SECTORSTUDIE KANTOORHOUDENDE DIENSTVERLENING
|
|
- Bram Pauwels
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 SECTORSTUDIE KANTOORHOUDENDE DIENSTVERLENING ir. E.R. van den Ham Climatic Design Consult Nijmegen/Amsterdam NEEDIS Postbus ZG Petten telefoon: telefax : NDS november 1996
2 Verantwoording In opdracht van de Stichting NEEDIS wordt door ECN-Beleidsstudies het Nationaal Energie en Efficiency Data Informatie Systeem ontwikkeld. In de Stichting NEEDIS zijn het Ministerie van Economische Zaken, Sep en Gasunie vertegenwoordigd. Het doel van NEEDIS is om een algemeen erkend en in beginsel openbaar databestand samen te stellen en actueel te houden. In dit databestand wordt informatie opgenomen over het energieverbruik en de energie-efficiency in Nederland. Om een nadere analyse te maken van verschillende verbruikerscategorieën wordt uitgegaan van een sectorindeling en worden per sector onderzoeken uitbesteed. Dit rapport betreft een studie naar de sector kantoorhoudende dienstverlening (SBI 74: 8, SBI 93: 65,66,67,70,71,72,73,74) en is samengesteld door Climatic Design Consult. Studies van diverse andere sectoren en gegevens uit het databestand zijn verkrijgbaar bij de beheerder van NEEDIS. 2
3 INHOUD SAMENVATTING 5 1. INLEIDING 7 2. SECTORSCHETS Algemene beschrijving van de sector Beschouwde SBI-sectoren Verklarende factoren Economische gegevens Huisvesting Gebouwenvoorraad Bezitsvorm Kwantitatief ruimtegebruik Energiefuncties Klimatisering Verlichting Communicatie Overige energiefuncties Energiebesparing Besparingsopties Energieprestatienormering Meerjarenafspraken energiebesparing Trends en ontwikkelingen Groei van de sector Toenemend ruimtegebruik per persoon Telewerken Kantoorautomatisering ENERGIEGEBRUIKSGEGEVENS CBS-gegevens Algemeen CBS-enquête CBS-enquête Jaarreeksen Analyse van het energiegebruik Vergelijking cijfers 1990 en Energiegebruik per werkzaam persoon Energiegebruik per m Verhouding gas/elektriciteit Verhouding grootverbruik/kleinverbruik aardgas 36 3
4 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening 4. INVENTARISATIE BRONNEN Algemeen CBS Brancheverenigingen Nederlandse Vereniging van makelaars in Assurantiën en assurantieadviseurs (NVA) Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen (NVM) Bond van Nederlandse Architecten (BNA) Overige bronnen TU-Delft, Faculteit Bouwkunde, Vakgroep Bouwmanagement en Vastgoedbeheer Novem Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) INDELING IN SEGMENTEN EN GEBOUWTYPOLOGIEËN Clustering van SBI-(sub)sectoren Indeling in gebouwtypologieën Algemeen Grootteklasse en installatietype Voorstel voor te beschouwen gebouwtypologieën Gebruik van gebouwmodellen ADVIES VOOR MONITORING Te beschouwen SBI-sectoren Gewenste aanvullende gegevens Ruimtegebruik Aantal kantoorwerkplekken Technische kenmerken 46 REFERENTIES 47 BIJLAGE A. Sector 8 volgens SBI BIJLAGE B. Sectoren volgens SBI BIJLAGE C. Schakelschema SBI 74-SBI BIJLAGE D. Economische gegevens 61 BIJLAGE E. Gegevens CBS-enquete BIJLAGE F. Gegevens CBS-enquete BIJLAGE G. Brancheverenigingen 71 SBI 93 sectoren 79 4
5 SAMENVATTING De sector kantoorhoudende dienstverlening, welke bestaat uit het bank- en verzekeringswezen en de zakelijke dienstverlening, wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan dienstverlenende activiteiten die hoofdzakelijk worden verricht in een kantooromgeving. In deze sector genereren circa werkzame personen een toegevoegde waarde van circa 150 miljard gulden (peiljaar 1994). Het jaarlijkse energiegebruik bedraagt 411 miljoen m 3 aardgas en 2629 miljoen kwh elektriciteit. De totale energiekosten bedragen 588 miljoen gulden. Als faciliteit voor de produktie wordt circa 27 miljoen m 2 bruto vloeroppervlakte ingezet. De energie-efficiency wordt in belangrijke mate bepaald door het ruimtegebruik per werkzame persoon. In deze sectorstudie is gezocht naar aanvullende data uit bestaande bronnen, welke samen met de CBS-gegevens een zo compleet mogelijk beeld geven van de betreffende sector. In sommige subsectoren wijkt in de CBS-gegevens het energiegebruik per werkplek of het energiegebruik per werkzame persoon aanzienlijk af van het gemiddelde. Dat geldt om verklaarbare redenen bijvoorbeeld voor de schoonmaakbedrijven. Monitoring De indeling conform de SBI is goed bruikbaar voor monitoring mits enkele sectoren met afwijkende functies apart worden beschouwd, waarvan de sector 73 speuren ontwikkelingswerk de belangrijkste is. Voorts wordt geadviseerd clusters van (sub) sectoren te maken die qua energiekenmerken relatief homogeen zijn en voor de betreffende clusters de volgende gegevens te verzamelen:. toegevoegde waarde;. aantal werkzame personen;. aantal kantoorwerkplekken;. grootte van de kantooroppervlakte per locatie;. aanwezigheid van (een vorm van) koeling. Voor gedetailleerde analyses in een cluster van (sub) sectoren kan het wenselijk zijn over gegevens van technische gebouwkenmerken te beschikken:. installatietype (natuurlijke ventilatie/mechanische ventilatie/topkoeling etc.);. glaspercentage;. isolatievoorzieningen;. bijzondere technieken (warmtepompen, warmte/kracht-koppeling, e.d.). 5
6 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening 6
7 1. INLEIDING Om meer inzicht te krijgen in het energiegebruik in Nederland in al zijn facetten hebben het Ministerie van Economische Zaken, de Gasunie en de Sep de stichting NEEDIS opgericht, met als belangrijkste taak het opzetten van de NEEDIS-databank (Nationaal Energie en Efficiency Data Informatie Systeem). De referentie voor de gegevens in NEEDIS wordt gevormd door CBS-gegevens. De huidige opdeling van de sectoren bij het CBS sluit echter niet altijd aan op de doelstelling van NEEDIS. Daarom wordt met sectorstudies gezocht naar aanvullende data uit bestaande bronnen, welke samen met de CBS-gegevens een zo compleet mogelijk beeld geven van de betreffende sector. In het voorliggende rapport is dit gedaan voor de sector kantoorhoudende dienstverlening. In het kader van deze sectorstudie is geen nieuw onderzoek verricht, er is alleen geïnventariseerd welke bronnen relevante gegevens bevatten en op welke wijze deze in NEEDIS kunnen worden ingebracht. Hoofdstuk 2 geeft een schets van de sector, waarna in hoofdstuk 3 de belangrijkste energieverbruiksgegevens worden vermeld. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven op welke verschillende wijzen de sector in segmenten en functies kan worden ingedeeld. Hoofdstuk 5 beschrijft de belangrijkste bronnen en in hoofdstuk 6 wordt een advies voor monitoring gegeven, gericht op het invullen van de belangrijkste hiaten in de beschikbare gegevens. In de tekst en de figuren wordt steeds gesproken over SBI-sectoren. Door het uitklapvel achter in dit rapport open te slaan, heeft u bij het lezen steeds een overzicht van de beschouwde SBI-sectoren met het bijbehorende energiegebruik bij de hand. 7
8 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening 8
9 2. SECTORSCHETS 2.1 Algemene beschrijving van de sector De sector kantoorhoudende dienstverlening bestaat uit een zeer diverse groep van dienstverlenende bedrijven (excl. overheid) die als belangrijkste gemeenschappelijk kenmerk hebben dat de werkzaamheden hoofdzakelijk in een kantooromgeving worden verricht. In tegenstelling tot andere sectoren is niet het geleverde produkt, maar de huisvesting de belangrijkste factor die het energiegebruik bepaalt. De diversiteit van de sector komt onder meer tot uitdrukking in het aantal werknemers per bedrijf, dat uiteen loopt van een tot tienduizenden en in de kwaliteit van de huisvesting, die uiteen loopt van oude herenhuizen tot moderne kantoorpanden. Gemiddeld genomen staat energiebesparing bij de bedrijven in deze sector niet hoog op de agenda, deels omdat de energiekosten een klein deel van de bedrijfskosten vormen en deels omdat veel bedrijven in gehuurde panden zitten, zodat de gebruiker niet over investeringen in energiebesparende maatregelen kan beslissen. 2.2 Beschouwde SBI-sectoren In het kader van deze studie wordt de sector kantoorhoudende dienstverlening beperkt tot sector 8 volgens SBI 74 [16] of de subsectoren 65, 66, 67, 70, 71, 72, 73 en 74 volgens SBI 93 [17]. Tabel 2.1 geeft een overzicht van de beschouwde SBI-sectoren. In bijlage A en B zijn de beschouwde SBI-sectoren volgens SBI 74 respectievelijk SBI 93 in detail beschreven. Buiten deze sectoren vallen onder andere: - kantoorgebouwen bij industriegebouwen en groothandel; - overheidsgebouwen. Bijlage C geeft in detail het schakelschema tussen SBI 74 en SBI 93. De belangrijkste verschillen betreffen: - In SBI 93 zijn de activiteiten t.b.v. of verwant aan financiële instellingen (b.v. assurantietussenpersonen) als aparte sector beschouwd (67). - In SBI 93 is de sector speur- en ontwikkelingswerk toegevoegd. - In SBI 93 is de sector computerservice- en informatietechnologiebureaus apart van de overige zakelijke dienstverlening beschouwd. 9
10 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening Tabel 2.1: SBI-sectoren kantoorhoudende dienstverlening SBI 74 SBI Bankwezen 65 Financiële instellingen (excl. Verzekeringswezen en pensioenfondsen) 82 Verzekeringswezen 66 Verzekeringswezen en pensioenfondsen (excl. verplichte sociale verzekeringen) 83 Exploitatie van en handel in onroerende goederen e.d. 85 Verhuur van machines e.a. roerende goederen 67 Activiteiten t.b.v. of verwant aan financiële instellingen 70 Verhuur van en handel in onroerend goed 71 Verhuur van transportmiddelen, machines en werktuigen zonder bedienend personeel en van overige roerende goederen 72 Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. 73 Speur- en ontwikkelingswerk 84 Zakelijke dienstverlening 74 Overige zakelijke dienstverlening Verder zijn er veel kleine verschillen tussen de oude en nieuwe definitie van kantoorhoudende dienstverlening (zie bijlage C). Vergelijkingen tussen gegevens gebaseerd op de SBI 74 indeling en gebaseerd op de SBI 93-indeling zijn daarom moeilijk te maken. In dit rapport wordt daarom van beide indelingen gebruik gemaakt. Voor de gegevens van 1994 wordt de SBI 93 aangehouden, voor de jaarreeksen en de gegevens van 1990 wordt de SBI 74 gehanteerd. 2.3 Verklarende factoren Het uiteindelijke doel van NEEDIS is om de gebruiker de mogelijkheid te bieden ontwikkelingen in het energiegebruik te verklaren. Binnen de NEEDIS-structuur wordt uitgegaan van de volgende drie belangrijkste verklarende factoren [12]: - de economische prestatie, bepaald door de omzet of de toegevoegde waarde; - het specifiek energiegebruik, uitgedrukt in het energiegebruik per eenheid van fysieke prestatie of produktie. De reciproque van het specifiek energiegebruik is een maat voor de energie-efficiency; - de verhouding tussen de toegevoegde waarde en de fysieke prestatie is een maat voor structuureffecten. Deze verhouding wordt de kwaliteitsfactor genoemd. Voor de sector kantoorhoudende dienstverlening is geen sprake van een duidelijk gedefinieerde fysieke prestatie. De bovengenoemde verklarende variabelen zijn daarom voor deze sector niet goed bruikbaar. Ten behoeve van sectoren zonder duidelijke fysieke prestatie zijn twee nieuwe indicatoren gedefinieerd, te weten de produktieve capaciteit en de faciliterende capaciteit. De produktieve capaciteit bestaat in het geval van de kantoren bijvoorbeeld uit het aantal werkzame personen. De faciliterende capaciteit bestaat uit het aantal beschikbare m 2 vloeroppervlakte. De verhouding tussen de produktieve en de faciliterende capaciteit wordt de benuttingsgraad genoemd, in dit geval uitgedrukt 10
11 Sectorschets in het aantal werknemers per m 2. De technische energie-efficiency wordt uitgedrukt in het energiegebruik per m 2. In figuur 2.1 zijn de bovengenoemde verklarende variabelen en hun onderlinge verhoudingen in beeld gebracht. Economische prestatie Fysieke prestatie Productieve capaciteit Faciliterende capaciteit Energieverbruik b.v. toegevoegde waarde b.v. verrichtingen/ produkteenheden b.v. werknemers computers b.v. kantooroppervlak 2 (m bvo) Kwaliteitsfactor Specifiek energieverbruik (Technische efficiency) Figuur 2.1: Verklarende variabelen Benuttingsgraad Bezettingsgraad Gebouweigenschappen (Technische efficiency) Als maat voor de produktieve capaciteit bij de sector kantoorhoudende dienstverlening kan in plaats van het aantal werkzame personen beter het aantal kantoorwerkplekken worden aangehouden. Dit sluit namelijk goed aan op de wijze waarop het CBS de energiegebruiksgegevens uit de steekproeven ophoogt. 2.4 Economische gegevens In de figuren 2.2 t/m 2.4 is een aantal economische gegevens weergegeven. In bijlage D zijn de bijbehorende getallen opgenomen. Figuur 2.2 geeft het totaal aantal arbeidsjaren over de periode Van het aantal arbeidsjaren komt circa 75% voor rekening van de sector zakelijke dienstverlening (SBI 74 84). In deze periode bedroeg de gemiddelde jaarlijkse groei circa 2,5%; deze groei deed zich voornamelijk voor bij de sector zakelijke dienstverlening. In figuur 2.3 is de werkzame beroepsbevolking per (sub) sector volgens SBI 93 voor het jaar 1994 gegeven. Het opvallend hoge aantal werknemers bij de sector 747 (reiniging van gebouwen e.d.) is het gevolg van een groot aantal deeltijdmedewerkers, die bovendien niet op het eigen kantoor werkzaam zijn. Binnen sector 74 overige zakelijke dienstverlening blijken de accountants, boekhouders en economische adviesbureaus (SBI ) het grootste aantal (kantoor)medewerkers te hebben. 11
12 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening Arbeidsjaren [x 1000] SBI 81 Bankwezen SBI 82 Verzekeringswezen SBI 83 Exploitatie en handel onroerende goederen SBI 84 Zakelijke dienstverlening Figuur 2.2: Totale arbeidsvolume (incl. meewerkende gezinsleden) Werkzame beroepsbevolking 1994 [x 1000] SBI 93 code Figuur 2.3: Werkzame beroepsbevolking in 1994 (Voor omschrijving SBI-sectoren zie uitklapvel achter in dit rapport) 12
13 Sectorschets Tabel 2.2: Grootteklasse bedrijven en werkzame beroepsbevolking 1994 Grootteklasse bedrijven en meer Aantal bedrijven totaal Werkzame beroepsbevolking [ 1000] 65 Financiële instellingen Verzekeringswezen en pensioenfondsen Activiteiten t.b.v. of verwant aan financiële instellingen Verhuur van en handel in onroerend goed Verhuur van roerende goederen Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d Speur en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening In tabel 2.2 is het aantal bedrijven naar grootteklasse weergegeven. Opvallend daarbij is het grote aantal bedrijven zonder personeel (eenmansbedrijven of papieren BV s etc.). oegevoegde waarde [miljard ƒ] SBI 81 Bankwezen SBI 83 Exploitatie en handel onroerende goederen SBI 82 Verzekeringswezen SBI 84 Zakelijke dienstverlening Figuur 2.4: Toegevoegde waarde In figuur 2.4 is de toegevoegde waarde per sector over de periode weergegeven. Uit de relatief grote toegevoegde waarde in de sector 83 exploitatie van en handel in onroerende goederen blijkt het kapitaalintensieve karakter van deze sector. 13
14 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening 2.5 Huisvesting Gebouwenvoorraad Over de voorraad, de vraag en het aanbod van kantoorruimte in Nederland lopen de schattingen sterk uiteen. Door definitieverschillen zijn beschikbare databestanden nauwelijks vergelijkbaar. In het kader van het onderzoeksproject Toekomst van de kantorenmarkt zijn alle beschikbare bronnen opnieuw geanalyseerd en zijn enquêtes en dossieronderzoeken verricht [2,3]. Dit onderzoek geeft het volgende beeld van de voorraad kantoorgebouwen. Totale voorraad anno 1994: 34,6 mln m 2 bvo, waarvan: 27,9 mln m 2 in gebouwen boven 500 m 2 vvo 1 ; 6,7 mln m 2 in gebouwen kleiner dan 500 m 2 vvo; 3,3 mln m 2 bvo niet in gebruik. In het onderzoek zijn alleen de zogenoemde solitaire kantoorruimtes meegenomen. Kantoorruimtes die deel uitmaken van bedrijfsverzamelgebouwen, winkelpanden e.d. vallen hierbuiten. Ook kantoorruimtes bij (industriële) bedrijven zijn buiten beschouwing gelaten. Naast de sector kantoorhoudende dienstverlening maakt ook de overheid en een deel van de overige sectoren gebruik van deze kantoorgebouwen. In het bovengenoemde in gebruik zijnde kantorenbestand van 34,6-3,3 = 31,3 mln m 2 bvo zijn in totaal 1,06 mln mensen werkzaam [2]. In de sector kantoorhoudende dienstverlening zijn in 1994 circa personen werkzaam geweest. Indien deze sector een evenredig deel van het totale aantal solitaire kantoorruimtes in gebruik heeft, komt dit neer op circa 22 mln m 2 bvo. Het CBS heeft in het kader van de NEH-enquête over 1994 de vloeroppervlakte geënquêteerd, zie bijlage F. Uit deze enquête komt een totale vloeroppervlakte van 23 mln m 2 alleen voor de bedrijven in de sector kantoorhoudende dienstverlening met 5 of meer werknemers. Deze groep beslaat circa 85% van het totaal aantal werkzame personen, dus voor de gehele sector komt dit neer op circa 27 mln m 2. Hierbij zijn ook niet-solitaire kantoorruimtes meegerekend. 1 bvo = bruto vloeroppervlakte vvo = verhuurbare vloeroppervlakte 14
15 Sectorschets Bezitsvorm De bezitsvorm is van belang in verband met het initiatief tot investeringen in energiebesparingsmaatregelen. Daarbij is ook van belang wie de energierekening betaalt. In het algemeen betalen zowel eigenaars als huurders zelf de gas- en elektriciteitsrekening. Bij panden die aan meerdere gebruikers worden verhuurd wordt de gasrekening door de eigenaar betaald en geheel aan de huurders doorberekend. Bij gehuurde panden is er dus een gescheiden verantwoordelijkheid voor het betalen van de energierekening (de huurder) en het investeren in energiebesparende maatregelen (de eigenaar). Dit werkt uiteraard belemmerend voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen die aanpassingen aan het gebouw en de klimaatinstallatie vergen. Een huurder kan wel maatregelen uitvoeren die betrekking hebben op het gebruikersgedrag, zoals verlagen van de binnentemperatuur en het beperken van het gebruik van de verlichting en overige apparatuur. Volgens een enquête van het EIB in 1992 [30] is tussen de 55 en 60% van de kantoren in eigendom van de gebruiker, de rest wordt gehuurd. Het leasen van kantoorgebouwen komt nog weinig voor. De tabellen 2.3 en 2.4 geven de relatie tussen de bezitsvorm en enkele andere gebouwkenmerken. In 1993 is door de TU Delft een enquête uitgevoerd onder vestigingen in het banken verzekeringswezen en de overige zakelijke dienstverlening waaruit blijkt dat bijna 40% van de gebouwen in eigendom is, 55% wordt gehuurd en de rest (5%) wordt geleast. Een grote meerderheid van de respondenten is het eens met de stelling dat in de toekomst steeds meer kantoren zullen worden gehuurd en geleast in plaats van in eigendom worden genomen [23,32]. Tabel 2.3: Bezitsvorm in relatie tot enkele gebouwkenmerken Gemiddeld leeftijd [jaren] Eigendom Huur Gemiddelde vestigingsduur [jaren] Eigendom Huur Gemiddelde oppervlakte per pand [m 2 bvo] Eigendom Huur Bron: EIB [30] 35,3 33,5 17,9 8,
16 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening Tabel 2.4: Bezitsvorm in relatie tot grootteklasse Grootteklasse pand [m 2 bvo] Eigendom [% van vloeroppervlakte] Huur [% van vloeroppervlakte] ,4 46, ,5 45, ,3 38,7 > ,8 40,2 Totaal 56,8 43,2 Bron: EIB [30] Kwantitatief ruimtegebruik Het kwantitatieve ruimtegebruik in kantoorgebouwen wordt veelal uitgedrukt in het aantal m 2 bruto vloeroppervlakte (bvo) per persoon. Voor de sector kantoorhoudende dienstverlening kan op grond van de gegevens in worden uitgegaan van circa 30 m 2 bvo per werknemer. Dit m 2 -gebruik blijkt samen te hangen met [2]: - functieniveau van de medewerkers; - aantal jaren dat bedrijf in huidige pand gevestigd is; - aandeel kamerkantoren versus kantoortuinen; - grootte van de organisatie; - aandeel ambulante functies; - bouwjaar; - aandeel vergader- en archiefruimte e.d. Tabel 2.5: Ruimtegebruik per sector Sector Ruimtegebruik [m 2 bvo per persoon] Bedrijven 30,5 Openbaar bestuur 28,0 Bank 36,8 Verzekeringen 39,9 Zakelijke dienstverlening 28,5 Gemiddeld 30,2 Bron: Dewulf [2] 16
17 Sectorschets In tabel 2.5 is het gemiddelde ruimtegebruik per sector gegeven [2]. Het hoge m 2 -gebruik bij het bank- en verzekeringswezen wordt volgens deze studie gedeeltelijk verklaard uit een relatief groot aandeel archief- en vergaderruimte. Ter vergelijking zijn in tabel 2.6 de resultaten van het EIB-onderzoek Kantoren in gebruik uit 1992 [30] weergegeven. Tabel 2.6: Ruimtegebruik in m 2 bvo per persoon Totaal 28,0 Klasse werkzame personen > 100 Leeftijdsklasse gebouw 10 jaar jaar > 30 jaar Grootteklasse gebouw [m 2 bvo] > 5000 Vestigingsduurklasse bedrijf 10 jaar jaar > 30 jaar Regio Noord Oost West Zuid Bedrijfstak handel transport bank/verzekering zakelijke dienstverlening overige dienstverlening Bron: EIB [30] 37,9 29,7 26,8 29,0 25,2 27,7 27,9 28,6 31,7 28,4 27,4 26,4 27,6 28,3 28,7 27,3 28,3 27,7 29,4 26,7 21,7 31,1 27,2 26,9 Een andere opvallende invloedsfactor is de grootte van de organisatie, zie tabel 2.7. Het blijkt dat hoe groter de organisatie, des te minder de ruimte per werknemer bedraagt. Verder blijkt uit dezelfde studie dat naarmate een organisatie langer in hetzelfde pand is gehuisvest het m 2 -gebruik per persoon daalt. Bedrijven die langer dan 10 jaar in hetzelfde pand zitten gebruiken gemiddeld 28 m 2 bvo per fte (full-time equivalent), terwijl bedrijven minder dan 10 jaar in hetzelfde pand zitten gemiddeld 38 m 2 bvo/fte gebruiken [2]. 17
18 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening Tabel 2.7: Ruimtegebruik afhankelijk van grootte organisatie Bedrijfsgrootte Ruimtegebruik [m 2 bvo per persoon] 1 t/m 19 personen t/m 49 personen t/m 99 personen 31 meer dan 100 personen 26 Bron: Dewulf [2] De volgende factoren veroorzaken een verschil tussen het aantal personen op de loonlijst en het aantal kantoorwerkplekken: - deeltijdmedewerkers die één werkplek delen; - medewerkers in buitendienst die één of meerdere werkplekken delen; - medewerkers die niet op kantoor werkzaam zijn; - medewerkers die zijn uitgeleend aan andere bedrijven; - ingehuurde medewerkers van andere bedrijven of uitzendorganisaties. Sectoren met opvallende verschillen tussen het aantal kantoorwerkplekken en het aantal personen op de loonlijst zijn: Uitzendbureaus, uitleenbedrijven etc. In deze sector is het grootste deel van de werkzame personen uitgeleend aan andere bedrijven. Bijvoorbeeld bij de uitzendbureaus zijn circa 9000 personen op kantoor werkzaam, terwijl er circa manjaar aan uitzendwerk wordt verricht [27] Schoonmaakbedrijven Hier is slechts een klein deel van de medewerkers (<10%) op kantoor werkzaam. Bovendien is er een groot percentage deeltijdwerkers [28]. Uit eerdere studies met betrekking tot monitoring van het energiegebruik was de wens naar voren gekomen om de vloeroppervlakte van gebouwen tegelijk met de energiegegevens te enquêteren [5]. Het CBS heeft gehoor gegeven aan deze wens door in het kader van de enquête voor de Nederlandse Energiehuishouding 1994 ook de bruto-vloeroppervlakte van de in gebruik zijnde gebouwen te enquêteren. Circa 50% van de respondenten hebben bruikbare gegevens ingevuld over de vloeroppervlakte. Van de overige 50% was er geen respons of waren de gegevens niet beschikbaar of onbetrouwbaar omdat de kantoorruimte in onderhuur was. Desalniettemin levert de enquête van de vloeroppervlakte belangrijke nieuwe gegevens op. Het CBS heeft over 1994 voor bedrijven met 5 of meer werknemers gegevens over het energiegebruik per m 2 en per werkzaam persoon gepubliceerd (zie 3.2). Hieruit is het ruimtegebruik volgens tabel 2.8 afgeleid. 18
19 Sectorschets Tabel 2.8: Ruimtegebruik in m 2 bvo per persoon afgeleid uit CBS-gegevens SBI 65 Financiële instellingen Verzekeringswezen Activiteiten t.b.v. financiële instellingen Verhuur en handel onroerende goed Verhuur machines e.d Computerservice- en informatietechnologiebureaus Speur- en ontwikkelingswerk Overige zakelijke dienstverlening 50 Gemiddeld 43 Gezien de opmerkelijke verschillen tussen de verschillende onderzoeksresultaten kan worden vastgesteld dat het ruimtegebruik per persoon een factor is waarvoor systematisch regelmatig terugkerend onderzoek gewenst is. 2.6 Energiefuncties In het kader van NEEDIS wordt voor de gebouwde omgeving uitgegaan van de drie standaard energiefuncties klimatisering, verlichting en computers/communicatie [12]. Het verbruik van aardgas, olie en stadsverwarming wordt vrijwel geheel aangewend ten behoeve van de energiefunctie klimatisering (verwarming). In tabel 2.9 is aangegeven hoe groot het gemiddelde aandeel van de verschillende energiefuncties in het elektriciteitsgebruik is voor drie grootteklassen van gebouwen. Tabel 2.9: Aandeel energiefuncties in totaal elektriciteitsverbruik bvo in m 2 Klimatisering [%] Verlichting [%] Automatisering [%] Overige [%] Totaal [%] < > Bron: Novem [20] 19
20 November 1996 Sectorstudie kantoorhoudende dienstverlening Klimatisering Onder klimatisering worden alle activiteiten opgenomen die zijn gericht op het beheersen van het binnenklimaat: temperatuur, vochtigheid, luchtkwaliteit. Het bijbehorende energieverbruik bestaat uit: - gasverbruik voor verwarming; - elektriciteitsverbruik voor koeling en ontvochtiging; - elektriciteitsverbruik voor mechanische ventilatie; - gas- of elektriciteitsverbruik voor luchtbevochtiging; - elektriciteitsverbruik voor transport van warmte en koude door water (pompen). Van deze energieverbruiken is het gasverbruik voor verwarming verreweg het belangrijkste. Volgens [2] is circa 2/3 van de kantoorruimtes is voorzien van koeling en 3/4 van mechanische ventilatie. Daardoor veroorzaken deze klimatiseringsfuncties een belangrijk aandeel van het elektriciteitsverbruik voor klimatisering. De overige deelenergieverbruiken voor klimatisering zijn minder belangrijk Verlichting Verlichting is verantwoordelijk voor gemiddeld 40% van het totale elektriciteitsverbruik. Voor standaard kantoorfuncties is het gewenste verlichtingsniveau (in Lux) redelijk uniform. Uitschieters naar boven zijn bijvoorbeeld tekenkamers en laboratoriumfuncties. Het elektriciteitsverbruik voor verlichting hangt voornamelijk af van het geïnstalleerde verlichtingsvermogen en de gemiddelde brandduur en daarom kan het elektriciteitsverbruik ook bij gelijke verlichtingsniveaus sterk verschillen. Bij bestaande kantoorgebouwen ligt het geïnstalleerde verlichtingsvermogen tussen 15 en 25 W/m 2 ; bij de nieuwbouw ligt het verlichtingsvermogen veelal tussen 10 en 15 W/m Communicatie Hieronder vallen alle vormen van communicatie en kantoorautomatisering: - personal computers; - mini- en mainframe computers; - printers; - kopiëerapparaten; - telefoons; - faxen. Deze functies zijn samen verantwoordelijk voor gemiddeld 20% van het totale elektriciteitsverbruik, waarbij het energiegebruik van computers het grootste aandeel vormt, met printers en kopiëerapparaten als tweede. 20
21 Sectorschets Uit de automatiseringsstatistieken kan worden afgeleid dat het aantal computers en/of werkstations gemiddeld over de hele sector circa 50% van het aantal werkzame personen bedraagt [33]. In tabel 2.10 is weergegeven hoeveel computerbeeldschermen per sector zijn geïnstalleerd. In de sector bank- en verzekeringswezen en computerservice en IT-bureaus ligt het aantal beeldschermen gerelateerd aan het aantal werkzame personen het hoogst. Rekening houdend met deeltijdwerkers en niet-kantoorfuncties (kantine, onderhoud, postkamer etc.) mag worden verondersteld dat in deze sectoren op vrijwel iedere kantoorwerkplek een beeldscherm aanwezig is. In toenemende mate worden mainframecomputers met terminals vervangen door PC s in een netwerk. In de sector overige zakelijke dienstverlening is het aantal beeldschermen relatief laag. Dit komt voor een belangrijk deel door het grote aantal werkzame personen dat geen kantoorfunctie heeft, met name het schoonmaakpersoneel in de sector 747. Tabel 2.10: Aantal computer beeldschermen Stand-alone PC s Gekoppelde PC s Terminals Totaal [aantal] [aantal] [aantal] [aantal] [als % van aantal werkzame personen] Bankwezen Verzekeringswezen Computerservice- en IT-bureaus Overige zakelijke dienstverlening Totaal Bron: CBS [33] Het elektriciteitsgebruik van (personal) computers hangt af van het opgenomen vermogen en de gebruikstijd. Het opgenomen vermogen van een PC (inclusief beeldscherm) bedraagt in actieve toestand circa 100 W. Over de gebruikstijd van PC s zijn diverse onderzoeksresultaten beschikbaar De waarnemingen met betrekking tot de gebruikstijd van de computers lopen uiteen van 40% tot 90% van de werktijd [15] Overige energiefuncties De overige energiefuncties die bij alle kantoren voorkomen zijn: - warmtapwater; - voedselbereiding (koffiezetapparaten, keukenapparatuur); - schoonmaken (stofzuigers, dweilmachines). Het aandeel hiervan in het totale energiegebruik is in het algemeen klein. 21
VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE
VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE M. Overboom, A.W.N. van Dril ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338 NDS--96-011 november 1996 Verantwoording
Nadere informatieBijlage D. Warm tapwater in huishoudens en elektrische functies in de utiliteit. CE Oplossingen voor milieu, economie en technologie
CE Oplossingen voor milieu, economie en technologie Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: 015 2 150 151 e-mail: ce@ce.nl website: www.ce.n Bijlage D Warm tapwater in huishoudens en elektrische
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieA (zie toelichting in bijlage)
Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieCO2-monitor 2013 s-hertogenbosch
CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de
Nadere informatieVERKLARENDE ENERGIEGEBRUIKSFACTOREN KANTOORGEBOUWEN
VERKLARENDE ENERGIEGEBRUIKSFACTOREN KANTOORGEBOUWEN W.G. van Arkel ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten NDS-98-001 telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338 september 1998 Verantwoording
Nadere informatieF (zie toelichting in bijlage)
Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden F (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieZonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager
Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager Als facilitair manager bent u verantwoordelijk voor de huisvesting. Daarmee ook voor het energiegebruik van de huisvesting. In deze
Nadere informatieEnergielabel. SKG-IKOB gecertificeerd BRL & BRL
Energielabel SKG-IKOB gecertificeerd BRL 9500-01 & BRL 9500-03 Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u het energielabel welke wij voor u hebben opgenomen. Dit label hebben wij vervaardigd in samenwerking
Nadere informatieEffecten van energiebesparende maatregelen
Effecten van energiebesparende maatregelen Laure Itard, Olivia Guerra Santin 7-12-2009 Delft University of Technology Challenge the future Historisch gasverbruik huishoudens Gemiddeld huishoudelijk gasverbruik
Nadere informatieRapport. Maatwerk voor brancheverenigingen FME
Rapport Maatwerk voor brancheverenigingen FME CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer 303239-01 EBD/EBH 16 juni 2017 kennisgeving
Nadere informatieEPA U. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel
Nieuwbouwkantoorpand Demostraat,Tiel EPA U Adresgegevens Fokkerstraat 39, 3905 KV Veenendaal Postbus 1152, 3900 BD Veenendaal T 0318-75 78 88 F 0318-75 78 87 info@enerpro.nl www.enerpro.nl Voorbeeldbedrijf
Nadere informatieKentallen warmtevraag woningen
Kentallen warmtevraag woningen Colofon Dit rapport is opgesteld door Marijke Menkveld (ECN) Datum 26-01-2009 Status definitief Inhoudsopgave Inleiding...3 Ketels en andere verwarmingssystemen...3 Verschillen
Nadere informatieENERGETISCHE VERBETERINGSMAATREGELEN IN DE SOCIALE HUURSECTOR ENKELE UITKOMSTEN VAN DE SHAERE-MONITOR 2010-2013
ENERGETISCHE VERBETERINGSMAATREGELEN IN DE SOCIALE HUURSECTOR ENKELE UITKOMSTEN VAN DE SHAERE-MONITOR 2010-2013 1 WAT IS DE SHAERE-MONITOR? In de afgelopen jaren zijn allerlei initiatieven ontplooid om
Nadere informatieSPECIMEN. E (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw. Dit gebouw. Standaard energiegebruik voor dit gebouw. 968,3 MJ/m 2
Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking met gebouwen met overeenkomstige
Nadere informatieStructurele ondernemingsstatistieken
1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele
Nadere informatieDoor: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen
Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik
Nadere informatieMilieubarometer 2010-2011
NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,
Nadere informatieJa Nee Nvt Maatregel Foto. Installaties & regelingen. Zijn de binnen- en buitensensoren op een representatieve locatie geïnstalleerd?
Checklist Energiebesparing bedrijven algemeen Met behulp van deze checklist kunt u energiebesparende maatregelen in uw bedrijf inventariseren. Toelichting per maatregel of meer maatregelen kunt u vinden
Nadere informatieTrends in energetische maatregelen
Trends in energetische maatregelen Analyse van 2.000 EPC-berekeningen van aanvragen omgevingsvergunning vanaf 2012 tot en met 2015 Geschreven door Edward Prendergast, mobius consult edward@mobiusconsult.nl
Nadere informatieDeerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies
Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies 2013 Inleiding In het kader van de CO 2 prestatieladder is een ketenanalyse uitgevoerd naar de CO 2 productie door verwarming
Nadere informatieEnergielabel gebouw Dit gebouw Straat (zie bijlage) Gebruiksoppervlak Adviesbedrijf Nummer/toevoeging Opnamedatum Inschrijfnummer Postcode
Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking met gebouwen met overeenkomstige
Nadere informatieMilieubarometer 2009-2010
NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N004 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2009-2010 Datum : 26 juli 2011 Milieubarometer 2009-2010 Inleiding De milieubarometer is een instrument,
Nadere informatiepagina 1 van 8 Conjunctuurtest commerciële dienstverlening Onderwerpen Saldi per indicator Verwachte ontwikkeling omzet
pagina 1 van 8 10-7- Conjunctuurtest commerciële dienstverlening Onderwerpen Saldi per indicator Perioden april Bedrijfsactiviteiten (SBI93) % Ontwikkeling omzet mei juni Verwachte ontwikkeling omzet april
Nadere informatienergiebesparing in de ICT
nergiebesparing in de ICT Een koud kunstje? 10 April Green IT Energy Solutions Niels Sijpheer 3671 Meter (Q=m.g.h) 100 kg massa en 1 kwh arbeid: Hoe hoog kom ik? A Minder dan100 meter B Tussen 100 en 1000
Nadere informatieMedia Maatwerktabellen TNO Centrum voor Beleidsstatistiek
Media Maatwerktabellen TNO Centrum voor Beleidsstatistiek Anouk de Rijk en Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Tabellenoverzicht Tabel 0 Aantal banen van werknemers
Nadere informatieEnergiebeoordeling. Batenburg Energietechniek 1 januari 2018 t/m 31 december 2018
Energiebeoordeling Batenburg Energietechniek 1 januari 218 t/m 31 december 218 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Trendanalyse 2.1. Energiegebruik 2.2. CO2 per omzet 2.3. Reducerende maatregelen
Nadere informatieInventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016
1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie
Nadere informatieNotitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland
Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal
Nadere informatieENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN
Beta Testbedrijf E. van Dijk 007 Kleveringweg 12 2616 LZ Delft info@vabi.nl Delft, 8 februari 2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: Opdrachtgever BV A. Bee Projectgegevens: Voorbeeldproject
Nadere informatieEnergietransitie. Bouw op onze kennis
Energietransitie Bouw op onze kennis Programma Introductie Energieverbruik van een woning Energieverbruik in de praktijk Energieneutraal + Opslag van energie Bewoner centraal Wat doen wij? Een greep uit
Nadere informatieENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN
4 juli 2007 19:11 uur Blz. 1 / 8 cursus Luc Volders - 2-7-2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: FB Projectgegevens: testpand 1234AB Software: EPA-W Kernel 1.09 07-06-2007 Vabi Software
Nadere informatie3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw.
3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw. Datum: 12-05-2016 Versie: 1 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Prins Bouw de voorgang op de CO 2 reductiedoelstellingen laten zien, door
Nadere informatieCO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1
CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 Datum: 20 december 2017 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang
Nadere informatieDatum: 18 februari 2013-22 januari 2014 Project: NAM-gebouw De Boo te Schoonebeek Referentie: 2012032 20079
Datum: 18 februari 2013-22 januari 2014 Project: NAM-gebouw De Boo te Schoonebeek Referentie: 2012032 20079 Uitgangspunt Bestaand, oorspronkelijk gebouw had als gebruik een mix aan functies. Dit waren
Nadere informatieStructurele ondernemingsstatistieken
Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven
Nadere informatieHoofdstuk 4 beschrijft ons plan van aanpak, inclusief de te nemen maatregelen in het bedrijf en vervoer (3.B.1 van CO 2 -Prestatieladder).
1 I N L E I D I N G 1. 1 O v e r d i t r a p p o r t Dit rapport beschrijft de CO 2 -footprint, de CO 2 -reductiedoelstellingen en CO 2 - reductiemaatregelen van OBO BETTERMANN. OBO BETTERMANN werkt met
Nadere informatieMaatwerk voor brancheverenigingen
Rapport Maatwerk voor brancheverenigingen FEDA Branchevereniging op het gebied van Aandrijf- en Automatiseringstechniek CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag
Nadere informatieMogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt
Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor
Nadere informatieMonitoring scope 1 en 2
Werk Bewust! Antea Group en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen projectnr. 080365 Onderdeel CO2 prestatieladder 12 jun 2015 Bijlage bij - 3.B.2 Energiemanagementsprogramma Monitoring scope 1 en 2 1
Nadere informatieIk kan de meeste energie besparen door de volgende maatregel(en) toe te passen: 1. 2. 3.
Antwoordblad Opdracht 1 Noteer de startwaarden en scores Kijk bij het dashboard. Noteer de startwaarden en scores die je hier ziet staan in de tabel hieronder. CO₂ uitstoot (ton per jaar ) Investeringen
Nadere informatieVERBRUIKSANALYSE GRAFISCHE BEDRIJVEN
VERBRUIKSANALYSE GRAFISCHE BEDRIJVEN A.W.N. van Dril ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338 NDS--96-006 februari 1996 Verantwoording In opdracht
Nadere informatieCO 2 -Prestatieladder
Adviesbureau B.V Sint Bavostraat 60C 4891 CK RIJSBERGEN Telefoon (076) 597 47 16 CO 2 -Prestatieladder 3.C.1 Energie Audit Verslag 19 maart 2014 www.apconbv.com ..........................................................................................
Nadere informatieWerk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en LISA vergeleken
Duizenden Duizenden Werk en vestigingen in Nederland, CBS-regiobase en vergeleken Zowel het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) als het Landelijk InformatieSysteem Arbeidsplaatsen en vestigingen ()
Nadere informatieMemo Energiekosten Leidsche Rijn
Memo Energiekosten Leidsche Rijn Project 9165 Kostenvergelijking Stadsverwarming en Gas in Utrecht Leidse Rijn Aan Gemeente Utrecht Van Pieter Nuiten, Helmer den Dekker, Geurt Donze (W/E adviseurs) Datum
Nadere informatieDiscussienota Tertiaire sector voor de studie: Energie en broeikasgasscenario s voor het Vlaamse gewest verkenning beleidsscenario s tot 2030
Discussienota Tertiaire sector voor de studie: Energie en broeikasgasscenario s voor het Vlaamse gewest verkenning beleidsscenario s tot 2030 BIJLAGEN 1 BIJLAGE 1 bij BELEIDSDOELSTELLING 1 van PIJLER II
Nadere informatieRapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade 2012. CO2 emissie gemeente Kerkrade
Rapportage monitoring CO2 emissie en Energiebesparing gemeente Kerkrade 2012 CO2 emissie gemeente Kerkrade Afdeling Milieu en Bouwen gemeente Kerkrade januari 2013 INHOUDSOPGAVE: Inhoud 1. Inleiding...
Nadere informatieBENG. Update
BENG Update 21-12-2018 Congres EPG 2.0 d.d. 20 november 2018 Tijdens het NEN-congres op dinsdag 20 november 2018 maakte het ministerie van BZK de nieuwe concept geadviseerde BENG-eisen bekend. Ook werd
Nadere informatieCO 2 -Voortgangsrapportage 2018 H1
CO 2 -Voortgangsrapportage 2018 H1 Datum: 17 december 2018 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang
Nadere informatie3 Energiegebruik huidige situatie
3 Energiegebruik huidige situatie 3.1 Het Energie Prestatie Certificaat In het kader van de Europese regelgeving (EPBD) bent u verplicht om, bij verkoop of verhuur van de woning, een energiecertificaat
Nadere informatieCO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar
CO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar Naam opdrachtgever: Unipro BV Adres: Bouwstraat 18 Plaats: Haaksbergen Uitgevoerd door: Zienergie BV Adres: Dokter Stolteweg 2 Plaats Zwolle Telefoon:
Nadere informatiePROJECT HUURINFORMATIE. Kantorenhuis StavorenWerkt Stavorenweg 6 te Gouda
PROJECT HUURINFORMATIE Kantorenhuis StavorenWerkt Stavorenweg 6 te Gouda Object : Kom werken in StavorenWerkt Kantoorunits en flexplekken bieden in StavorenWerkt (www.stavorenwerkt.nl) alle gelegenheid
Nadere informatieEnergiemanagement 2014-2015 CO 2 -prestatie
Energiemanagement 2014-2015 CO 2 -prestatie Cable Partners B.V. Venneveld 34 4705 RR ROOSENDAAL tel. 0031 165 523 000 fax 0031 165 520 033 www.cablepartners.nl Opgesteld d.d.: Mei 2014 Revisie: 001 Opgesteld
Nadere informatieDGMR Totaal. Figuur 1. DGMR - Milieubelasting per jaar
Notitie Project DGMR Duurzaam Betreft Milieubarometer 2011-2012 Ons kenmerk A.2007.5221.01.N006 Versie 001 Datum 7 oktober 2013 Verwerkt door VI GA Contactpersoon drs. ing. B.E.A. (Bianca) van Osch E-mail
Nadere informatieRegionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,
PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat bestemming type appartement softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m 2 ): 191 Het berekende energieverbruik is een inschatting van de energiezuinigheid van het appartement.
Nadere informatieInventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015
1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie
Nadere informatieVRIJBLIJVENDE PROJECTINFORMATIE TE HUUR. Stadionweg te Rotterdam
VRIJBLIJVENDE PROJECTINFORMATIE TE HUUR Stadionweg 41-45 te Rotterdam Algemeen. Het betreft representatieve kantoorruimte gelegen in het kantoorgebouw Zuidpoort. Kantoorgebouw Zuidpoort bestaat uit 12
Nadere informatieOntwikkeling energiekosten in het primair onderwijs 2001-2005
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ontwikkeling energiekosten in het primair onderwijs 2001-2005 - rapport - Dit rapport is uitgebracht aan de opdrachtgever, het Ministerie van Onderwijs,
Nadere informatieCO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft
CO 2 -uitstoot 28-214 gemeente Delft Notitie Delft, april 215 Opgesteld door: L.M.L. (Lonneke) Wielders C. (Cor) Leguijt 2 April 215 3.F78 CO 2-uitstoot 28-214 1 Woord vooraf In dit rapport worden de tabellen
Nadere informatieenergiedeskundige / Dit certtficaat is geldig tot en met 27 juni 2021 berekend energieverbruik (kwh/m 2):
certificaatnummer 20110627-0000869054-00000007-9 straat Wijngaardstraat nummer 39 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m 2): Het berekende
Nadere informatieSECTORSTUDIE ELEKTROTECHNISCHE INDUSTRIE
SECTORSTUDIE ELEKTROTECHNISCHE INDUSTRIE ir. E.P. Brouwer en ir. R.M. van Iersel E 3 T consult b.v. Woubrugge NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten telefoon: 02246-4750 telefax : 02246-3338 oktober 1994 Verantwoording
Nadere informatieEnergieverbruik per functie voor SenterNovem
Energieverbruik per functie voor SenterNovem Rapportage/advisering : Meijer Energie & Milieumanagement B.V. tel. 070 315 57 15 fax 070 315 57 10 Status : Eindrapport Auteurs : Ir P.H. Meijer Ir. R. Verweij
Nadere informatieECN-N Energiescenario s Drenthe 2030
December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen
Nadere informatieCompensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013
Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5 5
Nadere informatieMonitoring scope 1 en 2
Werk Bewust! Antea Group en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen projectnr. 080365 Onderdeel CO2 prestatieladder 16 dec 2015 Bijlage bij - 3.B.2 Energiemanagementsprogramma Monitoring scope 1 en 2 1
Nadere informatieUitsplitsing verbruik elektriciteit en aardgas naar verbruiksschijf energiebelasting
Uitsplitsing verbruik elektriciteit en aardgas naar verbruiksschijf energiebelasting Ruud Remko Holtkamp Ruud Colenberg Otto Swertz CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer
Nadere informatieOnderzoek Week van de Energierekening Gfk i.o. Milieu Centraal oktober 2012
Onderzoek Week van de Energierekening Gfk i.o. Milieu Centraal oktober 2012 Achtergrond bij onderzoek In het onderzoek is gebruik gemaakt van een aselecte steekproef van 1.038 huishoudens. Deze steekproef
Nadere informatieEnergieverbruik door huishoudens,
Indicator 8 February 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2016 verbruiken huishoudens
Nadere informatieVoortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik
Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Rapportage 1 e half jaar 2017 en prognose CO 2 voetafdruk 2017 Autorisatie paraaf datum gecontroleerd prl Projectleider Van
Nadere informatiedownloadbaar document, behorende bij bijlage I
Monitor Uitvoeringsstrategie Plabeka Voortgangsrapportage 2009-2010 downloadbaar document, behorende bij bijlage I Definities monitor B.V. en verschillen met andere bronnen Om een foute interpretatie van
Nadere informatieBinnenklimaat: energie efficiënte oplossingen besparing door comfort
Binnenklimaat: energie efficiënte oplossingen besparing door comfort Rob Nagel Honeywell Dag van de Installatie VSK, Jaarbeurs Utrecht 2 februari 2010 Binnenklimaat besparing door comfort Woningmarkt in
Nadere informatieSAMENVATTING RAADSVOORSTEL 11G200479 420138 / 420138. J.W. Hofman T.H. Timmers. Lease kantoorgebouw Hazenweg (stadskantoor). 08 Inwoners en bestuur
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 11G200479 420138 / 420138 J.W. Hofman T.H. Timmers PF Mu ONDERWERP AGENDANUMMER Lease kantoorgebouw Hazenweg (stadskantoor).
Nadere informatieEnergie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief)
Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief) Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3.
Nadere informatieProjectinformatie. Kantoorruimte + magazijn. Avelingen-West 47. Gorinchem. Avelingen West 36 (0183)
Kantoorruimte + magazijn Avelingen-West 47 Gorinchem Projectinformatie Avelingen West 36 (0183) 30 40 50 Postbus 373 info@bmak.nl 4200 AJ Gorinchem Postbank 26 66 67 KvK 23079378 Bank 37.25.21.630 Omschrijving
Nadere informatieUitkomst controlebezoek Ontbreken energiegegevens (x facultatief indien geen energiegegevens zijn overlegd)
Op xxx controleerde de heer xx van de DCMR Milieudienst Rijnmond uw organisatie aan de xxx in xxxxx. Xx werd hierbij te woord gestaan door uw contactpersoon, de heer xx. Tijdens het controlebezoek is gecontroleerd
Nadere informatieEnergie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief)
Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief) Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3.
Nadere informatieENQUÊTE BEROEPSBEVOLKING 2004 VERSIE B SCHEMA MODULE BEDRIJF
ENQUÊTE BEROEPSBEVOLKING 2004 VERSIE B SCHEMA MODULE BEDRIJF VERSIE FEBRUARI 2004 V 1 Alle werkzame personen CATI CAPI Vorige peiling werkzaam zelfde werkkring (1) Weknemer = [Ja} Werknemer [Ja} BLOK
Nadere informatieManagement review Coolmark B.V. Mei 2014
Management review Coolmark B.V. Mei 2014 CO 2 Prestatieladder 2.2 Coolmark B.V. Zweth 6 2991 LH Barendrecht Postbus 393 2990 AJ Barendrecht Tel: 0180-751300 Fax: 0180-751305 E-mail: info@coolmark.nl Versie
Nadere informatie: Bezoekresultaten naleving milieuwetgeving energiebesparing
T.a.v. 's-hertogenbosch Uw brief van : Ref. : NAAM ambtenaar Uw kenmerk : Tel. : Ons kenmerk : SO/MIL Fax : Datum : E-mail : milieu@s-hertogenbosch.nl Onderwerp :
Nadere informatieEen nieuwe woning in RijswijkBuiten 66 woningen Buitenplaats Syon De energie van morgen vandaag in huis
KLIMAATGARANT Een nieuwe woning in RijswijkBuiten 66 woningen Buitenplaats Syon De energie van morgen vandaag in huis ENERGIE EXPLOITATIE RIJSWIJKBUITEN Een energieneutrale woning: het kan! De verkoop
Nadere informatieAanbod en verbruik van elektriciteit,
Indicator 27 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het totale elektriciteitsverbruik
Nadere informatieCO 2 -Voortgangsrapportage 2018
CO 2 -Voortgangsrapportage 2018 Datum: 14-5-2019 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang op haar CO
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat straat Sint-Bernardsesteenweg nummer 269 bus 3 bestemming appartement type softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m2): 379 Het berekende energieverbruik is een inschatting
Nadere informatieEnergieBesparingsMonitor gebouwde omgeving 2006
EnergieBesparingsMonitor gebouwde omgeving 2006 Rapportage van SenterNovem in opdracht van VROM/DGW in het kader van Kompas, energiebewust wonen en werken. Utrecht, december 2006 Inhoudsopgave DEEL I 1
Nadere informatieVoortgangsrapportage 2012 scope 1 en 2
Notitie Contactpersoon Manja Buijen Datum 13 augustus 2013 Kenmerk N028-0495501BUJ-los-V01-NL 1 Inleiding Tauw heeft zich eind 2011 laten certificeren voor de -prestatieladder. Hiervoor heeft zij onder
Nadere informatieVoortgangsrapportage 2013 scope 1 en 2
Notitie Contactpersoon Manja Buijen Datum 14 augustus 2013 Kenmerk N031-0495501BUJ-los-V01-NL Voortgangsrapportage 2013 scope 1 en 2 1 Inleiding Tauw heeft zich eind 2011 laten certificeren voor de -prestatieladder.
Nadere informatieEnergie beoordelingsverslag februari 2017
Energie beoordelingsverslag 2016 15 februari 2017 Datum:... Paraaf directie:... Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik
Nadere informatieReview CO2 reductiedoelstellingenvoestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.1
Review CO2 reductiedoelstellingenvoestalpine WBN Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Voortgang subdoelstellingen 4 2.1. Voortgang subdoelstelling kantoren 4 2.2.
Nadere informatieRapportage Energiebesparingsverkenner
Rapportage Energiebesparingsverkenner Deze rapportage biedt u een overzicht van de door u geselecteerde pakketten aan energiebesparende maatregelen en de indicatieve resultaten hiervan. In de bijlage van
Nadere informatieVoor onafhankelijke informatie en advies over:
Raoul Santibanez Voor onafhankelijke informatie en advies over: Energie besparen en energie opwekken Luchtkwaliteit in huis Comfortverbetering in huis Levensloopbestendig wonen Klimaat adaptief wonen Subsidies,
Nadere informatieBuilding Holland 2018
Building Holland 2018 17-19 april 2018 Nut en noodzaak van Bodemenergie bij energielabel verbetering Utiliteit Paul Gerats Adviseur Energie SweBru Bureau organisatie: Ingenieursbureau voor binnenklimaat
Nadere informatieExterne publicatie CO2 Prestatieladder
Versie: 18 juni 2018 - Pagina 1 van 7 HDB Civiel B.V. heeft de ambitie te voldoen aan CO2 Prestatieladder. HDB Civiel B.V. is sinds 2015 gecertificeerd tegen de CO2 Prestatieladder niveau 3. HDB Civiel
Nadere informatieEnergiebeoordelingsverslag 2016
Energiebeoordelingsverslag 2016 Datum: 7 maart 2017 Paraaf directie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3. Energieverbruik
Nadere informatieCO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.
CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V. Datum: 31 maart 2017 Versie: 2 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang op haar CO 2-reductiedoelstellingen beschrijven. Hierbij wordt
Nadere informatieBestaande huizen van het aardgas af? Hans van Wolferen 18 april 2018 KIVI
Bestaande huizen van het aardgas af? Hans van Wolferen 18 april 2018 KIVI Van Wolferen Research Ervaring Verwarming, warmtapwater, koeling Rapporteur EPG en EMG (NEN 7120 / 7125) Betrokken bij CEN normen
Nadere informatieDe bakens verzetten. Verduurzamen van commercieel vastgoed. Machiel Karels - consultant
De bakens verzetten Verduurzamen van commercieel vastgoed Machiel Karels - consultant Het glas is half leeg PROFIT 20-6- 20-6- Meer dan 25% van gebouwgebruikers klaagt over de huisvesting Ziekteverzuim
Nadere informatieBredaseweg 193 A TE HUUR. 4872 LA Etten-Leur. www.waltmann.com. Vragen? 078-6141030. Kantoorunits vanaf ca. 28 m². Bel 078-6141030
TE HUUR Vragen? 078-6141030 Kantoorunits vanaf ca. 28 m² Bredaseweg 193 A 4872 LA Etten-Leur All-in huurprijs vanaf 370,-- per maand Bel 078-6141030 OMSCHRIJVING Algemeen: Moderne en representatieve kantoorunits
Nadere informatie