QUICKSCAN PERSONEELS- EN MOBILITEITSONDERZOEK 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "QUICKSCAN PERSONEELS- EN MOBILITEITSONDERZOEK 2010"

Transcriptie

1 QUICKSCAN PERSONEELS- EN MOBILITEITSONDERZOEK 2010 MWM2 bureau voor online onderzoek, in opdracht van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Publieke Sector September

2 COLOFON Uitgave Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Publieke Sector Postbus EA Den Haag MWM2 bureau voor online onderzoek Karen den Besten Almer Postma Anuschka Sital 2

3 INHOUDSOPGAVE QUICKSCAN PERSONEELS- EN MOBILITEITSONDERZOEK COLOFON... 2 INHOUDSOPGAVE... 3 INLEIDING TEVREDENHEID OVERHEIDSPERSONEEL... 5 Opnieuw toename baantevredenheid overheidswerknemers...5 Toename van tevredenheid met organisatie...6 Medewerkers publieke sector meest tevreden over inhoud werk IN- EN UITSTROOMMOTIEVEN OVERHEIDSPERSONEEL... 9 Inhoud van het werk belangrijkste reden om bij overheid te werken...9 Uitdagendheid, loopbaanmogelijkheden en takenpakket belangrijkste uitstroomredenen NIEUW IN HET POMO Employability en mobiliteitswens...13 Vooral hoge leeftijd wordt gezien als reden voor het niet kunnen bemachtigen van een nieuwe baan...15 Minder goede combinatie privé en werk meest genoemde offer voor nieuwe baan bij andere werkgever...15 Public service motivation (PSM) en PSM-fit: dienen van de publieke zaak...16 Affectieve commitment: betrokkenheid bij de organisatie...17 Integere werkhouding TECHNISCHE TOELICHTING Opzet en doel van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek...19 Steekproef en respons...20 Personeelsonderzoek Mobiliteitsonderzoek POmarkt

4 INLEIDING In het voorjaar van 2010 is het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (POMO) 2010 gehouden (voormalige) overheidswerknemers, verspreid over de veertien arbeidsvoorwaardelijke overheidssectoren, hebben een uitnodiging gekregen om deel te nemen aan dit onderzoek. Meer dan van hen hebben aan de uitnodiging gehoor gegeven en één van de vragenlijsten ingevuld. Na afloop van het veldwerk zijn de data geanalyseerd en verwerkt in deze Quickscan Personeels- en Mobiliteitsonderzoek In de Quickscan wordt een aantal van de belangrijkste resultaten van het onderzoek samengevat. In de toekomst zal er meer aanvullend onderzoek op de data van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2010 plaatsvinden. De resultaten hiervan worden gepubliceerd op de website van het ministerie ( Het eerste hoofdstuk van de Quickscan beschrijft de ontwikkeling van de tevredenheid van overheidswerknemers naar sector. Ook wordt ingegaan op de mate van tevredenheid over verschillende functieaspecten. Het tweede hoofdstuk gaat in op de mobiliteit van het overheidspersoneel en laat zien wat de belangrijkste in- en uitstroommotieven van ambtenaren zijn. Het derde hoofdstuk gaat over onderwerpen die in het POMO 2010 voor het eerst aan de orde komen, zoals bijvoorbeeld organisatiebetrokkenheid en mobiliteitsgeneigdheid. De vierde en laatste paragraaf vormt een technische toelichting op het onderzoek. 4

5 1. TEVREDENHEID OVERHEIDSPERSONEEL Opnieuw toename baantevredenheid overheidswerknemers Circa vier van de vijf (79%) overheidswerknemers is tevreden met hun baan. Dit is een lichte stijging ten opzichte van In 2007 was driekwart (75%) van de overheidswerknemers tevreden met hun baan. Deze stijging is in alle sectoren te zien, maar met name in de onderwijssectoren zijn meer werknemers tevreden met hun baan dan in eerdere jaren: de baantevredenheid steeg bijvoorbeeld sterk in het Voortgezet Onderwijs (+8%) en in het Middelbaar Beroepsonderwijs (+7%). Verder is de daling van het aantal tevreden werknemers bij Universitair Medische Centra die in het POMO 2006 en 2008 werd gerapporteerd ongedaan gemaakt door een flinke stijging van het aantal tevreden werknemers (+6%). Net als in vorige jaren zijn werknemers die deel uitmaken van de Rechterlijke Macht het meest tevreden (92%). Ook respondenten uit de sectoren Primair Onderwijs en Waterschappen zijn vaker tevreden met hun baan dan gemiddeld. Medewerkers in de sectoren Defensie en Politie geven juist minder vaak aan (tamelijk of zeer) tevreden te zijn met hun baan. Ditzelfde geldt voor het Middelbaar Beroepsonderwijs: ondanks de sterke toename in de baantevredenheid onder medewerkers in deze sector, blijft de tevredenheid lager dan gemiddeld. In de zorgsector blijkt de tevredenheid net als twee jaar geleden even groot als onder het overheidspersoneel. De mate van tevredenheid onder werknemers uit de marktsector is niet gewijzigd ten opzichte van 2007 en blijft lager dan baantevredenheid onder overheidsmedewerkers. Tabel 1. Tevredenheid van overheidspersoneel met de baan naar sector (in procenten) Percentage dat, alles bijeengenomen, tamelijk of zeer tevreden is met de baan Totaal overheid Openbaar bestuur Rijk Gemeenten Provincies Rechterlijke Macht Waterschappen Onderwijs en wetenschappen Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs Hoger Beroepsonderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Onderzoeksinstellingen Universitair Medische Centra Veiligheid Defensie Politie Marktsector Zorg en Welzijn

6 Toename van tevredenheid met organisatie Opnieuw is er een stijging in tevredenheid met de organisatie onder overheidsmedewerkers (59%). De stijgende lijn, ingezet na 2005, wordt in 2009 doorgezet. Zowel in het Openbaar Bestuur (61%), Onderwijs en Wetenschappen (59%) als in Veiligheid (55%) is een toename te zien. Inzoomend op de verschillende sectoren blijken er twee sectoren waar de tevredenheid niet is gestegen. Werknemers van onderzoekinstellingen zijn net zo vaak tevreden met hun organisatie als in de vorige meting. Hier staat tegenover dat de toename van tevredenheid van werknemers van onderzoeksinstellingen in 2007 opvallend hoog was. De tevredenheid met de organisatie onder werknemers van Politie is lager dan in Hoewel de tevredenheid met de organisatie onder medewerkers van Onderzoekinstellingen niet is toegenomen, is het aandeel medewerkers dat tevreden is in deze de sector het grootst (71%). Andere sectoren waar werknemers vaker dan gemiddeld tevreden zijn met hun organisatie zijn de Rechterlijke Macht (68%), Waterschappen (64%), Primair Onderwijs (64%) en Wetenschappelijk Onderwijs (64%). Het minst tevreden met de organisatie zijn medewerkers in het Middelbaar Beroepsonderwijs (44%) en bij Politie (50%). De tevredenheid met de organisatie is onder medewerkers in de marktsector is gelijk gebleven. Door de stijging in de tevredenheid met de organisatie in de publieke sector is het verschil tussen de marktsector (65%) en de overheid (59%) minder groot dan in de vorige meting. Toch blijven werknemers in de marktsector vaker tevreden over de organisatie waar zij werkzaam zijn vergeleken met werknemers in de publieke sector. Tabel 2. Tevredenheid van overheidspersoneel met de organisatie naar sector (in procenten) Percentage dat, alles bijeengenomen, tamelijk of zeer tevreden is met de baan Totaal overheid Openbaar bestuur Rijk Gemeenten Provincies Rechterlijke Macht Waterschappen Onderwijs en wetenschappen Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs Hoger Beroepsonderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Onderzoekinstellingen Universitair Medische Centra Veiligheid Defensie Politie Marktsector Zorg en Welzijn

7 Medewerkers publieke sector meest tevreden over inhoud werk Respondenten die heel 2009 bij dezelfde werkgever hebben gewerkt, zijn gevraagd aan te geven over welke (maximaal vijf) aspecten van het werk zij het meest tevreden zijn en deze te rangschikken naar de mate van tevredenheid. In onderstaande tabel is het aandeel overheidsmedewerkers dat een bepaald functieaspect heeft gekozen uitgesplitst naar taakveld. Omdat de gemiddelde positie waarop het functieaspect door de overheidsmedewerkers is geplaatst weinig varieert, is deze informatie niet in de tabel opgenomen. Ook in het POMO 2008 is gevraagd naar de mate van tevredenheid over een aantal functieaspecten. Omdat in deze meting is gekozen voor een nieuwe vraagstelling, zijn de resultaten echter niet zondermeer met elkaar te vergelijken en zijn de uitkomsten uit POMO 2008 niet in de tabel opgenomen. Respondenten kozen gemiddeld 4,4 aspecten. De inhoud van het werk en mate van zelfstandigheid bij het uitvoeren van het werk worden het vaakst genoemd als één van de aspecten waar overheidsmedewerkers tevreden over zijn: bijna de helft (46%) van de overheidswerknemers noemt de inhoud van het werk. Dit is in lijn met de uitkomsten van eerdere onderzoeken: ook in 2008 was de inhoud van het werk één van de aspecten waar medewerkers in de publieke sector het vaakst tevreden mee waren. Evenveel respondenten (46%) zijn tevreden over de mate van zelfstandigheid bij het uitvoeren van hun werk. In de Veiligheidssectoren en in het Openbaar Bestuur wordt dit aspect zelfs het meest genoemd als functieaspect waarover zij het meest tevreden zijn. Respondenten in de marktsector kozen gemiddeld 4,1 aspecten. Het meest genoemde aspect onder respondenten in de marktsector is de sfeer op de werkvloer (33%). Veel vaker dan in de publieke sector noemen respondenten uit de marktsector het salaris als één van de vijf aspecten waar zij het meest tevreden over zijn. Respondenten in de zorgsector noemen net als in de publieke sector het vaakst de inhoud van het werk (39%) en de mate van zelfstandigheid bij de uitvoering ervan (36%). Tabel 3. Functieaspecten waar overheidsmedewerkers het MEEST tevreden over zijn Percentage gekozen en gemiddelde positie waarop gerangschikt Totaal overheid Openbaar Bestuur Onderwijs en wetensch. Veiligheid Marktsector De inhoud van het werk De mate van zelfstandigheid bij het uitvoeren van uw werk De relatie met uw collega's De sfeer op de werkvloer De mate van uitdaging in het werk Het combineren van werk en privé De reistijd van huis naar werk Uw baanzekerheid Uw werktijden De manier waarop uw collega's met u omgaan Uw takenpakket Het niveau van uw werkzaamheden Het werken in teamverband De mate van waardering die u ontvangt Uw salaris De relatie met uw leidinggevende De vorm van uw aanstelling/contract (vast, flexibel, etc.) De opleidingsmogelijkheden De wijze waarop uw leidinggevende leidinggeeft De hoeveelheid werk De resultaatgerichtheid van de organisatie De werkdruk Het imago van uw organisatie Uw loopbaanmogelijkheden De mentale belasting tijdens uw werk De mate waarin uw organisatie oog heeft voor resultaten die pas op de langere termijn worden gerealiseerd De mate van sturing in uw organisatie De hiërarchie in uw organisatie De mate van bureaucratie in uw organisatie Zorg en welzijn 7

8 Overheidsmedewerkers minst tevreden over mate van bureaucratie In de vragenlijst is niet alleen gevraagd naar de functieaspecten waarover overheidswerknemers tevreden zijn, maar ook waarover zij juist niet tevreden zijn. Daarom zijn respondenten die heel 2009 bij dezelfde werkgever hebben gewerkt, gevraagd aan te geven over welke (maximaal vijf) aspecten waar zij het minst tevreden zijn en deze te rangschikken naar de mate van ontevredenheid. In onderstaande tabel is het aandeel overheidsmedewerkers dat een bepaald functieaspect heeft gekozen, uitgesplitst naar taakveld. Ook voor deze vraag geldt dat de gemiddelde positie waarop het functieaspect door de overheidsmedewerkers is geplaatst weinig varieert. Daarom is deze informatie niet in deze tabel opgenomen. Respondenten kozen gemiddeld 3,6 aspecten. Binnen de veiligheidssectoren worden er gemiddeld meer aspecten genoemd, namelijk 3,8. De mate van bureaucratie binnen de organisatie wordt vaakst genoemd als één van de vijf aspecten waar men het minst tevreden mee is, met name in de veiligheidssectoren (51%) en in het Openbaar Bestuur (45%). In het Onderwijs zijn medewerkers het minst tevreden over de werkdruk (43%). Verder noemen vooral medewerkers uit het Openbaar Bestuur en de Veiligheidssectoren ook de mate van sturing in de organisatie als aspect waarover zij minder tevreden zijn. Tot slot noemen relatief veel medewerkers uit de veiligheidssectoren (en in mindere mate ook uit het Onderwijs) het salaris als functieaspect waarover zij het minst tevreden zijn. Respondenten in de marktsector noemen gemiddeld 3,3 aspecten. Het salaris (27%) en de mate van sturing in de organisatie (24%) werden het vaakst genoemd als één van de aspecten waar men ontevreden over is. Respondenten in de zorgsector noemen gemiddeld 3,4 aspecten. In deze sector zijn de mate van bureaucratie (29%), de werkdruk (29%) en het salaris (29%) aspecten waarover respondenten vaak ontevreden zijn. Tabel 4. Functieaspecten waar overheidsmedewerkers het MINST tevreden over zijn Percentage gekozen Totaal overheid Openbaar Bestuur Onderwijs en wetensch. Veiligheid Marktsector De mate van bureaucratie in uw organisatie De werkdruk De mate van sturing in uw organisatie Uw salaris De wijze waarop uw leidinggevende leidinggeeft De mate waarin uw organisatie oog heeft voor resultaten die pas op de langere termijn worden gerealiseerd De hoeveelheid werk De mate van waardering die u ontvangt De resultaatgerichtheid van de organisatie De mentale belasting tijdens uw werk De hiërarchie in uw organisatie Uw loopbaanmogelijkheden Het imago van uw organisatie De reistijd van huis naar werk De relatie met uw leidinggevende De opleidingsmogelijkheden De mate van uitdaging in het werk De sfeer op de werkvloer Het combineren van werk en privé Uw takenpakket Het niveau van uw werkzaamheden Uw baanzekerheid De inhoud van het werk Uw werktijden De vorm van uw aanstelling/contract (vast, flexibel, etc.) De relatie met uw collega's De manier waarop uw collega's met u omgaan Het werken in teamverband De mate van zelfstandigheid bij het uitvoeren van uw werk Zorg en welzijn 8

9 2. IN- EN UITSTROOMMOTIEVEN OVERHEIDSPERSONEEL Inhoud van het werk belangrijkste reden om bij overheid te werken Aan respondenten die in 2009 bij een overheidswerkgever zijn ingestroomd, is gevraagd waarom zij voor die specifieke baan hebben gekozen. Respondenten kozen gemiddeld 3,6 instroommotieven. Voor alle taakvelden geldt dat de inhoud van het werk een belangrijk motief is om voor een baan bij de overheid te kiezen. Bijna tweederde van de overheidswerknemers vindt dit een van de vijf belangrijkste redenen om voor een specifieke baan te kiezen (zie tabel 5). Dit geldt voor alle sectoren binnen de overheid. Daarnaast zijn ook uitdagend werk (46%), voldoende zelfstandigheid in de uitvoering (34%), een goede sfeer op de werkvloer (29%) en een gevarieerd takenpakket (27%) belangrijke instroommotieven. Minder belangrijk is: voldoende werk te doen (6%), werken in teamverband (8%), een vast contract (8%), acceptabele werkdruk (9%) en regelmatige werktijden (10%). Sommige instroommotieven zoals de inhoud van het werk vindt men in alle sectoren belangrijk. Voor andere instroommotieven bestaan tussen de verschillende taakvelden grote verschillen. Binnen Veiligheid kiezen werknemers vaker voor een baan vanwege het uitdagende werk (61% vs. 46% gemiddeld bij de overheid), voldoende opleidingsmogelijkheden (33%) en voldoende loopbaanmogelijkheden ( 36%) ten opzichte van 19% gemiddeld bij de overheid. Binnen Veiligheid worden de reistijd tussen huis en werk en de mogelijkheden voor het combineren van werk en privé juist als minder belangrijk ervaren dan gemiddeld bij de overheid (13% vs. respectievelijk 26% en 24%). Tabel 5. Instroommotieven overheidspersoneel Rangorde instroommotieven o.b.v. 5 belangrijkste redenen om voor specifieke baan bij overheid te kiezen en niet voor een andere baan Totaal overheid Openbaar Bestuur Onderw ijs en w etenschap Veiligheid Inhoudelijk interessant w erk Uitdagend w erk Voldoende zelfstandigheid in het uitvoeren van het w erk Goede sfeer op de w erkvloer Gevarieerd takenpakket De reistijd van huis naar w erk is acceptabel Werk en privé zijn goed te combineren Voldoende loopbaanmogelijkheden Voldoende opleidingsmogelijkheden Tevreden met het salaris Flexibele w erktijden De organisatie heeft een goed imago Voldoende baanzekerheid Hoger w erkniveau van vorige baan (promotie) Regelmatige w erktijden Acceptabele w erkdruk Werken in teamverband Een vast contract Voldoende w erk te doen

10 Inhoudelijk interessant werk kan overheid als werkgever waarmaken In het onderstaande spreidingdiagram zijn de redenen die werknemers hebben om te kiezen voor hun specifieke baan bij de overheid afgezet tegen de aspecten van het werk waarover overheidwerknemers tevreden zijn. Hieruit is op te maken dat inhoudelijk interessant werk de belangrijkste reden is om een bepaalde baan bij de overheid te kiezen en dat werknemers hierover ook het meest tevreden zijn. Hoewel uitdagend werk ook een belangrijk instroommotief is, zijn overheidswerknemers in minder mate tevreden over de mate van uitdaging in hun werk. De mate van zelfstandigheid bij het werk is echter een aspect waarover overheidswerknemers heel tevreden zijn, maar dat in mindere mate een reden is om voor een baan bij de overheid te kiezen. Figuur 1. Instroommotieven overheidswerknemers vs. tevredenheid over functieaspecten 10

11 Uitdagendheid, loopbaanmogelijkheden en takenpakket belangrijkste uitstroomredenen Aan respondenten die in 2009 zijn uitgestroomd bij een overheidswerkgever, is gevraagd waarom zij voor ervoor hebben gekozen de organisatie te verlaten. Respondenten konden maximaal 5 uitstroomredenen noemen en hebben deze gerangschikt naar de mate van importantie. Respondenten kozen gemiddeld 1,1 uitstroommotieven. De meest genoemde uitstroomreden is dat het werk niet (meer) uitdagend was (28%). Dat de inhoud van het werk zowel een belangrijke instroomreden als uitstroomreden is en dat het één van de meestgenoemde functieaspecten is waarover respondenten tevreden zijn, is in lijn met eerder onderzoek 1. Blijkbaar speelt inhoud van het werk een belangrijke rol bij het al dan niet kiezen voor een baan voor (potentiële) werknemers bij de overheid. Mogelijk werden zij aangetrokken door het inhoudelijke werk en hebben zij een groei doorgemaakt waardoor de inhoud niet uitdagend genoeg meer was, met uitstroom tot gevolg. Dit zou ook verklaren waarom naast de inhoud van het werk, onvoldoende loopbaanmogelijkheden (29%) en het verliezen van interesse in het takenpakket (22%) belangrijke redenen voor uitstroom zijn. Hoewel het combineren van werk en prive binnen de veiligheidssectoren een minder belangrijk instroommotief vormt, is het vaker de reden voor vertrek dan gemiddeld bij de overheid (28% vs. 16%). Ook is binnen Veiligheid het te lage werkniveau in vergelijking met de eigen opleiding (21%) vaker een uitstroommotief (totaal overheid: 12%). Tabel 6. Uitstroommotieven overheidspersoneel Rangorde uitstroommotieven o.b.v. 5 belangrijkste redenen om te stoppen met baan bij de overheid Totaal overheid Openbaar bestuur Onderw ijs en w etensch. Het w erk niet (meer) uitdagend w as Er onvoldoende loopbaanmogelijkheden w aren Ik uitgekeken w as op mijn takenpakket Ik ontevreden w as over de w ijze w aarop mijn leidinggevende leiding gaf De reistijd van huis naar w erk te lang w as Er een gebrek aan sturing in de organisatie w as Ik onvoldoende gew aardeerd w erd Ik ontevreden w as over de sfeer op de w erkvloer Werk en privé moeilijk te combineren w aren De w erkdruk te hoog w as De procedures in de organisatie te bureaucratisch w aren Het w erkniveau lager w as dan mijn opleidingsniveau Ik niet tevreden w as over mijn salaris De relatie met mijn leidinggevende niet goed w as Het w erk inhoudelijk saai w as De organisatie te veel w as gericht op korte termijn resultaten De organisatie niet resultaatgericht w erkte De organisatie te hiërarchisch w as ingericht Ik ontevreden w as over de relatie met mijn collega's Het w erk mentaal te zw aar w as Ik in mijn w erk te w einig zelfstandigheid had Ik te w einig in teamverband w erkte Ik niet voldoende w erk te doen had De w erktijden niet flexibel w aren Ik mijn baan dreigde te verliezen vanw ege een reorganisatie Ik mijn baan dreigde te verliezen om een andere reden dan een reorganisatie Ik onheus bejegend w erd door mijn collega's Veiligheid 1 Ministerie van Binnnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008). Jong en Gewild. etc. <Exacte bronvermelding volgt.> 11

12 Loopbaanmogelijkheden en wijze van leidinggeven tegelijkertijd reden voor ontevredenheid en voor vertrek Ook zijn de redenen voor het stoppen met een baan bij de overheid afgezet tegen de mate van ontevredenheid bij overheidwerknemers over bepaalde aspecten van het werk (figuur 2). Hoewel (de vermindering van) de uitdaging van het werk en het takenpakket belangrijke uitstroommotieven zijn, vormen de loopbaanmogelijkheden en de wijze van leidinggeven voor overheidswerknemers in meerdere mate zowel ontevredenheid als een reden voor het stoppen met de baan. Figuur 2. Uitstroommotieven overheidswerknemers vs. ontevredenheid over functieaspecten 12

13 3. NIEUW IN HET POMO 2010 In dit hoofdstuk komen onderwerpen aan bod waar in eerdere versies van het POMO geen aandacht werd besteed, maar waar in het POMO 2010 wel naar is gevraagd. Achtereenvolgens gaat het om (1) de eigen inschatting van (interne en externe) employability en de wens om een andere baan te zoeken, (2) redenen voor een lage inschatting van employability, (3) Public Service Motivation en de mogelijkheid om binnen de eigen functie aan deze intrinsieke motivatie invulling te geven, (4) affectieve commitment naar de organisatie, en (5) integere werkhouding. Employability en mobiliteitswens In het Personeelonderzoek 2010 is de employability van werknemers gemeten: de mate waarin werknemers zichzelf als inzetbaar op de arbeidsmarkt zien. Deze zelfgerapporteeerde employability is uitgevraagd aan de hand van een aantal stellingen voor interne employability (het vermogen om werk te behouden) en externe employability (het vermogen om elders werk te verkrijgen). De zelfgerapporteerde employability voor de overheid, de marktsector en de zorg is in de onderstaande tabel afgezet tegen de mobiliteitswens (wel/niet op zoek naar een andere functie). Twee op de tien overheidswerknemers (21%) zijn op zoek naar een andere functie. Dit is vergelijkbaar met de mobiliteitswens in de marksector (20%). In de veiligheidssectoren is de mobiliteitswens groter: 29% is op zoek naar een andere functie. In de onderwijssectoren is deze juist kleiner (18%). Overheidswerknemers zonder mobiliteitswens hebben een lagere externe employability (10,10) dan werknemers zonder mobiliteitswens in de marktsector (10,44) of zorg- en welzijnsector (10,41). Binnen het taakveld Veiligheid schatten werknemers die op zoek zijn naar een andere functie bij een andere werkgever hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt hoog in (10,75). Vooral binnen het Openbaar Bestuur bij werknemers die niet op zoek zijn naar een andere functie is de externe employability laag (9,83). Tabel 7. Zelfgerapporteerde employability: interne employability en externe employability Mobiliteitswens Bent u momenteel op zoek naar een andere functie? Nee Ja, bij dezelfde werkgever Ja, bij een andere werkgever Totaal overheid Externe employability 10,10 10,27 10,62 Interne employability 12,20 11,35 10,61 Openbaar bestuur Externe employability 9,83 10,15 10,53 Interne employability 11,82 10,97 10,43 Onderwijs en wetenschappen Externe employability 10,26 10,42 10,65 Interne employability 12,39 11,54 10,58 Veiligheid Externe employability 10,26 10,45 10,75 Interne employability 12,09 11,58 10,81 Marktsector Externe employability 10,44 10,41 10,64 Interne employability 11,61 10,40 9,13 Zorg en welzijn Externe employability 10,41 9,99 10,35 Interne employability 11,99 10,21 9,44 13

14 14

15 Vooral hoge leeftijd wordt gezien als reden voor het niet kunnen bemachtigen van een nieuwe baan Werknemers die laag scoren op externe employability verwachten niet zonder meer dat zij een baan bij een andere werkgever zouden kunnen bemachtigen. Bijna drie kwart (72%) van de respondenten die laag scoren op externe employability geeft inderdaad aan dat ze denken dat een nieuwe baan vinden bij een andere werkgever moeilijk voor hen zal zijn. Wanneer zij worden gevraagd naar de reden, blijkt dat 65% van hen verwacht dat potentiële werkgevers hun leeftijd te hoog vinden. Daarnaast zijn het beperkte aantal vacatures (in de regio) (31%) en het hebben van een specialisatie die alleen interessant is voor een beperkt aantal werkgevers (24%) veelgenoemde redenen waarom men verwacht geen baan bij een andere werkgever te kunnen bemachtigen. Vooral in de veiligheidssectoren zien werknemers hun specialisatie als een belemmering (47%), terwijl werknemers in de marksector en zorg (respectievelijk 11% en 14%) dit juist weinig noemen als reden voor het niet kunnen bemachtigen van een baan bij een andere werkgever. Tabel 8. Lage externe employability: redenen waarom men geen nieuwe baan bij een andere werkgever denkt te kunnen vinden Totaal overheid Openbaar bestuur Onderwijs en wetensch. Veiligheid Marktsector Zorg en welzijn Potentiële werkgevers vinden mijn leeftijd te hoog Er zijn onvoldoende vacatures (in mijn regio) Mijn specialisatie is maar voor een beperkt aantal werkgevers interessant Mijn opleidingsniveau/richting komen niet overeen met functie-eisen voor functies vergelijkbaar met mijn huidige functie Door gezondheidsproblemen ben ik minder aantrekkelijk voor potentiële werkgevers Anders Minder goede combinatie privé en werk meest genoemde offer voor nieuwe baan bij andere werkgever Van werknemers met een lage externe employability denkt 17% dat het vinden van een nieuwe baan bij een andere werkgever wel mogelijk is, maar dat ze daarvoor dan wel concessies moeten doen. Aan deze groep is gevraagd welke opoffering zij denken te moeten doen. Bijna een derde noemt het minder goed kunnen combineren van privé en werk (30%). In de onderwijssectoren wordt dit echter minder vaak genoemd (24%). Ongeveer een kwart van de overheidswerknemers (24%) ziet een lager salaris als bezwaar. Binnen Veiligheid ziet een derde van de werknemers (33%) dit als bezwaar. In de marktsector (39%) wordt een lager salaris het meest genoemd als het offer dat zij zouden moeten brengen voor het bemachtigen van een nieuwe baan bij een andere werkgever. Overigens koos bijna de helft van de respondenten voor de optie anders. Op basis van de toelichting die zij hierbij hebben gegeven zullen de antwoordcategorieën van deze vraag bij een volgend POMO worden uitgebreid. Tabel 9. Lage externe employability: concessie voor een nieuwe baan bij een andere werkgever Totaal overheid Openbaar bestuur Onderwijs en wetensch. Veiligheid Marktsector Zorg en welzijn Minder goede arbeidsvoorwaarden voor de combinatie van privé en werk Een lager salaris dan mijn huidige salaris Minder goede individuele werkafspraken dan in mijn huidige baan Minder goede pensioenregeling Minder goede werkloosheidsregeling Anders

16 Public service motivation (PSM) en PSM-fit: dienen van de publieke zaak In het POMO 2010 is voor het eerst gevraagd naar de Public Service Motivation (PSM) van werknemers in de publieke sectoren en in de markt- en zorgsector. Het concept PSM verwijst naar de motivatie die medewerkers putten uit het bijdragen aan en het zich inzetten voor het algemeen belang. Voor het meten van PSM zijn tien stellingen voorgelegd. Deze stellingen zijn vastgesteld in samenspraak met Professor dr. A.J. Steijn, Prof. dr. P.L.M. Leisink en dr. S.M. Groeneveld. De tien items kunnen worden gezien als onderdeel van één schaal voor PSM, maar daarnaast valt op basis van eerder onderzoek te verwachten dat in de schaal meerdere dimensies onderscheiden kunnen worden, zoals bijvoorbeeld het aangetrokken zijn tot politiek en beleid, betrokkenheid bij de publieke zaak en compassie. Toekomstig onderzoek zal hier uitsluitsel over moeten geven. Waar het concept PSM verwijst naar de motivatie die medewerkers putten uit het bijdragen aan en het zich inzetten voor het algemeen belang, verwijst de PSM-fit naar de mate waarin het werk de mogelijkheid biedt dat te realiseren. Anders gezegd, de PSM-fit is de mate waarin men in zijn of haar werk daadwerkelijk het algemeen belang kan dienen. In het POMO 2010 zijn aan overheidswerknemers vier stellingen over PSM-fit voorgelegd en aan werknemers in de marksector en zorg twee van de vier stellingen. Reden hiervoor is dat de twee weggelaten stellingen voor werknemers uit de marktsector minder goed te beantwoorden zijn. Aangezien de schalen van elkaar verschillen, kan de PSM-fit totaalscore van overheidswerknemers niet zondermeer vergeleken worden met de PSMfit totaalscore van werknemers uit de markt en zorgsector. In onderstaande tabel zijn de scores op de PSM-schaal en PSM-fit-schaal weergegeven voor (voormalige) overheidswerknemers (zittend, ingestroomd en uitgestroomd) en voor de marktsector en zorg- en welzijnsector. Hierin is te zien dat overheidswerknemers hoger scoren op PSM dan werknemers in de marktsector en de zorg- en welzijnsector. Dit geeft aan dat zij een grotere motivatie hebben om het algemeen belang te dienen. De gemiddelde PSM-fit score is lager dan de score voor PSM. Uitgestroomde overheidswerknemers scoren gemiddeld hoger op PSM (3,73) dan zittende en ingestroomde overheidswerknemers (resp. 3,70 en 3,69), maar laten een lagere score zien voor PSM-fit. Dit geeft aan dat zij in mindere mate vinden dat hun voormalige baan de mogelijkheid bood het algemeen belang ook daadwerkelijk te dienen. Tabel 10. Public Service Motivation (PSM) en PSM-fit gemiddelde totaalscore en gemiddelde score per stelling (1 = laag / 5 = hoog) Zittend Instromend Uitstromend Marktsector Zorg en welzijn PSM totaalscore 3,70 3,69 3,73 3,27 3,41 Politiek is een vies woord voor mij (reversed) 2,12 2,03 1,97 2,58 2,57 Ik heb weinig interesse in het doen en laten van politici (reversed) 2,34 2,33 2,21 2,92 2,98 Ik zet me belangenloos in voor de samenleving 3,36 3,30 3,31 3,07 3,19 Ik vind het belangrijk om een wezenlijke bijdrage aan de publieke zaak te leveren 3,67 3,75 3,83 3,09 3,18 Ik vind het belangrijker om een wezenlijke bijdrage aan de samenleving te leveren dan om persoonlijk succes te hebben Het algemeen belang dienen is een belangrijkere drijfveer in mijn dagelijks leven (op het werk of daarbuiten) 3,26 3,20 3,24 2,91 3,15 3,52 3,47 3,49 3,00 3,22 Het raakt me als ik mensen in grote problemen zie 3,98 3,96 3,99 3,60 3,79 Ik ben helemaal niet bekommerd om het welzijn van mensen die ik niet persoonlijk ken (reversed) 1,93 1,95 1,91 2,45 2,16 Ik vind het welzijn van mijn medeburgers heel belangrijk 3,84 3,80 3,82 3,43 3,64 Als we niet meer solidariteit vertonen, is onze maatschappij gedoemd uiteen te vallen 3,77 3,68 3,72 3,53 3,68 PSM-fit totaalscore 3,32 3,35 3,27 2,94 3,38 Ik draag (droeg) in mijn werk bij aan de ontwikkeling of uitvoering van 3,23 3,40 3,09 overheidsbeleid Door mijn werk lever(de) ik een bijdrage aan de publieke zaak 3,61 3,67 3,61 In mijn werk lever(de) ik een bijdrage aan het oplossen van problemen van andere 3,54 3,46 3,58 3,25 3,61 mensen Ik draag (droeg) met mijn werk bij aan de totstandkoming van een grotere solidariteit in onze samenleving 2,89 2,89 2,82 2,62 3,15 16

17 Affectieve commitment: betrokkenheid bij de organisatie Affectieve commitment is een gevoel van verbondenheid en identificatie met de organisatie. In het POMO 2010 is gebruik gemaakt van de subschaal affectieve commitment die deel uitmaakt van de schaal voor organisational commitment van De Gilder, Van den Heuvel en Ellemers (1997). De vijf stellingen over affectieve commitment zijn gemeten op een vijfpuntsschaal en de gemiddelde score op de vijf items vormen de totaalscore voor affectieve commitment. In het Personeelsonderzoek 2010 scoren de overheidswerknemers gemiddeld 3,27 op deze schaal, wat op een hoge mate van betrokkenheid duidt. Binnen het Openbaar bestuur scoren werknemers lager dan in de twee andere taakvelden. De stelling (item) waarop overheidswerknemers het hoogst scoren is Ik voel me thuis in deze organisatie (3,74). Tabel 11. Affectieve commitment gemiddelde score voor affectieve commitment totaal en per stelling (item) Totaal overheid Openbaar bestuur Onderwijs en wetensch. Veiligheid Marktsector Zorg en welzijn Affectieve commitment totaalscore 3,27 3,20 3,31 3,29 3,21 3,11 Ik ervaar problemen van deze organisatie als mijn eigen problemen 2,87 2,80 2,94 2,77 2,95 2,73 Ik voel me emotioneel gehecht aan deze organisatie 3,25 3,12 3,35 3,20 3,13 3,03 Deze organisatie betekent veel voor mij 3,38 3,30 3,40 3,47 3,21 3,18 Ik voel me thuis in deze organisatie 3,74 3,72 3,74 3,78 3,56 3,55 Ik voel als een deel van de familie in deze organisatie 3,11 3,03 3,13 3,22 3,20 3,05 17

18 Integere werkhouding In 2009 heeft Algemene Rekenkamer een onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken rond de integriteitszorg bij de Rijksoverheid (Stand van zaken integriteitszorg Rijk 2009, Algemene rekenkamer, 2010). Een deel van dit onderzoek bestaat uit een survey onder Rijksambtenaren naar de beleving van de integriteit in hun eigen organisatie, en is in samenwerking met de InternetSpiegel (IS) uitgevoerd. De vragenlijst voor dit deelonderzoek bestaat uit diverse schalen, waaronder schalen die de bekendheid met gedragsregels en procedures meten ( hard controls ), schalen voor zogenaamde soft controls (bijvoorbeeld de relatie met collega s, waarden & normen, voorbeeldfunctie van het management), een schaal voor moreel bewustzijn, het naleven van regels en een integere werkhouding. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek heeft de IS een verklarend model ontwikkeld. Hieruit blijkt dat een integere werkhouding met name wordt beïnvloed door de eerder genoemde soft controls (die samenhangen met het moreel bewustzijn) en in veel mindere mate met de hard controls (die samenhangen met het naleven van regels). Aangezien de omvang van het POMO beperkt moet blijven tot maximaal 15 minuten is het niet mogelijk om alle schalen uit de vragenlijst over de beleving van integriteit op te nemen. Daarom is alleen de schaal voor de afhankelijke variabele integere werkhouding opgenomen. Hoewel de uitkomsten daardoor geen inzicht bieden in de achterliggende (verklarende) factoren, biedt het toevoegen van de vragen aan het POMO wel de mogelijkheid om vergelijkingen te maken tussen sectoren, functiecategorieën, organisatiegrootte en andere variabelen. Ook kunnen de uitkomsten een indicatie vormen voor nader onderzoek, bijvoorbeeld door de gehele vragenlijst over de beleving van integriteit voor te leggen aan werknemers uit (een deel van) een sector. In tabel 13 zijn de scores voor integere werkhouding weergegeven. Overheidswerknemers laten een gemiddelde hoge score zien voor de beleving van de integere werkhouding van collega s, namelijk 3,66. Binnen het taakveld Onderwijs beoordelen werknemers hun collega s het meest positief: de gemiddelde score is 3,74. Op sectorniveau is de score voor integere werkhouding het hoogst bij de Rechterlijke Macht (4,07). De score is het laagst binnen de veiligheidssectoren (3.53), maar deze ligt nog boven de score voor integere werkhouding in de marktsector (3,25) en de zorg- en welzijnssector (3,39). Tabel 12. Integere werkhouding (van directe collega's): totaalscore naar sector 1 = weinig integere werkhouding / 5 = zeer integere werkhouding Totaal overheid 3,66 Openbaar bestuur 3,59 Rijk 3,61 Gemeenten 3,56 Provincies 3,68 Rechterlijke Macht 4,07 Waterschappen 3,62 Onderwijs en wetenschappen 3,74 Primair Onderwijs 3,86 Voortgezet Onderwijs 3,57 Middelbaar Beroepsonderwijs 3,65 Hoger Beroepsonderwijs 3,79 Wetenschappelijk Onderwijs 3,82 Onderzoeksinstellingen 3,87 Universitair Medische Centra 3,68 Veiligheid 3,53 Defensie 3,52 Politie 3,55 Marktsector 3,25 Zorg en Welzijn 3,39 18

19 4. TECHNISCHE TOELICHTING Opzet en doel van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek Het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek bestaat uit 4 onderzoeken onder vier verschillende groepen: 1. Personeelsonderzoek onder zittend personeel Een onderzoek onder een steekproef van werknemers die volgens de administratie van het ABP heel 2009 in dienst is geweest bij dezelfde publieke werkgever. 2. Mobiliteitsonderzoek onder ingestroomd personeel Een onderzoek onder een steekproef van werknemers die volgens de administratie van het ABP in 2009 in dienst zijn getreden bij een publieke werkgever. 3. Mobiliteitsonderzoek onder uitgestroomd personeel Een onderzoek onder een steekproef van werknemers die volgens de administratie van het ABP in 2009 zijn uitgestroomd bij een publieke werkgever. 4. Personeelsonderzoek onder werknemers uit de markt- en zorgsector Een onderzoek onder werknemers die heel 2009 in dienst zijn geweest bij een werkgever uit de markt- en zorgsector. Door de uitkomsten van deze vier onderzoeken met elkaar te vergelijken kunnen conclusies worden getrokken over uiteenlopende onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de aantrekkelijkheid van overheidswerkgevers, voorkeuren voor en waardering van arbeidsvoorwaarden door overheidwerknemers en werknemers uit de zorg- en marktsector, en verschillen in interne en externe mobiliteit van deze groepen. Hoewel er in het POMO wordt gevraagd naar onderwerpen die ook in een Medewerkers Tevredenheid Onderzoek (MTO) aan de orde kunnen komen, is het POMO nadrukkelijk geen MTO. De resultaten van het onderzoek worden immers niet teruggekoppeld naar individuele organisaties en de rapportage over resultaten gebeurt alleen op sectoraal of bovensectoraal niveau. In plaats van te streven naar het verbeteren van beleid op organisatieniveau, is de informatie uit het POMO bedoeld voor ontwikkelen of aanscherpen van sectoraal beleid, voor het meten van effecten daarvan, als input voor CAO onderhandelingen en als input voor arbeidsmarktcampagnes. De doelstelling van POMO is dan ook als volgt geformuleerd: Het Personeels en Mobiliteitsonderzoek (POMO) is bedoeld om sturingsinformatie te verzamelen over arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaarden en HRM op sectorniveau en landelijk niveau. Hoewel in de vragenlijst niet naar de werkgever wordt gevraagd, kan bij analyses wel rekening worden gehouden met (combinaties van) organisatiekenmerken, functietype en met kenmerken van groepen werknemers. Tijdens de uitvoering van het Personeels- als bij het Mobiliteitsonderzoek worden de volgende vier fasen onderscheiden: 1. Toestemming van het ABP-bestuur en afstemming met werkgevers In de eerste fase wordt aan het ABP-bestuur gevraagd toestemming te verlenen voor het uitnodigen van ABP-verzekerden om deel te nemen aan het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek. Omdat de inhoud van het POMO 2010 anders was dan in andere jaren, zijn de vragenlijsten afgestemd met vertegenwoordigers van verschillende publieke werkgevers. 2. Steekproefselectie De steekproeftrekking vindt plaats op basis van de administratie van de ABP, waar alle overheidswerknemers geregistreerd zijn. Er wordt nauwkeurig bekeken of men in het betreffende jaar tot het 19

20 instromende, uitstromende of zittende personeel moet worden gerekend. Op basis van geaggregeerde overzichten per sector worden de antwoorden van respondenten gewogen. 3. Verzending vragenlijsten In de derde fase worden schriftelijke uitnodigingen tot deelname aan het onderzoek verstuurd. Door middel van een link en een unieke, persoonlijke inlogcode kan de respondent de vragenlijst invullen. De vragenlijsten verschillen voor ingestroomd personeel, uitgestroomd personeel, zittend personeel en medewerkers uit de zorg- en marktsector. Na ongeveer drie weken krijgen de mensen die de vragenlijst nog niet hebben ingevuld een herinnering. 4. Verwerking en weging respons In de vierde fase worden de databestanden opgeleverd. De variabelen krijgen labels en er wordt gekeken of er onlogische zaken in de data naar voren komen. Op basis hiervan kunnen nog kleine opschoningen en correcties worden uitgevoerd. Hierna worden de databestanden gewogen, zodat uitspraken mogelijk zijn over de totale populatie (ingestroomd, uitgestroomd of zittend overheidspersoneel en werknemers uit de zorg- en marktsector). Iedere respondent krijgt een weegfactor mee. De respons wordt gewogen naar sector, geslacht, leeftijdscategorie en etniciteit. Steekproef en respons In de eerste drie jaar van het onderzoek lag de bruto steekproefomvang voor het personeels en mobiliteitsonderzoek onder werknemers uit de overheidssectoren rond de personen. Sindsdien is de omvang van de steekproef fors toegenomen. Dit komt met name doordat in samenwerking met andere ministeries en werkgeversorganisaties de steekproef aanmerkelijk is vergroot. Voor het Personeelsonderzoek 2003 is met ruim vragenlijsten sprake van meer dan een verdubbeling van de bruto steekproef. In 2004 zijn voor het Mobiliteits- en Personeelsonderzoek samen circa vragenlijsten verstuurd. In 2006 en 2008 waren dit er respectievelijk en In 2010 is het aantal vragenlijsten voor het eerst afgenomen. Er zijn iets minder dan vragenlijsten verstuurd. Tabel 14. Historie Personeels- en Mobiliteitsonderzoek ) Steekproef Respons Respons % MO MO PO MO PO MO PO MO PO MO PO MO PO ) Vanaf MO 2002 inclusies Universitair Medische Centra De respons varieert van 26 % bij het Mobiliteitsonderzoek 2010 tot 46% bij het Personeelsonderzoek In 2006 is voor het eerst een herinnering uitgestuurd, wat de respons aanmerkelijk heeft verhoogd. Ook in 2008 en 2010 is een herinnering verstuurd. Vanaf 2008 is de vragenlijst volledig afgenomen via een internetapplicatie. Dit betekent dat het voor de respondenten niet meer mogelijk is een schriftelijke vragenlijst in te vullen. Deze keuze is gemaakt, omdat uit 20

21 het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2006 bleek dat de overgrote meerderheid van de ambtenaren thuis of op het werk toegang heeft tot internet. Ten opzichte van het zittende personeel worden relatief veel werknemers van allochtone afkomst uitgenodigd voor de onderzoeken. Deze oversampling vindt plaats omdat in voorgaande metingen er onder werknemers van allochtone afkomst onderrespons is geconstateerd. Om eenzelfde respons te krijgen zijn er twee procent meer westerse allochtonen en drie procent niet-westerse allochtonen opgenomen in de steekproef. Tegelijkertijd zijn er vijf procent minder werknemers van autochtone afkomst opgenomen in de steekproef. 21

22 Personeelsonderzoek 2010 Alle overheidssectoren zijn in de waarneming betrokken. Voor de steekproef en de weging van het Personeelsonderzoek 2010 is uitgegaan van de indeling in de veertien arbeidsvoorwaardelijke overheidssectoren. De omvang van de steekproef varieert logischerwijs tussen de sectoren, afhankelijk van de omvang van de sector en eventuele samenwerking met andere ministeries en/of werkgeversorganisaties. Zoals eerder vermeld bestond de totale steekproef uit personen. Bijna van hen hebben de vragenlijst ingevuld, wat een gemiddelde respons van 34 % betekent. Tussen de sectoren loopt de respons uiteen van 27 % bij onderzoeksinstellingen tot 39% bij het Rijk. Om over de totale populatie uitspraken te kunnen doen zijn weegfactoren bepaald. Hierbij werd rekening gehouden met de verhouding naar geslacht, leeftijd en etniciteit binnen de sector en met de omvang van de verschillende sectoren. De kleinste weegfactor is 0,04, de hoogte weegfactor is 4,90. Een weegfactor groter dan 1 betekent dat die groep was ondervertegenwoordigd in de steekproef waardoor een groep respondenten een hoger gewicht toegekend krijgen. Een weegfactor kleiner dan 1 betekent dat de groep in de steekproef was oververtegenwoordigd waardoor respondenten een kleiner gewicht toegekend krijgen. Tabel 15. Opzet Personeelsonderzoek 2010, zittend personeel Populatie Steekproef Respons Respons % Totaal overheid Openbaar bestuur Rijk Gemeenten Provincies Rechterlijke Macht Waterschappen Onderwijs en wetenschappen Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs Hoger Beroepsonderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Onderzoeksinstellingen Universitair Medische Centra Veiligheid Defensie Politie Mobiliteitsonderzoek 2010 Voor het Mobiliteitsonderzoek wordt de steekproef verdeeld over de in- en de uitstroom. Ten behoeve van het Mobiliteitsonderzoek 2010 ontvingen instromers en uitstromers een uitnodiging deel te nemen. Opnieuw verschilt de bruto steekproefomvang per sector, afhankelijk van de omvang van de sector en eventuele samenwerking met andere ministeries en/of werkgeversorganisaties. Ten opzichte van het zittende personeel worden relatief veel in- en uitstromers benaderd, Deze oversampling vindt plaats om, vanwege lage in- en uitstroomcijfers door de grootte van de sector, voor iedere sector een goed beeld van de motivatie van het mobiele personeel te hebben. 22

23 De vragenlijst van het Mobiliteitsonderzoek 2010 is door 28 % van de instromers en 24 % van de uitstromers ingevuld. Onder het instromend personeel varieert de respons tussen 14 % onder militair personeel van Defensie tot 69 % bij de Rechterlijke Macht. Onder uitstroomend personeel varieert de respons van 19 % bij het Wetenschappelijk Onderwijs en de Universitair Medische Centra tot 35 % bij de provincies. Om uitspraken te kunnen doen over de totale populatie (instromende overheidsmedewerkers) zijn de data gewogen. Net als voor het personeelsonderzoek, werd hierbij rekening gehouden met de verhouding naar geslacht, leeftijd en etniciteit binnen de sector en met de omvang van de instroom in en uitstroom uit de verschillende sectoren. De weegfactoren varieren van 0,04 tot 4,62. Tabel 16. Mobiliteitsonderzoek 2010, instromend personeel Populatie Steekproef Respons Respons % Totaal overheid Openbaar bestuur Rijk Gemeenten Provincies Rechterlijke Macht Waterschappen Onderwijs en wetenschappen Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs Hoger Beroepsonderwijs Wetenschappelijk Onderwijs * Onderzoeksinstellingen ** Universitair Medische Centra Veiligheid Defensie burger personeel Defensie militair personeel Politie *Personen die in 2009 zowel zijn in- als uitgestroomd worden bij beide groepen meegeteld ** incl. onderzoeksinstellingen *** toegevoegd aan WO 23

24 Tabel 17. Mobiliteitsonderzoek 2010, uitstromend personeel* Populatie Steekproef Respons Respons % Totaal overheid Openbaar bestuur Rijk Gemeenten Provincies Rechterlijke Macht Waterschappen Onderwijs en wetenschappen Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs Hoger Beroepsonderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Onderzoeksinstellingen Universitair Medische Centra Veiligheid Defensie burger personeel Defensie militair personeel Politie *Personen die in 2009 zowel zijn in- als uitgestroomd worden bij beide groepen meegeteld POmarkt Paralel aan Personeelsonderzoek is er een spiegelonderzoek gehouden onder werknemers in de markt- en zorgsector. De respondenten zijn geworven uit een online accesspanel. Panelleden zijn gericht (op basis van in het panel bekende gegevens over leeftijd, geslacht en sector werkzaam) via uitgenodigd voor het onderzoek. In totaal zijn er uitnodigingen verstuurd. Er zijn personen begonnen aan de selectie voor het onderzoek. De respons komt hiermee op 42% personen zijn door de selectie heen gekomen en begonnen aan het onderzoek respondenten hebben het onderzoek volledig ingevuld. 24

Quickscan Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2008

Quickscan Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2008 Quickscan Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2008 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Publieke Sector Afdeling Analyse, Arbeidsmarkt en Macro-Economische Advisering

Nadere informatie

Trendrapportage PoMo. Opgesteld door: ICTU - Project InternetSpiegel Catharina Kolar, Jurgen Visser en Lucien Vermeer Mei 2017

Trendrapportage PoMo. Opgesteld door: ICTU - Project InternetSpiegel Catharina Kolar, Jurgen Visser en Lucien Vermeer Mei 2017 Trendrapportage PoMo Opgesteld door: ICTU - Project InternetSpiegel Catharina Kolar, Jurgen Visser en Lucien Vermeer Mei 2017 In opdracht van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector. Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010

Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector. Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010 Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010 Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector Resultaten van de secundaire

Nadere informatie

DUURZAAM INZETBAAR EN MOBIEL. Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs. maart 2013

DUURZAAM INZETBAAR EN MOBIEL. Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs. maart 2013 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers DUURZAAM INZETBAAR EN MOBIEL Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs maart 2013 1 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Het

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional. Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers.

BIJLAGEN. Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional. Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers. BIJLAGEN Wie werken er in het onderwijs? Op zoek naar het eigene van de onderwijsprofessional Ria Vogels Ria Bronneman-Helmers Inhoud Bijlage A Gebruikte databestanden. 2 Bijlage B Tabellen en figuren.

Nadere informatie

Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs

Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs Arbeidsmarkt & mobiliteit Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs Analyse van de instroom, uitstroom en interne mobiliteit in het voortgezet onderwijs Rapport Mobiliteit in het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS maart 2016 1 Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs Mobiliteit in het primair onderwijs Deborah van den

Nadere informatie

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren Trends Cijfers 2018 &Werken in de overheid- en onderwijssectoren 20 85 45 45% % 30 48% 100 24 95 82% 20 52% 70 85% 80 50% 76% 46% 88 61% 52 90 70 88% 30 22% 48% 40 46% 92% 82 30% 63% 50 % 23 45% 8 0% 88

Nadere informatie

Vertrekredenen jonge docenten in het vo

Vertrekredenen jonge docenten in het vo Vertrekredenen jonge docenten in het vo 1 Inhoudsopgave Inleiding I. Willen jonge personeelsleden het vo verlaten? II. Waarom verlaten jonge docenten het vo? Rob Hoffius, SBO Januari 2010 2 Verlaten jonge

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector. Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010

Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector. Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010 Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector Resultaten van de secundaire analyse op POMO 2010 Thematische studie Duurzame inzetbaarheid in de publieke sector Resultaten van de secundaire

Nadere informatie

WERKEN AAN INZETBAARHEID

WERKEN AAN INZETBAARHEID ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers WERKEN AAN INZETBAARHEID Onderzoek naar professionalisering en inzetbaarheid van personeel in het primair onderwijs april 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Personeels- en Mobiliteitsonderzoek Overheidspersoneel 2006

Personeels- en Mobiliteitsonderzoek Overheidspersoneel 2006 Personeels- en Mobiliteitsonderzoek Overheidspersoneel 2006 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Inhoud Voorwoord 5 1 Sterke en zwakke punten van de overheid op de arbeidsmarkt 7 Tevredenheid

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Veilig, gezond & vitaal werken. Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten. onderwijs

Veilig, gezond & vitaal werken. Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten. onderwijs Veilig, gezond & vitaal werken Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten in het voortgezet onderwijs Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten

Nadere informatie

Eindrapport. Ontwikkeling, employability en mobiliteit Secundaire analyse POMO 2010 gemeentepersoneel

Eindrapport. Ontwikkeling, employability en mobiliteit Secundaire analyse POMO 2010 gemeentepersoneel Eindrapport Ontwikkeling, employability en mobiliteit Secundaire analyse POMO 2010 gemeentepersoneel Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken en arbeidsmarktvraagstukken

Nadere informatie

Trends Cijfers. Werken in de publieke sector % 30% 93,5% % 32,7% 22,8% 12% 7% 85% 2,5% 23% 11% 8,1% 63,4%

Trends Cijfers. Werken in de publieke sector % 30% 93,5% % 32,7% 22,8% 12% 7% 85% 2,5% 23% 11% 8,1% 63,4% & 2% Trends Cijfers 54 Werken in de publieke sector 2016 93,5%,9% 22,8% 12% 7% 85% 8,1% 63,4% 6% 30% 8 6,6% % 32,7% 23% 2,5% 11% 54,9% 22,8% 12% 7% 85% 8,1% 63,4% 6% 2% 30% 93,5% 8 6,6% % 32,7% 23% 2,5%

Nadere informatie

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ] Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers

Nadere informatie

Rapport. Tevredenheid met. werken in het VO. Analyse van tevredenheidsaspecten. Veilig, gezond & vitaal werken. onderwijs

Rapport. Tevredenheid met. werken in het VO. Analyse van tevredenheidsaspecten. Veilig, gezond & vitaal werken. onderwijs Rapport Tevredenheid met Veilig, gezond & vitaal werken werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten in het voortgezet onderwijs Rapport Tevredenheid met werken in het VO Analyse van tevredenheidsaspecten

Nadere informatie

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo Deeltijdwerken in het po, vo en mbo 1. Inleiding In Nederland wordt relatief veel in deeltijd gewerkt, vooral in de publieke sector. Deeltijdwerk komt met name voor onder vrouwen, maar ook steeds meer

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS. Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit

ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS. Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit ARBEIDSMOBILITEIT BIJ OVERHEID EN ONDERWIJS Onderzoek naar mobiliteit en motieven voor mobiliteit Datum 30 maart 2010 Colofon Uitgave Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-generaal

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren

Mobiliteit van leraren Mobiliteit van leraren In-, uit- en doorstroom van leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs Mobiliteit van leraren In-, uit- en doorstroom van leraren in het primair, voortgezet

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 420 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding naar

Nadere informatie

update arbeidsmarktmonitor

update arbeidsmarktmonitor arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo update arbeidsmarktmonitor Deelrapportage 2015 van baan Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: samenvatting inleiding Deze rapportage voorziet in een

Nadere informatie

Enquête SJBN 15.10.2013

Enquête SJBN 15.10.2013 Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken

Nadere informatie

MTO Provincie Noord Brabant Provincie NB monitor 2005

MTO Provincie Noord Brabant Provincie NB monitor 2005 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 59 90 e info@internetspiegel.nl www.internetspiegel.nl Rapport MTO Provincie Noord Brabant Provincie NB monitor 2005 ISP360

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Marketeer. vangt bot bij HR MARKETING WERK EN SALARIS ONDERZOEK 2015

Marketeer. vangt bot bij HR MARKETING WERK EN SALARIS ONDERZOEK 2015 MARKETING WERK EN SALARIS ONDERZOEK 2015 tekst Sjaak Hoogkamer en Hans van der Spek, managing consultant bij Berenschot Marketeer vangt bot bij HR Veel marketeers krijgen bij de HR-afdeling weinig gehoor

Nadere informatie

Life event: Een nieuwe baan

Life event: Een nieuwe baan Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête Belangrijkste resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2013, uitgesplitst voor het voortgezet onderwijs. De volgende onderwerpen komen in deze uitgave aan bod: Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt In 2014 bleek 82% van de professionals open te staan voor een carrièrestap in

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer Randstad Nederland September 2014 INHOUDSOPGAVE Impact economische ontwikkelingen op de werkvloer 3

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers November 2014 GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 1 Beleggingsportefeuille GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 2 Zes op de tien beleggers

Nadere informatie

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Duurzaam inzetbaar en mobiel Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs

Duurzaam inzetbaar en mobiel Secundaire analyse POMO 2012 voor het primair onderwijs afgelopen twee jaar is door onderwijsen en leerlingendalingen de onderwijsarbeidsmarkt duidelijk veranderd. Hierdoor wordt meer flexibiliteit van de inzet van leerkrachten noodzakelijk. Duurzaam inzetbaar

Nadere informatie

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat externe tevredenheidsmeting Pagina 1 Rinske Rill en Dea Bobeldijk. 21 mei 1 Inhoud Samenvatting... 1. Inleiding... 4 2. Aantallen respondenten...

Nadere informatie

Bijna 8% wisselt van zorgverzekeraar. Premie is de belangrijkste reden om te wisselen.

Bijna 8% wisselt van zorgverzekeraar. Premie is de belangrijkste reden om te wisselen. Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne Brabers & Judith de Jong. Bijna 8% wisselt van zorgverzekeraar. Premie is de belangrijkste

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

MTO Gemeente Dantumadeel Dantumadeel Medewerkerstevredenheidsonderzoek Dantumadeel 06

MTO Gemeente Dantumadeel Dantumadeel Medewerkerstevredenheidsonderzoek Dantumadeel 06 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 59 90 e info@internetspiegel.nl www.internetspiegel.nl Rapport MTO Gemeente Dantumadeel Dantumadeel Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Trends & Cijfers. Deel: Trends

Trends & Cijfers. Deel: Trends Werken in de publieke sector 2015 f i ers TrendsC Trends & Cijfers Deel: Trends 1 2 Overheid maakbaar? Er is veel -en vaak ook met het nodige cynisme- geschreven over de maakbaarheid van de samenleving

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen Bezoekadres: Van Alkemadelaan 357 Postadres: MPC 58 A Postbus 90701 2509 LS Den Haag Nederland www.cdc.nl Draagvlakmeting TNS NIPO: Drs. Anneloes Klaassen Lisanne van Thiel GW: Drs. Amber Vos +31 (070)

Nadere informatie

Een onderzoek naar de integriteitsbeleving van het overheidspersoneel

Een onderzoek naar de integriteitsbeleving van het overheidspersoneel Integriteit van de overheid Een onderzoek naar de integriteitsbeleving van het overheidspersoneel Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Openbare Sector Afdeling

Nadere informatie

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December 2012 1

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December 2012 1 GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December 2012 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten in detail Type beleggingsverzekering en wijze van afsluiten Kennis van- en informatie over de

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Wat vinden bedrijven?

Wat vinden bedrijven? Wat vinden bedrijven? Een peiling onder HRM ers en P&O ers over het in dienst nemen van een Wajongere Juni 2009 * Kenniscentrum CrossOver * Nieuwegein COLOFON Uitgave: Kenniscentrum CrossOver Schouwstede

Nadere informatie

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING 4 2015 DIENSTVERLENING

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING 4 2015 DIENSTVERLENING BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING 4 2015 DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Oktober 2015 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND Gemeente Koggenland Maart 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/concept Datum Maart

Nadere informatie

Samenvatting Medewerkersonderzoek Hogeschool der Kunsten 2012. 1. Hogeschool der Kunsten

Samenvatting Medewerkersonderzoek Hogeschool der Kunsten 2012. 1. Hogeschool der Kunsten Samenvatting Medewerkersonderzoek Hogeschool der Kunsten 2012 1. Hogeschool der Kunsten Eind 2012 is in de Hogeschool der Kunsten Den Haag een medewerkersonderzoek uitgevoerd. Voor het Koninklijk Conservatorium

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

BIJLAGEN. Gelukkig voor de klas. Leraren voortgezet onderwijs over hun werk. Ria Vogels

BIJLAGEN. Gelukkig voor de klas. Leraren voortgezet onderwijs over hun werk. Ria Vogels BIJLAGEN Gelukkig voor de klas Leraren voortgezet onderwijs over hun werk Ria Vogels Bijlage bij hoofdstuk 1 Leraren voortgezet onderwijs in beeld... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3 Opleiding, bevoegdheid en

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018 Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 400 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding.

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016 Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 410 Respondenten SAMPLE CRITERIA WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd

Nadere informatie

Diversiteit in het po, vo en mbo

Diversiteit in het po, vo en mbo Diversiteit in het, en 1. Inleiding In het onderwijs wordt het belang van een divers samengesteld personeelsbestand onderkend. 1 Omdat de school een maatschappelijke instelling is, is het wenselijk dat

Nadere informatie

COLOFON. Postbus EA Den Haag

COLOFON. Postbus EA Den Haag Jong en gewild Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Openbare Sector Afdeling Kennisinfrastructuur en Analyse Juni 2008 COLOFON Uitgave Ministerie van Binnenlandse

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Onderzoek De 32-urige werkweek invoeren?

Onderzoek De 32-urige werkweek invoeren? Onderzoek De 32-urige werkweek invoeren? Rapportage 3 maart 2014 Over dit onderzoek Aan het onderzoek deden 23.727 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek vond plaats van 25 februari tot

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2017 FNV Jong. Hans de Jong & Robin Koenen Juni 2017

Vakantiewerk onderzoek 2017 FNV Jong. Hans de Jong & Robin Koenen Juni 2017 Vakantiewerk onderzoek 2017 FNV Jong Hans de Jong & Robin Koenen Juni 2017 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 409 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding. Hierbij

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van InterLuceo Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: InterLuceo Inleiding Voor u ligt de definitieve rapportage van het tevredenheidsonderzoek van

Nadere informatie

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen december 2016 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek Contactpersoon: Marieke Selten

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Feiten en cijfers Werken in de publieke sector

Feiten en cijfers Werken in de publieke sector Feiten en cijfers Werken in de publieke sector Feiten en Cijfers Werken in de publieke sector 2 Inleiding In de Nederlandse publieke sector werken bijna een miljoen mensen, bij 2360 overheidswerkgevers.

Nadere informatie

De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het overstappen in 2012. Stijging van het aantal overstappers zet door.

De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het overstappen in 2012. Stijging van het aantal overstappers zet door. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma- van Rooijen, Anne Brabers en Judith de Jong. De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Starters-enquête. 9 september 2014. Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat

Starters-enquête. 9 september 2014. Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat Starters-enquête 9 september 2014 Een initiatief van AOb-Groene Golf en het NCRV-programma Altijd Wat 1 EEN STROEVE START Een fantastische baan, maar heel erg zwaar. De Groene Golf de jongerenafdeling

Nadere informatie

EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK

EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK Gemeente Moerdijk Juli 2019 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3084800 Rapportnummer 2019/101 Datum Juli 2019 Opdrachtgever

Nadere informatie

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nederlanders aan het woord

Nederlanders aan het woord Nederlanders aan het woord Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2014 Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) Directie Communicatie Documentnummer: TOS-14-066a Belangrijkste inzichten Nederlander hecht

Nadere informatie

Klantgerichtheidmonitor UWV 1 e meting 2014

Klantgerichtheidmonitor UWV 1 e meting 2014 Uitkeringsgerechtigden Verantwoording Respons % aantal Totaal uitkeringsgerechtigden 9 5.037 Uitvoering i. steekproef: representatieve steekproef uit populatie uitkeringsgerechtigden van de diverse doelgroepen,

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Levensfasebewust Personeelsbeleid?

Levensfasebewust Personeelsbeleid? Levensfasebewust Personeelsbeleid? Overheidspersoneel spreekt zich uit! Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Arbeidszaken Openbare Sector Afdeling Kennisinfrastructuur en Analyse

Nadere informatie

Intersectoraal? Auteur: Michel Winnubst Datum: 7 oktober 2011

Intersectoraal? Auteur: Michel Winnubst Datum: 7 oktober 2011 Mobiliteit Intersectoraal? Auteur: Michel Winnubst Datum: 7 oktober 2011 Opzet Verschillende vormen van mobiliteit Sectoren Betrokken partijen: Werknemers Werkgevers O&O fondsen En verder Hoe te organiseren

Nadere informatie

De relatieve rol van loon in de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever. Arjan Heyma

De relatieve rol van loon in de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever. Arjan Heyma De relatieve rol van loon in de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever Arjan Heyma Samenvatting Dit artikel bevat een analyse van de tevredenheid met verschillende baanaspecten van werknemers

Nadere informatie

13 februari 2016. Onderzoek: ZZP-ers en verplichte verzekering

13 februari 2016. Onderzoek: ZZP-ers en verplichte verzekering 13 februari 2016 Onderzoek: ZZP-ers en verplichte verzekering Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over Rapport Marktmonitor 2015 18 September 2015 Colofon In opdracht van: Majka van Doorn Research Consultant 033 330 33

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie