Zorgverlener. LEARNING OUTCOMES Ouderenzorg. De term zorgvrager = de oudere cliënt, patiënt of bewoner, maar ook zijn/haar omgeving.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zorgverlener. LEARNING OUTCOMES Ouderenzorg. De term zorgvrager = de oudere cliënt, patiënt of bewoner, maar ook zijn/haar omgeving."

Transcriptie

1 LEARNING OUTCOMES Ouderenzorg De term zorgvrager = de oudere cliënt, patiënt of bewoner, maar ook zijn/haar omgeving. Zorgverlener Z1. De student bouwt autonoom, ook in niet vertrouwde en/of complexe zorgsituaties, een professionele relatie op met de zorgvrager die gericht is op het somatisch, sociaal, psychisch en existentieel welbevinden van de zorgvrager in een multiculturele omgeving. Z.1.1 Een vertrouwensrelatie opbouwen met de zorgvrager, met evenwicht tussen afstand en nabijheid, ook in niet vertrouwde, complexe en gespecialiseerde zorgsituatie. Z.1.2 Respectvol handelen, rekening houdend met de behoeften, gevoelens en context van de zorgvrager, inclusief de culturele, existentiële en/of maatschappelijke achtergrond. Past zich aan in omgang en handelen in wisselende situaties. Luistert actief in diverse omstandigheden. Gaat diplomatisch om met reacties van de zorgvrager Vindt een evenwicht tussen emotionele betrokkenheid en afstand. Toont vanuit een open houding interesse voor de zorgvrager. Benadert vanuit een professionele relatie de zorgvrager. Verleent professionele zorg zonder uitsluiting aan zorgvragers van bepaalde etnische, culturele of maatschappelijke achtergrond en kan hierbij eventueel de hulp inschakelen van een intercultureel bemiddelaar. Ziet het belang in van de zorgverlening, in functie van het totaal welzijn van de zorgvrager. Hanteert gepaste omgangsvormen bij weerstand van patiënten/bewoners en omgeving, of in stresssituaties. Neemt een warme respectvolle basishouding aan en staat open voor diversiteit. Respecteert (zo mogelijk) de keuze van de zorgvrager. Bezit de nodige interculturele competenties om met etnischculturele diversiteit in de zorg om te gaan (houding, vaardigheden en kennis) 1

2 Z.1.3 Actief luisteren. Hanteert in diverse omstandigheden en tijdens de zorg gepaste communicatieve vaardigheden: o Actieve luisterhouding o Samenvatten, parafraseren en gevoelens reflecteren o Concretiseren o Open / gesloten vragen stellen Houdt rekening met taalproblemen en communicatiemoeilijkheden vanuit medische context. Z.1.4 De inhoud en de vorm van het gesprek aanpassen aan de zorgcontext. Z.1.5 Eigen verbale en non-verbale communicatie met de zorgvrager analyseren en bijsturen. Observeert non-verbaal gedrag bij de zorgvrager. Is zich bewust van het effect van zijn eigen gedrag op de zorgvrager. Reflecteert over eigen verbaal en non-verbaal gedrag, teneinde dit continu bij te sturen. Hanteert de correcte, diverse communicatieve vaardigheden ivf. de gespreksvorm: o Informatief gesprek o Anamnesegesprek o Zelfmanagement: patiëntenvoorlichting o Motiveringsgesprek o Slecht nieuwsgesprek Bouwt het gesprek correct op en structureert het in functie van het doel. Hanteert professionele vakterminologie overeenkomstig het begrippenkader van de zorgvrager. Past de juiste basishouding en de juiste communicatieve vaardigheden toe bij grensoverschrijdend gedrag (bv. agressie), conflicten tussen ouderen en familiebegeleiding. 2

3 Z2. De student verleent evidence based en theoretisch onderbouwde verpleegkundige zorg op basis van klinisch redeneren en een attitude van verantwoordelijkheidszin, een ruime mate van initiatief en proactiviteit, conform de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving. Z.2.1. Verpleegkundige zorg verlenen op basis van verantwoordelijkheidszin en conform de algemene en beroepsgerelateerde wetgeving. Z.2.2 Gegevens uit verschillende bronnen aan elkaar relateren, kritisch beoordelen en er conclusies uit trekken teneinde wetenschappelijk gefundeerd, praktijkrelevant en menswaardig de zorg te verlenen. Z.2.3 Bij de zorgvrager klinische symptomen, klachten, zorgbehoeften en beleving gericht observeren en analyseren op somatisch, psychisch, sociaal en existentieel vlak. Neemt zijn verantwoordelijkheid op tijdens de zorg en tijdens overlegmomenten (ook bij klinische incidenten). Kent de rechten van de patiënt en respecteert deze. Analyseert de zorgvraag, en detecteert daarbij onderliggende behoeften en noden. Herkent klinische symptomen en klachten van somatische, psychische en sociale veranderingen op basis van een professioneel referentiekader. Verzamelt gegevens op basis van anamnese (eerste contact, verpleegkundig consult, overleg met collega s, dagdagelijkse gesprekken, interdisciplinair teamoverleg, doktersronde) Contacteert indien nodig de arts, andere zorgdisciplines en diensten teneinde de gegevensverzameling te vervolledigen. Hanteert meetschalen en assessments (Katz, DOS, Norton, ) om de zorgbehoeften van de zorgvrager in kaart te brengen. Respecteert de toestemming van de zorgvrager. Vormt zich een totaalbeeld van de patiënt en de sociale situatie op basis van observaties, gesprekken en het raadplegen van verschillende informatiebronnen. Raadpleegt het intranet van de instelling correct (interne procedures) Observeert doelgericht en objectief, en maakt een onderscheid tussen feiten en interpretatie. Kadert de observaties binnen de zorgsituatie. Analyseert de zorgvraag, en detecteert daarbij onderliggende behoeften en noden. 3

4 Z.2.4 Vanuit de analyse komen tot het bepalen van verpleegproblemen. Z.2.5 Haalbare en concrete doelstellingen bepalen en continu bijsturen in alle fasen van het zorgtraject en hierbij weloverwogen prioriteiten stellen. Z.2.6 Geïndividualiseerde zorgplannen opmaken, toepassen en evalueren in overleg met de zorgvrager. Integreert alle relevante gegevens in een zorgplan. Rapporteert taalkundig en inhoudelijk correct, gebruik makend van vakterminologie. Linkt duidelijk de gegevens van de gezondheidspatronen van Gordon aan het verpleegprobleem (casuïstiek). Geeft bij geriatrische zorgvragers duidelijk de prioritaire verpleegproblemen aan. Schrijft interventies uit op maat van de patiënt en in functie van de stageplaats en de interdisciplinaire werking van de dienst. Schrijft doelstellingen, gerelateerd aan het verpleegprobleem, uit volgens de principes van SMART. Komt in overleg met de zorgvrager en rekening houdend met de specificiteit van de sociale omgeving tot een werkbare definiëring van de hulpvraag. Maakt een geïndividualiseerd zorgplan op met haalbare doelstellingen op korte en lange termijn. Formuleert deze doelstellingen in duidelijke en begrijpbare taal. Informeert en overlegt met de zorgvrager aangaande de vooropgestelde doelstellingen. Stelt binnen het geheel van doelstellingen prioriteiten, en geeft toelichting aan de zorgvrager. Stelt binnen het geheel van doelstellingen prioriteiten en beargumenteert deze binnen het interdisciplinair team. Maakt een geïndividualiseerd zorgplan op basis van voldoende (relevante) gegevens en de zorgbehoeften, dit vanuit een holistische visie. Maakt een geïndividualiseerd zorgplan op in overleg met de zorgvrager. Bespreekt weloverwogen prioriteiten met de zorgvrager en beargumenteert deze op eerlijke en duidelijke wijze. 4

5 Z.2.7 Het eigen handelen verantwoorden in diverse zorgsituaties vanuit inzicht in verpleegkundige-, biomedische- en humane wetenschappen en vanuit reflectie. Z.2.8. Met ruime mate van initiatief en proactiviteit de zorg verlenen. Maakt gebruik van kennis en basisvaardigheden omtrent ICT, en maakt gebruik van het elektronisch patiëntendossier. Stuurt het opgesteld zorgplan continu bij in functie van de noden van de zorgvrager. Is zich bewust van eigen mogelijkheden en beperkingen. Vraagt indien nodig tijdig advies en hulp, en zoekt de nodige informatie op. Neemt initiatief om in overleg met collega s problemen op te lossen. Verantwoordt eigen handelen in diverse zorgsituaties vanuit theoretische kennis van o.a. pathologie, evidence based nursing, Hanteert informatie, advies, opgedane kennis in functie van het verbeteren van de zorg. Handelt in alle omstandigheden stipt en nauwkeurig met het oog op het welzijn van de zorgvrager. Handelt vooruitziend en anticiperend. Reflecteert over eigen functioneren en handelen. De student neemt initiatief tijdens de uitvoering van de zorg. Doet spontaan voorstellen naar de verantwoordelijke verpleegkundige toe of andere disciplines. De student kaart zelf werkpunten aan waar hij/zij graag aan wilt werken. De student toont interesse in nieuwe verpleegtechnische vaardigheden, onderzoeken, de interdisciplinaire werking van de dienst, enz. De student kan proactief handelen (oog voor het behoud van zelfredzaamheid en dagelijks functioneren van ouderen en stimuleert hen hierbij). 5

6 Z3. De student verleent zowel in eenvoudige als complexe en gespecialiseerde zorgsituaties cliëntgerichte en gestuurde verpleegkundige zorg op maat, gebruik makend van de gepaste technologie en met aandacht voor structuur, stiptheid en nauwkeurigheid teneinde de veiligheid van de patiënt te waarborgen in de concrete handelingen. Z.3.1. Correcte en relevante informatie geven aan de zorgvrager over zijn gezondheid, ziekte, de zorg, onderzoeken, behandeling en toekomstperspectieven. Z.3.2. Verpleegkundige interventies en medische voorschriften stipt en doordacht uitvoeren volgens procedures en protocollen afgestemd op de zorgvrager. Z.3.3 Verpleegkundige handelingen uitvoeren volgens de verpleegkundige basisprincipes (hygiëne, steriliteit, comfort, privacy, zelfzorg en inspraak, veiligheid, ergonomie, economie, ecologie. Geeft informatie in het kader van en binnen de grenzen van eigen beroepsprofiel. Geeft eenduidige informatie aan de zorgvrager. Geeft informatie aan zorgvrager rekening houdend met het referentiekader van deze en de zorgcontext. Voert de verpleegkundige interventies uit rekening houdend met procedures, protocollen, zorgpaden en zorgtrajecten. Analyseert en interpreteert medische voorschriften correct en voert ze stipt uit. Voert interventies in het kader van palliatieve zorg correct uit. Voert educatieprogramma s uit, verleent de nodige medewerking aan de uitvoering ervan en verwijst door indien nodig. Voert administratieve interventies stipt en accuraat uit. Legt op gepaste wijze telefonische contacten. Voert psychosociale interventies uit en past hierbij correcte communicatieve vaardigheden/attituden toe. Hanteert procedures en protocollen in overleg met de zorgvrager. Werkt systematisch en gestructureerd vertrekkende vanuit probleemstellingen. Geeft aansluitend daarop doelstellingen aan, plant interventies en voert deze uit. Besteedt bij het uitvoeren van de zorg aandacht aan de zelfredzaamheid van de zorgvrager en ondersteunt deze. Motiveert en stimuleert de zorgvrager tot het verhogen van zelfredzaamheid en zelfverantwoordelijkheid. 6

7 Z.3.4 De specifieke richtlijnen m.b.t. patiëntenveiligheid nauwgezet toepassen. Z.3.5 De effecten van verpleegkundige handelingen evalueren en bijsturen. Z.3.6 Zich aanpassen in wisselende situaties binnen de zorgcontext. Voert de verpleegkundige handelingen (rekening houdend met de basisprincipes) zelfstandig en flexibel uit, passend binnen de totaalzorg van de zorgvrager. Heeft oog voor valpreventie (weet wat dit concreet inhoudt voor de desbetreffende organisatie). Kent de specifieke richtlijnen in verband met patiëntveiligheid (bv. kleurencode identificatiebandjes in ziekenhuizen, richtlijnen in verband met veilig medicatiebeheer in WZC, ziekenhuizen, enz.) Evalueert de kwaliteit van de zorg op basis van de vooropgestelde doelstellingen van het zorgplan. Evalueert de kwaliteit en het resultaat van de zorg in overleg met de zorgvrager, team en andere zorgverstrekkers. Evalueert de kwaliteit van de zorg. Zorgt voor een inhoudelijke en taalkundige correcte verslaggeving (mondeling en schriftelijk) gebruik makend van gepaste vakterminologie. Stelt zo nodig het zorgplan bij, op basis van aangepaste omstandigheden, bijkomende gegevens. Evalueert de zorg op basis van tijdig, relevante, beknopte en gestructureerde rapportages. Reageert correct op acute situaties (aspiratie, reanimatie, agressie bij een delirium, enz.). Past de zorgverlening van de zorgvrager aan in functie van de materiële, cognitieve en sociale context, zonder de basisprincipes inzake een kwalitatieve zorgverlening uit het oog te verliezen. 7

8 Z4. De student neemt autonoom initiatieven inzake preventie en past deze op alle niveaus adequaat toe. Organiseert op een methodische wijze gezondheidspromotie en patiënteneducatie aan individuen en groepen. Stimuleert een gezondheidsbevorderend gedrag bij de zorgvrager(s). Z.4.1 De gezondheidsrisico s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties en de nood aan gedragsverandering bij de individuele zorgvrager of een groep herkennen en definiëren. Z.4.2 De beginsituatie van de individuele zorgvrager of een groep inventariseren: de culturele, existentiële en/of maatschappelijke achtergrond, voorkennis, leerstijl, interne en externe bevorderende en belemmerende factoren. Z.4.3 De gezondheidsrisico s, het gezondheidsprobleem of mogelijke complicaties en zonodig de relatie met de levensstijl bespreken met de zorgvrager(s). Z.4.4 Relevante informatiekanalen en middelen zoeken, hanteren en evalueren. Z.4.5 De zorgvrager(s) motiveren, adviseren, educeren bij keuzes i.v.m. gezondheid, gezondheidsgedrag, autonomie en levenskwaliteit rekening houdend met zijn verwachting en beleving. Observeert en identificeert risicogedrag, gezondheids- en welzijnsrisico s en maakt een analyse. Legt verbanden tussen gezondheidsproblemen, diagnoses, behandeling en gedrag en behoeften van de zorgvrager. Geeft een omschrijving van gezondheidsrisico s, analyseert en evalueert de situatie. Vormt een totaalbeeld van de zorgvrager door: o het raadplegen van informatiebronnen o het voeren van een anamnesegesprek o het observeren van de zorgvrager. Maakt een onderscheid tussen de aanmeldingsklacht en de onderliggende problematiek bij de zorgvrager. Bespreekt risicogedrag, gezondheids- en welzijnsproblemen met de zorgvrager. Bespreekt de gevolgen van ziekte, handicap en levensstijl met de zorgvrager. Geeft gestuurde educatie aan de zorgvrager. Heeft inzicht in de sociale kaart en hanteert deze. Maakt gebruik van vak- en wetenschappelijke literatuur. Haalt de essentie uit vak- en wetenschappelijke literatuur, en gebruikt deze gegevens objectief. Maakt gebruik van databanken en intranet van de desbetreffende instelling. Bespreekt de nodige maatregelen om met de aanwezige gezondheidsrisico s om te gaan. 8

9 Z.4.6. Deskundig en menswaardig omgaan met gezondheid, ziekte en sterven. Verzamelt gegevens aangaande de wil en de activiteiten die de zorgvrager aangeeft ter bestendiging en verbetering van zijn gezondheidstoestand. Geeft gepaste informatie ter ondersteuning van het aanpassen van de levensstijl en het bestendigen van therapietrouw in samenwerking andere gekwalificeerde groepen. (vb. Pallion, referentieverpleegkundigen, ergotherapeuten, kinesisten, enz.) Geeft gepaste informatie in het kader van gezondheidspromotie en preventie. (Geeft o.a. advies ivm. gezonde voeding, hulpmiddelen, financiële tussenkomsten en tegemoetkomingen, ) Begeleidt de zorgvrager en zijn omgeving, geeft voorlichting en correcte informatie, en zorgt eventueel voor gerichte doorverwijzing. Hanteert gepaste didactische vaardigheden, en past specifieke gespreksvormen toe. (informatief gesprek, adviesgesprek, ) Observeert de zorgvrager in het kader van het efficiënt opvolgen van afspraken en voorgestelde maatregelen. Evalueert het gedrag van de zorgvrager in functie van de voorgestelde maatregelen. Overlegt met de zorgvrager tussentijds en op regelmatige basis aangaande de vooropgestelde maatregelen en de bekomen resultaten. Stuurt activiteiten in het kader van preventie (continu) bij rekening houdend met de situatie van de zorgvrager en de context. 9

10 Regisseur R1. De student bouwt intra- en interprofessionele relaties op en werkt efficiënt samen in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen. R.1.1 Respectvol omgaan met de taken/bevoegdheden van de verschillende teamleden. R.1.2 Open staan voor de mening van de verschillende teamleden en opkomen voor eigen mening, rekening houdend met de multiculturele context. R.1.3 Zich als verpleegkundige met een eigen professionele deskundigheid profileren t.o.v. andere teamleden en de organisatie. R.1.4 De zorgdoelstellingen en zorgverlening intraprofessioneel en efficiënt afstemmen. R.1.5 De zorgdoelstellingen en zorgverlening interprofessioneel en efficiënt afstemmen. Kent de functie en de taakinvulling van de leden van het interdisciplinair team. Werkt samen en integreert zich in het interdisciplinair team Verwoordt met gepaste communicatieve vaardigheden een eigen mening en staat open voor de mening van anderen. Staat open voor feedback, en gaat constructief om met ontvangen feedback. Beschouwt collega s als gelijkwaardig, rekening houdend met eigenheid en culturele achtergrond, verscheidenheid in beroepsgroep. Neemt actief deel aan het (interdisciplinair) teamoverleg. Geeft aandachtspunten/observaties door aan de arts tijdens de doktersronde en denkt actief mee. Overlegt met andere teamleden in functie van het organiseren en het uitvoeren van de interventies. Werkt met andere teamleden samen teneinde de zorg voor de patiënt te optimaliseren, rekening houdend met de totale context. Stelt prioriteiten in de zorg naargelang de totale situatie. Reflecteert samen met de andere teamleden kritisch omtrent de organisatie van de zorg. Maakt een eigen werkplanning op en stelt prioriteiten. Kent de grenzen van eigen deskundigheid en professie. 10

11 R.1.6 Intra- en interprofessioneel overleg organiseren, eraan participeren en opvolgen. R.1.7 Constructief bijdragen tot het voorkomen en oplossen van conflicten. Hanteert de sociale kaart, kent de functie en de taken van de diverse hulpverleningsinstanties Werkt samen met andere hulpverleningsinstanties. Kan: o informatie opvragen en doorgeven o onderhandelen en bemiddelen o inzicht verwerven in professionele referentiekaders en weerstanden herkennen Vertegenwoordigt de organisatie, handelt naar waarden en visie van de organisatie. Treedt op als belangenbehartiger van de zorgvrager : de zorgvrager en omgeving informeren en eventueel correct doorverwijzen. Past zich aan/ werkt samen met het interdisciplinair team. Doet een voorstel voor contacten met intra-, trans en extramurale instanties voor de realisatie van de continuïteit van zorg. Participeert aan intra- en interdisciplinair overleg, neemt een actieve luisterhouding aan en brengt relevante informatie aan. Stelt in overleg met het interdisciplinair team een zorgenplan op. Herkent groepsdynamische processen. Herkent een conflictsituatie / stresssituatie, en kan deze bespreken. Hanteert gepaste communicatieve vaardigheden bij het uiten van een eigen mening. Bespreekt eigen emoties en gevoelens omtrent de zorg tijdig en op gepaste wijze in het team. Zoekt in overleg met anderen naar oplossingen. Denkt en handelt creatief en anticiperend en is ondernemend. Doet voorstellen in functie vooropgestelde doelen. 11

12 R.1.8 Niet formeel leiding geven en coachend optreden in een gestructureerd zorgteam ifv het realiseren van kwaliteitsvolle zorg en continuïteit daarbij. Staat open om van anderen te leren (feedback) en gaat hier constructief mee om. Coacht medestudenten tijdens de uitvoering van de zorg. Spreekt verpleegkundigen en andere disciplines aan en geeft duiding indien theoretische/praktische inzichten vanuit school niet overeenkomen met de praktijk. Bespreekt wetenschappelijke inzichten met medestudenten, verpleegkundigen en andere disciplines. R2. De student communiceert op een efficiënte en gestructureerde wijze zowel mondeling als schriftelijk over de zorgrelatie, de zorginhoud en het zorgproces met alle betrokkenen op een niveau aangepast aan de gesprekspartner en met aandacht voor een correct gebruik van de vakterminologie. R.2.1 De essentie van de zorgsituatie op een gestructureerde wijze schriftelijk en mondeling rapporteren. Maakt gebruik van hedendaagse (elektronische) rapportagesystemen. Maakt een onderscheid tussen relevante en niet-relevante gegevens. Maakt een onderscheid tussen hoofd- en bijzaken Rapporteert objectief relevante gegevens. R.2.2 Een professionele en eenduidige woordkeuze hanteren. Hanteert professionele vakterminologie, en integreert deze in een taalkundig en inhoudelijk correct mondeling of schriftelijk verslag. Hanteert professionele vakterminologie bij gesprekken met de zorgvrager, rekening houdend met zijn begrippenkader. R.2.3 De gepaste informatiekanalen efficiënt hanteren. Neemt op zelfstandige basis initiatief tot het opzoeken van informatie gericht naar een kwalitatieve, patiëntgerichte zorg. Contacteert andere zorgverstrekkers voor het afstemmen van een kwalitatieve zorg. Raadpleegt elektronische bronnen zoals de website van eigen organisatie, de sociale kaart, de rechtenverkenner, 12

13 R.2.4. De elektronische dossiers en informaticatechnologie adequaat gebruiken. Kent bestaande hulpverleningsprogramma s, standaarden en procedures, kan deze analyseren en toepassen. Kent de basis van het desbetreffende medicatiebeheer. Zoekt interne procedures op. Raadpleegt, onder toezicht van een verpleegkundige, het medisch dossier. R3. De student organiseert en coördineert autonoom en in overleg met andere zorgverstrekkers intra-, trans- en extra-murale zorg. R.3.1 In samenspraak met betrokkenen de nood aan coördinatie van de zorg inventariseren. R.3.2 Volgens de gestelde prioriteiten en vooropgestelde doelstellingen maatregelen treffen zodat de juiste instellingen, middelen en personen op het juiste tijdstip worden ingeschakeld. Contacteert en overlegt met de verschillende zorgverleners van het interdisciplinair team met het oog op de zorgafstemming. Doet een voorstel voor contacten met de verschillende intra-, trans- en extramurale organisaties met het oog op het uitvoeren van de zorgverlening en de continuïteit te bewaken. Voert ondersteunende administratieve en logistieke taken uit, noodzakelijk voor een goede organisatie. Stelt grenzen door onder andere het delegeren van taken en/of doorverwijzing ervan. Stelt in functie van kwaliteitszorg gebracht door de juiste zorgverlener / organisatie en met gepaste middelen een planning op. Overlegt met de zorgvrager en andere zorgverleners aangaande de zorgplanning (organisaties, middelen en personen, werkwijze en tijdstip). Stelt prioriteiten (dringend niet dringend / hoofdzaken bijzaken) bij het opmaken van de zorgplanning. Kent de sociale kaart voor ouderen(hun doelen en globale werking), en contacteert in overleg en met goedkeuring van de zorgvrager. 13

14 R.3.3 De intra-, trans- en extramurale zorg proactief inschatten, signaleren, interpreteren, realiseren en evalueren in samenspraak met de zorgvrager en andere zorgverleners. Geeft informatie aan de zorgvrager over faciliteiten binnen eigen organisatie en /of externe diensten om de zorg te ondersteunen. Kent de mogelijkheden en grenzen van professionele zorgverlening en informeert de zorgvragerr hierover. Houdt rekening met vragen, gevoelens en wensen van de zorgvrager. Kent de mogelijkheden van de extra, trans- en intramurale zorg. Ontwerper O1. De student ontwikkelt op basis van theoretische kaders, internationale referenties en ervaring een persoonlijke visie op verpleegkunde en handelt volgens een constructief-kritische ingesteldheid. O.1.1 De persoonlijk ontwikkelde visie op verpleegkunde op basis van verpleegkundige kaders en modellen aftoetsen aan de visie van de organisatie en aan de praktijkervaringen. Situeert de eigen discipline / organisatie binnen de ouderenzorg en de algehele gezondheids- en de welzijnszorg. Heeft kennis m.b.t. de doelgroep, de doelstellingen en de visie van de organisatie. Herkent deze visie in concrete situaties. Analyseert eigen handelen in functie van de visie op zorg en stuurt zo nodig bij. Werkt op basis van een kritische reflectie mee aan de uitbouw van de visie van de organisatie. Heeft zicht op samenwerkingsverbanden tussen organisaties. Maakt een vergelijking van verpleegtechnische handelingen, isolatiemaatregelen, enz., uitgevoerd op de dienst en hetgeen hij geleerd heeft op school en opgezocht heeft vanuit vak- en wetenschappelijke literatuur. 14

15 O.1.2 De persoonlijke visie op verpleegkunde verruimen op basis van nationale en internationale referenties. Neemt deel aan professionele netwerking. Hanteert nationale en internationale vakliteratuur, lezingen, onderzoeksresultaten teneinde o de eigen visie op verpleegkunde bij te sturen o een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kwaliteitsrichtlijnen. O2. De student bewaakt en bevordert de kwaliteit van de individuele en globale zorgverlening binnen de eigen organisatie. O.2.1 In alle omstandigheden de zorg verlenen volgens de criteria van kwaliteit van zorg: doeltreffend, efficiënt, veilig, rechtvaardig, tijdig, continu, multi- en interdisciplinair, cliëntgericht, volgens de juridische reglementering en wetenschappelijk gefundeerd. O.2.2 Eigen handelen analyseren en bijsturen in functie van de kwaliteitscriteria, in dialoog met het team en de zorgvrager. Kent de verschillende criteria die kwaliteit van zorg bepalen en biedt zorgverlening aan op basis van deze criteria: o bekommerd zijn om eigen veiligheid o probleemoplossend werken o vlot en doelgericht werken o zorgvuldig werken en steeds de veiligheid van de zorgvrager en zijn omgeving voor ogen houden o in overleg werken met het interdisciplinair team o rekening houden met de autonomie en wensen van de zorgvrager o werken cfr. de wettelijke reglementeringen o evidence based werken. Informeert zich over kwaliteitszorg: het kwaliteitsplan en de kwaliteitscoördinator. Stelt eigen handelen in vraag, denkt na over verschillen tussen alledaagse activiteiten en de gewenste hulpverlening. Benoemt aandachtspunten die omtrent het eigen handelen nog kunnen worden verbeterd, en stelt doelen. Stelt initiatieven ter verbetering van eigen handelen voor, en bespreekt deze met patiënt of bewoner / andere medewerkers. Streeft door reflectie naar een steeds hoger niveau van kwaliteitszorg. 15

16 O.2.3 Bestaande zorgverlening analyseren in functie van de kwaliteitscriteria en voorstellen tot aanpassing formuleren. O.2.4 Actief meewerken aan projecten ter optimalisatie van verpleegkundige zorg, kaderend binnen de integrale kwaliteitszorg van de organisatie. Heeft een duidelijke en professionele visie aangaande de bestaande zorgverlening. Toont interesse voor nieuwe inzichten en vernieuwing van de zorg. Reflecteert over deze hulpverlening. Signaleert knelpunten die kwaliteitszorg belemmeren. Formuleert voorstellen om de bestaande zorgverlening te verbeteren. Toont interesse en betrokkenheid voor kwaliteit bevorderende initiatieven, en streeft door reflectie naar kwaliteitszorg. Participeert aan kwaliteit bevorderende initiatieven. Zet zich in om expertise te optimaliseren. O.3 De student zoekt op een gerichte en methodische manier vak- en wetenschappelijke literatuur op, beoordeelt de relevantie en bruikbaarheid ervan. O.3.1 Een probleemstelling vertalen in concrete vraagstellingen. Analyseert en concretiseert de probleemstelling. O.3.2 Op een systematische en gestructureerde wijze een Neemt initiatieven tot en doet aan zelfstudie (levenslang leren) zoekstrategie uitvoeren naar vak- en wetenschappelijke literatuur. teneinde professionele kennis te vermeerderen en up to date te houden. Staat open voor innovatie en is leergierig. Is bereid deel te nemen aan praktijkgericht onderzoek. Kent de verschillende interne en externe informatiekanalen. O.3.3 Literatuur inschatten naar vakinhoudelijke en wetenschappelijke waarde. Maakt gebruik van vak- en wetenschappelijke literatuur. Herkent verschillende onderzoeksmethodes in vak- en wetenschappelijke literatuur. Is op de hoogte van criteria, kenmerkend voor vak- en wetenschappelijke literatuur. Checkt de tekst op basis van criteria voor beoordeling van vak- en wetenschappelijke literatuur. 16

17 O.3.4 Onderzoeksresultaten beoordelen op bruikbaarheid in de verpleegkundige praktijk. O.3.5 Op een creatieve wijze onderzoeksresultaten uit relevante onderzoeksdomeinen implementeren in het eigen professioneel handelen, in de uitwerking van projecten en vernieuwingen in verpleegkundige praktijk. O.3.6 Op een strikte en consequente wijze de voorschriften in een onderzoeksprotocol naleven. Haalt de essentie uit vak- en wetenschappelijke literatuur. Houdt de doelstelling van de zoekopdracht / probleem in gedachten. Checkt de tekst op basis van thema en probleemstelling. Overlegt resultaten en bruikbaarheid binnen het team en/of organisatie. Denkt en werkt actief mee aan innovatie. Gaat actief op zoek naar mogelijkheden om nieuwe kennis en vaardigheden te verdiepen. Integreert nieuwe kennis en vaardigheden in de zorgverlening. Past procedures, protocollen, standaarden strikt toe, rekening houdend met de specifieke zorgbehoefte, de wensen en de beleving van de zorgvrager, en in overleg met collega s en/of andere zorgverleners. Coach C.1 De student instrueert, coacht en geeft leiding aan leden van een gestructureerd team. C.1.1 Medewerkers helpen om eigen sterktes en zwaktes te (h)erkennen en hanteren. C.1.2 Medewerkers bevestigen in hun kwaliteiten en stimuleren tot verdere ontwikkeling. Ondersteunt het probleemoplossend denken en handelen bij medewerkers. Stimuleert medewerkers tot (zelf)reflectie. Hanteert de juiste empowerende communicatieve vaardigheden bij het geven van advies / feedback aan collega s. Toont een enthousiaste en gemotiveerde houding en heeft een voorbeeldfunctie. Benoemd positief gedrag en behaalde doelstellingen van medewerkers. 17

18 C.1.3 Medewerkers gerichte instructie en feedback geven. Informeert medestudenten. Geeft presentaties en vorming Past de gepaste communicatievaardigheden toe tijdens coachings- en feedbackgesprekken. C.1.4 Samenwerking bevorderen. Respecteert gemaakte afspraken met de interdisciplinaire leden. Stelt zich flexibel op binnen het interdisciplinair team. Past zich aan naargelang de omstandigheden / de situatie. Brengt op heldere en gestructureerde wijze ideeën aan. Herkent conflictsituaties. Beluistert de belangen van de verschillende medestudenten. Sluit compromissen in functie van een goede samenwerking. Contacteert zo nodig de juiste informatiekanalen en aanspreekpunten. C.1.5 Taken toewijzen in functie van de competenties van de medewerker en rekening houdend met een efficiënte taakverdeling binnen het team. Delegeert als teamverantwoordelijke taken aan desbetreffende verpleegkundigen (leden van het interdisciplinair team) en medestudenten in functie van efficiëntie en competenties. Beroepsbeoefenaar B.1 De student is zich bewust van de waarden en normen van zichzelf en de zorgvrager en hoe deze het professioneel handelen als verpleegkundige beïnvloeden. Handelt op ethisch verantwoorde wijze. Vervult een voorbeeldfunctie voor anderen. B.1.1 Eigen handelen analyseren in functie van eigen waarden en normen en rekening houdend met waarden en normen van de zorgvrager. Is zich bewust van eigen waarden en normen. Is zich bewust van de waarden en normen van de zorgvrager. Is zich bewust van zijn of haar positie binnen de organisatie en de draagwijdte van eigen werk. 18

19 B.1.2 Ethische vragen en dilemma s (h)erkennen, bespreekbaar maken in het team en een bijdrage leveren aan een verantwoorde besluitvorming. Is betrouwbaar, handelt doordacht en is zich bewust van de impact van eigen functioneren op de situatie. Handelt in elke omstandigheid professioneel met respect voor waarden en normen van de zorgvrager. Houdt op professionele wijze rekening met eigen wensen / verlangens / autonomie van de zorgvrager zonder waardeovertuiging vanuit eigen referentiekader. Benadert de zorgvrager vanuit een holistische mensvisie. Is alert voor ethische vragen van de zorgvrager / dilemma s, en bespreekt deze binnen het interdisciplinair team. Respecteert de overtuiging van de zorgvrager bij beslissingen in het zorgproces en stelt eigen ethische overtuiging secundair. B.1.3 Het beroepsgeheim respecteren. Respecteert de privacy van de zorgvrager. Gebruikt op gepaste wijze communicatiemiddelen als telefoon, dossier. Maakt duidelijke afspraken naar andere zorgverleners en interdisciplinaire teamleden in samenspraak met de zorgvrager. Past het beroepsgeheim toe conform juridische reglementering in functie van het welzijn van de zorgvrager (spreekrecht zwijgplicht). B.1.4 De rechten van de patiënt vrijwaren. Kent de rechten en de plichten van de zorgvrager en kan deze integreren in zijn handelen. Analyseert eventuele knelpunten in het kader van deze problematiek. B.1.5 Als pleitbezorger optreden voor de waarden en beleving van de zorgvragers. Stelt zich op de hoogte van belangrijke waarden voor de zorgvrager. Bewaakt de eigenheid van de zorgvrager in relatie met de visie van de omgeving en andere zorgverleners. Toont respect en betrokkenheid voor waarden en beleving van de zorgvrager zonder enige vorm van discriminatie. 19

20 Stelt zich empathisch op. Verwoordt en beargumenteert zo nodig de waarden en belevingsaspecten die de zorgvrager r als belangrijk vooropstelt. B.2 De student draagt als autonome professional actief bij tot de profilering van het beroep, heeft een brede kijk op het maatschappelijk gebeuren en staat kritisch ten opzichte van een economisch, sociaal en ethisch beleid. B.2.1 Het verpleegkundig beroep situeren binnen de gezondheids- en welzijnszorg in nationaal en internationaal perspectief. B.2.2 De beroepsorganisaties, hun informatiebronnen en kanalen kennen en raadplegen. B.2.3 Vanuit de eigenheid van het verpleegkundig beroep zich profileren t.o.v. andere professionals. B.2.4 Het effect van economisch, sociaal en ethisch beleid in eigen werksituaties herkennen en daarop reflecteren vanuit zorggeoriënteerde kaders. Kent de organisatie van de Belgische gezondheids- en welzijnszorg en kan hierbij de ouderenzorgorganisatie situeren binnen het geheel. Schetst het profiel en de functie van de verpleegkundige binnen de ouderenzorg en de algehele gezondheids- en welzijnszorg.. Stelt zich op de hoogte van welke organisaties de belangen van de verpleegkundigen verdedigen. Duidt aan welke organisatie kan geraadpleegd worden bij problemen in de beroepsuitoefening. Zoekt de nodige informatie daarover op. Levert een actieve bijdrage in de positieve beeldvorming van de verpleegkundige in de ouderenzorg en de maatschappij. Zorgt voor een kwalitatieve, patiëntgerichte uitvoering van de verpleegkundige zorg. Toont steeds een waardig gedrag in diverse situaties en omstandigheden. Is op de hoogte van sociale wet en regelgeving en kan deze toepassen Herkent ethische dilemma s in de zorg. Is zich bewust van de kosten van diensten, middelen en materialen voor. 20

21 Is zich bewust van de invloed van het sociaal en economisch beleid op de gezondheids- en welzijnszorg. B.3 De student reflecteert continu op het eigen verpleegkundig handelen, analyseert zijn leerbehoeften en vertaalt deze autonoom in initiatieven tot professionalisering en evenwichtig functioneren. B.3.1 Reflecteren over eigen handelen en constructief omgaan met feedback. B.3.2 Kritisch analyseren van de eigen verpleegkundige competenties door het benoemen van de eigen sterktes en zwaktes en op basis hiervan de eigen professionele ontwikkeling realiseren. B.3.3 De grenzen van de eigen deskundigheid herkennen en erkennen en andere disciplines inschakelen indien de eigen deskundigheid ontoereikend is. B.3.4 De eigen zelfzorg verzekeren en evenwicht behouden tussen werk en privéleven. Reflecteert over eigen zorgverlening in diverse omstandigheden en situaties. Toont een open en ontvankelijke attitude bij het krijgen van feedback. Vraagt feedback aangaande eigen functioneren aan collega s, binnen het interdisciplinair team, binnen de organisatie, Neemt aandachtspunten op door ze in positief gedrag om te buigenen zijn professioneel handelen te verbeteren. Reflecteert kritisch aangaande de eigen beroepsuitoefening. Reflecteert kritisch aangaande eigen functioneren binnen eigen team, organisatie en interdisciplinair team. Neemt door diverse leervormen (zelfstudie, navorming, ) de leerpunten op ter verbetering van eigen professionele ontwikkeling. Is zich bewust van levenslang leren. Vraagt bijkomende uitleg en ondersteuning indien nodig, en doet hiervoor beroep op andere collega s of andere disciplines. Bewaakt de eigenheid van het beroep, en respecteert de grenzen van zorgverlening. Is zich bewust van eigen mogelijkheden en beperkingen. Bewaart een goed evenwicht tussen betrokkenheid bij het werk en afstand. Draagt zorg voor eigen lichamelijk en psychisch, sociaal welbevinden. 21

DOMEINSPECIFIEKE LEERRESULATEN

DOMEINSPECIFIEKE LEERRESULATEN ASSOCIATIE KU LEUVEN SCHAPENSTRAAT 34, BUS 5600 3000 LEUVEN, BELGIË DOMEINSPECIFIEKE LEERRESULATEN BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 1. De PBA VPL bouwt autonoom binnen een multiculturele omgeving een professionele

Nadere informatie

Stagedoelstelling exploratiestage

Stagedoelstelling exploratiestage Stagedoelstelling exploratiestage 2018-2019 1 Zorgverlener: verlenen verpleegkundige zorg/technische vaardigheden volgens de verpleegkundige basisprincipes Werkt systematisch en gestructureerd. Besteedt

Nadere informatie

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de

Nadere informatie

DOMEINSTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

DOMEINSTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE DOMEINSTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de behoefte

Nadere informatie

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend. Kerncompetenties Kerncompetentie 1 Vakinhoudelijk handelen De beroepsbeoefenaar integreert alle vakinhoudelijk kennis en vaardigheden en een professionele attitude t.b.v. optimale patiëntenzorg en werkprocessen.

Nadere informatie

Woonzorgnet Dijleland functiebeschrijving kine Blz 1 van 5

Woonzorgnet Dijleland functiebeschrijving kine Blz 1 van 5 Blz 1 van 5 1. Doel van de functie De kinesitherapeut staat voor de uitdaging om de zorg aan "kwetsbare" ouderen (zorg voor ouderen die niet meer kunnen genezen) en hun context een gevoel van vertrouwen

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind. De opleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot kinderverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De kinderverpleegkundige verzamelt

Nadere informatie

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Gedragsindicatoren HBOV cohort Competentie 1 (HBOV cohort 2010-2014 leerjaar 2) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op

Nadere informatie

Gedragsindicatoren HBOV cohort 2008-2012 en VMH 2010-2012

Gedragsindicatoren HBOV cohort 2008-2012 en VMH 2010-2012 Competentie 1 (HBOV cohort 2008-2012 leerjaar 4 (formatief leerjaar 3)& VMH 2010-2012) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige

Nadere informatie

Feedback. Tussentijdse - of eindevolutie (schrappen wat niet van toepassing is) A. Patiënt-/cliënt- en familiegericht. Tussentijdse- of eindevolutie

Feedback. Tussentijdse - of eindevolutie (schrappen wat niet van toepassing is) A. Patiënt-/cliënt- en familiegericht. Tussentijdse- of eindevolutie Datum: Naam Stagiair: Tussentijdse- of eindevolutie Tussentijdse - of eindevolutie (schrappen wat niet van toepassing is) A. Patiënt-/cliënt- en familiegericht 1. Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Verzamelen en interpreteren van gegevens

Verzamelen en interpreteren van gegevens De opleiding tot obstetrieverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot obstetrieverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De obstetrieverpleegkundige verzamelt

Nadere informatie

EINDVERSLAG STAGE VERPLEEGKUNDE & VROEDKUNDE

EINDVERSLAG STAGE VERPLEEGKUNDE & VROEDKUNDE EINDVERSLAG STAGE VERPLEEGKUNDE & VROEDKUNDE Naam en voornaam student: Studiejaar/module: Stage van tot. Stageperiode I II III IV V Naam hoofdverpleegkundige: Naam mentor: Naam stagebegeleider: Stageplaats/dienst:

Nadere informatie

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent BOL leerjaar 2 in 2011-2012 Verdiepingsfase OAS praktijk 2011-2013 volgens het Kwalificatiedossier 2010. naam: klas: Loopbaanbegeleider: 1= startniveau 2=aardig

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling Functietitel Cluster Dienst Plaats in de organisatie Niveau Weddeschaal Statuut Teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

Klinische Stage Interne Geneeskunde. Bijlage 1

Klinische Stage Interne Geneeskunde. Bijlage 1 Klinische Stage Interne Geneeskunde Bijlage 1 len 30/06/2015 Page 1 Professional Communicator Scholar Collaborator Health advocate Manager Medisch expert len 30/06/2015 Page 2 MEDISCH EXPERT heeft inzicht

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

Functieprofiel doktersassistent(e)

Functieprofiel doktersassistent(e) Functieprofiel doktersassistent(e) Algemene uitgangspunten Respectvol omgaan met patiënten en collega s. Je bent allround doktersassistent(e) in een team die samen verantwoordelijk is voor alle doktersassistent(e)

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau

Nadere informatie

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0067 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Voorstel BVVS, juni 2018 1. Definitie... 2 2. Rollen... 2 2.1 Verantwoordelijk voor het zorgproces... 2 2.2 Communicator... 3 2.3 Samenwerker... 3 2.4 Professionele

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS De ondersteuner passend onderwijs is werkzaam in een team van professionals dat wordt aangestuurd door een ondersteuningsmanager. De ondersteuner passend

Nadere informatie

Geneesmiddelenkennis

Geneesmiddelenkennis Keuzedeel mbo Geneesmiddelenkennis gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0043 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF pg1/5 DOELSTELLINGEN EN SITUERING IN DE ORGANISATIE (cfr organogram) Vanuit onze opdrachtsverklaring is het de taak van elke medewerker om de zorg

Nadere informatie

Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE

Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE 1. Situering van de functie Naam van de functie Dienst Niveau Functionele loopbaan Evaluator procesbewaker Zorgkundige Woonzorgcentrum C C1 C2 Hoofdverpleegkundige/Zorgcoördinator

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL OPERATIEVERPLEEGKUNDE

COMPETENTIEPROFIEL OPERATIEVERPLEEGKUNDE COMPETENTIEPROFIEL OPERATIEVERPLEEGKUNDE Associatie KULeuven voor de basiscompetenties en Overleggroep werkveld-scholen operatieverpleegkunde voor de context OK Enkele definities en afbakeningen in het

Nadere informatie

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie 0.1. 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie 0.1. 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1 Body of Knowledge Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo Werkversie 0.1 1/12 Verpleegkundige mbo v0.1 Inhoud 1 Verpleegkundige MBO basis... 3 1.1 Menselijk functioneren... 3 1.2 Methodisch handelen...

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Startbekwaam Toets beroepstaak B Helpende startbekwaam Thuiszorg 08-2011 Beroepsopdracht

Nadere informatie

Maatschappelijk assistent

Maatschappelijk assistent SINT-GERARDUS DIEPENBEEK Maatschappelijk assistent 1 Functiedoel De maatschappelijk assistent (MA) is verbindingspersoon. Hij ondersteunt de familie op psychosociaal vlak. Hij verwoordt en versterkt, indien

Nadere informatie

Werktrajectbegeleider

Werktrajectbegeleider Werktrajectbegeleider Functiebeschrijving naar aanleiding van CAO-tekst Trajectbegeleider Vastgesteld door: Directeurbestuurder Datum: December 2005 Algemene kenmerken De werktrajectbegeleider richt zich

Nadere informatie

Evaluatieformulieren

Evaluatieformulieren Evaluatieformulieren EVALUATIEFORMULIER 1 leidinggevenden niveau A, B en C 4 EVAFORM 1 1) collegialiteit 1. werkt samen (in team) aan de uitvoering van het gehele takenpakket van de organisatie, de dienst,

Nadere informatie

FACILITAIR MEDEWERKER

FACILITAIR MEDEWERKER FACILITAIR MEDEWERKER DEEL 1: CONTEXT, DOEL EN OPDRACHTEN 1. Plaats in de organisatie De facilitair medewerker rapporteert rechtstreeks aan de organisatiedirecteur. Hij/zij maakt deel uit van het team

Nadere informatie

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag Keuzedeel mbo Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee

Nadere informatie

Verpleegkundig competentieprofiel palliatieve zorg

Verpleegkundig competentieprofiel palliatieve zorg Verpleegkundig competentieprofiel palliatieve zorg Deskundigheidsniveau s 1 : A = basiscompetentie ontdekken / B = gevorderde competentie ontwikkelen / = specialistische competentie overdragen A B I. De

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF

COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF pg1/5 DOELSTELLINGEN EN SITUERING IN DE ORGANISATIE (cfr organogram) Vanuit onze opdrachtsverklaring is het de taak van elke medewerker om de zorg in

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL PEDAGOOG/PSYCHOLOOG DIENSTENCENTRUM: DE WITTE MOL

FUNCTIEPROFIEL PEDAGOOG/PSYCHOLOOG DIENSTENCENTRUM: DE WITTE MOL FUNCTIEPROFIEL PEDAGOOG/PSYCHOLOOG DIENSTENCENTRUM: DE WITTE MOL 1 FUNCTIEDOEL Leefgroepen en bewonersgerichte diensten begeleiden en adviseren in hun werking met personen (zowel kinderen als volwassenen)

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de dialyse

Nadere informatie

Functiebeschrijving Deskundige PR en Communicatie (B1-B3)

Functiebeschrijving Deskundige PR en Communicatie (B1-B3) Functiebeschrijving Deskundige PR en Communicatie (B1-B3) Doel Beschrijving Coördineren en beheren van het communicatieproces vanuit de organisatie in overleg met de verschillende afdelingen en zo de interne

Nadere informatie

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is. VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Functiebeschrijving VERZORGENDE GEZINSZORG C1-C2 / D1-D3

Functiebeschrijving VERZORGENDE GEZINSZORG C1-C2 / D1-D3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang Specificaties Onderwijsassistent Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang Training Kinderdagverblijf, BSO of basisschool Demonstratie Niveau: 4

Nadere informatie

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager 1 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. A: Beslissen en activiteiten initiëren

Nadere informatie

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten Functietitel Diensthoofd overheidsopdrachten Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten Niveau Av Eerste evaluator Tweede evaluator Diensthoofd administratieve en juridische zaken Algemeen

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013.

VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013. VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL 2015-2017 Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013. 1= startniveau 2=aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar NB: Als er lln.

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase

Nadere informatie

TECHNISCHE ASSISTENTIE MEDISCH ASSISTENT C. Functiefamilie: Niveau:

TECHNISCHE ASSISTENTIE MEDISCH ASSISTENT C. Functiefamilie: Niveau: Functiefamilie: Niveau: TECHNISCHE ASSISTENTIE MEDISCH ASSISTENT C Doel van de functiefamilie Toedienen van verzorging en basis medische hulp teneinde bij te dragen tot de geestelijke en fysieke gezondheid

Nadere informatie

Begeleider in de kinderopvang

Begeleider in de kinderopvang DBSO-opleidingskaarten Administratieve groep 37701 Rubriek: Personenzorg 9/06/2011 Begeleider in de kinderopvang Kerntaken De begeleider in de kinderopvang begeleidt en verzorgt baby s, peuters, kleuters

Nadere informatie

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen De opleiding tot intensivecareverpleegkundige In dit deskundigheidsgebied wordt de specifieke intensive care zorg van de intensivecareverpleegkundige, de intensivecare-kinderverpleegkundige en de intensivecareneonatologieverpleegkundige

Nadere informatie

Kerntaken. Referentiekader. Opmerking

Kerntaken. Referentiekader. Opmerking DBSO-opleidingskaarten 17 juni 2008 Verzorgende Kerntaken De verzorgende zorgt voor mensen die tijdelijk of permanent hulp nodig hebben met betrekking tot alle activiteiten in het dagelijks leven. Hij/zij

Nadere informatie

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE 1. Deskundigheidsgebied van de intensive care verpleegkundige blad 2 van 11 2. Eindtermen voor de opleiding intensive care verpleegkundige blad 6 van 11 LRVV Deel

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7 OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 7 Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: juni 2013 Fase: Gevorderd 2 Naam deelnemer:. 2 Inhoudsopgave Beroepsopdracht

Nadere informatie

Functiebeschrijving begeleider A

Functiebeschrijving begeleider A Functiebeschrijving begeleider A 1. Doel van de functie De begeleider A regisseert en coördineert de zorg en begeleiding van de toegewezen cliënten en biedt begeleiding bij wonen, werken en welzijn aan

Nadere informatie

Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005

Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005 Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005 1. BELEIDSONDERSTEUNEND WERKEN Beleidsondersteunend werken is het verwerken van alle relevante informatie in duidelijke, overzichtelijke

Nadere informatie

De opleiding tot dialyseverpleegkundige. De context

De opleiding tot dialyseverpleegkundige. De context De opleiding tot dialyseverpleegkundige De context De dialyseverpleegkundige werkt op dialyse afdelingen of nierfalen- en pre-dialyse poliklinieken van ziekenhuizen, zelfstandige dialysecentra of in extra-

Nadere informatie

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen in de kwalificatiestructuur

Nadere informatie

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verzorgende IG. Werkversie 0.1. 1/9 Verzorgende IG v0.1

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verzorgende IG. Werkversie 0.1. 1/9 Verzorgende IG v0.1 Body of Knowledge Kwalificatiedossier Verzorgende IG Werkversie 0.1 1/9 Verzorgende IG v0.1 Inhoud 1 Verzorgende IG basis... 3 1.1 Zorgcontext... 3 1.2 Communicatie, coaching en begeleiding... 3 1.3 Functioneren

Nadere informatie

Deskundige ICT - systeembeheerder

Deskundige ICT - systeembeheerder 1. FUNCTIEDOEL De deskundige ICT levert samen met zijn/haar collega s expertise informatie, diensten en producten af aan de interne klanten, met de nodige kwaliteitsvereisten, volgens de juiste procedures

Nadere informatie

LEIDING GEVEN. Functiefamilie: Niveau: Doel van de functiefamilie

LEIDING GEVEN. Functiefamilie: Niveau: Doel van de functiefamilie Functiefamilie: Niveau: LEIDING GEVEN D Doel van de functiefamilie Instaan voor de coördinatie en de opvolging van de werkzaamheden van een administratieve of operationele entiteit waarin men medewerkers

Nadere informatie

OPLEIDING SOCIAAL WERK REFERENTIEKADER STAGE 1 & STAGE 2

OPLEIDING SOCIAAL WERK REFERENTIEKADER STAGE 1 & STAGE 2 pagina 1 van 10 OPLEIDING SOCIAAL WERK REFERENTIEKADER STAGE 1 & STAGE 2 pagina 2 van 10 Inleiding Via de missie van onze opleiding Sociaal Werk stellen wij tot doel om studenten op te leiden tot reflexieve

Nadere informatie

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS Het doel van dit onderzoek is een vergelijking te maken tussen de aanwezige competenties bij professionals en vrijwilligers

Nadere informatie

1. Functienaam: centrumleider lokaal dienstencentrum Oud St. Jozef. Niveau : B1-B2-B3 Weddeschaal : B1- B2-B3

1. Functienaam: centrumleider lokaal dienstencentrum Oud St. Jozef. Niveau : B1-B2-B3 Weddeschaal : B1- B2-B3 1. Functienaam: centrumleider lokaal dienstencentrum Oud St. Jozef Niveau : B1-B2-B3 Weddeschaal : B1- B2-B3 2. Relaties - Intern: voorzitter, secretaris, ontvanger, diensthoofd sociale dienst, andere

Nadere informatie

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Inleiding Dat goede voeding een bijdrage levert aan de gezondheid van mensen, is algemeen bekend. Toch eet slechts een klein percentage van

Nadere informatie

Woonzorgnet Dijleland functiebeschrijving verpleegkundige Blz 1 van 6

Woonzorgnet Dijleland functiebeschrijving verpleegkundige Blz 1 van 6 Blz 1 van 6 1. Doel van de functie De geriatrische verpleegkundige staat voor de uitdaging om de zorg aan "kwetsbare" ouderen (zorg voor ouderen die niet meer kunnen genezen) en hun context een gevoel

Nadere informatie

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk. COMPETENTIEPROFIEL COACH BEGELEIDING MODULES PSYCHO-EDUCATIEPAKKET DEMENTIE EN NU De coach van Dementie en nu is hij/zij die de vormingssessies begeleidt voor een groep mantelzorgers van personen met dementie.

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Functienaam: Verpleegkundige Hospice ALGEMENE INFORMATIE

FUNCTIEBESCHRIJVING. Functienaam: Verpleegkundige Hospice ALGEMENE INFORMATIE FUNCTIEBESCHRIJVING Functienaam: Verpleegkundige Hospice ALGEMENE INFORMATIE Naam instelling Dienst / sector / afdeling Stichting Marente Hospice Duin- en Bollenstreek Kern / doel van de functie: Verrichten

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De recovery verpleegkundige verzamelt continu gegevens, maakt een situationele

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4)

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K0138 480 SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) D1 K1 Multidisciplinair samenwerken m.b.t. de inzet

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE WOONOPVANG RESIDENTIE VIJVERPLEIN

FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE WOONOPVANG RESIDENTIE VIJVERPLEIN FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE WOONOPVANG RESIDENTIE VIJVERPLEIN DIENSTENCENTRUM LIMBURGSE STICHTING AUTISME 1 FUNCTIEDOEL De verantwoordelijke woonopvang ondersteunt de directeur in de dagelijkse leiding

Nadere informatie

Rol: Maatschappelijk assistent

Rol: Maatschappelijk assistent Datum opmaak: 2017-10-05 Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie Staat op een proactieve wijze in voor de maatschappelijke dienstverlening aan hulpvragers volgens de meest passende methodiek en volgens

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059)

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059) VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059) 1 IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? K1. Visie De school weet wat ze met haar onderwijs wil bereiken

Nadere informatie

Functie- en competentieprofiel. Zorgkundige

Functie- en competentieprofiel. Zorgkundige Functie- en competentieprofiel Versie 03.01.2013 Functietitel Departement Functietitel direct hiërarchisch verantwoordelijke Zorgkundige Departement patiëntenzorg Hoofdverpleegkundige 1 Algemene situering

Nadere informatie

Interactieve studiedag over het stageboek verpleegkunde waar studenten werkveld en onderwijs elkaar inspireren

Interactieve studiedag over het stageboek verpleegkunde waar studenten werkveld en onderwijs elkaar inspireren Interactieve studiedag over het stageboek verpleegkunde waar studenten werkveld en onderwijs elkaar inspireren Stage: de plaats om professionele verpleegkunde gezamenlijk vorm te geven voor de toekomst

Nadere informatie

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven VERZORGENDE OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven Competenties: CLUSTERS VAN COMPETENTIES De leerling kan

Nadere informatie

Functiebeschrijving VERPLEEGKUNDIGE OPNAMEBELEID BV1-BV3 / C3-C4

Functiebeschrijving VERPLEEGKUNDIGE OPNAMEBELEID BV1-BV3 / C3-C4 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken. FUNCTIEBESCHRIJVING Functie Graadnaam: AFDELINGSHOOFD Afdeling TECHNISCHE ZAKEN Functienaam: AFDELINGSHOOFD Dienst TECHNISCHE ZAKEN Functionele loopbaan: A4a A4b Omschrijving van de afdeling en dienst

Nadere informatie

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage. Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Coachend begeleiden en sociaal activeren Cursus Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg,

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied

Functiebeschrijving. Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied Functiebeschrijving Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied Loon- en personeelsadministratie Je bent verantwoordelijk voor een correcte weddeverwerking en werkt hiervoor nauw samen met het

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Zien waar hulp nodig is! (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Toets beroepstaak B Helpende gevorderd Thuiszorg

Nadere informatie