18 ADHD en verslaving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "18 ADHD en verslaving"

Transcriptie

1 18 Pieter-Jan Carpentier, Katelijne van Emmerik-van Oortmerssen en Robert Schoevers 1 Inleiding 2 Prevalentie en klinische kenmerken 3 Etiologie van ADHD 4 Diagnostiek 5 Behandeling 5.1 Geïntegreerde behandeling en fasering 5.2 Het belang van abstinentie 5.3 Medicamenteuze behandeling 5.4 Effectiviteit van medicatie voor ADHD bij verslaving 5.5 Psychostimulantiamisbruik 5.6 Verdere behandeling 6 Prognose 7 Conclusie Literatuur

2 282 Deel 3 Het geïntegreerd behandelen van diverse stoornissen 1 Inleiding Frank is een 31-jarige man die zich aanmeldt bij een verslavingszorginstelling voor de behandeling van zijn cocaïnegebruik, dat al enkele jaren bestaat. Na verlies van zijn baan heeft hij minder geld te besteden. Frank gebruikt ongeveer 0,5 gram snuifcocaïne per dag, sinds ongeveer vier jaar. Enkel als het geld op is gebruikt hij enkele dagen niet. Frank gebruikt daarnaast dagelijks alcohol, ongeveer 1 fles wijn per dag, ook sinds ongeveer vier jaar. In het verleden heeft hij regelmatig cannabis gebruikt; hij begon hiermee te experimenteren op de leeftijd van 15 jaar, en gebruikte dit van zijn 18e tot 25e minstens wekelijks. Het eerste gebruik van cocaïne vond ongeveer 6 jaar geleden plaats. Tot een half jaar geleden was Frank werkzaam als schilder bij een klein bedrijf. Hier is hij ontslagen omdat hij te vaak te laat kwam op zijn werk. Frank is alleenstaand en woont in een huurhuis. Zijn schulden bij familie en bij de belastingdienst bedragen Frank is zeer gemotiveerd voor de behandeling van zijn cocaïnegebruik. In overleg besluit de intaker Frank aan te melden voor een leefstijltraining in een groep. In deze behandeling houdt hij registraties bij van zijn middelengebruik, en van zijn gedachten rondom zijn gebruik. Hij komt erachter dat alcoholgebruik automatisch trek in cocaïne opwekt, en besluit dat hij daarom wil stoppen met beide middelen. Het lukt hem om na de vierde sessie te stoppen met zowel de cocaïne als de alcohol, en dit de rest van de behandeling (tien sessies) vol te houden op twee uitglijders na. Frank is er trots op dat het stoppen gelukt is, maar klaagt wel over een gevoel van onrust, dat constant maar met name in de avond storend aanwezig is. Door cocaïne en alcoholgebruik werd dit gevoel altijd verminderd. Ook valt op dat Frank tijdens de groepssessies veel en hard praat en regelmatig de andere groepsleden in de rede valt. Bij verdere gesprekken blijkt dat er al vanaf de basisschool sprake is van symptomen van aandachts- en concentratieproblemen en hyperactiviteit/impulsiviteit. Op de basisschool was Frank altijd een druk kind, dat vaak door de les heen praatte, de andere kinderen van hun werk hield, en regelmatig opstond van zijn plek. Hij raffelde zijn schoolwerk af en deed bijna nooit huiswerk. Hij vond het moeilijk om zijn aandacht bij zijn schoolwerk te houden en werd makkelijk afgeleid. Toch ging de basisschool hem nog redelijk goed af. Op de havo kwam hij wel in de problemen doordat hij geen huiswerk maakte. Hij is toen overgestapt naar de mavo, waar hij zijn diploma met de hakken over de sloot heeft gehaald. Na de mavo is hij aan diverse opleidingen begonnen, echter steeds raakte hij verveeld en haakte af. Uiteindelijk heeft hij de opleiding voor huisschilder afgerond, en is als schilder aan het werk gegaan. Op het werk bestonden al langer problemen omdat Frank vaak te laat kwam en afspraken niet op tijd nakwam. Hij is zeer chaotisch, houdt bijvoorbeeld geen agenda bij en vergeet daardoor ook regelmatig afspraken. Zijn huis is een grote rommel, met allerlei half afgemaakte klusjes zoals een half geschilderde woonkamer. Een screeningstest op ADHD valt positief uit. Op basis van de informatie van cliënt en informatie over het functioneren in het verleden die in een aanvullend gesprek met zijn moeder wordt verkregen, kan de diagnose ADHD, gecombineerde type worden gesteld. Kenmerkend in het verhaal is verder dat de diagnose ADHD niet eerder onderkend is, ook niet in de eerste contacten met de verslavingszorg, hoewel de symptomatologie best opvallend en hinderlijk is. Ook de verwevenheid van is illustratief: het middelengebruik lijkt de functie te hebben de hinderlijke ADHD -symptomen (met name de onrust) te onderdrukken.

3 Hoofdstuk Prevalentie en klinische kenmerken Bij kinderen is attention deficit/hyperactivity disorder (adhd) al voor het eerst beschreven aan het begin van de twintigste eeuw. Het ziektebeeld is gekenmerkt door de voortdurende aanwezigheid van concentratieproblemen, onrust en/of impulsiviteit. adhd is bij kinderen de meest voorkomende psychiatrische stoornis, met prevalenties variërend tussen 3 en 12%. De stoornis wordt bij jongens twee- tot viermaal zo vaak gediagnosticeerd als bij meisjes. De stoornis kent een chronisch beloop, waarbij de klachten en symptomen vaak verminderen met het ouder worden, maar in 30 tot 60 % van de gevallen persisteren tot op volwassen leeftijd. Daarbij blijken de onrust en impulsiviteit eerder uit te doven dan de concentratieproblemen. Pas de laatste twintig jaar gaat meer aandacht uit naar de manifestaties van deze stoornis op volwassen leeftijd (Kooij, 2009). De prevalentie onder volwassenen wordt geschat op ongeveer 3,4% (spreiding 1,2-7,3%) (De Fayyad e.a., 2007). Het meest recente bevolkingsonderzoek in Nederland (nemesis ii) laat een prevalentie zien van 2,9% onder volwassen mannen en 1,2% onder vrouwen (De Graaf e.a., 2011). Een belangrijk kenmerk van adhd bij volwassenen van de huidige generaties is dat de stoornis in de meerderheid van de gevallen niet eerder in het leven gediagnosticeerd en behandeld is (Kooij, 2009). Hoewel de kernsymptomen van concentratiezwakte, onrust en impulsiviteit nog steeds aanwezig zijn, is het klinische beeld bij volwassenen erg gevarieerd. Kenmerkend is de underachievement, die als een rode draad door het leven van vele cliënten loopt. Volwassenen met adhd slagen er vaak niet in te presteren op het niveau van hun (intellectuele) capaciteiten, en mislukkingen op verschillende terreinen zijn kenmerkend voor hun levensgeschiedenis. Cliënten hebben grote problemen met het organiseren en structureren van hun activiteiten. De concentratieproblemen (zoals verhoogde afleidbaarheid, vergeetachtigheid) doen zich vooral voor bij eentonige en langdradige, dan wel mentaal frustrerende taken. De lichamelijke onrust is meestal veranderd in een innerlijke rusteloosheid en snel verveeld zijn. Zowel bij kinderen als bij volwassenen is bij de meerderheid van de cliënten met adhd sprake van nog andere psychische problemen. Deze psychiatrische comorbiditeit bestaat vooral uit stemmingsstoornissen, angststoornissen, verslavingen en persoonlijkheidsstoornissen. Bijna de helft van de cliënten met een autismespectrumstoornis vertonen ook adhd-kenmerken. Middelenmisbruik en afhankelijkheid (stoornis in het gebruik van middelen, afgekort sgm) behoren tot de meest frequent optredende problemen van volwassenen met adhd. In sommige onderzoeken loopt de lifetimeprevalentie van verslavingsproblemen onder adhd-cliënten op tot 50%. Bij onderzoek onder verslaafde cliënten wordt steeds bij een aanzienlijke subgroep adhd vastgesteld. Hoewel bij oudere onderzoeken zelfs hogere cijfers gevonden zijn (waarschijnlijk als gevolg van minder stringente diagnostische criteria of procedures) (Wilens, 2004) is bij meer recente onderzoeken (op basis van de dsm-iv-criteria) een prevalentie onder verslaafde cliënten tussen 10 en 25% gevonden. Op basis van een meta-analyse van tot nu toe gepubliceerde onderzoeken wordt de prevalentie geschat op 23,1% (95% ci: 19,4%-27,2%) (Van Emmerikvan Oortmerssen e.a., 2010). Er lijkt zich hierbij de trend af te tekenen, dat de prevalentie van de combinatie toeneemt met de ernst van de stoornis: hoe ernstiger de adhd, hoe vaker verslaving optreedt, en ook: hoe ernstiger en hardnekkiger de verslaving, hoe vaker een combinatie met adhd.

4 284 Deel 3 Het geïntegreerd behandelen van diverse stoornissen Cliënten met adhd en sgm hebben vaker dan cliënten zonder adhd een voorgeschiedenis van ernstige gedragsproblemen in de jeugd: tot bijna 90% van deze cliënten voldoet in hun jeugd aan de diagnose gedragsstoornis (conduct disorder). Ook is vaker sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis: bij onderzoeken werd een prevalentie gevonden van 50% (vergeleken met 25% onder verslaafde cliënten zonder adhd) (Schubiner e.a., 2000). Ook kenmerkend voor deze cliëntenpopulatie is het vroegtijdig begin van het middelengebruik; vrijwel steeds voor het 20e levensjaar, en niet zelden voor het 15e (Wilens, 2004). Er zijn aanwijzingen dat de aanwezigheid van adhd de transities van gebruik naar misbruik en afhankelijkheid, en de overgang naar harddrugs versnelt (Biederman e.a., 1998). Ook bij de meeste volwassen verslaafde cliënten is de diagnose adhd nooit eerder gesteld; zij zijn hier dus ook nooit eerder voor behandeld. In tegenstelling tot wat vaak wordt verondersteld, blijken verslaafde cliënten met adhd geen selectieve voorkeur voor stimulerende middelen (cocaïne, amfetamine) te hebben; ook sederende middelen (softdrugs, alcohol, en ook heroïne) worden gebruikt (Clure e.a., 1999). Vaak is sprake van poly-druggebruik. Sommige cliënten maken melding van een paradoxaal effect bij het gebruik van stimulerende middelen (amfetaminen, cocaïne): ze werden rustig en helder, in plaats van opgejaagd en onrustig. Deze ervaring is een sterke aanwijzing voor adhd, maar is zeker niet bewijzend voor de diagnose: niet alle cliënten met adhd zijn op deze manier gevoelig voor stimulantia, en daarnaast overheerst bij hogere doseringen vaak het stimulerend effect. 3 Etiologie van ADHD adhd is een psychiatrische stoornis die optreedt als gevolg van een samenspel van genetische, biologische en omgevingsfactoren. In de eerste plaats is adhd in hoge mate erfelijk: bij eeneiige tweelingen (die genetisch volledig identiek zijn) is de concordantie (de overeenkomst tussen beide tweelingen) 60 tot 80%; indien de ene tweeling adhd heeft, is de kans dat de ander het heeft 60 tot 80%. Bij twee-eiige tweelingen (die voor 50% hetzelfde genetisch materiaal hebben) is deze concordantie maar 30% (Faraone e.a., 2005). De erfelijke aanleg voor adhd blijkt door een groot aantal genen bepaald: moleculair onderzoek heeft tot nu toe slechts een gering aantal risicogenen geïdentificeerd, die elk slechts een beperkte bijdrage leveren aan het ontstaan van het ziektebeeld. Nog weinig is bekend hoe deze genen met elkaar en met omgevingsfactoren interacteren in het ontstaan van de stoornis. Welke omgevingsfactoren hierbij beschermend dan wel belastend zijn, is ook onduidelijk. Vast is komen te staan dat adhd niet veroorzaakt wordt door negatieve opvoedingsomstandigheden of traumatisatie. De inschatting is dat deze factoren wel een bestaande kwetsbaarheid negatief zullen beïnvloeden. Dit geldt ook voor neurotoxische invloeden (loodvergiftiging) en andere vormen van hersenbeschadiging (perinatale hersenbeschadiging, hersentrauma). Beeldvormend onderzoek heeft bij adhd-cliënten voornamelijk afwijkingen aangetoond in de frontale, prefrontale en subcorticale delen van de hersenen (Bush, Valera & Seidman, 2005). Tot nu toe is het niet gelukt het volledige klinische beeld van adhd met één neuropsychologisch model te verklaren. Het meest gangbare neuropsychologische verklaringsmodel voor adhd wijst op de verstoring van de executieve functies, die bij veel cliënten aantoonbaar is. De executieve functies van de hersenen zijn verantwoordelijk voor planning en organisatie van doelgericht gedrag in respons op binnenkomende stimuli. Als gevolg van basale tekorten in

5 Hoofdstuk de inhibitie (onderdrukken) van onbelangrijke stimuli, ontstaan problemen in de regulatie en controle van het doelgerichte gedrag, met concentratieproblemen als gevolg (Barkley, 2006). Men reageert dus op te veel prikkels uit de omgeving en kan moeilijker focussen. Een andere gangbare theorie (delay aversion) wijst op de moeite die adhd-cliënten hebben om langetermijndoelen vast te houden, en om beloning uit te stellen (Sonuga-Barke e.a., 2008). Het samengaan van adhd en verslaving wordt beschouwd als het gevolg van een samenspel van meerdere factoren, die elkaar wederzijds beïnvloeden. Opnieuw spelen genetische factoren hierbij een grote rol. Gebleken is dat adhd vaker voorkomt in families van verslaafde cliënten, en dat sgm vaker voorkomt in families van cliënten met adhd (Wilens, 2004). Gedragsproblemen op kinderleeftijd (met name de (antisociale) gedragsstoornis), die vaak met adhd gepaard gaan, hebben echter een sterkere invloed, waardoor bij samengaan van adhd en gedragsstoornissen het risico op latere verslavingsproblemen fors verhoogd is (Kim-Cohen e.a., 2003). In de praktijk wordt deze combinatie van adhd met gedragsstoornis vooral vastgesteld bij cliënten met meer ernstige verslavingsproblemen (met name hard-drugsverslaving): vaak is bij hen op volwassen leeftijd ook sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis (asp) (Carpentier e.a., 2011; Schubiner e.a., 2000). Toch komen er uit onderzoek ook voldoende aanwijzingen dat adhd op zichzelf een risicofactor is voor de ontwikkeling van verslaving. In dit opzicht is verslaving te beschouwen als het product van een interactie tussen adhd-symptomen (zoals impulsiviteit) en de gevolgen van adhd (zoals slechte schoolprestaties), waardoor een verhoogde kwetsbaarheid ontstaat voor de ontwikkeling van problematisch middelengebruik (Mariani & Levin, 2007). Aannemelijk is dat meer ernstige vormen van de stoornis een hoger risico inhouden; het lijkt er op dat op volwassen leeftijd persisterende adhd vaker gepaard gaat met verslavingsproblemen dan alleen een voorgeschiedenis van adhd in de jeugd. Bij nadere beschouwing blijkt het risico ook meer geassocieerd te zijn met de hyperactieve/impulsieve symptomen dan met de concentratieproblemen (Elkins, McGue & Iacono, 2007). Om het directe verband tussen adhd en verslaving te verklaren wordt vaak de zelfmedicatiehypothese geciteerd (Khantzian, 1997). Volgens dit verklaringsmodel gebruiken cliënten met een psychiatrische stoornis middelen in een poging hun psychiatrische symptomen te beïnvloeden en beheersbaar te maken. In de praktijk maken veel adhd-cliënten melding van dit soort ervaringen: vooral het feit dat het middelengebruik hen rustiger maakte wordt als reden opgegeven om het middel te (blijven) gebruiken. Dit werkingsmechanisme, wat nog weinig systematisch is onderzocht, zou dan vooral een rol kunnen spelen in het ontstaan van het problematisch middelengebruik. Andere problemen, die vaak optreden bij adhd, zoals frequente mislukkingen en demoralisatie, maar ook comorbide stoornissen zoals depressies of angststoornissen, kunnen de kwetsbaarheid voor verslaving eveneens verhogen (Wilens, 2004). Samenvattend kan adhd beschouwd worden als een matig ernstige risicofactor voor de ontwikkeling van een verslaving, met vroegtijdige herkenbaarheid en behandelbaarheid als belangrijke voordelen. 4 Diagnostiek Symptomen zoals concentratiezwakte, onrust en impulsiviteit zijn niet specifiek voor adhd en kunnen ook door andere psychiatrische ziektebeelden veroorzaakt worden. Bij verslaafde cliënten met vaak complexe psychiatrische comorbiditeit is de diagnostiek van adhd extra

6 286 Deel 3 Het geïntegreerd behandelen van diverse stoornissen gebaat met een zorgvuldige diagnostische procedure. Een voor de hand liggend probleem bij het stellen van de diagnose is dat adhd-symptomen gemaskeerd dan wel nagebootst kunnen worden door tekenen van intoxicatie of ontwenning (Levin, 2007). Het cruciale onderscheid is het chronisch persisterend beloop van de klachten bij adhd. De basis van de diagnose is daarom het documenteren van de levenslange hinderlijke aanwezigheid van de klachten. De diagnose wordt derhalve minder bepaald door het actuele klinische beeld, maar wordt vooral gebaseerd op anamnestische informatie, die bij voorkeur van meerdere bronnen verkregen wordt. De cliënt zelf is niet altijd de beste informant. Meer duidelijkheid over de ernst van de stoornis wordt verkregen van de partner, de ouders of familieleden, waarbij ouders en familieleden vooral informatie kunnen aanleveren over de aanwezigheid van symptomen in de jeugd. Geschikte informanten zullen niet altijd beschikbaar zijn of bereid gevonden worden; in dat geval zal vooral de kwaliteit van de informatie van de cliënt zelf bepalend zijn voor de diagnose. In veel gevallen is dan nog wel een betrouwbare diagnose adhd te stellen, maar aangezien de problematiek bij verslaafde cliënten vaak complexer is, geniet bevestiging door meerdere informatiebronnen duidelijk de voorkeur. Een voor de praktijk zeer bruikbaar onderzoeksinstrument is de diva (Diagnostisch Interview voor adhd bij volwassenen), waarbij de aanwezigheid van de dsm-iv-tr-criteria nu en in de jeugd systematisch en met voorbeelden wordt nagevraagd (Kooij, 2009). Neuropsychologisch onderzoek levert voor de praktijk weinig toegevoegde waarde, omdat het voor de diagnose onvoldoende specifiek en sensitief is. Hoewel abstinentie op het moment van evaluatie te verkiezen valt, is het toch mogelijk op betrouwbare wijze de diagnose adhd vast te stellen wanneer de cliënt nog middelen gebruikt. De diagnose wordt immers niet gebaseerd op het klinische beeld, maar berust vooral op anamnestische informatie, en veel nog gebruikende cliënten zijn redelijk tot goed in staat die aan te leveren. Specifieke aandacht moet daarom gaan naar de aanwezigheid van adhd-symptomen in de jeugd en in perioden van abstinentie en/of perioden van relatief stabiel middelengebruik. Het inschakelen van andere informanten (partner, ouders, familie) kan helpen het beeld verder te verduidelijken. Voor een accurate beoordeling van de ernst van de adhd-symptomatologie (en bij blijvende diagnostische twijfel) wordt geadviseerd het beeld opnieuw te evalueren na het bereiken van stabiele abstinentie (Wilens, 2004). 5 Behandeling De behandelaars bespreken de uitslag van het diagnostisch onderzoek met Frank en zijn moeder. Frank begrijpt nu beter waarom het hem niet lukte een stabiel leven te leiden, en zijn huishouden te organiseren. Ook komt naar voren dat grote moeite met zijn financiële administratie de oorzaak is van zijn schulden. Moeder voelt zich eindelijk erkend: ze heeft aan hulpverleners vaak aangegeven dat haar zoon anders was dan haar andere kinderen. Frank is erg gemotiveerd om met een behandeling van zijn adhd te starten. Hij merkt vrijwel onmiddellijk een positief effect van een proefbehandeling met methylfenidaat. Hij voelt zich rustiger en hij kan zich beter concentreren. Ook zijn hardnekkige slaapproblemen blijken nu te verminderen. In een voorlichtingsgroep met andere adhd-cliënten leert hij het belang van regelmatige medicatie-inname. Hij gaat voor het eerst in zijn leven een agenda gebruiken, en werkt nu systematisch de huiswerk opdrachten af. Het lukt hem nu wel zijn huis op te ruimen; vol trots meldt hij dat zijn slaapkamer nu eindelijk

7 Hoofdstuk geschilderd is. Met ondersteuning van zijn begeleider pakt hij ook zijn financiële problemen aan; hij schrijft eindelijk een brief naar de Belastingdienst, waardoor een gunstige afbetalingsregeling mogelijk wordt. Met steun van het UWV gaat hij aan de slag als ZZP-er. Door zijn goede contacten met oud-collega s komt hij snel weer aan werk, hij wordt ook weer ingehuurd door zijn oude werkgever. Zijn financiële administratie draagt hij over aan een bureau voor budgetbeheer. Door al deze positieve ontwikkelingen lijkt het Frank aanvankelijk geen moeite te kosten abstinent te blijven. Hij is dan zelf ook verrast wanneer hij na enkele maanden in een weekend fors onderuit gaat. Wel neemt hij onmiddellijk contact op met zijn begeleider; de nabespreking levert een belangrijk leermoment op. Het blijkt dat Frank vooral keihard gewerkt had aan zijn herstel en aan zijn werkhervatting, en dat hij niet toegekomen was aan enige ontspanning. Hij heeft moeite zijn vrije tijd goed in te vullen, en voelt zich vaak eenzaam. Hij neemt zich voor zijn oude hobby (knutselen aan motoren) weer op te pakken, en hij sluit zich aan bij een sportclub. 5.1 Geïntegreerde behandeling en fasering Aangezien bij cliënten met adhd en sgm sprake is van meervoudige problematiek, vaak nog gecompliceerd door verdere comorbiditeit (stemmingsstoornissen, angststoornissen, persoonlijkheidsstoornissen), is het belangrijk vooraf een duidelijk behandelplan op te stellen, om deze complexe problematiek op gestructureerde en geïntegreerde wijze aan te pakken. Dit betekent dat adhd (en de verdere psychische problematiek) niet los gezien wordt van de verslaving, maar in één samenhangend geheel behandeld wordt. De hieronder beschreven stappen in de behandeling moeten niet beschouwd worden als losse modulen, maar als opeenvolgende stappen in een gefaseerde behandeling, met een helder behandelplan en een consistent en samenhangend behandelbeleid. In de meeste gevallen zal abstinentie de eerste stap in de behandeling zijn (Mariani & Levin, 2007). Vervolgens is de behandeling gericht op stabilisatie van de psychiatrische toestand, veelal door symptomatische behandeling van de psychiatrische (co)morbiditeit met medicatie. Daarbij kan ook adhd-medicatie ingezet worden. Als cliënten voldoende stabiel zijn, kan gestart worden met de meer uitgebreide behandeling van zowel de verslaving (bijvoorbeeld terugvalpreventie) als van de resterende psychiatrische comorbiditeit. Gedacht kan worden aan de psychotherapeutische behandeling van een angststoornis, maar ook een persoonlijkheidsstoornis kan in beeld komen. In deze fase wordt ook worden gekeken naar de psychotherapeutische en psychosociale behandeling van adhd. 5.2 Het belang van abstinentie In principe is abstinentie een noodzakelijke voorwaarde voor de behandeling van adhd. Blijvend middelengebruik zal het effect van medicatie immers negatief beïnvloeden, hetzij rechtstreeks door beïnvloeding op neurotransmitterniveau (de prikkeloverdracht in de hersenen), hetzij indirect door verminderde therapietrouw en onregelmatige medicatie-inname. Ook kan een eventueel positieve werking van de medicatie door het middelengebruik gemaskeerd worden (Mariani & Levin, 2007). Een bijkomend probleem is het risico op gevaarlijke interacties tussen medicatie en middelen (al lijkt dit met name voor psychostimulantia overschat te worden). Is het voor de cliënt niet mogelijk met ambulante ondersteuning abstinent te worden, dan moet een klinische detoxificatie overwogen worden.

8 288 Deel 3 Het geïntegreerd behandelen van diverse stoornissen In het verleden werd pas begonnen met medicatie na langdurige abstinentie, om interferentie van de verslaving volledig uit te sluiten. Het nadeel hiervan is dat veel cliënten na detoxificatie meer last krijgen van hun adhd-symptomen, waardoor het voor hen lastiger wordt aan therapie deel te nemen en abstinent te blijven. Vooral op basis van klinische ervaring wordt nu geadviseerd kort na detoxificatie te starten met adhd-medicatie (Schubiner, 2005; Wilens, 2004). Dit beleid kan ook toegepast worden bij ambulante cliënten, die niet te ernstig verslaafd zijn en gemotiveerd zijn om hun middelengebruik te staken; in dit geval worden (poging tot) abstinentie en medicatie gelijktijdig ingezet. In de praktijk zal abstinentie niet altijd onmiddellijk haalbaar zijn. Indien de cliënt er nog niet aan toe is zijn verslaving structureel aan te pakken, heeft inzetten van adhd-behandeling eigenlijk geen zin: het disfunctioneren wordt dan vooral veroorzaakt door het blijvend middelengebruik, en behandeling van adhd zal hier nauwelijks iets aan kunnen veranderen. Niet alle cliënten zullen dit standpunt onmiddellijk begrijpen; sommigen hebben de irreële verwachting dat behandeling van adhd hen zonder veel moeite van hun verslaving zal afhelpen. Daarom is het belangrijk vooraf de behandelopties uitgebreid te bespreken. Wanneer cliënten wel gemotiveerd zijn om werk te maken van hun verslaving, kan de verbetering van de adhd-symptomen een steun in de rug zijn om het abstinent zijn vol te houden. In dergelijke gevallen (van niet te ernstig middelenmisbruik) kan wel geprobeerd worden door middel van een proefbehandeling van adhd de (ambulante) detoxificatie te ondersteunen; omdat dit zeker niet altijd zal werken, zijn vooraf goede afspraken nodig over de duur van deze poging. Wanneer geen abstinentie bereikt is, moet het voortzetten van de medicatie ter discussie worden gesteld; daarnaast kan gekeken worden naar andere strategieën om abstinentie te bereiken. Een mislukte poging kan voor cliënten ook een aansporing zijn een meer intensieve behandeling aan te gaan, en bijvoorbeeld in te stemmen met klinische detoxificatie. De zaken liggen anders wanneer niet langer abstinentie het behandeldoel is, maar wel stabilisatie. Een voorbeeld hiervan is de opiaatafhankelijke cliënt die ingesteld is op een onderhoudsbehandeling methadon. Indien dan sprake is van hinderlijke adhd-symptomatologie kan medicatie overwogen worden. Dat de verwachtingen hierbij bescheiden moeten zijn, werd duidelijk bij het tot nu toe enige onderzoek naar adhd-behandeling in deze cliëntengroep, waarbij een positief effect van de medicamenteuze behandeling niet kon worden aangetoond (Levin e.a., 2006). Vandaar dat behandeling van adhd bij methadoncliënten enkel gestart moet worden, wanneer sprake is van een stabiele situatie zonder bijgebruik van andere middelen, en van een betrouwbare werkrelatie. 5.3 Medicamenteuze behandeling adhd is bij kinderen zeer goed behandelbaar, en ook bij volwassenen (zonder comorbide psychiatrische problemen) worden goede resultaten geboekt. Net zoals bij kinderen is medicatie de basis van de behandeling; met medicatie is in veel gevallen een stabilisatie van de adhd-symptomen te bewerkstelligen. In essentie worden bij volwassenen dezelfde medicijnen als bij kinderen toegepast. De werkzaamheid van deze medicijnen bij volwassenen is nog niet zo uitgebreid onderzocht als bij kinderen, en internationaal geaccepteerde richtlijnen zijn nog maar net ontwikkeld (nice, 2009). Het overzicht van de beschikbare medicijnen (tabel 18.1) laat zien dat slechts een beperkt aantal medicijnen effectief gebleken zijn voor de behandeling van adhd. De psychostimulantia, methylfenidaat (mph) en dextroamfetamine, zijn nog steeds de middelen van eerste keuze (Prince e.a., 2006). Bij beide stimulantia bestaat het risico

9 Hoofdstuk op misbruik (Kollins, 2008), en hun therapeutisch gebruik is in de meeste landen aan controlerende wetgeving gebonden. Bovendien stelt de korte werkingsduur (mph: 3 à 4 uur, dexamfetamine 4 à 5 uur) hoge eisen aan de therapietrouw van de cliënt. Zowel het risico op misbruik als het gebrek aan therapiecompliance zijn in belangrijke mate te verhelpen met het gebruik van betrouwbare preparaten met verlengde afgifte, die nu voor methylfenidaat beschikbaar zijn (zie tabel 18.1). Langer werkende dexamfetaminepreparaten zijn in Europa niet beschikbaar. Tabel 18.1 Medicatiekeuze bij de behandeling van ADHD bij volwassenen rangorde naam gebruikelijke dosering 1 methylfenidaat 0,5 1,0 mg/kg/dag dexamfetamine 0,25-0,50 mg/kg/dag 2 atomoxetine mg/dag 3 bupropion mg/dag 4 imipramine mg/dag 5 venlafaxine mg/dag modafinil mg/dag moclobemide mg/dag N dosis/ Beschikbare preparaten dag 4-5 (IR) methylfenidaat tablet 5 mg, 10 mg Ritalin tablet 10 mg Medikinet tablet 5 mg, 10 mg, 20 mg 1-2 (SR) Concerta tablet met verlengde werking 18 mg, 27 mg, 36 mg, 54 mg Equasym capsule met gereguleerde afgifte ( XL ) 10 mg, 20 mg, 30 mg Medikinet capsule met verlengde werking ( CR ) 5 mg, 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg 3-4 (IR) dexamfetamine tablet 5 mg 1-2 Strattera capsule 40 mg, 60 mg, 80 mg. 1-2 Wellbutrin XR tablet met gereguleerde afgifte ( XR ) 150 mg, 300 mg 2 imipramine tablet 10 mg, 25 mg 1 Efexor capsule met gereguleerde afgifte XR 37,5 mg, 75 mg, 150 mg, 225 mg venlafaxine capsule met gereguleerde afgifte XR 37,5 mg, 75 mg, 150 mg, tablet met gereguleerde afgifte retard 75 mg, 150 mg, tablet 37,5 mg 1-2 Modiodal tablet 100 mg 2-3 Aurorix tablet 150 mg, 300 mg moclobemide tablet 150 mg, 300 mg IR = immediate release: onmiddellijke afgifte; SR = sustained release: gereguleerde afgifte met verlengde werking

10 290 Deel 3 Het geïntegreerd behandelen van diverse stoornissen 5.4 Effectiviteit van medicatie voor ADHD bij verslaving Er zijn nog geen algemeen geaccepteerde richtlijnen voor de medicamenteuze behandeling van adhd bij cliënten met verslaving. In principe wordt gebruikgemaakt van dezelfde medicijnen, die toegepast worden bij volwassenen met adhd zonder sgm (Mariani & Levin, 2007). Hoewel positieve resultaten gemeld zijn in casereports en open onderzoek, is de effectiviteit van medicamenteuze behandeling van adhd in deze cliëntengroep niet door middel van gerandomiseerd, dubbelblind placebogecontroleerd onderzoek aangetoond. Het beperkt aantal placebogecontroleerde onderzoeken, dat tot nu toe uitgevoerd is, heeft nauwelijks enig positief effect kunnen aantonen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de meer complexe problematiek van deze cliëntengroep (denk aan blijvend middelengebruik, comorbide psychiatrische stoornissen, beperkte therapietrouw) waarbij medicatie voor adhd slechts een deel van de problemen zou kunnen beïnvloeden. Er zijn echter ook theorieën die zeggen dat het dopaminesysteem van cliënten met middelenafhankelijkheid minder gevoelig is voor de effecten van stimulantia en deze middelen daarom minder effect hebben (Mariani & Levin, 2007). Voor de praktijk betekent dit dat het meestal minder eenvoudig zal zijn effectieve medicatie te vinden voor verslaafde cliënten met adhd, en dat de verwachtingen ten aanzien van het effect meer bescheiden moeten zijn. Het advies is bij onvoldoende resultaat van een eerste behandeling, ook alternatieve middelen te proberen. 5.5 Psychostimulantiamisbruik Een belangrijke afweging bij het gebruik van psychostimulantia bij verslaafde cliënten is het risico op ontvreemding en misbruik van deze medicijnen. De behandelaar moet hierbij bedacht zijn op misbruik zowel door de cliënt als door anderen in diens omgeving. Dit risico op misbruik is ook de reden waarom de psychostimulantia onder de Opiumwet vallen, waardoor het voorschrijven van deze medicijnen aan meer nauwkeurige controle onderworpen is. Bij dierexperimenteel gebruik heeft methylfenidaat met cocaïne en amfetamine vergelijkbare eigenschappen (Kollins, 2008). Regulier gebruik van therapeutische doseringen leidt evenwel niet tot misbruik of verslaving (Volkow & Swanson, 2003); een high treedt alleen op bij intraveneus gebruik ten gevolge van de snelle dopaminestijging. Op meerdere manieren is het mogelijk het risico op misbruik te vermijden. Het risico op misbruik is beduidend lager (tot afwezig) bij de moderne langwerkende methylfenidaat-preparaten (Kollins, 2008). Deze preparaten worden in Nederland en België niet volledig vergoed binnen de ziektekostenverzekering; daarom zijn de meeste verslaafde cliënten niet in staat zich deze medicijnen te veroorloven. Ditzelfde probleem speelt overigens ook voor atomoxetine, dat geen misbruikrisico heeft. Lisdexamfetamine, een meer modern langwerkend dexamfetaminepreparaat, is op dit moment nog niet in Europa beschikbaar, ook hierbij ontbreekt het risico op misbruik. Het zal in veel gevallen toch noodzakelijk zijn gebruik te maken van de traditionele kortwerkende stimulantia-preparaten. Het advies is dan deze medicatie enkel te voor te schrijven onder stringente voorwaarden, en het gebruik te staken wanneer deze afspraken niet nagekomen worden. Een betrouwbare therapeutische relatie met de cliënt moet hierbij de basis zijn. De medicatie wordt enkel voortgezet bij overtuigende effectiviteit van een proefbehandeling. Abstinentie tijdens de behandeling is zowel een voorwaarde voor optimale effectiviteit van de medicatie, als een manier om de motivatie van de cliënt te toetsen. Urinecontroles kunnen ingezet worden om abstinentie te objectiveren. Ook het nakomen van afspraken en het deel-

11 Hoofdstuk nemen aan de behandeling zijn noodzakelijke voorwaarden. De medicatie kan met medewerking van de apotheek in beperkte hoeveelheden verstrekt worden. Het verdient sterk de voorkeur iemand uit de omgeving bij de behandeling te betrekken, om toezicht te houden op correct en regelmatig gebruik van de medicatie. Onder deze voorwaarden zijn psychostimulantia voldoende veilig te gebruiken bij deze cliëntengroep. Ondanks het feit dat het risico op misbruik van zowel methylfenidaat als dexamfetamine gedocumenteerd is, blijkt is er vrij weinig bewijs dat deze medicijnen in de gebruikte formuleringen voor de behandeling van adhd, ook systematisch misbruikt worden. Zowel uit de literatuur als uit klinische ervaring komt naar voren dat misbruik of afhankelijkheid van deze stimulerende middelen betrekkelijk zeldzaam is (Kollins, 2008). Een mogelijk groter probleem is het gebruik van deze medicijnen door mensen zonder adhd in een poging aandacht en concentratie te verbeteren, met name op universiteiten en in competitieve academische kringen (Wilens e.a., 2008). Een tweede, even wezenlijk nadeel van kortwerkende stimulantia is de slechte therapietrouw: voor veel verslaafde adhd-cliënten is het een ondoenlijke zaak om zelfstandig de medicatie meerdere keren per dag stipt op tijd in te nemen. Opnieuw bieden de langwerkende preparaten hierbij belangrijke voordelen. Medicamenteuze behandeling van adhd bij verslaafde cliënten is dus zeker geen eenvoudige zaak; vandaar dat het goed is hier ook in de andere onderdelen van de behandeling aandacht aan te besteden. 5.6 Verdere behandeling Medicatie kan gezien worden als de basis van de behandeling van adhd, maar dit is in de grote meerderheid van de gevallen juist bij deze dubbele-diagnosepopulatie niet toereikend. Uitgebreide voorlichting (psycho-educatie) over de stoornis, de oorzaken en de gevolgen dient een vast onderdeel van de behandeling te zijn (Murphy, 2005). Goede voorlichting over de effecten van medicatie en de hieraan gekoppelde voorwaarden kunnen bijdragen tot verbeterde therapietrouw (en daarmee ook hogere effectiviteit). De meeste volwassenen met adhd hebben veel baat bij een aanvullende cognitieve therapie of psychosociale begeleiding (vooral in de vorm van coaching), gericht op het beter omgaan met hun adhd en het verbeteren van vaardigheden op het gebied van planning en organisatie (Murphy, 2005, Safren e.a., 2010, Solanto e.a., 2010). Coaching is een samenwerking tussen de cliënt en de hulpverlener, gericht op het ontwikkelen van effectieve vaardigheden om beter om te gaan met veelvoorkomende problemen, zoals uitstelgedrag, slecht timemanagement en structuurloosheid (Kooij, 2009). In deze therapieën is ook ruimte voor de emotionele thema s, onder andere het verwerken van de teleurstellingen en mislukkingen als gevolg van de stoornis. Het aanbieden van deze behandelingen in een groep biedt de mogelijkheid tot wederzijdse herkenning en het uitwisselen van ervaringen. Aanbevolen wordt ook de partner bij de behandeling te betrekken. Recent zijn twee goed uitgevoerde onderzoeken verschenen waarin voor het eerst wordt aangetoond dat ook een psychotherapeutische, op de cognitieve gedragstherapie gebaseerde behandeling effectief is bij adhd. Tot een jaar na dato bleven verschillen zichtbaar op symptoomscorelijsten (door onafhankelijk beoordelaar en door de cliënt zelf ingevuld) tussen cliënten die een cgt-behandeling kregen en cliënten die een relaxatietherapie of steunende psychotherapie ontvingen (Safren e.a., 2010, Solanto e.a., 2010). Dergelijke resultaten zijn hoopgevend en bieden zicht op een meer complete benadering van adhd-klachten. De noodzaak van verdere psycho-

12 292 Deel 3 Het geïntegreerd behandelen van diverse stoornissen therapeutische dan wel psychosociale behandeling is nog meer uitgesproken bij verslaafde cliënten met adhd (Mariani & Levin, 2007). Aangepaste behandeling van de verslaving, met onder meer terugvalpreventie, blijft nodig voor het verzekeren van de abstinentie. Bij voorkeur wordt de coaching dan wel cognitieve therapie voor adhd toegesneden op de concrete leefsituatie van de cliënt, en wordt veel aandacht besteed aan de rol van het middelengebruik. Een specifieke variant van dit type psychosociale interventies voor deze cliëntenpopulatie is nog niet goed ontwikkeld. Op dit moment loopt in Amsterdam een onderzoek naar toepassing van de cgt-interventie bij cliënten met adhd en middelenafhankelijkheid (nct : clinicaltrials.gov/ct2/show/nct ). Ondanks het feit dat neurofeedback steeds vaker wordt aangeprezen bij adhd (en overigens ook bij verslaving), is deze veelbelovende behandeling nog te weinig onderzocht om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over effectiviteit en indicatie, zeker wat betreft de combinatie adhd en verslaving (Van As, Hummelen & Buitelaar, 2010). 6 Prognose Indien onbehandeld leiden de symptomen van adhd bij volwassenen tot chronisch disfunctioneren, wat kan leiden tot aanzienlijke persoonlijke, sociale en economische schade en een forse vermindering van levenskwaliteit. Door frequenter ondoordacht, onverantwoordelijk en ongezond gedrag hebben deze cliënten meer kans op materiële problemen (werkloosheid, financiële problemen) en op gezondheidsproblemen. Er zijn aanwijzingen dat bij cliënten met onbehandelde adhd de verslaving een ernstiger beloop kent, en dat behandeling moeizamer verloopt: deze cliënten blijven moeilijker in therapie, en hebben meer moeite hebben om abstinentie te bereiken en te behouden. Hierbij is onduidelijk of dit enkel het gevolg is van de adhd, dan wel van een combinatie met comorbide pathologie. Waarschijnlijk draagt de instabiliteit als gevolg van de adhd-symptomen bij aan een eerdere terugval in middelengebruik. Anderzijds is het ook niet mogelijk de adhd adequaat te behandelen vooraleer de verslaving gestabiliseerd is. Dit pleit voor een gezamenlijke aanpak van beide stoornissen, bij voorkeur in de vorm van een geïntegreerde behandeling. In theorie mag van effectieve behandeling van adhd een positief effect op de prognose van de verslaving verwacht worden: cliënten zijn stabieler en meer beheerst, hetgeen het volgen van behandeling en het behouden van abstinentie faciliteert. Een aantal casereports illustreert de indrukwekkende vorderingen die sommige verslaafde cliënten maken na effectieve behandeling van hun adhd. Het effect van de behandeling van adhd op de prognose van de verslaving is evenwel nog nauwelijks onderzocht. Voor zover dit nagegaan is in gecontroleerde onderzoeken, is nauwelijks enige positieve invloed op de verslaving waargenomen. Een meer realistische benadering is dat effectieve behandeling van adhd bij verslaving in vele gevallen wel mogelijk zal zijn, maar dat dit niet onmiddellijk een positieve invloed zal hebben op de verslaving. Ditzelfde patroon wordt gezien bij de behandeling van verslaafde cliënten met andere comorbide psychiatrische stoornissen (zoals stemmingsstoornissen en angststoornissen) (Tiet & Mausbach, 2007). Toch is dit op zichzelf reden genoeg om adhd actief te blijven opsporen en behandelen bij verslaafde cliënten. Verslaving is een multicausaal bepaalde aandoening, waarin veel meer factoren van invloed zijn, maar waarbij behandeling van adhd kan helpen de balans in de positieve richting te doen doorslaan.

13 Hoofdstuk Conclusie Zowel in onderzoek als in de klinische praktijk is adhd bij cliënten met sgm een nog onderbelichte diagnose. Ondanks het feit dat deze stoornis bij kinderen en volwassenen goed behandelbaar is, en therapeutisch gebleken interventies zoals medicijnen en ook cognitieve therapie beschikbaar zijn, is het nog niet gelukt een bewezen effectieve behandelstrategie te ontwikkelen voor cliënten met adhd en sgm. Gericht onderzoek, maar ook meer aandacht voor deze stoornis in de praktijk kunnen aanwijzingen opleveren voor het verbeteren van de behandeling, en voor een meer duidelijke plaatsbepaling van adhd bij de diagnostiek en behandeling van verslaafde cliënten. Literatuur As, J. van, Hummelen, J.W., & Buitelaar, J.K. (2010). Neurofeedback bij aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit: wat is het en werkt het? Tijdschrift voor Psychiatrie, 52, Barkley, R.A. (2006). A theory of ADHD. In R.A. Barkley (red.), Attention-Deficit Hyperactivity Disorder: a handbook for diagnosis and treatment (pp ). New York: The Guilford Press. Biederman, J., Wilens, T.E., Mick, E., Faraone, S.V., & Spencer, T. (1998). Does attention-deficit hyperactivity disorder impact the developmental course of drug and alcohol abuse and dependence? Biological Psychiatry, 44, Bush, G., Valera, E.M., & Seidman, L.J. (2005). Functional neuroimaging of attention-deficit/hyperactivity disorder: a review and suggested future directions. Biological Psychiatry, 57, Carpentier, P.J., van Gogh, M.T., Knapen, L.J., Buitelaar, J.K., & de Jong, C.A. (2011). Influence of attention deficit hyperactivity disorder and conduct disorder on opioid dependence severity and psychiatric comorbidity in chronic methadone-maintained clients. European Addiction Research, 17, Clure, C., Brady, K.T., Saladin, M.E., Johnson, D., Waid, R., & Rittenbury, M. (1999). Attention-deficit/ hyperactivity disorder and substance use: symptom pattern and drug choice. American Journal of Drug and Alcohol Abuse, 25, Elkins, I. J., McGue, M., & Iacono, W.G. (2007). Prospective effects of attention-deficit/hyperactivity disorder, conduct disorder, and sex on adolescent substance use and abuse. Archives of General Psychiatry, 64, Emmerik-van Oortmerssen, K. van, Glind, G. van der, Brink, W. van den, Smit, F., Crunelle, C. L., Swets, M., e.a. (2010). Prevalence of attention-deficit hyperactivity disorder in substance use disorder cliënts: A meta-analysis and meta-regression analysis. Drug and Alcohol Dependence, 122, Faraone, S.V., Perlis, R.H., Doyle, A.E., Smoller, J.W., Goralnick, J.J., Holmgren, M.A., e.a. (2005). Molecular genetics of attention-deficit/hyperactivity disorder. Biological Psychiatry, 57, Fayyad, J., Graaf, R. de, Kessler, R., Alonso, J., Angermeyer, M., Demyttenaere, K., Girolamo, G. de, e.a. (2007). Cross-national prevalence and correlates of adult attention-deficit hyperactivity disorder. British Journal of Psychiatry, 190, Graaf, R. de, Have, M. ten, Gool, C. van, & Dorsselaer, S. van (2011). Prevalence of mental disorders and trends from 1996 to Results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 47, Khantzian, E.J. (1997). The self-medication hypothesis of substance use disorders: a reconsideration and recent applications. Harvard Review of Psychiatry, 4,

14 294 Deel 3 Het geïntegreerd behandelen van diverse stoornissen Kim-Cohen, J., Caspi, A., Moffitt, T.E., Harrington, H., Milne, B.J., & Poulton, R. (2003). Prior juvenile diagnoses in adults with mental disorder: developmental follow-back of a prospective-longitudinal cohort. Archives of General Psychiatry, 60, Kollins, S.H. (2008). A qualitative review of issues arising in the use of psycho-stimulant medications in cliënts with ADHD and co-morbid substance use disorders. Current Medical Research and Opinion, 24, Kooij, J.J.S. (2009). ADHD bij volwassenen. Diagnostiek en behandeling (derde druk). Amsterdam: Pearson Assessment and Information BV. Levin, F.R. (2007). Diagnosing attention-deficit/hyperactivity disorder in cliënts with substance use disorder. Journal of Clinical Psychiatry, 68, Levin, F.R., Evans, S.M., Brooks, D.J., Kalbag, A.S., Garawi, F., & Nunes, E.V. (2006). Treatment of methadone-maintained cliënts with adult ADHD: double-blind comparison of methylphenidate, bupropion and placebo. Drug and Alcohol Dependence, 81, Mariani, J.J., & Levin, F.R. (2007). Treatment strategies for co-occurring ADHD and substance use disorders. American Journal on Addictions, 16, Murphy, K. (2005). Psychosocial treatments for ADHD in teens and adults: a practice-friendly review. Journal of Clinical Psychology, 61, NICE (2009). Attention deficit hyperactivity disorder; diagnosis and management of ADHD in children, young people and adults. National clinical practice guideline (NICE) 72. London: Royal College of Psychiatrists. Prince, J.B., Wilens, T.E., Spencer, T.J., & Biederman, J. (2006). Pharmacotherapy of ADHD in adults. In R.A. Barkley (red.), Attention-Deficit Hyperactivity Disorder: a handbook for diagnosis and treatment (pp ). New York: The Guilford Press. Safren, S. A., Sprich, S., Mimiaga, M. J., Surman, C., Knouse, L., Groves, M., e.a. (2010). Cognitive behavioral therapy vs relaxation with educational support for medication-treated adults with ADHD and persistent symptoms: a randomized controlled trial. Journal of the American Medical Association, 304, Schubiner, H. (2005). Substance abuse in clients with attention-deficit hyperactivity disorder: therapeutic implications. CNS Drugs, 19, Schubiner, H., Tzelepis, A., Milberger, S., Lockhart, N., Kruger, M., Kelley, B.J., e.a. (2000). Prevalence of attention-deficit/hyperactivity disorder and conduct disorder among substance abusers Journal of Clinical Psychiatry, 61, Solanto, M.V., Marks, D.J., Wasserstein, J., Mitchell, K., Abikoff, H., Alvir, J.M., e.a. (2010). Efficacy of metacognitive therapy for adult ADHD. American Journal of Psychiatry, 167, Sonuga-Barke, E.J., Sergeant, J.A., Nigg, J., & Willcutt, E. (2008). Executive dysfunction and delay aversion in attention deficit hyperactivity disorder: nosologic and diagnostic implications. Child and Adolescent Psychiatric Clinics of North America, 17, , ix. Tiet, Q.Q., & Mausbach, B. (2007). Treatments for cliënts with dual diagnosis: a review. Alcoholism: Clinical & Experimental Research, 31, Volkow, N.D., & Swanson, J.M. (2003). Variables that affect the clinical use and abuse of methylphenidate in the treatment of ADHD. American Journal of Psychiatry, 160, Wilens, T.E. (2004). Attention-deficit/hyperactivity disorder and the substance use disorders: the nature of the relationship, subtypes at risk, and treatment issues. Psychiatric clinics of North America, 27,

15 Hoofdstuk Wilens, T.E., Adler, L.A., Adams, J., Sgambati, S., Rotrosen, J., Sawtelle, R., e.a. (2008). Misuse and diversion of stimulants prescribed for ADHD: a systematic review of the literature. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 47, Websites ADHD Netwerk: Dit netwerk verenigt alle behandelaren van ADHD in alle levensfasen. Kenniscentrum ADHD bij volwassenen: Diagnostisch InterView voor ADHD bij volwassenen: Het Diagnostisch Interview voor ADHD bij volwassenen (DIVA) is gebaseerd op de DSM-IV criteria en is het eerste gestructureerde Nederlandse interview voor ADHD bij volwassenen. De DIVA is ontwikkeld bij het Kenniscentrum ADHD bij volwassenen door J.J.S. Kooij en M.H. Francken. In 2010 is de herziene versie DIVA 2.0 geïntroduceerd. National Institute for Health and Clinical Excellence: Attention deficit hyperactivity disorder: Diagnosis and management of ADHD in children, young people and adults (NICE Guideline 72): De Britse richtlijn voor diagnostiek en behandeling van ADHD gaat niet enkel over kinderen, maar (als eerste) ook over volwassenen

Congres 01-04-2009. lex pull 23-03-2009 1

Congres 01-04-2009. lex pull 23-03-2009 1 ADHD EN VERSLAVING Congres 01-04-2009 lex pull 23-03-2009 1 ADHD EN VERSLAVING PREVALENTIE VERKLARINGSMODELLEN DIAGNOSTIEK BEHANDELING lex pull 23-03-2009 2 prevalentie 8-Tal studies SUD bij ADHD: Life-time

Nadere informatie

De medicamenteuze behandeling van ADHD en verslaving bij adolescenten.

De medicamenteuze behandeling van ADHD en verslaving bij adolescenten. De medicamenteuze behandeling van ADHD en verslaving bij adolescenten. Joanneke van der Nagel, psychiater, Tactus Verslavingszorg, Enschede Pieter-Jan Carpentier, psychiater, Reinier van Arkel groep, s-hertogenbosch

Nadere informatie

Inhoud. Ontgifting en stabilisatie. Observatie en Diagnostiek en Behandeling. Cijfers en Onderzoek. Aanbod Jeugd in Nederland

Inhoud. Ontgifting en stabilisatie. Observatie en Diagnostiek en Behandeling. Cijfers en Onderzoek. Aanbod Jeugd in Nederland Polls drugsweb Kun je op eigen houtje van drugs afkomen Ja: 85% Moeten we minder gaan drinken Ja: 57% Bang om verslaafd te worden Ja: 21% Drugs meenemen naar buitenland Ja: 73% Wiet is een harddrug Ja:

Nadere informatie

Polikliniek ADHD voor volwassenen GGNet

Polikliniek ADHD voor volwassenen GGNet Polikliniek ADHD voor volwassenen GGNet Vragen Prevalentie ADHD bij volwassenen Kernsymptomen van ADHD Stelling: Rustig zitten tijdens het onderzoeksgesprek sluit hyperactiviteit uit. Stelling: Als iemand

Nadere informatie

Effectiviteit van stimulantia bij de behandeling van ADHD met co-morbide amfetamine afhankelijkheid

Effectiviteit van stimulantia bij de behandeling van ADHD met co-morbide amfetamine afhankelijkheid Effectiviteit van stimulantia bij de behandeling van ADHD met co-morbide amfetamine afhankelijkheid Amfetamine afhankelijkheid: dexamfetamine als (onderhouds)behandeling? J.Slingerland Begeleiding: Arnt

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Methylfenidaat bij volwassenen met adhd en een cocaïneverslaving

Methylfenidaat bij volwassenen met adhd en een cocaïneverslaving g e v a l s b e s c h r i j v i n g Methylfenidaat bij volwassenen met adhd en een cocaïneverslaving t. m a l e s e v i c, w. v a n d e n b r i n k, h. l. v a n samenvatting Methylfenidaat voorschrijven

Nadere informatie

Prevalentie en behandeling van ADHD bij patiënten met een verslaving

Prevalentie en behandeling van ADHD bij patiënten met een verslaving Prevalentie en behandeling van ADHD bij patiënten met een verslaving Katelijne van Emmerik van Oortmerssen Ellen Vedel Wim van den Brink Robert A. Schoevers overzicht Achtergrond IASP prevalentie studie

Nadere informatie

Medicijngebruik en ADHD

Medicijngebruik en ADHD Medicijngebruik en ADHD 1 Inleiding In deze folder vind je informatie over het gebruik van medicatie bij ADHD. ADHD is een afkorting van het Engelse Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In Nederland

Nadere informatie

INTER-PSY Lente Symposium

INTER-PSY Lente Symposium Disclosure belangen spreker Getalenteerd omgaan met ADHD Anne van Lammeren, psychiater Universitair Centrum Psychiatrie UMCG 16-03-2016 Lentesymposium Interpsy (Potentiële) belangenverstrengeling Voor

Nadere informatie

Protocol ADHD bij verslaving 139

Protocol ADHD bij verslaving 139 Bijlage 12 Checklist Coaching Protocol ADHD bij verslaving 139 CHECKLIST ADHD-COACH Naam Cliënt: Naam Coach: Geboortedatum cliënt dag maand jaar De start van dit coordinerende coachingstraject vindt plaats

Nadere informatie

GIDS VOOR VOLWASSE N E N M E T A D H D HET T RA JECT VAN UW B E H A N D E L I N G

GIDS VOOR VOLWASSE N E N M E T A D H D HET T RA JECT VAN UW B E H A N D E L I N G GIDS VOOR VOLWASSE N E N M E T A D H D HET T RA JECT VAN UW B E H A N D E L I N G VOORAF Uw arts heeft u een medicamenteuze behandeling voorgeschreven als hulp bij het onder controle brengen van de symptomen

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Beter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen?

Beter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen? Beter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen? Beter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen? Richtlijnen Casus IDDT Richtlijnen, wat zeggen ze niet! Richtlijnen Dubbele Diagnose, Dubbele hulp (2003) British

Nadere informatie

6,5. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 26 april keer beoordeeld

6,5. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 26 april keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1684 woorden 26 april 2003 6,5 117 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is ADHD? ADHD is de afkorting van Attention Deficit Hyperactivity Disorder en dat is een aandachtstekortstoornis

Nadere informatie

Deel I Wat we weten over de stoornis ADHD

Deel I Wat we weten over de stoornis ADHD Inhoud Inleiding 12 Deel I Wat we weten over de stoornis ADHD Hoofdstuk 1 Kenmerken van ADHD 1.1 De basiskenmerken 16 1.2 Aandachts- en concentratiestoornissen 17 1.3 Impulsiviteit 17 1.4 Hyperactiviteit

Nadere informatie

AD(H)D. een meetbare hersenfunctiestoornis. A.Haagen, kinderartskinderneuroloog 1

AD(H)D. een meetbare hersenfunctiestoornis. A.Haagen, kinderartskinderneuroloog 1 AD(H)D een meetbare hersenfunctiestoornis 1 Inleiding Wanneer spreken we van ADHD? Hoe stellen we de diagnose? Wat gebeurt er in de hersenen? 2 BEGRIPPEN Attention Deficit Hyperactivity Disorder = Aandachtsstoornis

Nadere informatie

Kinderen met ADHD. Inhoudsopgave. Wat is de oorzaak van ADHD? Wat zijn de verschijnselen van ADHD?

Kinderen met ADHD. Inhoudsopgave. Wat is de oorzaak van ADHD? Wat zijn de verschijnselen van ADHD? Kinderen met ADHD Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is de oorzaak van ADHD? 1 Wat zijn de verschijnselen van ADHD? 1 Hoe wordt de diagnose ADHD gesteld? 2 Behandeling van ADHD

Nadere informatie

Individuele coaching en groepsbijeenkomsten. Volwassenen met AD(H)D

Individuele coaching en groepsbijeenkomsten. Volwassenen met AD(H)D Individuele coaching en groepsbijeenkomsten Volwassenen met AD(H)D Behandeling en coaching Psycho-educatie cliënt en partner Staken alcohol en/of drugs Medicatie Coaching individueel Coaching in de groep

Nadere informatie

Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014

Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014 Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014 Comorbiditeit: Voorkomen van verschillende stoornissen bij 1 persoon. Dubbele diagnose: Verslaving (afhankelijkheid en misbruik

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Behandelgids ADHD bij volwassenen, cliëntenwerkboek

Behandelgids ADHD bij volwassenen, cliëntenwerkboek Behandelgids ADHD bij volwassenen, cliëntenwerkboek een programma voor cognitieve gedragstherapie Steven A. Safren, Susan Sprich, Carol A. Perlman, Michael W. Otto UITGEVERIJ NIEUWEZIJDS Oorspronkelijke

Nadere informatie

Een medicatietrial, zonde van de tijd of de moeite waard?

Een medicatietrial, zonde van de tijd of de moeite waard? Karin van Riezen 1 Een medicatietrial, zonde van de tijd of de moeite waard? De meerwaarde van een placebogecontroleerde trial bij kinderen die ingesteld worden op methylfenidaat Gevalsbeschrijving Adhd

Nadere informatie

Angst & Verslaving. Angst en verslaving 10 oktober 2014 Bouwe Pieterse, psychiater

Angst & Verslaving. Angst en verslaving 10 oktober 2014 Bouwe Pieterse, psychiater Angst & Verslaving Angst en verslaving 10 oktober 2014 Bouwe Pieterse, psychiater Inhoudsopgave Achtergrond Etiologie Epidemiologie Diagnostiek Behandeling Kushner ea Multidisciplinaire Richtlijn alcohol

Nadere informatie

AD(H)D bij Volwassenen

AD(H)D bij Volwassenen AD(H)D bij Volwassenen https://youtu.be/fgssoj-tbsa JASPER'S REAL LIFE DSM IV-TR naar DSM 5 1950 DSM I Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 2013 DSM 5 X DSM IV-TR naar DSM 5 Belangrijke

Nadere informatie

Middelen, delictgedrag en leefstijltraining. Marscha Mansvelt

Middelen, delictgedrag en leefstijltraining. Marscha Mansvelt Middelen, delictgedrag en leefstijltraining Marscha Mansvelt Inhoud Hoe gaat de Waag om met middelengebruik als risicofactor voor delictgedrag? Leefstijltraining 1. Alcohol is de meest sociaal geaccepteerde

Nadere informatie

Cure + Care Solutions

Cure + Care Solutions Cure + Care Solutions is hèt landelijk behandel- en expertisecentrum voor complexe psychische aandoeningen en werkt nauw samen binnen een landelijk netwerk van zorginstellingen door het hele land. Cure

Nadere informatie

DEEL 1 PROTOCOL SCREENING EN DIAGNOSTIEK VAN ADHD BIJ VERSLAVING

DEEL 1 PROTOCOL SCREENING EN DIAGNOSTIEK VAN ADHD BIJ VERSLAVING DEEL 1 PROTOCOL SCREENING EN DIAGNOSTIEK VAN ADHD BIJ VERSLAVING 1 Het protocol screening en diagnostiek 1.1 Algemene toelichting Attention-deficit/hyperactivity disorder (aandachtstekortstoornis met

Nadere informatie

20 man 15 vrouw. depressie paranoia psychose

20 man 15 vrouw. depressie paranoia psychose Dubbele Diagnose Patricia v.wijngaarden-cremers, psychiater Circuitmanager Verslavingspsychiatrie Dimence Inhoud - Inleiding - Gebruik onder Nederlandse Jongeren - Psychiatrische Comorbiditeit - Wat is

Nadere informatie

from Clinical Experience to an Evidence Based Guideline Frieda Matthys, MD PhD 20 november 2014

from Clinical Experience to an Evidence Based Guideline Frieda Matthys, MD PhD 20 november 2014 ADHD and SUD from Clinical Experience to an Evidence Based Guideline Frieda Matthys, MD PhD 20 november 2014 Overzicht Waarom een richtlijn Het proces, het netwerk en de experten Onderzoeksopzet Risico

Nadere informatie

Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen. Hein Sigling, specialismeleider Verslaving.

Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen. Hein Sigling, specialismeleider Verslaving. Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen Hein Sigling, specialismeleider Verslaving. Hein Sigling juni 2008 Wat staat er over verslaving in de GRB? Middelenmisbruik

Nadere informatie

Nieuwe inzichten in de behandeling van ADHD bij verslaving

Nieuwe inzichten in de behandeling van ADHD bij verslaving Nieuwe inzichten in de behandeling van ADHD bij verslaving Pieter-Jan Carpentier, psychiater Reinier van Arkel groep, den Bosch Belangenverstrengeling Spreker Bedrijf Product Wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

ADHD bij volwassenen Diagnostiek, Behandeling, Werken

ADHD bij volwassenen Diagnostiek, Behandeling, Werken ADHD bij volwassenen Diagnostiek, Behandeling, Werken Marion van Dam Verzekeringsarts ADHD-coach 28 september 2010 Programma Film Klinisch beeld Vragen Film ADHD en Werk Cliente vertelt Vragen PAUZE Agenda

Nadere informatie

Leven met ADHD. Fiona Kat, Maura Beenackers en Willemijn ter Brugge

Leven met ADHD. Fiona Kat, Maura Beenackers en Willemijn ter Brugge Leven met ADHD Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag hoe men met het

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

ADHD bij volwassenen met een angststoornis

ADHD bij volwassenen met een angststoornis ADHD bij volwassenen met een angststoornis Impuls Symposium AD(H)D, een hype? (Differentiaal) Diagnostiek en Comorbiditeit woensdag 1 april 2009 Anke Roodbergen, psychiater i.o. De Jutters/PsyQ, Den Haag

Nadere informatie

Hoe vaak komt ADHD voor? ADHD komt bij 3-5% van de kinderen op basisschoolleeftijd voor. Hiervan houdt de meerderheid last in de volwassenheid.

Hoe vaak komt ADHD voor? ADHD komt bij 3-5% van de kinderen op basisschoolleeftijd voor. Hiervan houdt de meerderheid last in de volwassenheid. Informatie over ADHD en middelengebruik Sandra Kooij, Mariken Müller, Maureen van Oort 2014 Resultaten Scoren, Amersfoort Hoe vaak komt ADHD voor? ADHD komt bij 3-5% van de kinderen op basisschoolleeftijd

Nadere informatie

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein 28 november 2014 Middelengerelateerde problematiek 1. Algemeen A. Middelengebruik in België B. Gevolgen:

Nadere informatie

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Samenvatting Inslaapproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben negatieve gevolgen voor gezondheid,

Nadere informatie

ACTUELE ONTWIKKELINGEN IN DE EERSTELIJNS GGZ. Martin Beeres, kaderhuisarts ggz io Marian Oud, coördinator kaderopleiding ggz

ACTUELE ONTWIKKELINGEN IN DE EERSTELIJNS GGZ. Martin Beeres, kaderhuisarts ggz io Marian Oud, coördinator kaderopleiding ggz ACTUELE ONTWIKKELINGEN IN DE EERSTELIJNS GGZ Martin Beeres, kaderhuisarts ggz io Marian Oud, coördinator kaderopleiding ggz Programma Somatische zorg - met beleid - voor mensen met psychische stoornissen

Nadere informatie

adhd en verslaving; toepassing van Nederlandstalige richtlijn met bijzondere aandacht voor comorbide stemmingsstoornis

adhd en verslaving; toepassing van Nederlandstalige richtlijn met bijzondere aandacht voor comorbide stemmingsstoornis gevalsbeschrijving adhd en verslaving; toepassing van Nederlandstalige richtlijn met bijzondere aandacht voor comorbide stemmingsstoornis f. matthys, p. joostens, s. tremmery, s. stes, b. sabbe samenvatting

Nadere informatie

Mistral DTOX, een goed begin is het halve werk. Edwin Spapens GZ-Psycholoog Mistral DTOX & Mistral Kliniek

Mistral DTOX, een goed begin is het halve werk. Edwin Spapens GZ-Psycholoog Mistral DTOX & Mistral Kliniek Mistral DTOX, een goed begin is het halve werk. Edwin Spapens GZ-Psycholoog Mistral DTOX & Mistral Kliniek Cluster jeugd Preventie, inclusief minimale interventie van 1-3 gesprekken I- hulp (ambitie ook

Nadere informatie

ADHD prevalentie en behandeling. Nannet Buitelaar Psychiater de Waag Utrecht

ADHD prevalentie en behandeling. Nannet Buitelaar Psychiater de Waag Utrecht ADHD prevalentie en behandeling Nannet Buitelaar Psychiater de Waag Utrecht ADHD een hype? Tegenwoordig heeft iedereen ADHD. Steeds meer Nederlanders slikken Ritalin. Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose

Nadere informatie

PROTOCOL ADHD BIJ VERSLAVING

PROTOCOL ADHD BIJ VERSLAVING PROTOCOL ADHD BIJ VERSLAVING Screening, diagnostiek en behandeling voor de ambulante en klinische verslavingszorg Samenstelling: Geurt van de Glind Sandra Kooij Daniëlle van Duin Anne Goossensen Pieter-Jan

Nadere informatie

Herkenning en intramurale behandeling van ADHD in de verslavingszorg

Herkenning en intramurale behandeling van ADHD in de verslavingszorg Herkenning en intramurale behandeling van ADHD in de verslavingszorg Anne Goossensen, Geurt van de Glind, Pieter-Jan Carpentier, Riek Wijsen, Daniëlle van Duin en Sandra Kooij * Hoewel de term dubbele

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Het moeilijke kind stelt ons vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid

Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid presentatie ESPRi Symposium 26-11-2015 Michiel Boog, klinisch psycholoog, psychotherapeut Titel:

Nadere informatie

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014 AD(H)D bespreken N.B.: de inhoud van dit programma is slechts van adviserende aard en dient niet als vervanging voor professioneel en/of medisch advies. Als u verdere consultatie wenst, of wanneer u zich

Nadere informatie

Sandra Kooij. Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling Geen sinds 2012

Sandra Kooij. Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling Geen sinds 2012 Update medicamenteuze behandeling van ADHD bij volwassenen Dr. J.J. Sandra Kooij RichtlijnenmiddagPG 3 nov2015 Psychiater Hoofd Kenniscentrum ADHD bij volwassenen Specialismeleider ADHD PsyQ Specialismeleider

Nadere informatie

ADHD. In een breed perspectief. Ciska den Boer, arts Forensisch psychiatrisch behandelcentrum Het Palmhuis, de Jutters

ADHD. In een breed perspectief. Ciska den Boer, arts Forensisch psychiatrisch behandelcentrum Het Palmhuis, de Jutters ADHD In een breed perspectief Ciska den Boer, arts Forensisch psychiatrisch behandelcentrum Het Palmhuis, de Jutters Zonder COMPASSIE geen verbinding Praten met het héle systeem Kwetsbaarheid = authenticiteit

Nadere informatie

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd

Nadere informatie

Argos over ADHD medicatie bij volwassenen

Argos over ADHD medicatie bij volwassenen Hagen en Baas Hagen en Baas Psychologen Argos over ADHD medicatie bij volwassenen Regelmatig laait de discussie weer op over ADHD. De diagnose ADHD zou teveel en te makkelijk gesteld worden en dat er allerlei

Nadere informatie

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind Psychiatriseren = Het moeilijke kind stelt de volwassene vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie Enkele cijfers 17,9 % van de patiënten met een angststoornis lijdt aan een alcoholverslaving 19,4% van de alcoholverslaafden heeft een angststoornis (Addiction

Nadere informatie

Integrated treatment for Substance abuse and Partner violence (I-StoP)

Integrated treatment for Substance abuse and Partner violence (I-StoP) Integrated treatment for Substance abuse and Partner violence (I-StoP) De effectiviteit van een gecombineerde behandeling gericht op problematisch middelengebruik en partnergeweld bij plegers van partnergeweld

Nadere informatie

Verslaving en comorbiditeit

Verslaving en comorbiditeit Verslaving en comorbiditeit Wat is de evidentie? Dr. E. Vedel, Jellinek, Arkin 18 november 2014 Comobiditeitis hot 1 Jellinek onderzoek comorbiditeit Verslaving & persoonlijkheid, 1997 Verslaving & ADHD,

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Verslaving en adhd: een overzicht van recent Nederlands onderzoek

Verslaving en adhd: een overzicht van recent Nederlands onderzoek korte bijdrage Verslaving en adhd: een overzicht van recent Nederlands onderzoek k. van emmerik-van oortmerssen, c.l. crunelle, p.j. carpentier achtergrond adhd is een belangrijke risicofactor voor het

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

HELFT VAN KINDEREN EN EEN DERDE VAN VOLWASSENEN MET ADHD KRIJGT ADHD-MEDICATIE VIA HUISARTS. Marijn Prins, Liset van Dijk

HELFT VAN KINDEREN EN EEN DERDE VAN VOLWASSENEN MET ADHD KRIJGT ADHD-MEDICATIE VIA HUISARTS. Marijn Prins, Liset van Dijk Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Marijn Prins, Liset van Dijk. Helft van kinderen en een derde van volwassenen met ADHD krijgt ADHD-medicatie via huisarts,

Nadere informatie

CAT VRAGEN OEFENEN Week 4. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Maandag 25 maart 2013

CAT VRAGEN OEFENEN Week 4. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Maandag 25 maart 2013 CAT VRAGEN OEFENEN Week 4 Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Maandag 25 maart 2013 1. De moeder van Julian, 16 jaar, komt bij de huisarts. Julian heeft in

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu ADHD. www.kinderneurologie.eu

Kinderneurologie.eu ADHD. www.kinderneurologie.eu ADHD Waar staat de afkorting ADHD voor? De letters ADHD staan voor de engelse woorden Attention Deficit - Hyperactivity Disorder. In het Nederlands vertaald betekent dat een aandoening die gekenmerkt wordt

Nadere informatie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Inhoud v Theoretische verklaringen ADHD v Plannen en organiseren bij ADHD v In het dagelijkse leven?

Nadere informatie

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder )

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder ) ADHD ( Attention deficit hyperactivity disorder ) Behandelingsstrategieën Evelien Dirks Een ontwikkelingsstoornis Problemen met de concentratieperiode Problemen met de impulsbeheersing Problemen met de

Nadere informatie

Registratieformulier medicatie bij ADHD

Registratieformulier medicatie bij ADHD Bijlage 6 Registratieformulier medicatie bij ADHD Protocol ADHD bij verslaving 99 Registratieformulier medicatie bij ADHD Naam patiënt: Naam voorschrijvend behandelaar: Geneesmiddel: Datum: Dosering:

Nadere informatie

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie Critically Appraised Topic Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring

Nadere informatie

Bipolaire stoornissen PUNTP KAN U HELPEN

Bipolaire stoornissen PUNTP KAN U HELPEN Bipolaire stoornissen PUNTP KAN U HELPEN Er zijn altijd situaties die ons erg boos, blij of verdrietig maken: emotionele pieken en dalen horen bij het leven. Maar het kan voorkomen dat u last heeft van

Nadere informatie

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

Bijlage 10: Beschrijving van de in de richtlijn besproken medicijnen

Bijlage 10: Beschrijving van de in de richtlijn besproken medicijnen Bijlage : Beschrijving van de in de richtlijn besproken medicijnen METHYLFENIDAAT 2 3 40 4 Methylfenidaat Tablet mg, mg (werkingsduur 2-4 uur). Ritalin Tablet mg (werkingsduur 2-4 uur). Medikinet Tablet

Nadere informatie

Clinicol studies on ossessment ond 'Over Medicotie' is geschreven op bosis von de lootste informotie. Verder redigeert ze verschillende ^ ^.

Clinicol studies on ossessment ond 'Over Medicotie' is geschreven op bosis von de lootste informotie. Verder redigeert ze verschillende ^ ^. ï OVER MEDCATE voor volwqssenen mef ADHD is geschreven voor d"genen die medicotie (willen goon) gebruiken. Het doel von het boek is snel een overzicht te bieden von de medicomenteuze mogeliikheden, von

Nadere informatie

Zorgprogramma Angststoornissen

Zorgprogramma Angststoornissen Zorgprogramma Angststoornissen Doelgroep Het Zorgprogramma Angststoornissen is bedoeld voor volwassenen die een angststoornis hebben. Mensen met een angststoornis hebben last van angsten zonder dat daar

Nadere informatie

Programma. 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen

Programma. 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen Programma 1. ADHD bij adolescenten 2. Motiverende gespreksvoering 3. Werken met Zelf Plannen ADHD BIJ ADOLESCENTEN problemen EF/motivatie ADHD gedrag Adolescentie: Middelbare school Minder oudercontrole

Nadere informatie

Stemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut

Stemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut Stemmingsstoornissen Van DSM-IV-TR naar DSM-5 Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut Inhoud Veranderingen in de DSM-5 Nieuwe classificaties

Nadere informatie

Bipolair en middelenmisbruik: De ervaringen met een nieuwe groepstherapie

Bipolair en middelenmisbruik: De ervaringen met een nieuwe groepstherapie Bipolair en middelenmisbruik: De ervaringen met een nieuwe groepstherapie Een Nederlandse versie van Integrated Group Therapy for Bipolar Disorder and Substance Abuse binnen GGz Breburg A. Brouwer RN MANP

Nadere informatie

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134 Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Psychiatrische stoornis en diagnostiek 13 1 Inleiding 13 2 Psychiatrische ziekte 13 3 De psychische functies 16 4 Doelen en onderdelen psychiatrische diagnostiek 17 5 Diagnose

Nadere informatie

ADHD en medicatie Duinrell jaarlijkse contactdag I&W 11.45-12.30 uur. Rob Pereira, voorzitter Impuls&Woortblind 19-9-2015

ADHD en medicatie Duinrell jaarlijkse contactdag I&W 11.45-12.30 uur. Rob Pereira, voorzitter Impuls&Woortblind 19-9-2015 ADHD en medicatie Duinrell jaarlijkse contactdag I&W 11.45-12.30 uur Rob Pereira, voorzitter Impuls&Woortblind 19-9-2015 programma Medicatie als onderdeel van een multimodaal programma Hoe werkt het? Soorten

Nadere informatie

Vroegsignalering bij middelengebruik! En dan? Brijder en Brijder Jeugd Leontien Los & Margriet Katoen

Vroegsignalering bij middelengebruik! En dan? Brijder en Brijder Jeugd Leontien Los & Margriet Katoen Vroegsignalering bij middelengebruik! En dan? Brijder en Brijder Jeugd Leontien Los & Margriet Katoen Programma Brijder en Brijder Jeugd Wie zit er in de zaal? Middelengebruik en GGZ Wat is verslaving?

Nadere informatie

De invloed van attention-deficit/hyperactivity disorder op het ontwikkelen van middelenmisbruik bij adolescenten

De invloed van attention-deficit/hyperactivity disorder op het ontwikkelen van middelenmisbruik bij adolescenten De invloed van attention-deficit/hyperactivity disorder op het ontwikkelen van middelenmisbruik bij adolescenten Naam: Marinka van der Plaat Studentnummer: 6042309 Begeleider: H. Larsen Datum: 23-06-2013

Nadere informatie

ingezonden Reactie op Voorstel voor diagnostiek en behandeling van aandachtstekortstoornis met met hyperactiviteit (adhd) op volwassen

ingezonden Reactie op Voorstel voor diagnostiek en behandeling van aandachtstekortstoornis met met hyperactiviteit (adhd) op volwassen Reactie op Voorstel voor diagnostiek en behandeling van aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd) op volwassen leeftijd Met veel belangstelling lazen wij in het juninummer het overzichtsartikel

Nadere informatie

Overzicht. Wat heeft hij/zij? Wat is zijn diagnose? Omgaan met psychische aandoeningen voor docenten. Inleiding. 1. Inleiding

Overzicht. Wat heeft hij/zij? Wat is zijn diagnose? Omgaan met psychische aandoeningen voor docenten. Inleiding. 1. Inleiding Omgaan met psychische aandoeningen voor docenten Success@School Urecht, 29 november 2018 1. Inleiding Overzicht 2. Signaleren psychische problemen 3. Invloed psychische aandoening op het studeren dr. Lies

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 25 424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

31/10/2014. Hot topics in biologische psychiatrie. Disclosure belangen spreker. Overzicht. I. Historiek van ADHD bij de volwassene en medicatie

31/10/2014. Hot topics in biologische psychiatrie. Disclosure belangen spreker. Overzicht. I. Historiek van ADHD bij de volwassene en medicatie Hot topics in biologische psychiatrie Disclosure belangen spreker Het therapeutisch aanwenden van psychofarmaca bij ADHD in de volwassenheid De neuropsychologische invalshoek * Geen belangenverstrengeling

Nadere informatie

Het geïntegreerd behandelen van verslavingsproblematiek en PTSS

Het geïntegreerd behandelen van verslavingsproblematiek en PTSS Het geïntegreerd behandelen van verslavingsproblematiek en PTSS Dag van de Inhoud Den Haag 28 september 2017 Ante Lemkes, GZ-psycholoog in opleiding tot Specialist Inleiding Introductie van mezelf, jullie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Lectoraat GGZ-Verpleegkunde. LVG en Verslaving. s Heerenloo 30 juni 2010

Lectoraat GGZ-Verpleegkunde. LVG en Verslaving. s Heerenloo 30 juni 2010 Lectoraat GGZ-Verpleegkunde LVG en Verslaving s Heerenloo 30 juni 2010 1 Wat komt aan bod? Overzicht programma LVG en verslaving Prevalentiegegevens Casus Brijder en s Heerenloo Discussie nav casuïstiek

Nadere informatie

WELKE MEDICATIE KIEZEN?

WELKE MEDICATIE KIEZEN? WELKE MEDICATIE KIEZEN? Het is belangrijk om het werkingsprofiel en de voor- en nadelen van de verschillende geneesmiddelen voor ADHD te kennen. Samen met ouders en kind/jongere kan dan een keuze gemaakt

Nadere informatie

Ontwikkelingsstoornissen en Verslaving

Ontwikkelingsstoornissen en Verslaving Ontwikkelingsstoornissen en Verslaving Dr. Patricia J.M. van Wijngaarden-Cremers Hendrikje Bloemert SCOS Dimence Inhoud Inleiding Ontwikkeling een interactief proces Impact en belang omgeving ADHD en Autisme:

Nadere informatie

Psychologische zorg voor kinderen en jongeren. De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren. Samen werken aan jezelf

Psychologische zorg voor kinderen en jongeren. De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren. Samen werken aan jezelf Psychologische zorg voor kinderen en jongeren De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren Samen werken aan jezelf Inhoud Belang psychologische zorg voor jeugd Psychologische

Nadere informatie

Je vader en/of moeder verslaafd? Transgenerationele overdracht van verslaving

Je vader en/of moeder verslaafd? Transgenerationele overdracht van verslaving Je vader en/of moeder verslaafd? Transgenerationele overdracht van verslaving Drs. Margreet van der Meer Hoofd Kwaliteit Innovatie Centrum VNN Lectoraat Verslavingskunde Hanzehogeschool Je vader en/of

Nadere informatie

DEEL 2 PROTOCOL BEHANDELING VAN ADHD BIJ VERSLAVING

DEEL 2 PROTOCOL BEHANDELING VAN ADHD BIJ VERSLAVING DEEL 2 PROTOCOL BEHANDELING VAN ADHD BIJ VERSLAVING 2 Het protocol behandeling 2.1 Algemene toelichting Attention-deficit/hyperactivity disorder (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit) is een stoornis

Nadere informatie

GGz in de huisartsenpraktijk. Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015

GGz in de huisartsenpraktijk. Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015 GGz in de huisartsenpraktijk Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015 MODEL BASISGGZ Model BasisGGz-Generalistische GGz-Specialistische

Nadere informatie

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG ADHD en ASS Bij normaal begaafde volwassen Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

ADHD zeker geen modegril

ADHD zeker geen modegril Angst voor overdiagnostiek is ongefundeerd ADHD zeker geen modegril Rob Rodrigues Pereira, kinderarts, Maasstad Ziekenhuis, Rotterdam dr. Sandra Kooij, psychiater, PsyQ Haaglanden prof. dr. Jan Buitelaar,

Nadere informatie

Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar. Het ADHD-team

Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar. Het ADHD-team Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar Het ADHD-team Uw kind heeft AD(H)D of er bestaat het vermoeden dat uw kind deze aandachtsstoornis heeft. Op het ADHD-spreekuur van de polikliniek

Nadere informatie