Inhoudsopgave. Dit pakket bevat de volgende onderdelen:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. Dit pakket bevat de volgende onderdelen:"

Transcriptie

1 EDUCATIEF PAKKET N

2 Inhoudsopgave Dit educatief pakket is gemaakt voor leerkrachten van het hoger secundair onderwijs. Het is in de eerste plaats bedoeld om een klasbezoek aan het In Flanders Fields Museum en de Westhoek voor te bereiden, maar bevat eveneens enkele werkbladen. Dit pakket bevat de volgende onderdelen: - Inhoudsopgave 2 - Toelichting bij het In Flanders Fields Museum 3 Benadering 3 Museumparcours 1 chronologisch parcours 8 2 thematisch parcours 17 3 personenparcours 20 4 reflectief parcours 22 Soundscape, Stuart Staples (Tindersticks) 25 - Tijdlijn 27 Historisch overzicht 27 Terminologie 52 Kaart Westelijk Front 54 - Een klasbezoek aan het In Flanders Fields Museum: praktisch 55 - Oorlog en vrede buiten het In Flanders Fields Museum 56 Klasbezoek aan een Britse begraafplaats: een handleiding 56 Klasbezoek aan de Menenpoort: een handleiding 60 Klasbezoek aan de Franse begraafplaats Saint-Charles-de-Potyze: een handleiding 64 Klasbezoek aan de Duitse begraafplaats van Langemark: een handleiding 67 - Werkbladen 71 Werkblad In Flanders Fields Museum 72 Werkblad voor een bezoek aan een Britse militaire begraafplaats 75 Werkblad voor een bezoek aan de Menenpoort 78 Werkblad voor een bezoek aan de Franse militaire begraafplaats St-Charles-de-Potyze 80 Werkblad voor een bezoek aan de Duitse begraafplaats van Langemark 82 Voor opmerkingen en vragen, kunt steeds terecht op dit adres: Kenniscentrum In Flanders Fields Museum t.a.v. Ann-Sophie Coene en Wouter Sinaeve Sint-Maartensplein Ieper telefoon: fax: kenniscentrum@ieper.be Educatief pakket In Flanders Fields Museum Inhoudsopgave 2

3 Toelichting Benadering Een nieuw In Flanders Fields Museum te Ieper. Waarom een museum over de Eerste Wereldoorlog? In een land waar oorlog heeft gewoed, gaat die niet gauw meer voorbij, ook niet als die oorlog inmiddels een eeuw achter ons ligt. Voor elk van de meer dan doden die vielen in ons land, voor elk van de ruim graven en namen op monumenten en voor de vele honderden andere sporen en relicten in de frontstreek, voor elk van de miljoenen getroffenen (fysisch of psychisch gewonden, vluchtelingen en gedeporteerden) bestaat ergens in de wereld een verhaal van verdriet, pijn en beproeving. De Vredesstad Ieper en het In Flanders Fields Museum bewaren de band met dit oorlogsverleden. Omdat het belangrijk is voor wie vandaag over oorlog en vrede in de wereld wil spreken. Als stad, als streek hebben we een heel lange traditie van weten wat oorlog is. Weten is niet het juiste woord. Voelen? Aanvoelen, omgeven zijn door een aanwezigheid. En een afwezigheid? Het is deel geworden van wie er woont, van wie er is. Maar opdat zo n eigenschap niet verloren zou gaan, ook niet voor wie er op bezoek komt, en er meer dan wie er woont naar op zoek is, moeten we dat weten voor elke nieuwe generatie telkens opnieuw vertellen, opnieuw stofferen met beeld en inhoud. Daarom is er al veertien jaar lang een In Flanders Fields Museum. In Flanders Fields Museum 2 Het museum is gevestigd in de heropgebouwde Lakenhallen van Ieper, een belangrijk symbool van oorlogsleed en van wederopstanding daarna. Het gebouw toont nu ook binnenin voor het eerst zijn geschiedenis, zijn grandeur en zijn vernietiging en wederopstanding. Het gebouw is onze eerste getuige. De eerste permanente tentoonstelling was al heel erg lang chronisch te klein, en straks, met de jaren van de eeuwherdenking, tussen 2014 en 2018, verwacht men nog veel meer bezoekers. Na veertien jaar dient zich ook een volledig nieuwe generatie bezoekers aan. Van hen heeft nauwelijks iemand nog een rechtstreeks band met de generatie die deze oorlog zelf meemaakte. Dat nieuwe publiek kondigt de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog aan. De volledig vernieuwde permanente tentoonstelling moet ook deze geschiedenis vertellen. De tentoonstelling brengt aldus het historische verhaal van de Eerste Wereldoorlog in de West-Vlaamse frontstreek. Zij vertelt over de inval in België en de eerste maanden van de bewegingsoorlog, over de vier jaar stellingenoorlog in de Westhoek - van het strand van Nieuwpoort tot de Leie in Armentières -, die daarop volgde. En het museum vervolgt over het einde van de oorlog én over de voortdurende herdenking sindsdien, een oorlog die niet overgaat, al bijna een eeuw. De focus van de scenografie lag veertien jaar geleden al op de menselijke ervaring in de oorlog, op het persoonlijke getuigenis van de oorlogservaring. Omdat dit een grootst mogelijk publiek in contact brengt met dit onderwerp. Oorlog eist zo n publiek, in de feiten zowel als in de overdenking of de herinnering. Nu de persoonlijke getuigen er zelf niet meer zijn, presenteert het museum het landschap van de oorlog als de grote laatste getuige. Het hedendaagse landschap is zeker een van de laatste tastbare getuigen van de oorlogsgeschiedenis. Tastbaarheid die ontmoeting mogelijk maakt. Daarom wordt in het museumparcours ook een bezoek aan het belfort mogelijk gemaakt. Van daar ziet de bezoeker uit over de stad en de omliggende slagvelden. Beneden, in het museum, werd vooraf in intrigerende palimpsesten van hedendaagse en historische beelden (vanuit de lucht, verticaal, oblique, van op de grond, panoramisch of ingezoomd) het landschap van nu opgeladen met de dramatische inhoud van toen. Het museum is, zo bekeken, niet meer dan een inleiding op een confrontatie met de geschiedenis erbuiten. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Benadering 3

4 Maar het is een doorwrochte inleiding, zo menen we. Er zijn immers nog veel meer getuigen dan het gelaagde landschap. Honderden authentieke objecten roepen de wereld van de oorlog op. Het zijn de voorwerpen van doodslag en bescherming, van domheid en vernuft, van propaganda en zelfbehoud, in vrijwel nieuwe aanblik of zoals ze vandaag nog vanuit de grond naar boven komen, ontsnapt aan een eeuw vergetelheid. En er zijn bovenal de woorden, de verhalen, de gezichten van de mensen die het meemaakten. Ook zij zijn meer nog dan in de eerste versie alomtegenwoordig, de begeleiders op de tocht doorheen de oorlog en de oorlogszone. Ook zij worden in een vernieuwende ervaringsgerichte vormgeving gepresenteerd. Levensechte personages staan naast interactieve opstellingen die de hedendaagse bezoeker confronteren met zijn evenmens in de oorlog een eeuw geleden. Het museum werkt vanuit veel mogelijke gezichtspunten. Het algemene en militair-historische is belangrijk, maar evengoed de relatie met het heden, onze omgang, als mens en als samenleving, met ons verleden en dat van alle andere betrokken landen. Mensen uit vijf continenten en van meer dan vijftig verschillende landen en culturen namen deel aan de oorlog in Vlaanderen. Ons publiek is dan ook divers en uiterst internationaal. Aan het einde deint het verhaal van deze oorlog in deze streek dan ook uit naar alle oorlogen sindsdien op alle plekken in de wereld. En Ieper Vredesstad blijkt slechts één van meer dan steden ter wereld die zich verenigen tegen oorlog, nu en altijd. IFFM 2: tentoonstellingen, kenniscentrum, educatieve werking, cultureel en artistiek programma Het In Flanders Fields Museum is nog veel meer dan een permanente tentoonstelling en een reeks van tijdelijke tentoonstellingen. Er is een actuele educatieve werking voor scholieren uit binnen- en buitenland, naast ook een cultureel en artistiek programma. Hedendaagse kunstenaars, plastische kunstenaars, maar ook muzikanten en schrijvers krijgen doorlopend een platform. In het kader van de eeuwherdenking zal het IFFM veelvuldig partner zijn van andere culturele initiatieven voor de herdenking. Een natuurlijke, bevoorrechte partner is het culturele initiatief Gone West van de provincie West-Vlaanderen, maar ook nationale en internationale samenwerkingen liggen klaar. In het kenniscentrum van het museum, dat rechtstreeks aansluit op het museumparcours, kan elke bezoeker nog dieper ingaan op deze dramatische periode uit de wereldgeschiedenis. Individueel kan men er op zoek naar het grote, mondiale achtergrondverhaal, maar evengoed naar de zeer persoonlijke of lokale geschiedenis. Wat is onze connectie met de geschiedenis? Omdat het wezen van oorlog doorheen de tijd niet verandert, beschouwt het museum het brengen van dit oorlogsverhaal als een universele en eigentijdse vredesboodschap, en dus als een belangrijke maatschappelijke opdracht. Het museum werkt nauw samen met partners die zijn missie delen en werkt binnen het kader van Ieper Vredesstad. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Benadering 4

5 een oorlog minstens dodelijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog in België waarvan minstens vielen in de Westhoek daarvan zijn er vandaag nog minstens daar begraven en raakten er minstens vermist daarnaast vielen meer dan anderhalf miljoen gewonden en sloegen in België alleen minstens anderhalf miljoen mensen op de vlucht voor de oorlog miljoenen mensen uit meer dan 50 nationaliteiten en culturen vochten hier alleen al meer dan 130 grote oorlogen hebben, na het einde van de oorlog die nochtans een einde aan alle oorlogen zou maken, onze geschiedenis bepaald... Met welke recht zouden wij over deze oorlog mogen zwijgen? Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Benadering 5

6 Toelichting Museumparcours Poppy-armband Deze armband geeft elke bezoeker eerst en vooral toegang tot het In Flanders Fields Museum. Ook de taal waarmee je in het museum wenst aangesproken te worden, wordt hierop vooraf geprogrammeerd. In de legers van de Eerste Wereldoorlog kreeg iedereen een nieuwe, bijkomende identiteit: een nummer dat men altijd meedroeg. Er waren verschillende identiteitsdragers, officiële, in opdracht of eigenhandig gemaakte. Zonder zijn identiteitsdrager was een soldaat in leven strafbaar en als hij sneuvelde wist niemand meer wie hij was. Hij behoorde dan tot de tienduizenden vermisten, zonder gekend graf. De poppy-armband geeft je voor de duur van het museumbezoek een gelijkaardige extra identiteit. Aan de hand van de armband krijgt elke bezoeker vier ontmoetingen aangeboden met ooggetuigen (zie personenparcours) van weleer. Ze confronteren ons met de evenmens in de oorlog een eeuw geleden. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 6

7 Log in (Nr.1) Individuele bezoekers kunnen bij het betreden van het museum hun poppy-armband een eerste maal scannen en voornaam, familienaam, leeftijd, land en streek van afkomst invoeren. Deze gegevens staan ons toe om de vier ontmoetingen (zie personenparcours) in het museum af te stemmen op de bezoeker. Het inloggen vergt wat tijd, om lange wachtrijen te vermijden vragen we schoolgroepen, die hun bezoek wensen te personaliseren, de nodige gegevens bij de reservatie door te geven. Zo kunnen de poppy-armbanden op voorhand ingesteld worden en kan de klas onmiddellijk van start gaan met het museumbezoek. Scholen die een tocht in de Ieperboog geboekt hebben via de educatieve dienst hoeven ook niet in te loggen daar op hun poppy-armband 4 personenverhalen geplaatst worden die ze tijdens de tocht zullen ontmoeten. Het In Flanders Fields Museum bestaat uit een viertal parcours: Een chronologisch parcours Een thematisch parcours Een persoonlijk parcours. Een reflectief parcours. Op de volgende pagina s nemen we ze uitgebreid onder de loep. 1 Log in 2 Belle Epoque? 3 Tegenstem I 4 Inval 5 Propaganda 6 Vlucht 7 Ontmoeting 1 8 Eerste doden 9 De vijanden 10 IJzerslag Ieper I 11 Ieper in puin 12 Kerstbestand 13 Ontmoeting 2 14 Ieper 2 15 Medische Zorg 16 Krijgsgevangenen 17 Dood 18 De Ieperboog 19 De loopgravenoorlog 20 Ondergrondse oorlog 21 Observatie 22 Achter het front 23 Ieper 3 24 Ontmoeting 3 25 Tegenstem Wereld in oorlog 27 Offensieven Vechtmachines 29 Vernietigd 30 Artist in residence 31 Ontmoeting 4 32 In Flanders Earth 33 Wederopbouw 34 Herdenken 35 Tegenstem 3 36 De laatste getuigen 37 Log out 38 Ieper Vredesstad Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 31 7

8 Chronologisch parcours In verschillende afdelingen wordt het militair- historische verhaal van de Eerste Wereldoorlog gebracht vanaf de vooravond van het conflict. Elke afdeling wordt ingeleid door een viertalig tekstpaneel. Daarop krijg je een schets van waar we ons bevinden en wordt het kader verduidelijkt. 2 Belle Epoque? (Nr. 2) In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog werd de geïndustrialiseerde wereld steeds welvarender. Er heerste een bijna euforisch gevoel van Belle Epoque. Aan het begin van de permanente tentoonstelling weerspiegelt een enorme videoprojectie dat gevoel. Maar aan de achterzijde van de geprojecteerde wand volgt de keerzijde van het verhaal een Belle Epoque in duigen. Alles staat in het teken van het vaderland, tot het spel en de opvoeding van de kinderen toe. Om hun eigen posities in de wereld te kunnen verstevigen, gingen de grote mogendheden militaire bondgenootschappen aan. Allerlei vaasjes, kaartjes en andere memorabilia moesten die bondgenootschappen onderstrepen. En wie macht wilde moest macht kunnen tonen, daarom werkten de grootmachten aan hun leger. Alle koloniale mogendheden dienden onafgebroken troepen in te zetten voor het verwerven en behouden van de overzeese gebieden. Zowel in Azië als in Afrika werd vele jaren bloedig strijd geleverd. Tegen 1914 kleurden de legers van de Europese machten heel bont. Door de groeiende welvaart gingen de lagere klassen in de maatschappij erop vooruit. Toch bleef er een grote kloof bestaan tussen het fabrieksproletariaat en de middenklasse. De gewone soldaat nam veelal dienst om economische redenen. Hij was het kanonnenvlees. Alleen als het oorlog werd, werd de soldaat ineens de held van het vaderland. 4 De inval 4/8/1914 (Nr. 4 ) Bij de oorlogsverklaringen begin augustus 1914 hield België vast aan zijn neutraliteit. Daarop vielen drie Duitse legers op 4 augustus het land binnen. Op de grond toont een grote kaart de inval van Luik tot de Marne en Vlaanderen. Net als die Duitse legers stap je België binnen. Op de kaart staan plaatsen gemarkeerd waar er in de eerste oorlogsweken hevig strijd werd geleverd of terreur gepleegd. Bij bepaalde plaatsen (vb: Dinant, Leuven, Antwerpen,...) staan schermen opgesteld die beelden en krantenknipsels tonen van die gebeurtenissen. Hoewel het Belgisch leger geen maat was voor de Duitse legers, werd er toch stevig verdedigd en af en toe succes geboekt (cfr. Halen). De fortengordels rond Luik, Namen en Antwerpen waren modern maar toch niet tegen het zwaarste artillerievuur bestand. De Duitsers lieten een spoor van vernieling in ons land achter. Elke vertraging in de Duitse opmars werd brutaal verhaald op de burgerbevolking. In het museum wordt deze uitbarsting van extreem geweld tegen ongewapende burgers in 1914 gesymboliseerd in een lans van een Uhlan. Naast die lans loopt de lijst van plaatsen in België waar tijdens de eerste oorlogsmaanden door terreur telkens meer dan 10 burgerdoden vielen en/of meer dan 100 huizen in brand werden gestoken. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 8

9 De vijanden 10/ /1918 (De Grote Oorlog in de Westhoek) (Nr. 9) Na de val van Antwerpen (7-10 oktober 1914) kwam de oorlog naar de Westhoek. Zowel het Belgische leger, de te hulp gesnelde Britse en Franse troepen konden ontkomen en trokken naar het uiterste westen van België. De bewegingsoorlog liep hier finaal vast. Het laatste gat in de aaneengesloten frontlijn van de Zwitserse grens tot de Noordzee werd gedicht. De posities veranderden niet meer fundamenteel tot aan het Bevrijdingsoffensief dat startte op 28 september oktober In den morgend rond 7 ½ kwamen hier 12 duitsche soldaten die wat stilhielden en dan vertrokken. Een half uur nadien kwamen hier 3 automitrailleusen. Weerom duitschen zei het volk. Maar t waren belgen en engelschen. Alle wezens gingen open! (...) In de namiddag passeeren langs t Hallebast 150 fransche soldaten en alzoo zijn dien dag in Dickebusch 4 soorten soldaten te ziene geweest. Achiel Van Walleghem, Dikkebus Als geesten hangen ze in een vitrine. Een kleurrijk, bont gezelschap uniformen totaal niet voorzien op een patstelling die 4 jaar zou duren. 10 IJzerslag Eerste slag bij Ieper (Nr. 10) Vanaf 16 oktober stelde het Belgische leger zich aan de IJzer op om het Duitse Vierde Leger op te vangen. De verdediging was moeizaam ondanks Franse hulp. Vanaf 25 oktober trokken de verdedigers zich terug achter de spoorwegdijk Diksmuide Nieuwpoort. Vanuit Nieuwpoort werd de polder links van de IJzer succesvol onder water gezet (27-29 oktober). Bij Ramskapelle werd de laatste Duitse doorbraakpoging afgeslagen. Diksmuide werd nog tot 10 november verdedigd. Twee grote watervlaktes scheidden daarna de legers. In het zuiden was vanaf begin oktober al veel Franse en Britse cavalerie aanwezig. Anderhalve maand voerden ze bloedig strijd met twee Duitse legers. Bij Langemark werden op 22 oktober en de daaropvolgende dagen 3000 jonge Duitse rekruten de dood ingejaagd en deze Kindermord bei Ypern werd vervolgens een Duitse mythe van offerbereidheid. Op 22 november 1914 werd Ieper in brand geschoten. Aan het einde waren twee frontbogen gevormd, rondom Ieper en Armentières. Een geanimeerde strategische overzichtskaart van het gebied, tussen de Noordzee en de Leie legt de inundatie en het stilvallen van de frontlijn tussen 4 oktober en 22 november 1914 uit. Het IJzerpanorama krijgt met de olieverfstudies van Alfred Bastien ook een menselijk artistieke indruk. Met de IJzerslag en de Eerste Slag bij Ieper was de patstelling op het westelijk front compleet. Van de Belgische kust tot aan de Zwitserse grens, over 800 kilometer, begonnen beide kampen zich in te graven. Een spade werd even waardevol als een geweer. De oorlog was niet voorbij met Kerstmis, zoals sommigen hadden gezegd. Blootgesteld aan het winterse weer en in de primitieve loopgraven voelden de mannen zich vaak meer verbonden met de vijand aan de Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 9

10 overkant, dan met hen die het thuis relatief goed hadden. De kerstgeschenken die men in elk leger liet uitdelen veranderden daar weinig aan. Zo ontstonden spontaan de kerstbestanden: op talrijke plaatsen langsheen het front stopten de soldaten en officieren tijdelijk met vechten. In het personenparcours wordt dit verhaal erg concreet. Tweede slag bij Ieper 22/4/ /5/1915 (Nr. 14) 14 De industriële oorlog was moordend voor alle deelnemers. De enorme vuurkracht van de artillerie en de dodelijke kogelregens van mitrailleurs maakten slachtoffers op zeer grote schaal. Symbool daarvan is het schroot dat de aarde in deze streek nu nog steeds ophoest. Toch konden deze eerste massavernietigingswapens de ontstane patstelling van de loopgravenoorlog niet opheffen. De militairen zouden de hele oorlog naar nieuwe wapens voor de doorbraak zoeken. Ze werden daarbij gesteund door wetenschappers zoals de Duitse chemicus Fritz Haber (zie icoonpersonages) die vanaf 1915 grootschalige aanvallen met gas mogelijk maakte. Na de eerste verontwaardiging over de inzet van strijdgassen, werd het ook snel gemeengoed bij de geallieerden. Naast de evolutie in het gebruik van het gas, was er ook de evolutie in het zoeken naar bescherming tegen dit wapen. De fluo groene kleur van de vitrine weerspiegelt de kleur van het eerste gas, chloor, dat hier werd gebruikt. De Ieperboog (Nr. 18) 18 De Belforttoren kan, mits reservatie, bezocht worden ( 2 extra per persoon). 231 trappen leiden je naar boven alwaar je de Ieperboog zoals die er nu bijligt kan bewonderen. Tijdens de beklimming van de toren wordt het Belfort geduid: als symbool van de Middeleeuwse stad / als symbool tijdens WOI / tijdens de wederopbouw / het verhaal van de Kattenworp. Ook de geschiedenis van de beiaard en de beiaard als instrument van herdenking komen aan bod. In het museum zelf hangt op die plek een zeppelin waar een 12 minuten durende presentatie de evolutie van die Ieperboog van het begin van de Tweede Slag tot aan de start van de Derde Slag bij Ieper in beeld brengt. Let wel: om veiligheidsredenen mag er per half uur slechts 1 groep van max 20 personen naar boven en 10 individuele mensen. Wie zeker wil zijn van een bezoek aan de Belforttoren, reserveert het bezoek best ruim op tijd. 19 De loopgravenoorlog (Nr. 19) Het leven van de infanteriesoldaat van de Eerste Wereldoorlog bestond uit een eindeloze opeenvolging van periodes aan en achter het front. In de frontlijn mocht je niet gezien worden en probeerde je enigszins beschut te zijn tegen de omstandigheden. Als er geen zware beschietingen kwamen, de scherpschutters je niet in het vizier kregen, het weer er niet voor zorgde dat je in het water diende te staan of te slapen, de bevoorrading min of meer lukte en het ongedierte vervolgens niet met je kostje aan de haal ging, was er nog altijd kans dat je s nachts op patrouille moest, of in een raid in het niemandsland betrokken raakte. Op andere momenten was het leven aan het front saai. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 10

11 In het museum komt elk aspect aan de hand van authentieke objecten aan bod: De wapens van de loopgraven: Naast de hand- en geweergranaten en mitrailleurs zorgden vooral de loopgraafmortieren voor talloze slachtoffers. Met dit wapentuig kon je zware projectielen, over een korte afstand, recht in de vijandelijke loopgraaf schieten. Ook de vlammenwerper, waarbij Ieper opnieuw de primeur had (30 juli 1915), heeft z n plaats gekregen. Raids: Om de vechtlust wat aan te wakkeren werd de raid in het leven geroepen. Het doel was in de vijandelijke lijn te komen, loopgraven te vernietigen en gevangenen te nemen om zo aan informatie te geraken. Dit ging vaak gepaard met een hoge menselijke tol. De wapens van de raid waren niet alleen licht en handzaam maar vooral erg primitief. Bescherming: Schilden en kurassen moesten bescherming bieden aan hoofd en borst. De tentoongestelde exemplaren lijken zo uit de middeleeuwen geplukt. De bouw van de loopgraven: Om de schade bij een directe inslag te beperken werden de loopgraven in zigzagvorm aangelegd. Tussen de lijnen werden prikkeldraadversperringen aangelegd. Om de loopgraven zo droog mogelijk te houden werden vanaf 1916 A-frames gebruikt. Dat waren houten elementen in de vorm van een omgekeerde hoofdletter A. Doordat op de bovenste balk loopplanken kwamen te liggen, ontstond er een draineringsruimte waarlangs het overtollig water kon afvloeien. Het dagelijks leven aan het front: Blootgesteld aan weer en wind verbleven de troepen in greppels die vergeven waren van de ratten. Er was nauwelijks vers water en dus weinig hygiëne en van enige privacy was helemaal geen sprake. Bovenop de fysieke ellende kwam de onzekerheid: altijd loerde het doodsgevaar, want elk moment kon er een granaat inslaan. Ondergrondse oorlog (Nr. 20) 20 Eind 1914 al besloot men de stellingenoorlog ook als een belegering op te vatten. Daar hoorde de ondermijning van vijandelijke stellingen bij. Tunnels werden vanuit de eigen linie naar die van de vijand gegraven en mijnladingen tot ontploffing gebracht, al dan niet gevolgd door een bovengrondse aanval. Een Duitse prefabtunnel en beelden en objecten van de eerste afdeling van de diggers (een groep amateur-archeologen) in de ondergrondse dug-out (Yorkshire trench and dug-out) in de industriezone van Ieper maken dit verhaal concreet. 21 Observatie (Nr. 21) In een oorlog is observatie van cruciaal belang. Vanuit de loopgraven kon echter alleen het niemandsland en de vijandelijke eerste lijn bespied worden. Een breder perspectief boden observatieposten en kabelballons iets verder van de frontlijn. Maar het was alleen vanuit vliegtuigen dat men een goed overzicht op de situatie kreeg. Fotografie was daarbij een essentieel hulpmiddel. Het niemandsland en de frontlijnen werden vastgelegd in reeksen panoramafoto s. Verticale luchtfoto s lieten toe de situatie aan en achter het front dag aan dag te volgen en de loopgravenkaarten bij te werken. Oblique luchtfoto s, onder een schuine hoek genomen vanuit vliegtuigen of ballons, boden extra dieptezicht. In een toepassing kan je Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 11

12 aan de hand van vijf panorama s zelf inzoomen op details. Zo kan de bezoeker zich hierin verdiepen en een idee krijgen wat de instrumenten van observatie en communicatie toen waren. Hoewel in 1914 elk leger over vliegtuigen beschikte, werden deze aanvankelijk alleen ingezet voor observatie. Naarmate de oorlog vorderde werd het vliegtuig aldoor belangrijker als aanvalswapen en het aantal vliegtuigen nam enorm toe: van enkele tientallen in 1914 tot vele duizenden eind Derde Slag bij Ieper 31/07/ /11/1917 (Nr. 23) 23 De Britse bevelhebber Sir Douglas Haig besloot na het falen van het Franse leger in de lente van 1917 bij Chemin des Dames, vanuit de Ieperboog een doorbraakpoging naar de kust te ondernemen. Hij zette een nooit gezien arsenaal van artilleriestukken en drie kwart miljoen troepen uit het hele Imperium in, maar de mislukking wenkte snel. Het bloedig offensief liep 100 dagen lang over een door beschieting en regen vaak onbegaanbaar terrein. De terreinwinst? Een fuik die Passendale heette, een doel dat volgens het plan al na 72 uur na aanvang had moeten vallen en vijf maand later weer werd ontruimd. Omdat er andere musea zijn waar het militaire verloop van de Derde Slag aan bod komt, hebben we ervoor geopteerd om het minder gekende verhaal te brengen: The Backwash of War (het kielzog van de oorlog), zoals verpleegster Ellen La Motte het noemt. Het gedicht Memory, let it all slip van Ivor Gurney leidt je naar een videoruimte waar neurochirurg Harvey Cushing en de verpleegsters Enid Bagnold en Ellen La Motte hun versie van de oorlog brengen (zie personenparcours). Ivor Gurney: Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gaf hij zich vrijwillig aan als private bij het Gloucester Regiment. Door zijn slechte ogen werd hij afgekeurd. In 1915 liet hij zich nog eens keuren en werd toegewezen bij het de 2nd en 5th Gloucestershire Regiment. In 1916 bevond Ivor zich in Frans-Vlaanderen, de Somme en Arras waar hij gewond geraakte. In 1917 werd hij overgeplaatst naar de Ieperboog en vocht mee tijdens de Derde Slag bij Ieper. In september 1917 werd hij slachtoffer van een Duitse gasaanval (vermoedelijk mosterdgas). Memory, let all slip Memory, let all slip save what is sweet Of Ypres plains. Keep only autumn sunlight and the fleet Clouds after rains. Blue sky and mellow distance softly blue; These only hold Lest I my panged grave shall share with you. Else dead. Else cold. IVOR GURNEY, Bangour October 1917 Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 12

13 Naast de getuigenissen wordt de mislukking van de Derde Slag bij Ieper ook gesymboliseerd in een 6 pounder kanonloop van een Britse tank. De tank was de zoveelste poging om met een nieuw wapen een doorbraak te forceren op het westelijk front. De eerste tanks joegen de Duitse infanterie de stuipen op het lijf, maar het verrassingseffect was snel voorbij. De strijdwagens waren bovendien traag en log en de hitte binnenin was slopend voor de bemanning. In de modder van de slagvelden bij Ieper kon een tank niet veel uithalen. De meesten zonken weg of raakten stuk, lang voor ze de vijandelijke lijnen bereikten. Britse tanks bestonden in twee uitvoeringen, een mannelijke met mitrailleurs en twee kanonnen en een vrouwelijke met enkel mitrailleurs. De wereld in oorlog en de offensieven van 1918 (Nr ) Na lang twijfelen verklaarden de Verenigde Staten op 6 april 1917 de oorlog aan het Duitse Rijk en zijn bondgenoten. Voor het overige ging het voor de geallieerden in 1917 en 1918 van kwaad naar erger. Hun offensieven mislukten en een doorbraak leek verder weg dan ooit. Frankrijk kreeg in mei 1917 met muiterijen te maken en ook de andere legers raakten uitgeput. In Rusland was in maart 1917 zelfs een revolutie uitgebroken. Na de machtsovername door de Bolsjewieken in november 1917 werden vredesonderhandelingen gestart en op 3 maart 1918 werd in Brest-Litovsk de vrede getekend. Nu de oorlog op het Oostfront was afgelopen kon het Duitse Rijk al zijn krachten op het westen richten voor de Amerikaanse troepen massaal konden worden ingezet. Bevelhebbers Hindenburg en Ludendorff waagden een laatste doorbraak. Het Lenteoffensief, eerst in Frankrijk daarna in Vlaanderen, en de drie daarop volgende pogingen faalden. Op de Kemmelberg werd zwaar slag geleverd, getuige daarvan zijn de bodemvondsten van op de flank van de berg: ontplofte gasbommen. Vanaf 18 juli 1918 kwam in Frankrijk het tegenoffensief op gang. Op 28 september 1918 startte het Bevrijdingsoffensief in Vlaanderen. De laatste maanden behoorden nog tot de bloedigste van de hele oorlog. Bij de Wapenstilstand op 11 november was de wereld even euforisch, maar vooral doodop. Vechtmachines (Nr. 28) 28 Wie dienst nam in de legers van de Eerste Wereldoorlog, legde vanaf het eerste moment zijn vrijheid en onafhankelijkheid als burger af. Het individu werd een radertje in een grote militaire vechtmachine. Het uniform was het symbool van deze volledige onderhorigheid. En met het uniform kwam het denken. De legers voorzagen de soldaat in ongeveer alles wat hij nodig had. De eenheid van de soldaat werd zijn familie, het korps zijn geest. Vertoonde het uniform van 1914 nog een aantal kenmerken van een oudere tijd waarin identificatie met een kant, een kleur belangrijk was, dan was het uniform van het einde van de oorlog al bijna volledig functioneel. Voor de zware gevechten van 1917 en 1918 was de soldaat uitgerust voor elke aanval en verdediging. In een raamwerk, alsof het modelbouwsoldaten zouden zijn, hangen achtereenvolgens de uniformen van een Amerikaanse soldaat, een Franse soldaat, een Duitse stormtrooper en een Schotse Canadees. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 13

14 Artist in residence (Nr. 30) Tijdens de tweede jaarhelft geven we een kunstenaar hier de ruimte om zich onder te dompelen in het thema. Aan de hand van de opgedane impressies in het museum, de rijke collecties aan boeken en foto s in het kenniscentrum van het In Flanders Fields Museum of een bezoek aan de laatste getuigen, de vele monumenten, begraafplaatsen en toenmalige slagvelden, gaat de kunstenaar hier aan de slag. 30 In Flanders Earth (Nr. 32) Een landschap is een complex gegeven, schijnbaar moeilijk leesbaar. Enerzijds zit het vol verwijzingen en herinneringen aan een gruwelijke oorlog, anderzijds heeft de tijd, natuur en (soms) cultuur, schoonheid en gedeeltelijke rust teruggebracht; de dood werd toegedekt door nieuw leven. Het oorlogslandschap bestaat op zichzelf, maar in het dichtbevolkte Vlaanderen is er altijd medegebruik door vele anderen: industrie, verkeer, wonen, landbouw. De oorlog is verdwenen in de tijd maar duizenden luchtfoto s genomen tijdens de oorlog kunnen die moeiteloos weer oproepen. In Flanders Earth biedt de mogelijkheid de tijd te laten wegklappen. Via interactieve multitouch-schermen kunnen verticale WOI-luchtfoto s van elke plek tussen de Noordzee en de Franse grens opgeroepen worden. Deze foto s worden gelegd op hedendaagse kaarten. Via deze schermen kunnen foto s van sites (begraafplaatsen en monumenten) opgeroepen worden of kunnen historische foto s vergeleken worden met beelden van vandaag. Dit noemen we hotspots. Er kunnen eveneens andere beelden, gelinkt aan een locatie, bekeken worden volgens het Google-earth principe. In het midden van deze toepassing staat een doorsnede van een stamschijf van een zomereik uit het kasteelpark van Elverdinge. De boom kwam er in 1760 en stierf eind De oorlog heeft er duidelijk ook sporen nagelaten. Deze stille getuige is een symbool van het DNA van de hele frontstreek. De wederopbouw (Nr. 33) Toen in 1919 de eerste bewoners van de frontstreek naar huis terugkeerden, troffen ze niets dan vernietiging. De regio was Verwoest Gewest geworden. Van Nieuwpoort tot de Franse grens bij Armentières was een oppervlakte van bijna 1000 km² vernield. Maar de mensen kwamen massaal terug en bouwden de streek weer op. Een mooi voorbeeld daarvan is de voorgevel van een authentieke houten barak van het Koning Albertfonds (1920) in het museum. Binnen deze barak toont een 3D-animatie de geleidelijke vernietiging en de wederopstanding van de Lakenhallen. Vlak daarvoor staat het restant van een beeld van de Sint-Maartenskerk: een naakte, verwrongen mannenromp, armen, benen en hoofd weggeslagen. Symbool voor al diegene die de oorlog overleefden en getekend door de gebeurtenissen hun gewone leven weer probeerden op te pikken. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 14

15 Herdenken (Nr. 34) 34 Op 11 november 1918 zei de Britse premier David Lloyd George: Om elf uur vanmorgen eindigde de gruwelijkste en vreselijkste oorlog die de mensheid ooit heeft geteisterd. Ik hoop dat we mogen zeggen dat, op deze historische ochtend, aan alle oorlogen een einde is gekomen. Van de bijna 10 miljoen gesneuvelden stierven er alleen al in de Westhoek meer dan De achterblijvers leefden verder met littekens op lichaam en ziel, met verlies en ontgoocheling. Wie terugkwam om te herbeginnen, bleef leven in een omgeving die tot op vandaag getekend is door oorlog en herdenking. Het land is bezaaid met graven, monumenten en relicten van de oorlog. Menselijke resten komen nog boven en boeren ploegen nog elk jaar niet-ontplofte munitie omhoog. Elke tijd voegt zijn eigen herdenking toe. Onze toevoeging is virtueel, met onder meer het online zetten van namenlijsten, en mondiaal, voorbij de dominantie van de eigen cultuur. De erfenis van de Grote Oorlog delen we met de hele wereld. In de dodenregisters staan immers mensen uit tientallen culturen en landen. De oorlog toonde dat de Europese staten zich tot afschuwelijke vernietigingsmachines hadden ontwikkeld. Aangejaagd door een virulent en revanchistisch nationalisme volgde de nog rampzaliger Tweede Wereldoorlog. Hij verleende aan velen onder ons een nieuwe identiteit, zoals aan deze vredesstad en frontstreek, aan vele landen en aan de Europese gedachte. De Eerste Wereldoorlog bracht een nieuwe dimensie aan oorlog. Nooit eerder hadden staten zoveel opofferingen van hun bevolking gevraagd en hadden zoveel onderdanen uit alle bevolkingslagen hun leven voor de staat gegeven. Het vaderland beloofde hun nagedachtenis in ere te houden. Bij de Britten werd iedereen die in dienst was omgekomen, individueel en op gelijkwaardige wijze herdacht. Omwille van de gelijkheid in de dood mochten Britse doden ook niet gerepatrieerd worden. Andere landen lieten dat wel toe. Begraafplaatsen en officiële monumenten benadrukten dat de vele doden niet voor niets waren gevallen, maar voor roemruchte idealen zoals vrijheid en democratie of het vaderland. Niet toevallig werden ze meestal in klassieke vormentaal gebouwd, de meest verheven en meest eeuwige bouwstijl. Naast het officiële herdenken stond het persoonlijke herdenken. Van de bijna 10 miljoen militaire doden stierven of verdwenen er meer dan een half miljoen bij Ieper. Voor hen was de oorlog definitief afgelopen. De achterblijvers werden hun leven lang geconfronteerd met de nasleep: zij met lichamelijke en geestelijke littekens, zij die dierbaren hadden verloren, en de vele werkloze oud-strijders. Verdriet en gemis werden uitgedrukt in steen of door middel van een ingelijste foto. Objecten die meegebracht waren van de slagvelden, werden dragers van zeer emotionele herinneringen. En dat niet zelden tot vandaag: nog steeds worden souvenirs die soldaten destijds uit de ruïnes mee naar huis namen door hun nakomelingen teruggebracht. Vele families maakten beeldjes of monumentjes om uiting te geven aan het verdriet. Symbool voor het persoonlijke herdenken is het treurend ouderpaar gemaakt door een moeder, Käthe Kollwitz, die rouwde om het verlies van haar zoon Peter tijdens WOI. Het moest een beeld worden voor hèm, maar tegelijk voor alle jonge gesneuvelden. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 15

16 Ieper Vredesstad, Mayors for Peace, Vredesprijs (Nr. 38) 38 Het verleden herdenken betekent ook dat we ons moeten inzetten voor een meer vredevolle wereld. Daarom wil Ieper zich dan ook profileren als een Vredesstad. De stad maakt deel uit van het netwerk Mayors for Peace. Dit netwerk werd in 1982 opgericht door de burgemeesters van Hiroshima en Nagasaki. Ze dragen bij tot de realisatie van de wereldvrede één van hun belangrijkste doelstellingen is het afschaffen van alle kernwapens tegen De lijst van de lokale besturen die anno 2012 lid zijn wordt jaar na jaar langer. Driejaarlijks wordt in Ieper ook een Vredesprijs uitgereikt aan een persoon of organisatie die zich in het recente verleden verdienstelijk heeft gemaakt voor de wereldvrede. De laureaten waren: 2002: War Child 2005: Helen Prejean 2008: Sima Samar 2011: Dokter Dennis Mukwege Voor meer informatie omtrent de Vredesprijs verwijzen we graag door naar Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 16

17 Thematisch parcours Het thematische parcours is visueel makkelijk te herkennen, deze vitrines kregen namelijk allen een rode kleur. De inhoud van deze vitrines wordt na verloop van tijd veranderd. Objectinfo kan je, na het scannen van je poppy-armband, in je eigen taal aflezen op een scherm. Volgende thema s komen aan bod: 5 Propaganda (Nr. 5) In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog hadden de mogendheden geleerd om bij elke internationale crisis via de pers de eigen versie van de feiten ingang te laten vinden. Vanaf het begin van de oorlog in augustus 1914 werd alle schuld voor alle onheil afgewenteld op een barbaarse, karikaturale vijand. Eenzijdige berichtgeving werd gecombineerd met een algemene mobilisering van de bevolking, om dienst te nemen, om de oorlog te helpen financieren, of om de verbondenheid van de onderdanen met hun vaderland en zijn bondgenoten aan te scherpen Vlucht (Nr. 6) De angst voor oorlogsgeweld en terreur deed duizenden vluchten. Op het hoogtepunt van de strijd, in oktober 1914, zochten anderhalf miljoen Belgen, een vierde van de bevolking, heil in Nederland, Frankrijk of Groot-Brittannië. Velen keerden enige tijd later terug, maar toenemend oorlogsgeweld en wisselende kansen veroorzaakten ook later vluchtelingenstromen. In november 1918 verbleven nog ongeveer Belgen in het buitenland. Anderen hadden een onderkomen gezocht in het kleine stukje onbezet België. Aan Duitse zijde werden vele bewoners van de frontstreek door de bezetter naar het binnenland gedeporteerd. Vluchtelingen en geëvacueerden waren niet alleen ontheemd, maar ook vaak afhankelijk van liefdadigheid om te kunnen overleven. Ieper in puin (Nr. 11) In het midden van een boogvormig front, een saillant, lag het oude stadje Ieper. De skyline werd er gedomineerd door de middeleeuwse Lakenhallen, een topstuk van de gotische bouwkunst opgetrokken tussen 1260 en Vanaf oktober 1914 werd Ieper door het Duitse geschut onder vuur genomen en al op 22 november 1914 gingen de Lakenhallen en de Sint-Maartenskerk in vlammen op. In mei 1915 zouden ook de laatste inwoners hun stad moeten verlaten en werd Ieper helemaal overgeleverd aan het militair geweld. Tegen het einde van 1917 stond er geen huis of boom meer recht. Fragmenten van de vooroorlogse stad, op tijd gered of gevonden in het puin, getuigen van een rijk erfgoed dat voor altijd verloren ging. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 17

18 Medische zorg (Nr. 15) In de eerste oorlogsmaanden werden de medische diensten volledig overrompeld, zowel door de aard van de verwondingen als door het aantal gewonden. Ondanks opmerkelijke verbeteringen in de loop van de oorlog, bleef amputatie dikwijls de enige kans op redding. Wanneer een soldaat aan het front gewond raakte, werd hij naar de dichtstbijzijnde hulppost gebracht. Na verzorging werd hij doorgestuurd naar een verbandplaats verderop. Daarna bracht een pijnlijke rit in een ziekenwagen of een door paarden getrokken voertuig hem naar het dichtstbijzijnde veldhospitaal. Omdat er naast hulpposten en hospitalen meestal een begraafplaats ontstond, zijn de verschillende etappes in zo n evacuatielijn vandaag nog dikwijls te herkennen in het landschap Krijgsgevangen (Nr. 16) Wie op het slagveld werd gevangengenomen, werd eerst verzameld in een kooi, een door prikkeldraad omheind perk in de buurt van het slagveld. Vandaar ging het naar een krijgsgevangenenkamp. Dat lot overkwam zowat 7 miljoen man, ruim 10% van de ingezette militairen. Ook wie als militair terechtkwam in het neutrale Nederland werd er ontwapend en geïnterneerd. Het leven in de kampbarakken was hard en monotoon. Gevangenen werden ook vaak als goedkope arbeidskrachten gebruikt. Zo zette het Duitse Rijk Italiaanse en Russische krijgsgevangenen aan het werk achter het front in Vlaanderen. Aan geallieerde zijde werden Duitse krijgsgevangenen zelfs tot begin 1920 in arbeidscompagnieën ingezet, onder meer om gewonden te vervoeren en puin te ruimen. De loopgravenoorlog (Nr. 19) (Nota: Loopgravenoorlog zit in het Chronologisch parcours maar bestaat ook uit één themavitrine) Achter het front (Nr. 22) Naarmate de oorlog duurde, raakte het hinterland steeds meer bezaaid met spoorwegen, wegen, depots, oefenterreinen, rustkampen, hospitalen en vliegvelden, allemaal in dienst van de geïndustrialiseerde oorlog. Hoewel individuele contacten best aangenaam konden zijn, verliep het samenleven van burgers en militairen vaak moeizaam. Wanneer de situatie onmogelijk of te gevaarlijk werd, werd de bevolking van hele dorpen en steden geëvacueerd. De Duitse bezetting van België en Noord-Frankrijk was brutaal. Dwang en terreur namen voortdurend toe. Burgerlijke vrijheden werden steeds meer aan banden gelegd, arbeiders verplicht tewerkgesteld en de bezette gebieden systematisch leeggeroofd. Overleven werd er steeds moeizamer. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 18

19 Multiculturele oorlog (Nr. 26) 26 Uit meer dan vijftig hedendaagse staten kwamen ze, de soldaten en arbeiders aan het front in Vlaanderen. Hele wereldrijken werden immers gemobiliseerd, en dus lang niet alleen de dominions (met zelfbestuur) Canada, Newfoundland, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Reeds in oktober 1914 werden in Vlaanderen Brits-Indiase eenheden en Noord- en West-Afrikaanse tirailleurs ingezet. Ze werden later aangevuld met eenheden uit onder meer Zuid-Afrika, de Caraïben en zelfs Fiji. Bovendien waren er onder de koloniale troepen tal van etnische minderheden zoals indianen, sikhs en Maori s. De tienduizenden arbeiders van het Chinese Labour Corps waren dan weer de steun van de jonge Chinese republiek aan de geallieerde zaak. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 19

20 Personenparcours Het personenparcours, een scenografie waarin de geschiedenis wordt verteld aan de hand van vele kleine, persoonlijke geschiedenissen, is in het In Flanders Fields Museum erg sterk aanwezig. Historische personages maken op vier verschillende manieren een belangrijk deel uit van de museumpresentatie. 7 Ontmoetingskiosken (Nr. 7 / 13 / 24 / 31) Dit zijn vier punten voor individuele ontmoeting die met de poppy-armband geactiveerd kunnen worden. De computer berekent een matrix a.d.h.v. de gegevens die men bij het inloggen heeft opgegeven. Zo ontmoet je (indien mogelijk) iemand uit je eigen regio, een tegengestelde daarvan, en personen met verschillend geslacht en leeftijd. De vier ontmoetingen komen in chronologische orde voor. Drie verhalen uit de oorlog (1914, en ) en één uit de naoorlogse tijd. Van velen van hen zijn er tot op vandaag sporen in het landschap terug te vinden: begraafplaats, monument, woonplaats, 31 Scholen die een tocht in de Ieperboog geboekt hebben via de educatieve dienst zullen elk van de 4 personen die ze in het museum ontmoet hebben opnieuw ontmoeten in het hedendaagse landschap. Wie ontmoetingen wenst te personaliseren dient dit bij de reservatie van het museumbezoek op te geven dit om wachttijden te vermijden aan de inlogschermen Icoonpersonages Acteurs en actrices geven gestalte aan historische personen die iedereen zou moeten kunnen ontmoet hebben. Zij gebruiken de exacte woorden van hun personage en kijken de bezoeker recht in de ogen. Ze dragen geen kostuum noch bedienen zij zich van rekwisieten, hun uniformen zijn reëel, even reëel als het ene voorwerp dat van het personage voor het scherm ligt: een foto, een tekening, een brief, dagboek, boek of voorwerp getuigen evenzeer als de gestileerde opname van het getuigenis. Richard Wybouw (bij Nr. 5), België, brengt zijn vluchtverhaal. In de vitrine ligt zijn wandelstok die hij al die tijd bijhield. Het vormt een laatste tastbare object van zijn vlucht Het kerstbestand (Nr.12) wordt opnieuw tot leven gewekt door 4 personen die erbij waren. Greg Nottle (UK), Karel Lauwers (B), Maurice Laurentin (FR), Kurt Zemisch (D) brengen elk hun versie van het gebeuren. In de vitrine bevindt zich onder andere een foto van Nottle en een schets die Karel Lauwers van het gebeuren maakte. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 20

21 Op 22 april 1915 werd voor de aller eerste keer gas als massavernietigingswapen ingezet. Professor in scheikunde en later Hauptman Pionier Fritz Haber maakte van chloorgas een dodelijk wapen. Gefreiter Pionier Willy Siebert stond als gaspionier in de eerste lijn en hielp bij het opendraaien van de gasflessen. 2 bevoorrechte getuigen die elk hun visie op het gebeuren schetsen. (bij Nr. 14) Er ligt vuil bezinksel op de bodem van haast elke ziel. Oorlog, hoe luisterrijk ook, biedt niet noodzakelijk de filter die man en natie kan zuiveren. Velen zullen je over de nobele kant, de heroïsche kant, de verheven kant van oorlog spreken. Ik moet je zeggen wat ik heb gezien, de andere kant, het kielzog. Aan het woord is de Amerikaanse verpleegster Ellen Newbold La Motte die werkzaam was in het Mary Bordens Hôpital Chirurgical Mobile No 1, nabij Roesbrugge. Naast haar komen ook de Britse verpleegster en ambulancechauffeur Enid Bagnold en de Amerikaan Harvey Cushing, neurochirurg in het Casualty Clearing Station No.46 te Mendinghem, Proven, aan het woord. Een 17 minuten durende confrontatie die een andere kijk biedt op de Derde Slag bij Ieper. (Nr. 23) Achiel Van Walleghem (bij Nr. 22), onderpastoor van Dikkebus die in juni 1916 naar Reningelst vluchtte hield gedurende gans de oorlog een dagboek bij. In zijn sappig dialect brengt hij het verhaal van het reilen en zeilen achter het front. De offensieven van 1918 worden verpersoonlijkt door de Belgische pastoor Jerôme Verdonck die als Sous-lieutenant bij het Franse leger diende en de Britse soldaat Eric Hiscock, auteur van The Bells of Hell go Ting-a-Ling-a-Ling. (bij Nr. 26) Personenkastjes Elf personages worden voorgesteld aan de hand van persoonlijke voorwerpen. Ze roepen stuk voor stuk de wereld van de oorlog op. Deze kastjes staan verspreid over het museum (ter hoogte van nr s 4, 10, en 26). De Duitse officier Rudolf Lange komt tweemaal voor, in 1914 en in De Belgische soldaat en kunstenaar Karel Lauwers is zowel een icoonpersonage als voorgesteld via een personenkastje. Literaire ontmoetingen Wie goed getuigt van de eigen oorlogservaring kan nog verschillende generaties later verstaan worden. Dat geldt bij uitstek voor kunstenaars. Van allen zijn de schrijvers in deze zeer literaire oorlog het beste in staat om te getuigen. Naast John McCrae naar wiens gedicht In Flanders Fields het museum is genoemd, en Ivor Gurney, die de eerste inspiratie was voor de vorm waarin de Derde Slag bij Ieper gestalte kreeg, kozen we een Duitse (Stefan Zweig), Belgische (Cyriel Buysse), Franse (Jean Giono), Britse (Siegfried Sassoon) en Amerikaanse (Mary Borden) tekst. De teksten zijn bijna allemaal terug te vinden op zwarte doeken die aan de ramen zijn bevestigd. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 21

22 Reflectief parcours 8 Bakens 17 In het museum vind je vier reflectiebakens. Deze grijze constructies reiken tot de nok van het dak van de Lakenhallen en vormen een afscheiding voor het grote publiek. In deze bakens word je geconfronteerd met gevolgen van de oorlog. Het moet de bezoeker in een intiem moment aanzetten om na te denken. Als museum is er soms een schroom om gruwelijke beelden te tonen. Groot, wekten ze de indruk van sensatie, de pornografie van het geweld. Intiem, bijna van mens tot mens, nodigen ze uit tot reflectie Baken 1 : Verlies (Nr. 8) Vottem (Luik), 6 augustus Na een gevecht in het dorp trokken de Duitse en Belgische troepen weg, doden en gewonden bleven achter. De bewoners ontfermden zich over hen. Gewonden werden naar het klooster gebracht, Belgen en Duitsers in aparte zalen, de doden naar twee massagraven. Alle doden werden voor latere identificatie twee aan twee gefotografeerd. De 11 foto s van Duitse doden zouden Duitse vergeldingsmaatregelen tegen Vottem helpen voorkomen. De 22 foto s van Belgische soldaten leidden uiteindelijk tot een bijna volledige identificatie. Baken 2 : Dood (Nr. 17) Langemark, Steenstrate, Pilkem, Sint-Juliaan, 23 april De ochtend na de gasaanval kregen groepjes Duitse soldaten opdracht om de vele doden op het slagveld van de aanval te begraven. Ze maakten daarbij tientallen foto s van de gasslachtoffers, maar ook van anderen, meestal verslagen vijanden, maar soms ook Duitse doden. Achteraf werden veel van deze opnames verhandeld, en van sommige zelfs postkaartjes gemaakt om naar huis te sturen. Baken 3 : Vernietigd (Nr. 29) Europa, de wereld, De stellingenoorlog had een brede strook land aan weerszijden van de frontlijn volledig vernietigd. De oorlog had miljoenen doden gemaakt. Maar de vernietiging had even zwaar toegeslagen in de ziel en het lichaam van de overlevenden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstond de zorg voor verminkten, voor psychisch getraumatiseerden, voor geamputeerden en voor Gueules cassées. Deze onherkenbaar verminkten werden het gezicht van wat deze oorlog mensen aandeed. Baken 4 : De laatste getuige (Nr. 36) Frontstreek, 1998 vandaag. Bij de aanleg van het bedrijventerrein langs het Kanaal Ieper-IJzer vonden archeologen week na week menselijke resten, in het totaal meer dan 200 lichamen van soldaten uit de Grote Oorlog. Bij veel nieuwe opgravingen worden er weer andere gevonden. Deze schamele stoffelijke resten zijn de laatste getuigen van een oorlog die ook daarom nooit overgaat We huiveren in de kille novemberwind, maar vooral door de gedachte hoe vreselijk de aanblik moet zijn geweest toen zijn makkers hem zagen, met uiteengereten vlees, bloed en ingewanden, zo schreef Koen Koch over de opgraving van het Britse lichaam nr. 206, gevonden op het bedrijventerrein in Boezinge. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 22

23 Tegenstem Niet iedereen ging akkoord met de gang van zaken in de aanloop naar of tijdens WOI. Drie van die tegenstemmen kregen ook een plek in het museum Tegenstem 1 (Nr. 3) De vrees dat de strijd om de wereldmacht en de wapenwedloop ooit in een grote oorlog zouden uitmonden, zette velen er toe aan om een radicaal andere weg te kiezen. De negentiende eeuw werd ook gekenmerkt door een grote vredesbeweging die jaarlijks tienduizenden mensen op de been bracht. De Oostenrijkse Bertha von Suttner publiceerde in 1889 Die Waffen Nieder!, een pleidooi voor vrede door ontwapening. Dankzij haar stelde Alfred Nobel de Nobelprijzen in. Ze won de prijs zelf in In 1909 en 1913 ging de Nobelprijs voor Vrede telkens naar een Belg: Auguste Beernaert en Henri La Fontaine. De Poolse industrieel Jan Bloch toonde in zijn zesdelige La guerre future aan dat door de combinatie van loopgraaf, prikkeldraad en mitrailleur geen doorbraak meer mogelijk was op het slagveld. Hij inspireerde de Russische tsaar tot het bijeenroepen van de eerste Vredesconferentie van Den Haag (1899) en waarschuwde met een eerste vredesmuseum voor de verschrikkelijke gevolgen van een geïndustrialiseerde oorlog. Tegenstem 2 (Nr. 25) Het gedicht A wooden Cross van Siegfried Sassoon is gericht aan Stephen Gordon Harbord, een jeugdvriend van de Britse dichter en officier. Vóór de oorlog gingen ze samen jagen. Captain S.G. Harbord, MC, kwam op 14 augustus 1917 om bij zijn artilleriebatterij bij Wieltje. Hij ligt begraven op Vlamertinghe New Military Cemetery. Het nieuws van Harbords dood bereikte Sassoon in het ziekenhuis in Craiglockhart waar hij werd behandeld voor shell-shock na zijn openbare protest tegen het voortzetten van de oorlog. Dat protest, A Soldier s Declaration, was medegeïnspireerd door pacifisten als Bertrand Russell en Philip en Lady Ottoline Morrell. Het werd op 30 juli 1917 voorgelezen door Hastings Lees-Smith in het Britse Lagerhuis en daags nadien gepubliceerd in The Times. Tegenstem 3 (Nr. 35) Velen vonden de officiële rechtvaardiging van de vele oorlogsdoden absurd en grotesk. Zij zagen eerder heil in verregaande internationale samenwerking. Een van hen was de Vlaamse kunstenaar, internationalist en pacifist Frans Masereel. In de oorlog werkte hij als onbezoldigde vrijwilliger voor het Rode Kruis in Genève. Hij zou er zijn talenten ook gebruiken om het gedrag van alle oorlogvoerende staten scherp op de korrel te nemen. Ook veel schrijvers/ooggetuigen waren kritisch voor de herdenking. Sassoon noemde de Menenpoort zelfs een tombe voor de misdaad. Vandaag noemt Ieper zichzelf een vredesstad, waarin de oude rituelen van herdenken en identiteit ook meeklinken in de stem die de stad verheft in een wereld die nog altijd snakt naar vrede. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours 23

24 Uitloggen en doorverwijzing (Nr. 37) In het uitlogscherm worden de vier ontmoetingen die je in het museum had, gebundeld met toevoeging van enkele referenties naar het landschap van de Westhoek en/of naar publicaties, voor onmiddellijk of later gebruik. Dit kan doorgestuurd worden naar een persoonlijk adres, naar een smartphone of kan in de shop zelf afgeprint worden mits betaling van De Namenlijst 31 Vanaf augustus 2014 moet het onderzoek naar alle mensen die op Belgisch grondgebied omkwamen, of als gevolg van oorlogsgebeurtenissen in België elders de dood vonden afgerond zijn. De Namenlijst, het grootschalig participatieproject, zet hen voor het eerst samen in één geïntegreerde lijst. Dag op dag honderd jaar later worden de namen één voor één opgelijst. Wie onder z n eigen naam heeft ingelogd kan op die manier ontdekken hoeveel streek en naamgenoten op de lijst voorkomen. De namenlijst kan nu al in onafgewerkte vorm worden geconsulteerd. Voor meer informatie over De Namenlijst verwijzen we graag door naar Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Museumparcours

25 Toelichting Soundscape Tindersticks componeerde de soundtrack voor de nieuwe permanente tentoonstelling. De soundtrack van Tindersticks voor IFFM is een doorgetrokken compositie die zich harmonieus ontwikkelt, met talrijke variaties, naarmate de bezoeker door het museum stapt. De muziek is het hele traject door aanwezig. De verschillende bouwstenen werden opgenomen in de studio maar de eindmix vond plaats in de heel bijzondere en indrukwekkende middeleeuwse hallen van het museum. De IFFM soundtrack betekent een nieuwe richting voor Tindersticks. Stuart Staples had wel al ervaring met het schrijven van filmmuziek en werkte in het verleden al met Klaus Verscheure van Danse La Pluie. Dit Belgische productiebedrijf regisseerde ook de acteurs in een aantal kortfilms die in het nieuwe museum gedraaid werden en waarin persoonlijke getuigenissen aan het publiek voorgesteld worden. Als onderdeel van de globale soundtrack schreef Tindersticks ook een speciaal muziekstuk voor een van deze kortfilms, De Derde Slag (bij Ieper). Stuart Staples zelf schrijft over zijn werk voor het IFFM : Tindersticks & In Flanders Fields Museum Begin 2011 werden we aangesproken met de vraag of we wilden meewerken aan het herontwerpen en heruitvinden van het In Flanders Fields Museum in Ieper, België, in het raam van de 100-jarige herdenking van de Eerste Wereldoorlog en de vernietiging van de stad. Wij hadden al wat ervaring met Ieper naar aanleiding van een concert dat wij in 1995 in de kathedraal gaven. Wij hielden daar een speciaal gevoel aan over (hoewel ik nooit gedacht had dat we er zo veel tijd zouden doorbrengen). Er werd een bezoek geregeld en ik bezocht twee dagen lang de slagvelden en kerkhoven met Piet Chielens (curator van het museum), die mij al zijn kennis en inzicht doorgaf de Eerste Wereldoorlog is zo klote, zo onbevattelijk dat men er alleen maar door geboeid kan geraken. Ik ben van mening dat muziek (of wat dan ook) creëren een emotionele reactie zou moeten zijn en hoewel ik geëngageerd was, vroeg ik mij af wat wij het project konden bijbrengen. Ik vroeg Piet waar de Duitse slachtoffers lagen en hij bood mij aan me ernaartoe te brengen. Onderweg vernam ik dat ze oorspronkelijk op verpachte grond lagen en dat het pachtcontract na verloop van tijd verliep en de menselijke overschotten verplaatst moesten worden. In die periode, in de jaren 1950, werd dan het kerkhof in Vladslo aangelegd. Toen we er aankwamen, voelde het aan alsof de plaats afgelegen en weggestoken lag. Het regende lichtjes. Ik had echt niet verwacht dat ik zo ontroerd zou zijn. Getroffen door zijn eenvoudige statigheid (zoals die enkel verleend wordt aan de overwonnenen) met die broze schoonheid en een diep, diep verdriet, was ik overdonderd. Het beeldhouwwerk van Kathe Kollwitz Treurend Ouderpaar is in dit verband bijna ondraaglijk. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Soundscape 25

26 Hier vond ik mijn connectie, iets wat ik wilde verkennen. Het gevoel van Vladslo in de late namiddag van die druilerige meidag bleef mij bij gedurende het volledige proces van schrijven en opnemen. Op die plaats kon ik alle clichés over de Eerste Wereldoorlog vergeten en aansluiting vinden bij het persoonlijke gevoel van verlies en verspilling die zo velen ervoeren en zijn stille, doof makende testament aan de mensheid. Op mijn terugweg naar het museum begon zich in mijn hoofd het idee te vormen van een zich geleidelijk ontvouwend muziekstuk dat de ruimtes onderdompelt in een speciale sfeer, dat zich op subtiele wijze ontwikkelt tijdens het bezoek van het museum. Ik vond dat de enige referentiepunten Brittens War requiem (via Arvo Part) en de manier waarop de sfeer gecreëerd wordt op de Seagram Murals in de Rothkozaal in Tate Britain waren. Ik ging met deze ideeën naar huis en begon eraan te werken met Dan McKinna. Maandenlang schreven we samen aan de partituur. Het is muziek voor strijkinstrumenten, blaasinstrumenten, drums, crystal baschet, piano en elektrische gitaar. Ze werkt met een reeks aaneengekoppelde lussen waarbij relaties gecreëerd worden die elkeen van de ruimtes karakteriseren. Het centrale stuk en de climax is de soundtrack voor de filminstallatie De Derde Slag (om Ieper) van Klaus Verscheure. Het muzikaal panorama (de soundscapes) werd(en) in april 2012 opgenomen in Londen en La Souterraine Stuart A. Staples Educatief pakket In Flanders Fields Museum Toelichting Soundscape 26

27 Tijdlijn Historisch overzicht Bedoeling van dit tamelijk uitgebreide historische overzicht is het tijdskader te schetsen waarin het In Flanders Fields Museum te plaatsen valt. Europa rond de eeuwwisseling Rond de eeuwwisseling beleeft Europa een periode van explosieve groei. De industriële activiteiten nemen toe. Spoorwegen en stoomschepen vergemakkelijken het transport. Steden barsten uit hun voegen. Voor het eerst vliegen mensen in toestellen die zwaarder zijn dan lucht en rijden ze in voertuigen zonder paarden. Sport maakt mensen fitter en gezonder. Al die nieuwe inzichten en uitvindingen leiden tot een euforisch geloof in de vooruitgang. Maar tegelijk duikt de vrees op dat de krachten van het machinetijdperk los zullen slaan en zich tegen de mens zullen keren. In de periode vóór de Eerste Wereldoorlog waren alle ingrediënten aanwezig voor een bewapeningswedloop: nieuwe technologieën en materialen voor een zwaardere bewapening, kapitaalkrachtige industriële concerns, imperialistische regeringsleiders en een bevolkingstoename die de uitbreiding van de legers mogelijk maakte. In 1914 stonden de Europese keizers en koningen op het toppunt van hun macht. Binnen hun eigen landsgrenzen hielden ze vaak bevolkingsgroepen van verschillende nationaliteiten onder controle. Buiten Europa oefenden ze hun koloniale macht uit over talrijke vreemde volkeren. Hun overzeese rijken brachten Britten, Fransen, Duitsers, Belgen, Nederlanders, Portugezen en Italianen welvaart en macht. Die machtspositie werd echter vanuit verschillende hoeken bedreigd. Etnische minderheden kwamen op voor hun rechten: de Ieren in het Verenigd Koninkrijk, de Bosniërs in Oostenrijk-Hongarije... Mensen werden trots op hun volk, hun taal, hun cultuur en verzetten zich tegen vreemde overheersers. Nationalistische gevoelens werden in alle toonaarden geuit en bezongen. Bondgenootschappen In de periode rond de eeuwwisseling was Europa het toneel van een ingewikkeld machtsspel. De grootmachten schoven als volleerde schakers met bondgenootschappen, verdragen en allianties heen en weer. Daarbij hielp het dat heel wat regerende koningshuizen familie waren van elkaar. Zo was de Britse koning tegelijk verwant aan de Duitse keizer en aan de Russische tsaar. Uiteindelijk kwamen er twee grote machtsblokken tegenover elkaar te staan: de Triple Alliance en de Triple Entente. De Triple Alliance en de Triple Entente waren militaire samenwerkingsakkoorden. Als twee van de zes landen aan het vechten sloegen, werden de andere vier er automatisch bij betrokken. Door deze allianties lag vanaf 1907 het recept voor een grote oorlog, een wereldoorlog, klaar. Naast de twee grote bondgenootschappen hadden de grootmachten links en rechts ook nog verdragen gesloten met kleinere landen. Zo werd Servië gesteund door Rusland. Een gevaarlijke situatie, want Servië was een vijand van Oostenrijk-Hongarije. Een conflict tussen Servië en de dubbelmonarchie zou dus Rusland kunnen meesleuren, en daarmee de rest van Europa. De tijdbom tikte. De wereld buiten Europa speelde in 1914 nog niet mee. Afrika en Azië waren vrijwel volledig gekoloniseerd door Europese staten. De Verenigde Staten hielden zich voorlopig buiten de burenruzies op het oude continent. Pas in 1917 zouden ze de oorlog instappen. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 27

28 De grote machten Bondgenootschappen kwamen niet toevallig tot stand. Achter de papieren allianties schuilden langdurige conflicten en tegenstrijdige belangen. De grootste bedreiging voor het evenwicht in Europa was de opmars van het Duitse Rijk. Het Duitse Rijk was een jonge staat in Eeuwenlang was het een lappendeken van onafhankelijke koninkrijken, hertogdommen en kleinere gebieden. Het was maar op het eind van de 19de eeuw dat onder leiding van Pruisen de Duitse eenmaking tot stand kwam. In 1871, na een verpletterende overwinning op Frankrijk werd het Duitse Rijk uitgeroepen. De nieuwe staat kende niet alleen een enorme stijging van de bevolking maar ook op economisch vlak ging het voor de wind. Op politiek, militair en koloniaal vlak bleef het echter een tweederangsrol spelen. Tenminste zo dachten de Duitsers er zelf over. Onder Keizer Wilhelm II, die bekend stond om zijn arrogantie, moest dit veranderen. Duitsland zou vechten voor zijn plaats onder de zon. De andere grootmachten voelden zich bedreigd door de bloei van Duitsland. Frankrijk was bang om volledig in de schaduw te worden gesteld. Er waren minder inwoners - 39 miljoen Fransen tegenover 65 miljoen Duitsers - en ook de Franse economie was minder sterk. Frankrijk had echter zijn kolonies in Afrika en Azië. Het land koesterde ook nog sterke wraakgevoelens voor de nederlaag in Het verlies van Elzas-Lotharingen was nooit verwerkt. Rond de eeuwwisseling was Groot-Brittannië op het toppunt van haar kunnen. Het Britse Rijk regeerde over grote delen van de aardbol. De basis van deze overheersing lag in de Britse heerschappij op zee. De Britten berekenden dat hun vloot minimum even groot diende te zijn als de tweede en derde grootste vloten samen. Toen de Duitsers hun eigen vloot uitbouwden, voelden de Britten zich rechtstreeks bedreigd. Nationalisme Een tweede gevaar, naast de Duitse machtsuitbreiding, was het nationalisme. Volkeren wilden een eigen staat, staten wilden zich uitbreiden. Vooral voor Oostenrijk-Hongarije, de Duitse bondgenoot in Midden-Europa en de Balkan, was het nationalisme een gevaar. De dubbelmonarchie telde namelijk niet minder dan twaalf verschillende etnische groepen. Bovendien lieten jonge buurlanden als Servië en Roemenië een begerig oog vallen op delen van de veelvolkerenstaat. Conflicthaarden Het machtsspel van de grote mogendheden had Europa ook vóór 1914 al een paar keer aan de rand van de oorlog gebracht. In 1908 had Oostenrijk-Hongarije, tot grote woede van Rusland en Servië, Bosnië- Herzegovina geannexeerd. In 1911 kreeg Duitsland het aan de stok met Frankrijk en Groot-Brittannië over Marokko. In 1912 en 1913 woedden de Eerste en de Tweede Balkanoorlog. Turkije verloor bijna al zijn Europese gebieden, maar de grootmachten kwamen nog niet tussenbeide. Toch zou er in de zomer van 1914 een wereldbrand uitbreken. De vonk werd aangestoken in de Balkan, het kruitvat van Europa. Een incident in Sarajevo zorgde ervoor dat het broze Europese machtsevenwicht als een kaartenhuisje ineenstortte. Ieper als middeleeuwse stad De Ieperse faam en welvaart bereikte een hoogtepunt in de Middeleeuwen. Laken uit Ieper, Ypres (de Franse en Engelse naam) of Ypern (Duits) werd tot in Rusland toe verhandeld. De Engelse dichter Geoffrey Chaucer verwijst in zijn beroemde Canterbury Tales naar het vakmanschap van de wevers van Ipres and Gaunt (Ieper en Gent). Het originele gebouw van de Lakenhallen, voor zijn tijd een verbazingwekkende constructie, werd opgetrokken tussen 1260 en 1304 en diende tegelijk als markt- en opslagplaats voor wol en laken. De stad had toen een drukke haven en het grootste deel van de wol werd per boot aangevoerd. Boten kwamen de stad binnen via de Ieperlee (nu een overwelfde rivier) en meerden naast de Lakenhallen aan. Het was makkelijker om goederen over water te transporteren dan over land. De Vlaamse polders waren immers op de zee veroverd, en waren en zijn nog steeds erg drassig. Een tijd lang deelden Ieper, Gent en Brugge de controle over de streek. In 1383, tijdens de Honderdjarige Oorlog, werd Ieper echter twee maanden lang belegerd door een Engels leger, ondersteund door troepen uit Gent. De zowat inwoners hielden stand, maar de stad werd afgesneden van de levensbelangrijke toevoer van Engelse wol. De handel leed onherstelbare schade. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 28

29 Ieper lijkt nog altijd op het bloeiende middeleeuwse handelscentrum dat het ooit was. Maar geen enkel gebouw in de stad dateert van vóór Ieper werd tijdens de Eerste Wereldoorlog zo grondig verwoest dat een ruiter dwars door de stad heen kon kijken. Nauwelijks enkele weken na de wapenstilstand kwamen de mensen terug en probeerden hun stad weer bewoonbaar te maken. De kathedraal was klaar in 1930 en het Belfort van de Lakenhallen werd in 1934 trouw gereconstrueerd. De heropbouw van de Lakenhallen zelf werd pas in 1967 voltooid. Ieper vóór de Grote Oorlog Vóór 1914 was Ieper een welvarend provinciestadje met een roemrijk verleden. Met zijn Rijschool en infanteriekazerne was het een garnizoensstad. Dankzij de aanwezigheid van vele officieren kon een niet te verwaarlozen groep Ieperlingen een comfortabel en zelfs vrij mondain bestaan leiden. De rest van de inwoners leefde van de productie van lint, kantwerk, katoen en zeep. De stad trok toeristen aan die vooral de Lakenhallen wilden bezoeken, het grootste niet-religieuze gotische gebouw in heel Europa en een monument dat eeuwen van periodieke belegering en oorlog had overleefd. Voor de rest viel er in het Ieper van vóór 1914 weinig te beleven. De ophefmakende kop in de lokale krant Een dodelijke slag aan een aantal herbergiers sloeg op de voorgestelde afschaffing van twee verlofdagen in de carnavalsperiode. Wat betreft de meest dringende nationale kwestie, de legerhervorming van 1913 die de dienstplicht veralgemeende, leken de katholieke notabelen zich meer zorgen te maken over de eventuele schadelijke invloed van het kazerneleven op hun opgroeiende zonen dan over de verdediging van het vaderland. De Ieper Salient Waarom werd de naam Ieper - of Wipers, zoals de Britse soldaten het Franse Ypres uitspraken - tijdens de Eerste Wereldoorlog zo berucht? En wat was de Ieper Salient? Saillant is een militaire term uit het Frans. Het is een stuk grond dat zó ver vooruitspringt in de vijandelijke linie dat de vijand er dwars doorheen kan schieten. Voor de verdedigers was het een plek waar een kogel je zowel van voren als van achteren kon treffen - en ook van opzij. Het front bij Ieper vormde zo n saillant, een halfronde uitstulping naar het oosten die afwisselend kromp en uitzette wanneer de vrijwel ononderbroken vijandelijkheden uitgroeiden tot een grote veldslag, wat drie keer is gebeurd. Dat het front al meteen bij het begin die eigenaardige vorm had, kwam doordat het samenviel met de heuvels bij Ieper, die vanuit Klerken in het noorden ongeveer een halve cirkel rond de stad vormen via Passendale, Geluveld en Wijtschate tot in Mesen in het zuiden. (Die heuvelrij rond Ieper is overigens niet te verwarren met het heuvelland ten zuidwesten van Ieper dat, met enige overdrijving, de West-Vlaamse bergen wordt genoemd.) Vanuit de stad zijn de heuvels niet te zien. Maar op de toppen, die overigens nooit hoger zijn dan 85 meter, zie je op een heldere dag meteen het strategische belang ervan. Beneden ligt Ieper: een weerloos doelwit, net als de infanterie die de stad verdedigde vanuit de loopgraven van de Salient en de artillerie verderop. Aanvankelijk waren er nog bomen en gebouwen om troepen en geschut te verbergen, maar tegen het einde van 1917 stond er geen huis of boom meer recht. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 29

30 Het Begin van de Oorlog De legers Verenigd Koninkrijk Het Verenigd Koninkrijk had als enige grootmacht een beroepsleger. Dat was dan ook vrij klein: nog geen man. Daarnaast waren er nog reservisten, en natuurlijk de marine. De landmacht droeg een kaki uniform. Meteen na het uitbreken van de oorlog begonnen er massaal vrijwilligers toe te stromen. In 1916 werd bovendien de dienstplicht ingevoerd. Daardoor waren er op het einde van het oorlog maar liefst 5 miljoen Britse soldaten. België De Duitse troepenmacht die België binnenviel, bestond uit maar liefst modern bewapende en goed getrainde soldaten. België kon daar maar weinig tegenover stellen. Ondanks de invoering van de dienstplicht in 1913 telde het Belgische leger in totaal maar man. De bewapening was verouderd en onvoldoende, een duidelijk verdedigingsplan ontbrak en de opleiding schoot tekort. Daar konden de vele enthousiaste oorlogsvrijwilligers weinig aan veranderen. Duitsland De Duitse machtsuitbreiding en het nationalisme dreigden het broze machtsevenwicht in Europa te verstoren. Het gevolg was een snelle wapenwedloop. De meeste landen breidden ook hun leger gevoelig uit. Het Duitse Rijk had in totaal niet minder dan 3,8 miljoen man onder de wapens. Ze droegen een nieuw, veldgrijs uniform. De Duitse reserves waren veel beter opgeleid en bewapend dan de Franse. Duitsland had ook veel zwaardere kanonnen. De vloot was na de Britse de tweede ter wereld. Bovendien konden de Duitsers gebruikmaken van zeppelins voor verkenningsvluchten en luchtbombardementen. Rusland Rusland had het grootste leger van allemaal. De meeste soldaten waren echter slecht uitgerust en opgeleid. Toch waren de Duitsers bang van de Russische pletwals. Maar meteen al in augustus 1914 versloegen ze de Russische beer aan het oostfront. De dreiging was voorlopig afgewend. Oostenrijk-Hongarije Het leger van Oostenrijk-Hongarije was wel groot, maar het telde te veel verschillende nationaliteiten. Driekwart van de manschappen was niet van Duitstalige afkomst. Dat maakte het leger moeilijk te leiden. Frankrijk Frankrijk had een even groot leger als Duitsland: 3,8 miljoen. De Fransen gebruikten lichtere kanonnen dan de Duitsers. Die waren wel erg wendbaar en snel, maar tegelijk een stuk minder krachtig. De manschappen droegen nog steeds hun oude, opvallende outfit: een blauwe tuniek en een rode broek. Het waren al te opvallende kleuren, die heel wat soldaten het leven zouden kosten. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 30

31 Het plan Von Schlieffen Duitsland werd aan twee kanten ingesloten door vijanden: Frankrijk en Rusland. Die hadden in 1893 een militair bondgenootschap gesloten. Dat stelde Duitsland voor een lastig probleem: als het een van de twee aanviel, kreeg het meteen twee tegenstanders tegenover zich en dan nog wel op twee fronten tegelijk. Om zo n tweefrontenoorlog te voorkomen, had de Duitse generale staf een plan: het Schlieffen-plan, naar de toenmalige Duitse stafchef, graaf Alfred von Schlieffen. Het Schlieffen-plan draaide helemaal rond snelheid en timing. De Duitsers berekenden dat Rusland 6 weken nodig zou hebben om zijn leger te mobiliseren. Zelf had Duitsland maar 2 weken nodig, net als Frankrijk. Daarom gokten de Duitsers op een snelle overwinning binnen zes weken tegen Frankrijk. Wanneer de Fransen verslagen waren aan het westelijke front, zouden de Duitsers ongestoord de Russen kunnen aanpakken aan het oostelijke front. Althans, dat was de bedoeling. De Fransen zouden de Duitse aanval via Elzas-Lotharingen verwachten, dacht Schlieffen. Sinds de Frans- Duitse oorlog, toen de Duitsers het gebied hadden veroverd, had Frankrijk aan zijn nieuwe oostgrens een gordel van versterkte forten aangelegd. Om die te ontwijken, besloot Schlieffen Frankrijk via het noorden aan te vallen. De Franse grens met België was nauwelijks verdedigd. Dan zouden de Duitsers snel naar Parijs doorstoten en het Franse leger van achteren aanvallen en vernietigen. België Er was één grote moeilijkheid met het Schlieffenplan: België was sinds zijn ontstaan in 1830 een neutraal land. Sterker nog, Duitsland was een van de garanten : samen met het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Oostenrijk en Rusland had het destijds plechtig beloofd om de Belgische neutraliteit blijvend te beschermen. Toch hielden de Duitsers vast aan het Schlieffenplan. Over eventuele tegenstand in België maakten ze zich weinig zorgen. Dat landje zou zich wel niet durven te verzetten, dachten ze. Frankrijk De Franse grens met België was inderdaad nauwelijks verdedigd. Die fout in de Franse strategie had verschillende oorzaken. De belangrijkste was de doctrine van het offensive à outrance, het geloof in de kracht van de aanval tot het uiterste. Voor de Franse militaire strategen was aanvallen nobel en eervol, verdedigen achterbaks en laf. De Fransen geloofden ook niet dat de Duitsers de neutraliteit van België zouden schenden, want daardoor zouden ze Engeland in het conflict betrekken. Bovendien geloofde de Franse opperbevelhebber Joffre dat een omtrekkende beweging van de Duitsers juist een goede zaak zou zijn, omdat ze dan in het centrum kwetsbaar werden. Een Franse generaal drukte het zo uit: Des te beter voor ons als ze tot in Rijsel geraken. We snijden het Duitse leger gewoon in tweeën! Maar de Fransen hielden geen rekening met de inzet van vijandelijke reservetroepen. Daardoor konden de Duitsers tegelijk in het westen aanvallen en in het centrum standhouden. Toen de oorlog eindelijk losbarstte, deden de Fransen precies wat de Duitsers hadden verwacht. Ze hadden al hun kracht geconcentreerd in Elzas-Lotharingen en hun noordelijke grens verwaarloosd. Daardoor konden de Duitse legers in augustus 1914 snel door België en Noord- Frankrijk trekken en oprukken naar Parijs. Ze dreven de Franse en Britse legers voor zich uit. Het zag ernaar uit dat Duitsland de tegenstand van de Geallieerden zoals gepland binnen zes weken zou oprollen. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 31

32 Een mislukking Toch werd het Schlieffenplan een paar weken later een fiasco. Vlak voor Parijs besloot generaal von Kluck, de bevelhebber van het meest westelijke Duitse leger, om af te wijken van het plan. In plaats van door te stoten naar Parijs, boog hij af naar het zuidoosten. Op die manier gaf hij zijn tegenstanders de gelegenheid om zich te hergroeperen en hem in de flank aan te vallen. Dat gebeurde in de slag bij de Marne, waar 2 miljoen soldaten aan deelnamen. Waarom weken de Duitsers af van hun oorspronkelijke plan? Was von Kluck bang om geïsoleerd te raken van zijn bevoorrading? Waren zijn manschappen te uitgeput van het dagenlang marcheren? We zullen het nooit zeker weten. Het Schlieffenplan zag er prachtig uit op papier, maar het liep onherroepelijk vast in de chaos en de verwarring van de eerste oorlogsdagen. Net als de Fransen hadden de Duitsers niet ingezien dat een oorlog op deze schaal door niemand in de hand kon worden gehouden. Na de slag bij de Marne moesten de Duitsers zich terugtrekken. Na enkele weken liepen ook de bewegingen van de Geallieerden vast in de modder van Noord-Frankrijk en de IJzervlakte. Van de Noordzee tot aan de Zwitserse grens ontstond een dubbele, ononderbroken lijn van versterkte loopgraven. De bewegingsoorlog was verzand in een bloedige patstelling, die vier jaar lang zou aanslepen. Voor die patstelling waren honderdduizenden mensen gestorven, gesneuveld en vermoord. Sarajevo Een of andere stommiteit op de Balkan, zo had Bismarck voorspeld, zou een nieuwe oorlog ontketenen. In de zomer van 1914 kreeg hij gelijk. Een incident in Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië-Herzegovina, was de vonk die Europa in lichterlaaie zou zetten. In 1908 had Oostenrijk-Hongarije het naburige Bosnië-Herzegovina geannexeerd. Sindsdien zonnen de Bosnische en Servische nationalisten op wraak. Op 28 juni 1914 zagen ze hun kans schoon. Die dag bracht aartshertog Franz Ferdinand, de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije, een bezoek aan Sarajevo. De student Gavrilo Princip schoot Franz Ferdinand en diens echtgenote van dichtbij neer met een Belgisch FN-pistool. Princip was lid van de nationalistische beweging Jong Bosnië. Die had banden met de Zwarte Hand, een obscure Servische terreurorganisatie. Voor Oostenrijk-Hongarije stond het daarmee vast dat Servië achter de aanslag zat. Op 23 juli stelde Wenen Servië verantwoordelijk en formuleerde het een ultimatum. Servië ging in op de meeste Oostenrijkse eisen, maar toch vond Wenen dit onvoldoende. Op 28 juli verklaarde het Servië de oorlog. Daags erna beschoot de Oostenrijkse artillerie de Servische hoofdstad Belgrado. Oostenrijk- Hongarije verzekerde zich van de Duitse steun. De wederzijdse verplichtingen en bondgenootschappen maakten een grootschalig conflict onvermijdelijk. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 32

33 Het begin Na de aanslag in Sarajevo riep Frankrijk de algemene mobilisatie uit. Legers werden in staat van paraatheid gebracht. Op 2 augustus overschreed het Duitse leger de grens met Luxemburg. Twee dagen later vielen ze ook België binnen. Voor Groot-Brittannië was dat de aanleiding om ook tegen Duitsland in het strijdperk te treden. De Eerste Wereldoorlog was begonnen. Meteen na het uitbreken van de oorlog waren de Centralen nog maar met zijn tweeën. Italië, het derde lid van de Triple Alliance, had zich teruggetrokken. Volgens de Italianen hadden de twee bondgenoten namelijk zelf de aanval ingezet. Italië was dus niet verplicht om te hulp te komen, vond het. Vrijwel onmiddellijk, in augustus 1914, verslaat Duitsland het Russische leger. De dreiging aan het Oostfront is voorlopig afgewend. De Slag aan de IJzer België was neutraal. Daar stonden zowel Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk als het Duitse Rijk borg voor. Op 4 augustus 1914 schond Duitsland echter eenzijdig het verdrag. Achtendertig divisies van het Duitse 1ste, 2de en 3de Leger (zowat man) trokken België binnen. Ze waren van plan het kleine Belgische leger van man te overweldigen en daarna zuidwaarts te trekken om de Fransen te omsingelen en te verslaan. Maar de Belgen lieten zich niet zo makkelijk overweldigen. Terwijl het Britse Expeditieleger werd aangevoerd, verdedigden de Belgen zich hardnekkig. Ze hielden de opmars hier en daar enkele cruciale dagen tegen en boden twee beslissende maanden lang weerstand bij Antwerpen. De Duitsers hadden verwacht dat ze binnen 39 dagen Parijs zouden veroveren en de Fransen verslaan. In plaats daarvan brachten de Geallieerden hen begin september tot stilstand. Zowel de Duitsers als de Geallieerden stuurden troepen naar het noorden, in de richting van de Kanaalhavens. Beide strijdkrachten probeerden elkaar de pas af te snijden terwijl ze verder oprukten. Intussen kwamen de restanten van het Belgische leger, dat zich uit Antwerpen had teruggetrokken, samen op de linkeroever van de IJzer. Daar vormden ze front. Op 20 oktober zette het Duitse 4de Leger de aanval in. Twee dagen later slaagden elementen van een Duitse divisie erin om de stroom over te steken. De Belgen moesten zich terugtrekken tot achter de spoorweg Nieuwpoort-Diksmuide. Bij Diksmuide werd de helft van de als versterking gestuurde Franse Fusiliers-marins uitgeschakeld. De verdediging hield stand. Maar hoe lang nog? Op 25 oktober gaf koning Albert I, de bevelhebber van het Belgische leger, het bevel om de vlakte achter de IJzer onder water te zetten. Bij de monding in Nieuwpoort werden de schuifdeuren geopend vóór elke vloed en bij eb weer gesloten. Met twee keer hoogwater per dag waren er verschillende dagen nodig om voldoende zeewater binnen te laten en te voorkomen dat het terug naar zee liep. Maar net toen de Duitsers op 29 en 30 oktober op het punt stonden om definitief naar de Kanaalhavens door te stoten, vormden de rivier en het ondergelopen land een onneembare hindernis. Voor de Duitsers zat er niets anders op dan zich terug te trekken. Ondanks herhaalde aanvallen stelde het water de sector aan de IJzer voor de rest van de oorlog veilig. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 33

34 De Eerste Slag bij Ieper Half oktober 1914 waren de heuvels rond Ieper, die op 4 tot 8 km van het stadscentrum liggen, in het bezit van de Fransen en Britten. Op 18 oktober kregen de Britse 7de infanteriedivisie en 3de cavaleriedivisie het bevel om naar het oosten op te rukken en zich naast de Franse cavalerie in Roeselare op te stellen. Ze zouden er nooit geraken. Ze beseften niet op welke schaal ze zelf zouden worden aangevallen. Twee dagen later waren het de Duitsers die de heuvels bezetten. Ze hadden ook Passendale ingenomen, dat ze drie jaar lang niet meer zouden prijsgeven. De volgende dag, 21 oktober 1914, lanceerden ze hun aanval op de stad. De Eerste Slag bij Ieper was begonnen. In Langemark stonden doorgewinterde beroepssoldaten van de Britse 1ste divisie tegenover een massa Duitse reservisten en vrijwilligers, meestal kadetten en universiteitsstudenten met amper zes weken militaire opleiding achter de rug. Ten minste onder hen zouden de aanval niet overleven. Een groot aantal ligt begraven op het Studentenfriedhof, de Duitse militaire begraafplaats te Langemark. Ondanks hun verliezen drongen de Duitsers de Geallieerden verder terug. Tegen 31 oktober hadden ze Geluveld veroverd en waren ze op de Meenseweg bijna door de Britse linie gebroken. De volgende dag namen ze de Mesense heuvelkam en Wijtschate in, terwijl Britten Geluveld heroverden. Het lot van Ieper hing aan een zijden draadje. Op 11 en 12 november bezetten Duitsers Sint-Elooi. Het professionele Britse Expeditieleger was intussen vrijwel volledig vernietigd. Koks, foeriers, seiners en andere non-combattanten werden de vuurlijn ingestuurd, met of zonder wapens. Maar de Duitse aanvallen werden minder hevig, en spoedig staakten beide kampen uitgeput de strijd. Het was het einde van de Eerste Slag bij Ieper en het begin van de stellingenoorlog - en van de winter. Om te voorkomen dat de Geallieerden beschutting zouden vinden in Ieper, bestookten de Duitsers de stad constant. Op 22 november schoten ze de Lakenhallen en het hele stadscentrum in brand. De Salient was intussen nog maar half zo groot als in het begin en nu al waren er zowat mannen gesneuveld. Nog eens minstens zouden er de volgende drie jaar het leven laten. Het kerstbestand Vanaf het prille begin van de stellingenoorlog, in november 1914, waren er tekenen van stilzwijgende afspraken. Op verschillende plaatsen schreven soldaten van beide zijden over onderbrekingen in de gevechten, vooral omstreeks het ontbijt en s avonds, wanneer de rantsoenen naar de frontlijn werden gebracht. Sinds de Napoleontische oorlogen was er in vrijwel alle grote campagnes sprake geweest van informele bestanden. Toch was de mate van verbroedering tussen Britse en Duitse troepen tijdens de kerstdagen van 1914 verrassend groot. De verslagen van zowel officieren als gewone soldaten doen vermoeden dat minstens twee derde van de Britse sector erbij betrokken was. Bij de Fransen en de Belgen was het niet veel anders. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 34

35 Kerstavond was een prachtige, maanverlichte vriesnacht, die nog mooier werd toen de Duitsers op kleine kerstbomen kaarsen lieten branden en ze boven op de borstwering plantten. Net het voetlicht in een schouwburg, schreef een Britse soldaat. Er werden kerstliederen gezongen ( ik denk dat we minder harmonieus klonken dan de Duitsers ). Dan werd er heen en weer geroepen: Hallo, Tommy! Hello, Fritz! De vijanden waagden zich voorzichtig in het niemandsland, schudden elkaar de hand, gaven elkaar een vuurtje en wisselden geschenken uit: Duitse worsten en sigaren, ingeblikte hutspot, tabak, familiefoto s en Londense kranten. Het bestand duurde minstens tot het einde van tweede kerstdag. Op sommige plaatsen hield het stand tot Nieuwjaar, zelfs tot een eind in januari. Maar in andere sectoren ging de oorlog gewoon door. De toestand kon 200 meter verder anders zijn, afhankelijk van de houding van een bataljonscommandant. Overal waar het tot een bestand kwam, maakten beide zijden van de gelegenheid gebruik om hun doden te begraven en hun loopgraven te verbeteren. Dilemma s Tijdens het kerstbestand ontmoetten soldaten vijanden die, net als zij, de gruwelen van de vier eerste oorlogsmaanden wilden vergeten. Winston Churchill, destijds 39 jaar oud en First Lord of the Admiralty (zeg maar Brits minister van Marine), was verslaggever geweest tijdens de Boerenoorlog in Zuid-Afrika en kende dus het dilemma waarmee de soldaten werden geconfronteerd. Hij schreef in november 1914 aan zijn vrouw: Ik vraag me af wat er zou gebeuren als de legers opeens tegelijk de wapens zouden neerleggen en zouden zeggen dat er maar een andere manier moest komen om onenigheid te beslechten! Voor vele anderen bestond er helemaal geen dilemma. Luitenant Tyrell, die als arts verbonden was aan het 2de bataljon Lancashire Fusiliers, schreef in zijn dagboek: Donderdag 24, kerstavond. Hier is geen vrede! Kanonnengebulder rond Ploegsteert en Mesen. Anderen stonden dan weer wel voor een morele keuze, al was het dan maar tijdelijk. Brigadegeneraal Count Edward Gleichen, de commandant van de Britse 15de Infanteriebrigade tijdens het kerstbestand, schreef later: Wat moesten onze mannen doen toen Duitse soldaten uit hun loopgraven kwamen en ongewapend naar de overkant wandelden, met sigaren en kerstwensen? Schieten? Op ongewapende mannen schiet je niet. Twijfel was er niet bij de leiders van de verschillende christelijke kerken. Zij waren allemaal even overtuigd dat hun kant een rechtvaardige oorlog voerde. Maar voor een man als de Vlaamse kunstenaar, internationalist en pacifist Frans Masereel was het begrip rechtvaardige oorlog dan weer even absurd als grotesk. Masereel werkte als onbezoldigd vrijwilliger voor het Rode Kruis in Genève, waar hij post voor krijgsgevangenen sorteerde. Later zou hij er zijn artistieke talenten gebruiken om het gedrag van alle oorlogvoerende naties scherp op de korrel te nemen. Zijn houtsneden en tekeningen verschenen eerst in Les Tablettes, een maandblad dat zich tegen de oorlog keerde, en later in de krant La Feuille. Masereel kwam meestal aan om 11 uur s avonds, twee uur voor de krant naar de drukker ging, koos een onderwerp en verwerkte het ter plekke tot een tekening. Het moest dus meteen raak zijn: tijd voor verbeteringen was er niet. Maar de oorlog bleef duren. De bevelhebbers vreesden dat het monotone leven in de loopgraven opnieuw zou kunnen leiden tot de filosofie van leven en laten leven die het kerstbestand had geïnspireerd. Daarom gaven ze de lagere officieren de instructie om de offensieve instelling van de troepen met alle beschikbare middelen aan te moedigen, zelfs al waren ze in het defensief. De Stellingenoorlog Aan het front Het leven in de loopgraven Van alle wapenfeiten van de Eerste Wereldoorlog spreken de moordende veldslagen - Verdun, de Somme, Passendale - het meest tot de verbeelding. En toch komt het woord veldslag maar zelden voor in memoires en getuigenissen. Wat de mannen meer is bijgebleven, is het leven in de loopgraven: de verveling, de kou, de modder, het ongedierte, de ellende... en, ondanks alles, het avontuur en de vriendschap. Modder De grootste gesel in de loopgraven was het slechte weer. Een regenbui herschiep de vette, vruchtbare landbouwgrond in een reusachtige modderpoel. Metersdiepe granaattrechters vulden zich met modder, die mannen, kanonnen en zelfs hele paardenspannen onherroepelijk naar beneden zoog. De loopgraven moesten dan ook constant worden onderhouden. Soms waren er zelfs geen herkenbare loopgraven meer. Boue et boche, de modder en de mof, waren voor de Franse opperbevelhebber Foch de ergste tegenstanders. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 35

36 Koude Naast de modder was er de kou. In de winter van 1917 vroor het bij Ieper 20 graden. Wat je ook droeg, de koude drong er doorheen. Bewegen kon nauwelijks, een vuurtje stoken was uitgesloten. Vooral wie in de eindeloze winternachten op wacht stond, had het zwaar te verduren. Wie te lang in de natte, koude loopgraven stond, hield er loopgravenvoeten aan over: blauwe, levenloze voeten, met weldra ontstekingen. Ratten en luizen In en om de loopgraven krioelde het van de ratten. Ze vraten niet alleen aan het karige voedsel van de soldaten, maar ook aan de vele onbegraven lijken in het niemandsland. In de roman Im Westen Nichts Neues noemt Erich Maria Remarque ze kadaver-ratten : Ze eten van iedereens brood. Kropp rolt dat van hem in zijn tentzeil en legt het onder zijn hoofd, maar hij kan niet slapen omdat de ratten over zijn gezicht lopen om zijn brood te kunnen pakken. Ook luizen waren een echte plaag. In de loopgraven, waar hygiëne ver te zoeken was, ontsnapte niemand eraan. Luizen kunnen dagenlang overleven zonder bloed en zijn goed bestand tegen de kou. Sommige mannen hadden er letterlijk honderden over hun hele lijf. Maar luizen verwijderen verdreef de verveling en was een echte sociale bezigheid. Mentale problemen De soldaten hadden het niet alleen lichamelijk lastig, ook mentaal eiste het leven in de loopgraven zijn tol. Het overheersende gevoel was verveling. Daarnaast was er de angst voor de dood. Granaten en scherpschutters maakten dagelijks slachtoffers. Bovendien stonden de soldaten vaak letterlijk oog in oog met de dood. De lijken in niemandsland konden niet altijd worden begraven, zodat ze soms vlak bij de stellingen lagen te ontbinden... Het gebrek aan slaap, de tergende machteloosheid en de constante confrontatie met dood en verminking zorgden voor grote vermoeidheid. Volgens het frontblaadje L Echo des tranchées-ville kende iedere soldaat de beruchte cafard. Het is een morele slapheid die zich van je meester maakt. Alles is zwart. Je bent het leven beu... Sommige soldaten werden letterlijk gek. De legerleiding nam zulke gevallen niet snel ernstig, maar toch werden een groot aantal militairen in de laatste jaren van de oorlog om psychische redenen behandeld. Troost Maar het leven in de loopgraven was niet alleen ellende. Iedere dag weer keken de mannen uit naar de komst van de rantsoenen, ook al was het voedsel vaak slecht en eentonig. Weinig kon hen zo ergeren en opstandig maken als eten dat te laat of helemaal niet werd gebracht. Ook sigaretten waren een troost. Roken was in de jaren vóór de oorlog enorm populair geworden in alle lagen van de bevolking. Tabak en sigaretten waren in verhouding tot nu heel goedkoop. Katten of andere huisdieren, meestal afkomstig van verlaten boerderijen, werden door de militairen vertroeteld. De mannen waren ook erg gesteld op de vele trek- en lastdieren van het leger: muilezels, maar vooral paarden. Duizenden paarden werden net als de mensen het slachtoffer van granaten, kogels, ziekte en uitputting. Bij het gekerm van gewonde collega s bleven veel soldaten ogenschijnlijk onbewogen, maar bij een stervend paard had zelfs de meest geharde veteraan het lastig. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 36

37 De veldslagen In bijna alle gevechten of slagen in de Eerste Wereldoorlog lieten duizenden soldaten het leven voor een onzekere terreinwinst van een paar honderd meter. Een gevecht begon met spervuur. De artillerie, die zich een eind achter de eigen frontlijn bevond, probeerde met zwaar geschut de vijandelijke loopgraven in puin te schieten. Zo n beschieting kon urenlang duren en maakte een oorverdovend lawaai. Als de wind goed stond, was het geschut rond Ieper te horen in Londen. Na het spervuur volgde dan de stormloop. Op een afgesproken teken klommen duizenden soldaten tegelijk uit hun loopgraven. Meteen achter hen kwam een tweede golf, daarna een derde, enzovoort. Op papier leek het simpel. Eerst schakelde het spervuur de verdedigers uit. Daarna moesten de aanvallers het niemandsland oversteken, de resterende weerstand opruimen en de posities van de vijand innemen. Maar de praktijk was meestal anders. Vaak zaaide het spervuur wel veel verwoesting, maar wisten de verdedigers diep onder de grond de beschietingen toch te overleven. Wanneer de aanval losbarstte, haastten ze zich naar boven en begonnen ze te schieten. Heel wat mannen werden al na een paar meter getroffen door een kogel, een bomscherf of een granaatsplinter. Velen sneuvelden, anderen raakten zwaargewond. Als ze de eigen loopgraven niet konden bereiken, dan moesten ze wachten op hulp. Kwam die niet, dan konden ze alleen maar wachten op de dood. De loopgraven werden beschermd door dikke rollen of netten prikkeldraad. Meestal waren die niet voldoende vernietigd. Dan zaten de aanvallers vast en werden ze hulpeloos neergeschoten vanuit de loopgraven. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht Soldaten die toch door het niemandsland geraakten, hadden vaak geen idee hoe ze verder moesten. Op het slagveld kon iedere stap buiten de beschutting van een loopgraaf of granaattrechter de laatste zijn. Het was vrijwel onmogelijk om tijdens de gevechten te communiceren of bevelen over te brengen. De telefoon bood evenmin uitkomst, want de telefoonlijnen stopten waar het niemandsland begon. 37

38 Als de avond viel, was het tijd om de terreinwinst te meten en de overblijvenden te tellen. Er werd navraag gedaan naar doden en gewonden. Het eerste cijfer was vaak kleiner dan gedacht, het tweede vrijwel altijd groter. Op 1 juli 1916, de eerste dag van de Slag bij de Somme, telden de Britten bijvoorbeeld doden en nog eens dubbel zoveel gewonden. Op sommige slagvelden vielen tientallen mensen voor iedere vierkante meter terreinwinst. Met hun mitrailleurs en kanonnen waren de verdedigers immers altijd in het voordeel. De generaals hielden daar zelfs rekening mee: als je maar genoeg soldaten naar voren jaagt, zo dachten ze, dan zijn er altijd wel een paar die de overkant halen. Tienduizenden soldaten betaalden die tactiek met hun leven... Het niemandsland Wat was het niemandsland? Het was de strook tussen de voorste loopgraven van de vijandelijke legers. Het niemandsland liep als een lint over heel het westelijke front. De breedte varieerde van zowat tot nauwelijks 50 meter. Het was versterkt met prikkeldraad; hier en daar stonden door granaatinslagen afgeknakte bomen. Het stikte er van de ratten, die leefden van de lijken van soldaten en de rottende paardenkarkassen. Het was bezaaid met granaattrechters, die vol water liepen als het regende. Soldaten vielen erin en verdronken. In Vlaanderen stikten ze in de modder waarin ze onder het gewicht van hun uitrusting wegzonken. Soms moest de infanterie, in plaats van een rechtstreekse aanval, het niemandsland binnensluipen en wachten op het signaal voor een grote aanval. Elke nacht staken patrouilles over op verkenning of om de vijand bij verrassing te doden of gevangen te nemen. Een patrouille die in het licht van een vuurpijl werd betrapt, werd met mitrailleurs uitgeschakeld. Volgens Ernst Jünger, destijds een Duits officier, was het lawaai van een onophoudelijk nachtelijk artilleriebombardement zo ontredderend dat mannen hun eigen naam vergaten of niet eens meer tot drie konden tellen. Maar overdag werd de stilte soms alleen doorbroken door de droge knal van het geweer van een scherpschutter. Wapens Tot het begin van de negentiende eeuw werden wapens vervaardigd door gespecialiseerde ambachtslui en werden veldslagen uitgevochten tussen kleine legers. Oorlog, dat betekende beproefde tactische zetten, gedurfde improvisatie en individuele staaltjes van heldenmoed. Maar tegen het einde van diezelfde eeuw produceerde de wapenindustrie vele duizenden mitrailleurs en konden, zoals het in een verslag van de Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 38

39 Slag bij Verdun te lezen staat,... drie mannen en een mitrailleur een heel bataljon helden tegenhouden. Het karakter van de oorlog was fundamenteel en definitief veranderd. Wapens waren nu belangrijker dan manschappen. En eenvoudiger bovendien: om een mitrailleur te bedienen, had je niet de vaardigheden nodig die snel geweervuur vereiste. In augustus 1914 was er niemand die dit werkelijk inzag. Het werd pas duidelijk, althans voor de verstandigste frontsoldaten, toen de Duitsers zich tegen het einde van het jaar ingroeven om het veroverde gebied te verdedigen. Hoe hard de Geallieerden ook probeerden om door de Duitse linie te breken, ze werden tegengehouden door mitrailleurs en aan stukken gereten door Duitse artillerie: de nieuwe en de oude wapens. De verdedigers hadden alle troeven in handen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog had de artillerie een groter bereik dan ooit tevoren (meer dan 20 kilometer voor de grootste houwitsers), zodat de batterijen een eind achter de linies uit het gezicht van de vijand konden worden gehouden. Dankzij de steeds modernere projectielen en de betere beheersing van de terugslag konden ook kanonnen voortaan snel en toch accuraat schieten, tenminste als ze op een stevige ondergrond stonden. Vanaf 1917 was ook de artillerietactiek sterk verbeterd, met vijf of zes opeenvolgende golven projectielen die bij een aanval langzaam naar voren schoven en door de oprukkende infanterie werden gevolgd. Toch had geen van beide kampen een duidelijke voorsprong in de bewapening, zelfs niet in mitrailleurs. Dus namen ze hun toevlucht tot nieuwe uitvindingen om de patstelling te doorbreken. Ze verdedigden zich met enorme hoeveelheden prikkeldraad - hindernissen die tot de komst van de tanks haast onmogelijk konden worden overwonnen - en met betonnen bunkers. Ze vielen elkaar aan met stikgassen, vlammenwerpers, bommen, tanks en handgranaten (de handgranaat was voor de Eerste Wereldoorlog wat de bajonet was geweest voor de Slag bij Waterloo). Ze groeven gangen onder de vijandelijke stellingen en vulden ze met zware explosieven. Gas Op 22 april 1915 werd bij Steenstraat, tussen Ieper en Diksmuide, voor het eerst in de geschiedenis dodelijk gifgas gebruikt. Een groengele wolk dreef langzaam naar de Geallieerde loopgraven. Franse en Canadese soldaten kregen de volle laag. De Duitsers zouden hun vroege voorsprong in chemische wapens de rest van de oorlog behouden. Grote ondernemingen als Bayer en Badische Anilin produceerden telkens weer nóg dodelijkere en efficiëntere gassen. Aanvankelijk kwam het gas uit grote cilinders, waarvan je gewoon de kraan moest openzetten. Later werden er gasgranaten ontwikkeld. Gas was levensgevaarlijk, maar gelukkig erg moeilijk te gebruiken. Het belangrijkste was dat de wind goed stond. Anders bleef het gas hangen of, erger nog, waaide het terug naar de eigen rangen. Wat de wind betreft, waren de Duitsers in het nadeel: zij zaten aan de oostelijke kant van het front, terwijl de wind meestal uit het westen komt. In Steenstraat gebruikten de Duitsers chloorgas. In december 1915 kwamen ze met fosgeen, dat veel gevaarlijker was. Mosterdgas (of yperiet, genoemd naar Ieper) deed zijn intrede aan het front in juli Het was niet bedoeld om te doden, maar om soldaten lange tijd ongeschikt te maken om te vechten. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 39

40 Gasmaskers waren het enige middel tegen gifgas. Al een paar weken na de eerste gasaanval kwamen de Britten met een primitief soort masker. Maar pas in 1917 hadden ze een gasmasker ontwikkeld dat echt veilig was behalve dan tegen mosterdgas, want dat drong ook het lichaam binnen via de blote huid. Meer dan 90 procent van alle slachtoffers kon na een gasaanval terug naar het front. Maar velen zouden de rest van hun leven kampen met ademhalingsproblemen. En ook de angst bleef... Medische verzorging Een oorlog op industriële schaal maakte een groot aantal slachtoffers. In theorie waren de Geallieerden daarop voorbereid, maar de praktijk zag er heel anders uit. Twee derde van de Belgische soldaten die sneuvelden als gevolg van de Slag aan de IJzer stierven bij de stations van Duinkerke en Calais, waar ze dagenlang in rijtjes naast elkaar lagen te wachten op verzorging die er nooit kwam. En zonder de hulp van vrijwillige eenheden ambulanciers zouden nog meer Belgische en Franse soldaten het leven hebben verloren. In de eerste oorlogsmaanden werden de medische diensten aan beide zijden volledig overrompeld, zowel door de aard van de verwondingen als door de aantallen gewonden. Aan het westelijke front werd de oorlog uitgevochten op vruchtbare, zwaar bemeste landbouwgrond. Vuil en bacteriën drongen binnen in de wonden, die daardoor begonnen te rotten, vol gas raakten en opzwollen. Dat was het gevreesde gasgangreen, een aandoening die niets te maken had met gasaanvallen maar wel veel meer mannen het leven kostte, zelfs al waren ze maar lichtgewond. Antibiotica bestonden nog niet en de tijdens de oorlog ontwikkelde ontsmettingsmiddelen hielpen niet. De beste behandeling was het aangetaste lichaamsweefsel zo vlug mogelijk te verwijderen. Wanneer een soldaat aan het front gewond raakte, werd hij naar de dichtstbijzijnde hulppost ( aid-post, poste de secours, Verbandplatz ) gebracht, die meestal niet te ver van de voorste frontlijn lag. Na de eerste verzorging stapte hij naar een vooruitgeschoven verbandplaats of werd hij erheen gedragen voor een spuitje tegen tetanus. Daarna bracht een pijnlijke rit in een ziekenwagen of een door paarden getrokken voertuig hem naar het dichtstbijzijnde veldhospitaal, dat in het Engels CCS (casualty clearing station), in het Frans hôpital mobile en in het Duits Feldlazarett heette. Sommige van die veldhospitalen bevonden zich in gebouwen die het leger had aangeslagen. Meestal waren het echter tentendorpen in de buurt van spoorweghoofden, zodat de gewonden gemakkelijk Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 40

41 konden worden aan- en afgevoerd. Maar de treinen die de gewonden wegbrachten - de lopende banden van deze geïndustrialiseerde oorlog - voerden op de terugweg naar het front ook munitie en verse troepen aan. De munitie werd opgeslagen naast de spoorweghoofden en vormde dus een ideaal doelwit voor de vijandelijke artillerie. De krakkemikkige veldhospitalen in de buurt waren dan mee het slachtoffer. Grote aantallen gewonden stierven voor ze een veldhospitaal konden bereiken. Anderen stierven buiten op brancards terwijl ze wachtten op een vrij bed. Britse soldaten die konden worden gered, werden na enkele tussenstops in hulpposten en veldhospitalen met de trein naar een van de veilige basishospitalen bij de kust gebracht. Wie pech had, werd na verzorging teruggestuurd naar het front. Maar iedere Britse soldaat hoopte vurig op een Blighty wound : een verwonding die ernstig genoeg was voor een overzet met het hospitaalschip naar Engeland, maar niet ernstig genoeg om de gewonde soldaat in kwestie een blijvende handicap te bezorgen (de bijnaam Blighty voor Engeland was afkomstig van soldaten die in Brits-Indië hadden gezeten; in het Hindi betekent bilayati een plaats op een zekere afstand ). Achter het front Een bonte bevolking Naast de vele soldaten in kantonnement, waren er achter het front tal van andere militairen werkzaam zoals de transporttroepen en de verschillende arbeidskorpsen. Zij moesten materiaal en munitie aanvoeren en allerhande klussen opknappen, zoals wegenwerken. Eén ervan was het Chinese Labour Corps, samengesteld uit arbeiders afkomstig uit het door de Britten gehuurde gebied Wei-hai-Wei. Ook verschillende grote veldhospitalen bevonden zich achter het front. Vaak herinneren nu enkele grote militaire begraafplaatsen ons daaraan. Ook tal van hoofdkwartieren bevonden zich in het achtergebied. Achter het front werkten heel wat vrouwen, meestal jonge Belgische vluchtelingen. Ze waren verpleegster, wasten en ontluisden de uniformen of verdienden hun brood in cafés, eethuizen of bordelen. Heel wat vrouwen werkten ook onrechtstreeks voor het leger, bijvoorbeeld in de wapenfabrieken. Overal namen vrouwen de plaats in van de mannen die aan het front vochten. Een aparte groep achter het front waren de krijgsgevangenen: militairen die waren gevangengenomen of zich hadden overgegeven aan de vijand. Zo n overgave was vrij riskant, want de minste verdachte Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 41

42 beweging leverde een kogel op. Wie zich toch had weten over te geven, werd meestal redelijk goed behandeld. Krijgsgevangenen werden overgebracht naar kampen en achter het front ingezet voor klussen. De propaganda aan beide kanten probeerde de vijandelijke soldaten er trouwens voortdurend toe te bewegen om zich over te geven. Censuur en propaganda Slecht nieuws, zo vond de overheid, kon alleen maar leiden tot moedeloosheid. Daarom werd de pers streng gecensureerd. Het publiek wist dan ook amper wat er echt gebeurde aan het front. Niet iedereen legde zich daarbij neer. Zo werd in Parijs het satirische weekblad Le Canard enchaîné opgericht. Iedereen weet, zo spotte stichter Maurice Maréchal, dat de Franse pers zonder uitzondering aan haar lezers volstrekt ware nieuwsberichten meedeelt. Wel nu, het publiek heeft er genoeg van. Het publiek wil voor de verandering valse nieuwsberichten. En het zal er krijgen. Aan beide zijden deden de meest fantastische verhalen over de vijand de ronde. In het begin van de oorlog beschuldigde de geallieerde pers de Hunnen, zoals ze de Duitsers noemden, ervan Belgische kinderen de handen af te hakken. Van hun kant geloofden de Duitsers dat Belgische burgers vanuit hun huizen Duitse soldaten in de rug schoten. Ook alle brieven van het front naar het thuisfront en omgekeerd werd streng gecensureerd. Vooral vermeldingen van plaatsnamen aan het front waren ten strengste verboden. De censuur ging soms bruut te werk: Gewraakte passages werden zonder boe of ba uit de brief weggeknipt of weggebrand. Er werden tal van truckjes gebruikt om de censuur te omzeilen: zo kon in een brief bepaalde letters onderstreept worden. Samen vormden die de naam van de plaats waar men zich bevond. Poperinge en Roeselare Als de soldaten geluk hadden, dan lag er in de buurt van hun kamp of kantonnement een stadje. Daar gingen ze naartoe voor eten, drank, sigaretten, vrouwen en souvenirs. Van hun karige soldij - een Britse infanterist kreeg één shilling per dag, en ook een Belgische piot kreeg maar een fractie van wat een arbeider verdiende- probeerden de soldaten zoveel mogelijk plezier te hebben. Voor de geallieerden was vooral Poperinge het dichtstbijzijnde ontspanningscentrum. De Duitsers gingen vooral naar Roeselare, maar ook naar Oostende en Gent. In plaatsen als Poperinge en Roeselare bloeide de prostitutie. De bordelen waren meestal niet erg hygiënisch, dus het risico op geslachtsziekten was groot. Soldaten die er het slachtoffer van werden, waren al gauw een maand buiten strijd. De legerleiding probeerde het probleem aan te pakken met zware straffen voor wie ziek werd, inspecties van de geslachtsdelen en officiële legerbordelen. Ook aan het geestelijk welzijn van de militairen werd gedacht. De meeste soldaten waren gelovig, en ieder leger had aalmoezeniers in dienst. Daarnaast waren ook tal van privé-organisaties actief. Aan Britse zijde is vooral Talbot House in Poperinge bekend gebleven. Talbot House, of afgekort Toc H, was een soort club voor militairen. Officieren en gewone soldaten werden er op gelijke voet behandeld, wat heel uitzonderlijk was. In de zolderkapel werden missen opgedragen, vaak voor soldaten die de volgende dag naar het slagveld moesten. Het thuisfront In de Eerste Wereldoorlog stonden niet alleen legers, maar hele naties tegenover elkaar. De oorlog verslond zoveel wapens en mensen dat ook het thuisfront moest meevechten, zij het dan met zijn eigen middelen. Om de enorme hoeveelheden wapens en munitie te produceren, werden alle beschikbare Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 42

43 arbeidskrachten ingezet in de wapenindustrie. In 1914 werkten in Frankrijk mensen in wapenfabrieken, in 1918 waren dat er al 1,7 miljoen. De hele economie stond in het teken van de oorlog. De afwezigheid van honderdduizenden jongemannen had ook sociaal ingrijpende gevolgen. Hun plaats op het veld en in de fabriek werd dikwijls ingenomen door vrouwen. Geen wonder dat de maatschappelijke positie van de vrouw tijdens de oorlog opvallend veranderde. Burgervrouwen maakten zich verdienstelijk met liefdadigheid. Vooral in de eerste oorlogsdagen wemelde het van de vele vluchtelingen, gewonden en daklozen. Wie een man, zoon of broer aan het front had, kon weinig meer doen dan bang afwachten. Naarmate de oorlog vorderde, had ieder dorp, iedere wijk, iedere straat zijn doden te betreuren. Bijzonder bitter is het verhaal van de Britse Pals Battalions - vrijwilligers uit dezelfde fabriek, wijk of vereniging. Zij werden samen ingezet aan het front en verloren soms in één klap de helft of meer van hun manschappen. Het verlies voor het thuisfront nam dan rampzalige vormen aan. De gewone man of vrouw had het moeilijk om de eindjes aan mekaar te knopen. Tegelijk tierde de woekerhandel welig: alles wat schaars was, werd ontzettend duur. In de oorlogvoerende landen werden de belangrijkste levensmiddelen na verloop van tijd dan ook gerantsoeneerd: ze gingen op de bon. Bezet België De toestand in het bezette deel van België was ronduit slecht. Probleem nummer één was de voedselbevoorrading. De landbouw, de industrie en de invoer waren immers vrijwel stilgevallen. Een Nationaal Hulp- en Voedselcomité mocht van de Duitse overheid de bevoorrading organiseren. Amerikaanse voedselhulp kwam van het Committee for the Relief of Belgium, onder leiding van de latere president Herbert Hoover. Overal ter wereld zamelden liefdadigheidsacties geld in voor poor little Belgium. In bezet België moesten burgers een pasje hebben om te reizen: sindsdien draagt iedere Belg een identiteitskaart. De economie stond volledig ten dienste van de Duitse oorlogsmachine. Tegelijk waren er honderdduizenden werklozen. In 1916 voerde de bezetter een verplichte arbeidsdienst in voor alle mannen van 14 tot 60. Later werden ook de vrouwen opgeëist. Tienduizenden burgers werden tewerkgesteld achter het front of gedeporteerd naar Duitsland. Gewapend verzet was er nauwelijks in België. Wel werd er militaire informatie het land uit gesmokkeld en werd de spoorlijn naar Aken meer dan eens gesaboteerd. Jongemannen probeerden het land te ontvluchten om zich, via het buitenland, aan te sluiten bij het leger achter de IJzer. Om hen tegen te houden, sloten de Duitsers de Nederlandse grens af met een hek onder hoogspanning. Velen vonden er de dood. Piket en verlof Geen enkele militair zat de hele oorlog aan het front. Gewoonlijk duurde een verblijf in de loopgraven van de eerste lijn ongeveer vier dagen, al liet de aflossing wel eens langer op zich wachten. Daarna gingen de mannen voor enkele dagen in piket naar de tweede lijn. Ze knapten er klussen op en waren snel beschikbaar om, als het moest, de eerste lijn te versterken. Na het piket hadden de manschappen enkele dagen rust in hun kantonnement. Die kantonnementen waren meestal uitgestrekte kampen van barakken of tenten. Soms trokken de militairen in bij gewone burgers. Iedere soldaat keek geweldig uit naar het moment van de aflossing: Het is heerlijk om uit de loopgraven te zijn. Je hebt weer de vrijheid om te zeggen over een uur. (C.E. Montague). Mannen die van het front kwamen, waren doodmoe. Ze wilden dan ook eerst en vooral hun tekort aan slaap inhalen. Daarna gingen ze op zoek naar proper water, schone kleren en een stevige maaltijd, want dat hadden ze soms wekenlang moeten missen. In het kamp viel er weinig te beleven. Knutselen, kaarten en zelfs tuinieren doorbraken de verveling. Overigens was rust in het leger een relatief begrip: gewoonlijk moesten de soldaten toch weer allerhande klussen opknappen. Britten, Duitsers, de meeste Fransen en sommige Belgen konden af en toe met verlof naar huis. Dat gebeurde erg zelden, en bovendien onregelmatig. De mannen keken er natuurlijk ontzettend naar uit. Toch viel zo n verlof vaak tegen: het thuisfront begreep niet wat er aan het front gebeurde. Soms konden ze amper van hun verlof genieten: zo kregen Schotten net als elke Britse soldaat maar een weekje, ook al duurde de reis zo lang dat ze vrijwel meteen weer moesten vertrekken. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 43

44 Het Vervolg van de Gevechten De Tweede Slag bij Ieper Op 22 april 1915, rond 5 uur s middags, zette uit de Duitse linies bij Steenstraat langzaam een dikke, groengele wolk op. Chloorgas, zo bleek. Franse en Algerijnse soldaten vluchtten massaal naar achteren. Velen van hen zouden er niet levend geraken. In een paar uur tijd rukten de Duitsers op richting Ieper. Het ging zó snel, dat de Duitsers zelf verrast waren. Daarom gaf de legertop de troepen het bevel om zich in te graven. De soldaten gehoorzaamden, maar tegen hun zin. Na de gasaanval beseften de Geallieerde bevelhebbers dat Ieper gevaar liep. De plaats van de gevluchte Fransen werd meteen ingenomen door Canadese troepen. Zij gingen in de tegenaanval bij Sint-Juliaan. Later schoten ook Britten en Belgen te hulp. De Tweede Slag bij Ieper was begonnen. De gevechten zouden vijf weken duren. Ten noorden van Ieper was de dreiging het grootst. Daar waren Duitse eenheden op twee plaatsen het Ieperlee-kanaal overgestoken. Stapje voor stapje wisten Franse en Belgische troepen ze terug te dringen. Zware Duitse beschietingen en nieuwe gasaanvallen maakten echter vele slachtoffers. Ten oosten van Ieper stonden de Duitsers tegenover Britse troepen. Rond Hill 60, Sanctuary Wood en het Hoge werd gevochten om iedere meter. Wie nog niet gevlucht was uit Ieper, deed het nu. Ook Camiel Delaere, de ondernemende pastoor van de Sint-Pieterskerk, en Geoffrey Winthrop Young, het hoofd van de vrijwillige Friends Ambulance Unit, moesten de stad verlaten. Alleen militairen bleven achter. Ieper was nog steeds in Britse handen, maar meer dan een verlaten ruïne schoot er niet van over. De Tweede Slag bij Ieper viel eind mei stil, bij gebrek aan munitie en manschappen. De Duitsers waren over een groot deel van de Ieper Salient enkele honderden meters tot een paar kilometer opgerukt. Zo was de stad weer een stukje dichterbij gekomen. Vijf weken vechten hadden een zware tol geëist. De Duitsers telden man doden en gewonden, de Britten Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 44

45 Artois en Champagne In mei 1915 vielen Franse en Britse troepen aan in Artois (Artesië). De gevechten duurden enkele weken en kostten tienduizenden soldaten het leven. Blijkbaar was het erg lastig om zwaar verdedigde vijandelijke stellingen te overrompelen. Een harde les, maar geen van beide partijen leek hem voorlopig serieus te nemen. In de herfst van 1915 probeerden de Geallieerden het opnieuw. Ze zouden aanvallen op twee fronten: de Fransen in Champagne, de Britten in Artois. In Champagne duurde het voorbereidende bombardement drie dagen. De Duitsers waren dus niet verrast toen de Franse infanterie uit de loopgraven kwam, en ze konden de aanval opvangen. Achttien dagen later moest het Franse leger zich terugtrekken. Het had bijna man verloren. Verdun Begin 1916 vond de Duitse legerleiding dat het moment rijp was voor een aanval aan het westfront. De plaats die ze kozen was Verdun. Net als Ieper lag Verdun in een saillant. De verdedigers werden dus van drie kanten belaagd. Maar het was de Duitsers niet om de verovering van de stad te doen. Ze hoopten dat het Franse leger Verdun, dat een grote symbolische waarde had, tot de laatste druppel bloed zou verdedigen. Ze wilden de Fransen zó zware verliezen toebrengen, dat die zouden smeken om vrede. Op 21 februari 1916 begonnen de beschietingen. Verdun was slecht verdedigd, en aanvankelijk werden de Fransen overrompeld. Na vier dagen viel het onneembare fort Douaumont vrijwel zonder slag of stoot. De keizer, in hoogsteigen persoon aanwezig, was wild enthousiast. Diezelfde dag nog werd de verdediging van de stad toevertrouwd aan generaal Pétain. Tussen Verdun en Bar-le-Duc legde hij de Voie sacrée aan. Elke week zou deze weg manschappen en ton materiaal van en naar het front brengen. Na een paar weken kwam de Duitse opmars bij Verdun tot stilstand. Ondanks de inzet van vlammenwerpers en fosgeen, een nieuw en dodelijk gas, konden de Duitsers geen doorbraak meer forceren. Bij Verdun streden honderdduizenden soldaten op leven en dood voor iedere heuvel, iedere bunker, iedere meter. Soldaten verloren elk contact met de rest van hun troepen en vochten zich letterlijk dood. Deze bloedige patstelling zou negen maanden blijven aanslepen. On les aura, had Pétain gezegd over Verdun, en hij kreeg gelijk. In de herfst van 1916 konden de Fransen de Duitsers eindelijk terugdringen. Maar de prijs was ongehoord. De Fransen telden doden en vermisten en meer dan gewonden. De Duitse verliezen waren zowat even hoog. Na Verdun moesten de beide opperbevelhebbers opstappen. Bij de Duitsers maakte Falkenhayn in augustus plaats voor de tandem Hindenburg-Ludendorff. Bij de Fransen werd Joffre in december opgevolgd door Nivelle. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 45

46 De Somme De aanslepende gevechten bij Verdun putten het Franse leger iedere dag meer uit. Om de Duitse aandacht af te leiden, zetten de Britten een grootscheepse aanval op. Zo begon de slag bij de Somme. Het Verenigd Koninkrijk had begin 1916 de dienstplicht ingevoerd, als laatste van de grote oorlogvoerende naties. Naarmate de Somme meer slachtoffers eiste, zouden dienstplichtigen de plaats innemen van beroepssoldaten en vrijwilligers. 1 juli 1916, de eerste dag van de slag bij de Somme, was een fiasco. Een week lang had de Britse artillerie 1,5 miljoen projectielen afgevuurd. Van de vijand zou niks meer overschieten, dachten ze. Maar de Duitsers zaten zo diep onder de grond, dat de meesten het bombardement hadden overleefd. Bovendien waren de Britse obussen erg ongelijk van kwaliteit, en vielen er gewoon niet genoeg per vierkante meter. Het gevolg was een slachtpartij. In één dag sneuvelden Britten en raakten andere gewond. Op 15 september pakten de Britten bij Flers uit met een nieuw wapen: de tank. Maar van de 49 tanks vielen er 31 stil met mechanische pech. De rest kwam maar stapvoets vooruit. De tank maakte dus geen overdonderend debuut. Pas half november maakte de invallende winter een einde aan de slag bij de Somme. De Britten hadden soldaten verloren (dood, vermist, gewond of krijgsgevangen), de Duitsers evenveel, de Fransen Die enorme offers leverden de Geallieerden amper 12 km terreinwinst op. Wat Verdun was voor de Fransen, was de Somme voor de Britten. Vooral de verliezen van 1 juli waren een schok. De laatste illusies over het onkwetsbare Empire lagen voorgoed aan scherven. Na de fiasco s van Verdun en de Somme wist niemand nog hoe het verder moest. De campagne van 1916 eindigde voor iedereen in bittere teleurstelling, schreef de Duitse prins Max von Baden. Wij en onze vijanden hadden ons beste bloed vergoten in stromen, en we stonden geen stap dichter bij de overwinning. De Hindenburglinie 1917 begon met een grote verrassing. Over een groot stuk van het Noord-Franse front trokken de Duitsers zich terug, soms wel 40 km diep. De nieuwe frontlijn, de Siegfried- of Hindenburg-linie, was veel beter verdedigd dan de vorige. Maandenlang hadden Duitse soldaten eraan gewerkt. De terugtocht verliep niet onopgemerkt. De Duitsers vernielden dorpen, legden mijnen, vergiftigden waterputten, blokkeerden wegen. Ze wilden het de Geallieerden moeilijk maken om hen te volgen. Arras en de Chemin des Dames De Duitse terugtocht was geen toeval. De Geallieerden waren namelijk een grootscheepse aanval van plan, en daar waren de Duitsers achtergekomen. In april 1917 was het zover. De Britten en Canadezen vielen aan bij Arras, de Fransen bij de Chemin des Dames. De Franse aanval was een fiasco. Tegen de sterke Duitse verdediging hadden de aanvallers weinig kans. Na 5 dagen telden de Fransen verliezen, van wie doden. De Chemin des Dames was voor veel soldaten de druppel die de emmer deed overlopen. Tegen de oorlog op zich hadden ze geen bezwaar, wel tegen de manier waarop hij werd gevoerd. In verschillende Franse eenheden brak muiterij uit. De soldaten weigerden nog naar het front te gaan. Inmiddels was de kersverse Franse opperbevelhebber, generaal Nivelle, weer vervangen. Zijn opvolger, generaal Pétain, toonde meer begrip voor de eisen van de gewone soldaat en wist zo de orde te herstellen. Mesen In juni 1917 besloten de Britten nog eens een grote aanval te wagen. Het doel: de Ieper Salient doorbreken en oprukken naar de Noordzeehavens Oostende en Zeebrugge. Daar bevonden zich basissen van de gevreesde Duitse duikboten. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 46

47 Op 7 juni deelden de Britten de eerste klap uit. Bij Mesen explodeerden 19 onderaardse mijnen die de weken daarvóór onder de Duitse linies waren gelegd. Hele regimenten werden levend begraven, en de ontploffing was voelbaar tot in Londen en Parijs. Maar de Geallieerden maakten geen gebruik van de bres die ze hadden geslagen. In plaats van snel door te stoten, hielden ze zich aan het plan om pas in juli aan te vallen. Zo verloren ze kostbare tijd. De Slag bij Passendale Vanaf 16 juli begon de Britse artillerie de Duitse stellingen rond Ieper te bombarderen. Maar zoals zo vaak was de Duitse verdediging zelfs na 2 weken allesbehalve uitgeteld. Ook het terrein zat de Britten niet mee. De Duitsers bezetten de hoger gelegen stukken van de Salient, van waaruit ze de wijde omgeving in de gaten konden houden. Op 31 juli kwam de infanterie uit de loopgraven. De Derde Slag bij Ieper was begonnen. Hij zou de geschiedenis ingaan als de Slag bij Passendale. In drieëneenhalve maand probeerden de Britten rond Passendale minstens 10 keer door te stoten. Soms leverde dat een paar honderd meter terreinwinst op, soms liep het offensief letterlijk vast in de modder. Die zomer was de natste sinds mensenheugenis: het slagveld was zelfs voor mensen vrijwel onbegaanbaar, laat staan voor de zware artillerie. Toch bleef de Britse opperbevelhebber Sir Douglas Haig koppig vasthouden aan zijn plan. De politici, premier Lloyd George voorop, grepen niet in. Op 10 november maakte de kou een eind aan de zinloze strijd. Een paar dagen eerder hadden Canadese troepen het verwoeste Passendale ingenomen. Het einddoel, de Noordzeehavens, was amper 10 km dichterbij gekomen. In de lente van 1918 zouden de Britten al hun terreinwinst in drie dagen tijd weer kwijtraken. De Britten hadden in 14 weken een kwart miljoen man verloren (dood, gewond, vermist). Op Tyne Cot Cemetery in Passendale liggen de doden begraven en worden de vermisten herdacht. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 47

48 Duitse aanvallen begin 1918 Voor de Duitsers was het nu of nooit. Nu de tsaar was afgezet en Rusland zich uit de oorlog had teruggetrokken, hoefden ze alleen nog in het westen te vechten. Bovendien wist iedereen dat de Amerikanen binnenkort honderdduizenden soldaten naar het front zouden sturen. De Duitsers hadden dus haast. Daarom lanceerden ze in maart 1918 een grootscheepse aanval richting Parijs. Op 21 maart begon de Duitse aanval. Aanvankelijk leek het erop dat de Duitsers definitief zouden doorbreken. Ze rukten tot 60 km op en maakten krijgsgevangenen. Voor het eerst sinds 1914 werd er gevochten in velden, bossen en dorpen die nog ongeschonden waren door het oorlogsgeweld. De Duitsers kwamen elke dag dichterbij. Op een afstand van 120 km konden ze met Lange Max, een enorme houwitser, Parijs beschieten. De stad zou zes maanden lang geregeld onder vuur liggen. Om het Duitse offensief tegen te houden, moesten de Geallieerden nog nauwer samenwerken. Daarom benoemden ze voor het eerst één man tot opperbevelhebber over alle strijdkrachten. Het was de Franse generaal Foch, die meteen werd gepromoveerd tot maarschalk. Na een paar dagen waren de Geallieerden van de eerste schrik bekomen. Ze organiseerden de verdediging, en op 4 april viel de Duitse opmars stil. Maar inmiddels hadden de Duitsers wel de grootste terreinwinst geboekt sinds In mei 1918 vielen de Duitsers aan bij de Aisne. Ze namen de Chemin des Dames in, staken de rivier over en bezetten de stad Soissons. Parijs was nog maar 50 km ver. Eigenlijk had Ludendorff tegelijk in Vlaanderen willen aanvallen, maar hij had niet meer genoeg verse troepen om zijn snelle opmars vol te houden. Ziekte, honger en desertie teisterden het uitgeputte en sterk uitgedunde Duitse leger. Langzaam werd duidelijk dat de Duitsers aan het eind van hun krachten waren. De Amerikanen En toen kwamen de Amerikanen. Vanaf begin 1918 stuurde de VS een indrukwekkende troepenmacht naar Europa. In juli, augustus en september ontscheepten dagelijks Amerikaanse militairen in de Franse havens. Zo raakten de Duitsers elke dag verder in de minderheid. De verse troepen uit Amerika gaven de vermoeide Fransen en Britten nieuwe moed. Tegelijk zorgde de confrontatie met de Sammies voor een bescheiden cultuurschok. De Amerikanen hebben niks liever dan sardientjes, jam en koekjes, merkte een Franse soldaat hoofdschuddend op. Dat mengen ze dan tot één walgelijke brij, die ze doorspoelen met sloten tafelwijn. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 48

49 De kansen keren Op 8 augustus 1918 keerden de kansen. Die dag vielen Britse, Canadese, Australische en Franse troepen samen aan in de buurt van Amiens. Op één dag gaven Duitsers zich over. Nu was het hek van de dam. Tussen 8 augustus en 25 september vielen de Geallieerden massaal aan met tanks en vliegtuigen Duitsers werden gevangengenomen, een half miljoen deserteerde. De Duitse nederlaag was nog maar een kwestie van tijd. De Geallieerden hadden meer manschappen, meer kanonnen, meer tanks, meer vliegtuigen. In tegenstelling tot de Duitsers in het voorjaar vorderden ze stap voor stap, zodat de infanterie de artillerie kon volgen. Zo drongen ze de vijand langzaam terug. In september veroverden de Geallieerden eindelijk de onneembare Hindenburg-linie. Op sommige plaatsen boden de Duitsers hardnekkig weerstand, elders gaven ze zich massaal over. Het Oostfront Niet alleen in het westen, ook aan het oostfront werd de toestand onhoudbaar voor de Duitsers en hun bondgenoten. De Turken en de Bulgaren werden er overal in de verdediging gedrukt. Eind september gaf Bulgarije zich over. Een maand later deed Turkije hetzelfde. De jonge keizer Karl probeerde de Oostenrijks-Hongaarse monarchie en zijn eigen troon nog te redden. Hij beloofde de volkeren in zijn rijk verregaande zelfstandigheid. Maar het was al te laat. In Boedapest brak oproer uit, Tsjechoslovakije en Joegoslavië riepen hun onafhankelijkheid uit, zelfs in Wenen waren er rellen. Eind oktober werd het Oostenrijkse leger onder de voet gelopen door de Italianen. Op 3 november gaf het land zich over. November 1918 Op 9 november werd in Berlijn de republiek Duitsland uitgeroepen. Wilhelm II kreeg te horen dat hij geen keizer meer was. Vanuit zijn hoofdkwartier in Spa vluchtte hij naar het neutrale Nederland. Op 11 november 1918 was het dan eindelijk zover. In Rethondes, bij Compiègne, werd in een treinwagon de Duitse capitulatie ondertekend. Op de elfde van de elfde, om elf uur s morgens, zwegen de wapens voorgoed. De oorlog was voorbij. Het Einde van de Oorlog De balans In de Geallieerde landen was de vreugde enorm. In Brussel liep de stad uit om koning Albert toe te juichen bij zijn feestelijke intrede. In Londen en Parijs klonken saluutschoten en kwamen honderdduizenden mensen op straat. Maar het feestgedruis had een bittere ondertoon: het vaderland was dan wel bevrijd, maar vier jaar oorlog had een ongehoord zware tol geëist. In de hele Eerste Wereldoorlog werden er 68 miljoen mannen gemobiliseerd. Daarvan sneuvelden er zowat 9 miljoen bijna evenveel als de totale bevolking van het huidige België. Rusland telde 2 miljoen doden, Duitsland 1,8 miljoen, Frankrijk 1,3 miljoen, het Verenigd Koninkrijk 1,1 miljoen en Oostenrijk- Hongarije 1 miljoen. Het Belgische leger had ongeveer doden te betreuren. Daarnaast kostte de oorlog het leven aan ruim Belgische burgers. Overal werden de doden herdacht. Over heel het vroegere front werden militaire begraafplaatsen aangelegd. Iedere hoofdstad kreeg zijn Onbekende Soldaat: een naamloze gesneuvelde, aangeduid door een oorlogsblinde. Het kleinste dorp zette een oorlogsmonument. De economische tol Vier jaar oorlog had ook economisch een zware tol geëist. In de frontstreek moesten dorpen, wegen, bruggen en fabrieken worden heropgebouwd in België was een vijfde van de vooroorlogse infrastructuur vernield. Honderdduizenden hectaren landbouwgrond lagen vol niet-ontplofte explosieven. Nu nog, tientallen jaren later, duiken er in de vroegere frontstreek regelmatig blindgangers op. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 49

50 De oorlogvoerende landen waren financieel leeggebloed. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hadden de oorlog dan wel gewonnen, maar ze stonden zwaar in de schuld bij de Verenigde Staten, de nieuwe supermacht. Nooit zouden ze nog zo almachtig worden als ze voor de oorlog waren geweest. Duitsland zat economisch aan de grond, onder meer doordat het torenhoge herstelbetalingen moest opbrengen. Er brak dan ook een spectaculaire inflatie uit. Wie geld had, gaf het meteen uit, want een paar uur later was het niet méér waard dan het papier waarop het gedrukt was. Bankbiljetten kregen steeds sneller een nieuwe opdruk: een briefje van tien mark werd honderd mark, duizend mark, een miljoen mark, tien miljoen mark. Het Verdrag van Versailles Het Verdrag van Versailles werd ondertekend op 28 juni 1919, precies vijf jaar na de moord in Sarajevo. Duitsland Het Verdrag van Versailles was erg hard voor Duitsland. Het moest een zevende van zijn grondgebied afstaan. Elzas-Lotharingen ging terug naar Frankrijk. In het oosten verloor Duitsland een flinke lap grond aan het herboren Polen. Kleinere stukken gingen naar Denemarken en, later, Litouwen. Danzig werd een vrijstad. België kreeg de Oostkantons. Duitsland moest ook zijn kolonies afgeven. Ze werden als mandaatgebieden verdeeld over de overwinnaars. Zo zou België Ruanda-Urundi gaan besturen. Militair en economisch werd Duitsland gekortwiekt. Het Duitse leger mocht nog maar man tellen. De vloot werd tot zinken gebracht. Het Saarland, met zijn zware industrie, kwam onder Franse voogdij; het Rijnland werd bezet. Om de oorlogsschade te vergoeden, moest Duitsland gigantische herstelbetalingen doen. Alleen al de eerste twee jaar moest het 20 miljoen goudmark betalen. Een nieuw Europa De Amerikaanse president Wilson vond dat elk volk recht had op zijn eigen staat. Daarom werd Oostenrijk- Hongarije ontbonden. Van Oostenrijk zelf schoot nog maar een klein landje over, net als van Hongarije. De rest van het grondgebied werd verdeeld over Polen, Italië, Roemenië en twee nieuwe staten: Tsjechoslovakije en het Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen, het latere Joegoslavië. Van het Ottomaanse Rijk schoot alleen Turkije over. Het Midden-Oosten kwam onder Frans of Brits bestuur. Van de overwinnaars mochten vier nieuwe staten zich afscheiden van de Sovjet-Unie: Finland, Estland, Letland en Litouwen. Ook Polen en Roemenië kregen Russisch grondgebied. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 50

51 De Volkenbond Door het Verdrag van Versailles kwam er ook een Volkenbond. Daarin zouden staten samen overleggen over betwistingen. Maar de verliezers van mochten niet meedoen, evenmin als de Sovjet-Unie. Bovendien weigerde de Amerikaanse Senaat het verdrag goed te keuren, ondanks het verzet van president Wilson. Zo werd ook de VS geen lid. De Volkenbond, die na de Tweede Wereldoorlog zou worden opgevolgd door de Verenigde Naties, bleef een reus op lemen voeten. Nieuwe machtsverhoudingen Na Versailles zag de kaart van Europa er totaal anders uit. Polen, Tsjechoslovakije, Joegoslavië, Estland, Letland, Litouwen en Finland waren nieuwkomers. Roemenië was dubbel zo groot geworden. Duitsland, Rusland, Turkije en vooral Oostenrijk en Hongarije hadden grondgebied verloren. Overal in Europa beten eeuwenoude dynastieën in het stof. De Hohenzollern in Duitsland, de Habsburgers in Oostenrijk, de Romanovs in Rusland en de Ottomaanse sultans verdwenen van het toneel. De machtsverhoudingen in de wereld zouden nooit meer hetzelfde zijn. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk waren op de terugweg. Langzaam werd duidelijk dat de Verenigde Staten de nieuwe supermacht was. Ook de Sovjet-Unie zou zich opwerken tot een machtig blok. In Duitsland zou Adolf Hitler de gehate bepalingen van Versailles één voor één ongedaan maken. Twintig jaar later stond het land klaar om een nieuwe wereldoorlog te beginnen Sociale veranderingen Veranderingen Het einde van de oorlog was voor velen het begin van een nieuwe tijd. Overal hadden mensen de indruk dat de wereld rijp was voor grote veranderingen. Velen keken hoopvol naar Rusland, waar de revolutie toch maar de tirannieke tsaar had verdreven en waar een nieuwe maatschappij vorm leek te krijgen al werd het land voorlopig nog verscheurd door een bloedige burgeroorlog. Overal hing er verandering in de lucht. De achturige werkdag was opeens geen probleem meer, de lonen gingen omhoog en verschillende landen kregen voor het eerst socialistische ministers. Allemaal maatregelen die vier jaar eerder nog ondenkbaar waren geweest, maar nu nauwelijks weerstand opriepen. Zonder deze toegevingen, besefte de burgerij, zouden de arbeiders wel eens revolutionaire ideeën kunnen krijgen. Vrouwen Vier jaar lang hadden gewone arbeiders en boeren het vaderland verdedigd. Na de oorlog werden ze daarvoor beloond met het algemeen enkelvoudig stemrecht: iedereen kreeg één stem. Enfin, iedereen: in Frankrijk en België zou het nog tot na de Tweede Wereldoorlog duren voor ook vrouwen mochten stemmen. Tijdens de oorlog hadden vrouwen in de industrie en op het land de plaats ingenomen van mannen. Maar na de oorlog werd de klok weer teruggedraaid. De vrouw hoort thuis aan de haard, zo dachten de meeste mannen erover. Pas na de Tweede Wereldoorlog zou daar langzaam verandering in komen. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Historisch overzicht 51

52 Tijdlijn Terminologie Ter verduidelijking van enkele termen, waarvan sommige vaak door elkaar gebruikt worden. militairen mensen in militaire dienst, onderverdeeld 1) volgens rang: officieren, onderofficieren of soldaten 2) volgens statuut: beroepsmilitairen, dienstplichtigen, reservisten of vrijwilligers soldaten militairen met de laagste graad onderverdeeld 1) volgens korps (infanterist, cavalerist,...) 2) volgens regiment (grenadiers, lansiers,...) gesneuvelden militairen overleden op het slagveld: op slag gedood of omgekomen zonder hulp van medisch personeel doden gesneuvelden + zij die bezweken aan verwondingen of ziekte + verongelukten verliezen doden + gewonden + krijgsgevangen + vermisten + zieken Groot-Brittannië eiland bestaande uit Engeland, Schotland en Wales Verenigd Koninkrijk staat, in 1914 bestaande uit Groot-Brittannië en Ierland (nu: Groot-Brittannië en Noord-Ierland) Brits Imperium Verenigd Koninkrijk + de overzeese gebieden (tot 1926) Gemenebest gemeenschap, waar het Verenigd Koninkrijk en zijn voormalige kolonies deel van uitmaken (vanaf 1926) Engels van Engeland (deel van het Verenigd Koninkrijk) Brits 1) van Groot-Brittannië 2) van het Verenigd Koninkrijk 3) van het Britse Imperium Duitse Rijk het Duitse Keizerrijk van 1871 tot november 1918 Duitsland vanaf november 1918 dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije centralen Duitse Rijk + Oostenrijk-Hongarije + Turkse Rijk + Bulgarije (1915) geallieerden Frankrijk + Rusland + Brits Imperium + België + Servië + Montenegro + Japan + Italië (1915) + Portugal (1916) + Roemenië (1916) + Verenigde Staten (1917) + Griekenland (1917) + een aantal Latijns-Amerikaanse landen ( ) neutralen namen geen deel aan de oorlog. In Europa: Nederland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Spanje, Albanië, Zwitserland front contactlijn tussen tegenoverstaande strijdkrachten loopgraaf dekkinggevende greppel niemandsland het niemandsland was de dunne strook tussen de twee vijandelijke stellingen. De breedte ervan verschilde van enkele tientallen meters tot een paar kilometers. overstroming door de natuur onderwaterzetting door de mens, ook: inundatie kanon vlakbaangeschut (met relatief lange loop) houwitser krombaangeschut (met relatief korte loop) Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Terminologie 52

53 mortier steilbaan- of werpgeschut (met korte loop) bom tuig geworpen uit vliegtuig of ballon of afgeschoten met een mortier en dat een ontploffing teweegbrengt granaat projectiel, afgeschoten door kanon, houwitser, mortier, geweer of geworpen met de hand, en dat bij het ontploffen (loden) balletjes en/of scherven door de lucht slingert infanterie voetvolk, militairen te voet en met draagbare wapens cavalerie ruiterij artillerie alles wat behoort tot het geschut, inclusief de mannen die het bedienen genie troepen belast met het aanleggen van alle militaire werken, zoals de bouw van versterkingen en wegen, vernietiging van bruggen, communicatie,... machinegeweer licht snelvuurwapen (op tweepoot, met kolf), individueel wapen, ook in de aanval gebruikt mitrailleur zwaar snelvuurwapen (op driepoot), collectief wapen, vooral voor verdediging wapenstilstand het stoppen van alle vijandelijkheden in afwachting van een vredesverdrag, 11 november 1918 vredesverdrag overeenkomst tussen verschillende landen over de voorwaarden voor de vrede, Verdrag van Versailles: 28 juni 1919 Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Terminologie 53

54 Tijdlijn Het Westelijke Front NEDERLAND Zeebrugge Oostende Antwerpen Brugge Nieuwpoort Gent BELGIË Boulogne Duinkerke Calais Diksmuide Ieper Kortrijk Brussel Mesen Bailleul Neuve Chapelle Doornik Givenchy La Bassée Lens Bergen Charleroi Douai Vimy Valenciennes Maubeuge Leuven Namen Luik Dieppe Arras Cambrai Le Câteau Landrecies Quéant Péronne Amiens St.-Quentin Péronne La Frère Laon Mézieres Sedan FRANKRIJK Soissons Compiègne Reims Verdun Chateau-Thierry Épernay Meaux Educatief pakket In Flanders Fields Museum Tijdlijn Het Westelijke Front DUITSLAND LUXEMBURG Metz St.-Mihiel Nancy Schelde Leie IJzer Nord Maas Somme Somme Oise Aisne Aisne Oise Marne Meuse Meurthe-et- Moselle Marne 54

55 Praktisch Een klasbezoek aan het In Flanders Fields Museum Het In Flanders Fields Museum is een interactief museum. Dit betekent dat de bezoeker zelf voor een groot stuk bepaalt wat hij of zij te horen en te zien krijgt. Een bezoek aan het In Flanders Fields Museum is een individuele belevenis. Het is voor iedereen anders. Daarnaast maakt het museum veelvuldig gebruik van interactieve toepassingen, film en geluid. In het nieuwe IFFM kan enkel gegidst worden volgens het stille gids principe. Hierbij krijgt elke bezoeker een individueel toestel met oortjes van waaruit de uitleg van de gids van het In Flanders Fields Museum te horen is. Het zelf gidsen in het museum is niet toegelaten. Je zal aanvoelen dat er op zich al een zekere rust heerst in het museum. Dat is voor een groot stuk dankzij de soundscape, die een serene sfeer creëert. We vragen dan ook uitdrukkelijk om de rust in het museum te respecteren. De museummedewerkers kijken hier nauw op toe. De beste manier om het museumbezoek met een klas tot een goed eind te brengen is de leerlingen de kans te geven om het museum op eigen houtje te laten ontdekken al dan niet met een opdracht. Indien je een bezoek aan het IFFM reserveert, volstaat het om je reservatiebewijs aan de balie van het museum voor te leggen en kan je als leerkracht je bezoek gratis voorbereiden. In het educatief pakket zit een ruime beschrijving van de verschillende parcours van het museum. Het lijkt ons aangewezen om de leerlingen voor het museumbezoek kort te briefen zodat ze weten wat ze allemaal kunnen verwachten. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Praktisch De educatieve dienst ontwikkelde zelf een werkblad dat vrij gekopieerd kan worden. Het kan de leerlingen een leidraad bieden bij hun bezoek en maakt hen bewust van het totale museale verhaal. Op het werkblad vind je geen vragen terug die polsen naar kennis. Dit is een bewuste keuze omdat we gemerkt hebben dat dergelijke inhoudelijke vragen ervoor zorgen dat antwoorden klakkeloos overgepend worden. Daarnaast creëer je op die manier files op bepaalde plaatsen in het museum wat dan weer voor hinder zorgt voor de individuele bezoekers. 55

56 Buiten Klasbezoek aan een Britse begraafplaats: een handleiding Inleiding In de streek rond Ieper bevinden zich ongeveer 160 Britse militaire begraafplaatsen uit de Eerste Wereldoorlog. Geen enkele begraafplaats is gelijk aan een andere: ze zijn niet op hetzelfde tijdstip ontstaan, de architectuur en de beplanting zijn overal anders en ook de grootte verschilt van de ene begraafplaats tot de andere. Toch zijn er een aantal kenmerken die op iedere begraafplaats dezelfde zijn. Het is de bedoeling van deze handleiding om de leerkracht duidelijk te maken hoe een Britse begraafplaats in elkaar zit, hem en de leerlingen te leren een begraafplaats lezen. Bij een klasbezoek kan hij dan zelf ter plaatse op basis van deze tekst zijn leerlingen uitleg geven en opdrachten meegeven, hetzij individueel, hetzij in groep. Van Engelse kerkhoven en Britse begraafplaatsen De bewoners van de Westhoek spreken meestal van de Engelse kerkhoven. Dit is in feite tweemaal fout. Een kerkhof bevindt zich rond een kerk. Bij de meeste militaire begraafplaatsen is dat echter niet het geval. Ook het woord Engels is niet correct. Engels wil zeggen van Engeland. Op de meeste begraafplaatsen liggen echter ook mensen begraven van een andere nationaliteit: Schotten, Ieren, Welshmen, maar ook Canadezen, Zuid-Afrikanen, Indiërs, Australiërs, Nieuw-Zeelanders, Jamaïcanen, Chinezen, Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog behoorden al deze nationaliteiten tot het Britse Rijk (het Britse Imperium). Daarom spreken we van Britse begraafplaatsen. Ligging van een begraafplaats Alle Britse begraafplaatsen in de streek rond Ieper zijn ontstaan tijdens of kort na de Eerste Wereldoorlog. Sommige in het begin van de oorlog (b.v. Zillebeke Churchyard), andere in het laatste oorlogsjaar (b.v. Hagle Dump Cemetery, Elverdinge of Red Farm Cemetery, Vlamertinge). Een paar begraafplaatsen werden gevormd na de Wapenstilstand. Daar werden dan de geïsoleerde graven uit de streek samengebracht. Sommige begraafplaatsen lagen tijdens de oorlog op of dicht bij de frontlijn (b.v. de kleine begraafplaatsjes ten noorden van de Ieperse Noorderring), andere lagen een eind achter het front (begraafplaatsen ten noordwesten van Ieper). De meeste begraafplaatsen achter het front ontstonden bij een veldhospitaal of een verbandpost. Sommige begraafplaatsen liggen tegen de weg, andere liggen in de velden waar je een klein pad moet volgen om er te geraken. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan een Britse begraafplaats 56

57 Sommige begraafplaatsen zijn erg groot: verschillende duizenden soldaten liggen er begraven (b.v. Tyne Cot Cemetery in Passendale of Bedford House Cemetery langs de Rijselseweg in Ieper). Andere begraafplaatsen zijn erg klein. Eén van de kleinste is Red Farm Cemetery langs de Poperingseweg tussen Vlamertinge en de Brandhoek. De naamgeving Alle Britse begraafplaatsen hebben een (Engelse) naam. Die naam verwijst veelal naar de naam die de soldaten aan die plek gaven tijdens de Eerste Wereldoorlog. Andere namen zijn officiëler : Vlamertinghe New Cemetery is gewoon de nieuwe begraafplaats in Vlamertinge, even buiten de dorpskom, aangelegd wanneer de oude (in het dorp) vol was. Soms zijn Vlaamse namen te herkennen in de Britse naam: Godezonne Farm Cemetery was de begraafplaats nabij de boerderij van de familie Goudezeune. Uitzicht van de Britse begraafplaatsen Tijdens de oorlog was het erg moeilijk om de begraafplaatsen te onderhouden wegens de nooit ophoudende beschietingen. De meeste graven droegen alleen een eenvoudig houten kruis. Hun huidig uitzicht hebben de graven én de begraafplaats pas gekregen in de jaren 1920, dus enkele jaren na de oorlog. De Imperial War Graves Commission had richtlijnen gegeven en architecten aangesteld. De cemeteries zijn te herkennen aan de gelijkvormige zerkjes van kalksteen (meestal van Portland), het goed onderhouden grasveld, de afwisseling van kruidachtige, doorlevende planten en de rozen bij de graven, de uitgelezen keuze van struiken en bomen, de omringende lage muur met een poort of poortgebouw, één of meer schuilgebouwtjes,. Op alle begraafplaatsen is ook het hoge Offerkruis (Cross of Sacrifice) te vinden van architect Reginald Blomfield, die ook de Menenpoort ontworpen heeft. In het Offerkruis is een metalen zwaard ingewerkt. Op de grotere begraafplaatsen is er ook een indrukwekkende Herdenkingssteen (Stone of Remembrance) van architect Edwin Lutyens. De Herdenkingssteen kan soms gebruikt worden als altaar, maar was niet zo bedoeld. In de Herdenkingssteen werd een spreuk gebeiteld, uitgekozen door Rudyard Kipling, de schrijver van het Jungle Book en winnaar van de Nobelprijs literatuur die een zoon verloor in de Eerste Wereldoorlog: Their name liveth for evermore ( Moge hun naam voor altijd voortleven ). Aan de poort of in het schuilgebouw worden in een kastje het Cemetery Register (register) en Visitor s Book (bezoekersboek) bewaard. Dit is niet het geval op kleinere begraafplaatsen. In het register worden de namen vermeld van al degenen die in de begraafplaats begraven werden, met aanduiding van militaire gegevens, sterfdatum, leeftijd, familiale gegevens en een lettercode die aangeeft waar het graf zich op de begraafplaats bevindt. Aan de hand van het plannetje vooraan in het register kan het graf exact gelokaliseerd worden. Vooraan in het register wordt ook de geschiedenis van de begraafplaats geschetst en kan de bezoeker vinden hoeveel mensen er begraven liggen en tot welke nationaliteit ze behoorden. In het visitor s book kan de bezoeker zijn gedachten neerschrijven. Daar zijn vaak ontroerende aantekeningen bij. Een Britse militaire begraafplaats is meestal verdeeld in plots (percelen, met een cijfer aangeduid), en altijd geschikt in rows (rijen, met een letter). Elk graf heeft een nummer. Op de eerste en de laatste grafsteen van elke rij staan (op de zijkant) het cijfer van het perceel en de letter van de rij. Op vele begraafplaatsen trekken aandenkens na een bezoek van familieleden of van een groep de aandacht. Een krans, een ruiker bloemen, een kruisje met poppy en opschrift, een gedicht of een foto werden bij een bepaald graf achtergelaten. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan een Britse begraafplaats 57

58 De grafstenen De grafstenen (headstones) zijn twee voet en zes duim (ca. 75 cm) hoog en één voet en drie duim (ca. 38 cm) breed, met een gebogen bovenvlak. De zerken van geïdentificeerde slachtoffers dragen meestal vier regels gegevens: stamnummer (in het korps of regiment), rang (b.v. captain, serjeant, corporal) ofwel soort soldaat (private, guardsman, rifleman, gunner, sapper, ), voornaam of voorletter(s), familienaam, afkorting(en) van militaire onderscheidingen (b.v. MM = Military Medal, MC = Military Cross), eenheid (korps, regiment, bataljon), sterfdatum en leeftijd. Soms is de sterfdatum op een grafsteen niet nauwkeurig. Die was na een dagenlang gevecht vaak moeilijk te bepalen. Ook de leeftijd is wel eens verkeerd aangeduid. Er is ook één embleem (badge) uitgehouwen en meestal een kruis. Ofwel staat deze badge bovenaan en een Latijns kruis onderaan, ofwel staat onderaan een breed kruis met daarop de badge. Waarom er twee verschillende soorten kruisen zijn, is niet bekend. Het embleem verwijst naar een korps (b.v. Machine Gun Corps, Royal Army Medical Corps, ), regiment (b.v. East Surrey Regiment, Durham Light Infantry, ) of naar een dominion (een ten dele onafhankelijke kolonie van het toenmalige Britse Imperium). Aan het embleem is makkelijk te herkennen van welk land de militair afkomstig was: Canada (esdoornblad), Zuid-Afrika (reebok), Australië (opgaande zon), Nieuw- Zeeland (varenblad), Op graven van Indiërs en Chinezen staat geen embleem, maar daar is het vreemde alfabet makkelijk te herkennen. Op de Zuid-Afrikaanse graven staat rondom het embleem de tweetalige spreuk Union is Strength Eendracht maakt macht. Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog was het Nederlands (en niet het Afrikaans) de tweede officiële taal van Zuid-Afrika was. Het zijn de enige graven waarop we een Nederlandse tekst te lezen is. Soms prijkt een davidster (jodenster) op het grafzerk als symbool voor het joodse geloof. In die ster zijn vijf hebreeuwse letters et zien. Het opschrift is een letterwoord voor een wens: Moge zijn ziel rusten in vrede. Als er noch een kruis noch een davidster aan te treffen is, dan gaat het om iemand die ofwel geen geloof, ofwel een ander geloof aanhing. Op veel grafstenen staat onderaan nog een korte tekst, door nabestaanden gekozen of gemaakt. Die onderschriften zijn religieus en/of patriottisch, veelal lovend, rouwend of herinnerend en soms hebben ze een diepere achtergrond. Op naamloze graven (dus van onbekenden) staat een Latijns kruis tussen de woorden A soldier of the Great War ( een soldaat van de Grote Oorlog ) en Known unto God ( Gekend door God ). In enkele gevallen is de eenheid bekend en werd in de steen een embleem uitgehouwen. Soms worden ook enkele Duitse graven aangetroffen op een Britse militaire begraafplaats. Het gaat dan meestal om Duitse militairen die als krijgsgevangene aan hun verwondingen stierven. Hun zerkjes zijn ongeveer even groot als die van de Britten, maar ze zijn uit een andere steensoort en hebben een rechte bovenkant. Het opschrift is natuurlijk in het Duits en in een ander lettertype. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan een Britse begraafplaats 58

59 Aan de sterfdatum is te zien of iemand omkwam in een rustiger periode of tijdens een grote veldslag: 19 oktober 22 november 1914 (Eerste Slag bij Ieper), 22 april - 25 mei 1915 (Tweede Slag bij Ieper, met de eerste gasaanvallen), 7-14 juni 1917 (Mijnenslag bij Mesen), 31 juli - 10 november 1917 (Derde Slag bij Ieper of Slag bij Passendale), 9-29 april 1918 (Vierde Slag bij Ieper of Slag aan de Leie en bij Kemmel), 28 september - 11 november 1918 (Eindoffensief waarvan de eerste fase de Vijfde Slag bij Ieper genoemd wordt). Voor meer informatie Aangezien elke begraafplaats anders is (geschiedenis, grootte, aantal graven, ) kan er over elke begraafplaats een heel ander verhaal verteld worden. Het is bij de meeste begraafplaatsen ook mogelijk om dieper in te gaan op sommige graven: wie is de persoon die daar begraven ligt, welk leven heeft hij geleid, Er kunnen ook werkbladen gemaakt worden die specifiek gericht zijn op één bepaalde begraafplaats. Om dergelijke zaken te weten te komen kan de leerkracht steeds een beroep doen op de educatieve dienst van het In Flanders Fields Museum (tel , kenniscentrum@ieper.be ). Grafstenen met meerdere namen zijn heel uitzonderlijk op Britse begraafplaatsen. Deze slachtoffers werden dan in één groot graf, een massagraf, begraven. Soms zijn er rijen waarvan de zerkjes tegen elkaar staan. Vaak gaat het om soldaten die bij eenzelfde actie omkwamen. De grafstenen dragen dan ook meestal dezelfde sterfdata. De sfeer op een Britse begraafplaats Een Britse militaire begraafplaats heeft een dubbelzinnige uitstraling, in tegenstelling tot b.v. een Duitse begraafplaats. Bij de Duitsers heerst een sombere sfeer: grote eiken zorgen ervoor dat de begraafplaats steeds in de schaduw ligt. Eventuele beeldengroepen zijn sober, net zoals de sombere poortgebouwen en/ of kapellen. Bij de Britse begraafplaatsen ligt dat anders. Reeds tijdens de oorlog onderhielden vele soldaten de graven van hun kameraden met grote zorg. Ze zorgden ervoor dat er bloemen en planten groeiden en dat de begraafplaats er verzorgd uitzag. Op een Britse begraafplaats is het net of de bezoeker een Engelse tuin binnenstapt: de tuinarchitectuur is uitstekend, net als de beplanting met kleurrijke heesters en erg diverse boomsoorten. Het overheersende wit van de gebouwtjes en de zerkjes straalt in de zon en roept geen sombere gevoelens op. Op deze en veel andere manieren probeerden de ontwerpers van de begraafplaatsen aan de verwachtingen van de rouwende nabestaanden te beantwoorden. Dit gebeurde binnen het kader van de toen geldende sociale en culturele waarden: de bezoeker mocht niet vergeten dat het Britse Imperium één van de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog was en die overwinning werd behaald dankzij het offer van zoveel mannen. Their glory shall not be blotted out ( Hun roem zal nooit uitgewist worden ) staat op sommige van de grafstenen voor onbekenden. Nee, een Britse begraafplaats is niet echt een sombere plek, ondanks de vele graven. Uiteraard wordt iedereen stil bij het aanschouwen van de rijen en rijen zerkjes, zeker wanneer men op de grafstenen afleest hoe jong sommige slachtoffers vielen. Dat maakt van deze begraafplaatsen de grootste aanklacht tegen oorlog en de grootste schreeuw om vrede. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan een Britse begraafplaats 59

60 Buiten Klasbezoek aan de Menenpoort: een handleiding Inleiding De Menenpoort is een herdenkingsmonument dat probeert uitdrukking te geven aan de enorme schaal waarop in de wijde Ieperboog bloed is vergoten, een gigantisch schrijn voor bijna doden van het Britse Rijk die geen graf hebben. Het ontwerp is van de Brit Sir Reginald Blomfield. Hij was één van de vier hoofdarchitecten van de Imperial War Graves Commission (zo is het alom gekende Cross of Sacrifice van zijn hand). Zijn klassieke en formele ingesteldheid paste het best bij de stad Ieper met al haar gotische associaties. Het monument moest ingepast worden in Vaubans 17 e -eeuwse vestingmuur. Als grote Vauban-fan had hij het daar helemaal niet moeilijk mee. Het idee om een poort te maken lag dus voor de hand. Hij liet zich inspireren door de (nu verdwenen) Porte de la Citadelle in Nancy. Beschrijving Van buiten uit zien we een poort, met bovenaan een leeuw met de blik gericht op de Ypres Salient (gemaakt door William Reid Dick) die symbool staat voor de standvastigheid van het Britse Rijk. Langs de kant van de stad is het eerder funerair, bovenaan staat er een sarcofaag. Boven de centrale doorgang kan je volgende tekst lezen: To the armies of the British Empire who stood here from 1914 to 1918 and to these of their dead who have no known Grave. De vermelding British Empire slaat duidelijk op het Britse Rijk en dus niet alleen op Engeland. De namen zijn van militairen van het Britse Imperium. Dit slaat op omgekomen en vermiste personen tot 15 augustus Wegens plaatsgebrek moest men nog twee bijkomende monumenten oprichten: Tyne Cot ( namen) en Ploegsteert ( namen). In totaal komt dat dus op zo n namen of omgerekend 30 doden per vierkante meter. Op 24 juli 1927 werd het monument onthuld. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Menenpoort 60

61 Een Levend monument : De Menenpoort is een levend monument want nog steeds worden namen geschrapt of in het andere geval toegevoegd aan de addenda (wanneer bleek dat een vermist persoon ergens verkeerdelijk op een monument staat vermeld, of wanneer men ontdekte dat een familielid geen graf had of nergens werd herdacht). Fouten op de Menenpoort Hoewel het IWGC erg secuur tewerk ging (niet minder dan 25 gecompliceerde, goed omschreven handelingen gingen eraan vooraf om na te gaan wie op welk paneel geplaatst kon worden) staan er toch nog tal van fouten op. De afsluitdatum (15 augustus 17) is één van de redenen. Zo stelde men na verloop van tijd vast dat sommige namen van het London Regiment eigenlijk op Tyne Cot moesten worden herdacht. Een andere reden was te vinden bij een gebrek aan informatie. Van de 47th Sikh Regiment staan er slechts 15 namen vermeld, hoewel het regiment op 26 april 1915 niet minder dan 348 van haar 444 ingezette manschappen in het niemandsland verloor. Gebrekkige administratie bij de Indische troepen ligt hier aan de oorzaak. In vele gevallen ontdekte men, nadat een naam op een paneel werd geplaatst, dat de man in kwestie wel degelijk een aanwijsbaar graf had. De Last Post Vandaag de dag lijkt het of de Menenpoort en de Last Post-ceremonie onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn. Toch was er tijdens het uitwerken van de plannen van de Menenpoort nooit sprake van een dagelijkse ceremonie. Bijna spontaan en uit piëteit ontstond deze ceremonie met de gelijknamige sonnerie vanuit de plaatselijke gemeenschap, die het overweldigende Britse monument eigenlijk ongevraagd in de schoot geworpen kreeg. De kracht van de Last Post bestaat vooral uit de eenvoud van de ceremonie wanneer enkele klaroenblazers gewone Ieperlingen iedere dag opnieuw plaatsnemen onder die immense hal en een korte melodie blazen. De allereerste keer dat de Last Post weerklonk onder de Menenpoort was tijdens de onthulling. Dit maakte zo n sterke indruk op de Ieperse politiecommissaris Pierre Vandenbraambussche dat hij het plan opvatte om samen met andere notabelen uit de stad een regelmatige uitvoering van de Last Post onder de Menenpoort mogelijk te maken. Op maandag 2 juli 1928 weerklonk de eerste in een intussen indrukwekkende reeks sonnerieën. Enkel tijdens de Tweede Wereldoorlog kon je de Last Post niet meer in Ieper horen. De traditie werd echter verder gezet op de militaire begraafplaats van Brookwood. Toen Ieper op 6 september 1944 door de 1 e Poolse pantserdivisie werd bevrijd weerklonk tegen de avond opnieuw de Last Post. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Menenpoort 61

62 De Menenpoort Een triomfboog? De publieke opinie was over het algemeen positief over het gedenkteken. Toch kwam er ook kritiek. Siegfried Sassoon, oudstrijder en oorlogsdichter formuleerde het zo: On Passing the New Menin Gate. Wie zal, voorbijgaand door deze Poort, denken aan De onheroïsche Doden die de kanonnen voedden? Wie zal de Laagheid van hun lot vergeven van deze verdoemde, dienstplichtige niet-winnaars? Ruwweg hernieuwd, behoudt de Salient haar geheim. Betaald werden haar doffe verdedigers met deze praal Betaald de legers die dit koppige moeras doorstonden met een stapel stenen, zelfvoldaan van vrede. Dit was s werelds lelijkste wonde. En hier beweert nu vol trots de poort: Hun naam zal eeuwig leven. Werd ooit een offer zo belogen als deze ondraaglijke naamloze namen? Misschien verrijzen straks de Doden die zwoegden in het slijm, Om te lachen met dit misdadig schrijn. Het IWGC was er zich van bewust dat het monument anders geïnterpreteerd kon worden. Er werd dan ook een persbericht voorbereid waarbij de betekenis van de Menenpoort werd uitgelegd. Er moest ten alle prijze vermeden worden dat buitenlandse journalisten het monument zouden beschouwen als een Arc de Triomphe. Dat zou immers terecht beschouwd worden als een belediging voor de verwanten van de vermisten wiens naam op het monument vermeld staan. Toch was het ook de expliciete bedoeling van Blomfield om de blijvende macht en de ontembare standvastigheid van het Britse Rijk te symboliseren (de leeuw, de lauwerkrans en de vele eikenloofguirlandes die gelden als een symbool voor moed en zelfopoffering, de tekst Pro Rege en Pro Patria : Voor vorst en vaderland.) Deze laatste spreuk werd door oorlogsdichter én slachtoffer Wilfred Owen de oude leugen genoemd : Dulce et decorum est pro patria mori, het is zoet een eervol voor het vaderland te sterven. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Menenpoort 62

63 De wereldberoemde (pacifistische) Duitse auteur Stefan Zweig schreef in 1928 in het Berliner Tageblatt: Ieper werd beroofd van haar meest beroemde kunstwerken. Daarom zal niemand nog, zoals sommigen deden, een pelgrimstocht maken naar deze afgelegen stad om er de schitterende Lakenhallen te bewonderen, die daar stonden met brede schouders, massief en machtig. Maar voor het verloren monument heeft Ieper er een nieuw gekregen, en dat ik het maar onmiddellijk voorspel, één die zowel psychisch als artistiek overweldigend is: de Menenpoort, opgericht door de Engelse natie voor haar doden, een monument zo aangrijpend als er maar één kan zijn op Europese grond. Deze gigantische poort, ruim en van glinsterend marmer (Euvillesteen) werd opgericht over de weg die destijds naar de vijand leidde. Het overschaduwt die weg de weg van het belegerde Ieper waarover, zowel in de brandende zon als in de regen, de Engelse regimenten voorwaarts trokken in de richting van het front waarlangs kanonnen, ambulances en munitie werden gevoerd en ontelbare lijkkisten werden teruggebracht. Het breed omspannen poortgebouw, Romeins in de eenvoud van zijn massa, stijgt hoog op, eerder als een mausoleum dan als een triomfboog. Aan de voorkant, de vijand bespiedend, ligt op de top een marmeren (stenen) leeuw, zijn klauw zwaar neergeplant als op een prooi die hij niet wil loslaten: op de achterzijde naar de stad toe een sarcofaag, zinderend en streng. Want dit monument is ter ere van de doden, de zesenvijftigduizend Engelse doden bij Ieper wiens graven niet konden worden gevonden, die ergens liggen, samen gegooid in een massagraf, onherkenbaar verminkt door granaten, of gedesintegreerd in het water, voor al degenen die, in tegenstelling tot de anderen, geen blinkend wit gepolijst steentje hebben op één van de begraafplaatsen rondom de stad, als individueel merkteken van hun laatste rustplaats. Voor al deze mannen, de zesenvijftigduizend, is deze boog opgericht als een gemeenschappelijke grafsteen en al die zesenvijftigduizend namen zijn erin gegraveerd in letters van goud zo veel, zo oneindig veel, dat net als op de muren van het Alhambra het schrift decoratief wordt. Het monument is dus een gedenkteken, niet opgedragen aan de overwinnaars, maar aan de doden de slachtoffers zonder enig onderscheid, voor de gevallen Australiërs, Engelsen, hindoes, moslims die allen op dezelfde manier onsterfelijk zijn gemaakt, in dezelfde letters, op dezelfde steen, vanwege dezelfde dood. Hier vind je geen beeltenis van koning, geen vermelding van overwinningen, geen beschouwingen over geniale generaals, geen onzin over aartshertogen en prinsen: alleen de lakonieke, nobele opschriften Pro rege, Pro Patria. In zijn oprechte Romeinse eenvoud is dit monument voor de zesenvijftigduizend meer dan enige triomfboog of overwinningsmonument dat ik ooit heb gezien, en zijn indrukwekkendheid wordt nog verhoogd door het zicht van de talrijke kransen die er voortdurend worden gelegd door weduwen, kinderen en vrienden. Want een hele natie maakt ieder jaar een bedevaart naar dit gemeenschappelijk graf van onbegraven soldaten. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Menenpoort 63

64 Buiten Klasbezoek aan de Franse begraafplaats Saint-Charles-de-Potyze: een handleiding Algemeen Saint-Charles-de-Potyze is de belangrijkste Franse militaire begraafplaats in België. De begraafplaats is genoemd naar een hulppost aan de wijk de Potyze die tijdens de Eerste Slag bij Ieper (oktober - november 1914) in de nabijgelegen Sint-Karelschool gevestigd was. Er waren veel doden en die werden op deze begraafplaats begraven. Vanaf april 1915 verlieten de Franse troepen de sector Ieper - Zonnebeke en even later bevond de begraafplaats zich in de vuurlijn. Eén na één verdwenen alle graven, totdat er eind 1917 amper nog een spoor van te zien was. Vanaf 1919 werd de begraafplaats opnieuw in orde gebracht en werden vele geïsoleerde graven uit de omtrek erbij geplaatst. Op 31 juli 1920 kwam het recht op restitutie en aan transfer van lichamen (deze wet wordt in 1921 ook in België aangenomen). Na 1924 volgde een verder uitbouw van de begraafplaats met de niet gerestitueerde lichamen- en als eeuwig aandenken aan de Franse aanwezigheid in de buurt van Ieper. Nota: De Fransen gingen tijdens de oorlog anders om met hun doden dan de Britten. Pas vanaf 29 december 1915 kwam er een wet op het individuele en eeuwige graf. Daarvoor werden de doden in massagraven, Fosse Commune, begraven. Dit waren gemeenschappelijke graven van maximaal 100 personen. Officieren kregen aparte graven. Dit alles gebeurde na de veldslag meestal soms weken, maanden ver. Deze praktijk dateert nog van de oorlog van Tijdens de Eerste Wereldoorlog begonnen soldaten zelf aparte graven aan te leggen en apart te versieren. Daarnaast ontstaan er kleine begraafplaatsen bij de hulpposten (zoals op deze begraafplaats) die relatief dicht bij het front liggen. Ook op die plaatsen vind je meer en meer individuele graven, omdat ze apart aankomen en sterven. De meeste grafstenen zijn eenvoudige kruisen uit witte kunststof. Moslims en joden hebben een eigen model van grafsteen. Momenteel zouden er op St-Charles de Potyze 4209 Fransen begraven liggen, Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Franse begraafplaats: Saint-Charles-de-Potyze 64

65 waarvan er 762 niet geïdentificeerd konden worden. In het massagraf zouden er ondertussen 616 onbekenden begraven liggen, 7 meer dan vermeld wordt op de gedenkplaten. De meeste militairen stierven in de winter van 1914 en hun graven werden aan de Potyze gehergroepeerd na de oorlog. De moderne calvarie aan de ingang werd in 1968 opgesteld en is van de hand van de Franse kunstenaar Jean Freour. Ze verwijst naar de vele Bretoenen die in de regio rond Ieper zijn gevallen. De begraafplaats is onderverdeeld in 4 blokken. Er zijn 26 rijen grafstenen en de eerste graven links en rechts van de centrale laan zijn meestal van officieren. Opvallend zijn de perfecte symmetrie en de rechte lijnen, alsof het militairen betreft die in het gelid staan. In tegenstelling tot de Britse begraafplaatsen is de begroeiing nogal schaars. Op enkele rozenstruiken na is er nauwelijks groen te zien. Er zijn op de begraafplaats 69 islamitische grafstenen en 2 joodse. Op de grafstenen is een plaatje bevestigd met de volgende gegevens, indien beschikbaar : naam en voornamen, rang en eenheid, de formule mort pour la France en sterfdatum. Islamitische graven Er zijn 69 graven van moslims : Algerijnen, Marokkanen, Senegalezen en Tunesiërs. Hun grafsteen loopt uit op een spitse hoefijzerboog en draagt in die boog een halve maan (croissant), een vijfpuntige ster en een tekst in Arabisch schrift. De maansikkel staat symbool voor de islam. De vijfpuntige ster staat symbool voor de geloofsplichten van de moslim : de geloofsbelijdenis, het rituele gebed, de rituele aalmoezen, het vasten in de ramadan en de bedevaart naar Mekka. De tekst bestaat uit twee regels ingegrifte lettertekens. Die worden van rechts naar links geschreven en gelezen. Een islamleerkracht duidde de afzonderlijke woorden aan : één op de eerste regel, twee op de tweede. Hij schreef fonetisch : Hataa Qabroe Almarchoem en vertaalde : Dit is het graf van de dode. Bij de moslims wordt het graf parallel aan de richting van Mekka gegraven. Hier liggen de moslimgraven gewoon in de rijen, en dus naar het zuidoosten gericht. Het spreekt vanzelf dat de Fransen hun groot overzees koloniaal imperium ten volle wilden gebruiken bij de oorlogsvoering. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben de Fransen Algerijnen en Tunesiërs ingezet. Op het West-Europese front hebben deze overzeese troepen man verloren. Op Belgisch grondgebied kwamen meer dan 5000 Afrikanen in Franse dienst om. Ook de zoeaven behoorden tot de overzeese troepen. Dat waren Algerijnen van Europese afkomst (pieds-noirs). De moslimgraven op de begraafplaats dragen de volgende afkortingen : RZ RTA RTT RTS RMZT RMTA RMTT RTI RIMCM Régiment de Zouaves Régiment de Tirailleurs Algériens Régiment de Tirailleurs Tunésiens Régiment de Tirailleurs Sénégalais Régiment Mixte de Zouaves et Tirailleurs Régiment de Marche de Tirailleurs Algériens Régiment de Marche de Tirailleurs Tunésiens Régiment de Tirailleurs indigènes (= Marokkanen, wordt later Régiment de Tirailleurs Marocains) Régiment d Infanterie de Marche Coloniale du Maroc Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Franse begraafplaats: Saint-Charles-de-Potyze 65

66 De data Belangrijk zijn ook de data waarop de militairen van overzeese troepen gesneuveld zijn. Op Saint-Charles-de-Potyze zijn die grosso modo in twee grote groepen onderverdeeld : de militairen die omgekomen zijn in oktober - november 1914 De Eerste Slag bij Ieper. De oorlog is bijna drie maanden bezig en het front loopt vast in de buurt van Ieper. De Ieperboog (Ypres Salient Saillant d Ypres) ontstaat en de legers graven zich in. Na een maand hevige strijd om de stad Ieper stabiliseert het front zich. In deze periode zijn de loopgraven nog niet zo uitgewerkt. Ze worden nog beschouwd als erg voorlopig. de militairen die omgekomen zijn in april - mei 1915 De Tweede Slag bij Ieper. Deze slag begint op 22 april 1915 met de eerste gasaanval in de geschiedenis, door de Duitse troepen ten noorden van Ieper gelanceerd en onder meer gericht tegen Franse koloniale troepen. Militairen, gesneuveld op 22 of 23 april 1915, zijn wellicht het slachtoffer van het gas geworden. In de daaropvolgende dagen voerden de geallieerden (Belgen, Fransen, Noord-Afrikanen, Indiërs, Britten en Canadezen) verschillende tegenaanvallen uit. Na april 1915 verlieten de Fransen (en dus ook hun koloniale troepen) de streek rond Ieper. Er zijn ook nog enkele moslimgraven uit september Het begin van de oorlog is nog een bewegingsoorlog. Het gaat dus vermoedelijk om soldaten die meer naar het binnenland toe omkwamen. de winter van De Franse troepen bezetten het grootste deel van de geallieerde loopgraven in de Ieper Salient. Het is een harde winter met veel regen en sneeuw. Er is onvoldoende warme kledij en de bevoorrading verloopt erg moeizaam. Het moet - zeker voor de Noord-Afrikanen - een hel geweest zijn. september 1915 en februari-maart Dit is merkwaardig omdat er in die periode nagenoeg geen Franse troepen bij Ieper gelegerd waren. één moslimgraf dateert uit mei 1919, dus na het einde van de oorlog. Het is mogelijk dat die man stierf aan zijn verwondingen opgelopen tijdens de oorlog, aan de Spaanse griep (epidemie van ), of aan de gevolgen van een ontploffing bij het opruimen van munitie. Drie opmerkelijke grafstenen Op de begraafplaats staan er twee vlaggenmasten. Komende van de ingangspoort vindt de bezoeker even voorbij de linkse vlaggenmast als eerste graf van een rij het graf van Ali ben Mohamed ben Said. Hij was luitenant bij het 4e RTT (Régiment de Tirailleurs Tunésiens). Ali ben Mohamed ben Said sneuvelde op 27 april Het graf van de Tunesische luitenant bevindt zich aan de centrale laan. Het is opvallend dat de officieren op deze begraafplaats begraven werden aan de middenlaan die naar het massagraf leidt. 27 april 1915 volgt kort op de eerste Duitse gasaanval van 22 april Op die dag kwamen ook veel militairen uit de Franse koloniale troepen om. Op 27 april was er een geallieerde tegen-aanval waaraan Marokkanen, Tunesiërs, Algerijnen, Fransen, Indiërs, Canadezen en Britten deelnamen. Die vond plaats op ongeveer twee kilometer ten noorden van de begraafplaats Saint-Charles-de-Potyze. Tijdens deze aanval openden de Duitse troepen de gasflessen nogmaals. De Franse overzeese troepen werden hierbij door het gas getroffen. In het rechterblok, tegen het massagraf, bevindt zich de joodse grafsteen van Léon Félix Lévy. Deze man was kapitein van het 1er Régiment d Infanterie de Marche Coloniale du Maroc. Als Algerijnse jood was hij dus bevelhebber over een Marokkaanse eenheid, die vanzelfsprekend overwegend uit moslims bestond. Ook hij stierf tijdens de Tweede Slag bij Ieper, op 30 april Eveneens in het rechterblok, als laatste in een rij, bevindt zich het graf van François Metzinger (graf nummer 2562 bis). Deze soldaat die behoorde tot het 3de Zoeaven van de Armée d Afrique, is pas op deze plek begraven op 5 oktober Op 2 juli 1998 werd zijn stoffelijk overschot, samen met die van drie andere Fransen, gevonden door amateur-archeologen in de buurt van Boezinge. François Metzinger was op die plek gesneuveld tussen 28 april en 24 mei Het kruisje vermeldt als overlijdensdatum 21 mei 1915, maar waarop dat gebaseerd is, valt niet te achterhalen. Het is uiterst zeldzaam dat stoffelijke overschotten na al die jaren geïdentificeerd worden. Afgaande op het identificatieplaatje dat op zijn lichaam gevonden is, behoorde soldaat Metzinger tot de klasse 1900 en was hij gelegerd in Constantine, in het noorden van Algerije. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Franse begraafplaats: Saint-Charles-de-Potyze 66

67 Buiten Klasbezoek aan de Duitse militaire begraafplaats in Langemark: een handleiding Inleiding Wie een bezoek brengt aan de Westhoek, kan de verkeerde indruk krijgen dat er tijdens de Eerste Wereldoorlog alleen maar geallieerden vochten. De Britse begraafplaatsen en monumenten zijn alom tegenwoordig en af en toe komt men ook een Franse of Belgische militaire begraafplaats of monument tegen. De Duitse deelname aan de strijd rond Ieper is veel minder zichtbaar: er zijn geen monumenten voor verliezers worden geen monumenten opgericht - en op het grondgebied van de stad Ieper bevinden zich geen Duitse begraafplaatsen meer. In heel West-Vlaanderen bevinden zich na 1958 slechts vier Duitse militaire begraafplaatsen, met name in Vladslo, Hooglede, Menen en Langemark. Deze laatste ligt het dichtst bij de stad Ieper en kan het makkelijkst ingepast worden in een rondrit over de voormalige slagvelden. Geschiedenis Reeds bij de eerste gevechten in 1914 ontstonden hier enkele graven. Tijdens de oorlog lag deze plek nu eens aan, dan weer achter het front. Het aantal graven nam steeds toe. Overal in de frontstreek ontstonden Duitse begraafplaatsen met verschillende Duitse monumenten. In 1919 droeg deze begraafplaats de naam Langemarck-Nord. Het was toen één van de 17 Duitse begraafplaatsen in Langemark. Er waren 859 graven (627 Duitse, naast Franse, Britse en Belgische). Tussen 1924 en 1932 werden tal van kleinere begraafplaatsen door de Duitse Gravendienst opgeruimd. De doden werden hier gegroepeerd. De verzamelbegraafplaats kreeg de naam Studentenfriedhof, omdat er onder de duizenden doden, waarvan vele uit 1914, ongeveer 3000 studenten-oorlogsvrijwilligers waren. In 1932 waren er meer dan graven met zware houten kruisjes. De begraafplaats werd omsloten door een omheiningsmuur en een poortgebouw. Van 1955 tot 1958 werd het aantal Duitse militaire begraafplaatsen in West-Vlaanderen gereduceerd van 68 naar 4. Het Studentenfriedhof werd uitgebreid tot een grote verzamelbegraafplaats. Naast de bestaande graven kwam er een nieuw deel met ruim 9000 graven (met nummerstenen en koperen plaatjes) en een kameradengraf van bijna doden. De begraafplaats werd opgesmukt met enkele groepen van vijf kruisen van basalt en een beeldengroep met vier bronzen figuren. In 1971 kwam er een nieuwe inrichting met liggende grafstenen. in 1984 tenslotte, werd de beeldengroep verplaatst en werden de bronzen namentafels bij het kameradengraf opgericht. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Duitse militaire begraafplaats in Langemark 67

68 Beschrijving 1. Het poortgebouw ziet eruit als een bunker en is gemaakt uit Duitse rode zandsteen. Links in het gebouwtje werd een kaart aangebracht met de Duitse begraafplaatsen en vindt de bezoeker een tafel met de registers. In het rechterkamertje bevinden zich namentafels met de namen van 6313 geïdentificeerden die begraven zijn op het oudere deel van de begraafplaats. Uiterst links in het poortgebouw is er een WC. Op de muur van het poortgebouw, aan de kant van de begraafplaats, werd een citaat aangebracht van de arbeider-dichter Heinrich Lersch ( ): Deutschland muss leben und wenn wir starben mussen (Duitsland moet leven, zelfs als wij moeten sterven). Lersch was een ketelsmid die heel West-Europa doorreisde. Zijn gevoel van verbondenheid met de natuur en met de geboortegrond werd versterkt door zijn belevenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog die hij als soldaat meemaakte. Hij diende in Reserve- Infanterie-Regiment 236 dat in 1914 in de buurt van Langemark was. Vooral het lied Soldatenabschied maakt Lersch erg bekend. Na de oorlog werkte hij aanvankelijk als fabrieksarbeider in het Ruhrgebied om vanaf 1925 van zijn pen te leven. Hij verwachtte veel heil van het opkomende nazisme. Het citaat dat ook de begraafplaats in Langemark siert, is typisch voor de mentaliteit van de jonge oorlogsvrijwilligers in Men vindt het terug op talrijke oorlogsmonumenten in Duitsland. 2. De lage, dikke omheiningsmuur is ingewerkt in Vlaamse landschapselementen: vooraan knotwilgen, rechts een sloot en een dubbele beukenhaag. 3. Centraal tegenover het poortgebouw bevindt zich het massagraf het Kameradengrab, met rododendrons begroeid. Er werd ook een krans van eikenloof en 8 schilden aangebracht. Die wapenschilden staan voor de Belgische provincies: West- en Oost-Vlaanderen worden echter als één beschouwd, net als het toen nog niet gesplitste Brabant. Rondom staan 68 bronzen namentafels, met in totaal bijna namen. 4. De begraafplaats bestaat eigenlijk uit een breed grasveld en opvallend is dat bloemen ontbreken. Rododendrons groeien tegen de achtermuur. Het oudste deel van de begraafplaats is met grote zomereiken beplant. Het ligt daardoor immer in de schaduw en het voelt er altijd somber aan. In het nieuwere deel van de begraafplaats (rechts, hoger) liggen de grafstenen dichter bijeen. 5. De liggende grafstenen zijn grijs en duiden graven aan voor 4, 6, 8 of meer doden. De grafstenen vermelden weinig gegevens: voornaam en naam, soort soldaat of rang en sterfdatum. Grafsteen nr. 1 ligt uiterst links in de verste hoek. 6. Er zijn 12 groepen van drie kruisen. Zij zijn gemaakt uit basalt, een donker en hard vulkanisch gesteente, en markeren geen graven. Ze zijn er enkel ter versiering. Vroeger waren er vijf kruisen. 7. De bronzen beeldengroep is van de hand van professor Emil Krieger, gemaakt in München in Het is gemaakt om van op afstand te bekijken. De groep stelt vier treurende militairen voor. Emil Krieger is geboren in Kaiserslautern in In 1936 won hij de Romeprijs. Hij werkte vooral in Munchen waar enkele van zijn sculpturen het straatbeeld sieren. 8. Op de begraafplaatsen bevinden zich drie Duitse betonnen schuilplaatsen. Zij dateren uit en maakten deel uit van de Duitse verdedigingslijnen. Dat verklaart waarom de deuropening achteraan is (nu afgesloten). Let ook op het dikke dak. 9. Een rij van 49 gedenktekens, bestaande uit een betonnen voet met granieten blok, werd opgericht voor en door militaire eenheden en studentenorganisaties. 10. Helemaal vooraan in de rechterhoek bevindt zich een hoog stenen kruis, gehouwen uit één stuk basalt. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Duitse militaire begraafplaats in Langemark 68

69 Het aantal doden De begraafplaats bestaat dus grosso modo uit drie delen: Het oude deel (onder de eiken, grafnrs ) met officieel doden, waarvan 6313 geïdentificeerden. Hun namen vind je ook op de eikenhouten tafels in het poortgebouw. Onder hen bevinden zich ongeveer 3000 studenten-vrijwilligers. Het nieuwe deel (rechts, open) met officieel 9257 geïdentificeerden op een kleinere oppervlakte voor en achter de rij gedenktekens. Er staan veel namen op dicht opeenliggende grafstenen. Het Kameradengrab is een massagraf met officieel niet-geïdentificeerden. Toch worden er op de bronzen namentafels namen vermeld. Hier worden de laatste jaren geregeld nog stoffelijke resten bijgezet, gevonden bij werken en opgravingen. De doden die hier bij de uitbreiding in bijgezet werden, waren afkomstig van 18 Duitse militaire begraafplaatsen in Langemark, Poelkapelle, Staden, Westrozebeke, Moorslede, Passendale, Zonnebeke en Zillebeke. In totaal liggen hier meer dan doden! Ter vergelijking: op de grootste Britse militaire begraafplaats Tyne Cot Cemetery in Passendale liggen slechts doden begraven. Enkele wetenswaardigheden omtrent deze plek en de begraafplaats Op 21 oktober 1914 en de drie daarop volgende dagen vielen in de omgeving van Langemark de Duitse troepen de Britten aan. Een groot deel van de Duitse soldaten waren jonge studenten uit Heidelberg en München die gearmd en zingend ten strijde trokken. Keer op keer werden ze door hun officieren aangemaand om storm te lopen tegen de Britse mitrailleurs. Duizenden onder hen sneuvelden die dagen. Velen van hen waren oorlogsvrijwilligers die slechts zes weken training gehad hadden vooraleer ze naar het front trokken. Pas na de eerste geslaagde gasaanval in de geschiedenis, op 22 april 1915, werd Langemark ingenomen door Duitse troepen. De Duitse gascilinders waren ingegraven iets ten noorden van waar zich nu de begraafplaats bevindt. De Franse eerste lijn daarentegen bevond zich toen 100 meter ten zuiden van waar nu de begraafplaats is zodat deze plek toen het niemandsland vormde. Na de gasaanval schoof het front enkele kilometers dichter bij Ieper. Een Duitse gaspionier beschrijft het slagveld na die eerste gasaanval: Nadat het [gas] opgeklaard was, stapten we voorbij de lege gasflessen. Wat we zagen was de totale dood. Niets was nog levend. Alle dieren waren uit hun holen gekropen om te sterven. Overal waren er dode konijnen, mollen, ratten en muizen. De geur van het gas hing nog in de lucht. Het hing op de paar struiken die er nog over waren. Toen we de Franse lijnen bereikten, waren die leeg maar een halve mijl verder lagen de lijken van de Franse soldaten overal. Het was niet te geloven. Dan zagen we dat er ook Engelsen bij waren. Je kon zien dat de mannen in hun gezicht en aan hun keel geklauwd hadden in een poging om aan lucht te geraken. Sommigen hadden zichzelf doodgeschoten. De paarden, nog steeds in hun stallen, de koeien, de kippen, alles was dood. Alles, zelfs de insecten waren dood. Van april 1916 tot augustus 1917 lag de begraafplaats op relatieve afstand achter de Duitse eerste lijn. Toen kwamen de schuilplaatsen die nu deel uitmaken van het Soldatenfriedhof, tot stand. Deze verdedigingslijn werd op 9 oktober 1917, tijdens de 3de Slag bij Ieper, door Britse troepen veroverd. Eén van de bunkers bleek een onoverkomelijke hindernis voor de Britten en het leek onmogelijk om het moordende mitrailleursvuur vanuit de bunker te stoppen. Uit de regimentsgeschiedenis van het 4de bataljon van The Worcester Regiment: Eén van de Duitse bunkers voor onze lijn was niet geraakt door de granaten en zijn mitrailleur maaide voortdurende onze hardwerkende troepen neer. Ons geweervuur kon niets aanvangen tegen de dikke betonmuur. Daarom stuurden we berichten naar achter om te vragen om loopgravenmortieren die de bunker konden kleinkrijgen. Maar plots stopte het mitrailleurvuur. Een minuut later stond iedereen recht en ging aan het juichen. Want door de modder kwam een klein groepje Duitse militairen naar de Britse lijn toe, de handen hoog geheven ten teken van overgave.. Achter hen kwam één eenzame Britse soldaat, aan het zwoegen onder het zware gewicht van een mitrailleur de Duitse mitrailleur. Het juichen werd luider toen hij werd herkend: Dancox, riepen de troepen, goede oude Dancox. Soldaat Frederick Dancox was er in geslaagde om ongemerkt voorbij de stelling te sluipen. Plotseling was hij in de ingang verschenen en in zijn eentje kon hij de gehele Duitse eenheid krijgsgevangen nemen en de mitrailleur onschadelijk maken. Tijdens het Duitse voorjaarsoffensief, begin april 1918, ging Langemark weer in Duitse handen over. Op 28 september 1918, tijdens het Eindoffensief werd het definitief veroverd door de geallieerden. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Duitse militaire begraafplaats in Langemark 69

70 In de tussenoorlogse periode ontstond in Duitsland de Langemarkmythe: op 11 november 1914 zouden jonge Duitse oorlogsvrijwilligers hier ten strijde getrokken zijn onder het zingen van Deutschland über Alles. Tijdens het nazibewind groeide de Langemarkmythe steeds meer aan als voorbeeld van de offerbereidheid van de Duitse jeugd. Overal in Duitsland kwamen er Langemarkstraten en pleinen en er werd jaarlijks een nationale Langemarkdag gehouden. Kort na de bezetting van België door de Duitse troepen, op 8 juni 1940, bracht Adolf Hitler een bezoek aan de militaire begraafplaats. Ook de Vlaamse SS-Divisie, later in de oorlog, zou de naam Langemarck toebedeeld krijgen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Langemarckmythe natuurlijk niet langer in stand gehouden. Langemark heeft echter nog altijd een grote symboolwaarde, niet in het minst in Duitsland. Zij het nu meer als symbool voor de zinloosheid van de oorlog, dan als symbool van heldendom en offerbereidheid. Enkele merkwaardige graven Op de tafels bij het Kameradengrab wordt ook Albert Carlill vermeld, een Brits soldaat die diende bij het Loyal North Lancashire Regiment. Hij stierf op 4 november 1918 op 19-jarige leeftijd. Carlill is de enige Brit tussen de duizenden Duitse doden hier. Merkwaardig is dat hij ook herdacht wordt op een herdenkingssteen in het nabijgelegen Cement House Cemetery in Langemark. Volgens de Britse gravendienst was hij oorspronkelijk begraven op de stedelijke begraafplaats van Leuven en is zijn graf daar verloren gegaan. Op deze tafels wordt ook Luitenant Wolfgang Kühne vermeld, gestorven op 6 augustus Luitenant Kühne ligt hier echter niet begraven. Zijn graf bevindt zich nog steeds op de burgerlijke begraafplaats van Wervik. Waarschijnlijk werd bij de ontgraving in de jaren 1950 zijn graf vergeten omdat het er niet militair uitzag en niet opviel tussen de burgerlijke grafstenen. In het Kameradengrab bevinden zich niet alleen de overblijfselen van Duitse soldaten en 1 Brit. Ook mensen van andere nationaliteiten vonden er een laatste rustplaats: Denen in dienst van het Duits leger (Noord-Sleeswijk, nu een deel van Denemarken, behoorde toen tot Pruisen), Polen die eveneens Duits staatsburger waren, een Belgische burger, Russische en Italiaanse krijgsgevangenen die aan het werk gezet werden achter het front en Oostenrijkers waarvan de eenheid aangehecht was aan Duitse eenheden. Ook zijn het niet alleen mannen die hier rusten: ook verschillende verpleegsters ( Hilferinnen ) liggen hier begraven. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Buiten Klasbezoek aan de Duitse militaire begraafplaats in Langemark 70

71 Werkbladen Inleiding Hieronder volgen een vijftal werkbladen die elk opgesteld werden met een specifiek doel. Elke leerkracht is vanzelfsprekend vrij om hieruit te kopiëren wat hij/zij wil, of die vragen te selecteren die het meest passen bij de doelgroep. Werkblad In Flanders Fields Museum Dit werkblad peilt vooral naar de perceptie van de leerlingen t.o.v. het museum. De vragen zijn zo opgesteld dat ze een mogelijke leidraad bieden. Er is bij elke vraag plaats voorzien om enkele trefwoorden en geheugensteuntjes neer te schrijven. Het volledig uitschrijven van de antwoorden zou dan na het museumbezoek moeten gebeuren. Werkblad voor een bezoek aan een Britse militaire begraafplaats In principe is dit werkblad bruikbaar voor elke Britse begraafplaats. Er wordt niet ingegaan op specifieke kenmerken van een welbepaalde site. Werkblad bezoek aan de Menenpoort Dit werkblad peilt naar de kennis en de perceptie over de Menenpoort. Werkblad bezoek aan de Franse militaire begraafplaats St-Charles-de-Potyze Dit werkblad kan enkel gebruikt worden tijdens een klasbezoek aan de Franse begraafplaats St-Charles-de- Potyze. Hij is niet geschikt voor gebruik op een andere Franse begraafplaats. Franse militaire begraafplaats Saint-Charles de Potyze, Zonnebeekseweg, 8900 Ieper Werkblad voor een bezoek aan de Duitse militaire begraafplaats van Langemark Deze vragen zijn enkel bruikbaar bij een klasbezoek aan de Duitse begraafplaats van Langemark. Ze zijn niet geschikt voor gebruik op een andere Duitse begraafplaats. Soldatenfriedhof Langemark, Klerkenstraat, 8920 Langemark-Poelkapelle Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen 71

72 Werkblad In Flanders Fields Museum Dit werkblad peilt naar jouw perceptie van het In Flanders Fields Museum. Het kan je een leidraad bieden bij je bezoek en je bewust maken van het totale museale verhaal. Er is bij elke vraag plaats voorzien om, tijdens het bezoek, enkele trefwoorden en geheugensteuntjes neer te schrijven. De Icoonpersonages Acteurs en actrices geven gestalte aan historische personen die je had moeten kunnen ontmoeten. Zij gebruiken de exacte woorden van hun personage en kijken je recht in de ogen. Ze dragen geen kostuum noch bedienen zij zich van rekwisieten, hun uniformen zijn reëel, even reëel als het ene voorwerp dat van het personage voor het scherm ligt: een foto, een tekening, een brief, dagboek, boek of voorwerp getuigen evenzeer als de gestileerde opname van het getuigenis Richard Wybouw: vluchteling (Nr. 5 op plan) Greg Nottle (UK), Karel Lauwers (B), Maurice Laurentin (FR) en Kurt Zemisch (D): getuigen van het Kerstbestand (Nr. 12 op plan) Fritz Haber, de peetvader van de chemische oorlogsvoering (Nr. 14 op plan) Willy Siebert, een bevoorrechte getuige van de eerste gasaanval (Nr. 14 op plan) Achiel Van Walleghem, onderpastoor van Dikkebus (Nr. 22 op plan) Jerôme Verdonck en Eric Hiscock, getuigen van de offensieven in (Nr. 26 op plan) Indien je één van hen in levende lijve kon ontmoeten, welke vraag zou je hem stellen? 23 Ellen Newbold La Motte (Nr. 23 op plan) Er ligt vuil bezinksel op de bodem van haast elke ziel. Oorlog, hoe luisterrijk ook, biedt niet noodzakelijk de filter die man en natie kan zuiveren. Velen zullen je over de nobele kant, de heroïsche kant, de verheven kant van oorlog spreken. Ik moet je zeggen wat ik heb gezien, de andere kant, het kielzog. Verpleegster Ellen Newbold La Motte In een 17 minuten durende film confronteren verpleegster Ellen La Motte, neurochirug Harvey Cushing en verpleegster Enid Bagnold je met het kielzog van de oorlog. Welke van hun getuigenissen is je bijgebleven? Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen In Flanders Fields Museum 72

73 Thematisch parcours In het museum kan je ook een thematisch parcours volgen. Dit parcours is visueel makkelijk te herkennen, deze vitrines kregen namelijk allen een rode kleur. Objectinfo kan je, na het scannen van je poppyarmband, aflezen op een scherm. Volgende thema komen aan bod: Propaganda / Vlucht / Ieper in puin / Medische zorg / Krijgsgevangen / De loopgravenoorlog / Achter het front / Multiculturele oorlog Maak aan de hand van de beschrijving van 1 object duidelijk welk thema jou het meest aanspreekt. Reflectief parcours In het museum vind je vier bakens. Deze grijze constructies reiken tot de nok van het dak van de Lakenhallen en vormen een afscheiding voor het grote publiek. In deze bakens word je geconfronteerd met gevolgen van de oorlog. Het moet je in een intiem moment aanzetten om na te denken. Welke van de vier bakens greep je het meest aan en waarom? Het landschap Nu de persoonlijke getuigen er zelf niet meer zijn, presenteert het museum het landschap van de oorlog als de grote laatste getuige. Het hedendaagse landschap is zeker een van de laatste tastbare getuigen van de oorlogsgeschiedenis. Op welke manier is dit in het museum zichtbaar? Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen In Flanders Fields Museum 73

74 Literatuur Wie goed getuigt van de eigen oorlogservaring kan nog verschillende generaties later verstaan worden. Dat geldt bij uitstek voor kunstenaars. Van allen zijn de schrijvers in deze zeer literaire oorlog het beste in staat om te getuigen. In het museum kan je op de verduisterde ramen het werk lezen van John McCrae, Ivor Gurney, Stefan Zweig, Jean Giono, Siegfried Sassoon, Mary Borden en Cyriel Buysse. De Belgische schrijver Cyriel Buysse ( ) kwam reeds in 1916, die al van voor de oorlog in Nederland woonde, op bezoek in het achterland van het Belgische front. Hij schreef er het indringende Van een verloren zomer (Bussum, 1917) over. Meteen na de oorlog, in 1919, was hij weer in de Westhoek, en bezocht er ondermeer Ieper. Hierbij een stukje uit zijn verslag : Wat lijkt dat klein, zo n totaal vernielde stad! Ik herinnerde mij van vroeger lange wandelingen door de pittoreske straten, lange haltes vóór de mooie, oude geveltjes, lange stonden van bespiegelende mijmering in het verleden. Nu was ik er dadelijk doorheen; nu had ik, in enkele minuten, alles afgelopen en stond ik er weer, als magnetisch aangetrokken, voor de prachtige, grandioze bouwvallen van Hoofdkerk en van Hallen. Ze zijn heilig en ze moeten heilig blijven. Hun wrede schoonheid van antieke, grijs-gouden ruïnes, mag niet, door banale, nietszeggende wederopbouw, onteerd en geprofaneerd worden. Wat er nu uit spreekt moet blijven, ten eeuwigen dage, als levend beeld voor de komende geslachten. Hier heeft zich een epos afgespeeld zoals de Mensheid er nooit een gekend heeft. Hier werd de brute misdaad van de overweldiger gestraft en hier moet ongeschonden blijven een atmosfeer en een omgeving van Afgrijzen tegenover het Duits militarisme in t bijzonder en tegen elk militarisme in t algemeen. Hier, bij die sprekende, levende puinen, bij die tragische overblijfsels van een van de schoonste kunstwerken der middeleeuwen, moet, tot het einde der dagen, de vloek klinken van de vermoorde Schoonheid tegen de infame macht van t ruw en t bruut geweld! Tegen het einde van datzelfde jaar 1920 waarin deze tekst verscheen, werd het fiat gegeven voor de wederopbouw van de stad. Een foute keuze? (motiveer je antwoord) Muziek De Eerste Wereldoorlog is zo klote, zo onbevattelijk dat men er alleen maar door geboeid kan geraken. (Stuart Staples Tindersticks) De soundtrack in het museum is van de hand van Stuart Staples (Tindersticks), een voortschrijdende compositie die zich harmonieus ontwikkelt, met talrijke variaties, die je ontdekt terwijl je door het museum stapt. De muziek is het hele traject door aanwezig. Welk effect heeft de soundtrack op jouw museumbezoek? Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen In Flanders Fields Museum 74

75 Werkblad Bezoek aan een Britse militaire begraafplaats 1 Op heel wat Britse begraafplaatsen kregen mannen van verschillende nationaliteiten een laatste rustplaats. Welke nationaliteiten komen op deze begraafplaats zoal aan bod? Hoe kan je dit verklaren? 2 Op de grafstenen van geïdentificeerde doden, staat een kenteken dat verwijst naar de eenheid of naar het land van herkomst. Voor welk landen staan volgende emblemen? 3 Kies er één grafsteen (van iemand die geïdentificeerd is) uit. Vul de gegevens aan zoals je die op de zerk kunt lezen: (Het is mogelijk dat je niet alle gegevens kunt invullen) Stamnummer: Militaire rang: Naam: Eenheid: Datum van zijn dood: Leeftijd bij overlijden: Boodschap van verwanten: Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen Bezoek aan een Britse militaire begraafplaats 75

76 4 Hoeveel mensen liggen op deze begraafplaats begraven? Hoeveel van hen zijn onbekenden? (Tip: Kijk hiervoor in het register van de begraafplaats) Waarom denk je dat er zoveel onbekende graven zijn bij Ieper? 5 Hoe zou je de sfeer op een Britse begraafplaats omschrijven. Kies uit de onderstaande lijst van adjectieven. Vul de lijst gerust aan indien nodig. Aangenaam fleurig trots vrolijk aantrekkelijk sereen benauwelijk triestig deprimerend ontroerend inspirerend bedreigend somber duister griezelig 6 In de ruime omgeving van Ieper zijn er een 160-tal Britse begraafplaatsen. Geen enkele is gelijk aan een andere: ze zijn niet op hetzelfde tijdstip ontstaan, de architectuur en de beplanting zijn overal anders en ook de grootte verschilt van de ene begraafplaats tot de andere. Toch zijn er een aantal kenmerken die op elke begraafplaats terugkeren, welke? Waarom zijn hier zoveel Britse begraafplaatsen in de streek rond Ieper? Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen Bezoek aan een Britse militaire begraafplaats 76

77 7 Loop één of twee rijen grafstenen af. Noteer door het zetten van streepjes de leeftijden van 20 militairen Wat lijkt er, op basis van deze kleine telling, de gemiddelde leeftijd te zijn van de militaire slachtoffers bij Ieper? 8 Op sommige grafstenen zie je onderaan een tekst die door verwanten gekozen is. Zoek een grafschrift dat jou aanspreekt en noteer het hieronder. Waarom koos je net dit grafschrift uit? Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen Bezoek aan een Britse militaire begraafplaats 77

78 Werkblad Bezoek aan de Menenpoort 1 Boven de centrale doorgang kan je volgende tekst lezen: To the armies of the British Empire who stood here from 1914 to 1918 and to these of their dead who have no known Grave. Vul volgende zin aan: Op de Menenpoort staan de namen van 2 In tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk, groeide in Engeland een beweging die er naar streefde elke gesneuvelde zijn eigen graf te geven. Men wilde hierin het voorbeeld volgen van de Amerikanen die tijdens de Secessieoorlog ( ). Reeds tijdens de Boerenoorlog in Zuid-Afrika ( en ) werden de Engelse gesneuvelden in aparte graven ter aarde besteld. Zodra de eerste wereldoorlog begon, trachtte men zoveel mogelijk de gevallen kameraden een eigen graf te bezorgen. Zij die geen gekend graf kregen worden hier op de Menenpoort bij naam genoemd. Their names liveth for evermore liet Rudyard Kipling optekenen. Toch is er naar herdenking toe een wezenlijk verschil Welk? 3 Bij sommige namen staat naast de familienaam ook nog het Service Number. Geef één voorbeeld. Waarom werd deze extra info toegevoegd? Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen Bezoek aan de Menenpoort 78

79 4 Elke avond, om 20u, wordt alle verkeer tegen gehouden en vindt de Last Post plaats. Geef het verloop van deze ceremonie weer. 5 Vaak laat men op de kransen die worden neergelegd ook een boodschap achter. Welke boodschap treft jou het meest en motiveer waarom. 6 Siegfried Sassoon, oudstrijder en oorlogsdichter beschreef de Menenpoort als een triomfboog en bijgevolg een misdadig schrijn. De wereldberoemde (pacifistische) Duitse auteur Stefan Zweig ziet de Menenpoort als een gedenkteken, niet opgedragen aan de overwinnaars, maar aan de doden de slachtoffers zonder enig onderscheid, voor de gevallen Australiërs, Engelsen, hindoes, moslims die allen op dezelfde manier onsterfelijk zijn gemaakt, in dezelfde letters, op dezelfde steen, vanwege dezelfde dood. Welke mening ben jij toegedaan? Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen Bezoek aan de Menenpoort 79

80 Werkblad Bezoek aan de Franse militaire begraafplaats St-Charles-de-Potyze 1 Hoe zou je de sfeer op deze Franse begraafplaats omschrijven. Kies uit de onderstaande lijst van adjectieven. Vul de lijst gerust aan indien nodig. Aangenaam fleurig trots vrolijk aantrekkelijk sereen benauwelijk triestig deprimerend ontroerend inspirerend bedreigend somber duister griezelig 2 In vergelijking met een Britse begraafplaats zijn er enkele duidelijke verschillen. Som deze verschillen op. 3 Hoeveel mensen liggen op deze begraafplaats begraven? 4 Op deze afbeeldingen zie je de fiche en het oorspronkelijke graf van Pierre Marcoux. Na de oorlog werd hij naar deze begraafplaats overgebracht. Zoek, aan de hand van het register, de huidige begraafplaats van Pierre Marcoux en noteer alle gegevens die je op z n grafkruis terugvindt. Educatief pakket In Flanders Fields Museum Werkbladen Bezoek aan de Franse militaire begraafplaats St-Charles-de-Potyze 80

IJZERSLAG IEPER I Vraag : Welk(e) leger(s) nam(en) de verdediging van Ieper eind november 1914 op zich?

IJZERSLAG IEPER I Vraag : Welk(e) leger(s) nam(en) de verdediging van Ieper eind november 1914 op zich? IEPERBOOG ZUID Beste leerling, Dit werkblad heeft als doel je iets langer bij bepaalde zaken in het museum te laten stil staan. Laat dit werkblad je er echter niet van weerhouden alles met de nodige aandacht

Nadere informatie

IEPERBOOG BELEGERDE STAD

IEPERBOOG BELEGERDE STAD IEPERBOOG BELEGERDE STAD Beste leerling, Dit werkblad heeft als doel je iets langer bij bepaalde zaken in het museum te laten stil staan. Laat dit werkblad je er echter niet van weerhouden alles met de

Nadere informatie

IJZERSLAG IEPER I Vraag : Welk(e) leger(s) nam(en) de verdediging van Ieper eind november 1914 op zich?

IJZERSLAG IEPER I Vraag : Welk(e) leger(s) nam(en) de verdediging van Ieper eind november 1914 op zich? IEPERBOOG Noord Beste leerling, Dit werkblad heeft als doel je iets langer bij bepaalde zaken in het museum te laten stil staan. Laat dit werkblad je er echter niet van weerhouden alles met de nodige aandacht

Nadere informatie

Werkblad In Flanders Fields Museum

Werkblad In Flanders Fields Museum Werkblad In Flanders Fields Museum Hallo! Je bezoekt vandaag het In Flanders Fields Museum. Dit werkblad stelt je vragen over wat je in het museum zal zien en horen. Natuurlijk mag je ook verder kijken

Nadere informatie

IEPERBOOG Noord PROPAGANDA. Beste leerling,

IEPERBOOG Noord PROPAGANDA. Beste leerling, IEPERBOOG Noord Beste leerling, Dit werkblad heeft als doel je iets langer bij bepaalde zaken in het museum te laten stil staan. Laat dit werkblad je er echter niet van weerhouden alles met de nodige aandacht

Nadere informatie

IJZERSLAG IEPER I Vraag : Welk(e) leger(s) nam(en) de verdediging van Ieper eind november 1914 op zich?

IJZERSLAG IEPER I Vraag : Welk(e) leger(s) nam(en) de verdediging van Ieper eind november 1914 op zich? IEPERBOOG Noord Beste leerling, Dit werkblad heeft als doel je iets langer bij bepaalde zaken in het museum te laten stil staan. Laat dit werkblad je er echter niet van weerhouden alles met de nodige aandacht

Nadere informatie

IEPERBOOG OOST. De oproep om aan de oorlog deel te nemen werd ook. door de familie Grenfell gehoord. In de List of Etonians

IEPERBOOG OOST. De oproep om aan de oorlog deel te nemen werd ook. door de familie Grenfell gehoord. In de List of Etonians IEPERBOOG OOST Beste leerling, Dit werkblad heeft als doel je iets langer bij bepaalde zaken in het museum te laten stil staan. Laat dit werkblad je er echter niet van weerhouden alles met de nodige aandacht

Nadere informatie

IEPERBOOG OOST. De oproep om aan de oorlog deel te nemen werd ook door de familie Grenfell gehoord. In de List of Etonians

IEPERBOOG OOST. De oproep om aan de oorlog deel te nemen werd ook door de familie Grenfell gehoord. In de List of Etonians IEPERBOOG OOST Beste leerling, Dit werkblad heeft als doel je iets langer bij bepaalde zaken in het museum te laten stil staan. Laat dit werkblad je er echter niet van weerhouden alles met de nodige aandacht

Nadere informatie

EDUCATIEF PAKKET ALGEMEEN WERKBLAD

EDUCATIEF PAKKET ALGEMEEN WERKBLAD EDUCATIEF PAKKET ALGEMEEN WERKBLAD N 8 8 7 7 1 1 8 9 0 8 9 0 7 7 0 0 1 1 19 19 1 1 18 18 1 1 11 11 17 17 7 8 10 9 1 1 7 8 10 9 1 1 1 1 Algemeen werkblad In Flanders Fields Museum Dit werkblad peilt naar

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Dit pakket bevat de volgende onderdelen:

Inhoudsopgave. Dit pakket bevat de volgende onderdelen: EDUCATIEF PAKKET N Inhoudsopgave Dit educatief pakket is gemaakt voor leerkrachten van het secundair onderwijs. Het is bedoeld om een klasbezoek aan het In Flanders Fields Museum en de Westhoek voor te

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Dit pakket bevat de volgende onderdelen:

Inhoudsopgave. Dit pakket bevat de volgende onderdelen: EDUCATIEF PAKKET N Inhoudsopgave Dit educatief pakket is gemaakt voor leerkrachten van het hoger secundair onderwijs. Het is bedoeld om een klasbezoek aan het In Flanders Fields Museum en de Westhoek voor

Nadere informatie

HET DROOMMUSEUM VAN DRE

HET DROOMMUSEUM VAN DRE HET DROOMMUSEUM VAN DRE Beste leerling, Dit werkblad wil je iets langer bij bepaalde zaken in het museum laten stil staan. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat je niet mag rondneuzen naar andere objecten,

Nadere informatie

EDUCATIEF PAKKET Het droommuseum van Dre

EDUCATIEF PAKKET Het droommuseum van Dre N EDUCATIEF PAKKET Het droommuseum van Dre Inhoudstafel Dit educatief pakket is gemaakt voor leerkrachten van het e, e en e leerjaar. Het is bedoeld om een klasbezoek aan het In Flanders Fields Museum

Nadere informatie

KUNST IN DE aanklacht tegen de oorlog

KUNST IN DE aanklacht tegen de oorlog KUNST IN DE OORLOG Een aanklacht tegen de oorlog BEELD: TREUREND OUDERPAAR v Käthe Kollwitz v Eigen zoon: Peter v Begraafplaats: Vladslo (Duits kerkhof) v Oorlogsverdriet treft iedereen (vriend en vijand)

Nadere informatie

Wereldoorlog 1: dood en vernieling (les 18 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Wereldoorlog 1: dood en vernieling (les 18 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich Wereldoorlog 1: dood en vernieling (les 18 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW --- www.degeschiedenisles.com --- VTI Kontich 1. Inleiding => WO 1 = totale oorlog => Nooit eerder geziene vernietiging =>

Nadere informatie

LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog LI_07 Er is veel volk op de dorpsplaats samengekomen en overal hangen vlaggen. Niemand is aan het werken. Het is waarschijnlijk zondag, en mooi

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ DE TENTOONSTELLING TEGEN-STRIJD: DE GROOTE OORLOG IN HET LAND VAN DENDERMONDE

OPDRACHTEN BIJ DE TENTOONSTELLING TEGEN-STRIJD: DE GROOTE OORLOG IN HET LAND VAN DENDERMONDE OPDRACHTEN BIJ DE TENTOONSTELLING TEGEN-STRIJD: DE GROOTE OORLOG IN HET LAND VAN DENDERMONDE INLEIDING Op 17 augustus opende de tentoonstelling Tegen-Strijd, de beleving van de Groote Oorlog in het land

Nadere informatie

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna. 100 jaar geleden t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna. t Is oorlog! Binderveld, Kozen, Nieuwerkerken en Wijer 100 jaar geleden is een

Nadere informatie

SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog MO_03 Moeders met lange rokken en schorten. Meisjes en jongens met zwarte kousen, sommige op klompen. Het lijkt gezellig op straat. Geen auto

Nadere informatie

BOUWEN AAN HET FRONT 100 JAAR SLAG BIJ PASSENDALE THE FINAL OFFENSIVE: THE YANKS ARE COMING PROGRAMMA HERDENKING

BOUWEN AAN HET FRONT 100 JAAR SLAG BIJ PASSENDALE THE FINAL OFFENSIVE: THE YANKS ARE COMING PROGRAMMA HERDENKING 2016 2017 2018 BOUWEN AAN HET FRONT 100 JAAR SLAG BIJ PASSENDALE THE FINAL OFFENSIVE: THE YANKS ARE COMING PROGRAMMA HERDENKING TENTOONSTELLING FRONT 14/18 - DE EERSTE WERELDOORLOG IN 3D 10.04 7.08 / Gratis

Nadere informatie

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op vrijdag 31 juli 1914 staat Gits in rep en roer: de algemene mobilisatie wordt afgekondigd. Alle jongemannen die in aanmerking komen voor

Nadere informatie

STADEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

STADEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG STADEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Staden voor de oorlog STA_07 De Speyhoek in Staden, voor de oorlog. Iedereen komt naar buiten voor de fotograaf. Moeders met lange rokken en grote schorten, vaders

Nadere informatie

ONTDEK WOI MET JE KLAS in drie boeiende apps!

ONTDEK WOI MET JE KLAS in drie boeiende apps! ONTDEK WOI MET JE KLAS in drie boeiende apps! ONTDEK WOI MET JE KLAS in drie boeiende apps! Wil je met je klas een project uitwerken rond WOI en gebruik maken van nieuwe media? Dan zijn deze drie apps

Nadere informatie

MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog MO_03 Moeders met lange rokken en schorten. Meisjes en jongens met zwarte kousen, sommige op klompen. Het lijkt gezellig op straat. Geen auto s...

Nadere informatie

Princelijke Vierschaar

Princelijke Vierschaar Het huis beneden aan de trap aan de linkerkant was vroeger de herberg t Schaeck, het schepenhuis van de Princelijke Vierschaar. Deze Princelijke Vierschaar groepeerde enkele lenen in de omgeving en ressorteerde

Nadere informatie

3 de graad lager onderwijs

3 de graad lager onderwijs 3 de graad lager onderwijs Hallo beste lezer, Wat een toeval dat jij mijn dagboek gevonden hebt! Ik kijk er al naar uit om je alles te vertellen wat ik meegemaakt heb de laatste maanden, wat waren me dat

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-11-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-11-1-b Bijlage VMBO-KB 2011 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een mening over het bijzonder onderwijs (rond 1900): Kinderen leren al op jonge

Nadere informatie

2 de graad lager onderwijs

2 de graad lager onderwijs 2 de graad lager onderwijs Hallo beste lezer, Wat een toeval dat jij mijn dagboek gevonden hebt! Ik kijk er al naar uit om je alles te vertellen wat ik meegemaakt heb de laatste maanden, wat waren me dat

Nadere informatie

Geschied- en Heemkundige Kring vzw PEPIJN@LANDEN

Geschied- en Heemkundige Kring vzw PEPIJN@LANDEN Geschied- en Heemkundige Kring vzw PEPIJN@LANDEN Secretariaat/Documentatiecentrum: Bezoekerscentrum Rufferdinge Molenberg 4 3400 Landen Tel. 011 88 34 68 Fax 011 83 27 62 info@ghklanden.be www.ghklanden.be

Nadere informatie

Memoryspel Kerstmis 1914: Het eerste kerstbestand. Verbroedering tussen strijdende partijen. Er wordt eten gedeeld en men

Memoryspel Kerstmis 1914: Het eerste kerstbestand. Verbroedering tussen strijdende partijen. Er wordt eten gedeeld en men Memoryspel Kerstmis 1914: Het eerste kerstbestand. Verbroedering tussen strijdende partijen. Er wordt eten gedeeld en men speelt zelfs een voetbalwedstrijd. Dit bestand was een poging geweest om er het

Nadere informatie

Wat is de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? De moord op Frans-Ferdinand van Oostenrijk.

Wat is de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? De moord op Frans-Ferdinand van Oostenrijk. Werkblad 7 Ω Oorlog en crisis Ω Les : De Eerste Wereldoorlog Het begin van de Eerste Wereldoorlog Rond 900 zijn er twee kampen in Europa. Rusland, Frankrijk en Groot- Brittannië aan de ene kant. Oostenrijk-

Nadere informatie

Dennis Harteveld. Robin van Leeuwenstijn 3te

Dennis Harteveld. Robin van Leeuwenstijn 3te Dennis Harteveld Robin van Leeuwenstijn 3te inleiding Wij hebben het onderwerp GIFGAS!!! Het leek ons wel boeiend en interessant omdat het een heel erg oorlog wapen was en er veel mensen dood aan zijn

Nadere informatie

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie) Praktische-opdracht door J. 1743 woorden 12 september 2011 6,1 32 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Nadere informatie

14-18 Brussel tijdens de Duitse bezetting. Presentatie van de tentoonstelling

14-18 Brussel tijdens de Duitse bezetting. Presentatie van de tentoonstelling 14-18 Brussel tijdens de Duitse bezetting Presentatie van de tentoonstelling 21.08.2014 03.05.2015 Museum van de Stad Brussel www.museumvandestadbrussel.be De reservisten op 29 juli BRUSSEL TIJDENS DE

Nadere informatie

Waarom, is dan de vraag, is het dat wel waard???? Het is 9 mei 1940, de oostflank van Europa staat in brand.

Waarom, is dan de vraag, is het dat wel waard???? Het is 9 mei 1940, de oostflank van Europa staat in brand. St Jozefkapel, 19 maart 2017 Beste mensen, Ik vind het heel erg fijn dat ik vandaag samen met jullie naar deze bijzondere plek mocht lopen. Als 3 jarige nam mijn vader me mee als hij hielp om deze plaats

Nadere informatie

De tijd van: Wereldoorlogen

De tijd van: Wereldoorlogen De tijd van: Wereldoorlogen WoI Interbellum WoII Wereldoorlog I Casus Belli (Latijn, de oorzaak van de oorlog) Wereldoorlog I Tweefronten oorlog: Oostfront/Westfront Tannenberg 1914: Bewegingsoorlog: Verdun

Nadere informatie

Dames en heren, Mijn besef van oorlog en vrede. heb ik meegekregen van mijn. vader, die de gastvrijheid van. de Duitse bezetter aan den lijve

Dames en heren, Mijn besef van oorlog en vrede. heb ik meegekregen van mijn. vader, die de gastvrijheid van. de Duitse bezetter aan den lijve Dames en heren, Mijn besef van oorlog en vrede heb ik meegekregen van mijn vader, die de gastvrijheid van de Duitse bezetter aan den lijve heeft mogen ondervinden. Mijn vader heeft in Scheveningen gezeten,

Nadere informatie

Originele stereofoto: 'Douamont. Cheveaux morts'

Originele stereofoto: 'Douamont. Cheveaux morts' Originele stereofoto: 'Douamont. Cheveaux morts' In de conflicten voor de Eerste Wereldoorlog speelden paarden een belangrijke rol. De cavalerie was tot dan het speerpunt van de legers. Maar vanaf 1914

Nadere informatie

Antwoordenbundel fietszoektocht

Antwoordenbundel fietszoektocht Groepsnaam:. Groepsleden:.. Opdracht 1: De Eerste Wereldoorlog mag dan wel al 100 jaar geleden zijn, vandaag zijn de sporen nog duidelijk zichtbaar. Daarom noemen we het landschap ook de laatste ooggetuige

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Ten Oorlog // De Eerste Wereldoorlog

Samenvatting Geschiedenis Ten Oorlog // De Eerste Wereldoorlog Samenvatting Geschiedenis Ten Oorlog // De Eerste Wereldoorlog Samenvatting door een scholier 1489 woorden 17 mei 2009 4,7 9 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De eerste wereldoorlog Paragraaf 1 De kans

Nadere informatie

Naar De Grote Oorlog Ieper excursie, leerlingeninstructie

Naar De Grote Oorlog Ieper excursie, leerlingeninstructie Naar De Grote Oorlog Ieper excursie, leerlingeninstructie Monument op de Duitse militaire begraafplaats bij Langemark. Hier liggen 25.000 soldaten. Foto Reinard Maarleveld 1 Naar De Grote Oorlog Nederland

Nadere informatie

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014. Historisch Overzicht SO 1 Tijdvak II AVONDMAVO 2013-2014 Historisch Overzicht 1. Welke doelstelling had Wilhelm II bij zijn aantreden als Keizer van Duitsland? 2. Welk land behoorde niet tot de Centralen tijdens de Eerste

Nadere informatie

b) Waarom? Roeselare wordt in oktober 1914 veroverd en wordt dus bezet gebied. Het ligt aan de Duitse kant van het front

b) Waarom? Roeselare wordt in oktober 1914 veroverd en wordt dus bezet gebied. Het ligt aan de Duitse kant van het front 1. Inleiding a) De oude stedelijke begraafplaats van Roeselare is meer dan tweehonderd jaar oud (van 1806). Tijdens de oorlog werden hier vooral Duitse soldaten begraven. b) Waarom? Roeselare wordt in

Nadere informatie

HOOGLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

HOOGLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG HOOGLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Het is oorlog! Het brandweerkorps wordt snel samengeroepen voor het gemeentehuis. De brandweermannen moeten de jongens gaan waarschuwen

Nadere informatie

DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog DAD_02 Dadizele, voor de oorlog. De kinderen wachten op de tram. Overal in de streek liepen tramlijnen. Maar de tram maakte plaats voor de auto. Ook

Nadere informatie

DINGEN DIE JE MOET WETEN

DINGEN DIE JE MOET WETEN 50 Maar wat gebeurde er precies? Welke landen en mensen waren belangrijk? Dit boek staat vol met weetjes, landkaarten en foto s over een tragische periode in de wereldgeschiedenis. JIM ELDRIDGE ISBN 978

Nadere informatie

Het gezicht van de Groote oorlog

Het gezicht van de Groote oorlog Het gezicht van de Groote oorlog Wat was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog? a) machtsuitbreiding b) De moord op de Aartshertog Frans Ferdinand. c) Een wraakactie voor vorige verloren veldslagen.

Nadere informatie

We weten NIETS van de soldaat SHARING HISTORY. TENTOONSTELLING De Geschreven Oorlog. 3 september 2016 8 januari 2017

We weten NIETS van de soldaat SHARING HISTORY. TENTOONSTELLING De Geschreven Oorlog. 3 september 2016 8 januari 2017 De Geschreven Oorlog 3 september 2016 8 januari 2017 Canada in Flanders 26 maart 2016 3 juli 2016 We weten NIETS van de soldaat IEPER SHARING HISTORY Geschiedenis delen. Tijdens de herdenkingsjaren van

Nadere informatie

Lesbrieven WOI. 100 jaar Groote Oorlog

Lesbrieven WOI. 100 jaar Groote Oorlog Lesbrieven WOI 100 jaar Groote Oorlog De Ginter gemeenten 1 Gistel 2 Oudenburg 3 Ichtegem 4 Torhout 5 Zedelgem 6 Koekelare 7 Kortemark 2 Kortemark tijdens de Eerste Wereldoorlog Kortemark vóór de oorlog

Nadere informatie

Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012.

Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012. Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012. Dames en heren, Op 11 april 1945, begin van de middag, werd Buchenwald door het

Nadere informatie

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes,

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes, Toespraak Gerdi Verbeet Onthulling vernieuwd monument Voorhout, 3 mei 2017 Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes, Hartelijk dank dat u mij vandaag de gelegenheid geeft iets te

Nadere informatie

Jozef Armand Ribbens, een onbekende soldaat uit Wereldoorlog I

Jozef Armand Ribbens, een onbekende soldaat uit Wereldoorlog I Jozef Armand Ribbens, een onbekende soldaat uit Wereldoorlog I Guy De Mulder 1. Inleiding. Wereldoorlog I is naar aanleiding van de 100-jarige herdenking terecht een historisch hot item. Vooral de grote

Nadere informatie

EENS KIJKEN WAT WE AL WETEN

EENS KIJKEN WAT WE AL WETEN EENS KIJKEN WAT WE AL WETEN Lijssenthoek Military Cemetery is één van de vele sporen die de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek heeft nagelaten. Je kent er vast nog. Welke van deze plekken hebben ook te

Nadere informatie

Karel V. Jan Breydel Lucy. Godfried van Bouillon

Karel V. Jan Breydel Lucy. Godfried van Bouillon Even herhalen Schrijf bij elke belangrijke naam, uitvinding of ontdekking de correcte tijdsperiode. Alexander de Grote het eerste wiel Julius Caesar Noormannen Clovis Karel de Grote Karel V Christoffel

Nadere informatie

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940) Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940) Adolf Hitler In 1933 kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij was de leider van de nazi-partij. Hij zei tegen de mensen: `Ik maak van Duitsland

Nadere informatie

KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog De kerk van Kachtem, toen alles nog rustig was. 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat het dorp in rep en roer: het is oorlog! Overal wordt

Nadere informatie

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden Bronnen Noem een museum uit die tijd. Openluchtmuseum

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Kastelen De eerste kastelen De eerste kastelen werden tussen 800 en 1000 na Christus gebouwd. In die tijd maakten de Noormannen de kusten van Europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen

Nadere informatie

Battlefieldtour Normandië 4 t/m 7 juni 2018

Battlefieldtour Normandië 4 t/m 7 juni 2018 Battlefieldtour Normandië 4 t/m 7 juni 2018 Battlefieldtour Normandië 4 t/m 7 juni 2018 Deze tour is een echte klassieker in ons reisaanbod. Heeft u altijd al eens het slagveld in Normandië met eigen ogen

Nadere informatie

Ieper, Pilkemseweg (perceel 899a, 900)

Ieper, Pilkemseweg (perceel 899a, 900) Ieper, Pilkemseweg (perceel 899a, 900) Gedurende twee weken in november 2005 voerde het VIOE (Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed) archeologisch onderzoek uit op een terrein kadastraal gekend als

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis De Eerste Wereldoorlog

Werkstuk Geschiedenis De Eerste Wereldoorlog Werkstuk Geschiedenis De Eerste Wereldoorlog Werkstuk door een scholier 1764 woorden 15 november 2002 6,2 311 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1: De aanleiding voor de 1e W.O. Het gekke is dat

Nadere informatie

Geschied- en Heemkundige Kring vzw PEPIJN@LANDEN

Geschied- en Heemkundige Kring vzw PEPIJN@LANDEN Geschied- en Heemkundige Kring vzw PEPIJN@LANDEN Secretariaat/Documentatiecentrum: Bezoekerscentrum Rufferdinge Molenberg 4 3400 Landen Tel. 011 88 34 68 Fax 011 83 27 62 info@ghklanden.be www.ghklanden.be

Nadere informatie

jouw ontmoeting met het verleden BRUGGEN BOUWEN

jouw ontmoeting met het verleden BRUGGEN BOUWEN jouw ontmoeting met het verleden BRUGGEN BOUWEN TOGOWEST@DENGROOTENOORLOG CONCEPT EN LOGO BRUGGEN BOUWEN TOGOWEST@DENGROOTENOORLOG Algemeen concept en logo project Opa Gilbert vertelt aan zijn kleinkinderen

Nadere informatie

Toespraak Gerdi Verbeet. Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni Geachte aanwezigen,

Toespraak Gerdi Verbeet. Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni Geachte aanwezigen, Toespraak Gerdi Verbeet Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni 2016 Geachte aanwezigen, Dank voor de uitnodiging om hier te komen spreken in Doorn, dichtbij Den Dolder

Nadere informatie

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934 Albert I van België: Brussel, 8 april 1875 - Marche-les- Dames, 17 februari 1934 Hij was prins van België, hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg-Gotha, was van 23 december 1909 tot 17 februari 1934

Nadere informatie

DIEPPE. Een raid herdacht Spelparcours jaar

DIEPPE. Een raid herdacht Spelparcours jaar DIEPPE. Een raid herdacht Spelparcours 10-14 jaar Dit spelparcours neemt je mee terug naar 1942. In dat jaar was de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) volop aan de gang. Door de vragen op te lossen, ontdek

Nadere informatie

Opdracht Tentoonstelling

Opdracht Tentoonstelling Opdracht Tentoonstelling Provincie Utrecht tijdens de Eerste Wereldoorlog Opdrachtblad Inleiding Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal. Hoewel het grote oorlogsgeweld gelukkig Nederland

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog RUM_02 Koetsen en karren over de kasseien van de vooroorlogse Rumbeeksesteenweg. De straat loopt recht op de mooie, fiere kerktoren. 31 juli 1914:

Nadere informatie

1914 Duitse mariniers in Londerzeel

1914 Duitse mariniers in Londerzeel 1914 Duitse mariniers in Londerzeel door Louis De Bondt, Francis Hallemans en Louis De Boeck Op 20 augustus 1914 werd het niet verdedigde Brussel door de Duitsers bezet en nog dezelfde dag werden er door

Nadere informatie

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat de stad in rep en roer: het is oorlog! Overal wordt erover gepraat, de mensen staan allemaal op straat. De volgende

Nadere informatie

BELVUE MUSEUM. Jongeren eerst!

BELVUE MUSEUM. Jongeren eerst! BELVUE MUSEUM Jongeren eerst! HET BELvue Beheerd door de Koning Boudewijnstichting Geopend in 2005 als centrum voor democratie en geschiedenis Belangrijkste doelgroep: jongeren 2 Democratische waarden

Nadere informatie

Herdenkingstoerisme Westhoek 2014

Herdenkingstoerisme Westhoek 2014 Visitor Management Herdenkingstoerisme Westhoek 2014 Persconferentie 8 april 2015 Opvolging bezoekerscijfers WOI-sites Westhoek BC Westfront 7 MUSEA: via ticketing 4 BEGRAAFPLAATSEN: via tellers Forse

Nadere informatie

DORST IN DE OORLOGSJAREN.

DORST IN DE OORLOGSJAREN. DORST IN DE OORLOGSJAREN. De aanwezigheid van vliegveld Gilze-Rijen heeft voor de bewoners van Dorst de hele oorlog door steeds grote ongemakken en vele gevaren opgeleverd. Praktisch de hele oorlog waren

Nadere informatie

Persconferentie WOI-toerisme 7 oktober 2014

Persconferentie WOI-toerisme 7 oktober 2014 Persconferentie WOI-toerisme 7 oktober 2014 Opvolging bezoekerscijfers WOI Januari-september 2014 Opvolging bezoekerscijfers op 10 WOI-sites 6 MUSEA: via ticketing 4 BEGRAAFPLAATSEN: via tellers Reeds

Nadere informatie

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg ter gelegenheid van in ontvangst nemen boek Klein en groot zijn daar gelijk, 23 november 2009

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg ter gelegenheid van in ontvangst nemen boek Klein en groot zijn daar gelijk, 23 november 2009 Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg ter gelegenheid van in ontvangst nemen boek Klein en groot zijn daar gelijk, 23 november 2009 Dames en heren, Een nieuwe stad komt pas tot leven

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Geschiedenis INHOUDSOPGAVE: Aantekeningen Pagina 2/3 Wat moet je leren Pagina 3 Wat moet je kennen en kunnen? Pagina 4/6 Tekst Samenvatting Pagina 6/8 Begrippen Pagina 8 1 Aantekeningen H1.1

Nadere informatie

Toespraak 14 mei 2016 Stichting Artilleriemonument Dubbeldam Uitgesproken door de heer drs. A.A.M. Brok, burgemeester van Dordrecht

Toespraak 14 mei 2016 Stichting Artilleriemonument Dubbeldam Uitgesproken door de heer drs. A.A.M. Brok, burgemeester van Dordrecht Toespraak 14 mei 2016 Stichting Artilleriemonument Dubbeldam Uitgesproken door de heer drs. A.A.M. Brok, burgemeester van Dordrecht De burgemeester kan in zijn toespraak afwijken van deze tekst. Geachte

Nadere informatie

Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib

Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib Toespraak bij de jaarlijkse 4 mei herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen Door de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib Het is Kerstmis, 1938. De 28-jarige Brits-Joodse effectenhandelaar, Sir

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

Chr. Oranjevereniging Marken en Oranje Herdenking 4 mei 2017 Thema: Verhalen van de oorlog

Chr. Oranjevereniging Marken en Oranje Herdenking 4 mei 2017 Thema: Verhalen van de oorlog Chr. Oranjevereniging Marken en Oranje Herdenking 4 mei 2017 Thema: Verhalen van de oorlog Pieter er Zeeman en de konvooien naar Moermansk Pieter Zeeman (geboren op Marken op 20 december 1914) voer in

Nadere informatie

WARS? TO END ALL TENTOONSTELLING EEN BILAN VAN DE EERSTE WERELDOORLOG IEPER

WARS? TO END ALL TENTOONSTELLING EEN BILAN VAN DE EERSTE WERELDOORLOG IEPER HET IN FLANDERS FIELDS MUSEUM PRESENTEERT DE TIJDELIJKE TENTOONSTELLING: TO END ALL WARS? TENTOONSTELLING 27.10.2018 15.11.2019 EEN BILAN VAN DE EERSTE WERELDOORLOG Het is een weelde dat bij jullie zo

Nadere informatie

Spreekbeurt en werkstuk over. Ridders. Door: Oscar Zuethoff

Spreekbeurt en werkstuk over. Ridders. Door: Oscar Zuethoff Spreekbeurt en werkstuk over Ridders Door: Oscar Zuethoff Mei 2007 Inleiding Waarom houd ik een spreekbeurt over de ridders en de riddertijd? Toen ik klein was wilde ik altijd al een ridder zijn. Ik vind

Nadere informatie

Daarachter bevindt zich het monument met het opschrift: Ter nagedachtenis van de in 1940-1945 voor het vaderland gevallenen.

Daarachter bevindt zich het monument met het opschrift: Ter nagedachtenis van de in 1940-1945 voor het vaderland gevallenen. ENKELE BESPIEGELINGEN BIJ HET OORLOGSMONUMENT TE WASSENAAR Op 4 mei vindt in ons land de nationale dodenherdenking plaats: Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei herdenken we allen burgers en militairen

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b Bijlage VMBO-KB 2012 tijdvak 2 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-12-2-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een beschrijving van een politieke stroming (rond 1870): Zij

Nadere informatie

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen. Tussen welke twee landen is de Eerste Wereldoorlog begonnen? 1. Engeland en Frankrijk 2. Duitsland en Frankrijk 3. Duitsland en Engeland Nederland blijft neutraal. Wat betekent dat? 1. Nederland kiest

Nadere informatie

INGELMUNSTER TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

INGELMUNSTER TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG INGELMUNSTER TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat de gemeente in rep en roer: het is oorlog! Overal wordt erover gepraat. De volgende dag al moeten de dienstplichtigen

Nadere informatie

Rotemstraat 14, 3545 Halen

Rotemstraat 14, 3545 Halen Rotemstraat 14, 3545 Halen Slag der Zilveren Helmen, 12 augustus 1914 Stel je een groot, sterk leger voor van duizenden Duitsers die optrokken vanuit Sint- Truiden, Borgloon en Hasselt richting Diest en

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog

Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog Samenvatting Geschiedenis De Tweede Wereldoorlog Samenvatting door Cas 1253 woorden 2 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding. Waarom ik voor dit onderwerp heb gekozen. Ik heb voor dit

Nadere informatie

IEPER. De busreis vangt aan aan De Brukkes te Neerhespen. Uur later te bepalen.

IEPER. De busreis vangt aan aan De Brukkes te Neerhespen. Uur later te bepalen. IEPER 2-daage reis op maandag 7 en dinsdag 8 april 2014 (eerste week paasvakantie) De busreis vangt aan aan De Brukkes te Neerhespen. Uur later te bepalen. Toelichting : Het gebied rond Ieper was van 1914

Nadere informatie

Memorial Museum Passchendaele 1917 M M P 1917 A: GESCHIEDENIS VAN HET MUSEUM

Memorial Museum Passchendaele 1917 M M P 1917 A: GESCHIEDENIS VAN HET MUSEUM Memorial Museum Passchendaele 1917 M M P 1917 A: GESCHIEDENIS VAN HET MUSEUM 1987 Het MMP1917 vindt zijn eerste aanzet, toen werd voor het eerst een tentoonstelling gehouden rond de derde slag bij Ieper,

Nadere informatie

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen

Over de Maas. Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen. Harrie Bloemen Voor Fritz - 1 - - 2 - Over de Maas Het oorlogsverhaal van de 15-jarige Harrie Bloemen Harrie Bloemen - 3 - - 4 - Harrie bij de resten van een ontplofte nevelwerper raket, lente 1946 in de achtertuin -

Nadere informatie

Zondag Trinitatis 15 juni Lezingen: Exodus 34: 4-9 en Mattheüs 28 : 16-20

Zondag Trinitatis 15 juni Lezingen: Exodus 34: 4-9 en Mattheüs 28 : 16-20 Zondag Trinitatis 15 juni 2014 Lezingen: Exodus 34: 4-9 en Mattheüs 28 : 16-20 Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik had wel de neiging om af te haken, om het leesrooster voor deze zondag maar terzijde

Nadere informatie

Drie verhalen, twee vijanden, één oorlog. De Eerste Wereldoorlog p

Drie verhalen, twee vijanden, één oorlog. De Eerste Wereldoorlog p Drie verhalen, twee vijanden, één oorlog De Eerste Wereldoorlog p. 65-73 Instap/ actualiteit Opruimen explosieven Passendale zal weken duren, 2014 een oorlog duurt soms maar even, het opruimen ervan kan

Nadere informatie

Bayernwald. Duitse loopgraven in de Groote Oorlog. Opdrachten 4de, 5de en 6de leerjaar

Bayernwald. Duitse loopgraven in de Groote Oorlog. Opdrachten 4de, 5de en 6de leerjaar Bayernwald Duitse loopgraven in de Groote Oorlog Opdrachten 4de, 5de en 6de leerjaar Hoi, ik ben Hanna. Ik ben 11 jaar. Ik woon in Heuvelland. Vandaag neem ik jullie mee op reis in de tijd, terug naar

Nadere informatie

VOORNAAM TELEFOON. A. GEMEENTELIJK MAGAZIJN VOOR HULPGOEDEREN of SUIKERDEPOT

VOORNAAM TELEFOON. A. GEMEENTELIJK MAGAZIJN VOOR HULPGOEDEREN of SUIKERDEPOT 1914 2014 NAAM VOORNAAM ADRES TELEFOON E-MAIL VRAGEN OP PAAL VRAAG 1 A. KASTEELSTRAAT (7) B. VILLA CARA VRAAG 2 A. GEMEENTELIJK MAGAZIJN VOOR HULPGOEDEREN of SUIKERDEPOT B. MOUTERIJ (VAN ASSCHE) VRAAG

Nadere informatie

In het totaal liggen er nu 8257 slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog begraven.

In het totaal liggen er nu 8257 slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog begraven. INLEIDING Deze grote begraafplaats was op het einde van de Eerste Wereldoorlog helemaal niet zo groot. Hoe klein ze eerst was, zien we straks, op het einde van onze wandeling. Dan komen we in het deel

Nadere informatie

Werkstuk Engels Auschwitz birkenau

Werkstuk Engels Auschwitz birkenau Werkstuk Engels Auschwitz birkenau Werkstuk door een scholier 1715 woorden 11 oktober 2011 5,2 9 keer beoordeeld Vak Engels Inhoud Bronvermelding. Pagina: 3 Wat is Auschwitz? Pagina: 4 Wat was het doel

Nadere informatie