD VERDELING CONCENTRATIEGEBIEDEN EN OVERIGE WINKELLOCATIES Waarom verdelen? Voor het totale aanbod in de pdv/gdv-branches in de concentratiegebieden geldt dat het allergrootste deel er al is (zie bouwstenenrapport, tabel 3.1: circa m 2 wvo) en dat er nog een betrekkelijk klein deel kan worden toegevoegd (circa m 2 ). Ter

63 49 vergelijking: de IKEA-vestiging in Duiven meet m 2 wvo. De uitbreidingscapaciteit is schaars. Deze moet zo goed mogelijk worden ingezet, zodanig dat de grootste meerwaarde voor de consumenten en de detailhandel ontstaat. Door de marktruimte voor de komende jaren voor twee derde deel toe te wijzen aan de concentratiegebieden wordt tegemoet gekomen aan de doelstellingen van de rpw-herijking voor pdv/gdv om zoveel mogelijk te clusteren op centraal gelegen, goed bereikbare locaties. Het rpd streeft naar zo sterk mogelijke concentratie op een beperkt aantal locaties met de beste bereikbaarheid voor de meeste inwoners van de regio. Dat wil zeggen: vooral langs de as Arnhem-Nijmegen. 1 Concentratiegebieden Welke locaties? In het rpd 2013 is een aantal locaties benoemd als concentratiegebied voor perifere detailhandel met een bovenlokale verzorgingsfunctie. Het gaat om de onderstaande 13 concentratielocaties: Arnhem-Zuid, meubelplein Elden; Arnhem-Zuid, Olympus Park; Beuningen, de Heuve (Hadrianussingel, Claudiuslaan); Duiven, Nieuwgraaf (IKEA, Makro, Praxis); Duiven, Graafstaete (Gamma, Intratuin); Huissen, t Pannenhuis (Janssen); Nijmegen, woonboulevard Novium; Elst, Aamsepoort Wijchen, Woondrome; Zevenaar, Hengelder; Zevenaar, Tatelaar. Ook de twee toekomstige locaties Ressen in Nijmegen-Noord en Spoorallee Zevenaar zijn als concentratielocatie aangewezen, zij het onder voorwaarden. Voor de locatie Nijmegen Ressen is nog geen bestemmingsplan vastgesteld. De locatie Zevenaar Spoorallee (Factory Outlet) heeft een status aparte. De locaties Duiven, Nieuwgraaf en Graafstaete beschouwen wij in dit rpw als één locatie. Voor de locaties Zevenaar Hengelder en Tatelaar is de gemeente Zevenaar van plan om in verband met aanpassingen aan de infrastructuur de bestaande pdv op Tatelaar te herstructureren en die te concentreren op Hengelder. De planologische mogelijkheden voor uitbreiding of versterking van de bovengenoemde concentratieplekken is beperkt. Toch is het wenselijk om dynamiek (vernieuwing, verplaatsing, uitbreiding) juist op deze

64 50 1 Detailhandelsvestigingen in de GDV-branches in de concentratiegebieden dienen ten minste m2 BVO groot te zijn. Tot de GDV-branches worden de volgende branches gerekend: detailhandel in sport, detailhandel in hobby, spel & media en detailhandel in elektro. 2 De provinciale verordening staat GDV op perifere locaties in principe niet toe. Er wordt een uitzondering gemaakt op een beperkt aantal locaties (Mediamarkt, Four Seasons en Decathlon). plekken mogelijk te maken. Om dit te faciliteren moeten de mogelijkheden voor herstructurering, herinvulling en herontwikkeling verkend worden. Voor concentratiegebieden Duiven Graafstaete, Zevenaar Spoorallee (FOC), Zevenaar Hengelder, Zevenaar Tatelaar, Huissen Pannenhuis, Overbetuwe Aamsepoort, Nijmegen Ressen, Nijmegen woonboulevard Novium worden echter geen detailhandelsvestigingen in de gdv-branches 1 toegestaan. Met betrekking tot de toelaatbaarheid van gdv-branches in de overige concentratiegebieden zijn en worden specifieke afspraken gemaakt door provincie en gemeente 2 FOC Spoorallee Zevenaar (status aparte) Op deze locatie zal een factory outlet center (FOC) worden gerealiseerd met een assortiment met hoofdzakelijk detailhandel in kleding, sport en luxe en daarnaast een supermarkt. Alleen de component detailhandel in sport en vrije tijd overlapt met de marktruimte voor pdv/gdv-branches conform de herijking rpw. Inmiddels bestaat er een onherroepelijk bestemmingsplan met mogelijkheden voor maximaal m 2 (in de benoemde branches). Voor eventuele uitbreiding in de toekomst zal opnieuw(onderzoek) en besluitvorming nodig zijn. Marktruimteverdeling Het bouwstenenrapport laat zien dat er een beperkte marktruimte is in de concentratiegebieden. De ruimte die in de concentratiegebieden wordt geboden (aanbod) overtreft echter de vraag. Voorgesteld wordt om twee derde deel van de marktruimte (ca m 2 bvo) toe te wijzen aan de pdv/gdv concentratiegebieden. 2 Overige winkellocaties (>1.500 m 2 BVO) Welke locaties? Voor de winkellocaties op bedrijventerreinen die in het rpd 2013 niet als concentratiegebied voor perifere detailhandel zijn aangewezen (zowel cluster als solitair), kan in principe geen nieuw pdv/gdvaanbod toegevoegd worden. Er geldt een nee, tenzij beleid in de regio. Er wordt verschil gemaakt tussen locaties waar nu al meer dan m 2 wvo aan pdv/gdv aanwezig is (rpd 2013, paragraaf 4.3) en locaties waar nu nog minder dan m 2 wvo pdv/gdv aanwezig is (maar waar wel harde of zachte planvoorraad voor nieuwe pdv/gdv bestaat om m 2 te overstijgen). Nieuwe

65 51 detailhandel is op de bedrijventerreinen niet toegestaan, tenzij de ontwikkeling qua omvang en verkeersaantrekkende werking past bij de functie van het verzorgingsgebied (rpd 2013, p. 54). Bij tenzij -ontwikkelingen moet worden aangetoond in het iod/iow dat er geen ruimte is op concentratiegebieden; sprake is van lokale uitbreiding/verplaatsing; en elders in de gemeente/subregio planologische ruimte voor pdv wordt wegbestemd. In het kader van dit rpw wordt voorgesteld om marktinitiatieven onder voorwaarden te concentreren op de overige winkellocaties (> m 2 bvo). Het betreft circa 34 kleinere concentraties van perifere detailhandelslocaties en een aanzienlijk aantal solitaire winkels (veelal lokaal verzorgend) met meer dan m 2 wvo aan pdv/gdv-aanbod. Kleinschalig cluster (3-5 winkels) 1 Arnhem IJsseloord I 2 Berg en Dal, De Mies I/II Groesbeek Ind./Amb. weg 3 Druten, Westerhout 4 Heumen, Sluispoort en -weg 5 Lingewaard, Gendt-Bemmel 6 Lingewaard, Langestraat (Gendt) 7 Lingewaard, Houtakker I 8 Nijmegen, Mercuriuspark 9 Overbetuwe, Heteren - PvMidden-Gelderland 10 Westervoort, Het Ambacht (Vergun/Hazeland) 11 Wijchen, Bijsterhuizen Zesweg 12 Wijchen, Stationslaan 13 Wijchen, Nieuweweg 14 Wijchen, Kraanv. Straat/Kruisbergseweg Solitaire vestigingen 15 Arnhem IJsseloord II, Karwei 16 Arnhem, De Overmaat, Mantel 17 Arnhem, Het Broek, verspreid 18 Arnhem, Amsterdamse Hoek, Praxis 19 Arnhem, Beverweerdlaan, Intratuin 20 Arnhem, Schaapsdrift, Praxis 21 Arnhem, Rijkerswoerd, Gamma 22 Beuningen, Heemstraweg, Bull 23 Heumen, Rijksweg Malden, Intratuin 24 Heumen, Broekkant Malden, Tuinwereld 25 Montferland, Jansgildestraat Beek, Jager 26 Montferland, Wehlseweg Kilder, Bulsink 27 Nijmegen, Van Rozenburgweg, Praxis

66 Nijmegen, Goffert, Gamma Nijmegen, Griftdijk Oosterhout, Bristol Overbetuwe, Hoogsestraat Valburg, Willemsen Overbetuwe, Elst De Aam, overig Rheden, Kanaalzone Dieren, Praxis Zevenaar, Ooij, Groenrijk/Schepens Zevenaar, Koestraat Lathum, Rudgers Marktruimteverdeling Voorgesteld wordt om een derde deel van de marktruimte (circa m 2 ) toe te wijzen aan de overige winkellocaties VERDELING NAAR DEELREGIO 1 Concentratiegebieden 1.1. Opgave verminderen plannen Noord In de concentratiegebieden voor pdv/gdv in de deelregio Noord is geen zachte planvoorraad en geen harde planvoorraad via afwijking aanwezig. Het aanbod, de harde planvoorraad bij recht ( m 2 ), is enkele factoren groter dan de marktruimte voor nieuw toe te voegen pdv/gdv-aanbod voor de komende jaren (ca m 2 ). Er is circa m 2 te veel aan harde planvoorraad in deelregio Noord. PLANVOORRAAD M 2 BVO WAARVAN ZACHTE PLANNEN 0 WAARVAN VIA AFWIJKING 0 WAARVAN HARDE PLANNEN MARKTRUIMTE CONCENTRATIEGEBIEDEN NOORD SALDO TE VERMINDEREN PLANVOORRAAD M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO

67 Opgave verminderen plannen Midden Hoewel de deelregio Midden een onafscheidelijk deel is van het grootstedelijke gebied Arnhem-Nijmegen, wordt geconstateerd dat in de deelregio Midden voor de komende jaren geen sprake is van een vraag (marktruimte) aan nieuw toe te voegen pdv/gdv-aanbod (- 645 m 2 ). PLANVOORRAAD M 2 BVO WAARVAN ZACHTE PLANNEN 0 WAARVAN VIA AFWIJKING WAARVAN HARDE PLANNEN MARKTRUIMTE CONCENTRATIEGEBIEDEN MIDDEN SALDO TE VERMINDEREN PLANVOORRAAD M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO 1.3 Opgave toevoegen plannen Zuid De harde planvoorraad in de concentratiegebieden in deelregio Zuid (0 m 2 ) volstaat niet om de marktruimte tot 2020 voor deze concentratiegebieden te faciliteren ( m 2 ). PLANVOORRAAD 0 WAARVAN ZACHTE PLANNEN 0 WAARVAN VIA AFWIJKING 0 WAARVAN HARDE PLANNEN 0 MARKTRUIMTE CONCENTRATIEGEBIEDEN ZUID SALDO TOE TE VOEGEN PLANVOORRAAD M 2 BVO M 2 BVO 2 Overige winkellocaties 2.1 Opgave verminderen plannen Noord In de overige perifere winkellocaties in de deelregio Noord is de planvoorraad ( m 2 ) veel groter dan de marktruimte voor nieuw toe te voegen pdv/gdv-aanbod voor de komende jaren (4.625 m 2 ). PLANVOORRAAD M 2 BVO WAARVAN ZACHTE PLANNEN 0 WAARVAN VIA AFWIJKING WAARVAN HARDE PLANNEN MARKTRUIMTE CONCENTRATIEGEBIEDEN NOORD SALDO TE VERMINDEREN PLANVOORRAAD M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO

68 Opgave verminderen plannen Midden In de overige perifere winkellocaties in de deelregio Midden is de vraag (2.400 m 2 ) kleiner dan het aanbod (2.000 m 2 ). PLANVOORRAAD WAARVAN ZACHTE PLANNEN M 2 BVO M 2 BVO WAARVAN VIA AFWIJKING 0 WAARVAN HARDE PLANNEN 0 MARKTRUIMTE CONCENTRATIEGEBIEDEN MIDDEN SALDO TE VERMINDEREN PLANVOORRAAD M 2 BVO M 2 BVO 2.3 Opgave verminderen plannen Zuid Voor de overige perifere winkellocaties in de deelregio Zuid geldt dat de vraag voor de komende jaren ( m 2 marktruimte) meerdere malen kan worden opgevuld met het beschikbare aanbod aan planvoorraad ( m 2 ). PLANVOORRAAD WAARVAN ZACHTE PLANNEN WAARVAN VIA AFWIJKING WAARVAN HARDE PLANNEN MARKTRUIMTE CONCENTRATIEGEBIEDEN ZUID SALDO TE VERMINDEREN PLANVOORRAAD M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO VOORSTELLEN VOOR HERPROGRAMMERING 1 Concentratiegebieden 1.1. Voorstel concentratiegebied Noord De harde planvoorraad kan verdeeld worden over drie concentratiegebieden, te weten Zevenaar Hengelder (9.500 m 2 ), Duiven Graafstaete ( m 2 ) en Duiven Centerpoort/Nieuwgraaf ( m 2 ). De planvoorraad Duiven Graafstaete heeft betrekking op een uitbreiding van tuincentrum Intratuin; dit staat vast. Dit betekent: vermindering van de harde planvoorraad in de deelregio Noord in de twee concentratiegebieden Hengelder en Centerpoort/ Nieuwgraaf.

69 55 POTENTIEEL TE BEOORDELING VOLGORDE VAN GEMEENTE BESTEMMINGSPLAN PLANVOORRAAD REALISEREN M 2 PDV KWALITEIT LOCATIE SCHRAPPEN DUIVEN GRAAFSTAETE (INTRATUIN) HARD M 2 BVO DUIVEN CENTERPOORT/ NIEUWGRAAF HARD M 2 BVO ZEVENAAR HENGELDER HARD M 2 BVO 1. ( M 2 ) ZEVENAAR SPOORALLEE M 2 BVO STATUS APARTE 1 De hoeveelheid te schrappen m 2 op Hengelder kan verminderen door verplaatsing van bestaande, in gebruik zijnde, perifere detailhandelsvestigingen van Tatelaar naar Hengelder. 2 Het IOD/IOW kan een positief advies afgeven voor deze ontwikkelingen als wordt voldaan aan de randvoorwaarden: voorziet in een bovenregionale behoefte, een grootschaligheid van > m 2 WVO, uitsluitend in de branches wonen/in-en-om-het-huis (nader te preciseren), beperkingen op het nevenassortiment (nader te preciseren) en geen detailhandelstructuur-verstorende werking voor omliggende gemeenten. Daarnaast moet het bestaande bestemmingsplan worden aangepast/aangescherpt op de branchering en nevenassortiment. Voorstel vermindering om plannen ( m 2 ) in balans met marktruimte ( m 2 ) te krijgen: 1 Geen zachte plannen; 2 Geen afwijkingsmogelijkheden; 3 Schrappen harde plannen (voorzienbaarheid opleggen): A Zevenaar Hengelaar ( m 2 ), vanwege beperkte kwaliteit locatie. 1 B Duiven Centerpoort/Nieuwgraaf ( m 2 ), reserveren voor pdv in-en-om-het-huis met bovenregionale aantrekkingskracht. Conclusie: behoud van de mogelijkheden Duiven Centerpoort met omvang m 2 bvo voor reguliere pdv en reservering van m 2 voor pdv met bovenregionale aantrekkingskracht aansluitend op de aanwijzing als topthemacentrum op het gebied van wonen/ in-en-om-het-huis Voorstel concentratiegebied Midden Voor het concentratiegebied Overbetuwe Elst Aamsepoort geldt dat in het deel Aamsepoort Noord de gemeente in de vorige planperiode de inspanningsverplichting heeft aanvaard om circa m 2 weg te bestemmen. Een ontwerp-bestemmingsplan voorziet hierin. De m 2 planvoorraad voor het deel Aamsepoort Zuid heeft betrekking op een restcapaciteit die eventueel kan worden benut voor een toekomstige uitbreiding.

70 56 POTENTIEEL TE BEOORDELING VOLGORDE VAN GEMEENTE BESTEMMINGSPLAN PLANVOORRAAD REALISEREN M 2 PDV KWALITEIT LOCATIE SCHRAPPEN OVERBETUWE ELST AAMSEPOORT NOORD AFWIJKING M 2 BVO 1. (6.000 M 2 )) OVERBETUWE ELST AAMSEPOORT ZUID HARD M 2 BVO Voor invulling van de marktruimte in het Middengebied voor overige winkellocaties (2.400 m 2 bvo) blijkt geen kwalitatief goede locatie met (harde) planologische mogelijkheden. Daarom wordt in onderstaand voorstel deze marktruimte overgeheveld naar de marktruimte voor de concentratielocaties Midden. Dit sluit aan bij bestaande (harde) planologische mogelijkheden van goede kwaliteit en bij de wensen om aanbod minder te versnipperen. Overhevelen van marktruimte uit overige winkellocaties Midden. 1 Voorstel vermindering om plannen (8.000 m 2 ) in balans met marktruimte ( m m 2 1 = m 2 ) te krijgen: 1 Geen zachte plannen; 2 Wegnemen afwijkingsmogelijkheden voor Elst Aamsepoort Noord; 3 Schrappen harde plannen (voorzienbaarheid opleggen): a Niet van toepassing. Conclusie: de mogelijkheden van Elst Aamsepoort Zuid overeind houden ondanks kleine overschrijding marktruimte Voorstel concentratiegebied Zuid Er dient overwogen te worden om zachte planvoorraad in te zetten voor het realiseren van de bestaande marktruimte. Het concentratiegebied Ressen kan voorzien in circa m 2 pdv. Gemeente en provincie willen de ontwikkeling op de locatie Ressen mogelijk maken. Het betreft de nieuwvestiging van een solitaire bouw- en tuinmarkt ( m 2 bvo)*. De restcapaciteit zal moeten worden gerealiseerd op andere concentratielocaties in de regio Zuid. POTENTIEEL TE BEOORDELING VOLGORDE VAN GEMEENTE BESTEMMINGSPLAN PLANVOORRAAD REALISEREN M 2 PDV KWALITEIT LOCATIE SCHRAPPEN NIJMEGEN NIJMEGEN RESSEN ZACHT M 2 BVO 0

71 57 Voorstel toevoeging om plannen (0 m 2 ) in balans met marktruimte ( m 2 ) te krijgen: 1 Invullen zachte plannen voor locatie Ressen en strategisch reserveren van m 2 bvo voor vergroten mogelijkheden op andere concentratiegebieden in Zuid; 2 Geen afwijkingsmogelijkheden; 3 Schrappen harde plannen (voorzienbaarheid opleggen): a Niet van toepassing Conclusie: invullen zachte plannen voor locatie Ressen en strategisch reserveren van m 2 bvo voor vergroten mogelijkheden op andere concentratiegebieden in Zuid. 2 Overige winkellocaties 2.1 Noord Kritisch is vooral de harde planvoorraad voor nieuw toe te voegen pdv/gdv op bedrijventerrein IJsseloord II. De planvoorraad op de overige perifere winkellocaties in deze deelregio heeft betrekking op de mogelijkheid die zal worden aangewend voor initiatieven van minder dan m 2 bvo van met name lokaal verzorgende aard. POTENTIEEL TE BEOORDELING VOLGORDE VAN GEMEENTE BESTEMMINGSPLAN PLANVOORRAAD REALISEREN M 2 PDV ARNHEM IJSSELOORD I AFWIJKING NTB. ARNHEM RIJKERSWOERD AFWIJKING M 2 BVO ARNHEM IJSSELOORD II HARD M 2 BVO ARNHEM OVERMAAT AFWIJKING M 2 BVO RIJNWAARDEN LOBITH HALVE MAAN I AFWIJKING M 2 BVO RIJNWAARDEN HERWEN NIJVERHEIDSSTRAAT AFWIJKING M 2 BVO RIJNWAARDEN PANNERDEN INDUSTRIEWEG AFWIJKING M 2 BVO KWALITEIT LOCATIE SCHRAPPEN 1. NTB. 1. (2.000 M 2 ) 2. ( M 2 ) 1. (2.000 M 2 ) 1. (2.000 M 2 ) 1. (2.000 M 2 ) 1. (2.000 M 2 )

72 58 Voorstel vermindering om plannen ( m 2 ) in balans met marktruimte (5.000 m 2 ) te krijgen: 1 Geen zachte plannen. 2 Wegnemen afwijkingsmogelijkheden, Arnhem-IJsseloord I, Arnhem-Rijkerswoerd, Arnhem-Overmaat, Lobith-Halve Maan, Herwen-Nijverheidsstraat en Pannerden-Industrieweg. 3 Schrappen harde plannen (voorzienbaarheid opleggen): IJsseloord II ( m 2 ), vanwege beperkte kwaliteit locatie. Conclusie: strategisch reserveren van de marktruimte (5.000 m 2 bvo) en op termijn invullen op een overige winkellocatie van voldoende kwaliteit. 2.2 Midden Kritisch is met name de zachte planvoorraad aan potentiële detailhandel in de pdv-branches van Overbetuwe Elst Centraal Spoorlaan II en III. Deze mag in de lopende planperiode niet worden omgezet in harde planvoorraad. Bedrijventerrein Lingewaard Bemmel Houtakker II blijkt geen mogelijkheden voor detailhandel te hebben. POTENTIEEL TE BEOORDELING VOLGORDE VAN GEMEENTE BESTEMMINGSPLAN PLANVOORRAAD REALISEREN M 2 PDV OVERBETUWE ELST CENTRAAL-SPOORLAAN II ZACHT M 2 BVO OVERBETUWE ELST CENTRAAL-SPOORLAAN III ZACHT M 2 BVO KWALITEIT LOCATIE SCHRAPPEN 1. (3.000 M 2 ) 1. (6.000 M 2 ) Voorstel vermindering om plannen (9.000 m 2 ) in balans met marktruimte (5.000 m 2 ) te krijgen: 1 Geen zachte plannen, stoppen met Elst Centraal-Spoorlaan II en III. 2 Geen afwijkingsmogelijkheden. 3 Schrappen harde plannen (voorzienbaarheid opleggen): a Geen. Conclusie: voor invulling van de marktruimte in het Middengebied voor overige winkellocaties (2.400 m 2 bvo) blijkt geen kwalitatief goede locatie met (harde) planologische mogelijkheden beschikbaar. Daarom wordt in dit voorstel deze marktruimte overgeheveld naar de marktruimte voor de concentratielocaties Midden. Dit sluit aan bij bestaande (harde) planologische mogelijkheden van goede kwaliteit en bij de wensen om aanbod minder te versnipperen.

73 Zuid Om vraag en aanbod in evenwicht te brengen mag met name de zachte planvoorraad van Nijmegen Wolfkuilseweg niet in de lopende periode omgezet worden in harde planvoorraad. De planvoorraad op de overige perifere winkellocaties in deelregio Zuid kan worden ingezet voor initiatieven van minder dan m 2 bvo van met name lokaal verzorgende aard. POTENTIEEL TE BEOORDELING VOLGORDE VAN GEMEENTE BESTEMMINGSPLAN PLANVOORRAAD REALISEREN M 2 PDV BERG EN DAL DE MIES AFWIJKING M 2 BVO BEUNINGEN VAN HEEMSTRAWEG HARD M 2 BVO DRUTEN WESTERHOUT HARD M 2 BVO DRUTEN KLEPPERHEIDE HARD M 2 BVO NIJMEGEN WOLFKUILSEWEG ZACHT M 2 BVO NIJMEGEN MERCURIUSPARK HARD M 2 BVO WIJCHEN WIJCHEN NIEUWEWEG HARD M 2 BVO KWALITEIT LOCATIE SCHRAPPEN 2. (9.000 M 2 ) 3. (9.000 M 2 ) 3. ( M 2 ) 3. ( M 2 ) 1. ( M 2 ) Voorstel vermindering om plannen ( m 2 ) in balans met marktruimte ( m 2 ) te krijgen: 1 Geen zachte plannen, stoppen met Nijmegen-Wolfkuilseweg. 2 Wegnemen afwijkingsmogelijkheden Berg en Dal De Mies. 3 Schrappen harde plannen (voorzienbaarheid opleggen): a Beuningen-Van Heemstraweg (9.000 m 2 ), vanwege beperkte kwaliteit locatie. b Druten-Westerhout en Klepperheide, bestaande pdv kan blijven. De rest van de plancapaciteit schrappen met uitzondering van de overeengekomen m 2. Conclusie: behoud van de mogelijkheden Nijmegen-Mercuriuspark ( m 2 bvo), Wijchen-Nieuweweg (3.000 m 2 bvo) en clusteren mogelijkheden in Druten op Westerhout (4.000 m 2 bvo).

74 IN DE PRAKTIJK Lokaal verzorgende perifere detailhandel buiten concentratiegebieden < m 2 BVO blijft mogelijk Een aantal bestemmingsplannen voor overige bedrijventerreinen met minder dan m 2 wvo aan pdv/gdv-aanbod bieden de mogelijkheid om nieuwe perifere detailhandel te realiseren (circa 10 bedrijventerreinen met minder dan m 2 wvo maar met harde planvoorraad). Ze behoren niet tot de concentratiegebieden. In veel gevallen zijn op deze bedrijventerreinen vormen van detailhandel toegestaan als één van de mogelijke bestemmingen in zowel bestaande als niet bestaande bedrijfsruimtes. De bestemming voor de bestaande bedrijfsruimtes kan wijziging van het gebruik in detailhandel toelaten. In het rpd 2013 is bepaald dat het voor gemeenten mogelijk blijft om detailhandelsinitiatieven kleiner dan m 2 bruto vloeroppervlakte te faciliteren. Gemeenten maken zelf de afweging voor dergelijke kleine ontwikkelingen met een vooral lokale functie. Indien (na vaststelling van het rpw) door uitbreiding een bestaande detailhandelsvoorziening groter wordt dan m 2 bvo zal zo n voornemen ter advies worden voorgelegd aan Intergemeentelijk Detailhandels Overleg (iod/iow). Nieuwe initiatieven voor perifere detailhandel > m 2 na advies IOD/IOW bij voorkeur op concentratielocaties Nieuwe, nog niet voorziene initiatieven voor perifere detailhandel met meer dan m 2 bvo worden beoordeeld in het Intergemeentelijk Overleg Detailhandel (iod/iow) op basis van het rpd Daarbij is maatwerk belangrijk. Per geval wordt bekeken of de ontwikkeling wenselijk is vanuit de doelen van het rpd en/of het past binnen de gestelde beleidskaders. Uitbreiding van bestaande perifere detailhandel mogelijk na advies IOD/IOW Bestaande perifere detailhandelsvestigingen moeten vanuit bedrijfseconomische optiek kunnen uitbreiden. Als de uitbreiding groter is dan m 2 bvo, dan zal het Intergemeentelijk Overleg Detailhandel advies uitbrengen aan het Portefeuillehoudersoverleg Economie van de regio. Dat gebeurt ook bij verplaatsing, waarbij de som van de winkeloppervlakte van het nieuwe pand en het vrijkomende pand boven de m 2 bvo komt. In dat geval wordt bekeken wat publiekrechtelijke en/of privaatrechtelijke is vastgelegd over de detailhandelsbestemming van het pand dat na de verplaatsing vrij komt. Dit vraagt om een zorgvuldige onderbouwing, (o.a. toetsing

75 61 aan de ladder voor duurzame verstedelijking). Aangetoond moet worden dat de uitbreiding bedrijfseconomisch nodig is en verplaatsing niet nodig/mogelijk is. Beoordeling hoofd- en nevenassortiment aanscherpen Het hoofdassortiment van een perifere detailhandelsvestiging wordt bepaald door het geheel van een vestiging toe te rekenen aan één van de detailhandelsbranches. Nevenassortimenten zijn assortimenten van een perifere detailhandelsvestiging die niet aan het hoofdassortiment kunnen worden toegerekend. Om te voorkomen dat perifere detailhandelsvestigingen zo veel nevenassortiment(en) gaan voeren, dat dit zal leiden tot ongewenste concurrentie met het reguliere winkelaanbod en om het voeren van nevenassortiment toch mogelijk te maken, zijn in het rpd 2013 (p. 56) beperkingen opgenomen als richtlijn voor het toelaten van hoofd- en nevenassortimenten in de perifere detailhandelsvestigingen. Waar dit in bestemmingsplannen nog niet het geval is, dient branchering en de mogelijkheden voor nevenassortiment aangepast te worden, conform deze (en reeds gemaakte) afspraken uit het rpw (rpd). Het RPW wordt leidend ten opzicht van het RPD Het Regionaal Programma Detailhandel moet geactualiseerd worden op punten die afwijken van de beslispunten van het rpw. De bedoeling is om het geactualiseerde rpd te zijner tijd deel te laten uitmaken van het rpw. Ook het toetsingskader voor het iod/ iow zal aangepast moeten worden op de afspraken uit dit rpw. Bedrijfsopvolging op solitaire locaties Bedrijfsopvolging is toegestaan (ook door een andere huurder/ eigenaar), zolang de locatie in gebruik blijft voor dezelfde functie. Het gaat om voortgezet identiek gebruik (zelfde soort perifere detailhandel). Bedrijfsbeëindiging PDV Bij bedrijfsbeëindiging op solitaire (overige perifere) winkellocaties zet de gemeente na een periode van langdurige leegstand in op het wegnemen van de detailhandelsbestemming en/of transformatie. Niet-opgegeven harde plancapaciteit. In dit rpw is geïnventariseerd hoe groot het aanbod verborgen plan- en restcapaciteit voor pdv is. We gaan ervan uit dat het overgrote deel van deze plan- en restcapaciteit nu bekend is. Wanneer in de toekomst blijkt dat er toch nog verborgen capaciteit is binnen een gemeente, dan zal de betreffende gemeente zich inspannen om deze ruimte zo spoedig mogelijk uit de markt te nemen en de planologische maatregelen nemen die daarvoor nodig zijn.

76 62 KWALITATIEVE HERPROGRAM- MERING STOPLICHTENMODEL Het overaanbod aan pdv/gdv-locatie moet teruggedrongen worden. Om de kwaliteiten van bestaande perifere locaties te kunnen beoordelen, heeft Ecorys het stoplichtenmodel ontwikkeld. Alle perifere locaties met meer dan m 2 wvo aan pdv/gdv-aanbod en alle overige bedrijventerreinen met een planvoorraad voor nieuw pdv/gdv-aanbod zijn volgens dit model ingedeeld in drie categorieën: Niet kansrijk: de locatie is niet kansrijk voor pdv/gdv en uit beleidsoogpunt is niet meer pdv/gdv gewenst. Minder kansrijk: de locatie is in de huidige staat minder kansrijk voor pdv/gdv, maar vanuit beleidsoogpunt kan (onder voorwaarden) meer pdv/gdv (door herontwikkeling) als wenselijk worden gezien. Of de locatie is geschikt voor meer pdv/gdv, maar vanuit het beleid bezien is meer pdv/gdv minder of niet gewenst. Kansrijk: de locatie is zeer geschikt voor pdv/gdv en vanuit beleidsoogpunt is meer pdv/gdv wenselijk.

77 63 SITUATIE PER LOCATIE * FOC Zevenaar blijft buiten beschouwing. CONCENTRATIELOCATIES* 6 groen beoordeelde concentratielocaties 3 concentratielocaties zonder planologische mogelijkheden: Drie van deze concentratiegebieden beschikken niet over een harde dan wel zachte planvoorraad voor nieuw toe te voegen perifere detailhandel: - Lingewaard Huissen Pannenhuis Janssen (geen planvoorraad) - Nijmegen Dukenburg Woonboulevard Novium (geen planvoorraad) - Wijchen woonboulevard Woondrome, Nieuweweg (geen planvoorraad) 3 concentratielocaties met planologische mogelijkheden: Drie voor pdv/gdv in het rpd 2013 aangewezen concentratiegebieden beschikken wel over een harde planvoorraad voor nieuw toe te voegen perifere detailhandel: - Duiven Centerpoort/Nieuwgraaf IKEA ( m 2 harde planvoorraad). In het rpd 2013 is overeen gekomen dat dit concentratiegebied door kan groeien tot bovenregionaal topcentrum voor het thema wonen/in en om het huis. De provincie heeft bij de vaststelling van het rpd 2013 uitgesproken dat het bij de in het bestemmingsplan voorziene uitbreiding om een afgeronde ontwikkeling gaat. - Duiven Graafstaete Intratuin/Gamma ( m 2 harde planvoorraad). Het betreft een uitbreiding van Intratuin. Graafstaete is in het rpd 2013 niet met name benoemd. Centerpoort/Nieuwgraaf en Graafstaete beschouwen we als één locatie voor grootschalige detailhandel. Na de uitbreiding van Intratuin is er geen sprake meer van uitbreiding van de detailhandelsruimte op Graafstaete. - Overbetuwe Elst Aamsepoort, deelplan Zuid (circa m 2 harde planvoorraad), restcapaciteit voor eventuele uitbreiding met maximaal m 2 bvo. Dit rpw kiest voor realisatie van m 2. - Overbetuwe Elst Aamsepoort, deelplan Noord (6.100 m 2

78 64 harde planvoorraad en m 2 zachte planvoorraad), de in de vorige planperiode regionaal overeen gekomen herbestemming dient te worden geïmplementeerd. 5 oranje beoordeelde concentratielocaties 5 concentratielocatie zonder planologische mogelijkheden Vier concentratielocaties beschikken niet over harde dan wel zachte plancapaciteit voor nieuw toe te voegen perifere detailhandel: - Arnhem-Olympuspark Decathlon (geen planvoorraad): solitaire winkel als onderdeel van een sport en leisurecentrum. Geen mogelijkheden voor andere detailhandel. - Arnhem Meubelplein Arnhem Zuid (geen planvoorraad): de consumentenwaardering blijft achter (zie bouwstenenrapport bijlage IV.3). De kwaliteit moet verhoogd om voldoende toekomstperspectief te houden. Dit moet worden uitgewerkt. - Zevenaar Tatelaar (geen planvoorraad). - Beuningen de Heuve TopShelf, Gamma (geen planvoorraad). - Nijmegen Ressen vlek 14 ( m 2 zachte planvoorraad). De enige in het rpd aangewezen concentratiegebied met zachte planvoorraad voor nieuw toe te voegen perifere detailhandel. De provincie heeft bij de vaststelling van het rpd 2013 niet ingestemd met een grote solitaire bouwmarkt op deze locatie. 1 rode concentratielocatie 1 concentratielocatie met planologische mogelijkheden - Zevenaar Hengelder. Dit bedrijventerrein beschikt over een harde planvoorraad van circa m 2 bvo aan nieuw toe te voegen pdv/gdv-aanbod. De voorgenomen verplaatsing van de op- en afrit van de A12 heeft gevolgen voor de verkeersstromen en daarmee ook voor de bedrijven die zijn gevestigd op de bedrijventerreinen Tatelaar en Hengelder. Er wordt gewerkt aan een integraal ontwikkelingsperspectief. De focus komt te liggen op Hengelder, als entree van Zevenaar. pdv wordt geconcentreerd op Hengelder. De detailhandelsbestemmingen op Tatelaar worden geschrapt en/of verplaatst. De hoeveelheid te schrappen m 2 op

79 65 Hengelder kan verminderen door verplaatsing van bestaande, in gebruik zijnde, perifere detailhandelsvestigingen van Tatelaar naar Hengelder. 2 Overige winkellocaties (nu of op termijn > m 2 ) Geen groen beoordeelde overige winkellocaties 22 oranje beoordeelde overige winkellocaties 16 overige winkellocaties >1.500 m2 z onder planologische mogelijkheden. De 16 locaties hebben geen harde dan wel zachte planvoorraad voor toe te voegen perifere detailhandel: - Arnhem Ringoven, Veldoven, Vlamoven (geen planvoorraad). - Arnhem Het Broek, waaronder Gamma en winkelcentrum Lely (geen planvoorraad). - Arnhem-Presikhaaf Beverweerdlaan Intratuin (geen planvoorraad). - Arnhem Amsterdamse Hoek Jumbo, Lidl, Praxis (geen planvoorraad). - Arnhem Schaapsdrift, bij Velperweg Gamma (geen planvoorraad). - Westervoort Het Ambacht (geen planvoorraad). - Lingewaard Gendt/Bemmel en Langestraat (geen planvoorraad). - Overbetuwe, Heteren Poort van Midden-Gelderland N+Z (geen planvoorraad). - Overbetuwe, Elst de Aam (geen planvoorraad). - Heumen Malden Rijksweg Intratuin (geen planvoorraad). - Heumen Malden Broekkant Tuinwereld (geen planvoorraad). - Heumen Sluispoort en Sluisweg Praxis (geen planvoorraad). - Nijmegen Van Rosenburgweg Praxis (geen planvoorraad). - Wijchen Kraanvogelstraat/Kruisbergseweg (geen planvoorraad). - Wijchen bedrijventerrein Bijsterhuizen Zesweg (geen planvoorraad). - Wijchen Stationslaan LeenBakker, Atlantic (geen planvoorraad).

80 66 5 overige winkellocaties >1.500 m 2 met planologische mogelijkheden Zes locaties met meer dan m 2 wvo pdv/gdv die met een oranje stoplicht zijn beoordeeld beschikken wel over harde planvoorraad voor toe te voegen perifere detailhandel: - Arnhem Overmaat (ten minst m 2 harde planvoorraad via afwijking), alleen voor nieuwe detailhandel in rijwielen. - Druten Westerhout (n.t.b. harde planvoorraad), algemene bestemming, met name bedoeld voor lokale initiatieven van maximaal m 2 bvo. - Berg en Dal, Groesbeek de Mies, Industrieweg, Ambachtsweg (8.500 m 2 harde planvoorraad), algemene bestemming, met name bedoeld voor lokale initiatieven van maximaal m 2 bvo. - Nijmegen Mercuriuspark ( m 2 harde planvoorraad), omdat Mercuriuspark nu een versnipperd terrein is wordt verwacht dat deze m 2 niet in één keer gerealiseerd kan gaan worden, maar in stappen. - Wijchen, kavel Nieuweweg (2.500 m 2 harde planvoorraad). 3 overige winkellocaties op termijn >1.500 m 2 met planologische mogelijkheden De volgende drie met oranje beoordeelde bedrijventerreinen beschikken over minder dan m 2 wvo aan pdv/gdv op dit moment. Het geldende bestemmingsplan van deze bedrijventerreinen bevat planvoorraad voor nieuw te realiseren pdv/ gdv-aanbod: - Overbetuwe Elst Centraal Spoorlaan II + III ( m 2 zachte planvoorraad): in verband met de evenwichtige marktsituatie in deelregio Midden zal dit metrage niet in procedure worden gebracht; - Druten Klepperheide De Groot Tweewielers (n.t.b. harde planvoorraad): algemene bestemming, met name bedoeld voor lokale initiatieven van maximaal m 2 bvo. - Nijmegen Wolfkuilseweg ( m 2 zachte planvoorraad).

81 67 * De harde planvoorraad is onderwerp van een rechtzaak. 15 rood beoordeelde overige winkellocaties 6 overige winkellocaties >1.500 m2 zonder planologische mogelijkheden. De volgende zes locaties met meer dan m 2 wvo aan bestaand pdv/gdv-aanbod zijn met een rood stoplicht beoordeeld en beschikken niet over een harde dan wel zachte planvoorraad voor nieuw toe te voegen detailhandel: - Montferland Kilder Wehlseweg - Bulsink Meubelen (geen planvoorraad). - Montferland Beek Sint-Jansgildestraat - De Jager Meubelen (geen planvoorraad). - Nijmegen Goffert Gamma (geen planvoorraad). - Nijmegen Oosterhout Griftdijk Bristol (geen planvoorraad). - Overbetuwe Valburg Hoogsestraat - bloemisterij Willemsen (geen planvoorraad). - Zevenaar Ooij Pannerdseweg en Slenterweg - Groenrijk, Schepens (geen planvoorraad). 6 overige winkellocaties >1.500 m2 met planologische mogelijkheden. De volgende vier locaties met meer dan m 2 wvo aan bestaand pdv/gdv-aanbod zijn met een rood stoplicht beoordeeld en beschikken wel over een harde planvoorraad voor nieuw toe te voegen detailhandel: - Arnhem IJsseloord II ( m 2 harde planvoorraad*, twee vergunningen voor bouwmarkten verstrekt). Dit is niet voorzien in rpd Arnhem IJsseloord I (nader te bepalen harde planvoorraad via afwijking). - Arnhem Rijkerswoerd Hazenkamp (2.000 m 2 harde planvoorraad via afwijking). - Rheden Dieren Kanaalzone Spankerenseweg Praxis (3.300 m 2 harde planvoorraad). - Beuningen Van Heemstraweg, tuincentrum Bull Van Cranenbroek (9.100 m 2 harde planvoorraad), gemeente en provincie overleggen over de ingediende bouwaanvraag.

82 68 ** Realistische inschatting, in theorie zijn veel meer m 2 mogelijk. 3 overige winkellocaties op termijn >1.500 m 2 met planologische mogelijkheden Op de volgende vijf bedrijventerreinen is minder dan m 2 wvo winkelruimte aanwezig. Hoewel deze bedrijventerreinen met een rood stoplicht zijn beoordeeld ten aanzien van wenselijkheid en geschiktheid voor de toevoeging van detailhandel, laat het bestemmingsplan (voorwaardelijk) de realisatie van nieuwe detailhandel toe: - Rijnwaarden Lobith Halve Maan 1 (ca m 2 harde planvoorraad via afwijking**): dit valt binnen de strekking van de maximaal m 2 regel voor lokale initiatieven. - Rijnwaarden Herven Nijverheidsstraat kringloopwinkel (ca m 2 harde planvoorraad via afwijking**): dit valt binnen de strekking van de maximaal m 2 regel voor lokale initiatieven. - Rijnwaarden Pannerden Industrieweg (ca m 2 harde planvoorraad via afwijking**): dit valt binnen de strekking van de maximaal m 2 regel voor lokale initiatieven.

83 69 BIJLAGE 3 REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES BESLISPUNTENNOTITIE ONDERDEEL KANTOREN D.D. 1 SEPTEMBER PROBLEEMSTELLING KANTOREN Uit het Bouwstenenrapport Kantoren blijkt dat er in de regio een forse kwantitatieve overprogrammering is van kantoren. Hieronder verstaan we het beschikbare aanbod in onherroepelijke bestemmingsplannen. Concreet: de vraag is m 2 bvo, het aanbod is m 2 bvo, dus er is een overprogrammering van m 2 bvo. Verder is geconstateerd dat ook kwalitatief vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten. Gegeven de trends en ontwikkelingen op de kantorenmarkt zal de ruimtevraag voor een groot deel landen op de centrumlocaties Arnhem en Nijmegen, maar het beschikbare aanbod ligt voornamelijk op andere locaties (kantorenparken, bedrijventerreinen, overige locaties zoals woonwijken en buitengebied). Vanuit het perspectief van de ladder voor duurzame verstedelijking is het wenselijk om de kwantitatieve mismatch te verkleinen en de kwalitatieve mismatch op te lossen, zodat er voldoende aanbod en/of ontwikkelruimte beschikbaar blijft op die locaties waar de marktvraag zich voordoet. De gegevens uit het Bouwstenenrapport Kantoren zijn de basis geweest voor de hierna volgende voorstellen.

84 VOORSTEL TOT (HER)PROGRAMMERING VAN DE KANTORENMARKT Het gezamenlijk doel is: streven naar kwalitatief evenwicht van vraag en aanbod in de regio en het versterken van toekomstbestendige locaties. Concreet is uit de analyse in het Bouwstenenrapport Kantoren (zie figuur hieronder) gebleken dat: 1 Centrum en stationslocaties het meest toekomstbestendig en gewild zijn, vooral door de veelheid aan voorzieningen in een hoogwaardige stedelijke omgeving met een multimodale ontsluiting; 2 Het courante aanbod niet op de juiste plek ligt, namelijk een tekort op centrumlocaties en overschot op andere locaties; 3 Ingrijpen op de kantorenparken en bedrijventerreinen noodzakelijk lijkt, want: het courante beschikbare aanbod overtreft de vraag ruimschoots; daarnaast is er nog een groot volume incourant aanbod; en een groot volume onbebouwd beschikbaar aanbod op de bedrijventerreinen (tbv kantoren); 4 Groot kantorenaanbod buiten de kantorenconcentraties, maar beperkte vraag. Overzicht kwalitatieve confrontatie vraag en aanbod CENTRUMLOCATIE KANTORENPARK BEDRIJVENPARK OVERIGE LOCATIES RUIMTEVRAAG M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO COURANT AANBOD M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO ONBEKEND AANBOD TEKORT OVERSCHOT OVERSCHOT SALDO M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO ONBEKEND INCOURANT AANBOD M 2 BVO M 2 BVO M 2 BVO ONBEBOUWD AANBOD M 2 BVO 0 M 2 BVO M 2 BVO OVERIGE PLANNEN M 2 BVO M 2 BVO 0 M 2 BVO Bron: Bouwstenenrapportage Kantoren, Ecorys Voor de overige locaties geldt dat er een bescheiden vraag is van circa m 2 bvo. Hoewel vanuit de geïnventariseerde kantorenconcentraties niet duidelijk is hoe groot het (courante) aanbod is, mag verondersteld worden dat in de gehele regio Arnhem-Nijmegen het volume ruimschoots aanwezig is om in deze vraag te voorzien. De opgave is complex omdat het veelal privaat vastgoed betreft en instrumenten om te sturen op een evenwichtigere kantorenmarkt beperkt zijn.

85 71 Regionaal gewenste ontwikkelingen Om te komen tot een kwantitatief en bovenal kwalitatief evenwicht op de kantorenmarkt wordt ingezet op: 1 Het bieden van voldoende ontwikkelruimte op de toekomstbestendige centrumlocaties Arnhem Centraal en Nijmegen Centraal. Door deze locaties aan te wijzen als dé locaties voor kantoorontwikkeling, kan er ruimte komen voor herontwikkeling door sloop/nieuwbouw of renovatie/vernieuwbouw van bestaande kantoren of mogelijk zelfs transformatie naar kantoren. Op de lange termijn duidelijkheid geven aan de markt is hiervoor belangrijk. 2 Het reduceren van het overaanbod op alle overige locaties (dus buiten de hierboven genoemde centrumlocaties) door: a geen nieuwe ontwikkelingen toe te staan op de gronden die nog in het bezit zijn van de gemeente (ook onherroepelijke plannen); b verkennen welke gewenste alternatieve bestemmingsmogelijkheden er zijn voor incourant/leegstaand aanbod en de markt hierin ruimte bieden. Dit vraagt om een visie op het toekomstperspectief van locaties en scherpe keuzes hierin; c onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor het schrappen van bestaande bestemmingsplancapaciteit (ook op private gronden). 3 Een nee, tenzij beleid voor kleinschalige initiatieven met een duidelijk lokaal karakter. Bij aangetoonde behoefte en als er geen alternatieven in de bestaande voorraad zijn, dan pas zijn nieuwe ontwikkelingen voor dit segment mogelijk. In de Bouwstenenrapportage Kantoren is door Ecorys naar veertien vooraf geselecteerde kantorenconcentraties ( substantieel van betekenis in dit kader) gekeken. Gegeven de kwalitatieve resultaten en met inachtneming van de hiervoor geschetste resultaten en redeneerlijn betekent dit het volgende voor; a Kantoren op centrumlokaties, b Kantoren op kantorenparken in de regio c kantoren op bedrijvenparken in de regio. A Kantoren op centrumlocaties Arnhem Centraal en Nijmegen Centraal zijn prioritaire ontwikkellocaties waar ruimte geboden dan wel gecreëerd moet worden voor de accommodatie van kantoren. Hier is sprake van een tekort aan courant bebouwd beschikbaar aanbod om in de verwachte vraag te voorzien. Op de andere locaties is sprake van een overschot aan beschikbaar aanbod. Bij Arnhem Centraal is het courant bebouwd beschik-

86 72 baar aanbod in het centrum ontoereikend om in de vraag te voorzien. Ingezet wordt op: het courant maken van het incourante aanbod (door middel van renovatie/ herontwikkeling of nieuwbouw); het onherroepelijke onbebouwde planaanbod in het centrum deels verder ontwikkelen. In beide gevallen geldt dat, met de huidige inzichten, niet het volledige aanbod ontwikkeld zal moeten worden. De marktvraag zal hierin leidend zijn en richting geven aan wat het meest haalbaar is in Arnhem. Bij Nijmegen Centraal geldt eveneens dat het courant bebouwde beschikbare aanbod in het centrum ontoereikend is om in de vraag te voorzien. Er is echter geen sprake van incourant aanbod of onbebouwd onherroepelijk aanbod zoals Arnhem dat kent. Om te voorkomen dat het centrum op slot raakt door een gebrek aan kantoorruimte op de aantrekkelijke centrum- en stationslocaties wordt onderzocht waar mogelijk nieuwe ontwikkelruimte bij het station gecreëerd kan worden (bijvoorbeeld rondom de stationsaanpak bij Nijmegen Centraal aan de Westzijde). Het overig plan Elst Centraal (zacht plan) is weliswaar een centrumlocatie, maar kan niet worden vergeleken met de hoogwaardige stedelijke omgeving met bijhorend voorzieningenniveau zoals Arnhem en Nijmegen dat bieden. De bereikbaarheid is goed, maar de uitstraling en het stedelijk voorzieningenniveau zijn van een andere orde. Een kantoorontwikkeling tot maximaal m 2 bvo voor lokale (en regionale) kantoorgebruikers is meer passend voor dit plan. Daarnaast is een totaalvisie voor Elst Centraal gewenst. In samenwerking met de provincie zal naar andere invullingsmogelijkheden dan kantoren worden gezocht. B Kantoren op kantorenparken in de regio Het courante aanbod op de kantorenparken overtreft de verwachte vraag. Daarnaast is er nog sprake van incourant aanbod en een overig plan. Met betrekking tot de kantorenparken is de gezamenlijke doelstelling een verdere inzet op het concentreren van de kantorenvolumes op de meest toekomstbestendige locaties. Uit de analyse van Ecorys blijkt dat op basis van locatiekwaliteiten een verdere (beleidsmatige) concentratie van kantoren wenselijk is op/rondom de bestaande kantorenconcentraties in Arnhem te weten de Velperweg en Arnhems Buiten en in Nijmegen Brabantse Poort en Heyendaal. In verhouding tot de hiervoor genoemde kantorenconcentraties zijn de in Arnhem gelegen Gelderse Poort en omgeving Kronenburg/Vredenburg/Kroonpark minder toekomstbestendig.

87 73 Concreet betekent dit het volgende, op de kantorenconcentraties Velperweg, Arnhems Buiten, Brabantse Poort en Heyendaal: blijft ruimte voor benutting van het bestaande courante vastgoed; wordt onderzocht welk deel van het incourante aanbod door herontwikkeling of nieuwbouw mogelijk weer op de markt gebracht kan worden; en wordt bepaald welk deel van het incourante aanbod aan de markt kan worden onttrokken; er is geen ruimte voor het ontwikkelen van overige plannen. Voor de komende jaren zal het huidige courante aanbod op deze locaties voldoende zijn om in de vraag te blijven voorzien. Op de langere termijn zal, uitgaande van een succesvol beleid van concentreren van de marktvraag, mogelijk een beperkt deel van het incourante vastgoed ingezet moeten worden. De uitdaging ligt in het benutten van het bestaande vastgoed en die geschikt houden voor de wensen uit de markt. Voor de kantorenconcentraties Gelderse Poort en omgeving Kronenburg/Vredenburg/Kroonpark wordt gestuurd op het reduceren van het aanbod door: geen nieuwe ontwikkelruimte voor kantoren te bieden op deze locaties; te verkennen welke gewenste alternatieve bestemmingsmogelijkheden er zijn voor het beschikbare aanbod en de markt hierin ruimte bieden; onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor het schrappen van bestaande bestemmingsplancapaciteit (ook op private gronden). Het overig plan Lent (zacht plan) voorziet in de versterking van het lokale vestigingsklimaat van de Waalsprong. Het maakt maximaal m 2 bvo mogelijk in een gebied waar tot op heden geen aanbod was voor kantoorgebruikers. Met zijn stationslocatie en korte afstand tot het centrum en stedelijke voorzieningen van Nijmegen is dit een gewenste ontwikkeling. Daarnaast is in heel de Waalsprong nog geen kantoorruimte beschikbaar. Een toevoeging van maximaal 5000 m 2 bvo is prima te verantwoorden en wenselijk vanuit het gebied (functiemenging). C Kantoren op bedrijventerreinen in de regio Op de bedrijventerreinen IJsseloord 2 (Arnhem) en Mercurion (Zevenaar) is het courant beschikbare kantorenaanbod ruim

88 74 voldoende om in de toekomstige vraag te voorzien. Het zijn beide locaties met toekomstperspectief, maar niet in de volumes die momenteel beschikbaar zijn. Ingezet wordt op het volgende: Voor IJsseloord II: de gemeente Arnhem zet in op vermindering van kantoren op deze locatie, waarbij de gemeente tussen de en m 2 bvo wil behouden. De functie kantoren op Mercurion kan worden geschrapt met de toezegging van ondersteuning door de provincie bij de zoektocht naar een alternatieve invulling van deze locatie. Locatie Renkum (Hes-West) wordt in het rpw niet meer opgenomen als toekomstige kantoorlocatie. 3.3 CONCRETE VOORSTELLEN VOOR KANTOORLOCATIES 1 Algemeen: a Aanwijzen van Arnhem en Nijmegen als dé locaties voor kantoorontwikkeling. b Het reduceren van het overaanbod op alle overige locaties (dus buiten de twee hierboven genoemde centrumlocaties). c een nee, tenzij beleid voor kleinschalige initiatieven met een duidelijk lokaal karakter. 2 Kantoren op Centrumlocaties: a Ruimte bieden dan wel creëren voor kantoorontwikkeling op Arnhem en Nijmegen Centraal. b In het plan Elst Centraal mag m 2 bvo kantoor voor lokaal (en regionaal) gebruik worden ontwikkeld. Daarnaast is een totaalvisie voor Elst Centraal gewenst. In samenwerking met de provincie zal naar andere invullingsmogelijkheden dan kantoren worden gezocht. 3 Kantoren op Kantorenparken: Concentreren kantoorvolumes op de meeste toekomstbestendige kantorenpark-locaties: - Velperweg, Arnhems Buiten, Brabantse Poort en Heyendaal; - Ruimte bieden aan het overig plan Lent tot maximaal m 2 bvo (versterking lokaal vestigingsklimaat Waalsprong).

89 75 4 Kantoren op Bedrijventerreinen: - Voor de locatie IJsseloord II : de gemeente Arnhem streeft naar vermindering van kantoren op deze locatie, waarbij gemeente Arnhem tussen de m bvo wil gehouden. - De functies kantoren op Mercurion Zevenaar kan worden geschrapt met de toezegging voor ondersteuning van de provincie bij de zoektocht naar alternatieve invulling van de locatie. 3.4 STROOMSCHEMA NIEUWE INITIATIEVEN De beoogde locatie voor het initiatief is harde planvoorraad. NEE De beoogde ontwikkeling is op de centrumlocatie Arnhem Centraal of Nijmegen Centraal. JA JA ONTWIKKELING IS MOGELIJK VANUIT RPW NEE JA De beoogde ontwikkeling is op de volgende kantorenconcentratie: Velperweg, Arnhems Buiten, Brabantse Poort of Heyendaal JA Past het binnen de volgende voorwaarden: * blijft ruimte voor benutting van het bestaande courante vastgoed; * wordt onderzocht welk deel van het incourante aanbod door herontwikkeling of nieuwbouw mogelijk weer op de markt gebracht kan worden; * en wordt bepaald welk deel van het incourante aanbod aan de markt kan worden onttrokken; * er is geen ruimte voor het ontwikkelen van overige plannen. NEE De beoogde ontwikkeling is op de locatie Hof van Holland of Elst Centraal. JA Is de beoogde ontwikkeling een lokaal(regionaal) initiatief? Er is maximaal m2 kantoren beschikbaar op deze locaties. NEE De beoogde ontwikkeling is een kleinschalige initiatief met een duidelijk lokaal karakter. JA Aantonen dat er behoefte is en er geen alternatieven in de bestaande voorraad zijn. NEE GEEN ONTWIKKELING MOGELIJK TOT 1 JANUARI 2021 NEE Dit stroomschema geldt tot 1 januari 2021 voor nieuwe initiatieven betreffende kantoren.

90 76 BIJLAGE 4 REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES FACTSHEETS PER GEMEENTE CIJFERS PER 1 APRIL 2016 In totalen kunnen afrondingsverschillen voorkomen

91 ARNHEM AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN KLEEFSE WAARD WESTERVOORTSEDIJK HET BROEK IJSSELOORD II MERWEDETERREIN WESTERVOORTSEDIJK IPKW KLEEFSE WAARD BASF 0,5 0,6 4,8 1,6 11,3 3,4 5,5 2,98 30,6 0,5 1,6 11,3 3,4 5,5 3,6 4,8 25,7 4,9 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD * KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR NOG UITGEEFBAAR * In deelregio Noord is 5000 m2 ruimte voor PDV. De exacte locatie moet nog worden bepaald.

92 BERG EN DAL AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN DE BOUWKAMP UITBREIDING LIESKES WENGS MIES 0,3 2,8 0,8 3,8 0,3 0,8 2,8 3,8 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD * 8500 KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR * Deze plannen zijn zacht of met afwijkingsmogelijkheid.

93 BEUNINGEN AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN SCHOENAKER 0,5 8 8,5 8,5 8,5 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

94 DOESBURG AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

95 DRUTEN AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN INDUSTRIETERREIN WESTERHOUT KLEPPERHEIDE WESTERHOUT ZUID 5,3 0,7 0,4 0,4 6,8 0,7 0,4 5,7 1,9 4,9 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

96 DUIVEN AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN DE NIEUWELING GRAAFSTAETE 4,9 4,5 9,5 4,9 4,5 4 5,5 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN SEINGRAAF INNOFASE UITBREIDING 11,2 14,6 25,8 11,2 14,6 14,6 11,2 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

97 HEUMEN AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN SLUISPOORT WERKLANDSCHAP OVERASSELT 4 0,3 4,3 0,3 4 1,3 2,9 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

98 LINGEWAARD AANBOD AANBOD GEMEENTE PRIVATE PARTIJEN LOKAAL BEDRIJVENTERREIN HOUTAKKER 2 TOTAAL AANBOD 10,5 10,5 18,7 6,2 PANNENHUIS II 9,6 VOORZIENBAAR 3,8 * 6,7 0 18,7 10,5 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN AGROPARK 2E FASE WENSELIJKE ONTWIKKELING 2,8 9,1 9,6 PERIFERE DETAILHANDEL M2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M2 BVO NOG UITGEEFBAAR *z ie overall-lijst, pagina 98

99 MONTFERLAND AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN EBT I MATJESKOLK UITBREIDING 1,3 3,2 3,1 7,6 4,4 3,2 3,7 3,9 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN DOCKSNLD 25,2 25,2 25,2 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

100 MOOK EN MIDDELAAR AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN SPIJKERWEG 0,6 0,6 0,6 0,6 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN KORENDAL 4,3 4,3 4,3 4,3 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

101 NIJMEGEN AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN NOORD-KANAALHAVEN (INCL. MERCURIUSPARK) OOST-KANAALHAVEN (INCL. MERCURIUSPARK) WINKELSTEEG (VM COMPAQ) WINKELSTEEG OVERIG (OMGEVING NTC/NXP) BIJSTERHUIZEN (INCL WIJCHEN) 3,1 6,7 4,1 2,7 3,5 20,0 3,1 6,7 4,1 6,2 ZIE WIJCHEN 20,0 ZIE WIJCHEN PERIFERE DETAILHANDEL CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR * * Zachte planvoorraad

102 OVERBETUWE AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN DE AAM - SPOORALLEE DE AAM - LUXANTERREIN DE AAM - WOON- WERKLANDSCHAP DE AAM - AAMSE POORT = PDV MERM STATIONSOMGEVING ZETTEN & ANDELST (OOST) 2,2 3,7 4 0,6 1 11,6 2,2 4 0,6 3,7 1 5,2 6,4 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN MERM OOST POORT VAN MIDDEN-GELDERLAND ZUID (HETERENKUM) PARK15 2,5 6,9 60,9 70,3 2,5 6,9 60,9 70,3 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD * KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR ** NOG UITWERKEN * Totaal van alle plannen: hard, zacht en met afwijkingsmogelijkheid. ** zachte planvoorraad

103 RENKUM AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN KLINGELBEEKSEWEG DE HES WEST 0,6 2 2,6 0,6 2 2,6 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

104 RHEDEN AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN DIEREN OOST KANAAL II - UITBREIDING 3,8 * 5,2 9 3,8 * 5,2 4,1 4,8 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN BEEMD 1,2 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR 1,2 1,2 1,2 0 * Volgens opgave gemeente 4 ha; bij monitoring te herzien.

105 RIJNWAARDEN AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN SPIJKSEDIJK (TENGNAGELWAARD-VLIEGENWAARD) 9,3 9,3 9,3 9,3 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD 6000 * KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR * In deelregio Noord is 5000 m2 ruimte voor PDV. De exacte locatie moet nog worden bepaald.

106 ROZENDAAL AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

107 WESTERVOORT AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN HET AMBACHT 4 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR 4 4 0,8 3,2

108 WIJCHEN AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN BIJSTERHUIZEN 21,4 5,5 26,5 26,5 26,5 PERIFERE DETAILHANDEL M 2 BVO CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR

109 ZEVENAAR AANBOD GEMEENTE AANBOD PRIVATE PARTIJEN TOTAAL AANBOD WENSELIJKE ONTWIKKELING VOORZIENBAAR LOKAAL BEDRIJVENTERREIN DE KOPPELING TATELAAR HENGELDER 6,1 0,3 0,5 6,9 6,1 0,3 0,5 4,1 2,9 (BOVEN)REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN 7 POORT 49,6 49,6 49,6 * 20 29,6 PERIFERE DETAILHANDEL CONCENTRATIEGEBIEDEN OVERIGE WINKELVOORRAAD KANTOREN M 2 BVO NOG UITGEEFBAAR 8000 NOG UITWERKEN * uitsluitend XXL-bedrijven

110 96 BIJLAGE 5 REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES TOTAALOVERZICHT WERKLOCATIES

111 OVERALL LIJST BEDRIJVENTERREINEN -TOTAAL BT -LOKAAL- BT-(BOVEN)REGIONAAL KANTOREN -PLANVOORRAAD- PDV/GDV CONCENTRATIE- PDV/GDV OVERIGE WINKEL- - (HECTARES) (HECTARES) (HECTARES) (M 2 BVO) GEBIEDEN (M 2 BVO) LOCATIES (M 2 BVO) TOTAAL TOTAAL TOTAAL TOTAAL NOG UIT- TOTAAL TOTAAL DOOR- VOORZIEN- DOOR- VOORZIEN- DOOR- VOORZIEN- DOOR- DOOR- VOORZIEN- DOOR- VOORZIEN- GAAN BAAR GAAN BAAR GAAN BAAR GAAN WERKEN **** GAAN BAAR **** GAAN BAAR ARNHEM 30,6 25,7 4, ,6 25,7 4, BERG EN DAL 3,8 3,8 0,0 3,8 3,8 0, BEUNINGEN 8,5-8, ,5 0,0 8, DOESBURG DRUTEN 6,8 1,9 4,9 6,8 1,9 4, DUIVEN 35,2 18,6 16,6 9,5 4,0 5,5 25,8 14,6 11, HEUMEN 4,3 1,3 3,0 4,3 1,3 2,9 LINGEWAARD 29,3 3,8 25,5 10,5 3,8 * 6,7 18,7 0,0 18,7 MONTFERLAND 32,8 28,9 3,9 7,6 3,7 3,9 25,2 25,2 0,0 MOOK EN MIDDELAAR 4,9 0,6 4,3 0,6 0,6 0,0 4,3 0,0 4,3 NIJMEGEN 20,0 20,0 0, ,0 20,0 0,0 *** OVERBETUWE 81,8 75,5 6,3 11,6 5,2 6,4 70,3 70,3 0,0 *** RENKUM 2,6 2,6 0,0 2,6 2,6 0,0 RHEDEN 10,2 5,3 4,9 9,0 4,1 4,8 1,2 1,2 0,0 RIJNWAARDEN 9,3 0,0 9, ,3 9, ROZENDAAL WESTERVOORT 4,0 0,8 3,2 4,0 0,8 3,2 WIJCHEN 26,5 26,5 0, ,5 26,5 0, ZEVENAAR 56,6 4,1 52,5 6,9 4,1 2,9 49,6 ** 20,0 29, ,3 219,4 147,9 77,2 35,9 41,2 290,1 203,5 86, *) 3ha mag worden gebruikt voor Rentall en 3,7 ha voor bedrijfsverplaatsingen vanaf de Polseweg vóór **) Uitsluitend XXL-bedrijven ***) Zachte planvoorraad ****) Totaal van alle plannen: hard, zacht en met afwijkingsmogelijkheid. Alleen voor harde plannen kan voorzienbaarheid worden ingesteld. Andere plannen vervallen.

112 98 BIJLAGE 6 REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES OVERZICHT LOKALE BEDRIJVENTERREINEN

113 99 BT-LOKAAL-HA OMVANG GEMEENTE- LIJK LOKAAL AANBOD HA NAV BANEN TE HONOREREN VOORZIENBAARHEID LOKAAL ARNHEM GEEN LOKAAL TERREIN 27,4 - - BERG EN DAL 3,8 3,6 3,8 - BEUNINGEN GEEN LOKAAL TERREIN 2,1 - - DOESBURG GEEN LOKAAL TERREIN 1,0 - - DRUTEN 6,8 1,9 1,9 4,9 DUIVEN 9,5 4,0 4,0 5,5 HEUMEN 4,3 1,3 1,3 2,9 LINGEWAARD 10,5 3,8 3,8 6,7 MONTFERLAND 7,6 3,7 3,7 3,9 MOOK EN MIDDELAAR 0,6 0,5 0,6 - NIJMEGEN GEEN LOKAAL TERREIN 26,4 - - OVERBETUWE 11,6 5,2 5,2 6,4 RENKUM 2,6 2,9 2,6 - RHEDEN 9,0 4,1 4,1 4,8 RIJNWAARDEN GEEN LOKAAL TERREIN 0,9 - - ROZENDAAL GEEN LOKAAL TERREIN 0,1 - - WESTERVOORT 4,0 0,8 0,8 3,2 WIJCHEN GEEN LOKAAL TERREIN 4,3 - - ZEVENAAR 6,9 4,1 4,1 2,9 TOTAAL 77,2 98,0 35,9 41,2

114 COLOFON Het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) is een uitgave van de regio Arnhem-Nijmegen. Hierin werken samen de gemeenten Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. Teksten en data: regiogemeenten en Ecorys Eindredactie: Exore Communicatie, Heijen Vormgeving: Solo sinds 2014, Deventer September 2017

115 Economie Economische Ontwikkeling Aan het Portefeuillehouders overleg Economie t.a.v. de voorzitter, de heer Ron König Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum Ons kenmerk EZ20/ Contactpersoon Carin Derks Onderwerp Definitief Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling Geachte voorzitter, Datum uw brief 12 oktober 2017 Doorkiesnummer (024) Het Portefeuillehouders overleg Economie heeft het definitieve Regionaal Programma Werklocaties (met bijlagen) op 12 oktober jongstleden aan de 19 gemeenten in het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen voor besluitvorming aangeboden. Onze gemeenteraad heeft op kennis genomen van het Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling van 12 oktober 2017 en ingestemd met het Regionaal Programma Werklocaties. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout Bijlage 2 brief met reactie Nijmegen definitief RPW

116 Bijlage 3 Nota van commentaar op het concept-regionaal Programma Werklocaties Woord vooraf In het Portefeuillehoudersoverleg (PFO) Economie van 23 februari 2017 is afgesproken dat de colleges en gemeenteraden van de regiogemeenten tot 1 juni 2017 hun wensen en bedenkingen kenbaar kunnen maken op het concept Regionaal programma Werklocaties. Vervolgens zal worden overwogen of en op welke punten het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) wordt aangepast. Daarna zal het PFO Economie het definitieve RPW voorleggen voor instemming aan de colleges en gemeenteraden van de regiogemeenten. Het RPW zal vervolgens in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Gelderland worden vastgesteld. In deze nota van commentaar zijn de wensen en bedenkingen van de gemeenteraden samengevat en van een reactie voorzien. In totaal hebben 16 gemeenten een schriftelijke reactie ingediend. De gemeenten Doesburg, Renkum en Rozendaal hebben aangegeven geen zienswijze te hebben bij het concept RPW. Mook en Middelaar is economisch verbonden met deze regio, ook al hoort de gemeente formeel tot Limburg. Mook en Middelaar is daarom cijfermatig meegenomen in de onderzoeken. Mook en Middelaar heeft echter uiteindelijk besloten niet meer deel te nemen aan dit RPW-traject. In de volgende monitoring zal dit cijfermatig verwerkt worden. Voordat beknopt wordt ingegaan op de afzonderlijke reacties van de verschillende gemeenten, komen eerst de hoofditems integraal aan de orde. Hierbij zal ook worden toegelicht hoe hier mee wordt omgegaan in het te wijzigen RPW. Waar gemeenten schriftelijke reacties van private partijen hebben toegevoegd als bijlage aan de wensen en bedenkingen, dan zijn deze impliciet als onderdeel van de gemeentelijke reactie (en dus niet letterlijk in deze commentaarnota) meegenomen. Deze commentaarnota maakt onderdeel uit van het totale afwegingsproces rondom het Regionale Programma Werklocaties. Arnhem, 12 oktober 2017 Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 1

117 Hoofditems: 1. Fasering (economisch evenwicht) Opmerking van gemeenten: Verschillende gemeenten hebben gevraagd niet te snel in te zetten op het schrappen van werklocaties. Daarnaast werd het streven naar economische evenwicht per januari 2020 door sommige gemeenten als te ambitieus gezien. De regio zou meer tijd moeten nemen om het na te streven economisch evenwicht te bereiken. Dit zou op zijn beurt weer bijdragen aan meer consensus binnen de regiogemeenten. Het lijkt nu teveel een rekenmodel met te strakke regels wat geen recht doet aan de economische marktsituatie. Hierdoor zouden nieuwe economische ontwikkelingen wel eens kunnen worden belemmerd. Reactie: Het is juist noodzakelijk om tot economisch evenwicht te komen in de regio om daarmee nieuwe economische ontwikkelingen in de nabije toekomst mogelijk te maken. Het is noodzakelijk voor de zogeheten ladderonderbouwing om het overaanbod weg te werken. Verder is het gewenst om bestaand, deels verouderd en versnipperd aanbod weg te werken. Zo kunnen nieuwe bedrijven landen op de voor het bedrijf en de regio meest wenselijke locatie, mede in relatie tot de werkgelegenheid. Verder blijft het mogelijk om bestaande bedrijven uit te breiden (bijv. bedrijven die niet kunnen verplaatsen zoals watergebonden bedrijven). Ook bestaande bedrijventerreinen uitbreiden met minder dan 0,5 ha om een lokaal probleem op te lossen blijft overeind. Hiervoor moet eveneens een ladderonderbouwing worden gemaakt. Gezien de belangen die spelen en de reacties van de meeste regiogemeenten, wordt toch voorgesteld om het tijdstip van economisch evenwicht te verlengen naar januari De lijsten voor te schrappen locaties moeten na de zomervakantie 2018 (medio september) definitief zijn.deze lijsten worden voorgelegd aan het PFO Economie, die het vervolgens met advies voorlegd naar GS van de provincie Gelderland. De exacte werkwijze en planning (ook in relatie tot de inzet van voorzienbaarheid etc.) zal de komende maanden verder worden uitgewerkt. Hiervoor is zorgvuldige monitoring van belang. Er wordt een voorstel uitgewerkt waarin alle criteria op een rij worden gezet (onder meer, wat is de actuele vraag en het aanbod, hoeveel uitgifte is er geweest, etcetera). 2. Compensatie Opmerking van gemeenten: Een belangrijke opmerking bij gemeenten is de zogeheten compensatieplicht. Is deze in de praktijk wel uitvoerbaar? Dit is erg onduidelijk en maakt nieuwe gewenste ontwikkelingen onmogelijk. Reactie: Op basis van het juridische advies van Bregman Advisering d.d. 24 mei 2017 is duidelijk geworden dat de voorgestelde compensatieregeling juridisch niet houdbaar is, zolang er nog geen sprake is van economisch evenwicht in de regio. Het was met de compensatieregeling overigens ook geenszins de bedoeling om gewenste ontwikkelingen onmogelijk te maken voor de toekomst. De regio wil komen tot een goede ook kwalitatieve- match van bedrijven met werklocaties in de regio, op elk moment. Het was vooral bedoeld om eisen te stellen aan de toevoeging van nieuwe werklocaties in de regio. Er is namelijk voldoende kwalitatief (zeer) geschikt aanbod beschikbaar. Bij gewenste nieuwe ontwikkelingen geldt voortdurend het principe van de duurzaamheidsladder waaraan getoetst zal moeten worden. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 2

118 Uit het juridisch advies met bijbehorende conclusies blijkt dat de voorgestelde compensatieregeling niet zal werken. Zolang er sprake is van overaanbod is de compensatieregeling die was bedacht niet toepasbaar. Niet op regionaal en ook niet op lokaal niveau. Om die reden wordt de compensatieregeling uit het Regionale Programma Werklocaties gehaald. 3. Lokaal bedrijventerrein Opmerking van gemeenten: Uitgangspunt is dat alle gemeenten met een bestaand aanbod ruimte houden om de vraag aan lokale bedrijventerrein te kunnen laten landen. Het is belangrijk dat lokaal gebonden bedrijvigheid een plek kan hebben en houden in een gemeente. De lokale vraag in de regio is verdeeld over alle gemeenten (hoeveelheid hectares die de gemeente nodig heeft om tot en met 2025 aan de vraag te tegemoet te komen). Dit is nader uitgewerkt in het Regionaal Programma Werklocaties. Belangrijke opmerking hierbij was, dat gemeenten die geen lokaal terrein meer hebben om uit te geven, tijdig nieuw terrein moeten kunnen ontwikkelen om in de lokale vraag te kunnen voorzien. Met andere woorden, wanneer een tekort wordt voorzien, dan moet het mogelijk zijn om nieuw terrein te gaan ontwikkelen. Reactie: In het Portefeuillehoudersoverleg Economie van 23 februari 2017 is afgesproken dat deze mogelijkheid moet worden geboden en dat het RPW hierop als volgt zal worden aangepast: Indien een gemeente geen lokaal terrein meer heeft om uit te geven, danwel wanneer er een tekort wordt voorzien, dan mag de gemeente nieuw lokaal terrein in ontwikkeling nemen. Wel moet deze ontwikkeling de toets van de ladder voor duurzame verstelijking kunnen doorstaan. Dit is mogelijk tot het maximale toegestane lokale aanbod dat een gemeente mag hebben. Deze maximale voorraad aan lokaal terrein staat op pagina 99 onder de kolom te honoreren. Detailhandel is uitgesloten. Onder een lokaal terrein wordt verstaan een terrein met een overwegende kavelgrootte kleiner dan 0,5 ha. Opmerking van gemeenten: De verdeelsleutel voor de toewijzing lokaal bedrijventerrein wordt als niet wenselijk beoordeeld. Reactie: De verdeelsleutel op basis van de werkgelegenheid leidt niet voor alle gemeenten tot de voor deze gemeenten gewenste uitkomsten. Echter, uitgangspunt blijft, dat alle gemeenten met een bestaand aanbod ruimte houden om de voorspelde vraag te kunnen laten landen. Het is belangrijk dat lokaal gebonden bedrijvigheid een plek kan hebben en houden in een gemeente. In dit verband is de wijziging in het RPW zoals hierboven aangeduid wanneer er een tekort op lokaal terrein wordt voorzien, dan mag de gemeente nieuw lokaal terrein in ontwikkeling nemen, mits. ook van belang. Hiermee wordt toekomstig lokale bedrijvigheid veilig gesteld. 4. Planning proces document Regionaal Programma Werklocaties In het Portefeuillehoudersoverleg Economie van 24 mei 2017 is de afspraak gemaakt om het proces en de planning voor besluitvorming rond het RPW aan te passen. Om die reden is niet op 23 juni 2017 het gewijzigde RPW voor instemming aan het PFO aangeboden maar komt dit op 6 oktober 2017 op de agenda. Het PFO van 23 juni was vooral bedoeld om de nadere onderzoeken (Kantoren, XXL logistiek, Juridisch Advies) en concept-commentaarnota (nav wensen en bedenkingen) te bespreken en de implicaties hiervan te beoordelen. Ook de herijking/herschrijving van het onderdeel Perifere Detailhandel is daar inhoudelijk besproken. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 3

119 Vervolgens is een en ander verwerkt in een gewijzigd RPW dat op 6 oktober 2017 wordt besproken in het PFO Economie. Daarna zal het RPW worden aangeboden aan colleges en raden met het verzoek om het nog in 2017 voor te leggen aan de gemeenteraden voor instemming. Gedeputeerde Staten kunnen dan in januari 2018 tot vaststelling overgaan. 5. Juridisch advies Er is juridisch advies gevraagd en op basis hiervan heeft Bregman Advisering op 24 mei een definitieve rapportage opgeleverd. Deze is als bijlage toegevoegd en maakt onderdeel uit van de overwegingen die leiden tot adviezen en besluiten in het kader van dit RPW. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar deze bijlage. Hieronder staan de belangrijkste conclusies die in het RPW worden verwerkt: Compensatie is niet mogelijk zolang er sprake is van overcapaciteit; belangrijke uitzondering is het ontstaan of creëren van een marktbehoefte (bedrijf of bedrijvigheid) die niet kan worden vervuld op gronden waarop al een passende bestemming rust. Er zijn geen mogelijkheden om terreinen uit het aanbod te halen zonder de bestemming aan te passen ( bijvoorbeeld privaatrechtelijke contracten waarbij zonnepanelen worden gelegd voor een periode van 10 jaar; ook bestuurlijke afspraken zijn juridisch niet houdbaar) Het RPW zoals het nu voorligt is in beginsel geschikt voor het creëren van voorzienbaarheid. Voorwaarde is dat voor alle locaties die het betreft wordt aangegeven hoeveel er wordt geschrapt. Dit moet ook op kaart gedetailleerd worden aangegeven (kadastraal en gearceerd etc.) Als termijn voor voorzienbaarheid is een periode van 1,5 jaar voldoende. Deze voorzienbaarheid heeft als doel om planologische schadeclaims te voorkomen en moet worden gepubliceerd zodat het mogelijk is zienswijzen in te dienen voordat het tot wijzigingen van bestemmingsplannen komt (schrappen van bestemmingen). Er is een stappenplan gemaakt hoe dit verder uit te werken. Wanneer gemeenten hier niet tijdig invulling aan geven, dan zal de provincie dit proces moeten oppakken. Waar nodig zal de provincie planologisch moeten ingrijpen om het beoogde economisch evenwicht te realiseren. Schadeclaims: met het gebruik van de zogeheten voorzienbaarheidsperiode en het bijbehorende proces, wordt beoogd om mogelijke planologische schadeclaims van private eigenaren te voorkomen. Hiermee kunnen ze geen gerechtvaardigd beroep doen op deze schademogelijkheid. Voor private terreinen kan er sprake zijn van contracten tussen gemeenten en marktpartijen. Deze contracten moeten worden geanalyseerd ter voorkoming van succesvolle schadeclaims wegens toerekenbare tekortkoming als de gemeente het bestemmingsplan aanpast (bestemming bedrijven, kantoren of detailhandel eraf haalt). Wanneer niet de gemeente maar de provincie het juridische instrumentarium voor het schrappen van bestemmingen inzet lijkt het risico op toerekenbare tekortkoming nihil. Aanvullend zijn er juridische vragen gesteld door de gemeente Duiven 1. Bregman haalt op pagina 5 de jurisprudentie aan inzake passieve risicoaanvaarding bij creëren voorzienbaarheid. Er zijn twee criteria: Criterium 1 wordt uitgebreid op pagina 6 en 7 behandeld. Echter, criterium 2 wordt niet verder toegelicht. Dat betreft verwijtbaar stilzitten. Wanneer is daar in juridische zin sprake van? 2. Maakt het in dit verband bij planschadeprocedures nog uit of een particulier of de gemeente de gronden bezit, uitgaande van de verwachting dat de provincie de voorzienbaarheid beleidsmatig en procedureel gaat creëren. Antwoord: 1. Bij het bepalen of een eigenaar gedurende de voorzienbaarheidstermijn verwijtbaar heeft stilgezeten, is cruciaal of hij een voldoende concrete poging heeft gedaan om de mogelijkheden van het oude plan alsnog te benutten. Het gaat daarbij bij voorbeeld om een serieus, uitgewerkt plan dat als beginselaanvraag aan de gemeente wordt voorgelegd met het verzoek om vooroverleg. Let wel: hier kan niet zonder echte voorinvestering van de zijde van de eigenaar worden volstaan met een vaag en globaal plan, maar het moet gaan om een concreet, uitgewerkt plan. 2. In theorie geldt de regeling inzake voorzienbaarheid en de daarbij behorende redelijke termijn ook tussen overheden (indien de provincie uiteindelijk planologisch-juridisch ingrijpt). In de praktijk heeft in de relatie provincie-gemeente voorzienbaarheid geen praktische Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 4

120 betekenis, omdat de gemeente al (veel) langer dan particuliere eigenaren op de hoogte is van het provinciale beleid en de weigering van de gemeente om het provinciale beleid om te zetten in een bestemmingsplanwijziging (ongeacht de reden van die weigering) nu juist de reden is voor provinciaal ingrijpen. Een succesvolle gemeentelijke planschadeclaim jegens de provincie is uit dit oogpunt een zuiver theoretisch fenomeen. Concreet betekent dit voor het RPW: De compensatieregeling komt te vervallen (zie ook Hoofditem punt 2). De voorzienbaarheidsprocedure wordt later ingezet (geen 2 jaar maar 1,5 jaar voorzienbaarheid): uiterlijk 1 juli Nadere uitwerking van deze procedure (eenduidig proces, kaartmateriaal, detaillering locaties etc.) wordt pas gestart nadat behandeling van het RPW in het PFO van 6 oktober 2017 heeft plaatsgevonden. Risico s op terechte schadeclaims kunnen worden geminimaliseerd door het tijdig en juist inzetten van het juridisch instrumentarium. Dat betekent onder meer dat de provincie wordt gevraagd het initiatief te nemen en de regie te voeren om bestemmingen te schrappen als er sprake is van contracten tussen marktpartijen en gemeente(n). 6. Financiële consequenties Over het onderdeel financiën is in de uitgangspuntennotitie bepaald, dat hier niet op gestuurd gaat worden. Er is gekozen voor een kwalitatieve beoordeling op basis waarvan keuzen worden gemaakt. In beginsel ligt de financiële verantwoordelijkheid dus bij gemeenten. Het gaat hierbij om het afboeken van voorziene inkomsten vanwege gronduitgiften. Voor wat betreft de risico s op schadeclaims en de mogelijke financiële gevolgen hiervan, wordt verwezen naar hetgeen hierboven is gemeld. In het kort: door het goed en tijdig inzetten van het juridisch instrumentarium kunnen planologische schadeclaims worden afgewezen. Bij contracten tussen gemeenten en private partijen moet eerst worden onderzocht of er wel sprake is van een toerekenbare tekortkoming. 7. Nader onderzoek XXL-Logistiek Overeenkomstig de toezeggingen gedaan bij de eerdere behandeling van het RPW, is er een aanvullend onderzoek gedaan naar de marktruimte en locatiemogelijkheden voor de vestiging van XXL logistiek (zie concept-rpw pagina 29). Aanleiding was het rapport van Buck Consultancy d.d. 22 september Gezien de trend in de markt is besloten om in het eerste halfjaar 2017 een onderzoek te doen met als vraag: biedt het bestaand aanbod aan bedrijventerreinen in de regio gericht op logistiek voldoende kavels die groot genoeg zijn (te maken) voor mega DC s? De uitkomsten van dit onderzoek (uitgevoerd door Ecorys gedateerd 6 juni 2017) maken onderdeel uit van de besluitvorming in dit kader voor het RPW. Voor een uitvoerige inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar dit rapport dat als bijlage is toegevoegd. Belangrijkste conclusies: in de huidige ruimtevraag is XXL-logistiek meegenomen; binnen de logistieke knooppunten in de regio Arnhem-Nijmegen zijn locaties beschikbaar en zeer geschikt; er zijn additionele mogelijkheden om XXL-locaties te realiseren binnen de logistieke Knooppunten ( Knoop 38 en Knoop EMZ); binnen knooppunt EMZ kan een knelpunt ontstaan vanwege de nog te realiseren afslag bij Zevenaar; geef randvoorwaarden mee aan XXL-locaties (o.a. kavelgrootte). Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 5

121 Concreet betekent dat voor het RPW: in de regio geen nieuwe locatie voor XXL-logistiek hoeft te worden ontwikkeld; de Knoop 38 en Knoop EMZ worden gezien als landingsplek voor XXL-logistiek in de regio; 20 Ha van 7Poort Zevenaar (geeft voorlopig ruimte voor minimaal 2 hele grote bedrijven tot 5 minder grote XXL-vestigingen) voor nu wordt ingezet voor XXL-logistiek en de bestemming hierop wordt aangepast ( 20 ha 7Poort op groen zetten ); het mogelijke knelpunt beschikbaarheid van XXL-kavels in de regio in is feitelijk beheersbaar. Gelet op de overcapaciteit in de regio en de beschikbaarheid van goede kavels, hoeft vooralsnog geen nieuwe ontwikkelruimte in de markt te komen. Nieuwe locaties moeten dan ook nog planologisch en procedureel worden doorlopen. 8. Kantoren (nadere uitwerking) In een aanvullend memo van 1 juni 2017 van de werkgroep Kantoren RPW, is een nadere uitwerking gemaakt voor het onderdeel kantoren. Gekeken is naar de wijzigingen die moeten worden doorgevoerd voor de gemeenten Arnhem, Renkum, Zevenaar, Nijmegen en Overbetuwe. Concreet betekent dit voor het RPW: het verder in ontwikkeling brengen van de locatie Arnhem Centraal; voor de locatie IJsseloord II: Arnhem streeft naar vermindering van kantoren op deze locatie, waarbij de gemeente tussen de m2 BVO wil behouden; locatie Renkum (Hes West) wordt verder in RPW niet meer meegenomen als toekomstige kantoorlocatie; de functie kantoren op Mercurion in Zevenaar kan worden geschrapt met het verzoek en toezegging voor ondersteuning bij zoektocht naar een alternatieve invulling van de locatie; voor Nijmegen wordt voor de locatie Lent m2 BVO gehonoreerd; voor de locatie Elst moet de gemeente een totaalvisie voor Elst Centraal opstellen. Een kantoorontwikkeling tot maximaal 5000 m2 BVO voor lokaal (en regionaal) is passend binnen dit plan. Voor het resterend programma zal in samenwerking met de provincie naar andere invullingsmogelijkheden worden gezocht. 9. PDV herijking/herschrijving Bij het bespreken van het RPW in februari 2017 is al onderkend dat de beslispuntennotitie PDV erg omvangrijk, moeilijk leesbaar en nogal complex werd gevonden. Om die reden is dit onderdeel van het RPW herschreven zodat het voor partijen inzichtelijker en leesbaarder wordt. Deze bijlage is toegevoegd. Naast een aantal kleinere verschuivingen zijn de volgende belangrijke aanpassingen doorgevoerd: het behoud van Duiven Centerpoort met een omvang van m2 BVO voor reguliere PDV; reservering van m2 voor PDV met een aantal restricties- met bovenregionale aantrekkingskracht in Duiven; Er blijft marktruimte beschikbaar voor PDV in Noord van 5000 m2; Druten: toevoeging van m2 PDV; het besluit van de provincie om akkoord te gaan met de ontwikkeling van m2 bvo marktruimte in Ressen voor een solitaire bouwen tuinmarkt. Verder is per deelgebied een duidelijk voorstel gemaakt hoe te komen tot herprogrammering en evenwicht (rekening houdend met marktruimte etc.). Dit zal verder worden opgenomen in het RPW. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 6

122 Gemeente Arnhem Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Instemming met het concept-rpw (besluit college 7 maart 2017, raad stemt ook in). Het maken van keuzes is noodzakelijk om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. 2. Gebruik van Oude Veerweg als werklocatie wordt nu in het ontwerp RPW beschouwd als een ontwikkeling van een nieuwe werklocatie. Moet samen met Akzo Haven aangemerkt worden als bijzondere werklocatie voor campusontwikkeling c.q. groene hub. Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Het toevoegen van Oude Veerweg behoort niet tot de harde planvoorraad omdat hier geen vastgesteld bestemmingsplan voor is. Met IPKW heeft Arnhem en de regio een locatie beschikbaar voor campusontwikkeling c.q. de Groene Hub. Vooralsnog bestaat er geen noodzaak voor toevoeging van Oude Veerweg aan het IPKW terrein. In 2021 (of later) ontstaat er wellicht een nieuwe situatie waarin de behoefte aan ontwikkeling van Oude Veerweg wel aantoonbaar is. Dat is het moment waarop alsnog besloten kan worden om Oude Veerweg alsnog in het RPW opgenomen kan worden als gewenste ontwikkeling. 3. Waardering voor het uitvoerige en zorgvuldig proces. Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Gemeente Berg en Dal Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. College en raad van Berg en Dal gaan in grote lijnen akkoord met het concept-rpw. Er zijn enkele opmerkingen en bedenkingen. 2. Volgens het concept RPW hoeft Berg en Dal geen bestaand aanbod aan bedrijventerrein te schrappen. Vraag en aanbod zijn nagenoeg in evenwicht. Het RPW geeft ruimte om bij voldoende marktvraag lokaal bedrijfsterreinen (bijvoorbeeld Hulsbeek) te ontwikkelen. Kleine aanpassingen aan bedrijventerreinen zijn ook mogelijk (bijvoorbeeld situatie Bach). De geraamde toekomstige lokale vraag wordt verdeeld over de regio op grond van het aantal banen in een gemeente. Dit vinden wij een matige onderbouwing, maar we tekenen geen bezwaar aan omdat er vanwege de sterk ontwikkelde zorgsector op dit punt geen voorzienbaarheid nodig is. Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 7

123 3. Indien een gemeente geen lokaal terrein meer heeft om uit te geven, dan moet het mogelijk zijn om een nieuw lokaal terrein te ontwikkelen of om een bestaand terrein uit te breiden. Wij willen terrein ontwikkelen als wij een tekort voorzien, niet pas op het moment dat alles is uitgegeven. 4. De gemeente Berg en Dal kent geen kantorenconcentraties en er hoeft dus niets te worden geschrapt. Wel zijn er verspreid over de gemeente enkele kantoren, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen en bij zorginstellingen. Deze instellingen moeten kunnen uitbreiden. In het PFO Economie van 23 februari 2017 is dit al afgesproken. Zie hiervoor ook hetgeen is vermeld onder Hoofditems punt 3 bij lokaal bedrijventerrein. In de gemeente zijn vele zorginstellingen gevestigd, o.a. Maartenskliniek etc. De kantoorfunctie is ondersteunend aan de hoofdfunctie (maatschappelijke zorg). In het RPW wordt dit niet veranderd en dergelijke kantoorfuncties blijven dus toegestaan. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor onderwijsinstellingen met kantoor. Gemeente Beuningen Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Het geldende bestemmingsplan van de locatie Bull gaat uit van een maximale bouwhoogte van 10 meter en sluit ondergronds bouwen niet uit. In theorie kan dus meer dan één bouwlaag worden gerealiseerd. Hiermee rekening houdende komt de onbenutte planvoorraad van de locatie Bull aanzienlijk hoger uit dan de omvang waarmee in het RPW rekening is gehouden m2 in plaats van m2. Wij verzoeken u dit in het definitieve RPW te corrigeren. 2. Met betrekking tot de verdeling van de PDV/GDV markruimte in 2/3 voor PDV/GDV concentratiegebieden en 1/3 voor overige winkellocaties verzoeken wij u in het definitieve RPW nader te onderbouwen waarom u tot deze verdeling bent gekomen. Voor meerdere bestemmingsplannen geldt dat ondergronds bouwen niet wordt uitgesloten. In het RPW wordt ondergrondse ontwikkelruime niet meegenomen, ondergronds bouwen ligt voor detailhandel niet direct voor de hand. In het RPW is met betrekking tot de verdeling van de PDV/GDV marktruimte in 2/3 voor PDV/GDV concentratiegebieden en 1/3 voor overige winkelgebieden het volgende toegevoegd: Het is niet reëel om te verwachten dat de volledige marktruimte in de komende jaren alleen in de concentratiegebieden zal worden geaccommodeerd (100/0), omdat de overige winkellocaties kunnen voorzien in de lokale behoefte. Als taakstellende beleidsambitie is benoemd dat de helft van de bruto-marktruimte in de komende jaren zal worden gereserveerd voor de concentratiegebieden en de helft voor overige winkellocaties (50/50). Na verrekening van de potentieel aanwendbare leegstand van winkelpanden in de concentratiegebieden en in de overige winkellocaties, resulteerde een 67/33 verdeling van de netto-marktruimte over de concentratiegebieden en de overige winkellocaties. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 8

124 3. Bij de definiëring van de branchebepaling in het RPW zouden mogelijkerwijs ook andere volumineuze branches toegevoegd kunnen worden als rekening gehouden wordt met het KB van 21 november 2015, nr Wij verzoeken u dit te onderzoeken en hierover in het definitieve RPW voorstel helderheid te verschaffen. Dit geldt ook voor de vraag of het hoofdassortiment van een PDV locatie uit meerdere branches mag bestaan. 4. In paragraaf van het concept RPW is op pagina 44 punt 3 opgenomen hoe om te gaan met het nevenassortiment. Dit is onduidelijk geformuleerd, waardoor er interpretatieverschillen kunnen ontstaan. Ook hierover stellen wij voor in het definitieve RPW voorstel helderheid te verschaffen en hierbij rekening te houden met onze opvatting dat voor een specifieke winkelformule van Van Cranenbroek (binnen de grens van 10% van het WVO) voor elke tot het nevenassortiment behorende productgroep maximaal 750 M2 mag worden gebruikt. 5. De gemeente Beuningen wil niet financieel aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die uit het RPW kan voortvloeien. De definitie van PDV is niet aangepast. Voor grootschalige detailhandelsvestigingen (volumineuze branches) zijn op een aantal locaties mogelijkheden (deze locaties worden vermeld in het RPD), andere locaties moeten worden afgestemd met de provincie. Aanpassing van dit beleidsuitgangspunt is niet aan de orde. Wat betreft het hoofdassortiment geeft het RPW aan dat er maar één assortiment mogelijk is en dat deze wordt toegerekend aan 1 van de detailhandelsbranches. Dit is overeenkomstig de beleidsuitgangspunten en doelstellingen uit het RPD Branchevervaging moet worden voorkomen. De tekst over hoofd- en nevenassortiment is aangescherpt inclusief verwijzing naar het RPD. In het RPD staat dat nevenassortiment mag worden gevoerd tot maximaal 10% van de totale winkelvloeroppervlakte met een maximum van 100 m2 WVO. Hieraan wordt ook in het RPW vastgehouden. Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 6. Gemeente Doesburg Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Het RPW is besproken in de gemeenteraad van Doesburg. Besloten is geen gebruik te maken van de mogelijkheid om reactie te geven. Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 9

125 Gemeente Druten Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. College en gemeenteraad van Druten zien de noodzaak van het Regionaal Programma Werklocaties (RPW). Er is waardering dat er voldoende ruimte blijft voor de lokale ondernemers die op dit moment al een uitbreidingswens hebben. Wel plaatst Druten een kritische noot bij het voorliggende RPW omdat het op sommige onderdelen onvoldoende is uitgewerkt om daarover een besluit te nemen. 2. Voor 1 september 2017 moeten wij een voorstel indienen welke ruimte we gaan schrappen. Dit is pas mogelijk als er meer helderheid is; het RPW in feite definitief is. De beschikbare ruimte ligt voornamelijk op bestaande (en woonrijp gemaakte) en verder volledig uitgegeven terreinen. Wat betekent dat? De ruimte op de bedrijventerreinen Westerhout en Klepperheide valt geheel onder de noemer 'ingesloten kavels'. Worden deze vierkante meters gerekend tot de voorraad? Blijven zij buiten beschouwing? De meeste ruimte ligt op ons bedrijvenpark Westerhout-Zuid. Dit terrein ligt volledig ingesloten door water in een stedelijk gebied. Het kent één ontsluitingsweg en is ingericht met een collectieve beveiliging en parkmanagement. Wij vinden dat dit terrein niet voor schrappen in aanmerking komt. Het terrein is volledig woonrijp gemaakt en er is alleen sprake van ingesloten kavels. Het schrappen van hectares op dit terrein zet onze groeimogelijkheden voor lokale ondernemers op slot, omdat we hiervoor geen andere terreinen beschikbaar hebben. De financiële consequenties van het schrappen van deze ha zijn voor ons niet acceptabel. 3. Het onderdeel perifere detailhandel is onvoldoende uitgewerkt. Het volledig wegbestemmen van de ruimte in onze bestemmingsplannen is niet acceptabel. Wij gaan ervan uit dat bij het vaststellen van het RPW een meer concrete uitwerking is toegevoegd. Onvoldoende helder is hoeveel ruimte er blijft voor perifere detailhandel in onze bestemmingsplannen. Door onze historie in de Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Met name voor het onderdeel PDV was er nog wat onduidelijkheid en was er behoefte aan meer uitwerking. In de aangepaste beslispuntennotitie PDV is dit verder ingevuld. Zie hiervoor ook hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 9. In het PFO van 24 mei 2017 is besloten om deze voorstellen voor het schrappen van locaties nu nog niet te eisen, vooruitlopend op besluitvorming in de raad. Eerst na behandeling in PFO op 6 oktober 2017 van gewijzigd RPW zal kunnen worden gestart met het opmaken van de voorstellen en lijstjes. Voor de financiële consequenties wordt verwezen naar hetgeen vermeld onder hoofditem punt 6. Het onderdeel Perifere detailhandel wordt verder uitgewerkt in het RPW. In de bijlage is een aangepaste notitie toegevoegd. Hierin zijn ook concreet voorstellen gedaan hoe te komen tot economische evenwicht binnen het cluster PDV. Ook voor wat betreft de marktruimte in deelregio Zuid is duidelijk gemaakt hoe dit in te vullen (zoals ook door de provincie bepleit). Belangrijkste besluit in deze is het mogelijk maken van een bouw- en tuinmarkt in Ressen ( m2 BVO). Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 10

126 meubelindustrie is hiervoor logischerwijs ruimte voor PDV in het bestemmingsplan op de bedrijventerreinen Westerhout, Westerhout-Zuid en (beperkter) op Klepperheide ontstaan. In ons geval bieden deze terreinen deze mogelijkheid op alle kavels. Dit leidt in het voorliggende RPW tot een aanduiding 'nader te bepalen' in de inventarisatie. In de reactie van de Provincie lezen wij dat zij de ruimte in deelgebied Zuid onvoldoende uitgewerkt vindt. Dit vinden wij ook. 4. Wij verzoeken u om de uitgangspunten uit het oude RPD - voor zover van toepassing- op te nemen in het RPW zodat het oude RPD komt te vervallen. Wij stellen het RPD 2013 niet met terugwerkende kracht vast. Voor gemeenten die het RPD in 2013 niet hebben vastgesteld omdat zij geen onderdeel uitmaakten van de regio, is het een vreemde manier om deze via het RPW tot geldend beleid te maken. Technisch gezien zouden wij eerst in moeten stemmen met het RPD en vervolgens met het RPW. Ook is aangegeven dat voor Druten concreet wordt voorgesteld te schrappen op de locaties Druten-Westerhout, Westerhout-Zuid en Klepperheide (ntb m2) vanwege versnipperd aanbod, schaalgrootte locaties en perifere ligging in de regio. Zie ook hetgeen hierover gemeld onder Hoofditem punt 9. OP 14 juni 2017 is er ambtelijk een aanvullend voorstel ingediend met betrekking tot de PDV-locaties in Druten. Dit voorstel is besproken en is verwerkt in het aangepaste RPW. In de PDV-notitie is opgenomen dat er m2 BVO ruimte toebedeeld is aan Druten voor PDV buiten een concentratiegebied. Alle andere PDV-mogelijkheden op bedrijventerreinen in Druten komen te vervallen met uitzondering van de al bestaande perifere detailhandelsvestigingen. In de nieuwe tekst is tevens bepaald dat solitaire PDV-locaties altijd een opvolger mogen hebben binnen de geldende regelgeving. Bevriezen houdt in: handhaven bestaande vestiging en gebruik, maar geen vierkante meters detailhandel toevoegen. Het komend jaar zal er een herijking plaatsvinden van het oude RPD. Het huidige RPW gaat uitsluitend in op PDV en GDV. Het RPD uit 2013 heeft een bredere insteek en in 2018 zal gekeken worden in hoeverre deze uitgangspunten nog passend en wenselijk zijn. Gemeente Duiven Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. College en raad van Duiven onderschrijven de regionale wens om de economische ontwikkeling te stimuleren, maar gaan niet akkoord met uitwerking in het concept-rpw. Het voorgestelde pakket aan maatregelen pakt schadelijk uit voor de verdere economische ontwikkeling van de gemeente en de regio De Liemers. 2. De effecten van de A15 op de economische positie van de Duivense bedrijvigheid zijn niet goed meegewogen. De gemeente Duiven krijgt over enige jaren twee directe aansluitingen op de A 15: één op de A12 en één op de N 810. Ook krijgt de A12 extra rijstroken. Het nieuwe knooppunt A 12 - A 15 bevindt zich in Duiven. Dankzij deze Het proces en het beleid in het RPW is erop gericht om economische ontwikkelingen voor de toekomst te faciliteren. Het moet nieuwe economische ontwikkelingen in de toekomst juist mogelijk maken. Dat de maatregelen schadelijk zijn voor de economische ontwikkeling in de regio worden niet onderschreven. Er is zowel kwantitatief als kwalitatief absoluut ruimte voor economische ontwikkeling op goede locaties in de regio. De doortrekking van de A15 en de aansluiting van de A15 op de A12 is van belang voor de economische ontwikkeling van de gehele regio, niet specifiek voor Duiven. De afronding van de aanbesteding wordt gezien als ijkpunt. Hoewel er nog geen definitieve zekerheid is over deze aanpassingen aan de A15 is het mogelijk om in volgende jaren bij de monitoring van alle gegevens en de cijfers rond uitgifte, en vraag en aanbod, ook hier specifiek aandacht Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 11

127 aansluitingen krijgen de bedrijventerreinen van Duiven een nog betere aansluiting op de (inter)nationale transportassen. Dit zal de aantrekkelijkheid van de bedrijventerreinen vergroten en leiden tot een hoger uitgiftetempo. 3. Het voorgestelde middel -het stellen van voorzienbaarheid - is erger dan de kwaal. Dit leidt tot economische schade in de regio en blokkeert de verdere ontwikkeling. Door locaties met naam en toenaam openlijk een label oranje-rood mee te geven, geef je als regio/provincie aan dat er zorgen zouden zijn over de kwaliteit of de marktvraag. In gevallen waarin de betrokken gemeenten zich niet herkennen in een dergelijk label gaat daarvan een verkeerd signaal uit naar de markt. En het risico op onnodig verlies aan gemeenschapsgeld wordt vergroot. 4. Er wordt in een veel te korte termijn toegewerkt naar het schrappen van plancapaciteit. De economische crisis is nog maar net achter de rug. Wij zien meer in een geleidelijke overgang, bijv. tot Dat zou in ieder geval moeten gelden voor terreinen die in beginsel het predicaat geschikt krijgen. Zeker nu de economie weer aantrekt zouden de komende jaren juist benut moeten worden voor stimulering van bedrijvigheid en niet voor het afremmen. De gemeenten Duiven, Lingewaard, Montferland, Overbetuwe, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar hebben al eerder een voorstel voor verdere fasering gedaan, maar helaas is deze nog niet overgenomen. 5. Het regionale bedrijventerrein Seingraaf krijgt ten onrechte het label oranjerood. In de bijlage-tabel 0.3 van het Bouwstenenrapport krijgt Seingraaf op alle vier onderdelen een groene kleur, als zijnde geschikt. Dat correspondeert niet met het conclusies uit het hoofdrapport waarbij met een label oranje-rood zorgen worden uitgesproken over de kwaliteit of marktvraag. Het terrein Seingraaf is met financiële en planologische steun van de Provincie Gelderland bestemd en ontwikkeld tot bedrijventerrein. Het is sinds kort op de markt gezet en nu al heeft uitgifte plaatsgevonden; er zijn ook al ontwikkelafspraken gemaakt voor te vragen. Reeds in 2018 zal de eerste monitoring plaatsvinden. Wanneer dit de uitgiften vergroot en de vraag naar terreinen, dan kan dit wellicht leiden tot bijstelling op onderdelen. Het in werking zetten van de voorzienbaarheid is een maatregel om planschadeclaims te voorkomen. Inmiddels is vast komen te staan dat een termijn van 1,5 jaar ook voldoende is alvorens het noodzakelijk is om in bestemmingsplannen te schrappen. Zie ook onder Hoofditem punt 5. Alleen voor terreinen die als overaanbod worden aangemerkt wordt voorzienbaarheid ingesteld. Dit zijn terreinen waarvoor geen marktvraag wordt verwacht en/of waarvan de kwaliteit niet matcht met de marktvraag. Het schrappen van deze terreinen is nodig om tot een regionaal evenwicht te komen. Gemeenten en particuliere eigenaren krijgen nog beperkt tijd om beschikbare kavels in de markt te zetten/ te verkopen.op basis van een kwalitatieve analyse van de locaties is er een keuze gemaakt. Dat is een regionale keuze, hetgeen ook kan worden uitgelegd als een positief signaal naar de markt en voor private partijen. Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 1. Terrein Seingraaf heeft het label oranje gekregen, omdat in de beslisboom, die ten grondslag ligt aan de beslispuntennotitie bedrijventerreinen alleen terreinen op groen gezet zijn die als zeer geschikt zijn beoordeeld, de afgelopen 5 jaar verkopen hadden gerealiseerd, binnen de ruimtelijk economische kaart en binnen de beschikbare vraagraming voor het specifieke cluster pasten. Seingraaf heef inderdaad 4 groene beoordelingen gekregen, resulterend in eindoordeel Geschikt. Binnen het profiel logistiek waren er terreinen die het oordeel Zeer geschikt hebben gekregen. In het toedelen van de beschikbare marktruimte voor logistiek is deze locatie daarom op het label Oranje gezet. Tijdens het PFO van 24 mei jl. is door Duiven aangegeven dat er een optie is Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 12

128 en er lopen onderhandelingen over opties. 6. De lokale terreinen Graafstaete en De Nieuweling zijn voor een groot deel al uitgegeven en voorzien in een aantoonbare vraag. Voor al deze terreinen is er geen overtuigende economische noodzaak om een voorzienbaarheid op te leggen met het oog op het mogelijk schrappen van de bedrijfsbestemming van niet uitgegeven percelen vanaf De daaruit voortvloeiende versnippering is ruimtelijk zeer ongewenst. En er zou onevenredig veel verlies aan gemeenschapsgeld plaatsvinden. 7. Het PDV-beleid voor Centerpoort-Nieuwgraaf vinden wij inconsistent: dé bewezen toplocatie uit het bestaande beleid in de regio wordt aan banden gelegd. De regionale visie uit het RPW op Centerpoort-Nieuwgraaf is inconsistent. In 2013 is Nieuwgraaf in het Regionaal Programma Detailhandel door de Stadsregioraad Arnhem Nijmegen aangewezen als concentratiegebied dat kan doorgroeien tot bovenregionaal topcentrum voor het thema wonen/in en om het huis. Dit is ook in het betreffende bestemmingsplan tot uitdrukking gekomen, dat de expliciete instemming heeft van de Provincie Gelderland. Ook is mede met financiële steun van het Rijk en de Provincie de bereikbaarheid en de groenstructuur geoptimaliseerd. Dit gaf ruimte aan nieuwe ontwikkelingen zoals de Mediamarkt, diverse winkels in de woonbranche en inmiddels is na een positieve uitspraak van de Raad van State ook zeker dat Hornbach zich zal vestigen. uitgegeven voor een belangrijk deel van bedrijventerrein Seingraaf. Gemeenten kunnen straks zelf de keuze maken voor het schrappen van lokaal lokaal terrein, gerelateerd aan het maximum aantal ha s zoals in het RPW toebedeeld. Indien er plekken zijn waar het ruimtelijk niet wenselijk is omdat daar versnippering is ontstaan of ontstaat dan zal dat in de ruimtelijke vertaling van het RPW naar de lokale plannen verwerkt kunnen worden. Mits het natuurlijk binnen redelijke marges blijft. Gemeenten mogen hier zelf een voorstel voor doen. Het is inderdaad gewenst een plek te behouden waar bovenregionaal kan landen. Duiven is de enige plek waar dit past. In de aangepaste beslispuntennotitie PDV is het volgende voorstel gedaan: behoud van mogelijkheden Duiven Centerpoort met omvang van m2 BVO voor reguliere PDV en reservering van m2 bvo voor PDV met bovenregionale aantrekkingskracht aansluitend op de aanwijzing als topthemacentrum op het gebied van wonen/ in-en-om-het-huis. Het bestemmingsplan zal hier op moeten worden aangepast en de vestiging moet aantoonbaar bovenregionaal zijn (zie notitie PDV). Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 13

129 Gemeente Heumen Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Het toepassen van het criterium werkgelegenheid ter bepaling van de lokale vraag naar bedrijventerrein tot 2025 is discutabel en niet onderbouwd. Dit criterium leidt er toe dat de steden met veel regionale functies ruim bedeeld worden ten koste van de regiogemeenten en dat er extra ruimte wordt toegewezen op regionale bedrijventerreinen. De gemeente Heumen als forensengemeente krijgt op basis van werkgelegenheid een relatief klein deel van de vraag toebedeeld. Het verzoek is ter compensatie aan de gemeente Heumen 2 ha toe te kennen, ipv 1,3 ha. 2. In het concept RPW staat dat uitbreiding van lokale bedrijventerreinen pas kan als er geen uit te geven grond meer is. Uitbreiding van lokaal terrein moet mogelijk zijn indien de betreffende gemeente een tekort voorziet van lokaal aanbod. Dit is nodig om tijdig te kunnen inspelen op de vraag vanuit de markt. Naar aanleiding van eerdere inspraakreacties is het criterium aangepast voor de lokale bedrijventerreinen per gemeente niet meer gebaseerd op inwoneraantallen, maar op basis van werkgelegenheidscijfers. Dit betekent dat gemeente Heumen 1,3 ha lokaal bedrijventerrein toegewezen krijgt. Dit leidt niet tot een aanpassing van het RPW. In het PFO Economie van 23 februari 2017 is dit al toegezegd. Zie hiervoor ook hetgeen is vermeld onder Hoofditem punt 3 bij lokaal bedrijventerrein. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 14

130 Gemeente Lingewaard Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Lingewaard vraagt om wijziging van de status naar groen van Agropark II en Het Pannenhuis II, vanwege het tracébesluit voor doortrekking van de A Eens met het streven naar evenwicht tussen vraag en aanbod bedrijventerreinen. Voorstel voor een termijn van 5 jaar (tot 1 januari 2023) om meer ruimte te geven voor marktwerking (verkoop van bedrijventerreinen) en de economische opgang van dit moment. 3. Door het versnipperd aanbod op terrein Agropark II en Het Pannenhuis II, is er geen andere invulling mogelijk dan bedrijventerrein. 4. Het voorstel tot wegbestemmen Agropark II komt niet overeen met het beleid van NEXT-garden/glastuinbouw. 5. Het voormalig veilingterrein is een bestaand bedrijventerrein en geen nieuw aanbod (onderdeel van Het Pannenhuis I). Het bedrijventerrein kent leegstand door de langdurig gevoerde procedure om het bestemmingsplan te wijzigen. Voorstel om geen compensatie te vereisen. In het concept RPW is aangegeven dat het mogelijk is dat de terreinen een andere kleur krijgen (groen) als er definitief zekerheid is over het doortrekken van de A15. Vanaf dat moment kan een en ander worden heroverwogen. Bepalend is hierbij de aanbesteding. Wanneer deze is afgerond dan is er voldoende zekerheid over doortrekking van de A15. De verwachting is dat dit gebeurt in Dan kan de afweging worden gemaakt of hier aanpassing moet plaatsvinden. Dit is mede afhankelijk van de dan ontstane marktsituatie, de vraag en het aanbod op dat moment. Hierop wordt nu nog niet vooruitgelopen. Zie hetgeen hierover vermeld bij Hoofditem onder punt 1. Fasering. Dit zal bij de verdere uitwerking van het RPW en bij het definitief maken van de lijstjes van locaties voor het inzetten van de voorzienbaarheidsprocedure worden beoordeeld. Zie ook hetgeen over deze locaties is gemeld onder 1. In het RPW wordt in verband met overaanbod in de regio een integrale afweging gemaakt. Deze afweging is op onderdelen ook sectoraal beleid overschrijdend. Feitelijk gaat het hier om een bedrijventerrein waarbij op grond van een kwalitatieve en kwantitatieve afweging wordt voorgesteld om deze in de nabije toekomst te schrappen. Het Veilingterrein heeft de specifieke bestemming Veilingterrein en heeft geen algemene bedrijvenbestemming. Wanneer voor deze locatie een unieke bestemming voor een unieke behoefte kan worden gevonden met een eigen marktbehoefte, dan is het wellicht mogelijk om het Veilingterrein om te zetten. De provincie Gelderland heeft recent aangeboden dat er een Taskforce wordt geformeerd om gezamenlijk (provincie, Van Dalen en gemeente) de toekomstige ontwikkelmogelijkheden van het Veilingterrein te onderzoeken. De uitkomsten hiervan zullen zich moeten verhouden met het RPW. Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 6. Financiële consequenties. In het beginstadium van het RPW is al afgesproken dat er geen financiële verevening plaats gaat vinden. Ook de opbrengsten in het verleden zijn niet evenredig verdeeld. 6. Het creëren van voorzienbaarheid neemt niet de financiële consequenties voor de gemeente weg. Daarnaast zijn de financiële consequenties niet evenredig verdeeld over de 19 gemeenten. 7. Reductie van lokale terreinen moet zo plaats vinden dat ook Naast hetgeen hierover reeds gemeld in het RPW wordt verwezen naar Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 15

131 lokale initiatieven bediend kunnen worden na Er is bezwaar tegen het reduceren harde planvoorraad PDV op Houtakker. 9. Er is bezwaar tegen ontwikkeling van PDV op locatie Ressen. 10. Er bestaat een privaat rechtelijke overeenkomst tussen Nijmegen en Bemmel (Lingewaard) dat er bij een grenscorrectie voor de Waalsprong geen grootschalige detailhandel in dit gebied wordt gerealiseerd. hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 3. Lokaal bedrijventerrein. Op basis van nader onderzoek door Ecorys blijkt dat er geen harde plancapaciteit voor PDV is op Houtakker. In het RPD is Ressen benoemd als een van de 13 concentratielocaties in de regio. Er blijkt in de regio Zuid (daartoe behoort de gemeente Nijmegen en dus ook locatie Ressen) niet bediende marktruimte voor PDV. Met de ontwikkeling van de concentratielocatie Ressen kan de marktruimte worden ingevuld op een centrale locatie in de regio. Ressen zal worden ingezet voor een bouw- en tuinmarkt tot maximaal m2 BVO. Dit is vooral een aangelegenheid tussen beide gemeenten. 11. Onjuiste gegevens in het concept RPW. In eerdere rondes zijn eventuele onjuistheden aangepast in het concept-rpw. Hierbij hebben gemeenten in diverse rondes de mogelijkheid gekregen om feitelijke onjuistheden op te merken en door te geven. De gemaakte opmerkingen (ten aanzien van gemeentelijk-privaat eigendom) zijn niet eerder gemaakt. Indien de nu aangeleverde informatie correct is, dan zal dit nog worden aangepast in het definitieve RPW. 12. Op basis van bovenstaande punten 1 t/m 10 zijn de volgende afspraken met Lingewaard gemaakt. Agropark, Pannenhuis II en Houtakker II zijn vrij uitgeefbaar tot 1 januari Dit geldt voor alle terreinen die op rood komen. Agropark komt volledig op rood, ook het deel Zaat (2,8 ha) dat in private handen is. Voor Pannenhuis II geldt dat het mogelijk is dat het terrein op groen komt als er definitief zekerheid is over het doortrekken van de A15. Zie hiervoor de tekst onder punt 1. Houtakker II (10,5 ha) kan deels onder voorwaarden behouden blijven: De gemeente mag over 3,8 ha lokaal terrein beschikken volgens de verdeling van de lokale vraag over gemeenten. Daarnaast is er bereidheid om mee te werken aan 3 ha vestiging van Rentall op Houtakker II. Behoud van de overige 3,5 ha is gekoppeld aan de eventuele transformatie van Polseweg. Als bij eventuele transformatie van dit terrein (3,4 ha) bedrijven verplaatst moeten worden, dan moeten deze bedrijven een plek krijgen op Pannenhuis II of Houtakker II. Deze verplaatsingen moeten dan voor gerealiseerd zijn. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 16

132 Gemeente Montferland Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Nog geen instemming met het concept-rpw (besluit college 18 mei 2017, raad steunt college). Aanpassingen zijn noodzakelijk om in te kunnen stemmen. Zit de regio op slot of wordt die op slot gezet met dit concept-rpw. 2. Schrappen van bedrijventerrein is nog niet noodzakelijk: de economie trekt aan. Kwalificaties als minder geschikt of instellen van voorzienbaarheid schrikt ondernemers af. Voorstel: overgangstermijn tot 2023 aanhouden. In dat geval akkoord met uit de markt nemen onverkochte terreinen. 3. Concept RPW lijkt een rekenkundige exercitie. Er is onvoldoende aandacht voor de unieke, onderscheidende kwaliteiten van verschillende bedrijventerreinen (ligging aan de landsgrens, grootschalige karakter van een logistiek bedrijventerrein). Het cluster logistiek heeft specifieke vestigingseisen: een zeer beperkt aantal bedrijventerreinen is geschikt voor het vestigen van grootschalige logistiek. Er is relatief veel vraag. 4. Montferland wil de tweede fase van DocksNLD oppakken: dat past in de ruimtelijk economisch beleidskaart, de regionale investeringsagenda Arnhem-Nijmegen en de gebiedsopgave Gelderse Corridor/Logistics Valley. Er moet en kan ingespeeld worden op een specifieke vraag vanuit de markt, maar het concept RPW sluit dat ten onterechte uit. 5. Volgens Ecorys is er een mismatch is tussen vraag en aanbod op bovenregionale bedrijventerreinen voor kavels Zie hiervoor nieuwe RPW, aangepaste notitie PDV de nadere onderzoeken en deze commentaarnota. De regio gaat niet op slot met dit RPW maar maakt zich gereed voor een gezonde economische toekomst. Dat is het uitgangspunt. Zie hiervoor hetgeen vermeld onder punt Hoofditem 1. Fasering. Het RPW bevat juist een combinatie van kwantitatieve criteria (vraag en aanbod in hectares) en kwalitatieve beoordeling (locatie-specifieke kwaliteiten). Hiermee wordt recht gedaan aan een uniforme beoordeling over de gehele regio (met dezelfde set criteria). De aangereikte reacties refereren aan XXL-Logistiek. De behoefte aan XXL kavels voor logistiek was wellicht nog niet voldoende in beeld. Vandaar het onderzoek door Buck Consultancy en het aanvullend onderzoek van Ecvorys d.d. 1 juni Zie hiervoor ook hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 7. XXL-logistiek. De vraag naar deze moeilijk te kwantificeren marktruimte kan prima worden ingevuld binnen de knooppunten EMZ en Knoop 38. Nieuwe terreinen hoeven niet ontwikkeld te worden. De resultaten van het onderzoek naar XXL kavels worden vertaald in het definitieve RPW. Met het recent opgeleverde XXL-Logistiek rapport van Ecorys blijkt dat er nog voldoende locaties voor grootschalige logistieke bedrijven beschikbaar blijkt. Voor het knooppunt EMZ zal 7Poort als vestigingsplaats kunnen gaan gelden voor grootschalige logistieke bedrijven( nog los van mogelijk openstaande opties op andere terreinen bijvoorbeeld in Montferland). Het RPW gaat niet in op Overige plannen (zoals tweede fase van DocksNLD) omdat er geen sprake is van economisch evenwicht in de regio. Een succesvolle laddertoets is niet mogelijk zolang er nog voldoende hectares logistiek ook voor deze categorie in de regio beschikbaar zijn. Zie reactie onder 3. Eventuele ontwikkeling van nieuwe locaties worden nadrukkelijk gekoppeld aan de uitkomsten van de monitoring. Bij het ontstaan van een tekort aan locaties voor XXL logistiek in de knoop EMZ is Montferland in beeld. De wijze waarop de kwalitatieve beoordeling heeft plaatsgevonden, wordt uitgelegd in het Bouwstenenrapport Bedrijventerreinen. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 17

133 groter dan 5 ha met een goede ontsluiting en verkeersafwikkeling. Binnen het cluster logistiek, transport en groothandel, is een ruimtevraag van 169 hectare netto. Er is 134 hectare gekwalificeerd als zeer geschikt: het totaal is niet toereikend. Montferland zet er vraagtekens bij of de terreinen werkelijk zeer geschikt zijn. Dit bepaalt de markt. In de regio zijn echter slechts 8 kavels groter dan 4 ha beschikbaar. Hiervan zijn er drie in optie vergeven. 6. Volgens Buck is er onvoldoende aanbod van terreinen voor XXL-ruimtespelers. Montferland pleit voor onderzoek dat uitwijst of bestaande terreinen kunnen worden herverkaveld naar grote kavels ten behoeve van XXLruimtespelers. 7. Een nieuw bedrijventerrein realiseren vraagt om 100% compensatie op een ander bedrijventerrein binnen de eigen gemeente of een andere regionale gemeente (met financiële compensatie). Ook als het gaat om een gewenste ontwikkeling. Niet correct naar de mening van Montferland. Dit gaat ten koste van de financiële haalbaarheid van nieuwe ontwikkelingen. Het is onterecht dat een gemeente waarbinnen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en nodig zijn (financieel) verantwoordelijk wordt gemaakt voor het niet uitgeefbare overaanbod van een andere gemeente. 8. Verder is het concept RPW niet duidelijk over wat exact moet worden verstaan onder 100% compensatie. Wat is de publiekrechtelijke basis? Gaat het om een tijdelijke regeling, wat is de looptijd? Ook zijn er verschillende normen: A. uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen met 0,5 hectare: geen compensatie. B. bij uitbreiding van lokale terreinen en inbreiding en transformatie: 50% compensatie. C. bij nieuwe ontwikkelingen (ook gewenst zoals in Montferland): 100% compensatie. 9. Voorstel is de spelregel van 100% compensatie te laten vervallen. De laddertoets zal als filter werken waardoor enkel ontwikkelingen van de grond komen die zich in een ander specifiek segment bevinden 10. Om vaststelling van het RPW voor Montferland mogelijk te maken is op korte termijn nader onderzoek nodig: Onderzoek in hoeverre bestaande kavels in de regio geschikt kunnen worden gemaakt voor XXL- dc s. Onderzoek naar de vraag hoeveel hectare in de komende Het overzicht aan geschikte kavels voor grootschalige logistiek wordt in de rapportage XXL-Logistiek beschreven. Nader onderzoek heeft recent plaatsgevonden, op verzoek van de Portfeuillehouders Economie. Zie rapportage Ecorys van 6 juni 2017 inzake XXL-Logistiek. De compensatieplicht is volgens juridisch advies in de huidige opzet niet uitvoerbaar zolang er sprake is van overaanbod. Compensatie is dan ook niet langer onderdeel van het RPW. Zie hiervoor ook hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 2. Compensatie. De compensatieplicht komt te vervallen. De compensatieplicht (50 % voor inbreiding en transformatie en 100% bij nieuwe ontwikkelingen) komt te vervallen in het RPW. Zie ook de beantwoording onder 3. Onderzoeken zijn uitgevoerd. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 18

134 tien jaar nodig is voor logistieke bedrijven met een ruimtevraag onder de 6 ha en boven de 6 ha. 11. Op 22 juni 2017 heeft de gemeente Montferland aanvullend een korte rapportage van Buck aan de leden van het PFO toegestuurd. Dit als reactie op het onderzoek van Ecorys naar beschikbare locaties XXL. Dit is besproken tijdens de vergadering van het PFO op 23 juni 2017 (tijdens het gesprek rond agendapunt 4 thema XXL logistiek). Dit heeft niet geleid tot aanpassing van de analyse door Ecorys en de wijze waarop we deze uitkomsten verwerken in het RPW. Wel is nadrukkelijk gesproken over het belang van een goede monitoring en dat wanneer blijkt dat de vraag naar XXL logistiek verder toeneemt en aanvullende locaties noodzakelijk worden- er ruimte kan ontstaan om nieuwe terreinen voor dit specifieke cluster XXL logistiek in ontwikkeling te nemen. Eventuele ontwikkeling van nieuwe locaties worden nadrukkelijk gekoppeld aan de uitkomsten van de monitoring. Bij een tekort aan locaties voor XXL logistiek in de knoop EMZ is Montferland in beeld. De eerste monitoring zal plaatsvinden in de tweede helft van 2018 en de uitkomsten van deze monitoring zullen eind 2018 met eventuele wijzigingsvoorstellen worden besproken in het PFO Economie. Gemeente Mook en Middelaar Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Het gemeentebestuur van Mook en Middelaar heeft aangegeven af te zien van een zienswijze. Het RPW wordt ter informatie behandeld. Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Gemeente Nijmegen Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. College en gemeente raad van Nijmegen onderschrijven het gezamenlijke belang om te komen tot nieuwe regionale programmeringsafspraken over werklocaties in de regio Arnhem-Nijmegen. Ze kunnen zich op hoofdlijnen vinden in de keuzes en voorstellen die in het Regionaal Programma Werklocaties worden gemaakt. Belangrijk is in dit kader de tussentijdse monitoring van vraag en aanbod en uitgiftecijfers zodat tijdig kan worden bijgestuurd en ingespeeld kan worden op ontwikkelingen in de markt. Het belang van tussentijds monitoring wordt onderkend. Het is de bedoeling om in het najaar van 2018 een eerste monitoring uit te voeren. Indien wenselijk zal er dan worden bijgestuurd op onderdelen. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 19

135 2. Nijmegen heeft sinds 2010 al ruim 100 miljoen afgeboekt op haar grondposities. Afboekingen gedefinieerd als de verliesvoorzieningen, directe afwaarderingen van gronden en genomen winsten. In het RPW is er voorlopig geen ontwikkelingsruimte voor de overige plannen, alleen onder strikte voorwaarden. Dit zal tot gevolg hebben dat Nijmegen nog eens een behoorlijk bedrag op haar grondposities moet afboeken. Wij schatten dit vooralsnog in op een bedrag tussen de 15 miljoen tot meer dan 60 miljoen. Het voorstel voor een compensatieplicht van 100% (voor elke ha nieuw terrein moet er een ha bestaand terrein uit de markt genomen worden) vinden wij een goede gedachte, maar wij vinden het noodzakelijk dat een dergelijke compensatieplicht op juridische, planologische en financiële haalbaarheid verder wordt uitgewerkt voordat daarover besluiten kunnen worden genomen. Wij vragen het Portefeuillehouders overleg Economie om dit verder uit te werken in het definitieve RPW. 3. Alleen in Zuid is nog marktruimte voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van perifere detailhandel. Om toch enige ontwikkeling op dit vlak mogelijk te maken en tegemoet te komen aan consumentenwensen willen we marktruimte die er nu is faciliteren op Ressen en Mercuriuspark. Ressen staat op oranje (on hold) wat in dit geval betekent dat de locatie kwalitatief zeer geschikt bevonden is voor perifere detailhandel, maar dat we nog in gesprek zijn met de provincie Gelderland over de gewenste invulling van Ressen. Wij gaan er vanuit dat het definitieve RPW duidelijkheid kan bieden op dit punt. 4. Met betrekking tot het plan Lent heeft Nijmegen aangetoond te voorzien in de vraag naar kantoren. Het plan Lent is een kleinschalige ontwikkeling tot maximaal m2 (verspreid over Hof van Holland) nabij een gemengd cluster van voorzieningen bij het station. Het plan Lent voorziet daarmee in de versterking van het lokale vestigingsklimaat van de Waalsprong in een gebied waar tot op heden geen aanbod was voor kantoorgebruikers. We gaan er vanuit dat plan Lent niet meer ter discussie wordt gesteld en in het definitieve RPW dezelfde status krijgt. Het RPW hanteert ruimtelijke ordeningsprincipes en kwalitatieve criteria in de afwegingen en het is een bewuste keuze om grondwaardes en eventuele eigendomsposities daar niet in mee te wegen. De financiële schade die voortvloeit uit het afboeken van werklocaties komen ten laste van de gemeenten. Eventuele planschadeclaims worden afgedekt door een periode van voorzienbaarheid in te stellen. Zie hiervoor ook hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 6. Financiële consequenties. De compensatieregeling is komen te vervallen. Zie hiervoor ook hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 2. Het onderdeel PDV is inmiddels nader uitgewerkt. Er dient in deelregio Zuid overwogen te worden om zachte planvoorraad aan te wenden voor het realiseren van de bestaande marktruimte. Het concentratiegebied Ressen kan voorzien in circa m2 PDV. Gemeente en provincie hebben overeenstemming over de gewenste invulling van de locatie met een bouw- en tuinmarkt. De restcapaciteit zal moeten worden benut op de overige winkellocaties in de deelregio Zuid, zoals bijvoorbeeld het Mercuriuspark. Op basis van de notitie PDV is de conclusie: Ontwikkelen plannen voor bouw- en tuinmarkt voor locatie Ressen en strategisch reserveren van m2 BVO voor het vergroten van mogelijkheden op andere concentratiegebieden in Zuid. De Ladder voor duurzame verstedelijking is voor dit plan reeds doorlopen en de behoefte is aangetoond. De 5000 m2 wordt gehonoreerd en opgenomen in het RPW. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 20

136 Gemeente Overbetuwe Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Grote bedenkingen bij het moment waarop dit alles plaatsvindt. Een langere fasering zou naar onze mening moeten worden gehanteerd die gemeenten, investeerders en ondernemers de kans biedt hun bedrijventerreinen uit te geven. Wij opteren daarom in plaats van een termijn van drie jaar voor een termijn van vijf jaar (tot 1 januari 2022). 2. Twijfel of het RPW wel bijdraagt aan het doel. Welke locaties zijn dan wel de juiste die hiervan moeten profiteren. Het RPW geeft geen inzicht in welk voordeel er voor de regio of gemeenten in zit. 3. Locatie Aamsepoort Noord/ Aamsestraat 85 is; een entreelocatie met een lange planhistorie. De transformatie van dit terrein, dat momenteel een PDV-bestemming Tuincentrum heeft, maakte jaren geleden ook deel uit van regionale afspraken. Wij waren bereid mee te werken aan de verplaatsing van Intratuin op de Aamsepoort Zuid onder de door de regio opgelegde voorwaarde dat de huidige bestemming zou worden getransformeerd naar een andere bedrijfsmatige bestemming dan PDV. Dat de (hoogwaardige) ontwikkeling van deze relevante locatie door het RPW-proces is gestaakt, achten wij, mede gezien de historische context, volstrekt onacceptabel. Wij willen de garantie dat, als wij in 2020 ons lokale aanbod in evenwicht hebben gebracht, deze locatie wel gerealiseerd kan worden. 4. De provincie vindt het gewenst om voor de versterking van de Gelderse corridor, waarvan Overbetuwe in de regio Arnhem Nijmegen het focuspunt is, een railterminal in Overbetuwe te realiseren. Wij gaan ervan uit dat de RTG natuurlijk op geen enkele wijze meegeteld kan worden als extra bedrijfsterrein voor Overbetuwe. Deze afspraak Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 1. Fasering. RPW is duidelijk bedoeld om regio klaar te stomen voor nieuwe economische ontwikkelingen en moet leiden tot het beschikbaar krijgen van de beste locaties op de goede plek in de regio voor mogelijke bedrijfsvestigingen. Hieraan kan worden voldaan met dit RPW. Alleen bij economische evenwicht in de regio wordt het weer mogelijk om nieuwe terreinen te ontwikkelen vanwege de zgn. verplichte laddertoets. Tenzij er sprake is van een uniek bedrijf/functie, op een plek met een eigen marktbehoefte en dit ook kan worden aangetoond. Locaties zijn conform objectieve criteria beoordeeld. Indien er evenwicht wordt bereikt ontstaan er nieuwe mogelijkheden. Garanties, specifiek voor herontwikkeling van Aamsepoort Noord zijn er niet te geven, omdat aan alle noodzakelijke voorwaarden moeten worden voldaan (laddertoets bijv. en afstemming). Aamsepoort betreft een lokaal terrein waarbij geldt: zodra het totaal aan lokaal terreinen is uitgegeven en er nieuwe vraag wordt voorzien, dan ontstaat nieuwe ruimte tot ontwikkeling. Zie voor de voorwaarden waaronder, Hoofditem punt 3. Lokaal bedrijventerrein. De RTG is inmiddels als bijzondere locatie (status aparte) opgenomen in het RPW en is geen concurrent voor reguliere bedrijventerreinen. Dit wordt opgenomen in het RPW. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 21

137 hebben wij met de provincie en die willen wij terugzien in het RPW. 5. De Merm is nu in het concept RPW getypeerd als een lokaal bedrijventerrein, terwijl dit in onze ogen altijd een regionaal terrein is geweest. De Merm Oost is wel getypeerd als een regionaal bedrijventerrein. Zowel De Merm als De Merm Oost zijn qua ligging, bereikbaarheid en segmentering volstrekt vergelijkbaar. De duiding van De Merm als regionaal bedrijventerrein, hetgeen naar onze mening recht doet aan de werkelijkheid, zou onze lokale schrapopgave verkleinen en ons in staat stellen een bijdrage te leveren aan het realiseren van het economisch potentieel van de Gelderse Corridor. 6. Voorstel voor schrappen lokale terreinen: het creëren van voorzienbaarheid is een medeverantwoordelijkheid van de provincie en verzoeken u nadrukkelijk hierover heldere en uniforme procesafspraken te maken tussen de provincie en de regiogemeenten. Wij gaan er dan ook van uit dat u ons bij de aanbieding van de eindversie van het RPW in juli a.s. hiervoor een heldere, uniforme afgestemde aanpak voorlegt. 7. In het RPW wordt de regio in drie deelregio s opgesplitst. Hier missen we de integraliteit die we vanaf het begin van dit proces nastreefden: we werken aan de kracht van de regio door een integrale aanpak en zoeken naar complementariteit in het kader van de stedelijke investeringsagenda (MIRT). Vanuit de Economic Board wordt eveneens alles op alles gezet om onze regio als een eenheid te bevorderen en op de kaart te zetten. De indeling in drie subregio s staat daar haaks op. 8. Mogelijke vestiging van onder andere een nieuwe bouwmarkt (lees Hornbach) ten noorden van de Waal in Nijmegen: wij kunnen niet accepteren dat daar ontwikkelingen plaatsvinden die schade toe gaan brengen aan bestaande bedrijven in het zogenaamde deelregio midden (waarvan wij de zelfstandige positie in het RPW nog steeds volstrekt onbegrijpelijk en onaanvaardbaar achten). Wij willen die garantie terug zien in het definitieve RPW. 9. In sommige gevallen zijn ondernemerslocaties op rood gezet hetgeen tot gevolg heeft dat het betreffende bedrijf geen uitbreidingsmogelijkheden meer mag krijgen en in Op basis van analyse en criteria (gebaseerd op historische data uitgiften door IBIS) is De Merm aangeduid als lokaal bedrijventerrein. Dit zijn algemene uitgangspunten. Hiervan kan niet worden afgeweken. Voor wat betreft het onderdeel Voorzienbaarheid wordt verwezen naar Hoofditem punt 5. Juridisch advies. Hierin is expliciet beschreven hoe de voorzienbaarheid kan worden ingezet en wat daarvoor nog moet gebeuren. Termijn van voorzienbaarheid wordt teruggebracht naar 1,5 jaar. De vraag die aan de provincie gesteld kan worden, is om deze voorbereiding etc. in 1 hand te nemen en dit door de provincie te laten uitvoeren. Zie hiervoor hetgeen vermeld in de laatste notitie PDV. Borduurt voort op RPD Wijziging op dit onderdeel is niet gewenst. Recent is er tussen provincie en gemeente overeenstemming bereikt over locatie Ressen. Hier mag een bouw- en tuinmarkt tot maximaal m2 BVO worden gerealiseerd. Wordt zo meegenomen in RPW. Overigens was Ressen in het RPW 2013 reeds bestemd als concentratiegebied. De provincie, gemeente Lingewaard en gemeente Overbetuwe hebben zich hier toen tegen verzet. In de nieuwe tekst is duidelijk omschreven dat solitaire PDV-locaties altijd een opvolger mogen hebben binnen de geldende regelgeving. Bevriezen houdt in: handhaven van het bestaande vestiging en gebruik, maar geen vierkante Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 22

138 geval van bedrijfsbeëindiging of -verkoop de vigerende bestemming moet worden getransformeerd. Onacceptabel voor familiebedrijven. 10. Grote moeite met de huidige positie van Elst Centraal in het RPW: een voorlopig ontwikkelverbod voor kantoren, bedrijven en PDV van deze knooppuntlocatie strookt niet met de lange historie van de locatie en met de Europese, provinciale en regionale middelen die recentelijk zijn ingezet om dit gebied geschikt te maken voor ontwikkeling. Met al deze middelen is de gehele infrastructuur rond Elst Centraal gerealiseerd; aan de ontwikkeling van dit gebied mogen wij nu echter geen afronding geven. Wij vinden dit niet acceptabel. meters detailhandel toevoegen. De locatie Elst Centraal met een omvang van m2 is een overig plan. Elst Centraal is niet te vergelijken met de centrumlocaties Arnhem en Nijmegen. De bereikbaarheid is weliswaar goed te noemen, maar het stedelijke voorzieningenniveau en de uitstraling zijn van een andere orde. In tegenstelling tot de centrumlocaties in Arnhem en Nijmegen zal Elst Centraal naar verwachting alleen lokale/regionale georiënteerde kantoorgebruikers bedienen. Daarom is een grootschalige kantoorontwikkeling op deze locatie niet gewenst. Een kantoorontwikkeling tot maximaal m2 BVO voor lokaal (en regionale) kantoorgebruikers, is meer passend voor dit plan. De kantoorontwikkeling Elst Centraal kan als een lokale gewenste economische ontwikkeling beschouwd worden. Om dit mogelijk te maken is een totaalvisie voor Elst Centraal noodzakelijk waarbij de gemeente voor het resterende programma naar alternatieve invullingsmogelijkheden moet zoeken met de provincie. In de duurzaamheidsladder moet de behoefte naar kantoren concreet worden. Totaalvisie gemeente Elst Centraal honoreren tot maximaal m2 met onderbouwing ladder duurzame verstedelijking. Gemeente Renkum Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. College en gemeenteraad van Renkum hebben besloten geen zienswijze in te dienen tegen het concept RPW en zijn voornemens in te stemmen met het definitieve RPW wanneer dat ter besluitvorming wordt aangeboden. Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Gemeente Rheden Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. De gemeenteraad van Rheden verzoekt de voorgestelde compensatieplicht nader uit te werken en bij de definitieve besluitvorming voor te leggen. Indien de nadere onderbouwing geen onderdeel uitmaakt van de definitieve besluitvorming verzoekt de gemeenteraad op basis van het concept RPW, waarin dus geen nadere onderbouwing is Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 2. Compensatie. Compensatie komt te vervallen. Regeling voor bepaling voor nieuwe ontwikkelingen kleiner dan 0,5 ha blijft in stand. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 23

139 opgenomen, de compensatieplicht te laten vervallen overeenkomstig de bepaling voor nieuwe ontwikkelingen die kleiner zijn dan 0,5 ha. 2. De gemeenteraad verzoekt de tekstuele passage rondom solitaire locaties te wijzigen zodat gemeente volledige vrijheid hebben om dergelijke locaties een nieuwe (bedrijfs)bestemming te geven binnen de geldende regelgeving. De gemeenteraad concludeert uit de passage over solitaire locaties dat nieuwe bedrijven op bestaande solitaire locaties mogelijk blijven. 3. De gemeenteraad verzoekt ten behoeve van bedrijventerrein De Beemd ook PDV ontwikkelingen mogelijk te maken die groter zijn dan m2 bvo. 4. De gemeenteraad verzoekt in de definitieve RPW de kwalitatieve analyse voor Dieren-Oost locatie Praxis te wijzigen in geschikt. Het terrein is goed ontsloten en heeft daarom voldoende ruimtelijke kwaliteit. De eindconclusie niet geschikt wordt derhalve niet herkend. 5. De gemeenteraad ziet het concept RPW graag aangepast worden zodat ook kleine lokale kantoren op bedrijventerreinen kunnen vestigen zonder dat er sprake moet zijn van een hoogwaardig frequent OV knooppunt. Deze eis staat niet in verhouding tot de lokale vraag aan kleine kantoren op bedrijventerreinen. 6. De gemeenteraad verzoekt de stuurgroep RPW om de Arnhemsestraatweg in Velp ook aan te wijzen als een kansrijk gebied voor kantoorlocaties. De opgenomen bepaling over solitaire bedrijven onder 1.6 van het RPW is een heldere bepaling waarmee recht wordt gedaan aan de doelstelling welke hierachter ligt. Zondermeer toestaan is niet gewenst vanuit het brede perspectief in het Regionaal Programma Werklocaties. Wat betreft kantoren en PDV geldt wel dat bestaande bestemmingen overeind blijven en mogen worden overgedragen. De functie moet gelijk blijven en er is geen ruimte voor nieuwe ontwikkeling en/of uitbreiding. Er is al een overaanbod. Het is niet gewenst om mee te gaan in het verzoek van de gemeenteraad om ontwikkelingen PDV grond van 1500 m2 BVO toe te staan op De Beemd. Dit is in strijd met het beleid en de doelstellingen die worden nagestreefd met het RPW. Locaties met een rood stoplicht zijn minder of niet geschikt voor PDV/GDV en uit beleidsoogpunt toename van PDV/GDV-aanbod ongewenst is. Verschillende locaties met rood of oranje zullen goed ontsloten zijn. Voor geschikte locatie gelden nog andere beoordelingscriteria. De locatie blijft daarom op rood staan. Rood wil zeggen dat de bestaande situatie wordt bevroren, m.a.w. de huidige PDV-vestiging blijft gehandhaafd; er wordt geen uitbreiding van perifere detailhandel toegestaan. Dit leidt niet aanpassingen van het RPW. Het uitgangspunt is dat er geen solitaire kantoren op bedrijventerreinen worden toegestaan, alleen als ondersteunende kantoorfunctie voor bedrijven. Het RPW wordt dus op dit punt niet aangepast. Zie verder punt 2 en RPW, pagina 73, punt 3). Gelet op de uitgangspunten als verwoord in de beslispuntennotities met onderliggende bouwstenenrapportage behoort de Arnhemsestraat in Velp niet tot een toekomstbestendig en kansrijk concentratiegebied. Zie de argumentatie op pagina 75 van het concept-rpw. Aan dit verzoek kan daarom niet tegemoet worden gekomen. Dit leidt niet tot een aanpassing in het RPW. Zie verder punt 2. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 24

140 Gemeente Rijnwaarden Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. In evenwicht brengen van vraag en aanbod moet niet door 'ontstemmen'. Daarnaast zullen gemeenten zonder grote consequenties eerder geneigd zijn om in te stemmen. 2. Er ontstaat negatieve beeldvorming door voorstellen voor het ontstemmen van bedrijventerreinen. 3. Bedrijventerrein Spijksedijk moet behouden blijven als bedrijventerrein na recente vaststelling bestemmingsplan. 4. Inperken van de planologische mogelijkheden voor detailhandel zijn niet nodig. 5. Onduidelijkheid over de financiële gevolgen voor de fusiegemeente Zevenaar-Rijnwaarden. Rijnwaarden ondersteunt het appel om bedrijventerrein 7poort niet te schrappen. 6. Rijnwaarden gaat ervan uit dat de Provincie eventuele planschade voor rekening neemt. Voor kennisgeving aangenomen. Het omgekeerde lijkt ook te kunnen, namelijk een positieve werking, omdat bedrijven eerder kiezen voor de zeer geschikte terreinen en zien dat er serieus werk van wordt gemaakt om tot een economisch evenwicht te komen waardoor er weer ruimte ontstaat voor nieuwe ontwikkelingen in de regio. De waardering voor het schrappen van dit terrein met rood is gebaseerd op kwantitatieve en kwalitatieve uitgangspunten welke zijn vastgesteld. Zolang er sprake is van overaanbod is het noodzakelijk om maatregelen te nemen. Het bedrijventerrein Spijksedijk behoort ook tot het ongewenste overaanbod in de regio. Behoud is dus niet aan de orde. Er blijven mogelijkheden voor gemeenten bestaan om PDV mogelijk te maken die gericht is op het lokale voorzieningenniveau (tot m2 BVO). Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 6. Financiële consequenties. Voorstel om te onderzoeken hoe goed om gegaan kan worden met de financiële consequenties voor gemeenten, zeker ook bij fusiegemeenten, zodat voor het voor gemeenten beter beheersbaar is (b.v. door garantstellingen, langere afwaarderingstermijnen, etc.). Voor het appèl om 7poort niet te schrappen, zie reactie Zevenaar. Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem 6. Financiële consequenties. Door het tijdig en juridisch correct inzetten van de voorzienbaarheid zal er geen planschade hoeven te ontstaan. Gemeente Rozendaal Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Het gemeentebestuur van Rozendaal heeft aangegeven af te zien van een zienswijze. Het RPW wordt ter informatie behandeld. Voor kennisgeving aangenomen, vergt geen reactie. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 25

141 Gemeente Westervoort Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. College en gemeenteraad van Westervoort kunnen niet instemmen met het RPW in zijn huidige vorm. Westervoort is niet van plan om voorzienbaarheid te creëren om een deel van bedrijventerrein Het Ambacht weg te bestemmen. Lokale bedrijventerreinen worden onevenredig hard getroffen. RPW is vooral gericht op het behoud van bovenregionale bedrijventerreinen. 2. Analyse vraag en aanbod sporen niet met elkaar: in de bouwstenennotitie bedrijventerreinen zijn vraag en aanbod naast elkaar gelegd. Uit het schema op pagina 45 en de toelichtende tekst op pagina 46 blijkt dat vraag en aanbod van lokale en regionale terreinen in evenwicht zijn en dat er bij bovenregionale terreinen sprake is van een overaanbod van 124 ha. Deze analyse is niet terug te vinden in het RPW. Er wordt alleen uitgegaan van de totale vraag en aanbod. Dit doet geen recht aan het verschil in uitstraling en het verzorgingsgebied van de terreinen. 3. Groei van bovenregionale terreinen gaat ten koste van lokale ontwikkeling. In het RPW krijgen alle bovenregionale terreinen van in totaal 150 ha groen licht terwijl de vraag slechts 40 ha bedraagt. Om dit overaanbod in stand te laten, wordt stevig geschrapt in lokale terreinen. Bijna de helft van het aanbod (41,2 ha) moet geschrapt worden, terwijl hier wel behoefte aan is. Dit is niet te verdedigen. Te meer omdat de afname van regionale terreinen slechts 38,3 ha bedraagt. Voor 68,3 ha bedrijventerrein wordt namelijk een uitzonderingssituatie gecreëerd waardoor bij doortrekking van de A15 terreinen alsnog uitgegeven kunnen worden. Waarom het bovenregionale probleem is doorgeschoven naar lokale en regionale terreinen wordt niet onderbouwd en er ligt geen gedeelde visie aan ten grondslag. Lokale terreinen worden onevenredig hard getroffen om het overaanbod van bovenregionale bedrijventerreinen in stand te laten. Daarmee wordt de Het niet willen inzetten van de voorzienbaarheid zal ertoe leiden dat de provincie haar juridisch instrumentarium moet inzetten om te komen tot het schrappen van de bestemming. Dit zal de provincie bij voorkeur afstemmen met de gemeente maar als hieraan geen medewerking wordt verleend zal dit door de provincie gedaan worden. RPW is een samensmelting van zowel lokale als regionale als bovenregionale belangen. Hierin zijn keuzen gemaakt. Ook lokale bedrijvigheid moet worden gefaciliteerd. Hiervoor is ook ruimte gemaakt. Zie ook Hoofditem punt 3. Lokaal bedrijventerrein. In het RPW is een keuze gemaakt om anders om te gaan met het toewerken naar evenwicht ten aanzien van lokale en regionale terreinen. Voor lokale terreinen is een verdeling gemaakt op basis van werkgelegenheidscijfers. In het concept RPW is hier inhoudelijk op ingegaan. Dit is niet gewijzigd. Zie ook voorgaand commentaar. Er is een keuze gemaakt om tot evenwicht te komen op basis van de vraagraming en specifiek voor lokale bedrijvigheid op basis van werkgelegenheid. De vraag regionaal en bovenregionaal is veel groter dan lokaal. Overigens wordt uitdrukkelijk ruimte gehouden voor lokale bedrijvigheid. En wanneer behoefte wordt voorzien op lokale schaal dan is het mogelijk om nieuwe ontwikkelingen op te starten, mits er een vraag is en het blijft binnen de grenzen van het maximaal toegewezen aantal ha van het RPW. Ook geringe uitbreiding bestaande bedrijven kunnen zondermeer. Dit alles doen we om de regionale en lokale bedrijvigheid voor de toekomst veilig te stellen en te faciliteren. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 26

142 kracht van de lokale economie voor de gemeenten en de regio terzijde geschoven. 4. Er is daarnaast een verschil in beoordeling van lokale en (boven)regionale terreinen. Voor lokale terreinen wordt het werkgelegenheidscijfer als verdeelsleutel gehanteerd. Deze verdeelsleutel wordt niet regionaal gedragen en is niet als uitgangspunt vastgesteld. Westervoort krijgt op basis daarvan slechtst 0,8 ha toegewezen, terwijl op pagina 17 van de bouwstenennotitie bedrijventerreinen een vraag van ca 4 ha is vastgesteld. Het hanteren van het werkgelegenheidscijfer staat niet in verhouding met de classificatie van een lokaal terrein. Het verzorgingsgebied van een lokaal bedrijventerrein houdt namelijk niet op bij de gemeentegrens. Zo wordt voor de gemeenten Arnhem en Nijmegen geredeneerd dat de lokale terreinen een regionale uitstraling hebben en daarom krijgen zij de classificatie regionaal. Regionale terreinen worden op kwaliteit beoordeeld en gerangschikt. Afhankelijk van de kwaliteiten wordt een keuze gemaakt tussen behouden of schrappen. Er wordt hier dus duidelijk met twee maten gemeten. 5. Lokale situatie in relatie tot het RPW: de uitbreiding van Het Ambacht is in 2011 in regionaal beleid opgenomen en middels een bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Met het voorstel om de uitbreiding te schrappen binnen 10 jaar nadat het bestemmingsplan is vastgesteld zouden wij ons een onbetrouwbare overheid tonen met schadeclaims tot gevolg. Het RPW houdt geen rekening met de bijzonderheid dat de eigenaar in Westervoort een particulier bedrijf is, niet zijnde een projectontwikkelaar, welke haar onderneming drijft op het aanpalende perceel. In dat licht is onderscheid tussen bedrijventerreinen van gemeenten en terreinen van particulieren gewenst. Daarnaast wordt er sinds 2015, met (financiële) ondersteuning vanuit de provincie, gewerkt aan de revitalisering van het terrein. Het RPW staat haaks op deze ontwikkeling. In dat licht is het voorstel om het grootste deel van de uitbreiding uit de markt te halen zeer wrang. Gezamenlijke investeringen van gemeente en provincie worden teniet gedaan. Dit is niet uit te leggen en hierdoor zal het ondernemersklimaat in Westervoort verder verslechteren. In dit licht is het tijdspad Op basis van eerdere opmerkingen in dit proces is er in het Portefeuillehouders Overleg uiteindelijk gekozen om werkgelegenheidscijfers als verdeelsleutel te hanteren. Dit doet het meest recht aan de verdeling van de ruimtevraag over de gemeenten. Met het streven naar evenwicht per 2021 wordt een redelijke periode genomen om verschillende partijen de gelegenheid te geven om te anticiperen op de in te zetten beleidswijzigingen. In de redenatie van Westervoort zouden veranderde omstandigheden niet kunnen leiden tot beleidsaanpassingen. Dat lijkt in de huidige situatie van overaanbod niet houdbaar. Voor Westervoort is dit overigens niet aan de orde, omdat het gaat om het schrappen van een particulier terrein. Vanuit het perspectief van de gemeente zijn de opmerkingen begrijpelijk en terecht, maar dit proces is ingezet vanuit een regionaal perspectief. Daarnaast worden beslissingen genomen op basis van kwantitatieve en kwalitatieve critera. Vanuit een breder economisch perspectief. Per saldo wordt de regio er beter van. Dat is het gedachtengoed. Naar verwachting wordt de werkgelegenheid hier optimaal mee versterkt. Voor wat betreft de financiële consequenties wordt verwezen naar Hoofditem 6. Financiële consequenties. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 27

143 om tot een evenwicht te kome n simpelweg te kort. Daarnaast is de rol die de gemeenten hebben gespeeld in de uitgifte van nieuwe terreinen zeer verschillend. Gemeenten zoals Westervoort, die geen actief grondbeleid voeren, moeten fors inleveren. Terwijl gemeenten die de afgelopen jaren miljoenen hebben verdiend met de uitgifte van terreinen weinig tot geen hectares hoeven inleveren. Dit is niet logisch, niet eerlijk en valt niet te onderbouwen. 6. Wij pleiten voor een hardheidsclausule voor gemeenten met beperkt aanbod en met terreinen waar de randen reeds zijn uitgegeven en waar een leeg middengebied is waarvoor geen andere bestemming mogelijk is dan bedrijventerrein. Dit is in lijn met de reactie van de provincie op het RPW waarin zij stelt dat het niet wenselijk is om: 'uitgiftes aan de randen van terreinen, waardoor lege plekken in het midden van terreinen ontstaan. Deze clausule zou bijvoorbeeld voor in ieder geval vanaf 2 ha van toepassing moeten zijn, waarbij het, in het geval van Westervoort, zou gaan om het gehele terrein. Wij worden disproportioneel hard getroffen en moeten in het voorstel 80% van het aanbod inleveren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening en efficiënt ruimtegebruik is een andere bestemming geen optie. Er komt geen expliciete hardheidsclausule. Het zal steeds maatwerk zijn dat moet passen binnen het geformuleerde beleid. Voor wat betreft het aspect ruimtelijke wenselijkheid in relatie tot schrappen zullen er nog definitieve lijstjes/locaties moeten worden gemaakt. Hierbij zullen overwegingen als rafelranden, lege plekken in het midden, vanuit een goede ruimtelijke ordening zeker worden meegenomen in de afweging om ja of neen te schrappen. Voor het lokale deel krijgen gemeenten zelf de mogelijkheid om hier voorstellen voor te doen. Gemeente Wijchen Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Wij onderschrijven het regionale belang om te komen tot nieuwe programmeringsafspraken over werklocaties in de regio Arnhem-Nijmegen. Om de economische ontwikkeling in de regio optimaal de ruimte te geven is het terugdringen van de huidige overcapaciteit noodzakelijk. De te nemen maatregelen die in het concept RPW zijn opgenomen kunnen wij onderschrijven. 2. In het RPW staat dat er nog 26,5 hectare bedrijventerrein aangeboden wordt. Realisatie wordt bestempeld als kansrijk. Het schrappen van bedrijventerrein is niet van toepassing. Voor lokale bedrijventerreinen is op 23 februari 2017 afgesproken ( PFO Economie) dat bij een te voorzien Voor kennisgeving aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 28

144 tekort aan bedrijventerrein, uitbreiding of nieuwe ontwikkeling mogelijk moet zijn. 3. Gemeente Wijchen kent geen concentraties van kantoren. Er hoeft niets geschrapt te worden. 4. Er is in Wijchen geen overaanbod aan perifere detailhandel locaties. Wij onderschrijven de opmerking dat de locaties Nieuweweg in de huidige staat minder geschikt zijn. In de huidige bestemming is ruimte voor 2500 m2 bruin- witgoed. Het is de vraag of in de toekomst behoefte ontstaat om de ruimte voor deze markt te herontwikkelen. Mogelijk kan in de toekomst deze bestemming gewijzigd worden om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. 5. Het doel van het RPW is om vraag en aanbod van werklocaties in evenwicht te brengen. Concreet betekent dit dat er vanaf 1 januari 2020 een overaanbod van 150 hectare weggewerkt moet zijn. Het lijkt ons zinvol om voortdurend te monitoren wat de stand van zaken is. De huidige economische groei heeft immers ook zijn weerslag op de vraag naar bedrijventerreinlocaties. Voor kennisgeving aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. Monitoring is een belangrijk onderdeel van het proces RPW. Eind 2018 zal de eerste monitoring hebben plaatsgevonden en liggen er voorstellen hoe hier mee om te gaan in het dan geldende economische veld van vraag en aanbod, etc. Gemeente Zevenaar Nummer Samenvatting reactie Commentaar 1. Wij pleiten voor een langere periode waarin de regio voldoende speelruimte krijgt om vraag en aanbod voor bedrijventerreinen weer in balans te brengen. Het overaanbod wat in enkele tientallen jaren is ontstaan kan niet in slechts twee jaar worden teruggebracht. 2. Er kan onder geen beding sprake zijn van het schrappen van de harde planvoorraad op 7Poort. 3. Wij stemmen niet in met de gestelde voorwaarde dat er voldoende garantie moet bestaan voor de aansluiting A12/A15 (wij zijn van mening dat die zekerheid er al is Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 1. Uit onderzoek XXL-locaties blijkt dat 7Poort zeer geschikt is voor grootschalige logistieke bedrijven. Dit betekent dat een deel van de harde planvoorraad niet geschrapt hoeft te worden indien de gemeente Zevenaar het bestemmingsplan aanpast voor dat deel zodat alleen XXL-locaties mogelijk zijn. Van 7Poort mag 20 ha ontwikkeld worden voor XXL-logistiek. Het restant blijft voorlopig op rood. Zie ook hetgeen hierover vermeld onder Hoofditem punt 7. Nader onderzoek XXL-logistiek. Zekerheid ontstaat na aanbesteding aansluiting A12/A15. De verwachting is dat deze nog in 2018 komt. Dat is het moment van heroverweging voor het restant (naast het deel XXL-Logistiek) om te kijken of de marksituatie dit Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 29

145 omdat het tracébesluit door de minister is genomen en hierin de nieuwe op- en afrit is meegenomen). 4. Wij stemmen niet in met de voorwaarde dat er faseringsafspraken moeten worden gemaakt met gemeente Montferland alvorens 7Poort een groene status kan krijgen. Uiteraard zijn wij bereid om in het belang van de regio samen met Montferland te onderzoeken hoe wij samen de gebiedsopgaven optimaal kunnen waarmaken. 5. Mocht de provincie het toch noodzakelijk vinden hier maatregelen te nemen dan zullen we ons daartegen verzetten en is het aan de provincie om de voorzienbaarheid aan te wijzen en de daaruit voortvloeiende juridische en financiële gevolgen te dragen. 6. Aan de gemeenten met lokale terreinen wordt gevraagd om voor 1 september 2017 te komen met een voorstel welke terreinen ze willen handhaven en welke ze willen afstoten. Voor Zevenaar gaat het om 2,9 ha. In de praktijk zal dit over het terrein de Koppeling in Angerlo gaan. Wij zijn echter niet voornemens om hier actief bestemmingsplancapaciteit te schrappen of voorzienbaarheid te creëren. De benadering dat er teveel aan lokaal terrein is, is vanwege de werkgelegenheidscijfers puur theoretisch en niet op vraag en aanbod gebaseerd. Als er sprake is van teveel aanbod zal dit vanzelf blijken en komen de risico s daarvan voor de eigenaar of ontwikkelaar. Uiteraard zijn we wel bereid om in gesprek te gaan over andere scenario s als er sprake is van een uitblijvende vraag. Maar 1 september is niet haalbaar om met een onderbouwd voorstel te komen. 7. Het voorstel in het RPW luidt: PDV ontwikkelingen concentreren op Hengelder, detailhandelsbestemmingen Tatelaar schrappen. Dit sluit aan bij de doelstelling van de gemeente Zevenaar met het project stedelijke herverkaveling waar ook de provincie partner van is. Maar ook hier geldt dat wij niet actief zullen schrappen in bestaande bestemmingsplancapaciteit. We werken toe naar een integrale gebiedsvisie waarbij in principe geen extra areaal aan perifere detailhandel wordt toegevoegd. Naar onze mening levert het project een enorme meerwaarde voor het gebied en wordt daarmee geen afbreuk gedaan aan de regionale vraag en aanbod verhoudingen. toelaat in relatie tot vraag en aanbod en met mogelijke faseringsafspraken. Er worden geen faseringsafspraken gemaakt met Montferland. Zevenaar krijgt de mogelijkheid om op 7Poort gedeeltelijk XXL-logistieke bedrijven te huisvesten. Het onderzoek met Montferland heeft vooralsnog geen concrete voorstellen opgeleverd welke in het RPW kunnen worden verwerkt. Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 5. Wanneer gemeenten hun verantwoordelijkheid niet nemen dan zal de provincie haar instrumentarium moeten inzetten om tot voorzienbaarheid te komen. Zie hiervoor ook hetgeen vermeld onder Hoofditem punt 6. Financiële consequenties. In het PFO van 24 mei is afgesproken dat voorstellen/lijstjes niet worden ingediend vooruitlopend op besluitvorming in de raad. Het verhaal voor wat betreft lokale terreinen en de toedeling naar de verschillende gemeenten met de verdeelsleutel werkgelegenheid is een keuze welke voortvloeit uit eerdere discussies over de lokale bedrijvigheid. Voor de locaties Zevenaar Hengelder en Tatelaar is de gemeente Zevenaar van plan om in verband met aanpassingen aan de infrastructuur de bestaande PDV op Tatelaar te herstructureren en die te concentreren op Hengelder. De planologische mogelijkheden voor uitbreiding of versterking van de bovengenoemde concentratieplekken is beperkt. Toch is het wenselijk om dynamiek (vernieuwing, verplaatsing, uitbreiding) juist op deze plekken mogelijk te maken. Om dit te faciliteren moeten de mogelijkheden voor herstructurering, herinvulling en herontwikkeling verkend worden. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 30

146 8. Er zijn 6 locaties in de regio die groter zijn dan m2 WVO buiten de concentratiegebieden zonder mogelijkheid voor nieuw te voegen ruimte die als ongewenst worden beschouwd. In Zevenaar gaat het om twee tuincentra: de Pannerdseweg en Slenterweg. Hiervoor geldt dat de ter plaatse aanwezige detailhandel wordt bevroren in branche en qua aantal m2. Bij beëindiging van de huidige detailhandelsactiviteit dient de detailhandelsbestemming geschrapt te worden en moeten de mogelijkheden voor transformatie en herbestemming worden verkend. Deze twee bedrijven zijn hier al decennia gevestigd. Het is onbegrijpelijk dat deze bestemmingen geschrapt zouden moeten worden, gezien de zeer geringe impact op het regionale vraagstuk. De huidige discussie hierover heeft al negatieve financiële consequenties voor de bedrijfsvoering en de waarde van het vastgoed. De gemeente Zevenaar zal niet meewerken aan een actieve bestemmingsplanwijziging op basis van het RPW. In de nieuwe tekst is duidelijk omschreven dat solitaire PDV-locaties altijd een opvolger mogen hebben binnen de geldende regelgeving. Bevriezen houdt in: handhaven van bestaande vestiging en gebruik, maar geen vierkante meters detailhandel toevoegen. Ondernemers kunnen overigens nog wel een beroep doen op de uitbreidingsclausule voor uitbreiding tot maximaal 1500 m2. Wanneer het totaal aan m2 dan boven de 1500 m2 uitgaat is wel advies van IOD/IOW noodzakelijk en moet noodzaak en behoefte worden aangetoond. 9. Gemeente Zevenaar is bereid om een bijdrage te leveren en mee te denken over oplossingen om vraag en aanbod ten aanzien van werklocaties op termijn in balans te krijgen. Maar er is meer tijd nodig dan nu in het RPW gegeven wordt. Met de huidige voorstellen en consequenties die voortvloeien uit het voorliggende RPW stemmen wij niet in. Zie hiervoor hetgeen vermeld onder Hoofditem 1. Fasering. Nota van Commentaar Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem-Nijmegen 31

147 Bijlage 4

148

149

150

151

152

153

154

155

156

157

158

159

160 Bijlage 5 Mogelijkheden XXL Logistiek In het kader van RPW Arnhem-Nijmegen - Definitieve rapportage - Opdrachtgever: 19 gemeenten regio Arnhem-Nijmegen Rotterdam, 6 Juni 2017

161 Mogelijkheden XXL Logistiek In het kader van RPW Arnhem-Nijmegen - Definitieve rapportage - Opdrachtgever: 19 gemeenten regio Arnhem-Nijmegen Rotterdam, 6 Juni 2017

162 Inhoudsopgave 1 Inleiding Inleiding Methodiek Overzicht locaties 4 2 Invulling vraagstuk Ruimtevraag Transport en logistiek Trends en ontwikkelingen Transport en logistiek Ruimtelijk-economische kaart 6 3 Analyse per gemeente Montferland Overbetuwe Duiven Lingewaard Beuningen Zevenaar Nijmegen / Wijchen Totaaloverzicht 18 4 Conclusies 19 Bijlage 1 Locatie potentie Knoop EMZ 21 Mogelijkheden XXL Logistiek 2

163 1 Inleiding 1.1 Inleiding Bij de behandeling van het concept-rpw in het Portefeuillehouders Overleg Economie van februari 2017 is de oproep gedaan om een nadere verdiepingsslag te maken naar grootschalige distributie en logistiek binnen de regio Arnhem-Nijmegen. De bevindingen in het concept-rpw waren onder meer gebaseerd op basis van het eerder uitgevoerde Buck-onderzoek De positionering van Arnhem-Nijmegen voor Mega DC s uit september In het rapport van Buck wordt geconcludeerd: Conclusie 8: De combinatie van forse groei van de logistieke vraag, blijvend tegenvallende vraag van de overige sectoren en het feit dat de meeste regio s nog volop ruimte hebben in de prognoses, resulteren per saldo in de conclusie dat er voor grootschalige logistiek puur kwantitatief bezien tot 2025 géén extra hectaren ruimte-behoefte hoeven te worden opgenomen in de bedrijventerreinenprogramma s van Arnhem-Nijmegen voor logistiek, omdat er - in kwantitatieve zin - nog voldoende rek zit in de prognoses voor álle sectoren. Conclusie 9: Uit de analyse blijkt dat in de regio Arnhem-Nijmegen 8 kavels groter dan 4 ha beschikbaar zijn, waarvan er 3 reeds in optie zijn vergeven. Van de grote kavels zijn 4 groter dan 8 ha (geschikt voor de echt grootschalige vragen). Gezien de trend naar mega dc s is dit aan de (zeer) magere kant. Dit betekent dat de mogelijkheden om in de regio Arnhem-Nijmegen adequaat in te spelen op de groei van mega dc s gering zijn. Conclusie 10: Wil de regio toch inspelen op deze trend dan zal snel bekeken moeten worden: - of binnen de huidige voor logistiek beschikbare terreinen herverkaveling naar grote kavels mogelijk is; - of binnen de voor andere clusters beschikbare terreinen geschikte mogelijkheden zijn te maken om grote logistieke vestigingen te huisvesten (vooralsnog lijken deze mogelijkheden beperkt). In het kader van het definitief maken van het RPW wordt aan Ecorys gevraagd de kwantitatieve en kwalitatieve verdiepingsslag te maken om te onderzoeken welke kavels geschikt zijn (te maken) voor grootschalige DC, ook wel XXL-Logistiek genaamd. Hierbij is aangehaakt op de grootte van kavels > 4 ha. 1.2 Methodiek Het onderzoek naar XXL-logistiek is vanuit een filteringsproces ontstaan, waarbij van grof naar fijn naar de opgave is gekeken: 1. Selecteren potentiële locaties, obv bedrijventerreinen-onderzoek Op basis van de RPW inventarisatie ten aanzien van bedrijventerreinen is een eerste selectie gemaakt van terreinen waarbij er onherroepelijk aanbod is van meer dan 4 ha. (obv de onherroepelijke plannen conform het RPW) Daarbij is tevens gekeken worden welke locaties een bovenregionaal profiel hebben en waarbij het cluster Transport & Logistiek hoog scoort. Mogelijkheden XXL Logistiek 3

164 2. Nadere analyse geschiktheid locatie voor DC Vervolgens is deze groslijst geplaatst in het ruimtelijk-economisch beeld van de regio. Hiertoe is de ruimtelijk-economische kaart, waarbij de Logistieke knooppunten zijn benoemd meegenomen in de afweging in combinatie met een onafhankelijke blik op kwalitatieve criteria (afstand snelweg, aantrekkelijkheid gebied, etc.). 3. Gesprekken voeren met betrokken gemeenten Parallel zijn gesprekken gevoerd worden met de medewerkers Economie van de gemeenten, waarbij geschikte locaties zijn geconstateerd. Hierbij is ingegaan op wenselijkheid van mega DC s voor de betreffende gemeente, praktische mogelijkheden tot realisatie en eventuele mogelijkheden tot aanpassingen van plannen. 4. Input vanuit de markt meegenomen Om deze opgave niet alleen een ambtelijke, feitelijke exercitie te laten zijn, zijn marktpartijen gevraagd hun mening te geven over de vestiging van XXL Logistiek in de regio Arnhem-Njmegen en kleuring te geven aan de beoordeling van de locaties. 5. Totaaloverzicht op basis van oordeel Ecorys Uiteindelijk is, door Ecorys, een beeld gevormd van kansrijke mogelijkheden voor XXL-Logistiek binnen de onderzoeksregio. Deze resultaten zijn vervolgens ter validatie voorgelegd aan de betreffende gemeenten. 1.3 Overzicht locaties De volgende locaties zijn meegenomen in het onderzoek op basis van de criteria (boven)regionaal terrein en minimaal 4 hectare aan onherroepelijk aanbod beschikbaar. Gemeente Montferland Terrein Docks NLD Overbetuwe Park A15 De Aam Duiven Seingraaf Innofase Lingewaard Pannenhuis II Agropark Beuningen Schoenaker Zevenaar 7 Poort Wijchen/ Nijmegen Bijsterhuizen Mogelijkheden XXL Logistiek 4

165 2 Invulling vraagstuk 2.1 Ruimtevraag Transport en logistiek In de huidige vraagramingen (zoals uitgevoerd door de provincie Gelderland, Bureau Economisch Onderzoek), is logistiek integraal opgenomen in de vraagramingen. In de (autonome) ramingen van de provincie zijn reeds vraag-verhogende beleidsambities opgenomen, zoals food, logistiek en agro-business. Daarom is er bewust voor gekozen in het RPW van februari 2017 om geen beleidsambities additioneel op te nemen. In totaal is 157 hectare toegeschreven aan het cluster Transport, logistiek en groothandel (ofwel 76% van de totale ruimtevraag) waarvan de vraag naar XXL Logistiek integraal onderdeel uitmaakt van deze vraagraming Clusters Netto ha % Industrie en bouw -14-7% Consumentendiensten 13 6% Transport, logistiek & groothandel % Dienstverlening (commercieel en niet-commercieel) 50 25% Totaal (afgerond) % Daarnaast constateren wij dat er een aantal grote spelers in de markt actief zijn, die niet specifiek een bepaalde regio als zoekgebied hebben 1. Deze zeer specifieke ruimtevraag zit dan ook niet in de modellen verwerkt. Mocht de regio Arnhem-Nijmegen deze bedrijven toch weten aan te trekken dan heeft dit een positief effect op de totale verkoop van bedrijventerreinen. 2.2 Trends en ontwikkelingen Transport en logistiek De huidige trends in logistiek vastgoed laten zien dat er steeds meer vraag is naar grootschalige bedrijfsruimten (zie hiervoor ook rapportage Buck dd september 2016). Tevens constateren wij dat hier specifieke eisen/ wensen aan gekoppeld worden, die van invloed zijn op de vestigingsplaats keuze. Maatvoering In het kader van dit verdiepende onderzoek op de Buck-rapportage, sluiten wij aan op de inventarisatie van kavels, waarbij door Buck gekeken is naar een minimale omvang van 4 hectare voor XXL Logistiek. Niet alleen de omvang van het kavel is van belang, maar ook het juiste formaat kavel. Bij voorkeur zijn deze rechthoekig en hebben ze een diepte van 140 tot maximaal 300 meter. Daarbij is een bouwhoogte van circa 20 meter een wenselijke maat, als minimale maat hanteren wij 14 meter. 1 Een goed voorbeeld hiervan isde recent afgeronde deal van Inditex (dat 35 ha distributiecentra in Lelystad gaat ontwikkelen) Mogelijkheden XXL Logistiek 5

166 Besluitvorming Logistieke partijen staan vaak onder flinke tijdsdruk bij locatiekeuzeprocessen, waarbij het snel operationeel kunnen zijn op een bepaalde locatie een steeds grotere rol speelt bij beslissingen. Hierbij wordt om snelle, soepele procedures gevraagd met betrekking tot plannen en vergunningen. Om goed in te spelen op de hoge dynamiek is de aanwezigheid van uitbreidingsmogelijkheden (direct gelegen aan het perceel) een grote pré. Modaliteiten Om grootschalige logistiek te kunnen faciliteren heeft de provincie Gelderland in het Programma Logistiek als Gelderse motor een vijftal doelstellingen geformuleerd. Relevant voor deze XXL-logistieke opgave is doelstelling 3: Betere benutting van de infrastructuur over water en spoor ter waarborging van de bereikbaarheid en leefbaarheid van Gelderland; Wij constateren in dat perspectief dat bij de groei van het goederenvervoer naast de weg, ook de vervoermogelijkheden over water en spoor versterkt moeten worden: synchromodaliteit 2 Voor grootschalige distributie spreken we in dat kader over minimaal multimodale ontsluitingen (naast de weg minimaal een spoor of water verbinding). Een ideaalsituatie is een trimodale ontsluiting (waarbij spoor, water en weg met elkaar verbonden kunnen worden). 2.3 Ruimtelijk-economische kaart Ter ondersteuning van de doelstellingen rondom het onderdeel bedrijventerreinen binnen het RPW is er een ruimtelijk- economische beleidskaart opgesteld. Deze kaart geeft aan rekening houdend met de belangrijkste beleidsbeslissingen over deze regio - waar idealiter de gewenste bedrijvigheid zou moeten/kunnen landen in de regio als alle bedrijventerreinen nog gepland zouden kunnen/moeten worden. 2 In een synchromodaal transportsysteem kunnen alle vervoerswijzen flexibel worden ingezet op basis van samenwerking tussen modaliteiten (in tegenstelling tot concurrentie tussen modaliteiten). Mogelijkheden XXL Logistiek 6

167 Specifiek voor deze XXL-Logistiek opgave zijn, op deze kaart, de Logistieke knooppunten voor relevant. Als beleidsambitie worden in het RPW de knooppunten: Knoop 38 (rond afslag 38 aan de A15) en Knoop EMZ (Emmerich-Montferland-Zevenaar aan de A12) overwogen. Vanuit de MIRT agenda van de provincie Gelderland zijn deze logistieke knooppunten relevant om logistieke ontwikkelingen in de nabijheid van de knooppunten te stimuleren en faciliteren. Mogelijkheden XXL Logistiek 7

168 3 Analyse per gemeente Voor ieder van de gemeenten waarbij, op basis van de gegevens, onherroepelijke kavels > 4 ha. aanwezig zijn is een beoordeling gemaakt in hoeverre de betreffende terreinen binnen de gemeente geschikt zijn of geschikt te maken zijn voor grootschalige logistiek. De gehanteerde criteria die voor alle terreinen zijn meegenomen, zijn: Kavels > 4 ha. Directe beschikbaarheid. Bereikbaarheid/ afstand tot snelweg. Modaliteiten (weg, water, spoor). Maatvoering kavel (lengte/breedte verhouding). Bouwhoogte. Overige bevindingen. Hierbij zijn een tweetal kleuren gehanteerd in de tabellen: Groen: voldoet aan de criteria. Oranje: geen optimale invulling. Rood: onmogelijk voor XXL. 3.1 Montferland Docks NLD 25,2 ha. uitgeefbaar conform RPW (peildatum april 2016) Docks NLD heeft alle beschikbare kavels in optie uitgegeven, waarvan 1 optie a 5 ha van onbepaalde tijd is, maar wel direct beschikbaar. De 3 andere opties zijn uitgegeven aan de ondernemingen die reeds gevestigd zijn op DocksNLD.Het einde van de reserveringsperiode bedraagt 2018 en Medio 2018 is duidelijkheid inzake het nemen van de optie of het vrij beschikbaar komen van de kavels. 5 ha Mogelijkheden XXL Logistiek 8

169 Oordeel Docks NLD Kavels Beschik- Bereikbaarheid/ Modaliteiten Ligging in Maatvoering Overige > 4 ha baarheid afstand snelweg knooppunt (kavel/ bevindingen bouwhoogte) 1 4,8 ha Niet direct aan A12, haven Kavel in optie snelweg Emmerich, uitgegeven, wel spoor Rijn- beschikbaar Alpen corridor 2 8,4 ha Niet direct aan A12, haven Optie op grond snelweg Emmerich, door reeds spoor Rijn- gevestigde Alpen bedrijven corridor Ondanks het feit dat Docks NLD niet direct aan de snelweg is gesitueerd telt voor deze locatie de directe nabijheid tot de landsgrens als groot bereikbaarheidsvoordeel (vanuit deze locatie kan heel Duitsland bediend kan worden binnen 24 uur i.v.m. rijtijdenbesluit). Deze locatie is trimodaal ontsloten: gelegen aan de A12, de nabijheid van de Rhein-Waal Terminal in Emmerich en het kunnen aansluiten op de spoorverbinding Rijn-Alpen corridor (tussen Rotterdam en Genua). De afstand tot de Rhein-Waal Terminal bedraagt 7 km over de weg (ofwel 15 minuten). De locatie Docks NLD is zeer geschikt voor het faciliteren van XXL Logistiek. Op dit moment is er 1 kavel direct beschikbaar a 4,8 ha. en 2 andere kavels zijn in optie uitgegeven. 3.2 Overbetuwe Park 15 60,9 ha. uitgeefbaar conform RPW Park 15 heeft de nodige beschikbare kavels. Echter is er een duidelijk onderscheid tussen Park 15 Logistics (westelijke zijde plangebied) waarop grotere logistieke kavels verkocht worden en Park 15 Business (oostelijke zijde) waar kleinschaligere kavels uitgegeven worden. Dit onderscheid is vanuit het private eigenaarsperspectief, maar bestaat niet vanuit planologisch perspectief. Op het logistics deel zijn momenteel 3 grootschalige kavels direct beschikbaar evenals enkele kleinere kavels: 1 kavel van 11 ha en 1 kavel van 16 ha. Daarnaast is er nog een kavel beschikbaar aan de snelweg van ca. 4 ha met een bouwhoogte tot 25m geschikt voor bijvoorbeeld geautomatiseerde hoogbouw warehouses. Binnen het Park15 Business gedeelte is het verder mogelijk een clustering te maken van de kleinere kavels waardoor 2 kavels van ieder 3,9 ha mogelijk zijn (aan de oostzijde). Nog niet op de plankaart met een groene kleur aangeduid maar wel onderdeel van Park15 en het daarop van toepassing zijnde bestemmingsplan is fase 3 aan de oostzijde zoals met een fasering in de uitgifte hiervan opgenomen in het exploitatieplan, van circa 15 hectare. Dit kan te zijner tijd tevens ingezet worden voor XXL-Logistiek, het heeft de status onherroepelijk plan. Mogelijkheden XXL Logistiek 9

170 3,9 15 ha 3,9 11 ha 16 ha Oordeel Park 15 Kavels Beschik- Bereikbaarheid/ Modaliteiten Ligging in Maatvoering (kavel/ Overige > 4 ha baarheid afstand snelweg knooppunt bouwhoogte) bevindingen A15. BCTN terminal, afwijkingsbevoegheid Betuweroute tbv verruiming 2 27 ha (RTG) bouwhoogte A15. BCTN terminal, afwijkingsbevoegheid Kavels moeten Betuweroute tbv verruiming samengevoegd 3 23 ha (RTG) bouwhoogte worden Park 15 is zeer geschikt voor XXL-logistiek, waarbij de nodige kavels direct beschikbaar zijn. De locatie is nu reeds multimodaal ontsloten: vanaf de A15 direct bereikbaar, heeft de aantakking op de BCTN containerterminal ( 8 km afstand 10 minuten reistijd) en heeft de potentie tot trimodaal (plannen om een RailTerminal te realiseren aan de andere zijde van de snelweg). Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om meer grote kavels te creëren. Bouwhoogtes tot 25m1 zijn reeds mogelijk en met de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid is de bouwhoogte gelet op de landschappelijke inpassing eenvoudig te verruimen. De Aam bestaand bedrijventerrein Op het bedrijventerrein De Aam zal medio 2020 de Jumbo haar DC-locatie verlaten. De omvang van deze locatie omvat circa 6 hectare met een gebouw met een omvang van circa m2. Mogelijkheden XXL Logistiek 10

171 Oordeel De Aam Kavels Beschik- Bereikbaarheid/ Modaliteiten Ligging in Maatvoering (kavel/ Overige > 4 ha baarheid afstand snelweg knooppunt bouwhoogte) bevindingen A325 mogelijkheid om stuk water te dempen ter uitbreiding kavel, bouwhoogte beperkt 1 6 ha in bestaand gebied Deze locatie is een reeds bestaand gebouw, gelegen op het bedrijventerrein De Aam. Gezien de huidige functie van een DC bestaat er de potentie om het daar wederom voor in te zetten, zeker in combinatie met mogelijke uitbreidingspotentie. Het is echter een solitair kavel, waardoor het in het kader van dit onderzoek niet direct kansrijk is. 3.3 Duiven Seingraaf 11,2 ha. uitgeefbaar conform RPW Op Seingraaf is het mogelijk om voor logistiek-distributie kavels te realiseren binnen een totale contour van circa 8,5 hectare (er is reeds 1 kavel op het terrein verkocht waarop het gebouw bijna voltooid is). Met de aanwezigheid van dit gebouw wordt de vrije indeelbaarheid van het terrein beperkt. Daarnaast is inmiddels op een kavel van 5,3 ha recent een optieovereenkomst getekend. 8,5 ha Oordeel Seingraaf Kavels Beschik- Bereikbaarheid/ Modaliteiten Ligging in Maatvoering (kavel/ Overige > 4 ha baarheid afstand snelweg knooppunt bouwhoogte) bevindingen A12 is alleen een afwijkingsbevoegheid solitaire nodig voor extra ontwikkeling 1 5 ha bouwhoogte mogelijk Mogelijkheden XXL Logistiek 11

172 Seingraaf is geschikt om als logistiek terrein ingezet te worden. Voor 5,3 ha bestaat een optie overeenkomst waardoor voor logistiek nog ca 3,2 ha resteert. Derhalve is van directe beschikbaarheid voor een echte XXL Logistiek geen sprake. Innofase 14,6 ha. uitgeefbaar conform RPW Op Innofase zijn 2 kavels beschikbaar met een omvang van 7,2 en 7,4 ha. De locatie is geschikt voor zware industrie met een milieucategorie van 4/5. Ook is het in de MIRT-agenda als één van de 5 regionale groene hubs met een ontwikkelopgave voor circulaire economie aangewezen. De vraag is of XXL-logistiek hier moet landen. Qua ligging, grootte en bereikbaarheid zijn de locaties wel geschikt voor XXL-logistiek. Mogelijkheden biedt deze locatie voor kandidaten die logistiek combineren met een circulaire productie. 7,2 ha 7,4 ha Oordeel Innofase Kavels > 4 ha Beschikbaarheid Bereikbaarheid/ afstand snelweg Modaliteiten Ligging in knooppunt Maatvoering (kavel/ bouwhoogte) Overige bevindingen 2 14,6 ha A12 Aangewezen groene hub - Circulaire economie, Milieucat. 4/5 Innofase is qua opzet kansrijk voor een logistieke locatie, mits passend bij het circulaire karakter van deze locatie (aangewezen als groene hub in de MIRT) geeft het terrein een specifiek profiel. Om als echte XXL-locatie aangeduid te worden achten wij minder kansrijk. Beleidsmatig is er voor de regio Arnhem Nijmegen de ambitie uitgesproken dat er geen ruimte meer is voor hogere milieu categorieën. Innofase is het enige terrein dat dit, op dit moment, kan faciliteren. Het biedt qua omvang wel interessante kavels van ruim 7 ha. aan logistieke bedrijven waar ook circulaire productie plaatsvindt. Op termijn heeft het terrein potentie aan klassieke logistiek als de vraag blijft toenemen en er geen circulaire kandidaten voor Innofase gevonden zouden kunnen worden. Mogelijkheden XXL Logistiek 12

173 3.4 Lingewaard Lingewaard heeft op 2 locaties mogelijkheden voor XXL-logistiek(in het RPW als regionale terreinen aangeduid), te weten Agropark en Pannenhuis II. Pannenhuis II 9,6 ha. uitgeefbaar conform RPW Diverse mogelijkheden om kavelgrootte van 4 ha. aaneensluitend te realiseren, Eventueel kan het kavel nog groter worden door over een weg heen te gaan, waardoor ca 6 ha. gerealiseerd kan worden. De kavelgrootte is vrij indeelbaar, waardoor het mogelijk is, volgens de gemeente om kavels met een omvang van 4 ha. te realiseren. Oordeel Pannenhuis II Kavels Beschik- Bereikbaarheid/ Modaliteiten Ligging in Maatvoering Overige > 4 ha baarheid afstand snelweg knooppunt (kavel/ bevindingen bouwhoogte) 1 4 ha Niet direct aan Provinciale is alleen een snelweg gelegen weg solitaire potentie met ontwikkeling doortrekking mogelijk A15 Pannenhuis biedt in theorie mogelijkheden om een kavel van 4 hectare (en groter) aaneengesloten te realiseren. Gezien het karakter van het terrein (met kleinschaligere bedrijfsgebouwen), de bereikbaarheid van de locatie alleen over de weg (waarbij niet in directe nabijheid van de snelweg, alleen met de doortrekking van de A15), het niet direct gelegen zijn in het logistieke knooppunt en de omvang van het terrein (circa 1 XXL-kavel mogelijk) is het terrein minder kansrijk voor XXL. Wel biedt het, gezien de ligging in de logistieke corridor de mogelijkheid om een bedrijf te faciliteren in de logistieke sector met een flinke omvang, indien er interesse vanuit de markt aanwezig is. Mogelijkheden XXL Logistiek 13

174 Agropark, fase 2 9,1 ha. uitgeefbaar conform RPW Mogelijkheid om 1 kavel van 4 ha. mogelijk te maken. Ontsluiting is geregeld, maar bij grote verkeersdrukte kan als optie een extra ontsluiting gerealiseerd worden (waarbij grond van een agrariër gekocht moet worden). Terrein heeft momenteel een agri-business bestemming. Gemeente staat positief tegenover invulling geven aan andere bestemming. Oordeel Agropark Kavels > 4 ha Beschikbaarheid Bereikbaarheid/ afstand snelweg Modaliteiten Ligging in knooppunt Maatvoering (kavel/ bouwhoogte) Overige bevindingen 1 4 ha Niet direct aan snelweg gelegen Provinciale weg geen directe koppeling snelweg Agrokarakter, is alleen een solitaire ontwikkeling mogelijk Agropark biedt, eveneens als Pannenhuis de mogelijkheid om een 4 hectare kavel te realiseren. Gezien het agro-karakter van het terrein en de omgeving, de bereikbaarheid van de locatie alleen per weg (niet in directe nabijheid van de snelweg, alleen per provinciale weg toegankelijk), het niet direct gelegen zijn in het logistieke knooppunt en de omvang van het terrein (circa 1 XXL-kavel mogelijk) is het terrein minder kansrijk voor XXL. Wel biedt het de mogelijkheid om een bedrijf te faciliteren met een flinke omvang, indien er interesse vanuit de markt aanwezig is. Mogelijkheden XXL Logistiek 14

175 3.5 Beuningen Schoenaker 8,5 ha. uitgeefbaar conform RPW Op Schoenaker is het in theorie mogelijk om 3 kavels samen te voegen tot een totale omvang van 5,8 ha. Dit wordt echter onmogelijk gemaakt door een archeologische vindplaats (aangeduid met het donkergroene vlak). Hierdoor mogen er geen palen de grond in, waardoor het realiseren van een opstal onmogelijk wordt gemaakt. 5,8 ha Oordeel Schoenaker Kavels Beschik- Bereikbaarheid/ Modaliteiten Ligging in Maatvoering Overige > 4 ha baarheid afstand snelweg knooppunt (kavel/ bevindingen bouwhoogte) 1 5,77 ha A73, BCTN samenvoegen Onmogelijk terminal 3 kavels gemaakt door archeologische vindplaats Schoenaker biedt in theorie de mogelijk om een XXL-kavel mogelijk te maken, echter is het fysiek (door belemmeringen) onmogelijk om een XXL-logistiek mogelijk te maken op Schoenaker. 3.6 Zevenaar 7 Poort 49,6 ha. uitgeefbaar conform RPW Op 7Poort zijn voldoende kavels in de aanbieding om in te zetten voor XXL-Logistiek. Van belang voor de ontwikkeling van 7Poort is de nieuwe aansluiting aan de A12 die medio 2021 gereed moet zijn. Rijkswaterstaat trekt de A15 vanaf knooppunt Ressen met twaalf kilometer door naar de A12 (knooppunt Oudbroeken/De Liemers. Minister Schultz-van Haegen heeft op 8 maart 2017 haar handtekening gezet onder het Tracébesluit (TB) voor het project A12/A15. Ook onderdeel van dit Rijksproject is de verbreding van de A12. Tussen Duiven (afslag 28) en knooppunt Oud-Dijk wordt de A12 aan weerszijde verbreed van twee naar drie rijstroken. Tussen het knooppunt Oudbroeken/De Liemers en de nieuwe aansluiting Hengelder (ter hoogte van 7Poort-Hengelder). komen vier rijstroken. De weg moet er in liggen Mogelijkheden XXL Logistiek 15

176 Van belang voor ondernemers is de zekerheid te hebben dat de afslag daadwerkelijk aangelegd wordt. Het TB is nu ondertekend, waarna de aanbesteding van de werkzaamheden zal starten. Wanneer de aanbesteding van de werkzaamheden is afgerond (medio 2018) geeft dit zekerheid dat de afslag er daadwerkelijk komt. 19 ha 3,8 ha 5,8 ha Op dit moment zijn er 3 kavels beschikbaar die ingezet kunnen worden voor XXL-Logistiek, waarbij 1 kavel van maar liefst 19 ha aaneengesloten. In totaal is 28,6 ha. direct beschikbaar. Oordeel 7Poort Kavels Beschik- Bereikbaarheid/ Modaliteiten Ligging in Maatvoering Overige > 4 ha baarheid afstand snelweg knooppunt (kavel/ bevindingen bouwhoogte) 3 28,6 ha hangt samen met A12, Rhein- Terrein is realiseren afslag Waal direct terminal beschikbaar - afslag snelweg nog niet 7 Poort is qua omvang van het terrein en omvang van de kavels zeer geschikt om als XXL-terrein ingezet te worden. De locatie is multimodaal ontsloten (A12 en verbinding met containerterminal Emmerich). De afstand tot de Rhein-Waal Terminal bedraagt 15 km over de weg (ofwel 20 minuten). De enige belemmering qua bereikbaarheid op dit moment is er dat nog geen directe afslag aan de A12 aanwezig is. Dit wordt medio 2021 voorzien. 7Poort biedt hiertoe mogelijkheden op de middellange termijn om ingezet te worden voor XXL Logistiek of voor partijen die nu alvast willen investeren voor een positie. Vanaf 2018 (als de werkzaamheden zijn gegund) zal het terrein een stuk aantrekkelijk worden voor kopers. Mogelijkheden XXL Logistiek 16

177 3.7 Nijmegen / Wijchen Bijsterhuizen 26,5 ha. uitgeefbaar conform RPW Binnen Bijsterhuizen zijn de mogelijkheden voor grote aaneengesloten kavels beperkt. Momenteel is er maar 1 kavel van 3,5 ha dat nog niet verkocht is, heeft echter wel een optie. Er is daarmee geen direct beschikbaar XXL-kavel mogelijk. Er is wel een mogelijkheid om 1 XXL-kavel te creëren in fase 5 met een omvang van tussen de 4,5 en 5 ha. Hiervoor dient privaat eigendom betrokken te worden. Kans van slagen wordt < 50% geschat 5 ha 5 ha Oordeel Bijsterhuizen Kavels Beschik- Bereikbaarheid/ Modaliteiten Ligging in Maatvoering Overige > 4 ha baarheid afstand snelweg knooppunt (kavel/ bevindingen bouwhoogte) 1 4,5 ha Niet direct aan A73, BCTN Beperkingen Samenvoegen snelweg gelegen terminal qua eigendom bouwhoogte noodzakelijk- Geringe kans van slagen Bijsterhuizen is minder kansrijk om concrete XXL-logistiek te faciliteren. Er is een mogelijkheid om 1 kavel te realiseren, maar dit zorgt niet voor een toegevoegde waarde voor het gebied. Mogelijkheden XXL Logistiek 17

178 3.8 Totaaloverzicht Als we het totaalbeeld schetsen rondom de mogelijkheden voor XXL-Logistiek in de Arnhem- Nijmegen regio, zoals afgebakend in het RPW traject, dd februari 2017, dan ontstaat het volgende beeld: Zeer geschikt: Direct Niet direct Park A15: Overbetuwe 27 ha 23 ha 7Poort Zevenaar * 29 ha DocksNLD Montferland 5 ha 8 ha Geschikt: Duiven Seingraaf 5 ha Minder kansrijk: Duiven Innofase 15 ha Lingewaard Agropark 4 ha Lingewaard Pannenhuis 2 4 ha Overbetuwe De Aam 6 ha Wijchen/ Nijmegen Bijsterhuizen 4 ha Onmogelijk: Beuningen Schoenaker 6 ha Kijkend naar de (directe) beschikbaarheid van kavels, ontstaat het volgende beeld: Gemeente Bedrijventerrein Kan per direct kavels aanbieden van: Kansrijkheid XXL-logistiek 4 ha 8 ha > 12 ha Overbetuwe Park15 ja ja ja ++++ Zevenaar 7Poort * ja ja ja ++++ Montferland DocksNLD ja nee nee ++++ Duiven Seingraaf nee nee nee +++ Duiven Innofase ja nee nee ++ Lingewaard Agropark ja nee nee ++ Lingewaard Pannenhuis 2 ja nee nee ++ Overbetuwe De Aam ja nee nee ++ Wijchen/ Nijmegen Bijsterhuizen nee nee nee ++ Beuningen Schoenaker nee nee nee + *7Poort ontleent haar kansrijkheid aan de daadwerkelijke realisatie van de afslag A12. Mogelijkheden XXL Logistiek 18

179 4 Conclusies In het kader van het RPW-traject Arnhem-Nijmegen heeft Ecorys de kwalitatieve verdiepingsslag gemaakt naar de geschiktheid van de onherroepelijke bedrijventerrein-kavels voor grootschalige DC, ook wel XXL-Logistiek genaamd. Binnen de regio Arnhem-Nijmegen zijn 2 logistieke knooppunten benoemd in zowel het MIRT als de Ruimtelijk-economische kaart die ten grondslag ligt aan de keuzes in het RPW qua geschiktheid van terreinen met een logistiek profiel. Deze knooppunten zijn: Knoop 38 (gelegen bij afslag 38 A15 Oosterhout/ Elst) en Knoop EMZ (Emmerich Montferland Zevenaar). Concentratie van grootschalige logistiek in directe nabijheid van de knooppunten is hiermee gewenst. Conclusie 1: de huidige ruimtevraag voorziet in de realisatie van XXL-Logistiek In de huidige vraagramingen, is kwantitatief, grootschalige logistiek integraal opgenomen in de vraagramingen, waarbij vraag-verhogende beleidsambities, zoals logistiek deel uitmaakt. Het aanbod en de ontwikkeling van bedrijventerreinen speelt hier op in. Bijzondere spelers in de markt (die niet de regio Arnhem-Nijmegen, maar Nederland of Noordwest Europa als zoekgebied hebben), zijn niet opgenomen in de vraagramingen. Conclusie 2: Binnen de logistieke knooppunten in de regio Arnhem-Nijmegen zijn locaties beschikbaar en zeer geschikt. Knoop ha. ParkA15 (Overbetuwe): direct beschikbaar 2 kavels > 12 ha. Knoop EMZ - 34 ha. DocksNLD (Montferland): direct beschikbaar 1 kavel van 5 ha. Daarnaast nog opties op 3 kavels die medio 2018 duidelijkheid moeten verschaffen of deze verkocht worden of beschikbaar zijn. 7Poort (Zevenaar): direct beschikbaar: 1 kavel van 19 ha. en 2 kavels variërend van 4 tot 6 ha. Geschiktheid van de kavels voor XXL hangt nauw samen met de bereikbaarheid en de openstelling van de nieuwe afrit op de A12 ter hoogte van 7Poort. Per saldo is circa 61 ha. aan direct beschikbare XXL-locaties voor handen. Dit komt neer op 3 kavels > 12 hectare en 3 kavels rond de 4 hectare. Conclusie 3: er zijn tevens additionele mogelijkheden om XXL-locaties te realiseren binnen de logistieke knooppunten Knoop ha. ParkA15 (Overbetuwe): Mogelijkheid om kleinere kavels te clusteren tot grotere kavels, hierdoor 2 kavels van ca. 4 ha. mogelijk. Tevens mogelijkheid tot realisatie van kavel a 15 ha. (mogelijk indien andere kavels op het terrein verkocht zijn). Knoop EMZ ntb DocksNLD (Montferland): de mogelijkheden zijn volledig afhankelijk van de opties op de kavels. Indien hier geen gebruik van gemaakt wordt is er in totaal 10 ha beschikbaar. Innofase (Duiven). De 2 huidige kavels van ieder 7 ha. kunnen ingezet worden voor XXL- Logistiek indien er een grote behoefte ontstaat Mogelijkheden XXL Logistiek 19

180 Per saldo kan circa 37 tot 47 ha. aan XXL-locaties ingezet worden. Dit komt neer op 1 kavel > 12 hectare en 4 kavels rond de 4 hectare. Conclusie 4: binnen knooppunt EMZ kan een mogelijk knelpunt ontstaan Qua fasering een tijdelijk knelpunt Op dit moment is er voor het logistieke knooppunt EMZ direct aanbod beschikbaar voor XXLlogistiek (waarbij wij duiden op het ene kavel op Docks NLD). 7Poort is in feite pas echt geschikt als de afslag gerealiseerd is 4 (medio 2021). In de periode vanaf 2018 (als de aanbesteding gegund is) zal de markt voor 7Poort gaan aantrekken. Een tijdelijk tekort kan ontstaan indien Montferland haar kavels per direct verkocht heeft en Zevenaar (7Poort) nog onvoldoende kan profiteren van de fysieke aanwezigheid en/ of duidelijkheid inzake realisatie van de afrit. Conclusie 5: geef duidelijke randvoorwaarden mee aan XXL locaties De huidig geïdentificeerde zeer geschikte XXL-locaties (Park A15, Docks NLD en 7Poort) dienen de grootschalige logistieke potentie te behouden. Dit betekent dat voorkomen moet worden dat deze locaties voor andere doelgroepen ingezet worden of dat kleinschalige kavels verkocht worden (waardoor XXL-kavels beperkt of onmogelijk worden gemaakt). Dit vraagt om duidelijke regie bij gemeenten door te controleren of bestemmingsplannen op dit punt moeten worden aangepast om inderdaad de kavels te reserveren voor XXL-logistiek. Dit geldt overigens zowel voor gemeentelijke kavels als voor terreinen in bezit bij private partijen. 4 Met het ondertekenen van het tracé besluit april 2017 is voor investeerders een belangrijk stuk zekerheid bereikt over het investeren in grond op 7Poort. In de loop van 2017 zal de vraag naar een exactere planning over de aanbesteding en de aanleg van de nieuwe op- en afrit ook beantwoord kunnen worden. Mogelijkheden XXL Logistiek 20

181 Bijlage 1 Locatie potentie Knoop EMZ Binnen het logistieke knooppunt EMZ zijn er een tweetal terreinen die als zeer geschikt bestempeld zijn voor XXL-Logistiek, waarbij de locatie 7Poort in het huidige RPW als voorzienbaar is beschouwd. In de bijlage wordt daarom specifiek ingezoomd op de zeer geschikte locaties: 7Poort en Docks NLD. Hierbij zijn tevens de meningen van marktpartijen meegenomen (belegger in grootschalige logistiek, ontwikkelaar in logistiek vastgoed en makelaar van logistiek vastgoed). Als belangrijkste onderscheidende elementen worden behandeld: Relatie snelweg Het merendeel van de partijen die zich momenteel oriënteren rond knoop EMZ hebben een directe relatie met de snelweg. Het snel kunnen aansluiten is hierbij cruciaal. Voor de locatie 7Poort is het cruciaal dat de nieuwe afrit er daadwerkelijk komt. Tot het moment dat er volledige zekerheid is zullen marktpartijen een slag om de arm houden. Dit zorgt (nu) voor een groot risico voor 7Poort. De locatie Docks NLD wordt als interessant beschouwd, maar ten aanzien van de ligging ten opzichte van de snelweg als niet ideaal beschouwd. Afstand terminal Emmerich Een belangrijk gegeven is de synchromodaliteit van de locaties: meerdere wijzen van transportsystemen. Hierbij speelt de Rhein-Waal Terminal in Emmerich een belangrijke rol. Als vuistregel geldt voor vervoerders dat een afstand van maximaal 30 km. als acceptabel wordt beschouwd (met een maximale reistijd van 30 minuten). Kijken we op deze wijze naar beide locaties dan ligt Docks NLD weliswaar dichter bij de terminal (<10 km), maar ook 7Poort ligt (tussen de 10 en 20 km) op acceptabele (reis)afstand om goed gebruik te kunnen maken van de Terminal Bron: Ecorys 2017 Mogelijkheden XXL Logistiek 21

182 Arbeidspotentieel Het realiseren van grootschalige logistiek vraagt om voldoende arbeidspotentieel. Het vinden van voldoende en goed opgeleid personeel vormt een steeds grotere uitdaging. Het clusteren van grootschalige logistieke activiteiten op een plaats onderstreept het belang van voldoende achterland qua arbeidspotentieel. Bron: Ecorys 2017 De aanwezigheid van een (middel)grote stad biedt voldoende potentieel. Als we op deze wijze naar zowel de gemeente Montferland als Zevenaar kijken dan biedt Zevenaar een groter (Nederlands) arbeidspotentieel voor toekomstige ondernemers. Mogelijkheden XXL Logistiek 22

183 Over Ecorys Ecorys is een toonaangevend internationaal onderzoeks- en adviesbureau dat zich richt op de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen. Door middel van uitmuntend, op onderzoek gebaseerd advies, helpen wij publieke en private klanten bij het maken en uitvoeren van gefundeerde beslissingen die leiden tot een betere samenleving. Wij helpen opdrachtgevers met grondige analyses, inspirerende ideeën en praktische oplossingen voor complexe markt-, beleids- en managementvraagstukken. Onze bedrijfsgeschiedenis begon in 1929, toen een aantal Nederlandse zakenlieden van wat nu beter bekend is als de Erasmus Universiteit, het Nederlands Economisch Instituut (NEI) oprichtten. Het doel van dit gerenommeerde instituut was om een brug te slaan tussen het bedrijfsleven en de wereld van economisch onderzoek. Het NEI is in 2000 uitgegroeid tot Ecorys. Door de jaren heen heeft Ecorys zich verspreid over de wereld met kantoren in Europa, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Wij werven personeel met verschillende culturele achtergronden en expertises, omdat wij ervan overtuigd zijn dat mensen met uiteenlopende eigenschappen een meerwaarde kunnen bieden voor ons bedrijf en onze klanten. Ecorys excelleert in zes werkgebieden: - transport en mobiliteit; - economie en innovatie; - energie, water en klimaat; - regionale ontwikkeling; - overheidsfinanciën; - gezondheid en onderwijs. Ecorys biedt een duidelijk aanbod aan producten en diensten: - voorbereiding en formulering van beleid; - programmamanagement; - communicatie; - capaciteitsopbouw (overheden); - monitoring en evaluatie. Wij hechten waarde aan onze onafhankelijkheid, onze integriteit en onze partners. Ecorys geeft om het milieu en heeft een actief maatschappelijk verantwoord ondernemingsbeleid, gericht op meerwaarde voor de samenleving en de markt. Ecorys is in het bezit van een ISO14001-certificaat dat wordt ondersteund door al onze medewerkers. Manon Janssen, Chief Executive Officer & Chair of the Board of Management 23

184 Postbus AD Rotterdam Nederland Watermanweg GG Rotterdam Nederland T F E netherlands@ecorys.com K.v.K. nr Sound analysis, inspiring ideas BELGIË BULGARIJE INDIA KROATIË - NEDERLAND POLEN SPANJE TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK

185 W Sound analysis, inspiring ideas BELGIË BULGARIJE INDIA KROATIË - NEDERLAND POLEN SPANJE TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK

Onderwerp Definitief Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling

Onderwerp Definitief Regionaal Programma Werklocaties Ruimte voor economische ontwikkeling Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2017 / 107/2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 1 januari 2018 Onderwerp Definitief Regionaal Programma Werklocaties

Nadere informatie

Regionaal Programma Werklocaties (RPW)

Regionaal Programma Werklocaties (RPW) Q&A: vragen en antwoorden rondom het Regionaal Programma Werklocaties en de concept Ruimtelijke Uitwerking Werklocaties Regionaal Programma Werklocaties (RPW) 1. Wat is het RPW precies? In het Regionaal

Nadere informatie

Regionaal Programma Werklocaties (RPW)

Regionaal Programma Werklocaties (RPW) Regionaal Programma Werklocaties (RPW) Elst, 11 april 2017 (S.02) College van B&W Doel van de presentatie Het RPW bevat heel veel informatie. Raad informeren over de belangrijkste consequenties voor Overbetuwe.

Nadere informatie

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Regionaal Programma Werklocaties Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Doel en opzet presentatie Doel presentatie: Raadsleden informeren over ontwikkeling Regionaal Programma Werklocaties

Nadere informatie

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt Programma Stedelijke ontwikkeling Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting De initiatiefnemer van de realisatie

Nadere informatie

Aanwijzing woningmarktregio

Aanwijzing woningmarktregio Openbaar Onderwerp Aanwijzing woningmarktregio Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In het kader van de nieuwe Woningwet is het de bedoeling dat de schaal van een woningcorporatie

Nadere informatie

Regionaal Programma Werklocaties RPW Arnhem Nijmegen. Informatiebijeenkomst commissies 10 oktober 2018

Regionaal Programma Werklocaties RPW Arnhem Nijmegen. Informatiebijeenkomst commissies 10 oktober 2018 Regionaal Programma Werklocaties RPW Arnhem Nijmegen Informatiebijeenkomst commissies 10 oktober 2018 Omgevingsvisie Gaaf Gelderland Vestigingsklimaat RPW s als instrument Duurzame ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

1. Deel te nemen aan de stichting Legal Valley 2. De brief aan de raad als reactie op de ingediende wensen en bedenkingen vast te stellen

1. Deel te nemen aan de stichting Legal Valley 2. De brief aan de raad als reactie op de ingediende wensen en bedenkingen vast te stellen Openbaar Onderwerp Definitieve deelneming stichting Legal Valley Programma Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting Op 1 november 2016 hebben wij besloten om deel te nemen

Nadere informatie

RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING REGIO ARNHEM-NIJMEGEN

RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING REGIO ARNHEM-NIJMEGEN RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING REGIO ARNHEM-NIJMEGEN RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING VERSIE 12 OKTOBER 2017 REGIO ARNHEM-NIJMEGEN

Nadere informatie

Opheffen gemeenschappelijke regeling Archiefverzorging

Opheffen gemeenschappelijke regeling Archiefverzorging Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Opheffen gemeenschappelijke regeling Archiefverzorging Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing BW-nummer B. van Hees Samenvatting De gemeenschappelijke regeling

Nadere informatie

Beroep tegen reactieve aanwijzing GS van Gelderland inzake bestemmingsplan en exploitatieplan Bedrijventerrein De Grift Noord

Beroep tegen reactieve aanwijzing GS van Gelderland inzake bestemmingsplan en exploitatieplan Bedrijventerrein De Grift Noord Openbaar Embargo tot 1 oktober Beroep tegen reactieve aanwijzing GS van Gelderland inzake bestemmingsplan en exploitatieplan Bedrijventerrein De Grift Noord Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

Wensen en bedenkingen ten aanzien van herziene (concept) grondexploitatie Waalfront 2015

Wensen en bedenkingen ten aanzien van herziene (concept) grondexploitatie Waalfront 2015 Openbaar Onderwerp Wensen en bedenkingen ten aanzien van herziene (concept) grondexploitatie Waalfront 2015 Programma Grondbeleid BW-nummer B. Velthuis Samenvatting De grondexploitatie (GREX) Waalfront

Nadere informatie

RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING REGIO ARNHEM-NIJMEGEN

RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING REGIO ARNHEM-NIJMEGEN RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING REGIO ARNHEM-NIJMEGEN RUIMTE VOOR ECONOMISCHE REGIONAAL PROGRAMMA WERKLOCATIES ONTWIKKELING VERSIE 17 FEBRUARI 2017 REGIO ARNHEM-NIJMEGEN

Nadere informatie

Zienswijze kaderbrief MGR

Zienswijze kaderbrief MGR Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Zienswijze kaderbrief MGR 2017-2018 Programma Economie & Werk / Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief / H. Bruls / B. van Hees Samenvatting De

Nadere informatie

Openbaar. Ontwerp Talent Centraal Nijmegen

Openbaar. Ontwerp Talent Centraal Nijmegen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ontwerp Talent Centraal Nijmegen Programma Grondbeleid; Sport & Accommodaties Portefeuillehouder B. Velthuis; R. Helmer-Englebert Samenvatting Na het succesvol afronden

Nadere informatie

Statutenwijziging Alliantie voortgezet onderwijs

Statutenwijziging Alliantie voortgezet onderwijs Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Statutenwijziging Alliantie voortgezet onderwijs Programma Onderwijs Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting De stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs Nijmegen

Nadere informatie

Reactie op de brief van Vérian omtrent verlenging contracten Hulp bij het Huishouden

Reactie op de brief van Vérian omtrent verlenging contracten Hulp bij het Huishouden Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Reactie op de brief van Vérian omtrent verlenging contracten Hulp bij het Huishouden Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Op 24

Nadere informatie

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Openbaar Onderwerp Rijk van Nijmegen 2025 Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls / T. Tankir Samenvatting De Rabobank Rijk van Nijmegen heeft in 2015 het initiatief genomen

Nadere informatie

Wijziging statuten Alliantie voortgezet onderwijs

Wijziging statuten Alliantie voortgezet onderwijs Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Wijziging statuten Alliantie voortgezet onderwijs Programma Onderwijs BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting De stichting Alliantie Voortgezet

Nadere informatie

Ondertekening Retaildeal

Ondertekening Retaildeal Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ondertekening Retaildeal Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Minister Kamp wil met 50 gemeenten een Retaildeal sluiten, om

Nadere informatie

Advies OR inzake Werkbedrijf

Advies OR inzake Werkbedrijf Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Advies OR inzake Werkbedrijf Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting De Ondernemingsraad heeft geadviseerd

Nadere informatie

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling Programma Economie & Werk Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting Het ministerie

Nadere informatie

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel Programma Mobiliteit BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Bij de behandeling van de Zomernota

Nadere informatie

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10)

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Programma Stedelijke ontwikkeling B. Velthuis Samenvatting Het plangebied ligt centraal in stadsdeel Dukenburg,

Nadere informatie

Skaeve Huse - brief gemeente Lingewaard. Bijgevoegd de antwoordbrief van het college van de gemeente Nijmegen.

Skaeve Huse - brief gemeente Lingewaard. Bijgevoegd de antwoordbrief van het college van de gemeente Nijmegen. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Skaeve Huse - brief gemeente Lingewaard Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Ons college heeft het voornemen om in Nijmegen Noord

Nadere informatie

Nieuwe wethouder: portefeuilleverdeling, waarneming burgemeester, onderlinge vervanging wethouders en benoeming GR

Nieuwe wethouder: portefeuilleverdeling, waarneming burgemeester, onderlinge vervanging wethouders en benoeming GR Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Nieuwe wethouder: portefeuilleverdeling, waarneming burgemeester, onderlinge vervanging wethouders en benoeming GR Programma Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

Wijziging beleidsregels Nachtwinkels

Wijziging beleidsregels Nachtwinkels Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Wijziging beleidsregels Nachtwinkels Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir / B. van Hees Samenvatting Naar aanleiding van de discussie met

Nadere informatie

Hoger beroep besluit voorzieningenrechter rechtbank Gelderland uitvoering huisvestingsverordening en mandaatverlening bezwaarschriften

Hoger beroep besluit voorzieningenrechter rechtbank Gelderland uitvoering huisvestingsverordening en mandaatverlening bezwaarschriften Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Hoger beroep besluit voorzieningenrechter rechtbank Gelderland uitvoering huisvestingsverordening en mandaatverlening bezwaarschriften Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o. Openbaar megen Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o. Programma Stedelijke Ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

Openbaar. Onderwerp Deelname Stichting Economie & Werk. Portefeuillehouder J. Zoetelief

Openbaar. Onderwerp Deelname Stichting Economie & Werk. Portefeuillehouder J. Zoetelief Openbaar Onderwerp Deelname Stichting RvN@ Programma BW-nummer Economie & Werk Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting Met onze deelname in de Stichting Rijk van Nijmegen (RvN@) willen we samen met

Nadere informatie

Ontbinding Brabantse Poort Nijmegen B.V.

Ontbinding Brabantse Poort Nijmegen B.V. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ontbinding Brabantse Poort Nijmegen B.V. Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Sinds oktober 1991 maakt de gemeente Nijmegen deel

Nadere informatie

BBV-richtlijnen grondexploitaties; 10 jaars termijn

BBV-richtlijnen grondexploitaties; 10 jaars termijn Collegevoorstel Openbaar Onderwerp BBV-richtlijnen grondexploitaties; 10 jaars termijn Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In de notitie grondexploitaties 2016 van

Nadere informatie

Antwoord op vragen concretisering Duitse plannen Economic Board

Antwoord op vragen concretisering Duitse plannen Economic Board Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Antwoord op vragen concretisering Duitse plannen Economic Board Programma Economie & Werk Portefeuillehouder H.M.F. Bruls / H. Tiemens Samenvatting Op 16 februari jl.

Nadere informatie

Eerste resultaten quick-wins terugdringen bijstandstekort

Eerste resultaten quick-wins terugdringen bijstandstekort Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Eerste resultaten quick-wins terugdringen bijstandstekort Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting Tijdens de kamerronde

Nadere informatie

Straatnaamgeving op het Novio Tech Campus-terrein

Straatnaamgeving op het Novio Tech Campus-terrein Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Straatnaamgeving op het Novio Tech Campus-terrein Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Het terrein van de Novio

Nadere informatie

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/ U Raadsbrief 2016, nr oktober 2016

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/ U Raadsbrief 2016, nr oktober 2016 Aan de gemeenteraad van Tubbergen Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/0038514 16.06169 U16.019080 Inlichtingen bij De raadsgriffier Mevrouw H.J.M.J van Limbeek-ter Haar Bijlagen 1 Onderwerp

Nadere informatie

Zienswijze windvisie Provincie Gelderland

Zienswijze windvisie Provincie Gelderland Openbaar Onderwerp Zienswijze windvisie Provincie Gelderland Programma / Programmanummer Klimaat & Energie / 1022 BW-nummer Portefeuillehouder H.Tiemens Samenvatting De Provincie heeft als uitwerking op

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad, RAADSVOORSTEL NR. 19-45 Raadsvergadering Zaaknummer 18 april 2019 653643 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3, Bunnik.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 22 mei Geachte raad,

Raadsvoorstel. 22 mei Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 174922 Behandeld door: M.H.T. Jansen Datum: 22 mei 2018 Agendapunt: Onderwerp: Regionaal Programma Werklocaties 2017-2020 Regio FoodValley. Geachte raad, Samenvatting: Vanuit het

Nadere informatie

Zienswijze conceptbegroting 2017 Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen. Onze zienswijze is dat wij instemmen met de conceptbegroting 2017.

Zienswijze conceptbegroting 2017 Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen. Onze zienswijze is dat wij instemmen met de conceptbegroting 2017. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Zienswijze conceptbegroting 2017 Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen Programma Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting Wij

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel / Fatale termijn: besluitvorming vóór:

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel / Fatale termijn: besluitvorming vóór: Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Straatnaamgeving: Nijmegen Goffert Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing B. van Hees Samenvatting Op 3 oktober 2007 heeft de raad de naam Nijmegen Goffert

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Stichting Huis van de Nijmeegse Geschiedenis

Samenwerkingsovereenkomst Stichting Huis van de Nijmeegse Geschiedenis Openbaar Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst Stichting Huis van de Nijmeegse Geschiedenis Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing BW-nummer Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting In het

Nadere informatie

Beantwoording art.39 vragen fractie GroenLinks inzake bewonersparticipatie

Beantwoording art.39 vragen fractie GroenLinks inzake bewonersparticipatie Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording art.39 vragen fractie GroenLinks inzake bewonersparticipatie Programma Stedelijke ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting De

Nadere informatie

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Landelijke Aanpak Adreskwaliteit Programma Dienstverlening & Burgerzaken Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting Om de kwaliteit van de basisregistratie te verbeteren

Nadere informatie

Met de brief in de bijlage stellen we de raad op de hoogte van de meest actuele stand van zaken.

Met de brief in de bijlage stellen we de raad op de hoogte van de meest actuele stand van zaken. Collegevoorstel Openbaar Embargo tot 9 juni 2015 Onderwerp Giro d Italia Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Eind juni vindt de persaankondiging

Nadere informatie

Ter besluitvorming door het college 1. De raadsinformatiebrief over 'Stand van zaken Meldpunt geen stage' vast te stellen.

Ter besluitvorming door het college 1. De raadsinformatiebrief over 'Stand van zaken Meldpunt geen stage' vast te stellen. Openbaar Onderwerp geen stage Programma BW-nummer Onderwijs Portefeuillehouder R.D. Helmer-Englebert Samenvatting In mei van dit jaar hebben wij de gemeenteraad Nijmegen via een raadsinformatiebrief een

Nadere informatie

Straatnaamgeving in Lentseveld: Cataloniëstraat, Salamancastraat en Sevillastraat

Straatnaamgeving in Lentseveld: Cataloniëstraat, Salamancastraat en Sevillastraat Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Straatnaamgeving in Lentseveld: Cataloniëstraat, Salamancastraat en Sevillastraat Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Rigtergroep

Raadsinformatiebrief Rigtergroep Embargo tot 5 september 2017, 17:45 uur Onderwerp Raadsinformatiebrief Rigtergroep Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Op 10 juli jl. is de gemeenteraad geïnformeerd

Nadere informatie

1. Wethouder Tiemens te machtigen voor het ondertekenen van het Gelders Energie Akkoord.

1. Wethouder Tiemens te machtigen voor het ondertekenen van het Gelders Energie Akkoord. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Deelname Gelders Energieakkoord Programma Duurzaamheid Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Het Klimaatverbond, Alliander en Gelderse Natuur en Milieufederatie

Nadere informatie

Vierdaagsefeesten en markt

Vierdaagsefeesten en markt Openbaar Onderwerp Vierdaagsefeesten en markt Programma Economie & Werk Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Van 16 tot en met 22 juli 2016 vinden de Vierdaagsefeesten plaats. Het evenement geniet

Nadere informatie

Openbaar. Onderwerp Straatnaamgeving: buurtnaam Koudenhoek. Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing. Portefeuillehouder H.B.W.

Openbaar. Onderwerp Straatnaamgeving: buurtnaam Koudenhoek. Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing. Portefeuillehouder H.B.W. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Straatnaamgeving: buurtnaam Koudenhoek Programma BW-nummer Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing H.B.W. van Hees Samenvatting Met dit raadsvoorstel wordt voorgesteld

Nadere informatie

Raadsbrief Samenwerking regionaal depot

Raadsbrief Samenwerking regionaal depot Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Raadsbrief Samenwerking regionaal depot Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing BW-nummer Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting De gemeente Nijmegen,

Nadere informatie

Ontwikkelingen Museum het Valkhof

Ontwikkelingen Museum het Valkhof Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ontwikkelingen Museum het Valkhof Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Sinds november 2016 verkeert

Nadere informatie

Onderwerp Vragen Groen Links over gratis draadloos internet in binnenstad Nijmegen

Onderwerp Vragen Groen Links over gratis draadloos internet in binnenstad Nijmegen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vragen Groen Links over gratis draadloos internet in binnenstad Nijmegen Programma / Programmanummer Economie / 9510 BW-nummer Portefeuillehouder B. Jeene Samenvatting

Nadere informatie

Nota van commentaar op het concept-regionaal Programma Werklocaties

Nota van commentaar op het concept-regionaal Programma Werklocaties Nota van commentaar op het concept-regionaal Programma Werklocaties Woord vooraf In het Portefeuillehoudersoverleg (PFO) Economie van 23 februari 2017 is afgesproken dat de colleges en gemeenteraden van

Nadere informatie

Overgang van onderneming GEM Waalsprong naar Gemeente Nijmegen

Overgang van onderneming GEM Waalsprong naar Gemeente Nijmegen Openbaar Onderwerp Overgang van onderneming GEM Waalsprong naar Gemeente Nijmegen Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Op 24 maart 2015 is door het College besloten

Nadere informatie

Straatnaamgeving: Notensteinstraat

Straatnaamgeving: Notensteinstraat Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Straatnaamgeving: Notensteinstraat Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Met dit voorstel wordt voor een nieuwe

Nadere informatie

Openbaar. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de raad. Gemeenteraad Conform advies Aanhouden.

Openbaar. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de raad. Gemeenteraad Conform advies Aanhouden. Collegevoorstel Openbaar Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting In het onlangs gesloten zijn onder meer verschuivingen van de lokale

Nadere informatie

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen.

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7.2 ALDUS VASTGESTELD 27 JUNI 2019 Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek 2019-2023 met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Context De Achterhoek

Nadere informatie

Brief m.b.t. leegstand en krimp over basisscholen in de Gildekamp

Brief m.b.t. leegstand en krimp over basisscholen in de Gildekamp Openbaar Onderwerp Brief m.b.t. leegstand en krimp over basisscholen in de Gildekamp Programma Onderwijs BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Tijdens de kamerronde van 7 juni 2017

Nadere informatie

Snelfietsroute Nijmegen-Mook-Cuijk

Snelfietsroute Nijmegen-Mook-Cuijk Openbaar Onderwerp Snelfietsroute Nijmegen-Mook-Cuijk Programma Mobiliteit Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Vanuit de voormalige stadsregio Arnhem-Nijmegen, nu provincie Gelderland, is het initiatief

Nadere informatie

Bestrating Plein 1944

Bestrating Plein 1944 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Bestrating Plein 1944 Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Met bijgaande brief willen wij de Raad informeren over de stand van

Nadere informatie

Beantwoording van vragen van de fracties D66 en Groen Links over de voortgang van een watersportcentrum langs de Nevengeul

Beantwoording van vragen van de fracties D66 en Groen Links over de voortgang van een watersportcentrum langs de Nevengeul Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording van vragen van de fracties D66 en Groen Links over de voortgang van een watersportcentrum langs de Nevengeul Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

Nachtwinkels. Alleen ter besluitvorming door het College Formele consultatie van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp

Nachtwinkels. Alleen ter besluitvorming door het College Formele consultatie van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Openbaar Onderwerp Nachtwinkels Programma Economie & Werk Portefeuillehouder T. Tankir / B. van Hees / H. Bruls Samenvatting Bij raadsbesluit van 20 november 2013 is de Verordening Winkeltijden Nijmegen

Nadere informatie

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Uitvoering EU-richtlijn omgevingslawaai

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Uitvoering EU-richtlijn omgevingslawaai Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Uitvoering EU-richtlijn omgevingslawaai Programma / Programmanummer Klimaat & Energie / 1022 BW-nummer BW-01056 Portefeuillehouder J. van der Meer Samenvatting Voor de

Nadere informatie

Handhaving bouwbesluit wooncomplexen

Handhaving bouwbesluit wooncomplexen Openbaar Onderwerp Handhaving bouwbesluit wooncomplexen Programma Stedelijke ontwikkeling, Veiligheid BW-nummer nvt Portefeuillehouder B. Velthuis, H. Bruls Samenvatting Eind 2015 is gebleken dat drie

Nadere informatie

Vierdaagsefeesten en markt

Vierdaagsefeesten en markt Openbaar Onderwerp Vierdaagsefeesten en markt Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Van 15 tot en met 21 juli 2017 vinden de Vierdaagsefeesten plaats. Het evenement

Nadere informatie

Openbaar. Ondergrondse restafvalcontainer op de afvalpas. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad.

Openbaar. Ondergrondse restafvalcontainer op de afvalpas. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Openbaar Onderwerp Ondergrondse restafvalcontainer op de afvalpas Programma Openbare Ruimte BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting In Nijmegen staat een 80-tal ondergrondse containers

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp verwerving perceel Slachthuis Nijmegen

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp verwerving perceel Slachthuis Nijmegen Openbaar Onderwerp verwerving perceel Slachthuis Nijmegen Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Naar aanleiding van het advies van de Commissie

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 maart 2015

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 maart 2015 GEMEENTE Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 30 Raadsbesluit Telefax (024) 323 59 92 Raadsvoorstel Reparatie bestemmingsplan Nijmegen Groot E-mail griffie@nijmegen.n1 Bijsterhuizen

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2017 / 104/217. Fatale termijn: besluitvorming vóór:

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2017 / 104/217. Fatale termijn: besluitvorming vóór: Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2017 / 104/217 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Transformatieaanpak Binnenstad Programma Economie & Werk Portefeuillehouder B. van

Nadere informatie

De geactualiseerde begrenzing van de bebouwde kom Boswet voor Nijmegen vast te stellen.

De geactualiseerde begrenzing van de bebouwde kom Boswet voor Nijmegen vast te stellen. Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 30 november 2011 / 153/2011 Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp Vaststelling actualisering begrenzing bebouwde kom Boswet

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen Groen Links over aanbesteding doelgroepenvervoer

Beantwoording schriftelijke vragen Groen Links over aanbesteding doelgroepenvervoer Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen Groen Links over aanbesteding Programma Mobiliteit Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting De fractie van Groen Links heeft ons

Nadere informatie

Gemeentegarantie voor woongroepen

Gemeentegarantie voor woongroepen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Gemeentegarantie voor woongroepen Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Bij de besluitvorming over de woonvisie heeft de raad een amendement

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen PvdA inzake tracé Laan van Oost- Indië

Beantwoording schriftelijke vragen PvdA inzake tracé Laan van Oost- Indië Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen PvdA inzake tracé Laan van Oost- Indië Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Op 19 oktober 2017

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen van de D66-fractie over de experimenten Participatiewet. Met bijgevoegde brief beantwoorden wij deze vragen.

Beantwoording schriftelijke vragen van de D66-fractie over de experimenten Participatiewet. Met bijgevoegde brief beantwoorden wij deze vragen. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de D66-fractie over de experimenten Participatiewet Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting

Nadere informatie

Kredietaanvraag Verbouwing Nieuwe Dukenburgseweg 21

Kredietaanvraag Verbouwing Nieuwe Dukenburgseweg 21 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Kredietaanvraag Verbouwing Nieuwe Dukenburgseweg 21 Programma / Programmanummer 1042,1043 / Bestuur en Middelen, Facilitaire Diensten Portefeuillehouder H. Tiemens, R.

Nadere informatie

Vaststelling Jaarverslag Bureau Sociaal Raadslieden

Vaststelling Jaarverslag Bureau Sociaal Raadslieden Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vaststelling Jaarverslag 2015-2016 Bureau Sociaal Raadslieden Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Bureau Sociaal Raadslieden

Nadere informatie

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verdeelmodel BUIG Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Met bijgevoegde brief informeren wij de raad over de stand van zaken

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart.

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart. RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1 Raadsvergadering van 17 april 2008 Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart. Verantwoordelijke portefeuillehouder: L.M. Koevoets SAMENVATTING

Nadere informatie

Voorbereidingskrediet Skaeve Huse 2e locatie

Voorbereidingskrediet Skaeve Huse 2e locatie Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Voorbereidingskrediet Skaeve Huse 2e locatie Programma Zorg & Welzijn Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting In het coalitieakkoord is afgesproken dat de ontwikkeling

Nadere informatie

1. De brief aan de raad over versnelling sociale woningbouw vast te stellen.

1. De brief aan de raad over versnelling sociale woningbouw vast te stellen. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Versnelling (tijdelijke) sociale woningbouw Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Het onderzoek naar de kansen voor versnelde tijdelijke

Nadere informatie

Ontbinding Nijmegen Mariënburg BV

Ontbinding Nijmegen Mariënburg BV Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ontbinding Nijmegen Mariënburg BV Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Op 12 maart 1996 is tussen de gemeente Nijmegen, ING Vastgoed

Nadere informatie

Raadsmededeling. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd:

Raadsmededeling. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd: Raadsmededeling Nummer : 59/2009 Datum : 19 november 2009 B&W datum : 19 november 2009 Portefeuillehouder : W. ten Voorde Onderwerp : (provinciale) ontwerp-structuurvisie bedrijventerreinen Aanleiding

Nadere informatie

Beantwoording toezegging inzake aantal WOZ bezwaren en de toekenning daarvan

Beantwoording toezegging inzake aantal WOZ bezwaren en de toekenning daarvan Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording toezegging inzake aantal WOZ bezwaren en de toekenning daarvan Programma Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Tijdens

Nadere informatie

B&W VOORSTEL. Kenmerk: 19BW Datum voorstel: 31 januari Onderwerp: Wensen en bedenkingen initiatief Rijnstate in Elst Centraal

B&W VOORSTEL. Kenmerk: 19BW Datum voorstel: 31 januari Onderwerp: Wensen en bedenkingen initiatief Rijnstate in Elst Centraal * B&W VOORSTEL Kenmerk: 19BW000065 Datum voorstel: 31 januari 2019 Onderwerp: Wensen en bedenkingen initiatief Rijnstate in Elst Centraal Voorstel portefeuillehouder: 1. Instemmen met de memo 'wensen ten

Nadere informatie

POL-uitwerking werklocaties - Regionale visie detailhandel Noord Limburg

POL-uitwerking werklocaties - Regionale visie detailhandel Noord Limburg Agendapuntnummer : Documentnummer : (cc 2 t Raadsvergadering d.d. : 8 juni 201 Raadscommissie : Commissie Grondgebied Commissie d.d. 31 mei 2017 Programma Economische zaken Onderwerp POL-uitwerking werklocaties

Nadere informatie

Regionale en subregionale Woonagenda s 2013-2020

Regionale en subregionale Woonagenda s 2013-2020 Regionale en subregionale Woonagenda s 2013-2020 Concept 19 december 2013 STADSREGIO ARNHEM NIJMEGEN 1 De woonagenda 2014 van de stadsregio Arnhem Nijmegen De 20 gemeenten in de stadsregio vormen een aantrekkelijk

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Samenwerking ICT regio Nijmegen

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Samenwerking ICT regio Nijmegen Openbaar Onderwerp Samenwerking ICT regio Nijmegen Programma / Programmanummer Facilitaire Diensten / 1043 BW-nummer Portefeuillehouder B. Jeene Samenvatting Gemeenten staan de komende jaren voor nieuwe

Nadere informatie

1. Brief aan de raad vast te stellen.

1. Brief aan de raad vast te stellen. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vonnis rechtbank Arnhem inzake rechtszaak Connexxion versus Nijmegen inzake afgegeven garanties bij verkoop Novio Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie)

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie) Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie) Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp reparatie bestemmingsplan Nijmegen Groot Bijsterhuizen

Nadere informatie

4. Bij de perspectiefnota 2016 een keuze aan de Raad voor te leggen over het te kiezen scenario. 5. Brief aan de Raad vast te stellen

4. Bij de perspectiefnota 2016 een keuze aan de Raad voor te leggen over het te kiezen scenario. 5. Brief aan de Raad vast te stellen Openbaar Onderwerp Aankoop Streekweg Programma / Programmanummer Grondbeleid / 1032 BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In 2007 hebben wij met Stichting Alliantie voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Aanvraag suppletie-uitkering bommenregeling 2017

Aanvraag suppletie-uitkering bommenregeling 2017 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Aanvraag suppletie-uitkering bommenregeling 2017 Programma Openbare orde en Veiligheid en Financiën BW-nummer Portefeuillehouder H. Bruls en H. Tiemens Samenvatting De

Nadere informatie

Toelichting over de behandeling van:

Toelichting over de behandeling van: Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel Advies van de Commissie voor bezwaarschriften inzake bezwaarschrift tegen de afwijzing van een verzoek tot herziening van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 4 juli 2018 / 38/2018. Onderwerp Regionaal rekenkameronderzoek Grip krijgen op Veilig Thuis

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 4 juli 2018 / 38/2018. Onderwerp Regionaal rekenkameronderzoek Grip krijgen op Veilig Thuis Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 4 juli 2018 / 38/2018 Onderwerp Regionaal rekenkameronderzoek Grip krijgen op Veilig Thuis Programma Bestuur & Middelen, Zorg en Welzijn Portefeuillehouder

Nadere informatie

1. Brief aan stichting Kristallis vast te stellen met een positief advies over de voorgenomen bestuursoverdracht aan Stichting Pluryn.

1. Brief aan stichting Kristallis vast te stellen met een positief advies over de voorgenomen bestuursoverdracht aan Stichting Pluryn. Openbaar Onderwerp Advies over de bestuursoverdracht van Kristallis aan Pluryn Programma Onderwijs Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Stichting Kristallis, met scholen voor voortgezet

Nadere informatie

Raadsbrief social return en verdringing

Raadsbrief social return en verdringing Collegevoorstel Openbaar Onderwerp en verdringing Programma Economie & Werk Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Op 10 februari j.l. heeft de raad de motie Houd social return on investment ook echt

Nadere informatie

Bestendiging afspraken met Vitens en Natuurmonumenten in verband met afbouw Heumensoord

Bestendiging afspraken met Vitens en Natuurmonumenten in verband met afbouw Heumensoord Openbaar Onderwerp Bestendiging afspraken met Vitens en Natuurmonumenten in verband met afbouw Heumensoord Programma Openbare Ruimte, Bestuur en middelen BW-nummer Portefeuillehouder R.D. Helmer-Englebert,

Nadere informatie

1. Vast te stellen de brief aan de raad over de uitkomst van de ronde tafel gesprekken.

1. Vast te stellen de brief aan de raad over de uitkomst van de ronde tafel gesprekken. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Uitkomst ronde tafel gesprekken aanwijzing vuurwerkvrije zones Programma Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting Ter uitvoering van de moties tot het onderzoeken

Nadere informatie