De Meelfabriek, Leiden Gebouw F en G

Transcriptie

1 Gezien door de constructeurs van de gemeente Leiden gezien N.Breuer d.d. 20/12/2016 Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden Wabo Pieters Bouwtechniek Martinus Nijhofflaan ES Delft Postbus BA Delft info@pbt-delft.nl De Meelfabriek, Leiden Gebouw F en G Opdrachtgever: Architect: Van der Wiel beheer bv Studio Akkermans Opgesteld door: ir Rob Doomen RO Projectleider: ir Rob Doomen RO Datum: 1 maart 2016 Versie: B Ref.: DO-03 Paraaf:

2 Inhoudsopgave 1 Algemeen Projectgegevens Projectomschrijving Uitganspunten Normen en voorschriften Gevolgklasse, ontwerplevensduur en gebouwcategorieën Veranderlijke belastingen Horizontale belastingen op vloerafscheidingen Brandeisen-constructie Belasting door sneeuw en regenwater Windbelasting Vervormingen en trillingen Contactgeluidsisolatie Buitengewone belastingen met bekende oorzaak Buitengewone belastingen met onbekende oorzaak Geotechnisch onderzoek en grondwater Constructief ontwerp Inleiding Bestaande draagconstructie Ontwerp draagconstructie Brandwerendheid Stabiliteit en gebouwdilataties Ontwerp fundering Tweede draagweg Aandachtspunten bij nadere uitwerking Vloerbelastingen Uitgangspunten materiaalkwaliteiten Betonconstructies Staalconstructies Bijlage 1 Constructief ontwerp op tekening

3 1 Algemeen 1.1 Projectgegevens Project Opdrachtgever Architect Adviseur bouwfysica Adviseur brand Adviseur installaties Adviseur constructies 1.2 Projectomschrijving De Meelfabriek Van der Wiel beheer bv Studio Akkermans LBP-SIGHT Vlampunt Pieters Bouwtechniek De voormalige meelfabriek aan de Oosterkerkstraat wordt her ontwikkeld tot een woongebied. Een van de bestaande panden, het voormalige molengebouw en Riffellokaal wordt herontwikkeld tot woongebouw. Dit pand is in de herontwikkeling gebouw F en G genoemd. In deze rapportage worden de constructieve uitgangspunten en het ontwerp van de herontwikkeling van dit gebouw behandeld. F G 2

4 2 Uitganspunten 2.1 Normen en voorschriften De nieuwbouw moet voldoen aan het bouwbesluit Dit betekent dat voor het constructief ontwerp de Eurocodes van toepassing zijn. De volgende normen worden gehanteerd inclusief de Nederlandse Nationale Bijlagen (NB): NEN EN 1990 Grondslagen van het constructief ontwerp NEN EN 1991 Belastingen op constructies NEN EN 1992 Betonconstructies NEN EN 1993 Staalconstructies NEN EN 1994 Staal betonconstructies NEN EN 1995 Houtconstructies NEN EN 1996 Metselwerkconstructies NEN EN 1997 Geotechnisch ontwerp (NEN 9997) NEN 8700 Beoordeling van de constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk bij verbouw en afkeuren - Grondslagen NEN 8701 Beoordeling constructieve veiligheid bestaand bouwwerk - Belastingen 2.2 Gevolgklasse, ontwerplevensduur en gebouwcategorieën Volgens NEN EN 1990 en NEN-EN geldt voor de nieuwbouw: Gevolgklasse Ontwerplevensduur Gebouwcategorie CC2b (Woongebouwen, hotels en kantoorgebouwen met 5 of meer bouwlagen) klasse 3 (ontwerplevensduur = 50 jaar) Categorie A (woon- en verblijfsruimte) Categorie H (daken) In uiterste grenstoestand STR gelden de volgende partiële factoren: Blijvende en tijdelijke Blijvende belastingen Overheersende Veranderlijke belastingen gelijktijdig met de ontwerpsituaties veranderlijke overheersende Ongunstig Gunstig belasting Belangrijkste (indien aanwezig) Andere CC2 (Vgl. 6.10a) 1,35 G k,j,sup 0,9 G k,j,inf 1,5 Ψ 0,1 Q k,1 1,5 Ψ 0,1 Q k,1 (i > 1) (Vgl. 6.10b) 1,2 G k,j,sup 0,9 G k,j,inf 1,5 Q k,1 1,5 Ψ 0,1 Q k,1 (i > 1) In de bruikbaarheidsgrenstoestanden geldt partiële factoren γ = 1,0 3

5 2.3 Veranderlijke belastingen Conform NEN-EN C1:2011/NB:2011 Tabel NB gelden voor de vloeren binnen dit project de volgende veranderlijke belastingen: Klasse van belaste oppervlakte Verdeelde belasting q k Geconcentreerde belasting Q k Ψ 0 Ψ 1 Ψ 2 Klasse A-vloeren (wonen en huishoudelijk gebruik) 1,75 kn/m² 3,00 kn 0,4 0,5 0,3 Klasse A-ontsluitingswegen (wonen en huishoudelijk gebruik) 2,00 kn/m² 3,00 kn 0,4 0,5 0,3 Klasse A-balkons (wonen en huishoudelijk gebruik) 2,50 kn/m² 3,00 kn 0,4 0,5 0,3 Klasse H-daken (niet toegankelijk) 0 α < 15 1,00 kn/m² 1,50 kn 0,0 0,0 0,0 2.4 Horizontale belastingen op vloerafscheidingen Voor de horizontale belastingen op vloerafscheidingen gelden de eisen volgens bijlage NB.A van NEN-EN C1:2011/NB:2011. Ruimte q rep F rep Voorgeschreven Voorgeschreven Zone b Zone a + b hoogte of zone a hoogte of zone a Gemeenschappelijke ruimten met een woonfunctie 0,5 kn/m 1,00 kn 0,35 kn 0,2 kn Voor de stootbelastingen op vloerafscheidingen gelden de eisen volgens bijlage NB.B van NEN-EN C1:2011/NB:2011. De voorgeschreven hoogte is 1,0 m voor de trappen huizen, en 1,2 meter voor de buitenruimtes van het gebouw. Indeling vloerafscheiding ter plaatse van een hoogteverschil 4

6 2.5 Brandeisen-constructie Volgens het bouwbesluit 2012 gelden voor dit gebouw de volgende eisen: Lid 1 (Bestaande bouw). Een vloer, trap of hellingbaan, waarover of waaronder een beschermde route voert, bezwijkt niet binnen 20 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die beschermde route niet ligt. Lid 2 (Bestaande bouw). Een bouwconstructie bezwijkt bij brand in een brandcompartiment waarin die bouwconstructie niet ligt, niet binnen de in tabel aangegeven tijdsduur door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan dat brandcompartiment. Dit geldt dit niet voor een bouwconstructie van een aan dat brandcompartiment grenzend subbrandcompartiment of grenzende buitenruimte. Lid 3 (Bestaande bouw). Een bouwconstructie van een gebruiksfunctie met een vloer van een gebruiksgebied hoger dan 5 m boven het meetniveau bezwijkt bij brand in een brandcompartiment waarin de bouwconstructie niet ligt, niet binnen 30 minuten door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan het brandcompartiment. Lid 4 (Bestaande bouw). Een bouwconstructie bezwijkt bij brand in een brandcompartiment waarin de bouwconstructie niet ligt, niet binnen de in tabel aangegeven tijdsduur door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan het brandcompartiment. Lid 7 (Bestaande bouw). Een bouwconstructie bezwijkt bij brand in een brandcompartiment waarin de bouwconstructie niet ligt, niet binnen een tijdsduur die afhankelijk van de bestemming en inrichting van het bouwwerk redelijkerwijs nodig is om het bouwwerk bij brand te kunnen verlaten en te doorzoeken, door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan het brandcompartiment. Conclusie: Voor de herontwikkeling wordt uitgegaan van bestaande bouw eisen. Er wordt een sprinklerinstallatie in het pand toegepast. Volgens opgave van de brandtechnisch adviseur kan uitgegaan worden van een brandwerendheid op de constructie van 60 minuten. Deze eis en de toepassing van bestaande bouw eisen zal met Bouw- en Woningtoezicht en de brandweer moeten worden afgestemd. 2.6 Belasting door sneeuw en regenwater Voor de bepaling van de belasting door sneeuw(ophoping) en regenwater op de daken moet NEN-EN aangehouden worden. Om te voorkomen dat hemelwater kan accumuleren op het dak, moet de dakbedekking onder afschot worden gelegd. Tevens moeten er noodoverlaten in de gevels worden aangebracht om bij hevige regenval het hemelwater van het dak af te voeren. De belasting ten gevolge van wateraccumulatie wordt zo beperkt ook als de reguliere afvoeren niet functioneren. De Ψ factoren bij belasting door regenwater zijn: Ψ 0 = 0,0 Ψ 1 = 0,0 Ψ 2 = 0,0 Uitgangspunt belasting door wateraccumulatie: Wateraccumulatie max: q k 1,50 kn/m 2 Uitgangspunt belasting door sneeuw: Karakteristieke waarde: s k = 0,70 kn/m 2 Sneeuwbelasting dak α = 0 (geen ophoping): s = 0,56 kn/m 2 Ψ factoren bij sneeuwbelasting: Ψ 0 = 0,0 Ψ 1 = 0,2 Ψ 2 = 0,0 Bij overgangen van dakniveaus kan op het lagere dak sneeuw ophopen. Op het bestaande dak wordt in de uitgangspunten rekening gehouden met de hogere belasting door sneeuwophoping. 5

7 2.7 Windbelasting Conform NEN-EN geldt: Locatie Leiden Windgebied II: het resterende deel van de provincie Noord-Holland, het vasteland van de provincies Groningen en Friesland en de provincies Flevoland, Zuid-Holland en Zeeland Terreincategorie III - Bebouwd gebied Gebouwhoogte 36 meter boven maaiveld Stuwdruk q p (z) 1,10 kn/m 2 De Ψ factoren bij windbelasting zijn: Ψ 0 = 0,0 Ψ 1 = 0,2 Ψ 2 = 0,0 2.8 Vervormingen en trillingen Volgens NEN EN 1990 (+NB) geldt: Toelaatbare horizontale vervormingen in karakteristieke belastingscombinatie: Voor gebouwen met meer dan één bouwlaag: u 1/500 h (voor het gehele gebouw) u 1/300 h (per bouwlaag) Waarin h de kleinste gevelhoogte of de kleinste bouwlaaghoogte is. Toelaatbare vervorming van afscheidingen ter plaatse van een hoogteverschil: u 20mm bij karakteristieke belastingcombinatie Toelaatbare verticale vervormingen van vloeren in bruikbaarheidsgrenstoestanden: w 2 + w 3 0,004 l rep (daken niet intensief gebruikt door personen) w 2 + w 3 0,003 l rep (daken en vloeren intensief door personen gebruikt) w 2 + w 3 0,002 l rep (t.p.v. steenachtige wanden, maximaal 15 mm, bij uitkragingen maximaal 10 mm) Waarin l rep de lengte is van een overspanning of tweemaal de lengte van een uitkraging. 2.9 Contactgeluidsisolatie De eisen aan de contactgeluidisolatie worden opgesteld door de adviseur bouwfysica. Voor de woning scheidende vloeren en wanden geldt: Uitgangspunt massa vloeren: ca. 600 kg/m2 (incl. zwevende dekvloer), evt. lichter in opbouw. Uitgangspunt is lichte wanden ook voor de woningscheidingen bv dubbele wanden van metalstud Buitengewone belastingen met bekende oorzaak Volgens NEN-EN (+ NB) zijn de volgende buitengewone belastingen van toepassing op dit gebouw: Stootbelastingen door wegvoertuigen 6

8 De constructie van het gebouw kan alleen van binnen het terrein benaderd worden. Hierbij kan er botsing plaatsvinden door voertuigen op een erffunctie. Het gebouw is omsloten door metselwerk, wat voor voldoende bescherming van de dragende kolommen zal zorgen. Er worden daarom geen controles op botsbelastingen uitgevoerd Buitengewone belastingen met onbekende oorzaak Vanwege de gevolgklasse waarin het gebouw valt moet rekening gehouden worden met buitengewone belastingen met onbekende oorzaak. De hiervoor te volgen strategie wordt behandeld in de paragraaf tweede draagweg in hoofdstuk Geotechnisch onderzoek en grondwater In een eerdere fase is al grondonderzoek uitgevoerd, vooral t.b.v. de nieuwbouw, dit wordt aangevuld. Daarnaast is door IFCO de fundering geïnspecteerd: Onder gebouw G zijn de bestaande houten palen geïnspecteerd. De resultaten hiervan zijn goed te noemen. Gebouw F is gefundeerd op betonnen palen vierkant 350 mm. Ook is er een lintvoeg meting en waterpassing door IFCO uitgevoerd. Zie de separate rapportage van IFCO. In een apart rapport ( DO-05) zijn twee kenmerkende portalen van het gebouw doorgerekend met de oude en nieuwe belasting, de belasting op de funderingen is in beide gevallen vergelijkbaar, en leidt tot normale paalbelastingen : ca 100kN representatief per houten paal, en ca 500 kn representatief per betonnen paal (vierkant 350 mm). Uit deze berekeningen concluderen wij dat de bestaande fundering na de verbouwing naar woningen zal blijven voldoen. 7

9 3 Constructief ontwerp 3.1 Inleiding Bij de bouwaanvraag zitten nog geen uitgewerkte constructie tekeningen. De hoofdprincipes van de constructie zijn in de bijlagen uitgewerkt, deels in schetsvorm, deels aangegeven op de tekeningen van de architect. 3.2 Bestaande draagconstructie Gebouw G is omstreeks 1931 gebouwd, gebouw F omstreeks De bestaande constructie van het woongebouw is opgebouwd uit stalen momentvaste portalen h.o.h. 5 meter. Rondom het pand zijn metselwerk gevels toegepast, welke zijn opgehangen aan de staalconstructie. Voor de kwaliteit en detaillering van de gevelopvang, zie rapportage DO-04, inspectie gevel. Tussen de portalen zijn stalen secundaire liggers toegepast. Hierop zijn houten vloeren gemaakt die 2,5 meter overspannen. Op de verdiepingen zijn de vloeren plat geplaatste balken, met een constructiehoogte van 60 a 70 mm. In het dak zijn in gebouw F bims betonplaten toegepast, in gebouw G zijn houten balklagen toegepast. Overzicht constructie en stramienmaten Het gebouw is gefundeerd op palen. Onder G staan houten palen. Onder F betonpalen. 8

10 Bestaand palenplan onder gebouw G. Het palenplan onder F is onbekend. Doorsnede bestaande pand 9

11 3.3 Ontwerp draagconstructie In de nieuwe situatie wordt een nieuwe opbouw op het gebouw gemaakt. Twee extra bouwlagen op gebouw F en één extra laag op gebouw G. Daarnaast worden de vloeren voorzien van een nieuwe opbouw om voldoende geluidsisolatie tussen woningen te hebben. De nieuwe vloeropbouw betreft een nieuwe betonvloer die op de houten vloerdelen worden gestort. Hierop wordt een zwevende dekvloer gemaakt. Op het bestaande dak wordt een nieuwe opbouw geplaatst. De constructie van deze opbouw is bedacht met een dragende stalen buitenconstructie die met isokorven de binnengelegen vloeren draagt. De bestaande dakliggers zijn niet in staat de nieuwe opbouw te dragen. Daarom worden de bestaande dakliggers bovendaks versterkt, waarop de nieuwe vloer en nieuwe stalen kolommen van de opbouw worden geplaatst. Voor gebouw F wordt overwogen het bestaande dak (de bims betonplaten) te verwijderen en nieuwe stalen liggers op de bestaande liggers te lassen, om nieuw en bestaand staal samen te laten werken. De vloeren van de opbouw bestaand uit staalplaatbetonvloeren voorzien van een zwevende dekvloer. De opbouw heeft een licht staalplaatdak. Gevelaanzicht nieuw ontwerp, 2 laagse opbouw op F, 1 laagse opbouw op G. 3.4 Brandwerendheid Bij brand is de nieuwe betonvloer in staat te dragen van hoofdligger naar hoofdligger. De vloer heeft dan een overspanning van 5 meter en zal brandwerend moeten zijn. Dat wil zeggen dat ook de stalen hoofdspanten (kolommen en liggers, h.o.h. 5 m) brandwerend bekleed of gecoat moeten worden. De tussenliggers hebben geen brandwerende bescherming nodig. 10

12 3.5 Stabiliteit en gebouwdilataties In de ontwerpfase zijn door ons de bestaande stalen portalen gecontroleerd op windbelastingen. Hierbij zijn de staalprofielen uit archieftekeningen gecombineerd met opmetingen van de kolommen en de balken in het werk. Archieftekeningen van de staalconstructie zijn alleen voor gebouw G beschikbaar. Voor gebouw F hebben wij de balken en kolommen ingemeten. De verstijvingsschotten tussen kolommen en liggers, die de knopen stijver maken, zijn in de ontwerpberekeningen niet meegenomen maar zullen een positief effect hebben. De portalen in gebouw G voldoen op sterkte wel, maar vervormen horizontaal te veel, vooral over de eerste 2 a 3 bouwlagen. Daarom wordt voor gebouw G een verstijving met windverbanden op de onderste bouwlagen toegepast. De portalen in gebouw F voldoen in de huidige situatie niet op sterkte (bij wind), en niet op horizontale vervorming. Bovendien wordt er een opbouw, met name op gebouw F, toegepast. Daarom wordt gebouw F voorzien van nieuwe windverbanden ingepast in de bestaande portalen. Overzicht nieuwe stabiliteitvoorzieningen Voor wind in de langsrichting worden er nagenoeg geen belastingen toegevoegd. Voor de stabiliteit in deze richting wordt zorg gedragen door de langs portalen. De betonvloeren moeten gekoppeld worden aan de staalconstructie voor het afdragen van windkrachten. De vloer verzorgt de schijfwerking om windlasten door te voeren naar de nieuwe stabiliteitvoorzieningen. 3.6 Ontwerp fundering Uitgangspunt is om de nieuwe constructies mogelijk te maken op de bestaande funderingen. In rapport DO-05 zijn de palen gecontroleerd op de oude en nieuwe belastingen. De belastingen uit de wind worden geconcentreerder afgevoerd, indien nodig zullen er nieuwe palen toegevoegd worden. Volgens de bestektekeningen is de begane grondvloer van zowel gebouw F en gebouw G op staal gefundeerd. Als nodig en/of gewenst zal de b.g.g. vloer opnieuw op nieuw palen gefundeerd worden. 3.7 Tweede draagweg Gezien de bestaande bouw hoeft het gebouw niet formeel te voldoen aan de eisen uit de Eurocode met betrekking tot robuustheid / tweede draagweg. De regels voor de tweede draagweg staan omschreven in NEN-EN : Algemene belastingen Buitengewone belastingen: stootbelastingen en ontploffingen. 11

13 In het huidige staalskelet zit veel robuustheid door de stijve en sterke knopen. Daarnaast zullen de nieuwe vloeren van trekbanden worden voorzien en worden gekoppeld aan het staal. Hiermee ontstaat een robuust skelet dat grotendeels zal voldoen aan de eisen uit de Eurocode. 3.8 Aandachtspunten bij nadere uitwerking Nadere uitwerking stabiliteit in beide richtingen. Controle van de fundering onder de stabiliteitvoorzieningen. Nadere uitwerking van de staalconstructie van de nieuwe opbouw. Stabiliteit van de gevel ter plaatse van de nieuwe vides. 12

14 4 Vloerbelastingen In dit hoofdstuk zijn de uitgangspunten voor de belastingen per onderdeel weergegeven. De veranderlijke vloerbelastingen zijn aangehouden volgens de Eurocode en het programma van eisen van de opdrachtgever. G k = karakteristieke waarde van de blijvende belasting Q k en q k = karakteristieke waarde van de veranderlijke belasting Woning b.g. grond Bestaande vloer uitgevuld dikte nader te bepalen Afwerking en isolatie (dekvloer) G k = --- kn/m² 2,00 kn/m² kn/m² Klasse A-vloeren (wonen en huishoudelijk gebruik) q k = 2,55 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 n.b. veranderlijke belasting incl. 0,8 kn/m2 voor l.s.w. Q k = 3,00 kn Klasse A-ontsluitingswegen (wonen en huishoudelijk gebruik) q k = 2,00 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 Q k = 3,00 kn Woningen verdiepingen Bestaande houten vloerdelen d=60 mm Gewapend beton ht =180 mm Zwevende dekvloer G k = 0,50 kn/m² 4,50 kn/m² 2,00 kn/m² 7,00 kn/m² Klasse A-vloeren (wonen en huishoudelijk gebruik) q k = 2,55 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 n.b. veranderlijke belasting incl. 0,8 kn/m2 voor l.s.w. Q k = 3,00 kn Klasse A-ontsluitingswegen (wonen en huishoudelijk gebruik) q k = 2,00 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 Q k = 3,00 kn Stalen opbouw onderste vloer Staalplaatbetonvloer comflor 95(d=180) Zwevende dekvloer (70 mm zandcement) Plafond en leidingen (bij nieuwe dakvloer) G k = 3,40 kn/m² 1,40 kn/m² 0,20 kn/m² 5,00 kn/m² Klasse A-vloeren (wonen en huishoudelijk gebruik) q k = 2,55 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 n.b. veranderlijke belasting incl. 0,8 kn/m2 voor l.s.w. Q k = 3,00 kn Klasse A-ontsluitingswegen (wonen en huishoudelijk gebruik) q k = 2,00 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 Q k = 3,00 kn 13

15 Dakvloer bestaand Houten balklaag nog te controleren en evt. versterken Afwerking v.v. tegels of grind Plafond en leidingen G k = 0,60 kn/m² 1,40 kn/m² 0,20 kn/m² 2,20 kn/m² Klasse A-balkons (wonen en huishoudelijk gebruik) (dakterras) q k = 2,50 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 n.b. Veranderlijke belasting incl. l.s.w. Q k = 3,00 kn Klasse H-daken (niet toegankelijk) 0 α < 15 Max. sneeuwophoping q k = 2,80 kn/m² Klasse H-daken (niet toegankelijk) 0 α < 15 water accumulatie q k = 1,50 kn/m² Ψ 0 = 0,00 Ψ 1 = 0,00 Ψ 2 = 0,0 Q k = 1,50 kn Stalen opbouw tussenvloer Staalplaatbetonvloer comflor 95 (d=180) Zwevende dekvloer (70 mm zandcement) Plafond en leidingen G k = 3,40 kn/m² 1,40 kn/m² 0,20 kn/m² 5,00 kn/m² Klasse A-vloeren (wonen en huishoudelijk gebruik) q k = 2,55 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 n.b. veranderlijke belasting incl. 0,8 kn/m2 voor l.s.w. Q k = 3,00 kn Klasse A-ontsluitingswegen (wonen en huishoudelijk gebruik) q k = 2,00 kn/m² Ψ 0 = 0,40 Ψ 1 = 0,50 Ψ 2 = 0,30 Q k = 3,00 kn Dakvloer opbouw Stalen dakplaten Afwerking dak met isolatie Plafond en leidingen G k = 0,40 kn/m² 0,20 kn/m² 0,20 kn/m² 0,80 kn/m² Klasse H-daken (niet toegankelijk) 0 α < 15 Max. sneeuwophoping q k = 0,56 kn/m² Klasse H-daken (niet toegankelijk) 0 α < 15 water accumulatie q k = 1,50 kn/m² Ψ 0 = 0,00 Ψ 1 = 0,00 Ψ 2 = 0,0 Q k = 1,50 kn 14

16 5 Uitgangspunten materiaalkwaliteiten 5.1 Betonconstructies Onderdeel Beton kwaliteit vloeren woningen C30/37 staalplaatbetonvloeren C30/37 Opmerkingen / afmetingen 5.2 Staalconstructies Onderdeel Afmetingen Kwaliteit Opmerkingen Walsprofielen, strippen en platen S235JR Koker- en buisprofielen S355J2H Rondstaal S355J0 15

17 Bijlage 1 Constructief ontwerp op tekening 16

18 Onderwerp: Constructieprincipe opbouw 7de verd Datum: Auteur: Jan Neele Project: Meelfabriek

19 Onderwerp: Constructieprincipe opbouw 7de verd Datum: Auteur: Jan Neele Project: Meelfabriek

20 Onderwerp: Constructieprincipe opbouw dakvloer Datum: Auteur: Jan Neele Project: Meelfabriek

21