Nu wat (lees)werk doen, geeft dat later een goed pensioen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nu wat (lees)werk doen, geeft dat later een goed pensioen?"

Transcriptie

1 Nu wat (lees)werk doen, geeft dat later een goed pensioen? Een onderzoek naar de invloed van leesvaardigheid bij het vinden en begrijpen van informatie in een startbrief Xynthia de Graaff Communicatie- en Informatiewetenschappen Universiteit Utrecht Eindwerkstuk communicatiestudies Begeleider: Louise Nell

2 Samenvatting Dit onderzoek houdt zich bezig met de startbrief, die werknemers krijgen bij indiensttreding van een nieuwe werkgever. In dat geval worden de werknemers namelijk deelnemer bij een pensioenregeling en krijgen ze van de pensioenuitvoerder een startbrief. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de startbrief onbegrijpelijk en onduidelijk is (Lentz & Pander Maat, 2013). Er zijn al enkele richtlijnen opgesteld om hier verandering in te brengen (SZW, 2012; AFM; 2012). Dit is echter tot op heden nog niet gelukt (Lentz & Pander Maat, 2013). In dit onderzoek worden twee versies van een startbrief van Zwitserleven onderzocht. Dit zijn een PDF-versie en een klikmodel. Er wordt gekeken naar de invloed van leesvaardigheid op het vinden en begrijpen van informatie in de twee versies van de startbrief. Aan dit onderzoek hebben honderd respondenten deelgenomen, die ieder vijf schriftelijke vragenlijsten (financiële kennistest, woordenschattest, pensioenkennistest en twee cloze-testen) hebben gevuld en één mondelinge vragenlijst (een begripstest) aan de hand de startbrief hebben beantwoord. Als eerste is gekeken of er een samenhang is tussen de woordenschattest en de cloze-testen, aangezien deze testen de leesvaardigheid zouden meten. Deze samenhang bestaat wel degelijk. Vervolgens is gekeken of respondenten die hoog scoren op de woordenschattest en/of cloze-testen ook hoog scoren op het vinden en begrijpen van informatie. Dit blijkt ook zo te zijn. Al lijkt er het erop dat bij het vinden van informatie ook nog andere aspecten van belang zijn. Daarnaast blijkt er een samenhang te zijn tussen het vinden en begrijpen van informatie in een startbrief. Dit betekent dat hoe meer informatie gevonden kan worden, hoe beter die informatie te begrijpen is. De vorm waarin de informatie wordt aangeboden maakt echter geen verschil. Het maakt dus niet uit of er een PDF-versie of klikmodel wordt gebruikt. Er zijn nog wel enkele aanbevelingen, waarmee de startbrief verbeterd zou kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is minder gebruik van vakjargon of het maken van een kortere startbrief waarin alleen de echte basisinformatie staat zonder allerlei scenario s. 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting 2 H1. Inleiding 5 H2. Theoretisch kader Pensioencommunicatie Vindbaarheid en begrijpelijkheid Vindbaarheid Begrijpelijkheid Leesvaardigheid Tekstversies 10 H3. Probleemstelling 12 H4. Methode Proefpersonen Materiaal Woordenschattest Cloze-testen Tekstversies Begripstest Procedure 16 H5. Resultaten Scores van respondenten op de testen Woordenschattest Cloze-testen Begripstest Verbanden tussen respondentkenmerken, woordenschattest, cloze-testen 20 en begripstest Verband tussen respondentkenmerken Verband tussen woordenschattest en cloze-testen Verband tussen begripstest en andere testen Vindscores PDF-versie Klikmodel Goedscores PDF-versie 23 3

4 Klikmodel Regressieanalyses Vindscores Goedscores 24 H6. Conclusie en discussie 26 H7. Bronnenlijst 29 Bijlagen: 1. Startbrief (PDF-versie) 2. Demografische gegevens 3. Financiële kennistest 4. Woordenschattest 5. Pensioenkennistest 6. ClozeP-test 7. ClozeD-test 8. Begripstest 9. Observatieformulier 4

5 H1. Inleiding Pensioen, daar kijk ik pas naar tegen de tijd dat ik eraan toe ben. Dit is een veel gehoorde uitspraak bij onderzoek naar pensioencommunicatie. Diverse respondenten hebben deze uitspraak of iets vergelijkbaars gedaan in dit onderzoek. Met name jongvolwassenen, die net beginnen met werken, zien op dit moment nog niet de noodzaak om zich bezig te houden met hun pensioen. Het duurt namelijk toch nog lang voordat ze pensioen krijgen. Daarnaast is de informatie die werkenden krijgen over het pensioen vaak niet te begrijpen en onduidelijk (Autoriteit Financiële Markten, 2010; Visser, Kloosterboer & Oosterveld, 2012). Bij werkenden leidt dit tot verkeerde verwachtingen over hun pensioen. Uit onderzoek is gebleken dat de verwachtingen van de meeste Nederlanders met betrekking tot de hoogte van hun pensioen niet overeenkomen met de daadwerkelijke hoogte van hun pensioen (Alessie, van Rooij & Lusardi, 2011). Daarom moet de pensioencommunicatie, met name de startbrief, aangepast worden. In de startbrief staat namelijk alle basisinformatie over het pensioen en de pensioenregeling en deze brief blijkt nog steeds onduidelijk en onbegrijpelijk te zijn (Lentz & Pander Maat, 2013). Om de startbrief te verbeteren zijn al door diverse instanties, zoals het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) (2012) of de Autoriteit Financiële Markten (AFM) (2012), aanbevelingen gedaan of richtlijnen gegeven. Een voorbeeld van een aanbeveling is het geven van informatie die aansluit bij de informatiebehoefte en kenmerken van de deelnemer (SZW, 2012). Uit recent onderzoek is gebleken dat de aanbevelingen voor de startbrief nog niet goed zijn toegepast (Lentz & Pander Maat, 2013). In dit onderzoek worden twee verschillende versies van een startbrief van Zwitserleven, een pensioenverzekeraar, onderzocht op de vindbaarheid en begrijpelijkheid van informatie. Er wordt gekeken naar in hoeverre leesvaardigheid daar op van invloed is. Daarnaast worden respondentkenmerken meegenomen in het onderzoek, omdat deze wellicht een rol kunnen spelen bij het vinden en begrijpen van informatie. De respondenten worden verder zo evenredig mogelijk verdeeld over verschillende opleidingsniveaus en leeftijdscategorieën om de resultaten te kunnen generaliseren voor de gehele doelgroep. Uit dit onderzoek komen aanbevelingen, waarmee de startbrief nog meer zou kunnen worden verbeterd. In het komende hoofdstuk komt het theoretisch kader aan bod. Hierin wordt literatuur met betrekking tot pensioencommunicatie, vinden en begrijpen van informatie en leesvaardigheid besproken. In het derde hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag besproken. Hierna komt de methode aan bod (hoofdstuk 4), waarop de resultaten volgen (hoofdstuk 5). Als laatste wordt de conclusie en discussie besproken (hoofdstuk 6). 5

6 H2. Theoretisch kader In het theoretisch kader worden inzichten en theorieën besproken met betrekking tot de (huidige) pensioencommunicatie (paragraaf 2.1), de vindbaarheid en begrijpelijkheid van informatie (paragraaf 2.2), de leesvaardigheid van mensen (paragraaf 2.3) en de verschillende tekstversies (paragraaf 2.4). 2.1 Pensioencommunicatie Uit onderzoek van de afgelopen jaren blijkt dat het communiceren van informatie met betrekking tot het pensioen nog altijd lastig is (Lentz & Pander Maat, 2013; Visser, Kloosterboer & Oosterveld, 2012; Autoriteit Financiële Markten, 2010). Wat een grote rol speelt, is dat de informatie nog steeds niet overzichtelijk en begrijpelijk genoeg is voor de deelnemers van pensioenregelingen. Daar moet verandering in komen, vandaar dat er op steeds meer verschillende manieren geprobeerd wordt om de informatie op een duidelijke wijze met de deelnemer te communiceren. Als mensen gaan werken bij een nieuwe werkgever worden ze deelnemer bij een pensioenregeling en krijgen ze van de pensioenuitvoerder een startbrief. Hierin staat de belangrijkste basisinformatie die ze moeten weten over de pensioenregeling zoals de mogelijkheden die men heeft bij de pensioenuitvoerder en de risico s die hierbij horen. De startbrief is een wettelijk verplicht document dat alle pensioenuitvoerders naar nieuwe deelnemers moeten sturen. Daarnaast wordt er jaarlijks een Uniform Pensioenoverzicht verstrekt en is er de website waarop allerlei informatie over het pensioen te vinden is. Aangezien veel deelnemers op dit moment nog niet erg gemotiveerd zijn om deze informatie zorgvuldig te lezen, is het van belang dat de online informatie gepersonaliseerd en geïndividualiseerd wordt. Zo ontvangt de deelnemer alleen informatie die voor hem of haar relevant is, waardoor hij of zij meer geprikkeld raakt om de informatie zorgvuldig te lezen (Hoeken et al., 2011). Verder komen er steeds meer richtlijnen om ervoor te zorgen dat de pensioencommunicatie effectiever wordt (Autoriteit Financiële Markten, 2012). De belangrijkste punten daarbij zijn dat de verstrekte informatie begrijpelijk, juist en volledig moet zijn, zonder dat er te veel vakjargon wordt gebruikt. Ook moet rekening gehouden worden met de voorkennis en ervaring van de deelnemer. Door gebruik te maken van deze richtlijnen zou de pensioencommunicatie moeten verbeteren. Echter, tot op heden is dat nog niet het geval. Dit onderzoek draagt bij het verbeteren van de pensioencommunicatie. 6

7 2.2 Vindbaarheid en begrijpelijkheid Om pensioencommunicatie effectiever te maken, is het dus belangrijk dat deze wordt begrepen door de deelnemer. Voordat de informatie kan worden begrepen, moet deze eerst worden gevonden. Vindbaarheid speelt daarom een belangrijke rol bij begrijpelijkheid Vindbaarheid Het vinden van de (juiste) informatie is altijd al een moeilijke opgave geweest. Dit is soms zelfs moeilijker dan het begrijpen van informatie (Lentz & Pander Maat, 2010; Sanders & Jansen, 2011). Hierdoor is het dus van belang dat de vindbaarheid van de informatie voor de deelnemers geoptimaliseerd wordt. Besseling en Blokhuis (2012, in Van Arcken, 2013) hebben onderzoek gedaan naar de startbrief van Zwitserleven. Uit hun onderzoek is gebleken dat het soms moeilijk is om bepaalde informatie te vinden in de startbrief. Zo staat informatie over één onderwerp verspreid in de brief. De lezers van de startbrief verwachten dat de informatie over een bepaald onderwerp bij elkaar staat, waardoor lezers niet verder zoeken als ze (een deel van) de informatie gevonden hebben. Dit was bijvoorbeeld het geval met de informatie over de risico s. Deze informatie stond zodanig verspreid in de brief dat het lastig was om alle informatie te verzamelen. Hierdoor kan het zijn dat deelnemers niet alle informatie goed begrijpen. Volgens Besseling en Blokhuis (2012, in Van Arcken, 2013) is de eenmaal gevonden informatie redelijk te begrijpen. In dit onderzoek wordt ook een startbrief van Zwitserleven gebruikt. Uit onderzoek van Lentz en Pander Maat (2013) is gebleken dat de vindbaarheid van informatie in het Uniform Pensioenoverzicht nog niet is geoptimaliseerd. De vindbaarheid van informatie wordt wel verbeterd door minder informatie te geven, maar waar precies welke informatie moet komen te staan is niet duidelijk. In het dagelijks leven speelt het vinden van specifieke, gewenste informatie ook een grote rol. Een voorbeeld hiervan is als men een bepaald recept zoekt in een kookboek. Het recept moet eerst gevonden worden in het boek, voordat het uitgevoerd kan worden. Dit geldt voor allerlei informatie. Eerst moet de informatie gevonden worden, voordat het kan worden gelezen, begrepen en gebruikt. Rouet en Coutelet (2008) hebben onderzoek gedaan naar de vindbaarheid van informatie. Uit hun onderzoek is gebleken dat leerlingen in de eerste jaren van de basisschool nog weinig zoekstrategieën hebben, maar de hoeveelheid zoekstrategieën van leerlingen ontwikkelen zich met de jaren. Al blijft het zelfs op latere leeftijd nog steeds erg moeilijk om in een complexe tekst specifieke informatie te zoeken over verschillende passages. Daarnaast hebben Rouet en Coutelet (2008) gevonden dat er een relatie is tussen het 7

8 kunnen vinden van relevante informatie in een complexe tekst en het kunnen begrijpen van een tekst. Uit de literatuur blijkt dat de nodige informatie nog niet goed genoeg kan worden gevonden. In dit onderzoek is daarom de vindbaarheid van informatie een van de aspecten waarnaar gekeken wordt om de pensioencommunicatie effectiever te maken Begrijpelijkheid Als de juiste informatie eenmaal gevonden is, is het ook belangrijk dat deze kan worden begrepen. Bij begrijpelijkheid gaat het namelijk om de effectiviteit en efficiëntie van het vinden, het interpreteren en het gebruiken van informatie (Sanders & Jansen, 2011). Volgens Kintsch (1998), zijn er drie niveaus van tekstbegrip. Dit zijn het oppervlakteniveau, het tekstbetekenisniveau en het situatiemodel. Deze niveaus volgen hiërarchisch op elkaar. Het eerste/tweede niveau moet afgerond worden, voordat verder kan worden gegaan met het tweede/derde niveau. Bij het eerste niveau, het oppervlakteniveau, kijkt de lezer naar de letterlijke zinnen van de informatie. Deze zinnen worden door de lezer ontleed in woorden. Deze letterlijke woorden en zinnen worden vervolgens een korte tijd onthouden. Bij het tweede niveau, het tekstbetekenisniveau, kent de lezer een betekenis toe aan de zinnen en woorden. In dit geval onthoudt de lezer het globale idee van de tekst. Bij het derde niveau, het situatiemodel, vult de lezer de betekenis die verkregen is in het tweede niveau aan met informatie uit het geheugen. Hierbij spelen (voor)kennis over het onderwerp, wereldkennis en kennis over de context een grote rol. Uiteindelijk zorgt dit voor een mentale representatie van de informatie in de tekst (Land, 2009; Zwaan & Rapp, 2006). Deze mentale representatie van bepaalde informatie kan verschillen per persoon, aangezien niet iedereen dezelfde kennis bezit en/of de informatie op een andere manier in combinatie brengt met de bestaande kennis. Dit geldt ook voor het begrijpen van pensioencommunicatie. Niet iedereen heeft namelijk dezelfde (voor)kennis, al is uit onderzoek van Lentz en Pander Maat (2013) gebleken dat pensioenkennis geen invloed heeft op het vinden en begrijpen van informatie in een pensioenoverzicht. Volgens hen zijn leesvaardigheid en opleiding wel van invloed bij het vinden en begrijpen van de pensioeninformatie. Uit hun onderzoek blijkt daarnaast dat op dit moment pensioencommunicatie een lage successcore heeft (Lentz & Pander Maat 2013). De successcore is een combinatie van een score voor het vinden van informatie en een score voor het begrijpen van informatie. De successcore van pensioencommunicatie is nu nog lager dan de successcore van medicijnbijsluiters, die over het algemeen ook vrij lastig zijn (Lentz & Pander Maat, 2013). De lage successcore van pensioencommunicatie ligt vooral aan het niet 8

9 goed begrijpen van de informatie, omdat de informatie nog steeds erg vaktechnisch is. Deze score is te verbeteren door veel (vaktechnische) informatie weg te halen en echt alleen de basisinformatie te noemen. Hierbij kan verwezen worden naar een website waar je de specifieke benodigde informatie voor jouw situatie kan vinden. Aan de begrijpelijkheid van pensioencommunicatie kan nog veel verbeterd worden. Vandaar dat in dit onderzoek wordt gekeken naar deze begrijpelijkheid. 2.3 Leesvaardigheid Leesvaardigheid is van belang bij het begrijpen van een tekst. Leesvaardigheid is het hebben van bepaalde semantische, syntactische en pragmatische kennis, die mensen kunnen gebruiken bij het lezen van teksten (Blom, 2013). Er zijn verschillende definities van leesvaardigheid, omdat veel verschillende aspecten ermee in verband kunnen worden gebracht (Robben et al., 2007). De definitie van leesvaardigheid uit onderzoek van het IAE (International Association for the Evaluation of Educational Achievement) is de vaardigheid in het begrip en gebruik van teksten die voor de maatschappij en/of het individu belangrijk zijn (De Glopper & Otter, 1993, 5). PISA (Program for International Student Assessment) definieert leesvaardigheid als het begrijpen en het gebruiken van, het reflecteren op en het zich inlaten met geschreven teksten, zodat iemand zijn doelen kan bereiken, zijn kennis en capaciteiten kan ontwikkelen en kan participeren in de maatschappij (Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD), 2003, 108). CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling) en LPC (Landelijk Pedagogisch Centra) hebben ook onderzoek gedaan naar leesvaardigheid (Robben, et al., 2007). Volgens hen bevat leesvaardigheid de aspecten: het begrijpen van geschreven teksten, informatie uit een tekst halen, het kunnen interpreteren van geschreven teksten, gegevens uit een tekst combineren, het reflecteren op geschreven teksten, studerend lezen, hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden, opzoeken van informatie, woordenschat, leesattitude en leesgedrag (Robben et al., 2007, 2). Robben et al. (2007) vinden daarnaast dat het kunnen hanteren van verschillende leesstrategieën een belangrijk aspect is van leesvaardigheid. Leesvaardigheid bestaat dus uit veel verschillende aspecten. Daarom kan leesvaardigheid op verschillende manieren gemeten worden. Landi (2009) heeft bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de relatie tussen leesvaardigheid en tekstbegrip met verschillende instrumenten. Haar eerste instrument was een begripstest. Hierbij moesten participanten een paragraaf lezen en daarover meerkeuzevragen beantwoorden. Vervolgens moesten participanten een woordenschattest voltooien. Participanten moesten binnen zeven en een 9

10 halve minuut zoveel mogelijk items proberen te maken. Haar derde instrument was een auteur-herkenningstest. Hiermee probeerde Landi te meten hoeveel haar participanten lazen. Daarna volgde een pseudohomofone keuzetaak, waarbij participanten geschreven pseudowoorden moesten uitspreken en daarbij moesten aangeven of het pseudo-woord dezelfde uitspraak had als het bestaande woord. Haar vijfde instrument was een spellingstest, waarbij participanten de juiste spelling van het woord moesten kiezen. De laatste test was een kleine non-verbale IQ-test. Bij deze test moesten participanten verschillende patronen aanvullen. Het resultaat van Landi s onderzoek (2009) was dat woordenschat de sterkste voorspeller is van tekstbegrip. Hoe groter de woordenschat van de participanten, hoe beter de score op tekstbegrip. Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat er een hoge correlatie bestaat tussen woordenschat en tekstbegrip (Stahl, 2003; Hacquebord, 2006). Woordenschat is dus een goede indicatie van leesvaardigheid, vandaar dat in dit onderzoek een woordenschattest een van meetinstrumenten van leesvaardigheid is. Er moet echter rekening gehouden worden met voorkennis. Dat kan namelijk ook een rol spelen bij woordenschat, omdat woordenschat afhangt van de kennis van de lezer (Stahl, 2003). Een ander meetinstrument van leesvaardigheid in dit onderzoek is de cloze-test. Hierbij krijgt de participant een tekst waarin een aantal woorden zijn weggelaten. De participant moet de lege plekken gaan opvullen. Uit onderzoek van Kamalski (2007) is gebleken dat deze test voornamelijk het oppervlakteniveau en tekstbetekenisniveau meet en niet zozeer het situatiemodel. Dat maakt dat deze test geschikt is voor het meten van leesvaardigheid, omdat daarbij met name de eerste twee niveaus een rol spelen. Bij het derde niveau, het situatiemodel, speelt vooral voorkennis een rol (Bos-Aanen, Sanders & Lentz, 2001). Bij beide testen, zowel de woordenschattest als de cloze-test, kan dus voorkennis een rol spelen. Vandaar dat bij het meten van leesvaardigheid aan de hand van deze testen rekening moet worden gehouden met een effect van voorkennis. 2.4 Tekstversies Er zijn verschillende opties om teksten weer te geven. Uit onderzoek blijkt dat de weergave van een tekst invloed heeft op het vinden en begrijpen van informatie in die tekst (Amadieu et al., 2009). Een van de weergavemogelijkheden is om de tekst in een lineaire volgorde weer te geven. Dit wil zeggen als een lopende tekst, welke zowel papier als digitaal aangeboden kan worden. De keuze van het medium, papier of digitaal, heeft ook al invloed op het vinden en begrijpen van informatie. Uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen, zowel jong als oud, het 10

11 lezen van tekst op een scherm lastiger vinden dan het lezen van tekst op papier (Driessen, 2010). Mensen lezen een digitale tekst langzamer en globaler. Daarnaast missen mensen details van de tekst en krijgen ze er geen totaaloverzicht van in tegenstelling tot een papieren tekst (Driessen, 2010). Een andere mogelijkheid is om de tekst als hypertekst weer te geven. Hierbij kan de lezer zelf kiezen hoe hij of zij de tekst leest, omdat de lezer zelf door de tekst kan navigeren door middel van links. Dit verandert de manier van lezen van de lezer, omdat de lezers zelf bepalen hoe ze de tekst gaan lezen (Miall & Dobson, 2006). Volgens Mangen et al. (2013) zijn lineaire teksten beter te begrijpen dan hyperteksten. Uit andere onderzoeken blijkt echter dat hyperteksten beter te begrijpen zijn lineaire teksten (Rouet, 2003; Amadieu et al., 2010). Uit een onderzoek van Naumann et al. (2007) naar de tekstversie in combinatie met leesvaardigheid is naar voren gekomen dat hyperteksten beter te begrijpen zijn voor minder leesvaardige lezers dan lineaire teksten. Voor leesvaardige lezers is de tekstversie niet relevant. In dit onderzoek is gekozen voor de startbrief als een lineaire tekst en als een hypertekst om te kunnen kijken naar het verschil tussen de twee versies met betrekking tot het vinden en begrijpen van informatie. Daarnaast is er voor gekozen om beide tekstversies digitaal weer te geven. Op dit moment vindt er namelijk steeds meer digitalisering bij pensioenverzekeraars plaats, om zo te proberen om hun informatie overzichtelijk aan te bieden (Pols, 2011). Hierdoor is het van belang dat gekeken wordt naar het vinden en begrijpen van informatie in digitale context. 11

12 H3. Probleemstelling De onderzoeksvraag die centraal staat in dit onderzoek is: In hoeverre heeft leesvaardigheid invloed op het vinden en begrijpen van informatie in twee versies van een startbrief? Iedereen krijgt namelijk, als hij of zij gaat werken, een startbrief thuisgestuurd. Deze brief zou iedereen moeten lezen om te zien wat er geregeld is voor zijn pensioen. Per persoon verschilt echter de leesvaardigheid. Daarom moet de startbrief van een zodanig niveau zijn dat deze voor iedereen te begrijpen is. In dit onderzoek wordt gekeken of leesvaardigheid invloed heeft op het vinden en begrijpen van bepaalde informatie in de startbrief. De leesvaardigheid wordt gemeten door de woordenschattest en de cloze-testen. Daarnaast worden twee versies van de startbrief gebruikt. Dit zijn een PDF-versie en een klikmodel. Op basis van de literatuur zijn vervolgens de volgende hypothesen opgesteld: Hypothese 1: Er is een samenhang tussen de woordenschattest en de cloze-testen. Hypothese 2: Respondenten die hoog scoren op de woordenschattest en/of cloze-testen scoren ook hoog op het vinden van informatie. Hypothese 3: Respondenten die hoog scoren op de woordenschattest en/of cloze-testen scoren ook hoog op het begrijpen van de informatie. Hypothese 4: Er is een samenhang tussen het vinden en begrijpen van de informatie. Dus hoe meer informatie wordt gevonden in de startbrief, hoe meer informatie vervolgens wordt begrepen. Hypothese 5: Voor respondenten met een goede leesvaardigheid (een hoge score op de woordenschat en/of cloze-testen) maakt de tekstversie geen verschil. Hypothese 6: Respondenten met een mindere leesvaardigheid (een lage score op de woordenschattest en/of cloze-testen) scoren hoger op de hypertekstvorm dan op de lineaire vorm. 12

13 H4. Methode In dit hoofdstuk worden de respondenten, het materiaal en de procedure besproken. 4.1 Respondenten In totaal hebben honderd respondenten deelgenomen aan dit onderzoek. Daarvan zijn er 46 van het mannelijke geslacht en 54 van het vrouwelijke geslacht. De minimale leeftijd van de respondenten is 21 jaar en de maximale leeftijd is 67 jaar. In het onderzoek is onderscheid gemaakt in vier leeftijdscategorieën en drie opleidingsniveaus. In onderstaande tabellen is te zien hoe de respondenten verdeeld zijn over de leeftijdscategorieën (tabel 1) en opleidingsniveaus (tabel 2). Er is geprobeerd om dit zo evenredig mogelijk te doen. Daarnaast is het grootste deel van de respondenten parttime of fulltime in loondienst (84,0%). Een klein deel ervan werkt als zelfstandige (4,0%) en een deel is werkzoekend (7,0%). Het onderzoek is afgenomen door zes bachelorstudenten/proefleiders, die ieder twintig respondenten hebben getest. Als dank voor hun deelname heeft iedere respondent een VVV-bon van 5,00 gekregen. Tabel 1. Verdeling respondenten in leeftijdscategorieën (N=100) Leeftijdscategorieën Aantal respondenten 1 21 t/m 35 jaar t/m 45 jaar t/m 55 jaar t/m 64 jaar 23 Tabel 2. Verdeling respondenten in opleidingsniveaus (N=100) Opleidingsniveaus Opleidingen Aantal respondenten Laag Basisschool, LBO, VMBO 32 BKG, VMBO T, MBO 2 Midden MBO 3, MBO 4, MULO, 35 HAVO Hoog VWO, HBO, WO Materiaal Om een complete dataset te krijgen, zijn zes testen afgenomen. Dit zijn een financiële kennistest, een woordenschattest, een pensioenkennistest, twee cloze-testen en een begripstest. Van alle afgenomen testen zijn alleen de woordenschattest, de cloze-testen en de begripstest relevant voor dit onderzoek. Daarom worden deze testen in de komende subparagrafen toegelicht, waarbij er onder andere een voorbeeldvraag wordt gegeven. Daarnaast worden de verschillende tekstversies van de startbrief van Zwitserleven besproken. 13

14 4.2.1 Woordenschattest Er is een woordenschattest (bijlage 4) afgenomen om de woordenschat van de respondenten te meten. Daarnaast wordt deze test onder andere gebruikt om leesvaardigheid te meten. De (schriftelijke) test bestaat uit vijfentwintig items, waarbij de woorden worden aangeboden in korte zinnen. De respondent heeft vijf antwoordmogelijkheden, waaronder vier mogelijke betekenissen van het woord en de optie ik weet het niet. Deze optie is toegevoegd om gokken te voorkomen en er is nadrukkelijk verteld dat deze optie gekozen moest worden als de respondent het antwoord niet wist. Respondenten hebben vijf minuten de tijd gekregen om deze test te voltooien. Voorbeeldvraag woordenschattest Vraag 18: Hij is een erudiete man. a) aantrekkelijk b) belezen c) onverstandig d) dik e) ik weet het niet Cloze-test Er zijn twee cloze-testen afgenomen om de leesvaardigheid van de respondenten te meten. De cloze-test zou ook gebruikt kunnen worden om de voorkennis van de respondenten te meten. Om dit (gedeeltelijk) uit te sluiten worden er twee cloze-testen afgenomen, waarbij respondenten een tekst krijgen die over het pensioen gaat (ClozeP, bijlage 6) en nog een andere tekst over een willekeurig onderwerp. In dit geval is dat onderwerp donorregistratie (ClozeD, bijlage 7). In beide teksten zijn vijfentwintig woorden weggelaten, die de respondent juist moet invullen. Hierbij bestaat de optie om geen woord in te vullen, als respondenten het woord niet weten bijvoorbeeld. Respondenten hebben per test tien minuten de tijd gekregen om deze te voltooien. Voorbeeldvraag clozep-test Ouderdomspensioen verschaft een voor de tijd dat men niet meer werkt op latere leeftijd. Voorbeeldvraag clozed-test Op dit moment staan ruim vijf miljoen in het Donorregister vastgelegd. 14

15 4.2.3 Tekstversies Er zijn twee versies van de startbrief van Zwitserleven gemaakt. De ene versie is een lopende tekst, waarbij de informatie lineair onder elkaar staat. Dit is een pdf-bestand (versie1) (te vinden in bijlage 1), wat gelezen gaat worden op het scherm van een laptop. De lezer moet in dit geval het gehele document lezen en hierin heen en weer scrollen om bij bepaalde informatie terecht te komen. De andere versie is een hypertekst ofwel een klikmodel (versie 2). Deze tekstversie is te vinden op de website De lezer kan hierbij in het hoofdmenu kiezen uit twee links, welke leiden tot meerdere links waar informatie te vinden is. Vanuit één pagina met bepaalde informatie bestaat de mogelijkheid om door te klikken naar een andere pagina met gerelateerde informatie. Het grootste verschil tussen de twee tekstversies is dat bij het pdfbestand de gehele tekst gelezen moet worden, terwijl bij het klikmodel de lezer bepaalt welke informatie hij of zij wel of niet wil lezen Begripstest Er is een begripstest (bijlage 8) afgenomen om het begrip van de respondenten met betrekking tot de startbrief van Zwitserleven te meten. Er zijn in dit onderzoek twee versies van de startbrief gebruikt, die willekeurig over de respondenten verdeeld zijn. De startbrief is geanonimiseerd vanwege vooroordelen die mensen zouden kunnen hebben en privacyredenen. De geanonimiseerde startbrief is afkomstig van het fictieve pensioenfonds ABC Pensioenen, waarbij het fictieve bedrijf Huisman & Van den Assem B.V. de pensioenen regelt. De respondenten hebben, voor de afname van de begripstest, kort de tijd gekregen om de brief te bestuderen, waarna er twaalf mondelinge vragen aan hun worden gesteld. Bij de beantwoording van de vragen mogen respondenten de brief gebruiken. Respondenten krijgen daarnaast twee minuten de tijd om het antwoord op te zoeken in de brief en daarna het antwoord aan de proefleider uit te leggen. De tijd wordt gestopt als de respondent denkt het antwoord te hebben gevonden, als de respondent aangeeft het antwoord niet te kunnen vinden of als de twee minuten voorbij zijn gegaan. Bij de begripstest zijn verschillende soorten scenariovragen gebruikt. Er zijn vragen die direct vanuit de brief beantwoord kunnen worden en vragen waarbij de respondenten de inhoud van de brief moeten combineren met reeds eerder verkregen informatie. Hieronder is van beide soorten vragen een voorbeeld te zien. 15

16 Voorbeeld directe vraag Vraag 1: Marije werkte bij Huisman & Van den Assem B.V. en gaat pensioen opbouwen bij ABC Pensioenen. Wie dragen bij aan haar premie? Voorbeeld minder directe vraag Vraag 2: Stel, Marije krijgt een ongeluk en raakt voor 50% arbeidsongeschikt. Ze gaat halve dagen werken. a) Wordt er nog steeds premie afgedragen voor haar pensioen? b) Zo ja, door wie? 4.3 Procedure De gebruikte procedure, welke hieronder beschreven wordt, is eerst gepretest door alle proefleiders bij twee respondenten. Deze respondenten hoefden niet aan de restricties te voldoen voor de respondenten die deelnemen aan de rest van het onderzoek. De pretest is uitgevoerd om te oefenen met de procedure en om fouten eruit te halen. Er zijn geen fouten gevonden, dus de procedure is gelijk gebleven. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de eigen omgeving van de respondenten, waarbij er iedere keer één proefleider aanwezig is geweest. Het onderzoek is altijd begonnen met een korte inleiding, waarin het een en ander verteld is over het onderzoek zoals het onderwerp en de tijdsduur van het onderzoek. Tevens worden de respondenten bedankt voor hun deelname aan het onderzoek. Ook van belang is om te vertellen dat de brief getest wordt en niet of in mindere mate de deelnemer. Na de inleiding moeten respondenten een formulier over hun demografische gegevens invullen (bijlage 2). Hierna volgt de vragenlijst over financiële geletterdheid (bijlage 3) en daarna de vragenlijst met betrekking tot de woordenschat (bijlage 4). De pensioenkennistest (bijlage 5) en de cloze-testen (bijlage 6 en 7) worden in zes verschillende varianten afgenomen, om volgorde-effecten te voorkomen: 1) Pensioenkennis ClozeP ClozeD 2) Pensioenkennis ClozeD ClozeP 3) ClozeP Pensioenkennis ClozeD 4) ClozeP ClozeD Pensioenkennis 5) ClozeD Pensioenkennis ClozeP 6) ClozeD ClozeP - Pensioenkennis Alle genoemde vragenlijsten zijn schriftelijk afgenomen en bij alle genoemde vragenlijsten, behalve de vragenlijst over de demografische gegevens, wordt gemeten hoelang de 16

17 respondent bezig is met het invullen ervan. Dit wordt ingevuld op een observatieformulier (bijlage 9). Vervolgens wordt de begripstest (bijlage 8) afgenomen. Er wordt aan de respondenten gevraagd om het antwoord op diverse (scenario-)vragen te zoeken in de startbrief, welke getoond wordt op een laptop. Hierbij wordt het scherm van de laptop gefilmd, zodat de proefleider naderhand nog eens kan bekijken hoe de respondent op zoek is gegaan naar de antwoorden op de vragen. Op een observatieformulier (bijlage 9) worden diverse aspecten bijgehouden tijdens het afnemen van de begripstest. Er wordt per vraag genoteerd hoe lang het duurt voordat de respondent het antwoord op de vraag heeft gevonden. Daarnaast noteert de proefleider of de informatie überhaupt wordt gevonden. Verder wordt gecontroleerd of de gevonden informatie juist is en of deze informatie met of zonder gebruik van de brief wordt gegeven. De proefleider noteert ook of de informatie wordt voorgelezen uit de brief of dat het antwoord in eigen woorden wordt verteld. Tijdens het afnemen van de begripstest is het de bedoeling dat proefleiders geen antwoorden op de vragen vertellen en er mag ook niet worden verteld of het gegeven antwoord juist of onjuist is. Verder wordt de begripstest mondeling afgenomen. Hierdoor hebben de proefleiders de mogelijkheid om te kunnen controleren of de informatie daadwerkelijk wordt begrepen. Er kan bijvoorbeeld gevraagd worden om informatie in eigen woorden uit te leggen, als de informatie letterlijk wordt voorgelezen van het scherm. Ook kan er gevraagd worden om informatie aan te wijzen in de tekst. Als respondenten dit niet kunnen maar wel het antwoord weten, dan is aan te nemen dat zij het antwoord al weten door voorkennis. De begripstest is de laatste test van het onderzoek. Hierna ontvangen de respondenten een VVV-bon van 5,00 als dank voor hun deelname. 17

18 H5. Resultaten In de komende paragrafen worden eerst de resultaten van de vragenlijsten besproken. Hierna volgen de verbanden tussen de respondentkenmerken, woordenschattest, cloze-testen en begripstest. Als laatste komen de regressieanalyses aan bod. 5.1 Scores van respondenten op de testen Woordenschattest Het is van belang dat de items van de testen hetzelfde meten, anders ontstaan geen betrouwbare resultaten. De 25 items van de woordenschattest zijn betrouwbaar (α=.87). Daarom wordt vanaf nu de totaalscore gebruikt. In onderstaande tabel zijn de gemiddelde score (standaarddeviatie), minimum- en maximumscore te vinden. Tabel 3. Gemiddelde (standaarddeviatie), minimum- en maximumscore op de woordenschattest Gemiddelde Minimum Maximum (Standaarddeviatie) Woordenschattest (4.96) 6 25 Er is een negatieve correlatie tussen de goedscore op de woordenschattest en de tijd die eraan besteed werd (r=-.53, p<.000). Dit betekent dat respondenten met een hoge goedscore significant minder tijd nodig hadden om de test in te vullen. Dit geldt andersom voor respondenten met een lage goedscore. Zij hadden significant meer tijd nodig voor het invullen van de woordenschattest Cloze-testen Bij de cloze-testen kan gebruik gemaakt worden van strikte goedscores. In dat geval is alleen het juiste antwoord goed. Een andere optie is het gebruik van ruime goedscores. In dat geval zijn de juiste antwoorden en synoniemen daarvan goed. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van ruime goedscores, omdat het juiste antwoord en het synoniem eigenlijk hetzelfde betekenen en daarom zijn ze naar mijn mening allebei goed. De 25 items van de clozep-test zijn onderling betrouwbaar (α =.83), vandaar dat de totaalscore gebruikt wordt. In onderstaande tabel zijn de gemiddelde score (standaarddeviatie), minimum- en maximumscore terug te zien. Tabel 4. Gemiddelde (standaarddeviatie), minimum- en maximumscore op de clozep-test Gemiddelde Minimum Maximum (Standaarddeviatie) ClozeP-test (4.87)

19 Er is een positieve correlatie tussen de goedscore en de tijdscore op de clozep-test (r=.21, p<.040). Dit wil zeggen dat respondenten met een hoge goedscore significant meer tijd nodig hebben gehad om de test in te vullen, in tegenstelling tot respondenten met een lage goedscore. Zij hadden significant minder tijd nodig voor het invullen van de clozep-test. De 25 items van de clozed-test zijn ook onderling betrouwbaar (α=.79). Daarom wordt de totaalscore gebruikt. In onderstaande tabel zijn de gemiddelde score (standaarddeviatie), minimum- en maximumscore te vinden. Tabel 5. Gemiddelde (standaarddeviatie), minimum- en maximumscore op de clozed-test Gemiddelde Minimum Maximum (Standaarddeviatie) ClozeD-test (4.20) 2 21 Er is een ook positieve correlatie tussen de goedscore en de tijdscore op de clozed-test (r=.22, p<0.026). Dit betekent dat respondenten met een hoge goedscore significant meer tijd nodig hebben gehad om de test in te vullen, terwijl respondenten met een lage goedscore significant minder tijd nodig hebben gehad voor het invullen van de clozed-test Begripstest Net als bij de cloze-testen, is er bij de begripstest ook sprake van strikte en ruime goedscores. Bij de strikte goedscores is het antwoord goed gerekend als het juiste antwoord is gevonden in de tekst en letterlijk is opgelezen of in eigen woorden is verteld. Bij de ruime goedscores is het antwoord goed gerekend als het antwoord juist is met of zonder gebruik van de tekst. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de strikte goedscores bij de begripstest, omdat het de bedoeling is dat respondenten het antwoord in de tekst kunnen vinden en begrijpen. Daarnaast zijn er twee tekstversies van de begripstest gebruikt, namelijk een PDF-versie (versie 1) en een klikmodel (versie 2). De scores op de verschillende versies worden apart besproken. De begripstest bevat in totaal 24 items, waarbij 38 steekwoorden kunnen worden genoemd. Deze 38 items zijn onderling betrouwbaar (α=.85), vandaar dat de totaalscore wordt gebruikt. Naast het noemen van het juiste antwoord (de goedscore), moet het antwoord ook in de tekst gevonden worden (de vindscore). De vindscores zijn onderling ook betrouwbaar (α=.75), vandaar dat de totaalscore wordt gebruikt. In onderstaande tabellen zijn de gemiddelde scores (standaarddeviaties), minimum- en maximumscores van de vind- en goedscores per versie te zien. 19

20 Tabel 6. Gemiddelden (standaarddeviaties), minimum- en maximumscores van de vindscore op de begripstest Vindscore Gemiddelde Minimum Maximum (Standaarddeviatie) Begripstest versie (5.02) 3 23 Begripstest versie (3.92) 4 21 Tabel 7. Gemiddelden (standaarddeviaties), minimum- en maximumscore van de goedscore op de begripstest Goedscore Gemiddelde Minimum Maximum (Standaarddeviatie) Begripstest versie (6.97) 3 35 Begripstest versie (6.35) 1 30 Daarnaast is er een positieve correlatie tussen de goedscore en de vindscore van de PDFversie (r=.82, p<.000). Dit wil zeggen dat respondenten die meer antwoorden hebben gevonden, meer antwoorden goed hebben in tegenstelling tot mensen die minder antwoorden hebben gevonden. Ook is er positieve, significante correlatie tussen de goedscore en de vindscore van het klikmodel (r=.80, p<.000). Hierbij geldt ook dat respondenten die meer antwoorden hebben gevonden, meer antwoorden goed hebben in tegenstelling tot mensen die minder antwoorden hebben gevonden. 5.2 Verbanden tussen respondentkenmerken, woordenschattest, cloze-testen en begripstest Ten eerste wordt er gekeken of er verbanden zijn tussen verschillende respondentkenmerken en de afgenomen testen. Vervolgens wordt gekeken of er een verband is tussen de woordenschattest en de cloze-testen, omdat deze testen de leesvaardigheid zouden meten volgens de literatuur. Als laatste wordt er gekeken of er een verbanden zijn tussen de begripstest en de andere testen Verband tussen respondentkenmerken Er is gekeken of er een samenhang is tussen verschillende respondentkenmerken, zoals geslacht, leeftijd en opleidingsniveau, en de goedscores op verschillende testen, zoals de woordenschattest, pensioenkennistest en de cloze-testen. Er is geen significante samenhang gevonden van de variabele geslacht met de goedscores van de woordenschattest (t(98)=.72, p=.47), clozep-test (t(98)=.63, p=.53) en clozed-test (t(98)=-1.10, p=.27). Dit betekent dat er geen verschil is tussen mannen en vrouwen bij de scores op de testen. 20

Pensioen: eerst begrijpen, dan genieten

Pensioen: eerst begrijpen, dan genieten Pensioen: eerst begrijpen, dan genieten Onderzoek naar de invloed van leesvaardigheid op het begrip van de startbrief Anemone van Arcken 3662934 Onder begeleiding van Louise Nell Bacheloreindwerkstuk Communicatie-

Nadere informatie

Pensioeninformatie: een ver-van-mijn-bed-show?

Pensioeninformatie: een ver-van-mijn-bed-show? Pensioeninformatie: een ver-van-mijn-bed-show? Een onderzoek naar de vindbaarheid en begrijpelijkheid van informatie in een pensioenoverzicht. Reinate van Broekhuizen 3874060 Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Hoe moeilijk kan het zijn?!

Hoe moeilijk kan het zijn?! Hoe moeilijk kan het zijn?! Onderzoek naar de rol van financiële geletterdheid op het vinden en begrijpen van pensioeninformatie op de website Mijnpensioenoverzicht.nl Eva Boot 3666034 Eindwerkstuk Communicatiestudies

Nadere informatie

Pensioen? Veel te ingewikkeld!

Pensioen? Veel te ingewikkeld! Pensioen? Veel te ingewikkeld! Een onderzoek naar in hoeverre financiële geletterdheid en vorm van de startbrief invloed hebben op de vindbaarheid en begrijpelijkheid van pensioeninformatie. Kelly Delwel

Nadere informatie

Lees ik dit nou goed?

Lees ik dit nou goed? Lees ik dit nou goed? De invloed van leesvaardigheid op vindbaarheid- en begripsprestaties op www.mijnpensioenoverzicht.nl Daniëlle Elbertse 3638529 10 april 2015 Bachelorscriptie Communicatie- en informatiewetenschappen

Nadere informatie

Eindelijk met pensioen(communicatie)!

Eindelijk met pensioen(communicatie)! Eindelijk met pensioen(communicatie)! Onderzoek naar taalvaardigheid als voorspeller voor vindbaarheid en begrijpelijkheid in twee versies van een pensioenstartbrief Onder begeleiding van Louise Nell Bachelorscriptie

Nadere informatie

Pensioeninformatie via een online pensioenplanner? Klinkt als dubbel zo lastig

Pensioeninformatie via een online pensioenplanner? Klinkt als dubbel zo lastig Pensioeninformatie via een online pensioenplanner? Klinkt als dubbel zo lastig Onderzoek naar de invloed van financiële geletterdheid op de vindbaarheid en begrijpelijkheid van informatie op de pensioenplanner

Nadere informatie

Pensioenen? Maar daar weet ik niets

Pensioenen? Maar daar weet ik niets Pensioenen? Maar daar weet ik niets van hoor! Een onderzoek naar de invloed van financiële geletterdheid bij het vinden en begrijpen van informatie in een startbrief Isabelle van Gestel - 3867617 Communicatie-

Nadere informatie

Pensioenbewustzijn: Ik wil ervoor zorgen dat mijn pensioen goed geregeld is

Pensioenbewustzijn: Ik wil ervoor zorgen dat mijn pensioen goed geregeld is 2013 Pensioenbewustzijn: Ik wil ervoor zorgen dat mijn pensioen goed geregeld is Een onderzoek naar de invloed van de startbrief van Zwitserleven op de gedragsintentie aan de hand van het Integrated Model

Nadere informatie

De Status Quo van het UPO Onderzoek naar invloed leesvaardigheid op de gebruiksvriendelijkheid van het UPO

De Status Quo van het UPO Onderzoek naar invloed leesvaardigheid op de gebruiksvriendelijkheid van het UPO 2013 De Status Quo van het UPO Onderzoek naar invloed leesvaardigheid op de gebruiksvriendelijkheid van het UPO Voor deze paper werd onderzoek gedaan naar de gebruiksvriendelijkheid van de Uniforme Pensioenoverzichten.

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Pensioen? Dat zal ik later wel doen!

Pensioen? Dat zal ik later wel doen! Pensioen? Dat zal ik later wel doen! Een experimenteel onderzoek naar de invloed van demografische kenmerken op de begrijpelijkheid en vindbaarheid van pensioeninformatie in twee versies van een startbrief

Nadere informatie

Pensioenrelevante kennis zou niet noodzakelijk moeten zijn

Pensioenrelevante kennis zou niet noodzakelijk moeten zijn Pensioenrelevante kennis zou niet noodzakelijk moeten zijn Onderzoek naar de voorspellende rol van pensioenkennis in het vinden en begrijpen van informatie in de pensioenbrief Lotte Vermaas 3849406 Onder

Nadere informatie

Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal?

Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal? Financiële geletterdheid: wat is het en wat doet het? Of: voor wie werken we aan Begrijpelijke Taal? Leo Lentz Henk Pander Maat Begrijpelijke financiële communicatie: hypotheken en pensioenen Leo Henk

Nadere informatie

Wat niet weet, wat niet deert?

Wat niet weet, wat niet deert? 1. 2. Wat niet weet, wat niet deert? Een onderzoek naar de invloed van woordenschat op de vindbaarheid en begrijpelijkheid van informatie op www.mijnpensioenoverzicht.nl Kees Boogaard 3872297 Eindwerkstuk

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Is weten werkelijk te meten?

Is weten werkelijk te meten? UNIVERSITEIT UTRECHT Is weten werkelijk te meten? De invloed van voorkennis op het vinden en begrijpen van pensioeninformatie. Studentnummer 3691160 Bachelor eindwerkstuk Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Nee, daar houd ik me nog echt totaal niet mee bezig!

Nee, daar houd ik me nog echt totaal niet mee bezig! , daar houd ik me nog echt totaal niet mee bezig! Onderzoek naar het verband tussen persoonskenmerken en UPO- begripsprestaties Caroline Korteweg - 3473163 28 juni 2013 C.C.E. Korteweg - 3473163 Prof.

Nadere informatie

Digitale hulp bij pensioen

Digitale hulp bij pensioen Digitale hulp bij pensioen Onderzoek naar de rol van financiële geletterdheid in het vinden en begrijpen van pensioeninformatie op de website pensioenkijker.nl Roos Jochems 3827984 Eindwerkstuk Communicatiestudies

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

CHRONOLOGIE LEIDT TOT BETER TEKSTBEGRIP?! Een onderzoek naar het effect van chronologie op de begrijpelijkheid van overheidsteksten

CHRONOLOGIE LEIDT TOT BETER TEKSTBEGRIP?! Een onderzoek naar het effect van chronologie op de begrijpelijkheid van overheidsteksten CHRONOLOGIE LEIDT TOT BETER TEKSTBEGRIP?! Een onderzoek naar het effect van chronologie op de begrijpelijkheid van overheidsteksten Samenvatting Uit diverse onderzoeken blijkt dat zinnen waarin gebeurtenissen

Nadere informatie

Begrijpelijke communicatie in de wet

Begrijpelijke communicatie in de wet Begrijpelijke communicatie in de wet Bijsluiters bij geneesmiddelen (EU Guideline1998) Uitleg bij medisch onderzoek (WMO 1998) Uitleg bij hypotheken (WfT 2007) Uitleg bij pensioen (Pensioenwet 2007) 2

Nadere informatie

3 Hoe pensioenbewust zijn we?

3 Hoe pensioenbewust zijn we? 3 Hoe pensioenbewust zijn we? Door verschillende instanties en bedrijven wordt onderzoek gedaan naar het pensioenbewustzijn van burgers, hun houding tegenover pensioen en de kennis die zij hebben van (hun)

Nadere informatie

Institute for Medical Technology Assessment. Productivity Cost Questionnaire Productivity and Health Research Group

Institute for Medical Technology Assessment. Productivity Cost Questionnaire Productivity and Health Research Group Institute for Medical Technology Assessment Productivity Cost Questionnaire Productivity and Health Research Group Vragenlijst over uw gezondheid en werk Onderzoekers noemen deze vragenlijst de imta PCQ.

Nadere informatie

Marieke van den Berg. Communicatie- en Informatiewetenschappen. Begeleidend docent: Dhr. L. Lentz. Datum: 3 juli 2013

Marieke van den Berg. Communicatie- en Informatiewetenschappen. Begeleidend docent: Dhr. L. Lentz. Datum: 3 juli 2013 [Geef tekst op] 2013 UPO het Goede Voorbeeld Onderzoek naar de waardering en begrijpelijkheid van het Uniform Pensioen Overzicht na de verbeteringen door de pensioenfederatie In deze financieel onzekere

Nadere informatie

De nieuwe regels voor pensioencommunicatie in de praktijk

De nieuwe regels voor pensioencommunicatie in de praktijk De nieuwe regels voor pensioencommunicatie in de praktijk Netspar Industry Event 16 november 2016 De achtergronden van de nieuwe wet Lydia Lousberg (Ministerie SZW) in gesprek met Henk Pander Maat Pensioen

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

MET EEN ONLINE TOOL JE PENSIOEN REGELEN VANUIT JE LUIE STOEL

MET EEN ONLINE TOOL JE PENSIOEN REGELEN VANUIT JE LUIE STOEL MET EEN ONLINE TOOL JE PENSIOEN REGELEN VANUIT JE LUIE STOEL Een onderzoek naar de invloed van persoonskenmerken en voorkennis op de vindbaarheid en begrijpelijkheid van informatie op de Philips Pensioenplanner

Nadere informatie

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG St. Anthoniusplaats 9 6511 TR Nijmegen 024 663 9343 info@movate.nl Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG 05-06-2015 1 Inhoudsopgave Management summary 3 Introductie 5 Deelnemerinformatie 6 Pensioenbewustzijn

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

De relatie tussen woordmoeilijkheid en tekstbegrip bij VMBO- en VWOleerlingen

De relatie tussen woordmoeilijkheid en tekstbegrip bij VMBO- en VWOleerlingen De relatie tussen woordmoeilijkheid en tekstbegrip bij VMBO- en VWOleerlingen Naam: Tessa Gülink Studentnummer: 3351807 Opleiding: Communicatie- en Informatiewetenschappen Opdracht: Eindscriptie Begeleider:

Nadere informatie

Wat betekenen de nieuwe eisen voor pensioencommunicatie voor u als bestuurder?

Wat betekenen de nieuwe eisen voor pensioencommunicatie voor u als bestuurder? Wat betekenen de nieuwe eisen voor pensioencommunicatie voor u als bestuurder? Programma van de workshop 1. Bespreking van de belangrijkste wijzigingen: a) Algemene eisen aan pensioeninformatie b) Pensioenregister

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Met behulp van onderstaande opdracht kun je met behulp

Nadere informatie

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011 Zorgen over het pensioeninkomen 6 oktober 2011 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. De pensioensituatie van Nederlanders 3. De situatie van gepensioneerden 4. Kennis en informatievoorziening 5. Kennis van

Nadere informatie

Inhoud van de les. De powerpoint bij deze handout vindt u in het docetendeel van Score.

Inhoud van de les. De powerpoint bij deze handout vindt u in het docetendeel van Score. De powerpoint bij deze handout vindt u in het docetendeel van Score. { Inhoud van de les Zo ziet het eruit Hoe werkt het programma? Oefenen Nabespreken eerste les - Heet de leerlingen welkom. Leg uit wat

Nadere informatie

Factsheet persbericht

Factsheet persbericht Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464

Nadere informatie

Voorkennis voor kennis van pensioenen

Voorkennis voor kennis van pensioenen Voorkennis voor kennis van pensioenen Een onderzoek naar het effect van voorkennis op begrip van het Uniform Pensioenoverzicht Caroline Lemaire 3504468 Eindwerkstuk Communicatie Bachelor Nederlandse Taal

Nadere informatie

PIRLS Onder Embargo tot 28 november :00 uur

PIRLS Onder Embargo tot 28 november :00 uur Onder Embargo tot 28 november 2007 16:00 uur , onder embargo tot 28 november 2007 16:00 uur Toelichting Internationaal Rapport Inleiding PIRLS (Progress in International Reading Literacy Study) is een

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

BROCHURE. adaptievedigitaleeindtoets

BROCHURE. adaptievedigitaleeindtoets BROCHURE adaptievedigitaleeindtoets Vanaf april 2015 zijn scholen in het regulier primair onderwijs verplicht om leerlingen uit groep 8 een eindtoets te laten maken. De afnamedatum van de eindtoets in

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen)

De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld als gevolg van een gezondheidsprobleem,

Nadere informatie

Product Informatie Blad Toets Engels

Product Informatie Blad Toets Engels Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante

Nadere informatie

Pensioen? Daar is veel om te doen!

Pensioen? Daar is veel om te doen! Pensioen? Daar is veel om te doen! Een onderzoek naar de begrijpelijkheid van het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) Door: Sanne Brand [3657388, S.Brand@students.uu.nl] Onder begeleiding van prof. dr. Leo

Nadere informatie

Bachelor Eindwerkstuk Communicatiekunde Communicatie-en Informatiewetenschappen. Studentnummer:

Bachelor Eindwerkstuk Communicatiekunde Communicatie-en Informatiewetenschappen. Studentnummer: De invloed van moeilijke woorden op tekstbegrip Een experimenteel onderzoek naar de invloed van woordmoeilijkheid op het tekstbegrip van havoleerlingen Bachelor Eindwerkstuk Communicatiekunde Communicatie-en

Nadere informatie

Life event: Een nieuwe baan

Life event: Een nieuwe baan Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen. December 2011

AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen. December 2011 AFM Consumentenmonitor Najaar 2011 Pensioen December 2011 1 Inhoudsopgave 2 1 2 Management Summary Onderzoeksresultaten in detail 2a Pensioen algemeen 2b Pensioencommunicatie 2c Pensioenregeling 3 Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 Snel aan de slag 3 Per Enquete 3 Een enquête + vragen toevoegen 6 Layout aanpassen 7 Een uitnodiging versturen 8 Resultaten bekijken 8 Tips en trucs 13

Nadere informatie

Bijlagen. Tevredenheid van potentiële werknemers

Bijlagen. Tevredenheid van potentiële werknemers Bijlagen Tevredenheid van potentiële werknemers Evaluatie Pastiel Bijlagen Tevredenheid van potentiële werknemers Pastiel Drs. Jan Dirk Gardenier MBA Erik Geerlink, MSc Lotte Piekema, MSc Februari 2014

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Eindtoets op twee niveaus Nieuw

Eindtoets op twee niveaus Nieuw Eindtoets op twee niveaus Nieuw Vanaf 2013 zijn er twee versies van de Eindtoets: de Eindtoets Basis en de Eindtoets Niveau. Beide versies bevatten dezelfde onderdelen en hetzelfde aantal opgaven. Alleen

Nadere informatie

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek in opdracht van Pensioenkijker.nl Projectleider Kennisgroep : Vivianne Collee : Content Unit Financiën Datum : 09-11-010 Copyright:

Nadere informatie

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen - Pensioenvertrouwen ad hoc september 2009/ 19-10-2009 / P.1 / 19-10-2009 / P.1 Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING We meten op onze school twee keer per jaar het sociaal-emotionele functioneren van onze leerlingen mee. Dat doen we met VISEON van Cito. Viseon staat voor Volg Instrument

Nadere informatie

#WvdM14. De nieuwswijze brugklasser Gonnie Eggink

#WvdM14. De nieuwswijze brugklasser Gonnie Eggink #WvdM14 De nieuwswijze brugklasser Gonnie Eggink Wat komt er aan de orde? Wat is mediawijsheid? Onderzoeksvraag Methode Uitkomsten Conclusie/literatuur Discussie 27-11-2014 2 Wat is mediawijsheid? (1/4)

Nadere informatie

Klaar voor de start(brief)?!

Klaar voor de start(brief)?! Klaar voor de start(brief)?! Onderzoek naar de invloed van financiële geletterdheid op pensioenkennis en de vind- en begripsprestaties van de startbrief Juliën Schoonbrood 3658600 Onder begeleiding van

Nadere informatie

Leo Lentz en Henk Pander Maat De Gebruiksvriendelijkheid van het Uniform Pensioenoverzicht. Netspar OCCASIONAL PAPERS

Leo Lentz en Henk Pander Maat De Gebruiksvriendelijkheid van het Uniform Pensioenoverzicht. Netspar OCCASIONAL PAPERS Netspar OCCASIONAL PAPERS Leo Lentz en Henk Pander Maat De Gebruiksvriendelijkheid van het Uniform Pensioenoverzicht De gebruiksvriendelijkheid van het Uniform Pensioenoverzicht November 2013 L. Lentz

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Begeleidershandleiding Voedingscentrum Meer dan lekker in de super

Begeleidershandleiding Voedingscentrum Meer dan lekker in de super Begeleidershandleiding Voedingscentrum Meer dan lekker in de super Helpdesk online module: Spring Instituut Tel: 0318-493133 Mail: info@springinstituut.nl 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene informatie... 3

Nadere informatie

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Rapportage: Analyse en tabellen: 4 Februari 2011 Mariëlle Verhoef Mike van der Leest Inleiding Het Graafschap College

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Procedure schooladvies VO Basisschool St. Dionysius

Procedure schooladvies VO Basisschool St. Dionysius Procedure schooladvies VO Basisschool St. Dionysius 2016-2017 Inhoudsopgave - Procedure schooladvies VO basisschool St. Dionysius 1. Doel van de procedure... 2 2. Hoe komt het schooladvies tot stand?...

Nadere informatie

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy

Pagina 0 van 49. Webshop Bol.com. Onderzoeksvaardigheid Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 0 van 49 Webshop Bol.com Onderzoeksvaardigheid 2 7-4-2014 Hogeschool Inholland Muilwijk, Sammy Pagina 1 van 49 Inhoud H1 Inleiding...2 H1.1 Aanleiding...2 H1.2 Probleemstelling...2 H2 Beschrijvende

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin FERNANDO MC DOUGAL MSC ODETTE VLEK MSC AMSTERDAM, AUGUSTUS

Nadere informatie

TMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse

TMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse Haal het maximale uit de TMA 360º fb competentieanalyse Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt

Nadere informatie

De heer W.I.W. Voorbeeld Straat 12 1234 AB WOONPLAATS 1234ab49. Heerlen, April 2015. Geachte heer Voorbeeld,

De heer W.I.W. Voorbeeld Straat 12 1234 AB WOONPLAATS 1234ab49. Heerlen, April 2015. Geachte heer Voorbeeld, De heer W.I.W. Voorbeeld Straat 12 1234 AB WOONPLAATS 1234ab49 Heerlen, April 2015 Geachte heer Voorbeeld, U bouwt pensioen op bij het Pensioenfonds Werk en (re)integratie (PWRI). Gaat u met pensioen?

Nadere informatie

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

SECTORPROJECT 4 VMBO - T SECTORPROJECT 4 VMBO - T 2016-2017 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORPROJECT VOOR 4 VMBO-T Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

blad Ontmoet Paul op www.onsbpfschilders.nl wat vinden blijft gelijk 5 Meer inzicht in je pensioen: met UPO & de Pensioenplanner 2 Premie in 2015:

blad Ontmoet Paul op www.onsbpfschilders.nl wat vinden blijft gelijk 5 Meer inzicht in je pensioen: met UPO & de Pensioenplanner 2 Premie in 2015: Pensioen blad voor ondernemers april 2015 Meer inzicht in je pensioen: met UPO & de Pensioenplanner 2 wat vinden we van ons pensioenfonds 4 Premie in 2015: pensioenpremie blijft gelijk 5 Welk pensioenloon

Nadere informatie

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector 6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector Hoe kun je dienstverleners het beste betrekken bij klantonderzoek? Ik ben de afgelopen jaren onder de indruk geraakt van een specifieke vorm van 3 e generatie

Nadere informatie

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg in opdracht van de Raad voor Volksgezondheid & Zorg Datum 24 april 2014 Versie 1.0 Auteur Miquelle Marchand T: +31 13 466 8323 E: m.marchand@uvt.nl

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Onderzoek communicatie, indexatie en verantwoord beleggen Telefoon: ,

Onderzoek communicatie, indexatie en verantwoord beleggen Telefoon: , Onderzoek communicatie, indexatie en verantwoord beleggen Telefoon: 020 430 53 14, e-mail: pensioenfonds.vnu@aonhewitt.com, www.pensioenfondsvnu.nl Het pensioenfonds vindt uw mening belangrijk! VNU Pensioenfonds

Nadere informatie

ROUTE 8 is een digitale, adaptieve eindtoets die in 2 à 3 klokuren via internet wordt afgenomen. 2 www.route8.nl

ROUTE 8 is een digitale, adaptieve eindtoets die in 2 à 3 klokuren via internet wordt afgenomen. 2 www.route8.nl Vanaf april 2015 zijn scholen in het basisonderwijs verplicht om leerlingen uit groep 8 een eindtoets te laten maken. De afnameperiode van de eindtoets in groep 8 is verplaatst van februari naar 15 april

Nadere informatie

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT INZETBAARHEIDS ASSESSMENT Hoe werkt dat? INSTRUCTIE: Vragenlijst: Dit is een vragenlijst die is gemaakt om een beeld te krijgen van je inzetbaarheid. Het is hierom belangrijk dat je de vragenlijst zo eerlijk

Nadere informatie

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht

Nadere informatie

Vlaamse versie Cito leerlingvolgsysteem voor taal

Vlaamse versie Cito leerlingvolgsysteem voor taal Vlaamse versie Cito leerlingvolgsysteem voor taal Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs stelt een leerlingvolgsysteem ter beschikking, gebaseerd op het CITO leerlingvolgsysteem.

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Woordenschat leren door het ophalen van de betekenis: Het Testing Effect op de basisschool

Woordenschat leren door het ophalen van de betekenis: Het Testing Effect op de basisschool Woordenschat leren door het ophalen van de betekenis: Het Testing Effect op de basisschool Papersessie 1 Mini-Conferentie Testing Effect Nicole Goossens Opbouw Inleiding: Woordenschat Onderzoek 1: Woordenschat

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten CQI zorg Werkinstructies voor de CQI zorg In de vernieuwde werkwijze kwaliteitskader zorg heeft pijler 2B betrekking op het meten van cliëntervaringen. De CQI zorg maakt geen deel uit van een instrumentenwaaier

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

numeriek Handleiding voor kandidaten Numerieke capaciteitentest - online afname

numeriek Handleiding voor kandidaten Numerieke capaciteitentest - online afname Handleiding voor kandidaten Numerieke capaciteitentest - online afname Handleiding The Bridge Numeriek Deze instructiefolder is gemaakt om jou wat achtergrond over The Bridge Numeriek te geven. Dit kan

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders J. De Bouw, K. De Martelaer, K. Struyven en L. Haerens 31/12/2011 Inleiding Aanleiding onderzoek:

Nadere informatie

Detector Ability Achtergronden bij het instrument

Detector Ability Achtergronden bij het instrument Detector Ability Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl

Nadere informatie

Overzicht resultaten Premasterassessment

Overzicht resultaten Premasterassessment Overzicht resultaten Premasterassessment Vertrouwelijk Datum onderzoek 10-4-2014 Studentnummer Faculteit Opleiding Test 12345678 Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW) Communicatiewetenschap Premasterassessment

Nadere informatie

HANDLEIDING Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars 2014 oktober 2014 1

HANDLEIDING Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars 2014 oktober 2014 1 HANDLEIDING Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars 2014 oktober 2014 1 INHOUD Inleiding pagina 3 Logo en header pagina 5 Iconen pagina 6 Laag 1 pagina 7 Laag 2 pagina 9 Laag 3 pagina 10 Voorbeelden

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht Hieronder vindt u een overzicht van de veelgestelde vragen rondom uw pensioenoverzicht. Heeft u na het lezen van deze veelgestelde vragen toch nog vragen?

Nadere informatie

Meerkeuze-examen. 1 http://www.studielicht.be. Inhoud

Meerkeuze-examen. 1 http://www.studielicht.be. Inhoud Meerkeuze-examen Inhoud Hoe ziet een meerkeuze-examen eruit?... 1 Hoe bereid ik me voor op een meerkeuze-examen?... 1 Hoe pak ik een meerkeuzevraag aan?... 2 Hoe werk ik met het antwoordformulier?... 3

Nadere informatie