LESNOTA'S INSOLVENTIERECHT LES 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LESNOTA'S INSOLVENTIERECHT LES 1"

Transcriptie

1 LESNOTA'S INSOLVENTIERECHT LES 1 Insolventierecht 1

2 INLEIDING: INSOLVENTIERECHT NADER BEKEKEN Voor een goed begrip van zaken, is het nuttig om deze cursus te beginnen met een korte toelichting bij het onderwerp en de kernbegrippen van het opleidingsonderdeel. Insolventie komt van het Latijnse woord solvere, wat betekent losmaken, betalen. Insolventie slaat bijgevolg op het 'niet kunnen betalen' van schulden. Insolventierecht kan men definiëren als het geheel van rechtsregels die de positie beheersen van de debiteur in financiële moeilijkheden. Binnen dit opleidingsonderdeel zullen we verschillende aspecten van insolventierecht behandelen. De bespreking zal uiteenvallen in drie belangrijke delen: 1. Het vermogen van de schuldenaar: wat is het vermogen en hoe wordt dit vereffend? (DEEL I) 2. De zekerheidsrechten van de schuldeisers: hoe kunnen de schuldeisers meer zekerheid krijgen dat ze betaald zullen worden door de schuldenaar, m.a.w. hoe kunnen de schuldeisers zich beschermen tegen de insolventie van de schuldenaar? (DEEL II) 3. De insolventieprocedures: welke insolventieprocedures bestaan er, hoe verlopen deze procedures en wat is de positie van de schuldenaar en de schuldeisers binnen deze procedures? (DEEL III) Het laatste deel van deze cursus heeft betrekking op insolventierecht in internationaal perspectief, d.w.z. dat Europese en internationale regelgeving die betrekking heeft op de thema's uit de eerste drie delen (kort) wordt besproken (DEEL IV). Tussen de verschillende delen van deze cursus bestaan er nauwe verbanden. Zekerheidsrechten worden immers gevestigd op het vermogen van de schuldenaar 1 en de werking van deze zekerheidsrechten is van belang, wanneer er sprake is van een insolventieprocedure. Traditioneel valt een insolventieprocedure samen met een situatie van samenloop 2. Samenloop betekent dat verschillende schuldeisers aanspraak maken op 1 Noteer dat zekerheidsrechten ook gevestigd kunnen worden op het vermogen van derden (dit zijn dan zekerheidsstellers), tot zekerheid van betaling van de schulden van de schuldenaar. 2 Let wel, verder zal uiteengezet worden dat niet elke insolventieprocedure gelijkstaat met een situatie van samenloop. Insolventierecht 2

3 hetzelfde vermogen. Via een zekerheidsrecht probeert een schuldeiser meer zekerheid te hebben dat hij volledig betaald zal worden.! Volgend voorbeeld kan het belang en het verband tussen de kernbegrippen van dit opleidingsonderdeel illustreren. Schuldenaar Jan heeft een vermogen van 1000 euro. Hij heeft vier schuldeisers: schuldeiser Marie, (schuldvordering van 600 euro), schuldeiser Tom (schuldvordering van 400 euro), schuldeiser Piet (schuldvordering van 300 euro) en schuldeiser An (schuldvordering van 400 euro). De waarde van de schuldvorderingen ( = 1700) is dus groter dan het vermogen van schuldenaar Jan (1000). Er is sprake van samenloop wanneer de schuldeisers allen samen aanspraak maken op het vermogen van Jan. Een klassiek voorbeeld van samenloop is een faillissementsprocedure: het vermogen van Jan komt onder het bewind van een curator. De curator zal het vermogen van Jan moeten verdelen onder de vier schuldeisers. De basisregel voor verdeling is betaling van alle schuldeisers elk naar evenredigheid van hun schuldvordering (art. 8 Hyp.W.). Dit betekent dat de vier schuldeisers elk slechts gedeeltelijk betaald zullen worden, aangezien het vermogen van Jan te klein is om alle schuldeisers volledig te betalen. Zekerheidsrechten kunnen deze basisregel echter wijzigen, zodat een bepaalde schuldeiser volledig betaald wordt. Er bestaan verschillende soorten zekerheidsrechten met elk hun eigen gevolgen. Om dit te verduidelijken, voegen we in ons voorbeeld twee zekerheden toe. Schuldeiser An heeft een persoonlijke zekerheid bedongen, nl. een borgstelling door de vader van schuldenaar Jan. Deze persoonlijke zekerheid zorgt ervoor dat schuldeiser An een bijkomend vermogen kan aanspreken, indien schuldenaar Jan niet betaalt. Wanneer de vader van schuldenaar Jan zich borg heeft gesteld voor de betaling van de schuldvordering van schuldeiser An, dan kan schuldeiser An de vader van Jan aanspreken, wanneer ze niet volledig betaald wordt door schuldenaar Jan. De zekerheid van schuldeiser An bestaat er dus in dat ze door de vader van Jan betaald zal worden, wanneer Jan zelf niet kan betalen. Insolventierecht 3

4 Schuldeiser Piet heeft een zakelijke zekerheid bedongen, nl. een pand. Een pandrecht geeft de schuldeiser Piet een voorrangsrecht op het goed dat werd in pand gegeven. Stel dat schuldenaar Jan een schilderij in pand heeft gegeven aan schuldeiser Piet. Wanneer schuldeiser Piet niet wordt betaald door schuldenaar Jan, dan zal schuldeiser Piet dit schilderij kunnen laten verkopen en de opbrengst gebruiken om de nietbetaalde schuldvordering te voldoen. De casus kan als volgt worden voorgesteld: Gewone SE TOM: 400 Gewone SE MARIE : 600 SE AN met pers.zekerheid: 400 TOTAALVERMOGEN SA JAN 1000 VERMOGEN Vader van Jan = borg schilderij t.w.v. 300 = pand SE PIET met zakel. zekerheid: 300 SE PIET met zakel. zekerheid: 300 Hoe zal de verdeling tussen de vier schuldeisers nu gebeuren rekening houdende met het vermogen van 1000, het totaal aan schuldvorderingen van en de twee zekerheidsrechten? Stap 1: het pandrecht is een zakelijk zekerheidsrecht en creëert voorrang, schuldeiser Piet kan het schilderij ter waarde van 300 laten verkopen en de opbrengst gebruiken om zichzelf te betalen - d.w.z. schuldeiser Piet is volledig betaald (300) en het Insolventierecht 4

5 vermogen van Jan is verminderd met 300 (het schilderij), overblijvend vermogen 700 ( ) Stap 2: 700 moet verdeeld worden over de andere drie schuldeisers: Marie 600, Tom 400 en An 400. Verdeling moet naar evenredigheid van de grootte van ieders schuldvordering gebeuren (art. 8 Hyp.W.), d.w.z. Marie krijgt 300, Tom krijgt 200 en An krijgt 200. Stap 3: Schuldeiser An heeft een persoonlijke zekerheid, ze kan de vader van schuldenaar Jan aanspreken voor het niet-betaalde deel van haar schuldvordering, aangezien de vader zich borg stelde. De vader van Jan moet 200 betalen, zodat An volledig betaald wordt 3. Besluit: Schuldeisers Piet en An worden volledig betaald dankzij hun zekerheidsrecht; schuldeisers Marie en Tom zijn gewone schuldeisers (ze hebben geen zekerheidsrecht) en worden slechts gedeeltelijk betaald. Het oplossen van een dergelijke casus wordt een rangregeling genoemd: u bepaalt in welke volgorde en in welke mate een schuldeiser zal worden betaald. Het correct opstellen van een rangregeling is één van de vaardigheden die u moet verwerven binnen dit opleidingsonderdeel. Voorgaand voorbeeld illustreert de drie kernbegrippen uit het insolventierecht, die we bij wijze van inleiding kunnen samenvatten als volgt: - Vermogen: het geheel van in geld waardeerbare goederen, rechten en verplichtingen dat aan een bepaald rechtssubject toebehoort - Zekerheidsrechten: alle juridische mechanismen die erop gericht zijn de betaling van de schuldvordering van de schuldeiser veilig te stellen, ongeacht hun aard of hun doelstelling - Samenloop: verschillende aanspraken van schuldeisers op hetzelfde vermogen [vgl. met de verschillende insolventieprocedures] 3 Let op: voor de eenvoud, wordt in deze casus abstractie gemaakt van het regresrecht van de vader van schuldenaar Jan. In beginsel zal de vader van Jan immers terugbetaling kunnen vorderen van Jan van de som die werd betaald aan schuldeiser An. Deze problematiek zal verder worden besproken onder de afdeling borgtocht. Insolventierecht 5

6 In de regel kunnen alle leerstukken binnen dit opleidingsonderdeel ondergebracht worden in dit stramien, zoals geïllustreerd in volgend overzichtschema. De drie delen van deze cursus vallen samen met de drie kernbegrippen. Onder elk kernbegrip worden een aantal thema's uitgewerkt, die in grote mate samenvallen met de hoofdstukken van elk deel. In de derde kolom INSOLVENTIE vindt u een overzicht van de insolventieprocedures die in deze cursus uitgebreid aan bod zullen komen: beslag, collectieve schuldenregeling, gerechtelijke reorganisatie, faillissement en vereffening. Het vierde deel is een doorsnede van alle begrippen toegepast in de internationale en Europese context. Deel I VERMOGEN SA Deel II BESCHERMING VIA ZEKERHEDEN SE Deel I en Deel III INSOLVENTIE Verschillende vormen van samenloop Individueel Collectief Particulieren Handelaars Art. 7 Hyp.W. Alle goederen als verhaalsobject van de schuldeisers Art. 8 Hyp.W. Verdeling tussen de schuldeisers naar evenredigheid tenzij wettige redenen van voorrang Persoonlijke zekerheden Zakelijke zekerheden Zekerheidsmechanismen met zakelijke werking Eigendom tot zekerheid Bewarend beslag Uitvoerend beslag Collectieve schulden regeling Gerechtelijke Reorganisatie (GEEN samenloop) Faillissement + Enkel rechtspersonen 4 Vereffening Deel IV Insolventie in internationaal perspectief Overzichtschema van de cursus: overzicht van de verschillende delen en hun verband 4 Noteer dat niet alle rechtspersonen handelaar zijn, in deze cursus zal in beginsel enkel aandacht worden besteed aan rechtspersonen met een commerciële activiteit als statutair doel. Insolventierecht 6

7 DEEL I. HET VERMOGEN EN ZIJN VEREFFENING! Voor toelichting en achtergrond bij dit deel I, kan u volgende teksten raadplegen: ERIC DIRIX en R. DE CORTE, Zekerheidsrechten, Kluwer, 2006 (vijfde uitgave): Deel I Het vermogen en zijn vereffening, p (beschikbaar in de bibliotheek) R. DEKKERS, bewerkt door E. DIRIX, Handboek Burgerlijk Recht, Deel II, Zakenrecht, Zekerheden, Verjaring, Antwerpen, Intersentia, 2005, p [dit is het handboek van het opleidingsonderdeel zakenrecht, derde bachelor] Overzicht. In dit eerste deel worden de kernbegrippen vermogen (hfst 1) en samenloop (hfst 2) toegelicht. Beiden begrippen vormen de bouwstenen om de volgende delen van de cursus te kunnen begrijpen. U zal vaststellen dat bepaalde thema's uit dit eerste deel later hernomen worden in een specifieke bespreking onder deel II of deel III van deze currus. Het is de bedoeling dat u in het eerste deel een algemeen inzicht verwerft in de basisprincipes, in de daaropvolgende delen zullen deze basisprincipes worden toegepast in een welbepaalde materie. HOOFDSTUK I. HET VERMOGEN Situering en voorkennis. Het begrip vermogen werd reeds besproken in de cursus zakenrecht. Er wordt verondersteld dat u de basisbegrippen betreffende het vermogen (samenstelling van het vermogen, soorten goederen, onderscheid tussen zakelijke rechten en vorderingsrechten) kent. In het volgende hoofdstuk worden enkele basisprincipes met betrekking tot het vermogen herhaald, maar wordt voornamelijk de link gelegd met de functie van het vermogen in het insolventierecht: het vermogen als verhaalsobject. De centrale vraag is: wie kan verhaal uitoefenen op het vermogen en welke beperkingen zijn hieraan verbonden? In de laatste afdeling van dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de overdracht van goederen, omdat dit van belang is voor een goed begrip van het zekerhedenrecht. Insolventierecht 7

8 AFDELING 1. BASISPRINCIPES BETREFFENDE HET VERMOGEN 1. DEFINITIE EN SITUERING Vermogen. Het begrip vermogen kan op verschillende manieren benaderd worden. Vaak maakt men bij het vermogen een onderscheid tussen de activa (de goederen van de schuldenaar in de ruime zin) en de passiva (de schulden van de schuldenaar). Het vermogen kan gedefinieerd worden als het geheel van in geld waardeerbare goederen, rechten en verplichtingen dat aan een bepaald rechtssubject toebehoort. Deze definitie weerspiegelt een aantal elementen: - Het betreft het geheel van goederen en rechten van de schuldenaar - dit betekent alles wat de schuldenaar bezit, zowel zijn huidige goederen als zijn toekomstige het vermogen van de schuldenaar is dus veranderlijk - In geld waardeerbaar zaken die een louter morele waarde hebben, vallen niet onder het vermogen van de schuldenaar (vb. de eerste tekening van je kleinkind) - Toebehorend aan een bepaald rechtssubject dit is een uiting van het klassieke vermogensbegrip De klassieke theorie van het vermogensbegrip. Op heden wordt in België in beginsel nog steeds de klassieke theorie van het vermogensbegrip toegepast, wat impliceert dat een vermogen noodzakelijk vast hangt aan een rechtssubject. Een rechtssubject kan zowel een natuurlijke persoon zijn, als een rechtspersoon. Deze theorie vertaalt zich in drie basisregels: - alle rechtssubjecten hebben een vermogen - een rechtssubject heeft slechts één vermogen eenheid of ondeelbaarheid van het vermogen - alleen rechtssubjecten hebben een vermogen er bestaan geen vermogens die niet toebehoren aan een rechtssubject Deze benadering is echter in de praktijk moeilijk houdbaar, vandaar dat er uitzonderingen op deze basisregels zijn ontstaan. De belangrijkste afwijking is de mogelijkheid om Insolventierecht 8

9 deelvermogens te creëren. Hierbij zal het doel van het (deel)vermogen centraal staan, in plaats van het rechtssubject aan wie dit vermogen toebehoort. Een rechtssubject kan immers verschillende deelvermogens hebben, naargelang het doel van de deelvermogens Deelvermogens. Wanneer we aanvaarden dat een rechtssubject verschillende deelvermogens kan hebben, rijst de vraag hoe deze deelvermogens kunnen ontstaan. De mogelijkheid om deelvermogens te creëren, is niet onbeperkt. Er worden twee voorwaarden gesteld: - een belang: de vermogenssplitsing moet een belang dienen - noodzakelijke publiciteit: de vermogensplitsing moet bekend zijn aan de schuldeisers! Klassieke voorbeelden van deelvermogens: de huwelijksgemeenschap (splitsing tussen eigen vermogen en gemeenschappelijk vermogen); beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap (splitsing tussen eigen vermogen en nalatenschap) De mogelijkheid om deelvermogens te creëren, brengt ons vervolgens bij de vraag of er een louter contractuele splitsing van het vermogen mogelijk is. Dit is de problematiek van de fiduciaire eigendom.! Voorbeeld: Kan ik beslissen om een bankrekening te openen in mijn eigen naam met als doel: voor mijn kleinkinderen? Met andere woorden kan ik op deze manier voorkomen dat mijn schuldeisers beslag kunnen leggen op het geld van deze bankrekening dat bestemd is voor mijn kleinkinderen (afgescheiden vermogen)? Fiduciaire eigendom betekent dat er een splitsing bestaat tussen de juridische eigendom en de economische eigendom. In bovenstaand voorbeeld is de bankrekeninghouder de juridische eigenaar en zijn de kleinkinderen de economische eigenaars. In België is een dergelijke afsplitsing van vermogen problematisch, terwijl andere landen deze mogelijkheid wel kennen (vb. de trust uit het Verenigd Koninkrijk). Het uitgangspunt is dat dergelijke afsplitsing onmogelijk is. Het hierboven geschetste voorbeeld zal dus niet kunnen worden toegepast: het geld op de bankrekening wordt geacht toe te behoren aan de rekeninghouder, de rekeninghouder kan deze rekening niet afsplitsen van zijn vermogen ten voordele van zijn kleinkinderen. Insolventierecht 9

10 Op de principiële onmogelijkheid van vermogenssplitsing bestaan echter uitzonderingen. Een eerste uitzondering vinden we terug in de zogenaamde Wet Financiële Zekerheden 5, die verder zal worden besproken. Een tweede uitzondering is de kwaliteitsrekening, dit is een bankrekening waarbij duidelijk wordt aangegeven dat de rekening wordt gehouden in een bepaalde kwaliteit (vb. derdenrekening van advocaat, beheersrekening van een syndicus van een appartementsgebouw). In deze situatie werd tot begin 2011 algemeen aanvaard dat het geld op de kwaliteitsrekening afgescheiden blijft van het vermogen van de rekeninghouder. De gelden op deze rekening behoren immers aan de cliënten toe van de rekeninghouder en niet aan rekeninghouder zelf. Het Hof van Cassatie oordeelde echter in een arrest van 27 januari 2011 dat dergelijke kwaliteitsrekening aangehouden door een advocaat geen afgescheiden vermogen kan uitmaken, aangezien er geen wettelijke grondslag is voorzien voor deze afscheiding. Het lot van de kwaliteitsrekening was sinds dit arrest onzeker. Eind 2013 maakte de wetgever een einde aan deze onzekerheid door de invoeging van een nieuw art. 8/1 Hyp.W 6. Het nieuwe artikel 8/1 Hyp.W. vormt een uitzondering op het principe van de eenheid en ondeelbaarheid van het vermogen voor de kwaliteitsrekening aangehouden door advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders 7. De tegoeden op een kwaliteitsrekening aangehouden door deze drie groepen van beroepsbeoefenaars zijn afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder. Aangezien de wetgever enkel de kwaliteitsrekening van advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders wettelijk heeft geregeld, blijft het lot van andere kwaliteitsrekeningen 8 op heden nog steeds onzeker. Wanneer er geen wettelijke bepaling bestaat die voorziet in een afscheiding van het vermogen, kunnen/zullen dergelijke 5 Wet van 15 december 2004 betreffende de financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijke-zekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten, BS 1 februari 2005, verder Wet Financiële Zekerheden of WFZ. 6 Wet van 22 november 2013 tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt wat de kwaliteitsrekening van notarissen betreft en van de hypotheekwet van 16 december 1831 wat de kwaliteitsrekening van advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders betreft, BS 10 december Noteer dat de wetgever het lot van de kwaliteitsrekening van advocaten en deurwaarders verder heeft geregeld bij wet, zie Wet van 21 december 2013 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de kwaliteitsrekening van advocaten betreft, BS 16 januari 2014 en Wet tot wijziging van het statuut van de gerechtsdeurwaarders, BS 22 januari Voor notarissen bestond er reeds een wettelijke regeling, zie artikel 34 en 34bis Wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt. 8 Noteer dat er voorheen ook al andere specifieke wettelijke bepalingen bestonden om bepaalde kwaliteitsrekeningen te beschermen. Insolventierecht 10

11 kwaliteitsrekeningen beschouwd kunnen worden als deel van het vermogen van de rekeninghouder. De problematiek van de fiduciaire eigendomsoverdracht zal verder in deze cursus worden besproken, onder het deel II Zekerheidsrechten. 2. OVERDRACHT VAN VERMOGEN Rechtsopvolging onder algemene titel en onder bijzondere titel. Uit het klassieke vermogensbegrip volgt dat het vermogen in beginsel levenslang toebehoort aan een rechtssubject. Toch kan het vermogen overgaan naar een ander rechtssubject, hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen rechtsopvolging onder algemene titel en onder bijzondere titel. Er is sprake van rechtsopvolging onder algemene titel, wanneer het vermogen in zijn totaliteit (of een onverdeeld aandeel) wordt overgedragen. Dit betekent dat het hele vermogen wordt overgedragen krachtens één enkele titel, zonder dat rekening wordt gehouden met de samenstelling van het vermogen. De overdracht van de totaliteit van het vermogen betekent ook dat zowel de activa als de passiva overgedragen worden. Bij natuurlijke personen is dit enkel mogelijk bij overlijden door nalatenschap; bij rechtspersonen zal dergelijke algemene overdracht gebeuren door fusie of splitsing. Er is sprake van rechtsopvolging onder bijzondere titel, wanneer een welbepaald goed wordt overgedragen. In dit geval moet worden nagegaan op welke wijze het goed in kwestie kan worden overgedragen. Er bestaan immers verschillende regels voor de overdracht van een roerend goed, een onroerend goed en een schuldvordering (zie ook verder afdeling 4 van dit hoofdstuk)! Een voorbeeld met betrekking tot een onroerend goed kan het verschil tussen rechtsopvolging onder algemene titel en onder bijzondere titel verduidelijken. Wanneer een huis wordt verkocht (rechtsopvolging onder bijzondere titel), zal deze verkoop overgeschreven worden bij de hypotheekbewaarder, zodat de verkoop tegenstelbaar wordt aan derden. Wanneer datzelfde huis deel uitmaakt van de nalatenschap (rechtsopvolging onder algemene titel), moet de overdracht van het huis Insolventierecht 11

12 niet worden overgeschreven bij de hypotheekbewaarder opdat de erfgenaam deze verkrijging zou kunnen tegenwerpen aan derden. De specifieke vereisten voor een overdracht ten bijzondere titel gelden niet bij een overdracht ten algemene titel, omdat de nalatenschap in haar geheel overgedragen wordt zonder rekening te houden met de inhoud van deze nalatenschap. 3. HET BESTUUR VAN HET VERMOGEN DOOR EEN BEWINDVOERDER De bewindvoerder. Het bestuur van een vermogen betekent dat men de bevoegdheid heeft om handelingen van beheer, bewaring en beschikking te stellen. Wanneer een vermogen wordt bestuurd door een derde, spreekt men van bewind. De bewindvoerder moet het vermogen besturen in naam en voor rekening van de rechthebbende(n). De bevoegdheid van de bewindvoerder wordt bepaald door de wet. Deze wettelijke bevoegdheden kunnen echter worden aangevuld met de zogenaamde impliciete bevoegdheden", dit zijn alle bevoegdheden die de bewindvoerder nodig heeft om zijn wettelijke opdracht naar behoren te kunnen uitvoeren.! We kunnen deze regel illustreren aan de hand van de bevoegdheden van de curator als bewindvoerder van de faillissementsboedel. Een aantal bevoegdheden van de curator worden specifiek opgesomd in de Faillissementswet (bijv. art. 41, 43, 46, 51, Fail.W.). De wettelijke grondslag voor de impliciete bevoegdheden van de curator vinden we terug in artikel 40 Faill.W.: de curator beheert het faillissement als een goed huisvader onder toezicht van de rechter-commissaris. De curator moet dus alles doen wat de wet hem specifiek opdraagt EN mag alles doen, wat past in een goed bestuur van de boedel, waarbij de concrete invulling af zal hangen van het faillissement in kwestie. Neutraal of naamloos bewind. Men spreekt van een neutraal bewind telkens wanneer er sprake is van een onpartijdige bewindvoerder die verschillende tegenstrijdige aanspraken op het vermogen met elkaar moet verzoenen (vb. schuldenaar en schuldeisers; erfgenamen en schuldeisers). Dit betekent dat de bewindvoerder niet uitsluitend in naam van de schuldenaar of de schuldeiser optreedt, maar handelt in het belang van het vermogen en het doel van zijn bewind. Insolventierecht 12

13 Anzuiveringsbewind vs. vereffeningsbewind. In het insolventierecht onderscheidt men twee soorten bewindvoering naargelang het doel. Een aanzuiveringsbewind is gericht op het saneren van de financiële positie van de schuldenaar door het verlenen van betalingsuitstel of een gedeeltelijke kwijtschelding (continuïteit). Een vereffeningsbewind beoogt de loutere vereffening van de activa en de verdeling van opbrengst onder de schuldeisers (discontinuïteit). Tussen beide soorten van bewindvoering bestaan er een aantal verschillen op het vlak van het initiatiefrecht, de bevoegdheid van de schuldenaar en de bevoegdheid van de bewindvoerder. Hieronder wordt een schematisch overzicht gegeven van deze verschilpunten toegepast op de insolventieprocedures die in deze cursus worden besproken: - Onder "doel" wordt het onderscheid tussen beide soorten bewind opgenomen. - Onder "toepassing op de insolventieprocedures" worden alle insolventieprocedures die in deze cursus worden besproken, ingedeeld in één van beide soorten bewind. Hier wordt tevens vermeld wie in voorkomend geval optreedt als bewindvoerder in de insolventieprocedure. - Onder "initiatief" wordt aangeduid wie het initiatief kan nemen om de insolventieprocedure op te starten - Onder "bevoegdheid schuldenaar" wordt toegelicht welke bevoegdheid de schuldenaar nog heeft. - Onder "bevoegdheid bewindvoerder" wordt toegelicht welke bevoegdheid de bewindvoerder heeft. Insolventierecht 13

14 Doel AANZUIVERINGSBEWIND De financiële positie van de schuldenaar herstellen door het verlenen van betalingsuitstel of gedeeltelijke kwijtschelding VEREFFENINGSBEWIND Het vermogen van de schuldenaar vereffenen en de opbrengst ervan verdelen onder diens schuldeisers Toepassing op de insolventieprocedures + bewindvoerder Collectieve schuldenregeling = schuldbemiddelaar LET WEL: ook vereffening mogelijk binnen collectieve schuldenregeling Gerechtelijke reorganisatie door minnelijk akkoord of door collectief akkoord: hier is er sprake van aanzuivering, maar er is in beginsel GEEN bewindvoerder (uitz. gerechtsmandataris/ voorlopig bewindvoerder ex art. 28 W.C.O.) PARTIEEL vereffeningsbewind Beslag roerend goed = gerechtsdeurwaarder Beslag onroerend goed = notaris Gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag = gerechtsmandataris LET WEL: specifieke toepassing van vereffening ALGEMEEN vereffeningsbewind Faillissement = curator Initiatief Bevoegdheid schuldenaar Collectieve schuldenregeling: enkel SA Gerechtelijke reorganisatie door minnelijk akkoord of door collectief akkoord: enkel SA De schuldenaar behoudt in beginsel zijn bestuursbevoegdheid, maar wordt (soms) onder toezicht geplaatst van een door de rechtbank aangesteld bewindvoerder Ontbinding = vereffenaar Beslag : SE Gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag = SA, SE, OM of belanghebbende derde Faillissement: SA, SE, OM Ontbinding : SA aandeelhouders (soms ook elke belanghebbende en OM) De schuldenaar wordt geheel of gedeeltelijk beschikkingsonbevoegd Respectievelijk algemeen vs. partieel vereffeningsbewind Insolventierecht 14

15 Bevoegdheid bewindvoerder Wettelijke regels aan te passen door de rechtbank naar gelang het geval Wettelijke bevoegdheid + impliciete bevoegdheid Het is van belang om erop te wijzen dat een insolventieprocedure een combinatie kan vormen van aanzuiveren en vereffenen (vb gerechtelijke kwijtschelding in collectieve schuldenregeling; gerechtelijke reorganisatie met combinatie van collectief akkoord en overdracht onder gerechtelijk gezag). In dergelijke hypothese kijkt men naar het hoofddoel van de procedure om te bepalen om welk soort bewindvoering het gaat. " Richtvragen bij deze afdeling: Na het doornemen van deze afdeling kan ik: - toelichten wat het vermogen is - het klassieke vermogenbegrip uitleggen - de mogelijkheid en beperking aan de splitsing van het vermogen en de toelaatbaarheid van deelvermogens uitleggen - voorbeelden geven van deelvermogens - het verschil uitleggen tussen een rechtsopvolging onder algemene titel en onder bijzondere titel - het principe van bewindvoering uitleggen - het verschil uitleggen tussen een aanzuiverings- en een vereffeningsbewind - de insolventieprocedures kwalificeren als een aanzuiverings- of vereffeningsbewind en de specifieke bewindvoerders benoemen Insolventierecht 15

16 AFDELING 2. JURIDISCHE FUNCTIE VAN HET VERMOGEN 1. WETTELIJKE GRONDSLAG Juridische functie van het vermogen. Art. 7 en 8 Hyp.W. verwoorden de juridische functie van het vermogen. Uit deze bepalingen kunnen drie beginselen worden afgeleid: - De goederen van de schuldenaar zijn het gemeenschappelijk onderpand van alle schuldeisers - Alle goederen van de schuldenaar dienen als waarborg voor zijn verbintenissen - Schuldeisers worden op gelijke wijze behandeld bij de verdeling, tenzij er wettelijke redenen van voorrang bestaan 2. HET VERMOGEN ALS GEMEENSCHAPPELIJK ONDERPAND Persoonlijke gehoudenheid en gehoudenheid propter rem. Artikel 7 Hyp.W. stelt: Ieder die persoonlijk verbonden is, is gehouden zijn verbintenissen na te komen, onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, hetzij onroerende, zo tegenwoordige als toekomstige. Het vermogen dient bijgevolg steeds om de nakoming van persoonlijke verbintenissen van de schuldenaar te garanderen. Wanneer de schuldenaar een verbintenis aangaat, verbindt hij hiermee in beginsel zijn hele vermogen. Een uitzondering op deze algemene regel is de gehoudenheid propter rem. Een schuldenaar kan ook gehouden zijn tot een welbepaalde zaak in plaats van zich te verbinden met zijn hele vermogen. Dit impliceert dat een schuldeiser in dat geval zijn verhaalsrecht enkel kan uitoefenen op de specifieke zaak waarop de verbintenis betrekking heeft.! Een voorbeeld van gehoudenheid propter rem is de verbintenis van een zakelijke borg. Deze rechtsfiguur wordt later besproken in de cursus. Kort samengevat kunnen we deze rechtsfiguur als volgt uitleggen. Schuldeiser Piet heeft een schuldvordering van euro ten aanzien van schuldenaar Jan. Tot zekerheid van betaling van deze schuld, stelt de vader van Jan zich borg. In beginsel betekent dit dat de vader van Jan met heel zijn vermogen instaat voor de nakoming van de schuld door Jan. Met andere woorden als Jan niet betaalt, kan schuldeiser Piet het hele vermogen van de vader van Jan aanspreken tot betaling van de euro. Het is echter ook mogelijk dat de vader Insolventierecht 16

17 van Jan zich zakelijk borg stelt. In dit geval verbindt hij zich niet met zijn hele vermogen, maar verleent hij aan schuldeiser Piet een zakelijk recht tot nakoming van de schuldvordering. De vader van Jan zou bijvoorbeeld een schilderij in pand kunnen geven. Indien de hoofdschuldenaar Jan niet betaalt, dan kan schuldeiser Piet zijn verhaalsrecht uitoefenen op dit schilderij, maar alleen op dat schilderij. De gehoudenheid van de vader van Jan is bijgevolg beperkt tot het schilderij, schuldeiser Piet kan de borg tot niet meer aanspreken (dus niet op zijn hele vermogen), ook al zou de verkoopsprijs van het schilderij uiteindelijk minder dan euro blijken te zijn.! Een ander voorbeeld van een gehoudenheid propter rem is de gehoudenheid van de derde bezitter van een gehypothekeerd onroerend goed. Dit zal later worden toegelicht in de cursus. Beperkingen aan het verhaalsrecht van de schuldeisers. Men kan zich afvragen of een bepaald gedeelte van het vermogen uitgesloten kan worden van het algemeen verhaalsrecht van de schuldeisers. Dit is mogelijk en hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen wettelijke beperkingen en contractuele beperkingen. De wet kan bepaalde goederen aan het verhaalsrecht van de schuldeisers onttrekken door deze goederen onbeslagbaar te verklaren onder bepaalde voorwaarden.! Voorbeelden van onbeslagbare goederen: zie art e.v. Ger.W., art. 16 Faill.W. en de onbeslagbaarheid van de hoofdverblijfplaats van een zelfstandige (zie hierover ook later bij beslag) Naast de wettelijke beperkingen kunnen partijen onderling ook bepaalde beperkingen aan het verhaalsrecht van de schuldeiser aanbrengen. Het is perfect mogelijk dat de schuldenaar en de schuldeiser overeenkomen dat het verhaalsrecht onderworpen is aan bepaalde voorwaarden of beperkt wordt voor een bepaalde periode. Men kan denken aan het verbod om zijn verhaalsrecht uit te oefenen op bepaalde goederen (vb. geen verhaal op mijn onroerend goed), het gebod om het verhaalsrecht enkel uit te oefenen op een welbepaald goed (vb. enkel verhaal mogelijk op mijn kunstcollectie), het verbod om verhaal uit te oefenen binnen een periode van één jaar, enz. Deze contractuele bedingen zijn in beginsel steeds geldig, maar Insolventierecht 17

18 gelet op de relativiteit van verbintenissen zullen deze afspraken enkel de partijen binden. Andere schuldeisers kunnen hier niet door gebonden worden.! Een voorbeeld kan deze principes illustreren. Schuldeiser Piet heeft een schuldvordering van euro ten aanzien van schuldenaar Jan. In de overeenkomst tussen Jan en Piet wordt bedongen dat Piet geen verhaal kan uitoefenen op de boekencollectie van Jan. Schuldeiser Piet is gebonden door deze overeenkomst, maar alle andere schuldeisers van Jan zullen perfect hun verhaalsrecht op de boekencollectie van Jan kunnen uitoefenen (tenzij deze schuldeisers ook toegestemd hebben met een dergelijke clausule). Hetzelfde principe geldt ook in de volgende situatie: stel dat schuldenaar Jan de boekencollectie heeft gekregen via een schenking van zijn vader. Bij deze schenking werd gestipuleerd dat Jan de boekencollectie niet mag vervreemden. Dit vervreemdingsverbod bindt Jan, maar zal de schuldeisers van Jan niet binden. De schuldeisers van Jan kunnen beslag leggen op de boekencollectie en deze laten verkopen. Voorgaande basisregels verhinderen echter niet dat bedingen die inherent zijn aan een schuldvordering ook kunnen worden tegengeworpen aan de schuldeisers van de gebonden schuldeiser of zijn rechtsverkrijgers. Wat de schuldeiser niet is toegestaan, kan ook niet worden toegestaan aan zijn eigen schuldeisers of zijn rechtsverkrijgers.! Een voorbeeld kan dit opnieuw verduidelijken. Schuldeiser Piet heeft een schuldvordering van euro ten aanzien van schuldenaar Jan. In de overeenkomst tussen Jan en Piet wordt bedongen dat Piet geen verhaal kan uitoefenen op de boekencollectie van Jan. In het vermogen van schuldeiser Piet zit dus zijn schuldvordering op Jan, inclusief het beding van onbeslagbaarheid van de boekencollectie. An is schuldeiser van Piet en vindt in het vermogen van Piet de schuldvordering op Jan. Schuldeiser An is ook gebonden door het beding dat de boekencollectie van schuldenaar Jan niet kan worden in beslag genomen. Schuldeiser An moet de vordering in het vermogen van Piet nemen zoals ze deze aantreft, dus inclusief het beding van onbeslagbaarheid. Insolventierecht 18

19 3. HET VERHAALSRECHT VAN DE SCHULDEISERS Aard van het verhaalsrecht. Hierboven werd reeds toegelicht dat het vermogen dient als gemeenschappelijk onderpand voor de schuldeisers. Dit betekent dat de schuldeiser zijn rechten kan laten gelden op het hele vermogen van zijn schuldenaar, wanneer hij niet betaald wordt. De term gemeenschappelijk onderpand verwijst naar een pandrecht. Het verhaalsrecht van de schuldeiser kan echter niet gelijkgesteld worden met een zakelijk recht. De schuldeiser heeft geen zakelijk recht op het vermogen van zijn schuldeiser. Toch krijgt het verhaalsrecht een zakenrechtelijke dimensie, eenmaal het verhaalsrecht wordt uitgeoefend. We kunnen stellen dat de schuldeiser beschikt over een 'sluimerend' pandrecht. Aanvankelijk heeft de schuldeiser enkel een (persoonlijk) vorderingsrecht. Wanneer de schuldenaar zijn verbintenis niet nakomt, kan de schuldeiser zijn verhaalsrecht uitoefenen, men zegt ook wel zijn schuldvordering realiseren. Dit betekent dat hij zijn rechten zal uitoefenen op het vermogen van de schuldenaar via beslag of andere vormen van executie. Door beslag te leggen, gaat de schuldenaar over tot effectuering van zijn sluimerend pandrecht. We zouden kunnen stellen dat het persoonlijk vorderingsrecht van de schuldeiser nu een zakelijk staartje krijgt. Hoe wordt het verhaalsrecht uitgeoefend? Er bestaan verschillende mogelijkheden om zijn verhaalsrecht uit te oefenen. Deze mogelijkheden verschillen naargelang men al dan niet beschikt over een bepaalde zekerheid. Hierna volgt bij wijze van voorbeeld een opsomming van een aantal mogelijkheden die later in de cursus uitgebreid aan bod komen: - beslag (bewarend uitvoerend beslag); - faillissement (collectief beslag ten behoeve van alle schuldeisers); - pandverzilvering (een pandhouder kan zijn pand ten gelde maken); - uitoefening rechtstreekse vordering (vb. onderaannemer bouwheer) Insolventierecht 19

20 " Richtvragen bij deze afdeling: Na het doornemen van deze afdeling kan ik: - de juridische functie van het vermogen toelichten - het onderscheid tussen persoonlijke gehoudenheid en gehoudenheid propter rem uitleggen - de beperkingen aan het verhaalsrecht van de schuldeiser uitleggen en illustreren met voorbeelden - uitleggen wat het verhaalsrecht van de schuldeiser inhoudt en hoe dit verhaalsrecht kan worden uitgeoefend AFDELING 3. HET VERMOGEN ALS VERHAALSOBJECT 1. BASISPRINCIPES BETREFFENDE DE WIJZE WAAROP HET VERHAALSRECHT WORDT UITGEOEFEND Welk vermogen dient als verhaalsobject voor de schuldeisers? De schuldeiser kan slechts zijn verhaalsrecht uitoefenen op het vermogen zoals dat bestaat op het ogenblik van de uitoefening van het verhaalsrecht. Dit betekent dat een schuldeiser slechts beslag kan leggen op goederen die zich op dat moment in het vermogen van de schuldenaar bevinden. Het vermogen wordt met andere woorden gefixeerd op het ogenblik dat de schuldeiser zijn verhaalsrecht uitoefent. Het is duidelijk dat het vermogen van een schuldenaar niet statisch is, elk vermogen ondergaat voortdurend wijzigingen. De schuldenaar koopt, verkoopt, maakt, gebruikt, krijgt, bepaalde goederen. Binnen het vermogen is er sprake van een wisselende onbeperkte zakelijke subrogatie. Schuldeisers zijn in beginsel gebonden door deze wijzigingen in het vermogen van de schuldenaar. Een schuldeiser moet alle rechtshandelingen van zijn schuldenaar respecteren, op voorwaarde dat deze hem tegenwerpelijk zijn en dat er geen sprake is van bedrieglijke benadeling. Insolventierecht 20

21 ! Een schuldenaar kan zijn onroerend goed verkopen, zonder dat hij hiervoor de toestemming van zijn schuldeisers moet vragen (tenzij dit contractueel anders werd bedongen of overdracht werd uitgesloten). Deze verkoop zal de schuldeisers evenwel enkel tegenwerpelijk zijn, indien de verkoop werd overgeschreven op het hypotheekkantoor (publiciteitsvereiste zie verder afdeling 4 in dit hoofdstuk). Schuldeisers moeten het vermogen nemen in de staat waarin het zich bevindt, wat impliceert dat ze alle zakelijke rechten die hierop zijn gevestigd, alle modaliteiten verbonden aan het eigendomsrecht van de schuldenaar en alle voorwaarden verbonden aan de schuldvorderingen die de schuldenaar zelf heeft, moeten respecteren.! Wanneer een schuldenaar enkel het vruchtgebruik heeft van een onroerend goed, kan het onroerend goed zelf niet onderworpen zijn aan het verhaalsrecht. Wanneer een schuldenaar een onroerend goed verwerft onder ontbindende voorwaarde, zal de realisatie van de ontbindende voorwaarde dit onroerend goed uit het vermogen van de schuldenaar laten verdwijnen. Bescherming van het vermogen. Schuldeisers kunnen in bepaalde omstandigheden wel maatregelen nemen om het wisselend karakter van het vermogen te beperken. We kunnen een onderscheid maken tussen preventieve maatregelen en curatieve maatregelen. Preventieve maatregelen zorgen ervoor dat het vermogen behouden wordt in een bepaalde toestand. Deze maatregelen zijn erop gericht om (tijdelijk) vermogensveranderingen te beperken. Een aantal mogelijkheden zijn: - bewarende maatregelen zoals bewarend beslag (art Ger.W.), aanstellen van een sekwester (art B.W.) of een voorlopig bewindvoerder (verschillende wettelijke mogelijkheden), - het invoeren van contractuele beperkingen 9 zoals het verbod om een onroerend goed te hypothekeren, een vervreemdingsverbod,. 9 Let wel: dergelijke bedingen binden enkel de partijen. Insolventierecht 21

22 Curatieve maatregelen zijn maatregelen die een schuldeiser kan nemen om het vermogen van de schuldenaar waarop hij verhaal kan uitoefenen, te vergroten. Hierna bespreken we twee toepassingen: de zijdelingse vordering en de pauliaanse vordering. De zijdelingse vordering wordt geregeld in art B.W. Op grond van dit artikel mag een schuldeiser in beginsel de rechten en vorderingen uitoefenen van zijn schuldenaar (m.u.v. de strikt persoonlijke rechten), wanneer de schuldenaar dit zelf verzuimt. De schuldeiser handelt in eigen naam, maar wel voor rekening van zijn schuldenaar. Dit betekent ook dat de opbrengst van de zijdelingse vordering in beginsel in het vermogen van de schuldenaar terechtkomt, en niet naar de vorderende schuldeiser gaat. De vorderende schuldeiser heeft ook geen voorrangsrecht op deze opbrengst 10. Wanneer geen andere schuldeisers aanspraak maken op de opbrengst, kan de vorderende schuldeiser met toestemming van de schuldenaar wel vragen dat de opbrengst hem toch wordt toebedeeld, zodat hij de opbrengst kan compenseren met zijn eigen schuldvordering. Het gebruik van de zijdelingse vordering om bepaalde sommen te verkrijgen, is echter nogal omslachtig, hetzelfde effect kan gemakkelijker bereikt worden via een derdenbeslag.! Een voorbeeld kan de werking van de zijdelingse vordering illustreren. Schuldeiser Dirk heeft een vordering van 100 euro op schuldenaar Elke. Dirk is echter ook schuldenaar van schuldeiser Karel ten belope van 200 euro. Aangezien Dirk zijn schuld ten aanzien van Karel niet betaalt, maar evenmin zijn eigen vordering op schuldenaar Elke behartigt, stelt Karl een zijdelingse vordering in tegen Elke. Hierbij wordt gevorderd dat schuldenaar Elke zou betalen aan haar schuldeiser Dirk. Indien geen andere schuldeisers van Dirk aanspraak maken op deze 100 euro, kan schuldeiser Karel vragen dat de betaling rechtstreeks aan hem wordt verricht, zodat hij zijn eigen schuldvordering op Dirk kan compenseren. Dit betekent dat schuldenaar Elke hiermee haar schuld heeft voldaan en dat schuldenaar Dirk nog slechts 100 euro moet betalen aan schuldeiser Karel. De pauliaanse vordering (actio pauliana) wordt geregeld in art B.W. Er bestaat tevens een variant, de faillissementspauliana, die aangewend kan worden ten aanzien van 10 Hierin schuilt het verschil met een rechtstreekse vordering waar de opbrengst wel rechtstreeks naar de vorderende schuldeiser gaat omwille van zijn voorrangsrecht. Insolventierecht 22

23 rechtshandelingen gesteld in de periode voorafgaand aan het faillissement (art. 20 Faill.W.). Deze variant zal later in de cursus worden besproken. De gemeenrechtelijke pauliaanse vordering geeft de schuldeiser de mogelijkheid om individueel op te komen tegen rechtshandelingen gesteld door de schuldenaar, die de rechten van de schuldeiser bedrieglijk benadelen. Hiertoe is vereist dat - de schuldvordering van de schuldeiser dateert van voor het ogenblik waarop de aangevochten handeling werd gesteld; - de schuldvordering van de schuldeiser in beginsel opeisbaar is op het ogenblik dat hij de pauliaanse vordering instelt; - het vermogen van de schuldenaar verminderd is, m.a.w. dat de verhaalsmogelijkheden van de schuldeiser verminderd zijn door de aangevochten rechtshandeling (verarming) - er sprake is van een bedrieglijke handeling door de schuldenaar en de eventuele derde partij die betrokken is bij de aangevochten rechtshandeling op voorwaarde dat deze in hoofde van de derde ten bezwarende titel gebeurde. Wanneer de pauliaanse vordering slaagt, zal de aangevochten rechtshandeling niet tegenstelbaar zijn aan de vorderende schuldeiser. Dit betekent dat de rechtshandeling wel geldig is (er is geen sprake van een nietigverklaring), maar dat de vorderende schuldeiser met het bestaan van deze handeling geen rekening moet houden. De pauliaanse vordering heeft slechts relatieve werking, wat betekent dat het gevolg ervan enkel kan worden ingeroepen door de vorderende schuldeiser (of degene die zich bij deze vordering hebben aangesloten).! Een voorbeeld kan de werking van de pauliaanse vordering illustreren. Schuldeiser Karel heeft een schuldvordering van euro ten aanzien van schuldenaar Dirk. Het enige waardevolle vermogensbestanddeel in het vermogen van Dirk is een onroerend goed ter waarde van euro. Dirk verkoopt dit onroerend goed aan zijn vennootschap BVBA Unit voor euro. Zowel Dirk als de BVBA Unit zijn zich ervan bewust dat de verkoop gebeurde tegen een veel te lage prijs. Hierdoor is het vermogen van Dirk aanzienlijk verminderd en is de kans reëel dat schuldenaar Dirk zijn schuld niet meer zal kunnen nakomen. Schuldeiser Karel wenst tegen deze verkoop op te komen via een pauliaanse vordering gericht tot schuldenaar Dirk en BVBA Unit, zodat de verkoop hem niet tegenwerpelijk is. Gelet op de feitelijke situatie bevestigt de rechtbank de pauliaanse vordering. Dit impliceert dat Insolventierecht 23

24 schuldeiser Karel zijn verhaalsrechten ook kan uitoefenen op het onroerend goed dat nu eigendom is van BVBA Unit, de verkoop is schuldeiser Karel niet tegenstelbaar. De verkoop van het onroerend goed blijft echter geldig en andere schuldeisers van Dirk zullen hun verhaalsrecht enkel kunnen uitoefenen op het actuele vermogen van Dirk. Misbruik bij de uitoefening van verhaalsrechten en zekerheidsrechten. Men kan zich afvragen of de schuldeisers hun verhaalsrechten en hun zekerheidsrechten naar eigen inzicht mogen uitoefenen. We kunnen hierbij een onderscheid maken tussen de belangen van de schuldenaar en de belangen van derden. 1. In de verhouding tot de schuldenaar Hier speelt de vraag of een schuldeiser een onroerend goed (waarde euro) in beslag mag nemen en laten verkopen om een schuldvordering van euro te voldoen. Het uitgangspunt is steeds dat de schuldeiser de vrije keuze heeft over de goederen die hij wenst uit te winnen. Hetzelfde geldt voor de keuze met betrekking tot welke zekerheidsrechten hij zal aanwenden (in geval hij meerdere zekerheidsrechten heeft). Deze vrijheid wordt begrensd door de theorie van het rechtsmisbruik, nl. wanneer de keuze van de schuldeiser een onevenredig nadeel berokkent aan de schuldenaar of de zekerheidsteller in vergelijking met het voordeel van de schuldeiser. Bijkomend is het van belang om erop te wijzen dat de uitoefening van het verhaalsrecht en de eventuele zekerheidsrechten nooit een verrijking mag opleveren voor de schuldeiser. 2. In verhouding tot derden Hier speelt vooral de vraag of de schuldeiser de belangen van andere schuldeisers moet voorop stellen bij het uitoefenen van zijn verhaalsrecht. Deze problematiek wordt beheerst door de zorgvuldigheidsnorm (art BW). Zo moet een schuldeiser natuurlijk steeds kiezen voor de meest voordelige manier om het goed ten gelde te (laten) maken. De zorgvuldigheidsnorm zal ook spelen wanneer een schuldeiser beslag legt op goederen van derden. We kunnen hierbij verwijzen naar het voorbeeld van de verhuurder die een voorrecht kan uitoefenen op alle stofferende goederen (zie later in de cursus). Het spreekt voor zich dat eerst de eigen goederen van de schuldenaar ten gelde gemaakt moeten worden. Insolventierecht 24

25 2. ONVERDEELDHEID EN GEMEENSCHAP Het is mogelijk dat een schuldenaar mede-eigenaar is van een welbepaald goed, of verregaander dat hij deelgenoot is van een gemeenschappelijk vermogen (dus een vermogen afgescheiden van zijn persoonlijk vermogen). Hoe zit het in deze situatie met het verhaalsrecht van de schuldeiser? Wanneer er sprake is van eenvoudige onverdeeldheid, kan de schuldeiser steeds beslag leggen op het aandeel van de schuldenaar in de onverdeeldheid. De verdere uitwinning kan echter slechts plaatsvinden nadat het goed verdeeld is (zie bijv. art Ger.W.). Artikel 815 B.W. stelt uitdrukkelijk dat een verdeling te allen tijde kan worden gevorderd en dat contractuele bedingen die de verdeling onmogelijk maken, slechts geldig blijven voor maximum vijf jaren (desgewenst vernieuwbaar). Wanneer er sprake is van een gemeenschappelijk vermogen, liggen de zaken anders. In dergelijke gevallen weegt de aard van de verbondenheid tussen de deelgenoten zo zwaar door, dat men aanneemt dat een verdeling op vordering van de schuldeisers niet mogelijk is. Voorbeelden van dergelijke gemeenschappelijke vermogens zijn de huwelijksgemeenschap en de maatschap. In deze situatie kunnen persoonlijke schuldeisers van de deelgenoot hun verhaalsrechten slechts uitoefenen op het ogenblik dat de gemeenschap wordt ontbonden. Op dat ogenblik zal vaststaan welk deel van de gemeenschap toekomt aan de deelgenoot en op dat ogenblik kunnen de schuldeisers van deze deelgenoot hun verhaalsrecht uitoefenen. 3. GOEDEREN VAN DERDEN Het is mogelijk dat de schuldenaar goederen van derden in zijn bezit heeft. De goederen behoren schijnbaar toe aan de schuldenaar, maar in werkelijkheid is iemand anders eigenaar van deze goederen.! Een auto die in bruikleen wordt gegeven; een machine die verkocht wordt met een beding van eigendomsvoorbehoud; Insolventierecht 25

26 De vraag stelt zich of deze goederen van derden ook onderworpen zijn aan het verhaalsrecht van de schuldeisers, omdat ze zich in handen van de schuldenaar bevinden. Het antwoord hierop is negatief, in beginsel 11 zijn enkel goederen van de schuldenaar onderworpen aan het verhaalsrecht. Goederen van derden maken geen deel uit van het vermogen van de schuldenaar en behoren bijgevolg niet tot het gemeenschappelijk onderpand van de schuldeisers. Wat betreft lichamelijke roerende goederen moet echter wel rekening worden gehouden met het beginsel van artikel art B.W. waarin gesteld wordt dat bezit als titel geldt (zie hierover cursus zakenrecht). De schuldeisers kunnen het vermoeden van art B.W. inroepen en de goederen in beslag (laten) nemen die zich bij hun schuldenaar bevinden. Het komt dan aan de derde-eigenaar toe om een revindicatievordering in te stellen en te bewijzen dat hij wel degelijk de eigenaar is (zie art Ger.W.; art Faill.W.). Goederen van de schuldenaar die zich bij derden bevinden, behoren uiteraard wel tot het vermogen van de schuldenaar, zodat verhaal hierop mogelijk is (zie art Ger.W.) 12. " Richtvragen bij deze afdeling: Na het doornemen van deze afdeling kan ik: - uitleggen op welke goederen de schuldeisers hun verhaalsrecht kunnen uitoefenen - uitleggen aan de hand van voorbeelden hoe de schuldeisers hun gemeenschappelijk onderpand kunnen beschermen 11 Hierop bestaan uitzonderingen, zie bijvoorbeeld het voorrecht van de verhuurder dat betrekking heeft op alle stofferende goederen zie later in de cursus. 12 Let wel: er kan een onderscheid gemaakt worden tussen beslag bij een derde en een beslag onder derden zie verder hoofdstuk Beslag. Insolventierecht 26

27 LESNOTA'S INSOLVENTIERECHT LES 2 Insolventierecht 27

28 AFDELING 4. OVERDRACHT VAN GOEDEREN EN PUBLICITEIT! Voor toelichting en achtergrond bij deze afdeling, kan u volgende teksten raadplegen: E. DIRIX en R. DE CORTE, Zekerheidsrechten, Kluwer, 2006 (vijfde uitgave), p R. DEKKERS, bewerkt door E. DIRIX, Handboek Burgerlijk Recht, Deel II, Zakenrecht, Zekerheden, Verjaring, Antwerpen, Intersentia, 2005, p [dit is het handboek van het opleidingsonderdeel zakenrecht, derde bachelor] Q&A STEL A VERKOOPT ZIJN WAGEN OP 28 SEPT 2014 AAN B, DE WAGEN ZAL GELEVERD WORDEN OP 10 OKTOBER; OP 2 OKTOBER LEGGEN DE SE S VAN A BESLAG OP DE WAGEN. QUID? EIGENDOM GAAT OVER BIJ VERKOOP DUS HET GAAT AL OM EEN GOED VAN B DWZ EEN GOED VAN EEN DERDE. # BEZIT GELDT ALS TITEL DUS IN BEGINSEL MAG ER BESLAG GELEGD WORDEN OP DE WAGEN# REVINDICATIE DOOR B BIJ BEWIJS VAN EIGENDOM. STEL DAT A EEN AUTOVERKOPER IS, VERANDERT UW ANTWOORD IN DEZE HYPOTHESE? IS DE BESLAGLEGGER DAN NOG TE GOEDER TROUW BIJ AANNAME DAT DE AUTO TOT HET VERMOGEN VAN A BEHOORT. NIET EVIDENT DAT DE AUTO S VAN EEN VERKOPER TOT ZIJN VERMOGEN BEHOREN. DE BESLAGLEGGER ZAL DUS AL NIET IN BEGINSEL BESLAG KUNNEN LEGGEN. MEN ZAL MOETEN NAGAAN OF DE AUTO TOT HET VERMOGEN VAN DE VERKOPER BEHOORT. BELANG: DE TOTSTANDKOMING VAN EEN OK TUSSEN EEN PARTIJ WIL NIET ONMIDDELLIJK ZEGGEN DAT DIT OOK TEGENSTELBAAR IS AAN DE SE S. MET BETREKKING TOT ROERENDE GOEDEREN IS ER ENKEL BEZIT GELDT ALS TITEL ALS REGEL MBT DE PUBLICITEIT. DIE PUBLICITEITSREGEL BEPAALT TEGENSTELBAARHEID. 1. OVERZICHT VAN DE ALGEMENE REGELS Onderstaand worden de regels betreffende de overdracht van goederen herhaald. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen roerende goederen (lichamelijk roerende goederen en schuldvorderingen) en onroerende goederen. Bij de bespreking moeten steeds twee elementen worden besproken: - hoe komt een overdracht geldig tot stand tussen de betrokken partijen? = totstandkoming - wanneer is deze overdracht tegenstelbaar aan derden? Insolventierecht 28

Master Rechten. Insolventierecht. Vanmeenen. uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R42 7.00 EUR

Master Rechten. Insolventierecht. Vanmeenen. uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R42 7.00 EUR Master Rechten Insolventierecht Vanmeenen Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R42 7.00 EUR SAMENVATTING LESNOTA'S INSOLVENTIERECHT INLEIDING: INSOLVENTIERECHT NADER BEKEKEN

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

Voorrechten. p. 1254 e.v. Wetboek 2. 1. Algemene regels inzake voorrechten

Voorrechten. p. 1254 e.v. Wetboek 2. 1. Algemene regels inzake voorrechten Voorrechten p. 1254 e.v. Wetboek 2 1. Algemene regels inzake voorrechten Begrip: Een voorrecht is een recht dat door de wet wordt verleend aan een SE wegens de bijzondere aarde van zijn SV, waardoor die

Nadere informatie

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

master rechten Insolventierecht Q&A en oefeningen inbegrepen uickprinter Koningstraat Antwerpen

master rechten Insolventierecht Q&A en oefeningen inbegrepen uickprinter Koningstraat Antwerpen master rechten Insolventierecht Q&A en oefeningen inbegrepen Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen R42 8,00 Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Insolventierecht

Nadere informatie

BESCHERMING VAN SCHULDEISERS

BESCHERMING VAN SCHULDEISERS BESCHERMING VAN SCHULDEISERS 1. Verhaalsrecht = recht van de SE om de goederen waarop het zekerheidsrecht ligt, ten gelde te maken en met de opbrengst de schuldvordering te voldoen - wijze: via uitvoerend

Nadere informatie

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W.

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W. Het pand Toekomstige wetswijziging: Wet Zakelijke Zekerheid RG (p. 1248 in Wetboek 2) Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W. Soorten pandrecht: Vuistpand:

Nadere informatie

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2015 C.14.0415.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0415.N ENGEL AUSTRIA GmbH, met zetel te Oostenrijk, A-4311 Schwertberg, Ludwig-Engel-Strasse 1, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Outlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast?

Outlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast? Outlets in moeilijkheden gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast? Debat : Bart De Moor vs Eddy Van Camp Moderator : Frank Taildeman De "WCO" : Fout vakjargon WCO : Wet op de Continuïteit

Nadere informatie

TITEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN

TITEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN INHOUD SAMENVATTING.................................................... v INHOUD........................................................... vii INLEIDING.........................................................

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aangenomen van een handelsvennootschap

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV

DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV J. LAMBRECHTS Juridisch adviseur-bedrijfsjurist 2007 a Wolters Kluwer business Voorwoord 1 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijving 3 Hoofdstuk 2. Wanneer moet een BVBA/NV vereffend

Nadere informatie

INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING

INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING III INHOUD INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING I. RECHTSGESCHIEDENIS 1 A. De totstandkoming van de eerdere Verordening nr. 1346/2000 1 B.

Nadere informatie

Voorrechten en hypotheken van de RSZ

Voorrechten en hypotheken van de RSZ 149 H o o f d s t u k V I Voorrechten en hypotheken van de RSZ 256. De vraag rijst wat er gebeurt indien de RSZ geconfronteerd wordt met een werkgever-schuldenaar in financiële moeilijkheden en riskeert

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE 77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 info@vdelegal.be 19 / 03 / 2009 Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE Inleiding - Uitgangspunt : o valorisatie

Nadere informatie

HOOFDSTUK II. DE VOORAFGAANDE VERSLAGPLICHT

HOOFDSTUK II. DE VOORAFGAANDE VERSLAGPLICHT INHOUD VOORWOORD....................................................... v HOOFDSTUK I. DE VERBETERING VAN DE WETTELIJKE REGELING INZAKE VEREFFENING VAN VENNOOTSCHAPPEN: VAN EEN SUMMIERE REGELING NAAR BELANGRIJKE

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen. Hoofdstuk 5. De procedure tot overdracht onder gerechtelijk gezag: een gesluierd

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00

Nadere informatie

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 : Insolventieprocedures De gerechtelijke reorganisatie

Hoofdstuk 14 : Insolventieprocedures De gerechtelijke reorganisatie Hoofdstuk 14 : Insolventieprocedures De gerechtelijke reorganisatie Deze structuur wordt gevolgd : Lesdag 14.1 Inleiding : zelfstandigen en schuldbemiddeling (door een OCMW of een CAW) 14.2 Wat wordt door

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement Deze structuur wordt gevolgd : Lesdag 15.1 Inleiding 15.2 Voorwaarden voor (verplichte) aangifte 15.3 Directe gevolgen en het verloop van het faillissement

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar Advies van 11 januari 2012 I. Bewarend beslag A. Algemene

Nadere informatie

Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling

Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling Regina Gymza Rechter Arbeidsrechtbank Antwerpen 24/11/2018 Raakvlakken Bewindvoering - CSR 1 1. Vooraf Beperkt tot de collectieve schuldenregeling: artikelen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/4 - De boekhoudkundige verwerking van de inbeslagname in hoofde van de beslagen schuldenaar Inleiding Advies van 11 januari 2012 1. Luidens de artikelen

Nadere informatie

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de

Nadere informatie

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent Zakelijke zekerheden Joke Baeck Docent Universiteit Gent Contrast Law Seminar Knipperlichten 2015 Vrijdag 9 mei 2014 Hervorming zekerheidsrecht 1. Wet van 11 juli 2013 Datum inwerkingtreding: nog te bepalen

Nadere informatie

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt?

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt? 7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt? 7.1. Wat is het? Als u aan vermogens- en successieplanning doet, wilt u ervoor zorgen dat uw vermogen bij uw eigen familie (met name

Nadere informatie

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september 2016 Insolventie, verhaal en familievermogen Prof.mr. Jan Biemans Hoogleraar Burgerlijk recht, i.h.b. Goederenrecht en Notarieel

Nadere informatie

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen dr. Stijn Goeminne, Hogeschool Gent, Departement Handelswetenschappen & Bestuurskunde Wanneer

Nadere informatie

Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen. Ontwerpadvies 2010/X

Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen. Ontwerpadvies 2010/X Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen Ontwerpadvies 2010/X De Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen 1 vervangt

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken XIX XXVII XXIX Hoofdstuk 1 - Inleiding en algemene bepalingen. Belang onderscheid eenvoudige en bijzondere

Nadere informatie

Inhoud. Hoofdstuk 1 INLEIDING EN ENKELE PRINCIPES... 1 Frederik Tack. Hoofdstuk 2 STATUUT VAN DE AANDELEN EN KWALIFICATIE...

Inhoud. Hoofdstuk 1 INLEIDING EN ENKELE PRINCIPES... 1 Frederik Tack. Hoofdstuk 2 STATUUT VAN DE AANDELEN EN KWALIFICATIE... Inhoud Hoofdstuk 1 INLEIDING EN ENKELE PRINCIPES....................... 1 1.1. Inleiding Afbakening............................... 1 1.2. Enkele principes..................................... 2 1.2.1.

Nadere informatie

Het nieuwe insolventierecht Inleiding en personeel toepassingsgebied

Het nieuwe insolventierecht Inleiding en personeel toepassingsgebied Het nieuwe insolventierecht Inleiding en personeel toepassingsgebied FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4851 Arrest nr. 47/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 5-2018 AFSTAND (RECHTSPLEGING) ALGEMEEN Algemeen - Afstand van geding - Afstand doende partij - Veroordeling in de kosten - Rechtsplegingsvergoeding - Toepassing Algemeen - Afstand

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 FEBRUARI 2018 C.17.0503.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0503.N AIR SERVICE LIEGE nv, met zetel te 3500 Hasselt, Voogdijstraat 29, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2012 C.10.0135.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0135.F BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ENTREPRISE ANDRE

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

Goederenrecht en zekerheden

Goederenrecht en zekerheden Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be Goederenrecht en zekerheden Goederenrecht en zekerheden Vermogen als verhaalobject Vermogen = geheel van goederen en

Nadere informatie

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51 INHOUD BOEK VIII. HUWELIJKSSTELSELS.... 1 Inleiding... 3 TITEL I HET HUWELIJKSCONTRACT.... 5 Hoofdstuk I. Inleiding.... 5 Hoofdstuk II. Inhoud van het huwelijkscontract.... 10 Afdeling I. Huwelijksovereenkomsten....

Nadere informatie

3de bach rechten. Zakenrecht. lesnotities + handboek. uickprinter Koningstraat Antwerpen R37 6,50

3de bach rechten. Zakenrecht. lesnotities + handboek. uickprinter Koningstraat Antwerpen  R37 6,50 3de bach rechten Zakenrecht lesnotities + handboek Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R R37 6,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be 2016 Zakenrecht DERDE

Nadere informatie

Hypoteekrecht en andere beperkte zakelijke rechten - Vereisten voor de geldige vestiging ervan

Hypoteekrecht en andere beperkte zakelijke rechten - Vereisten voor de geldige vestiging ervan - 1 - Hypoteekrecht en andere beperkte zakelijke rechten - Vereisten voor de geldige vestiging ervan Het beschikken over een zakelijk recht van hypotheek voor de goede uitvoering van de verbintenissen

Nadere informatie

EXAMEN INSOLVENTIERECHT JANUARI 2012 MET MODELANTWOORD. B legt beslag op onroerend goed Y en betwist het eigendomsrecht van C.

EXAMEN INSOLVENTIERECHT JANUARI 2012 MET MODELANTWOORD. B legt beslag op onroerend goed Y en betwist het eigendomsrecht van C. EXAMEN INSOLVENTIERECHT JANUARI 2012 MET MODELANTWOORD ALGEMENE ONDERRICHTINGEN 1. Schrijf leesbaar en voldoende uitgewerkt (gestructureerd, maar niet te zeer enkel een schema, dus in beginsel met volle

Nadere informatie

Invordering tegen particulieren

Invordering tegen particulieren Invordering tegen particulieren Invordering tegen particulieren Aspecten van beslag en executie Invorderingsproblematiek en collectieve schuldenregeling: actualia 2010 Invordering tegen particulieren en

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De vereffening van vennootschappen vereenvoudigd Datum 7 juni 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

Nieuwsflash

Nieuwsflash Nieuwsflash 24.11.2011 De positie van de overnemer in cao nr. 102. Op 5 oktober 2011 werd in de schoot van de Nationale Arbeidsraad ( NAR ) de cao nr. 102 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3 INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT.... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN.... 3 Inleiding.... 3 Hoofdstuk I. Onderscheid der goederen.... 4 Afdeling I. Belangrijkste indelingen.... 4 Afdeling II. Roerende en

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 SEPTEMBER 2008 C.07.0098.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0098.F 1. D. J., 2. D. S., 3. D. L., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJEN ALKEN-MAES, naamloze

Nadere informatie

2. Private initiatieven - gesystematiseerde informatie tegen betaling - advocaat: aansprakelijk indien deze niet de gewone informatiekanalen nakijkt

2. Private initiatieven - gesystematiseerde informatie tegen betaling - advocaat: aansprakelijk indien deze niet de gewone informatiekanalen nakijkt VERMOGENSINFORMATIE vermogen van de SA: evolueert (van moment van zekerheidsstelling tot verhaalsrecht) alleen verhalen op goederen die zich op moment van verhaal in vermogen bevinden DUS: informatie nodig

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 03.12.2008 1 Inleiding INHOUD I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de inbrenggenietende

Nadere informatie

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT Béatrice Ponet Gert Straetmans (eds.) Antwerpen Cambridge Het vrij beroep na het Wetboek van Economisch

Nadere informatie

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

DEEL 3. Wettelijk samenwonen DEEL 3 Wettelijk samenwonen DE RECHTEN VAN HET PAAR 1 Procedure Wettelijk samenwonen houdt het midden tussen samenwonen zonder meer (zonder bescherming voor de partners) en het huwelijk (dat de echtgenoten

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen. Hoofdstuk 2. De gerechtelijke WCO-procedure in theorie en in de praktijk: een wereld

Nadere informatie

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk? Al naargelang van de aard van de wijziging, gaat de wijzigingsprocedure gepaard met één, twee, drie of vier notariële akten. De kleine wijziging:

Nadere informatie

Het nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement

Het nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement Het nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Inzake Kwaliteit. Redactie: E. Dirix R.D. Vriesendorp. of derdenrekening naar Belgisch en Nederlands recht LEUVEN T^1''

Inzake Kwaliteit. Redactie: E. Dirix R.D. Vriesendorp. of derdenrekening naar Belgisch en Nederlands recht LEUVEN T^1'' Inzake Kwaliteit De kwaliteits- of derdenrekening naar Belgisch en Nederlands recht Redactie: E. Dirix R.D. Vriesendorp M3 Katholieke Universiteit Brabant Schoordijk Instituut W// LEUVEN T^1'' ' Instituut

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 FEBRUARI 2015 F.14.0061.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0061.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! EXTERNE PUBLICATIES // 18.07.2015 Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! Auteurs: Stijn Lamote, Anouck Sandra Meerwaarden verwezenlijkt door

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Vertaling C-310/14-1 Zaak C-310/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juni 2014 Verwijzende rechter: Helsingin hovioikeus (Finland)

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen. Hoofdstuk 3. Het gerechtelijk minnelijk akkoord: het huwelijkscontract tussen schuldeiser

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 987 Voorstel van wet van de leden Berndsen-Jansen, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2015 C.14.0248.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0248.N M. D., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 SEPTEMBER 2014 C.13.0453.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0453.N CRELAN nv, met zetel te 1070 Anderlecht, Sylvain Dupuislaan 251, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Gerechtelijke verkopingen na de nieuwe insolventiewet

Gerechtelijke verkopingen na de nieuwe insolventiewet Gerechtelijke verkopingen na de nieuwe insolventiewet PUC Notariaat Vastgoed Frederic Helsen - Matthias E. Storme Inhoud I. Openbare verkoop algemeen II. Bijzondere verkopingen III. Verkoop bij mede-eigendom

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

I DE SYNDICUS, BEGRIPSOMSCHRIJVING VOORWAARDEN 13 II AANSTELLING EN BENOEMING SYNDICUS 27

I DE SYNDICUS, BEGRIPSOMSCHRIJVING VOORWAARDEN 13 II AANSTELLING EN BENOEMING SYNDICUS 27 PROLOOG 11 I DE SYNDICUS, BEGRIPSOMSCHRIJVING VOORWAARDEN 13 A. Definitie 15 B. Aard van de opdracht 16 C. Omvang van de taak 17 D. Wie kan als syndicus worden aangesteld? 20 II AANSTELLING EN BENOEMING

Nadere informatie

INHOUD INLEIDING... 5

INHOUD INLEIDING... 5 INHOUD INLEIDING... 5 DEEL 1. MODELLEN... 23 Afbetalingsregelingen en onvermogen... 23 Model afbetalingsvoorstel alvorens procedure... 23 Model afbetalingsvoorstel na vonnis... 23 Model afbetalingsvoorstel...

Nadere informatie

De borgstelling en insolventie

De borgstelling en insolventie 225 H o o f d s t u k I V De borgstelling en insolventie De problematiek van de insolventie van de hoofdschuldenaar is van uitermate groot belang wanneer de borgtocht wordt besproken. Immers, de borg wordt

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten Ontwerpadvies van 9 september 2015 In het kader van een individuele vraagstelling omtrent

Nadere informatie

ONLICHAMELIJK ROEREND GOED

ONLICHAMELIJK ROEREND GOED Beslag op onlichamelijke goederen (ook derdenbeslag genoemd) is een procedure die een schuldeiser toelaat onlichamelijke goederen uit het vermogen van zijn schuldenaar, te vatten; Lichamelijke goederen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2011 F.07.0109.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.07.0109.F BELGISCHE STAAT, Minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen FORTIS BANK, naamloze

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten Advies van 7 november 2012 I. Onderwerp van het advies 1. In het artikel 31, 1 van de Vierde Europese Richtlijn

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

DEEL III SAMENLOOP, VERMOGENSVEREFFENING EN RANGREGELINGEN

DEEL III SAMENLOOP, VERMOGENSVEREFFENING EN RANGREGELINGEN Matthias E. STORME buitengewoon hoogleraar KU Leuven buitengewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen advocaat bij de balie te Brussel HANDBOEK VERMOGENSRECHT : GOEDEREN- EN INSOLVENTIERECHT DEEL III SAMENLOOP,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 NOVEMBER 2013 C.12.0549.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0549.N 1. PX3 DEVELOPMENT nv, met zetel te 2000 Antwerpen, Leopold De Waelplaats 26, 2. BOUWONDERNEMING VOORUITZICHT nv, met zetel

Nadere informatie

77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel Fax

77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel Fax Continuïteit van de ondernemingen : 77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 Info@vdelegal.be Overzicht van de wet dd 31 januari 2009 ( in werking getreden op 1 april 2009) Structuur

Nadere informatie

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s)

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV (art. 1649bis tot 1649octies) ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2012 C.11.0662.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0662.N PARFIP BENELUX nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ARAMEX CARS nv, I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

RAAKVLAKKEN Schuldbemiddeling Bewindvoering. Bernadette Evers

RAAKVLAKKEN Schuldbemiddeling Bewindvoering. Bernadette Evers RAAKVLAKKEN Schuldbemiddeling Bewindvoering Bernadette Evers Wezenlijk verschillende gerechtelijke mandaten Verschillende finaliteit Bewindvoering: beheer van vermogen, géén realisatie ervan Schuldbemiddeling:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 JANUARI 2010 C.08.0349.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0349.F A. S., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. A. M., Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

TWINTIG KORTE VRAGEN. VRAGENLIJST n r III VERGELIJKEND EXAMEN Brussel, zaterdag 10 maart 2012 (namiddag)

TWINTIG KORTE VRAGEN. VRAGENLIJST n r III VERGELIJKEND EXAMEN Brussel, zaterdag 10 maart 2012 (namiddag) VERGELIJKEND EXAMEN 2012 SCHRIFTELIJK GEDEELTE Brussel, zaterdag 10 maart 2012 (namiddag) VRAGENLIJST n r III TWINTIG KORTE VRAGEN Deze derde vragenlijst bevat twintig vragen. De antwoorden worden op 25

Nadere informatie

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden bij werken in onroerende staat uitgebreid naar de opdrachtgever.

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden bij werken in onroerende staat uitgebreid naar de opdrachtgever. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden bij werken in onroerende staat uitgebreid naar de opdrachtgever. Mr. Mark Fransen Advocaat mark.fransen@monardlaw.be Op wie is de nieuwe regeling

Nadere informatie

VZW: nieuwe ontwikkelingen

VZW: nieuwe ontwikkelingen VZW: nieuwe ontwikkelingen Sylvia Thienpont Johanna Waelkens SBB Accountants & Adviseurs Overzicht I. Kader II. Nieuw insolventierecht III. Nieuw ondernemingsrecht IV. Nieuw Wetboek Vennootschappen en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud

Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud Mr. Pieter Dierckx Lawyer pieter.dierckx@peeters-law.be Een volwaardig en efficiënt wettelijk zekerheidsrecht Door toedoen van de Pandwet van 11 juli 2013 is de wettelijke

Nadere informatie

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst NKVK 13 oktober 2015 Lore Derdeyn Overzicht 1. Bewijs van de aannemingsovereenkomst 2. Belangrijke clausules van de aannemingsovereenkomst

Nadere informatie

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL

VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL Brussel, 1 oktober 2015 VERSOEPELING VAN DE VOORWAARDEN VOOR HET AANHOUDEN VAN HET SOLVAC-AANDEEL Er wordt aan herinnerd dat krachtens de artikelen 6 tot 8 van de statuten alle Solvac-aandelen op naam

Nadere informatie

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1.

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1. Introductie In dit document vind je onze uitwerking van probleem 1. Wij hopen met deze uitwerking te laten zien dat onze samenvattingen volledig en gestructureerd zijn. Daarnaast willen wij laten zien

Nadere informatie