Functiebeschrijving Beleidsmedewerker Milieu-integratie Industrie 01/03/2013

Transcriptie

1 FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER MILIEU-INTEGRATIE INDUSTRIE (M/V) Afdeling: Milieu-integratie en -subsidiëringen Graad: A111 (Adjunct van de directeur) Standplaats: Koning Albert II-laan 20, 1000 Brussel FUNCTIECONTEXT Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (DLNE) staat in voor een integraal en geïntegreerd milieubeleid in Vlaanderen. Het is dan ook een brede entiteit die op vele milieuterreinen actief is. Beleidsplanning en -coördinatie, vergunningsverlening, handhaving, wetenschappelijk onderzoek, overleg, sensibilisering en educatie zijn enkele van de kernwoorden die in de werking sterk naar voren komen. Het departement bestaat uit een coördinerend secretariaat-generaal en twaalf afdelingen. De Afdeling Milieu-integratie en -subsidiëringen heeft als missie het verankeren en versterken van het milieubewustzijn in de verschillende geledingen van de Vlaamse samenleving met een participatieve en doelgroepgerichte aanpak om uiteindelijk de negatieve milieu-impact van de doelgroepen te verminderen. Dit wil men bereiken door te responsabiliseren en aan te zetten tot vrijwillige actie met de inzet van een mix van sociale en economische instrumenten. De afdeling is recent gereorganiseerd en is opgedeeld in 4 diensten, die onderling nauw samenwerken. Het betreft 2 diensten die (een beleid rond) doelgroepspecifieke instrumenten ontwikkelen, namelijk de dienst Milieucommunicatie en - informatie en de dienst Milieuvorming en -educatie. Onder deze laatste dienst ressorteren de Vlaamse Kennis- en Vormingscentra voor Natuur & Milieu de Helix in Grimminge en de Vroente in Kalmthout. Daarnaast werken 2 andere diensten aan specifiek doelgroepenbeleid, namelijk de dienst Milieu-integratie Overheden en Maatschappij naar maatschappelijke actoren (overheden, scholen, verenigingen, burgers, met o.m. de projecten Milieuzorg op school en Ecocampus) en de dienst Milieu-integratie Economie en Infrastructuur, gericht naar eerder economische actoren, bv industrie & landbouw (team Milieu-integratie Economie) en infrastructuur (team Milieu-integratie Infrastructuur). Je wordt lid van het team Milieu-integratie Economie. Het team werkt samen met collega s van andere afdelingen van het departement LNE alsook met de agentschappen van het Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie (OVAM, VLM, VMM, ANB, VEA en INBO) aan het ontwikkelen van een specifiek doelgroepenbeleid in het kader van milieu- en natuurintegratie naar specifieke economische doelgroepen / bedrijfssectoren. Dit doet ze door het opzetten en coördineren van overleg en samenwerking (partnerschappen) tussen het beleidsdomein LNE en federaties/organisaties van deze sectoren/doelgroepen. De focus ligt hierbij momenteel op (sectoren van) de doelgroepen industrie en landbouw (voedingsnijverheid, basischemie, akkerbouw,...). In dit kader staat het team in voor de 1

2 opbouw van kennis over (o.a. de milieudruk van) specifieke doelgroepen (economische sectoren) en het uitdragen van deze kennis binnen het beleidsdomein LNE en bij de doelgroepen zelf. Het team voert zelf concrete (proef)projecten uit met economische doelgroepen of voorziet hiertoe projectoproepen. Het team is het aanspreekpunt voor een structurele en concrete samenwerking tussen de beleidsdomeinen LNE en LV. Het team coördineert het belanghebbendenmanagement van het Departement LNE. Daarnaast verstrekt het team Onderzoek en Ontwikkeling (O&O)-attesten aan bedrijven in het kader van fiscale aftrekbaarheid van O&O investeringen. Meer informatie over het departement en de afdeling vind je op de website Meer informatie over de werking van het team-milieu-integratie Economie vind je op de website: & DOEL VAN DE FUNCTIE De integratie van milieu in het beleid en de praktijk van de industrie initiëren, stimuleren begeleiden en opvolgen en het overleg en de samenwerking binnen en tussen overheid en sector verbeteren. JE TAKENPAKKET Als beleidsmedewerker Milieu-integratie industrie heb je een veelzijdige taak die bijdraagt aan het optimaal betrekken van doelgroepen bij de milieubeleidsontwikkelingen. Je komt daarbij in aanraking met een netwerk van ambtenaren en doelgroepvertegenwoordigers (cfr. sectorfederaties). Je past hierbij je aanpak aan aan de klanten en aan de situatie. Je onderhoudt en versterkt samen met de collega s de netwerking rond de verschillende doelgroepen en specifiek rond de industriële sectoren. Je optimaliseert het doelgroepenbeleid naar de industriële actoren verder en brengt het in de praktijk door: o het verder concreet uitwerken, onderhandelen en opvolgen van het Doelgroepprogramma in overleg met de collega s van het Beleidsdomein LNE en afgevaardigden van de sector. o het organiseren van periodiek overleg met de sectoren en de collega s van het beleidsdomein en eventueel andere beleidsdomeinen. o het periodiek uitwerken van een integrale milieuanalyse van de sector o het organiseren van activiteiten (evenementen, studienamiddag, ) om de resultaten van het doelgroepenoverleg bekend te maken bij de doelgroep en de overheid Je staat je collega's in de entiteiten van het beleidsdomein LNE (departement en agentschappen) dienstverlenend bij in het uittekenen van processen waarmee ze hun doelgroepen bij het beleid kunnen betrekken (procesbegeleiding), met focus op de doelgroep industrie Je neemt deel als expert (rond je doelgroepen) aan initiatieven binnen de afdeling of van belanghebbenden binnen en buiten het departement of de Vlaamse overheid (pro-actief of op vraag) b.v. rond het thema voedselverlies Je geeft de samenwerking met de milieusector vorm, initieert en coördineert dit (o.a. samenwerking met UMiO en VLAMEX) bv. door gezamenlijke organisatie seminarieprogramma Econext, studiedagen, vormingen, internationalisatie van de kennis en expertise, Je draagt bij aan of coördineert de initiatieven en het overleg in het kader van de vergroening van de economie b.v. overheidsintern overleg rond de bio-economie 2

3 JE RESULTAATGEBIEDEN 1. Inbreng in het beleid vanuit de praktijk Vanuit het eigen werkveld ontwikkelen en formuleren van een eigen visie op het beleidsthema teneinde advies te geven over de wenselijke richting van het beleid m.b.t. het thema Context: in nauwe interactie met het overkoepelende beleid Vanuit ervaring het management adviseren over het te voeren beleid aangaande het thema en de doelgroep industrie, mogelijke knelpunten en opportuniteiten en eventueel scenario s aanreiken Beleidsmatige vragen beantwoorden van de sectorfederaties zoals essenscia, FEVIA-Vlaanderen, UNIZO, Voka, maar ook van het kabinet, andere afdelingen binnen het beleidsdomein LNE Rapporten, artikelen, brochures en andere teksten opstellen om bij te dragen tot beleidsvoorbereiding en evaluatie zoals de Integrale Milieuanalyse van de voeding en de basischemie, het Doelgroepprogramma (DGP) van de voedingsnijverheid, het DGP van de basischemiesector e.d. Antwoorden formuleren op concrete vragen rond het beleidsthema Aftoetsen met het de sectorfederaties, de bedrijven uit voeding en basischemie, de stakeholders binnen het beleidsdomein LNE en eventuele ander betrokken beleidsdomeinen Betrokkenheid en draagvlak creëren binnen overheid en industriële sectoren Actoren mobiliseren binnen overheid en industriële sectoren en beleidsvoorbereiding coördineren 2. Coördineren van de voorbereiding van beleidsimplementatie Coördineren van de voorbereiding van beleidsimplementatie teneinde ervoor te zorgen dat de implementatie efficiënt en zonder de dagelijkse werking van de entiteit te hinderen kan verlopen Implementatieplan opstellen Procedures schrijven voor de uitvoering van milieu-integratie bij de industrie Pilootprojecten uitvoeren in het kader van milieu-integratie naar de voedingssector en de basischemiesector Samen met andere afdelingen binnen het dep. LNE en agentschappen van het beleidsdomein LNE nagaan hoe het beleidsthema kan aangewend in hun activiteiten Waken over implementeerbaarheid van milieu-integratie Detecteren en afwegen van belangen van overheid en sectoren/bedrijven, opzoek gaan naar win-win situaties Pro-actief verzamelen, genereren en verwerken van informatie rond milieuproblematieken, de industriële sectoren (vooral voedings- en chemiesector), Draagvlak creëren bij de uitvoerders zowel binnen de overheid als de industriële sectoren 3

4 3. Beleidsuitvoering ondersteunen Beleidsuitvoering ondersteunen teneinde de beleidsuitvoerders in staat te stellen de vertaalslag te maken naar implementatie. Indicaties inzake inhoudelijke ontwikkelingen op het veld signaleren en de toepasbaarheid evalueren Betrokkenen binnen overheid en industriële sectoren overtuigen van de meerwaarde van de vernieuwing en verbetering en een draagvlak creëren Instrumenten, modellen, reglementeringen aangaande het beleidsthema toepassen en verfijnen Projecten aangaande het beleidsthema plannen, opvolgen en/of uitvoeren Maximale input geven bij het vormgeven en uitbouwen van het aanbod van de organisatie rond het doelgroepenbeleid De kwaliteit meten van de geïmplementeerde nieuwe kennis en inzichten en deze bijsturen Oplossen van systematisch terugkerende knelpunten Er zorg voor dragen dat de juiste instrumenten op de juiste wijze worden ingezet 4. Terugkoppeling naar beleid vanuit de opvolging van de uitvoering Monitoren van de beleidsuitvoering teneinde feedback te geven aan het overkoepelende beleid over de beleidsuitvoering en over structurele problemen of opportuniteiten die een beleidsimpact hebben. Trends identificeren binnen de uitvoering en het overkoepelende beleid daarvan op de hoogte stellen Beleidsontwikkelaars feedback geven over de uitvoerbaarheid van het beleid Bijdragen tot de keuze van de beleidsindicatoren Advies over bijsturing van het milieu- integratiebeleid, bv. op basis van aandachtspunten aangebracht door de sector Netwerken onderhouden zowel binnen de milieuoverheid als daarbuiten 5. Afstemming Afstemmen van het beleidsthema met andere thema s, activiteiten, projecten binnen en buiten de organisatie teneinde de integratie met aanverwante thema s te maximaliseren. Op verzoek en/of eigen initiatief deelnemen aan of organiseren van afstemmingsvergaderingen met interne en externe betrokkenen bv. organiseren van VLIMO-vergaderingen, deelname aan vergaderingen vanuit de doelgroepenwerking naar industrie Vanuit de eigen specialisatie gegevens, analyses, studies en adviezen verstrekken die door anderen in hun werkzaamheden gebruikt worden bv. adviezen schrijven voor MINA-projecten e.d. met linken naar het thema Relevante gegevens, analyses, studies en adviezen vanuit andere thema s gebruiken bij de eigen werkzaamheden bv. bij het uitwerken van de IMA s en DGP s 4

5 6. Communicatie en contacten Verzorgen van de interne en externe communicatie en contacten teneinde een vlotte doorstroom en uitwisseling van informatie rond het thema te realiseren. Inhoudelijke bijdrage leveren aan opleidingsprogramma s, communicatie-initiatieven rond het thema Inspelen op de informatiebehoeften van de verschillende doelgroepen (industrie in het algemeen, voedingssector, de basischemiesector, collega s van het beleidsdomein, ) Informatie verstrekken aan de doelgroepen (voedingssector, de basischemiesector, collega s van het beleidsdomein, ) Uitbouwen van een netwerk van contactpersonen en organisaties binnen de industrie en het beleidsdomein LNE, EWI, Vertegenwoordigen en verdedigen van de standpunten van het Departement LNE op interne en externe vergaderingen, werkgroepen, 7. Uitbouw van thema-deskundigheid Deskundigheid aangaande het beleidsthema uitbouwen en actueel houden teneinde alle praktische en theoretische ontwikkelingen rond het thema te kunnen integreren in het eigen werk en het werk van anderen. Zich verdiepen in de inhoud van het beleidsthema (doelgroepspecifieke milieuintegratie, milieuproblematieken van de industriële sectoren, ) en inhoudelijke studies (laten) uitvoeren en opvolgen De beschikbare ken- en stuurgetallen rond het beleidsthema verzamelen Informatie verzamelen bij de industriële sectoren, de overheid en derden om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op het werkveld Kennis verwerven en ontwikkelingen rond het thema binnen de maatschappelijke context bijhouden Gegevens en informatie verzamelen, bestuderen, interpreteren en evalueren Deelnemen aan opleidings- en studiedagen 8. Optimalisatie van de werking Volgen van best practices en opvolgen van interne processen teneinde voorstellen te formuleren en te implementeren ter optimalisatie van de interne werking. Opstellen van verbeteringsprojecten voor het doelgroepenoverleg (naar de industrie) Opvolgen van klanttevredenheid bij de doelgroepen en overige betrokkenen, en op basis daarvan voorstellen formuleren voor verbetering van de diensten o.a. via het evalueren van het doelgroepenoverleg met de sectoren 9. Beleid implementeren Implementatie van het beleid rond het thema initiëren, aansturen en opvolgen teneinde de beleids- en organisatiedoelstellingen rond het thema realiseren. 5

6 Oplossen van dagelijkse knelpunten binnen het doelgroepenoverleg met de voedingssector en de basischemiesector Bewaken van voortgang o.a. door het gebruik van actiepuntenlijsten en de opmaak van voortgangsrapporten bij het DGP met de voedingssector en het DGP basischemie 10. Milieubewust handelen Consequent milieubewust handelen op de werkplek ten einde bij te dragen aan de voorbeeldfunctie van het Dept. LNE op het gebied van milieuzorg. naleven van milieu- en veiligheidsregels: melden van lekken (water, olie, ) en van defecten aan installaties (koelkast, verlichting, verwarmings- en airconditioninginstallaties,...), melden als onderaannemers die werken uitvoeren (schilderen, wanden verplaatsen, ) hun afval niet verwijderen, vrijhouden van de gangen (geen kasten, ) zodat evacuatie bij brand veilig kan verlopen, energie, water en grondstoffen spaarzaam gebruiken: sluiten van deuren, uitdoen van lichten en uitschakelen van elektrische apparaten (PC, scherm, printers, fax, copiermachines, koffiezet, ) bij het verlaten van de werkplek, vergaderzalen, archiefruimten ; geen radiatoren of convectoren bedekken; geen bijzetradiatoren en mobiele airco s gebruiken (dit is verboden tenzij speciaal toegestaan); waar mogelijk trap gebruiken i.p.v. de lift; het gebruik van (warm) water in keukentjes/sanitair beperken; het gebruik van papier beperken: geen overbodige kopies maken en zoveel mogelijk elektronische middelen gebruiken, recto-verso kopiëren en waar mogelijk geen omslagen gebruiken voor verzending van interne documenten; kantoormaterialen (mappen, ) hergebruiken alvorens nieuw aan te kopen; milieuvriendelijk verplaatsen: bij verplaatsingen zoveel mogelijk het STOP-principe toepassen: eerst stappen (te voet), dan trappen (fietsen), openbaar vervoer en tenslotte kiezen voor (personen)wagen; waar mogelijk kiezen voor carpooling met collega s bij gebruik van (dienst)wagens; correct sorteren van afval: vergaderzalen netjes achterlaten, correct sorteren van afval (papier, restafval, PMD, ) op de werkplek/keukentjes, milieuverantwoord aankopen: zo veel mogelijk gebruik maken van het aanbod van de MOD (zij zijn mee verantwoordelijk voor milieuverantwoorde aankopen); opnemen van milieuvriendelijke eisen (criteria) bij aankopen die niet in het aanbod van de MOD zitten; JE PROFIEL DEELNEMINGSVOORWAARDEN Je hebt een masterdiploma, bij voorkeur in een (technisch) wetenschappelijke, humane of economische richting. JE TECHNISCHE COMPETENTIES Je hebt kennis van de organisatie en het (ruime) werkveld/de sector, nl. van de structuur en werking van de Vlaamse overheid in het algemeen en specifiek van het 6

7 beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie enerzijds en de belanghebbenden van het Departement en de industriële sectoren anderzijds. Je hebt basiskennis van het Vlaams natuur- en milieubeleid, in het bijzonder naar de doelgroep industrie toe en je hebt kennis van het relevant Europees beleid. Je hebt bij voorkeur kennis over het concretiseren van samenwerkingsvormen in de sfeer van natuur- en milieubeleid. Je hebt kennis van de actoren en de netwerken van het werkveld; je bent bij voorkeur vertrouwd met de samenwerking en netwerking tussen actoren met een verschillende achtergrond en verschillende belangen (bv. samenwerking tussen overheden en privaatrechterlijke organisaties). Je hebt kennis van de gangbare informaticatoepassingen (MS-Office). JE PERSOONSGEBONDEN COMPETENTIES Voortdurend verbeteren = Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de entiteit, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen III. Leert over andere vakgebieden, methodes en technieken en werkt actief mee aan het verbeteren van de werking van de dienst - Heeft belangstelling voor 'aanverwante' onderwerpen om de eigen kennis te verruimen - Benut informatie die afkomstig is uit andere vakgebieden om de eigen aanpak en werking te optimaliseren - Onderkent de impact van nieuwe processen, technieken en methodes in andere vakgebieden op de eigen werking - Stuurt de eigen werking proactief bij naar gelang van wijzigingen op het niveau van de entiteit - Zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het eigen takenpakket overstijgen Klantgerichtheid = Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren II. Onderneemt acties om voor de klant de meest geschikte oplossing te bieden bij vragen en problemen die minder voor de hand liggen - Past binnen de bestaande procedures en planning de dienstverlening of het product aan om de klant verder te helpen - Geeft de klant waar hij recht op heeft op de best mogelijke wijze - Levert, rekening houdend met bestaande procedures, sneller of meer dan afgesproken is aan de klant - Gaat expliciet na of de klant tevreden is met de aangeboden oplossing en dienstverlening - Probeert zelf een antwoord te geven op een vraag of klacht. Verwijst zo nodig door of zoekt hulp - Biedt een zo optimaal mogelijke oplossing voor de klant 7

8 Samenwerken = Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van een team, entiteit of de organisatie, ook als dat niet meteen van persoonlijk belang is III. Stimuleert de samenwerking binnen de eigen entiteit, werkgroepen of projectgroepen - Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren - Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen - Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk overstijgen - Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben - Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor de verscheidenheid van mensen - Geeft opbouwende kritiek en feedback - Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden Betrouwbaarheid consequent en correct handelen = Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg ). Afspraken nakomen en zijn verantwoordelijkheid nemen II. Brengt sociale en ethische normen in de praktijk - Neemt de verantwoordelijkheid op zich voor het eigen handelen (past geen paraplupolitiek toe) - Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau - Spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken handelen - Handelt consequent: neemt in soortgelijke omstandigheden soortgelijke standpunten in of een soortgelijke houding aan. - Kan inschatten of informatie al dan niet verder kan of mag worden verspreid - Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken Visie (conceptueel denken) = De dagelijkse praktijk overstijgen en eigen ideeën uitwerken voor de toekomst, feiten bekijken vanop een afstand, ze in een ruimere context en langetermijnperspectief plaatsen I. Plaatst operationele taken en problemen in een ruimere context - Schat de ruimere consequenties van de eigen acties, voorstellen en beslissingen correct in - Kan disciplineoverschrijdend denken (bv. bekijkt de mogelijke impact op andere entiteiten, gebruikt informatie uit andere domeinen) - Legt overstijgende, minder voor de hand liggende verbanden - Maakt zich los van de dagelijkse problematiek, denkt vooruit en geeft de grote lijnen aan Plannen = Structuur aanbrengen in tijd, ruimte en prioriteit bij het aanpakken van taken of problemen III. Plant continu activiteiten met veel en complexe variabelen - Concentreert zich in zijn planning op de gehele opdracht, zonder details uit het oog te verliezen 8

9 - Behoudt het overzicht over de stand van de uitvoering van projecten ten opzichte van de planning - Bereikt een balans tussen de geïnvesteerde tijd, de geleverde prestatie en de behaalde kwaliteit - Anticipeert op eigen werk en op dat van anderen - Besteedt aandacht aan een langetermijnplanning, en bouwt daarbij voldoende flexibiliteit in om adequaat op veranderingen te kunnen inspelen Initiatief = Kansen onderkennen en uit eigen beweging acties voorstellen of ondernemen III. Neemt initiatieven die aantonen dat hij anticipeert op gebeurtenissen (proactief) - Speelt spontaan in op kansen die zich aandienen - Anticipeert middels actie op diverse situaties - Neemt initiatief om te vernieuwen - Introduceert verbeteringen in werkaanpak en procedures Overtuigingskracht = Instemming verkrijgen voor een mening, aanpak of visie door goed onderbouwde argumenten te gebruiken, door dialoog en overleg aan te gaan, door autoriteit (bevoegdheid en deskundigheid) gepast aan te wenden en door gepaste strategieën uit te bouwen II. Overtuigt door inhoud én aanpak - Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en het eigen beroep of domein - Wijst op nieuwe problemen en situaties die voor anderen nog niet zo duidelijk zijn - Denkt kritisch en zelfstandig - Plaatst adviezen, beslissingen en initiatieven in de bredere organisatiecontext of beleidscontext - Heeft voeling met wat er in de toekomst gevraagd kan worden Organisatiebetrokkenheid = Zich verbonden tonen met de organisatie, taak en beroep; de belangen ervan verdedigen bij anderen I: Handelt overeenkomstig de waarden en doelstellingen van de organisatie - Staat achter beslissingen die voor de entiteit nuttig zijn, zelfs als die minder populair of controversieel zijn of persoonlijk ongunstig uitvallen - Voert richtlijnen uit, ook al komen die niet overeen met de eigen belangen - Toont belangstelling voor de organisatie of entiteit (bv. informeert zich regelmatig) - Reageert correct en loyaal als buitenstaanders, klanten enzovoort kritiek uiten op de organisatie - Respecteert de binnen de organisatie of entiteit bestaande afspraken en procedures Netwerken = Ontwikkelen en bestendigen van relaties, allianties en coalities binnen en buiten de eigen organisatie of entiteit en die aanwenden om informatie, steun en medewerking te verkrijgen II. Legt nieuwe contacten die voor de eigen taak en opdracht nuttig kunnen zijn - Brengt mensen met elkaar in contact, stelt hen aan elkaar voor - Neemt acties om contacten te leggen en te onderhouden 9

10 - Zoekt samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds belang - Legt op regelmatige basis nieuwe contacten ter gelegenheid van beurzen, seminaries, vakverenigingen, opleidingen - Gaat actief op zoek naar collega s uit andere entiteiten voor informatie, expertise - Legt contacten met andere afdelingen als de eigen opdracht hen aanbelangt (bv. voorof natraject, impact ) - Legt contacten met andere entiteiten om de slaagkansen van het eigen project te vergroten (samenwerking, steun) Probleemanalyse (analytisch denken) = Een probleem duiden in zijn verbanden. Op een efficiënte wijze op zoek gaan naar aanvullende, relevante informatie. III. Maakt eenvoudige analyses van complexe dossiers - Analyseert complexe dossierproblemen en herformuleert die naar hanteerbare vragen - Houdt bij zijn analyse rekening met verschillende aanknopingspunten - Is in staat inzicht te verwerven in een complexe problematiek - Ziet trends en patronen in ogenschijnlijk niet-gerelateerde feiten - Kan tegengestelde oordelen van anderen betrekken en integreren in de eigen analyse 10