Veelgestelde vragen en antwoorden Vogelgriep Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) - laatst bijgewerkt 12 oktober 2017

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veelgestelde vragen en antwoorden Vogelgriep Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) - laatst bijgewerkt 12 oktober 2017"

Transcriptie

1 Veelgestelde vragen en antwoorden Vogelgriep Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) - laatst bijgewerkt 12 oktober 2017 Deze vragen zijn beantwoord door Nancy Beerens en Armin Elbers. Zie ook het dossier Vogelgriep Staat uw vraag er niet tussen? Neem contact op met WBVR persvoorlichting: Annet Blanken tel of mail annet.blanken@wur.nl Inhoudsopgave: A. Algemene vragen over vogelgriep B. Vogelgriep in 2017 C. Vragen over vogelgriep in 2016 D. Vragen over vogelgriep in 2014 A. Algemene vragen over vogelgriep Welke vormen van vogelgriep kunnen we onderscheiden? Vogelgriep bij pluimvee en vogels wordt veroorzaakt door influenza A-virussen. Watervogels (wild en gedomesticeerd) vormen het grootste en natuurlijke reservoir en zijn de bron van alle bekende influenza A-virussen (met name laag-pathogene aviaire influenza (LPAI) virussen). Influenzavirus wordt gekarakteriseerd door twee oppervlakteeiwitten: haemagglutinine (H) en neuraminidase (N). Deze eiwitten vormen de basis waarop een indeling wordt gemaakt van vogelgriepvirussen. Er zijn op dit moment 16 verschillende haemagglutinine (H1 H16) en 9 neuraminidase eiwitten typen (N1 N9) bekend bij vogels, die in theorie kunnen leiden tot 144 verschillende typen influenza A- virus. Infectie met LPAI virussen bij wilde (water)vogels verloopt vrijwel altijd zonder noemenswaardige ziekteverschijnselen. Infectie van gehouden pluimvee met griepvirussen kan verschillende vormen aannemen: geen tot matig zichtbare verschijnselen, maar het kan ook leiden tot ernstige ziekteverschijnselen met tot 100% sterfte. De milde varianten van het vogelgriepvirus worden wetenschappelijk aangeduid als laag pathogene aviaire influenza (LPAI), de ernstige variant als hoog pathogeen (HPAI). Alle bekende HPAI virussen zijn van het subtype H5 of H7, hoewel niet alle virussen van deze subtypen HPAI zijn. Evolutie van het hoog-pathogene H5N8 virus Het HA segment van het H5N8 virus stamt af van het H5N1 virus (A/Goose/Guangdong/ 1/1996). Sinds 1996 is het hoog-pathogene H5N1 virus endemisch geworden in pluimvee populaties in verschillende landen in Azië. In is het hoog-pathogene H5N1 virus gespreid van Azië naar Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Een hoogpathogeen H5N8 virus met genen van het H5N1 virus (A/Goose/Guangdong/1/1996) werd voor het eerst gedetecteerd op levende vogelmarkten in China in Het hoogpathogene H5N8 virus dat in 2014 werd gevonden was een reassortant virus met het HA segement van het hoog-pathogene H5N1 virus en andere genensegmenten van verschillende andere AI virussen die circuleren in China, en is gecategoriseerd als een hoog-pathogeen H5 virus van clade Deze clade is zeer promiscue en wordt gevonden in combinatie met 6 verschillende NA segmenten. Deze NA segmenten zijn verkregen van laag-pathogene AI virussen, waaronder N5 (van ), N2 (van ), N8 (vanaf 2010) en meer recent N6 (vanaf 2013). In September 2016 is er

2 bij dode wilde watervogels bij het Ubsu-Nur meer, op de rand van Zuid-Siberië en Mongolië, hoog-pathogeen H5N8 virus aangetoond. Dit nieuwe hoog-pathogene H5N8 virus (2016) is niet direct verwant met het hoog-pathogene H5N8 virus uit 2014 en bovendien heeft het opnieuw genetisch materiaal verkregen van andere laag-pathogene AI virussen die bij wilde watervogels circuleren. Komen er tegenwoordig meer hoog pathogene virussen voor? Hoog pathogene vogelgriep is al in 1894 beschreven in Italië maar de verwekker werd pas later geïdentificeerd als een influenzavirus. Sinds 1959 worden de uitbraken beter bijgehouden en zijn er regelmatig kleinere of grotere of epidemieën van zowel H5 als H7 HPAI virussen beschreven. De impact van epidemieën is veel groter als die plaatsvinden in pluimveedichte gebieden. De grootste epidemie is die van HPAI H5N1 die in Azië is begonnen en rond 2003/2004 in het nieuws kwam maar waarschijnlijk al in 1996 is ontstaan. Dat virus is vanuit Azië vervolgens naar grote delen van Afrika verplaatst en ook in Europa terechtgekomen. Epidemieën komen tegenwoordig meer in het nieuws dan vroeger, niet in de laatste plaats omdat het H5N1-virus mensen kan infecteren met de dood als gevolg. In Nederland zijn alleen in 1926, 2003 en in 2014 HPAI-uitbraken geweest. Wat is de testprocedure om vogelgriep vast te kunnen stellen in wilde vogels. Hoe wordt er getest? Op welke varianten? En hoeveel dode vogels worden er getest? Wanneer er meer dan drie dode watervogels, of meer dan twintig dode vogels van een andere soort worden gevonden op een plek, dan wordt dit gemeld bij de Nederlandse Voedsel en Warenauthoriteit (NVWA). De dode vogels worden vervolgens verstuurd naar Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) om te onderzoeken of het virus kan worden aangetoond in deze dieren. Monsters van deze vogels worden in het laboratorium getest met een zogenaamde PCR-test op influenzavirus (alle varianten). Als deze test positief is, wordt allereerst getest met PCR s of het gaat om virussen van het H7 of H5 type. Alleen van deze twee subtypen van de vogelgriep komen ernstige varianten voor. Andere meer bewerkelijke testen worden gebruikt om te bepalen of het om een hoog-pathogene variant gaat, en om het N subtype vast te stellen. Meer informatie rond onderzoek rond vogelgriep, inclusief wilde watervogels op onze website. Wat voor test wordt er uitgevoerd bij screening voor vogelgriep, en als hoe nauwkeurig beoordelen jullie de resultaten hiervan? Via deze link is uitgebreide informatie te vinden hoe monsters worden getest. Wageningen Bioveterinary Research ontvangt swabs die genomen zijn op het bedrijf. Dit zijn een soort wattenstaafjes, waarmee monsters van de keel en cloaca genomen worden. De monsters worden bij een verdenking primair in PCR getest die in hoge mate gevoelig en specifiek is en daarmee een zeer nauwkeurig resultaat oplevert. Met de PCR testen wordt het virus aangetoond (meer specifiek het erfelijke materiaal van het influenzavirus). Maakt de diersoort (kip/kalkoen of eend) verschil in de nauwkeurigheid van de test? (in het kader dat eenden ook minder klinische verschijnselen vertonen) Nee dat maakt geen verschil. Hoe groot is de steekproef qua aantal dieren waarvan monsters worden genomen? In de regel worden 20 dieren bemonsterd per stal. Dit is onafhankelijk van het aantal dieren in de stal. Indien er sprake is van zieke dieren, kunnen deze specifiek bemonsterd

3 worden, en is de kans zeer groot (bijna 100%) dat het virus wordt aangetoond als dat de oorzaak is van de ziekte. Als er echter geen ziekteverschijnselen zijn (bv bij screening van bedrijven) is er slechts sprake van een zogenaamde random steekproef. Indien er dan nog maar weinig dieren besmet zijn, kan het zo maar gebeuren dat er geen enkel besmet dier in de steekproef zit en het virus dus ook niet aangetoond wordt. Bij het bemonsteren van 20 dieren, neemt die kans snel toe als het aantal besmette dieren minder dan 15% is. Wie voert de monstername uit bij een screening en komen monsternemers op meerdere bedrijven? De monsters worden door een team van de NVWA genomen. V.w.b. logistiek van monstername verwijzen we naar de NVWA. Zijn watervogels nu vatbaarder voor vogelgriep dan enkele decennia geleden? Wilde watervogels met name eenden zijn de bron van influenzavirussen. Voor het in stand houden van de viruspopulatie is een balans tussen virus en gastheren noodzakelijk. In die zin is het niet te verwachten dat wilde watervogels in het algemeen nu gevoeliger zijn voor vogelgriep dan enkele decennia geleden. In uitzonderlijke gevallen (b.v. besmetting met het Aziatische hoog-pathogene H5N1 virus in de periode of het hoog-pathogene H5N8 virus in en in 2016) raken wilde (water)vogels besmet met hoog-pathogene aviaire influenza (HPAI) virussen door hoge besmettingsdruk vanuit gehouden pluimvee. Deze besmettingen vinden primair in (Zuid)Oost Azië plaats waar vanwege uiteenlopende redenen HPAI virusinfecties bij gehouden pluimvee niet op dezelfde wijze bestreden kunnen worden als op het westelijk halfrond, met als gevolg dat er virussen langdurig blijft circuleren. Omdat in Aziatische landen wilde en gehouden (water)vogels vaak in nauw contact met elkaar staan zullen incidenteel wilde (water)vogels besmet raken. Sommige wilde (water)vogelsoorten (bijvoorbeeld sommige eendensoorten) verdragen een dergelijke infectie veel beter dan gehouden pluimvee (dat meestal na infectie snel sterft), waardoor deze besmette wilde (water)vogels het virus soms kunnen meenemen met de jaarlijkse vogeltrek naar andere delen van de wereld. Bij overlappende vogeltrekroutes (b.v. bij broedgebieden) of op tussenstops bij foerageergebieden kan er overdracht van het virus plaatsvinden tussen verschillende soorten wilde (water)vogels die het virus weer verder brengen. Naarmate virusinfectie minder ziekte en sterfte veroorzaakt zal het virus zich langer kunnen handhaven in deze keten. Verklaring waarom het huidige H5N8 virus meer ziekte en sterfte veroorzaakt dan bijvoorbeeld het H5N1 virus of het H5N8 virus in 2014 kan zijn dat het alleen in bepaalde soorten watervogels bijvoorbeeld futen, kuifeenden, zwanen, ganzen en meeuwen sterfte veroorzaakt. Een andere verklaring is dat geïnfecteerde watervogels veel meer virus produceren waardoor meer vogels in de omgeving geïnfecteerd worden. Is het Nederlandse pluimvee nu vatbaarder voor vogelgriep dan enkele decennia geleden? (genetische variatie nu minder binnen de gehele groep?) Er zijn geen aanwijzingen dat het Nederlandse pluimvee nu vatbaarder is voor vogelgriep dan enkele decennia geleden. De eerste, beschreven hoog-pathogene vogelgriepuitbraak in Nederland dateert van en heeft zich toen sterk verspreid op de Veluwe, in hetzelfde gebied als de grote vogelgriepepidemie (type H7N7) in Komt vogelgriep veel voor in NL? De eerst beschreven hoog-pathogene AI epidemie onder gehouden pluimvee in Nederland dateert van Het heeft daarna bijna 75 jaar geduurd voordat we een volgende HPAI epidemie hebben meegemaakt (2003). Daarentegen zien wij jaarlijks introducties van laag-pathogene AI virus op pluimveebedrijven in Nederland, die in de meeste gevallen nauwelijks tot klinische verschijnselen leiden; in ongeveer 10% van de

4 gevallen betreft het een LPAI virusintroductie van het H5 of H7 subtype. Als er H5 of H7 virus gevonden wordt op een pluimveebedrijf zal dit bedrijf uit voorzorg geruimd worden. Dit om te voorkomen dat het LPAI virus muteert tot een HPAI virus. Is de kans op verspreiding van vogelgriepvirussen nu groter of kleiner dan enkele decennia terug? We moeten hierbij twee dingen onderscheiden: de kans op introductie en vervolgens de kans op verspreiding. De kans op tussen bedrijven verspreiding is in de eerste plaats afhankelijk van de dichtheid van pluimveebedrijven en niet zozeer van de aantallen dieren per vierkante km. Het aantal bedrijven is sinds 2003 gedaald. De kans op introductie van het virus hangt niet samen met het aantal bedrijven maar is veel meer afhankelijk van het bedrijfstype. Bijvoorbeeld de kans op introductie van vogelgriep op bedrijven waar de legkippen buiten lopen is groter dan voor de bedrijven waar de legkippen worden binnengehouden. Als het virus eenmaal op een commercieel pluimvee bedrijf is binnengekomen, dan is vervolgens de kans op verspreiding naar andere bedrijven wel groter in pluimveedichte gebieden. Het feit dat het hoog-pathogene H5N8 virus in 2014 vanuit besmette pluimveebedrijven in Hekendorp en Ter Aar niet gespreid is naar andere pluimveebedrijven zou ten dele verklaard kunnen worden door het feit dat deze bedrijven in een gebied liggen met een lage dichtheid aan pluimveebedrijven. Leidt de wijze van het houden van dieren vergeleken met enkele decennia geleden nu tot meer/minder kans op besmetting (en hoe dan)? Onderzoek van WBVR in samenwerking met de GD heeft aangetoond dat legpluimveebedrijven met kippen die buitenlopen bijna een acht keer hoger risico lopen op een introductie van een laag-pathogeen vogelgriepvirus in vergelijking met legpluimveebedrijven waar de kippen binnen zitten. Doordat er steeds meer pluimvee buiten wordt gehouden, is het risico op introducties toegenomen en dat komt ook tot uiting in het hogere aantal introducties van laag pathogeen AI virussen in de laatste 10 jaar. Is vogelgriep voor de sector een fact of life of kunnen de pluimveehouders wel degelijk maatregelen nemen om de ziekte tegen te gaan? Vast staat dat we niet in staat zijn om AI virussen in de wilde vogels te bestrijden. Wel kunnen bedrijven veel maatregelen nemen om risico s te verlagen. Strikte toepassing van bioveiligheidsmaatregelen moet het virus buiten de stal kunnen houden, daar zijn ook genoeg voorbeelden van dat dat mogelijk is. Het is een kwestie van instellen en strikte naleving van deze maatregelen, en dat vraagt volharding, toewijding en discipline. Naarmate pluimveebedrijven hoger in de piramide zitten (zoals fokbedrijven), wordt er meer geïnvesteerd in bioveiligheid om ziektekiemen buiten de deur te houden. In dit soort bedrijven zie je dan ook dat met hoge uitzondering insleep plaatsvindt van vogelgriep. Voor pluimveebedrijven waar de kippen buiten lopen en dus contact kunnen hebben met de omgeving, inclusief wilde (water)vogels en uitwerpselen van deze vogels, is de uitdaging nog vele malen groter om infectie te voorkomen. Worden er al pogingen gedaan meer resistente kippen te ontwikkelen?

5 Er zijn al op experimentele wijze kippen gemaakt die resistenter zouden zijn voor HPAI. Deze kippen zijn door genetische manipulatie tot stand gekomen. In Europa is er echter een moratorium tegen het gebruik van genetisch gemanipuleerde organismen. Het is niet te verwachten dat resistente kippen op korte termijn door de normale selectie via fokkerij-programma s kunnen worden verkregen. Doet WBVR (of anderen) ook virusonderzoek bij ongedierte of andere potentiële overbrengers van het vogelgriepvirus (zo ja, welke - welke, hoeveel)? Er is ten tijde van de 2014 H5N8 epidemie geen ongedierte ingezonden voor onderzoek. Het hoort bij de bioveiligheidsprogramma's op pluimveebedrijven dat er permanent vallen voor ongedierte (muizen en ratten) worden gebruikt. In 2003 zijn er geen aanwijzingen gevonden dat mensen en ongedierte virus kunnen overbrengen doordat ze geïnfecteerd raken en vervolgens virus gaan spreiden. Dat sluit niet uit dat mensen of dieren virus de stal in kunnen brengen omdat ze infectieus materiaal -bijvoorbeeld mest of andere besmette materialen - de stal mee in nemen. Kan het vogelgriepvirus ook door de lucht (door inlaatventielen) een stal binnen dringen? Verspreiding van griepvirus via de lucht speelt met name een rol als grote hoeveelheden gehouden pluimvee (bijvoorbeeld een groot bedrijf) geïnfecteerd raakt en er dieren zijn die langere tijd virus uitscheiden. Geproduceerd virus kan dan aan stof hechten of in droge uitwerpselen aanwezig zijn en op die manier als deeltjes met de lucht verplaatst worden. Bij pluimveestallen wordt lucht in de stal door ventilatoren naar buiten geblazen. Eventueel virus in de stal zal dus dan naar buiten worden geblazen en zou bij een dichtbij staande andere stal via de inlaatventielen naar binnen kunnen. Op dit moment is dat risico echter zeer gering: de geïsoleerde uitbraken op drie verschillende plekken in Nederland zijn snel gedetecteerd en virusuitscheiding door zieke dieren op de geïnfecteerde bedrijven is snel geëlimineerd. Is uiteindelijk vaccinatie niet de enige effectieve manier om besmetting met vogelpestvirus te voorkomen tijdens een epidemie? Zelfs al zou er een effectief vaccin ontwikkeld worden, wat zeker niet onmogelijk is, dan zou dat tijdens een epidemie geen oplossing zijn. Noodvaccinatie is niet haalbaar omdat hoog pathogene AI virussen zich binnen en tussen bedrijven zo snel kunnen verspreiden dat niet voldoende vaccinatiecapaciteit bereikt kan worden. Bovendien vergt de opbouw van afweer tegen het virus (immuniteit) bij de dieren al snel meer dan een week en dat is veel te traag om een uitbraak in de kiem te smoren. Algemene preventieve vaccinatie in tijden dat er geen uitbraak gaande is (algemene vaccinatie tegen H5 en/of H7) is lastig gezien de huidige Europese wet- en regelgeving en eisen van landen die pluimveeproducten uit Nederland importeren. Deze importerende landen eisen vaak dat er in het geheel niet gevaccineerd wordt of er gebruik wordt gemaakt van een vaccin waarvan de opgewekte antistoffen onderscheiden kunnen worden van de antistoffen tegen het veldvirus. Een non-vaccinatiebeleid lijkt vooralsnog de beste oplossing.

6 B. Vogelgriep in 2017 Kan de vogelgriep ook in 2017 geïntroduceerd worden in Nederland? Ook in 2017 zou het HPAI virus met de najaarstrek van de wilde vogels in Nederland geïntroduceerd kunnen worden. De vogels trekken vanuit gebieden in Oost-Rusland en Mongolie naar Europa. In 2016 werd het HPAI H5N8 virus al in de zomer aangetoond in wilde vogels in Rusland. In oktober 2017 zijn er nog geen meldingen van HPAI in wilde vogels in Rusland en Mongolie. Echter het H5N8 virus uit 2016 circuleert nog in Europa. Dit werd in de zomer/herfst van 2017 nog aangetroffen in diverse Europese landen, zowel in pluimvee in Italie, Belgie en Frankrijk, als in wilde vogels in Duitsland, Zwitserland, Engeland, en Finland. De vogeltrek komt rond november veelal op gang, dit is afhankelijk van weersomstandigheden. Alertheid blijft geboden. C. Vragen over vogelgriep in 2016 Op welke wijze wordt door WBVR met andere EU-landen samen gewerkt om de verspreiding van het hoog-pathogene H5N8 (2016) in beeld te krijgen? De autoriteiten van EU landen melden uitbraken officieel bij de Europese Unie (Animal Disease Notification System, ADNS) en bij de wereld organisatie voor diergezondheid (OIE); deze organisaties publiceren deze informatie op hun websites.ook zijn er particuliere initiatieven die uitbraken op google map plaatsen. Onderzoeksresultaten worden door de nationale referentie laboratoria uitgewisseld o.a. via OFFLU, een initiatief van de wereld voedsel organisatie (FAO) en de OIE. Daarnaast is er een Global Consortium for H5N8 and related influenza viruses, een samenwerking tussen laboratoria in verschillende landen om de ontwikkelingen van het virus te onderzoeken. Wat zijn de verwachtingen op basis van het huidige verspreidingspatroon van het hoog-pathogene H5N8 virus (ten tijde van 21 november 2016)? Nu het virus zo massaal in het wild lijkt te circuleren, kun je daar vanaf komen en hoe? De uitbraken bij gehouden pluimvee beperken zich tot nu toe in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Denemarken tot bedrijven dicht bij plekken waar dode geïnfecteerde wilde(water) vogels zijn gevonden. De dode, geïnfecteerde wilde vogels in Nederland zijn tot nu toe gevonden in het westen en midden van het land in en nabij waterrijke gebieden. Het grootste risico op insleep van dit vogelgriepvirus bij pluimveebedrijven in Nederland lijkt daarom op dit moment ook in de omgeving van waterrijke gebieden te liggen. Het is onduidelijk hoelang het virus zich in de wilde (water)vogels in Nederland handhaaft. In 2014/15 is er in januari 2015 nog virus aangetoond bij een taling. In begon de epidemie in oktober met uitbraken in Roemenië en werden de laatste gevallen gevonden in maart 2006 in Duitsland. Dit kwam zeer waarschijnlijk mede door de strenge winter in Daarom moeten we rekening houden met een infectiedreiging vanuit de wilde fauna van enkele maanden. Het is zaak om de dode wilde (water)vogels op te ruimen omdat aasvogels voor verdere verspreiding van het virus kunnen zorgen. Het blijft dus zeer belangrijk om het gehouden pluimvee vrij te houden van infectie door nauwgezet handteren van bioveiligheidsmaatregelen. Er zal daarom heel veel discipline worden gevraagd van de pluimveehouders om gedurende een lange periode tot in het komende jaar strikte hygiënemaatregelen toe te passen om insleep van het virus te voorkomen. Daarnaast zal er een hoge mate van alertheid

7 worden gevraagd en zullen pluimveehouders bij oplopende sterfte, sterke eilegdaling of voederopnamedaling niet moeten aarzelen om een melding te doen bij de NVWA van een klinisch verdachte situatie. Wat is bekend over de overeenkomsten en/of verschillen tussen het hoogpathogene H5N8 virus in Nederland, Duitsland en Engeland in 2014, en de eerdere vondsten in Korea, Japan? Het virus is genetisch nagenoeg gelijk aan de virussen die in Duitsland en Engeland zijn gevonden in Daarbij zijn alle Europese isolaten genetisch het meest verwant aan virussen die in de zomer van 2014 in Japan werden gevonden. Ook nauw verwant zijn de virussen die in de eerste helft in 2014 in Korea werden gevonden. Wat doet WBVR om de verspreiding van het hoog-pathogene H5N8 virus (november 2016) in beeld te krijgen, welke factoren onderzoekt zij? Er zijn verschillende surveillance systemen die worden toegepast om infecties met het hoog-pathogene H5N8 virus op te sporen. Ten eerste de dode wilde vogel surveillance: als er groepjes wilde vogels dood worden gevonden door burgers, worden deze ingestuurd via de Nederlandse Voedsel en Warenauthoriteit (NVWA) naar Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) om te onderzoeken of het virus in deze dode vogels kan worden aangetoond. Ten tweede is er de verplichte melding van klinisch verdachte situaties bij gehouden pluimvee: als er oplopende sterfte, sterke eilegdaling of voederopnamedaling wordt gezien door de pluimveehouder of dierenarts van het bedrijf, moet daar een melding van worden gedaan aan de NVWA. Daarnaast zullen van zieke of gestorven kippen die voor sectie worden aangeboden bij de GD en dierenartsenpraktijken met een ziektehistorie en sectiebeeld waarin aviaire influenza niet kan worden uitgesloten, weefselmonsters worden doorgestuurd naar WBVR voor uitsluitdiagnostiek. Middels deze surveillance systemen krijgt WBVR monsters binnen om met diagnostiek aanwezigheid van een H5N8-virus te testen. Een grafisch overzicht van de vogelgriep surveillance systemen die in Nederland operationeel zijn kun je vinden op Daarnaast houden wij de resultaten van de H5N8-virusinfecties bij wilde vogels en gehouden pluimvee in het buitenland in de gaten. Verder verrichten wij DNA-sequentie analyse op de virussen en vergelijken die met bestaande sequenties in een internationale databank om te achterhalen waar het virus vandaan komt, met welke vogels, en langs welke routes. Meer informatie rond onderzoek rond vogelgriep, inclusief wilde watervogels op onze website. Hoe uitzonderlijk is het huidige (ten tijden van 21 november 2016) verspreidingsbeeld van hoog-pathogene H5N8 bij wilde vogels in de EU? Het is vrij uitzonderlijk dat hoog-pathogene virussen in wilde watervogels circuleren. Dat was voor 2014 slechts twee keer eerder voorgekomen o.a in met het Aziatische H5N1 virus. Rondom 2009 is waarschijnlijk in China uit het daar endemisch circulerende H5N1 virus een H5N8 ontstaan door uitwisseling van genetisch materiaal van H5N1 met andere laag-pathogene virussen die daar circuleren bij gehouden

8 pluimvee. Het H5N8 virus is vervolgens in wilde vogels terecht gekomen en lijkt zich daarin beter te kunnen handhaven dan het H5N1 dat na 2006 niet meer op grote schaal bij wilde vogels in Europa is aangetroffen. Het H5N8 virus is waarschijnlijk vanuit China door migrerende wilde watervogels meegenomen naar broedgebieden in het noorden, in Siberië en Mongolië. Vandaaruit zijn begin 2014 pluimveebedrijven in Korea en Japan besmet via de vogeltrek en later in 2014 ook in West Europa, opnieuw Japan en Korea, Taiwan en is het virus via de Beringstraat in Nood-Amerika terecht gekomen. In september 2016 is er bij dode wilde watervogels bij het Ubsu-Nur meer, op de rand van Zuid-Siberië en Mongolië, H5N8 aangetoond. Dit nieuwe H5N8 virus (2016) is niet direct verwant met het H5N8 virus uit 2014 en bovendien heeft het opnieuw genetisch materiaal verkregen van andere laag-pathogene virussen die bij wilde watervogels circuleren. Op basis van genetische verwantschap weten we dat dit nieuwe H5N8 virus opnieuw met trekvogels naar West-Europa is versleept. Het is mogelijk dat in overlappende foerageergebieden de migranten andere wilde vogels hebben besmet die op hun beurt weer migreren via verschillende vliegroutes naar het westen en zuidwesten. Het huidige verspreidingsgebied van het nieuwe H5N8 virus bij wilde vogels in de EU is daarom niet uitzonderlijk en komt overeen met de verspreiding van het H5N1 virus in Kan WBVR al iets zeggen over welke patronen er zichtbaar zijn in deverspreiding van het hoog-pathogene H5N8 virus (november 2016)? De dode wilde vogels die worden gevonden in Europese landen met bevestigde H5N8- virusinfectie (Polen, Duitsland, Denemarken, Nederland, Zwitserland, Oostenrijk, Hongarije, Kroatië) maar ook in Israël worden gevonden in gebieden die worden aangedaan op bekende vliegroutes van migrerende wilde (water)vogels. Tot nu zijn in Europa H5N8-virusinfecties bevestigd bij vooral kuifeenden en futen maar daarnaast ook andere eendensoorten, zwanen, meeuwen, en recentelijk ook bij buizerds en enkele kraaien in Duitsland. De laatsten drie vogelsoorten mogelijk omdat ze van de dode wilde vogels hebben gegeten. Er zijn tot nu tot een beperkt aantal H5N8- uitbraken bij gehouden pluimvee te zien: vijf pluimveebedrijven in Hongarije, een in Oostenrijk, drie in Duitsland en een in Denemarken. Deze uitbraken in pluimvee vonden plaats op korte afstand van de plaatsen waar geïnfecteerde dode wilde vogels werden gevonden in deze landen. In epidemiologische zin is dat ook wel verklaarbaar omdat waarschijnlijk een grote hoeveelheid virus letterlijk met de wilde vogels is geland in deze gebieden. Migrerende wilde watervogels besmetten ook het milieu en zeer waarschijnlijk ook de lokale wilde watervogels, waardoor het virus nog enige tijd kan blijven circuleren. Kunnen uit het huidige verspreidingspatroon bepaalde conclusies worden getrokken over dit H5N8-virus (november 2016)? In vergelijking met worden nu aanzienlijk meer wilde (water)vogels in de EU het slachtoffer van de H5N8-virusinfectie. In 2014 vonden we aanwijzingen voor besmetting bij migrerende smienten en talingen die het virus naar Europa hebben gebracht, maar dat ging niet gepaard met sterfte. Waarom wilde (water)vogels nu wel in grote aantallen sterven als gevolg van de vogelgriep, is nog onbekend. Er zijn aanwijzingen dat het huidige H5N8 virus een andere virus is als dat uit Verder kan het zijn dat er veel meer (soorten) besmette migrerende (water)vogels zijn, maar ook dat de dieren grotere hoeveelheden virus produceren waardoor gemakkelijker lokale wilde (water)vogels besmet raken. Verder kunnen de weersomstandigheden met

9 temperaturen boven nul ervoor hebben gezorgd dat migrerende wilde (water)vogels hier langer verbleven en dan ook kans hadden virus uit te scheiden en daarbij lokale wilde (water)vogels te besmetten. Het virus is met migrerende wilde (water)vogels meer naar het zuiden meegenomen, waarvoor afgelopen week aanwijzingen kwamen doordat in het noorden van Israël in de Rift Vallei een pluimveebedrijf besmet raakte. De Rift Vallei loopt vanaf de Beqaa Vallei in Libanon tot in Mozambique in Zuid-Oost Afrika over een afstand van 6000 km. In het noorden van Israël komen door de plaatselijk smalle Rift Vallei jaarlijks bijna 500 miljoen wilde (water)vogels die vanuit Europa hun vogeltrek beginnen op weg naar zuidelijk Afrika. Het pluimveebedrijf is gevestigd in een gebied met aquacultuur en waterrijke natuurreservaten waar migrerende wilde vogels foerageren voordat zij de moeilijke zuidelijke doorsteek maken door woestijngebied naar zuidelijk Afrika. Hoe kan het dat een eendenbedrijf dat bemonsterd is en negatief testte, desondanks enkele dagen later besmet zijn? Hiervoor zijn eigenlijk 2 mogelijke verklaringen: 1) Het virus was nog maar net voor de eerste bemonstering geïntroduceerd op het bedrijf, waarbij er nog geen klinische verschijnselen waren (incubatietijd) en het percentage besmette dieren nog zeer laag was. Het is dan zeer wel mogelijk dat geen van die besmette dieren in de steekproef heeft gezeten (zie antwoord op de vraag over de steekproefgrootte). 2) Het virus is snel na de eerste monstername geïntroduceerd op het bedrijf, waarna bij de eerste sterfte in een vroeg stadium de ziekte is opgespoord. De alertheid van de betrokken boeren kan daarbij een rol gespeeld hebben. Een negatief testresultaat is dus geen bewijs dat het bedrijf niet besmet is, alleen maar dat de onderzochte dieren niet besmet waren. Het blijft ook na een negatief testresultaat zaak om alert te blijven op verdachte klinische verschijnselen. De eerste verklaring lijkt overigens het meest waarschijnlijk, maar hierover is niets met zekerheid te zeggen. Vanaf welk moment kan de aanwezigheid van HPAI-virus bij een kip/eend/kalkoen aangetoond worden, kan dat vanaf het begin van de incubatieperiode? 1) Incubatietijd in het dier (d.w.z. tijd tussen infectie en het waarnemen van klinische verschijnselen). Individuele dieren kunnen al 1-2 dagen na een infectie klinische verschijnselen vertonen. Dit is echter sterk afhankelijk van het type virus. Maar bij de eerste klinische verschijnselen (einde van de incubatieperiode) kan vrijwel altijd het virus al worden aangetoond. 2) Incubatietijd op het niveau van het koppel (d.w.z. tijd tussen infectie van het eerste dier in een koppel en het moment dat de klinische verschijnselen/sterfte beginnen op te vallen als boven normaal en men aanleiding ziet om een nader onderzoek in te stellen). Modellering van de sterfte in 2003 laat zien dat deze koppel incubatieperiode (vanaf 1e kip geïnfecteerd tot aan detectie) tussen de 3 en 15 dagen kan bedragen. Kan het virus ook voor de eerste klinische verschijnselen (of zelfs direct vanaf het moment van infectie) al aangetoond worden? Indien dat niet zo is, in hoeverre is het zinvol koppels te bemonsteren waar nog geen klinische verschijnselen zijn? Dit kan variëren, dit is o.a. afhankelijk van het type virus, gastheer (ook bv. leeftijd), maar ook andere omstandigheden die niet allemaal bekend dan wel kwantitatief onderzocht zijn. Sommige HPAI virussen kunnen in de ene diersoort (bv kip) wel en de

10 andere (bv eend) niet of nauwelijks ziekteverschijnselen geven. Dit laat zich niet goed voorspellen. Er kunnen dus uitzonderingen zijn, maar onderstaande is wel in zijn algemeenheid geldig voor een vroege infectie. Virus kan al bij besmette dieren worden aangetoond vanaf 1 dag na infectie, maar kan ook wat later zijn (niet meteen na infectie, er is enige tijd nodig voordat het virus zich voldoende vermeerderd heeft om ook aangetoond te kunnen worden). Klinische verschijnselen kunnen al vanaf 1-2 dagen na infectie beginnen. Hoe minder virulent het virus is, hoe langer dit kan duren, dus ook dat kan later zijn. Bovendien neemt de ernst van de klinische verschijnselen in de tijd toe. Wat de ene persoon al na 2 dagen ziet, ziet de andere pas na 3 dagen. Kortom, er kan virus kan worden aangetoond voordat er klinische verschijnselen zijn. Hoe virulenter het virus, hoe korter die periode overigens zal zijn. Een officiële controle van verdachte koppels (ook als ze volgens de eigenaar geen klinische verschijnselen vertonen, en slechts op epidemiologische gronden verdacht zijn) blijft uitermate belangrijk om zo snel mogelijk een besmet bedrijf op te sporen. Zo n controle bestaat in de eerste plaats uit een gedegen klinische inspectie, en zo mogelijk gerichte bemonstering van zieke dieren. Als die laatste er niet zijn, en er random bemonsterd moet worden, bestaat er een reële kans dat een eventueel al aanwezige infectie wordt gemist. Maar er is ook een kans dat je daarmee een bedrijf al in een zeer vroeg stadium opspoort. Juist vanwege de variatie zoals eerder genoemd, is het dus verstandig om in alle gevallen te bemonsteren om het zekere voor het onzekere te nemen en is de conclusie dat bemonstering niet zinvol is, te kort door de bocht. Iedere dag dat een besmet bedrijf eerder wordt opgespoord, is uiterst belangrijk om een uitbraak in de kiem te smoren en verdere verspreiding van virus te voorkomen. Kunnen we nu (al) opgelucht ademhalen, nu de vogelgriepbesmetting in Biddinghuizen onder controle is? (ten tijden van 5 december) De infectie van de bedrijven toont aan dat de dreiging die uitgaat van de infectie van wilde vogels reëel is en dat bioveiligheidsmaatregelen strikt toegepast moeten worden. Opgelucht ademhalen in de zin dat we maatregelen kunnen terugbrengen zou dus een slecht idee zijn, we staan nog maar aan het begin van een periode van misschien wel 2-3 maanden waarin nog uitbraken bij gehouden pluimvee zouden kunnen optreden omdat er nog virus in de omgeving aanwezig is en wellicht nog een tijdje wordt aangevoerd via migrerende wilde (water)vogels. Alles staat en valt met de wijze waarop pluimveehouders hun hygiënemaatregelen op orde hebben en langdurig verhoogde alertheid in deze kunnen opbrengen. Zowel in 2014 als nu is het virus binnen gekomen op bedrijven waar het pluimvee binnen zat, dat geeft aan dat er helaas toch gaten zitten in de verdedigingswal die pluimveehouders moeten kunnen opwerpen om introductie tegen te gaan. Gelukkig was er op tijd een algeheel ophokgebod uitgevaardigd zodat die route van contact met de wilde fauna al op tijd was voorkomen. Maar bedenk dat als op een bestand van ca pluimveehouders er minder dan een procent hun verdedigingslinie niet goed op orde hebben (en dan zou je zeggen: dat is weinig), je toch nog 10 tot 15 potentiele uitbraken hebt, en dat is helaas veel te veel.

11 Is de bestrijdingsaanpak afdoende, of valt er nog wat te verbeteren? Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) wordt op basis van haar kennis en expertise door MinEZ en de NVWA geraadpleegd bij het maken van bestrijdingsdraaiboeken, toepassen van diagnostiek en zit op uitnodiging (vrijwel) alle vergaderingen van het door het Ministerie bijeen geroepen deskundigenoverleg bij. Maar men moet zich realiseren dat de uiteindelijke keuzes die worden gemaakt in de bestrijdingsaanpak de primaire verantwoordelijkheid is van de politiek (MinEZ). In die relatie is het voor ons moeilijk commentaar te geven op de aanpak. Valt uit de aanpak HPAI enige les te leren voor de aanpak van dreigingen in andere sectoren (Afrikaanse varkenspest, lumpy skin disease, mkz)? Zo ja, welke? De belangrijkste les is dat wij, zoals al een tijd gebeurt, goed op de hoogte moeten blijven over waar brandhaarden zijn van deze aangifteplichtige dierziekten in de wereld en met name aan de randen van de EU. En dat als deze pathogenen dichterbij komen, of als er sterke aanwijzingen zijn dat zij met wilde fauna grote afstanden naar ons gaan afleggen, wij preventieve maatregelen kunnen nemen. Hoe beoordeelt WBVR de eigen waarschuwing in oktober 2016 dat vogelgriep in aantocht was? In tegenstelling tot de situatie in 2014, toen wij pas in December van dat jaar na de uitbraken in gehouden pluimvee in Europa in November informatie kregen uit Rusland over met H5N8-besmette wilde vogels in Siberië die in September dat jaar waren gevonden, kwam de informatie dit jaar goed op tijd, en daar mogen wij heel dankbaar voor zijn. Daardoor kon in de verschillende EU landen de pluimveesector van te voren worden gewaarschuwd, zoals o.a. WBVR dat in Nederland heeft gedaan. De EU zou ruimhartig moeten bijdragen om deze surveillance in stand te houden in Rusland, want zij levert essentiële vroegtijdige informatie op die tot preventieve maatregelen kan leiden zoals een ophokgebod, verhoogde alertheid en oproep tot zeer strikte uitvoering van hygiënemaatregelen. Moeten we rekening mee houden dat vogelgriep (bij wilde vogels) endemisch wordt? Er zijn geen aanwijzingen (mede ook door recent onderzoek in de Verenigde Staten) dat hoog-pathogene vogelgriep endemisch wordt in wilde vogels. Het is onduidelijk hoelang het virus zich in de wilde (water)vogels in Nederland handhaaft. In 2014/2015 is er in Januari 2015 nog virus aangetoond bij een wintertaling. In begon de H5N1- epidemie, ook via verspreiding van hoog-pathogene vogelgriep via migrerende wilde (water)vogels vanuit China, in de maand Oktober met uitbraken in Roemenië en werden de laatste gevallen gevonden in begin Juni 2006 in Duitsland. Dit kwam zeer waarschijnlijk mede door de strenge winter in Daarom moeten we rekening houden met een infectiedreiging vanuit de wilde fauna van enkele maanden. Wat zijn mogelijke oorzaken voor uitbraken? De griep wordt overgebracht door mensen, dieren, via strooisel (bij eendenbedrijven) of slecht gereinigd gereedschap. En als laatste kan het bij de aanvoer misgaan, dat er bijvoorbeeld besmette kuikens worden binnengebracht. Maar die kans is klein, en als dat al zo zou zijn, is dit snel zichtbaar. Wat zijn de belangrijkste preventiemaatregelen om vogelgriep buiten een stal te kunnen houden?

12 Het strikt naleven van alle hygiëneregels. Dat betekent van kleding wisselen tussen vuil en schoon gebied. Laarzen altijd reinigen of andere laarzen gebruiken voor de stal. Het bedrijf hermetisch afsluiten. Dus geen of zo weinig mogelijk bezoekers op je erf, en bij voorkeur helemaal niet toelaten in de stal. Gereedschap goed reinigen. Ook belangrijk: doe aan ongediertebestrijding, want ook via die dieren kan het vogelgriepvirus aan de vacht of poten een stal worden in gesleept. Voor eendenbedrijven die stro gebruiken, kan een eenvoudige maatregel als het binnen opslaan van strooisel, de kans op verspreiding van de vogelgriep dat via besmet materiaal de stal in komt, kunnen worden verkleind. Uit onderzoek blijkt dat het vogelgriepvirus vooral via poep verspreid wordt.

13 D. Vragen over vogelgriep in 2014 Waar kwam het hoog-pathogene H5N8 virus (2014) vandaan? De wieg van het HPAI H5N8 virus staat in China waar het virus al in werd geïsoleerd in het kader van een monitoringsprogramma bij klaarblijkelijk gezonde eenden op markten met levend pluimvee. In 2014 heeft het virus een uitbraak veroorzaakt bij gehouden pluimvee in Japan en heeft het virus zich tevens sterk verspreid in Zuid-Korea. Bij wilde watervogels in zowel Japan als Zuid-Korea is het virus aangetroffen. Omdat het virus dat in Nederland werd gevonden een zeer grote gelijkenis vertoonde met het virus dat eerder is gevonden in Duitsland, Zuid-Korea en Japan, er geen pluimvee uit die gebieden naar Nederland werd geïmporteerd, en dit virus niet al langere tijd endemisch aanwezig was in Nederland in gehouden pluimvee, is het meest aannemelijk dat het virus met wilde watervogels uit die regio, eventueel met tussenstations, naar Europa is gekomen. Hoe weten jullie dat zich in 2014 bij de hoog-pathogene H5N8 epidemie afzonderlijke uitbraken hebben voorgedaan in Hekendorp, Ter Aar en Kamperveen, maar in Kamperveen heeft het ene bedrijf waarschijnlijk het andere bedrijf besmet? WBVR heeft de virussen van de dieren van de verschillende pluimveebedrijven geïsoleerd en volledig in kaart gebracht (het volledige genoom is nu bekend). Met deze genoomgegevens kunnen we de virussen onderling vergelijken en analyseren wat de meest waarschijnlijke verspreidingsroutes zijn geweest. Uit de analyse komt naar voren dat er minieme verschillen zitten tussen de virussen op de twee bedrijven in Kamperveen. Op basis daarvan lijkt het het meest waarschijnlijk dat er virusversleping van het ene bedrijf naar het andere bedrijf is geweest, dan wel dat de pluimveebedrijven in Kamperveen uit eenzelfde gebeurtenis besmet zijn geraakt (bijvoorbeeld het virus dat de bedrijven is binnengekomen is afkomstig van één geïnfecteerde wilde vogel). Grotere verschillen tussen de virusisolaten (zoals bij Hekendorp, Ter Aar en Kamperveen I) maakt het meer waarschijnlijk dat de bedrijven besmet zijn geraakt door op zichzelf staande introducties. We weten door uitbraken uit het verleden dat als bedrijfsmatige gehouden pluimvee eenmaal geïnfecteerd is met een hoog pathogeen vogelgriepvirus dat er kans is op virusverspreiding tussen bedrijven. Dit is wat er waarschijnlijk in Kamperveen is gebeurd. Verder kan het zo zijn dat het virus met trekvogels vanuit broedgronden (Siberië) naar Nederland is gebracht. Deze trekvogels hoeven geen direct contact te hebben met het pluimvee in Hekendorp, Ter Aar en Kamperveen; daar zijn waarschijnlijk andere mechanismen in het spel. Het virus kan in milieu (bv. uitwerpselen) aanwezig zijn, en vervolgens in de stallen terecht-gekomen zijn. Het is ook mogelijk dat de bovengenoemde trekvogels residente wilde vogels (die hele jaar door in Nederland blijven) hebben besmet, en dat uitwerpselen van deze autochtone vogels zorgen voor besmetting van het milieu. Wat betekenden afzonderlijke introducties met het hoog-pathogene H5N8 virus in 2014 voor de aanpak van vogelgriep? In de eerste plaats dat het goed is om pluimvee dat normaal in een uitloop buiten contact kan hebben met wilde watervogels op te hokken. In de tweede plaats dat er veel

14 aandacht is voor biosecurity, want op de een of andere manier is het virus in staat geweest de stal binnen te komen.

Veelgestelde vragen en antwoorden Vogelgriep Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) - laatst bijgewerkt 22 november 2016

Veelgestelde vragen en antwoorden Vogelgriep Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) - laatst bijgewerkt 22 november 2016 Veelgestelde vragen en antwoorden Vogelgriep Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) - laatst bijgewerkt 22 november 2016 Deze vragen zijn beantwoord door Nancy Beerens en Armin Elbers. Zie ook het dossier

Nadere informatie

Leven met vogelgriep. Arjan Stegeman Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren j.a.stegemanuu.nl

Leven met vogelgriep. Arjan Stegeman Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren j.a.stegemanuu.nl Leven met vogelgriep Arjan Stegeman Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren j.a.stegemanuu.nl Leven met vogelgriep Achtergrond informatie Insleep en verspreiding milde variant vogelgriep Insleep en verspreiding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2092 Vragen van de leden

Nadere informatie

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee.

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee. Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee. Het vogelgriepvirus en vaccinatie Het zal u niet ontgaan zijn: het H5N1-vogelgriepvirus heeft zich vanuit Zuidoost-Azië verspreid richting Europa. Sinds eind februari

Nadere informatie

Laag Pathogene Aviaire Influenza Virus Infecties op

Laag Pathogene Aviaire Influenza Virus Infecties op Laag Pathogene Aviaire Influenza Virus Infecties op pluimveebedrijven in Nederland Jeanet van der Goot, Josanne Verhagen 1, Jose Gonzales, Jantien Backer, Johan Bongers, Gert Jan Boender, Ron Fouchier

Nadere informatie

Deskundigengroep dierziekten 8 juni 2016

Deskundigengroep dierziekten 8 juni 2016 Deskundigengroep dierziekten 8 juni 2016 Aanwezig: Arjan Stegeman (voorzitter), Ron Fouchier, Teun Fabri, Roy Slaterus, Erik van Geloof, Guus Koch, Nancy Beerens, Mart de Jong (schriftelijk commentaar),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 28 807 Vogelpestcrisis (Aviaire influenza) Nr. 180 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Hobbypluimvee in tijden van vogelgriep

Hobbypluimvee in tijden van vogelgriep Hobbypluimvee in tijden van vogelgriep Bron: www.levendehave.nl/ Waar krijgen houders van hobbykippen mee te maken als er een uitbraak is van hoogpathogene vogelgriep? a. Ophok- en afschermplicht Voor

Nadere informatie

Vogel-griep. Cees van de Noort Baancommissie Golf en Country Club Liemeer

Vogel-griep. Cees van de Noort Baancommissie Golf en Country Club Liemeer Vogel-griep Advies wat te doen bij het aantreffen van dode (water)vogels op de golfbanen van Liemeer G&CC Te Nieuwveen door Cees van de Noort Baancommissie Golf en Country Club Liemeer 23-2-2015 UPDATE:

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2014 werden bij de actieve monitoring 3.036 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Ruth Bouwstra (CVI) Teun Fabri (GD Deventer) Ron Fouchier (Erasmus MC) Erik van Geloof (KNMvD) Mart de Jong (WU) Wim Pelgrim (EZ, ambtelijk

Ruth Bouwstra (CVI) Teun Fabri (GD Deventer) Ron Fouchier (Erasmus MC) Erik van Geloof (KNMvD) Mart de Jong (WU) Wim Pelgrim (EZ, ambtelijk Ruth Bouwstra (CVI) Teun Fabri (GD Deventer) Ron Fouchier (Erasmus MC) Erik van Geloof (KNMvD) Mart de Jong (WU) Wim Pelgrim (EZ, ambtelijk secretaris) Roy Slaterus (SOVON) Arjan Stegeman (voorzitter)

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2017

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2017 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2017 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2017 werden bij de actieve monitoring 2.366 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Rapportage Wageningen Bioveterinary Research Beantwoording van vragen van de Stichting ondersteuning Provinciale fractie Flevoland PVV

Rapportage Wageningen Bioveterinary Research Beantwoording van vragen van de Stichting ondersteuning Provinciale fractie Flevoland PVV Rapportage Wageningen Bioveterinary Research Beantwoording van vragen van de Stichting ondersteuning Provinciale fractie Flevoland PVV Auteur: dr.ir. A.R.W. Elbers dd. 15 Maart 2017 Risico s 1. Zijn bij

Nadere informatie

Vaccinatie tegen vogelgriep van bedrijfsmatig gehouden biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop

Vaccinatie tegen vogelgriep van bedrijfsmatig gehouden biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop Vaccinatie tegen vogelgriep van bedrijfsmatig gehouden biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop Vaccinatie toegestaan De Europese Unie heeft op 22 februari 2006 een akkoord bereikt over het

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2015

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2015 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2015 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2015 werden bij de actieve monitoring 3.218 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Veterinaire volksgezondheid en vogelinfluenza

Veterinaire volksgezondheid en vogelinfluenza Veterinaire volksgezondheid en vogelinfluenza NVAG themamiddag d.d. 02-03 2006, Utrecht Prof.dr. Frans van Knapen influenza virus typeringen: H-antigeen N-antigeen Permanente veranderingen in influenza

Nadere informatie

Tussentijdse resultaten van de monitoring voor vogelgriep januari tot september 2007

Tussentijdse resultaten van de monitoring voor vogelgriep januari tot september 2007 Tussentijdse resultaten van de monitoring voor vogelgriep januari tot september 2007 Actieve monitoring bij wilde vogels In de actieve monitoring werden van januari tot einde september 2007 bij 2.047 wilde

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2011 werden bij de actieve monitoring 3.397 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Stand van zaken vogelgriep. Geachte raadsleden,

Raadsinformatiebrief. De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Stand van zaken vogelgriep. Geachte raadsleden, Raadsinformatiebrief De gemeenteraad van Albrandswaard Uw brief van: -- Ons kenmerk: 1154506 Uw kenmerk: -- Contact: René van Griensven Bijlage(n): 3 Doorkiesnummer: 0653965948 E-mailadres: r.v.griensven@bar-organisatie.nl

Nadere informatie

VOGELGRIEP. Persmededelingen van het FAVV

VOGELGRIEP. Persmededelingen van het FAVV VOGELGRIEP Persmededelingen van het FAVV Vrijdag 18 november 2016 (zie ook kaart van het Europese ADNS-systeem in bijlage met gevallen bij wilde vogels in het blauw en uitbraken bij pluimvee in het rood):

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #28

PLUIMVEE HARTSLAG #28 Een publicatie van MSD Animal Health December 2018 - Jaargang 7 PLUIMVEE HARTSLAG #28 door Peter gemeten Steeds alert blijven voor NCD RESPIRATORY PROTECTION Traditionele en moderne oplossingen combineren,

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2012 werden bij de actieve monitoring 3.220 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2013

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2013 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2013 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2013 werden bij de actieve monitoring 3.181 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

MEDEDELING. Aviaire influenza : einde trekseizoen : versoepeling afschermplicht

MEDEDELING. Aviaire influenza : einde trekseizoen : versoepeling afschermplicht MEDEDELING Aviaire influenza : einde trekseizoen : versoepeling afschermplicht Vanaf 1 november 2006 versoepelt het federale Voedselagentschap de afschermmaatregelen die sinds 11 september gelden voor

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 9 november 2016, nr. WJZ/16173311, houdende maatregelen tot het afschermen en ophokken van gevogelte in verband met de preventie van hoogpathogene

Nadere informatie

AFRIKAANSE VARKENSPEST

AFRIKAANSE VARKENSPEST Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AFRIKAANSE VARKENSPEST Directie Dierengezondheid DG Controlebeleid 1. Etiologie Afrikaanse varkenspestvirus = DNA-virus, Familie Asfarviridae

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 205/48 14.8.2018 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1136 VAN DE COMMISSIE van 10 augustus 2018 betreffende risicobeperking en versterkte bioveiligheidsmaatregelen en systemen voor vroege opsporing in verband

Nadere informatie

H5N8 in Nederland in 2014

H5N8 in Nederland in 2014 H5N8 in Nederland in 2014 Een nadere blik op de uitbraken In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) is een analyse uitgevoerd van de H5N8 uitbraken om nader inzicht in binnenkomst, verspreiding

Nadere informatie

FES-AI onderzoek als respons op de uitbraak

FES-AI onderzoek als respons op de uitbraak Tjeerd Kimman Nu weten we (niet) alles De afkortingen: FES: Fonds Economische Structuurversterking AI: Aviaire Influenza FES-AI: Impulse Program on Avian Influenza De uitbraak van 2003 in kille cijfers

Nadere informatie

GECONSOLIDEERDE VERSIE DIT IS GEEN JURIDISCH BINDEND DOCUMENT DIT DOCUMENT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR VOORLICHTINGSDOELEINDEN

GECONSOLIDEERDE VERSIE DIT IS GEEN JURIDISCH BINDEND DOCUMENT DIT DOCUMENT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR VOORLICHTINGSDOELEINDEN GECONSOLIDEERDE VERSIE DIT IS GEEN JURIDISCH BINDEND DOCUMENT DIT DOCUMENT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR VOORLICHTINGSDOELEINDEN Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 9 november 2016,

Nadere informatie

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP Vogelgriep: F.A.Q. versie 19 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP A. ALGEMENE VRAGEN 1. Welke vogels vallen onder pluimvee? 2. Wat zijn de symptomen van een ernstig geval van vogelgriep bij vogels?

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2016

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2016 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2016 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2016 werden bij de actieve monitoring 3.806 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2008

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2008 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2008 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2008 werden bij de actieve monitoring 3.514 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, TRCJZ/2006/533, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling tot wering van AI

Nadere informatie

Aviaire Influenza. Risico s en maatregelen

Aviaire Influenza. Risico s en maatregelen Aviaire Influenza Risico s en maatregelen 2 Deze brochure is bedoeld om u te informeren over de risico s van Aviaire Influenza en de impact die AI heeft op de gehele productiekolom. Daarnaast wordt ingegaan

Nadere informatie

door dr.ir. A.R.W. Elbers en dr. R. Maas van het Centraal Veterinair Instituut (Lelystad)

door dr.ir. A.R.W. Elbers en dr. R. Maas van het Centraal Veterinair Instituut (Lelystad) Repliek (d.d. 12 oktober 2015) op Bezwaar Ontwerp Omgevingsvergunning kleidepot Deestersteeg van dierenarts A.H.A. Steentjes van Veterinair Centrum Someren (d.d. 13 Sept. 2015) door dr.ir. A.R.W. Elbers

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18378 28 maart 2018 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 maart 2018, nr. WJZ/18053054,

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012 Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012 Is er mogelijk gevaar voor omwonenden/mensen? Op basis van de beschikbare informatie concluderen experts van het RIVM dat overdracht

Nadere informatie

ADDENDUM OP WBVR RAPPORT (van 15 maart 2017): Beantwoording van vragen van de Stichting ondersteuning Provinciale fractie Flevoland PVV.

ADDENDUM OP WBVR RAPPORT (van 15 maart 2017): Beantwoording van vragen van de Stichting ondersteuning Provinciale fractie Flevoland PVV. ADDENDUM OP WBVR RAPPORT (van 15 maart 2017): Beantwoording van vragen van de Stichting ondersteuning Provinciale fractie Flevoland PVV. Reactie van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) op vragen opdrachtgever

Nadere informatie

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant 15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant Kamervragen van het lid Thieme aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

Betoog door een scholier 2032 woorden 29 maart keer beoordeeld. Spaanse griep: 40 miljoen doden. Vogelgriep: 150 miljoen doden?

Betoog door een scholier 2032 woorden 29 maart keer beoordeeld. Spaanse griep: 40 miljoen doden. Vogelgriep: 150 miljoen doden? Betoog door een scholier 2032 woorden 29 maart 2006 5 8 keer beoordeeld Vak Biologie Spaanse griep: 40 miljoen doden. Vogelgriep: 150 miljoen doden? Het super killervirus dat de Spaanse griep veroorzaakte,

Nadere informatie

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP Vogelgriep: F.A.Q. versie 28 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP A. ALGEMENE VRAGEN 1. Welke vogels vallen onder pluimvee? 2. Wat zijn de symptomen van een ernstig geval van vogelgriep bij vogels?

Nadere informatie

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP Vogelgriep: F.A.Q. versie 17 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP A. ALGEMENE VRAGEN 1. Welke vogels vallen onder pluimvee? 2. Wat zijn de symptomen van een ernstig geval van vogelgriep bij vogels?

Nadere informatie

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP Vogelgriep: F.A.Q. versie 27 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP A. ALGEMENE VRAGEN 1. Welke vogels vallen onder pluimvee? 2. Wat zijn de symptomen van een ernstig geval van vogelgriep bij vogels?

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Een groot deel van de infectieziekten die in mensen voorkomt, is afkomstig uit het dierenrijk, zoals HIV/AIDS, SARS, Ebola en recentelijk H7N9 influenza. Omdat deze zogenaamde

Nadere informatie

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route intake bloed, bewaking tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route intake bloed, bewaking tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018) Protocol statusbeheer IBR-vrij (route intake bloed, bewaking tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018) 1. Kader Met ingang van 1 april 2018 is de landelijke aanpak van IBR gestart onder verantwoordelijkheid van

Nadere informatie

Het ophokken van biopluimvee heeft geen effect op de biostatus van de dierlijke producten (eieren, vlees):

Het ophokken van biopluimvee heeft geen effect op de biostatus van de dierlijke producten (eieren, vlees): Vogelgriep: wat moet je weten? Bron: Boerenbond, FAVV, DGZ Ophokplicht en bio Het ophokken van biopluimvee heeft geen effect op de biostatus van de dierlijke producten (eieren, vlees): Artikel 14, b, iii

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 29 683 Dierziektebeleid Nr. 103 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Papegaaienziekte. (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren

Papegaaienziekte. (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren Papegaaienziekte (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren Papegaaienziekte bij dieren De bacterie Chlamydia psittaci veroorzaakt papegaaienziekte

Nadere informatie

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018) Protocol statusbeheer IBR-vrij (route tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018) 1. Kader Met ingang van 1 april 2018 is de landelijke aanpak van IBR gestart onder verantwoordelijkheid van de Themagroep Rundergezondheid

Nadere informatie

Algemene vragen en antwoorden over Vogelgriep (Laatste aanpassing d.d. 20 maart 2006)

Algemene vragen en antwoorden over Vogelgriep (Laatste aanpassing d.d. 20 maart 2006) Algemene vragen en antwoorden over Vogelgriep (Laatste aanpassing d.d. 20 maart 2006) De dreiging van de vogelgriep in ons land blijft onverminderd groot, nu in ons omringende landen nog steeds dode vogels

Nadere informatie

Het handelen in strijd met de voorschriften uit onderhavige regeling levert op grond van de Wet op de economische delicten een economisch delict op.

Het handelen in strijd met de voorschriften uit onderhavige regeling levert op grond van de Wet op de economische delicten een economisch delict op. Toelichting voor de Staatscourant 1. Algemeen Onlangs zijn in Rusland en Kazakstan uitbraken van hoogpathogeen Aviaire Influenza (hierna: AI) geconstateerd. Het betreft uitbraken van virustype H5N1 dat

Nadere informatie

Effect van een nieuw aan te leggen kleidepot op het risico van introductie van ziektekiemen op een nabijgelegen pluimveebedrijf: een expert opinie.

Effect van een nieuw aan te leggen kleidepot op het risico van introductie van ziektekiemen op een nabijgelegen pluimveebedrijf: een expert opinie. Effect van een nieuw aan te leggen kleidepot op het risico van introductie van ziektekiemen op een nabijgelegen pluimveebedrijf: een expert opinie. Dr. ir. A.R.W. Elbers en dr. R.J. Bouwstra Dit onderzoek

Nadere informatie

PRRS in vraag? en antwoord!

PRRS in vraag? en antwoord! KENNISDOCUMENT Met kennis vooruit: PRRS in vraag? en antwoord! Veel varkenshouders en dierenartsen hebben vragen over PRRS. Daarom geven we in dit kennisdocument antwoord op de vier meestgestelde vragen

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2016, nr. WJZ/16190444, houdende wijziging van de Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Biddinghuizen 2016,

Nadere informatie

Eindrapport Welzijnscommissie Dierziekten December april 2018

Eindrapport Welzijnscommissie Dierziekten December april 2018 Eindrapport Welzijnscommissie Dierziekten December 2017- april 2018 1. Inleiding Welzijnscommissie Dierziekten Het kabinet vindt bij de bestrijding van dierziekten bewaking van dierenwelzijnsaspecten van

Nadere informatie

- Men maakt onderscheid tussen AIV-A, AIV-B en AIV-C. Waar slaat die toevoeging A, B of C op?

- Men maakt onderscheid tussen AIV-A, AIV-B en AIV-C. Waar slaat die toevoeging A, B of C op? Praktische-opdracht door een scholier 1923 woorden 5 februari 2005 7,3 18 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Het onderwerp van onze praktische opdracht is Aviaire Influenza, oftewel Vogelpest. Om gerichter

Nadere informatie

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 december 2017, nr. WJZ/17198450, houdende maatregelen tot het afschermen en ophokken van gevogelte in verband met de preventie van

Nadere informatie

Ruimings- en vaccinatiebeleid

Ruimings- en vaccinatiebeleid Ruimings- en vaccinatiebeleid Startdocument Aanleiding Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft op basis van EU-richtlijnen verschillende beleidsdraaiboeken dierziekten gemaakt. Er zijn momenteel

Nadere informatie

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij 10-11-2015. En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij 10-11-2015. En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR Besmet met IBR En hoe nu verder? Drs. Frederik Waldeck, dierenarts Congres Gezonde melkveeh Zwolle, 10 november 2015 Inhoud presentatie IBR Stand van zaken Besmet: hoe komt het, wat is het? Aanpak Boerderij,

Nadere informatie

Samenvatting. Doel van het onderzoek

Samenvatting. Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek Als klassieke-varkenspestvirus (KVPV), dat klassieke varkenspest (KVP) veroorzaakt, binnenkomt in de Nederlandse (gedomesticeerde) varkenspopulatie, dan kan dat tot grote KVP-epidemieën

Nadere informatie

Veilig ruimen van pluimvee bij vogelgriep

Veilig ruimen van pluimvee bij vogelgriep Veilig ruimen van pluimvee bij vogelgriep Deze folder is voor mensen die meewerken aan het ruimen van pluimvee als er vogelgriep is. Het gaat over beschermende maatregelen die jezelf kan nemen bij vogelgriep.

Nadere informatie

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niettechnische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) in kalveren 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) Oktober 2015 oktober 2020

Nadere informatie

Ziekte van Newcastle Maatregelen van kracht in België (KB van 28 november 1994, MB van 1 augustus 2018 en MB van 29 augustus 2018)

Ziekte van Newcastle Maatregelen van kracht in België (KB van 28 november 1994, MB van 1 augustus 2018 en MB van 29 augustus 2018) Ziekte van Newcastle Maatregelen van kracht in België (KB van 28 november 1994, MB van 1 augustus 2018 en MB van 29 augustus 2018) Onder voorbehoud dat er zich geen nieuwe ontwikkelingen voordoen, kunnen

Nadere informatie

Armin Elbers en Jose Gonzales. Wageningen Bioveterinary Research

Armin Elbers en Jose Gonzales. Wageningen Bioveterinary Research Nieuwe methoden voor vroeg-detectie van afwijkingen in het productieproces van legpluimveebedrijven Armin Elbers en Jose Gonzales Central Veterinary Institute heeft een nieuwe naam per 6 September 2016:

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen NEWCASTLE DISEASE. Directie Dierengezondheid PCCB

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen NEWCASTLE DISEASE. Directie Dierengezondheid PCCB Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen NEWCASTLE DISEASE Directie Dierengezondheid PCCB 1. Etiologie Avian paramyxovirus 1 = RNA-virus, verschillende genotypes Virulentie bepaald door

Nadere informatie

F.A.Q. versie 11. VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP (klik op de vraag om naar het antwoord te gaan <ctrl+home> om terug te keren)

F.A.Q. versie 11. VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP (klik op de vraag om naar het antwoord te gaan <ctrl+home> om terug te keren) F.A.Q. versie 11 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP (klik op de vraag om naar het antwoord te gaan om terug te keren) A. PROFESSIONELE PLUIMVEEHOUDERS 1. Wat bedoelt men met een

Nadere informatie

De rol van het ministerie van LNV bij besmettelijke dierziekten

De rol van het ministerie van LNV bij besmettelijke dierziekten De rol van het ministerie van LNV bij besmettelijke dierziekten Eelco Ronteltap / Huibert Maurice Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid Inhoud van de presentatie Waarom bijeenkomst over dierziektebestrijding

Nadere informatie

Risicofactoren voor introductie van laagpathogeen aviaire influenza virus op legpluimveebedrijven met vrije uitloop in Nederland

Risicofactoren voor introductie van laagpathogeen aviaire influenza virus op legpluimveebedrijven met vrije uitloop in Nederland Risicofactoren voor introductie van laagpathogeen aviaire influenza virus op legpluimveebedrijven met vrije uitloop in Nederland Jeanet van der Goot 1, Armin Elbers 1, Ruth Bouwstra 1,Teun Fabri 3, Maudia

Nadere informatie

Het vaccinatieplan tegen NCD

Het vaccinatieplan tegen NCD Het vaccinatieplan tegen NCD Inhoudsopgave Vaccinatieplan tegen NCD 3 Vermeerderingsdieren 5 Leghennen 7 Vleeskuikens 8 Vleeskalkoenen 10 Newcastle Disease 12 Vaccinatieplan tegen NCD Om het pluimvee in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5812 26 maart 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 17 maart 2012, nr.

Nadere informatie

Plan van aanpak Bestrijding van een besmetting van wilde zwijnen met Afrikaanse varkenspest

Plan van aanpak Bestrijding van een besmetting van wilde zwijnen met Afrikaanse varkenspest Plan van aanpak Bestrijding van een besmetting van wilde zwijnen met Afrikaanse varkenspest Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 12.10.2018 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Plan van aanpak

Nadere informatie

De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee. Naomi de Bruijn

De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee. Naomi de Bruijn De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee Naomi de Bruijn Virale darminfecties: Algemeen Betreft vooral jonge dieren Meer ziekte verschijnselen Veelal relatief milde darmschade

Nadere informatie

F.A.Q. versie 10 Van toepassing vanaf 1 ste mei 2008

F.A.Q. versie 10 Van toepassing vanaf 1 ste mei 2008 F.A.Q. versie 10 Van toepassing vanaf 1 ste mei 2008 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET VOGELGRIEP (klik op de vraag om naar het antwoord te gaan om terug te keren) A. PROFESSIONELE PLUIMVEEHOUDERS

Nadere informatie

Samenvatting

Samenvatting Het influenza A virus kan een groot aantal diersoorten infecteren waaronder mensen, varkens, paarden, zeezoogdieren en vogels. In zoogdieren veroorzaakt het virus een acute luchtweginfectie, bij mensen

Nadere informatie

Bijeenkomst Netwerk. Hoe voorkom ik ziekte insleep? thema: GEZONDHEID. d.d. 4 juni 2008 Uden

Bijeenkomst Netwerk. Hoe voorkom ik ziekte insleep? thema: GEZONDHEID. d.d. 4 juni 2008 Uden Bijeenkomst Netwerk Hoe voorkom ik ziekte insleep? thema: GEZONDHEID d.d. 4 juni 2008 Uden Marrina Schuttert Varkensdierenarts sinds 1993 Veterinair Centrum Someren b.v. Samenwerking met DGC Overlaet te

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2005 (02.12) (OR. en) 14116/05 LIMITE AGRILEG 166

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2005 (02.12) (OR. en) 14116/05 LIMITE AGRILEG 166 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2005 (02.12) (OR. en) PUBLIC 14116/05 LIMITE AGRILEG 166 ZITTINGSDOCUMENT van: het voorzitterschap aan: de Groep hoofden van de veterinaire diensten

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN 4.2.2017 NL L 31/13 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/193 VAN DE COMMISSIE van 3 februari 2017 tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG en bijlage I bij Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Het virus manifesteert zich als een bolletje met uitsteeksel, antigenen genoemd. De antigenen hechten zich

Het virus manifesteert zich als een bolletje met uitsteeksel, antigenen genoemd. De antigenen hechten zich Keuzeopdracht door een scholier 2055 woorden 19 februari 2006 7,2 35 keer beoordeeld Vak ANW Het ontstaan van (vogel)griep en zijn varianten. Ieder jaar duiken er nieuwe griepvarianten op. Zo sprong in

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Ned. Werkgroep hobbymatig gehouden Pluimvee en Parkvogels,

Ned. Werkgroep hobbymatig gehouden Pluimvee en Parkvogels, 12 februari 2007 N.a.v. uitbraak vogelgriep in Suffolk Aan de leden van de vaste commissie van LNV Op woensdag 14 februari 2007 debatteert u over de uitbraak van H5N1in Suffolk en het Nederlandse beleid

Nadere informatie

Symposium GKZ & Hygieia - Import, o.d.z. Better safe than sorry. Dierziektebestrijding bij het invoeren van (volgens de GWWD ) besmette dieren

Symposium GKZ & Hygieia - Import, o.d.z. Better safe than sorry. Dierziektebestrijding bij het invoeren van (volgens de GWWD ) besmette dieren Symposium GKZ & Hygieia - Import, o.d.z. Better safe than sorry Dierziektebestrijding bij het invoeren van (volgens de GWWD ) besmette dieren Mauro De Rosa Inleiding Doel presentatie Dierziektebestrijding

Nadere informatie

Beleidsdraaiboek Aviaire Influenza

Beleidsdraaiboek Aviaire Influenza Beleidsdraaiboek Aviaire Influenza versie 2.0 September 2013 Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn Ministerie van Economische Zaken Beleidsdraaiboek aviaire influenza - 1 Wanneer er verschijnselen

Nadere informatie

EU-wetgeving en beleid. Annemarie Bouma Ministerie LNV

EU-wetgeving en beleid. Annemarie Bouma Ministerie LNV EU-wetgeving en beleid Annemarie Bouma Ministerie LNV Afrikaanse varkenspest: regelgeving OIE EU NL 2 OIE World organisation for Animal Health Transparency global disease situation OIE-listed diseases

Nadere informatie

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) MKZ, AI, KVP, AVP Pagina: 1 van 6 Opgesteld door: Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) Goedgekeurd door: Bestuur KNMvD Drs. D.Willink, voorzitter Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit

Nadere informatie

Adviespraktijk voor Vogels, Galgenkampsweg 4, 7942 HD Meppel Vogelpest, vogelgriep, pluimveepest Commentaar en Conclusies

Adviespraktijk voor Vogels, Galgenkampsweg 4, 7942 HD Meppel Vogelpest, vogelgriep, pluimveepest Commentaar en Conclusies Adviespraktijk voor Vogels, Galgenkampsweg 4, 7942 HD Meppel Drs. Jan Hooimeijer; Vogeldierenarts (ret.), Papegaaiengedragstherapeut Tel: 0522-259455 E-mail: info@vogeladvies.nl Vogelpest, vogelgriep,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22615 9 augustus 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 2 augustus 2013, nr. WJZ/13136086, houdende

Nadere informatie

Pluimvee. Nieuwe Pasteurella-typen bij pluimvee. Coryza-vaccin. Hoofdpunten Rapportage Derde kwartaal Samen werken aan diergezondheid

Pluimvee. Nieuwe Pasteurella-typen bij pluimvee. Coryza-vaccin. Hoofdpunten Rapportage Derde kwartaal Samen werken aan diergezondheid Pluimvee Hoofdpunten Rapportage Derde kwartaal 2018 Nieuwe Pasteurella-typen bij pluimvee Van vogelcholera zijn de acute en de chronische vorm bekend, die beide worden veroorzaakt door de bacterie Pasteurella

Nadere informatie

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Auteur: Steven Sarrazin Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Boviene Virale Diarree (BVD) is een aandoening met een veel ruimer ziektebeeld dan de naam laat vermoeden. Daarom is

Nadere informatie

MKZ-crisis maart 2001: naar de toekomst. drs E.B. Visser

MKZ-crisis maart 2001: naar de toekomst. drs E.B. Visser MKZ-crisis maart 2001: Evaluatie en maatregelen naar de toekomst drs E.B. Visser Even voorstellen: Edwin Visser. Dierenarts in maatschap te Etten-Leur (1994). Nu 6 jaar bestuurslid KNMvD. Vakgroep Gezondheidszorg

Nadere informatie

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING FACTSHEET 2016 VOORWOORD WIE ZIJN WIJ? De afdeling algemene Infectieziektebestrijding (IZB) van GGD Hollands Noorden houdt zich bezig met het opsporen van infectieziekten om verspreiding

Nadere informatie

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN - 2008

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN - 2008 VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN - 2008 I. IDENTIFICATIE VAN HET BEDRIJF (**) beslagnummer: adres: gelegen in een gevoelig natuurgebied? (*) verantwoordelijke: naam: tel: adres: dierenarts:

Nadere informatie

1) Waarom hebben we een actieplan voor preventieve vaccinatie tegen Vogelpest (H5N1) nodig?

1) Waarom hebben we een actieplan voor preventieve vaccinatie tegen Vogelpest (H5N1) nodig? Actieplan: preventieve, vrijwillige vaccinatie van pluimvee in Nederland in reactie op de huidige Vogelpest (Aviaire Influenza) dreiging (H5N1) Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Nederland

Nadere informatie

Profielwerkstuk Biologie Vogelpest

Profielwerkstuk Biologie Vogelpest Profielwerkstuk Biologie Vogelpest Profielwerkstuk door een scholier 3601 woorden 19 april 2004 7,6 71 keer beoordeeld Vak Biologie Is de vogelpest gevaarlijk voor de mens? Er zijn meer dan honderd varianten

Nadere informatie

4. Pluimveebedrijf: inrichting gebruikt voor het fokken of houden van pluimvee.

4. Pluimveebedrijf: inrichting gebruikt voor het fokken of houden van pluimvee. Ziekte van Newcastle en vogelgriep Maatregelen van kracht in België (KB van 28 november 1994, MB van 24 juli 2018 en MB van 22 november 2018 betreffende de ziekte van Newcastle en het KB van 5 mei 2008

Nadere informatie

10368/1/19 REV 1 DAU/cg 1 LIFE.2.B

10368/1/19 REV 1 DAU/cg 1 LIFE.2.B Brussel, 18 juni 2019 (OR. en) 10368/1/19 REV 1 AGRI 306 VETER 36 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 18 juni 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9571/19 Betreft:

Nadere informatie

Bioveiligheid, mijn bedrijf is beschermd!

Bioveiligheid, mijn bedrijf is beschermd! STOP dierenziekten Bioveiligheid, mijn bedrijf is beschermd! Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen STOP dierenziekten Het voorkomen van besmettelijke dierenziekten is van het grootste

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Rapportering voor het jaar 2012 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. N.Botteldoorn WIV-ISP J. Wytsmanstraat Brussel Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Email: Nadine.Botteldoorn@wivisp.be

Nadere informatie