Persoonlijk ontwikkelingsplan

Transcriptie

1 Persoonlijk ontwikkelingsplan Naam: Opleiding: Leraar gezondheidszorg en welzijn Hogeschool: NHL Studieloopbaanbegeleider: Diny Klink Studentnummer: Inleverdatum:

2 Inhoud Even voorstellen... 3 Onderbouwde vakvisie:... 5 De zeven competenties

3 Even voorstellen a. Wie ben ik? Mijn naam is, ik ben 21 jaar en woon in Leeuwarden. Voorgaand aan deze opleiding het ik de opleiding onderwijsassistent afgerond. Naast mijn opleiding werk ik 20 uur in de week op vakantiepark rcn de potten in de horeca. In het kort zou ik mezelf omschrijven als: geduldig, zelfstandig, leergierig, ambitieus en sociaal. b. Wie ben ik als docent Geef hier ook aan wat je voorlopige vakvisie is. Richtlijnen voor vakvisie: Bestudeer hiervoor een aantal onderwijsvisies naar keuze, de kerndoelen van de onderbouw, de eindtermen van VMBO, en gebruik de algemene info uit Themalijn MBO, deel 1, voor MBO opleidingen, en vakvisie uit Verzorging doet je goed. 1. Wat vind jij het belang van het vak Gezondheidszorg en Welzijn? Bij het vak gezondheidszorg en welzijn vind ik het van belang dat de leerling in de eerste plaats voor zichzelf en zijn omgeving zorg kan dragen. Omdat persoonlijk hygiëne, gezonde voeding en huishoudelijke taken zelfredzaamheid ontwikkelen. Op de tweede plaats dat de leerling kennis maakt met een verzorgend beroep/ studeert voor een verzorgend beroep hierbij leert te handelen met het hoofd, de handen en het hart (Verzorging doet je goed) zowel binnen het vmbo en het mbo. Dit omdat ik van mening ben dat dit mijn leerlingen bewuster doet handelen en ze een goede beroepskeuze kunnen maken. Om een goede aansluiting en balans te vinden in de leerstof/lesstof moet er ook goed gekeken worden naar de actualiteiten rondom de zorg en de betekenis van de leer/lesstof voor de leerling. Dit omdat de zorg heel dynamisch is. Wat vandaag goed is, moet morgen weer anders. De zorg is een enorme innovatieve sector. Zonder kennis van de actualiteiten ben je eigenlijk nergens. Het innovatieve en het dynamische zorgen er ook voor dat het nooit saai is/wordt. 2. Wat voor docent GZW wil je zijn, zowel voor je leerlingen als voor het vak GZW.? Ik wil een warme docent worden die oog, interesse en respect heeft voor leerlingen. Met een goed empatischvermogen. Ik denk mee met de leerlingen, stel me; begripvol, begrijpend en vriendelijk op. Ook wil ik duidelijk en zelfverzekerd worden, en veel waarde hechten aan regels en afspraken. Wat voor docent wil ik zijn voor het vak? Dat vind ik best een lastige vraag. Eigenlijk zou ik dat na twee jaar wel moeten weten. Voor het vak GZW wil ik een enthousiaste en vernieuwende docent zijn met veel parate kennis en vooral ervaringen die ik kan delen met de leerlingen.(bijv. binnen de werkvelden) Ik wil laten zien dat het vak belangrijk is voor de rol van de leerling in de samenleving. Omdat ik van mening ben dat het vak GZW een sociaal vak is dat je overal in de samenleving terug vindt. 3. Reflecteer vervolgens op je eerste en tweede jaars stage: Welke visie heb ik gezien op mijn stages? Op mijn eerste stage op het rsg magister alvinus in Sneek heb ik de visie dalton gezien. Ze bevorderden zelfontplooiing, een zinvolle plek in de maatschappij en ontwikkeling tot een zelfstandig individu. Ik durf niet te zeggen dat alles volgens Dalton ging, maar dit was wel de hoofdvisie vanuit de openbare school. 3

4 Mijn tweede stage op Piter Jelles Ynsicht was meer een mengeling tussen Vygotski en montessorie onderwijs. Samenwerken, doen en iedere leerling is uniek. Dit zijn begrippen die staan voor het Piter Jelles college. De slogan: Help mij het zelf te doen (Maria Montessori) is goed op toepassing binnen deze school. Vanuit welke visie heb ik zelf tot nu toe gewerkt? Ontwikkelingsgericht onderwijs. Een verbinding tussen leerlinggerichte pedagogiek met activerende didactiek. 4

5 Hoe waren mijn ervaringen hiermee? Mijn ervaring met OGO hebben mijn kijk op onderwijs en hoe ik mijn onderwijs wil gaan invullen wel verbreedt. Meer vanuit de leerling werken en de leerling centraal stellen, dat spreekt mij erg aan. Hoewel ik altijd een voorkeur had voor docentgestuurde visies, kijk ik nu positief aan tegen het ontwikkelingsgerichte onderwijs. Doordat de leerling centraal staat sta je ook dichter bij de leerling. Ik kan me beter inleven in hun belevingswereld en kan leer en lesstof beter laten aansluiten. Na een aantal professionaliseringstaken en stage ervaring vind ik ervaringsgericht onderwijs een goede visie om vanuit te werken. Het is nieuw, actueel en betekenisvol voor de leerling. 4. Zet nu op basis van je ervaring en op basis van bestudeerde literatuur een goed onderbouwde vakvisie op papier. Verwerk hierin ook - de kerndoelen van de basisvorming, welke vind je belangrijk en waarom? - de eindtermen van VMBO bovenbouw, welke vind je belangrijk en waarom? - Wat vind je belangrijk voor MBO leerlingen, welke competenties vind je belangrijk en waarom? Denk bij deze aan zowel de persoonlijke aspecten als de beroepsaspecten van het vak GZW. Onderbouwde vakvisie: Mijn vakvisie is gebaseerd op evo, dit is ervaringsgericht onderwijs. De leerling past altijd in dit type onderwijs omdat het werkt vanuit de leerling zelf. De behoefte van de leerling staat centraal. Het gaat uit van, wat ik ook erg belangrijk vind: werken met je hoofd, handen en hart (Verzorging doet je goed) Het staat voor welbevinden en betrokkenheid. Dit past ook bij mij als docent en persoon. Deze visie helpt me als leerkracht een goede relatie met de leerlingen op te bouwen en hen zo goed mogelijk te begrijpen en te begeleiden. 4 punten die ik persoonlijk en als docent in mijn onderwijs belangrijk vind zijn: Sfeer en relatie Aanpassing van het niveau Werkelijkheidsnabijheid Activiteit Dit betekend voor mij dat ik een omgeving creëer waar de leerling zich veilig en geaccepteerd voelt, dat ze uitdaging voelen om actief te zijn. Er moet veel te doen zijn en dit allen vanuit de leef en belevingswereld van de leerling. Ik kan deze omgeving voor leerlingen creëren door een aantal belangrijke keuzes te maken. Ik houd rekening met de fysieke leeromgeving en de didactische leer omgeving. Op didactisch gebied zijn een aantal factoren erg belangrijk bij ervaringsgericht leren nl: Leren door te doen, Diversiteit van activerende werkvormen en samenwerkend leren aanbieden in de les,structuur bieden (opbouw les, opbouw lessenreeks)en waarde hechten aan leef en gedragsregels zoals bijvoorbeeld de respectkaart. Binnen de fysieke leeromgeving creeer ik evo d.m.v.: een eigen lokaal, de inrichting van het lokaal en de grootte van het lokaal Ik heb op twee verschillende scholen, één stage school en een driemalig schoolbezoek, ervaren wat 5

6 WPS is. Dit vind ik heel goed passen in ervaringsgericht onderwijs. Ik vind WPS een hele mooie werkwijze/methode/manier van lesgeven om leerling bewust van hun keuzes te maken. Welke gevolgen hangen er aan keuzes? Voorspel de uitkomst? Dit onderwijs spreekt mij enorm aan. Dit sluit ook erg goed aan op het vmbo en de eindtermen die daarbij horen. Drie van de belangrijkste eindtermen vind ik: ZW/K/1 Oriëntatie op de werkvelden ZW/K/2 Professioneel handelen ZW/K/5 Grondhouding Ik vind deze drie het belangrijkste omdat dit de kern van verzorging binnen het vmbo omvat. Door middel van deze drie eindtermen ontwikkelen leerlingen zich breed op het gebied van zichzelf, hun omgeving en de maatschappij. Op deze drie termen krijgen de leerlingen continu feedback op hun handelen(bewust of onbewust) In de basisvorming moet het ervaringsgerichte onderwijs al eigen gemaakt worden door de leerling. Het is belangrijk dat de leerling ervaart wat verzorging (gezondheidszorg) en welzijn is. Ook hier vind ik het weer heel belangrijk dat er vanuit de leerling gedacht wordt. Wat sluit er in de basisvorming aan? Hierbij vind ik onderstaande twee kerndoelen het belangrijkste uit de basisvorming: 34. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. 35. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden. Deze kerndoelen geven jonge adolescenten handvaten om voor zichzelf en hun omgeving te kunnen zorgen. Dit vind ik belangrijk omdat de leerling hiervan zelfstandig wordt en kennis maken met persoonlijke verzorging en professionele verzorging. Ook omdat de leerling in de onderbouw voor allerlei keuzes komt te staan, in zijn/haar proces naar volwassenheid, is het belangrijk dat de leerling zijn/haar eigen mening ontwikkelt over wonen, leren, werken en uitgaan. Binnen het MBO komt ervaringsgericht leren helemaal goed van pas. De leerling staat in zijn eigen leer- en ontwikkel proces centraal om tot een professional uit te groeien. Dit gaat samen met stage ervaringen, wat kan ik? Wat wil ik? Wat moet ik daarvoor doen? deze vragen zijn in het MBO opleidingstraject erg belangrijk voor een leerling. Het gaat er in het MBO dan ook om, om jezelf te ontwikkelen tot een competent individu voor een gekozen beroep. Het ervaringsgericht leren past heel goed binnen de opbouwende lijn van het vak verzorging. Eerst in de basisvorming (kennismaken) vervolgens in het vmbo (voorbereiden) en daarna in het mbo (het competent maken). Als docent vind ik de twee competenties: Ondersteunen en samenwerken Creëren en leren Deze competenties geven aan hoe je een leerling naar een bepaald doen kan sturen. Deze begrippen staan ook in relatie tot het ervaringsgerichte onderwijs. 6

7 (dit is nu nog een klein onderdeel van mijn vakvisie voorlopig, aan het eind van het jaar hoop ik mij nog sterker ontwikkelt te hebben en meer verschillende ervaringen op te doen die mij aan een juiste visie linken als docent en persoon) 7

8 De zeven competenties 1. Interpersoonlijk competent 1.2 b: Ik spreek leerlingen aan op ongewenst gedrag en stimuleer gewenst gedrag Terugblik: Ik beheers van deze competentie al het theoretische gedeelte. Ik heb de cursussen activerende didactiek en klassenmanagement gevolgd. Hier werd duidelijk ingegaan op samenwerken tussen leerlingen en de escalatieladder. Ik heb geleerd iets meer te durven uitproberen en niet te blijven hangen in het veilige. Dit in de zin van, corrigeermanieren en samenwerkend leren in mijn lessen gebruiken. Toch merk ik wel dat ik soms moeite heb met het orde houden in bijv. een vmbo B 3 klas. Dit is voor mijn niet prettig maar ook niet voor de leerlingen dus hier wil ik aan gaan werken. Voornemens: Leerdoel(en) Ik kan leerlingen aanspreken op ongewenst gedrag en gewenst gedrag stimuleren Specifiek: Ik kan leerlingen bij ongewenst gedrag corrigeren en gewenst gedrag stimuleren Meetbaar: Bij 2 lessen op mijn stage wil ik mijn coach vragen mij hierin te observeren. Acceptabel: Op stage uitvoeren Realistisch: Als mijn coach mij hierin wil helpen/observeren is het acceptabel Tijdsgebonden: Stage jaar 3 periode 2 Bewijzen: Feedback stage docent Stage opdracht Orde/ Orde houden, de escalatieladder Reflectie 2. Pedagogisch competent 2.2 a: Ik stem mijn taalgebruik en omgangsvormen af op mijn leerlingen 2.2 b: Ik stimuleer zelfstandigheid en initiatief van leerlingen 2.2 c: Ik herken en houd rekening met verschillen tussen leerlingen Terugblik: In jaar twee heb ik op pedagogisch gebied vooral veel geleerd van het stimuleren van zelfstandigheid en initiatief van leerlingen door actief leren toe te passen in p taak 4. Ik wist eerst niet zo goed wat ik hieronder moest verstaan maar naarmate ik de colleges volgde en bezig was met het ontwerpen kwam ik achter de visie van actief leren. De leerling centraal. Ik moet nog werken aan het rekening houden met verschillen tussen leerlingen. Ik herken ze wel, nu moet ik er ook naar handelen. Zelfstandigheid stimuleren vind ik ook moeilijk. Hier zou ik wel wat meer kennis voor achter de hand willen hebben om net even het juiste zetje aan een leerling te geven. Voornemens: Leerdoel(en) 8

9 Ik stimuleer zelfstandigheid en initiatief van leerlingen Ik herken en houd rekening met verschillen tussen leerlingen Specifiek: Ik stimuleer zelfstandigheid van leerlingen Meetbaar: Ik vraag mijn docent me te observeren in deze competentie op dit gebied Acceptabel: Ik ga lessen geven op stage Realistisch: Als de docent mijn kan observeren op dit gebied is dat realistisch Tijdsgebonden: Stage jaar 3 periode 2 Specifiek: Ik herken verschillen tussen leerlingen en houd hier rekening mee in mijn les Meetbaar: de docent vragen mij te observeren. Hier schrijf ik dan weer een reflectie op. Ook wil ik in 2 lessen differentiatie vormen toepassen. Acceptabel: Als er concrete verschillen zijn is het acceptabel Realistisch: Met verschillen tussen leerlingen is het realistisch Tijdsgebonden: Stage jaar 3 periode 2 Bewijzen: Opdracht: het pedagogisch klimaat Reflectie Feedback van de stagecoach Lesformulieren 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 3.2 a: Ik kan evaluatiemiddelen (proefwerk, enquete e.d.) ontwerpen en gebruiken om te bepalen of leerlingen voldoende hebben geleerd en of mijn onderwijs effectief is geweest 3.2 b: Ik maak bij mijn onderwijs gebruik van moderne middelen, waaronder ict 3.2 c: Ik laat zien dat ik bij het ontwerpen en uitvoeren van mijn onderwijs rekening houd met verschillen tussen leerlingen Terugblik: Vorig jaar heb ik me gericht op het onderbouwen van didactische en vakinhoudelijke keuzes. Dit ging wel aardig maar nog niet helemaal naar mijn tevredenheid. Nu heb ik een beter inzicht gekregen van afwegingen in didactische en vakinhoudelijke keuzes. Dit door te werken aan p taak 4 en 5. In het bijzonder p taak 5. Vragen die ik hierbij aan mezelf gesteld heb zijn: welke werkvormen? Welke leermiddelen? Welke evaluatiemiddelen/manieren hanteer ik? Ik heb evaluatiemiddelen ontworpen om te kijken of mijn onderwijs effectief is geweest. Deze zijn te zien in het linkje naar p taak 5. Ik heb gebruik gemaakt van een quiz, so en eindtoets/repetitie. Waar ik nog wel moeite mee heb is het gebruik van moderne middelen. Zelf ben ik ook niet een echte ict held dus ontwijk ik het vaak. Ook binnen mijn lessen. Dat is jammer en een beetje kiezen voor de gemakkelijke weg dus aan die competentie wil ik gaan werken. Ook heb ik bijna niet tot geen aandacht aan indicator 3.2c besteed. Dit wil ik in jaar 3 zeker wel gaan doen. 9

10 Voornemens: Leerdoel(en) Ik maak bij mijn onderwijs gebruik van moderne middelen, waaronder ict Ik laat zien dat ik bij het ontwerpen en uitvoeren van mijn onderwijs rekening houd met verschillen tussen leerlingen Specifiek: Ik maak in mijn onderwijs gebruik van ict Meetbaar: Ik gebruik in 2 lessen ict. Dit in de vorm van een powerpoint en een quiz/spel op internet Acceptabel: Als ik een les kan geven waar ik handig ict kan gebruiken is het acceptabel Realistisch: Als ik een computer of twee tot mijn beschikking heb ik het realistisch Tijdsgebonden: Stage jaar 3, periode 2 Specifiek: Ik kan bij het ontwerpen van mijn onderwijs rekening houd met verschillen tussen leerlingen. Meetbaar: Ik gebruik voor 2 lessen een samenwerkingswerkvorm hierbij houd ik rekening met verschillen tussen leerlingen door zelf groepjes in te delen op basis van de verschillen. Acceptabel: Als de samenwerkingswerkvorm goed uitpakt is het acceptabel Realistisch: Als ik les kan geven is het realistisch Tijdsgebonden: Stage jaar 3, periode 2 Bewijzen: Ict portfolio Opdracht omgaan met verschillen in niveau Opdracht omgaan met verschillen in interesse van de leerlingen Een digitaal logboek bijhouden Reflectie 4. Organisatorisch competent 4.2 a: Ik maak werkbare afspraken met de leerlingen en hanteer die consequent 4.2 b: Ik organiseer de praktische kant van mijn onderwijs (leermiddelen, ict, inrichting klaslokaal) efficiënt en effectief. Terugblik: Voor de vrije studiepunten heb ik een cursus klassenmanagement gevolgd. Een erg handige cursus als het aankomt op het efficiënt en effectief inrichten van mijn onderwijs. Voor de cursus moest ik een klaslokaal ontwerpen. Deze hebben we besproken in de les, zo kreeg ik van iedereen input. Hoe hadden anderen het aangepakt? Zo deed ik zelf ook weer nieuwe tips op. Ik wil me nu wat meer gaan richten op het maken werkbare afspraken en die consequent hanteren. Voornemens: Leerdoel(en) Ik maak werkbare afspraken met de leerlingen en hanteer die consequent Specifiek: Ik kan een werkbare afspraak maken met de leerlingen en hanteer deze consequent Meetbaar: Ik maak een planning voor de gehele stageperiode voor de leerlingen en voor mezelf en 10

11 hanteer deze consequent door hem als leidraad voor mijn lessen te laten dienen. Ik wil mijn coach vragen mij te observeren in het hanteren van de afspraken en mijn cosequentie Acceptabel: Dit is een acceptabel doel als ik een lessenserie kan geven Realistisch: Als ik een lessenserie kan geven is het realistisch Tijdsgebonden: Stage jaar 3, periode 2 Bewijzen : Feedback van mijn stagecoach Feedback van mijn leerlingen Reflectie Escalatieladder 5. Competent in het samenwerken met collega s 5.2 a: Ik geef en ontvang collegiale feedback 5.2 b: Ik ontwikkel samen met collega s onderwijsmateriaal en ben betrokken bij het gebruik daarvan Persoonlijk ben ik van mening dat ik nu wel competent ben in competentie 5. Ik heb twee jaar elke lesperiode feedback gegeven en ontvangen. Ook heb ik in college jaar één en twee meerdere projecten voldoende afgerond waarbij ik onderwijsmateriaal heb ontwikkelt en dit ook heb gebruikt in mijn lessen. Bewijzen hiervoor kunt u vinden in educator onder: Krachtige leeromgeving Docent in het vmbo Project onderbouw Q en A P- taak 4 en 5 Bewijzen voor het geven en ontvangen van feedback: Zie mijn beoordelingsportfolio 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 6.2 a: Ik heb met ouders van leerlingen en andere betrokkenen contact over het functioneren van die leerlingen. 6.2 b: Ik ben op de hoogte van de maatschappelijke ontwikkelingen en geef die een plaats binnen mijn onderwijs Terugblik: In jaar twee wilde ik aan deze competentie werken door een gesprekje met een ouder te voeren over het functioneren van een leerling en een actuele maatschappelijke kwestie in mijn onderwijs te behandelen. Dit is echter beide niet echt uit de verf gekomen. Ik heb er wel een beetje aan gewerkt door aan een doedag mee te werken maar dat is naar mijn inziens te weinig. Het is nu wel tijd om eens met een ouder(s) in contact te komen. Ouders spelen ook een belangrijke rol in het onderwijs. En zijn de eerste betrokken als het gaat om de leerling. Ook de maatschappelijke ontwikkelingen zijn nog een beetje een ver van mijn bed show hier ga ik aan werken. 11

12 Voornemens: Leerdoel(en) Ik heb met ouders van leerlingen en andere betrokkenen contact over het functioneren van die leerlingen. Ik ben op de hoogte van de maatschappelijke ontwikkelingen en geef die een plaats binnen mijn onderwijs Specifiek: Ik kan een gesprekje houden met een ouder over het functioneren van de leerling Meetbaar: Ik schrijf na het gesprekje een reflectie over mijn ervaring die ik het gehad door met een ouder te spreken. Acceptabel: In de reflectie neem ik mijn bevindingen op Realistisch: Als het mogelijk is om bij zo n gesprek te zijn of zelf mogen voeren Tijdsgebonden: Stage jaar 2, periode 2 Specifiek: Ik kan een maatschappelijke ontwikkeling plaats geven binnen mijn onderwijs Meetbaar: Ik laat is een les de leerlingen discussiëren over een actualiteit die nu in opspraak is. Acceptabel: De discussie moet aansluiten bij het lesonderwerp dan is het acceptabel ook moeten de leerlingen al wat voorkennis hebben om hierover te kunnen discussiëren. Realistisch: Als ik de discussie kan uitvoeren is het realistisch Tijdsgebonden: Stage jaar 3, periode 2 Bewijzen : Opdracht zorgstructuren en voorzieningen binnen de school Opdracht voorzieningen Video ( Ik hoop dat het mogelijk is, maar ik zou een oudergesprek wel willen filmen om te zien wat ik uitstraal tijdens zo n gesprek.) Reflectie Feedback van mijn coach 7. Competent in reflectie en ontwikkeling 7.2 a: Ik maak gebruik van feedback van leerlingen en collega s om mezelf als docent te ontwikkelen 7.2 b: Ik kan een onderzoek opzetten en uitvoeren t.b.v. mijn eigen professionele ontwikkeling Terugblik: Een onderzoekje opzetten en uitvoeren t.b.v. mijn eigen ontwikkeling vond ik wat lastig. Ik wist eerst niet zo goed hoe ik dit aan moest pakken. Ik heb ervoor gekozen mijn leerdoelen van vorig jaar naast de leerdoelen van dit jaar te leggen. Ik heb het vergeleken en gekeken hoeveel doelen ik behaald heb maar belangrijker nog hoe ik deze doelen behaald heb. Aan het einde reflecteer ik op wat ik geleerd heb van het onderzoekje en welke doelen ik mee neem naar volgend jaar. Zo heb ik het eind vorig jaar aangepakt. Aan het einde van dit jaar (voor de lio) wil ik een eigen visie kunnen schrijven wat betreft mijn ontwikkeling gedurende de afgelopen jaren. Voornemens: Leerdoel(en) 12

13 Ik kan een onderzoek opzetten en uitvoeren t.b.v. mijn eigen professionele ontwikkeling Specifiek: Ik kan onderzoeken hoe ik het beste mijn professionele ontwikkeling op papier kan krijgen Meetbaar: Mijn terugblik uit jaar 2 naast mijn terugblik van jaar 3 leggen en zo op mijn professionele ontwikkeling reflecteren. Acceptabel: als er een concrete conclusie of nieuw leerdoel uitkomt Realistisch: Als het onderzoekje slaagt, kan ik mijn ontwikkelingen verbetert op papier krijgen Tijdsgebonden: Jaar 3, periode 3 Bewijzen : Reflectie(s) op de ontvangen feedback naar aanleiding van mijn leerdoelen Mijn visie 13

14 Mijn leerdoelen los van de competenties Leerdoel: Ik kan 5 minuten voor de les de aandacht vangen en stoppen met de les om de afsluiting in te zetten Specifiek: Ik kan 5 minuten voor de les de aandacht vangen en stoppen met de les om de afsluiting in te zetten Meetbaar: Mezelf een kwartier voor het einde filmen. Dit 3 keer herhalen en hier steeds op reflecteren Acceptabel: Video is concreet materiaal om te reflecteren Realistisch: Als filmen mogelijk is, is het realistisch Tijdsgebonden: Stage jaar 3 Leerdoel: Ik kan mezelf zichtbaarder opstellen voor de klas door een centraal punt binnen het lokaal op te zoeken. Specifiek: Ik kan mezelf zichtbaarder opstellen voor de klas door een centraal punt binnen het lokaal op te zoeken Meetbaar: Mijn coach vragen om mij te observeren op dit punt. Neem ik een steeds een centraal punt aan? Stel ik me zichtbaar op? Acceptabel: Op de observatie reflecteren Realistisch: met medewerking van coach Tijdsgebonden: Stage jaar 3 14