Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn. Nabij J.C. Hoogendoornlaan

Transcriptie

1 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn Nabij J.C. Hoogendoornlaan 11 februari 2010

2

3 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn Alphen aan den Rijn, sectie G, percelen 140, 145, 851 en 856 Het keurmerk kwaliteitswaarborg Bodembeheer geeft aan dat de activiteiten in het kader bodembeheer, waaronder veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek goed en betrouwbaar volgens door de overheid opgestelde protocollen en programma s zijn uitgevoerd. Tauw bv is erkend voor het uitvoeren van veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek conform de VKB-protocollen 2001, 2002, 2003 en Tauw bv verklaart dat het veldwerk onafhankelijk van de (interne) opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van BRL SIKB Bij interne opdrachtgever is gebruik gemaakt van interne functiescheiding onder de voorwaarden die het Besluit bodemkwaliteit hieraan stelt.

4

5

6 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 6\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

7 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Samenvatting Algemeen In opdracht van Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf Directie Vastgoed, Regionale directie West heeft Tauw bv een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de percelen G 140, 145, 851 en 856 nabij de J.C. Hoogendoornlaan te Alphen aan den Rijn. De aanleiding voor dit bodemonderzoek is de voorgenomen onroerende zaaktransactie. Doel van het onderzoek is aan te tonen dat op de locaties redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond en in het grondwater in gehalten boven de streefwaarde of het geldende achtergrondgehalte. Samenvatting verontreinigingssituatie Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd volgens de onderzoeksstrategie voor een (grootschalig) onverdachte locatie zoals vermeld in de NEN Per kadastraal perceel is afhankelijk van het oppervlak de onderzoeksstrategie bepaald. In de volgende tabel 1 is de onderzoeksstrategie per perceel weergegeven. Tabel 1 Onderzoeksstrategie per perceel (Deel)locatie kadastraal perceel Oppervlakte (m 2 ) Module A A A A8 In de volgende tabel 2 is de verontreinigingssituatie samengevat. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 7\36

8 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Tabel 2 Samenvatting verontreinigingssituatie Deellocatie Zintuiglijke Kwaliteit grond Kwaliteit grondwater (module) waarnemingen Module A1 Perceel 140 > Achtergrondwaarde > T > I > S > T > I Bovengrond (0,0-0,5) Wortels, veenbrokjes Barium, kobalt, kwik, lood, nikkel - - Barium, naftaleen - - Ondergrond (0,5-2,0) Roest, veenbrokjes, planten, hout Kobalt - - Module A2 Perceel 145 > Achtergrondwaarde > T > I > S > T > I Bovengrond (0,0-0,5) Puin, wortels, veenbrokjes Barium - - Ondergrond Hout, planten Kobalt - - (0,5-2,0) Module A2 Perceel 851 > Achtergrondwaarde > T > I > S > T > I Bovengrond (0,0-0,5) Wortels, puin Barium, xylenen (som), vinylchloride - - Ondergrond (0,5-2,0) Veenbrokjes, planten, hout Module A8 Perceel 856 > Achtergrondwaarde > T > I > S > T > I Bovengrond (0,0-0,5) Wortels, planten, puin Kwik, lood - - Barium, kobalt, zink Nikkel - Ondergrond (0,5-2,0) Planten, veenbrokjes, hout Kobalt, nikkel Niet boven de toetsingswaarde aangetoond > S boven de streefwaarde > T boven de tussenwaarde > I boven de interventiewaarde Conclusies Perceel 140, 145 en 851 8\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

9 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden gesteld dat de percelen met kadastraal nummer 140, 145 en 851 nagenoeg vrij zijn van verontreinigingen, met uitzondering van licht verhoogde concentraties (> achtergrondwaarde). De verhoogde gehalten van barium en kobalt zijn naar alle waarschijnlijkheid van nature aanwezig. Deze metalen komen als complexgebonden metaal voor in de bodem en zijn niet te relateren aan bedrijfsmatige activiteiten op het terrein. Wat de oorzaak/herkomst is van de licht verhoogde gehalten van kwik, lood en nikkel is onbekend. Mogelijk zijn deze gehalten van nature licht verhoogd aanwezig. De gemeten concentraties in grond zijn dusdanig gering verhoogd dat onzes inziens geen risico's voor de volksgezondheid of het milieu zijn te verwachten Perceel 856 In de grond zijn maximaal lichte verontreinigingen aangetoond met kobalt, kwik, lood en nikkel. In het grondwater is bij peilbuis 41 een matige verontreiniging met nikkel aangetoond. Na een heranalyse in het laboratorium en een herbemonstering in het veld is de matige verontreiniging met nikkel wederom aangetoond. Bij de Milieudienst West-Holland is navraag gedaan over de mogelijke oorzaak van deze matige verontreiniging met nikkel. Uit het bodemsaneringsbeleid van de Provincie Zuid-Holland blijkt dat in sommige gebieden in Zuid-Holland in het freatisch grondwater verhoogde concentraties arseen, nikkel, zink of lood voorkomen boven de tussen- en interventiewaarde, zonder dat daarbij in de vaste fase van de bodem ter plaatse van het grondwater de streefwaarden worden overschreden. De verhoogde concentraties worden toegeschreven aan natuurlijke oorzaken of aan de gevolgen van menselijke ingrepen in de waterhuishouding van een gebied. Verondersteld wordt dat, aangezien geen antropogene bronnen bekend zijn die de verhoogde gehalten van nikkel in het grondwater kunnen verklaren, dat het nikkel op perceel 856 een natuurlijke oorsprong heeft. Aanbevelingen Grond die tijdens graafwerkzaamheden op de onderzochte locatie vrijkomt, is niet zondermeer geschikt voor hergebruik buiten de locatie. Indien er na werkzaamheden grond van de locatie dient te worden afgevoerd, zal deze voor de definitieve verwerking onderzocht moeten worden conform het Besluit bodemkwaliteit. Gezien de aangetoonde matige verontreiniging met nikkel in het grondwater op perceel 856 en de afwezigheid van een antropogene bron wordt uitgegaan van een natuurlijke herkomst en zijn geen maatregelen noodzakelijk voor wat betreft de matige verontreiniging in het grondwater. Bij herinrichting kunnen saneringsmaatregelen achterwege blijven. Echter, wanneer ten behoeve van bouwwerkzaamheden een bouwputbemaling nodig is, dient het vrijkomende grondwater in overleg met de waterkwaliteitsbeheerder van het gebied op milieuhygiënisch verantwoorde wijze te worden verwerkt. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 9\36

10 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 10\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

11 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Inhoud Verantwoording en colofon Inleiding Vooronderzoek (NVN 5725) Algemeen Situatie- en locatiegegevens Historische gegevens Gemeentelijke informatie Terreininspectie Regionale geologie, bodemopbouw en geohydrologie Hypothese voor het onderzoek Veldonderzoek Opzet en uitvoering van het veldonderzoek Resultaten van het veldonderzoek Zintuiglijke waarnemingen Veldmetingen Chemisch-analytisch onderzoek Onderzoeksprogramma analytisch onderzoek Chemisch-analytisch onderzoek Toetsingskader Kwaliteit van de grond Kwaliteit van het grondwater Toetsing van de hypothese Conclusie en aanbevelingen Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 11\36

12 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Bijlage(n) 1. Regionale ligging van de onderzoekslocatie 2. Kadastrale gegevens 3. Bodeminformatie Milieudienst West-Holland 4. Foto s van de locatie 5. Situering monsterpunten (inclusief overzicht coördinaten) 6. Boorprofielen 7. Locatiespecifieke toetsingswaarden 8. Analyselijsten 12\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

13 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 1 Inleiding In opdracht van Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf Directie Vastgoed, Regionale directie West heeft Tauw bv een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op 4 percelen (140, 145, 851 en 856) nabij de J.C. Hoogendoornlaan te Alphen aan den Rijn. De aanleiding voor dit bodemonderzoek is de voorgenomen onroerende zaaktransactie. Doel van het onderzoek is aan te tonen dat op de locaties redelijkerwijs gesproken geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn in de grond en in het grondwater in gehalten boven de streefwaarde of het geldende achtergrondgehalte. Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd conform NEN 5725 ('Bodem Landbodem Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, januari 2009) en NEN 5740 ( Bodem Landbodem Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, januari 2009). Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de resultaten van het vooronderzoek. Op basis van de conclusies uit het vooronderzoek is de definitieve invulling van het verkennend bodemonderzoek en de onderliggende onderzoekshypothese vastgesteld. In hoofdstuk 3 worden de uitgevoerde veldwerkzaamheden alsmede de veldwaarnemingen beschreven. Het chemisch-analytisch onderzoek (inclusief resultaten en interpretatie) is in hoofdstuk 4 opgenomen. De interpretatie van het gehele onderzoek, alsmede de conclusies en aanbevelingen zijn weergegeven in hoofdstuk 5. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 13\36

14 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 14\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

15 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 2 Vooronderzoek (NVN 5725) 2.1 Algemeen Tauw heeft het vooronderzoek uitgevoerd volgens de Nederlandse voornorm NEN op basisniveau. In dit vooronderzoek is informatie verzameld over het historisch, huidig en toekomstig gebruik van de locatie. Daarnaast is informatie verzameld over financiëel-juridische zaken, de bodemopbouw en geohydrologie. Ook is de omvang van de onderzoekslocatie afgebakend en een onderzoekshypothese opgesteld. Ten behoeve van dit vooronderzoek zijn de volgende bronnen geraadpleegd: Informatie verstrekt door de opdrachtgever Bodeminformatie verkregen van Milieudienst West-Holland Kadaster NAGROM. NAtionaal GROndwater Model VEWIN. Provinciale overzichten win- en productiemiddelen Topografische Dienst. Hoogtecijferkaart RIVM (ed.) Kwetsbaarheid van het grondwater Geologische kaart van Nederland Atlas van Nederland Bodemsaneringsbeleid Provincie Zuid-Holland 2.2 Situatie- en locatiegegevens De onderzoekslocaties betreffen grasland tussen de J.C. Hoogendoornlaan en de Toegangswetering in te Alphen aan den Rijn. In de volgende tabel 2.1 zijn de locatiegegevens samengevat. 1 NEN 5725: 'Bodem Landbodem Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, januari 2009 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 15\36

16 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Tabel 2.1 Locatiegegevens Algemene gegevens Adres Postcode J.C. Hoogendoornlaan N.v.t. Kadastrale aanduiding Alphen aan den Rijn, sectie G, nummers 140, 145, 851 en 856 Oppervlakte Totaal circa m 2 Publiekrechte Beperkingen Eigenaar Gebruiker Huidig gebruik Toekomstig gebruik Bebouwing aanwezig Nee De Staat (Verkeer en Waterstaat) N.v.t. Grasland Onbekend Nee De regionale ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven in bijlage 1. De kadastrale gegevens (kaart en registratie) zijn opgenomen in bijlage Historische gegevens Gemeentelijke informatie In het kader van het vooronderzoek is bij de Milieudienst West-Holland opgevraagd betreffende de bodemkwaliteit op en in de omgeving van de percelen 140, 145, 851 en 856 te Alphen aan den Rijn. Perceel 140 (1.240 m 2 ) en perceel 856 ( m 2 ) Uit de gegevens blijkt dat in 2008 op het naastgelegen perceel 855 voor de aanleg van een natuurgebied een aantal partijen grond zijn onderzocht. Het betrof schone grond. Er zijn geen gegevens bekend van boven- en ondergrondse tanks. Op locatie zijn geen (historische) mogelijk bodembedreigende activiteiten geregistreerd en er vinden op locatie geen bedrijfsactiviteiten plaats. Perceel 145 (3.645 m 2 ) Uit de gegevens blijkt dat in het verleden geen bodemonderzoek zijn uitgevoerd. Er zijn geen gegevens bekend van boven- en ondergrondse tanks. Op locatie zijn geen (historische) mogelijk bodembedreigende activiteiten geregistreerd en er vinden op locatie geen bedrijfsactiviteiten plaats. 16\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

17 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Perceel 851 (2.130 m 2 ) Uit de gegevens blijkt dat in het verleden geen bodemonderzoek zijn uitgevoerd. Ten oosten van het perceel is een demping geregistreerd. Deze loopt echter niet over de onderzoekslocatie. Er zijn geen gegevens bekend van boven- en ondergrondse tanks. Op locatie zijn geen (historische) mogelijk bodembedreigende activiteiten geregistreerd en er vinden op locatie geen bedrijfsactiviteiten plaats. Een kopie van de verkregen bodeminformatie van de Milieudienst West-Holland is opgenomen in bijlage 3. Bodemkwaliteitskaart De onderzoekslocatie is niet gezoneerd waardoor er geen gegevens bekend zijn van de bodemkwaliteit (bron: StraGISWeb, Milieudienst West-Holland) Terreininspectie Voorafgaand aan de veldwerkzaamheden is op 12 november 2009 een terreininspectie uitgevoerd. Tijdens de terreininspectie zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreinigingen. 2.4 Regionale geologie, bodemopbouw en geohydrologie In tabel 2.2 wordt een overzicht gegeven van de geohydrologische situatie ter plaatse van de onderzoekslocatie. Tabel 2.2 Regionale geohydrologische gegevens Grondwaterstromingsrichting eerste watervoerend pakket Stijghoogte van het grondwater (WVP 1) Ligging t.o.v. grondwaterbeschermingsgebied Maaiveldhoogte Diepte freatisch grondwater Geologie Dikte van de deklaag Zout of brak grondwater West Zuid West - 3,40 m +NAP 4256 m -1,5 m NAP < 1,2 m mv Klei-/veenlagen op fijn zand, soms lemig m Nee De stromingsrichting van het oppervlakkige grondwater kan worden beïnvloed door lokale factoren zoals waterlopen, drainagesystemen, (lekke) rioleringen en dergelijke. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 17\36

18 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 2.5 Hypothese voor het onderzoek Op basis van de informatie verkregen uit het vooronderzoek wordt als hypothese gesteld dat de onderzoekslocatie onverdacht is op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. In tabel 2.3 is de onderzoekshypothese weergegeven, inclusief de onderzoeksmodule. Tabel 2.3 Onderzoekshypothese per (deel)locatie (Deel)locatie Hypothese volgens NEN 5740 Module Perceel 140 Onverdachte locatie (ONV) A1 Perceel 145 Onverdachte locatie (ONV) A2 Perceel 851 Onverdachte locatie (ONV) A2 Perceel 856 Onverdachte locatie (ONV-GR) A8 Het bodemonderzoek is uitgevoerd op basis van de onderzoeksstrategie voor het verkennend onderzoek zoals is weergegeven in de norm NEN NEN 5740: Bodem - Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, oktober \36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

19 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 3 Veldonderzoek 3.1 Opzet en uitvoering van het veldonderzoek De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd volgens BRL SIKB 2000 inclusief de van toepassing zijnde onderliggende protocollen (2001 en 2002) voor het veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. Het veldwerk is uitgevoerd op 12 november Tabel 3.1 biedt een overzicht van de uitgevoerde veldwerkzaamheden. Tabel 3.1 Uitgevoerde veldwerkzaamheden Deellocatie, (inhoud) oppervlakte m² Perceel 140 (1.240 m 2 ) Veldwerkzaamheden (diepte in m -mv) Monsterpunten Module A1 6 x boring tot 0,5 1 x boring tot 2,0 1 x boring tot 2,5 met peilbuis 32, 33 t/m 36, Perceel 145 (3.645 m 2 ) Module A2 10 x boring tot 0,5 13 t/m 22 2 x boring tot 2,0 11, 12 1 x boring tot 2,5 met peilbuis 10 Perceel 851 (2.130 m 2 ) Module A2 9 x boring tot 0,5 73 t/m 81 2 x boring tot 2,0 71, 72 1 x boring tot 2,2 met peilbuis 70 Perceel 856 ( m 2 ) Module A8 21 x boring tot 0,5 49 t/m 69 4 x boring tot 2,0 45 t/m 48 5 x boring tot 2,2 a 2,7 met peilbuis 40 t/m 44 Het grondwater is bemonsterd op 20, 25, 30 november en 4 december De zuurgraad (ph), de elektrische geleidbaarheid (EC) van het grondwater evenals de grondwaterstand is voorafgaand aan de monsterneming gemeten. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 19\36

20 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL De situering van de monsterpunten is opgenomen in een situatieschets (bijlage 5). In deze bijlage is tevens een overzicht opgenomen met de coördinaten van de monsterpunten. Het opgeboorde materiaal is in het veld beoordeeld op textuur, kleur, voorkomen van asbest en bijzonderheden. De bemonstering van de grond heeft plaatsgevonden per zintuiglijk afwijkende bodemlaag met een maximumtraject van 50 cm. 3.2 Resultaten van het veldonderzoek Zintuiglijke waarnemingen In tabel 3.2 zijn de relevante zintuiglijke waarnemingen opgenomen. Tabel 3.2 Zintuiglijke waarnemingen Perceel Boring Dieptetraject (m mv) Bijzonderheid ,5-1,0 puin 2/fijn 41 0,0-1,0 puin 1/fijn 43 0,0-0,5 puin 1/fijn 45 0,0-0,5 puin 1/fijn 46 0,0-0,5 puin 1/fijn 47 0,0-0,5 puin 1/fijn 48 0,0-0,5 puin 1/fijn 49 0,0-0,5 puin 1/fijn 50 0,0-0,5 puin 1/fijn 51 0,0-0,5 puin 1/fijn 52 0,0-0,5 puin 1/fijn 53 0,0-0,5 puin 1/fijn 54 0,0-0,5 puin 1/fijn ,0-0,5 puin 1/fijn 57 0,0-0,5 puin 1/fijn 58 0,0-0,5 puin 1/fijn 60 0,0-0,5 puin 1/fijn 61 0,0-0,5 puin 1/fijn 62 0,0-0,5 puin 1/fijn 63 0,0-0,5 puin 1/fijn 64 0,0-0,5 puin 1/fijn 65 0,0-0,5 puin 1/fijn 66 0,0-0,5 puin 1/fijn 67 0,0-0,5 puin 1/fijn 68 0,0-0,5 puin 1/fijn 69 0,0-0,5 puin 1/fijn 20\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

21 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Perceel Boring Dieptetraject (m mv) Bijzonderheid ,0-0,5 puin 1/fijn 71 0,0-0,5 puin 1/fijn 72 0,0-0,5 puin 1/fijn 73 0,0-0,5 puin 1/fijn 74 0,0-0,5 puin 1/fijn 75 0,0-0,5 puin 1/fijn 76 0,0-0,5 puin 1/fijn 77 0,0-0,5 puin 1/fijn 78 0,0-0,5 puin 1/fijn 79 0,0-0,5 puin 1/fijn 80 0,0-0,5 puin 1/fijn 81 0,0-0,5 puin 1/fijn 1=zeer weinig/zeer licht, 2=weinig/licht, 3=matig, 4=veel/sterk, 5=zeer veel/sterk Perceel 140 In de boven- en ondergrond zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. Perceel 145 In de ondergrond (0,5-1,0 m mv) bij boring 10 is een lichte bijmenging met puin waargenomen. Tevens is deze bodemlaag geroerd. In de overige bodem zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. Perceel 851 In de bovengrond is een zeer lichte bijmenging van puin waargenomen. In de ondergrond zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. Perceel 856 In de bovengrond is een zeer lichte bijmenging van puin waargenomen. In de ondergrond (0,5-1,0) is bij boring 41 een zeer lichte bijmenging van puin waargenomen. In de overige bodemlagen zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. Visueel is op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal geen asbesthoudend materiaal waargenomen. Een volledig overzicht van de tijdens de veldwerkzaamheden zintuiglijke waarnemingen zijn opgenomen in de boorprofielen (bijlage 6). Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 21\36

22 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Veldmetingen In tabel 3.3 zijn de gegevens van de grondwatermonstername weergegeven. Tabel 3.3 Grondwaterbemonsteringsgegevens Peilbuis Filterdiepte (m -mv) Datum GWS (m -mv) ph (-) EC (µs/cm) 10 1,5-2, ,93 6, ,5-2, ,75 6, ,2-2, ,40 6, ,2-2, ,97 6, (herbemonstering) 1,2-2, ,73 6, ,5-2, ,70 6, ,2-2, ,99 6, ,7-2, ,69 6, ,2-2, ,35 6,0 592 De gemeten waarden voor de zuurgraad (ph) en geleidbaarheid (EC) kunnen als normaal voor deze regio worden beschouwd. 22\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

23 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 4 Chemisch-analytisch onderzoek 4.1 Onderzoeksprogramma analytisch onderzoek Het chemisch-analytisch onderzoek bestaat uit het analyseren van grond(meng)monsters en grondwatermonsters. Voor de bepaling van de minimale analyse-intensiteit is aangesloten op de vereisten uit de NEN Afhankelijk van de bodemopbouw en het zintuiglijk waarnemen van bijzonderheden in de bodem kunnen extra analyses noodzakelijk zijn. Het NEN-EN-ISO geaccrediteerde milieulaboratorium van AL-West heeft de analyses conform AS3000 uitgevoerd. 4.2 Chemisch-analytisch onderzoek Op basis van de, tijdens de veldwerkzaamheden gedane zintuiglijke waarnemingen, de ruimtelijke spreiding van de monsterpunten, is in het laboratorium één extra grondmengmonster samengesteld voor analyse. In navolgende tabel 4.1 is de samenstelling van de mengmonsters en zijn de uitgevoerde analyses weergegeven. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 23\36

24 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Tabel 4.1 Monstersamenstelling en uitgevoerde analyses (deel)locatie /module Perceel 140 Monster Samenstelling Bijzonderheden* Analysepakket Module A1 MM10 (0,0-0,5) 30-1, 31-1, 32-1, 33-1, 34-1, 35-1, 36-1, 37-1 Standaardpakket grond 1) Perceel 145 MM11 (0,5-2,0) 30-2, 30-3, 30-4, 31-2, 31-3, 31-4 Standaardpakket grond 1) Pb 30 F(1,5-2,5) - Standaardpakket grondwater 2) Module A1 MM01 (0,0-0,5) 10-1, 12-1, 18-1, 19-1, 20-1, 21-1 Standaardpakket grond 1) Perceel 851 MM02 (0,05-0,5) 11-1, 13-1, 14-1, 15-1, 16-1, 17-1 Standaardpakket grond 1) 10 (0,5-1,0) 10-2 Puin (2) Standaardpakket grond 1) MM04 (0,5-2,0) 10-3, 10-4, 11-3, 12-2, 12-4 Standaardpakket grond 1) Pb 10 F(1,5-2,5) - Standaardpakket grondwater 2) Module A1 MM30 (0,0-0,5) 70-1, 72-1, 76-1, 77-1, 78-1, 79-1, 80-1 Puin (1) Standaardpakket grond 1) Perceel 856 MM31 (0,0-0,5) 71-1, 73-1, 74-1, 75-1, 81-1 Puin (1) Standaardpakket grond 1) MM32 (0,5-2,0) 70-2, 70-4, 71-2, 71-3, 72-3, 72-4 Standaardpakket grond 1) Pb 70 F(1,2-2,2) - Standaardpakket grondwater 2) Module A8 MM20 (0,0-0,5) 43-1, 48-1, 60-1, 61-1, 62-1, 64-1, 65-1, 67-1, 68-1, 69-1 Puin (1) Standaardpakket grond 1) MM21 (0,0-0,5) 40-1, 42-1, 44-1, 56-1 Standaardpakket grond 1) MM22 (0,0-0,5) 41-1, 46-1, 49-1, 51-1, 52-1, 53-1, 54-1, 55-1, 57-1, 59-1 Puin (1) Standaardpakket grond 1) MM23 (0,5-2,0) 43-2, 43-3, 43-4, 44-3 Standaardpakket grond 1) MM24 (0,5-1,0) 40-2, 41-2, 42-2, 44-2, 45-2, 46-2, 47-2, 48-2 Standaardpakket grond 1) MM25 (1,0-2,0) 40-3, 41-4, 42-3, 44-4, 45-4, 46-3, 47-4, 48-4 Standaardpakket grond 1) Pb 40 F(1,2-2,2) - Standaardpakket grondwater 2) Pb 41 F(1,2-2,2) - Standaardpakket grondwater 2) Pb 41 F (1,2-2,2) Heranalyse/ herbemonstering Nikkel Pb 42 F(1,5-2,5) - Standaardpakket grondwater 2) Pb 43 F(1,2-2,2) - Standaardpakket grondwater 2) Pb 44 F(1,7-2,7) - Standaardpakket grondwater 2) -: Geen bijzonderheden/niet van toepassing *: 1=zeer weinig/zeer licht, 2=weinig/licht, 3=matig, 4=veel/sterk, 5=zeer veel/sterk 1) Parameters: Lutum en organische stof, metalen (barium, kobalt, molybdeen, lood, zink, cadmium, koper, nikkel en kwik), PCB (som 7), PAK(10) en minerale olie (GC), volgens AS ) Parameters: metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), BTEX(N), styreen, CKW en minerale olie (GC), volgens AS \36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

25 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 4.3 Toetsingskader De analyseresultaten van de grond en het grondwater zijn getoetst aan de Wet bodembescherming (Circulaire bodemsanering 2009). Dit toetsingskader bestaat uit Achtergrondwaarden, Streefwaarden, Tussenwaarden voor nader onderzoek en Interventiewaarden. Hieronder is een beschrijving van deze waarden weergegeven. Opgemerkt moet worden dat de toetsingswaarden voor grond van barium (indien geen antropogene bronnen aanwezig zijn) tijdelijk buiten werking zijn gesteld. Het is tot op heden onbekend tot wanneer deze waarden buiten gebruik zijn. Achtergrondwaarde (alleen voor grond) (AW) De achtergrondwaarden hebben betrekking op achtergrondgehalten die in de natuur voorkomen, of bepalingsgrenzen bij stoffen die niet in natuurlijke milieus voorkomen. In principe is er sprake van een onbeïnvloede grondkwaliteit. Streefwaarde (alleen voor grondwater) (S) De streefwaarden hebben betrekking op achtergrondconcentraties die in het grondwater voorkomen of op bepalingsgrenzen bij stoffen die niet in natuurlijk grondwater voorkomen. In principe is er sprake van een onbeïnvloede grondwaterkwaliteit. Tussenwaarde (T) De tussenwaarde 0,5 x (achtergrondwaarde + interventiewaarde), ofwel het indicatieve criterium voor nader onderzoek, is vastgesteld om aan te geven of nader onderzoek nodig is. Voor stoffen waarvan geen achtergrondwaarde is vastgesteld, geldt 0,5 x interventiewaarde. De uiteindelijke beslissing om nader onderzoek uit te voeren is aan het bevoegde gezag. Interventiewaarde (I) De interventiewaarden geven het concentratieniveau voor verontreinigende stoffen aan, waarboven sprake is van ernstige bodemverontreiniging. Indien de interventiewaarde voor grond een gemiddeld bodemvolume van 25 m 3 of voor grondwater een gemiddeld bodemvolume van 100 m³ overschrijdt, dan is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij overschrijding van de interventiewaarden zijn mogelijk risico s aanwezig. Dan kan het noodzakelijk zijn om maatregelen te treffen om de risico s te beperken of weg te nemen. De AW-,T- en I-waarden voor grond zijn afhankelijk van het bodemtype, en worden conform de Regeling bodemkwaliteit en de Circulaire bodemsanering 2009 gecorrigeerd aan humus (organische stof) en/of lutum (kleifractie). De berekende locatiespecifieke waarden en verdere bijzonderheden zijn weergegeven in een AW-T-I-toetsingstabel. Deze tabel is weergegeven in bijlage 7. De analyseresultaten zijn opgenomen in bijlage 8. De wijze van weergave in de navolgende tabellen staat vermeld in het onderstaande overzicht. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 25\36

26 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Tabel 4.2 Overzicht toetsingskader Concentratieniveau voor een stof Weergave in tabellen AW/S-waarde (of < rapportagegrens) - > AW/S-waarde T-waarde + > T-waarde I-waarde ++ > I-waarde Kwaliteit van de grond In tabel 4.3 tot en met 4.6 zijn de analyseresultaten van de grond en de interpretatie opgenomen. Tabel 4.3 Analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) en interpretatie Monsteromschrijving MM01 MM MM04 Perceel Diepte (m-mv) 0,0-0,5 0,0-0,5 0,5-1,0 0,5-2,0 Lutum (%) 26,0 31,0 31,0 20,0 Humus (%) 18,2 21,8 16,8 56,6 METALEN barium (Ba) cadmium (Cd) <0,17 - <0,17 - <0,17 - <0,17 - kobalt (Co) koper (Cu) <5,0 - kwik (Hg) ## 0,15-0,17-0,11 - <0,05 - lood (Pb) <13 - molybdeen (Mo) <1,5 - <1,5 - <1,5 - <1,5 - nikkel (Ni) zink (Zn) <17 - POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN PAK (som 10) # 0,35-0,63-1,1-0,64 - GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB's (som 7) n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - OVERIGE STOFFEN minerale olie (C10-C40) <20 - <20 - <20 - <100 - #: De individuele PAK zijn niet toetsbaar conform de Wbb ##: Getoetst aan de I-waarde voor anorganisch kwik n.a.: Niet aantoonbaar 26\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

27 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Tabel 4.4 Analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) en interpretatie Monsteromschrijving MM10 MM11 MM20 MM21 MM22 Perceel Diepte (m-mv) 0,0-0,5 0,5-2,0 0,0-0,5 0,0-0,5 0,0-0,5 Lutum (%) 9,2 29,0 31,0 34,0 35,0 Humus (%) 25,4 34,0 11,8 10,6 11,6 METALEN barium (Ba) cadmium (Cd) 0,33 - <0,17-0,26-0,26-0,27 - kobalt (Co) koper (Cu) kwik (Hg) ## 0,17 + <0,05-0,19 + 0,16-0,20 + lood (Pb) 52 + < molybdeen (Mo) <1,5 - <1,5 - <1,5 - <1,5 - <1,5 - nikkel (Ni) zink (Zn) POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN PAK (som 10) # 0,53-0,21-0,19-0,035-0,13 - GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB's (som 7) n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - OVERIGE STOFFEN minerale olie (C10-C40) <60 - <20 - <20 - <20 - #: De individuele PAK zijn niet toetsbaar conform de Wbb ##: Getoetst aan de I-waarde voor anorganisch kwik n.a.: Niet aantoonbaar Tabel 4.5 Analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) en interpretatie Monsteromschrijving MM23 MM24 MM25 MM30 MM31 Perceel Diepte (m-mv) 0,5-2,0 0,5-1,0 1,0-2,0 0,0-0,5 0,0-0,5 Lutum (%) 24,0 51,0 14,0 30,0 31,0 Humus (%) 28,3 15,4 23,0 9,9 9,8 METALEN barium (Ba) cadmium (Cd) <0,17 - <0,17 - <0,17-0,35-0,25 - kobalt (Co) koper (Cu) <5, kwik (Hg) ## <0,05 - <0,05 - <0,05-0,14-0,13 - lood (Pb) <13 - <13 - < molybdeen (Mo) <1,5 - <1,5 - <1,5 - <1,5 - <1,5 - nikkel (Ni) zink (Zn) < POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN PAK (som 10) # 0,20-0,046-0,16-0,21-0,30 - Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 27\36

28 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB's (som 7) n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - OVERIGE STOFFEN minerale olie (C10-C40) <80 - <20 - <40 - <20 - <20 - #: De individuele PAK zijn niet toetsbaar conform de Wbb ##: Getoetst aan de I-waarde voor anorganisch kwik n.a.: Niet aantoonbaar Tabel 4.6 Analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) en interpretatie Monsteromschrijving MM32 Perceel 851 Diepte (m-mv) 0,5-2,0 Lutum (%) 45,0 Humus (%) 12,9 METALEN barium (Ba) cadmium (Cd) <0,17 - kobalt (Co) 14 - koper (Cu) 21 - kwik (Hg) ## <0,05 - lood (Pb) <13 - molybdeen (Mo) <1,5 - nikkel (Ni) 37 - zink (Zn) 77 - POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN PAK (som 10) # 0,033 - GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB's (som 7) n.a. - OVERIGE STOFFEN minerale olie (C10-C40) <40 - #: De individuele PAK zijn niet toetsbaar conform de Wbb ##: Getoetst aan de I-waarde voor anorganisch kwik n.a.: Niet aantoonbaar Perceel 140 In de wortel- en veenbrokjeshoudende bovengrond (MM10) overschrijden de gehalten aan barium, kobalt, kwik, lood en nikkel de achtergrondwaarden. In de ondergrond (MM11) overschrijdt het gehalte aan kobalt de achtergrondwaarde. De overige geanalyseerde parameters overschrijden niet de achtergrondwaarde of de bepalingsgrens. 28\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

29 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Perceel 145 In de wortel- en veenbrokjeshoudende bovengrond (MM01 en MM02) overschrijden de geanalyseerde parameters de achtergrondwaarde of bepalingsgrens niet. Tevens worden in de licht puinhoudende ondergrond ter plaatse van boring 10 geen verhoogde gehalten gemeten. In de hout- en plantenhoudende venige ondergrond (MM04) wordt het gehalte aan kobalt licht verhoogd (>achtergrondwaarde) aangetoond. De overige geanalyseerde parameters overschrijden niet de achtergrondwaarde of de bepalingsgrens. Perceel 851 In de boven- en ondergrond (MM30, MM31 en MM32) overschrijden de geanalyseerde parameters de achtergrondwaarde of bepalingsgrens niet. Perceel 856 In de licht puinhoudende bovengrond van het zuidelijk deel van het perceel (MM20) overschrijdt het gehalte aan kwik en lood de achtergrondwaarde. In de licht puinhoudende bovengrond van het noordelijk deel (MM22) overschrijdt het gehalte aan kwik de achtergrondwaarde. In de zintuiglijk schone bovengrond (MM21) overschrijden de geanalyseerde parameters de achtergrondwaarde of de bepalingsgrens niet. In de ondergrond (MM23, MM24 en MM25) overschrijden de geanalyseerde parameters de achtergrondwaarde of de bepalingsgrens niet. 4.5 Kwaliteit van het grondwater Tabel 4.7 en 4.8 bieden een overzicht van de analyseresultaten van het grondwater en de interpretatie. Tabel 4.7 Analyseresultaten grondwater (µg/l) en interpretatie Peilbuis Deellocatie perceel Filterdiepte (m-mv) 1,5-2,5 1,5-2,5 1,2-2,2 1,2-2,2 1,5-2,5 METALEN barium (Ba) cadmium (Cd) <0,80 - <0,80 - <0,80 - <1,6 - <0,80 - kobalt (Co) <5,0 - <5,0 - <5, <5,0 - koper (Cu) <5,0 - <5,0 - <5,0 - <5,0 - <5,0 - kwik (Hg) <0,05 - <0,05 - <0,05 - <0,05 - <0,05 - lood (Pb) <10 - <10 - <10 - <10 - <10 - molybdeen (Mo) <3,0 - <3,0 - <3,0 - <3,0 - <3,0 - nikkel (Ni) <10 - < <10 - zink (Zn) <20 - <20 - < <20 - Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 29\36

30 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen <0,20 - <0,20 - <0,60 - <0,20 - <0,60 - ethylbenzeen <0,30 - <0,30 - <0,60 - <0,30 - <0,60 - tolueen <0,30 - <0,30 - <0,60 - <0,30 - <0,60 - xylenen (som) n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - styreen <0,30 - <0,30 - <0,60 - <0,30 - <0,60 - POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <0,050-0,11 + <0,60 - <0,050 - <0,60 - GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN vinylchloride <0,20 - <0,10 - <0,60 - <0,10 - <0,60 - dichloormethaan <0,20 - <0,20 - <0,60 - <0,20 - <0,60-1,1-dichloorethaan <0,60 - <0,60 - <0,60 - <0,60 - <0,60-1,2-dichloorethaan <0,60 - <0,60 - <0,60 - <0,60 - <0,60-1,1-dichlooretheen <0,10 - <0,10 - <0,60 - <0,10 - <0,60-1,2-dichl.etheen (cis+trans) n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - dichloorpropaan n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - n.a. - trichloormethaan <0,60 - <0,60 - <0,60 - <0,60 - <0,60-1,1,1-trichloorethaan <0,10 - <0,10 - <0,60 - <0,10 - <0,60-1,1,2-trichloorethaan <0,10 - <0,10 - <0,60 - <0,10 - <0,60 - tri(chlooretheen) <0,60 - <0,60 - <0,60 - <0,60 - <0,60 - tetra(chloormethaan) <0,10 - <0,10 - <0,60 - <0,10 - <0,60 - tetrachl.etheen (per) <0,10 - <0,10 - <0,60 - <0,10 - <0,60 - OVERIGE STOFFEN minerale olie (C10-C40) <100 - <100 - <100 - <100 - <100 - tribroommethaan (bromoform) <0,60 << <0,60 << <0,60 << <0,60 << <0,60 << #: PAK(som10) is niet toetsbaar conform de Wbb n.a.: Niet aantoonbaar <<: Concentratie is kleiner dan de rapportagegrens en/of T-waarde Tabel 4.8 Analyseresultaten grondwater (µg/l) en interpretatie Peilbuis Deellocatie perceel Filterdiepte (m-mv) 1,2-2,2 1,7-2,7 1,2-2,2 METALEN barium (Ba) cadmium (Cd) <0,80 - <0,80 - <0,80 - kobalt (Co) <5,0 - <5,0 - <5,0 - koper (Cu) <5,0 - <5,0 - <5,0 - kwik (Hg) <0,05 - <0,05 - <0,05 - lood (Pb) <10 - <10 - <10 - molybdeen (Mo) <3,0 - <3,0 - <3,0 - nikkel (Ni) <10 - < zink (Zn) <20 - <20 - <20-30\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

31 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL AROMATISCHE VERBINDINGEN benzeen <0,20 - <0,20 - <0,20 - ethylbenzeen <0,30 - <0,30 - <0,30 - tolueen <0,30 - <0,30 - <0,30 - xylenen (som) n.a. - n.a. - 0,46 + styreen <0,60 - <0,30 - <0,30 - POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <0,050 - <0,050 - <0,050 - GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN vinylchloride <0,10 - <0,10-0,12 + dichloormethaan <0,20 - <0,20 - <0,20-1,1-dichloorethaan <0,60 - <0,60 - <0,60-1,2-dichloorethaan <0,60 - <0,60 - <0,60-1,1-dichlooretheen <0,10 - <0,10 - <0,10-1,2-dichl.etheen (cis+trans) n.a. - n.a. - n.a. - dichloorpropaan n.a. - n.a. - n.a. - trichloormethaan <0,60 - <0,60 - <0,60-1,1,1-trichloorethaan <0,10 - <0,10 - <0,10-1,1,2-trichloorethaan <0,10 - <0,10 - <0,10 - tri(chlooretheen) <0,60 - <0,60 - <0,60 - tetra(chloormethaan) <0,10 - <0,10 - <0,10 - tetrachl.etheen (per) <0,10 - <0,10 - <0,10 - OVERIGE STOFFEN minerale olie (C10-C40) <100 - <100 - <100 - tribroommethaan (bromoform) <0,60 << <0,60 << <0,60 << #: PAK(som10) is niet toetsbaar conform de Wbb n.a.: Niet aantoonbaar <<: Concentratie is kleiner dan de rapportagegrens en/of T-waarde Perceel 140 In het grondwater bij peilbuis 30 overschrijdt de concentratie aan barium en naftaleen de streefwaarde. Perceel 145 In het grondwater bij peilbuis 10 overschrijdt de concentratie aan barium de streefwaarde. Perceel 851 In het grondwater bij peilbuis 70 overschrijden de concentraties aan barium, xylenen (som) en vinylchloride de streefwaarde. Perceel 856 In het grondwater bij peilbuis 40, 42, 43 en 44 overschrijden de concentraties aan barium de streefwaarde. Ter plaatse van peilbuis 41 overschrijdt de concentratie aan nikkel de tussenwaarde en de concentratie aan barium, kobalt en nikkel de streefwaarden. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 31\36

32 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL In verband met het aantreffen van de matig verontreiniging van nikkel bij peilbuis 41 is een heranalyse bij het laboratorium aangevraagd. De gemeten waarde werd nogmaals bevestigd. Hierop is besloten om peilbuis 41 opnieuw te bemonsteren en te laten analyseren op nikkel. Wederom is de matige verontreiniging met nikkel opnieuw aangetoond. De gemeten concentratie van nikkel bij heranalyse is 67 µg/l. 4.6 Toetsing van de hypothese Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de hypothese dat de onderzoekslocaties onverdacht is op de aanwezigheid van bodemverontreiniging wordt formeel verworpen. In de grond zijn maximaal lichte verontreinigingen aangetoond. Plaatselijk is het grondwater matig verontreinigd. Verwacht wordt dat het verhoogde nikkelgehalte een natuurlijk herkomst heeft. 32\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

33 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 5 Conclusie en aanbevelingen In opdracht van Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf Directie Vastgoed, Regionale directie West heeft Tauw bv een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op 4 percelen (140, 145, 851 en 856) nabij de J.C. Hoogendoornlaan te Alphen aan den Rijn. Zintuiglijke waarnemingen en resultaten grond en grondwater Perceel 140 In de boven- en ondergrond zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. De bovengrond is licht verontreinigd met barium, kobalt, kwik, lood en nikkel. De ondergrond is licht verontreinigd met kobalt. Het grondwater is licht verontreinigd met barium en naftaleen. Perceel 145 In de ondergrond is plaatselijk een lichte bijmenging met puin waargenomen. Tevens is deze bodemlaag geroerd. In de overige bodemlagen zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. In de bovengrond zijn geen verontreinigingen aangetoond. De ondergrond is licht verontreinigd met kobalt. Het grondwater is licht verontreinigd met barium. Perceel 851 In de bovengrond is een zeer lichte bijmenging van puin waargenomen. In de ondergrond zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. In de boven- en ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetoond. Het grondwater is licht verontreinigd met barium, xylenen (som) en vinylchloride. Perceel 856 In de bovengrond is een zeer lichte bijmenging van puin waargenomen. In de ondergrond is plaatselijk een zeer lichte bijmenging van puin waargenomen. In de overige bodemlagen zijn geen waarnemingen gedaan die duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. De bovengrond is plaatselijk licht verontreinigd met kwik en lood. De ondergrond is plaatselijk licht verontreinigd met kobalt en nikkel. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 33\36

34 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Het grondwater op het grootste gedeelte van de onderzoekslocatie is licht verontreinigd met barium. Ter plaatse van peilbuis 41 is een matige verontreiniging met nikkel aangetoond en een lichte verontreiniging met barium, kobalt en zink. De matige verontreiniging is van nature aanwezig. Visueel is op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal geen asbesthoudend materiaal waargenomen. Conclusies Perceel 140, 145 en 851 Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden gesteld dat de percelen met kadastraal nummer 140, 145 en 851 nagenoeg vrij zijn van verontreinigingen, met uitzondering van licht verhoogde concentraties (> achtergrondwaarde). De verhoogde gehalten van barium en kobalt zijn naar alle waarschijnlijkheid van nature aanwezig. Deze metalen komen als complexgebonden metaal voor in de bodem en zijn niet te relateren aan bedrijfsmatige activiteiten op het terrein. Wat de oorzaak/herkomst is van de licht verhoogde gehalten van kwik, lood en nikkel is onbekend. Mogelijk zijn deze gehalten van nature licht verhoogd aanwezig. De gemeten concentraties in grond zijn dusdanig gering verhoogd dat onzes inziens geen risico's voor de volksgezondheid of het milieu zijn te verwachten Perceel 856 In de grond zijn maximaal lichte verontreinigingen aangetoond met kobalt, kwik, lood en nikkel. In het grondwater is bij peilbuis 41 een matige verontreiniging met nikkel aangetoond. Na een heranalyse in het laboratorium en een herbemonstering in het veld is de matige verontreiniging met nikkel wederom aangetoond. Bij de Milieudienst West-Holland is navraag gedaan over de mogelijke oorzaak van deze matige verontreiniging met nikkel. Uit het bodemsaneringsbeleid van de Provincie Zuid-Holland blijkt dat in sommige gebieden in Zuid-Holland in het freatisch grondwater verhoogde concentraties arseen, nikkel, zink of lood voorkomen boven de tussen- en interventiewaarde, zonder dat daarbij in de vaste fase van de bodem ter plaatse van het grondwater de streefwaarden worden overschreden. De verhoogde concentraties worden toegeschreven aan natuurlijke oorzaken of aan de gevolgen van menselijke ingrepen in de waterhuishouding van een gebied. Verondersteld wordt dat, aangezien geen antropogene bronnen bekend zijn die de verhoogde gehalten van nikkel in het grondwater kunnen verklaren, dat het nikkel op perceel 856 een natuurlijke oorsprong heeft. 34\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

35 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL Aanbevelingen Grond die tijdens graafwerkzaamheden op de onderzochte locatie vrijkomt, is niet zondermeer geschikt voor hergebruik buiten de locatie. Indien er na werkzaamheden grond van de locatie dient te worden afgevoerd, zal deze voor de definitieve verwerking onderzocht moeten worden conform het Besluit bodemkwaliteit. Gezien de aangetoonde matige verontreiniging met nikkel in het grondwater op perceel 856 en de oorzaak hiervan is nader onderzoek niet noodzakelijk en is er geen reden om gebieden met dergelijke verhoogde concentraties te saneren. Ook bij herinrichting kunnen saneringsmaatregelen achterwege blijven. Echter, wanneer ten behoeve van bouwwerkzaamheden een bouwputbemaling nodig is, dient het vrijkomende grondwater in overleg met de waterkwaliteitsbeheerder van het gebied op milieuhygiënisch verantwoorde wijze te worden verwerkt. Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn 35\36

36 Kenmerk R DKO-irb-V02-NL 36\36 Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

70

71

72

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87

88

89

90

91

92

93

94

95

96

97

98

99

100

101

102

103

104

105

106

107

108

109

110

111

112

113

114

115

116

117

118

119

120

121

122

123

124

125

126

127

128

129

130