Werkwijzer Wassen 2 Checklist

Transcriptie

1 Werkwijzer Wassen 2 Checklist Hoe was ik een cliënt in bed? Als een cliënt niet uit bed kan, moet hij in bed gewassen worden. Dat betekent niet altijd dat de cliënt helemaal niets zelf kan. Stem de begeleiding en hulp af op de behoefte en zorgvraag van de cliënt. Respecteer de wensen van de cliënt. Houd rekening met eventuele schaamtegevoelens. En toon begrip voor eventuele emoties van de cliënt. Kruis aan hoe je het hebt gedaan. Kies uit: V = Voldoende O = Onvoldoende N = Niet van toepassing Voorbereiden V O N 1. Raadpleeg het zorgplan 2. Informeer de cliënt 3. Zet klaar wat je nodig hebt 4. Draag zorg voor de veiligheid en de omgeving 5. Was je handen Doen V O N 6. Help de cliënt in de juiste houding (zie ook: trefwoord Tillen) 7. Was het bovenlichaam 8. Was het onderlichaam 9. Was de geslachtsorganen van de mannelijke cliënt 10. Was de geslachtsorganen van de vrouwelijke cliënt 11. Was de stuit van de cliënt 12. Was de benen van de cliënt 13. Help de cliënt na het wassen Nakijken V O N 14. Ruim op 15. Was je handen 16. Rapporteer in het zorgplan

2 Werkwijzer Wassen 2 Tips en aandachtspunten Hoe was ik een cliënt in bed? Als een cliënt niet uit bed kan, moet hij in bed gewassen worden. Dat betekent niet altijd dat de cliënt helemaal niets zelf kan. Stem de begeleiding en hulp af op de behoefte en zorgvraag van de cliënt. Respecteer de wensen van de cliënt. Houd rekening met eventuele schaamtegevoelens. En toon begrip voor eventuele emoties van de cliënt. Voorbereiden 1. Raadpleeg het zorgplan Zijn er bijzonderheden of speciale wensen? In hoeverre kan de cliënt meehelpen? Ga na of de cliënt zeep gebruikt. En of hij warm of koud water wenst. 2. Informeer de cliënt Vertel wat je gaat doen en welke afspraken er in het zorgplan staan. 3. Zet klaar wat je nodig hebt twee waskommen met water; twee badhanddoeken en twee washandjes; zeep, poeder, deodorant, crème en andere toiletartikelen (van de cliënt zelf); schone kleding, in overleg met de cliënt. 4. Draag zorg voor de omgeving en de veiligheid Sluit eventuele deuren, ramen en (bed)gordijnen. Zorg voor een aangename kamertemperatuur. Plaats het bed op de juiste werkhoogte. 5. Was je handen Was je handen voordat je de cliënt gaat helpen.

3 Doen 6. Help de cliënt in de juiste houding (zie ook: trefwoord Tillen) Laat de cliënt platliggen, met een kussen onder het hoofd. Als de cliënt niet kan liggen, laat hem dan zitten. Als de cliënt zelf het bovenlichaam kan wassen, laat hem dan zitten. Wanneer je het onderlichaam gaat wassen, laat je hem liggen. 7. Was het bovenlichaam Help de cliënt het bovenlichaam uit te kleden. Leg een handdoek onder het hoofd. Was het gezicht en droog het af. Gebruik niet te veel zeep! Zeep is moeilijk weg te spoelen en kan irritaties veroorzaken. (zie ook: trefwoord Oog verzorgen) Was de armen en droog ze af. Begin bij de verst gelegen arm. Leg tijdens het wassen een handdoek onder de arm. Vraag de cliënt de armen boven het hoofd te leggen. Of help de cliënt hierbij. Was de borst en neem hals en bovenbuik mee, was tot slot de oksels. Begin bij de verst afgelegen borst. Doe nu ook de andere kant. Spoel de washand na elke handeling. Droog goed af. Vooral onder de borsten. Help de cliënt te gaan zitten of draai hem op de zij. Was nu de rug en droog het af. Observeer de huid. Help de cliënt met het aankleden van het bovenlichaam. 8. Was het onderlichaam Ontbloot het onderlichaam. Was het onderlichaam en droog het af. Begin bij de verste knie. Ga over de onderbuik, dan via de navel naar de andere knie. 9. Was de geslachtsorganen van de mannelijke cliënt Gebruik schoon water en een nieuw washandje. Was de geslachtsdelen zonder zeep. Was de liezen, balzak (scrotum) en de penis. Draai de washand. Pak de penis op, trek de voorhuid voorzichtig terug en was de eikel. Spoel alles vervolgens goed af. Droog de eikel niet af! Duw de voorhuid terug over de eikel. Controleer het scrotum, de liezen en de huid onder de penis op smetten. (zie ook: werkwijzer Smetten voorkomen) 10. Was de geslachtsorganen van de vrouwelijke cliënt Gebruik schoon water en een nieuw washandje. Gebruik voor het wassen van het vrouwelijke geslachtorgaan geen zeep. Gebruik wegwerphandschoenen Was de liezen, de schaamheuvel en de buitenkant van de schaamlippen. Draai de washand. Spreid met de ene hand de schaamlippen en was tussen de schaamlippen van boven naar beneden. Spoel het na. Droog tussen de schaamlippen niet af! Droog de rest wel goed af. Help de cliënt het ondergoed aan te doen. Controleer de liezen op smetten. (zie ook: werkwijzer Smetten voorkomen) 11. Was de stuit van de cliënt Draai de cliënt op zijn zij. Of laat het hem dit zelf doen. Was de billen en droog deze af. Begin bij het been dat boven ligt, ga van knieholte over de stuit naar de andere knieholte. Draai het washandje en was de bilnaad. Van voren naar achteren, dus van de anus naar de rug. Daarmee voorkom je dat bacteriën van de anus naar de geslachtsorganen verspreid worden. Droog alles goed af en observeer de huid. Help de cliënt het ondergoed aan te doen.

4 12. Was de benen van de cliënt Haal schoon water voor de benen en spoel de washand goed uit. Was de benen van beneden naar boven. Begin bij de voetzool. Droog de tenen goed af. 13. Help de cliënt na het wassen Help de cliënt in een goede houding. Vraag de cliënt of het wassen naar tevredenheid is verlopen.

5 Nakijken 14. Ruim op Ruim de gebruikte spullen op. Doe de gebruikte handdoeken en washandjes bij de was. Zet de gebruikte materialen terug. Doe vieze kleding bij de was. Spoel het gebruikte water weg. Maak de kommen schoon. 15. Was je handen Voordat je gaat rapporteren en weg gaat, was je de handen. 16. Rapporteer in het zorgplan Schrijf op wat je tijdens het wassen is opgevallen. Bijvoorbeeld: meneer gaf aan last van de rug te hebben. Het lukte hem niet zelf de benen te wassen.

6