De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 14 december 2016 een aanvraag ontvangen van Shin-Etsu PVC B.V. te Hoogvliet Rotterdam.

Transcriptie

1 Onderwerp Wijziging maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.6 van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het lozen van koelwater op de 1 e Petroleumhaven waaraan in beperkte mate biologische biocide wordt toegevoegd. Zaaknummer RWSZ Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Procedure 6. Conclusie 7. Ondertekening 8. Mededelingen 1. Aanhef De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 14 december 2016 een aanvraag ontvangen van Shin-Etsu PVC B.V. te Hoogvliet Rotterdam. De aanvraag betreft een verzoek om het vigerende maatwerkvoorschrift met betrekking tot het lozen van koelwater waaraan in een beperkte mate chemicaliën/ hulpstoffen worden toegevoegd te wijzigen. De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RWSZ Besluit Gelet op de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet, het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: Het aan Shin-Etsu PVC B.V. verleende maatwerkvoorschrift van 6 mei 2013, kenmerk RWS-2013/23254 M, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van 29 januari 2015, kenmerk RWS-2015/3826 M, als volgt te wijzigen: RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 1 van 7

2 3. Voorschriften Aan voorschrift 1 wordt een lid 5 toegevoegd: 5. Aan het koelwater dat wordt geloosd via meetpunt C-251 mag voor een periode van één jaar gerekend vanaf het moment van inwerkingtreding van deze beschikking de biologische biocide BIOMEBA worden toegevoegd als test en ter vervanging van de chemicalie natriumhypochloriet zoals opgenomen in lid 3. Voorschrift 2 wordt toegevoegd Voorschrift 2 Meetcontrole oppervlaktewater Shin-Etsu dient voor aanvang van de test een controlemeting uit te voeren op aanwezigheid van amoebes in het ontvangend oppervlaktewater (waterkolom en waterbodem). 4. Overwegingen 4.1 Activiteitenbesluit milieubeheer Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer in werking getreden, verder aangehaald als het "Activiteitenbesluit milieubeheer". In het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn voor verschillende activiteiten, die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene voorschriften opgenomen. Met het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt de vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Waterwet (Wtw) voor een groot aantal inrichtingen opgeheven. Het Activiteitenbesluit milieubeheer onderscheidt drie type inrichtingen, type A, B en C. Met de inwerkingtreding van de wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer per 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit ook van toepassing op IPPC-installaties. IPPC-inrichtingen worden binnen het Activiteitenbesluit milieubeheer aangemerkt als type C-inrichtingen. De inrichting van Shin-Etsu PVC B.V. (hierna Shin-Etsu) te Hoogvliet Rotterdam is een IPPC-inrichting. Voor die inrichting is op grond van artikel 1.6 van het Activiteitenbesluit milieubeheer geen vergunning volgens de Waterwet noodzakelijk, voor zover het lozen betrekking heeft op de activiteiten genoemd in hoofdstuk Bedrijfsactiviteiten Het bedrijf houdt zich bezig met de productie van Polyvinylchloride. 4.3 Reden wijziging maatwerkbesluit Shin-Etsu heeft bij het besluit van 06 mei 2013, met nummer RWS-2013/23254 M, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van 29 januari 2015, met kenmerk RWS-2015/3826 M, een maatwerkvoorschrift gekregen voor het lozen van koelwater met een warmtevracht groter dan 1 MW en kleiner dan 50 MW, waaraan additieven en/of hulpstoffen worden toegevoegd. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 2 van 7

3 Shin-Etsu is voornemens een test uit te voeren voor een periode van één jaar. Gedurende deze periode zal Shin-Etsu een biologische biocide (BIOMEBA) aan het koeltorenwater toevoegen ter bestrijding van aangroei en legionellavorming in het koelwatersysteem. BIOMEBA wordt toegevoegd ter vervanging van Natriumhypochloriet. 4.4 Beschrijving aangevraagde wijziging Ten behoeve van het koelen van procesonderdelen wordt gebruikgemaakt van een open recirculerend koelwatersystemen, waarbij het koelwater na gebruik in een koeltoren wordt gekoeld. Doordat een deel van het koelwater verdampt, wordt er water aan het systeem toegevoegd. Een deel van het koelwater wordt constant gespuid en direct geloosd op het oppervlaktewater om indikking van zouten en vuil in het systeem te voorkomen. Shin-Etsu geeft aan dat er naast koelwaterspui ook koelwater uit een doorstroom koelsysteem wordt geloosd via twee lozingspunten C250 en C255. De thermische belasting van deze koelers (U3700 en U4700) is bij elk lozingspunt kleiner dan 1 MW. Aan dit koelwater worden geen chemicaliën toegevoegd. Dat wil zeggen dat de lozing van koelwater, waaraan chemicaliën worden toegevoegd, uitsluitend plaatsvindt via lozingspunt C-251. De totale thermische belasting op het oppervlaktewater vanuit Shin-Etsu bedraagt daarom maximaal 22 MW. Ter voorkoming van corrosie en systeemvervuiling wordt het koeltorenwater met chemicaliën behandeld. In het vigerende maatwerkvoorschrift staan de volgende chemicaliën vermeld: Natriumhypochloriet; NovoTraqua 271; Nova Traqua 281. De gevraagde activiteit wordt uitgevoerd om te testen of Shin-Etsu kan overgaan op het gebruik van een 100% biologische biocide in plaats van het gebruik van het additief chloorbleekloog (Natriumhypochloriet) in haar koeltorenwater. 4.5 Beoordeling BIOMEBA test In de circulatiekoelsystemen van de koeltoren dient met regelmaat een biocide te worden gebruikt om microbiologische aangroei tegen te gaan. In Frankrijk is een methodiek ontwikkeld waarbij in plaats van biociden gebruik gemaakt wordt van een thermofiele amoebesoort 1, die de bacteriën inkapselt en consumeert. Op 9 november 2016 is er een overleg geweest tussen Rijkswaterstaat, het Franse bedrijf (Amoéba) en de waterbehandelingsfirma (Novochem). Tijdens dit overleg heeft het Amoéba een toelichting gegeven over de methodiek. Zij zijn voornemens om dit gepatenteerde product in de toekomst als alternatief voor milieubezwaarlijke biocides op de markt te brengen. Een toelating bij het Franse College Toelating Gewasbescherming (FCTGB) loopt. 1 Willaertia magna C2c Maky RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 3 van 7

4 4.5.1 Demonstratieprojecten in Nederland Amoéba wil in samenwerking met Novochem een aantal demonstratieprojecten uitvoeren in Nederland. Het Nederlandse College Toelating Gewasbescherming (CTGB) heeft toestemming verleend voor het uitvoeren van tien testen. Deze toestemming is vereist, omdat de thermofiele amoebesoort micro-organismen doodt. Het CTGB stelt als randvoorwaarde dat er ook controlemetingen plaatsvinden op legionella. Er is één project met toestemming van het Waterschap Zuiderzeeland uitgevoerd bij KPN in Almere. Het project is succesvol verlopen en er is geen legionella aangetroffen. Het voornemen bestaat om nog drie testen in Nederland uit te voeren: Shin-Etsu; beheergebied van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid (lozing in de Botlek); Dow; beheergebied van Hunze en Aas (lozing op regionaal water); Morssinkhof/Emmtech; beheergebied van Vechtstromen (lozing op de RWZI) Deskundige analyse Er is advies gevraagd bij het hydrobiologisch laboratorium van Rijkswaterstaat Centrale Informatie Voorziening (CIV), bij het RIVM en het Waterschap Zuiderzeeland. De reactie van het CIV is dat deze thermofiele amoebesoort waarschijnlijk zal afsterven in Nederlands oppervlaktewater, maar mogelijk cysten zal vormen (slaapvorm van amoeben). De inschatting is dat de risico s van een proef niet groot zullen zijn. Het RIVM kon geen informatie leveren en verwees naar de Wageningen Universiteit and Researchcentre (WUR). De reactie van het Waterschap Zuiderzeeland is dat er verwacht wordt dat de condities voor overleving in oppervlaktewater ongunstig zijn. Er kan sprake zijn van cystevorming, maar dat deze thermofiele amoebesoort wordt weggeconcurreerd door andere amoebes. Uit informatie van Amoéba is overigens gebleken dat deze amoebesoort niet kan overleven in zout water Gedrag op zuiveringsinstallaties Informatie hierover is ontvangen van het Waterschap Hunze en Aa s. Amoebes komen voor in RWZI-slib. Onbekend is of deze specifieke amoebesoort ook voorkomt in het slib. De deelsnelheid van bacteriën is waarschijnlijk hoger dan van amoebes. De amoebes verdwijnen ook via slibverwijdering. De temperaturen van het slib (7-20 o C) zijn ongunstig voor het overleven van deze specifieke thermofiele amoebesoort Juridische aspecten Bij de centrale juridische dienst van Rijkswaterstaat is navraag gedaan of er nog juridische randvoorwaarden zijn alvorens met de test te starten. De Natuurwetgeving geeft op zich wel mogelijkheden als dit gereguleerd dient te worden. Deze wetgeving is echter meer op andere organismen gericht. Door het CTGB is toestemming gegeven voor het uitvoeren van testen in Nederland. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 4 van 7

5 4.5.5 Beoordeling van de test De lozing van deze thermofiele amoebesoort acht Rijkswaterstaat niet heel risicovol. Gelet op de lage temperatuur nu, en het zoutgehalte wordt niet verwacht dat de amoebesoort in de Botlek aanwezig is. Deze thermofiele amoebesoort komt mogelijk ook voor in het water van Thermae 2000 in Arcen. Dit bedrijf loost periodiek op de Maas. Via deze route zou deze amoebesoort mogelijk al in het Nederlandse oppervlaktewater aanwezig kunnen zijn. Voorgesteld wordt om enkele controlemetingen te doen op het water uit dit bedrijf. Amoéba is bereid dit te financieren. Op basis van het voorgaande wordt het volgende opgenomen in deze beschikking: Rijkswaterstaat staat het uitvoeren van de test met amoebes toe door Shin-Etsu; Voor aanvang van de test dient Shin-Etsu een controlemeting uit te voeren op aanwezigheid van amoebes in het ontvangend oppervlaktewater (waterkolom en waterbodem). 5. Procedure De voorbereiding van deze beschikking heeft volgens het gestelde in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. 6. Conclusie Het maatwerkvoorschrift waarborgt dat de doelstellingen van het waterbeheer voldoende worden beschermd. Op grond van de overwegingen bestaan er daarom geen bezwaren tegen het verlenen van het maatwerkvoorschrift. 7. Ondertekening DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid N.C. Knaap RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 5 van 7

6 8. Mededelingen Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: - Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? - Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? - Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: - Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? - Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? - Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 6 van 7

7 In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: - uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; - een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); - de reden waarom u bezwaar maakt; - de datum en uw handtekening. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. RWS ONGECLASSIFICEERD Pagina 7 van 7