AANVULLINGSREGELING 2006 STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR HET NATUURSTEENBEDRIJF (VUNAT)

Transcriptie

1 AANVULLINGSREGELING 2006 STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR HET NATUURSTEENBEDRIJF (VUNAT) Het bestuur van de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittred voor het Natuurstebedrijf heeft, met in acht neming van het daaromtrt in artikel 18 van de statut bepaalde, in de bestuursvergadering van 6 december 2005 beslot onderstaand reglemt op aangegev wijze te wijzig: Artikel 1 Definities Voor de toepassing van deze aanvullingsregeling wordt verstaan onder: 1. belanghebbde: de belanghebbde bedoeld in artikel 2; 2. Bpf-bouw: de Stichting Bedrijfstakpsiofonds voor de Bouwnijverheid; 3. CAO: de CAO voor het Natuurstebedrijf; 4. Cordares Psio: Cordares Psio B.V., gevestigd te Amsterdam; 5. loondag: de dag waarover de werknemer aanspraak heeft op loon dan wel doorbetaling van loon door dis werkgever; 6. overegekom vast loon: het vast overegekom loon als bedoeld in de CAO (inclusief de krachts de CAO geldde vakantietoeslag); 7. partij bij de CAO: de organisaties van werkgevers werknemers, partij bij de CAO, zijn FNV Bouw statutair gevestigd te Woerd, de Hout- Bouwbond CNV statutair gevestigd te Odijk de Algeme Nederlandse Bond van Natuurstebedrijv gevestigd te Utrecht; 8. psioloon: het in ig kalderjaar over het maximaal bereikbare aantal loondag te verwerv overegekom vast loon. Het psioloon bedraagt met ingang van 1 januari 2006 e maximaal door het bestuur van de stichting vast te stell bedrag dat jaarlijks door het bestuur wordt aangepast; 9. uittredingsdatum: de eerste dag van de maand waarin belanghebbde 60 jaar wordt of zoveel eerder of later met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 2 van dit reglemt; 10. vroegpsiofonds: de Stichting vroegpsiofonds voor het Natuurstebedrijf; 11. vroegpsiouitkering: betaling of nog te verricht betaling van vroegpsio of ige andere uitkeringdoor het vroegpsiofonds bij of krachts de reglemt van het vroegpsiofonds; 12. de stichting: de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittred voor het Natuurstebedrijf; 13. vroegpsiodatum: de datum als bedoeld in artikel 3 van het reglemt van de Stichting vroegpsiofonds voor het Natuurstebedrijf. Artikel 2 Voorwaard Belanghebbde in de zin van deze voorwaard is dege: 1. die op de laatste dag van de maand voor de uittredingsdatum werknemer was in de zin van artikel 1 lid 2 van de CAO; 1.1 die op 1 januari 2005 de 55-jarige leeftijd heeft bereikt; 1.2 die gelijktijdig met de aanvraag als bedoeld in artikel 5 van dit reglemt e verzoek heeft gedaan tot uitkering van het daarvoor in aanmerking komde deel van zijn ouderdomspsiouitkering krachts de psioregeling van Bpf-bouw vóór het bereik van de 65-jarige leeftijd; Aanvullingsreglemt

2 2.1 die, direct voorafgaande aan de uittredingsdatum, gedurde e periode van minimaal 10 jaar zonder onderbreking anders dan door arbeidsongeschiktheid of werkloosheid als werknemer in de zin van artikel 1 lid 2 van de CAO werkzaam is geweest. Voor de bereking van deze periode van 10 jaar wordt tevs in aanmerking gom de periode dat belanghebbde als werknemer werkzaam is geweest in de zin van de CAO's voor: A a. het Bouwbedrijf in Nederland; b. het Baggerbedrijf; c. het Schilders- afwerkingsbedrijf in Nederland; d. het Stukadoors-, afbouw- terrazzo/vloerbedrijf; e. de Bitumineuze Kunststofdakbedekkingsbedrijv; f. de Mortel- Morteltransportonderneming; g. de Agrarische sector (onder door partij nader te bepal voorwaard); h. het Uitvoerd, Technisch Administratief Personeel in bouwbedrijv; i. de Timmerfabriek; Voor belanghebbd die langer werkloos zijn geweest dan 3 maand of langer dan 3 maand e arbeidsongeschiktheidsuitkering hebb gehad voorafgaand aan de uittredingsdatum, geldt als extra voorwaarde dat zij in e periode van twee jaar direct voorafgaande aan de uittredingsdatum minimaal 18 maand moet hebb gewerkt bij e werkgever in de zin van de CAO; B de periode dat belanghebbde in het buitland werkzaam is geweest, mits over deze periode aantoonbare premiebetaling heeft plaatsgevond; C de periode dat belanghebbde als werknemer werkzaam is geweest bij e bedrijf dat is kom te vall onder de werkingssfeer van de CAO, mits voor de werknemer e VUTregeling van toepassing was; D de periode dat belanghebbde als werknemer werkzaam is geweest bij e bedrijf dat is kom te vall onder de werkingssfeer van de CAO, mits voor de werknemer e aanvullingsregeling van toepassing was, vergelijkbaar met de aanvullingsregeling voor het natuurstebedrijf; of 2.2 die in de periode van 15 jaar direct voorafgaande aan de uittredingsdatum tminste 10 jaar werkzaam is geweest (waaronder begrep periode(n) van arbeidsongeschiktheid werkloosheid) in e onderneming valld onder de werkingssfeer van de CAO als werknemer in de zin van de; 2.3 Voor belanghebbd die voorafgaand aan de uittredingsdatum langer dan 3 maand werkloos zijn geweest of e arbeidsongeschiktheidsuitkering hebb gehad, geldt als extra voorwaarde dat zij na e onderbreking door werkloosheid respectievelijk arbeidsongeschiktheid in e periode van twee jaar direct voorafgaande aan de uittredingsdatum minimaal 18 maand gewerkt di te hebb bij e werkgever in de zin van de CAO. Voor de bereking van de 10 jaar wordt tevs in aanmerking gom de periode waarin belanghebbde in het buitland werkzaam is geweest, mits over de periode Aanvullingsreglemt

3 aantoonbare premiebetaling heeft plaatsgevond, alsmede de periode dat belanghebbde als werknemer werkzaam is geweest bij e bedrijf dat is kom te vall onder de werkingssfeer van de CAO, mits voor de werknemer e VUT-regeling van toepassing was de periode dat belanghebbde als werknemer werkzaam is geweest bij e bedrijf dat is kom te vall onder de werkingssfeer van de CAO, mits voor de werknemer e aanvullingsregeling van toepassing was, vergelijkbaar met de aanvullingsregeling voor het natuurstebedrijf; 3. die op de dag, voorafgaande aan de in lid 5 bedoelde datum, zijn woonplaats in Nederland, België of Duitsland heeft; Voor de werknemer, zoals bedoeld in lid 2 onder 1 sub B van dit artikel is deze voorwaarde niet van toepassing. Deze uitzondering geldt uitsluitd, indi de dag direct voor de deeltijd-uittredingsdatum de werkzaamhed, op basis waarvan wordt uitgetred in het buitland ligg; 5. wis distbetrekking met ingang van de uittredingsdatum, of - indi voor zover dat ingevolge de door hem in acht te nem opzeggingstermijn, dan wel in verband met arbeidsongeschiktheid noodzakelijk is - met ingang van e latere datum is geëindigd; 6. die in de 20 jaar direct voorafgaande aan de uittredingsdatum niet anders werkzaam is geweest dan als werknemer ingevolge artikel 610 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij period van verplichte militaire dist, arbeidsongeschiktheid werkloosheid mede in aanmerking word gom. Voor belanghebbd die voorafgaand aan de uittredingsdatum langer dan 3 maand werkloos zijn geweest of e arbeidsongeschiktheidsuitkering hebb gehad, geldt als extra voorwaarde dat zij na e onderbreking door werkloosheid respectievelijk arbeidsongeschiktheid in e periode van twee jaar direct voorafgaande aan de uittredingsdatum minimaal 18 maand gewerkt di te hebb bij e werkgever in de zin van de CAO; 7. die op dezelfde datum als de uittredingsdatum e vroegpsiouitkering krijgt van het vroegpsiofonds overekomstig de vroegpsioregeling zoals die luidde op 31 december Artikel 3 Ingang van de uitkering 1. Aan de belanghebbde wordt op verzoek door de stichting e uitkering in de zin van artikel 4 van dit reglemt toegekd met ingang van de uittredingsdatum, tot de eerste dag van de maand waarin belanghebbde zijn ouderdomspsio overekomstig de ouderdomspsioregeling van Bpf-bouw laat ingaan, doch uiterlijk tot de maand waarin belanghebbde de 65-jarige leeftijd bereikt. 2. T aanzi van de belanghebbde die eerder of later dan de uittredingsdatum, doch uiterlijk voor het bereik van de 65-jarige leeftijd, wil uittred wordt de uitkering actuarieel verlaagd respectievelijk verhoogd op basis van algeme aanvaarde actuariële grondslag. De uitkering kan niet word uitgesteld tot e tijdstip gelijkvalld met of na het momt van vervroegde ingang van het ouderdomspsio als bedoeld in lid 1 van dit artikel. 3. Gedurde de looptijd wordt de uitkering jaarlijks herzi conform de indexering van vroegpsiouitkering die zijn ingegaan krachts het vroegpsioreglemt van het vroegpsiofonds. 4. Indi de belanghebbde op de uittredingsdatum deelnemer is aan het Bpf-bouw, word, tot de eerste dag van de maand waarin het ouderdomspsio ingaat, de Aanvullingsreglemt

4 belanghebbde de leeftijd van 65 jaar bereikt of bij eerder overlijd, de verschuldigde psiopremies door de stichting aan het Bpf-bouw voldaan. 5. Indi de belanghebbde op de uittredingsdatum ge deelnemer is aan het Bpf-bouw, in verband met de daarvoor verkreg vrijstelling, zal, onder door het bestuur van de stichting bepaalde voorwaard, e bijdrage word vergoed aan de belanghebbde of dis werkgever. Artikel 4 Uitkering bijdrageheffing 1. Aan de belanghebbde wordt op zijn verzoek door de stichting e uitkering in de zin van deze regeling toegekd met ingang van de in artikel 1 lid 8 bedoelde datum. 2. De uitkering wordt berekd met inachtneming van de formule: [A (60 B)] x 1,875% x PG x C. waarbij geldt dat: A = 40 jaar indi de uittredingsdatum samvalt met de eerste dag van de maand waarin de belanghebbde de 60-jarige leeftijd bereikt dan wel, indi hij eerder uittreedt, 40 jaar verminderd met het aantal jar, in maand nauwkeurig, dat hij eerder uittreedt; B = de leeftijd van de deelnemer op 1 januari 1999; PG = de t aanzi van de belanghebbde op 31 december 2005 geldde vroegpsiogrondslag krachts het op die datum geldde vroegpsioreglemt van het vroegpsiofonds tot e psioloon niet hoger dan het op 31 december 2005 geldde maximum psioloon overekomstig de ouderdomspsioregeling van Bpf-bouw, C = de op de uittredingsdatum voor de belanghebbde geldde parttime breuk, waarbij de teller gelijk is aan de op de uittredingsdatum voor hem geldde wekelijkse arbeidsduur de noemer gelijk is aan de normale arbeidsduur. Indi de belanghebbde op de uittredingsdatum arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA dan wel de WAO, wordt de parttime breuk vastgesteld op basis van het gemiddelde distverband van de belanghebbde in de 5 jar voorafgaande aan de eerste arbeidsongeschiktheidsdag. 3. Partij bij de CAO stell jaarlijks ter financiering van de uitkering ingegaan op basis van het tot met 31 december 2005 geldde reglemt alsmede de uitkering ingegaan op basis van dit reglemt e bijdrage vast. De werkgever is verplicht de bijdrage te betal op de door de stichting te bepal wijze tijdstipp. De bijdrage wordt gehev over het psioloon van de werknemers. Artikel 5 Wijze van verzoek 1. De belanghebbde die voor e uitkering op grond van deze regeling in aanmerking wst te kom dit minimaal 3 maand voor de gewste uittredingsdatum e daartoe strekkd verzoek in. Het verzoek kan word ingedid bij Cordares Psio B.V., Postbus 637, 1000 EE Amsterdam. 2. Het verzoek wordt ingedid met gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier, dat volledig naar waarheid wordt ingevuld ondertekd. 3. Het recht op e uitkering als bedoeld in artikel 4 kan per belanghebbde slechts emaal word toegekd. Aanvullingsreglemt

5 Artikel 6 Korting op de uitkering 1. Tezam bedraagt het totaal van de vroegpsiouitkering ingevolge het tot met 31 december 2005 geldde vroegpsioreglemt, de uitkering op basis van dit reglemt de uitkering uit hoofde van de WAO of WIA of daarmee vergelijkbare andere wettelijke sociale zekerheidsuitkering wegs arbeidsongeschiktheid of e invaliditeitspsiouitkering niet meer dan de totale vroegpsiouitkering uitkering op basis van dit reglemt die aan e belanghebbde zonder e uitkering uit hoofde van de WAO of WIA of daarmee vergelijkbare andere wettelijke sociale zekerheidsuitkering wegs arbeidsongeschiktheid of e invaliditeitspsiouitkering in e verder gelijke situatie zou zijn uitgekeerd. 2. Op de uitkering wordt ingehoud hetge de belanghebbde verschuldigd is aan: a. premie ingevolge de Zorgverzekeringswet; b. loonheffing; c. psiopremie. Artikel 7 Uitbetaling De uitkering op grond van deze regeling wordt maandelijks door Cordares Psio aan de belanghebbde uitbetaald. Artikel 8 Einde van de uitkering 1. Het recht op e uitkering op grond van deze regeling eindigt op het momt bedoeld in artikel 3 lid 1 van dit reglemt dan wel bij eerder overlijd op de laatste dag van de maand, waarin de belanghebbde overlijdt. Het recht op de uitkering kan ook eindig als gevolg van intrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 10 van dit reglemt. 2. Het recht op uitkering eindigt voor de in het eerste lid bedoelde datum indi de belanghebbde opnieuw e distbetrekking aanvaardt wel met ingang van de eerste dag waarop hij in die distbetrekking werkzaam is. 3. Indi de belanghebbde tijds het got van de uitkering overlijdt, wordt de uitkering, alsmede de vakantiebijslag, tot met de laatste dag van de tweede maand, volgde op die waarin het overlijd plaatsvond, uitbetaald - voor zover mogelijk in e bedrag ines: a. aan de langstlevde der echtgot indi de overlede niet duurzaam van de andere echtgoot gescheid leefde; b. bij ontsttis van de onder a bedoelde persoon aan de minderjarige wettige of natuurlijke kinder; c. bij ontsttis van de onder a b bedoelde person aan deg t aanzi van wie de overlede grotdeels in de kost van het bestaan voorzag met wie hij in gezinsverband leefde. Artikel 9 Plicht tot verstrekk van inlichting 1. De belanghebbde verstrekt desgevraagd of uit eig beweging aan de functionariss, die door de Cordares Psio met het toezicht zijn belast, alle inlichting die voor de beoordeling van het recht op uitkering van de hoogte daarvan van belang kunn zijn. 2. De belanghebbde doet elke maand opgave aan Cordares Psio van de inkomst uit arbeid, verricht in de periode waarover hij uitkering ontvangt, met gebruikmaking van het daartoe bestemde formulier, dat volledig naar waarheid wordt ingevuld ondertekd. Aanvullingsreglemt

6 3. De werkgevers verstrekk aan Cordares Psio de bodigde informatie met betrekking tot het loon de arbeid van deg die e aanvraag tot e uitkering op grond van dit reglemt hebb ingedid. Artikel 10 Intrekking wijziging van e besluit tot uitkering 1. Indi de belanghebbde de, op grond van deze regeling, gevraagde of uit eig beweging te verstrekk inlichting niet of niet tijdig verstrekt of de door hem verstrekte gegevs onjuist of onvolledig blijk te zijn, kan beslot word dat e uitkering niet wordt toegekd c.q. e besluit tot toekning van e uitkering wordt ingetrokk, de uitkering al dan niet tijdelijk wordt verlaagd, e boete wordt opgelegd, e waarschuwing wordt gegev, dan wel e andere door het bestuur van de stichting te bepal sanctie wordt toegepast. Belanghebbde wordt in het kader van dit lid geacht de inlichting niet tijdig te hebb verstrekt, indi na het verstrijk van de daarvoor gegev termijn in de eerste oproep daartoe, dan wel twee wek het uit eig beweging te meld feit bekd is bij belanghebbde, de stichting de bedoelde inlichting nog niet heeft ontvang. 2. De in het eerste lid van dit artikel goemde sancties kunn ook word toegepast indi de belanghebbde anderszins niet voldoet aan het in dit reglemt bepaalde. 3. Bij toepassing van één van de vorige led van dit artikel, wordt de door de stichting opgelop schade, bestaande uit de teveel betaalde uitkering, alsmede de daarmee samhangde sociale last, rte kost, teruggevorderd van de belanghebbde of verrekd met dis lopde uitkering. Opgelegde boetes word in mindering gebracht op de lopde uitkering dan wel van de belanghebbde gevorderd indi de uitkering niet toereikd is of inmiddels is beëindigd. 4. Indi belanghebbde niet voldoet aan ig in deze regeling gestelde voorwaarde kan e waarschuwing word gegev. 5. Het bestuur is bevoegd de sancties, zoals goemd in dit artikel te combiner. 6. Het bestuur is bevoegd aangifte te do bij de daarvoor bedoelde instelling in het geval het bestuur e gerechtvaardigd vermoed heeft dat betrokke zich heeft schuldig gemaakt aan e strafbaar feit. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civiel rechtelijke procedures of anderszins evtuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betaling, op betrokke te verhal. 7. De vorige led zijn niet van toepassing, indi de belanghebbde van e gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs ge verwijt kan word gemaakt, waarvan is uitgeslot e beroep op het niet kn van de inhoud van deze regeling. 8. Alle bat /of opbrgst, die voortvloei uit op grond van deze regeling opgelegde sancties, zull word gebruikt in overestemming met het doel van de stichting. 9. In alle gevall, waarin e sanctie ingevolge dit artikel wordt opgelegd, wordt daarvan aan betrokke gemeld wat de sanctie inhoudt waarom op grond waarvan deze is opgelegd. Verder wordt melding gemaakt van de mogelijkhed voor beroep of bezwaar. Artikel 11 Beslissingsbevoegdheid 1. Op verzoek om toekning van e uitkering wordt door het bestuur van de stichting beslist. 2. Besluit tot weigering, intrekking of wijziging van e uitkering zijn met red omkleed. Aanvullingsreglemt

7 3. Besluit als bedoeld in voorgaande led word schriftelijk aan de belanghebbde meegedeeld. Artikel 12 Verblijf in het buitland De belanghebbde behoeft voor e verblijf in het buitland voor e aanegeslot tijdvak van langer dan 4 wek gedurde de periode waarover hij uitkering ontvangt, de voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van de stichting. Verzoek voor deze toestemming di e maand voor de voorgom vertrekdatum te word ingedid. Artikel 13 Uitvoering 1. De uitvoering van deze regeling geschiedt onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting, waarin zitting hebb vertegwoordigers van de organisaties, partij bij de CAO. Cordares Psio is belast met de uitvoering van deze regeling. 2. Partij bij de CAO zijn bevoegd dispsatie te verl met betrekking tot onderbreking van korte duur in het in artikel 2 bedoelde arbeidsverled voorts in alle gevall, waarin dit aangewez is om e uitvoering van deze voorwaard overekomstig hun strekking naar redelijkheid te verwezlijk. Partij bij de CAO zijn bevoegd deze taak te deleger aan het bestuur van de stichting. 3. In geval van e geschil omtrt de uitvoering van deze voorwaard wordt, op e daartoe strekkd schriftelijk verzoek van e belanghebbde, e beslissing gom door het bestuur van de stichting. De in dit lid bedoelde behandeling van geschill laat de uit ander hoofde aan de belanghebbde toekomde rechtsmiddel onverlet. Artikel 14 Onvolledigheid In incidtele zak of aangeleghed, waarin niet is voorzi, besluit Partij bij de CAO. Artikel 15 Overgangsbepaling 1. Alle vóór de invoering van dit reglemt ingegane uitkering blijv bepaald volgs het reglemt van de datum waarop de uitkering werd vastgesteld. 2. De werknemers in de zin van de CAO die belanghebbde war in de zin van het reglemt zoals dat luidde op 31 december 2005, die vóór 1 januari 2006 aanspraak hadd op e uitkering krachts dat reglemt de ingangsdatum van deze uitkering hebb uitgesteld tot ná 1 januari 2006, behoud aanspraak op deze uitkering voor zover deze ingaat vóór het bereik van de 65-jarige leeftijd. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel, vindt met ingang van 1 januari 2006 het bepaalde van artikel 6 lid 2 onder a ook plaats t aanzi van deg waarvan de uitkering is ingegaan vóór die datum. Artikel 16 Inwerkingtreding Dit reglemt wordt geacht in werking te zijn getred op 1 januari 2006 is laatstelijk gewijzigd per 1 januari Aanvullingsreglemt