MASTERTHESIS. Belastingdruk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MASTERTHESIS. Belastingdruk"

Transcriptie

1 MASTERTHESIS Belastingdruk Een onderzoek naar de verdeling van de druk van directe en indirecte belastingen en zijn invloed op inkomensverdeling en economische groei Naam: Niels van Haperen Administratienummer: s Studie: Master Fiscale Economie Datum: November 2013 Examencommissie: De heer L.W.D. Wijtvliet MSc De heer prof. dr. J.A.G. van der Geld

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding.. 3 Hoofdstuk 2 Verdeling van de belastingdruk.. 5 Paragraaf 2.1 Inkomensverdeling. 5 Paragraaf 2.2 Druk van de inkomstenbelasting. 6 Paragraaf 2.3 Druk van indirecte belastingen. 8 Hoofdstuk 3 Internationale blik op directe en indirecte belastingen 15 Paragraaf 3.1 Onderzoek van de OESO. 15 Paragraaf 3.2 Onderzoek van het IFS. 23 Hoofdstuk 4 Belastingplannen van Ministerie van Financiën.. 25 Paragraaf 4.1 Fiscale agenda en doelstellingen. 25 Paragraaf 4.2 Lastenverschuiving. 26 Hoofdstuk 5 Gevolgen van verschuiving van directe naar indirecte belastingen voor inkomstenverdeling en economische groei Paragraaf 5.1 Gevolgen voor inkomensverdeling Paragraaf 5.2 Gevolgen voor economische groei Paragraaf 5.3 De consequenties van beide gevolgen voor de bevolking Hoofdstuk 6 Eventuele opties bij het voorgestelde uniforme btw-tarief Hoofdstuk 7 Conclusie 39 Bijlage. 40 Literatuurlijst. 44 2

3 Hoofdstuk 1: Inleiding De laatste jaren wordt er steeds meer gesproken over een verschuiving van directe naar indirecte belastingen. Ook op internationaal niveau probeert men te komen tot een belastingsysteem met een goede belastingmix. 1 Dit heeft mede geleid tot de plannen die het Ministerie van Financiën in 2011 bekend heeft gemaakt. 2 Naar aanleiding van de ontwikkelingen heeft deze problematiek ook mijn interesse weten te wekken. Om te beoordelen of een dergelijke verschuiving is aan te raden dient onder andere gekeken te worden naar functies van belastingen zoals het bevorderen van economische groei en het verkleinen van welvaartsverschillen. 3 Ik zal in deze thesis dan ook vooral ingaan op de gevolgen die een lastenverschuiving heeft voor inkomensverdeling, economische groei en hierdoor ook voor de bevolking. Ook dienen zowel specifieke belastingbeginselen zoals het draagkrachtbeginsel alsmede algemene rechtsbeginselen in het oog gehouden te worden. 4 Belastingbeginselen dienen volgens Gribnau namelijk onderscheiden te worden van beginselen van andere onderdelen van overheidsbeleid. 5 Mede van belang is dus hoe de belastingdruk de laatste jaren verdeeld is onder verschillende inkomensgroepen en wat voor effect de belastingplannen hierop hebben. De onderzoeksvraag die ik zal proberen te beantwoorden is dan ook: Hoe is de druk van directe en indirecte belastingen verdeeld en wat is zijn invloed op inkomensverdeling en economische groei? Het antwoord op deze onderzoeksvraag zorgt voor een duidelijk beeld van inkomensverdeling en economische groei bij een belastingmix met een groter accent op indirecte belastingen (zoals wordt aanbevolen in de belastingplannen) ten opzichte van de situatie met het huidige belastingsysteem. 6 Ook zal een beter beeld gevormd kunnen worden van de eventuele consequenties die veranderingen van inkomensverdeling en economische groei voor de bevolking kunnen hebben. Allereerst komt in hoofdstuk 2 inkomensongelijkheid op basis van het gestandaardiseerd inkomen en de verdeling van de belastingdruk per inkomensgroep van de laatste jaren aan bod. Dit is van belang omdat belastingbeginselen zoals het draagkrachtbeginsel in ons belastingstelsel een grote rol spelen. 7 Aan bod zullen zowel de belastingdruk van de inkomstenbelasting als van de indirecte belastingen komen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 Nederland op basis van enkele relevante factoren vergeleken met andere landen. Tevens wordt in dit hoofdstuk besproken wat internationaal de opvattingen zijn over een goede belastingmix en hoe internationaal tegen een 1 Onder andere OECD Economics Department Working Papers, Less Income Inequality and more growth Are they compatible?, OECD Publishing, 2012 en IFS: Mirrlees Review, Reforming the tax system for the 21st century, Dimensions of Tax Design en Tax by Design, Oxford University Press, april 2010 en september Fiscale agenda 14 april 2011, Ministerie van Financiën, p 2. 3 C.A. De Kam, L. Koopmans en A.H.E.M. Wellink, Overheidsfinanciën, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2011, p R.E.C.M. Niessen, Inleiding tot het Nederlands belastingrecht, Deventer: Kluwer 2010, p J.L.M. Gribnau, Bijdragen aan een rechtvaardige belastingheffing (Jan Giele lezing), Amersfoort 2007, p 60, zoals aangehaald in R.E.C.M. Niessen, Inleiding tot het Nederlands belastingrecht, Deventer: Kluwer 2010, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p 2. 7 P.H.J. Essers en M.L.M. van Kampen, Cursus belastingrecht Inkomstenbelasting, Deventer: Kluwer 2012, p 74. 3

4 lastenverschuiving wordt aangekeken. Dit is van belang omdat er ook in het buitenland veel onderzoek naar directe en indirecte belastingen wordt gedaan en deze uitkomsten mede voor een goed beeld van de mogelijke gevolgen van een lastenverschuiving zorgen.de bevindingen van de OESO en het IFS zullen hier besproken worden. 8 In hoofdstuk 4 zal worden ingegaan op de plannen zoals deze bekend zijn gemaakt door het Ministerie van Financiën. 9 Aan de hand hiervan wordt vervolgens in hoofdstuk 5 niet alleen ingegaan op de gevolgen van een lastenverschuiving in het algemeen, maar ook specifiek op de gevolgen van de belastingplannen uit de Fiscale agenda zoals het geplande toekomstige uniforme btw-tarief. Gekeken wordt specifiek naar de gevolgen die een lastenverschuiving zal hebben op inkomensgelijkheid en economische groei. Ook komt aan bod wat deze gevolgen voor inkomensgelijkheid en economische groei voor consequenties voor de bevolking kunnen hebben. Na geëvalueerd te hebben wat de gevolgen kunnen zijn worden in hoofdstuk 6 nog eventuele opties bij het voorgestelde uniforme btw-tarief besproken waarbij ook mijn mening naar voren komt. Van belang zijn hierbij voor deze thesis niet alleen de voor- en nadelen die een uniform btw-tarief kent (zoals eenvoud), maar vooral ook recht doen aan alle aspecten die van belang zijn in het kader van inkomensverdeling en economische groei. In het zevende en tevens laatste hoofdstuk zal ik mijn conclusie van het onderzoek geven en tevens de probleemstelling beantwoorden. 8 Onder andere OECD Economics Department Working Papers, Less Income Inequality and more growth Are they compatible?, OECD Publishing, 2012 en IFS: Mirrlees Review, Reforming the tax system for the 21st century, Dimensions of Tax Design en Tax by Design, Oxford University Press, april 2010 en september Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p 2. 4

5 Hoofdstuk 2: Verdeling van de belastingdruk Paragraaf 2.1: Inkomensverdeling Vaak wordt herverdeling van inkomens gezien als één van de belangrijkste functies van belastingen. 10 Door de hogere inkomens naar verhouding zwaarder te belasten komen de netto-inkomsten van de bevolking dichter bij elkaar te liggen. Dit noemt men nivellering. 11 Dat de hogere inkomens meer belasting betalen wordt gerechtvaardigd door het feit dat deze sterkste schouders ook de zwaarste lasten kunnen dragen (draagkrachtgedachte). 12 Ook na de heffing van inkomstenbelasting blijven er verschillen tussen de inkomens van huishoudens bestaan. In de volgende tabel is een overzicht (gebaseerd op cijfers van het CBS) te zien van inkomensongelijkheid over de laatste jaren. De verschillende inkomensbegrippen worden door het CBS als volgt gedefinieerd: Het inkomen bestaat uit verschillende bestanddelen. Loon, winst en vermogensinkomsten vormen samen het primair inkomen. Het primair inkomen levert samen met overdrachtsinkomen zoals AOW, WAO, bijstand en huursubsidie het bruto-inkomen. Na aftrek van onder meer belasting en premies resulteert hieruit het besteedbaar inkomen. 13 In het vervolg van deze thesis zullen de begrippen in de tabellen van het CBS dus op deze wijze uitgelegd dienen te worden. Tabel 1: Inkomensongelijkheid; particuliere huishoudens naar diverse kenmerken (bron: CBS) 14 Gemiddeld inkomen Inkomensaandeel decielgroepen (in %) (x1000 euro) 1e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e Jaartal 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% Gestandaardiseerd ,1 3,2 5,7 6,6 7,4 8,4 9,4 10,5 11,9 14,1 22,7 inkomen ,7 3,0 5,8 6,7 7,5 8,4 9,4 10,6 12,0 14,1 22, ,8 2,8 5,8 6,7 7,6 8,5 9,5 10,6 12,1 14,2 22, ,2 2,8 5,8 6,7 7,5 8,4 9,4 10,6 12,0 14,1 22, ,4 2,8 5,8 6,7 7,5 8,4 9,4 10,5 12,0 14,1 22, ,4 3,2 5,8 6,7 7,5 8,4 9,3 10,4 11,9 14,0 22, ,8 3,0 5,7 6,6 7,4 8,2 9,2 10,3 11,7 13,9 24, ,2 3,0 5,7 6,7 7,5 8,4 9,3 10,5 11,9 14,1 22, ,3 2,8 5,7 6,7 7,5 8,4 9,4 10,6 12,1 14,2 22, ,3 3,0 5,7 6,7 7,5 8,4 9,4 10,5 12,0 14,2 22,6 *(=voorlopige cijfers) 2011* 23,5 2,8 5,7 6,7 7,5 8,4 9,4 10,5 12,0 14,2 22,8 10 C.A. De Kam, L. Koopmans en A.H.E.M. Wellink, Overheidsfinanciën, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2011, p C.A. De Kam, L. Koopmans en A.H.E.M. Wellink, Overheidsfinanciën, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2011, p P.H.J. Essers en M.L.M. van Kampen, Cursus belastingrecht Inkomstenbelasting, Deventer: Kluwer 2012, p Laatst geraadpleegd op: Laatst geraadpleegd op: Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt (toelichting van dit begrip van het CBS). 5

6 In tabel 1 is te zien hoe het gestandaardiseerd inkomen de afgelopen jaren verdeeld is onder de tien decielgroepen per huishouden. Tevens is het gemiddelde gestandaardiseerd inkomen per huishouden weergegeven. Laatstgenoemde is in de jaren geleidelijk opgelopen met 2006 en 2007 als topjaren toen het gestandaardiseerd inkomen gemiddeld per huishouden met ongeveer euro toenam in twee jaar tijd. De jaren erop stagneerde de groei. Kijkend naar de verdeling van het gestandaardiseerd inkomen onder de decielgroepen valt op dat vooral de twee uiterste groepen er uit springen. De tien procent huishoudens met het laagste inkomen hebben ongeveer de helft van het gestandaardiseerd inkomen dat een huishouden uit het tweede deciel heeft. De hoogste inkomensgroep heeft een gestandaardiseerd inkomen dat meer dan de helft hoger is dan dat van de huishoudens uit het negende deciel. De verschillen tussen de overige inkomensgroepen zijn weliswaar ook zichtbaar, maar deze zijn in verhouding kleiner. Een verklaring voor het er uit springen van deze uiterste groepen is dat onder deze twee groepen de uitschieters vallen. Onder het eerste deciel vallen huishoudens die een extreem laag gestandaardiseerd inkomen hebben, en in het tiende deciel zitten huishoudens die een extreem hoog gestandaardiseerd inkomen hebben. Deze uitschieters beïnvloeden de gemiddelden van hun inkomensgroepen aanzienlijk. In de tabel is te zien dat het verschil in gestandaardiseerd inkomen onder de bevolking ook na belastingheffing nog altijd zichtbaar is. Een gemiddeld huishouden uit de hoogste inkomensgroep heeft namelijk een gestandaardiseerd inkomen dat ongeveer 7 à 8 keer zo hoog is als dat van een gemiddeld huishouden uit de laagste inkomensgroep. Tevens valt op dat inkomensongelijkheid over de jaren heen zeer constant is. Paragraaf 2.2: Druk van de inkomstenbelasting De inkomstenbelasting is één van de belastingen die geheven wordt van particulieren en die voor nivellering kan zorgen. De tarieven in box 1 zijn progressief, hetgeen er mede voor zorgt dat de hogere inkomens niet slechts absoluut, maar ook relatief gezien meer belasting betalen. 16 In box 2 is er echter sprake van een vlak tarief en in box 3 wordt uitgegaan van een forfaitair rendement 17, wat zelfs effectief gezien kan leiden tot een degressief tarief. 18 Wanneer je een hoger rendement behaalt, betaal je namelijk in box 3 hetzelfde bedrag aan belasting waardoor de effectieve belastingdruk lager wordt. Door het progressieve tarief in box 1 waar veruit het meeste belasting in betaald wordt, hebben de hogere inkomensgroepen totaal in de inkomstenbelasting relatief een hogere bruto grondslag zoals in de bijlagen 1 tot en met 3 te zien is. Echter zijn er aftrekposten en een heffingskorting die ook invloed uitoefenen op de inkomensverdeling. Een voorbeeld van een aftrekpost is de hypotheekrenteaftrek, waarbij de rentekosten van de hypotheek in mindering worden gebracht op het inkomen uit werk en woning (box 1). 19 De hogere inkomens hebben vaak hogere eigenwoningschulden en kunnen aftrekposten tegen een hoger marginaal tarief aftrekken. In de figuren 1 tot en met 6 is te zien hoe de inkomstenbelasting absoluut en relatief verdeeld is over 16 P.H.J. Essers en M.L.M. van Kampen, Cursus belastingrecht Inkomstenbelasting, Deventer: Kluwer 2012, p P.H.J. Essers en M.L.M. van Kampen, Cursus belastingrecht Inkomstenbelasting, Deventer: Kluwer 2012, p S.M.H. Dusarduijn, De vermogensrendementsheffing, Deventer: Kluwer 2010, p C.A. De Kam, L. Koopmans en A.H.E.M. Wellink, Overheidsfinanciën, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2011, p

7 de vier inkomenskwartielen in de jaren 2008, 2009 en De tabellen waarop de figuren gebaseerd zijn, zijn te vinden in de bijlagen 1 tot en met 3. Figuur 1: Betaalde IB per inkomensgroep 2008 Figuur 2: Belastingdruk per inkomensgroep , ,0 Betaalde IB Belasting druk 20,0 15,0 10, , , Inkomenskwartiel Inkomenskwartiel Betaalde IB Figuur 3: Betaalde IB per inkomensgroep Inkomenskwartiel Belasting druk Figuur 4: Belastingdruk per inkomensgroep ,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0, Inkomenskwartiel Betaalde IB Figuur 5: Betaalde IB per inkomensgroep Inkomenskwartiel Belasting druk Figuur 6: Belastingdruk per inkomensgroep ,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0, Inkomenskwartiel 7

8 In de figuren is te zien dat de inkomstenbelasting het meest drukt op de hogere inkomens. Het kwart van de bevolking met het hoogste bruto-inkomen heeft ook de hoogste belastingdruk. Volgens de tabellen in de bijlagen 1 tot en met 3 is het totale voordeel van vrijstelling/aftrek zowel absoluut als relatief in het voordeel van de hogere inkomensgroepen. De totale heffingskorting is weliswaar absoluut hoger bij de hogere inkomens, maar relatief gezien neemt hij bij de lagere inkomens een groter deel van de belastingdruk weg. De totale heffingskorting draagt dus bij aan het verkleinen van de inkomensverschillen. Onder de totale heffingskorting vallen onder andere de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de alleenstaandeouderkorting. 20 De bedragen aan inkomstenbelasting die personen betalen lopen uiteen. Iemand uit de hoogste inkomensgroep betaalt gemiddeld gezien bij benadering 25 keer zo veel inkomstenbelasting als iemand uit de laagste inkomensgroep, terwijl bij eerstgenoemde het bruto-inkomen slechts 7 keer zo hoog is en het netto inkomen ongeveer 5,5 à 6 keer zo hoog is. 21 Relatief gezien zijn de verschillen zeker kleiner, maar ook dan hebben de hogere inkomensgroepen een hoger effectief belastingpercentage dan de lagere inkomensgroepen. De gemiddelde belastingdruk is in de jaren met ruim een half procentpunt gestegen. De effectieve belastingdruk neemt wel meer toe onder de lage inkomensgroepen in vergelijking tot de hogere inkomens. In twee jaar tijd is de effectieve belastingdruk voor het 1 e en 2 e kwartiel met respectievelijk 1,6 en 1,0 procentpunt gestegen terwijl dit voor het 3 e en 4 e kwartiel respectievelijk 0,9 en zelfs 0,1 was. Een kanttekening die hier bij geplaatst dient te worden is dat deze inkomensgroepen wellicht op andere wijze (zoals door subsidies) gecompenseerd worden. Gezegd kan dus worden dat de inkomstenbelasting met haar progressieve tarief in box 1 nivellerend werkt gezien het feit dat de inkomens voor en na inkomstenbelasting dichter bij elkaar komen te liggen. De hogere inkomens zijn een groter deel van hun inkomen kwijt aan inkomstenbelasting dan de lagere inkomens en hebben dus een hoger effectief belastingtarief. Echter wordt zoals in de vorige alinea te lezen was het verschil in effectieve belastingdruk wel steeds kleiner met als gevolg dat de inkomstenbelasting steeds minder nivellerend wordt. Paragraaf 2.3: Druk van indirecte belastingen Naast de inkomstenbelasting zijn er ook nog verbruiksbelastingen. 22 Waar de inkomstenbelasting wordt geheven over inkomsten (buiten uitzonderingen zoals inkomsten door vererving en schenking), wordt een verbruiksbelasting geheven over bestedingen. De inkomstenbelasting is een vorm van een directe belasting en verbruiksbelastingen zoals de omzetbelasting en accijnzen zijn indirecte belastingen. Het idee achter het onderscheid is dat directe belastingen worden geheven bij de persoon die ook daadwerkelijk de belasting draagt en indirecte belastingen kunnen worden doorberekend aan anderen. 23 In de praktijk kan iedere belasting worden afgewenteld, waardoor dit geen zuiver criterium is. Zo kan een werknemer door een hoger loon te vragen een deel van de inkomstenbelasting afwentelen op de ondernemer, en kan een verkoper een deel van de 20 euw_in_2013/heffingskortingen/, Laatst geraadpleegd op: Berekening netto-inkomen: ( )/( )=5, M.E. van Hilten en H.W.M. van Kesteren, Omzetbelasting, Deventer: Kluwer 2010, p C.A. De Kam, L. Koopmans en A.H.E.M. Wellink, Overheidsfinanciën, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2011, p

9 omzetbelasting voor zijn rekening nemen met als reden de verkoopprijs niet te hoog te laten worden. Omdat inkomensherverdeling als belangrijk doel gezien wordt van belastingen is de vraag hoe de druk van de indirecte belastingen verdeeld is over de verschillende inkomensgroepen van belang. 24 De tarieven zijn voor een ieder even hoog en dus zal voor de belastingdruk bepalend zijn welke inkomensgroepen een groot deel van hun inkomsten uitgeven en hoe groot het deel van de uitgaven is dat aan btw-goederen wordt besteed. In de figuren 7a, 8a en 9a is per inkomensdeciel de druk van indirecte belastingen op het bruto-inkomen, het besteedbaar inkomen en de bestedingen te zien. De figuren 7b, 8b en 9b laten het besteedbaar inkomen en de bestedingen per inkomensdeciel zien. De figuren 7c, 8c en 9c illustreren hoeveel procent van het inkomen besteed wordt, welk deel van de bestedingen uitgegeven wordt aan btw-goederen en welk deel van de bestedingen aan btwgoederen uitgegeven wordt aan btw-goederen met een hoog btw-tarief dan wel een laag btw-tarief. In de bijlagen 4 tot en met 6 zijn de tabellen te vinden waarop de figuren gebaseerd zijn. De inkomensdecielen zijn op basis van het bruto-inkomen ingedeeld. 24 C.A. De Kam, L. Koopmans en A.H.E.M. Wellink, Overheidsfinanciën, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2011, p

10 35,0 30,0 25,0 Figuur 7a: Belastingdruk per inkomensgroep 2008 Belastingdruk 20,0 15,0 10,0 5,0 Druk op bruto-inkomen Druk op besteedbaar inkomen Druk op bestedingen 0, Inkomensdeciel Figuur 7b: Besteedbaar inkomen en bestedingen per inkomensgroep Bedrag (x1000) 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0, Inkomensdeciel Besteedbaar inkomen Bestedingen Figuur 7c: Verhoudingen bestedingen per inkomensgroep ,00 2,50 Percentage (x100) 2,00 1,50 1,00 0,50 Bestedingen/Besteedbaar inkomen Btw-goederen/Bestedingen Hoog Btw/Btw-goederen 0, Inkomensdeciel 10

11 35,0 30,0 25,0 Figuur 8a: Belastingdruk per inkomensgroep 2009 Belastingdruk 20,0 15,0 10,0 5,0 Druk op bruto-inkomen Druk op besteedbaar inkomen Druk op bestedingen 0, Inkomensdeciel Figuur 8b: Besteedbaar inkomen en bestedingen per inkomensgroep 2009 Bedrag (x1000) 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0, Inkomensdeciel Besteedbaar inkomen Bestedingen Figuur 8c: Verhoudingen bestedingen per inkomensgroep ,00 2,50 Percentage (x100) 2,00 1,50 1,00 0,50 Bestedingen/Besteedbaar inkomen Btw-goederen/Bestedingen Hoog Btw/Btw-goederen 0, Inkomensdeciel 11

12 Figuur 9a: Belastingdruk per inkomensgroep 2010 Belastingdruk 45,0 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0, Inkomensdeciel Druk op bruto-inkomen Druk op besteedbaar inkomen Druk op bestedingen Figuur 9b: Besteedbaar inkomen en bestedingen per inkomensgroep 2010 Bedrag (x1000) 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0, Inkomensdeciel Besteedbaar inkomen Bestedingen Figuur 9c: Verhoudingen bestedingen per inkomensgroep ,50 3,00 Percentage (x100) 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 Bestedingen/Besteedbaar inkomen Btw-goederen/Bestedingen Hoog Btw/Btw-goederen 0, Inkomensdeciel 12

13 In de tabellen in de bijlage staan bij de bestedingen wat er aan die categorieën besteed is en bij de indirecte belastingen hoe veel belasting er over betaald is. In 2010 hebben mensen uit het eerste inkomensdeciel gemiddeld euro uitgegeven aan goederen met een hoog btw-tarief (destijds 19%). Van dat bedrag is euro toe te rekenen aan btw. 25 In deze tabellen valt ook te zien dat hoe hoger het inkomen is, des te hoger de bestedingen in absolute termen vaak zijn. Vervolgens blijkt uit de figuren 7a tot en met 9c dat de lagere inkomensgroepen (vooral het eerste inkomensdeciel), in verhouding een veel groter deel van hun inkomen besteden. Opvallend is het verschil tussen de inkomsten en de bestedingen van de eerste inkomensgroep. In deze groep zijn de bestedingen in 2010 al ruim 3 keer zo hoog als het besteedbaar inkomen. In alle drie de jaren wordt pas vanaf de 7 e inkomensgroep het totaal van het besteedbaar inkomen hoger dan het totaal van de bestedingen. Dit is naar mijn mening een zeer opvallende statistiek omdat het aangeeft dat kort gezegd ongeveer 60% van de bevolking meer uitgeeft dan dat er binnenkomt. Navraag bij het CBS leert dat het hier huishoudens betreft die schulden maken, interen op hun vermogen of tijdelijk een lager inkomen hebben dan normaal, terwijl hun bestedingen relatief hoog blijven. 26 Ook licht het CBS toe dat de opvallende cijfers van de eerste decielgroep kunnen worden verklaard door het feit dat eventuele kwijtschelding van diverse lokale heffingen vaak niet in mindering worden gebracht op de bestedingen bij de betreffende huishoudens. Het gaat hier doorgaans om huishoudens met een laag inkomen. Het deel dat besteed wordt aan btw-goederen is in alle inkomensgroepen ruim 60%, waarvan ook weer in alle groepen ongeveer 2/3 deel uitgegeven wordt aan goederen met een hoog btw-tarief en 1/3 aan goederen met een laag btw-tarief. De samenstelling van de bestedingen die gedaan worden is wat dat betreft dus in alle inkomensgroepen vergelijkbaar, zoals uit de figuren 7c, 8c en 9c blijkt. De overige indirecte belastingen (te vinden in de tabellen in de bijlagen 4 tot en met 6) lopen weliswaar relatief gezien niet allemaal even hard op als het inkomen, maar alleen de accijnzen lijken nog een grote invloed op de belastingdruk te hebben. Het gaat hierbij om flinke bedragen (zo n 15% à 25% van de totale indirecte belastingen) en er wordt in de eerste inkomensgroep gemiddeld meer dan de helft van de accijnzen betaald in vergelijking met de accijnzen die betaald worden in de hoogste inkomensgroep terwijl het inkomen van laatstgenoemde groep wel vele malen hoger is. In verhouding betalen de lagere inkomensgroepen een veel groter deel van hun inkomen aan accijnzen. Het gevolg van de accijnzen is dat de druk van indirecte belastingen op het inkomen bij de lagere inkomens veel meer toeneemt dan bij de hogere inkomens. De belastingdruk van accijnzen is dus degressief. Kijkend naar de belastingdruk van de totale indirecte belastingen zien we dat dit op de bestedingen niet veel verschilt (figuren 7a, 8a en 9a), als gevolg van het feit dat in alle groepen de samenstelling van de bestedingen ongeveer gelijk is (zie figuur 7c, 8c en 9c). De belastingdruk op het brutoinkomen en het besteedbaar inkomen loopt echter wel uiteen. Vooral in het eerste inkomensdeciel is de druk van indirecte belastingen op het bruto-inkomen vele malen hoger dan in andere inkomensgroepen. Dit is het gevolg van het feit dat er in die inkomensgroep veel meer wordt besteed dan het besteedbaar inkomen. Verder is de druk op het besteedbaar inkomen licht degressief, alleen de hoogste inkomensgroep heeft een flink lagere belastingdruk. Ten opzichte van /1.19*0,19 26 Naar aanleiding van een op 7 augustus 2013 verkregen van het CBS. 13

14 het bruto-inkomen loopt vanaf het tweede inkomensdeciel de belastingdruk geleidelijk naar beneden naar mate het inkomen stijgt. Als conclusie kan getrokken worden dat de totale indirecte belastingen degressief werken, gezien het feit dat de lagere inkomens een groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan indirecte belastingen dan de hogere inkomens. Gesteld kan dus worden dat hoe hoger het inkomen is, des te lager het effectieve tarief op indirecte belastingen is. In de jaren is er niet veel veranderd (de tarieven zijn in deze periode ook gelijk gebleven) en dus valt wat dat betreft de conclusie te trekken dat de verdeling van de druk van indirecte belastingen vrij constant is. Alleen in het jaar 2010 is de belastingdruk op het bruto-inkomen en het besteedbaar inkomen voor de laagste inkomensgroep aanzienlijk hoger dan in de twee jaargangen ervoor. 14

15 Hoofdstuk 3: Internationale blik op directe en indirecte belastingen Paragraaf 3.1: Onderzoek van de OESO Het Economics Department van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (hierna: OESO), heeft onderzoek gedaan naar inkomensongelijkheid en economie groei. 27 Er is een groeiende consensus dat bij beoordeling van economische prestaties niet alleen naar groei van het inkomen dient te worden gekeken, maar ook naar de inkomensverdeling. 28 De uitkomsten en conclusies zijn te vinden in working papers en rapporten. De resultaten in de working papers zijn naar verschillende deelgebieden waar deskundigen zich over gebogen hebben uitgesplitst. 29 Inkomensongelijkheid van het disposable income per huishouden die OESO-landen kennen ligt tussen 0,2 en 0,5. 30 Deze waarde is gemeten op basis van de Gini coëfficiënt, waarbij disposable income is te vergelijken met het besteedbaar inkomen bij ons. 31 De Gini coëfficiënt is een waarde die ligt tussen 0 en 1, waarbij de waarde 0 volledige inkomensgelijkheid betekent en de waarde 1 volledige inkomensongelijkheid. Dat wil dus zeggen dat bij 0 iedereen exact hetzelfde besteedbare inkomen heeft en bij 1 al het besteedbaar inkomen bij één persoon is. 32 Het gemiddelde van inkomensongelijkheid van alle OESO-landen ligt net boven 0,3. 33 Nederland kent een inkomensongelijkheid die net beneden dit gemiddelde ligt. Ook kennen de meeste landen een hogere inkomensongelijkheid in vergelijking tot Nederland. Interessant is de vraag of inkomensongelijkheid en besteedbaar inkomen van elkaar afhankelijk zijn. Volgens Kuznets hypothese zou er een U-verband zijn tussen inkomensongelijkheid en het inkomen. 34 In de beginfase van de ontwikkeling van een economie zou inkomensongelijkheid toenemen, vervolgens constant blijven en afnemen bij een hoge mate van economische ontwikkeling. Deze hypothese is niet onomstreden. In de literatuur zijn namelijk door diverse auteurs 27 Onder andere onderzoek OECD Economics Department Working Papers, Less Income Inequality and more growth Are they compatible?, OECD Publishing, OECD (2012), Economic Policy Reforms 2012: Going for Growth, Chapter 5: Reducing income inequality while boosting economic growth: Can it be done?, p OECD Economics Department Working Papers, Less Income Inequality and more growth Are they compatible?, OECD Publishing, 2012, link pdf: Laatst geraadpleegd op: Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. figuur p Het disposable income kan worden gedefinieerd als income after cash transfers and taxes. Het CBS definieert besteedbaar inkomen ook als het inkomen na inkomensoverdrachten en belastingen (zie hoofdstuk 2). OECD (2012), Economic Policy Reforms 2012: Going for Growth, Chapter 5: Reducing income inequality while boosting economic growth: Can it be done?, p Marion van den Brakel-Hofmans, Meten van inkomensongelijkheid, Voorburg/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek 2007, p Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. figuur p Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. p 6. 15

16 vraagtekens gezet bij de houdbaarheid van dit fenomeen en een relatie tussen de twee factoren is tot op heden nog niet aangetoond. 35 Een toename van inkomensongelijkheid over de laatste jaren binnen de OESO-landen geeft aan dat ook landen met een hoog niveau van economische ontwikkeling een toename van inkomensongelijkheid kennen. 36 In figuur 10 zijn van de OESO-landen inkomensongelijkheid en besteedbaar inkomen tegen elkaar afgezet. 37 Deze figuur illustreert dat de drie landen met het laagste BBP per inwoner weliswaar de hoogste inkomensongelijkheid kennen, maar dat verder een land met een hoog inkomen per hoofd van de bevolking niet per definitie een lage inkomensongelijkheid kent. Figuur 10: Inequality and disposable income Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. p Joseph F. Francois and Hugo Rojas-Romagosa, Reassessing the relationship between inequality and development, CPB Discussion Paper, No 107 juni De bronnen waar de cijfers in deze figuur op gebaseerd zijn, zijn de OECD Income Distribution and Poverty Database and OECD Economic Outlook Database. De cijfers dateren (net als in figuur 11 tot en met 14) van de laatste jaren van het vorig decennium (op Frankrijk en Ierland na waar de gegevens dateren van midden jaren 2000). Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. toelichting figuur p Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. p 7. 16

17 Mede dankzij Kuznets hypothese is er ook veel onderzoek gedaan naar het eventuele verband tussen inkomensongelijkheid en economische groei over de jaren heen. Ook tussen deze twee factoren is nog geen verband aangetoond. 39 In figuur 11 is inkomensongelijkheid en economische groei van de jaren in de OESO-landen grafisch weergegeven. 40 Wanneer inkomensongelijkheid en economische groei van de jaren wordt bekeken, is het niet zo dat landen met een hoge economische groei per definitie een hoge dan wel een lage inkomensongelijkheid kennen. Figuur 11: Inequality and growth OECD (2012), Economic Policy Reforms 2012: Going for Growth, Chapter 5: Reducing income inequality while boosting economic growth: Can it be done?, p De bronnen waarop de cijfers in figuur 11 gebaseerd zijn, zijn de OECD Income Distribution and Poverty Database and OECD Economic Outlook Database. Ongelijkheid in besteedbaar huishoudinkomen is gemeten op basis van de Gini coëfficiënt. Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. toelichting figuur p Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. p 8. 17

18 In figuur 12 is vervolgens de mutatie in inkomensongelijkheid binnen dezelfde periode per land te zien. 42 In deze figuur is zowel het verschil op basis van de Gini coëfficiënt als het verschil tussen het 1 e en het 9 e deciel over dezelfde periode per land zichtbaar. 43 Laatstgenoemde laat slechts de verhouding zien tussen het besteedbaar inkomen van de laagste 10% inkomens en het besteedbaar inkomen van de hoogste 10% inkomens. Figuur 12: The household disposable income distribution: cross-country comparisons and trends 44 Wanneer deze figuur in combinatie met figuur 11 bekeken wordt, is tevens te zien dat de landen waarbij inkomensongelijkheid toeneemt, niet per definitie een hoge dan wel een lage economische groei in dezelfde periode kennen. Belastingen en inkomensoverdrachten zijn belangrijke beleidsinstrumenten om de verdeling van inkomen te kunnen beïnvloeden. 45 Hiermee kan inkomensongelijkheid binnen een samenleving 42 De cijfers waarop deze figuur is gebaseerd zijn afkomstig van alleen de OECD Income Distribution and Poverty Database. Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. toelichting figuur p Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. toelichting figuur p Hoeller, P.et al.(2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 1. Mapping Income Inequality Across the OECD, OECD Economics Department Working Papers, No. 924, OECD Publishing. p OECD (2012), Economic Policy Reforms 2012: Going for Growth, Chapter 5: Reducing income inequality while boosting economic growth: Can it be done?, p

19 aanmerkelijk worden verminderd. 46 Inkomensoverdrachten zijn bedragen die worden verstrekt door de overheid (meestal aan de lagere inkomens) als sociale hulp met mede als doel het reduceren van inkomensongelijkheid. 47 In Nederland gebeurt dit door middel van uitkeringen zoals de Algemene ouderdomswet (AOW) en de Werkloosheidswet (WW), toeslagen en enkele subsidies. 48 Binnen de OESO-landen wordt door deze instrumenten, gemeten op basis van de Gini index, inkomensongelijkheid met 25% verminderd. 49 Interessant is de vraag of het herverdelende effect van belastingen en inkomensoverdrachten verband houdt met inkomensongelijkheid vóór belastingen en inkomensoverdrachten. Recente data suggereert een positief verband tussen het herverdelende effect van belastingen en inkomensoverdrachten en inkomensongelijkheid voor inzet van deze instrumenten. 50 Figuur 13 is een grafische weergave van de herverdelende invloed van belastingen en inkomensoverdrachten en inkomensongelijkheid vóór belastingen en inkomensoverdrachten per land. 51 Bij deze figuur dient opgemerkt te worden dat inkomensongelijkheid in deze figuur gemeten is door middel van de concentratie coëfficiënt. 52 De invloed van de belastingen en inkomensoverdrachten wordt bepaald door het verschil in de concentratie coëfficiënt 53 vóór belastingen en inkomensoverdrachten en de concentratie coëfficiënt na belastingen en inkomensoverdrachten OECD (2011), Divided We Stand: Why Inequality Keeps Rising, An Overview of Growing Income Inequalities in OECD Countries: Main Findings, p Overseas Development Institute, Transforming Cash Transfers: Katoo s story, 2013, Laatst geraadpleegd op: Laatst geraadpleegd op: OECD (2012), Economic Policy Reforms 2012: Going for Growth, Chapter 5: Reducing income inequality while boosting economic growth: Can it be done?, p Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. p Cijfers waarop deze figuur is gebaseerd zijn wederom afkomstig van de OECD Income Distribution and Poverty Database. Voor de berekening van de trend zijn de cijfers van Chili niet meegerekend. Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. toelichting figuur p Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. toelichting figuur p De concentratie coëfficiënt geeft een indruk van bij welke inkomensgroepen inkomsten terechtkomen. De waarde is 0 wanneer een ieder hetzelfde bedrag krijgt, negatief wanneer de lagere inkomensgroepen absoluut gezien meer ontvangen dan de hogere inkomensgroepen en positief wanneer de hogere inkomensgroepen absoluut gezien meer ontvangen dan de lagere inkomensgroepen. Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. p Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. toelichting figuur p 8. 19

20 Figuur 13: Taxes and transfers reduce income dispersion, and more so in unequal countries 55 Figuur 13 illustreert dat in de OESO-landen gemiddeld in het eind van het vorige decennium inkomensongelijkheid na belastingheffing en inkomensoverdrachten 25% (0,10/0,40) lager is dan voor belastingheffing. Ook is in figuur 13 te zien dat ondanks uitzonderingen in landen met een schevere inkomensverdeling het effect van belastingheffing en inkomensoverdrachten op de inkomensverdeling over het algemeen groter is. Nederland bereikt ondanks een lagere inkomensongelijkheid dan het OESO-gemiddelde, toch een even groot effect (0,10) met belastingen en inkomensoverdrachten. In Nederland zal het herverdelende effect van belastingheffing en inkomensoverdrachten op inkomensongelijkheid relatief gezien derhalve iets groter zijn (0,10/0,39) dan het OESO-gemiddelde van 25%. 56 Zoals hierboven te lezen was kan door middel van belastingen en inkomensoverdrachten inkomensongelijkheid aanmerkelijk verminderd worden. 57 Door het herverdelende effect van belastingen en inkomensoverdrachten te splitsen, kan worden bepaald welk van de twee instrumenten de grootste herverdelende invloed heeft. Uit onderzoek blijkt dat het herverdelende 55 Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. p Het percentage van de vermindering van inkomensongelijkheid door belastingen en inkomensoverdrachten wordt berekend door het herverdelende effect van belastingen en inkomensoverdrachten te delen door de inkomensongelijkheid voor belastingen en inkomensoverdrachten. 57 OECD (2011), Divided We Stand: Why Inequality Keeps Rising, An Overview of Growing Income Inequalities in OECD Countries: Main Findings, p

21 effect van inkomensoverdrachten groter is dan die van belastingen. 58 Figuur 14 illustreert dat in alle OESO-landen (in de V.S. weliswaar maar net) de herverdelende invloed van inkomensoverdrachten groter is dan die van belastingen (alle landen liggen aan de rechterkant van de lijn). 59 Belastingmaatregelen die inkomensongelijkheid vergroten zouden dus eventueel gecompenseerd kunnen worden met maatregelen op het gebied van inkomensoverdrachten. In de figuur is de herverdelende invloed van inkomensoverdrachten gemeten op basis van de concentratie coëfficiënt van het primair inkomen en het inkomen na inkomensoverdrachten en de herverdelende invloed van de belastingen op basis van de concentratie coëfficiënt van het inkomen na inkomensoverdrachten en het inkomen na inkomensoverdrachten en belastingen. 60 Figuur 14: Cash transfers reduce income dispersion more than taxes 61 1 Het herverdelende effect van belastingen in Zwitserland is eigenlijk licht negatief, maar wordt hier op 0 gesteld. 58 Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. p Cijfers waarop deze figuur is gebaseerd zijn wederom afkomstig van de OECD Income Distribution and Poverty Database. Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. toelichting figuur p Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. toelichting figuur p Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. p

22 Een inkomstenbelasting is vaak progressief en een belasting op consumptie degressief. 62 De invloed van verschillende typen belastingen op de mate van inkomensongelijkheid verschilt. Zo volgt uit empirische studies dat een verschuiving van een persoonlijke inkomstenbelasting naar een belasting op consumptie zorgt voor een toename van inkomensongelijkheid. 63 Een groter accent op indirecte belastingen heeft dus gevolgen voor inkomensongelijkheid. 64 De vraag of dit wenselijk is zal later in deze thesis bekeken worden. Hiernaast volgt uit empirische studies dat een dergelijke verschuiving echter wel een positieve invloed op economische groei heeft. 65 De gedachte achter de positieve invloed op economische groei door een groter accent op consumptiebelastingen is dat een belasting op consumptie minder verstorend is. 66 De reden dat een consumptiebelasting minder verstorend zou zijn is dat de burger zijn gedrag hier minder op kan afstemmen dan op een inkomstenbelasting. Een progressieve inkomstenbelasting zorgt namelijk voor veel gedragsverstoringen. 67 De OESO heeft op basis van onderzoek belastingen gerangschikt naar de mate waarin zij economische groei verstoren. 68 Een vennootschapsbelasting wordt genoemd als meest verstorende belasting, gevolgd door een inkomstenbelasting. Een belasting op consumptie heeft aanzienlijk minder negatieve effecten op economische groei en een onroerendgoedbelasting wordt genoemd als de minst verstorende belasting. Volgens de ranking die de OESO heeft samengesteld na onderzoek is een consumptiebelasting dus minder verstorend dan een inkomstenbelasting en vandaar ook beter voor economische groei. Uit onderzoek van de OESO blijkt dus dat bij een lastenverschuiving van directe naar indirecte belastingen zonder compenserende maatregelen economische groei gestimuleerd wordt maar inkomensongelijkheid tegelijkertijd toeneemt. 62 OECD (2012), Economic Policy Reforms 2012: Going for Growth, Chapter 5: Reducing income inequality while boosting economic growth: Can it be done?, p Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. figuur p OECD (2012), Economic Policy Reforms 2012: Going for Growth, Chapter 5: Reducing income inequality while boosting economic growth: Can it be done?, p Joumard, I., M. Pisu and D. Bloch (2012), Less Income Inequality and More Growth Are They Compatible? Part 3. Income Redistribution via Taxes and Transfers Across OECD Countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 926, OECD Publishing. figuur p OECD (2012), Economic Policy Reforms 2012: Going for Growth, Chapter 5: Reducing income inequality while boosting economic growth: Can it be done?, p Casper van Ewijk, Bas Jacobs, Ruud de Mooij en Paul Tang, Tien doelmatigheidsargumenten voor progressieve belastingen, Tijdschrift voor openbare financiën 35, januari 2003, p Jens Arnold, Do tax structures affect aggregate economic growth? Empirical evidence from a panel of oecd countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 643, 14 oktober 2008, p

23 Paragraaf 3.2: Onderzoek van het IFS The Institute for Fiscal Studies (hierna: IFS), heeft ook onderzoek gedaan naar een goed belastingsysteem. 69 The Mirrlees Review is uitgevoerd door een groep van zeer gerenommeerde internationale experts en jonge onderzoekers. Het doel was een goed beeld van de eigenschappen van een goed belastingsysteem te vormen, om vervolgens te kunnen analyseren in hoeverre het systeem in het Verenigd Koninkrijk voldoet aan deze eisen en hoe het Verenigd Koninkrijk de richting van dat goede belastingsysteem in kan worden gestuurd. 70 Voor deze thesis is vooral eerstgenoemde van belang met het oog op de (voor zover mogelijk) ideale belastingmix waarvan ook de verhouding directe belastingen/indirecte belastingen deel uitmaakt. Het onderzoek is in twee delen gepubliceerd, Dimensions of Tax Design en Tax by Design. Het eerste deel bevat een aantal hoofdstukken waarin steeds een aspect van een belastingsysteem wordt behandeld en becommentarieerd door enkele vooraanstaande economen. In het tweede deel zijn diverse beleidsaanbevelingen te vinden. Hierin wordt vooral uitgewerkt hoe de resultaten van deel 1 van het onderzoek toegepast dienen te worden op de Britse economie. De conclusies die uit het onderzoek naar voren kwamen zorgden voor een aantal eigenschappen waaraan een goed belastingsysteem volgens dit onderzoek moet voldoen. Deze eigenschappen waren 71 : Voor de inkomstenbelasting. 1) Een progressieve inkomstenbelasting met een transparante en coherente tariefstructuur. 2) Een voordeel voor mensen met een laag inkomen en/of hoge behoeften. 3) Een schema van effectieve belastingtarieven die de gedragsreacties laat zien. Voor de indirecte belastingen. 1) Een uniforme omzetbelasting met slechts enkele uitzonderen. 2) Geen belastingen op transacties. 3) Een verhoogde belasting op alcohol en tabak (accijns). Betoogd wordt dat de verhoging van het algemene tarief (zoals in januari 2011, toen de UK van 17,5% naar 20% ging) voor verstoringen in de bestedingen zorgt. 72 Wanneer een meer uniform tarief van 17,5% zou gelden, zou de regering in de UK de huishoudens dezelfde faciliteiten op het gebied van zorg et cetera kunnen bieden en daarnaast nog 3 miljard euro aan inkomsten overhouden. Hiervoor dienen wel bijna alle producten tegen dit tarief en slechts enkele producten tegen een gereduceerd tarief of zelfs een 0%-tarief te worden belast. Een volledig uniform tarief wordt niet 69 IFS: Mirrlees Review, Reforming the tax system for the 21st century, Dimensions of Tax Design en Tax by Design, Oxford University Press, april 2010 en september IFS: Mirrlees Review, Reforming the tax system for the 21st century, Dimensions of Tax Design en Tax by Design, Oxford University Press, april 2010 en september 2011, Laatst geraadpleegd op: J. Mirrlees, S. Adam, T. Besley, R. Blundell, S. Bond, R. Chote, M. Gammie, P. Johnson, G. Myles and J. Poterba, Tax by Design: the Mirrlees Review, Oxford University Press: September 2011, p 478 (chapter 20 conclusions and recommendations for reform). 72 J. Mirrlees, S. Adam, T. Besley, R. Blundell, S. Bond, R. Chote, M. Gammie, P. Johnson, G. Myles and J. Poterba, Tax by Design: the Mirrlees Review, Oxford University Press: September 2011, p 484 (chapter 20 conclusions and recommendations for reform). 23

24 bepleit, vanwege het feit dat men vindt dat er een accijns moet zijn op producten als alcohol en tabak. 73 De belangrijkste aanbevelingen van belang voor een belastingmix die op basis van de conclusies van het onderzoek aan het Verenigd Koninkrijk werden gedaan, waren voor de inkomstenbelasting het samenvoegen van de inkomstenbelasting en de belasting op ondernemingen en het invoeren van een voordeel voor de lagere inkomens waardoor de hoogste effectieve marginale tarieven van 90% of hoger verdwijnen. 74 Voor de indirecte belastingen was de belangrijkste aanbeveling het meer richten op een (weliswaar niet volledig) uniform tarief met slechts een laag aantal producten met een verlaagd tarief of zelfs een 0%-tarief. Tevens dienen de minder welvarenden binnen de omzetbelasting gecompenseerd te worden. 73 J. Mirrlees, S. Adam, T. Besley, R. Blundell, S. Bond, R. Chote, M. Gammie, P. Johnson, G. Myles and J. Poterba, Tax by Design: the Mirrlees Review, Oxford University Press: September 2011, p 486 (chapter 20 conclusions and recommendations for reform). 74 J. Mirrlees, S. Adam, T. Besley, R. Blundell, S. Bond, R. Chote, M. Gammie, P. Johnson, G. Myles and J. Poterba, Tax by Design: the Mirrlees Review, Oxford University Press: September 2011, p 495 (chapter 20 conclusions and recommendations for reform). 24

25 Hoofdstuk 4: Belastingplannen van Ministerie van Financiën Paragraaf 4.1: Fiscale agenda en doelstellingen Op 14 april 2011 is de Fiscale agenda van het Ministerie van Financiën openbaar gemaakt. 75 Staatssecretaris Weekers heeft deze namens het kabinet naar de Tweede Kamer gestuurd. De doelstelling van de plannen is het krijgen van een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendig belastingstelsel. 76 Dit zijn dan ook de drie uitgangspunten voor het beleid van de komende jaren. Eén van de vijf onderdelen waarmee men dit denkt te kunnen bewerkstelligen is een verschuiving van directe naar indirecte belastingen. 77 Dit betekent dat het kabinet de belastingen op arbeid wil verlagen en de belastingen op consumptie wil verhogen. Het Ministerie van Financiën concludeert op basis van onderzoek dat de btw een zeer solide belastingsoort is. Dit wil zeggen dat de opbrengst stabiel is, zonder willekeurige schommelingen. 78 Dit baseert men op het rapport van de Studiecommissie belastingstelsel. 79 De beoogde verandering van de belastingmix stimuleert het werken en ondernemen gezien het feit dat voor de inkomsten hieruit minder belasting zal worden geheven. Echter dient hierbij de kanttekening geplaatst te worden dat consumptie wellicht weer geremd zal worden, nu consumptie zwaarder belast wordt. Ook in de rest van de Eurolanden ziet men voordelen van een groter accent op indirecte belastingen in, gezien de gemaakte afspraken in het Europact. Hierin is bepaald dat lidstaten zich zullen inzetten voor een lastenverschuiving. 80 Nederland zou met de aanpassingen dan ook recht doen aan deze afspraken. Ook is Nederland door het IMF recent opgeroepen tot een lastenverschuiving Laatst geraadpleegd op: Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p Pact for the Euro, stronger economic policy coordination or competiveness and convergence d.d. 11 maart Daarin is het volgende vermeld: Each country will be responsible for the specific policy actions it chooses to foster employment, but the following reforms will be given particular attention: tax reforms, such as lowering taxes on labour to make work pay while preserving overall tax revenues, zoals aangehaald in Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p Zie IMF (2011), The Netherlands 2011 Article IV Consultation: Prelimanary Conclusions, zoals aangehaald in Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p 8. 25

26 Paragraaf 4.2: Lastenverschuiving Een verschuiving van directe naar indirecte belastingen kan plaatsvinden op meerdere manieren. De bedoeling was dat in het begin slechts een betekenisvolle stap door middel van een beperkte verhoging van het verlaagde btw-tarief zou plaatsvinden, maar dat er op de lange termijn wellicht een uniform btw-tarief zou komen. 82 Het CPB bepleit dat een uniform btw-tarief uiteindelijk economisch de meest efficiënte optie is: Een uniform tarief voor een brede belasting op consumptie is economisch gezien het minst verstorend, omdat verstoringen in relatieve prijzen worden weggenomen. 83 Bij een uniform tarief hebben producten hetzelfde btw-tarief en maken consumenten hun keuze niet meer op basis van het verschil in btw-tarief tussen producten. In het huidige stelsel met een verlaagd en een algemeen btw-tarief kunnen consumenten hun keuze wel af laten hangen van het btw-tarief dat op een bepaald product van toepassing is. Een breed uniform tarief beïnvloedt het gedrag van consumenten minder dan een gedifferentieerd btw-tarievenstelsel. Indien de Kamer een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op consumptie interessant vindt, wil het kabinet de mogelijke effecten hiervan verder bestuderen. 84 De eerste stap houdt in dat het verlaagde btw-tarief met 2%-punten zou worden verhoogd naar 8%. Dit zou de schatkist volgens het Ministerie van Financiën ongeveer 1,4 miljard op moeten leveren. 85 Een uniform btw-tarief van 19% zou de btw-opbrengst met 9,2 miljard doen stijgen. Hiernaast zou deze maatregel ook kostenbesparingen voor zowel de Belastingdienst als het bedrijfsleven als voordeel hebben. Ondanks dat er in de Fiscale agenda stond dat het verlaagde btw-tarief verhoogd zou worden, heeft er tot op dit moment slechts per 1 oktober 2012 een verhoging van het algemene btw-tarief plaatsgevonden met 2%-punt van 19% naar 21%. Dit zou in miljard en in ,1 miljard aan extra belastinginkomsten op moeten leveren. 86 De voorgestelde verhoging met 2%-punt van beide btw-tarieven door de Commissie Van Dijkhuizen zou zoals cijfers van het CPB laten zien voor het jaar ,7 miljard aan extra inkomsten op moeten leveren. 87 Echter blijkt uit cijfers van het CBS dat ondanks de verhoging van het algemene btw-tarief de btw-opbrengsten van het eerste kwartaal in 2013 slechts 0,2 miljard euro hoger waren dan van het eerste kwartaal in Een kanttekening die geplaatst dient te worden is dat naast de verhoging van het algemene btw-tarief ook andere factoren zoals de financiële situatie van de bevolking de bestedingen en dus de btwopbrengsten beïnvloeden. Dat een verschuiving van directe naar indirecte belastingen gevolgen kan hebben voor de inkomensverdeling en inkomensongelijkheid wordt niet echt behandeld. Dit eventuele probleem 82 Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p CPB, Centraal Economisch Plan 2011, Den Haag: Sdu Uitgevers april 2011, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p Laatst geraadpleegd op: CPB, notitie Economische effecten pakket Commissie Van Dijkhuizen aan Belastingcommissie Van Dijkhuizen, Den Haag: Centraal Planbureau 17 oktober 2012, p CBS, Voor het eerst na vierde kwartaal 2008 realiseerde de overheid weer een overschot, 28 juni

27 wordt afgedaan met het argument dat andere instrumenten beter voor herverdeling kunnen zorgen. Bovendien is het btw-instrument erg ongericht om in te zetten voor herverdeling. Instrumenten in de directe belastingen, toeslagen of uitkeringen zijn veel effectiever om herverdeling te bereiken, is wat er letterlijk in de Fiscale agenda is te vinden. 89 Om te voorkomen dat inkomensongelijkheid als gevolg van een lastenverschuiving toeneemt, zullen er dan ook maatregelen door middel van deze andere instrumenten moeten plaatsvinden. De lagere inkomensgroepen dienen in dat geval gecompenseerd te worden binnen de directe belastingen of door middel van uitkeringen en/of toeslagen. 89 Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p

28 Hoofdstuk 5: Gevolgen van verschuiving van directe naar indirecte belastingen voor inkomensverdeling en economische groei Paragraaf 5.1: Gevolgen voor inkomensverdeling Één van de functies van belastingen is zoals eerder geschreven het herverdelen van inkomens. 90 Eerder was al te zien dat de lagere inkomensgroepen in verhouding een groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan indirecte belastingen dan de hogere inkomensgroepen (degressie). De belastingplannen van het Ministerie van Financiën houden onder andere in dat het verlaagde btw-tarief verhoogd wordt. 91 Echter is per 1 oktober 2012 het algemene btw-tarief al verhoogd naar 21%. 92 In tabel 2 is te zien hoe de druk van indirecte belastingen in 2010 (situatie 1) verdeeld zou zijn wanneer het huidige tarief van 21% (situatie 2), de beoogde verhoging van het verlaagde btw-tarief met 2%-punt (situatie 3) en een uniform btw-tarief van 21% (situatie 4) al van toepassing waren geweest. In de berekeningen is geen rekening gehouden met eventuele invloeden op de bestedingen die de tariefverhogingen zouden kunnen hebben. Veranderingen in het bestedingsgedrag van de consumenten (denk aan compliance 93 of grenseffecten 94 ) zijn dus niet meegenomen. Tevens dient de kanttekening geplaatst te worden dat een winkelier in de praktijk de tariefverhoging wellicht niet in zijn geheel zal doorberekenen aan de klant. Ook hiermee is in de volgende tabel geen rekening gehouden. 90 C.A. De Kam, L. Koopmans en A.H.E.M. Wellink, Overheidsfinanciën, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2011, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p Laatst geraadpleegd op: Gribnau, J.L.M., Belastingen en ethiek: De ethische dimensie van tax planning. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2013, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p

29 Tabel 2: Doorberekende indirecte belastingen van het jaar Jaar: e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% Omzetbelasting (BTW) Hoog BTW-tarief (19%) euro Laag BTW-tarief (6%) Totaal Indirecte belastingen Totaal Belastingdruk Druk op bruto inkomen % 31,6 10,9 11,0 10,2 9,9 8,7 8,5 7,3 6,7 4,7 Bij Hoog BTW-tarief van 21% 1e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% Omzetbelasting (BTW) Hoog BTW-tarief (21%) euro Laag BTW-tarief (6%) Totaal Indirecte belastingen Totaal Belastingdruk Druk op bruto inkomen % 33,1 11,6 11,5 10,8 10,4 9,1 9,0 7,7 7,1 4,9 Bij Hoog BTW-tarief van 21% en Laag BTWtarief 8 % 1e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% Omzetbelasting (BTW) Hoog BTW-tarief (21%) euro Laag BTW-tarief (8%) Totaal Indirecte belastingen Totaal Belastingdruk Druk op bruto inkomen % 34,2 11,9 11,8 11,1 10,6 9,4 9,2 7,9 7,3 5,1 Bij uniform BTW-tarief van 21% 1e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% Omzetbelasting (BTW) Hoog BTW-tarief (21%) euro Laag BTW-tarief (21%) Totaal Indirecte belastingen Totaal Belastingdruk Druk op bruto inkomen % 41,3 14,4 14,0 13,2 12,4 11,2 10,8 9,2 8,6 6,0 In de tabel is de betaalde omzetbelasting steeds berekend met andere percentages. Bij de eerste situatie zijn de tarieven genomen zoals ze in 2010 waren. Deze cijfers zijn afkomstig van het CBS. In situatie 2, 3 en 4 is steeds aan de werkelijke percentages gesleuteld zoals in de eerste kolom te zien is. In de tweede situatie in de tabel is te zien hoe de cijfers geweest zouden zijn in 2010 wanneer het algemene btw-tarief al 21% zou zijn geweest. Indien de verhoging van het hoog btw-tarief naar 21% van 1 oktober 2012 dus al voor 2010 had plaatsgevonden had de laagste inkomensgroep euro aan btw betaald in plaats van de euro dat werkelijk het geval was. Wanneer we de volgende situatie erbij pakken kunnen we dus zien wat een verhoging van het verlaagde btw-tarief met 2%- punt als gevolg zouden hebben met de cijfers van In de vierde situatie is af te lezen hoe de belastingdruk verdeeld zou zijn wanneer we in 2010 een uniform btw-tarief van 21% hadden gehad. 95 Cijfers eerste situatie afkomstig van CBS (ook te zien in bijlage 6a), overige cijfers doorberekend op basis van de aangepaste tarieven. Laatst geraadpleegd op:

30 In tabel 3 is de mutatie van de druk van indirecte belastingen op het bruto-inkomen tussen de situaties per inkomensdeciel weergegeven. Tabel 3: Belastingdruk doorberekende indirecte belastingen van het jaar e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% 10% Verhoging belastingdruk op bruto inkomen %- door verhoging van algemene tarief met 2%-punt punt 1,50 0,67 0,51 0,61 0,45 0,42 0,46 0,42 0,35 0,24 Verhoging belastingdruk op bruto inkomen %- door verhoging van verlaagde tarief met 2%-punt punt 1,09 0,38 0,33 0,32 0,27 0,28 0,24 0,20 0,21 0,14 Verhoging belastingdruk op bruto inkomen %- door uniform BTW-tarief van 21% punt 7,10 2,45 2,17 2,11 1,78 1,79 1,56 1,31 1,34 0,94 De bovenste mutaties in tabel 3 laten zien hoeveel procent van het bruto-inkomen de mensen extra kwijt zouden zijn geweest indien het 21%-tarief al van toepassing was geweest. Bij de eerste inkomensgroep zou de tariefverhoging de belastingdruk met 1,5%-punt hebben verhoogd naar een belastingdruk van 33,1% (zie tabel 2). Duidelijk zichtbaar is dat de lagere inkomensgroepen een groter deel van hun bruto-inkomen kwijt zouden zijn aan indirecte belastingen wanneer het algemene tarief al 21% was geweest. De middelste getallen in tabel 3 geven de mutatie van de belastingdruk op het bruto-inkomen ten opzichte van de tweede situatie weer. Deze getallen laten zien hoeveel procent van het brutoinkomen de mensen extra kwijt zijn bij een verhoging met 2%-punt van het verlaagde btw-tarief. Bij de eerste inkomensgroep zou de voorgestelde tariefverhoging de belastingdruk met 1,09%-punt verhogen naar een belastingdruk van 34,2% (zie tabel 2). Ook hier is duidelijk te zien dat over het algemeen de lagere inkomensgroepen een groter deel van hun bruto-inkomen kwijt zullen zijn wanneer de tariefverhoging plaats zal vinden. In de onderste regel van tabel 3 zijn de mutaties van de belastingdruk te zien tussen de derde en vierde (uniforme btw-tarief) situatie. Ook hier is te zien dat de lagere inkomensgroepen relatief meer inkomen kwijt zullen zijn dan de hogere inkomensgroepen. De getallen zijn slechts hoger dan bij de andere maatregelen omdat hier de toename van het (in dit geval verlaagde) btw-tarief hoger is. Het gevolg van het bovenstaande is dat bij zowel een verhoging van het verlaagde btw-tarief als van het algemene btw-tarief inkomensongelijkheid binnen Nederland groter wordt. In de Fiscale agenda wordt weliswaar het volgende beweerd: Waar eerder sprake was van enige herverdeling door het verlaagde btw-tarief, doordat bijvoorbeeld voedingsmiddelen een groter deel van de bestedingen uitmaakten van lage inkomens, is daar nu niet of nauwelijks meer sprake van. Deze bewering rechtvaardigt naar mijn mening een lastenverschuiving niet omdat zoals we gezien hebben een verhoging van de omzetbelastingtarieven (die gesuggereerd wordt door termen als verschuiving naar indirecte belastingen ) altijd voor een schevere inkomensverhouding zorgt. Ook bleek zoals eerder vermeld uit empirisch onderzoek dat een lastenverschuiving inkomensongelijkheid zou vergroten. 30

31 Indien partijen zich hiervan bewust zijn zal het rijker worden van de rijken en het armer worden van de armen door de hogere inkomensgroepen wellicht als een voordeel worden beschouwd en door de lagere inkomensgroepen als een nadeel. De vraag die gesteld kan worden is dan ook of een toename van inkomensongelijkheid gewenst is. Hierbij spelen zowel rechtsbeginselen als onderzoeken naar gevolgen van inkomensongelijkheid een rol. Hier zal in paragraaf 3 van dit hoofdstuk op worden ingegaan. Paragraaf 5.2: Gevolgen voor economische groei Zoals eerder verteld is ook het stimuleren van de groei van de economie één van de functies van belastingen. 96 In dat kader is een lastenverschuiving van directe belastingen naar indirecte belastingen positief. Een voordeel van indirecte belastingen ten opzichte van directe belastingen is namelijk dat ze minder verstorend zijn omdat indirecte belastingen niet zo snel het gedrag van de mensen zal beïnvloeden als een inkomstenbelasting. 97 Een progressieve inkomstenbelasting zorgt namelijk voor veel gedragsverstoringen. 98 Ook bleek zoals eerder vermeld uit empirisch onderzoek dat een lastenverschuiving economische groei zou bevorderen. Andere economische voordelen die genoemd worden in de Fiscale agenda zijn de verbetering van de concurrentiepositie, stimuleren van werken en ondernemen en soliditeit van de belastingopbrengst. Een kanttekening die wel geplaatst wordt is dat eventuele grenseffecten de belastinginkomsten kunnen beïnvloeden. 99 Wanneer de tarieven in Nederland dermate hoog worden dat er een groot verschil met buurlanden ontstaat zullen mensen geneigd zijn de grens over te gaan. Deze grenseffecten zullen bij een verhoging van het verlaagde tarief van 2%-punt waarschijnlijk nog beperkt zijn gezien de verlaagde tarieven in Duitsland (7%) en België (6% 100 ). Wanneer echter naar een uniform tarief zal worden gegaan, zullen voor enkele producten in de buurlanden wel nog veel lagere tarieven van toepassing zijn, waardoor mensen die in de grensstreek wonen sneller geneigd zullen zijn hun aankopen over de grens te doen. Volgens het CPB wijst empirisch onderzoek echter uit dat in de verhouding tussen Denemarken (uniform btw-tarief van 25%) en Duitsland deze grenseffecten niet of nauwelijks hebben plaatsgevonden. 101 Op economische groei zal een lastenverschuiving dus een positieve invloed hebben. 96 C.A. De Kam, L. Koopmans en A.H.E.M. Wellink, Overheidsfinanciën, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers 2011, p Jens Arnold, Do tax structures affect aggregate economic growth? Empirical evidence from a panel of oecd countries, OECD Economics Department Working Papers, No. 643, 14 oktober 2008, p Casper van Ewijk, Bas Jacobs, Ruud de Mooij en Paul Tang, Tien doelmatigheidsargumenten voor progressieve belastingen, Tijdschrift voor openbare financiën 35, januari 2003, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p België heeft ook een laag btw-tarief van 12% voor enkele goederen en diensten, zoals aangehaald in Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p

32 Paragraaf 5.3: De consequenties van beide gevolgen voor de bevolking Wanneer een lastenverschuiving niet op een andere manier gecompenseerd wordt (met andere instrumenten zoals uitkeringen en toeslagen die het Ministerie van Financiën noemde in de Fiscale agenda 102 ), zal dit gevolgen hebben voor inkomensongelijkheid. Om een toename van inkomensongelijkheid te beoordelen dient naar zowel rechtsbeginselen als naar cijfers gekeken te worden. Voor legitimiteit van de wet is rechtvaardigheid namelijk zeer belangrijk. 103 Wetten behoren rechtvaardig te zijn. Slechts indien de bevolking een lastenverschuiving als rechtvaardig bestempelt, zal deze maatregel geaccepteerd worden. Bij het rechtvaardigheidsbeginsel is het echter lastig (zo niet onmogelijk) te doorgronden wat nu precies rechtvaardig is. Rechtsbeginselen bepalen in grote lijnen wat in het algemeen als rechtvaardig wordt gezien. Ondanks dat een algemeen beeld zal bestaan, heeft een ieder binnen onze samenleving echter andere opvattingen van wat nu precies rechtvaardigheid is. 104 Enkel het begrip rechtvaardigheid is dus te vaag om een conclusie te trekken over inkomensongelijkheid. Bij een hogere inkomensongelijkheid zal een begrip als gelijkheid een rol spelen. Bij het gelijkheidsbeginsel gaat het om gelijke gevallen gelijk behandelen, en ongelijke gevallen ongelijk behandelen naar mate van ongelijkheid. 105 Ook hier zijn een aantal grijze gebieden omdat discussie zal blijven over wat gelijke danwel ongelijke gevallen zijn en de manier waarop ongelijke gevallen behandeld dienen te worden. Wanneer iemand een studie heeft gedaan voor een beroep en de ander niet zijn dat naar mijn mening geen gelijke gevallen. Maar dan is het alsnog lastig om op basis van dit beginsel een oordeel te vellen over inkomensongelijkheid omdat het niet te bepalen valt welk verschil aan inkomen te rechtvaardigen valt op basis van de ongelijkheid. Naast gelijkheid is er ook nog het begrip gelijkwaardigheid, dat omschreven kan worden als het recht op gelijke kansen. 106 Een ieder zou in het begin van zijn/haar leven dezelfde mogelijkheden moeten hebben (wat in de realiteit niet zo is omdat bijvoorbeeld de financiële situatie van de ouders wel degelijk een rol speelt). Echter laat Richard Wilkinson zien dat er een correlatie bestaat tussen de mate van inkomensgelijkheid en de sociale mobiliteit. 107 Op basis van zijn onderzoek lijkt het zo te zijn dat naar mate inkomensgelijkheid groter is, de sociale mobiliteit hoger is. Sociale mobiliteit geeft aan hoe gemakkelijk (zowel binnen als tussen generaties) van sociale positie veranderd (zowel opwaarts als neerwaarts) kan worden. 108 Tussen generaties kan het omschreven worden als de mate waarin het voor een persoon van minder welvarende afkomst, net zo gemakkelijk is een goed inkomen te krijgen dan voor een persoon uit een zeer welvarend milieu. Het gaat dan namelijk om de sociale positie in verhouding tot die van je ouders. Binnen een generatie gaat het om de mogelijkheid gedurende iemands leven om van sociale positie te veranderen (bijvoorbeeld tussen je eerste en je 102 Ministerie van Financiën, De fiscale agenda Naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel, 14 april 2011, p J.L.M. Gribnau, Rechtsbeginselen en evaluatie van belastingwetgeving, Deventer: Kluwer 2006, p J.L.M. Gribnau, Rechtsbeginselen en evaluatie van belastingwetgeving, Deventer: Kluwer 2006, p J.L.M. Gribnau, Rechtsbeginselen en evaluatie van belastingwetgeving, Deventer: Kluwer 2006, p Paul de Beer en Adriaan van Veldhuizen, tussen gelijkheid en gelijkwaardigheid, S&D jaargang 70 nummer 3 juni 2013, p Emiel Vervliet, Waarom gelijkheid beter is voor iedereen, MO*Papers nummer 53, april 2011 (Samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 3 van The Spirit Level van Robert Wilkinson en Kate Pickett), onderste figuur p Mark Elchardus, Sociologie een inleiding, Amsterdam: Pearson Education Benelux 2007, p

33 laatste baan). Over het algemeen geldt: hoe hoger de sociale mobiliteit, des te meer recht wordt gedaan aan het beginsel van gelijke kansen. Naar mijn mening dienen mensen zoveel mogelijk gelijke kansen geboden te worden, maar zijn er altijd factoren (zoals talent) die nu eenmaal niet gelijk te trekken zijn. Het onderzoek van Richard Wilkinson dat laat zien dat inkomensongelijkheid een sterke correlatie heeft met sociale problemen binnen een samenleving, is naar mijn mening een stuk concreter om eventuele gevolgen van een toename van inkomensongelijkheid te beoordelen. 109 Steeds wordt in kaart gebracht dat een sterke correlatie bestaat tussen inkomensongelijkheid en bepaalde negatieve gevolgen. Waar ontwikkelingen die de rijken rijker maken en de armen armer wellicht als positief worden ervaren door de hogere inkomensgroepen en als negatief door de lagere inkomensgroepen, laat hij ook aan de hand van enkele figuren zien dat er een correlatie is tussen de mate van inkomensongelijkheid en sociale problemen binnen een samenleving. In figuur 15 is een verband tussen inkomensongelijkheid en gezondheids- en sociale problemen in kaart gebracht. Figuur 15: Gezondheids- en sociale problemen en inkomensongelijkheid 110 Voor de index van gezondheids- en sociale problemen zijn verschillende problemen die binnen een samenleving spelen meegenomen. 111 Deze problemen zijn levensverwachting, rekenkunde en 109 Emiel Vervliet, Waarom gelijkheid beter is voor iedereen, MO*Papers nummer 53, april 2011 (Samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 3 van The Spirit Level van Robert Wilkinson en Kate Pickett) 110 Emiel Vervliet, Waarom gelijkheid beter is voor iedereen, MO*Papers nummer 53, april 2011 (Samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 3 van The Spirit Level van Robert Wilkinson en Kate Pickett), p Emiel Vervliet, Waarom gelijkheid beter is voor iedereen, MO*Papers nummer 53, april 2011 (Samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 3 van The Spirit Level van Robert Wilkinson en Kate Pickett), p 8. 33

34 geletterdheid, kindersterfte, moorden, gevangenisstraffen, tienergeboorten, vertrouwen, overgewicht, geestelijke problemen inclusief drugs- en alcoholverslavingen en sociale mobiliteit. De figuur illustreert dat er een relatie lijkt te bestaan tussen inkomensongelijkheid en sociale problemen. Ook deze sociale factoren zijn van belang voor het welzijn van de mens (hier zal later verder op worden ingegaan). Deze sociale problemen (zoals opgesomd hierboven) laat Wilkinson tevens apart in combinatie met inkomensongelijkheid zien, en ook dan is volgens onderzoek een correlatie te bekennen. In maatschappijen die gekenmerkt worden door een hoge mate van inkomensongelijkheid komen deze sociale problemen veelvuldiger voor. Ook tussen kinderwelzijn en inkomensongelijkheid lijkt een verband te bestaan. Deze is weergegeven in figuur 16. De index van kinderwelzijn in de figuur wordt gevormd door 40 verschillende factoren die door UNICEF van belang worden geacht voor het geluk van een kind. 112 Figuur 16: Kinderwelzijn en inkomensongelijkheid 113 Deze figuur illustreert dat het welzijn van kinderen afhankelijk is van inkomensongelijkheid. Het lijkt er dus op dat kinderen over het algemeen ongelukkiger zijn in landen met grote inkomensverschillen. De conclusie van Wilkinson is dat een hogere inkomensongelijkheid een groot aantal negatieve invloeden op de samenleving kan hebben gezien de sterke correlatie die er lijkt te zijn tussen inkomensongelijkheid en enkele sociale problemen. 112 Emiel Vervliet, Waarom gelijkheid beter is voor iedereen, MO*Papers nummer 53, april 2011 (Samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 3 van The Spirit Level van Robert Wilkinson en Kate Pickett), p Emiel Vervliet, Waarom gelijkheid beter is voor iedereen, MO*Papers nummer 53, april 2011 (Samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 3 van The Spirit Level van Robert Wilkinson en Kate Pickett), p 9. 34

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

Grootverdiener zwaarder belast

Grootverdiener zwaarder belast 4 september 2009 Grootverdiener zwaarder belast AMSTERDAM - De PvdA zint op de terugkeer van een toptarief van 60 procent in de inkomstenbelasting. Het toptarief is nu 52 procent. Acht jaar geleden was

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Vermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw

Vermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw Vermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw Koen Caminada, Universiteit Leiden Kees Goudswaard, Universiteit Leiden Marike Knoef, Universiteit Leiden De verdeling van vermogen in

Nadere informatie

Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen

Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen Tineke de Jonge, Peter Meuwissen en Reinder Lok Het CBS ontwikkelt een nieuwe belastingsstatistiek. Als eerste zijn daarin de inkomstenbelasting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 26 727 Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001) Nr. 130 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Het nivelleringsfeestje houdt aan

Het nivelleringsfeestje houdt aan Het nivelleringsfeestje houdt aan Kees Goudswaard 1 Inleiding Inkomensongelijkheid is al enige jaren een belangrijk maatschappelijk en wetenschappelijk thema. Dat komt onder meer door gezaghebbende studies

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen

Nadere informatie

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Belastingen op aankopen Geld voor de overheid Berekening btw Btw = belasting toegevoegde waarde. De consument betaalt aan de winkelier het verkoopbedrag + de btw. Dit noemt men

Nadere informatie

UIT personele inkomensverdeling

UIT personele inkomensverdeling De personele inkomensverdeling. Bij de personele inkomensverdeling kijken we naar de verschillen tussen rijk en arm, in een land. Omdat we niet alle inkomens in een land individueel kunnen vergelijken,

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Bronvermelding figuren & tabellen Overheidsfinanciën 13de druk

Bronvermelding figuren & tabellen Overheidsfinanciën 13de druk Bronvermelding figuren & tabellen Overheidsfinanciën 13de druk Figuren Figuur 2.1 (blz. 35): OESO, Economic Outlook (diverse afleveringen) Figuur 2.2 (blz. 36): Frits Bos (2007), The Dutch fiscal framework.

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Inkomensongelijkheid 4.1. a/b/c.

Hoofdstuk 4 Inkomensongelijkheid 4.1. a/b/c. Hoofdstuk 4 Inkomensongelijkheid 4.1. a/b/c. 4.2. a/b. (1) (2) (3) (4) (5) (6) bruto inkomen bruto inkomen cumulatief in % in % % van het totaal ( 1.000) van het totaal inkomensgroep van het totale inkomen

Nadere informatie

Effect van herverdeling op inkomensongelijkheid

Effect van herverdeling op inkomensongelijkheid Effect van herverdeling op inkomensongelijkheid Marion van den Brakel en Linda Moonen De herverdeling van inkomens heeft een groot effect op de mate waarin huishoudensinkomens onderling verschillen. Vooral

Nadere informatie

Vragen rond gelijkheid en ongelijkheid in de samenleving

Vragen rond gelijkheid en ongelijkheid in de samenleving Emeritiforum KU Leuven donderdag 24 maart 2016 Vragen rond gelijkheid en ongelijkheid in de samenleving Prof. Dr. A. Decoster Faculteit Economie & Bedrijfswetenchappen KU Leuven andre.decoster@kuleuven.be

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /04

ALGEMENE ECONOMIE /04 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel

Nadere informatie

UIT inkomstenbelasting

UIT inkomstenbelasting De inkomstenbelasting, box 1. De inkomstenbelasting box 1, is het systeem van belasten van inkomen uit arbeid. Ook het huis waar men woont wordt in dit systeem belast. Box 1 bestaat uit drie onderdelen:

Nadere informatie

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei CPB Notitie 22 december 2014 CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid en economische groei Uitgevoerd op verzoek van de vaste commissie Financiën van de Tweede Kamer CPB Notitie

Nadere informatie

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht door Mr. P.M. van Schie Prof. dr. CA. de Kam Mr. J. Lamens Mr. drs. F.J.P.M. Haas Twaalfde herziene druk Kluwer Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij

Nadere informatie

BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten

BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten Aan de heer Groot is toegezegd om informatie te verstrekken over verschillen tussen het brutonettotraject van ondernemers en werknemers. 1 Aannames Een vergelijking van

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

Economie Elementaire economie 3 VWO

Economie Elementaire economie 3 VWO Economie Elementaire economie 3 VWO Les 13 Introductie overheid Ontwerp power point: Henk Douna docent: Jeannette de Beus De komende weken: de overheid Consumenten De markt Producenten Bijvoorbeeld Goederenmarkt

Nadere informatie

Datum: 23 oktober 2015 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens

Datum: 23 oktober 2015 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens CPB Notitie Aan: Teun van Dijck (PVV), Elbert Dijkgraaf (SGP), Henk Krol (50Plus), Tunahan Kuzu (groep Kuzu/Öztürk), Arnold Merkies ( SP), Pieter Omtzigt (CDA), Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren),

Nadere informatie

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan. Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.

Nadere informatie

Belastingen en inkomensongelijkheid: België in een internationaal perspectief

Belastingen en inkomensongelijkheid: België in een internationaal perspectief Belastingen en inkomensongelijkheid: België in een internationaal perspectief Verbist, G. (2003). De fiscus als herverdeler. Personenbelasting en inkomensongelijkheid in België en andere OESO-landen. Antwerpen:

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

Lokale lastendruk in Kampen

Lokale lastendruk in Kampen Lokale lastendruk in Kampen Notitie opgesteld in opdracht van de gemeente Kampen (herziene versie) Dr. ir. C. Hoeben COELO 19 februari 2004 COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden

Nadere informatie

Bron: Koen Caminada en Raymond Gradus, Verlaag belastingtarieven door vereenvoudiging belastingstelsel, Me Judice, www.mejudice.nl, 27 november 2011.

Bron: Koen Caminada en Raymond Gradus, Verlaag belastingtarieven door vereenvoudiging belastingstelsel, Me Judice, www.mejudice.nl, 27 november 2011. Bron: Koen Caminada en Raymond Gradus, Verlaag belastingtarieven door vereenvoudiging belastingstelsel, Me Judice, www.mejudice.nl, 27 november 2011. Verlaag belastingtarieven door vereenvoudiging belastingstelsel

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam CPB Notitie 16 augustus 2013 Houdbaarheidsberekeningen Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam. CPB Notitie Aan: Flip de Kam Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij. 2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders

Nadere informatie

28 april 2017 Basisinkomen van OBi naar Negatief IB 5 x vergelijken

28 april 2017 Basisinkomen van OBi naar Negatief IB 5 x vergelijken 28 april 17 Basisinkomen van OBi naar Negatief IB 5 x vergelijken Basisinkomen benaderd vanuit verschillende richtingen Omdat de inkomensverdeling over 17.11. personen makkelijk te vergelijken moet zijn,

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Wijziging Gebruikelijkloonregeling

Wijziging Gebruikelijkloonregeling Notitie Wijziging Gebruikelijkloonregeling datum 5 november 2015 Aan Van StartupDelta N. Rosenboom en T. Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2015-78 Conclusie SEO Economisch Onderzoek heeft de

Nadere informatie

Leidenincijfers Particuliere huishoudens en -inkomens in de Leidse regio

Leidenincijfers Particuliere huishoudens en -inkomens in de Leidse regio Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming 2015 Particuliere huishoudens en -inkomens in de Leidse regio BELEIDSONDERZOEK 071-516 5122 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven

Nadere informatie

Inkomen van AOW ers, 2000

Inkomen van AOW ers, 2000 Inkomen van AOW ers, 2000 Reinder Lok en Petra Ament Het aantal particuliere huishoudens met AOW ers nam in de jaren negentig met ruim 200 duizend toe tot 1,4 miljoen in 2000. Vrijwel alle huishoudens

Nadere informatie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie Inhoud 1. Verhoging lage BTW-tarief van 6% naar 9% 2. Veranderingen vennootschapsbelasting en dividendbelasting box 2 3. Overige wijzigingen 4. Eindejaarstips

Nadere informatie

Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren.

Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren. Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren. 1. Inleiding Naar verwachting zal nivellering via de inkomensafhankelijke zorgpremie (IAP) worden vervangen door nivellering via het belastingstelsel. De IAP

Nadere informatie

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Effect van de invoering van het basisinkomen op het inkomen van een aantal voorbeeldhuishoudens Jasja Bos, Marjan Verberk-De Kruik Inkomenseffecten van het basisinkomen

Nadere informatie

Arbeidsfiscaliteit. Gemengde Parlementaire Commissie belast met de fiscale hervorming. Hoorzitting 21 oktober 2013

Arbeidsfiscaliteit. Gemengde Parlementaire Commissie belast met de fiscale hervorming. Hoorzitting 21 oktober 2013 Gemengde Parlementaire Commissie belast met de fiscale hervorming Hoorzitting 21 oktober 2013 Prof. Dr. Bruno Peeters Voorzitter Antwerp Tax Academy Universiteit Antwerpen 0 Overzicht Inleiding A. Samenhang

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2 Inkomstenbelasting Module 7 hoofdstuk 2 Verschillende vormen inkomen, verschillende vormen belasting Verschillende boxen Box 1 Bruto inkomen uit arbeid (denk aan brutoloon) Inkomen uit koophuis Aftrekposten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting. Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste

Nadere informatie

Belastingrecht in Hoofdlijnen

Belastingrecht in Hoofdlijnen Belastingrecht in Hoofdlijnen Prof. dr. CA. de Kam (eindredactie) Mr. P.M. van Schie Prof. dr. I.J.J. Burgers Mr. drs. F.J.P.M. Haas Mr.J. Lamens Dr. mr. A.M. van Amsterdam RA Mr. C.M. Ettema Mr. dr. D.V.E.M.

Nadere informatie

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Inleiding Deze bijlage bevat de effecten van een mogelijke verhoging van de energiebelasting (EB) op aardgas in de

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 005 Begin 008 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 005 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning CPB Notitie Datum : 27 augustus 2004 Aan : de SP, de heer E. Irrgang SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning 1 Inleiding De SP-fractie heeft het CPB gevraagd de budgettaire en koopkrachteffecten te

Nadere informatie

Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen

Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Ruben Schoonackers Bruno Eugène INTERN Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën Structuur van

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) N BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) P VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 12 mei

Nadere informatie

Inkomensstatistiek Westfriesland Augustus 2014

Inkomensstatistiek Westfriesland Augustus 2014 Inkomensstatistiek Augustus 2014 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2014-2041 Datum Augustus 2014 Opdrachtgever De Westfriese gemeenten Inleiding

Nadere informatie

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk Hoofdstuk 1. 1.16 C. School of baantje 1.17 a. 200/ 10 = 20 keer. b. Zie figuur. c. Zie figuur. d. 15 keer naar de bioscoop kost hem 150. Er blijft dan nog 50 over voor tijdschriften. Hij kan nog 50/5

Nadere informatie

2011 STAATSBLAD No. 129 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2011 STAATSBLAD No. 129 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2011 STAATSBLAD No. 129 VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 5 september 2011, houdende nadere wijziging van de Wet houdende bepalingen omtrent de accijns op het hier te lande vervaardigd en ingevoerd gedistilleerd

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Aanleiding Elke vier jaar moet de vraag worden beantwoord of er omstandigheden

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

De drukverdeling van collectieve lasten

De drukverdeling van collectieve lasten De drukverdeling van collectieve lasten Rens (L.) Trimp Statistisch onderzoeker bij het Centraal Bureau voor de Statistiek Flip (C.A.) de Kam Honorair hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen De heffing

Nadere informatie

Artikelen. De ongelijkheid van inkomens in Nederland. Marion van den Brakel-Hofmans. 2. Toename inkomensverschillen sinds 1977

Artikelen. De ongelijkheid van inkomens in Nederland. Marion van den Brakel-Hofmans. 2. Toename inkomensverschillen sinds 1977 De ongelijkheid van inkomens in Nederland Marion van den Brakel-Hofmans In 25 waren de inkomensverschillen onder de Nederlandse bevolking groter dan in 1977. Vooral in de tweede helft van de jaren tachtig

Nadere informatie

Booking.com ontweek 715 miljoen euro aan belasting in de EU.

Booking.com ontweek 715 miljoen euro aan belasting in de EU. ontweek 715 miljoen euro aan belasting in de EU. Authors: Paul Tang S&D Groep Europees Parlement, rapporteur van voorstellen voor een gemeenschappelijke winstbelasting Henri Bussink Projectmedewerker Nederlandse

Nadere informatie

Overheid en economie

Overheid en economie Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013 Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013 Lorette Ford Inleiding Belastingen worden gezien als de belangrijkste inkomstenbron voor de overheid, mede ter financiering van de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) In de meeste Westerse landen gaat een groot deel van het inkomen ongeveer 25% op aan inkomstenbelasting (OECD, 2013). De overheid financiert hiermee bijvoorbeeld publieke

Nadere informatie

Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit

Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit CPB Achtergronddocument Jasper Lukkezen en Adam Elbourne Maart 2015 3 Samenvatting In dit document maken wij een

Nadere informatie

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016

Armoede en ongelijkheid in de wereld. Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016 Armoede en ongelijkheid in de wereld Inleiding tot een eenvoudig én complex onderwerp Francine Mestrum, 27 maart 2016 Wat gaan we bestuderen? Wanneer en hoe zijn armoede en ongelijkheid op de agenda van

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden,

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Verschil tussen arm en rijk is verkleind

Verschil tussen arm en rijk is verkleind Onderzoek Nederlandse topinkomens in de twintigste eeuw Verschil tussen arm en rijk is verkleind Emiel Afman is student aan Université de Paris 1 Panthéon Sorbonne en was ten tijde van het onderzoek als

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus 2006 6,9 52 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 De collectieve sector = overheid - mogen geweld uitoefenen - mogen regels maken -> publiek rechtelijke

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten? Samenvatting door een scholier 1896 woorden 6 februari 2007 5,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting : 1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers,

Nadere informatie

Inkomens en verhuizingen in Rotterdam Uitkomsten en toelichting (update)

Inkomens en verhuizingen in Rotterdam Uitkomsten en toelichting (update) Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Inkomens en verhuizingen in Rotterdam Uitkomsten en toelichting (update) Harold Kroeze januari 2007 Inleiding Het Centrum voor Beleidsstatistiek

Nadere informatie

Bachelorscriptie. De vlaktaks een goed idee

Bachelorscriptie. De vlaktaks een goed idee Bachelorscriptie De vlaktaks een goed idee Naam: A. Gueriguer Begeleider: R. Cornelisse Collegekaart: 0135054 Studiejaar: 2007-2008 1 1.0 Inleiding Voor het inzamelen van middelen ter financiering van

Nadere informatie

CPB Achtergronddocument

CPB Achtergronddocument CPB Achtergronddocument Tekortreductie in internationaal perspectief Erik Floor 3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Tekortreducerende maatregelen 5 3 Tekortreducering 7 3.1 Overheidsuitgaven 8 3.2 Overheidsinkomsten

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij CPB Notitie 17 juni 2014 AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij. CPB Notitie Aan: SP, Henk van Gerven Datum: 17-6-2014 Betreft: AWBZ-premie over vier schijven

Nadere informatie