Les 1: Inleiding belastingrecht + Loonbelasting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Les 1: Inleiding belastingrecht + Loonbelasting"

Transcriptie

1 Kennisportfolio Belastingrecht 290 fictief Les 1: Inleiding belastingrecht + Loonbelasting Waarom is er belasting? Financiering van uitgaven van de overheid Stimuleren / ontmoedigen gedrag Wat voor manieren/soorten zijn er Directe belasing Indirecte belasting (omzet belasting) Tijdvakbelastingen (over een bepaalde periode) Tijdstipbelastingen (tijdstip plaats als je een woning koopt bijvoorbeeld) Gerechtvaardigd belasting te hebben doordat Daagkracht Profijt (wegen, onderwijs) Minste pijn (loon belasting) Bevoorrechte verkrijging (prijs winst in de postcode loterij) Loonbelasting Dienstbetrekking Inhoudingsplichtige Loonbelasting is een voorheffing op de Inkomstenbelasting. Belangrijkste belastingplichtige voor de Loonbelasting is de werknemer (Art 1 Wet LB). Werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingsplichtige in privaatrechtelijk of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat (Art 2 Wet LB)

2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking Art 7:610 BW (Niet in de belastingbundel!!!) Drie voorwaarden: 1. Gezagsverhouding (ondergeschiktheid) 2. Persoonlijk verrichten van arbeid 3. Loon Fictieve dienstbetrekking Art 3 en 4 Wet LB en Hoofdstuk 2 Uitvoeringsbesluit Wie houd dat Loonbelasting in? Art. 6 Wet LB: Inhoudingsplichtigen bij dienstbetrekking Tegenwoordige dienstbetrekking Vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander Uitkeringen of verstrekkingen uit een dienstbetrekking tot een ander Art. 7 Wet LB: Inhoudingsplichtige bij fictieve dienstbetrekking Zie voor voorbeelden bladzijde 28 boek Belastingrecht Waarom moet ik loonbelasting betalen? Art. 9 Wet LB: Belastbaar loon = gezamenlijke bedrag aan loon Art. 10 Wet LB: Loon al hetgeen uit (vroegere) dienstbetrekking wordt genoten! Loonbegrip is ruim gedefinieerd, maar let op: Causaal verband met de dienstbetrekking Werkgever moet zich van de beloning bewust zijn Waarover moet ik loonbelasting betalen? Loon in geld, zoals Maandloon Vakantiegeld Loon in natura, zoals Werkkleding (volgende week) Auto van de zaak (Art. 13bis LB) Fictief loon Gebruikelijk loon voor groot aandeelhouder (Art. 12a Wet LB) zelf lezen in boek!

3 Vrijwel nooit loonbelasting (wél inkomstenbelasting): Fooien (Art. 12 Wet LB) Leas auto Art 13bis Wet LB Gebruik auto voor privé doeleinden. Uitstoot van 140 gram per kilometer, de cataloguswaarde is Privé meer dan 500 kilometers buiten het woon werkverkeer gereden Eigen bijdrage van 50 per maand

4 Samengevat Wie? houdt de belasting van het loon in? De inhoudingsplichtige! De LB is een voorheffing op de inkomstenbelasting (dus later gaat dat van de te betalen IB af). Zie voor de inhoudingsplichtige Art. 6 t/m 8a Wet LB Waarover? Loon (ruim begrip), zoals maandloon, vakantiegeld, lease auto, Alle voordelen, als er maar een causaal verband is met de dienstbetrekking en de werkgever op de hoogte is van de bevoordeling! Wat doen we vandaag nog met de LB Vrijstellingen / wat mag onbelast Werkkostenregeling Loon in natura Pensioen Verschuldigde loonbelasting Ruim loonbegrip in de Wet LB, maar niet alles wordt belast in de loonbelasting! Vind je het eerlijk om: Een vergoeding van een shirtje te belasten als dat shirtje kapot gaat omdat je op je werk ergens achter bent blijven hangen? Kleding die ik alleen maar op mijn werk kan aandoen, omdat er veel logo s op staan gedrukt. Een door de werkgever betaalde maaltijd van 10.

5 Belastingdienst.nl U mag maximaal 1,5% van uw totale fiscale loon, de 'vrije ruimte', besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor uw werknemers. U moet deze vergoedingen en verstrekkingen dan wel in uw administratie opnemen als eindheffingsloon. Over het bedrag dat binnen de vrije ruimte valt, betaalt u geen loonbelasting. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt u loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%. U hoeft hierover geen premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te betalen. Wat als ik oud ben? Bij zuivere pensioenregeling (Art. 18 e.v. Wet LB) voor premiebetaling geen sprake van belast loon (omkeerregel van toepassing!) Bij pensioen: uitgangspunt is dat iemand op zijn 65ste 70% van het loon blijft ontvangen. In Nederland wordt rekening gehouden met de AOW die hij / zij dan ontvangt (zogenoemde AOW franchise).

6 Wat moet je dan betalen? Wat gedaan? Wordt iemand belast? Wie is inhoudingsplichtig? Wat wordt belast? Nu: Hoeveel belasting betalen na toepassen tarieven? Hoeveel heffingskorting? Dan kom je uit op verschuldigde LB Stappenplan: 1. Bepalen belastbaar loon (Loon volgens de Wet LB vrijstellingen) 2. Toepassen van de tarieven (Art. 20a Wet LB) Let op: + premies a 31,15% in schijf 1 en 2 Dit staat niet in de bundel, wordt wel naar verwezen in artikel 21 sub b percentage kennen!!!!!) 3. Min: De standaardloonheffingskorting (Art. 22 en 22a Wet LB) = Korting op de loonheffing ofwel, korting op de belastingheffing! Door uitvoering van bovenstaande stappen is de verschuldigde loonbelasting bekend. Af te dragen door de werkgever + wordt direct ingehouden van het loon van de werknemer.

7 Eigenlijk drie belastingen in één wet: Box 1: Inkomen uit werk en woning (Hoofdstuk 3 Wet IB). Tarief: progressief. Schijventarief (Art Wet IB) Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang (Hoofdstuk 4 Wet IB). Aanmerkelijk belang: o.a. aandelenbezit van minstens 5% in een BV/NV. Tarief: 22% tot , 25% vanaf (Art Wet IB) Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen (Hoofdstuk 5 Wet IB). Er wordt geacht 4% rendement te zijn behaald (zelfs bij verlies!) van het vermogen op 1 januari minus het heffingsvrije vermogen. Tarief: 30% (Art Wet IB)

8 Voorbeeld Inkomen Box 1 is brutoloon (krijg je op jaaropgave) en resultaat uit overige werkzaamheden. Inkomen Box 2 is dividend (let op: in tentamen staat dit niet gegeven maar moet je zelf kijken of het in Box 2 of 3 zit). Vermogen Box 3 op 1 januari is Recht op algemene heffingskorting en maximale arbeidskorting (Hoofdstuk 8 Wet IB). Aan loonbelasting is reeds betaald. Aan dividendbelasting is reeds 200 betaald. Uitwerking Een onderneming is: Een duurzame organisatie (bedoeling) Van (Kapitaal en) arbeid Deelname economisch verkeer Winstoogmerk Gericht op behalen van winst en op termijn een redelijke verwachting van winst.

9 Soorten ondernemingen Eenmanszaak Vennootschap onder firma (Vof) Vof is geen rechtspersoon Vennoten zijn ondernemers Commanditaire vennootschap Eenmanszaak of Vof PLUS één of meer geldschieters In VPB belast is de winst van NV of BV. Ondernem er schap (voor de IB) Ondernemer (Art. 3.4 Wet IB) Voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven Rechtstreeks verbonden voor verbintenissen Aansprakelijk met privévermogen Commanditaire (of stille) vennoten in principe geen ondernemer (want niet verbonden voor verbintenissen)! Ontvangen een deel van de winst Niet aansprakelijk met privévermogen (tenzij zij beheersdaden verrichten) Waarom wil iemand ondernemer zijn? Aftrek van kosten Ondernemersaftrek (Art Wet IB) Doen we later! Grote nadeel van ondernemer in de IB: Hoofdelijke aansprakelijkheid Winstbepaling: Jaarwinst en totaalwinst Art. 3.8 Wet IB Totaalwinst Zéér ruim begrip Voordelen kunnen ook negatief zijn Art Wet IB Jaarwinst Goed koopmansgebruik Bestendige gedragslijn Balanscontinuïteit

10 Wat is Goed Koopmans Gebruik? Drie beginselen (GKG staat genoemd in Art Wet IB) Realiteitsbeginsel ( matchingprincipe ) Voorzichtigheidsbeginsel Eenvoudbeginsel Wat mag/moet er op de balans?? Winst afhankelijk van begin en eindvermogen balans, dus onderscheid tussen privévermogen en ondernemingsvermogen is belangrijk. Drie categorieën voor vermogen (=vermogensetikettering): Verplicht privévermogen Vermogen dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (= 90% of meer) wordt voor privé. Verplicht ondernemingsvermogen Vermogen dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (= 90% of meer) wordt gebruikt binnen de onderneming. Anders Keuzevermogen Vermogen dat zowel binnen de onderneming als privé gebruikt wordt. Hoe waardeer ik op de balans? Bedrijfsmiddelen (Art Wet IB) Vorderingen Voorraden Onderhanden werk Schulden Voorzieningen Hoe bij bedrijfsmiddelen? Standaardregel tegen boekwaarde Bij lagere bedrijfswaarde mag het tegen lagere bedrijfswaarde (verlies nemen) Art Wet IB Dus: welk beginsel volgens GKG?

11 Hoe bij voorraden? Standaardregel tegen kostprijs (systeem is vrij, FIFO LIFO YVS) Bij incourante voorraad waarderen op lagere marktwaarde (verlies nemen) Dus: welk beginsel volgens GKG? Hoe bij onderhanden werk? Gedeelte wat toe te kennen is aan het gedeelte van het werk dat al gedaan is Bijvoorbeeld: aantal uren dat al gemaakt is, deel dat al af is van het eind! Art. 3.29b Wet IB Dus: welk beginsel volgens GKG?

12

13 Les 3 belasting recht Na berekenen inkomen in de boxen, tarieven toepassen (Art. 2.10, 2.12 en 2.13 Wet IB). Wat voor soort tarieven zijn dat? Niet vergeten Heffingskortingen eraf (bij een IB vraag altijd IB artikelen noemen!!!!!) Niet vergeten: voorheffing in mindering brengen (is al van tevoren betaald/afgedragen) En hoe zat dat met een onderneming/-er?en hoe zat dat met een onderneming/-er? Winst uit onderneming (Art. 3.2 Wet IB dus Box 1 inkomen) Kijken of sprake is van een onderneming NIET IN DE WET! Duurzaam Arbeid & kapitaal Deelname economisch verkeer Winstoogmerk Kijken of er sprake is van een ondernemer Art. 3.4 Wet IB Onderneming wordt gedreven voor rekening van Privé aansprakelijk

14 Voorbeeld opgave Beginbalans Eindbalans Spullen mee naar privé voor eigen gebruik ter waarde van 200 Maandelijks 10 uit de kas gehaald Een nieuwe kassa gekocht van een erfenis van oma en dat in de winkel gezet zonder geld daarvoor terug te pakken 800 Vraag: Hoeveel resultaat? Laat dit zien met behulp van de vermogensvergelijking. Basis: Eindvermogen beginvermogen + onttrekkingen stortingen!

15 Hoeveel winst maakt een onderneming? Onttrekkingen zijn onterecht van de winst af gegaan dus dat moet gecorrigeerd (anders heel makkelijk 0 euro winst!!) Stortingen zijn onterecht toegevoegd aan de winst dus corrigeren! Hoe? Balanscontinuïteit Bestendige gedragslijn Goed koopmans gebruik (Art Wet IB) Beperkt aftrekbare kosten Algemene aftrekbeperking (Art Wet IB) Specifieke aftrekbeperking (Art Wet IB) Niet aftrekbare kosten Algemene aftrekbeperking (Art Wet IB) Specifieke aftrekbeperking (Art Wet IB)

16 Jachtgeweer Niet in aftrek Art lid 1 sub f Wet IB Dus 800 onterecht betaald van zakelijk! Plezierboot Niet in aftrek Art lid 1 sub b Wet IB Dus onterecht betaald van zakelijk! Receptie Gedeeltelijk in aftrek Art lid 1 sub b Wet IB (nog geen bedrag) Congressen Gedeeltelijk in aftrek Art lid 1 sub c Wet IB (nog geen bedrag) Bedrag aftrek berekenen receptie + congressen. Lid 1 niet in aftrek 4.400, dus wel in aftrek Maar: keuze voor lid 5 aftrek is 73,5% van = Dus: niet in aftrek komt = Kapper Niet in aftrek Art lid 2 sub d Wet IB Dus 200 onterecht betaald van zakelijk! Kilometers Gedeeltelijk in aftrek Art lid 1 sub b Wet IB Dus 1 cent per kilometer onterecht = 100 niet in aftrek! Vrijstellingen Sommige resultaten buiten de belasting (vaak andere motieven). De belangrijkste vrijstellingen zijn Bosbouwvrijstelling (Art Wet IB) Landbouwvrijstelling (Art Wet IB) Kwijtscheldingsvrijstelling (Art lid 1 sub a Wet IB) MKB/winstvrijstelling (Art. 3.79a Wet IB)

17 Vermogensvergelijking Basis: Eindbalans beginbalans Balansposten volgens regels zojuist besproken! Stortingen + Onttrekkingen + Beperkt en niet aftrekbare kosten Vrijstellingen Ondernemersfaciliteiten = Belastbare winst uit onderneming voor Box 1

18 Urencriterium Artikel 3.6 Wet IB Minimaal uur werken in onderneming! Ondersteunende taken: Telt niet mee als je bijvoorbeeld partners bent! Uitzondering als je starter bent ten aanzien van voorwaarde tijdsbesteding 50%. Vermogensvergelijking Eindbalans beginbalans / Stortingen + Onttrekkingen + Beperkt en niet aftrekbare kosten / Vrijstellingen / Ondernemingsfaciliteiten / MKB winstvrijstelling = Belastbare winst uit onderneming voor Box 1

19

20 Eindbalans beginbalans / Stortingen + Onttrekkingen + Beperkt en niet aftrekbare kosten / Vrijstellingen / Ondernemingsfaciliteiten / MKB winstvrijstelling = Belastbare winst uit onderneming voor Box 1

21 Ondernemingsfaciliteiten Ondernemingsfaciliteiten brengen de winst waarover belasting betaald moet worden omlaag. Sommige faciliteiten zijn alleen voor ondernemers (let op in de wettenbundel: je hoeft niet altijd te voldoen aan het urencriterium) en sommige faciliteiten zijn voor ondernemers en niet ondernemers die winst uit onderneming hebben (zoals een commanditaire vennoot!). Ondernemersfaciliteiten (zelf goed bekijken, we behandelen er een paar!) Willekeurige afschrijving (Art en 3.34 Wet IB) Investeringsaftrek/desinvesteringsbijtelling (Art. 3.40, 3.41, 3.42, 3.42a en 3.47 Wet IB) Fiscale reserves, waaronder de herinvesteringsreserve en de oudedagsreserve (Art. 3.53, 3.54 en 3.67 t/m 3.73 Wet IB) Ondernemersaftrek (Art e.v. Wet IB) MKB winstvrijstelling (Art. 3.79a Wet IB) 2. Investeringsaftrek Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (Art Wet IB) Energie investeringsaftrek (Art Wet IB) Milieu investeringsaftrek (Art. 3.42a Wet IB) Jan heeft afgelopen jaar wat geïnvesteerd in maaimachines etc. ter waarde van Hij kiest in de aangifte voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Eindbalans beginbalans / Stortingen / Onttrekkingen Beperkt en niet aftrekbare kosten (Art lid 2 sub c Wet IB) (Art lid 1 sub b, keuze voor art lid 5 Wet IB) / Vrijstellingen / (Art Wet IB) / Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek / (Art lid 2 Wet IB)

22 = Belastbare winst uit onderneming = Fiscale reserves Kostenegalisatiereserve Herinvesteringsreserve Fiscale oudedagsreserve (OR) Deze behandelen we! Werknemers zijn vaak (extra) verzekerd pensioen Directeur grootaandeelhouder (BV/NV) vaak eigen pensioen B.V. Ondernemer in de IB: Moeilijk om geld uit de onderneming te halen voor later. Mogelijke oplossing voor de IB ondernemer: Opbouwen van een oudedagsreserve (Art t/m 3.73 Wet IB) 3. Oudedagsreserve (2) Doteren (= toevoegen) aan de oudedagsreserve mag met 10,9% van de winst uit onderneming met maximum van (Art Wet IB) Voorwaarden Urencriterium. Jonger dan 65 jaar. Premies voor eigen oudedagsvoorzieningen komen in mindering op (de maximale) toevoeging. Toevoeging mag niet groter zijn dan verschil tussen ondernemingsvermogen op 31/12 en de stand van de totale oudedagsreserve op 1/1 Jan voegt maximaal toe aan de Oudedagsreserve als het ondernemingsvermogen is en er nog nooit is toegevoegd.

23 4. Ondernemersaftrek Art Wet IB en verder: de verschillende onderdelen uit de ondernemersaftrek Zelfstandigenaftrek (Art Wet IB) Startersaftrek (Art lid 3 Wet IB) Aftrek speur en ontwikkelingswerk (Art Wet IB) Meewerkaftrek (Art Wet IB) Stakingsaftrek (behoort niet tot de tentamenstof!) Breng de zelfstandigenaftrek waar Jan recht op heeft in mindering.

24 Vermogensvergelijking Eindbalans beginbalans / Stortingen + Onttrekkingen + Beperkt en niet aftrekbare kosten / Vrijstellingen / Ondernemingsfaciliteiten / MKB winstvrijstelling = Belastbare winst uit onderneming voor Box 1 5. MKB winstvrijstelling Lastenverlichting 14% van de winst (na vermindering met ondernemersaftrek)! Waarom ingevoerd? Vanuit het oogpunt van lastenverlichting.

25 Breng de MKB winstvrijstelling in mindering.

26 Hoeveel IB betalen? Hoeveel belasting moet Jan betalen als hij verder geen vermogen heeft en geen aanmerkelijk belang en je alleen rekening hoeft te houden met de algemene heffingskorting en de maximale arbeidskorting = winst = Inkomen in Box 1 (Art. 3.1 lid 2 sub a Wet IB) Tarieven toepassen Art Wet IB 36,25% x = % x ( ) = % x ( ) = = belasting / Heffingskortingen: Algemene heffingskorting van (Art lid 2 Wet IB) Maximale arbeidskorting van (Art lid 2 sub b Wet IB) Te betalen IB!!!!!

27 Belastingrecht week 4 Loonbelasting: Belasting op loon van mensen met een dienstbetrekking Voorheffing op de inkomstenbelasting Inkomstenbelasting: Belasting op het inkomen (3 boxen) van natuurlijke personen. Hieronder valt ook de winst uit onderneming van personenvennootschappen (eenmanszaak, v.o.f., commanditaire vennootschap) Nu Vennootschapsbelasting: Belasting op de winst van vennootschappen zoals een BV of NV. Let op: Uitgekeerde dividend valt bij de aandeelhouder in Box 2 of 3!!! Casus Vraag 2A: Stel Freek begint een eenmanszaak en hij heeft winst, hoeveel inkomstenbelasting moet hij betalen? Vraag 2B: Stel dat Freek winst heeft, hoeveel inkomstenbelasting moet hij betalen?

28

29 Wie moeten vennootschapsbelasting betalen? Art. 2 lid 1 Wet VPB: Lichamen die genoemd worden en in Nederland gevestigd: De belangrijkste lichamen zijn de rechtspersonen: Besloten Vennootschap en Naamloze Vennootschap Waarover moet dan VPB worden betaald? Art. 3 Wet VPB : Buitenlands belastingplichtigen die Nederlands inkomen hebben en zijn genoemd in art. 3 Wet VPB Ook hier: voor jullie belangrijkste lichamen zijn de rechtspersonen! Veelal zijn dezelfde regels als voor een IB onderneming van belang Schakelbepaling Art. 8 lid 1 Wet VPB Totaalwinst wordt belast Sommige activiteiten vrijgesteld Sommige kosten niet of beperkt aftrekbaar Regels van Goed Koopmans Gebruik gebruiken

30 Bepaalde ondernemingsfaciliteiten (bijv. investeringsaftrek of willekeurige afschrijvingen) Zoals: Wat is vrijgesteld? Wat is aftrekbaar? Welke ondernemingsfaciliteiten dan? En welke tarieven gelden? Ook een progressief schijventarief Art. 22 Wet VPB Eerste % Meer dan % Vragen hierbij: Waarom omlaag? Nog wat gedaan voor de IB ondernemer om het goedkoper te maken? Uitkering van dividend nog ergens belast? Vraag 3A: Stel dat Freek de winst van behaalt met een BV, hoeveel belasting moet er in totaal worden betaald (Freek heeft 100% van de aandelen). Na de VPB moet dus ook IB worden betaald! Vraag 3B: Stel dat Freek de winst van heeft behaald, hoeveel belasting moet er dan worden betaald in totaal?

31

32 Vraag 4: Wat is na deze globale berekeningen dus beter om te doen?

33 Wat kunnen we dan concluderen? Bijvoorbeeld: Het is niet altijd qua belastingen aantrekkelijk om een B.V. op te starten. Er moet gelet worden op bijvoorbeeld de MKB winstvrijstelling van 14%. Niet alle faciliteiten van een IB onderneming gelden ook voor een VPB onderneming. Het maximale tarief wat de uiteindelijke ontvanger van de winst betaalt verschilt: IB: Maximaal betaal je (in de hoogste schijf) 52% Box 1 VPB: Maximaal betaal je (in de hoogste schijf) 25% VPB (100% 22%) x 25% Box 2 = 42,16% Vaak kiest men los van de gevolgen voor de belastingen voor een B.V. in verband met de aansprakelijkheid!

34 Vermogensvergelijking VPB Eindvermogen volgens balans (EV) / Beginvermogen volgens balans (EV) + Onttrekkingen + Kapitaalterugbetalingen / Kapitaalstortingen VERMOGENSMUTATIE / Objectieve vrijstellingen (landbouw enz.) + Niet of beperkt aftrekbare kosten + Giften / Investeringsaftrek + / / Fiscale reserves / Correctie deelnemingsvrijstelling FISCALE WINST / Aftrekbaar deel van de giften BELASTBARE WINST / Te verrekenen verliezen BELASTBAAR BEDRAG

35 Eindvermogen volgens balans (EV) / Beginvermogen volgens balans (EV) + Onttrekkingen (*1) + Kapitaalterugbetalingen / Kapitaalstortingen (*2) VERMOGENSMUTATIE / Objectieve vrijstellingen (landbouw enz.) + Niet of beperkt aftrekbare kosten (*3) + Giften (*3) / Investeringsaftrek + / / Fiscale reserves / Correctie deelnemingsvrijstelling Volgende week FISCALE WINST / Aftrekbaar deel van de giften (*3) BELASTBARE WINST / Te verrekenen verliezen (*4) BELASTBAAR BEDRAG 1. Onttrekkingen (+) Winstuitdelingen / (verkapte) dividenduitkeringen Art. 10 lid 1 letter a, b en c Wet VPB Ingehouden bronbelastingen Art. 10 lid 1 letter f Wet VPB 2. Kapitaalstortingen ( / ) Drie vormen van kapitaalstortingen: Nominaal gestort kapitaal Agio Informeel kapitaal (fiscaal begrip)

36 2. Informele kapiteelstorting / verkapt dividend Bij een willekeurige derde had de vennootschap/aandeelhouder nooit op deze manier gehandeld Verkapt dividend De vennootschap verstrekt een voordeel aan de DGA / aandeelhouder. Informele kapitaalstorting De DGA / aandeelhouder verstrekt een voordeel aan de vennootschap. Voorbeeld 1: Bouwbedrijf Konings B.V. verstrekt aan Paul Konings Holding B.V. een geldlening van met een rentepercentage van 3%, terwijl een zakelijke rente op dat moment 4% zou zijn. Verkapt dividend of informele kapitaalstorting? 3. Aftrekbare kosten Winstuitdelingen (tantième) Art. 9 lid 1 letter a Wet VPB Oprichtingskosten vennootschap Art. 9 lid 1 letter d Wet VPB Kosten van wijziging van kapitaal (emissie en notariskosten) Art. 9 lid 1 letter d Wet VPB Let hierbij op de tegenprestatie!

37 3. Niet- of beperkt aftrekbare kosten (+) Niet aftrekbaar, onder andere: Rentevergoedingen op bepaalde leningen (principe kennen!) Art. 10 lid 1 letter d Wet VPB Fictief loon, tenzij redelijk tarief Art. 10 lid 1 letter g Wet VPB Beperkt aftrekbaar, onder andere: Giften Art. 16 Wet VPB (aftrek ten hoogste 50% van de winst met een maximum van ) Commissarisbeloning voor een commissaris met aanmerkelijk belang Art. 11 lid 1 Wet VPB 4. Verliesverrekening (-/-) Verliesverrekening Art. 20 Wet VPB Negatieve winst = verlies Carry Back: Verrekening met belastbare winst van voorafgaand jaar Carry Forward: Verrekening met belastbare winst van 9 opvolgende jaren Oudste verlies wordt eerst verrekend!

38 Opgave Bouwbedrijf Koning B.V. De fiscale resultaten van Bouwbedrijf Konings B.V. luiden als volgt: 2013 Winst van Verlies van Winst van Winst van Winst van Hoe werkt de verliescompensatie uit?

39 Opgave Met betrekking tot het resultaat van Bouwbedrijf Konings B.V. zijn de volgende gegevens over 2014 bekend: Beginvermogen: Eindvermogen: Commerciële winst: Dividenduitkering: Nominaal kapitaal is uitgebreid met: Te verrekenen verlies Hoe hoog is het belastbare bedrag? Voer dit uit volgens de vermogensvergelijking! Week 6 Belastingrecht Art. 14 Wet OB

40 Tarieven Algemene tarief: 21% Art. 9 lid 1 Wet OB Verlaagd tarief: 6% (tabel I) Art. 9 lid 2 sub a Wet OB Nultarief: 0% (tabel II) Art. 9 lid 2 sub b Wet OB Verlaagd tarief 6% tabel I (te vinden na Art. 55 Wet OB) Voedingsmiddelen Uitgaven ivm menselijk leed Toegang tot sportfaciliteiten Landbouw Nultarief 0% tabel II Nog niet ingevoerde goederen Uitvoer van goederen Levering van goederen naar andere lidstaten als daar voor die goederen ICV geldt Diensten mbt in en uitvoer van goederen Vervoer van ingevoerde goederen Personenvervoer Ondernemerschap Art. 7 Wet OB Een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent.

41 Normaal gesproken: Een ondernemer houdt omzetbelasting in en draagt dit af aan de overheid. De ondernemer mag de voorbelasting (de betaalde omzetbelasting) in aftrek brengen. Uitzondering: Vrijgestelde ondernemers hoeven geen omzetbelasting in te houden en af tedragen, maar mogen de betaalde omzetbelasting ook niet in aftrek brengen! (geen aftrek van voorbelasting) Wie? Gaat om ondernemers waarbij de overheid niet wil dat de kostprijs wordt verhoogd door BTW (medische diensten, onderwijs, sportactiviteiten, musea, enz). Let op verschil vrijgestelde ondernemer en heffing van 0%! Vrijstellingen Levering van onroerende zaken Art. 11, 1, a Wet OB Verhuur van onroerende zaken Art. 11, 1, b Wet OB Medische diensten (BIG) Art. 11, 1, g Wet OB Kredietverlening Art. 11, 1, j Wet OB Verzekeringen Art. 11, 1, k Wet OB Post Art. 11, 1, m Wet OB Niet commercieel onderwijs Art. 11, 1, o Wet OB Levering roerende zaak gebruikt voor vrijgestelde prestaties Art. 11, 1, r Wet OB

42 Wat belangrijke weetjes OB wordt afgedragen op basis van een aangifte. OB wordt afgedragen door een ondernemer. OB wordt afdragen per jaar, per kwartaal of per maand. Aangifte OB moet worden gedaan binnen 3 maanden na afloop van het jaar of binnen 1 maand na afloop van het kwartaal. Afdragen van OB binnen dezelfde termijn als aangifte. Niet of te weinig OB afgedragen? Naheffingsaanslag (en boete).

43 Levering van diensten Art. 4 Wet OB Begrip: Alle prestaties met uitzondering van levering van goederen, die tegen vergoeding worden verricht Vergoeding: Niet gratis en geen symbolische vergoeding Plaats van levering Alleen leveringen in Nederland zijn belast Art. 1 Wet OB Plaats van levering Art. 5 Wet OB Plaats waar verzending of vervoer aanvangt Oorspronglandbeginsel (lid 1 sub a) Plaats waar het goed zich bevindt op tijdstip van levering Bestemmingslandbeginsel (lid 1 sub b)

44 Art. 6 Wet OB B2B Plaats waar de afnemende ondernemer zijn bedrijfsuitoefening uitvoert of een vaste inrichting heeft. B2C Plaats waar de presterende ondernemer is gevestigd of een vaste inrichting heeft. Kleine Ondernemersregeling (KOR) Art. 25 lid 1 Wet OB

45 HRM Hoofdstuk 1/2/3 Instroom in perspectief Strategie, Missie, Personeelsplanning, Arbeidsmarkt De arbeidsmarkt = Het geheel van de vraag naar arbeid en het aanbod / hoeveelheid van beschikbare arbeidskrachten Vraagzijde: werk gevers Aanbodzijde: werk nemers Krappe arbeidsmarkt: Weinig aanbod Ruime arbeidsmarkt: Veel aanbod Diverse deelmarkten

46 Geografisch: (inter)nationaal, regionaal, lokaal Bedrijven/Branche Functie/Beroepsniveau Bedrijfsintern Arbeidsvraag Werkgever : Hoe hoger de lonen hoe minder de vraag van de werkgever omdat het anders te duur wordt voor de werkgever Arbeidsaanbod Werknemer : Lonen omhoog bekent meer aanbod omdat veel mensen de functie willen invullen. Curve verloop Op een gegeven moment ben je tevreden me de hoeveelheid van je loon en vindt je de flexibele werktijden belangrijker dan de hoeveelheid loon Arbeidsmarktbegrippen Potentiële beroepsbevolking Beroepsbevolking : Werkzame beroepsbevolking, werkloze beroepsbevolking Bruto participatiegraad Netto participatiegraad Potentiële beroepsbevolking Iedereen is in staat om te werken tussen de 15 en 65 jaar zijn Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking werkloze beroepsbevolking Bruto participatiegraad Percentage mensen beroepsvolking t.o.v. Potentiële beroepsbevolking Mensen die willen werken t.o.v. heel de beroepsbevolking. Netto participatiegraad Werkzame mensen t.o.v. potentiele beroepsbevolking Mensen die daadwerkelijk werken Centraal bureau voor statistiek = cijfers over de branche

47 Samenvatting boek hoofdstuk 1/2/3 Toegevoegde waarde van HRM De medewerker als concurrentievoordeel; Bedrijven kunnen concurrentievoordeel behalen door te investeren in de flexibiliteit en de kwaliteit van hun personeelsbestand. Uitvoering HRM Het topmanagement is verantwoordelijk voor het HR beleid/personeelsbeleid. De HR manager/personeelsmanager/afdeling HRM/P&O heeft met name een ondersteunende en (beleid)adviserende rol. De lijnmanager zorgt voor de daadwerkelijke uitvoering van het HR beleid/personeelsbeleid met behulp van instrumenten. Les 2 HRM Hoofdstuk 4 Arbeidsmarktcommunicatie is het planmatig proces waarbij wordt getracht een directe of indirecte wervingsboodschap over te brengen bij potentiële medewerkers en hun beïnvloeders, direct of via een bepaald medium Directe werving : Wie zoeken per direct mensen Indirectie werving : Werkgeversmerk communiceren naar de arbeidsmarkt (laten zien hoe je bent) (Imago werkgever)

48 Employer branding : Indirecte werving Employee relationship management : Relatie beheer met medewerkers / oude medewerkers (indirecte werving) Personeels werving : Directe werving Planmatig proces Directe en indirecte boodschap Brede doelgroep Breed pakket aan media Strenge selectie Budgetbeheer Effectmeting Arbeidsmarktimago (Employer Brand/Werkgeversmerk) Wat maakt de organisatie als werkgever zo aantrekkelijk?

49 Wie/wat ben je als werkgever? Waar sta je voor? Wat kun je voor (potentiële) werknemers betekenen? Doelen Door (potentiële) werknemers gezien worden als gewilde werkgever Werknemers blij en trots maken dat ze bij het bedrijf werken Huidige goede werknemers behouden Betrokkenheid bij de organisatie kweken Positief imago binnen de branche creëren Arbeidsmarktcommunicatie: planmatige aanpak Probleemstelling: opdracht centrale vraag Doelstellingen (smart) Doelgroep(analyse) Boodschap (wat willen we overbrengen?) Communicatiestrategie (hoe gaan we dat aanpakken?) Werving en selectiemiddelen/ Media En ook: * Organisatie en planning (draaiboek werving én selectie) * Budget * Evaluatie 2. Doelstelling(en): wat wil je bereiken? Welke respons? Imagoverandering? (Employer Branding) Veranderingen in kennis, houding, gedrag? Bij wie, in welke mate en op welke termijn SMART! 3. Doelgroep(en): wie wil je bereiken? profielschets bestaande uit de volgende segmenten: Geografisch Woonplaats, regio, bereid te verhuizen Demografisch Leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, gezinssamenstelling/ fase Socio economisch Opleidingsniveau, salarisniveau/wensen Lifestyle Interesses & hobby s, mediavoorkeur: online en leesgedrag, politieke voorkeur, ideeën over geld en sparen

50 4. Boodschap: wat wil je de doelgroep inhoudelijk vertellen In kernwoorden: relevant, eenvoudig en onderscheidend Houd je doelgroep (de ontvanger) voor ogen en sluit de boodschap hierbij aan Kijk naar de doelen die je bepaald hebt. Wat wil je bereiken en wat moet je dan communiceren? Keuzes maken! Denk aan push en pullfactoren 5. Communicatiestrategie Op welke manier ga je je doel bereiken? DEFINITIEVE KEUZES: wie (doelgroep) wat (boodschap) waar (welke plek zit doelgroep) wanneer (tijdsplanning) hoe (communicatiemiddel) UITWERKING van de keuzes die je hebt gemaakt: Waarom ga je wat en hoe communiceren met je doelgroep Ook kun je hierbij aangeven of je rechtstreeks communiceert of via intermediairs (decanen, bureau) 6. Media: Wervingsmiddelenmix Wervingsmiddelenmix: welk(e) wervingsmiddel(en) zet je in? Wordt bepaald door: Te behalen doel: kennis, houding en/of gedrag Te bereiken doelgroep (o.a. situatie op arbeidsmarkt?) Boodschap Budget Vaak combinatie van kanalen (multimediaal) en middelen Eén middel als hoofdmiddel; andere middelen hier op afstemmen

51 Les 4 HRM Wat verstaan we onder werving? Het geheel van activiteiten dat erop is gericht gegadigden te doen solliciteren naar bepaalde functies in de organisatie > Intern en/of extern Je werving dient aan te sluiten op je employer branding Je werft op functie/competenties : TBV én kennis, vaardigheden en houding. Een functie en competentieprofiel is startpunt voor werving!! Werven op competenties (Combinatie van kennis, houding, vaardigheden) Organisatieniveau: missie, visie en kernwaarden Groepsniveau: afdelingen, teams doelen, plannen Individueel niveau: (nieuwe) medewerkers: taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden (TBV) én competenties OGI model : O = Organisatie niveau G = Groepsniveau I = Individueel niveau Wervingsprocedure 1. Beslissen tot interne en/of externe vacature stelling 2. Analyseren van benodigde competenties opstellen van een functie en competentieprofiel 3. Keuze voor een wervingsmethode: kana(a)l(en) en middel(en) 4. Samenstellen van de boodschap en/of informatie (advertentie)tekst, criteria

52 Functie/Competentieprofiel Naam en doel van de functie Organisatorische context Benodigde competenties (kennis, vaardigheden, houding) Resultaatgebieden van de functie Plaats in de organisatie Eventueel aangevuld met Loopbaanmogelijkheden Voorbeelden van specifieke situaties die zich voordoen in de functie Wervingsmiddelen Door middel van wervingsmiddelen wordt een vacature met de daarbij behorende wensen en eisen ( zie functieen competentieprofiel ) aan de arbeidsmarkt kenbaar gemaakt. Wervingskanalen en middelen Internet Vacaturesites Nieuwe media Eigen (wervings)site Dag, week en vakbladen Face to face Banenmarkten Congressen Netwerk: zakelijk en privé Eigen medewerkers: referral recruitment Radio en TV Intermediairs (tussenpersonen) UWV (voorheen CWI) Wervingsmethode: kanaal én middelen Afhankelijk van: Aard en niveau van de functie

53 Profiel van de doelgroep (o.a. opleidingsniveau, ervaring, vaardigheden, competenties) Situatie op de arbeidsmarkt: let op wet en regelgeving Grootte van de organisatie Kosten van de methode/middelen Wervings campagne Een wervingscampagne is een serie communicatieve uitingen met eenzelfde thematische boodschap Waarom? > Doelstellingen > bijvoorbeeld: Houding t.o.v. een organisatie of branche veranderen Beeld van een beroep verbeteren Andere doelgroepen aanspreken Online werven 1. Eigen (recruitment)site 2. Vacaturesites: vier categorieën vaak mix 3. Online exposure: bereiken en bewegen van latente baanzoekers Vet: werken bij defensie! 4. Online sociale netwerken: 1. Eigen recruitmentsite 2. Vacaturesites vier categorien Generiek (Algemeen) Groot & Gespesialiseerd (Werken bij de overheid, Grote bedrijven) Niche Internationaal 3. Online exposure 4. Online sociale netwerken

54 Belangrijk bij werving via Social Media Belangrijkste middelen zijn LinkedIn, Facebook, Twitter en Google Social media hebben eigen doelgroepen en eigen doelstellingen Social media hebben veel potentie, maar kosten ook heel veel tijd om het goed bij te houden Social media gaan om interactie, niet om zenden Week 5 HRM Selectie : Het geheel van activiteiten dat gericht is op en leidt tot het uitkiezen van personen voor de vervulling van functies

55 Competentiegerichte Selectie De best passende kandidaat kiezen, met de juiste competenties, passend bij de missie, visie en kernwaarden van de organisatie. Selectiemiddelen Gevestigde middelen: Sollicitatiebrieven CV s Sollicitatieformulieren Het sollicitatie interview (STARR) Tests Assessmentcenter (Referenties) Aftestgrens is de lijn waar je doorheen moet lopen als je voorbij de kruising bent heb je de test doorlopen.

56 Stappenplan sollicitatie interview Stap 1 De selectiecriteria en passend gedrag bepalen Stap 2 De selectievragen bepalen Stap 3 Interviewtechniek afstemmen op de kandidaat Stap 4 Het gesprek evalueren (incl. competenties) STARR Methodiek Laat een kandidaat de aanwezigheid van zijn/haar competenties illustreren/toelichten door te vragen naar: Situatie Wat speelde er? Taak Wat was je taak/rol? Actie Welke acties heb je ondernomen? Resultaat Hoe er op je acties gereageerd? (Reflectie) Hoe kijk je erop terug? Test / assessmentcenter (middel bestaande uit verschillende testen zoals IQ test, rollenspel etc.. Testen: Capaciteitentest ( test.nl/miniiqtest.php ) Persoonlijkheidsvragenlijst ( ) Assessment(center): Simulatie Rollenspel Presentatie (Groeps)discussie Postbakoefening Verzamelen van feiten / fact finding

57 Keuze selectiemiddelen 1. Voorspellende waarde in welke mate voorspelt een selectiemiddel een bepaald aspect van het toekomstig functioneren? 2. Relevantie een toekomstige secretaresse moet bijvoorbeeld niet aan dezelfde testen worden onderworpen als een toekomstig financieel directeur! 3. Betrouwbaar niet afhankelijk van toevallige verschillen in omstandigheden? 4. Tijd die een selectieprocedure in beslag neemt assessment versus selectiegesprekken Indien de vacature snel moet worden ingevuld moet de selectieprocedure zo kort mogelijk worden gehouden. Ook het risico dat de sollicitant binnen de tijdspanne al een andere functie heeft aanvaard is realistisch. 5. Kostenfactor De kosten moeten altijd worden afgewogen tegen de meerwaarde die een selectiemiddel betekent voor de voorspelling van het toekomstig gedrag van de sollicitant. Selectieprocedure Bepaal altijd EERST de randvoorwaarden: wat wil je bereiken / wie zijn erbij betrokken / planning / deadline/budget!

58 Selectieprocedure: 1. Brief en CV selectie (Waar let je eerst op? Harde eisen, kennis, opleiding) 2. Ongeschikte kandidaten afwijzen 3. Potentiële kandidaten uitnodigen voor interview 4. Vervolggesprek / tests / assessment / referenties 5. Selectie (+ eventueel vervolggesprek / arbeidsvoorwaarden) 6. Bevestig de aanname 7. Arbeidscontract + informeren medewerkers Wat kan er mis gaan? Beoordelingsfouten Selectieve perceptie/waarneming Halo en horn effect (Halo = Eerste indruk / 1 positieve ervaring neem je mee voor de rest van het gesprek) Generalisatie Stereotypering De eerste indruk Projectie

59 Management P3 Les 1 Groei model van Keuning 7 groeistadia Stadium 1: Bestaansopbouw Stadium 2: Overleven Stadium 3: Succes Stadium 4: Expansie Stadium 5: Optimale verhoudingen Stadium 6: Verstarring Stadium 7: Nieuwe vormen van groei Wat is een stadium? Een periode in een ontwikkeling Elk stadium waar een bedrijf in zit, heeft zijn eigen karakteristiek Elk stadium kent zijn eigen vraagstukken, structuur en strategie

60 Stadium 1 Bestaansopbouw Acquisitie ( het zoeken van klanten), nieuwe klanten, eigenaar is het bedrijf. Stadium 2 Overleven Balans inkomsten (zorgen dat ze liquide middelen ontwikkelen), uitgaven(zorgen met dat je over genoeg middelen hebt opgebouwd om te groeien) Stadium 3 Succes Handhaven of uitbreiden? ga je door met uitbreiden of blijf je op het stadium waar je op het huidige moment zit, omdat je nu stabiel in het bedrijf zit en de risico s niet wil nemen om door te groeien. Stadium 4

61 Expansie Uitbreiden, liquiditeit zoeken Over liquide middelen beschikken die je kan uitgeven om uit te breiden en beschikbaar personeel binnen halen om de groei te realiseren. Stadium 5 Optimale verhoudingen Veel planning en processen Zorgen dat de vestigingen op elkaar aansluiten. Stadium 6 Verstarring Risicovermijding Je had alles goed voor elkaar maar je gaat niet door met uitbreiden. Je gaat niet door met innoveren of doorgroeien. Ze vallen in slaap en krijgen een achterstand van de concurrentie. Ze kijken niet meer naar de kansen of mogelijkheden om op in te spelen. Stadium 7 Nieuwe vormen van groei ( met de hulp van buitenaf) Fuseren, overnemen, samenwerken Reorganisatie, verplatting Opsplitsing, buy-out Intrapreneurschap Evolutie Revolutie Wat is het verschil? Een evolutie is een continue, geleidelijke ontwikkeling Een revolutie is een plotselinge, radicale verandering of omslag Groeifases van Keuning Wat is een groeifase? De groei binnen een stadium Elke groeifase (evolutie) wordt afgesloten met een revolutie

62 Elke fase vereist haar eigen managementstijl Na een crisis volgt er dus een trendbreuk in managementstijl Overwinnen van de interne crises vaak dominant bij ontwikkelingen (trigger vaak wel extern) Elke overgang betekent veranderingen

63 Les 2 Management 1. Nieuw opzetten 2. Overname 3. Opvolging 4. Intrapreneurschap 1. Een organisatie nieuw opzetten Voordelen : Alles nieuw en fris Zelf kiezen vestigingsplaats Zelf personeel aannemen Zelf bepalen structuur en systemen Nadelen Hoge aanloopkosten Weinig inkomsten Veel risico 1. Een organisatie nieuw opzetten Faalfactoren - Ontbreken goed ondernemingsplan - Beperkt startkrediet (% eigen vermogen) - Gebrek aan klanten

64 - Slecht betalende klanten - Concurrentie - Geen ondernemersmentaliteit Aantal starters (en aantal faillissementen): sterk afhankelijk van conjunctuur 2. Overname - Een bedrijf overnemen - Overname door de directie zelf (management buy-out) Belangrijke aspecten: - Fors geldbedrag ineens nodig - Goede voorstelling van bedrijf maken (waarde) - Verlies klanten (geen zin in ander bedrijf) - Vernieuwing productenpakket nodig? - Essentiële bedrijfsfuncties goed ingevuld? 3. Bedrijfsopvolging Vaak relatie tussen opvolger en opgevolgde Bedrijf blijft in essentie hetzelfde Gebruik van kennis en relaties van de vertrekkende ondernemer Ook hier gelden: - Fors geldbedrag ineens nodig - Goede voorstelling van bedrijf maken (waarde) - Verlies klanten (geen zin in ander bedrijf) - Vernieuwing productenpakket nodig? - Essentiële bedrijfsfuncties goed ingevuld? 4. Intrapreneurschap - Nieuw bedrijf - Gesticht door één of meer personen met middelen uit het bedrijf waaruit intrapreneur afkomstig is - Innovatief karakter - Kernwoorden: ondernemer, risico lopen, zelfstandigheid, trendgevoelig Stadium 1: Bestaansopbouw - Aandachtspunten: nakomen leveringsverplichtingen verbreden van bestaansbasis voldoende geld? - Strategie Overleven

65 Les 2 Management 1. Nieuw opzetten 2. Overname 3. Opvolging 4. Intrapreneurschap 1. Een organisatie nieuw opzetten Voordelen: Alles nieuw en fris Zelf kiezen vestigingsplaats

66 Zelf personeel aannemen Zelf bepalen structuur en systemen Nadelen Hoge aanloopkosten Weinig inkomsten Veel risico 1. Een organisatie nieuw opzetten Faalfactoren Ontbreken goed ondernemingsplan Beperkt startkrediet (% eigen vermogen) Gebrek aan klanten Slecht betalende klanten Concurrentie Geen ondernemersmentaliteit Aantal starters (en aantal faillissementen): sterk afhankelijk van conjunctuur 2. Overname Een bedrijf overnemen Overname door de directie zelf (management buy out) Belangrijke aspecten: Fors geldbedrag ineens nodig Goede voorstelling van bedrijf maken (waarde) Verlies klanten (geen zin in ander bedrijf) Vernieuwing productenpakket nodig? Essentiële bedrijfsfuncties goed ingevuld? 3. Bedrijfsopvolging Vaak relatie tussen opvolger en opgevolgde Bedrijf blijft in essentie hetzelfde Gebruik van kennis en relaties van de vertrekkende ondernemer Ook hier gelden: Fors geldbedrag ineens nodig Goede voorstelling van bedrijf maken (waarde)

67 Verlies klanten (geen zin in ander bedrijf) Vernieuwing productenpakket nodig? Essentiële bedrijfsfuncties goed ingevuld? 4. Intrapreneurschap Nieuw bedrijf Gesticht door één of meer personen met middelen uit het bedrijf waaruit intrapreneur afkomstig is Innovatief karakter Kernwoorden: ondernemer, risico lopen, zelfstandigheid, trendgevoelig Groeimodel van Keuning Stadium 1 Bestaansopbouw Acquisitie, nieuwe klanten, eigenaar is het bedrijf Aandachtspunten: nakomen leveringsverplichtingen verbreden van bestaansbasis voldoende geld? Strategie Overleven Deze fase overleven = levensvatbaar bedrijf

68 Les 3 Management Stadium 2 Overleven Balans inkomsten, uitgaven Juiste balans inkomsten en uitgaven voldoende liquiditeit vervanging/reparatie kapitaalgoederen? (nieuwe kassa kopen etc) voldoende cashflow stabilisatie/uitbreiding met lonend rendement? Organisatiestructuur Eenvoudige structuur / F indeling (functioneel ingedeeld, afdelingen op basis functies) (inkoop verkoop etc) eigenaar is (nog steeds) het bedrijf strategie nog steeds gericht op overleven Geen procedures of richtlijnen Beloning personeel vaak onsystematisch en paternalistisch (gedraagt zich als een soort van vader voor het personeel)

69 Het nieuwe operationeel management neemt nooit zelf grote beslissingen (door bijvoorbeeld een bedrijfsleider die onder de directeur zit die al zijn geld heef geinvesteerd in het bedrijf mag dus niet zomaar zelf veel beslissen Groei door dirigeren Leidinggevende vertellen wat mensen/ werknemers moeten doen. Autonomiecrisis Iedereen wil een beetje een keuze hebben binnen een bedrijf wat hij wilt doen en niet dat de baas zegt doe dit doe dat. Daardoor zul je een autonomiecrisis krijgen. Stadium 3 Succes Handhaven of uitbreiden? Bedrijf stabiel Winstgevend houden of uitbreiden? Eigenaar leidinggevende blijven of terugtreden? Organisatiestructuur Functioneel Invoering van systemen (planning / budgetten) Strategie Handhaving status quo

70 Stadium 3: Succes Management Aannemen toekomstgerichte managers Aannemen specialistische managers (HRM, Verkoop) Richting expansie Op zoek naar middelen (investeringen) om verder uit te breiden Groei door delegatie Dit stadium van succes met steeds meer producten in de groeiende markten en doelgroepen in steeds meer geografische gebieden wordt in de ontwikkelingsfase van de organisatie mede tot stand gebracht door groei via delegatie Beheercrisis

71 Les 4 Management Stadium 4: Expansie Bedrijf breidt uit vinden en verkrijgen financiële middelen verdere groei liquiditeit en cashflow randvoorwaardelijk (Korte termijn verplichtingen, Cashflow = Geldstroom Structuur verdere decentralisatie Interne specialisatie (P G of M indeling) gevaar: alwetendheidssyndroom Strategie gericht op expansie of consolidatie Wellicht toetreding in andere bedrijfstakken gevaar: almachtigheidsyndroom Stadium 4: Expansie R&D Afdeling R&D gaat op zoek naar nieuwe producten / diensten Prestatiemeting Inzichtelijk maken welk bedrijfsonderdeel winstgevend is Eigendom Scheiding tussen leiding en eigendom Groeifase (evolutie) Groei door coördinatie

72 Crisis (revolutie) Bureaucratiecrisis Stadium 5: Optimale verhoudingen Volgroeid bedrijf consolideren en beheersen financiële winst behouden flexibiliteit en ondernemersgeest Structuur Strategie gedecentraliseerd gedetailleerde bedrijfsplanning strategische planning gevaar: verstarring Beheersing Ondernemerschap vanuit de vestigingen Management by objectives Eigendom Eigendom bij aandeelhouders Groeifase (evolutie) Groei door samenwerking Crisis (revolutie) Overlegcrisis

73 Economie Algemene economie (hfd 9 m.u.v. 9.5 / hfd 7.5) Macro-economie bestudeert economische(p3)variabelen om op die manier te begrijpen hoe de economie in zijn geheel (nationaal of mondiaal) functioneert. (Bedrijven voor een land) (kan niet beïnvloed worden) Meso-economie Bestudeert de economie op het (H2)niveau van bedrijfstakken en economische sectoren. (branche) Micro-economie bestudeert de acties van(p1)individuele consumenten en bedrijven. (individuele bedrijven) Inflatie : Als de euro minder waard wordt. Prijsongevoelig : Als de prijs verandert zal de consument toch blijven kopen.

74 Alle factoren hebben invloed op elkaar als bijvoorbeeld het inkomen stijgt hebben mensen meer te besteden dus moet er meer geproduceert worden. Consumenten, Overheid, Bedrijven, internationeel, banken. Pijlen geven geldstromen weer 1 : Gezins consumptie 2 : Inkomen (Loon, rente, winst, Huur)

75 3 : Belasting 4 : Uitkeringen, Toeslagen 5 : Subsidie, Overheid besteed werk uit aan bedrijven 6 : belasting (VOF belasting, Loon belasting) 7 : Investeren (Bedrijven dat bij elkaar dingen gaan kopen) 8 : Export 9 : Import 10 : Lening (hypotheek) 11 : Sparen (Rente over de lening) Conjuctuur : = verandering van het groeipercentage van de economie of productie op korte termijn. Deze groeipercentages volgen een golvend patroon, doordat de bestedingen toe en afnemen in de tijd. Als Consumenten voorzichtiger zijn met besteden gaat dit invloed hebben op de visuele cirkel. Daardoor gaan de producenten hun prijzen verlagen er wordt minder geproduceerd dus worden er mensen ontslagen en gaat het inkomen ook omlaag. Als consumenten gaan merken dat de prijzen zo laag zijn komt het omslag punt en gaan ze weer geld uitgeven dus worden er meer mensen aangenomen bij de producenten en gaat het inkomen omhoog.

76 Beneden de trend = laagconjuctuur Boven de trend = hoogconjuctuur Economische variabelen Conjuctuur (ontwikkeling van de vraag) Wisselkoersen = In laagconjuctuur wordt bijv de auto minder waard t.o.v. de dollar. Export wordt dan aantrekklijker wan di wordt goedkoper, voor importerende bedrijven is dit ongunstig want wordt duurder Olieprijzen = Prijzen grondstoffen Olie prijzen dalen want is minder vraag. Dus wordt goedkoper om olie producten te kopen. Dus resultaat stijgt. Lonen = bij laag conjuctuur zijn lage lonen maar ook een lage omzet. daalt de omzet harder dan de lonen minder winst. Dalen de lonen minder hard dan de omzet dus meer winst. Als de productiviteit op het oude niveau ligt is dit dus gunstig. Rente = Les 2 Algemene economie

77 1. Wat wordt bedoeld met conjunctuurgevoeligheid? Als het economisch goed gaat en bedrijf conjunctuur gevoel is dan gaat het goed met het bedrijf I, n welke mate is de omzet/winst van een bedrijf gevoelig voor conjunctuurschommelingen 2. Welke bedrijven/branches zijn conjunctuurgevoelig? Bedrijven die luxe goederen produceren. (reis bureaus, auto s) 3. Welke bedrijven/branches zijn niet conjunctuurgevoelig? Supermarkten omdat die producten noodzakelijk zijn omdat je moet eten. (zorg) 4. Noem twee bedrijven die juist profijt hebben van een neergaande conjunctuur. Aldi, advocaten,curatoren Wat kan een bedrijf doen om minder conjunctuurgevoelig te zijn? Andere producten aanbieden, diversificatie Wie doen er bestedingen in een land? Gezinnen Constumentbestedingen Bedrijven Investeringsbestedingen Overheden Overheidsbestedingen Buitenland Exportbestedingen Import (M) betekent juist dat er bestedingen worden gedaan in een ander land. Bespreek het volgende in tweetallen: Wat zal de ontwikkeling van de volgende variabelen zijn (stijgen of dalen) om te zorgen dat JIJ meer kan/wilt kopen? Geef ook aan of de verschillende variabelen invloed hebben op elkaar (onderlinge verbanden) Inkomen : Bestedingen stijgen of andersom Rente : Rente stijgt is sparen aantrekkelijk dus besteding dalen en andersom Vermogen : Als vermogen stijgt gaan de uitgeven omhoog en andersom Consumentenvertrouwen : Vertouwen stijgt bestedingen stijgen en andersom

78 Inflatie : Bij inflatie word je geld minder waard. Dus je kunt minder kopen voor hetzelfde geld. Dus bestedingen dalen Investeringen Bedrijven investeren voor vervanging en uitbreiding in kapitaal. Ook kunnen bedrijven investeren in voorraden (gepland of gedwongen). Bespreek het volgende in je groepje: Stel: jullie hebben met je groepje een bedrijf. Ga voor de volgende variabelen na wanneer je meer gaat investeren en motiveer dit: Afzetverwachtingen : Afzetverwachting omhoog meer investeren (uitbreiding) Winst : winst gaat omhoog dus meer investeren Bezettingsgraad : Bezettingsgraad omhoog dus meer investeren Rente : Rente gaat omhoog dus geld op de bank. Producentenvertrouwen : productenvertrouwen omhoog dus meer afname is meer investeren Overheidsuitgaven a. Waaraan geeft de overheid geld uit? (het zijn overkoepelende begrippen): 1. Overheidsbestedingen (Uitgave aan infrastructuur zoals scholen wegen etc) 2. Overheidsuitgaven (Staat niet direct productie tegenover, afdracht EU) 3.Overdrachtsuitgave (studiefinanciering) b. Waaraan heeft de overheid de afgelopen jaren veel geld uitgegeven? Overheidsuitgaven zoals aan Griekenland. Aan banken door ABN Amro te kopen. c. Op welke manieren hebben jullie te maken met overheidsbestedingen? Doorda de overheid aan de wegen investeren.

79 Export en import Noteer voor jezelf wat gebeurt er met Nederlandse export bij: 1. Verslechtering van de conjunctuur (wereldwijd) Export neemt af doordat wereldwijd minder aantrekkelijk wordt. Nederland word in vreemde valuta gunstiger als de euro goedkoper word en van binnenland naar buitenland andersom 2. Waardeverandering van de Euro t.o.v. de Dollar euro = 1 dollar euro = 1,36 dollar euro = 1,15 dollar 3. Verslechtering van de concurrentiepositie van Nederland (hoe kan dat?) Als onze concurrentie positie verslechtert daalt de export ten opzichte van buitenlandse concurrenten Inflatie percentage word berekent door het gewogen gemiddelde te nemen.

80 Les 3 Algemene economie Collectieve sector= producten die de overheid aanschaft maar die iedereen kan gebruiken (collectieve goederen) Overheid ( Rijksoverheid, Provincies, Gemeenten ) Sociale fondsen (uwv = werknemersverzekeringen, SVB Centrale verzekeringsbank) Wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen? Indirecte belasting : BTW, Directe belasting : Belasting die je persoonlijk opgelegd krijgt (inkomsten belasting) Geef voor de volgende overheidsuitgaven aan of er sprake is van:

81 Overheidsconsumptie = De productie (in basisprijzen) van de overheid verminderd met de verkopen en investeringen in eigen beheer en vermeerderd met de sociale uitkeringen in natura. (wat meteen verbruikt wordt) Overheidsinvestering = Uitgave voor langere termijn. Overdrachtsuitgave = subsidies uitkering, staat niks tegenover - De A2 wordt verbreed. (overheidsinvestering) - De salarissen van leraren worden betaald. (overheidsconsumptie) - Aow-uitkeringen worden voldaan. (overdrachtsuitgave) - De bijdrage aan Europa wordt overgemaakt naar Brussel. (overdrachtsuitgave) - De koffievoorraad op het ministerie van defensie wordt aangevuld. (overheidsconsumptie) - Een deel van de staatsschuld wordt afgelost. (overdrachtsuitgave) - Scholen krijgen extra geld om onderhoud aan de schoolgebouwen te plegen. (overheidsinvestering) Taken/functies van de collectieve sector: Allocatiefunctie Overheid oefent invloed uit op wat er in onze economie wordt geproduceerd. Overheid bepaalt wat er met het geld gedaan word (uitgeven leger, scholen etc) (Her)verdelingsfuctie Overheid moet ervoor zorgen dat er een rechtvaardige verdeling van inkomen is. Stabilisatiefunctie Overheid streeft naar een stabiele economische ontwikkeling dempen van de conjunctuurgolven. (zo gelijkmatig te laten verlopen)

82 1. Allocatiefunctie overheid oefent invloed uit op wat er wordt geproduceerd. HOE? - Collectief goed (iedereen kan het gebruiken je kunt er niemand vanuit sluiten (lampen, geen prijs, Het is niet rivaliseerend) - Quasi-collectief (individuele goederen, zwembad) - Merit goederen (Gesteund door de overheid zoals bussen) - Demerit (niet gesteund door de overheid zoals uitlaat gassen) 2. (Her)verdeling HOE? - Progressieve inkomstenbelasting (sterkste schouders dragen de zwaarste lasten) (naarmate je veel verdient betaal je veel belasting) - Inkomensoverdrachten (uitkeringen en subsidies) 3. Stabilisatie (van de conjunctuur) HOE? - Overheid probeert de conjuctuur zo gelijkmatig te laten verlopen Rol van de overheid Klassieke visie Keynesiaanse visie Wat doet/moet de overheid? Rol van de overheid in de economie Keynesiaanse visie: Zij stelt dat de overheid verantwoordelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van de economische politiek en zich zeer met de economie, vooral de conjunctuur, moet bemoeien. Zij zorgt voor volledige werkgelegenheid en groei. Klassieke visie: De overheid dient een zo klein mogelijke rol te spelen. Zij moet zich beperken tot het garanderen van veiligheid van de burgers, het beschermen van bezit en zorgen dat burgers hun contract naleven.

83 Laagconjunctuur BTW Rente WW-uitkering Invoerheffingen Waarde munt Geldhoeveelheid Exportsubsidies Huursubsidie Accijnzen inkomens verhogen/ verlagen verhogen/ verlagen verhogen /verlagen verhogen /verlagen verhogen/ verlagen verhogen /verlagen verhogen /verlagen verhogen /verlagen verhogen/ verlagen nivelleren /denivelleren Kredietcrisis = de crisis op de financiële markten in 2008 deze crisis is begonnen bij de banken en heeft wereldwijd een grote impact gehad op de economieën van landen. Zelfstandige opdracht : zorg dat je inzicht hebt/krijgt in de oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis. Er is hierover meer dan genoeg materiaal te vinden (youtube, Wikipedia, etc.)

Hrm P3 Auteurs: Schoenmakers, Koopmans. Instroom van personeel

Hrm P3 Auteurs: Schoenmakers, Koopmans. Instroom van personeel Hrm P3 Auteurs: Schoenmakers, Koopmans Instroom van personeel Personeelsplanning 5 stappen: In kaart brengen personeelsbehoefte Bepalen van het interne personeelsaanbod Analyseren en voorspellen van de

Nadere informatie

Kennisportfolio P3 Bram Bottenberg 49BKM1GV

Kennisportfolio P3 Bram Bottenberg 49BKM1GV Kennisportfolio P3 Bram Bottenberg 49BKM1GV HRM Employer Branding/arbeidsmarktimago: het verkrijgen en behouden van een positieve en bij voorkeur unieke positie als werkgever in de mindset van huidige

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24 Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17 Inhoud Lijst van afkortingen 15 Studiewijzer 17 Inleiding belastingrecht 19 Deel 1 Inkomstenbelasting 26 1 Algemene uitgangspunten 29 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 29 1.2 Waarover

Nadere informatie

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst IB winst Uitwerkingen Jaarwinst pnt Eind vermogen voor verkoop 194.558 Correctie ivm toepassing HIR 22.500 2 alles of niets minder afschrijving 3.713 2 bij correctie commerciele fiscale afschrijving 18.787

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 1

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting winst 1 programma Ondernemerschap Ondernemer versus onderneming Urencriterium Ongebruikelijke samenwerking Inleiding fiscale winstbepaling Goedkoopmansgebruik 1 Bronnenstelsel De inkomstenbelasting

Nadere informatie

Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 6

Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 6 Artikel 1 Onder de naam 'loonbelasting' wordt van werknemers of hun inhoudingsplichtige, van artiesten, van beroepssporters, van buitenlandse gezelschappen en van bij of krachtens deze wet aan te wijzen

Nadere informatie

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting. De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, veelal vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen er nog

Nadere informatie

Blok P3. Algemene economie (macro)

Blok P3. Algemene economie (macro) Blok P3 Algemene economie (macro) Model/Theorie: Schematische weergave economische groei Auteur: geen Beschrijving: Schema geeft de economische groei weer. Geeft de voorwaarde neer voor economische groei.

Nadere informatie

Fiscaal optimaal van start. P.M. (Marijn) Bremmer LL.M.

Fiscaal optimaal van start. P.M. (Marijn) Bremmer LL.M. Fiscaal optimaal van start P.M. (Marijn) Bremmer LL.M. Het MKBTR-verhaal 4 pijlers Visie & strategie Organisatie Rapportage Wet- en regelgeving Het MKBTR-verhaal 3 kernwaarden Eerlijk Eenvoudig Effectief

Nadere informatie

Blok P3 Groeien. Algemene Economie (macro)

Blok P3 Groeien. Algemene Economie (macro) Blok P3 Groeien Algemene Economie (macro) Literatuur Onderneming en omgeving: basiskennis economie voor het hoger onderwijs. Dr.R. Schöndorff, drs. JFB Pleus, dr. CA de Kam. Beschrijving Economische kringloop.

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting -- Deel 1

Vennootschapsbelasting -- Deel 1 Programma voor vandaag Subject van de Vpb Vrijstellingen Object van de Vpb Regels winstbepaling Problemen bij winstbepaling 1 Globaal evenwicht Uitgangspunt Belasting over de winst mag bij de verschillende

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Belastingrecht niveau 6 Niveau Vergelijkbaar met hbo Versie 1-0 Geldig

Nadere informatie

2010 -- HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 1

2010 -- HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 1 Programma voor vandaag Subject van de Vpb Vrijstellingen Object van de Vpb Regels winstbepaling Problemen bij winstbepaling Globaal evenwicht Uitgangspunt Belasting over de winst mag bij de verschillende

Nadere informatie

Freelancers en zzp'ers

Freelancers en zzp'ers Freelancers en zzp'ers Zelfstandig of toch niet? Arbeidsrecht Belastingen Maart 2011 / E-0444 Kamer van Koophandel Nederland, Woerden Freelancers en zzp's E-0444 03-2011 1 In deze brochure: 1. Zelfstandig

Nadere informatie

Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis

Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis 16-11-2017 Flynth, prettig kennismaken De adviseurs en accountants van Flynth ondersteunen ondernemers met het realiseren van ambities en doelen.

Nadere informatie

Freelancers en zzp ers

Freelancers en zzp ers Freelancers en zzp ers Zelfstandig of toch niet? Arbeidsrecht Belastingen Juli 2013 / E-0444 Kamer van Koophandel Nederland, Woerden Hoewel aan deze tekst veel zorg is besteed, wordt voor de inhoud geen

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Samenvatting Fiscaal recht H4

Samenvatting Fiscaal recht H4 Samenvatting Fiscaal recht H4 door elinepassier De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal Koop en Verkoop al je samenvattingen, aantekeningen, onderzoeken, scripties, collegedictaten,

Nadere informatie

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst Inhoud Lijst van bewerkers 15 Afkortingen 17 1 Inleiding belastingrecht 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Soorten heffingen 21 1.3 Doel van belastingheffing 23 1.4 De plaats van het belastingrecht in het recht 24

Nadere informatie

MEER WETEN OVER BELASTINGEN

MEER WETEN OVER BELASTINGEN www.damd.nl Meer weten over Belastingen De belangrijkste belastingen waarmee je als zzp er te maken hebt zijn de inkomsten- en de omzetbelasting. De eerste belastingsoort is voor jou van belang, omdat

Nadere informatie

1 Begrippen en beginselen 24 1.1 Overheidsheffingen 24 1.2 Indeling en typering van belastingen 25 1.3 Beginselen van belastingheffing 26 Opgaven 27

1 Begrippen en beginselen 24 1.1 Overheidsheffingen 24 1.2 Indeling en typering van belastingen 25 1.3 Beginselen van belastingheffing 26 Opgaven 27 Inhoud Lijst van afkortingen 18 Studiewijzer 20 Deel 1 Inleiding belastingrecht 22 1 Begrippen en beginselen 24 1.1 Overheidsheffingen 24 1.2 Indeling en typering van belastingen 25 1.3 Beginselen van

Nadere informatie

2.3.3 Telefoonkosten 39 2.3.4 Autokosten 39 2.3.5 Een auto op de balans 39 2.4 Aandachtspunten 40

2.3.3 Telefoonkosten 39 2.3.4 Autokosten 39 2.3.5 Een auto op de balans 39 2.4 Aandachtspunten 40 Inhoud Voorwoord 11 1 Het starten van een onderneming en de administratie 13 1.1 Algemeen 13 1.2 Inschrijven in het Handelsregister 13 1.3 Aanmelding bij de Belastingdienst 15 1.4 Het opzetten van een

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en) Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Examen. Belastingwetgeving Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en) Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Examen. Belastingwetgeving Niveau EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Eamen Belastingwetgeving Niveau vergelijkbaar met hbo-ad Versie 2.0 Geldig vanaf 1-09-14 Vastgesteld

Nadere informatie

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2

2010 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 2 Programma voor vandaag Problemen bij winstbepaling uitgaande van de vermogensvergelijking. Winstberekening door vermogensvergelijking Onttrekkingen Stortingen 1 Winstberekeningsmethoden De fiscale winst

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen 1 Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel

Nadere informatie

De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, onder andere vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er

De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, onder andere vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, onder andere vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen

Nadere informatie

Aangifte inkomstenbelasting 2017 PIET

Aangifte inkomstenbelasting 2017 PIET Aangifte inkomstenbelasting 2017 PIET BSN: Nog niet ingevuld Status: Niet verzonden Te ontvangen inkomstenbelasting 2017: 0 Te betalen premie ZVW 2017: 1.391 Je inkomen 2017 Inkomsten uit werk en woning

Nadere informatie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie Inhoud 1. Verhoging lage BTW-tarief van 6% naar 9% 2. Veranderingen vennootschapsbelasting en dividendbelasting box 2 3. Overige wijzigingen 4. Eindejaarstips

Nadere informatie

Examenprogramma Belastingwetgeving 1

Examenprogramma Belastingwetgeving 1 Diplomalijn Examen Niveau Positionering Financieel-Administratief Belastingwetgeving mbo+ Versie 0.2 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-10-2011 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Examencommissie

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 De eerste handelingen van de zzp er / 1 1.1 Algemeen / 1 1.2 Inschrijven in het handelsregister van de onderneming / 1 1.3 Aanmelding bij de Belastingdienst / 3 1.4 Het opzetten

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4 Op welk tijdstip wordt de winst in aanmerking genomen? / 73

HOOFDSTUK 4 Op welk tijdstip wordt de winst in aanmerking genomen? / 73 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Winst uit onderneming / 1 1.1 Korte terugblik op de heffing over opbrengsten uit ondernemingsactiviteiten / 1 1.2 De belastingheffing

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingwetgeving niveau 5 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingwetgeving niveau 5 Niveau Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Belastingwetgeving niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER 2015 12.15 14.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 7 Opgave 1 (50 punten) Vraag 1 (5 punten) Moment van

Nadere informatie

Presentatie fiscale wijzigingen. 24 januari 2019

Presentatie fiscale wijzigingen. 24 januari 2019 Presentatie fiscale wijzigingen 24 januari 2019 Wijzigingen vennootschapsbelasting Tarief vennootschapsbelasting Jaar t/m 200.000 boven 200.000 2018 20,00% 25,00% 2019 19,00% 25,00% 2020 16,50% 22,55%

Nadere informatie

Belasting besparen met Deelstra Jansen

Belasting besparen met Deelstra Jansen Belasting besparen met Deelstra Jansen Onderneming Voor jezelf beginnen, een onderneming starten, is een keuze. Als je die keuze maakt, moet je een reden hebben, een doel en de middelen. En je moet weten

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Belastingrecht niveau 6 Niveau Vergelijkbaar met hbo Versie 3-0 Geldig

Nadere informatie

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2013) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten

Nadere informatie

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3

Nadere informatie

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie - Belastingrecht

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie - Belastingrecht Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie - Belastingrecht K= Kennisvraag, de kandidaat moet één of meerdere begrippen beschrijven, noemen of herkennen, en/of kenmerken, voorbeelden, verschillen

Nadere informatie

Fiscaal Actueel

Fiscaal Actueel Fiscaal Actueel 4-2017 Belangrijke wijziging huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2018 Tot 1 januari 2018 worden huwelijken nog standaard gesloten in algehele gemeenschap van goederen. Daarna is de standaard

Nadere informatie

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven

Nadere informatie

Het omzetten van een bedrijf naar een BV

Het omzetten van een bedrijf naar een BV Het omzetten van een bedrijf naar een BV DELS, donderdag 19 november 2009 DDJ Accountants & Adviseurs E.A.M. (Eric) Geurts Inhoud Inleiding Kenmerken B.V. Soorten B.V.'s Voor- en nadelen B.V. Specifieke

Nadere informatie

Ruitenburg University. Belastingheffing privé vs bv

Ruitenburg University. Belastingheffing privé vs bv Ruitenburg University Belastingheffing privé vs bv Inhoud bijeenkomst Introductie belastingheffingssystematiek Ondernemen in privé of in BV Salaris of dividend Vermogen, in BV of eruit? Hypotheek aflossen?

Nadere informatie

WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING

WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING Laatste update: 1-03-2019 HI! Wanneer je als freelancer aan de slag gaat, ben je verplicht om één keer per jaar je inkomstenbelasting aan te geven bij de Belastingdienst.

Nadere informatie

voor ondernemers www.planje.nl

voor ondernemers www.planje.nl ondernemers 1. Renteaftrek overname holdings Bij overname via een koopholding met een financiering, kan de rente ten laste van de winst van de werkmaatschappij worden gebracht, via het aangaan van een

Nadere informatie

De voornoemde kosten zijn voor 75% aftrekbaar van de winst van de onderneming. Een cijfervoorbeeld:

De voornoemde kosten zijn voor 75% aftrekbaar van de winst van de onderneming. Een cijfervoorbeeld: A. INKOMSTEN/VENNOOTSCHAPSBELASTING De voornoemde kosten zijn voor 75% aftrekbaar van de winst van de onderneming. Een cijfervoorbeeld: U betaalt als werkgever 1.904 inclusief BTW voor een personeelsdag

Nadere informatie

Bij veel organisaties zie je een tussenstap tussen het daadwerkelijke bedrijf en de mensen erachter:

Bij veel organisaties zie je een tussenstap tussen het daadwerkelijke bedrijf en de mensen erachter: Fiscaal recht Vennootschapsbelasting Wet op de Vennootschapsbelasting belasting geheven over lichamen. Box 1 Inkomsten uit werk en woning (eenmanszaak) Box 2 Aandelenkapitaal in organisatie >5% (aanmerkelijk

Nadere informatie

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1.

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1. Opgave 1 Activa Fiscale Werkelijke Passiva Fiscale Werkelijke boekwaarde waarde boekwaarde waarde Alternatief per goed Bedrijfspand 250,000 350,000 Kapitaal 337,500 667,500 getal 2 (x3) Voorraad 200,000

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER NIBE-SVV, 2013 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Belastingrecht niveau 6 Niveau Vergelijkbaar met hbo Versie 7-0 Geldig

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER NIBE-SVV, 2014 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie Eindterm: het noemen van de relevante belastingen bij de diverse rechtsvormen Je kunt - de relevante

Nadere informatie

Verkoop onderneming aan kinderen

Verkoop onderneming aan kinderen Verkoop onderneming aan kinderen Waar moeten ouders van een eenmanszaak of een vof (vennootschap onder firma) op letten bij de verkoop van de onderneming van de zoon of dochter? Dit artikel benoemt de

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie 4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA NIBE-SVV, 2013 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014)

FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014) FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014) Het einde van het jaar is weer in zicht. Bedrijfsopvolging.nl heeft wat fiscale tips voor familiebedrijven op een rij gezet. Schenken Ieder jaar kunt

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

2014 -- Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, niet-winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3 De

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 IB ONDERNEMER Uitstellen van winst Het uitstellen van winst is voor een IB-ondernemer fiscaal voordelig, want in 2010 is de MKB-winstvrijstelling verhoogd

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Eenmanszaak. Besloten Vennootschap (B.V.) Naamloze Vennootschap (N.V.) Maatschap. Vennootschap Onder Firma (V.O.F)

Inhoudsopgave. Eenmanszaak. Besloten Vennootschap (B.V.) Naamloze Vennootschap (N.V.) Maatschap. Vennootschap Onder Firma (V.O.F) Rechtsvormen Inhoudsopgave Eenmanszaak Besloten Vennootschap (B.V.) Naamloze Vennootschap (N.V.) Maatschap Vennootschap Onder Firma (V.O.F) Commanditaire vennootschap (C.V) Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

Nadere informatie

EENMANSZAAK OF B.V.?

EENMANSZAAK OF B.V.? EENMANSZAAK OF B.V.? Inleiding Dit memorandum beoogt ondernemers informatie te verschaffen over twee hoofdvormen waarin een onderneming kan worden gedreven: de eenmanszaak en de B.V., en de keuze tussen

Nadere informatie

Rechtspersoon: een organisatie die rechten en plichten heeft (ze kan eigen bezittingen en schulden hebben).

Rechtspersoon: een organisatie die rechten en plichten heeft (ze kan eigen bezittingen en schulden hebben). Samenvatting M&O Module 6 Samenvatting door A. 414 woorden 25 juni 2017 7,6 4 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Module 6 - ondernemingsvormen Rechtsvormen Rechtsvorm is de juridische, oftewel wettelijk

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting 1. 1.1 Inleiding 1. 1.2 Dienstbetrekking 2. 1.3 Inhoudingsplichtige 10. 1.4 Loon 13

Inhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting 1. 1.1 Inleiding 1. 1.2 Dienstbetrekking 2. 1.3 Inhoudingsplichtige 10. 1.4 Loon 13 Inhoud Voorwoord V 1 Loonbelasting 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Dienstbetrekking 2 1.2.1 Inleiding 2 1.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 3 1.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 5 1.2.4 Fictieve dienstbetrekking

Nadere informatie

Een Goede Start met de Belastingdienst

Een Goede Start met de Belastingdienst Een Goede Start met de Belastingdienst Ga alvast naar belastingdienst.nl/starters 14 oktober 2015 Programma Online informatie Administratie Ondernemen en BTW Ondernemen en inkomstenbelasting 2 www.belastingdienst.nl/starters

Nadere informatie

Aanpassingen bij de vierde druk boekhouden voor fiscaal juristen

Aanpassingen bij de vierde druk boekhouden voor fiscaal juristen Aanpassingen bij de vierde druk boekhouden voor fiscaal juristen Artikel 3.15 lid 5 Wet IB 2001 is als volgt gewijzigd. Indien de belastingplichtige daarvoor bij de aangifte kiest, komen, in afwijking

Nadere informatie

Maatwerk voor uw onderneming. Frank Smets

Maatwerk voor uw onderneming. Frank Smets Frank Smets 1 Ondernemingsvormen. Eenmanszaak Vennootschap onder firma -Vof- persoonlijk aansprakelijk schulden Maatschap persoonlijk aansprakelijk voor gelijke delen Commanditaire vennootschap - CV beherende

Nadere informatie

Vraag 1. Bereken het belastbare bedrag van Franses B.V. Vermeld tevens de van toepassing zijnde wetsartikelen.

Vraag 1. Bereken het belastbare bedrag van Franses B.V. Vermeld tevens de van toepassing zijnde wetsartikelen. Tentamen Vennootschapsbelasting 1, VP1VS2FE01 Opgave 1 Franses B.V. beschikt over de volgende gegevens over 2010: 1. Commercieel beginvermogen 400.000 2. Commercieel eindvermogen 550.000 3. Stille reserves

Nadere informatie

algemeen 1.1 Belastingplichtige/partner/pleegkinderen / 17

algemeen 1.1 Belastingplichtige/partner/pleegkinderen / 17 INHOUD Lijst van afkortingen / 13 1. Inkomstenbelasting / 17 algemeen 1.1 Belastingplichtige/partner/pleegkinderen / 17 raamwerk 1.2 Heffing inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen / 19 1.3 Tarieven

Nadere informatie

Birgitta van Antwerpen. (Senior Belastingadviseur - Actan)

Birgitta van Antwerpen. (Senior Belastingadviseur - Actan) Welkom! Welkom! Birgitta van Antwerpen (Senior Belastingadviseur - Actan) Inleiding Inleiding 18 september Indiening bij TK tot 6 december Schriftelijke voorbereiding 18 december Aangenomen? 15 november

Nadere informatie

Ik Start! En nu? Tom Jacobs AA mr. Michiel Gijsbers RB

Ik Start! En nu? Tom Jacobs AA mr. Michiel Gijsbers RB Ik Start! En nu? Tom Jacobs AA mr. Michiel Gijsbers RB Onderwerpen Fiscale voordelen inkomstenbelasting en omzetbelasting Sociale zekerheid BTW-aangifte en Kleine ondernemersregeling (KOR) Gebruik van

Nadere informatie

17 januari VPT-seminar CUE 2012 ZZP-er worden: do s en dont s

17 januari VPT-seminar CUE 2012 ZZP-er worden: do s en dont s 17 januari VPT-seminar CUE 2012 ZZP-er worden: do s en dont s FNV KIEM is met 35.000 leden de grootste belangenbehartiger in creatieve sector. Wij bieden: onafhankelijk advies training, scholing collectieve

Nadere informatie

Prinsjesdag Belastingplan september 2018 Bram Faber

Prinsjesdag Belastingplan september 2018 Bram Faber Prinsjesdag 2018 Belastingplan 2019 19 september 2018 Bram Faber Belastingplan Inhoud Korte terugblik Inhoud Belastingplan 2019 Terugblik Terugblik Terugblik Terugblik Dividendbelasting (gedeeltelijk)

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Bepaal nu of u dit jaar of pas volgend jaar investeert

Bepaal nu of u dit jaar of pas volgend jaar investeert Nieuwsbrief eindejaarstips 2009 Bepaal nu of u dit jaar of pas volgend jaar investeert Voor de investeringsaftrek een percentage van het totaal aan bedrijfsmiddelen bestede bedrag is het bestelmoment bepalend.

Nadere informatie

De regeling is al goedgekeurd voor 2013. Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

De regeling is al goedgekeurd voor 2013. Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd. Particulier Toeslagen op tijd aanvragen Zorg ervoor dat de toeslagen op tijd worden aangevraagd. Als de deadline gepasseerd is heeft u geen recht meer op uitbetaling. Als u bij ons op de uitstellijst staat

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 2 Inkomstenbelasting winst 2 programma Winstberekening Vermogensetikettering 1 van 2 Een vermogensbestanddeel kan behoren tot: Vermogensetikettering Waardering vermogensbestanddelen Verplicht privévermogen

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Prinsjesdag 2018 (JVC Businessclub 2 oktober 2018) Prinsjesdag

Prinsjesdag 2018 (JVC Businessclub 2 oktober 2018) Prinsjesdag Prinsjesdag 2018 1 Prinsjesdag 2018 2 Op 18 september jl. bood Wopke Hoekstra de Tweede kamer aan: 1. Miljoenennota 2. De Rijksbegroting 3. Het Belastingpakket Prinsjesdag 2018 3 Het Belastingpakket: Prinsjesdag

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 2 Inkomstenbelasting winst 2 programma Winstberekening Vermogensetikettering Waardering vermogensbestanddelen Beperkt aftrekbare en niet aftrekbare kosten Vrijstellingen Vermogensetikettering 1 van 2 Een

Nadere informatie

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd. Eindejaarstips 2018 Algemeen: Ondernemers en rechtspersonen 1. Verhoging BTW- tarief Per 1 januari 2019 gaat het lage BTW- tarief van 6% omhoog naar 9%. Deze verhoging heeft betrekking op onder meer de

Nadere informatie

DGA uit de loonheffing

DGA uit de loonheffing DGA uit de loonheffing Met ingang van 1 januari 2008 Art 6 lid 6 wet LB 1964 Degene tot wie uitsluitend één of meer directeuren-grootaandeelhouders als bedoeld in art. 6, eerste lid, onderdeel d, van de

Nadere informatie

Onderneming en ondernemerschap

Onderneming en ondernemerschap FFEBLR0133 Syllabus HES Rotterdam School Financial Management Onderneming en ondernemerschap Bij het beoordelen van de vraag, of er sprake is van een (objectieve) onderneming kijkt de rechter o.a. naar:

Nadere informatie

NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT

NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT NIBE-SVV 2013 OEFENEXAMEN BANKIEREN EN FISCALITEIT 1. In 2012 voldoet mevrouw Klappers NIET aan het urencriterium. Mevrouw Klappers kan in 2012... (1)... doteren aan de oudedagsreserve en... (2)... gebruik

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV

Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

Inkomstenbelasting winst -- Deel 5

Inkomstenbelasting winst -- Deel 5 Inkomstenbelasting winst 5 programma Staken onderneming Stakingsaftrek Stakingswinst Doorschuiven Staking en de fiscale oudedagsreserve Oefeningen Enkele begrippen 1 van 3 Staken Ondernemer stopt de exploitatie

Nadere informatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA NIBE-SVV, 2015 1. Wat is een rioolrecht? A. Een belasting. B. Een bestemmingsheffing. C. Een retributie. 2. De omzetbelasting is een (1) belasting in

Nadere informatie

MINDER BELASTING VOOR CREATIEVEN VISIE ADMINISTRATIE & TIPS MINDER BELASTING & TIPS

MINDER BELASTING VOOR CREATIEVEN VISIE ADMINISTRATIE & TIPS MINDER BELASTING & TIPS Seminar Belastingen Financiering in de creatieve industrie. 18-03-2010 MINDER BELASTING VOOR CREATIEVEN VISIE ADMINISTRATIE & TIPS MINDER BELASTING & TIPS Administratie Financiële administratie Eisen van

Nadere informatie

(Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord

(Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING (Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord mr. B. (Bas) Opmeer Programma 2 Politieke werkelijkheid Tarieven en vrijstellingen Box 3 Schenkbelasting

Nadere informatie

Rob Zwartjens. Validatie instituut inkomensvaststelling Zelfstandigen

Rob Zwartjens. Validatie instituut inkomensvaststelling Zelfstandigen Rob Zwartjens Validatie instituut inkomensvaststelling Zelfstandigen Waar het allemaal begint Uw zelfstandige klant wil van u weten: Kan ik een hypotheek krijgen? Tot welk bedrag kan ik kopen? Als adviseur

Nadere informatie

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19 Inhoud Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 21 1.1 Inleiding 21 1.2 De DGA fiscaal vergeleken met de IB-ondernemer 22 1.3 Vergelijking box 2 en box 3 Wet

Nadere informatie

Nieuwsbrief van 27 september 2018

Nieuwsbrief van 27 september 2018 Nieuwsbrief van 27 september 2018 Behandelde onderwerpen in deze nieuwsbrief: Nieuwe Arbowet BTW ander EU-land terugvragen Belastingplan 2019 Nieuwe Arbowet Met ingang van 1 juli 2018 is de nieuwe Arbowet

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5 Inkomstenbelasting winst 5 programma Staken onderneming Stakingsaftrek Stakingswinst Doorschuiven Staking en de fiscale oudedagsreserve Oefeningen 1 Enkele begrippen 1 van 3 Staken Ondernemer stopt de

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie