Uitspraak /1.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitspraak 200600358/1."

Transcriptie

1 Essentie uitspraak: Een bedrijfsverzamelgebouw mag vanwege de aard van het gebruik ter plaatse, beschouwd worden als beperkt kwetsbaar object. Het groepsrisico is hier voldoende verantwoord wegens een onderscheiding van de oriëntatiewaarde en het advies van de regionale hulpverleningsdienst dat er geen sprake is van een relevant groepsrisico voor de gebruikers van de gebouwen. Casus en uitspraak: Een bedrijf waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen komt met meerdere argumenten in verweer tegen een ruimtelijk besluit. Geselecteerd zijn: De contour ligt over een gedeelte van een van een bedrijfsverzamelgebouw. Verwezen wordt naar een advies dat in de gebouwen 125 personen aanwezig kunnen zijn, het gebouw zou hierdoor als kwetsbaar object beschouwd moeten worden. Op grond van artikel 13.1i is de afstand tussen het bedrijf en de gebouwen onvoldoende voor de brandweer. De ABRvSt geeft aan dat verweerder correct heeft geconstateerd dat het grote aantal personen ook doorgaans en gedurende een groot deel van de dag aanwezig is. De gebouwen moeten als beperkt kwetsbaar worden beschouwd. Ten aanzien van de afstand tussen het bedrijf en de gebouwen geeft de afdeling aan dat artikel 13.1i niet van toepassing is op de gebouwen maar op het bedrijf, nu dat de inrichting is die het groepsrisico veroorzaakt. Noot van de redactiecommissie: Zoals bij vele uitspraken is goede kennis van de locatiespecifieke omstandigheden nodig om de casus volledig te doorgronden. Uit de uitspraak valt niet af te leiden hoe en of geborgd is dat die 125 personen er niet komen. Als het gebruik 'verkleurt' naar een kwetsbaar object heeft het naastgelegen bedrijf een duidelijk probleem want dan is er sprake van een saneringssituatie. De interpretatie van artikel 13.1i roept vragen op. Dit artikel richt zich op zelfredzaamheid in het algemeen, en artikel 13.1h richt zich op bestrijdbaarheid bij het risicoveroorzakende bedrijf. De informatie in dit tekstkader geeft de interpretatie van de redactiecommissie weer. Voor het totaaloverzicht van de juridische overwegingen wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak van de rechter / Raad van State. Uitspraak Zaaknummer: /1 Publicatie datum: woensdag 20 december 2006 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Maassluis Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken /1.

2 Datum uitspraak: 20 december 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Vecom Group B.V.", gevestigd te Maassluis, appellante, tegen de uitspraak in zaak nos. VWRO 05/5411 en WRO 05/5412 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 8 december 2005 in het geding tussen: appellante en het college van burgemeester en wethouders van Maassluis. 1. Procesverloop Bij besluit van 18 maart 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maassluis (hierna: het college) aan [vergunninghoudster] vrijstelling en bouwvergunning verleend voor twee bedrijfsverzamelgebouwen op het perceel, plaatselijk bekend [locatie] (hierna: het perceel) te Maassluis. Bij besluit van 12 oktober 2005 heeft het college het daartegen door appellante gemaakte bezwaar gegrond verklaard doch de bouwvergunning en vrijstelling gehandhaafd. Bij uitspraak van 8 december 2005, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam (hierna: de voorzieningenrechter), voor zover thans van belang, het daartegen door appellante ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 11 januari 2006, bij de Raad van State ingekomen op 12 januari 2006, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 9 februari Deze brieven zijn aangehecht. Bij brief van 13 april 2006 heeft vergunninghoudster een reactie ingediend. Bij brief van 1 mei 2006 heeft het college van antwoord gediend. Na afloop van het vooronderzoek heeft appellante bij brief van 23 augustus 2006 een nader stuk ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 september 2006, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. A. van Rossum, advocaat te Rotterdam, en [directeur], en het college, vertegenwoordigd door mr. P.H. Harent en ir. M.W.T.M. Loeters, ambtenaren van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is vergunninghoudster, vertegenwoordigd door mr. J. Bouwman-Treffers, advocaat te Naaldwijk en [directeur], daar als partij gehoord. Bij brief van 2 oktober 2006 zijn partijen ervan op de hoogte gesteld dat dr. E.M.H. Hirsch Ballin in deze meervoudige kamer wordt vervangen door mr. D.A.C. Slump. Partijen hebben de Afdeling desgevraagd toestemming verleend voor het achterwege laten van een nadere zitting. 2. Overwegingen

3 2.1. Ter zitting heeft appellante de grond dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat terugplaatsing van de voorgevel met 0,30 m niet kan worden aangemerkt als ondergeschikte wijziging van het bouwplan en dat vergunninghoudster daarom een nieuwe aanvraag om bouwvergunning behoorde in te dienen, niet gehandhaafd De bedrijfsverzamelgebouwen (hierna: de gebouwen) bestaan uit 21 zogeheten werkunits, vier kantoorruimten van elk 98 m2 en vier daaronder gelegen kantoorruimten annex showrooms van elk 78 m2. De kantoorruimten liggen aan de zijden van de gebouwen die zich naar de Nijverheidsstraat keren. De werkunits zijn alle op de begane grond gelegen. Deze zijn te gebruiken als garage, werk- of opslagruimte. De toegang tot de werkunits wordt verschaft door middel van een garagedeur. Zeventien werkunits hebben een oppervlakte van 76 m2, twee units van 79 m2, één unit van 136 m2 en één unit een oppervlakte van 152 m2. Op het perceel naast de gebouwen voert appellante een bedrijf in de levering van diensten en producten voor onderhoud, reiniging en behandeling van met name metalen oppervlakten. Ten behoeve van de bedrijfsvoering slaat appellante daar gevaarlijke stoffen op Ingevolge het "Uitbreidingsplan in onderdelen Maassluis-West" (hierna: het uitbreidingsplan) en het bestemmingsplan "Kapelpolder" (hierna: het bestemmingsplan), rusten op het perceel de bestemmingen "Industrieterrein" onderscheidenlijk "Industriële bedrijven met bijbehorende erven". Het bouwplan is niet in strijd met die bestemmingen. De goothoogte van de gebouwen, naar ter zitting door het college is bevestigd, bedraagt 7,60 m. Derhalve overschrijdt de goothoogte van één van de gebouwen, de hoogte van 6 m die ingevolge artikel 17, onder c, van de voorschriften van het uitbreidingsplan is toegestaan met 1,60 m. Het college heeft toepassing gegeven aan artikel 26, eerste lid, onder I, sub k, van de voorschriften bij het uitbreidingsplan, op grond waarvan het bevoegd is om in bijzondere gevallen vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 17, onder c, tot ten hoogste 9 m Appellante betoogt tevergeefs dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat het college ten onrechte haar aanvullende bezwaarschrift van 6 september 2005 niet bij het besluit op bezwaar heeft betrokken omdat zij voor aanvang van de op die dag geplande tweede hoorzitting dat stuk naar het college en vergunninghoudster heeft gefaxt. De voorzieningenrechter heeft terecht en op goede gronden overwogen dat het college die aanvulling buiten beschouwing heeft mogen laten Appellante bestrijdt voorts het oordeel van de voorzieningenrechter dat de vrijstelling niet in strijd is met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: het Bevi). Zij betoogt dat de voorzieningenrechter aldus heeft miskend dat het college de gebouwen, gezien het aantal van 125 personen dat volgens het advies van DCMR daarin kan verblijven, niet als beperkt kwetsbare objecten maar als kwetsbare objecten in de zin van het Bevi had moeten aanmerken. Appellante betoogt subsidiair dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat het opvullen van een gat in bestaand stedelijk gebied door de oprichting van de gebouwen, onvoldoende is om af te wijken van de bij artikel 8, tweede lid, van het Bevi gestelde richtwaarde Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder g, van het Bevi wordt onder een beperkt kwetsbaar object verstaan: gebouwen, voor zover deze niet vallen onder onderdeel m, onder c. Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel m, onder c, wordt onder een kwetsbaar object verstaan: gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals: 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m² per object, of 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto

4 vloeroppervlak meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd. Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel j, wordt onder grenswaarde verstaan: grenswaarde als bedoeld in artikel 5.1, derde lid, van de Wet milieubeheer ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico. Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel k, wordt onder groepsrisico verstaan: cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel p, wordt onder plaatsgebonden risico verstaan: risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel q, wordt onder richtwaarde verstaan: richtwaarde als bedoeld in artikel 5.1, derde lid, van de Wet milieubeheer ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico. Ingevolge artikel 5, eerste lid, voor zover thans van belang, neemt het bevoegd gezag bij de vaststelling van een besluit als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de WRO, op grond waarvan de bouw of vestiging van kwetsbare objecten wordt toegelaten, de grenswaarde, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, in acht. Ingevolge artikel 5, tweede lid, houdt het bevoegd gezag bij een zodanig besluit, op grond waarvan de bouw of vestiging van beperkt kwetsbare objecten wordt toegelaten, rekening met de richtwaarde, als bedoeld in artikel 8, tweede lid. Ingevolge artikel 8, eerste, gelezen in samenhang met het tweede lid, bedragen zowel de grenswaarde als de richtwaarde van het plaatsgebonden risico, in een gebied waarvoor besluiten als bedoeld in artikel 5, eerste, onderscheidenlijk tweede lid, worden vastgesteld, 10-6 per jaar. Ingevolge artikel 13, eerste lid, aanhef en onder h, worden in de toelichting van een besluit als bedoeld in artikel 5, eerste tot en met derde lid, in elk geval de mogelijkheden vermeld tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen in de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, waarvan de gevolgen zich uitstrekken buiten die inrichting. Ingevolge artikel 13, eerste lid, aanhef en onder i, worden in die toelichting tevens de mogelijkheden vermeld voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet Voor zover appellante betoogt dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat het college bij het besluit van 12 oktober 2005 geen motivering heeft gegeven voor zijn standpunt dat de gebouwen beperkt kwetsbare objecten zijn, is dat tevergeefs. Het college heeft in dat besluit uiteen gezet waarom die gebouwen volgens hem als beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Bevi moeten worden aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft terecht dat standpunt van het college niet voor onjuist gehouden. Gelet op het aantal en de omvang van de werkunits en de overige ruimten die in de gebouwen zijn voorzien, heeft het college mogen aannemen dat in die gebouwen doorgaans geen grote

5 aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zullen zijn. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat zich in dergelijke units, ook naar vergunninghoudster en het college op grond van hun ervaringen ter zitting onweersproken hebben gesteld, kleine zelfstandigen vestigen die deze units met name gebruiken voor opslag van werktuigen en materialen alsmede stalling van voertuigen. In de omstandigheid dat in een rapportage van DCMR Milieudienst Rijnmond (hierna: DCMR) van 16 augustus 2005 is opgenomen dat zich in de gebouwen 125 personen kunnen bevinden, heeft de voorzieningenrechter terecht geen grond gevonden voor een ander oordeel. Daaruit kan niet worden afgeleid dat een zodanig aantal ook doorgaans en gedurende een groot deel van de dag daar aanwezig zal zijn. Gelet hierop doet appellante zonder succes een beroep op de nota van toelichting op het Bevi (Stb. 2004, 250, p. 28), waarin is vermeld dat een kantoor dat is bestemd voor meer dan 50 personen een kwetsbaar object is. Overigens kunnen kantoren als daar bedoeld, niet op één lijn worden gesteld met de gebouwen als hier aan de orde Het vorenstaande betekent dat de voorzieningenrechter het college terecht is gevolgd in zijn standpunt dat de risicocontour die ligt op een gedeelte van één van de gebouwen en waar het plaatsgebonden risico is berekend op 10-6 per jaar, een richtwaarde is als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Bevi Bij de toepassing die het college aldus aan artikel 5, tweede lid, van het Bevi heeft gegeven, komt het beoordelingsvrijheid toe. Het college heeft van betekenis geacht dat voormelde risicocontour slechts op een gedeelte van één van de gebouwen ligt en dat het perceel, gelegen op een bedrijventerrein, voor de oprichting van de gebouwen onbebouwd was. Gelet hierop heeft het college zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de aanwezigheid van de risicocontour niet in de weg staat aan verlening van de vrijstelling. Daarbij is mede van belang dat in de nota van toelichting op het Bevi (p en p. 68) het opvullen van een gat in bestaand stedelijk gebied als gewichtige reden voor afwijking van de richtwaarde is geduid. De voorzieningenrechter is tot dezelfde conclusie gekomen. Anders dan appellante aanvoert, is er, gelet op het vorenstaande, geen grond voor het oordeel dat het college bij de vrijstelling een maximum diende te stellen aan het aantal personen dat in de gebouwen aanwezig mag zijn Appellante betoogt voorts dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat het college ten onrechte heeft nagelaten om het bouwplan te toetsen aan de mogelijkheden van brandbestrijding alsmede de bereikbaarheid van het perceel en de zelfredzaamheid van de gebruikers van de gebouwen in geval van brand. Daartoe verwijst appellante naar artikel 13, eerste lid, aanhef en onderdelen h en i, van het Bevi In hetgeen appellante aldus tevens in beroep heeft aangevoerd, heeft de voorzieningenrechter terecht geen aanleiding gevonden om het besluit van 12 oktober 2005 in strijd met voormelde bepalingen te achten. Voorop wordt gesteld dat het Bevi ten aanzien van het groepsrisico geen grens- of richtwaarden bevat waaraan het college bij de vrijstelling diende te toetsen. Uit artikel 13, aanhef en onderdelen h en i, kan alleen de verplichting worden afgeleid dat het college, ter verantwoording van het groepsrisico, in de toelichting op het vrijstellingsbesluit de in die onderdelen vermelde aspecten diende te betrekken. Het niveau van het groepsrisico, dat door appellante niet meer wordt bestreden, ligt volgens de rapportage van DCMR van 16 augustus 2005 ver onder de zogeheten oriëntatiewaarde die in de handleiding "Verantwoordingsplicht groepsrisico" van augustus 2004 is opgenomen. Uit het advies van de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond van 22 juni 2005 kan voorts worden afgeleid dat volgens die dienst een zodanig groepsrisico niet relevant is voor de hulpverlening en zelfredzaamheid van de gebruikers van de gebouwen. Wat betreft artikel 13, aanhef en onderdeel i, van het Bevi, stelt appellante dat de ruimte die naast de gebouwen op het perceel is voorzien, te gering is om te voldoen aan de afstand tussen

6 de gebouwen en haar bedrijf die de voorkeur heeft van de Brandweer Waterweg (hierna: de brandweer). Het betoog van appellante dat de vrijstelling aldus in strijd is met dat artikel, faalt. Artikel 13, aanhef en onderdeel i, van het Bevi is niet van toepassing op de gebouwen maar op het bedrijf dat appellante op het naastgelegen perceel voert, nu, naar ook niet in geschil is, dat de inrichting is die het groepsrisico veroorzaakt. Voorts valt niet in te zien dat het college niet heeft voldaan aan artikel 13, aanhef en onder i, van het Bevi. De brandweer heeft bij advies van 4 oktober 2004 ingestemd met het bouwplan. De voorwaarden die daarbij zijn gesteld en die onder meer betrekking hebben op de mogelijkheid voor gebruikers van de gebouwen om zich bij brand in veiligheid te brengen, zijn door het college aan de bouwvergunning verbonden. Gelet op het vorenstaande, valt evenmin in te zien dat het college, naar appellante betoogt, zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van appellante en van de gebruikers van de gebouwen ten aanzien van externe veiligheid. Wat betreft de door haar gestelde aanscherping van milieuvoorschriften, heeft zij in dit verband alleen verwezen naar de considerans van een vergunning die het college haar krachtens artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer heeft verleend. Overigens laat het verlenen van de vrijstelling door het college onverlet dat appellante een eigen verantwoordelijkheid heeft om een ramp of ongeval te voorkomen en om in geval van een zodanige calamiteit de gevolgen daarvan te beperken Appellante bestrijdt evenzeer het oordeel van de voorzieningenrechter dat sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in voormeld artikel 26, eerste lid, onder I, sub k, om vrijstelling te verlenen, althans dat het college het desbetreffende standpunt deugdelijk heeft gemotiveerd Anders dan appellante daartoe aanvoert, brengt de enkele omstandigheid dat op de bevoegdheid om aldus vrijstelling te verlenen geen beleid van toepassing is, niet mee dat het college niet aan de hand van objectieve maatstaven heeft beoordeeld of sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 26, eerste lid, onder I, sub k, van het uitbreidingsplan. Dat volgens appellante het college ten onrechte met toepassing van die bepaling desgevraagd vrijstelling pleegt te verlenen, brengt, wat daar ook van zij, evenmin mee dat thans geen sprake is van een bijzonder geval als daarin bedoeld. Voorts heeft de voorzieningenrechter terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat een rapportage van RBOI-Rotterdam B.V. (hierna: RBOI) van 2 augustus 2005, die het college aan de vrijstelling ten grondslag heeft gelegd, niet op grond van stedenbouwkundige motieven is opgesteld. In die rapportage is vermeld dat voor een deel van het perceel, voor zover gelegen in het bestemmingsplan, een goothoogte is toegestaan van 10 m. Een goothoogte van 7,60 m is stedenbouwkundig gewenst, biedt meer mogelijkheden voor een efficiënt grondgebruik en gebouwindeling en houdt mede verband met de hoogte van de begane grond van 3,60 m die nodig is voor de inrijdmogelijkheid van kleine vrachtwagens, aldus de rapportage. Hiertegen heeft appellante ingebracht dat de rapportage overeenstemt met de wensen van vergunninghoudster. Die enkele omstandigheid is echter onvoldoende om aan te nemen dat de rapportage niet op grond van stedenbouwkundige overwegingen is opgesteld In het nadere stuk van 23 augustus 2006 betoogt appellante dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat bij het toepassen van een bevoegdheid als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO), het Besluit luchtkwaliteit niet hoeft te worden betrokken omdat bij het vaststellen van een bestemmingsplan reeds is bezien welke mogelijkheden een zodanige vrijstellingsbevoegdheid biedt. Volgens appellante heeft de voorzieningenrechter aldus miskend dat het college gehouden was om onderzoek te doen naar de gevolgen die de verkeersaantrekkende werking van de gebouwen heeft voor de luchtkwaliteit Ingevolge artikel 37 van het Blk 2005 treedt het in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt het ten aanzien van de bevoegdheden, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, die zijn uitgeoefend voor dat tijdstip en na 4 mei 2005, terug tot laatst vermelde datum.

7 De voorzieningenrechter heeft het besluit van 12 oktober 2005 ten aanzien van luchtkwaliteit, gelet op de door hem ter zake gegeven overwegingen, waarbij hij tevens verwijst naar zijn uitspraak van 4 oktober 2005, in zaak nos. VWW44 05/3724 en WW44 05/3395, getoetst aan het Besluit luchtkwaliteit (2001). Gelet op artikel 37 van het Blk 2005, op het Besluit van 1 augustus 2005 (Stb. 2005, 398), houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Blk 2005, en op de datum van uitgifte daarvan, is het Blk 2005 in werking getreden op 5 augustus Dit betekent dat het besluit van 12 oktober 2005 moest worden getoetst aan het Blk 2005 en niet aan het Besluit luchtkwaliteit. De voorzieningenrechter heeft dit niet onderkend. De omstandigheid dat, naar het college ter zitting naar voren heeft gebracht, ten tijde van het besluit van 18 maart 2005 het Besluit luchtkwaliteit nog daarop van toepassing was, maakt het vorenstaande niet anders. Het college diende bij zijn besluit van 12 oktober 2005 het recht in acht te nemen zoals dat op dat tijdstip gold Gelet op de hiervoor weergegeven overweging is het hoger beroep gegrond en dient de aangevallen uitspraak te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het besluit van 12 oktober 2005 toetsen aan de hand van de grond van appellante inzake de luchtkwaliteit Ingevolge artikel 7, eerste lid, van het Besluit luchtkwaliteit 2005 (hierna: het Blk 2005), voor zover thans van belang, nemen bestuursorganen bij de uitoefening van bevoegdheden dan wel bij de toepassingen van wettelijke voorschriften die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit, de in paragraaf 2 bedoelde grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide en benzeen in acht. Ingevolge artikel 7, tweede lid, aanhef en onder c, voor zover thans van belang, worden onder de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden en toepassingen van wettelijke voorschriften in ieder geval begrepen de bevoegdheden op grond van de artikelen 2a, 2b, 4a, 6, tweede en zesde lid, 7, 10, 11, eerste en tweede lid, 12, 15, 17, 19, 21, 28, 33, 37, tweede en vijfde lid, 38, tweede lid, 39b, 40 en 41 van de WRO Het college stelt zich op het standpunt dat de vrijstelling geen, althans nagenoeg geen, gevolgen voor de luchtkwaliteit heeft omdat slechts voor één van de gebouwen vrijstelling is verleend van de maximale goothoogte van 6 m voor een hoogte van 7,60 m Uit artikel 7, eerste lid, gelezen in samenhang met het tweede lid, van het Blk 2005 volgt dat het college bij het besluit tot verlening van de vrijstelling gehouden was de grenswaarden als bedoeld in paragraaf 2 van het Blk 2005 in acht te nemen. Dit betekent dat slechts indien op voorhand is uitgesloten dat de vrijstelling gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit, het college af heeft mogen zien van het doen van het onderzoek dat appellante verlangt. Dat is het geval, nu de vrijstelling er slechts toe strekt om ten aanzien van één van de gebouwen de goothoogte te verhogen tot 7,60 m in plaats van de maximale hoogte van 6 m die het uitbreidingsplan toestaat. Ten opzichte van de mogelijkheden die het uitbreidingsplan biedt, maakt de vrijstelling daarmee slechts de twee kantoorruimten ter grootte van 98 m2 mogelijk. Voor het overige kan ingevolge het uitbreidingsplan een bedrijfsverzamelgebouw worden verwezenlijkt met een gelijke omvang, gerekend naar bruto vloeroppervlakte, als het desbetreffende gebouw Het beroep is ongegrond Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin:

8 I. verklaart het hoger beroep van appellante gegrond; II. vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 8 december 2005, in zaak no. WRO 05/5412; III. verklaart het door appellante ingestelde beroep ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. J.A.M. van Angeren, Voorzitter, en mr. H.G. Lubberdink, en mr. D.A.C. Slump, Leden, in tegenwoordigheid van mr. J.A.W. Huijben, ambtenaar van Staat. w.g. Van Angeren w.g. Huijben Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 20 december 2006

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:2213

ECLI:NL:RVS:2017:2213 ECLI:NL:RVS:2017:2213 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201605181/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Casus: Noot

Essentie uitspraak: Casus: Noot Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn

Nadere informatie

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] ** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: Essentie uitspraak: Bij de ambthalve wijziging van de voorschriften van het LPG-tankstation heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat getoetst moest worden of er op grond van het groepsrisico

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 200103469/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: 1. burgemeester-en wethouders van Hengelo, 2. de Staat der Nederlanden en de

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:2989

ECLI:NL:RVS:2015:2989 ECLI:NL:RVS:2015:2989 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-09-2015 Datum publicatie 23-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201502358/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie:

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie: deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Uitspraak in Hoofdzaak: Gezien het zwaarwegende belang van externe veiligheid, is het sluiten van het LPG-tankstation uit oogpunt van het plaatsgebonden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Artikel 15.20, schade komt in aanmerking voor vergoeding vanwege het niet langer op grond van een milieubeheer mogen uitoefenen van een activiteit. Casus en uitspraak Een exploitant

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB1302

ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2007 Datum publicatie 08-08-2007 Zaaknummer 200609244/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:313 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-02-2017 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600609/1/A1 Eerste

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant, LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 15-10-2003 Zaaknummer 200302570/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BF7235

ECLI:NL:RVS:2008:BF7235 ECLI:NL:RVS:2008:BF7235 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-10-2008 Datum publicatie 08-10-2008 Zaaknummer 200709059/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

Raad. vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006

Raad. vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006 Raad vanstate 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met toepassing

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Essentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007

Essentie uitspraak Casus en uitspraak Noot van de Commissie Verantwoordingsplicht Groepsrisico Uitspraak Datum uitspraak: 28 februari 2007 Essentie uitspraak Bij de toetsing van een milieubeheervergunning (van een oliehandel) moet ook gekeken worden naar de bebouwingsmogelijkheden in de omgeving op basis van de bestemmingsplancapaciteit.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

200901040/1/H1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het hoger beroep van:

200901040/1/H1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het hoger beroep van: Essentie uitspraak: Ten tijde van het besluit van B&W was geen bestemmingsplan aanwezig, maar diende beoordeeld te worden op basis van de Bouwverordening. In deze verordening was een ontheffingsmogelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BI2655

ECLI:NL:RVS:2009:BI2655 ECLI:NL:RVS:2009:BI2655 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-04-2009 Datum publicatie 29-04-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200806326/1/H1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BW3893

ECLI:NL:RVS:2012:BW3893 ECLI:NL:RVS:2012:BW3893 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-04-2012 Datum publicatie 25-04-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109104/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BL1854

ECLI:NL:RVS:2010:BL1854 ECLI:NL:RVS:2010:BL1854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-02-2010 Datum publicatie 03-02-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200902382/1/V6 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

[appellante A], [appellante B] en Doe Het Zelf Terneuzen B.V., alle gevestigd te Terneuzen, (hierna: [appellant] e.a.),

[appellante A], [appellante B] en Doe Het Zelf Terneuzen B.V., alle gevestigd te Terneuzen, (hierna: [appellant] e.a.), Essentie uitspraak: Het college heeft kwalitatief, met steun van twee eerdere risicoberekeningen, bepaald dat het groepsrisiconiveau vanwege de komst van een hostel ruimschoots (een factor 8 á 9) onder

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-06-2012 Datum publicatie 13-06-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111524/1/A1 en

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671 Uitspraak 201006127/1/H2 Datum van uitspraak: woensdag 9 februari 2011 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Borne Hoger beroep Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201110184/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2004:AQ5784

ECLI:NL:RVS:2004:AQ5784 ECLI:NL:RVS:2004:AQ5784 Instantie Raad van State Datum uitspraak 28-07-2004 Datum publicatie 28-07-2004 Zaaknummer 200307963/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1061

ECLI:NL:RVS:2016:1061 ECLI:NL:RVS:2016:1061 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-04-2016 Datum publicatie 20-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506028/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA5570

ECLI:NL:RVS:2000:AA5570 ECLI:NL:RVS:2000:AA5570 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-04-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900539/1 Rechtsgebieden Omgevingsrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten,

de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid De Stiho Groep B.V. en Stiho Vastgoed B.V., beide gevestigd te Nieuwegein, appellanten, Essentie uitspraak: Gemeente heeft Ev-aspecten afdoende onderzocht. Noot van de commissie: In de praktijk is er vaak een discussie over de omvang van invloedsgebieden. De gemeente heeft dit probleem voorkomen

Nadere informatie

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder. Essentie uitspraak: In de inrichting worden niet meer dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen per opslagplaats opgeslagen zodat de inrichting aldus niet behoort tot de categorie van inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BG4692

ECLI:NL:RVS:2008:BG4692 ECLI:NL:RVS:2008:BG4692 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-11-2008 Datum publicatie 19-11-2008 Zaaknummer 200801458/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Essentie uitspraak: De jurisprudentie over het begrip "bijgebouw" in de zin van het Bro is niet bepalend voor de uitleg van het Bevi. Een berging valt op zichzelf niet onder de definitie van kwetsbaar

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492 ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Bijlagen Casus Nieuwediep

Bijlagen Casus Nieuwediep Bijlagen Casus Nieuwediep Gronden incidenteel hoger beroepen A A Roosien-Klok en L A Westers In uitspraken 15/1388 en 15/1389 heeft de Rechtbank ten onrechte niet onderkend dat de bezwaarcommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73944

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB0409

ECLI:NL:RVS:2007:BB0409 ECLI:NL:RVS:2007:BB0409 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 25-07-2007 Zaaknummer 200608913/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07000557 200606955/1. Datum uitspraak: 21 maart 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma A., gevestigd te Honselersdijk, appellante, tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-02-2013 Datum publicatie 27-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201204293/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-10-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201009255/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-05-2006 Datum publicatie 10-05-2006 Zaaknummer 200505022/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AV7550

ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-03-2006 Datum publicatie 29-03-2006 Zaaknummer 200506819/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY7283

ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-12-2012 Datum publicatie 27-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201208291/1/R1 en 201208291/2/R1

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77973

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY1711

ECLI:NL:RVS:2012:BY1711 ECLI:NL:RVS:2012:BY1711 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-10-2012 Datum publicatie 31-10-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201986/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis 070-4264578

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis 070-4264578 Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak IN14.0053S llltillullllllilllill College van burgemeester en wethouders van Beuningen Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD GEMEENTE BEÜNt, ocn INGEKOMEN 0 3 FEB 2011

Nadere informatie