Beleidsnotitie. Onrechtmatige permanente bewoning van recreatiewoningen. Afdeling Veiligheid & Handhaving
|
|
- Marleen de Jong
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Beleidsnotitie Onrechtmatige permanente bewoning van recreatiewoningen Afdeling Veiligheid & Handhaving 14 september 2010
2 INHOUDSOPGAVE I Waarom deze beleidsnotitie? 2 II Overzicht van recreatiewoningen in de gemeente Castricum 3 III Planologisch regime en definiëring Planologisch regime 3.2 Begrippenkader Recreatiewoningen Recreatiewoningen op achtererven Recreatiewoningen op recreatieparken Definitie permanente bewoning 3.3 Doeleindenomschrijving Recreatieparken Recreatiewoningen op achtererven 3.4 Reikwijdte van deze beleidsnotitie IV Omvang permanente bewoning Inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) 4.2 Omvang permanente bewoning recreatiewoningen op achtererven 4.3 Omvang permanente bewoning recreatiewoningen parken V Beleid Rijksoverheid en Provincie Noord- Holland Rijksbeleid 5.2 Provinciaal beleid 5.3 Conclusie rijks- en provinciaal beleid 5.4 Gemeentelijke beleidskeuzes op basis van het rijks- en provinciaal beleid Legalisatie Persoonsgebonden gedogen Peildatum handhavingsbeleid VI Beleid Gemeente Castricum Indeling in categorieën Categorie I. Overgangsrechtelijke situatie Persoonsgebonden gedogen of ontheffen Categorie II. Persoonsgebonden ontheffingen (situaties van voor 31 oktober 2003) Categorie III. Persoonsgebonden gedogen (situaties na 31 oktober 2003) Categorie IV. Handhaafbare overtredingen (situaties ná 1 september 2009) Bestuursdwang en dwangsom Hoogte van de dwangsom en de begunstigingstermijn Categorie IV. Overbruggingshuisvesting (tijdelijke gedoogbeschikking) 6.2 Stroomschema categorieën VII Uitvoering en prioritering van het beleid Stroomschema uitvoering beleid 7.2 Prioriteit Appendix 25 1
3 HOOFDSTUK I WAAROM DEZE BELEIDSNOTITIE? Aanleiding voor deze notitie 1 is de brief 2 van de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu van 11 november In deze brief vraagt de Minister aan alle gemeenten om een beleidskeuze te maken ten aanzien van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. In grote lijnen geeft de Minister drie keuzemogelijkheden aan: I. Het herzien van bestemmingsplannen waarbij aan recreatiewoningen een bestemming woondoeleinden wordt gegeven; II. Het accepteren van permanente bewoning door het verlenen van een persoonsgebonden gedoogbeschikkingen; III. Het actief handhaven voor alle overige situaties van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Deze notitie geeft antwoord op de vraag van de Minister om een keuze te maken. De notitie is in eerste instantie vastgesteld op 26 april Kort na vaststelling van deze notitie kondigde de minister aan dat in aanvulling op de bestaande mogelijkheid om gedoogbeschikkingen te verlenen tevens de mogelijkheid wordt geschapen om persoonsgebonden vrijstellingen te verlenen. Daarop is besloten publicatie van de beleidsnotitie aan te houden. Inmiddels bestaat deze vierde keuzemogelijkheid 3 : IV. Het accepteren van permanente bewoning door het verlenen van een persoonsgebonden ontheffingen van bestemmingsplannen. Tevens wordt in deze notitie aangegeven op welke wijze de gemeente Castricum, met in achtneming van de brieven van de Minister, in de toekomst zal omgaan met onrechtmatige, permanente bewoning van recreatiewoningen. Wijziging beleid september 2010 De notitie is op 1 september 2009 door het college van B&W vastgesteld. De beleidsnotitie is op 24 februari 2010 bekend gemaakt en in werking getreden. Naar aanleiding van de bekendmaking zijn door bewoners van recreatiewoningen en de gemeenteraad vragen gesteld. In reactie hierop heeft college van B&W de beleidsnotitie op 14 september 2010 aangepast en opnieuw vastgesteld. Het onderhavige document bevat het gewijzigde beleid. 1 Deze notitie is beleid in de zin van artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit artikel is bepaald dat onder beleidsregels wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. 2 Zie voor deze brief: Appendix 3 Artikel 4.1.1, eerste lid onder j. van het Besluit ruimtelijke ordening biedt de mogelijkheid om persoonsgebonden ontheffingen van bestemmingsplannen te verlenen. 2
4 HOOFDSTUK II OVERZICHT VAN RECREATIEWONINGEN IN DE GEMEENTE CASTRICUM Dit beleid heeft betrekking op alle binnen de gemeente Castricum gelegen recreatiewoningen welke in de verschillende bestemmingsplannen een bestemming als recreatiewoning of gelijksoortige bestemming hebben gekregen. In onderstaande tabellen zijn de recreatiewoningen schematisch weergegeven. Tabel 1 / Overzicht recreatieparken in de gemeente Castricum Naam terrein Adres Bestemmingsplan Feitelijk aantal recreatiewoningen 4 C.B.E.V. Duinzicht u.a. Kapelweg EB LIMMEN Bungalowpark Flora Visweg CS LIMMEN Stg. Recreatieoord Strandwal 22 (maximaal 22) Strandwal 39 (maximaal 39) Visweg 99 Kapelweg e.o. De Toekomst 1906 DM LIMMEN Bungalowpark De Kapelweg 56 Strandwal 20 (maximaal 22) Winter 1906 EB LIMMEN Recreatiepark Zomerweelde Kapelweg 60 Strandwal 21 ( maximaal 23) 1906 EB LIMMEN Totaal aantal (niet gemaximeerd in aantal) Tabel 2 / Overzicht zomerwoningen gelegen op achtererven in de gemeente Castricum 5 Adres Bestemmingsplan Aantal recreatiewoningen 6 Bakkummerstraat 5a* Bakkum I HJ CASTRICUM Bakkummerstraat 7 Bakkum I HJ CASTRICUM Bakkummerstraat HJ CASTRICUM Bakkum I 2 Bakkummerstraat HJ CASTRICUM Bakkummerstraat HJ CASTRICUM Bakkummerstraat 35a* 1901 HJ CASTRRICUM Bakkummerstraat HK CASTRICUM Brederodestraat HW CASTRICUM Bakkum I 1 Bakkum I 1 Bakkum I 1 Bakkum I 1 Bakkum I 1 4 Het betreft hier het feitelijke aantal recreatiewoningen op de recreatieparken zoals thans bij ons bekend is. Het aantal genoemd tussen haakjes is het maximaal toegestane aantal recreatiewoningen zoals vastgelegd in het bestemmingsplan. 5 Op een enkele uitzondering na hebben de recreatiewoningen geen eigen huisnummers. De huisnummers uit de tabel correleren derhalve met de woningen op het kadastrale perceel waarop de recreatiewoningen zijn gelegen. Indien het recreatieverblijf wel een eigen huisnummer heeft is dit aangeven met een *. Op korte termijn zullen echter ook aan recreatiewoningen authentieke adressen worden toegekend in het kader van de Basisadministratie gebouwen. 6 Hoewel meerdere recreatiewoningen op één adres niet zijn uitgesloten zijn hier het aantal vermeld zoals thans bij ons bekend is. 3
5 Breedeweg 45 Buitengebied Castricum RB CASTRICUM Eerste Groenelaan 6 Bakkum I HS CASTRICUM Adres Bestemmingsplan Aantal recreatiewoningen Heereweg MA CASTRICUM Heereweg MA CASTRICUM Heereweg MA CASTRICUM Heereweg MD CASTRICUM Heereweg MD CASTRICUM Heereweg 25a* 1901 MA CASTRICUM Heereweg 25b* 1901 MA CASTRICUM Heereweg MD CASTRICUM Heereweg MD CASTRICUM Heereweg MD CASTRICUM Heereweg MA CASTRICUM Heereweg MD CASTRICUM Heereweg MA CASTRICUM Heereweg MA CASTRICUM Heereweg MA CASTRICUM Hollaan RW CASTRICUM Sifriedstraat 18a* 1901 NS CASTRICUM Bakkum-Noord 5 Buitengebied Castricum 1 1 e herziening Zanderij 1 Totaal aantal 40 TOTAAL GENERAAL 153 4
6 HOOFDSTUK III PLANOLOGISCH REGIME EN DEFINIËRING 3.1 Planologisch regime In totaal zijn er in de gemeente Castricum vijf recreatieparken. Vier hiervan vallen binnen het bestemmingsplan Strandwal. Eén recreatiepark valt binnen het bestemmingsplan Kapelweg e.o.. De 40 recreatiewoningen gelegen op achtererven zijn verspreid over vijf bestemmingsplannen: Bakkum I welk bestemmingsplan inmiddels vervangen is door; Bestemmingsplan Bakkum; Bakkum Noord; Buitengebied Castricum; Buitengebied Castricum, 1 e herziening; Zanderij. Alle recreatieverblijven in de gemeente Castricum zijn derhalve opgenomen in totaal zeven bestemmingsplannen. Het niet langer in werking zijnde bestemmingsplan Bakkum I wordt in dit rijtje toch genoemd. Dit plan blijft namelijk van belang bij de beoordeling van verzoeken om persoonsgebonden ontheffingen van bestemmingsplannen omdat het nog wel geldig was op de daarbij te hanteren peildatum van 31 oktober Begrippenkader Recreatiewoningen In deze notitie zal steeds worden gesproken over een recreatiewoning. In de verschillende bestemmingsplannen worden evenwel drie andere begrippen gehanteerd: zomerverblijf ; zomerhuis ; rekreatiewoning ; recreatiewoning/zomerwoning Wanneer wij spreken van een recreatiewoning in deze notitie moet hieronder mede deze vier begrippen van de bestemmingsplannen worden verstaan. De bestemmingsplannen Strandwal en Kapelweg e.o. definiëren een zomerverblijf als een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor rekreatieve woondoeleinden gedurende slechts een gedeelte van het jaar. De bestemmingsplannen Bakkum I, Bakkum Noord, en Zanderij definiëren een zomerhuis als een gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend gedurende een gedeelte van het jaar, hoofdzakelijk het zomerseizoen, te worden bewoond en welk gebouw permanent aanwezig is. Het bestemmingsplan Bakkum I is inmiddels vervangen door het nieuwe bestemmingsplan Bakkum Hierin is een recreatiewoning/zomerwoning gedefinieerd als: Een gebouw, geen woonkeet, geen caravan, geen bouwwerk of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond; 5
7 Tot slot omschrijven de bestemmingsplannen Buitengebied Castricum en Buitengebied Castricum 1 e herziening een rekreatiewoning als een woning, bestemd om uitsluitend gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond door gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben. Een recreatiepark wordt niet in de begripsbepalingen van de verschillende bestemmingsplannen omschreven, maar alleen in de doeleindenomschrijving Recreatiewoningen op achtererven Deze categorie van recreatiewoningen is in vrijwel alle gevallen gelegen op erven van particuliere percelen. Derhalve wordt in deze notitie gesproken van recreatiewoningen op achtererven Recreatiewoningen in recreatieparken Deze categorie van recreatiewoningen zijn allemaal gesitueerd op de hiervoor genoemde recreatieparken Definitie permanente bewoning Enkel het bestemmingsplan Bakkum bevat een begripsomschrijving van permanente bewoning welke echter wordt betrokken op kampeermiddelen. Deze luidt: permanente bewoning Voor kampeermiddelen is er sprake van permanente bewoning indien: a Betrokkene niet elders beschikt over een hoofdwoonverblijf; b Betrokkene buiten het recreatieseizoen door de week in het kampeermiddel overnacht. Buiten het recreatieseizoen mogen derden uitsluitend verblijf houden op de kampeerplaats gedurende de feestdagen, weekends en schoolvakanties. Nadrukkelijk zij opgemerkt, dat al sprake is van permanente bewoning indien niet wordt voldaan aan het bepaalde onder a.. De overige bestemmingsplannen geven geen begripsomschrijving van permanente bewoning. Wel is in de begripsbepalingen van de bestemmingsplannen Buitengebied Castricum en de 1 e herziening hiervan bepaald dat een recreatieverblijf bestemd is om uitsluitend gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond door gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben. Permanente bewoning wordt in deze notitie derhalve gedefinieerd als: bewoning van een recreatiewoning als hoofdverblijf. Conform de in de jurisprudentie algemeen aanvaarde definitie wordt hoofdverblijf in deze notitie gedefinieerd als: de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is, dat tenminste bestaat uit een keuken, woon-, was-, en slaapgelegenheid. 3.3 Doeleindenomschrijving Recreatieparken Alle recreatieparken hebben de bestemming Recreatieve voorzieningen. Volgens de doeleinden omschrijving bij deze bestemming zijn deze gronden bestemd voor recreatieterreinen met de daarbij bijbehorende gebouwen, andere bouwwerken geen gebouwen zijnde- en andere werken, met dien verstande dat als gebouwen uitsluitend niet voor permanente bewoning geschikte- zomerverblijven mogen worden gebouwd. 6
8 3.3.2 Recreatiewoningen op achtererven Daar waar de recreatieparken allemaal een zelfde doeleindenomschrijving kennen, is dit verschillend bij de recreatiewoningen op achtererven, zij het dat de strekking in alle gevallen gelijk is. Bakkum I 7 Recreatiewoningen in het bestemmingsplan Bakkum I hadden de bestemming Woondoeleinden, met dien verstande dat binnen deze bestemming uitsluitend recreatiewoningen mochten worden gebouwd. Bakkum Recreatiewoningen in het bestemmingsplan vallen onder de bestemming wonen. Recreatiewoningen zijn ter plaatse van voor wonen bestemde gronden met de nadere aanduiding (re) toegestaan met dien verstande dat: - de recreatiewoning niet als hoofdverblijf mag fungeren; - bewoning hoofdzakelijk gedurende het recreatieseizoen plaatsvindt. Bakkum-Noord Recreatiewoningen in het bestemmingsplan Bakkum-Noord hebben de bestemming Recreatieve doeleinden, te weten zomerhuizen, met de daarbij behorende, andere bouwwerken, met dien verstande dat binnen deze bestemming alleen aaneengesloten zomerhuizen mogen worden gebouwd. Buitengebied Castricum / 1 e Herziening Buitengebied Castricum Recreatiewoningen in het bestemmingsplan Buitengebied Castricum, hieronder mede begrepen de 1 e herziening van dit plan, hebben de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden, te weten recreatiewoning. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend recreatiewoningen worden gebouwd. Zanderij Recreatiewoningen in het bestemmingsplan Zanderij hebben de bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden, te weten zomerhuis, met de daarbij behorende andere bouwwerken en erven, met dien verstande dat binnen deze bestemming uitsluitend ten dienste hiervan mag worden gebouwd. 3.4 Reikwijdte van deze beleidsnotitie De Minister vraagt een keuze te maken inzake onrechtmatige bewoning van de in het bestemmingsplan aangewezen recreatiewoningen. Dit betekent dat zonder bouwvergunning gerealiseerde recreatiewoningen en chalets en stacaravans niet onder het bereik van deze notitie vallen. Deze reikwijdte is nog eens door de Minister bekrachtigd en verduidelijkt in haar brief Nadere verduidelijking beleid recreatiewoningen van 17 november Wij merken hier voor de goede orde op dat wij actief handhavend optreden tegen illegale recreatiewoningen en illegale woningen, alsmede tegen het illegale gebruik hiervan. 7 Dit bestemmingsplan is opgegaan in het bestemmingsplan Bakkum. 7
9 HOOFDSTUK IV OMVANG PERMANENTE BEWONING EN ONDERZOEKGEGEVENS 4.1 Inschrijvingen in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) Uit de beschikbare gegevens van de GBA kan slechts een zeer globale indruk worden verkregen van de omvang van de permanente bewoning van recreatiewoningen in de gemeente Castricum. Voor 31 oktober 2003 was het niet altijd mogelijk voor permanente bewoners om zich, onder opgave van de recreatiewoning als woonadres, als bewoner in te schrijven in de gemeente Castricum. Voor wat betreft de recreatiewoningen op achtererven is er op basis van de GBA (uitzonderingen daargelaten) geen direct onderscheid te maken tussen de ingeschreven personen op een perceel en het recreatiewoningen. De meeste recreatiewoningen hebben verder ook geen eigen huisnummer waarop de bewoner(s) zich inschrijven. Op de recreatieparken zijn thans op het recreatiepark Zomerweelde 10 personen ingeschreven in de GBA. Op andere recreatieparken zijn geen bewoners ingeschreven, terwijl bij ons bekend is dat er op sommige locaties wel permanent wordt gewoond. Op basis van de GBA is niet echt goed aan te geven hoeveel recreatiewoningen permanent worden bewoond. 4.2 Omvang permanente bewoning recreatiewoningen op achtererven Het is bij ons bekend dat de recreatiewoningen op achtererven op een enkele uitzondering na allemaal permanent worden bewoond. Dit komt neer op circa 40 locaties in de kernen Castricum en Bakkum. Dit is nagenoeg 100%. 4.3 Omvang permanente bewoning recreatiewoningen parken Hoewel niet in alle gevallen personen zich hebben ingeschreven op de adressen van de recreatieparken in de GBA is bij ons bekend dat er wel sprake is van permanente bewoning op de parken. Ten einde een concreter beeld te krijgen van het aantal permanent bewoonde recreatiewoningen op de parken heeft er een inventarisatie plaatsgehad op 28 juli Op 18 december 2007 en op 11 januari 2008 is toezicht uitgeoefend gericht op het ontdekken van permanente bewoning. Uit de inventarisatie en controles kwam het volgende naar voren: 8
10 Tabel 3 / Overzicht inventarisatie bewoning recreatiewoningen parken Naam terrein Adres Aantal verblijven C.B.E.V. Duinzicht u.a. Kapelweg EB LIM- MEN Bungalowpark Flora Visweg CS LIM- MEN Stg Recreatie-oord De Toekomst Bungalowpark De Winter Visweg DM LIMMEN Kapelweg EB LIM- MEN à Permanent bewoond op 25 juli Recreatiepark Zomerweelde Kapelweg 21 6 à EB 5 4 LIMMEN Totaal aantal à Uit bovenstaande tabel blijkt dat er van de 113 recreatiewoningen op de parken in de kern Limmen circa 7 à 10 permanent worden bewoond. Dat is circa 7%. 9
11 HOOFDSTUK V BELEID RIJKSOVERHEID EN PROVINCIE NOORD-HOLLAND 5.1 Rijksbeleid Net als in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) blijft het uitgangspunt in de Nota Ruimte dat permanente bewoning van recreatiewoningen verboden is. Vooruitlopend op de Nota Ruimte heeft de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu aan gemeenten en provincies haar standpunt kenbaar gemaakt over permanente bewoning 8. In de Nota Ruimte is de inhoud van deze brief bevestigd. Aan provincies en gemeenten wordt meer ruimte geboden voor woningbouw in het buitengebied, niet zijnde gebieden die in de Nota Ruimte als waardevol en/of kwetsbaar worden aangemerkt. Dit betreft niet alleen het bouwen van nieuwe woningen maar ook het realiseren van functieveranderingen en herbestemming van bestaande bebouwing. Het wijzigen van een recreatiebestemming naar een woonbestemming is in dit kader bezien dan ook niet per definitie bezwaarlijk, mits aan de gebruikelijke voorwaarden die van toepassing zijn op de reguliere woningbouw wordt voldaan. Gezien de beleidsverruiming wordt gemeenten en provincies de mogelijkheid geboden om voor complexen van recreatiewoningen, waar nu in grote mate onrechtmatig wordt gewoond, een bestemmingswijziging door te voeren Dit geldt voor complexen: die op 31 oktober 2003 in grote mate onrechtmatig worden bewoond; die zijn gelegen buiten de hierboven genoemde waardevolle en/of kwetsbare gebieden; die thans niet bedrijfsmatig worden geëxploiteerd; waarvan de woningen voldoen aan het Bouwbesluit 2003 voor reguliere woningen en waarvan de bestemmingswijziging niet in strijd is met de toepasselijke milieuwetgeving. Omtrent de voorwaarden voor legalisatie kan het volgende worden opgemerkt. Ten aanzien van het criterium in grote mate onrechtmatig worden bewoond heeft de Minister in antwoord op vragen van de Tweede Kamer opgemerkt dat hiermee wordt bedoeld dat desbetreffende parken voor meer dan de helft permanent wordt bewoond. De verdere aanduiding van hetgeen wordt bedoeld met kwetsbare en/of waardevolle gebieden kan worden gevonden in de onlangs vastgestelde Nota Ruimte. Onder andere worden hiermee bedoeld natuurgebieden, bufferzones en gebieden die zijn aangewezen in de Vogel- en Habitatrichtlijn. Het criterium bedrijfsmatige exploitatie moet worden uitgelegd als het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de recreatiewoningen daadwerkelijk recreatief nachtverblijf word geboden en plaatsvindt. Indien een park derhalve is verkaveld en de eigenaren van een recreatiewoning zonder belemmeringen (bijvoorbeeld in de vorm van een verhuurverplichting) over de recreatiewoning kunnen beschikken er geen sprake is van bedrijfsmatige exploitatie. Alleen recreatiewoningen welke voldoen aan de technische eisen voor bestaande woningen uit het Bouwbesluit, komen in aanmerking voor legalisatie. Recreatiewoningen dienen normaliter te voldoen aan de eisen voor logiesverblijven. Op basis van het Bouwbesluit gelden er dus extra eisen voor recreatiewoningen indien deze voor permanente bewoning worden gebruikt. Pas na- 8 Brief van de Minister van VROM aan de gemeenten d.d. 11 november
12 dat aan deze eisen is voldaan kan het permanent bewonen van recreatiewoningen worden gelegaliseerd. Bij belemmeringen in het kader van de milieuwetgeving kan gedacht worden aan de ligging van verblijven binnen hindercirkels van (agrarische) bedrijven. Wanneer een wijziging van het bestemmingsplan niet mogelijk is of een gemeente daartoe niet bereid is, kan voor bestaande situaties een persoonsgebonden gedoogbeschikking of een persoonsgebonden ontheffing worden verleend. Deze uitzondering is alleen van toepassing voor de desbetreffende woning in relatie tot de bewoner(s). De beschikking of ontheffing is niet overdraagbaar en vervalt op het moment dat de huidige bewoner verhuist of overlijdt. Voor de beoordeling of een persoonsgebonden gedoogbeschikking of persoonsgebonden ontheffing kan worden afgegeven moet de gemeente een peildatum vaststellen. Deze peildatum kan bijvoorbeeld de dag zijn dat de gemeente actief is begonnen met handhaving. In het Besluit ruimtelijke ordening is de uiterste peildatum voor het verlenen van persoonsgebonden ontheffingen van bestemmingsplannen vastgesteld op 31 oktober Situaties van permanente bewoning die na deze datum ontstaan, komen niet in aanmerking voor de persoonsgebonden ontheffing. Een persoonsgebonden gedoogbeschikking kan echter wel worden afgegeven na deze datum. Gemeenten zijn in principe vrij om daartoe zelf een peildatum vast te stellen 9. Het licht voor de hand om de peildatum die bij afgifte van gedoogbeschikkingen wordt gehanteerd zo te kiezen dat deze korte tijd voor vaststelling van het beleid ligt. Volgens de brief van de Minister van 17 oktober 2003 kunnen verzoeken om persoonsgebonden gedoogbeschikkingen (dit geldt ook bij ontheffingen) ook alleen worden afgegeven indien de recreatiewoning voldoet aan de eisen voor reguliere woningen in het Bouwbesluit 2003 (woonfunctie). Hierop heeft de Minister bij brief van 17 november 2004 evenwel een kleine beleidsverruiming gegeven. 10 Hoewel het uitgangspunt hetzelfde blijft, is het denkbaar dat op onderdelen ook ten aanzien van de eisen uit het Bouwbesluit 2003 wordt gedoogd. De Minister acht voorstelbaar dat op grond van een zorgvuldige afweging, de gedoogbeschikking mede ziet op sommige specifieke eisen van het Bouwbesluit, mits hiermee echter een onaanvaardbare inbreuk wordt gemaakt op een adequaat veiligheids- en gezondheidsniveau van de bewoners en gebruikers. Voorop blijft staan dat gedogen in dergelijke concrete situaties altijd een verantwoordelijkheid van de gemeente is en blijft en dat hiertoe alleen besloten kan worden na een zorgvuldige afweging op basis van een samenhangende beoordeling van de veiligheidsaspecten op het punt van de staat van het bouwwerk en de specifieke bewoningssituatie. Indien door de gemeente niet wordt gekozen voor legalisatie, het afgeven van persoonsgebonden ontheffingen of het afgeven van een persoonsgebonden gedoogbeschikking dient handhavend te worden opgetreden. Dit vertaalt zich daarin dat tegen alle gevallen van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen die na de peildatum ontstaan actieve handhaving de enige optie voor de gemeente is. 5.2 Provinciaal beleid Provincie Noord-Holland In de Leiddraad Provinciaal Ruimtelijk Beleid spreekt de Provincie zich in algemeenheid uit tegen permanente bewoning van recreatiewoningen. Volgens deze leidraad zal het permanent bewonen van recreatiewoningen via het opnemen van beperkingen in het bouwvolume en de 9 Het bestaan van de mogelijkheid om een peildatum voor het verlenen van persoonsgebonden gedoogbeschikkingen vast te stellen welke ligt na de datum van 31 oktober 2003 wordt met zoveel woorden in de handreiking Onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen bevestigd (op pagina , vraag 3). 10 Brief d.d. 17 november 2004, Nadere verduidelijking beleid recreatiewoningen, kenmerk M
13 gebruiksvoorschriften in het bestemmingsplan zoveel mogelijk moeten worden tegengegaan. Dit zo mogelijk in combinatie met andere toepasselijke instrumentaria (bijvoorbeeld privaatrechtelijke overeenkomsten met ontwikkelaars/exploitanten en/of eigenaren in geval van nieuw te realiseren voorzieningen/regelingen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet). Ter aanvulling op voornoemde leidraad is in mei 2005 de beleidsnotitie Permanente bewoning van Recreatiewoningen vastgesteld. In deze notitie geeft Gedeputeerde Staten haar beleidsc.q. toetsingscriteria aan voor het wijzigen van de bestemming. Deze criteria komen kort samengevat op het volgend neer: I. Bestemmingswijziging naar wonen voor permanent bewoonde recreatiewoningen is mogelijk: a. Binnen de niet kwetsbare gebieden zoals aangegeven met een gele kleur op het grote kaartbeeld van het kaartje kwetsbare gebieden ; b. Binnen de rode contouren van het streekplan Noord-Holland Zuid dan wel binnen het stedelijk gebied alsmede binnen de bebouwde kommen, zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, van het streekgebied Noord-Holland Noord. II. Een bestemmingswijziging wordt slechts goedgekeurd indien de permanente bewoning reeds vóór 31 oktober 2003 is begonnen; III. Een bestemmingswijziging kan slechts worden goedgekeurd indien de woning voldoet aan de bouwtechnische eisen voor woningen uit het Bouwbesluit en als aangetoond is dat aan alle relevante milieuregelgeving kan worden voldaan; IV. Een bestemmingswijziging naar wonen voor recreatiewoningen die niet permanent bewoond zijn, is alleen mogelijk voor recreatie binnen de rode contouren van het streekplan Noord-Holland Zuid dan wel binnen de stedelijke gebieden en de bebouwde kommen van het streekplangebied Noord-Holland. In andere gevallen zal het gemeentebestuur een persoonsgebonden beschikking of ontheffing moeten afgeven of actief moeten handhaven. 5.3 Conclusie rijks- en provinciaal beleid Het rijksbeleid laat aan gemeenten en provincies een aantal beleidskeuzemogelijkheden, zij het onder strikte voorwaarden. De provincie vult deze voorwaarden aan voor zover de gemeente een bestemmingswijziging overweegt. In beginsel is de provincie evenwel terughoudend, getuige de algemene opmerkingen in de Leidraad. 5.4 Gemeentelijke beleidskeuze naar aanleiding van het rijks- en provinciaalbeleid Legalisatie Bij beantwoording van de vraag of legalisatie tot de mogelijkheden behoort zijn de voorwaarden die de Minister en Gedupeerde Staten stellen aan legalisatie in eerste instantie bepalend. We onderscheiden recreatiewoningen op parken en recreatiewoningen op achtererven. Recreatiewoningen op achtererven Voor deze categorie recreatiewoningen wordt legalisatie (door verandering van de bestemming) op voorhand uitgesloten. Het omzetten van de bestemming heeft tot gevolg dat omvang en bouwvolume van de recreatiewoning en de bijbehorende bijgebouwen en andere bouwwerken in sterke mate kunnen worden vergroot. Voor een woning gelden namelijk ruimere voorschriften dan voor recreatiewoningen. Dit zou (kunnen) betekenen dat achtererven dichtslibben met aan - en uitbouwen, bijgebouwen, erfafscheidingen, terrassen en dergelijke meer. Dit is in planologisch en ruimtelijk opzicht niet wenselijk, te meer daar medewerking ertoe leidt dat bebouwing 12
14 ontstaat in de tweede lijn. Dit dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Bovendien is algemeen bekend dat bewoning van recreatiewoningen op achtererven voor overlast kan zorgen. Ook om redenen van (brand)veiligheid is het ongewenst om woningen op achtererven toe te staan, onder meer vanwege de bereikbaarheid voor de brandweer en de verplichte afstanden van bluswatervoorzieningen tot de woning. Tot slot leidt dichtslibbing van achtererven tot strijd met redelijke eisen van welstand. Recreatieparken Ook voor recreatiewoningen in parken is legalisatie door wijziging van de bestemming in een woonbestemming niet aan de orde, omdat de vijf recreatieparken niet overwegend permanent worden bewoond. De Minister geeft als voorwaarde aan dat pas kan worden overgegaan tot legalisering indien meer dan 50% van de parken permanent wordt bewoond terwijl uit de inventarisaties blijkt dat veel minder dan 50% van de recreatiewoningen wordt bewoond. Conclusie legalisatie Gelet op het vorenstaande is er voor ons college geen aanleiding om over te gaan tot legalisering van recreatiewoningen op achtererven en parken Persoonsgebonden beschikkingen Het verlenen van persoonsgebonden ontheffingen betreft ook een wijze van legalisatie. Immers er wordt hierbij een ontheffing van het bestemmingsplan verleend. Deze wijze van legalisatie biedt, in tegenstelling tot het wijzigen van de bestemming in een woonbestemming, echter wel een uitzicht op een eindige situatie. Als degene aan wie de ontheffing is verleend niet meer de recreatiewoning bewoont herleeft de situatie dat in deze recreatiewoning niet meer permanent mag worden gewoond. Het Besluit ruimtelijke ordening biedt de mogelijkheid om persoonsgebonden ontheffingen van bestemmingsplannen af te geven aan bewoners van recreatiewoningen die de recreatiewoning uiterlijk vóór 31 oktober 2003 zijn gaan gebruiken als hoofdverblijf. Daarnaast kan de gemeente zelf een peildatum vaststellen bij het verlenen van persoonsgebonden gedoogbesluiten. Uitgangspunt van de Minister is dat de recreatiewoning in beide gevallen moet voldoen aan de eisen die het Bouwbesluit stelt aan reguliere woningen (woonfunctie), met dien verstande dat op basis van een aanvullende brief van de Minister van 17 november 2004 sommige specifieke eisen van het Bouwbesluit waaraan niet wordt voldaan na zorgvuldige afweging toch kunnen worden gedoogd zie hiervoor paragraaf 5.1. Een persoonsgebonden gedoogstelsel waarbij niet aan alle eisen van het Bouwbesluit voor reguliere woningen wordt voldaan is overigens meerdere malen in de jurisprudentie geaccepteerd. Redengevend hiervoor is dat, gelet op het rechtszekerheidsbeginsel, een gedoogbeleid gerechtvaardigd is indien er reeds jarenlang passief en/of actief wordt gedoogd en een bestuursorgaan besluit om deze bestuurspraktijk te beëindigen. Uitgangspunt moet blijven dat het gedoogstelsel erop gericht moet zijn dat de strijdige situatie wordt beëindigd en dat het gedogen slechts dient als overgangsregeling. Een te algemeen gedoogbeleid wordt evenwel niet geaccepteerd in de jurisprudentie, omdat hiermee in feite planologische maatregelen worden getroffen buiten het stelsel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening om 11. Bij het verlenen van persoonsgebonden ontheffingen is de ruimte om afwijking van bepaalde eisen van het bouwbesluit toe te laten geringer. Immers het gaat hier in veel mindere mate om 11 ABRS 22 juli 1999, Gemeente Dalfsen / ABRS 15 september 2000, Gemeente Diepenheim. 13
15 tijdelijke situaties. De mogelijkheden worden hier begrensd omdat in het bouwbesluit per artikel is bepaald of het mogelijk is om ontheffing te verlenen van het betreffende artikel. Het college van B&W gemeente Castricum heeft besloten om de recreatiewoningen, waarvoor zij voornemens is aan de bewoner(s)een ontheffing of gedoogbeschikking te verlenen niet te controleren op eisen voor reguliere woningen uit het Bouwbesluit (woonfunctie), met uitzondering van brandveiligheidseisen. Dit wordt in de volgende paragraven nader uitgewerkt. Eisen Bouwbesluit De Minister van VROM heeft in 2003 aangegeven dat verzoeken om persoonsgebonden gedoogbeschikkingen en ontheffingen alleen worden afgegeven indien de recreatiewoning voldoet aan de eisen voor reguliere woningen uit het Bouwbesluit 2003 (woonfunctie). De recreatiewoningen worden immers (tijdelijk) gebruikt als gewone reguliere woningen. Hierop heeft de Minister in 2004 een beleidsverruiming gegeven. Hoewel het uitgangspunt hetzelfde blijft, is het denkbaar dat op onderdelen ten aanzien van de eisen uit het Bouwbesluit wordt gedoogd. De Minister acht voorstelbaar dat op grond van een zorgvuldige afweging, de gedoogbeschikking mede ziet op sommige specifieke eisen van het Bouwbesluit, mits hiermee echter niet een onaanvaardbare inbreuk wordt gemaakt op een adequaat veiligheids- en gezondheidsniveau van de bewoners en gebruikers. Voorop blijft staan dat gedogen in dergelijke concrete situaties altijd een verantwoordelijkheid van de gemeente is en blijft en dat hiertoe alleen besloten kan worden na een zorgvuldige afweging op basis van een samenhangende beoordeling van de veiligheidsaspecten op het punt van de staat van het bouwwerk en de specifieke bewoningssituatie. Het college van B&W gemeente Castricum heeft besloten om, de recreatiewoningen waarvoor zij voornemens is aan de bewoner(s) een ontheffing of gedoogbeschikking te verlenen, niet te controleren op eisen voor reguliere woningen uit het Bouwbesluit, met uitzondering van brandveiligheidseisen. Technische eisen uit Bouwbesluit 2003 Het college van B&W heeft de eisen woonfunctie, oftewel de eisen voor reguliere woningen uit het Bouwbesluit 2003 (niet brandveiligheid), vergeleken met de reeds geldende eisen uit het Bouwbesluit 2003 voor recreatiewoningen. Op deze wijze is een overzicht gemaakt van eisen voor recreatiewoningen om te fungeren als reguliere woning. In totaal worden 14 extra eisen gesteld aan de recreatiewoningen om te fungeren als reguliere woning. Deze 14 eisen hebben géén betrekking op veiligheid. Op basis hiervan heeft het college van B&W besloten de recreatiewoningen niet op de 14 eisen uit het Bouwbesluit 2003 te controleren. Daarbij komt dat de gemeente Castricum overeenkomstig het landelijk beleid in het algemeen bestaande bouwwerken niet op vereisten uit het Bouwbesluit controleert. Tenslotte dient rekening gehouden te worden met het feit dat de recreatiewoning reeds jaren als reguliere woningen zijn gebruikt, zonder dat hierover klachten zijn ontvangen of dat het voor de gebruiker tot nadelige gevolgen heeft geleid. Brandveiligheidseisen uit Bouwbesluit 2003 Voor de bestaande recreatiewoningen zijn in het verleden bouwvergunningen verleend, dus toen is het rechtens verkregen niveau brandveiligheid getoetst en gecontroleerd. Dit is echter voor de recreatiewoningen al enige tijd geleden. Daarom worden ten behoeve van de brandveiligheid en het algemene beeld van de staat van bouw van de recreatiewoningen deze op een aantal aspecten brandveiligheid gecontroleerd. Daarbij zal aan de bewoners adviezen brandveiligheid worden verstrekt. 14
16 Conclusie De controle op en naleving van de eisen voor reguliere woningen uit het Bouwbesluit, vergroot niet de veiligheid van de recreatiewoning of slechts in verwaarloosbare mate. Bij controle op en handhaving van deze eisen dient rekening te worden gehouden met de proportionaliteit van de voorschriften, het beoogde effect en de inspanning voor de burger om aan de betreffende voorschriften te voldoen. Controle op deze eisen is niet proportioneel en vergt een niet proportionele inspanning van burgers om de recreatiewoning aan te passen aan de vereisten. Gelet op het passieve gedoogbeleid van de gemeente Castricum inzake permanente bewoning van recreatiewoningen is een overgangsregeling gewenst. Mitsdien zal, binnen de hierboven aangegeven grenzen van de Minister en de vigerende jurisprudentie, de gemeente Castricum kiezen voor de beleidsoptie van persoonsgebonden gedogen óf ontheffen. In Hoofdstuk VI zal hierop nader worden ingegaan Peildatum handhavingsbeleid Bij het opstellen van handhavingsbeleid zal nadrukkelijk rekening moeten worden gehouden met bestaande gevallen van permanente bewoning van recreatiewoningen. Ten einde te kunnen bepalen welke situaties als bestaand kunnen worden gekwalificeerd is het nodig een peildatum te bepalen. Deze peildatum kan als ijkpunt worden gebruikt bij de handhaving van het verbod op permanente bewoning. Vanaf deze datum is het voor iedereen duidelijk dat permanente bewoning is verboden en dat tegen overtredingen door het college wordt opgetreden. De keuze van een peildatum kan de gemeente in beginsel zelf bepalen met dien verstande dat deze niet in de toekomst mag liggen. Dit laatste om te voorkomen dat mensen kunnen anticiperen op een aankomende peildatum door nog snel voor die datum op een recreatiepark te gaan wonen om zo voor een gedoogbeschikking in aanmerking te komen. Er kan voor een eerdere peildatum worden gekozen indien daar aanleiding voor is. Een aanleiding voor een eerdere peildatum kan onder andere zijn dat de gemeente al eerder handhavingsbeleid heeft vastgesteld of op andere wijze heeft aangegeven permanente bewoning niet toe te staan en hiertegen op te treden. In het verleden heeft de gemeente Castricum niet consequent handhavend opgetreden tegen permanente bewoning van recreatiewoningen. Gezien het feit dat handhaving van het verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen tot op heden nauwelijks heeft geleid tot concrete handhavingsacties dient bij de keuze voor een peildatum hiermee rekening te worden gehouden. Gelet op het vorenstaande houdt de gemeente Castricum als peildatum 1 september 2010 aan. 15
17 HOOFDSTUK VI BELEID GEMEENTE CASTRICUM 6.1 Indeling in categorieën Met in achtneming van het voorgaande is een viertal categorieën van permanente bewoning te onderscheiden. Voor elk van deze categorieën is in de hierna volgende subparagrafen de rechtspositie en het toepasselijke beleidsregime weergegeven Categorie I. Overgangsrechtelijke situaties Er zijn in totaal zeven geldende bestemmingsplannen betrokken bij alle recreatiewoningen in de gemeente Castricum. In vijf van de zeven bestemmingsplannen zijn overgangsbepalingen opgenomen op basis waarvan gebruik in strijd met de bestemming - waaronder bijvoorbeeld permanente bewoning van recreatiewoningen mag worden voorgezet als dit al bestond vóór het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht verkreeg. Dit is de legaliserende werking van het overgangsrecht inzake strijdig gebruik. Voor de goede orde zij hier opgemerkt dat een zonder bouwvergunning gerealiseerd recreatiewoning, tevens in strijd met de bestemming, nooit kan worden gelegaliseerd op basis van het overgangsrecht. In de hieronder opgenomen tabel worden de verschillende bestemmingsplannen opgesomd met de bijbehorende data waarop een bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen. Tabel 4 / Overzicht data rechtskracht bestemmingsplannen waarin alle recreatiewoningen van de gemeente Castricum zijn opgenomen Bestemmingsplan Bakkum I Bakkum 6 januari 2009 Bakkum-Noord 21 april 1987 Buitengebied Castricum 21 februari 1995 Buitengebied Castricum, 1e herziening 13 december 1999 Kapelweg e.o. 28 februari 1978 Strandwal 15 mei 1990 Zanderij 2 juni 1987 Datum rechtskracht bestemmingsplan 24 oktober 1989 (inmiddels vervangen door Bakkum) In twee bestemmingsplannen, te weten de eerste herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Castricum en bestemmingsplan Bakkum, is in de overgangsbepalingen de zogenaamde Etten-Leurclausule 12 overgenomen. Volgens deze clausule mag gebruik dat afwijkt van het plan op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt (bij bestemmingsplan Buitengebied 13 december 1999) worden voortgezet, tenzij het een gebruik betreft dat met de in het vorige bestemmingsplan aangewezen bestemming strijdig was en welk strijdig gebruik een aanvang heeft genomen, nadat dit vorige bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen (in casu 21 februari 1995). Dit betekent dat indien permanente bewoning van een recreatiewoning aanvangt ná datum van verkrijgen van rechtskracht van de voorgaande bestemmingsplannen dit strijdige gebruik toch niet onder de beschermende werking valt van het overgangsrecht van de bestemmingsplannen die daarvoor in de plaats treden. 12 ABRS 15 april 1996, Bestuursdwang Etten-Leur in: Bouwrecht 7 (1996)
18 Gevolgen overgangsrecht De bescherming van het overgangsrecht betekent dat niet handhavend kan worden opgetreden tegen de permanente bewoning van de recreatiewoning. Het feit dat een recreatiewoning onder de bescherming van het overgangsrecht valt betekent evenwel niet dat het strijdige gebruik voor altijd mag worden voortgezet. Er zijn omstandigheden op grond waarvan de overgangsrechtelijke situatie eindigt. Dit is het geval indien door wijziging van de recreatiewoning de strijdige situatie wordt vergroot of verzwaard. Hiervan is in ieder geval sprake indien de recreatiewoning op ingrijpende wijze is gewijzigd of vergroot. Daarnaast komt de beschermende werking van het overgangsrecht te vervallen indien de recreatiewoning wordt verwijderd, of het strijdige gebruik gedurende langere tijd wordt onderbroken Persoonsgebonden gedogen of ontheffen Zoals hiervoor is geconstateerd heeft de gemeente Castricum in het verleden zelden handhavend opgetreden tegen permanente bewoning van recreatiewoningen. Er is derhalve sprake van situaties waarin permanente bewoning van recreatiewoningen gedurende langere tijd passief en incidenteel actief zijn gedoogd. Dit betekent dat voor bestaande situaties die niet onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan vallen, een overgangsregeling in het leven behoort te worden geroepen, ten einde recht te kunnen doen aan de positie van diegenen die al vele jaren permanent wonen in een recreatiewoning. In de omstandigheid dat net als in Castricum de meeste gemeenten permanente bewoning van recreatiewoningen lang gedoogd hebben heeft de regering aanleiding gezien een einde te maken aan de hierdoor ontstane onzekere situaties voor betrokkenen. Daartoe heeft de minister in november 2003 eigen beleid bekend gemaakt. Kortweg is in dit beleid beschreven dat als gemeenten niet hebben gehandhaafd reeds bestaande gevallen van bewoning mogen worden voortgezet. Daarbij is 31 oktober 2003 als peildatum gesteld. Het voortzetten van dergelijke gevallen kon door gemeenten worden gedoogd. Nadien is door aanpassing van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de mogelijkheid geschapen om voor gevallen van permanente bewoning van recreatiewoningen van voor 31 oktober 2003 persoonsgebonden vrijstelling van het bestemmingsplannen te verlenen. In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is deze mogelijkheid een persoonsgebonden ontheffing van het bestemmingsplan gaan heten. Gedogen of ontheffen? Hoewel door de gemeente in gevallen van permanente bewoning van recreatiewoningen nooit expliciet toestemming is verleend, blijkt uit vaste jurisprudentie dat handhaving van deze gevallen niet zonder meer mogelijk is zonder een overgangsregeling. Uit vaste jurisprudentie volgt daarnaast ook dat een te ruime overgangsregeling zou leiden tot een inbreuk op het stelsel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Er mag in beginsel niet algemeen en voor onbeperkte duur worden gedoogd. 13 Een persoonsgebonden ontheffing wordt daarentegen juist wel voor onbeperkte duur afgegeven. 13 De Afdeling oordeelde op 22 juli 1999 dat de gemeente Dalfsen een dermate verstrekkend gedoogbeleid voerde dat het in strijd moest worden geacht met de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De gemeente Dalfsen had in haar beleid vastgelegd dat bij permanente bewoning van bepaalde recreatiewoningen zou worden afgezien van handhaving. De gemeente had hiertoe besloten nadat legalisering van de bewuste verblijven geen goedkeuring hadden verworven van de Gedeputeerde Staten van Overijssel. Hiermee was de gemeente het niet eens. Om toch gevolg te geven aan haar wens om de bewuste recreatiewoningen permanent te laten bewonen en niet te handhaven ging de gemeente Dalfsen over tot het gedogen van betreffende recreatiewoningen. Hiermee trof de gemeente Dalfsen evenwel een regeling buiten het stelsel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening om. In deze notitie is van een dergelijke situatie geen sprake. In casu wordt een gedoogstelsel in het leven geroepen in het kader van een overgangsregeling, waarbij de insteek is om enerzijds recht te doen aan de belangen van de permanente bewoners in verhouding tot de duur dat zij in recreatiewoningen hebben gewoond en in aanmerking genomen dat wij hiertegen tot nu toe nauwelijks handhavend hebben opgetreden en anderzijds om recht te doen aan de belangen die zijn gediend met de handhaving van de 17
19 De gemeente Castricum heeft een overgangsregeling gecreëerd waarbij géén rekening wordt gehouden met het tijdsverloop sinds het ontstaan van de overtreding en de momenten waarop de beleidswijzigingen van het rijk en de gemeente zijn ingezet Categorie II. Persoonsgebonden ontheffingen (situaties van voor 31 oktober 2003) Wij menen dat in de gevallen die al bestonden voordat het rijksbeleid ten aanzien van recreatiewoningen bekend is gemaakt - dit zijn gevallen van voor 31 oktober beter ontheffingen kunnen worden verleend in plaats van gedoogbeschikkingen. In deze gevallen bestaat de rechtsonzekerheid al lang en was, omdat voordien ook geen rijksbeleid gold, de rechtsonzekerheid bovendien groter. Onder deze omstandigheden is het te billijken dat aan voortzetting van het onrechtmatige gebruik geen eindige termijn wordt gesteld. Bovendien wordt bij verlening van een ontheffing de bewoningssituatie legaal door ontheffing te verlenen. De rechtszekerheid voor betrokkenen is daarom groter. Tevens is een besluit op een verzoek om ontheffing een in bezwaar en beroep toetsbaar besluit. Een weigering om een gedoogbeschikking af te geven is dat niet. Het kabinet heeft onlangs ingestemd met een voorstel voor de Wet ontheffing onrechtmatige bewoning recreatiewoningen. Met deze wet beoogd de minister gemeenten te verplichten een ontheffing te verlenen aan onrechtmatige bewoners die hun recreatiewoningen al voor 31 oktober 2003 bewoonden. Beoogde datum van inwerking treden was 1 januari De tekst van het wetsvoorstel is openbaar. Duidelijk is echter wel dat op basis van de wet in gevallen van voor 31 oktober 2003 ontheffing zal moeten worden verleend. Het verlenen van ontheffingen verdient reeds onze voorkeur boven het verlenen van persoonsgebonden gedoogbeschikkingen. Indien de wet ontheffing onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt goedgekeurd door de Tweede en Eerste kamer wordt de gemeente daarmee zelfs verplicht ontheffingen te verlenen Categorie III. Persoonsgebonden gedogen (situaties na 31 oktober 2003) Na bekendmaking van het rijksbeleid heeft de gemeente Castricum alleen in een beperkt aantal gevallen handhavend opgetreden tegen permanente bewoning van recreatiewoningen. De overige gevallen van permanente bewoning van recreatiewoningen zijn tot op heden gedoogd. Ook dit gedogen brengt enige rechtsonzekerheid met zich mee al is deze niet zo groot als in situaties van voor vaststelling van het rijksbeleid met de daarin opgenomen peildatum. Toch zien wij in deze rechtsonzekerheid aanleiding om ook voor de situaties welke zijn aangevangen na 31 oktober 2003 een overgangsregeling te scheppen. Wij hanteren 1 september 2010 als peildatum, al het bestaande gebruik van recreatiewoningen ten behoeve van permanente bewoning voor deze datum wordt gedoogd. Zoals hiervoor aangegeven wordt als peildatum 1 september 2010 gehanteerd. Vanaf deze datum kan een ieder weten dat permanente bewoning niet is toegestaan en dat de gemeente hiertegen kan gaan optreden. Een ieder die kan aantonen dat hij of zij al voor de peildatum de recreatiewoning als permanente woning gebruikte en nog steeds gebruikt komt in aanmerking voor een gedoogbeschikking. Bewijs kan worden geleverd door bijvoorbeeld een inschrijving in de GBA voor de peildatum. wettelijke voorschriften. Uiteindelijk zal na het verstrijken van de overgangsregeling de permanente bewoning van recreatiewoningen worden gehandhaafd. Zie: ABRS 22 juli 1999, Gemeente Dalfsen in: AB 2 oktober 1999, nr
20 Het wetsvoorstel 'Wet ontheffing onrechtmatige bewoning recreatiewoningen' bevat regels over het bewijzen van het bestaan van bewoning. Bewoners kunnen hun bewoning bewijzen met minimaal twee in de wet genoemde bewijsmiddelen, zoals bijvoorbeeld renteaftrek, ziektekostenverzekeringspolis of inschrijving bij huisarts en GBA. Ook andere bewijzen kunnen eventueel leiden tot een - in dat geval niet verplichte - gedoogbeschikking. De beoordeling van ander bewijs is aan het college. In deze notitie wordt ook bij de bewijswaardering geanticipeerd op de komende wettelijke eisen. Zou de gemeente beleid hanteren dat afwijkt van (toekomstige) wettelijke bepalingen dan zullen ontheffingen of gedoogbeschikkingen welke zijn afgegeven in strijd met de wettelijke bepalingen moeten worden herzien om alsnog in overeenstemming te komen met de wettelijke eisen. Op onduidelijkheden en dubbel werk dat dit meebrengt zit niemand te wachten. Daarom wordt in het kader van deze notitie bij het vaststellen van de datum waarop een persoon permanent in de recreatiewoning is gaan wonen de bewijsmiddelen uit de wet (renteaftrek, ziektekostenverzekeringspolis, inschrijving bij huisarts en GBA) beschouwd leidend te zijn. Uitgangspunt is dat het gedoogstelsel erop gericht is dat de strijdige situatie wordt beëindigd en dat het gedogen slechts dient als overgangsregeling. Een te algemeen gedoogbeleid wordt evenwel niet geaccepteerd in de jurisprudentie, omdat hiermee in feite planologische maatregelen worden getroffen buiten het stelsel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening om 14. Aan de gedoogbeschikking of ontheffing worden de volgende voorwaarden verbonden: De recreatiewoning, waarop de aanvraag gedoogbeschikking of ontheffing betrekking heeft, moet voldoen aan de eisen van (brand)veiligheid; De gedoogbeschikking of ontheffing is persoons- en objectgebonden en is niet overdraagbaar; De gedoogbeschikking of ontheffing komt te vervallen indien degene(n) aan wie deze is (zijn) verstrekt verhuist (verhuizen) of overlijdt (overlijden). Een gedoogbeschikking of ontheffing geldt dus niet voor eventuele rechtsopvolgers; Het is niet mogelijk de gedoogbeschikking of ontheffing over te laten schrijven op een ander recreatiewoning; De gedoogbeschikking of ontheffing wordt op naam verstrekt aan de in de GBA ingeschreven hoofdbewoner en de op de peildatum volgens de GBA bij hem/haar inwonende partner. Eventuele op het moment van verstrekking van de gedoogbeschikking of ontheffing inwonende kinderen worden niet apart op de beschikkingen vermeld. Dit betekent dat eventuele kinderen slechts in de recreatiewoning mogen wonen indien een of beide ouders/verzorgers daar ook wonen; Personen die na de peildatum zijn komen inwonen bij de hoofdbewoner vallen niet onder de gedoogbeschikking of ontheffing. Dit geldt ook voor eventuele kinderen ouder dan 18 jaar die na de peildatum (opnieuw) zijn komen inwonen bij de hoofdbewoner; Personen met een gedoogbeschikking of ontheffing moeten ingeschreven staan in de GBA van de gemeente Castricum. Indien men zich uitschrijft komt de gedoogbeschikking of ontheffing te vervallen. Het opnieuw inschrijven in de GBA geeft geen recht op een (hernieuwde) gedoogbeschikking of ontheffing. Ten aanzien van de eerste voorwaarde wordt nog het volgende opgemerkt; Het verstrekken van gedoogbeschikkingen of ontheffingen geeft het recht aan de betreffende personen om de recreatiewoning voor onbeperkte tijd als woning te gebruiken. Het feit dat de recreatiewoning als woning mag worden gebruikt betekent dat de gebruiksfrequentie en de risico s die hieruit voortvloeien ook toenemen. Vooral kan dan worden gedacht aan het risico van brand. Bij het verle- 14 ABRS 22 juli 1999, Gemeente Dalfsen / ABRS 15 september 2000, Gemeente Diepenheim. 19
PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN
Concept PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN BELEIDSNOTITIE VAN GEDEPUTEERDE STATEN DECEMBER 2004 1. Doel en Aanleiding In haar brief van 11 november 2003 aan de Tweede Kamer heeft de Minister van
Nadere informatieBeleidsnota. Onrechtmatige bewoning recreatiewoningen. gemeente Aalten.
Beleidsnota Onrechtmatige bewoning recreatiewoningen gemeente Aalten. 1. Inleiding De onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen is reeds sinds vele jaren een discussiepunt binnen de Nederlandse politiek.
Nadere informatieNota van Zienswijzen en kennisgeving
Nota van Zienswijzen en kennisgeving Augustus 2015 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1.1. Algemeen... 3 1.2. Zienswijzen... 3 1.2.1. Indiener 1 (Zaaknummer Z27761)... 3 Kennisgeving 6 1.3. Algemeen... 6 1.4.
Nadere informatieBeleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven gemeente Coevorden
Beleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven gemeente Coevorden Burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden overwegende, dat het in het kader van de handhaving van permanente bewoning
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders van Baarle-Nassau. het beleid inzake permanente bewoning aan te passen als volgt:
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Baarle-Nassau Nr. 255972 29 november 2018 Beleidsnotitie permanente bewoning recreatieverblijven Baarle-Nassau Het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieVoorstel: Huidige beleid inzake permanente bewoning van recreatiewoningen voortzetten.
RAADSVOORSTEL status: commissiestuk Agendapunt: 7 Onderwerp: Permanente bewoning van recreatiewoningen Commissie: 14-5-2007, nr. 7 Raadsvoorstel: 2-5-2007, nr. 422 Portefeuillehouder : Beleidsterrein:
Nadere informatieBELEIDSREGELS OMGEVINGSVERGUNNING/ GEDOOGBESCHIKKING PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN
BELEIDSREGELS OMGEVINGSVERGUNNING/ GEDOOGBESCHIKKING PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN Inleiding Op grond van de voorschriften uit de vigerende bestemmingsplannen is in recreatiewoningen uitsluitend
Nadere informatiePermanente bewoning vakantiehuisjes
r gemeente ermelo Permanente bewoning vakantiehuisjes Iedere recreant is welkom. Maar wonen in een vakantiehuisje in Ermelo mag niet! a i H 0 2 Gemeente Ermelo Permanente bewoning vakantiehuisjes Inhoud
Nadere informatiePermanente bewoning vakantiehuisjes
Permanente bewoning vakantiehuisjes Iedere recreant is welkom. Maar wonen in een vakantiehuisje in Ermelo mag niet! Wie van plan is in een vakantiehuisje of stacaravan te gaan wonen of daar momenteel in
Nadere informatieOverwegende dat het college van burgemeester en wethouders de algemene bevoegdheid heeft tegen deze overtreding handhavend op te treden;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Echt-Susteren. Nr. 160160 17 november 2016 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders houdende regels voor recreatiewoningen Beleidsregels inzake
Nadere informatieBeleidsnotitie permanente bewoning recreatieverblijven Baarle-Nassau
Beleidsnotitie permanente bewoning recreatieverblijven Baarle-Nassau Gemeentelijk beleid voor de bestrijding van onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven Door het College van Burgemeester en Wethouders
Nadere informatieOnrechtmatige bewoning van recreatiewoningen
VROM-Inspectie Regio Zuid-West Onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen Weena 723 Postbus 29036 3001 GA Rotterdam www.vrom.nl Eindrapport, januari 2005 Samenvatting Het verzoek van de minister van
Nadere informatieVeel gestelde vragen Project recreatieterreinen
Veel gestelde vragen Project recreatieterreinen Vragen over brandveiligheid 1. Waarom wil de gemeente op dit moment maatregelen nemen ter verbetering van de brandveiligheid? Net als in een gewone woonwijk
Nadere informatieBeleidsregels permanente bewoning recreatiewoningen gemeente Schagen
Beleidsregels permanente bewoning recreatiewoningen gemeente Schagen Gedoogbeschikking/omgevingsvergunning Op grond van de voorschriften uit de vigerende bestemmingsplannen is in recreatiewoningen uitsluitend
Nadere informatieBELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING
BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING afdeling Milieu & Bouwen i.s.m. afdeling Ontwikkeling & Grondzaken 29 oktober 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...
Nadere informatieNota van Zienswijzen
Nota van Zienswijzen Beleidsregels permanente bewoning van Recreatieverblijven Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 11 februari 2015 Nota van Zienswijzen, Beleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven
Nadere informatiePermanente bewoning op recreatieterreinen in Peel en Maas
Permanente bewoning op recreatieterreinen in Peel en Maas Informatiefolder voor makelaars, notarissen, hypotheekverstrekkers en potentiële kopers/huurders Uitgave juni 2015 Permanente bewoning op recreatieterreinen
Nadere informatieNOTITIE VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTSHALVE AANPASSINGEN BESTEMMINGSPLAN MEPPEN, TOENAKKERS
NOTITIE VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTSHALVE AANPASSINGEN BESTEMMINGSPLAN MEPPEN, TOENAKKERS ------------------------------------------------------------------------ Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan lag
Nadere informatieTraject permanente bewoning Welke informatie kunt u hier vinden?
Traject permanente bewoning Welke informatie kunt u hier vinden? Wat is permanente bewoning? Regels in het bestemmingsplan Het handhavingsbeleid van Aa en Hunze Uitleg over het minnelijk traject beëindiging
Nadere informatieNo.: 2005/FHOO/91321 Raad : 30 juni Afdelingshoofd: J.M. Nijenhuis
Intern stuk nr. Opberging Par. No.: 2005/FHOO/91321 Raad : 30 juni 2005. Afdelingshoofd: J.M. Nijenhuis Onderwerp: Punt : 18. Permanente bewoning en het verzoek van de Raad d.d. 25 november 2004 m.b.t.
Nadere informatieRapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335
Rapport Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335 2 Klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Nunspeet vanaf 1999 onvoldoende actie onderneemt
Nadere informatieAfwijkingenbeleid Kruimelgevallen
Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht j o artikel 4 van bijlage II Besluit omgevingsrecht Gemeente Barneveld maart 2013 Afwijkingenbeleid
Nadere informatiepermanente bewoning recreatiewoningen
permanente bewoning recreatiewoningen Bent u van plan in een vakantiehuisje. stacaravan of chalet te gaan wonen? Of bent u eigenaar van een recreatiewoning? Lees dan eerst deze folder. De gemeente is actief
Nadere informatieNotitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland
Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Code 03-61-02 / 09-06-03
Nadere informatiePROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC 2013. Routing
Provinciale Staten van Overijsse PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& Dat. 1 8 DEC 2013 ontv.: Routing a.d. Bijl.: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88
Nadere informatieMantelzorg en ruimtelijk ontwikkelingen. 26 juli 2006, gewijzigd 17 november 2009, vastgesteld 1 december 2009
Mantelzorg en ruimtelijk ontwikkelingen 26 juli 2006, gewijzigd 17 november 2009, vastgesteld 1 december 2009 1. Inleiding Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden
Nadere informatieBELEIDSNOTA PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN
BELEIDSNOTA PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN 02 FEBRUARI 2005 Inhoudsopgave blz. 1 Status blz. 2 1. Inleiding blz. 3 2. Begrippenkader blz. 3 3. Rijksbeleid blz. 3 4. Gemeentelijke uitwerking rijksbeleidskader
Nadere informatieBELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)
BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) (beleidsregel voor verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo van
Nadere informatieBeheersverordening Krommeniedijk
Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk 2018Z17636 Datum 28 november
Nadere informatieBestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P
Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels en bijlagen Verbeelding 16 juli 2013
Nadere informatieBeleidsregels. oude onrechtmatige bewoning. recreatiewoningen
Beleidsregels oude onrechtmatige bewoning recreatiewoningen 1 Deze beleidsregels zijn door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 4 december 2012 en gepubliceerd in de Nieuwe Dockumer
Nadere informatieVragen en handhavingsverzoek omwonenden over Kapelstraat 46a in Elshout
Collegevoorstel Aanleiding In de raadsvergadering van 20 december 2016 is het bestemmingsplan Elshout vastgesteld. In dit bestemmingsplan is het perceel Kapelstraat 46a in Elshout opgenomen. Over deze
Nadere informatieUitvoering handhaving recreatief (nacht)verblijf buiten kampeerterreinen
Uitvoering handhaving recreatief (nacht)verblijf buiten kampeerterreinen Versie 14 april 2011 (inclusief wijzigingen B&W - beslissing d.d. 12 april 2011) Pagina 1 van 5 Inleiding De afgelopen jaren is
Nadere informatieCOEVORDE N Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail: gemeente@coevorden.nl Website: www.coevorden.
El COEVORDE N Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail: gemeente@coevorden.nl Website: www.coevorden.nl Bezoekadres: Locatie Dalen Hoofdstraat 2 Aan: Ermerstrand BV
Nadere informatieBeleidsregels ter nadere invulling van artikel 4, onderdeel 10 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (persoonlijke omgevingsvergunning voor
Beleidsregels ter nadere invulling van artikel 4, onderdeel 10 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (persoonlijke omgevingsvergunning voor permanente bewoning van een recreatiewoning) Vastgesteld
Nadere informatieZienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan 'facetregelingen permanente bewoning recreatiewoningen en kleinschalige verblijfsrecreatie' januari 2010
Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan 'facetregelingen permanente bewoning recreatiewoningen en kleinschalige verblijfsrecreatie' januari 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Indieners van zienswijzen...
Nadere informatieHoor- en adviescommissie
A D V I E S AAN GEDEPUTEERDE STATEN naar aanleiding van de behandeling van de bezwaarschriften ingevolge artikel 7:1 van de Awb van Gemeente Zijpe te Schagerbrug (bezwaarde) en B. Schuijt te Sint Maartensbrug
Nadere informatieZundertse Regelgeving
Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer Naam regeling: Beleidsregels inzake persoonsgebonden omgevingsvergunning voor permanente bewoning van een
Nadere informatieNOTITIE PERMANENTE BEWONING RECREATIEVERBLIJVEN vastgesteld bij Collegebesluit d.d. 4 januari 2005 en bij Raadsbesluit d.d.
NOTITIE PERMANENTE BEWONING RECREATIEVERBLIJVEN 2005 vastgesteld bij Collegebesluit d.d. 4 januari 2005 en bij Raadsbesluit d.d. 27 januari 2005 INHOUD BLAD 1 INLEIDING 2 SAMENVATTING 5 7 3 BELEIDSVOORSTELLEN
Nadere informatieAanvraag tijdelijke gedoogbeschikking bewoning recreatieverblijf
Gemeente Barneveld Postbus 63 3770 AB Barneveld postregistratie@barneveld.nl Aanvraag tijdelijke gedoogbeschikking bewoning recreatieverblijf 1. Gegevens aanvrager Huidig adres Postcode + plaats N.B. Huidig
Nadere informatieDubbele (be)woning in het buitengebied
Dubbele (be)woning in het buitengebied Naam opsteller E.P.H. Weijde-Leenders Datum vaststelling Afdeling Beleids- en Projectontwikkeling Vastgesteld door Team Ruimtelijk Beleid Eventueel publicatiedatum
Nadere informatieNota aanpak bewoning recreatieverblijven 2004
Nota aanpak bewoning recreatieverblijven 2004 Korte samenvatting / leeswijzer 1. Inleiding 2. Het beleid tot nu toe (voorgeschiedenis) 3. Redenen waarom bewoning van recreatieverblijven wordt tegengegaan
Nadere informatieBELEIDSNOTA. Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten 2013
BELEIDSNOTA Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten 2013 Gemeente Opmeer Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten 2013 Vastgesteld : 5 maart 2013 Gepubliceerd:
Nadere informatieBELEIDSNOTA (SEMI) PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN. Gemeente Dinkelland Mei 2011
BELEIDSNOTA (SEMI) PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN Gemeente Dinkelland Mei 2011 1 2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 5 2. (SEMI)-PERMANENTE BEWONING IN DE GEMEENTE DINKELLAND 7 3. BELEIDSKADER 9 3.1
Nadere informatieRotterdam, DEFINITIEF d.d. 17 november 2006 Inzake: Waijensedijk Onze ref: /
Postbus 1507, 3000 BM Rotterdam Weena 355, Rotterdam Gemeente Houten t.a.v. mw. drs. J. Fix Postbus 30 3990 DA HOUTEN mr. W.J. Haeser advocaat T 010 217 2658 F 010 217 2754 w.haeser@houthoff.com Rotterdam,
Nadere informatieBeleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening
Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Nieuw beleid 3 2.1 Relevante regelgeving betreffende ruimtelijke ontwikkelingen 3 2.2 Relevante regelgeving
Nadere informatieBed and Breakfast 2010
Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010 Een nadere uitwerking voor de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid als omschreven in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 4.1.1 van het
Nadere informatieKwartaalrapportage handhaving permanente bewoning recreatiewoningen
Kwartaalrapportage handhaving permanente bewoning recreatiewoningen Januari maart 2018 Versie 30 april 2018 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en inleiding 2. Inventarisatie najaar 2017 3. Planning van de handhaving
Nadere informatieBeleidsnotitie Bed and Breakfast 2010
Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010 Gemeente Renkum, september 2010 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 1 DEFINITIE BED AND BREAKFAST... 1 JURISPRUDENTIE RAAD VAN STATE... 1 BESTEMMINGSPLANNEN... 2 VOORWAARDEN
Nadere informatie1e partiële herziening Recreatiepark Reeuwijkse Hout
1e partiële herziening Recreatiepark Reeuwijkse Hout Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Inleidende regels Begrippen 4 4 Hoofdstuk 2 Artikel 2 Artikel 3 Bestemmingsregels Werking Recreatie - Verblijfsrecreatie
Nadere informatieGedoogbeleid recreatieparken gemeente Borsele
2016 Gedoogbeleid recreatieparken gemeente Borsele Bart de Kuijper Gemeente Borsele 3-2-2016 1 Inhoud Inleiding... 2 Hoofdstuk 1: Huidige gedoogmogelijkheden... 3 1.1 Tijdelijke overbrugging in verband
Nadere informatiePARTIËLE HERVASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN RECREATIEGEBIED DE VLIETLANDEN
PARTIËLE HERVASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN RECREATIEGEBIED DE VLIETLANDEN Partiële hervaststelling bestemmingsplan Recreatiegebied De Vlietlanden Code 114102 / 01-02-11 GEMEENTE MEDEMBLIK 114102 / 01-02-11
Nadere informatieBIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN
BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN Pagina 1 van 8 Pagina 2 van 8 WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (WABO) Artikel 2.12 1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel
Nadere informatieToelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela
Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 augustus 2015;
De raad van de gemeente Losser; Overwegende dat het bestemmingsplan Luttermolenveld, 1 e partiële herziening gedurende zes weken in ontwerp ter visie heeft gelegen; gelezen het voorstel van burgemeester
Nadere informatieInhoudsopgave. 1. Inleiding 2. 1.1 Aanleiding 2 1.2 Categorieën 2 1.3 Geen beleidswijziging 2. 2. Het probleem 3
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Categorieën 2 1.3 Geen beleidswijziging 2 2. Het probleem 3 2.1 Gemeente Helden 3 2.2 Definitie 3 2.3 Bevolkingsregister 4 2.4 Bewijslast 4 2.5 Wie wonen
Nadere informatieBeleidsregel bed & breakfast en/of gastenverblijf. Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 26 augustus Bekendgemaakt op 3 september 2014
Beleidsregel bed & breakfast en/of gastenverblijf Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 26 augustus 2014 Bekendgemaakt op 3 september 2014 Inwerkingtreding op 4 september 2014 Wijzigingen vastgesteld
Nadere informatieNota Plattelandswoningen Wijdemeren
1 Nota Plattelandswoningen Wijdemeren 1. Aanleiding Op 1 januari 2013 is de wet plattelandswoning in werking getreden. Deze wet biedt de mogelijkheid om als 'burger' in (voormalige) agrarische bedrijfswoningen
Nadere informatieafdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;
Raadsvoorstel nr. : 2002/180 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 17 december 2002 Agendapunt : 19 Steenwijk, 3 december 2002. Onderwerp: Rijstelling bestemmingsplan Giethoorn 1994 Voorstel besluit
Nadere informatiezoon/dochter/toegewezen kind vriend/kennis
Verzendadres Gemeente Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Aanvraag tijdelijke gedoogbeschikking bewoning recreatieverblijf 1 De gedoogbeschikking wordt aangevraagd door de volgende persoon / hoofdbewoner
Nadere informatieBESTEMMINGSPLAN ZWAANSHOEK BENNEBROEKERDIJK 187 TOELICHTING
BESTEMMINGSPLAN ZWAANSHOEK BENNEBROEKERDIJK 187 TOELICHTING 2016 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 3 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 3 1.3 Geldend plan
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR67076_1. Verordening tweede woningen Sluis. Gebruiksverordening tweede woningen
CVDR Officiële uitgave van Sluis. Nr. CVDR67076_1 1 maart 2016 Verordening tweede woningen Sluis Gebruiksverordening tweede woningen Artikel 1: Begrippenlijst In deze verordening wordt verstaan onder:
Nadere informatie1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum
1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum Huizen bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0406.BPHWC2011H01-VG01 03-04-2014 ontwerp 26-06-2014 vastgesteld projectnummer:
Nadere informatieAlleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar
Openbaar Onderwerp Overgangsregeling handhaving illegale kamerverhuurpanden nota Beleidsregels onttrekking, omzetting en samenvoeging 2011 Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer
Nadere informatieBELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE
GEMEENTE OLDEBROEK BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE BEDRIJFSVOERING IN DE GEMEENTE OLDEBROEK 27 oktober 2009 afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling - 2 - 3 1. Aanleiding Bij het opstellen van het (voor)ontwerpbestemmingsplan
Nadere informatieGemeente Haaksbergen. Keuzedocument recreatieobjecten
Gemeente Haaksbergen Keuzedocument recreatieobjecten Keuzedocument recreatieobjecten Code 06-107-02 / 23-06-09 GEMEENTE HAAKSBERGEN 06-107-02 / 23-06-09 KEUZEDOCUMENT RECREATIEOBJECTEN INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieRegels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden
Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan '1e herziening Smitsweg, locaties Noord en Midden' met identificatienummer
Nadere informatieAan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 28 augustus 2007 Nummer voorstel: 2007/89
Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 28 augustus 2007 Nummer voorstel: 2007/89 Voor raadsvergadering d.d.: 11-09-2007 Agendapunt: 27
Nadere informatieHuisvesting arbeidsmigranten Omschreven voorzieningen uit de "Handreiking voor het huisvesten van arbeidsmigranten op de Bevelanden"
Huisvesting arbeidsmigranten Omschreven voorzieningen uit de "Handreiking voor het huisvesten van arbeidsmigranten op de Bevelanden" Deel 1 Huisvesting voor seizoensgebonden arbeidsmigranten Voorziening
Nadere informatiePlan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten 2013
CVDR Officiële uitgave van Opmeer. Nr. CVDR268633_1 20 juni 2017 Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten 2013 Aanleiding De gemeente Opmeer is ingevolge de actualisatieverplichting
Nadere informatieBeleidsregel voor het tijdelijk plaatsen van vervangende woonruimte (artikel 2.12, lid 2 en artikel 2.23 Wabo)
Beleidsregel voor het tijdelijk plaatsen van vervangende woonruimte (artikel 2.12, lid 2 en artikel 2.23 Wabo) 2014 Datum vaststelling college van B&W: 18 maart 2014 Datum publicatie: 26 maart 2014 2 INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieP l a n r e g e l s vrs
P l a n r e g e l s 012.10.01.02.00.vrs I n h o u d s o p g a v e Artikel 1 Relatie met het vigerende bestemmingsplan 3 Artikel 2 Wonen 4 Artikel 3 Geluidzone (dubbelbestemming) 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Nadere informatieNota Huisvesting arbeidsmigranten Nederweert. I. Inleiding
Nota Huisvesting arbeidsmigranten Nederweert I. Inleiding De verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en vrij werknemersverkeer hebben geleid tot een forse groei van het aantal, al dan niet
Nadere informatieSkuniadyk 14 te Bakhuizen
28 e Ontwerp-wijzigingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gaasterlân-Sleat Skuniadyk 14 te Bakhuizen G E M E E N T E G A A S T E R L Â N - S L E
Nadere informatieSeptember Onderzoeksopzet permanente. bewoning recreatiewoningen. Gemeente Goeree-Overflakkee. Rekenkamercommissie Goeree-Overflakkee
Onderzoeksopzet permanente bewoning recreatiewoningen Gemeente Goeree-Overflakkee September 2014 Rekenkamercommissie Goeree-Overflakkee Daan Massie 06-464 02 376 dvjmassie@upcmail.nl Inhoud 1. Aanleiding...
Nadere informatieHUISVESTINGSVERORDENING TWEEDE WONINGEN GEMEENTE NOORD-BEVELAND 2019
HUISVESTINGSVERORDENING TWEEDE WONINGEN GEMEENTE NOORD-BEVELAND 2019 pagina 1 van 10 De raad van de gemeente Noord-Beveland; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 maart 2019 Gelet
Nadere informatieZienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a
Zienswijzennota Bestemmingsplan Croddendijk 5a April 2015 Zienswijzennota april 2015 1 1. Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 16 september 2014 ingestemd met het ontwerpbestemmingsplan
Nadere informatieBijlage 2: Uitkomsten verslag inloop avond over 8067 en verslag Jos Brouwer
Bijlage 2: Uitkomsten verslag inloop avond over 8067 en 8068 + verslag Jos Brouwer In rood later commentaar vanuit de gemeente gegeven 08022018: A. Vertrekpunten De avond was vanuit de gemeente geïnitieerd
Nadere informatieKern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:
Moerdijk Kern Klundert 1 e herziening bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1709.kernklundert1eherz-0001 21-01-2009 concept 20-05-2009 ontwerp projectnummer:
Nadere informatie6.3 Handhaving in het plangebied
6.3 Handhaving in het plangebied Bij het opstellen van het bestemmingsplan zijn alle bestaande functies in het plangebied geïnventariseerd. Gebleken is dat in het gebied functies voorkomen die strijdig
Nadere informatieBESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING
BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING 5 MAART 2015 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Geldende
Nadere informatieNOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN. "Bedrijventerreinen 2015"
NOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN "Bedrijventerreinen 2015" Gemeente Strijen 17-06--2015 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 5 2. Resultaten zienswijzen... 6 3. s naar aanleiding van zienswijzen...11
Nadere informatieKwartaalrapportage handhaving permanente bewoning recreatiewoningen
Kwartaalrapportage handhaving permanente bewoning recreatiewoningen Januari maart 2018 April-juni 2018 Versie 31 augustus 2018 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en inleiding 2. Inventarisatie najaar 2017 3.
Nadere informatieNummer : 2011/60 Datum : 8 november 2011 Onderwerp : Huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten
Voorbereidende raadsvergadering: 22 november 2011 Besluitvormende raadsvergadering: 20 december 2011 : Portefeuillehouder: E. Damen AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2011/60 Datum : 8 november 2011 Onderwerp
Nadere informatieGeconsolideerde versie. Beleidsnota onrechtmatige bewoning recreatiewoonverblijven
Beleidsnota onrechtmatige bewoning recreatiewoonverblijven Gemeentelijke beleidsregels ten aanzien van onrechtmatige bewoning van recreatiewoonverblijven Vastgesteld door het College van burgemeester en
Nadere informatieGemeente Opmeer. Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten. Definitief concept
Gemeente Opmeer Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten Definitief concept Gemeente Opmeer Plan van aanpak handhaving permanente bewoning van recreatieobjecten DEFINITIEF CONCEPT
Nadere informatieBELEIDSPLAN HANDHAVING PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN
BELEIDSPLAN HANDHAVING PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN afdeling Milieu & Bouwen i.s.m. afdeling Ontwikkeling & Grondzaken 28 maart 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 1. Wetgeving...
Nadere informatieCommissie voor de Bezwaarschriften
Commissie voor de Bezwaarschriften Het college van burgemeester en wethouders van Ede kenmerk bezwaarschrift datum registratienummer behandeld door Doorkiesnummer E-mail bezwaarschrift - 14-03-2014 783832
Nadere informatieBESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING
BESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING 2016 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 3 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 3 1.3 Geldend plan 3 HOOFDSTUK
Nadere informatieRegels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg
Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg Opdrachtgever: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Nadere informatie24 april Nota aanpak permanente bewoning van recreatiewoningen
24 april 2012 Nota aanpak permanente bewoning van recreatiewoningen 1 Inleiding In deze nota is een plan van aanpak beschreven over de wijze waarop burgemeester en wethouders voornemens zijn om de problematiek
Nadere informatieBeleidsnota permanente bewoning recreatiewoningen
Beleidsnota permanente bewoning recreatiewoningen Beleidsregels voor handhaving, vergunningverlening en gedogen van permanente bewoning van recreatiewoningen Opdrachtgever : gemeenteraad Versienummer:
Nadere informatieRaad. A1l5š.l,lt*lš.1n1g3;ll:~<:sït 1,1fsfrs<.:š'.tïspz1;t;,i.k. Postbus AA DALFSEN. 17 december /2/R1
Raad V;/;ålüi%Éäâ:@ A1l5š.l,lt*lš.1n1g3;ll:~
Nadere informatieEERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN
EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN Gemeente Vlissingen april 2016 TOELICHTING Planbeschrijving Op 12 oktober 2015 heeft de gemeente Vlissingen met Lidl Nederland
Nadere informatieBeleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning
Beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning 1. Aanleiding Deze nota gaat over beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in één woning. De Osse standaardregels
Nadere informatiePermanente bewoning van recreatieverblijven. Beleidsnotitie. Afdeling VROM Recreatie September 2008 DECOS nummer: alg 08/5716
Permanente bewoning van recreatieverblijven Beleidsnotitie Afdeling VROM Recreatie September 2008 DECOS nummer: alg 08/5716 Inhoudsopgave A. UITGANGSPUNTEN 1. Inleiding pagina 4 1.1. Achtergrond pagina
Nadere informatieNota van beantwoording inzake zienswijzen op de op 26 oktober 2004 voorlopig vastgestelde Beleidsregels permanente bewoning recreatiewoningen
Nota van beantwoording inzake zienswijzen op de op 26 oktober 2004 voorlopig vastgestelde Beleidsregels permanente bewoning recreatiewoningen Gedeputeerde staten van Utrecht, 22 maart 2005 1 nr Indiener
Nadere informatieHandhaving op bestaande gevallen van onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven in de gemeente Wijdemeren.
1 Plan van Aanpak fase 2 Handhaving op bestaande gevallen van onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven in de gemeente Wijdemeren. Voortgang voorbereiding Conceptversie 01 26-11-2004 Ambtelijk gereed
Nadere informatieBeleidsnotitie Noodwoningen 2012
Nr. 12074248 Casenr. 2012-09402 Beleidsnotitie Noodwoningen 2012 Naam : Ir. N.C. Weijers Afdeling: Ontwikkeling Datum : 29-10-2012 pagina 2 van 13 pagina 3 van 13 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1
Nadere informatie