URGENTIES IN DE PALLIATIEVE THUISZORG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "URGENTIES IN DE PALLIATIEVE THUISZORG"

Transcriptie

1 URGENTIES IN DE PALLIATIEVE THUISZORG HAIO: Benjamin Van den Broek PROMOTOR: Professor Dr. Paul Clement 1

2 Samenvatting Achtergrond: Een gemiddelde huisartsenpraktijk in België telt zo n 3 à 4 palliatieve patiënten per jaar. (1) Onderzoek toont aan dat zowat 70% van deze mensen verkiezen om thuis te sterven. Als huisarts draagt men dus een grote verantwoordelijkheid om tegemoet te komen aan deze wens, ook bij urgenties. Urgenties komen in de palliatieve thuiszorg immers frequent voor, te meer naar het levenseinde toe, maar vergen vaak een specifieke aanpak. Een adequate interventie kan op zulke cruciale momenten ongewenste ziekenhuisopnames vermijden. Doelstelling: Nagaan of er richtlijnen omtrent palliatieve urgenties bestaan en of deze bruikbaar zijn in de praktijk. Methode: Enerzijds werd een korte vragenlijst rondgestuurd naar huisartsen en huisartsen in opleiding (HAIO s) in de regio Oost-Vlaanderen. De conclusies uit deze rondvraag werden vergeleken met de bestaande aanbevelingen uit de literatuur. Anderzijds werden in de opleidingspraktijk palliatieve urgenties behandeld volgens de aanbevelingen met een aangepaste urgentietrousse. Resultaten: Uit onze rondvraag blijkt dat de gevonden aanbevelingen uit de literatuur gevolgd worden in de praktijk. Conclusie: Er bestaan duidelijke aanbevelingen in de literatuur, die waardevol blijken daar ze gevolgd worden door de ondervraagde huisartsen en met gunstig resultaat werden toegepast in de opleidingspraktijk. 2

3 Inhoudstafel I. Inleiding..p 4 II. Keuze thema p 5 III. Doelstelling en onderzoeksvraag.p 5 IV. Literatuuronderzoek p Zoekmethode 2. Palliatieve urgenties 2.1 Pijn 2.2 Angst of onrust 2.3 Dyspnee 2.4 Pulmonaire secreties of doodsreutel 2.5 Braken 2.6 Acute bloeding 2.7 Epilepsie Addendum: de Stervensfase V. Onderzoeksmethode.p 9 VI. Registratie.p 11 VII. Resultaten.p Pijn 2. Angst of onrust 3. Dyspnee 4. Pulmonaire secreties of doodsreutel 5. Braken 6. Acute bloeding 7. Epilepsie 8. Geraadpleegde bronnen VIII. Interpretaties en besluiten...p 17 IX. Voor en nadelen van onderzoek..p 17 X. Implementatie.p 18 XI. Evaluatie.p 19 XII. Besluit.p 19 XIII. Referenties.p 20 3

4 I. Inleiding Wanneer curatieve therapie wordt stopgezet en men zich gaat toespitsen op het optimaliseren van de levenskwaliteit naar het levenseinde toe, spreekt men van palliatieve zorg. Hierbij poogt men de hinderlijke verschijnselen van de onderliggende ziekte te beperken. Een gemiddelde huisartsenpraktijk in België telt zo n 3 à 4 palliatieve patiënten per jaar.(1) Meestal is het de wens van deze mensen om thuis te blijven en te sterven, omringd door familie en dierbaren. Dit laatste noemen we in deze masterproef palliatieve thuiszorg. De huisarts speelt een centrale rol in de palliatieve thuiszorg, maar kan zich laten bijstaan door palliatief deskundigen. De laatste 20 jaar is er immers veel vooruitgang geboekt in de organisatie van palliatieve zorg. Zo werd de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen in het leven geroepen, die Vlaanderen verdeelt in 15 netwerken, elk met een palliatieve ondersteuningsequipe. Elke palliatieve ondersteuningsequipe is samengesteld uit enkele verpleegkundigen, een huisarts en een psycholoog. Zij staan zowel de patiënten en hun familie als de hulpverleners uit eerste lijn bij in alle aspecten van de palliatieve thuiszorg. Daarnaast werden palliatieve support teams en/of palliatieve eenheden in ziekenhuizen en rust- en verzorgingstehuizen en palliatieve dagcentra opgericht. Urgenties komen in de palliatieve thuiszorg frequent voor, te meer naar het levenseinde toe, maar vergen vaak een specifieke aanpak. Een adequate interventie, gestoeld op een degelijke kennis terzake, kan op zulke cruciale momenten kan de levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren en ongewenste ziekenhuisopnames vermijden. Dit laatste wordt mooi geïllustreerd door een Franse studie waarbij het aantal ziekenhuisopnames sterk werd teruggebracht door het bemannen van ambulances met een gespecialiseerd palliatief team bij noodoproepen. (2) In deze masterproef bespreken we de meest voorkomende palliatieve urgenties en hun aanpak in de huisartsenpraktijk aan de hand van een literatuurstudie en een eigen rondvraag. Tenslotte proberen we een waardevol voorstel te doen tot een aangepaste urgentietrousse. 4

5 II. Keuze thema De interesse voor het thema van mijn masterproef werd gewekt na directe ervaringen met palliatieve patiënten in de opleidingspraktijk. Ik werd me bewust van een gebrek aan parate kennis betreffende de aanpak van palliatieve patiënten, te meer van urgenties in deze patiëntenpopulatie. In goede verstandhouding met mijn praktijkopleider kreeg ik de kans om ervaring op te doen in de opleidingspraktijk. III. Doelstelling en onderzoeksvraag Nagaan of er duidelijke richtlijnen bestaan in de literatuur omtrent de aanpak van palliatieve urgenties en in welke mate deze toegepast (kunnen) worden in de praktijk. IV. Literatuuronderzoek 1. Zoekmethode Teneinde gepaste literatuur te verzamelen, werd er: Ten eerste werden artikels opgezocht via PubMed. De zoektermen palliative care, emergencies werden ingegeven. Enkel relevante, en liefst recente, artikels werden weerhouden. Per gevonden artikel werden tevens de aangehaalde referenties opgezocht. Ten tweede werden enkele handboeken betreffende palliatieve zorg aangekocht, die werden aanbevolen door collega s (waaronder Dr. Peter Pype) en de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen. Ten derde werd een cursus gevolgd omtrent palliatieve zorg in het UZ Gent. 2. Palliatieve Urgenties 2.1 Pijn Een adequate pijncontrole draagt sterk bij tot het comfort van de palliatieve patiënt en is één van de belangrijkste prioriteiten in de laatste fase van zowel de patiënt als de familie. Pijn blijkt tevens de vaakst voorkomende palliatieve urgentie te zijn, vooral bij kankerpatiënten. In zo n 40% van de gevallen treedt pijn op als eerste symptoom bij kanker en tot 100% van de kankerpatiënten zal pijnklachten hebben in de terminale fase. (3) Krachtdadig ingrijpen tijdens een pijncrisis moet dan ook behoren tot de capaciteiten van de behandelende arts. Men kan pijn indelen volgens de oorzaak (oa. pathologische fractuur, ruggemergcompressie, gastrointestinale obstructie of perforatie), de wijze van voorkomen (continu, al dan niet met opstoten, intermittent enzovoort) of de aard van het getroffen weefsel (nociceptieve, viscerale en neuropathische pijn). Acute pijn of een pijncrisis, kan omschreven worden als het plotse optreden van een pijn met een nieuwe aard (zie bijlage 1) of intensiteit (zie bijlage 2). Pijn 5

6 kan dus een nieuw gegeven zijn, maar vaak betreft het een zogenaamde doorbraakpijn als exacerbatie van reeds bestaand pijnlijden. (3-5) Om het onderscheid te illustreren kan men als voorbeeld een man met een prostaatcarcinoom met botmetastasen nemen. Bij deze patiënt kan plots een goed lokaliseerbare (nociceptieve) botpijn ontstaan bovenop een vager omschreven (viscerale) prostaatpijn. Bij invasie van bijvoorbeeld de plexus lumbosacralis kan er neuropatische pijn optreden, welke vaak schietend en branderig van karakter is. De aanvalsbehandeling bestaat uit opioïden, type morfine. 5 à 10mg morfine subcutaan of een bolus van 1/12 à 1/6 van de dagdosis indien de patiënt reeds over een spuitpomp beschikt. In de stervensfase kan men deze dosissen verhogen en eventueel Dormicum toevoegen. Intraveneus toegediend morfine, om het half uur opgetitreerd, wordt tevens beschreven in de literatuur maar blijkt minder haalbaar in eerste lijn. (6) Bijlage 1: Kaart met figuren waarmee men de aard van de pijn kan omschrijven (Janssen- Cilag). Bijlage 2: De Visueel Analoge Schaal (VAS): Pijnmeter (Janssen-Cilag) 6

7 De Visuele Analoge Schaal bestaat uit een 10 cm lange horizontale lijn die loopt van 'Geen pijn' (0) tot 'Ondraaglijke pijn' (10). Op het meetlatje geeft de patiënt aan de voorzijde aan hoe ernstig de pijn is, variërend van geen pijn tot ondraaglijke pijn. Aan de achterzijde is dan het bijpassende getal af te lezen. Deze schaal wordt waarschijnlijk het meest gebruikt bij de meting van pijn. Het is een eenvoudige methode om pijn in een getal te laten uitdrukken. 2.2 Angst of onrust Angst of onrust komt vaak voor bij palliatieve patiënten, vooral in de stervensfase als presentatie van een terminale encefalopathie (soms ook benoemd als terminale agitatie en rusteloosheid). Een psychogene oorzaak is mogelijk, zoals angst om te sterven. (7) De angst of onrust kan ook somatisch bepaald worden door bijvoorbeeld medicijnen (corticoïden, onttrekking opioïden), urineretentie (vaak vergeten in terminale fase!), intracraniële pathologie (tumor), dyspnee, hartfalen en metabole syndromen (hypoxische encefalopathie, anemie, hypoglycemie). De aanvalsbehandeling bestaat uit Valium 10mg per os of rectaal, Temesta expidet 2,5mg op de tong of Dormicum 5 tot 10mg subcutaan. Indien er meerdere toedieningen nodig zijn per 24u kan er overwogen worden een subcutane pomp op te starten. Neuroleptica, type Haldol, kunnen ook gebruikt worden. Een interessante Canadese studie, opgezet in een tertiaire palliatieve eenheid, deed een prospectieve studie omtrent angst en onrust in het kader van delirium. De studie leert ons dat delirium in bijna de helft van de gevallen omkeerbaar is en zou gepaard gaan met een duidelijk verhoogde mortaliteit. Vandaar dat er wordt aangeraden om acute verwardheid, buiten de stervensfase, te beschouwen als een signaal van ernstig onderliggend lijden en indien mogelijk oorzakelijk aan te pakken. (8) 2.3 Dyspnee Dyspnee, vaak omschreven als kortademigheid of een verstikkingsgevoel, omvat alle subjectieve gewaarwordingen van een verstoorde ademhaling. Het is een veelvoorkomende klacht van de palliatieve patiënt en wordt dat nog meer naarmate het levenseinde nadert. Zo zal tot 80% dyspnee ervaren in de laatste 24u voor het levenseinde. De oorzaken kunnen ingedeeld worden in verschillende categorieën, met name respiratoire (pneumonie, atelectase, asthma/copd), cardiovasculaire (longoedeem, longembolie, anemie, vena cava superior-syndroom), metabole (acidose) en psychogene (angst) oorzaken. Het gevoel van kortademigheid gaat vaak, vooral als deze acuut ontstaat, gepaard met een hevige angst - en paniekreactie, hetgeen voor de omringenden als zeer belastend wordt ervaren. 7

8 Los van de oorzaak kan de huisarts starten met subcutaan toegediende opioïden en eventueel orale anxiolytica. De morfine doseert men aan 5 à 10mg bij opioïd-naïeve patiënten of 1/6 à 1/12 van de dagdosis in bolus, net zoals bij de aanpak van een pijncrisis. Naargelang de oorzaak kan tevens een meer gerichte aanpak overwogen worden. Voorbeelden zijn antibiotica bij infecties, diuretica bij hartfalen en glucocorticoïden bij asthma of vena cava superior-syndroom. Zuurstoftherapie zou echter geen meerwaarde bieden ten opzichte van kamerlucht bij dyspneïsche patiënten, die niet hypoxisch zijn. (9) 2.4 Pulmonaire secreties of doodsreutel Pulmonaire secreties ter hoogte van trachea en larynx, die niet meer kunnen geklaard worden door de fel verzwakte patiënt geven aanleiding tot de gekende doodsreutel. Meer nog dan andere palliatieve urgenties is de doodsreutel, vaak gepaard met een luidruchtige tachypnee, zeer belastend voor de omringenden. Dit fenomeen treedt op bij 44 tot 58% van de patiënten, vooral in de laatste 2 dagen. De eerste, en meest belangrijke stap, in de therapie is dan ook een grondige uitleg aan de omringenden. Zij moeten vooral begrijpen dat de patiënt er zelf geen hinder meer van ondervindt. Vervolgens kan gestart worden met morfine en Dormicum voor de tachypnee en Buscopan, Robunil, atropine of Scopolamine voor de pulmonaire secreties. Verder wordt het hoofdeinde opgehoogd en kan de patiënt eventueel in zijligging worden gelegd om de secreties te laten afvloeien. Aspiratie van slijmen kan, vooral wanneer deze niet vlot verloopt, een averechts effect hebben door prikkeling van de mucosae. Vochttoediening wordt ook best gestaakt bij een patiënt in deze fase. (4,5) 2.5 Braken Nausea en braken komen frequent voor bij palliatieve, in het bijzonder oncologische, patiënten. Dit kan het gevolg zijn van de behandeling (gebruik van opioïden, chemo - en radiotherapie). Andere frequente oorzaken zijn intracraniële overdruk bij hersentumoren en - metastasen, gastrointestinale obstructie en hypercalcemie (oa. bij long - en borsttumoren en multipel myeloom). De symptomatische behandeling bestaat uit toedienen van gastroprokinetica of eventueel Haldol subcutaan 0,5 à 1 cc. Zo mogelijk wordt een oorzakelijke therapie ingesteld. (3-5, 9,10) 2.6 Acute bloeding Een acute bloeding zou optreden bij 1 tot 5 % van de palliatieve patiënten. De risicogroep bestaat vooral uit patiënten met hoofd - en nektumoren, pelviene tumoren met fistelvorming en hematologische aandoeningen. Het is raadzaam om bij deze patiënten een pakketje met aantal donker gekleurde handdoeken en handschoenen te voorzien. Niet-fatale bloedingen tamponneert men met compressen, met adrenaline doordrenkt. Bloedingen met (vermoedelijk) de dood tot gevolg, vangt men rustig (!) op met donker gekleurde handdoeken. Men dient de patiënt best ook een sedativum toe, in de vorm van Valium 10mg intramusculair of Dormicum 30mg subcutaan, of 10mg intraveneus/intramusculair. Dormicum kan, subcutaan toegediend, gecombineerd worden met 8

9 een 4 uurs bolus Morfine en worden herhaald om de 5 à 10 minuten tot de patiënt inslaapt of sterft. Dit laatste wordt ook wel acute palliatieve sedatie genoemd. (3-5, 10) 2.7 Epilepsie Een epileptisch insult kan uitgelokt worden door lokale of systemische oorzaken. Onder de palliatieve patiënten zijn hersentumoren en - metastasen de meest frequente lokale oorzaak (tot de helft van deze patiënten vertoont convulsies). Er kunnen tevens systemische oorzaken aan de basis liggen, zoals bijvoorbeeld hypercalcemie, hyponatremie, uremie en opioïdenintoxicatie. De aanvalsbehandeling van epilepsie bestaat klassiek uit het rectaal toedienen van Valium 10mg. Men kan ook gebruik maken van Temesta expidet, Dormicum of Rivotril. (3-5) Addendum: De stervensfase De stervensfase (of terminale fase) is de laatste uren tot 3 dagen voorafgaand aan het overlijden. Deze brengt bepaalde problemen met zich mee, die zeer belastend kunnen zijn voor familie en naasten. De huisarts en palliatieve hulpverleners proberen de dood zo zacht mogelijk te maken, zodat een gepast afscheid mogelijk wordt. Men spreekt dan ook van stervensbegeleiding in deze fase. Stervensbegeleiding volgens Stefaan Timmermans is de technische, psychische, sociale en levensbeschouwelijke zorgen die worden toegediend aan een terminale patiënt en zijn familie of betekenisvolle personen met als doel een zo hoog mogelijk comfortniveau. (12) Een verminderd bewustzijn, terminale encephalopathie met onrust, dyspnee, de doodsreutel en pijn zijn de meest frequente problemen. Concreet zal men de patiënt niet nodeloos belasten of het lijden rekken. Overbodige medicatie (onder andere antibiotica, glucocorticoïden, laxativa en diuretica) wordt gestopt en men schakelt best over op een parenterale (subcutane of intramusculaire) toediening. Voedsel - en vochttoediening dragen meestal niet meer bij tot een verhoogd comfort in deze fase en worden achterwege gelaten. Het dorstgevoel ontbreekt immers inmiddels en men vermindert zo tevens het risico op braken en hinderlijke pulmonaire secreties. Een droge mond wordt dan weer wél als zeer pijnlijk ervaren door de stervende patiënt, vaak zonder dat deze het kenbaar kan maken. Mondzorg wordt daarom wel verder gezet (ook door de familie) met water of zelfs champagne, dat de slijmvliezen efficiënt bevochtigt door zijn hoge suikergehalte. De patiënt wordt niet meer gekeerd om volledig gewassen te worden. Er wordt gezorgd voor een goede pijncontrole. Het hoofdeinde wordt verhoogd en er wordt tijdig gestart met een medicamenteuze aanpak van de doodsreutel. (1, 4, 5) Een goed begrip van deze fase, met een correcte uitleg naar de familie en naasten toe, voorkomt misplaatste interventies en ziekenhuisopnames. Essentieel gedurende deze fase is een continue registratie van de toestand van de patiënt en diens ongemakken, maar tevens de vragen van de familie. Een goede communicatie tussen al de betrokken hulpverleners, patiënt en familie is dus van het grootste belang. 9

10 V. Onderzoeksmethode Om de stand van zaken in te schatten in de eigen regio Oost-Vlaanderen, werd een korte vragenlijst (zie bijlage 3) doorgestuurd naar huisartsen en HAIO s. Hierin werd gevraagd naar de ervaring met en aanpak van palliatieve urgenties. Zo werden gegevens vergaard over de meest voorkomende urgenties en de ingestelde behandeling. Telkens werd ook gevraagd naar de geraadpleegde bronnen. Bijlage 3: Vragenlijst 1) Hebt U de afgelopen 2 jaar patiënten palliatief begeleid? Neen Ja. Zo ja, hoeveel? Minder dan 5 Meer dan 5 2) Hebt U bij deze patiënten te maken gehad met urgente situaties? Neen Ja Zo ja, welke problemen? -Dyspnee -Pijn -Pulmonaire secreties of doodsreutel -Braken -Angst of onrust -Epilepsie -Acute verwardheid of hallucinaties -Acute bloeding -Andere. 3) Welke waren in Uw praktijk de meest frequente urgente situaties? 1: minst frequent, 9: meest frequent. -Dyspnee -Pulmonaire secreties of doodsreutel -Braken -Angst of onrust -Epilepsie -Acute verwardheid of hallucinaties -Acute bloeding -Andere. 4) Hoe behandelde U deze urgente situaties? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. -Dyspnee: Niet voorgekomen. Morfine sc (al dan niet met spuitpomp) Dormicum sc 10

11 O2-therapie Aërosols Glucocorticoïden (bv Solu-Medrol) Andere. -Pulmonaire secreties of doodsreutel: Niet voorgekomen. Morfine sc (al dan niet met spuitpomp) Dormicum sc Buscopan iv, im, sc Atropine sc Scopolamine Andere. -Braken: Niet voorgekomen Motilium instant Primperan Litican Haldol sc Andere. -Angst of onrust: Niet voorgekomen Valium 10mg po, rectaal, im of iv Temesta expidet 1 à 2,5mg op de tong Dormicum sc Andere. -Epilepsie: Niet voorgekomen Valium 10mg rectaal Andere. -Acute verwardheid of hallucinaties: Niet voorgekomen Haldol Temesta expidet Dormicum sc Risperdal Dipiperon Andere. -Acute bloeding: Niet voorgekomen Valium Dormicum sc Andere. 11

12 5) Van harte bedankt om deze vragenlijst in te vullen en terug te sturen! Indien U wilt, kan U hieronder nog vermelden welke bronnen U raadpleegt als het om palliatieve patiënten gaat. VI. Registratie Bovenstaande vragenlijst werd opgesteld met behulp van de site gespecialiseerd in enquêtes. Via mail werden willekeurig gekozen huisartsen en HAIO s in de regio Oost-Vlaanderen gevraagd om de korte vragenlijst in te vullen. De resultaten werden gedurende een periode van 5 maanden op de site bijgehouden en automatisch verwerkt tot grafieken. VII. Resultaten 64 artsen vulden de vragenlijst in, waarvan 49 (70%) volledig. De resultaten van de incomplete vragenlijsten werden mee in rekening gebracht. 83% van de ondervraagde artsen hadden de afgelopen twee jaar vóór de start van onze masterproef palliatieve patiënten behandeld. In 38,5% van de gevallen zelfs meer dan 5. Zo n 87,8% van de ondervraagde artsen, met palliatieve patiënten in hun praktijk, werd geconfronteerd met palliatieve urgenties. Palliatieve urgenties Dyspnee Pijn Pulmonaire secreties Braken Angst/onrust Epilepsie Acute verwardheid Acute bloeding Andere De meest frequent vernoemde urgenties waren pijn (21%), angst of onrust (19,1%), dyspnee (15,9%), pulmonaire secreties of doodsreutel (14,6%) en braken (13,4%). Minder frequent bleken hallucinaties of acute verwardheid (7,6%), acute bloeding (3,8%), epilepsie (1,3%). In 3,2% van de gevallen betrof het urgenties, die niet voorkwamen in onze vragenlijst. Deze verhoudingen komen in grote lijnen overeen met deze uit de literatuur. 12

13 1. Pijn 10,90% 2,20% Glucocorticoïden 1 80,40% Dormicum Morfine 6,50% Andere 0,00% 20,00% 40,00% 60,00% 80,00% 100,00% De overgrote meerderheid (80,40%) van de ondervraagde artsen stelt bij acute pijn een therapie in met morfine. Glucocorticoïden (10,90%) en Dormicum (2,20%) worden in mindere mate aangewend. 2. Angst of onrust 22% 37,30% Haldol, Dipiperon, Risperdal Temesta expidet 20,30% Valium 1 3,40% 3,40% 13,60% Dormicum Morfine Andere 0,00% 10,00% 20,00% 30,00% 40,00% Voor de aanpak van angst of onrust worden blijkbaar diverse producten gebruikt. Voornamelijk benzodiazepines, type Temesta expidet (37,30%), Valium (20,30%) en Dormicum (13,60%) maar ook antipsychotica (22%). Morfine (3,40%) wordt hier minder toegediend. 13

14 3. Dyspnee 3,70% 48,10% Aërosols, O2-therapie Buscopan, Atropine, Scopolamine 25,90% Glucocorticoïden 1 1,90% 3,70% 16,70% Dormicum Morfine Andere 0,00% 10,00% 20,00% 30,00% 40,00% 50,00% Opmerkelijk is dat, althans volgens ons onderzoek, morfine (16,70%) niet als eerste keuzemiddel bij acute dyspnee wordt gebruikt. Het toedienen van aërosols of zuurstoftherapie (48,10%) en glucocorticoïden (25,90%) worden als voornaamste therapeutische middelen geduid. Verder vermelden we anticholinergica (3,70%%) en Dormicum (1,90%). 4. Pulmonaire secreties of doodsreutel 5,10% Aërosols, 02-therapie 1 5,10% 69,20% Buscopan, Atropine, Scopolamine Glucocorticoïden 10,30% Morfine 10,30% Andere 0,00% 20,00% 40,00% 60,00% 80,00% Eenduidige resultaten wat betreft het tegengaan van pulmonaire secreties of doodsreutel. De meerderheid van de ondervraagd artsen gebruikt producten met anticholinerge werking (69,20%). Morfine wordt slechts aangewend met zo n 10,30%. Verder komen aërosols, zuurstoftoediening en glucocorticoïden (terecht) minder aan bod. 14

15 5. Braken 1 10,90% 10,90% 2,20% 2,20% 2,20% 69,60% Haldol, Dipiperon, Risperdal Motilium, Primperan, Litican Buscopan, Atropine, Scopolamine Glucocorticoïden Dormicum 2% Morfine 0% 20% 40% 60% 80% Andere Acuut braken wordt vooral symptomatisch aangepakt met gastroprokinetica (69,60%). Antipsychotica (Haldol) en spasmolytica worden in mindere mate aangewend (telkens 10,90%). Verder vermelden we glucocorticoïden, Dormicum en morfine. 6. Acute bloeding 1 3,40% 3,40% Haldol, Dipiperon, Risperdal Dormicum 93,20% Andere 0,00% 20,00% 40,00% 60,00% 80,00% 100,00% Uit deze resultaten kunnen we weinig besluiten over de concrete aanpak van acute bloedingen. Wel zien we een gebruik van medicatie met kalmerende werking, namelijk antipsychotica en Dormicum met telkens 3,40%. 15

16 7. Epilepsie 10,30% 1 3,40% 31% 55,20% Temesta expidet Valium Glucocorticoïden Andere 0% 20% 40% 60% We bemerken vooral een gebruik van benzodiazepines (Valium 55,20% en Temesta expidet 10,30%) en in mindere mate glucocorticoïden (3,40%). 8. Geraadpleegde bronnen Bijscholing Vakliteratuur Hulpverleners Andere Uit de resultaten van onze rondvraag blijkt dat de meerderheid van de ondervraagde artsen informatie omtrent palliatieve zorg opzoekt in vakliteratuur (68,80%). Palliatieve Zorg van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen wordt het meest vermeld. Men gaat tevens vaak te rade bij hulpverleners, namelijk collega s in de eigen praktijk, oncologen, palliatief verpleegkundigen en LEIFartsen (21,90%). Relatief weinig worden gevolgde bijscholingen aangehaald (6,30%). 16

17 VIII. Interpretaties en besluiten Ten eerste kunnen we uit de resultaten van ons onderzoek afleiden dat de ondervraagde artsen op de hoogte zijn van aanbevelingen over de aanpak van palliatieve urgenties, gezien vakliteratuur als voornaamste bron van kennis wordt vernoemd. Bovendien blijkt uit de resultaten dat deze aanbevelingen ook gevolgd worden. Toch zijn er enkele opvallende uitzonderingen. Met name het veelvuldig gebruik van glucocorticoïden en zuurstof bij dyspnee. Eventueel is dit ten dele een gevolg van onduidelijke vraagstelling (cfr. Vragenlijst). Glucocorticoïden hebben wél hun plaats in de aanvalsbehandeling van een asthma aanval of het vena cava superior-syndroom. Het toedienen van zuurstof is op zijn beurt enkel nuttig bij hypoxemie. Ook valt het gebruik van deze middelen moeilijk te verdedigen bij de aanpak van de doodsreutel. Het gebruik van glucocorticoïden bij braken en epilepsie kadert wellicht in de aanpak van hersenmetastasen met begeleidend hersenoedeem. Ten tweede kunnen we niet omheen de beperkingen van ons onderzoek. Tegenover het gebruiksgemak van de elektronische vragenlijst, staan inderdaad enkele onduidelijkheden. Zo konden de ondervraagde artsen geen alternatieve behandeling ingeven buiten deze in de lijst. Men kon enkel opteren voor andere. Dit werpt met name een groot vraagteken over de aanpak van acute bloedingen. Verder hebben we ons gebaseerd op de reacties van slechts 64 artsen. Alles in acht genomen kunnen we besluiten dat we op een snelle en gebruiksvriendelijke wijze hebben kunnen aantonen dat de huisartsen en HAIO s uit de regio Oost-Vlaanderen goed op de hoogte zijn van de aanbevolen aanpak van urgenties bij hun palliatieve patiënten. Deze kennis is voornamelijk afkomstig uit vakliteratuur en van hulpverleners. IX. Voor en nadelen aanpassingen De verzamelde aanbevelingen, zoals hierboven beschreven, werden toegepast in de opleidingspraktijk. Om overzichtelijk te werk te gaan, werd een beperkte palliatieve urgentietrousse samengesteld. De volgende producten werden geselecteerd: ampullen morfinehydrochloride 10mg/ml, ampullen Buscopan 20mg/ml, ampullen Valium 10mg/2ml, ampullen Primperan 10mg/2ml, Solu-Medrol 125mg en Temesta expidet 2,5mg smelttabletten. Het voordeel van deze urgentietrousse is vooral zijn beperktheid en eenvoud. Enerzijds hielp dit om vlot ervaring te kweken vooraleer over te gaan op een grotere waaier van therapeutische mogelijkheden. Anderzijds betreft het gekende producten, die ook worden gebruikt bij niet-palliatieve urgenties. Als nadeel kan me stellen dat een ervaren arts, die kan kiezen uit een uitgebreider repertorium, wellicht meer comfort kan bieden aan zijn palliatieve patiënten. 17

18 X. Implementatie Dankzij het vertrouwen en de steun van mijn praktijkopleider kreeg ik de mogelijkheid om mijn bevindingen toe te passen in de opleidingspraktijk. Enkele resultaten worden hier weergegeven in de vorm van casuïstiek. Casus 1: Het betreft een man van 59 jaar met Amyotrofe Lateraal Sclerose (ALS) in een vergevorderd stadium. Hij is intussen rolstoelgebonden. Hij heeft een concrete vraag naar euthanasie, waarover hij praat met de praktijkopleider en een LEIFarts. Pijnstilling is ingesteld onder de vorm van MS Direct en hij krijgt dagelijks aërosols en tapotage. Zijn voornaamste klacht is een nachtelijk gevoel van dyspnee, die gepaard gaat met een hevige angstreactie. Ik schrijf Temesta expidet 1mg voor met aanvankelijk gunstig resultaat. Enkele weken later sterft de man (zonder euthanasie) thuis in bijzijn van zijn familie. Casus 2: Het betreft een 83-jarige man met een gemetastaseerd blaascarcinoom en een voorgeschiedenis van epilepsie. In samenspraak met de uroloog wordt afgezien van verdere therapie. Aanvankelijk wordt de man dagelijks gedialyseerd in het dagziekenhuis omwille van terminale nierinsufficiëntie. Gezien de algemene achteruitgang van zijn toestand wordt ook de dialyse gestaakt en zijn onderhoudsmedicatie (antihypertensiva, antiepileptica, etc.) afgeschaft. Omwille van stijgende ureumspiegels daalt het bewustzijn van deze man zienderogen. Wanneer ik door de familie wordt geroepen tref ik een bedlegerige man, zichtbaar onrustig met frequent grimassen en geregeld spiertrekkingen. Tevens luidruchtige tachypnee met doodsreutel. Dit beeld is zeer belastend voor de familie. Na een uitleg over de terminale fase, wordt vochttoediening gestaakt en start ik een therapie op met morfine 10mg subcutaan 4x daags, samen met Buscopan. Indien nodig wordt Valium rectaal toegediend. Mondzorg met water wordt verdergezet door de echtgenote en dochter. Enkele dagen later sterft de man thuis een rustige dood in bijzijn van zijn echtgenote. Casus 3: Het betreft een 81-jarige man met prostaatcarcinoom en botmetastasen. Onvoldoende pijncontrole met Transtec -pleisters, paracetamol en NSAID s. Bovendien episodes van verwardheid met onder andere verwijderen van pijnpleisters. Na een telefoon van de wachtarts, die de man 10mg morfine subcutaan heeft toegediend tijdens een nachtelijke oproep omwille van doorbraakpijn ga ik op huisbezoek. Transtec wordt gestaakt en vervangen door MS Contin 30mg 2x daags, aangevuld met MS Direct tot 4x daags indien nodig. Tevens wordt een laxativum opgestart. Hiermee wordt een betere pijncontrole gerealiseerd. De man sterft enkele weken later na het doormaken van een urineweginfectie. Casus 4: Het betreft een lucide 94-jarige COPD er, met continue zuurstofnood, die verblijft in een rustoord. De laatste maanden duidelijke achteruitgang algemene toestand met frequente infectieuze exacerbaties, gangmoeilijkheden en veralgemeende pijnklachten. In samenspraak met zijn kinderen wordt besloten de therapie af te bouwen en over te gaan op palliatie. Aanvankelijk stel ik een behandeling voor met MS Contin, doch zonder succes. Na een bijeenkomst met de palliatief verpleegkundige wordt een subcutane spuitpomp opgevuld met morfine en Buscopan. Intussen maakt de man een infectieuze exacerbatie door en sterft comfortabel na enkele dagen in bijzijn van familieleden. 18

19 XI. Evaluatie Met een zeer beperkte urgentietrousse kon, gebaseerd op duidelijke richtlijnen, konden de palliatieve urgenties in de opleidingspraktijk goed worden opgevangen. Het blijft uiteraard de opzet om de komende jaren meer ervaring op te doen met een groter aantal producten om zo de behandeling te kunnen fijn regelen. Dit is ook nodig omdat bij palliatieve patiënten levenskwaliteit moet geboden worden daar waar kwantiteit ontbreekt. Het veelzijdige Dormicum lijkt alvast een interessant geneesmiddel. Het vindt zijn toepassing in de aanpak van angst, stuipen, onrust, hik en palliatieve sedatie. Dankzij de korte werkingsduur kan Dormicum volgens de nood opgetitreerd worden en kan in ervaren handen gebruikt worden voor palliatieve sedatie in kader van refractaire pijn of acute palliatieve sedatie bij fatale bloedingen (cfr. Supra). Tijdens zijn voorstelling over symptoomcontrole in de terminale fase noemt Dr. De Laat (UZ Gent) Dormicum dan ook de basismedicatie op het einde van het leven. XII. Besluit Besluitend kunnen we stellen dat er zeer duidelijke aanbevelingen bestaan in de literatuur, die mekaar aanvullen. Uit de resultaten van onze rondvraag blijkt dat deze literatuur bovendien bekend is bij de huisartsen en HAIO s uit de regio Oost-Vlaanderen en ook wordt toegepast in de praktijk. Enkele uitzonderingen zijn wellicht deels te verklaren door onvolmaaktheden van de onderzoeksmethode. 19

20 XIII. Referenties 1) Menten J. en Van Orshoven A. Palliatieve Zorg, stervensbegeleiding, rouwbegeleiding. Leuven/Voorburg: ACCO; p ) Ciais J-F., Pradier C., Ciais C., Berthier F., Vallageas M., Raucoules-Aime M. Impact d une équipe d urgence spécialisée sur les hospitalisations non désirées de patients en phase terminale à domicile. Presse Med. 2007; 36: ) Nauck F., Alt-Epping B. Crises in palliative care-a comprehensive approach. Lancet Oncol 2008; 9: ) Pype P. Palliatieve Zorg. Leidraad pijn en symptoomcontrole. Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen; p ) Clara R., Keirse M., Rombouts W., Schrijvers D., Van Neste F., Verhoeven A., e.a. Palliatieve Hulpverlening. Zakboekje voor professionelen. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans; p ) Hagen N., Elwood T., Ernst S. Cancer Pain emergencies: a protocol for management. J Pain Symptom Manage 1997; 14: ) Radbruch L., Nauck F., Ostgathe C., Elsner F., Bausewein C., Fuchs M., Lindena G., Neuwöhner K., Schulenberg D. What are the problems in palliative care? Results from a representative survey. Support Care Cancer 2003; 11: ) Lawlor P., Gagnon B., Mancini I., Pereira J., Hanson J., Suarez-Almazor M., Bruera E. Ocurrence, Causes, and Outcome of Delirium in Patients With Advanced Cancer. Arch Intern 2000; 160: ) Bruera E., MacEachern T., Ripamonti C., Hanson J. Subcutaneous Morphine for Dyspnea in Cancer Patients. Ann Intern Med. 1993; 119: ) Wrede-Seaman L. Management of emergent conditions in palliative care. Primary Care: Clinics in Office Practice 2001; 28(2): ) Falk S., Fallon M. ABC of palliative care. Emergencies. BMJ 1997; 315: ) Timmermans S. Stervensbegeleiding, dat wordt hier niet gedaan. Tijdschrift voor Sociologie 1991: 12:

21 21

Meneer is 87 jaar Verblijft in het WZC Weduwnaar 4 kinderen slechts 1 dochter erg betrokken en regelmatig bezoek

Meneer is 87 jaar Verblijft in het WZC Weduwnaar 4 kinderen slechts 1 dochter erg betrokken en regelmatig bezoek Meneer is 87 jaar Verblijft in het WZC Weduwnaar 4 kinderen slechts 1 dochter erg betrokken en regelmatig bezoek Terminale Parkinsonpatiënt 2 x CVA Diabetes type II Volledig hulpbehoevend Rolstoelgebonden

Nadere informatie

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER Myriam Arren Palliatief deskundige PHA INDICATIE Aanhoudende nausea of braken Ernstige dysfagie Gastro-intestinale obstructie Patiënt is niet meer in staat om orale medicatie

Nadere informatie

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER. Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER. Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek INDICATIE Aanhoudende nausea of braken Ernstige dysfagie Gastro-intestinale

Nadere informatie

Casussen. Hilde Michiels. Coördinator Palliatief Support Team AZ Turnhout

Casussen. Hilde Michiels. Coördinator Palliatief Support Team AZ Turnhout Casussen Hilde Michiels Coördinator Palliatief Support Team AZ Turnhout 2 Casus 1 - Christine Sociaal vrouw 55 j gehuwd 3 kinderen (1d + 2z) 2 kleinkinderen dochter is zwanger (bevalt binnen 2 mnd) schoonmoeder

Nadere informatie

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER Myriam Arren Verpleegkundig Pijnspecialiste Deskundige in Palliatieve Zorgen Referentiepersoon Ethiek INDICATIE Aanhoudende nausea of braken Ernstige dysfagie Gastro-intestinale

Nadere informatie

Palliatieve sedatie is geen euthanasie. Medische aspecten

Palliatieve sedatie is geen euthanasie. Medische aspecten Palliatieve sedatie is geen euthanasie Medische aspecten Hoe kwam deze richtlijn er? Werkgroep artsen met interesse in palliatieve zorg Uit meerdere regionale ziekenhuizen en 1 ste lijn Meerdere specialiteiten

Nadere informatie

Palliatieve behandeling van het bronchuscarcinoma

Palliatieve behandeling van het bronchuscarcinoma 1 Palliatieve behandeling van het bronchuscarcinoma Tessa Dieudonné Pneumologe H.Hartziekenhuis Mol Palliatieve zorg 2 1. Definitie 2. Pijnbestrijding 3. Symptoombestrijding 4. Palliatieve sedatie : richtlijnen

Nadere informatie

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER. Myriam Arren Palliatief deskundige PHA

WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER. Myriam Arren Palliatief deskundige PHA WERKEN MET EEN SPUITDRIJVER Myriam Arren Palliatief deskundige PHA INDICATIE Aanhoudende nausea of braken Ernstige dysfagie Gastro-intestinale obstructie Patiënt is niet meer in staat om orale medicatie

Nadere informatie

PALLIATIEVE ZORG. IFPC Turnhout 23 oktober Hilde Michiels coördinator palliatief support team

PALLIATIEVE ZORG. IFPC Turnhout 23 oktober Hilde Michiels coördinator palliatief support team PALLIATIEVE ZORG IFPC Turnhout 23 oktober 2017 Hilde Michiels coördinator palliatief support team Palliatieve zorg - definitie Palliatieve zorg is de actieve totaalzorg voor mensen die ongeneeslijk ziek

Nadere informatie

Gecontroleerde sedatie:

Gecontroleerde sedatie: Gecontroleerde sedatie: een therapeutische mogelijkheid voor refractaire symptomen bij de terminale palliatieve patient? Dr. J. Menten Coördinator Palliatieve Zorg Kliniekhoofd Radiotherapie UZ Gasthuisberg-Leuven

Nadere informatie

CASUSSCHETSEN. Patient Hr. P., 75 jaar, is bekend met een prostaatcarcinoom met meerdere botmetastasen.

CASUSSCHETSEN. Patient Hr. P., 75 jaar, is bekend met een prostaatcarcinoom met meerdere botmetastasen. INTERLINE PALLIATIEVE SEDATIE 20 mei 2008 CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Patient Hr. P., 75 jaar, is bekend met een prostaatcarcinoom met meerdere botmetastasen. Hij heeft nog een tijd goed gefunctioneerd

Nadere informatie

Symptoomcontrole in de terminale fase. Dr. M. De Laat Anesthesie - palliatieve zorg UZ Gent

Symptoomcontrole in de terminale fase. Dr. M. De Laat Anesthesie - palliatieve zorg UZ Gent Symptoomcontrole in de terminale fase Dr. M. De Laat Anesthesie - palliatieve zorg UZ Gent Inleiding Levenskwaliteit prioritair Anticiperen op symptomen en andere problemen Doel: waardige dood, verwerking

Nadere informatie

DE STERVENSFASE, EEN HANDREIKING INFORMATIE OVER DE VERANDERINGEN DIE ZICH VOOR KUNNEN DOEN TIJDENS HET STERVEN

DE STERVENSFASE, EEN HANDREIKING INFORMATIE OVER DE VERANDERINGEN DIE ZICH VOOR KUNNEN DOEN TIJDENS HET STERVEN DE STERVENSFASE, EEN HANDREIKING INFORMATIE OVER DE VERANDERINGEN DIE ZICH VOOR KUNNEN DOEN TIJDENS HET STERVEN Een handreiking Bij de meesten van ons komt er een moment in het leven dat we gaan nadenken

Nadere informatie

Levenseinde bij de geriatrische patiënt en comfortzorg. Marc Merchier, palliatieve zorg coördinator

Levenseinde bij de geriatrische patiënt en comfortzorg. Marc Merchier, palliatieve zorg coördinator Levenseinde bij de geriatrische patiënt en comfortzorg Marc Merchier, palliatieve zorg coördinator Fysieke pijn en symptoomcontrole Palliatieve sedatie Palliatieve zorg definitie WHO 2002: Palliatieve

Nadere informatie

DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE PALLIATIEF SUPPORTTEAM

DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE PALLIATIEF SUPPORTTEAM DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE PALLIATIEF SUPPORTTEAM Definitie: 1. Definitie 2. Pathofysiologie 3. Impact 4. Strekkingen 5. Behandeling 6. Besluit Definitie: 1. (Doods)reutel= 1. Luidruchtige ademhaling

Nadere informatie

PS in NL: bij 12,3% van de patiënten in de stervensfase toegepast

PS in NL: bij 12,3% van de patiënten in de stervensfase toegepast Palliatieve sedatie 12 november 2012 Carla Juffermans,kaderhuisarts PZ Palliatieve sedatie Proportionele toepassing van sedativa in de laatste levensfase om ondraaglijke klachten te bestrijden, waarvoor

Nadere informatie

Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel anderszins onbehandelbaar lijden te verlichten en

Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel anderszins onbehandelbaar lijden te verlichten en Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel anderszins onbehandelbaar lijden te verlichten en niet het leven te bekorten. Op verzoek van de regering

Nadere informatie

Dr. Vanclooster ( Huisarts )

Dr. Vanclooster ( Huisarts ) CASUS COPD Dr. Vanclooster ( Huisarts ) Dr. Tits ( Pneumoloog) Niet-medische context Man 86 jaar Gehuwd (echtgenote is nog goed) 7 gehuwde kinderen (erg betrokken) Medische voorgeschiedenis CARA patiënt,

Nadere informatie

Delier in de palliatieve fase DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE- PALLIATIEF SUPPORTTEAM

Delier in de palliatieve fase DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE- PALLIATIEF SUPPORTTEAM Delier in de palliatieve fase DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE- PALLIATIEF SUPPORTTEAM 1. Definitie en voorkomen 2. Pathofysiologie 3. Oorzaken 4. Diagnose 5. Behandeling Definitie en voorkomen: 1.

Nadere informatie

INTERLINE DEVENTER CASUSSCHETSEN PALLIATIEVE SEDATIE

INTERLINE DEVENTER CASUSSCHETSEN PALLIATIEVE SEDATIE INTERLINE DEVENTER CASUSSCHETSEN PALLIATIEVE SEDATIE S.V.P. hierop geen aantekeningen maken! Februari 2010 INTERLINE DEVENTER PALLIATIEVE SEDATIE 2010 Februari CASUSSCHETSEN Casus 1 Patient Hr. P., 75

Nadere informatie

Palliatieve zorg in de praktijk

Palliatieve zorg in de praktijk Palliatieve zorg in de praktijk Zakboekje voor hulpverleners Palliatief Support Team UZ Leuven 2.2 Hik 2.2.1 Omschrijving Hik is een pathologische reflex door ongecontroleerd spasme van het diafragma.

Nadere informatie

Pijn en pijnbestrijding in de palliatieve fase

Pijn en pijnbestrijding in de palliatieve fase Pijn en pijnbestrijding in de palliatieve fase JOS KITZEN, ONCOLOOG COBIE VAN BEUZEKOM,VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST Inhoud van de presentatie Even voorstellen Definitie palliatieve zorg Definitie pijn Hoe

Nadere informatie

Palliatieve sedatie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL

Palliatieve sedatie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL Palliatieve sedatie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL Kwaliteit en Veiligheid Wij doen mee! Onze kwaliteit aantoonbaar maken Ons ziekenhuis heeft zich geëngageerd om het accreditatielabel van het Nederlands

Nadere informatie

COPD en hartfalen in de palliatieve fase

COPD en hartfalen in de palliatieve fase COPD en hartfalen in de palliatieve fase Manon Boddaert Arts palliatieve geneeskunde Bardo en Spaarne Ziekenhuis Antoon van Dijck Kwaliteit van leven Verloop COPD en hartfalen Markering palliatieve fase

Nadere informatie

COMMUNICEREN OVER HET LEVENSEINDE : WAAROM???

COMMUNICEREN OVER HET LEVENSEINDE : WAAROM??? Ik wil niet leven zoals een plant Als ik mijn familie niet meer ken, wil ik liever dood Ik wil niet afzien! Mijn broer denkt zus, en ik zo, wat moeten we nu doen? Hebben wij nu wel de juiste keuzes gemaakt?

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Verloop van een stervensfase

Patiënteninformatie. Verloop van een stervensfase Patiënteninformatie Verloop van een stervensfase Inleiding Stervensfase in 10 stappen 1 Evolutie in de mobiliteit 2 Verzwakking van de stem en slikproblemen 3 Verminderde vochtinname 4 Vermoeidheid 5 Verwardheid

Nadere informatie

Communicatie rond palliatieve sedatie

Communicatie rond palliatieve sedatie Communicatie rond palliatieve sedatie D A G VA N D E M E D I C AT I E V E I L I G H E I D, 2 1 M A A R T 2 0 1 7 M A R G OT V E R KU Y L E N, S P E C I A L I S T O U D E R E N G E N E E S KU N D E / K

Nadere informatie

Palliatief beleid vanuit het ziekenhuis bekeken

Palliatief beleid vanuit het ziekenhuis bekeken Palliatief beleid vanuit het ziekenhuis bekeken Vanuit het Reg. Z.H. H.Hart Leuven Dr. Annke Nelde Dr. Tuur Helsen Dr. Katleen Van Emelen Dr. Katharina Lobisch Huiselijke keuken Hoog-laagbad (erg populair),

Nadere informatie

COPD en Palliatieve Zorg

COPD en Palliatieve Zorg Een logisch sluitstuk van de keten Lucyl Verhoeven Longverpleegkundige Nurse Practitioner i.o. Thebe Mick Raeven Medisch coördinator Palliatief Netwerk Midden-Brabant COPD is dodelijk Bij mensen met COPD

Nadere informatie

Symptoombestrijding in de terminale fase. Dr Peter Burvenich

Symptoombestrijding in de terminale fase. Dr Peter Burvenich Symptoombestrijding in de terminale fase Dr Peter Burvenich Frekwentste symptomen:% Pijn (62) zwakte (39) constipatie (34) nausea en braken (30) dyspnoe (26) angst (20) verwardheid (16) anorexie (14) depressie

Nadere informatie

BEHANDELPROTOCOL CONTINUE PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden

BEHANDELPROTOCOL CONTINUE PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden DEFINITIE PALLIATIEVE SEDATIE I Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase (KNMG, 2009). BEHANDELINGSCRITERIUM LEVENSVERWACHTING: het betreft een patiënt bij wie

Nadere informatie

Zorgpad Stervensfase

Zorgpad Stervensfase Zorgpad Stervensfase de laatste stand van zaken Lia van Zuylen, internist-oncoloog Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Inhoud Belang markering stervensfase Zorgpad Stervensfase Nieuwe

Nadere informatie

Een woordje uitleg over morfine WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL

Een woordje uitleg over morfine WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL Een woordje uitleg over morfine WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL Kwaliteit en Veiligheid Wij doen mee! Onze kwaliteit aantoonbaar maken Ons ziekenhuis heeft zich geëngageerd om het accreditatielabel

Nadere informatie

De laatste levensfase: over stervensscenario s. Iridium, 16 maart 2011. Dr. Gert Huysmans

De laatste levensfase: over stervensscenario s. Iridium, 16 maart 2011. Dr. Gert Huysmans De laatste levensfase: over stervensscenario s Iridium, 16 maart 2011. Dr. Gert Huysmans Oorzaak overlijden Dementie, frailty Orgaanfalen Acuut Kanker - de laatste levensfase - 2 kanker F U N C T I E OVERLIJDEN

Nadere informatie

1. Angst. 1.1 Observatie. 1.2 Oorzaak

1. Angst. 1.1 Observatie. 1.2 Oorzaak 1. Angst 1.1 Observatie Emotionele reacties : huilen, Spanning van de spieren Verstarring v.d. aangezichtsspieren R u s t e l o o s h e i d S l a p e l o o s h e i d V e r s t r o o i d h e i d Angst voor

Nadere informatie

De laatste zorg H E T N A C H T C O N G R E S, J U N I

De laatste zorg H E T N A C H T C O N G R E S, J U N I De laatste zorg H E T N A C H T C O N G R E S, 1 5-1 6 J U N I 2 0 1 7 M A R G OT V E R K U Y L E N S P E C I A L I S T O U D E R E N G E N E E S K U N D E K A D E R A R T S PA L L I AT I E V E Z O R G

Nadere informatie

Continue Palliatieve sedatie, feiten en fabels 19-09-2013. Specialist ouderengeneeskunde/docent. Probeer te verwoorden wat volgens jou

Continue Palliatieve sedatie, feiten en fabels 19-09-2013. Specialist ouderengeneeskunde/docent. Probeer te verwoorden wat volgens jou Continue Palliatieve sedatie, feiten en fabels 19-09-2013 Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde/docent Wat is het? Probeer te verwoorden wat volgens jou palliatieve sedatie is PALLIATIEVE SEDATIE

Nadere informatie

Epilepsie in cijfers.

Epilepsie in cijfers. Acute aanpak van een epileptische aanval. Dr. A. Meurs Neurologie Referentiecentrum voor Refractaire Epilepsie (RCRE) UZ Gent Epilepsie in cijfers. prevalentie in Vlaanderen: 5 / 1000 aantal patiënten

Nadere informatie

De Laatste Zorg. Workshop 7 oktober 2016

De Laatste Zorg. Workshop 7 oktober 2016 De Laatste Zorg Workshop 7 oktober 2016 Disclosurebelangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

Doel van de palliatieve sedatie

Doel van de palliatieve sedatie Palliatieve sedatie U heeft met uw behandelend arts gesproken over palliatieve sedatie. In deze folder kunt u alles nog eens nalezen. Als u na het lezen nog vragen heeft kunt u deze met hem of haar bespreken.

Nadere informatie

BEHANDELPROTOCOL CONTINU PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden

BEHANDELPROTOCOL CONTINU PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden DEFINITIE PALLIATIEVE SEDATIE I Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase (KNMG, 2009). BEHANDELINGSCRITERIUM LEVENSVERWACHTING: het betreft een patiënt bij wie

Nadere informatie

Stephan van den Brand Kaderarts palliatieve zorg

Stephan van den Brand Kaderarts palliatieve zorg Stephan van den Brand Kaderarts palliatieve zorg Palliatieve sedatie -Inleiding -Wat is palliatieve sedatie? -Wat is het niet? -Indicatiestelling -Procedure -Valkuilen -Complicaties Palliatieve sedatie

Nadere informatie

Opzet. Workshop Consultatie II. Behoefte aan methodische benadering voor consultatie. Palliatieteam Midden Nederland

Opzet. Workshop Consultatie II. Behoefte aan methodische benadering voor consultatie. Palliatieteam Midden Nederland Workshop Consultatie II Palliatieteam Midden Nederland, 13 november 2008 Alexander de Graeff Internist-oncoloog UMC Utrecht, hospice arts Academisch Hospice Demeter Ginette Hesselmann Verpleegkundig specialist

Nadere informatie

HET ZORGPAD STERVENSFASE

HET ZORGPAD STERVENSFASE HET ZORGPAD STERVENSFASE 7 OKTOBER 2015 RHEA STROES ALINA PIETERMAN ZORGPAD STERVENSFASE WEER IETS NIEUWS Zorgpad, meer dan een checklist Volledig patiëntendossier, een checklist én een evaluatie- instrument

Nadere informatie

Inleiding. Urgenties in de Palliatieve Thuiszorg. Situering. Attitude en handelingen (specifiek) 19-11-2015

Inleiding. Urgenties in de Palliatieve Thuiszorg. Situering. Attitude en handelingen (specifiek) 19-11-2015 Inleiding Urgenties in de Palliatieve Thuiszorg Situering Attitudes en handelingen (algemeen) Attitudes en handelingen (specifiek) Conclusie Situering PTZ = comfortzorg in een zo rustig en sereen mogelijke

Nadere informatie

Palliatieve sedatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Palliatieve sedatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Palliatieve sedatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft van de arts te horen gekregen dat u of uw familielid/naaste op korte termijn zal overlijden. Het

Nadere informatie

Palliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012

Palliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg bij copd Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg Hans Timmer, longarts ZGT Caroline Braam, huisarts Hengelo PALLIATIEVE ZORG CASUS 75-jarige terminale COPD-patient Mantelzorger valt

Nadere informatie

Actuele Reflecties over Palliatieve Sedatie. Introductie. Introductie. 9de Vlaams Congres Palliatieve Zorg. 13 september Patricia Claessens

Actuele Reflecties over Palliatieve Sedatie. Introductie. Introductie. 9de Vlaams Congres Palliatieve Zorg. 13 september Patricia Claessens Actuele Reflecties over Palliatieve Sedatie Patricia Claessens Verpleegkundige, lic. ziekenhuiswetenschappen Doel van palliatieve zorg = ruimte laten om te leven Dus: focus op adequate symptoomcontrole

Nadere informatie

Zorgpad Stervensfase. Lia van Zuylen, internist-oncoloog. Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam

Zorgpad Stervensfase. Lia van Zuylen, internist-oncoloog. Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Zorgpad Stervensfase Lia van Zuylen, internist-oncoloog Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Inhoud Herkenning stervensfase Inhoud van Zorgpad Stervensfase Onderzoeksresultaten Zorgpad

Nadere informatie

Delier voor de patiënt. Workshop Delier in de palliatieve fase. n droom woar ge geen sodemieter van op aan kunt. angstdroom.

Delier voor de patiënt. Workshop Delier in de palliatieve fase. n droom woar ge geen sodemieter van op aan kunt. angstdroom. Workshop Delier in de palliatieve fase 11 oktober 2012 Hedi ter Braak Monique van den Broek 1 Delier voor de patiënt n droom woar ge geen sodemieter van op aan kunt angstdroom nachtmerrie 1 Inhoud workshop

Nadere informatie

PALLIATIEVE ZORG. fysieke aspecten Rob Jongbloed Raphaëlstichting Jacqueline Fluitman `s Heeren Loo

PALLIATIEVE ZORG. fysieke aspecten Rob Jongbloed Raphaëlstichting Jacqueline Fluitman `s Heeren Loo PALLIATIEVE ZORG fysieke aspecten Rob Jongbloed Raphaëlstichting Jacqueline Fluitman `s Heeren Loo Inleiding Indeling workshop Specifieke kenmerken Selectie lichamelijke klachten in palliatieve fase Selectie

Nadere informatie

Wat als ik niet meer beter word

Wat als ik niet meer beter word Wat als ik niet meer beter word moeilijke keuzes & beslissingen rondom levenseinde Manon Boddaert Arts palliatieve geneeskunde Consulent en adviseur IKNL Antoon van Dijck Palliatieve zorg is integrale

Nadere informatie

thuiszorg in de standaardzorg voor

thuiszorg in de standaardzorg voor Tijdige integratie van palliatieve thuiszorg in de standaardzorg voor mensen met ernstige COPD Charlotte Scheerens 10 meest voorkomende doodsoorzaken 2008 Mortaliteit COPD/100 000 inwoners, 2011 België

Nadere informatie

Afbouwen van (kunstmatige) toediening van vocht en voeding in de terminale levensfase

Afbouwen van (kunstmatige) toediening van vocht en voeding in de terminale levensfase Afbouwen van (kunstmatige) toediening van vocht en voeding in de terminale levensfase informatiefolder voor familieleden en naasten Palliatieve Eenheid Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat 12 8900 Ieper

Nadere informatie

Geef me dan alsjeblieft een spuitje. Levenseindebeslissingen prehospitaal en op spoed

Geef me dan alsjeblieft een spuitje. Levenseindebeslissingen prehospitaal en op spoed Geef me dan alsjeblieft een spuitje. Levenseindebeslissingen prehospitaal en op spoed Tom Schmitte Adj. Hoofdverpl. Spoedgevallen & PIT AZ Heilige Familie Rumst 1 Enkele feiten om bij stil te staan De

Nadere informatie

Inleiding in Pijn Pijnladder

Inleiding in Pijn Pijnladder Inleiding in Pijn Pijnladder Patricia Schutte Palliatief en oncologieverpleegkundige 13 november 2018 Definitie pijn Pijn is een onaangename sensorische en emotionele gewaarwording die verband houdt met

Nadere informatie

Palliatie of Euthanasie: De Twilight Zone. Prof. Dr. Paul Clement Universitaire Palliatieve Zorgeenheid Leuven

Palliatie of Euthanasie: De Twilight Zone. Prof. Dr. Paul Clement Universitaire Palliatieve Zorgeenheid Leuven Palliatie of Euthanasie: De Twilight Zone Prof. Dr. Paul Clement Universitaire Palliatieve Zorgeenheid Leuven Situering Beslissingen rond het levenseinde Zeer vaak: Niet meer starten van (al dan niet medisch

Nadere informatie

Delier in de palliatieve fase. Marlie Spijkers Specialist ouderengeneeskunde Consulent Palliatieve zorg IKZ

Delier in de palliatieve fase. Marlie Spijkers Specialist ouderengeneeskunde Consulent Palliatieve zorg IKZ Delier in de palliatieve fase Marlie Spijkers Specialist ouderengeneeskunde Consulent Palliatieve zorg IKZ Delier voor de patiënt n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt angstdroom nachtmerrie

Nadere informatie

Delier in de palliatieve fase

Delier in de palliatieve fase Delier in de palliatieve fase Marlie Spijkers Specialist ouderengeneeskunde Consulent Palliatieve zorg IKZ Delier voor de patiënt n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt angstdroom nachtmerrie

Nadere informatie

Symposium 14 april 2009. aanpassing richtlijnen palliatieve sedatie Karin van Heijst en Trijntje Buiter

Symposium 14 april 2009. aanpassing richtlijnen palliatieve sedatie Karin van Heijst en Trijntje Buiter Symposium 14 april 2009 aanpassing richtlijnen palliatieve sedatie Karin van Heijst en Trijntje Buiter Palliatieve sedatie Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de laatste levens of stervensfase.

Nadere informatie

VOORBEELDEN VAN OPEN VRAGEN ZOALS DEZE GESTELD GAAN WORDEN IN DE SET VAN LEREN DOKTEREN 5.

VOORBEELDEN VAN OPEN VRAGEN ZOALS DEZE GESTELD GAAN WORDEN IN DE SET VAN LEREN DOKTEREN 5. VOORBEELDEN VAN OPEN VRAGEN ZOALS DEZE GESTELD GAAN WORDEN IN DE SET VAN LEREN DOKTEREN 5. Let op dit zijn voorbeelden van mogelijke vragen. Vergelijkbare vragen kunnen ook gesteld worden over de andere

Nadere informatie

Terminale zorg van de geriatrische patient

Terminale zorg van de geriatrische patient Terminale zorg van de geriatrische patient Dr De Laat Palliatieve zorg UZ Gent 1 Droefheid betreedt mijn hart. Ik ben bang voor de dood. Gilgamesj 2 2 Inleiding: Vragen? Verloopt het stervensproces anders

Nadere informatie

Casuïstiek bespreking. delier

Casuïstiek bespreking. delier Casuïstiek bespreking delier Bernarda Heslinga Huisarts, kaderarts palliatieve zorg, lid consultatieteam palliatieve zorg Helma Mebius Verpleegkundige, lid consultatieteam palliatieve zorg Palliatieve

Nadere informatie

Procedure euthanasie ouderenzorg

Procedure euthanasie ouderenzorg Procedure euthanasie ouderenzorg 1. Euthanasie: Volgens de Belgische wetgeving wordt euthanasie omschreven als het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene op diens verzoek

Nadere informatie

Palliatieve sedatie 17 maart 2014

Palliatieve sedatie 17 maart 2014 Palliatieve sedatie 17 maart 2014 Palliatieve sedatie - programma Welkom De heer P. Polak, cardioloog, voorzitter MEC Presentatie Mevrouw A. Witziers, arts palliatieve zorg Bespreken casuïstiek Mevrouw

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra. Verpleegkundigen Palliatieve Zorg

Palliatieve Zorg. Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra. Verpleegkundigen Palliatieve Zorg Palliatieve Zorg Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra Verpleegkundigen Palliatieve Zorg Wat is het belangrijkste speerpunt van palliatieve zorg? A Genezing B Kwaliteit van leven C Stervensbegeleiding

Nadere informatie

U hebt met uw behandelend arts gesproken over palliatieve sedatie voor uzelf of uw familielid. In deze folder kunt u nalezen wat palliatieve sedatie

U hebt met uw behandelend arts gesproken over palliatieve sedatie voor uzelf of uw familielid. In deze folder kunt u nalezen wat palliatieve sedatie Palliatieve sedatie U hebt met uw behandelend arts gesproken over palliatieve sedatie voor uzelf of uw familielid. In deze folder kunt u nalezen wat palliatieve sedatie inhoudt. Heeft u na het lezen nog

Nadere informatie

Palliatieve sedatie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

Palliatieve sedatie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk Palliatieve sedatie T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat

Nadere informatie

PALLIATIEVE SEDATIE

PALLIATIEVE SEDATIE Ik heb er geen bezwaar tegen dat de mensen tijdens de voordracht naar hun horloge kijken, maar ik aanvaard niet dat ze met hun horloge beginnen te schudden om er zeker van te zijn dat het ding nog werkt.

Nadere informatie

Delier voor de patiënt. Inhoud presentatie delier. Delier. Symptomen. Diagnose delier 21-6-2012. n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt

Delier voor de patiënt. Inhoud presentatie delier. Delier. Symptomen. Diagnose delier 21-6-2012. n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt Delier voor de patiënt n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt angstdroom nachtmerrie Inhoud presentatie delier Wat is een delier Wat zijn de gevolgen van een delier Wat zijn risicoverhogende en

Nadere informatie

Als genezing niet meer mogelijk is

Als genezing niet meer mogelijk is Algemeen Als genezing niet meer mogelijk is www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ALG043 / Als genezing niet meer mogelijk is / 06-10-2015 2 Als

Nadere informatie

Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg

Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg Jeroen Janssens Specialist Ouderengeneeskunde, commissielid 8-12-2016 Opbouw Workshop 1. Vragen

Nadere informatie

Oorzaken. Pijn in de Palliatieve Fase. Programma. Stellingen. Vóórkomen van pijn Pijn in de palliatieve fase onderbehandeld?!

Oorzaken. Pijn in de Palliatieve Fase. Programma. Stellingen. Vóórkomen van pijn Pijn in de palliatieve fase onderbehandeld?! Pijn in de Palliatieve Fase Juni 2012 Programma Stellingen Inleiding Casus Soorten Pijn Pijnbehandelingen In kaart brengen van pijn Vragen Evaluatie Stellingen In onze maatschappij en op ons niveau van

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING EDERLADSE SAMEVATTIG Hoofdstuk 1 Dementie is een van de grootste uitdagingen voor de gezondheid wereldwijd en een aanzienlijk aantal mensen en hun families zullen het lot van dementie treffen. Dementie

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënt koos voor palliatieve sedatie, maar was met arts overeengekomen dat deze zou overgaan tot euthanasie, indien sedatie lang zou duren of patiënt niet goed behandelbare

Nadere informatie

Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg

Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg Naomi Van De Moortele, psychologe hematologie en palliatieve zorgen UZ Gent An Lievrouw, psychologe digestieve oncologie UZ Gent Workshop: 1. Palliatieve

Nadere informatie

Tijdig spreken over het levenseinde

Tijdig spreken over het levenseinde Tijdig spreken over het levenseinde foto (c) Ben Biondina voor DNA-beeldbank op www.laatzeelandzien.nl Cliëntenbrochure van Goedleven foto (c) Jan Kooren voor DNA-beeldbank op www.laatzeelandzien.nl 1.

Nadere informatie

Casusschetsen. Casusschets 1

Casusschetsen. Casusschets 1 Interline Pijnbehandeling Casusschetsen 29 mei 2001 Casusschets 1 Vrouw, 50 jaar Patiente is bekend met een gemetastaseerd mammaca met botmetastasen thoracale en lumbale werverkolom. Tot nu toe is de pijn

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL PALLIATIEVE ZORG BIJ ONCOLOGISCHE PATIËNTEN

TRANSMURAAL PROTOCOL PALLIATIEVE ZORG BIJ ONCOLOGISCHE PATIËNTEN TRANSMURAAL PROTOCOL PALLIATIEVE ZORG BIJ ONCOLOGISCHE PATIËNTEN Doel Het doel is te zorgen dat kankerpatiënten in de - overgang naar de - pallatieve fase niet tussen wal en schip vallen. Hiertoe worden

Nadere informatie

Een Transmuraal Palliatief Advies Team in de regio: de rol van de huisarts in de eerstelijn. dr. Eric van Rijswijk, huisarts, lid PAT team JBZ

Een Transmuraal Palliatief Advies Team in de regio: de rol van de huisarts in de eerstelijn. dr. Eric van Rijswijk, huisarts, lid PAT team JBZ Een Transmuraal Palliatief Advies Team in de regio: de rol van de huisarts in de eerstelijn dr. Eric van Rijswijk, huisarts, lid PAT team JBZ De praktijk van palliatieve zorg huisartspraktijk Mw van Z,

Nadere informatie

BESLUITVORMING IN DE PALLIATIEVE FASE

BESLUITVORMING IN DE PALLIATIEVE FASE BESLUITVORMING IN DE PALLIATIEVE FASE MARIJ SCHIELKE, PALLIATIEF CONSULENT Marij Schielke, palliatief consulent 1 PRESENTATIE INLEIDING : - PALLIATIEVE ZORG - SYMPTOMEN - BESLUITVORMING IN DE PALLIATIEVE

Nadere informatie

Marijse Koelewijn huisarts

Marijse Koelewijn huisarts PIJN Marijse Koelewijn huisarts Je hoeft tegenwoordig toch geen pijn meer te lijden Moeilijk behandelbare pijn Om welke pijnen gaat het? Welke therapeutische mogelijkheden zijn er? Opzet workshop: Korte

Nadere informatie

Het beloop van dementie in het verpleeghuis

Het beloop van dementie in het verpleeghuis Home no. 3 Juni 2017 Eerdere edities Verenso.nl Het beloop van dementie in het verpleeghuis Palliatief beleid inzetten vanaf opname? Eefje Sizoo redactie@verenso.nl Het is een zonnige dag deze 10 april.

Nadere informatie

Richtlijn palliatieve zorg bij COPD

Richtlijn palliatieve zorg bij COPD Richtlijn palliatieve zorg bij COPD Heleen Nederveen: palliatief verpleegkundige Maasstadziekenhuis Lolkje Roos: palliatief verpleegkundige hospice Cadenza / Laurens Levina Oosterom: longverpleegkundige

Nadere informatie

Pallium = Latijns woord voor mantel Palliatieve zorg, een mantel van warmte en bescherming

Pallium = Latijns woord voor mantel Palliatieve zorg, een mantel van warmte en bescherming Workshop Palliatieve Zorg 11 oktober 2012 Hedi ter Braak Monique van den Broek 1 Wat is palliatieve zorg? Pallium = Latijns woord voor mantel Palliatieve zorg, een mantel van warmte en bescherming 2 1

Nadere informatie

workshop besluitvorming in de palliatieve fase

workshop besluitvorming in de palliatieve fase workshop besluitvorming in de palliatieve fase Alexander de Graeff, internist-oncoloog UMC Utrecht, hospice-arts Demeter Marjolein van Meggelen, oncologieverpleegkundige Aveant Consulenten PalliatieTeam

Nadere informatie

(potentiële) belangenverstrengeling

(potentiële) belangenverstrengeling (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk

Nadere informatie

Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin?

Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin? Behandelen in de palliatieve fase zin of onzin? Palliatieve chemotherapie Birgit Mispelaere Algemene medisch oncologie 16.09.2010 Palliatieve therapie Behandelen en voorkomen van symptomen en klachten

Nadere informatie

Items cursisten aantal of N: 40

Items cursisten aantal of N: 40 Items cursisten aantal of N: 40 Dit instrument is ontwikkeld door Katrien Moens en eigendom van het onderzoekscentrum PRAGODI, HUB. Meningsuitspraken: Likert-schaal: helemaal oneens oneens eens helemaal

Nadere informatie

Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017

Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017 Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017 Deze lijst van onderzoeksvragen kwam tot stand na een bevraging bij de coördinatoren van de regionale netwerken voor palliatieve zorg en de voorzitters van

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak. Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg.

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak. Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg. Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg. In onderstaande casus klaagt de weduwe over het handelen van de arts, als waarnemend

Nadere informatie

Palliatieve sedatie 14 oktober 2015. Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde www.margotverkuylen.nl

Palliatieve sedatie 14 oktober 2015. Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde www.margotverkuylen.nl Palliatieve sedatie 14 oktober 2015 Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde www.margotverkuylen.nl Palliatieve sedatie in het hospice Veel kennis en ervaring Wat weten we over de praktijk? Dilemma

Nadere informatie

Vragenlijst voor patiënt en mantelzorger

Vragenlijst voor patiënt en mantelzorger Vragenlijst voor patiënt en mantelzorger 1. Waar verblijft u momenteel? 2. Waar zou u momenteel willen verblijven? 3. Wie van de volgende mensen heeft vorige week aan u hulp, verzorging of een behandeling

Nadere informatie

FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIE- COMMISSIE EUTHANASIE INFORMATIEBROCHURE VOOR DE ARTSEN

FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIE- COMMISSIE EUTHANASIE INFORMATIEBROCHURE VOOR DE ARTSEN FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIE- COMMISSIE EUTHANASIE INFORMATIEBROCHURE VOOR DE ARTSEN 2 INHOUDSTAFEL 1. Euthanasie op verzoek van de patiënt vs. euthanasie op basis van een voorafgaande wilsverklaring

Nadere informatie

Continue sedatie tot aan het overlijden in Vlaamse woonzorgcentra

Continue sedatie tot aan het overlijden in Vlaamse woonzorgcentra Continue sedatie tot aan het overlijden in Vlaamse woonzorgcentra Prof. Johan Bilsen Dr. Sam Rys OZ-groep Mental Health and Wellbeing, Department of Public Health, Vrije Universiteit Brussel Achtergrond

Nadere informatie

Pijn en dementie. Inhoud. Introductie! Pijn. Pijn

Pijn en dementie. Inhoud. Introductie! Pijn. Pijn Inge van Mansom palliatief arts/specialist ouderengeneeskunde Sint Elisabeth Gasthuishof, LUMC en IKNL regio Leiden Maartje Klapwijk specialist ouderengeneeskunde en onderzoeker LUMC Introductie! 22 september

Nadere informatie

Te verrichten door Arts: Medicatie voorschrijven Verpleegkundige: Pijnobservaties uitvoeren, pijnscores uitvoeren en medicatie toedienen

Te verrichten door Arts: Medicatie voorschrijven Verpleegkundige: Pijnobservaties uitvoeren, pijnscores uitvoeren en medicatie toedienen Te verrichten door Arts: Medicatie voorschrijven Verpleegkundige: Pijnobservaties uitvoeren, pijnscores uitvoeren en medicatie toedienen Doel Adequate pijnbestrijding Stappenplan bij pijnbestrijding (zie

Nadere informatie

Dyspnoe in palliatieve fase. Marloes van Haandel

Dyspnoe in palliatieve fase. Marloes van Haandel Dyspnoe in palliatieve fase Marloes van Haandel Inhoud Epidemiologie Definities van dyspnoe Communicatie Utrechts Symptoom Dagboek Verpleegkundige interventies bij dyspnoe Verpleegkundige diagnoses Angst

Nadere informatie

Benauwdheid in de palliatieve fase

Benauwdheid in de palliatieve fase Benauwdheid in de palliatieve fase S. M. D E H O S S O N L O N G A R T S T W I T T E R : @ S H O S S O N T W I T S 1 4 O K T O B E R 2 0 1 5 Middeleeuwen Dame Cicely Saunders 1918-2002 Cicely Saunders

Nadere informatie

Advanced care planning en palliatieve zorg bij COPD. Petra Wielders en Willemien Thijs

Advanced care planning en palliatieve zorg bij COPD. Petra Wielders en Willemien Thijs Advanced care planning en palliatieve zorg bij COPD Petra Wielders en Willemien Thijs Disclosure belangen sprekers Petra Wielders en Willemien Thijs GEEN Introductie Bespreken de volgende onderwerpen met

Nadere informatie