STICHTING FONDSENBEHEER WATERBOUW

Transcriptie

1 STICHTING FONDSENBEHEER WATERBOUW Jaarverslag 2011 STICHTING VUT WATERBOUW

2

3 Inhoudsopgave Inleiding Personalia Jaarverslag Algemeen Uitvoering van de regeling Beleggingen Financiële positie Jaarrekening Balans per 31 december 2011 Mutatierekening VUT-vermogen 2011 Kasstroomoverzicht Algemene grondslagen Toelichting op de balans per 31 december 2011 Toelichting op de mutatierekening VUT-vermogen 2011 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

4 Inleiding Personalia BESTUUR AAN WERKGEVERSZIJDE: BENOEMENDE ORGANISATIE: A. Struijk voorzitter Vereniging van Waterbouwers H. de Jong Vereniging van Waterbouwers J.H. Kamps Vereniging van Waterbouwers AAN WERKNEMERSZIJDE: J.G. Crombeen J. Kroeze A. van den Brink voorzitter BENOEMENDE ORGANISATIE: FNV Waterbouw FNV Waterbouw CNV Vakmensen In het verslagjaar was de voorzitter van werknemerszijde fungerend voorzitter. DIRECTIE B. Keddeman mr. J. van Doorn ADMINISTRATIE Stichting Fondsenbeheer Waterbouw ACCOUNTANT PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. 2

5 Algemeen Doelstelling De stichting is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bedrijfstak Waterbouw. De stichting heeft ten doel om, uit hoofde van het bepaalde in de CAO bedrijfstakeigen regelingen Waterbouw uitkeringen te verstrekken teneinde (gewezen) werknemers te compenseren voor een te korte opbouwperiode van aanspraken op prepensioen. Verstrekkingen Toeslagen Werknemers die voldoen aan bepaalde leeftijds- en arbeidsverledencriteria kunnen in aanmerking komen voor een toeslag op het door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw verstrekte prepensioen. De hoogte van de toeslag hangt ondermeer af van de omstandigheid of men op 1 april 1997 wel of geen deelnemer was van het BPF Waterbouw, alsmede het aantal jaren waarin men deelnemer is geweest van het BPF Waterbouw. Deze toeslagregeling is opgenomen in de CAO Bedrijfstakeigenregelingen Waterbouw. De hoogte van de toeslag is voorts gekoppeld aan het gemiddelde loon dat werd verdiend voor de ingangsdatum van de toeslag (met in achtneming van bepaalde minima en maxima). Voor iedere toeslaggerechtigde geldt zodoende een bepaald toeslagbudget; de hoogte van de maandelijkse toeslag kan beïnvloed worden door de uitkering eerder (55 jaar is de minimum-uittredingsleeftijd) of later te laten ingaan (de toeslag eindigt uiterlijk bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd). In het kader van de Wet VPL is door CAO-partijen besloten dat de VUT-toeslagregeling alleen nog geldt voor deelnemers die voldoen aan de leeftijds- en arbeidsverledencriteria en die op 1 januari jaar of ouder waren. Daarmee is vastgelegd dat deze regeling in ieder geval per 31 december 2014 beëindigd zal zijn, omdat dan de laatste deelnemer de leeftijd van 65 jaar zal hebben bereikt. Statuten en reglementswijzigingen In 2011 zijn de statuten en reglementen niet gewijzigd. Overige ontwikkelingen In 2011 is uit een advies van Prof. Dr. E. Lutjens gebleken dat naar geldend Nederlands recht in het buitenland woonachtige werknemers, die binnen de Nederlandse territoriale wateren werkzaamheden hebben verricht, op baggervaartuigen niet zonder meer onder het Nederlands recht vallen. Dit betekent dat uitzonderingen daargelaten over het algemeen ook geen VUT-premie voor deze werknemers verschuldigd zal zijn en dat de vordering terzake in 2010 terecht is ingetrokken. Eind 2014 zal de ook de toeslagregeling eindigen en zullen na betaling van de laatste uitkering de activiteiten van het fonds eindigen. Besluitvorming over de beëindiging van de regeling en de afwikkeling van het fonds zal in 2014 plaatsvinden. 3

6 Uitvoering van de regeling Premie en premieloon De premie over het verslagjaar bedroeg 2,75 % (2010: 2,75 %). Dit premiepercentage geldt zowel voor de werkgevers die uit hoofde van de CAO hiertoe verplicht zijn, als voor de werkgevers die door het bestuur op basis van vrijwilligheid zijn toegelaten om bepaalde groepen van hun werknemers voor de VUT-regeling te verzekeren. Verzekerde loonsommen Werkgevers verplicht Werkgevers vrijwillig Aan de werkgevers werden de volgende bedragen aan premie in rekening gebracht: Premie uit verplichte verzekering Premie uit vrijwillige verzekering Premie uit VUT-uitkering Premie over verslagjaar Nagekomen premies voorgaande jaren / Totaal premie ten gunste van verslagjaar Uitkeringen In het hierna volgende overzicht zijn de uitkeringen opgenomen over 2011 en 2010, inclusief vakantiegeld, pensioenpremie en de vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage premie zorgverzekering. aantal bedragen aantal bedragen maand uitkeringen Euro uitkeringen Euro januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december In 2011 zijn de gemiddelde uitkeringsbedragen hoger dan in Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door het op hogere leeftijd gebruik te maken van de VUT regeling, waardoor het beschikbare budget in een geringer aantal maanden wordt uitgekeerd

7 Beleggingen Risicobeheer De belangrijkste risico's die in het algemeen kunnen worden onderscheiden zijn het marktrisico, het renterisico, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en het kasstroomrisico. De beheersing van het marktrisico en het renterisico geschiedt door enkel te beleggen in zeer liquide deposito's en beursgenoteerde obligaties. Alle bezittingen zijn euro genoteerd, waardoor een mogelijk valutarisico nihil bedraagt. De assets zijn gematched met de toekomstige verplichtingen. Beperking van het kredietrisico wordt bereikt door contracten af te sluiten met verschillende partijen. Bij de selectie van die partijen hecht het fonds een groot belang aan de debiteurenkwaliteit, in casu de kredietwaardigheid van die partij. Als gevolg van het beleggingsbeleid van het fonds zijn het liquiditeitsrisico en kasstroomrisico zeer gering, aangezien er uitsluitend wordt belegd in zeer liquide deposito's en beursgenoteerde obligaties. In de jaarrekening wordt een nadere toelichting omtrent de risico's gegeven (zie blz. 15). Rendement Beleggings- Allocatie per Performance VUT-fonds categorie Vastrentende waarden 97,0 % -/- 0,6 % 2,7 % Rek.-courant 3,0 % 1,2 % 1,7 % Totaal 100,0 % -/- 0,6 % 2,6 % Ontwikkeling van de beleggingen (x 1.000) Mutatie Beleggings- Balans per Waarde- lopende Balans per categorie Aankopen Verkopen mutaties rente Vastrentende waarden / / / Rek.-courant / / / Asset mix (x 1.000) Beleggings- Jaar 2011 Jaar 2010 Jaar 2009 categorie In % In % In % Vastrentende waarden , , ,2 Rek.-courant 389 3, , , , , ,0 5

8 Financiële positie Het VUT-vermogen van de stichting bedraagt ultimo (2010: ). Dit vermogen is, bij een premie van 0 % (met ingang van 2012), toereikend om de toekomstige uitkeringen aan de deelnemers van de regeling veilig te stellen. Rijswijk, 21 maart 2012 Het bestuur van de Stichting VUT Waterbouw, A. Struijk J.G. Crombeen werkgeversvoorzitter werknemersvoorzitter 6

9 STICHTING VUT WATERBOUW Rijswijk JAARREKENING 7

10 Balans per 31 december 2011 (na verwerking van het saldo van baten en lasten) Bedragen in Euro ACTIVA Beleggingen (1) Vastrentende waarden Vlottende activa (2) Debiteuren Te vorderen dividendbelasting Overige vorderingen Gelieerde organisaties Overige activa (3) Liquide middelen Totaal activa Bedragen in Euro PASSIVA VUT-vermogen (4) Kortlopende schulden (5) Totaal passiva

11 Mutatierekening VUT-vermogen 2011 VUT-vermogen per 1 januari Bij: Premies (6) Beleggingsresultaten (7) -/ Overige baten (8) Af: Uitkeringen (9) Administratiekosten (10) VUT-vermogen per 31 december

12 Kasstroomoverzicht Kasstroom uit operationele activiteiten Betaalde uitkeringen -/ / Betalingen inzake administratiekosten -/ / Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -/ / Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bijdragen van werkgevers en werknemers Directe beleggingsresultaten Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Aankopen van beleggingen -/ / Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Mutatie rekening-courant / Mutatie rekening-courant Saldo in rekening-courant per 31 december Saldo in rekening-courant per 1 januari Mutatie rekening-courant /

13 Algemene grondslagen Balans Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen. De jaarrekening is opgesteld in euro s. Waardering van activa en passiva Voor zover niet anders is vermeld, zijn de activa en de passiva gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Voor eventuele oninbare vorderingen vindt waardering plaats onder aftrek van een voorziening. Beleggingen (1) De vastrentende waarden worden gewaardeerd tegen reële waarde ('fair value'), zijnde de marktwaarde. VUT-vermogen (4) De stichting financiert haar verplichtingen op basis van premie-omslag, waarbij het streven is dat een zodanige premie wordt vastgesteld en geïnd dat het totaal van de uitkeringen, rekening houdend met de beleggingsopbrengsten en administratiekosten, leidt tot een saldo van nihil aan het einde van de regeling. In de praktijk ontstaan bezien op jaarbasis afwijkingen, omdat enerzijds de werkelijke premie-ontvangst afwijkt van hetgeen voor dat jaar is begroot en anderzijds betalingen van uitkeringen, beleggingsopbrengsten en administratiekosten in een jaar afwijken van het gemiddelde over meerdere jaren. Evenwel, mede omdat deze begrotingsafwijkingen op zich weer leiden tot premie-aanpassing, is aan het einde van de regeling géén sprake van resultaat en zijn de saldi die jaarlijks blijken, feitelijk onderdeel van het VUT-vermogen. Mutatierekening VUT-vermogen Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Beleggingsresultaten (7) De beleggingsresultaten betreffen de aan het verslagjaar toe te rekenen directe opbrengsten, de gerealiseerde en ongerealiseerde waarderings- en koersverschillen (indirecte beleggingsresultaten) en de aan de beleggingsactiviteiten toe te rekenen kosten. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 11

14 Toelichting op de balans per 31 december 2011 (na verwerking van het saldo van baten en lasten) Beleggingen (1) Vastrentende waarden Deposito's < 1 jaar Balanswaarde 1 januari Lopende rente 1 januari -/ / Marktwaarde 1 januari Aankopen in het boekjaar Aflossingen in het boekjaar -/ / Lopende rente Balanswaarde 31 december Obligaties Balanswaarde 1 januari Lopende rente 1 januari -/ / Marktwaarde 1 januari Aflossingen en verkopen in het boekjaar -/ / Waardemutaties -/ / Marktwaarde 31 december Lopende rente 31 december Balanswaarde 31 december Het nominale rentepercentage voor de deposito's is 1,57 % (2010: 1,16 %). Het gemiddelde nominale rentepercentage voor de obligaties is ultimo boekjaar 5,13 % (2010: 3,58 %) en de duration is 1,56 (2010: 1,32). Het rendement van de vastrentende waarden in 2011 bedroeg -/- 0,6 % (2010: 2,7 %). Halverwege het boekjaar 2010 is de verbruikleenovereenkomst met BNY Mellon Asset Servicing SA/NV opgezegd en worden er geen effecten meer uitgeleend. 12

15 Vlottende activa (2) Debiteuren Debiteuren Te vorderen dividendbelasting Overige vorderingen Gelieerde organisaties Rekening-courant met Stichting Fondsenbeheer Waterbouw Overige activa (3) Liquide middelen

16 VUT-vermogen (4) Het verloop van het vermogen is als volgt: VUT-vermogen per 1 januari Bij: Premies Beleggingsopbrengsten -/ Overige baten Af: Uitkeringen Administratiekosten Overige lasten - - VUT-vermogen per 31 december De contante waarde van de op 31 december reeds ingegane uitkeringen (inclusief administratiekosten) Kortlopende schulden (5) Te betalen loonheffingen Af te dragen pensioenpremies - - Te betalen kosten beleggingen

17 Risicoparagraaf De belangrijkste risico's die in het algemeen kunnen worden onderscheiden zijn het marktrisico, het renterisico, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en het kasstroomrisico. De beheersing van het marktrisico en het renterisico geschiedt door enkel te beleggen in zeer liquide deposito's en beursgenoteerde obligaties. Alle bezittingen zijn euro genoteerd, waardoor een mogelijk valutarisico nihil bedraagt. De assets zijn gematched met de toekomstige verplichtingen. Beperking van het kredietrisico wordt bereikt door contracten af te sluiten met verschillende partijen. Bij de selectie van die partijen hecht het fonds een groot belang aan de debiteurenkwaliteit, in casu de kredietwaardigheid van die partij. Als gevolg van het beleggingsbeleid van het fonds zijn het liquiditeitsrisico en kasstroomrisico zeer gering, aangezien er uitsluitend wordt belegd in zeer liquide deposito's en beursgenoteerde obligaties. Kredietrisico In onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende waarden naar sector weergegeven: Bedragen x december december 2010 in % in % Obligaties Staats- en overheidsinstellingen - 0,0% ,4% Financiële instellingen ,0% ,1% Handel en industriële bedrijven - 0,0% ,5% ,0% ,0% Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegegeven: Bedragen x december december 2010 in % in % Obligaties AA ,1 % ,5 % A ,3 % ,2 % Lager dan BB ,6 % ,3 % ,0 % ,0 % Concentratierisico Grote posten kunnen leiden tot concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2 % van het balanstotaal uitmaakt. In procenten van het balanstotaal Rating Obligaties British Telecom AA nvt 3,1 % Citigroup A 2,2 % nvt Deutsche Telecom AA nvt 4,7 % Griekse Staat nvt 7,0 % Goldman Sachs A 15,4 % 12,7 % ING AA 19,6 % 16,0 % Morgan Stanley A 3,7 % 3,2 % RBS AA 2,2 % nvt RBS perp CCC 3,0 % 3,0 % Siemens AA nvt 2,5 % 15

18 Toelichting op de mutatierekening VUT-vermogen 2011 Premies (6) Premie boekjaar Nagekomen premie voorgaande jaren / Beleggingsresultaten (7) Directe beleggingsresultaten Dividenden Interest obligaties Interest deposito's Interest rekening-courant Stichting Fondsenbeheer Waterbouw Overige interest Indirecte beleggingsresultaten Gerealiseerde koersmutaties -/ / Ongerealiseerde koersmutaties -/ / / / Beleggingskosten Kosten bewaring effecten / provisie -/ / Ontvangen leenvergoeding / / Totaal beleggingsresultaten -/ Overige baten (8) Opheffing VUT-UTA Vrijval voorziening dubieuze debiteuren In 2010 is in het kader van de opheffing van de Stichting Vrijwillige Vervroegde Uittreding voor het Uitvoerend, Technisch en Administratief personeel in de Waterbouw het resterende saldo terugbetaald aan de werkgevers die in het verleden premie hebben betaald. De terug te betalen bedragen die zijn toe te rekenen aan inmiddels failliete ondernemingen worden betaald aan de overige sociale fondsen in de Waterbouw, als gedeeltelijke compensatie voor de in het kader van die faillissementen onbetaald gelaten premienota s van die fondsen. Het aandeel van de Stichting VUT Waterbouw hierin is

19 Uitkeringen (9) Bruto-uitkeringen Overlijdensuitkeringen Pensioenpremie Vergoeding inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering Administratiekosten (10) Totale kosten Stichting Fondsenbeheer Waterbouw: Personeelskosten Huisvestingskosten Administratiekosten Bestuurskosten Kosten deelnemersraad Kosten verantwoordingsorgaan Controle- en advieskosten Totale kosten Aandeel VUT-fonds in totale kosten 8,78 % 8,60 % Kosten VUT-fonds Bezoldiging bestuur De bestuurders van de Stichting VUT Waterbouw ontvangen geen bezoldiging. De Stichting heeft geen werknemers in dienst. 17

20 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting VUT Waterbouw Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting VUT Waterbouw te Rijswijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de mutatierekening VUTvermogen over 2011 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en de mutatie in het VUT-vermogen getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting VUT Waterbouw per 31 december 2011 en van de mutatierekening VUT-vermogen over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). 18

21 Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 22 maart 2012 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. drs. F.J. van Groenestein RA 19

22 Laan van Zuid Hoorn 165 Postbus KA Rijswijk Telefoon Fax Website