EEE 1602/1/16 REV 1 sl 1 DG C 2A

Transcriptie

1 EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE De EER-Raad Brussel, 25 mei 2016 (OR. en) EEE 1602/1/16 REV 1 ONTWERPCONCLUSIES Betreft: Ontwerpconclusies van de 45e zitting van de EER-Raad (Brussel, 25 mei 2016) 1. De vijfenveertigste zitting van de EER-Raad vond op 25 mei 2016 plaats te Brussel, onder voorzitterschap van de heer Bert Koenders, minister van Buitenlandse Zaken van Nederland, als vertegenwoordiger van het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. De vergadering werd bijgewoond door mevrouw Aurelia Frick, minister van Buitenlandse Zaken van Liechtenstein, mevrouw Lilja Dögg Alfreðsdóttir, minister van Buitenlandse Zaken van IJsland, en mevrouw Elisabeth Aspaker, minister van EER- en EU-aangelegenheden van Noorwegen, alsmede door leden van de Raad van de Europese Unie en vertegenwoordigers van de Europese Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden. 2. De EER-Raad nam er nota van dat de ministers in het kader van de politieke dialoog zouden spreken over de migratie- en vluchtelingencrisis, Rusland en Oekraïne, en de wereldwijde strategie van de EU op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid, met inbegrip van samenwerking in het Noordpoolgebied. Er werd een oriënterend debat gehouden over de stand van zaken van de agenda voor betere regelgeving en de gevolgen ervan voor de EER. 3. De EER-Raad onderkende de hoofdrol die de EER-overeenkomst gedurende meer dan 20 jaar heeft gespeeld bij het verbeteren van de economische betrekkingen en de integratie op de interne markt tussen de EU en de EER-EVA-staten. De EER-Raad benadrukte dat de Overeenkomst robuust is gebleken en zich heeft kunnen aanpassen aan wijzigingen in de EUverdragen en aan de uitbreidingen van de EU. De EER-Raad erkende dat meer inspanningen voor het vergroten van het concurrentievermogen cruciaal zijn voor banen en groei in Europa. EEE 1602/1/16 REV 1 sl 1

2 4. De EER-Raad benadrukte het belang van een goed functionerende eengemaakte markt als motor voor het stimuleren van economische groei en het scheppen van nieuwe banen in heel Europa, en was ingenomen met de reeds ondernomen stappen ter uitvoering van de voorstellen in de strategie voor een digitale eengemaakte markt en de strategie voor het verbeteren van de interne markt, beide gestart in 2015, teneinde het onaangeboorde groeien productiviteitspotentieel ervan optimaal te benutten. De EER-Raad was het erover eens dat een aantal van de belangrijkste uitdagingen voor de eengemaakte markt op een holistische manier moet worden aangepakt, en beklemtoonde het belang van nauwe betrokkenheid van de EER-EVA-landen bij het verder ontwerpen en ontwikkelen van beleidsmaatregelen en -initiatieven op het vlak van de eengemaakte markt. 5. De EER-Raad nam nota van het voortgangsverslag van het Gemengd Comité van de EER en uitte zijn waardering voor de inspanningen van het Gemengd Comité om de verdere geslaagde werking en het goed functioneren van de EER-Overeenkomst te waarborgen. 6. De EER-Raad benadrukte het belang van solidariteit tussen de landen van Europa om sociale en economische uitdagingen het hoofd te bieden. De EER-Raad sprak meer in het bijzonder zijn ongerustheid uit over de aanhoudend hoge jeugdwerkloosheid in sommige EER-staten. 7. De EER-Raad onderkende dat er nog steeds moet worden gewerkt aan het verkleinen van sociale en economische verschillen in de EER, en dat de financiële mechanismen van de EER en van Noorwegen alsmede de vorige financiële mechanismen een positieve bijdrage hebben geleverd aan het terugdringen van economische en sociale verschillen binnen de EER. 8. De EER-Raad was ingenomen met de ondertekening, op 3 mei 2016, van de overeenkomst betreffende een financieel mechanisme van de EER en van de overeenkomst tussen Noorwegen en de EU betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode De EER-Raad was ook verheugd over de ondertekening, op 3 mei 2016, van de protocollen betreffende de handel in vis en visserijproducten tussen Noorwegen en de EU en IJsland en de EU, en riep op tot een snelle afronding van de noodzakelijke werkzaamheden. 10. De EER-Raad benadrukte dat grotere bekendheid met de EER-Overeenkomst in de gehele EER alle partijen bij de Overeenkomst ten goede komt, en spoorde de partijen aan om ervoor te zorgen dat informatie over de EER-Overeenkomst snel en vlot toegankelijk wordt gemaakt. EEE 1602/1/16 REV 1 sl 2

3 11. De EER-Raad stelde dat vrij verkeer van kapitaal een fundamentele vrijheid van de interne markt is en integraal deel uitmaakt van het EER-acquis, en erkende dat er slechts tijdelijk beperkingen kunnen worden opgelegd op grond van artikel 43 van de EER-Overeenkomst. 12. De EER was ingenomen met de aanzienlijke vooruitgang inzake de afronding van de besluiten van het Gemengd Comité van de EER over het eerste pakket wetgevingshandelingen in verband met de EU-verordeningen inzake de Europese toezichthoudende autoriteiten op het gebied van financiële diensten. Hij benadrukte dat spoedig de laatste hand moet worden gelegd aan de procedures die noodzakelijk zijn om deze handelingen in de EER- Overeenkomst op te nemen en spoedig in werking te doen treden, teneinde te zorgen voor een effectief en homogeen toezicht in heel de EER, zoals de ministers van de EU en de EER-EVA tijdens hun informele bijeenkomst van 14 oktober 2014 hebben gevraagd. De EER-Raad wees tevens op het grote belang van zo spoedig mogelijke opneming in de Overeenkomst en toepassing van andere resterende wetgeving op het gebied van financiële diensten, zodat een gelijk speelveld in de gehele EER in deze belangrijke sector wordt gewaarborgd. 13. De EER-Raad verklaarde veel belang te hechten aan de voortzetting van de nauwe samenwerking tussen de EU en de EER-EVA-staten op het gebied van milieu-, energieen klimaatveranderingsbeleid, met name in het licht van het klimaat- en energiekader 2030 en de kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie en een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering. Deze nauwe samenwerking moet met name ook worden voortgezet op het gebied van de interne energiemarkt, energiezekerheid, emissiehandel, het propageren van een concurrerende, klimaatbestendige, veilige en duurzame koolstofarme economie, energieefficiëntie, hernieuwbare energiebronnen, het afvangen en opslaan van kooldioxide (CCS) en het afvangen en benutten van kooldioxide (CCU), en andere milieukwesties zoals afval, chemische stoffen, waterbeheer en industriële verontreiniging. EEE 1602/1/16 REV 1 sl 3

4 14. De EER-Raad was ingenomen met de inspanningen en de nauwe samenwerking van de EU, haar lidstaten en de EER-EVA-landen bij de voorbereiding van de 21e Conferentie van de Partijen (CoP21) bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) in Parijs in december De EER-Raad benadrukte dat deze samenwerking had bijgedragen tot de vaststelling van een ambitieuze, dynamische, duurzame en juridisch bindende overeenkomst. Om de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur duidelijk onder 2 C te houden, en verdere inspanningen te doen om ze tot 1,5 C boven het pre-industriële niveau te beperken, alsook om de klimaatbestendigheid en de ontwikkeling naar lage emissie van broeikasgassen te bevorderen, streven de partijen ernaar de mondiale emissiepiek van broeikasgasemissies zo snel mogelijk af te toppen en de emissies daarna snel te doen dalen, in overeenstemming met de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens, teneinde in de tweede helft van deze eeuw een evenwicht te bereiken tussen antropogene emissies uit bronnen van broeikasgassen, enerzijds, en de verwijdering daarvan door broeikasgasputten, anderzijds. De EER-Raad onderstreepte dat de dynamiek na CoP21 moet worden gehandhaafd, en dat de focus op de uitvoering moet liggen, op internationaal en nationaal niveau, in het bijzonder met betrekking tot de voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen (INDC s) en het klimaat- en energiekader De EER-Raad was in dit verband ingenomen met het voor ondertekening openstellen van de Overeenkomst van Parijs op 22 april 2016 in New York, en benadrukte dat de Europese Unie, haar lidstaten en de EER-EVA-landen deze overeenkomst zo spoedig mogelijk en tijdig moeten kunnen ratificeren, zodat zij vanaf de inwerkingtreding partijen bij de overeenkomst zijn. 15. De EER-Raad was ingenomen met de inspanningen die worden geleverd om te zorgen voor een terugloop van het aantal voor de EER relevante EU-handelingen die in de EER- Overeenkomst moeten worden opgenomen en om het opnemingsproces te versnellen. De EER-Raad prees alle stappen die in de afgelopen jaren zijn ondernomen, maar wees er tegelijkertijd op dat het aantal handelingen dat nog in de EER-Overeenkomst moet worden opgenomen, te hoog blijft. De EER-Raad vroeg dat de werkzaamheden om de huidige achterstand beduidend en blijvend in te korten en aldus te zorgen voor rechtszekerheid en homogeniteit in de EER, worden voortgezet. Hij verzocht alle partijen zich constructief op te stellen zodat moeilijke hangpunten kunnen worden opgelost. EEE 1602/1/16 REV 1 sl 4

5 16. Met betrekking tot het derde pakket voor de interne energiemarkt was de EER verheugd over de in de voorbije maanden geboekte vooruitgang met betrekking tot de deelname van de EER-EVA aan het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER), en onderstreepte hij het belang van de snelle afronding van deze werkzaamheden om tot een volledig functionele interne markt voor energie te komen. 17. De EER-Raad was verheugd over de opneming in de EER-Overeenkomst van het wettelijk kader voor overheidsopdrachten, alsmede over de in de voorbije maanden geboekte vooruitgang met betrekking tot het regelgevingskader voor elektronische communicatie van 2009 (waaronder de verordening tot oprichting van het orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie - BEREC) en de verordening betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik. 18. De EER-Raad nam er nota van dat nog vooruitgang moet worden geboekt inzake een aantal belangrijke hangende kwesties, en zag ernaar uit die zo snel mogelijk af te ronden, in het bijzonder wat betreft de derde postrichtlijn, de EU-rechtshandelingen op het gebied van biologische productie, alsmede op het gebied van gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties. 19. De EER-Raad nam nota van een aantal besluiten van het Gemengd Comité waarvoor de in de EER-Overeenkomst gestelde termijn van zes maanden waarin moet worden voldaan aan de grondwettelijke eisen, is overschreden. Hij spoorde de EER-EVA-staten ertoe aan hun inspanningen voor een zo spoedig mogelijke afronding van de nog openstaande dossiers op te voeren en dergelijke vertragingen in de toekomst te voorkomen. 20. De EER-Raad erkende het belang van de onderhandelingen over een trans-atlantisch handelsen investeringspartnerschap (TTIP) tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. De EER-Raad verwelkomde de voortdurende informatie-uitwisseling tussen de Europese Commissie en de EER-EVA-staten waarmee in december 2014 in het Gemengd Comité van de EER een begin is gemaakt. Indachtig onder meer Protocol 12 bij de EER-Overeenkomst, moedigde de EER-Raad de voortzetting van deze informatie-uitwisseling aan. EEE 1602/1/16 REV 1 sl 5

6 21. De EER-Raad onderkende dat de partijen bij de EER-Overeenkomst, conform artikel 19 van de overeenkomst, zich hebben verplicht tot voortzetting van hun inspanningen met het oog op de geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten. De EER-Raad zag uit naar de ondertekening, in de nabije toekomst, van de overeenkomsten over de verdere liberalisering van de handel in landbouwproducten en over de bescherming van geografische aanduidingen tussen de EU en IJsland, die op 17 september 2015 werden geparafeerd. 22. De EER-Raad nam nota van het gebrek aan vooruitgang in de onderhandelingen tussen de EU en Noorwegen over de bescherming van geografische aanduidingen, en stelde vast dat de besprekingen tijdelijk zijn opgeschort. De EER-Raad was evenwel ingenomen met de vooruitgang die de partijen hebben geboekt in de in februari 2015 gestarte onderhandelingen over de verdere liberalisering van de handel in landbouwproducten in het kader van artikel 19, en moedigde de partijen ertoe aan zich te blijven inzetten voor verdere vooruitgang in de onderhandelingen. 23. De EER-Raad zag uit naar de vaststelling, in de nabije toekomst, van het besluit van het Gemengd Comité betreffende de op 17 september 2015 gesloten overeenkomst over de verdere liberalisering van de handel in verwerkte landbouwproducten binnen het kader van artikel 2, lid 2, en artikel 6 van Protocol 3 bij de EER-overeenkomst tussen IJsland en de EU. 24. De EER-Raad spoorde de partijen bij de Overeenkomst aan de dialoog over de evaluatie van de handelsregeling voor verwerkte landbouwproducten binnen het kader van artikel 2, lid 2, en artikel 6 van Protocol 3 bij de EER-Overeenkomst voort te zetten om de handel op dit gebied verder te bevorderen. 25. Onder erkenning van de bijdrage die de programma's van de EU leveren tot de opbouw van een concurrerender, innovatiever en socialer Europa, verwelkomde de EER-Raad de deelname van de EER-EVA-staten aan voor de EER relevante programma's waaraan zij een financiële bijdrage leveren. EEE 1602/1/16 REV 1 sl 6

7 26. De EER-Raad onderstreepte dat het van belang is de praktijk voort te zetten waarbij ambtenaren uit de EER-EVA-staten worden uitgenodigd voor politieke dialogen op het niveau van de betrokken werkgroepen van de Raad van de EU. 27. De EER-Raad beklemtoonde dat het van belang is dat EER-EVA-ministers worden uitgenodigd voor de informele ministeriële bijeenkomsten en ministeriële conferenties van de EU die relevant zijn voor de deelname van de EER-EVA in de interne markt, en sprak zijn waardering uit voor het huidige Nederlandse en het aantredende Slowaakse voorzitterschap, die deze traditie voortzetten. 28. De EER-Raad erkende de positieve bijdragen die de EER-EVA-staten hebben geleverd aan het besluitvormingsproces van voor de EER relevante EU-wetgeving en EU-programma's, door deel te nemen aan de relevante comités, deskundigengroepen en organen en agentschappen, alsmede door opmerkingen in te dienen. 29. De EER-Raad nam nota van de resoluties die het Gemengd Parlementair Comité van de EER tijdens zijn bijeenkomst in Vaduz op 19 en 20 mei 2016 heeft aangenomen over de internemarktstrategie voor goederen en diensten en over de deeleconomie, en van de resoluties die het Raadgevend Comité van de EER tijdens zijn bijeenkomst in Vaduz op 19 en 20 mei 2016 heeft aangenomen over arbeidsmobiliteit in de EER en over betere regelgeving ter ondersteuning van ondernemingen en ter bescherming van werknemers in de EER. EEE 1602/1/16 REV 1 sl 1