Drechtsteden. Aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Drechtstedengemeenten

Transcriptie

1 Drechtsteden Postbus AP Dordrecht Aan de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Drechtstedengemeenten In afschrift aan: het dagelijks bestuur van de regio Zuid-Holland Zuid. Bezoekadres Noordendijk RR Dordrecht BNG Telefoon 1078) Fax (078) Behandeld door J. van Dijk Datum 19 oktober 2007 Onderwerp Begrotingen 2008 SCD, SGB en BDD Bijlagefn) Spelregels en begrotingen I3x) Geachte besturen. De afgelopen maanden is gewerkt aan het opstellen van de concept begrotingen 2008 voor het Servicecentrum {SCD), het Sociaal Geografisch Bureau (SGB) en de Belastingdienst Drechtsteden (BDD}. Het feit dat er drie begrotingen zijn opgesteld, vindt zijn oorzaak in het besluit om de belastingtaak en het SGB uit het SCD te lichten en in aparte organisatieonderdelen binnen de Drechtsteden onder te brengen. Basis voor het opstellen van deze drie begrotingen vormde het Bestuursplan en de geactualiseerde rapportage quick scan van februari Deze documenten vormden de grondslag voor de besluitvorming over de oprichting van en participatie in het SCD. Thans liggen voor de concept basisbegroting SCD 2008, versie 6.2 van 4 oktober 2007, de concept begroting SGB 2008 versie 1.2 van 4 oktober 2007 en de concept begroting BDD 2008, versie 5.2 van 4 oktober De begrotingen van het SCD, met daarin opgenomen het Loopbaancentrum (LCD), van het SGB en van de BDD worden in samenhang aangeboden. De reden hiervan is, dat als referentiekader voor de beoordeling van deze begrotingen op Drechtstedelijk niveau het Bestuursplan SCD en de rapportage quick scan zal worden gehanteerd. In deze brief wordt een nadere toelichting op hoofdlijnen gegeven op veranderingen die hebben plaatsgevonden sinds het verschijnen van het Bestuursplan SCD, zowel inhoudelijk als qua financiële uitkomsten. Op die manier wordt voor de deelnemers aan het SCD inzichtelijk gemaakt wat de aansluiting is tussen de basisstukken inzake het SCD en de nu opgestelde begrotingen. Voor een toelichting op de in de begrotingen opgenomen posten wordt verwezen naar de begrotingen zelf. Oorspronkelijke financiële kaders nog steeds het referentiekader Bijgaande conceptbegrotingen bouwen voort op de financiële kaders die zijn neergelegd in de quick scan rapportage en de verwerking hiervan in het Bestuursplan SCD. In het Bestuursplan is een budget opgenomen van 30,0 miljoen, waarin opgenomen 1,0 miljoen voor initiële investeringen en 1,5 miljoen onvoorzien. Deze bedragen zijn gebaseerd op de begrotingen van de deelnemende organisaties 2006 en dus prijspeil In dat budget zaten besloten de kosten van het SGB, het LCD, Belastingen en het SCD zelf. In de nu voorliggende begrotingen is een totaalbudget geraamd van 34,4 miljoen voor deze vier onderdelen samen. Er is derhalve sprake van een verschil van 4,4 miljoen. Toch is de Alblasserdam / Binnenmaas / Dordrecht/ Hendrik-ldo-Ambacht / Papendrecht / Sliedrecht / Zwijndrecht Pagina 1 van 9

2 hoofdconclusie dat op dit moment met deze drie begrotingen opgeteld, rekening houdend met de gebruikelijke indexatie en de verschuivingen die optreden in de eigen begrotingen van de deelnemers, binnen het budgettaire kader uit het Bestuursplan SCD, wordt gebleven, maar er zijn nog wel de nodige onzekerheden. Onderstaand wordt ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen die hebben geleid tot veranderingen ten opzichte van de aannamen in het Bestuursplan en op genoemde onzekerheden. Vervolgens wordt aangegeven wat het effect hiervan is op de bijdragen van de deelnemers. Relevant om vooraf te melden is tenslotte nog, dat de post Onvoorzien in deze begrotingen niet wordt aangewend voor de dekking van structurele uitgaven. Alleen kosten die zich in 2008 vermoedelijk voordoen zijn hierop verantwoord. Daarmee wordt recht gedaan aan de bestuurlijke afspraak om deze post niet -op voorhand- een structureel karakter te doen krijgen. Ontwikkelingen sinds het verschijnen van het Bestuursplan SCD We noemen de belangrijkste ontwikkelingen en geven daarbij aan of deze financiële consequenties hebben: het gegeven dat het budget uit het Bestuurplan gebaseerd is op het prijspeil 2006 en dat naar 2008 op grond van staand beleid binnen de GR Drechtsteden geïndexeerd moet worden; dit betekent een verhoging met 1,5 miljoen het besluit om Belastingen (BDD) en SGB als zelfstandige onderdelen van de Drechtstedenorganisatie te positioneren betekent dat de SCD-begroting opgeknipt moest worden in drie begrotingen; dit heeft geen financiële gevolgen; de noodzaak om de concerncontrolfunctie voor de Drechtsteden te versterken leidt tot een kostenverhoging op dit onderdeel van totaal ,=, waarvan een deel doorwerkt in de begrotingen van het SCD, de BDD en SGB; dit leidt tot een kostenverhoging voor het concern die doorbelast zijn aan deze 'dochters'; de behoefte tot een uniforme toerekening van huisvestingskosten binnen de Drechtsteden zelf te komen; dit leidt niet tot hogere kosten, maar wel tot een andere verdeling van deze kosten over de 'dochters'; de besluitvorming over de drie kredietaanvragen aan de Drechtraad voor de verbouw en inrichting van het Dienstengebouw en de projecten uit het l&a-programma die nodig zijn om als SCD te draaien (cluster IV); de hiermee verband houdende kapitaallasten zijn, via een algemene verdeelsleutel van het concern GR {zie vorige punt), opgenomen in de drie begrotingen; de formatieverschuivingen die tussen de gemeenten enerzijds en Zuid Holland Zuid en de Drechtsteden anderzijds hebben plaatsgevonden; deze leiden tot een verandering in de bijdrage van de resp. deelnemers in de kosten van het SCD, niet tot hogere kosten; de wens om uit efficiencyoverwegingen meer materiële kosten in de begrotingen van de drie organisatieonderdelen op te nemen dan aanvankelijk was beoogd, om separate doorbelastingen zoveel mogelijk te beperken; dit leidt tot een verhoging van deze begrotingen, met een overeenkomstige vrijval in de begrotingen van de deelnemende organisaties (per saldo macro gezien geen hogere kosten); de noodzaak de normformatie voor Belastingen, zoals die was opgenomen in het Bestuursplan op te hogen om een kwalitatief verantwoorde uitvoering van deze cruciale taak te kunnen waarborgen; dit leidt tot een hogere begroting voor de BDD en is dus een kostenverhoging voor de deelnemers; het is wel goed vast te stellen dat ook na deze correctie de regionalisering van deze taak de gemeenten een behoorlijk besparingsvoordeel oplevert; Pagina 2 van 9

3 het besluit van ons bestuur op voorstel van de NDD+ om de colleges voor te stellen om ten aanzien van de kostenverdeling van de regionale Belastingdienst het aantal aanslagregels (in plaats van de formatieomvang) als grondslag te kiezen; dit leidt tot een andere bijdrage per deelnemer, niet tot hogere kosten; Noodzakelijke versterking concerncontro/functie Drechtsteden. Dit onderdeel lichten we graag toe, omdat dit een bredere strekking heeft. Met de groei van de Drechtstedenorganisatie nemen ook de concerncontroltaken van de GR toe. Hier wordt control in brede zin onder verstaan, dus op het gebied van financiën, P&O, juridisch, bestuurlijk etc. Aannemelijk is overigens dat deze toenemende behoefte binnen de Drechtstedenorganisatie, gezien de groei die doorgemaakt wordt door taakoverheveling van gemeenten aan de GR, gepaard kan gaan met een reductie van de concerncontrolformatie in de gemeenten, waar immers een deel van de taken wegvalt. Wanneer gemeenten daartoe inderdaad besluiten kan de totale controlformatïe in het Drechtstedensysteem constant blijven. Voor de invulling van de concerncontroltaken wordt, vanuit de samenwerkingsgedachte, waar mogelijk capaciteit en kwaliteit uit het eigen Drechtstedennetwerk ingezet. Met name daar waar het het formuleren van beleid, opstellen van regelgeving, verordeningen, bestuurlijk-juridische advisering, betreft zal een beroep op de netwerkcapaciteit worden gedaan. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat dit een omvang heeft van 2,0 fte. Vanuit het oogpunt van professionele aansturing, en om het risico van vrijblijvendheid te beperken, is het verstandig ook de kosten die hiermee gemoeid zijn in de GRD-begroting op te nemen {onder het motto "wie betaalt bepaalt"). In de drie begrotingen is de consequentie verwerkt van de gevoelde noodzaak om de concerncontrolfunctie van de Drechtsteden te versterken. Dat is gebeurd op basis van de systematiek waarin deze kosten van het concern via de dochters' worden doorbelast. Er is ook een andere route mogelijk, namelijk doorbelasting via de algemene inwonerbijdrage. Beide varianten worden de komende maanden nader verkend en besproken. Wanneer besloten wordt tot de methode via de algemene inwonerbijdrage wordt dit meegenomen in de begrotingswijziging in maart De verschillenanalyse op hoofdlijnen Wanneer we de actuele ontwikkelingen in financiële zin vertalen levert dat het volgende beeld op. Totaalbeeld Oorspronkelijk budget 2006 Indexering voor twee jaren conform staand beleid GR Drechtsteden Geactualiseerde budgetruimte 2008 Effect doorgevoerde wijzigingen in oorspronkelijke budgetten Totaal Budgetten volgens concept begrotingen: SCD BDD SGB Totaal Budgettaire ruimte 28,2 4,8 1,4 ln 30,0 1,5 31,5 4,2 35,7 34,4 1,3 Verschillenanalyse oorspronkelijke en voorliggende budgetten Elimineren/apart inrichten Belastingen 43,3 fte en SGB 14,6 fte, beide met evenredig deel onvoorzien Bijdrage van BDD, SGB voor dienstverlening SCD SCD -4,0-0,6 BDD + 2,9 + 0,5 SGB -f 1,1 + 0,1 Saldo + 0, Extra basisdienstverlening communicatie Dordrecht conform separate afspraak + 1, Pagina 3 van 9

4 Meer formatie BDD dan opgenomen in Bestuursplan (7,2 + 5,0 fte) Extra materiële kosten voor klantorganisaties Bijdrage aan concerncontrol GRD Inkomsten uit in rekening gebrachte aanmaningskosten Totaal + 1,5 + 0,2-1,9 + 0,8 + 0,8 + 0,0-0,3 + 4,7 + 0,2 + 0,0 + 1,4 + 0,8 + 2,5 + 0,2-0,3 + 4,2 De belangrijkste onzekerheden in de SCD-begroting: We noemen de volgende: de uiteindelijke uitkomst van het overleg- en besluitvormingstraject in de colleges rondom het aanbod in de sfeer van de pluspakketten; de kapitaallasten van de benodigde investeringen in de verschillende clusters van het I&Aprogrammal. Nog niet duidelijk is, welke oplossing voor de financiering van deze investeringen wordt gekozen c.q. of een deel van deze investeringen via deze begroting gaat lopen en wat de omvang van deze investeringen c.q. het ten laste van het SCD komende deel dan is. Vooralsnog is het bedrag van 1,0 aan initiële kapitaallasten dat in het Bestuursplan was opgenomen, gehandhaafd. Deze post bevat in beperkte mate ruimte om een deel van deze kapitaallasten te dekken. de vraag of de gehanteerde formatieomvang en schaalniveaus van functies in het advies- en besluitvormingstraject dat we nu lopen in stand kunnen blijven; de hoogte van de transitiekosten, mede in het perspectief van de conclusie, dat het SCD weliswaar in formele zin op 1 januari 2008 wordt opgericht en er vanaf dat moment kosten gemaakt worden, maar de feitelijke start van de dienstverlening rondom 1 april 2008 zal liggen; de begrotingseffecten van een latere start van sommige organisatie-onderdelen; de vraag hoe de verwachte overschrijding van de projectkosten met 0,8 miljoen gedekt gaat worden en wat dat betekent voor de bijdrage van de deelnemers; de effecten van de gemaakte garantieafspraken met Papendrecht en Zuid-Holland Zuid op de hoogte van de bijdrage van de andere deelnemers. Vanwege deze onzekerheden heeft de SCD-begroting het karakter van de basisbegroting. Voor het SGB en de BDD geldt dit in veel mindere mate. Wij achten het vanwege deze onzekerheden in de SCD-begroting verstandig de oorspronkelijke budgettaire ruimte uit het Bestuursplan in dit stadium als referentiekader aan te blijven houden, ergo er als deelnemers niet vanuit te gaan dat dit kader neerwaarts kan worden bijgesteld. De bedoeling is om de komende maanden door te werken aan het helder krijgen van de posten die nu nog niet opgenomen konden worden in de SCD-begroting, en aan het reduceren van de onzekerheden over de hoogte van bepaalde ramingen in die begroting. Het resultaat daarvan komt terug in de vorm van een begrotingswijziging op de programmabegroting van de GR. Deze wordt aan de gemeenten toegezonden en uiteindelijk aan de Drechtraad van maart 2008 aangeboden ter vaststelling. De gevolgen voor de bijdragen van de deelnemers Niet alleen de veranderingen in de kosten van de drie organisatieonderdelen zoals die hiervoor beschreven zijn hebben gevolgen voor de bijdragen van de deelnemers. Voor het SCD is vooral ook van invloed de vrij forse verschuivingen die zich in de formatieaantallen van de gemeenten hebben voorgedaan richting de GR Drechtsteden en de regio Zuid-Holland Zuid. Voor de BDD speelt vooral ook een rol de keus voor een andere grondslag voor de verdeling van de kosten, namelijk het aantal aanslagregels in plaats van de formatie. Rekening houdend met deze veranderingen zien de bijdragen van de deelnemende organisaties aan de drie onderdelen er nu als volgt uit. Deze bijdragen zijn gebaseerd op de nu voorliggende 1 Het gaat om de clusters l (regionale!ct-infrastructuur) en tl (Regionale Informatiearchitectuur) Pagina 4 van 9

5 begrotingen en houden dus nog geen rekening met de onzekerheden die er in de begroting van het SCD zitten, en evenmin met de consequenties voor de bijdragen van de andere deelnemers van de garantstelling die in het kader van de besluitvorming over het bestuursplan aan Papendrecht en Zuid- Holland Zuid is afgegeven. De komende periode moeten deze afspraken, voor Papendrecht in samenhang met de effecten op de bijdragen in het kader van de begrotingen BDD en SGB, op grond van deze actuele begrotingen nader worden uitgewerkt op hun cijfermatige consequenties. Het resultaat (aan te nemen valt een verhoging van de bijdragen voor de overige organisaties) wordt tussentijds voorgelegd aan alle 8 de besturen en na gebleken overeenstemming via een begrotingswijziging verwerkt. SCD Organisatie Alblasserdam Dordrecht Dordrecht {extra communicatie) Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden Subtotaal Regio Zuid-Holland Zuid Totaal deelnemende organisaties Verdeling (%) 4,1% 36,8% 4,7% 7,4% 5,6% 10,1% 15,8% 84,5% 15,5% 100,0% Bijdrage in exploitatie fx 1.000) Hierbij is nog van belang te vermelden, dat het LCD sinds 1 januari 2007 een programma is in de begroting van de GRD en de kosten ervan via een aparte heffing bij de deelnemende organisaties in rekening worden gebracht. Deze aparte heffing vervalt ingaande 2008, omdat het LCD dan onderdeel vormt van de SCD-begroting. Hier valt dus een bedrag in de gemeentebegrotingen vrij. BDD Organisatie Aantal aanslagregels 2006 Verdeling (%) Bijdrage 2008 (x ) Alblasserdam Dordrecht ,3% r Hendrik Ido Ambacht ,4% 449 Papendrecht ,0% 525 Sliedrecht ,1% 480 Zwijndrecht ,2% 771 Totaal ,0% Hierbij is de gemeente Alblasserdam buiten beschouwing gelaten omdat deze in 2008 nog niet deelneemt in de BDD. Pagina 5 van 9

6 SGB Organisatie Aantal f te 2007 Verdeling (%) Bijdrage 2008 (x 1.000) Alblasserdam 122,30 5,0% 70 Dordrecht 1108,00 45,5% 631 Hendrik Ido Ambacht 142,60 5,9% 81 Papendrecht 223,06 9,2% 127 Sliedrecht 169,15 7,0% 96 Zwijndrecht 305,13 12,5% 174 GR Drechtsteden ,9% 207 Totaal 2.433,04 100,0% Aanvullende voorstellen Er liggen nog twee kwesties van financiële aard, die aanvullende besluitvorming behoeven in de besturen. Met het Portefeuillehoudersoverleg Middelen is afgesproken deze twee kwesties in het kader van de behandeling van de SCD-begroting aan u voor te leggen, ook al zijn deze niet rechtstreeks van invloed op die begroting. Het gaat hierbij om de verrekensleutel voor onevenwichtige plaatsingsuitkomsten SCD en om spelregels voor overname door SCD van systemen en applicaties tegen vergoeding van de boekwaarde. Beide punten zijn in de bijlage bij deze brief uitgewerkt. Ten slotte Wij vragen u: 1. bijgaande begrotingen door te geleiden naar uw raad teneinde deze in de gelegenheid te stellen zij zienswijze kenbaar te maken 2. in te stemmen met de voorstellen inzake de verrekensleutel voor onevenwichtige plaatsingsuitkomsten SCD resp. de spelregels voor overname door SCD van systemen en applicaties tegen vergoeding van de boekwaarde. Wij vernemen graag uw besluit. Met vriendelijke groet. Namens het Drechtstedenbestuur, G.J. Vogelaar secretaris R.J.G. Bandell voorzitter Pagina 6 van 9

7 BIJLAGE VERREKENSLEUTEL VOOR ONEVENWICHTIGE PLAATSINGSUITKOMSTEN SCP In het Bestuursplan SCD, dat de basis vormde voor het besluit van de Raden, de Drechtraad en het AB van Zuid-Holland Zuid, is vastgelegd, dat de deelnemende organisaties naar rato van hun financiële bijdrage aan het SCD 'recht' hebben op plaatsing van personeel, dat nodig is om het basispakket dienstverlening uit te voeren2. Aangezien in het Bestuursplan is vastgelegd dat de spelregels van het SCD-proces ook gelden voor de regionalisering van de belastingtaak, als besloten wordt deze zelfstandig in de GR onder te brengen, geldt deze afspraak ook voor het plaatsingsproces voor de Belastingdienst Drechtsteden. In formele zin is hetzelfde aan de orde voor het SGB, maar aangezien hier alleen medewerkers van het huidige SGB Dordrecht voor plaatsing in aanmerking komen, heeft de nadere afspraak materieel geen betekenis voor dat proces, reden om daar vanaf te zien. De hierna uitgewerkte afspraak zou dus gaan gelden voor het SCD- en het BDD-proces, waarbij deze voor het SCD-proces gericht is op het basispakket dienstverlening. Tot welke uitkomst de hiervoor aangehaalde afspraak leidt, valt te lezen in de tabel 6 als opgenomen in de toelichting op de concept begroting SCD 2008, resp. tabel 5 uit de toelichting op de concept begroting 2008 van de BDD in combinatie met de in beide begrotingen verwerkte formatieomvang van deze dienstens. Nu kan de situatie zich voor doen dat de uiteindelijke uitkomst van het plaatsingsproces een andere uitkomst laat zien dan de uitkomst die voort vloeit uit de gemaakte afspraak. Het gaat hierbij niet om verschillen in de huidige formatieve bezetting ten opzichte van de voor het SCD en de BDD genormeerde bezetting, maar om verschillen tussen het 'toegewezen contingent' en het aantal medewerkers dat uiteindelijk geplaatst is. Feitelijk betekent dat dan, dat een organisatie die minder medewerkers geplaatst ziet dan verwacht mocht worden op basis van het 'toegewezen contingent', met extra boventallig personeel wordt geconfronteerd, terwijl een organisatie die meer medewerkers geplaatst ziet dan verwacht mocht worden op basis van het 'toegewezen contingent' een eventueel verwachte boventalligheid ziet afnemen. De idee is nu dergelijke situaties als onevenwichtig aan te merken en een afspraak te maken over een compensatieregeling tussen de betrokken organisaties. Dit op een manier die de geplaatste medewerkers niet raakt. Het ingrijpen op de uitkomsten van het plaatsingsproces is namelijk niet mogelijk; die uitkomsten vloeien voort uit een juiste toepassing van de spelregels uit het regionaal sociaal plan en zijn in die zin voor de werkgever onbeïnvloedbaar. De uitkomst van de plaatsing blijft dus de uitkomst. Nu kan een compensatieregeling al snel tot allerlei ingewikkelde berekeningen en verrekeningen leiden, waarin rekening wordt gehouden met eventualiteiten en drempels tegen onzekerheden worden ingebouwd en de vraag is of dat zinvol is. Het voorstel is te kiezen voor een plausibele en eenduidige op het gezamenlijke eigenaarschap gebaseerde afspraak, die ook eenvoudig uit te voeren is en die alleen geëffectueerd wordt als de betreffende organisatie ook daadwerkelijk met hogere frictie kosten wegens meer boventallig personeel geconfronteerd wordt. Een afspraak derhalve die het karakter heeft van een eenmalige afkoopsom van de werkelijk hogere frictiekosten, zonder dat de afloop van de betreffende boventalligheid wordt gevolgd en zonder dat sprake is van restitutie of aanvullende betaling als de afloop van de reïntegratie anders blijkt te zijn dan is aangenomen. Deze afspraak ziet er als volgt uit, waarbij het SCD en de BDD gescheiden worden behandeld vanwege het feit dat verschillende partijen deelnemen en verschillende verdeelsleutels gelden: 2 Voor de plaatsing ten behoeve van de pluspakketten geldt deze afspraak niet. 3 Bij de BDD gaan we dus uit van 55,5 fte. Pagina 7 van 9

8 1. de organisatie waarvan meer medewerkers, uitgedrukt in fulltime fte's, zijn geplaatst dan waarop het 'recht' had op grond van het 'toegewezen plaatsingscontingent' stort een normbedrag van ,- per fte- of een evenredig deel ervan als het verschil niet uitkomst op een volledige fte, in een tijdelijk schommelfonds, dat beheerd wordt door de GR Drechtsteden (materieel het SCD). 2. de organisatie waarvan minder medewerkers, uitgedrukt in fulltime fte's, zijn geplaatst dan waarop het 'recht' had op grond van het toegewezen plaatsingscontingent ontvangt ter compensatie een normbedrag van ,= per fte-, of een evenredig deel ervan als het verschil niet uitkomst op een volledige fte, uit het schommelfonds; voorwaarde om voor deze uitkering in aanmerking te komen is dat de geringere plaatsing ook daadwerkelijk tot hogere frictiekosten leidt, ergo er meer personen met een bovenformatieve status in dienst blijven als aangenomen mocht worden op grond van het 'trekkingsrecht; 3. wanneer het schommelfonds op grond van punt 1 minder wordt gevoed dan nodig is voor het uitbetalen van de compensatie als bedoeld in punt 2, storten alle in de afspraak participerende organisaties bij tot het noodzakelijke niveau en wel naar rato van hun bijdrage in de kosten van het SCD resp. de BDD, een en ander voor zover het tekort ontstaat door fricties in het plaatsingsproces SCD resp. BDD. 4. finale afwikkeling vindt plaats naar de situatie op de peildatum 1 juli 2008, waarbij verantwoording wordt afgelegd aan de NDD wanneer na afwikkeling van de afspraken een bedrag in het schommelfonds resteert, wordt dit gerestitueerd naar de betrokken organisaties op basis van de spelregel ad 3. In deze afspraak voor zover die betrekking heeft op het SCD participeren alle 8 de organisaties; van de afspraak die betrekking heeft op het onderdeel BDD worden de gemeente Alblasserdam, de GR Drechtsteden en de regio Zuid-Holland Zuid uitgesloten, omdat deze niet participeren in deze regionale organisatie. SPELREGELS VOOR OVERNAME DOOR SCD VAN SYSTEMEN EN APPLICATIES TEGEN VERGOEDING VAN DE BOEKWAARDE Tot nu toe is in het SCD-proces consequent als stelregel gehanteerd, dat het SCD een nieuwe start maakt op het terrein van ICT-voorzieningen en huisvesting. Dat is er ook de reden van, dat in de impactanalyses die gemaakt zijn voor de deelnemers, de versnelde afschrijvingen op resterende boekwaarden van 'spullen' die overbodig worden met de komst van het SCD, tot de frictiekosten van de deelnemers hebben gerekend. De wens is geuit deze stelregel te nuanceren. Op zich is dat mogelijk, maar zaak is wel dat aan strikte spelregels te verbinden om niet productieve discussies over belang, waardebepaling en termijnen te voorkomen. Verder is het van belang uit oogpunt van beleidsconsistentie aan te sluiten bij de afspraken die in april 2007 tussen de deelnemers gemaakt zijn over het opschorten van investeringsbeslissingen in het Middelendomein in het perspectief van de komst van het SCD. Tenslotte is van belang de plausibiliteit van de overname c.q. het vergoeden van boekwaarden in ogenschouw te nemen. Zo'n besluit mag niet onevenredig uitpakken ten opzichte van organisaties die hun desinvestering volledig zelf moeten nemen. Daarom worden de volgende spelregels voorgesteld: 1. het initiatief voor het overnemen van activa ligt bij het SCD, en wordt gebaseerd op de bedrijfseconomische overweging dat het verstandiger is activa over te nemen in plaats van nieuw aan te schaffen Pagina 8 van 9

9 2. het over te nemen systeem of applicatie wordt door het SCD gebruikt op grond van één van de kernbeslissingen die geformuleerd zijn in het Bestuursplan d.d ; 3. de aanschaf/investering moet door de overdragende partij aantoonbaar gedaan zijn (mede) in het perspectief van de komst van het SCD en het collectief van deelnemers aan het SCD ten goede komen; 4. overdracht van het systeem of de applicatie moet juridisch mogelijk zijn (geen aanbesteding vereist); 5. de overnamesom wordt als volgt bepaald; GRD bepaalt tijdstip van overname, waardering en resterende levensduur/ afschrijvingstermijn na overleg met de overdragende partij, in lijn met de geldende GRD-kaders hiervoor. De overnamesom is gelijk aan de aldus vastgestelde waardering, maar is niet hoger dan de resterende boekwaarde bij de overdragende partij. 6. indien het actief in de loop van een jaar wordt overgenomen, vindt, voor de vaststelling van de resterende boekwaarde, bij de overdragende partij een afschrijving plaats over het deel van het jaar tot aan het tijdstip van overname. 7. geactiveerde rente wordt niet meegenomen in de overnamesom. 8. projectkosten (mensuren en materiële kosten) worden niet meegenomen in de overnamesom 9. de organisatie waarvan het actief wordt overgenomen overlegt op verzoek van GRD alle relevante onderliggende stukken. 10. de GRD overlegt in samenwerking met de organisatie waarvan een actief wordt overgenomen een gemotiveerd voorstel aan de NDD de NDD+ beslist over het voorstel en rapporteert achteraf aan het PFO Middelen 12. bij gebreke van overeenstemming wordt de zaak voorgelegd aan het PFO Middelen; de beslissing van het PFO is bindend voor alle partijen. 4 Zie terzake paragraaf 5.6 Pagina 9 van 9