ons kenmerk bijlage(n) datum JG 1 12 januari 2004 De Waarderingskamer bevordert het vertrouwen in een adequate uitvoering van de Wet WOZ
|
|
- Lotte Adam
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Aan de Staatssecretaris van Financiën de heer mr. drs. J.G. Wijn Postbus EE DEN HAAG ons kenmerk bijlage(n) datum JG 1 12 januari 2004 betreft: nader advies verbetervoorstellen Wet WOZ Zeer geachte heer Wijn, In uw brief van 12 december 2003, kenmerk Fipuli M, vraagt u ons een nader advies over de voorgestelde waarderingsvrijstelling en over de objectafbakening van nietwoningen in het kader van de verbetervoorstellen voor de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Deze voorstellen moeten op korte termijn leiden tot een wetsvoorstel. In het onderhavige advies sluiten wij aan op het advies dat wij u met onze brief van 30 september 2003, kenmerk JG, deden toekomen. Eerst bespreken wij de vrijstellingen in algemene zin, daarna spitsen wij het advies toe op mogelijke waarderingsvrijstellingen in relatie tot het oogmerk van meer doelmatigheid en in relatie tot de problematiek van de stacaravans. Ons advies voor een alternatief voor de vrijstellingsbepalingen is gebaseerd op een globale kwalitatieve kosten-batenanalyse die door ons is uitgevoerd. Gezien het feit dat de kwalitatieve analyse reeds duidelijk aangeeft welke verbetervoorstellen wel en welke niet tot doelmatigheidswinst leiden, wordt een kwantitatieve kosten-batenanalyse niet zinvol geacht. Het laatste onderdeel van dit advies bestrijkt een alternatief voor de objectafbakening van niet-woningen. Dit deel sluit gedeeltelijk aan op ons eerdere advies van 30 november 2000, kenmerk EM, maar de bezwaren die zijn gebleken, nopen tot een nadere modificatie. Wij verwachten dat deze modificatie mag rekenen op instemming van zowel belanghebbenden als van degenen die het werk moeten uitvoeren. Deze verwachting is mede gebaseerd op het raadplegen van onze Commissie klankbord. De Waarderingskamer bevordert het vertrouwen in een adequate uitvoering van de Wet WOZ Postbus Telefoon (070) Muzenstraat AE DEN HAAG Telefax (070) WB DEN HAAG Bank BNG info@waarderingskamer.nl
2 Vrijstellingen algemeen Met betrekking tot vrijstellingen in de belastingwetgeving geldt als algemene regel dat voorzichtigheid is geboden. Er vindt immers beperking van de heffingsgrondslag en ongelijke behandeling van belastingplichtigen plaats, die alleen gerechtvaardigd kunnen worden indien daar objectieve en redelijke gronden voor kunnen worden aangevoerd (zie ook Kamerstukken Tweede Kamer nr B nr. 9). Een aanzienlijke vermindering van de maatschappelijke kosten kan hierbij als motivering gelden. De verwachte vermindering van kosten moet dan wel een hoge mate van zekerheid hebben. Bij de verwachte vermindering van de maatschappelijke kosten van de voorgestelde verbetervoorstellen WOZ moet rekening gehouden worden met het feit dat er ondanks het niet-waarderen en niet-belasten van sommige onroerende zaken toch nog steeds uitvoeringskosten voor deze zaken gemaakt moeten worden. Het is bijvoorbeeld van belang dat de volledigheid van de administratie intact blijft, zodat zeker is dat voor alle objecten die daarvoor in aanmerking komen, een waarde wordt bepaald en vastgesteld. Bij het kwantificeren van een vermindering van de uitvoeringskosten moet ook rekening gehouden worden met een mogelijke vermindering van het gebruik of van de gebruiksmogelijkheden van de gegevens. Bij het gebruik gaat het dan niet alleen om de belastinginkomsten van rijk, waterschappen en gemeenten. Er wordt immers breder gebruik gemaakt van de WOZ-waarden en de daaraan ten grondslag liggende WOZ-gegevens dan voor heffingsdoeleinden wordt benut. Voorts ligt een verdere verbreding van het toepassingsgebied in de rede. Waarderingsvrijstelling Voorstel 5 in het rapport "Doelmatigheid van de WOZ, Rapportage van de Werkgroep verbetervoorstellen" behelst het verminderen van het aantal objecten waarvoor de waarde bepaald moet worden. Dit voorstel is tweeledig. Enerzijds is het voorstel gericht op een generieke vrijstelling (dan wel heffingsvrije voet) voor alle onroerende zaken met een waarde beneden (in het voorstel) Anderzijds is het voorstel gericht op een benoemde vrijstelling voor specifieke typen onroerende zaken (objectcategorieën). Zoals u ook in de adviesaanvraag opmerkt, komt het voorstel tot een waarderingsvrijstelling voor objecten met een waarde van minder dan voort uit de gedachte dat voor deze objecten de kosten van het waarderen niet of nauwelijks opwegen tegen de opbrengsten van de verschillende heffingen. Vrijstelling voor onroerende zaken met een waarde onder Een generieke vrijstelling voor alle onroerende zaken met een waarde beneden een bepaald bedrag heeft als eerste nadeel dat onroerende zaken, die een waarde net boven deze drempel hebben, volledig worden belast. Dit lokt bezwaarprocedures uit die tot doel hebben te berei
3 ken dat de waarde van een onroerende zaak wordt verminderd tot juist onder de drempel. Een waardevermindering van slechts tien procent kan er dan toe leiden dat de volledige aanslag vervalt. Een tweede nadeel is dat deze "vrijstelling voor kleine onroerende zaken" leidt tot een belang voor de belastingplichtigen om van zijn bezit zoveel mogelijk kleine onroerende zaken af te splitsen. Dit kan aanleiding vormen om in een bezwaarprocedure bijvoorbeeld aan te voeren dat een garage geen samenstel vormt met een woning. De belanghebbende kan de objectafbakening beïnvloeden door in dit geval bijvoorbeeld het gebruik van de garage aan een ander toe te delen. De garage zal daardoor bij de objectafbakening uit het onderhavige object gehaald worden, als afzonderlijk object afgebakend worden en vervolgens alsnog buiten de heffing blijven. Dit leidt juist tot meerwerk. Het eerste nadeel zou opgevangen kunnen worden door invoering van de in hetzelfde voorstel genoemde heffingsvrije voet. Het tweede nadeel met betrekking tot het belang bij afsplitsing van delen van onroerende zaken blijft bestaan. Een algemene heffingsvrije voet heeft echter aanzienlijke effecten op de verdeling van de belastingdruk. Ter illustratie: een eventuele introductie van een algemene heffingsvrije voet voor de eerste leidt bij behoud van dezelfde opbrengsten voor de belastingen die gebruik maken van de WOZ-waarde, tot een tariefstijging van ruim tien procent. Verder geldt dat in het kader van de volledigheid toch alle objecten moeten worden opgenomen, geregistreerd en geanalyseerd om op een verantwoorde manier te komen tot het oordeel of de drempel voor de waardevaststelling al dan niet is overschreden. In verband met de kans op een toename van het aantal bezwaarschriften en het feit dat toch een volledige administratie beschikbaar moet zijn, komt de Waarderingskamer tot de conclusie dat het invoeren van een algemene waarderingsvrijstelling van geen bijdrage levert aan de nagestreefde doelmatige uitvoering van de Wet WOZ. Mede met het oog op de extra druk op bezwaar- en beroepsprocedures is zelfs een toename van de totale maatschappelijke kosten mogelijk. Daarmee voldoet deze vrijstelling niet aan hetgeen gesteld is onder "vrijstellingen algemeen". De Waarderingskamer adviseert u dan ook deze vrijstelling niet in de wetgeving op te nemen. Vrijstelling in relatie tot "problematiek stacaravans" Het algemene voorstel voor een waarderingsvrijstelling voor onroerende zaken met een waarde van minder dan vindt zijn oorsprong in de problematiek rondom de stacaravans. Bij de problematiek van de stacaravans is er primair een civielrechtelijk probleem. Immers als de stacaravan onroerend is, dan is de exploitant van het terrein, als er geen opstalrecht is gevestigd, door natrekking eigenaar. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij een eventueel - 3 -
4 faillissement van de exploitant de "eigenaar" van een stacaravan geconfronteerd kan worden met gedwongen verkoop van de stacaravan, terwijl hij ervan overtuigd is dat de stacaravan zijn "eigendom" is. Om dit probleem te vermijden kan de "eigenaar" van de stacaravan een opstalrecht vestigen, maar dat betekent hogere kosten bij elke verkoop omdat dan de akte notarieel moet worden verleden en ingeschreven in het Kadaster. Daarnaast is er met betrekking tot de stacaravans ook sprake van een fiscaal probleem. De staanplaatsen met stacaravan wordt aangeslagen in de onroerende-zaakbelastingen (exploitant terrein voor eigendom en "eigenaar" van de stacaravan als gebruiker). De "eigenaar" van de stacaravan moet voor de toepassing van de Wet inkomstenbelasting 2001 in verband met "economisch eigendom" de waarde van de onroerende stacaravan aangeven in Box 3, omdat de "vrijstelling voor roerende zaken die voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt" niet meer van toepassing is. Verder is bij verkoop van de stacaravan (overdracht van het economisch eigendom van een deel van een onroerende zaak) de verkrijger overdrachtsbelasting verschuldigd (in deze gevallen heeft de Belastingdienst voorzover ons bekend tot heden nooit overdrachtsbelasting geheven). Het fiscale probleem kan voor wat betreft de uitvoering van de Wet WOZ en de heffing van de onroerende-zaakbelastingen (OZB) wel worden opgelost en dat is het probleem dat in de media de meeste aandacht heeft gekregen. De oplossing wordt bereikt door de objectafbakeningsvoorschriften in de Wet WOZ te wijzigen in die zin dat het recreatieterrein waarop standplaatsen worden verhuurd ten behoeve van stacaravans en andere vakantieonderkomens voor de Wet WOZ wordt aangemerkt als één onroerende zaak. Het gevolg daarvan is dat de waardebepaling plaatsvindt van het gehele terrein op basis van de exploitatiemogelijkheden. De exploitant wordt in beginsel aangeslagen als eigenaar en als gebruiker en rekent deze aanslagen tot zijn exploitatielasten. Hij wordt in het kader van de uitvoering van de Wet WOZ niet geconfronteerd met inlichtingenverplichtingen voor de objectafbakening of met doorberekeningsproblemen, waarmee dus ook zijn administratieve lasten worden verminderd. Deze wijze van object afbakenen en waarde bepalen was ook beoogd met het "stappenplan stacaravans van de Waarderingskamer", maar dit stappenplan was binnen de bestaande regelgeving niet houdbaar. Bij de voorgestelde oplossing wordt de waardemaatstaf niet beperkt door een vrijstelling en worden de mogelijkheden voor het meergebruik van de WOZ-gegevens niet onnodig beperkt. Het grootste deel van het fiscale probleem van de eigenaren van stacaravans wordt op praktische wijze met een betrekkelijk eenvoudige maatregel opgelost. Als bijlage bij dit advies is een voorstel gevoegd hoe dit afbakeningsvoorschrift met ingang van het eerstvolgende tijdvak (aanvang 1 januari 2005) kan worden gerealiseerd
5 Benoemde vrijstellingen De Waarderingskamer is van mening dat de eenduidigheid en de doelmatigheid van de uitvoering verder is gediend is met het aanduiden van bepaalde categorieën onroerende zaken die zijn "vrijgesteld". Op dit moment is sprake van een dergelijke "vrijstelling" voor bijvoorbeeld openbare wegen, voor bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond en voor natuurterreinen die worden beheerd door rechtspersonen met natuurbehoud als primair doel. Daarnaast leidt de zogenoemde "werktuigenvrijstelling" bijvoorbeeld ook tot een vrijstelling voor kabels en leidingen. De Waarderingskamer is van mening dat een verdere afstemming tussen de vrijstellingen die nu in de verschillende heffingswetten worden gebruikt, een eerste aanzet kan vormen voor een doelmatiger uitvoering van de Wet WOZ. Daarbij heeft de Waarderingskamer ook gekeken naar de vrijstellingen die niet in de Gemeentewet zelf zijn geregeld, maar die door gebruikmaking van de modelverordening voor de onroerende-zaakbelastingen wel uniform zijn gedefinieerd en die, voorzover ons bekend, (vrijwel) alle gemeenten hanteren. Dit brengt ons tot het advies om de volgende vrijstellingen in het kader van de uitvoering van de Wet WOZ in de Gemeentewet en in de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken op te nemen: - bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond inclusief bedrijfsmatig voor de tuinbouw gebruikte kassen. Dit betekent een uitbreiding ten opzichte van de huidige vrijstelling, omdat momenteel wel alle kassen worden gewaardeerd. Deze kassen zijn echter voor de OZB-heffing vrijgesteld. Uitbreiding van deze vrijstelling heeft tot gevolg dat deze tuinbouwkassen door waterschappen naar de oppervlakte worden aangeslagen, uitgaande van de aanname dat verbetervoorstel 18 tot aanpassing van de Waterschapswet wordt doorgevoerd. Omdat waterschappen een afzonderlijke omslagklasse voor tuinbouwkassen kunnen hanteren, hoeft dit niet te leiden tot grote verschuivingen in de belastingdruk. - gebouwen voor 70% of meer bestemd voor de openbare eredienst. Deze vrijstelling is al verplicht voor de OZB. Net als bij de tuinbouwkassen betekent het opnemen van deze vrijstelling voor gebouwen voor de openbare eredienst dat in het vervolg kerkgebouwen door de waterschappen naar de oppervlakte worden belast. - vrijstelling voor Natuurschoonwet-landgoederen en natuurterreinen blijft ongewijzigd. - vrijstelling van openbare wegen. Voorgesteld wordt in deze vrijstelling ook expliciet de vrijstelling voor straatmeubilair en voor plantsoenen en parken op te nemen die momenteel als facultatieve vrijstelling gelden. Verder wordt voorgesteld om de vrijstelling voor banen voor openbaar vervoer niet te beperken tot railverkeer, maar daar ook busbanen onder te rekenen voorzover die niet al onderdeel zijn van de openbare weg. Daarnaast wordt voorgesteld om min of meer openbare gebieden ten behoeve van het openbaar vervoer zoals perrons voor bussen en perrons bij stations ook in deze vrijstellingsbepaling op te nemen. - vrijstelling voor begraafplaatsen en crematoria. Deze vrijstelling is een door nagenoeg alle gemeenten gebruikte vrijstelling. Omdat de begraafplaatsen door de waterschappen - 5 -
6 meestal nu reeds naar de oppervlakte worden belast (ongebouwd), is er ook voor de waterschappen geen sprake van een significante invloed op de belastingcapaciteit. - vrijstelling voor waterverdedigingswerken en waterbeheersingswerken. Deze vrijstelling is nu reeds verplicht voor gemeenten. De vrijstelling voor waterverdedigingswerken bestaat reeds in het kader van de Wet WOZ. Deze verplichte vrijstelling kan zonder bezwaar uitgebreid worden met de waterbeheersingswerken omdat, mede door de schaalvergroting bij de waterschappen, de meeste waterschappen de aanslagen voor deze waterbeheersingswerken niet meer aan inliggende waterschappen opleggen. - vrijstelling voor waterzuiveringsinstallaties in beheer bij publiekrechtelijke organen. Voorgesteld wordt deze vrijstelling uit te breiden met installaties ten behoeve van het transport van rioolwater en deze vrijstelling ook te laten gelden voor waterschappen. De waterschappen zijn immers in de regel zelf de belastingplichtige voor deze installaties. - vrijstelling voor kabels en andere werken voor transport van elektriciteit en communicatiesignalen. Momenteel zijn de kabels op basis van de werktuigenvrijstelling reeds vrijgesteld. Voorgesteld wordt deze vrijstelling ook te laten gelden voor de trafo's (verdeelstations met een vermogen gelijk aan 10 kv of minder) en voor kleine antennes voor communicatie (GSM antennes etc.) met uitzondering van de masten (vergelijk de werkwijze bij hoogspanningsmasten waarbij de masten worden gewaardeerd en de kabels zijn vrijgesteld); - werktuigenvrijstelling. Voorgesteld wordt hierin geen wijzigingen aan te brengen om extra werkzaamheden samenhangend met interpratiegeschillen over een nieuwe formulering te voorkomen. Objectafbakening niet-woningen Met betrekking tot de objectafbakening van niet-woningen adviseerden wij u in 2000 om de afbakening op het niveau van de gebruiksgrenzen voor alle niet-woningen te laten vervallen. Deze maatregel zou tot gevolg hebben dat de eigenaar ook de gebruikersaanslag krijgt en deze op zijn huurders als zodanig moet verhalen. Dit voorstel, dat een aanzienlijke bijdrage levert aan de doelmatige uitvoering, is niet overgenomen. Een van de bezwaren is dat de heffing van de regulerende energiebelasting (REB) en van de belasting op leidingwater (BOL) problemen zouden ondervinden. Een ander bezwaar is dat de rechtsbescherming van de huurder, ingeval de door de eigenaar wegens gebruik verschuldigde belasting op hem wordt verhaald, niet is geregeld. Op grond van genoemde nadelen is dit voorstel niet overgenomen. Dit noopt ons tot een nadere afweging. De bron van de problemen is eigenlijk de objectafbakening van bedrijfsverzamelgebouwen. In dergelijke gebouwen blijken bovendien de gebruiksgrenzen regelmatig te veranderen. In ons eerdergenoemde advies van 30 november 2000 schreven wij dat we er geen voorstander van waren om de gebruikersgrenzen alleen in bedrijfsverzamelgebouwen buiten aanmerking te - 6 -
7 laten. Het helder en eenduidig definiëren van deze objecten zou op problemen stuiten. Mede door de ontwikkelingen op het terrein van de authentieke gebouwenregistratie kunnen wij u nu wel adviseren om de wijziging van de objectafbakening voor niet-woningen te beperken tot een benoemde categorie. In het kader van de Wet WOZ worden thans alle onroerende zaken afgebakend op gebruikersniveau, mits sprake is van voldoende zelfstandigheid. In dat kader moeten bijvoorbeeld ook eenheden binnen een bedrijfsverzamelgebouw of afzonderlijke bedrijfsonderdelen binnen een fabriekscomplex afgezonderd worden. Deze activiteit betekent niet alleen veel extra werk voor de gemeenten, maar leidt ook tot administratieve lasten voor de betreffende beheerders van bedrijfsverzamelgebouwen. Immers aan hen wordt elk jaar gevraagd of er nog wijzigingen zijn geweest in de objectafbakening. Om deze werkzaamheden en administratieve lasten te voorkomen is eerder voorgesteld om voor alle niet-woningen de afbakening op het gebruikersniveau te verlaten. Dit voorstel zou betekenen dat alle niet-woningen op eigenarenniveau afgebakend zouden worden met als gevolg dat de eigenaar zowel de aanslag eigenarenbelasting als de gebruikersbelasting zou ontvangen. Vanuit het bedrijfsleven is daarbij gewezen op de extra administratieve lasten die het gevolg zijn van het "verhalen" van de gebruikersbelasting op de huurders. Om die reden is in dit voorstel het wijzigen van de objectafbakeningsvoorschriften voor nietwoningen beperkt tot bedrijfsverzamelgebouwen en andere vergelijkbare situaties waarbij de onroerende zaak geen eigen toegang heeft tot de openbare weg of andere min of meer algemeen toegankelijke ruimten (bijvoorbeeld winkelcentrum, stationshal). Dit betekent dat voor het grootste deel van de niet-woningen de objectafbakening op gebruikersniveau gehandhaafd blijft, bijvoorbeeld alle zelfstandige kantoren, winkels (ook in winkelcentra en stations) en bedrijven. Dit zijn de niet-woningen waarbij de gemeenten relatief eenvoudig mutaties met betrekking tot het gebruik kan bijhouden (bijvoorbeeld via nutsbedrijven etc.) en waarbij er relatief weinig mutaties zijn in de objectafbakening. De objectafbakening op gebruikersniveau vervalt voor bijvoorbeeld kantooreenheden in een bedrijfsverzamelgebouw, winkelbalies in een supermarkt, afzonderlijke bedrijfsonderdelen binnen een industrieel complex en opslagruimten van handelaren in een veilingcomplex. Het bovengenoemde voorstel betekent dat alleen voor de niet-woningen waar de mutaties met betrekking tot de gebruikers moeilijker te achterhalen zijn (vaak geen zelfstandige aansluiting op nutsvoorzieningen) en waar de mutatiegraad bij de objectafbakening hoog is (extra ruimten huren binnen zelfde bedrijfsverzamelgebouw), de objectafbakening plaatsvindt op eigenarenniveau. Deze wijziging betekent een aanzienlijke besparing in de werkzaamheden voor de gemeenten. Voor de betreffende beheerders van deze gebouwen is sprake van een verandering van de administratieve lasten. In de huidige situatie moeten zij jaarlijks de gemeenten van informatie voorzien over wijzigingen in gebruik met mogelijke verandering in de object
8 afbakening. Dit leidt ook vaak bij hen tot nieuw afgebakende onroerende zaken, zodat de beschikkingen en aanslagen jaarlijks opnieuw gecontroleerd moeten worden op juistheid van afbakening. In de nieuwe situatie vervalt deze informatielevering naar gemeenten en zal de afbakening stabiel zijn. Daar staat tegenover dat de beheerder wel inspanningen moet doen om de gebruikersbelasting op de huurders te verhalen. Omdat dit laatste gecombineerd zal geschieden met de huurbetaling wordt verwacht dat deze maatregel per saldo ook voor de betreffende beheerders een (beperkte) vermindering van de administratieve lasten zal betekenen. De betrokken huurders blijven ieder hun aandeel in de gebruikersbelasting betalen. In het kader van de rechtsbescherming betekent dit dat deze huurders dan ook op grond van artikel 28, van de Wet WOZ, om een WOZ-beschikking kunnen verzoeken, wanneer zij van mening zijn dat de waarde (van het geheel) te hoog is vastgesteld. Bij de definitie van welke gedeelten van onroerende zaken wel op gebruikersniveau afgebakend moeten worden, kan worden aangesloten bij de definities die zijn ontwikkeld in het kader van de voorbereiding van een authentieke gebouwenregistratie. Door de afstemming van deze definities op elkaar wordt een doelmatige uitvoering door gemeenten van de Wet WOZ in relatie tot de komst van de authentieke gebouwenregistratie in onderlinge samenhang gestimuleerd. Voor de definitie van een verblijfseenheid wordt in het kader van de gebouwenregistratie gekeken naar de wijze van ontsluiting. Inmiddels is in het kader van de pilotonderzoeken met betrekking tot de authentieke gebouwenregistratie enige ervaring opgedaan met het hanteren van deze definitie in de praktijk. Niet-woningen met een eigen toegang vanaf de openbare weg of min of meer algemeen toegankelijke gebieden (winkelcentra, stationshal) kunnen als afzonderlijke verblijfseenheid in de gebouwenregistratie worden opgenomen en ook op gebruikersniveau afgebakend blijven worden in het kader van de Wet WOZ. Voor de overige onroerende zaken die geen eigen toegang hebben, kan dan de objectafbakening "beperkt" blijven tot afbakening op eigenarenniveau. Door de objectafbakening niet-woningen op gebruikersniveau te handhaven voor alle onroerende zaken met een eigen toegang vanaf de openbare weg worden de gevolgen voor de genoemde belastingen op milieugrondslag ook beperkt. Immers bij de niet-woningen die ingevolge de voorgestelde regels niet langer als zelfstandige onroerende zaak worden afgebakend, omdat zij een eigen toegang missen, zal naar onze verwachting vaak geen sprake zijn van een zelfstandige aansluiting op het energienet of het waterleidingnet. Omdat de herwaardering naar de waardepeildatum 1 januari 2003 inmiddels in een vergevorderd stadium is, is het doorvoeren van deze wijziging in de praktijk niet meer mogelijk voor het WOZ-tijdvak dat op 1 januari 2005 aanvangt. Daarom wordt als invoeringsdatum voorgesteld de aanvang van het daarop volgende "WOZ-tijdvak"
9 Effecten REB en BOL Gevraagd is om de voorstellen tot verandering van de objectafbakening in het kader van de Wet WOZ ook te bezien vanuit de gevolgen voor de heffing van de REB en de BOL. De in deze brief gedane voorstellen van de Waarderingskamer tot verandering van de objectafbakening brengen slechts verandering in de afbakening van onroerende zaken die momenteel in het algemeen niet zelfstandig zijn aangesloten op nutsvoorzieningen. Immers stacaravans en eenheden binnen bedrijfsverzamelgebouwen zullen in het algemeen niet een eigen aansluiting op de nutsvoorzieningen hebben, maar een collectieve aansluiting. Op welke wijze in de uitvoeringspraktijk van de genoemde belastingen het feit dat door de voorgestelde wijzigingen sprake is van een verschuiving van een "collectieve aansluiting voor meerdere onroerende zaken" naar één "individuele" aansluiting voor een "meer omvattende onroerende zaak, kan de Waarderingskamer niet beoordelen. Door in dit voorstel de wijziging in de objectafbakeningsvoorschriften te beperken tot de genoemde categorieën objecten heeft de Waarderingskamer geprobeerd effecten voor de REB en de BOL zoveel mogelijk te voorkomen. Slot Met betrekking tot de door u gestelde vragen hebben wij u in deze brief geadviseerd om geen waarderingsvrijstelling voor onroerende zaken met een waarde van minder dan in te voeren. Als alternatief hebben wij enkele suggesties voor uitbreiding van bestaande "benoemde" vrijstellingen aangedragen. Met betrekking tot de objectafbakening van niet-woningen is in dit advies een voorstel gedaan tot wijziging van de objectafbakeningsvoorschriften. Dit voorstel betreft, anders dan het in uw adviesaanvraag genoemde en in 2002 besproken voorstel, niet alle niet-woningen, maar alleen bedrijfsverzamelgebouwen en vergelijkbare objecten. Op deze wijze is tegemoet gekomen aan de bezwaren met betrekking tot de rechtsongelijkheid die zou kunnen ontstaan en zijn de effecten voor de REB en de BOL ten opzichte van de in 2002 besproken voorstellen beperkt. Daarnaast is in dit advies een voorstel gedaan voor een afzonderlijke wijziging van de objectafbakening van "stacaravans". Naar de mening van de Waarderingskamer vormt dit voorstel, dat grote mate van overeenkomst heeft met het voorstel voor de objectafbakening van bedrijfsverzamelgebouwen, een oplossing voor de actuele discussies met betrekking tot de belastingheffing voor deze stacaravans. Met betrekking tot de uitwerking van de voorstellen in wet- en regelgeving vestigen wij er uw aandacht op dat door het spoedig verschaffen van duidelijkheid over de voorgestelde maatregelen inventarisatieactiviteiten ten behoeve van het tijdvak dat aanvangt op 1 januari 2005, die in de loop van 2004 uitgevoerd worden, direct op de beoogde doelmatige wijze kunnen - 9 -
10 worden verricht. Verder vestigen wij uw aandacht op de doorlooptijd die ontwikkeling van de noodzakelijke aanpassing en implementatie van de software vergt. In verband met de invloed van dit advies op de belastingbepalingen, met name de vrijstellingen, in de Gemeentewet en de omslagheffing van de waterschappen is een afschrift van dit advies gezonden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. WAARDERINGSKAMER w.g. mr. J.G.E. Gieskes secretaris w.g.mr. J.A.M. Hendrikx voorzitter
11 BIJLAGE Bij: Nader advies verbetervoorstellen WOZ van 12 januari 2004 Betreft: Wijziging afbakeningsvoorschrift Wet WOZ in verband met stacaravans Om de in het advies geschetste situatie te bereiken kan het afbakeningsvoorschrift in artikel 16 van de Wet WOZ als volgt worden geformuleerd: Artikel 16 Voor de toepassing van de wet wordt als één onroerende zaak aangemerkt: a. een gebouwd eigendom; b. een ongebouwd eigendom; c. een gedeelte van een in onderdeel a of onderdeel b bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt, tenzij dit gedeelte als woning, maar niet, anders dan tijdelijk, als hoofdverblijf wordt gebruikt; d. een samenstel van twee of meer van de in onderdeel a of onderdeel b bedoelde eigendommen of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren; e. het binnen de gemeente gelegen deel van een in onderdeel a of onderdeel b bedoeld eigendom, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel. Toelichting In onderdeel c is aangeduid dat de afbakening van gedeelten van eigendommen achterwege blijft, wanneer sprake is van woningen niet zijnde hoofdverblijf (dus recreatiewoningen). Door deze wijziging worden recreatiewoningen, stacaravans en verhuurde staanplaatsen op een recreatieterrein dat één eigendom vormt niet langer als afzonderlijke WOZ-objecten afgebakend. Wanneer een vakantiewoning of staanplaats echter een afzonderlijk eigendom is of er is een afzonderlijk beperkt recht (erfpacht- of opstalrecht) gevestigd zal de vakantiewoning, stacaravan of staanplaats wel als afzonderlijke onroerende zaak worden afgebakend en gewaardeerd. Door deze wijziging zullen in de meeste gevallen geen afzonderlijke waarden vastgesteld behoeven te worden voor de afzonderlijke vakantiewoningen en stacaravans. Dit betekent dat de gemeente in het kader van de Wet WOZ ook niet langer de mutaties met betrekking tot de gebruikers van deze onroerende zaken behoeft bij te houden. Bij de waardebepaling staat niet langer de waarde van de afzonderlijke vakantiewoning of stacaravan centraal, maar wordt de waarde in het economische verkeer (in bijzondere gevallen de gecorrigeerde vervangingswaarde) bepaald van het recreatieterrein als geheel. Hierbij zullen met name de exploitatiemogelijkheden van het terrein maatgevend zijn voor de waarde van de onroerende zaak. 1
31 mei 2012 z2012-00245
De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister
Nadere informatieDe RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr.
Nr. SBC/2008/1280 De RAAD van de gemeente Dordrecht; Raadsgriffie Spui boulevard 238 3311 GR DORDRECHT gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr. SBC/2008/1280;
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018).
De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 september 2017; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; gezien het advies
Nadere informatieVeelgestelde vragen. Veel gestelde vragen over de WOZ.
Veelgestelde vragen Veel gestelde vragen over de WOZ. 1. Wat is de Wet WOZ? 2. Wat is een WOZ-beschikking? 3. Hoe is de waarde op de beschikking tot stand gekomen? 4. Hoe worden de grenzen van mijn object
Nadere informatieOnderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014.
RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: Naam programma +onderdeel: Algemene middelen Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014. Aanleiding:
Nadere informatiegelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/
Raadsbesluit De raad der gemeente Emmen; gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/ gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de volgende VERORDENING
Nadere informatieNIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014
NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014 Rode tekst = vervallen of fout, Oranje tekst = afwijkend in huidige verordening/anders geformuleerd, Zwarte tekst = tekst gelijk gebleven, Gele arcering
Nadere informatieons kenmerk bijlage(n) datum 14.1759 JG 31 juli 2014
Aan de minister voor Wonen en Rijksdienst de heer drs. S.A. Blok Postbus 20011 2500 EA 's-gravenhage ons kenmerk bijlage(n) datum 14.1759 JG 31 juli 2014 betreft: gebruik WOZ in het woningwaarderingsstelsel
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr. 1236141; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN
De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr. 1236141; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; besluit: vast te
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;
Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015
Gemeente Zaanstad Verordening op de heffing en de invordering van Onroerende-zaakbelastingen 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Gemeente
Nadere informatiemr. dr. W.G. van den Ban Wet waardering onroerende zaken
mr. dr. W.G. van den Ban Wet waardering onroerende zaken Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Lijst van gebmikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding 1 1.1 Onroerende zaken alsmaatstafvoordebelastingheffing
Nadere informatieSamenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen.
Raadsvoorstel Nummer: 178446 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 23 oktober 2018 Agendapunt: 11 Onderwerp: Verordening Onroerende zaakbelasting 2019 Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening
Nadere informatieGEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel
Datum raadsvergadering : 23 december 2004 Nr.: 04/48 Commissie : --- Onderwerp : Vaststelling Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2005 Samenvatting Hierbij bieden wij u de u de Verordening Onroerende-zaakbelastingen
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen
Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Capelle aan den IJssel Officiële naam regeling Verordening
Nadere informatieWAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Stuf-TAX versie 4. Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3
WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Stuf-TAX versie 4 Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3 1. Inleiding Met ingang van 1 januari 2006 zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd in de definitie van het uitwisselingsformaat
Nadere informatie*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016
*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.16-41112/DV.16-634, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 8 december 2016 Onderwerp: Vaststellen Verordening onroerende-zaakbelastingen
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;
VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN 2018 De raad van de gemeente Waalwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017; gelet op de artikelen 220 tot en met
Nadere informatieRAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman
RAADSVOORSTEL Raadsvergadering : 2 maart 2015 Agendapunt : Onderwerp Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting : Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman Beetsterzwaag, 10 februari
Nadere informatieZundertse Regelgeving Wetstechnische informatie
Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Financiën en Economie Naam regeling: Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen Zundert 2015 Citeertitel: Verordening
Nadere informatieRaadsmededeling - Openbaar
Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 183/2014 Datum : 25 november 2014 B&W datum : 2 december 2014 Beh. ambtenaar : D.J. den Hengst Portefeuillehouder : T.M.M. Kok Onderwerp : Bijstellen tarieven OZB 2015
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr.
De Raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr. 2010-4108 gelet op het bepaalde
Nadere informatieNijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;
Gemeente Hellendoorn Besluit Nijverdal, 12 december 2017 Nr. 17INT02672 De raad van de gemeente Hellendoorn; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017; gelet
Nadere informatieIn de commissie RF van 4 juni 2015 zijn met betrekking tot de OZB de volgende uitgangspunten vastgesteld :
Raadsvoorstel Nummer: 169564 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 7 november 2017 Agendapunt: Onderwerp: Verordening Onroerende zaakbelasting 2018 Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening
Nadere informatieGezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );
2005, no. 152 De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 ); gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
Nadere informatieRaadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen
Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014-1 Collegevergadering : 29 oktober 2013 Agendapunt : 16 Portefeuillehouder : Wethouder
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen
Raadsbesluit Nummer: 10 Wettelijke grondslag: artikel 220 tot en met 220h Gemeentewet Besloten in de raadsvergadering van: 17 januari 2018 Besluit om: de volgende verordening vast te stellen: Verordening
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone eigenaren centrumgebied Alphen aan den Rijn 2016
Bijlage bij het besluit van de raad van Alphen aan den Rijn van 26 november 2015, raadsbesluit 2015/42791 De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
Nadere informatieOnderwerp Intrekken verordening onroerende-zaakbelastingen 2013 en vaststellen verordening onroerendezaakbelastingen
Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 20280 Datum : 26 november 2013 Algemene Middelen, paragraaf 5.7 Lokale Programma : Heffingen Blad : 1 van 5 Cluster : Bestuur
Nadere informatieArgumentatie In de programmabegroting 2016 hebben wij u al meegedeeld dat de tarieven met 2% verhoogd moeten worden.
RAADSVOORSTEL Datum: 17 november 2015 Nummer: Onderwerp: Verordening onroerendezaakbelastingen 2016 Voorgesteld raadsbesluit: Het vaststellen van de verordening onroerendezaakbelastingen 2016. Samenvatting
Nadere informatieRaadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer:
Raadsbesluit Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting 2016 Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer: 564979 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van
Nadere informatieDe fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning
De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden
Nadere informatieOnderwerp Intrekken verordening Onroerende-zaakbelastingen 2011 en vaststellen verordening Onroerende-zaakbelastingen 2012.
Raadsvoorstel Agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2011/32664 Datum : 22 november 2011 Programma : hoofdstuk 2, paragraaf 2.7, Lokale Heffingen Blad : 1 van 7 Cluster :
Nadere informatieGemeente Almere. Besluit. De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende verordening:
Nadere informatiegelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012;
No: /19122012 Onderwerp: Verordening onroerende zaakbelastingen De Raad van de gemeente Noordenveld; gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13
Nadere informatieI. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1
Sector Nr. : II : 48a De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2008, nummer 10/48.08; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
VERORDENING ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2017. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november ; Gelet op de artikelen
Nadere informatieVERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016
Raadsbesluit Gemeente Gooise Meren VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016 Brinklaan 35 1400 HA Bussum De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
Nadere informatieDE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018
Gemeenteblad nr. 392, 16 november 2017 DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 oktober 2017, nr. 69a; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014
gemeente Raadsbesluit Ag. nr.: 8 Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26-11-13; gehoord de commissie Bestuurlijke Zaken; gelet op de artikelen
Nadere informatieGEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)
De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende verordening: BESLUIT: VERORDENING
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t :
De raad van de gemeente Landgraaf; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; b e s l u i t :
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
Agendanummer: 6 Vergadering: 8 november 2012 De raad van de gemeente Winsum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; b e s l u i t
Nadere informatieWetstechnische informatie
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelasting 2018 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Gemeente Heerhugowaard Verordening
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2012 Verord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling
Nadere informatieons kenmerk bijlage(n) datum EM/RK 1 15 november 2011 De Waarderingskamer bevordert het vertrouwen in een adequate uitvoering van de Wet WOZ
Aan de Staatssecretaris van Financiën mr. drs. F.H.H. Weekers Postbus 20201 2500 EE s-gravenhage ons kenmerk bijlage(n) datum 11.2667 EM/RK 1 15 november 2011 betreft: Advies verruiming openbaarheid WOZ-waarden
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);
Onderwerp Datum 20 december 2016 Verordening op de heffing en invordering van Onroerende - Zaakbelasting 2017 Pagina 1 van 5 De raad van Venray, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en
Nadere informatieVERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen
VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2006 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling VERORDENING
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;
Raadsbesluit nr. Betreft: Verordening bedrijveninvesteringszone Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Zuidlaren 2017-2021 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het voorstel van burgemeester
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen
De raad van de gemeente Harderwijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van november 2017, raadsbesluitnummer..; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
Nadere informatievast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.
Nummer V117 De raad van de gemeente Zeewolde, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012; gelet op de artikelen 220 t/m 220h van de Gemeentewet; gehoord het Beraad d.d. 9
Nadere informatieOmslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005
ONTWERP De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van de voorbereidingscommissie van 22 november 2004; gelet op de artikelen 110 en 113, eerste lid, van de Waterschapswet;
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016 De raad van de gemeente Veghel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.21 november 2017 ; b e s l u i t :
De raad van de gemeente Purmerend ; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.21 november 2017 ; gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2019 Gegevens van de regeli Officiële naam regeling 'I. nderwe emeente Druten rordening op de heffing en de invordering van onroerendeakbelastingen
Nadere informatieVerordening onroerendezaakbelastingen
Verordening onroerendezaakbelastingen Coevorden 2018 No. 2017/ De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenr. ; gelet op de artikelen 220 tot en met
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;
De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de volgende
Nadere informatieVerordening Bedrijveninvesteringszone Nieuweweg. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017;
CVDR Officiële uitgave van Hardinxveld-Giessendam. Nr. CVDR603635_1 22 november 2017 Verordening Bedrijveninvesteringszone Nieuweweg De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam; gelezen het voorstel
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besluit :
Nr. 10-. PURMEREND De raad van de gemeente Purmerend ; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; besluit : vast te stellen de volgende
Nadere informatieOnderwerp Intrekken verordening Onroerende-zaakbelastingen 2012 en vaststellen verordening Onroerendezaakbelastingen
Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2012/28554 Datum : 20 november 2012 Programma : Programma 10 paragraaf 5.7 Lokale heffingen Blad : 1 van 6 Cluster : Bestuur
Nadere informatieBESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017
Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet, vast te stellen de volgende: BESLUIT
Nadere informatieVerordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Krimpenerwaard. Nr. 129152 28 december 2015 Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016 De raad van de gemeente Krimpenerwaard; gelezen het
Nadere informatieRaadsvoorstel 15 december 2011 AB11.01086 RV2011-122
Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel 15 december 2011 AB11.01086 RV2011-122 Gemeente Bussum Vaststellen tarieven onroerende-zaakbelastingen 2012 Brinklaan 35 Postbus 6000
Nadere informatieGemeenteraad: 14 december 2017
Verordening Onderwerp: BIZ Winkelhart Ridderkerk 2018-2022 Gemeenteraad: 14 december 2017 Commissie: Samen leven en Samen wonen 30 november 2017 BBVnr: 1281714 Verordeningsnr: 1281925 De raad van de gemeente
Nadere informatieGEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)
De raad van de gemeente Almere; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet, vast te stellen de volgende: BESLUIT VERORDENING op de
Nadere informatieAFP06-903 Verbetervoorstellen WOZ
AFP06-903 Verbetervoorstellen WOZ Inleiding Eind 2002 heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën, na overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) en de Unie van Waterschappen,
Nadere informatieVerordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018
Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2018 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2017, raadsstuk
Nadere informatieVERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op
VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2006 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel
Nadere informatieNormal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable
CVDR Officiële uitgave van Blaricum. Nr. CVDR77406_2 29 januari 2019 Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen De raad van de gemeente Blaricum, gelezen het voorstel van
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
GEMEENTERAAD Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012 Registratienummer: 11.24767 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatiebijlage(n) 1 Onlangs hebben wij onderzoek gedaan naar de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) in uw gemeente.
WAARDERINGSKAMER Gemeente Heerhugowaard T.a.v. mevrouw J. Dijkstra Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD *B201213314* ONTVANGEN 1 1 SEP 2Q12 ons kenmerk 12.2665 IL bijlage(n) 1 betreft: Voortgang uitvoering
Nadere informatieDe raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; B E S L U I T : vast te stellen de : VERORDENING OP DE HEFFING
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016.
Onderwerp: Verordening Onroerende zaakbelastingen Oss 2016 Volgnummer Dienst/afdeling G/ID De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; gelet op
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015
Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van een bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein De Trompet Heemskerk
Bekendmaking belastingverordening De raad van Heemskerk heeft in zijn openbare vergadering van 21 december 2017 de verordening op de heffing en de invordering van een bedrijveninvesteringszone (BIZ) bedrijventerrein
Nadere informatieRaad V200700980 versie 4 december 2007. Onderwerp: Vaststellen verordening onroerende-zaakbelastingen 2008
Raadsvoorstel Inleiding:Voor het jaar 2008 dienen de tarieven voor heffing van de onroerende-zaakbelastingen (ozb) te worden vastgesteld vóór de aanvang van het belastingjaar. De ozb wordt geheven op basis
Nadere informatieVerordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016
Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016 De raad van de gemeente Zwijndrecht; gelet op de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 2, eerste en tweede lid, 3, eerste lid, en 7, eerste en vierde
Nadere informatiegezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2013;
De raad van de gemeente Opmeer; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2013; gelet op het advies van de commissie Bestuurlijke Zaken en Verantwoording van 28
Nadere informatieVerordening bedrijveninvesteringszone Haarbrug-Noord gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum en nummer);
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bunschoten. Nr. 51768 11 juni 2015 Verordening bedrijveninvesteringszone Haarbrug-Noord 2016 De raad van de gemeente Bunschoten; gelezen het voorstel van burgemeester
Nadere informatie*ZEA18E71503* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015
*ZEA18E71503* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.15-35587/DV.15-530, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 10 december 2015 Onderwerp: Verordening onroerendezaakbelastingen
Nadere informatieVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijmegen houdende heffingen Verordening Onroerende zaakbelastingen 2018
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Nijmegen Nr. 230551 27 december 2017 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijmegen houdende heffingen Verordening Onroerende zaakbelastingen 2018
Nadere informatieOnroerende zaakbelastingen
Onroerende zaakbelastingen Verordening op de heffing en de invordering van Onroerende zaakbelastingen 2018 Gemeenteblad Texel 2017 nr 48 datum 22-dec-17 Verordening op de heffing en de invordering van
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten
Bijlage d behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 1 4 december 2017 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier. Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op
Nadere informatieWAARDERINGSKAMER Krimpen aan den IJssel
WAARDERINGSKAMER Krimpen aan den IJssel ZKE Gemeente Krimpen aan den IJssel T.a.v. de heer B. Karman Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL ons kenmerk bijlage(n) datum 16.1804 IL 10 juni 2016 betreft:
Nadere informatieSector : II Nr. : 66b. De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2010, nummer
Sector : II Nr. : 66b 8/66.10; De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2010, nummer gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; besluit:
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Losser
CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR127902_2 5 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Losser De raad van de gemeente
Nadere informatieOnderwerp Verordening onroerende zaakbelastingen Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.
Raad VOORBLAD Onderwerp Verordening onroerende zaakbelastingen 212-1 Agendering x Commissie Bestuur x Gemeenteraad Commissie Ruimte Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal Informerende Commissie Behandelwijze
Nadere informatieGemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55;
011260 Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van
Nadere informatieVerordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger
CVDR Officiële uitgave van Alkmaar. Nr. CVDR379637_1 29 mei 2018 Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger 2016-2020 De raad van de gemeente Alkmaar; gelezen het voorstel van het college van
Nadere informatieVerordening bedrijveninvesteringszone eigenaren en gebruikers Centrum Papendrecht
Verordening bedrijveninvesteringszone eigenaren en gebruikers Centrum Papendrecht 2018-2022 De raad van de gemeente Papendrecht; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;
Nadere informatieVerordening bedrijveninvesteringszone Centrum Haaksbergen 2017 t/m 2021
Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Haaksbergen 2017 t/m 2021 Samenvatting Deze verordening geeft aan dat binnen het aangewezen gebied een BIZ bijdrage (= een belasting die strekt ter bestrijding
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en
Verordening op de heffing en invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2014 Status In werking Algemene informatie Deze verordening regelt de hoogte, de heffing en invordering van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 612 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende
Nadere informatieEnkele veel gestelde vragen over Gevolgen concept regeerakkoord voor uitvoering Wet WOZ. Verwachting van het secretariaat van de Waarderingskamer
Enkele veel gestelde vragen over Gevolgen concept regeerakkoord voor uitvoering Wet WOZ Verwachting van het secretariaat van de Waarderingskamer d.d. 5 juli 2002 1. Wat staat er precies in het regeerakkoord
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van. en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Oosterhout 2012
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZbijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Oosterhout 2012 Gegevens van de regeling Naam overheidsorganisatie Gemeente Oosterhout Officiële
Nadere informatieRaadsmededeling - Openbaar
Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 182/2015 Datum : 26 november 2015 B&W datum : Beh. ambtenaar : D.J. den Hengst Portefeuillehouder : T.M.M. Kok Onderwerp : Bijstelling tarieven OZB 2016 Aanleiding Aan
Nadere informatieons kenmerk bijlage(n) datum 08.5550 RK 21 november 2008
Nyenrode Real Estate Center de heer prof.dr. T.M. Berkhout MRE MRICS de heer prof.dr. A.C. Hordijk Straatweg 25 3621 BG Breukelen ons kenmerk bijlage(n) datum 08.5550 RK 21 november 2008 betreft: Reactie
Nadere informatiegelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;
Besluit van de raad Registernummer: to/z15-09375-2510-b De raad van de gemeente Zoeterwoude; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 juli 2015; gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;
Nadere informatieBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Type overheidsorganisatie Naam
Nadere informatieons kenmerk bijlage(n) datum JG 1 29 juni 2017
Aan de Staatssecretaris van Financiën T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes MBA Postbus 20201 2500 EE 'S-GRAVENHAGE ons kenmerk bijlage(n) datum 17.1736 JG 1 29 juni 2017 betreft: de staat van de uitvoering van
Nadere informatie