4/5/2017. Samenwerkingen rondom onderwijs. Visies en behoeften van stakeholders OVERZICHT. 1. Samenwerkingen tussen practici en onderzoekers.

Transcriptie

1 OVERZICHT Samenwerkingen rondom onderwijs. Visies en behoeften van stakeholders Mirjam Schuijff, Natalie Pareja Roblin, Susan McKenney 1. Samenwerkingen tussen practici en onderzoekers. 2. Het onderzoek: doelen en methode 3. Visies van stakeholders over samenwerking 4. Besluit en implicaties toekomstige samenwerking 5. Vooruitblik SAMENWERKING TUSSEN PRACTICI EN ONDERZOEKERS Toename initiatieven tot verbinding tussen school-universiteit in het algemeen (bijv. door OCW gefinancierde VO-HO netwerken), en samenwerking tussen practici- onderzoekers in het bijzonder (bijv. NRO programma ). Meeste initiatieven zijn gericht op het initiëren van samenwerking tussen onderzoekers en practici. Behoefte aan coördinatie van samenwerking en duurzame relaties die: 1) gericht zijn op problemen in de praktijk, 2) beide partijen nuttig zijn, en 3) ontwikkelen met de behoeftes van deelnemers. SOORTEN VAN SAMENWERKING (Wagner, 1997) Data extraction agreements Clinical partnerships Agenda-setting Onderzoekers Onderzoekers, op basis van noden uit de praktijk Gebruik van onderzoeksresultaten door/via Vertaling van onderzoeksresultaten Onderzoeksvragen gericht op noden uit de praktijk. Rollen Verschillend Verschillend maar wederzijds geïnformeerd Co-learning agreements Onderzoekers en practici samen Interacties tussen onderzoekers en practici. Diffuus 1

2 Q-methode Focusgroepen 4/5/2017 ONDERZOEKSDOELEN METHODE 1. Verkennen visies In kaart brengen hoe samenwerkingen tussen onderzoekers en practici volgens verschillende stakeholders (o.a. onderzoekers; docenten en schoolleiders; intermediairs) vormgegeven moeten worden. 2. Benodigde ondersteuning Vaststellen wat er nodig is om de gewenste vormen van samenwerking op te zetten en in stand te houden. Verkennen van opvatingen en gedeelde visies identificeren. Verenigt de sterke punten van kwantiatieve en kwalitatieve methodes. Door interactie tot nieuwe inzichten komen. Deelnemers kunnen hun standpunten door de discussie heroverwegen. DEELNEMERS INSTRUMENT: De Q-set Intermediaries (n=16) Onderzoekers (n=8) Hoe zou je jouw toekomstige samenwerking(en) tussen onderwijsonderzoek en -praktijk vorm willen geven? Scholen (n=16 25 stellingen over de samenwerking tussen practici en onderzoekers: Op basis van de literatuur en bestaande instrumenten. Gericht op verschillende dimensies in de samenwerking (bijv. doelen, opbrengsten, rollen). Getest met (onderwijs-)onderzoekers en practici die niet bij de studie betrokken waren. Reacties gebruikt om: 1) Te beoordelen of de stellingen wel verschillende visies vertegenwoordigen. 2) De stellingen te verhelderen. 2

3 PROCEDURE: Stellingen sorteren VERDELING STELLINGEN (Voorbeeld) Deelnemers sorteren de stellingen van meest (+3) naar minst (-3) belangrijk hen. Maar: Deelnemers kunnen maar een beperkt aantal kaartjes per kolom neerleggen (gedwongen verdeling). Bespreken welke stellingen het meest en minst belangrijk waren (na het sorteren). Hoe zou je jouw toekomstige samenwerking(en) tussen onderwijsonderzoek en - praktijk vorm willen geven? ANALYSES: Van Q-sorts naar factoren ANALYSES: Van factoren naar interpretatie 40 Q-sorts (i.e., collectie van 25 stellingen gesorteerd op deelnemer). Intercorrelatie en factoranalyse met de PQMethod software. Twee factoren geextraheerd (EV > 1.00) en geroteerd (Varimax) die samen 52% van de variantie van het onderzoek verklaren. Factorladingen van ± 0.52 of hoger waren significant bij p<0.01. Q-sorts die siginificant laden op dezelfde factor delen een gelijksoortig sorteerpatroon. Deze zijn iedere factor samengevoegd tot een typerende/emblematische verdeling van de stellingen (Watts & Stenner, 2011). Typerende verdelingen zijn holistisch geïnterpreteerd. 32 Q-sorts zijn significant op een van de twee factoren, 3 zijn significant op beide factoren. 3

4 Eigenvalue: 11.6 Eigenvalue: 9.2 SYNERGY Resultaten factor 1 Explained variance: 29% Deelnemers: 21 (4 onderzoekers, 10 intermediairs, 7 scholen) PRAKTISCH VOOR PRACTICI Resultaten factor 2 Explained variance: 23% Deelnemers: 11 (2 onderzoekers, 2 intermediairs, 7 scholen) INTERACTIE Diepgaande en regelmatige interactie Practici moeten zelf onderzoek doen ROLLEN INITIATIEF Samen het initiatief nemen OPBRENGSTEN richtlijnen practici leren onderzoekers en practici OPBRENGSTEN richtlijnen practici leren onderzoekers en practici onderwijsprogramma s en - materialen EXPERTISE Verschillende expertise, gelijk gewaardeerd Samen doelen bepalen en eindverantwoordelijk EXPERTISE Verschillende expertise, gelijk gewaardeerd Samen doelen bepalen en eindverantwoordelijk VERANTWOORD- ELIJKHEID VERANTWOORD- ELIJKHEID TWEE VISIES SAMEN INTERACTIE BESLUIT EN IMPLICATIES VOOR TOEKOMSTIGE SAMENWERKING INITIATIEF OPBRENGSTEN Samen het initiatief nemen richtlijnen practici Diepgaande en regelmatige interactie leren onderzoekers en practici Practici moeten zelf onderzoek doen ROLLEN onderwijsprogramma s en - materialen Verschillen in opvatting over ondezoekers-practici samenwerking betreffen namelijk: - De rollen van onderzoekers en practici. - Het belang van diepgaande interactie. - Initiatief tot samenwerking. Nood aan verscheidene vormen van samenwerking m.b.t.: EXPERTISE Verschillende expertise, gelijk gewaardeerd Samen doelen bepalen en eindverantwoordelijk - Betrokkenheid in het onderzoek. - Intensiteit van de interacties. VERANTWOORD- ELIJKHEID 4

5 VOORUITBLIK BEDANKT VOOR JULLIE AANDACHT! Diepgaande analyse van de focusgroep discussies Aanbevelingen ( de Universiteit Twente en daarbuiten) Stappen waarts zetten om tot duurzame samenwerkingen te komen VRAGEN? Mirjam Schuijff: m.j.schuijff@utwente.nl Natalie Pareja Roblin: natalie.parejaroblin@ugent.be Susan McKenney: susan.mckenney@utwente.nl VOORBEELD STELLINGEN Opbrengsten EXTRA SLIDES Samenwerking tussen onderzoekers en practici moet leiden tot wetenschappelijke inzichten. Samenwerking tussen onderzoekers en practici moet leiden tot het vertalen van onderzoeksuitkomsten naar richtlijnen of handvatten practici.... Rollen Tijdens de samenwerking moeten onderzoekers en practici hun traditionele rollen houden. Practici moeten zelf onderzoek doen met de steun en begeleiding van onderzoekers.... 5

6 DISTINGUISHING STATEMENTS FOR FACTOR 1 (p<.01) DISTINGUISHING STATEMENTS FOR FACTOR 1 (p<.01) -- Continued No. Statement Q- SV Z- SCR Q- SV Z- SCR 4 Samenwerking moet leiden tot leren zowel onderzoekers als * practici. 17 Diepgaande interactie tussen onderzoekers en practici zorgt * een succesvolle samenwerking. 14 Practici moeten zelf onderzoek doen met de steun en begeleiding * van onderzoekers. 3 De belangrijkste opbrengst van de samenwerking tussen * onderzoekers en practici zijn onderwijsprogramma s en - materialen. 13 Onderzoekers en practici moeten af en toe van rollen ruilen en * taken uitvoeren die traditioneel de ander zijn. 7 Onderzoekers en practici moeten samen het initiatief nemen * samenwerking. 24 De expertise van onderzoekers moet hoger gewaardeerd worden * als het om onderzoek gaat, en de expertise van practici moet hoger gewaardeerd worden als het gaat om de praktijk. 5 Onderzoekers moeten het initiatief nemen om samen te werken met practici * No. Statement Q-SV Z- Q- Z- SCR SV SCR 11 In de samenwerking tussen onderzoekers en practici moeten de * onderzoekers de onderzoeksdoelen en de practici de praktijkdoelen bepalen. 22 Als het om het onderzoek gaat, moet de expertise van onderzoekers hoger gewaardeerd worden dan die van practici * Bij de samenwerking tussen onderzoekers en practici zijn onderzoekers eindverantwoordelijk het bereiken van de onderzoeks- en praktijkdoelen * Tijdens de samenwerking moeten onderzoekers en practici hun * traditionele rollen houden. 8 In de samenwerking tussen onderzoekers en practici moeten onderzoekers de onderzoeks- en praktijkdoelen bepalen * PARTNERSCHAP TUSSEN PRACTICI EN ONDERZOEKERS (Coburn, Penuel & Geil, 2013) Kenmerken: Langdurige. Gericht op problemen in de praktijk. Wederkerig: uitkomsten zijn nuttig zowel als practici als onderzoekers. Verschillende soorten: Onderzoeksallianties/-verbanden. Design-based implementatie-onderzoek. Verberingsgerichte netwerken. 6