Jaarverslag 2013 Commissie Bezwaarschriften

Transcriptie

1 Commissie Bezwaarschriften Samensteller: drs. M.C.A. (Marco) Spee secretaris Commissie bezwaarschriften waterschap Brabantse Delta Vastgesteld door de commissie op 28 januari 2014 Corsanummer: 14AOUT0008 Zaaknummer: 14.ZK00618

2 Inhoud Inleiding 2 Leeswijzer 2 Hoofdstuk 1 Samenstelling en functie van de commissie 3 Onafhankelijke positie 3 De functie van de commissie bezwaarschriften 3 Ontwikkelingen Winnend Samenwerken 4 Hoofdstuk 2 Werkwijze behandeling bezwaarschriften 5 Ontvangstbevestiging 5 Ontvankelijkheid 5 Premediation 5 Procesdossier 5 Verweerschrift 6 Preadvies 6 Hoorzitting 6 Verslag en advies 6 Beslissing op bezwaar 6 Hoofdstuk 3 Bezwaarschriften: aantallen en conclusies 7 Ontvangen en behandelde bezwaarschriften 7 Beslissing op het bezwaarschrift 8 Contrair besluit college 9 Hoofdstuk 4 Voorlopige voorziening en beroep 10 Voorlopige voorziening 10 Beroep 10 Rechtstreeks beroep 10 Hoofdstuk 5 Procesbewaking 11 Termijnen 11 Hoofdstuk 6 Conclusies en aanbevelingen 13 1

3 Inleiding Hierbij treft u aan het Jaarverslag 2013 van de Commissie Bezwaarschriften van het waterschap Brabantse Delta (hierna: de commissie). Met het uitbrengen van dit jaarverslag voldoet de commissie aan haar taak om jaarlijks verslag over de werkzaamheden van de commissie en over andere feiten en ontwikkelingen aan de bestuursorganen van het waterschap Brabantse Delta kenbaar te maken. Het verslag heeft betrekking op de bezwaarschriften die in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 zijn behandeld 1 door de commissie bezwaarschriften én waarop een beslissing op bezwaar is genomen door één van de bestuursorganen van het waterschap. Aangezien er slechts bezwaarschriften zijn ingediend tegen besluiten van het dagelijks bestuur, zal in dit jaarverslag het dagelijks bestuur als het enige van toepassing zijnde bestuursorgaan worden aangehaald. Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt de samenstelling van de commissie bezwaarschriften beschreven. Hoofdstuk 2 gaat over de werkwijze van de commissie. In hoofdstuk 3 zijn de diverse aantallen en doorlooptijden van de bezwaarschriften terug te vinden. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de gerechtelijke procedures verband houdende met de zaken die de commissie heeft behandeld. Hoofdstuk 5 gaat in op de procesbewaking en termijnen. De conclusies en aanbevelingen staan vermeld in hoofdstuk 6. 1 Het gaat deels ook om bezwaren die al in 2012 zijn ontvangen en in 2013 zijn afgehandeld. 2

4 Hoofdstuk 1 Samenstelling en functie van de commissie Onafhankelijke positie De bezwaarschriften die worden ingediend tegen besluiten van de bestuursorganen van het waterschap worden behandeld door een externe onafhankelijke commissie 2 als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). De commissie neemt een onafhankelijke positie in. De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris, die wordt benoemd door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur heeft zes commissieleden benoemd 3, die roulerend deelnemen aan de zittingen. De commissie bestaat per zitting uit een voorzitter, een technisch commissielid en een agrarisch commissielid. Voor deze samenstelling is gekozen om de integrale heroverweging tot zijn recht te laten komen. Niet alleen de rechtmatigheid, maar ook de doelmatigheid van het bestreden besluit wordt naar aanleiding van het bezwaarschrift getoetst. De verschillende deskundigheden zijn bovendien complementair aan elkaar. De samenstelling van de commissie is als volgt: De heer C.J.J.A. Leijten, wonende te Oosterhout (voorzitter). De heer mr. A. van t Laar, wonende te Halsteren (voorzitter). De heer mr. ir. H.C.A.M. Vermeulen, wonende te Delft (technisch lid). De heer ir. M.M.F. Dewachter MPM wonende te Oisterwijk (technisch lid). De heer ing. B. Tramper, wonende te Zevenbergen (agrarisch lid). De heer mr. A.P.J. van Nuland, wonende te Helvoirt (agrarisch lid). De heer drs. M.C.A. Spee is vanaf 1 november 2011 door het dagelijks bestuur aangewezen als secretaris van de commissie. De secretaris is werkzaam bij de concernstaf van het waterschap en als zodanig niet betrokken bij de primaire besluitvorming. De commissie behandelt de bezwaarschriften die bij het waterschap binnenkomen en gericht zijn tegen besluiten van de bestuursorganen van het waterschap (het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de dijkgraaf). Bezwaarschriften die betrekking hebben op personeelszaken en belastingzaken worden niet door deze commissie behandeld. De functie van de commissie bezwaarschriften Het karakter van de bezwaarschriftprocedure brengt als voordeel voor de bezwaarmaker met zich mee dat deze de mogelijkheid krijgt geboden om (letterlijk) ten overstaan van een commissie van onafhankelijke buitenstaanders zijn verhaal te doen. Op die manier kunnen de geschilpunten worden verduidelijkt. Waar mogelijk wordt gezamenlijk gezocht naar een minnelijke oplossing. De procedure biedt het bestuursorgaan de kans om het besluit nog eens goed tegen het licht te houden. Daarbij is van belang dat het de wetgever voor ogen staat dat de bestuurlijke heroverweging verder gaat dan de rechterlijke toets, die zich beperkt tot de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. De commissie houdt zich bij haar advisering aan deze doelstelling. De doelmatigheidsaspecten van de besluiten worden daarom ook in de advisering betrokken. Dit betekent dat ook beleidsvragen inhoudelijk aan de orde worden gesteld. De bezwaarschriften en de adviezen van de commissie bezwaarschriften kunnen het dagelijks bestuur een indicatie geven over welke onderdelen of taken van de organisatie extra aandacht verdienen. Het dagelijks bestuur krijgt daarmee de mogelijkheid te reageren op signalen van haar burgers en zodoende te leren met het oog op toekomstige besluiten. Een andere doelstelling van de bezwaarschriftprocedure is de zeefwerking. Er wordt verondersteld dat de bezwaarschriftenfase zal leiden tot minder gerechtelijke procedures en daarom tot een ontlasting van de rechterlijke macht. 2 Artikel 7:13, eerste lid Awb: Dit artikel is van toepassing indien ten behoeve van de beslissing op het bezwaar een adviescommissie is ingesteld: a. die bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, b. waarvan de voorzitter geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en c. die voldoet aan eventueel bij wettelijk voorschrift gestelde andere eisen. 3 De zittingsperiode van de leden van de commissie, die gelijk loopt met de zittingsperiode van de leden van het dagelijks bestuur, liep af op 8 januari Vanwege de verlenging van de zittingsperiode van het dagelijks bestuur, zijn de commissieleden bij besluit van 12 december 2012 tot 8 januari 2015 herbenoemd. 3

5 Ontwikkelingen Winnend Samenwerken In 2010 is gestart met het verkennen van de mogelijkheden tot intensievere samenwerking tussen de drie Brabantse waterschappen. Op basis van de verkenning is door de directies van de drie waterschappen een visie opgesteld over een intensivering van de samenwerking onder de noemer Winnend Samenwerken. Het uitgangspunt is dat de Brabantse waterschappen samenwerken, behalve waar dit aantoonbaar geen rendement oplevert. Een van de onderdelen waarop Winnend Samenwerken zich vanaf 2012 richt, is het gezamenlijk afhandelen van bezwaarschriften door de drie Brabantse waterschappen. Gedacht wordt aan één Brabant brede onafhankelijke bezwaarschriftencommissie ondersteund door een gezamenlijk ambtelijk secretariaat. In dat kader hebben de leden van de verschillende bezwarencommissies van de drie waterschappen op 14 september 2012 een eerste informatie- en kennismakingsbijeenkomst bijgewoond. Vervolgens is vanuit Winnend Samenwerken medio 2013 de ambtelijke Werkgroep uniformering bezwaarschriften gestart. Doel van deze werkgroep is om de bezwarenbehandeling bij de drie waterschappen te optimaliseren en uniformeren gericht op een hogere kwaliteit in termen van tevredenheid bij de burger en tijdwinst tegen ten minste gelijkblijvende kosten. Daarbij wordt het proces van behandeling van bezwaren opnieuw beschreven met structurele aandacht voor mediation/bemiddeling 4 (ook geformaliseerd in de verordening) en verkenning van de mogelijkheden voor het (ambtelijk) horen van bezwaarmakers en belanghebbenden. Ook aspecten als secretariële ondersteuning, vaardigheidstraining en benodigde formatie komen daarbij aan bod. Het horen én adviseren door de externe bezwarencommissie is in die situatie beperkt tot juridisch complexe of bestuurlijk gevoelige zaken. Het streven is erop gericht de aangepaste werkwijze voor de drie waterschappen uiterlijk op 1 januari 2015 in te voeren. 4 Met name vanuit het project Prettig contact met de overheid dat vanaf 2008 door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is opgestart en waarin de Andere aanpak van bezwaren centraal staat. 4

6 Hoofdstuk 2 Werkwijze behandeling bezwaarschriften De werkwijze van de commissie is geregeld in de Verordening behandeling bezwaren waterschap Brabantse Delta (hierna: de Verordening). De centrale taak van de commissie is het uitbrengen van adviezen over de te nemen beslissingen op de bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten van de bestuursorganen van het waterschap. Voordat advies wordt uitgebracht, wordt door de commissie een hoorzitting gehouden waarin aan alle betrokkenen (inclusief het betrokken bestuursorgaan) gelegenheid wordt geboden een toelichting te geven op hun standpunt. Ontvangstbevestiging Nadat het bezwaarschrift bij het bestuursorgaan is binnengekomen, wordt de ontvangst door de commissie namens het bestuursorgaan schriftelijk aan de indiener en eventuele belanghebbenden bevestigd. Er wordt aangegeven dat het bezwaarschrift ter behandeling is doorgezonden naar de commissie. Een kopie van het bezwaarschrift wordt direct doorgezonden naar de afdeling die het bestreden besluit heeft voorbereid. Door het bezwaarschrift direct door te sturen naar de vakafdeling die de primaire beschikking heeft voorbereid, wordt deze afdeling verantwoordelijk gemaakt voor de behandeling van het bezwaarschrift. Deze verantwoordelijkheid vergroot de betrokkenheid van en het leereffect voor de vakafdeling en ook de voortgang in het behandelingsproces. Ontvankelijkheid Een binnengekomen bezwaarschrift wordt, voordat het verder in procedure wordt gebracht door de secretaris, onderzocht op de ontvankelijkheid. Een bezwaarschrift moet voldoen aan de door de Algemene wet bestuursrecht gestelde eisen. Zo moet een bezwaarschrift binnen de wettelijke bezwarentermijn worden ingediend 5, moet de bezwaarmaker een belanghebbende 6 zijn en moet er sprake zijn van een besluit 7. Daarnaast geldt nog een aantal formele eisen. Wanneer de secretaris van de commissie constateert dat aan één van de eisen niet wordt voldaan, wordt de bezwaarmaker in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen. Op die manier kan de bezwaarmaker bijvoorbeeld motiveren waarom hij het bezwaarschrift te laat heeft ingediend en moet de commissie vervolgens beoordelen of die motivering wellicht leidt tot een verschoonbare termijnoverschrijding, waardoor het bezwaarschrift toch in behandeling wordt genomen. Premediation De bedoeling van premediation is dat geprobeerd wordt om samen met bezwaarmaker(s) en eventuele derdebelanghebbende(n) te bekijken welke mogelijkheden er zijn om tot een andere oplossing van het geschil te komen dan via de formele afhandeling van de bezwaren. Bij een formele afhandeling is vaak sprake van een winnaar en een verliezer, terwijl er bij een succesvolle premediation gesproken kan worden van een win-win -situatie. De premediation gaat als volgt in zijn werk. Na binnenkomst van een bezwaarschrift bij de commissie wordt hiervan melding gedaan aan de vakafdeling die het primaire besluit heeft voorbereid. Vervolgens wordt er zo spoedig mogelijk daarna door de medewerker van de vakafdeling contact opgenomen met de bezwaarmaker en eventuele derdebelanghebbenden om te bekijken of men openstaat voor een gesprek. Binnen twee weken wordt aan de secretaris van de commissie medegedeeld of de premediation wordt vervolgd, waarna de secretaris met een brief aan de bezwaarmaker en derdebelanghebbende aangeeft dat de behandeling van het bezwaarschrift voorlopig (hangende de premediation -en maximaal met vier weken-) wordt aangehouden, dan wel dat de premediation geen optie is. Procesdossier Wanneer blijkt dat premediation geen optie is, of wanneer dit niet tot een oplossing heeft geleid, wordt het bezwaarschrift verder door de commissie in behandeling genomen. Nadat de secretaris (voorlopig) heeft geoordeeld dat het bezwaarschrift ontvankelijk is, stelt de betreffende vakafdeling binnen twee weken een procesdossier samen, dat onder andere bevat het bezwaarschrift, het bestreden besluit en de overige voor de zaak relevante stukken. De secretaris bekijkt of het dossier volledig is en wanneer stukken onduidelijk zijn of ontbreken, wordt daarover door de secretaris contact opgenomen met de contactpersoon binnen de vakafdeling c.q. de behandelend ambtenaar. 5 Artikel 6:7 Awb: De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. 6 Artikel 1:2, eerste lid Awb: Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. 7 Artikel 1:3, eerste lid Awb: Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 5

7 Verweerschrift Het verweerschrift is een notitie (van de betreffende vakafdeling) waarin het standpunt van het bestuursorgaan op het bezwaarschrift wordt weergegeven. In het verweerschrift wordt ingegaan op de ontvankelijkheid (indien van toepassing), de juridische en de feitelijke grondslag van het besluit en het geeft de mening van het bestuursorgaan weer over de aangevoerde bezwaren. Het verweerschrift maakt onderdeel uit van het procesdossier en wordt vooraf aan alle partijen toegezonden. In het kader van hoor en wederhoor verdient dit ook de voorkeur. Als men pas met deze reactie zou worden geconfronteerd op het moment van de hoorzitting, betekent dit in sommige gevallen dat bezwaarmaker zich hier niet goed op heeft kunnen voorbereiden, wat tot vertraging in de behandeling van het bezwaar zou kunnen leiden. Dit geldt overigens ook voor de commissieleden. Door het verweerschrift kunnen zij alvast anticiperen op de reactie van het bestuursorgaan. Preadvies Voor een bespoediging van de behandeling van de bezwaarschriften door de commissie, wordt door de secretaris van de commissie voorafgaand aan de hoorzitting voor de commissieleden altijd een preadvies opgesteld, zodat het geschil en de knelpunten al voor de hoorzitting duidelijk uiteen zijn gezet en er aan de hand daarvan tijdens de hoorzitting door de leden gerichte vragen kunnen worden gesteld. Hierdoor kan na afloop van de hoorzitting binnen een kortere tijd advies worden uitgebracht door de commissie. Hoorzitting De secretaris draagt zorg voor de uitnodigingen van de te houden hoorzitting. De Verordening behandeling bezwaren bepaalt in artikel 12, eerste lid, dat de indiener van het bezwaarschrift, de eventuele overige belanghebbenden en de vertegenwoordiger van het verwerende bestuursorgaan ten minste twee weken voor de zitting uitgenodigd moeten worden. De op de zaak betrekking hebbende stukken worden door de secretaris uiterlijk een week voorafgaand aan de hoorzitting aan alle betrokkenen toegezonden. De commissie komt in beginsel eenmaal per maand bijeen 8. Aan het eind van het jaar wordt door de secretaris een planning gemaakt van de te houden hoorzittingen in het komende jaar. De vergaderingen van de commissie bezwaarschriften bestaan uit een openbaar gedeelte en een besloten gedeelte. Tijdens de hoorzitting (het openbare gedeelte) worden alle genodigden in de gelegenheid gesteld tot het geven van een mondelinge toelichting op de aan de orde zijnde kwestie. Dit gebeurt door hoor en wederhoor. De partijen worden daarbij in elkaars aanwezigheid gehoord. In het besloten gedeelte van de vergadering vindt een beraadslaging door de commissieleden plaats, het zogenoemde raadkameroverleg, over de uit te brengen adviezen. Verslag en advies Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt door de secretaris. Gestreefd wordt naar een korte en zakelijke weergave van wat er door de diverse betrokkenen is ingebracht, wat er op vragen van de commissie is geantwoord en van datgene wat ter zitting door de commissie is vastgesteld of tussen partijen is overeengekomen. Samen met het verslag van de hoorzitting wordt het advies aan het bestuursorgaan uitgebracht. Tegelijkertijd wordt een afschrift van het advies en het verslag naar de bezwaarmaker en eventuele belanghebbenden gezonden. Hierbij wordt in een begeleidend schrijven aangegeven dat het advies van de commissie niet bindend is en dat het bestuursorgaan het advies niet over hoeft te nemen. Beslissing op bezwaar Na ontvangst van het advies neemt het bestuursorgaan een beslissing op het bezwaarschrift. Dit besluit wordt door de vakafdelingen bekendgemaakt aan bezwaarmaker en eventuele belanghebbenden. In de beslissing op bezwaar wordt vermeld hoe en bij welke instantie beroep kan worden ingesteld. 8 In 2013 zijn 10 zittingen gehouden. De zittingen van de maand juni en november kwamen te vervallen vanwege het ontbreken van zaken c.q. gevraagd uitstel van de gemachtigde van bezwaarmaker. 6

8 Hoofdstuk 3 Bezwaarschriften: aantallen en conclusies Ontvangen en behandelde bezwaarschriften In 2013 heeft de commissie in totaal 28 nieuwe bezwaarschriften ontvangen en zijn er 25 bezwaarschriften behandeld 9. In tabel 3.1 staat een vergelijking opgenomen met de ontvangen en behandelde bezwaarschriften van voorgaande jaren. Ten opzichte van 2012 is er sprake van een afname van het aantal ontvangen bezwaarschriften met 6. Een oorzaak hiervoor is niet eenduidig aan te geven. Mogelijk dat de economische situatie (in de bouw) een rol speelt. Tabel 3.1 In tabel 3.2 wordt een overzicht gegeven van de ontvangen en behandelde bezwaarschriften per afdeling in vergelijking met de twee voorgaande jaren. Ontvangen bezwaarschriften Behandelde bezwaarschriften Tabel Afdeling Handhaving 14 (50%) 11 (32%) 16 (42%) 5 (20%) 13 (31%) 20 (38%) Afdeling Plantoetsing & Vergunningen 13 (46%) 15 (45%) 19 (50%) 16 (64%) 24 (57%) 33 (62%) Afdeling Ontwerp & Realisatie (5%) - 2 (5%) - Afdeling Juridische Zaken & Vastgoed 1 (4%) 7 (20%) 1 (3%) 4 (16%) 2 (5%) - Afdeling Onderhoud - 1 (3%) (2%) - 9 Hieronder wordt verstaan het uitbrengen van advies én het nemen van de beslissing op bezwaar van alle ontvangen bezwaarschriften, dus ook die van vóór Dit verklaart het verschil in aantal tussen ontvangen en behandeld omdat er ook bezwaren uit voorgaande jaren onder behandeld zijn meegenomen. 10 Dit bezwaar is na premediation ingetrokken. 7

9 Evenals voorgaande jaren hebben de meeste bezwaarschriften betrekking op handhaving en vergunningverlening. Het bezwaar bij Juridische Zaken had betrekking op een besluit op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Om deze cijfers in perspectief te plaatsen het volgende: In totaal zijn er in 2013 door de afdeling Plantoetsing & Vergunningen 554 besluiten genomen, waartegen bezwaar mogelijk was. Er zijn 13 bezwaarschriften ontvangen (= 2,3%). Dit percentage is nagenoeg gelijk aan In totaal zijn er in 2013 door de afdeling Handhaving 211 besluiten genomen. Er zijn 14 bezwaarschriften ontvangen (= 6,6%). Dit percentage is gelijk aan In tabel 3.3 wordt een overzicht gegeven van de premediation bij de behandelde bezwaarschriften. De besluiten die door de afdeling Handhaving worden gemaakt, lenen zich vanwege de aard van de besluiten minder goed voor premediation. In 2013 is ten aanzien van de besluiten van de Afdeling Handhaving slechts in één geval (zonder succes) gebruik gemaakt van premediation. Wel wordt bij deze afdeling premediation succesvol toegepast in schouwzaken 11. Premediation is bij de afdeling Plantoetsing & Vergunningen succesvol gebleken in 33% van de zaken waarin het is toegepast. Tabel 3.3 premediation Afdeling Handhaving Afdeling Juridische Zaken 1 0 succesvol geen succes Succesvol 0 (0%) geen succes Afdeling Plantoetsing & Vergunningen 3 succesvol geen succes 1 (100%) 0 (0%) 0 (0%) 1 (33%) 2 (67%) geen premediation Totaal De commissie constateert met spijt dat het instrument premediation waarvan werd verwacht dat het zou leiden tot vermindering van het aantal aan de commissie voor te leggen bezwaren, niet heeft geleid tot het beoogde resultaat. In dat licht geeft de commissie het dagelijks bestuur in overweging voorzichtig te zijn met ambtelijk horen, zoals is aangekondigd voor 2015 vanuit het project Winnend Samenwerken (zie pagina 4). Het horen en adviseren door een onafhankelijke commissie blijkt voor veel bezwaarmakers van waarde te zijn. Beslissing op het bezwaarschrift In tabel 3.4 staan de resultaten van de behandelde bezwaarschriften vermeld over 2013 en voorgaande jaren. Tabel Het gaat dan om 62 bezwaren. 8

10 In vergelijking met vorig jaar zijn meer bezwaarschriften ongegrond verklaard en door bezwaarmakers ingetrokken. In de gevallen waarbij (namens een gemachtigde) door verschillende personen/bedrijven tegen hetzelfde besluit bezwaar werd gemaakt en bleek dat een van deze partijen niet belanghebbend was en het bezwaar van de andere gegrond was, is deze in de tabel opgenomen als deels nietontvankelijk c.q. deels gegrond. In tabel 3.5 staan de resultaten per afdeling vermeld vanaf Afdeling Handhaving Afdeling Juridische Zaken Afdeling Plantoetsing & Vergunningen Tabel ongegrond 3 (25%) 5 (38%) 8 (47%) 2 (50%) 1 (50%) - 14 (67%) 7 (29%) 15 (45%) (deels) gegrond 2 (17%) 1 (8%) 4 (18%) 1 (25%) (58%) 2 (7%) (deels) nietontvankelijk 2 17%) 3 (23%) 2 (12%) 1 (25%) (24%) 3 (13%) 12 (36%) ingetrokken 5 (41%) 4 (31%) 3 (18%) - 1 (50%) - 2 (9%) - 4 (12%) Contrair besluit dagelijks bestuur Hoewel de commissie slechts een advies geeft aan het bestuursorgaan en het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft om van het advies af te wijken, heeft het bestuursorgaan in 2013 bijna alle adviezen van de commissie overgenomen. In twee gevallen was sprake van een gedeeltelijk contrair besluit van het dagelijks bestuur. Deze zaken betroffen: 1. Bezwaar tegen de afwikkeling van een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur: de commissie adviseerde tot gedeeltelijke gegrondheid voor zover het betrof het tegemoetkomen aan het (gewijzigde) verzoek om bepaalde documenten alsnog te verstrekken. Het dagelijks bestuur heeft in de beslissing op bezwaar gemotiveerd besloten daarvan af te zien. Tegen de beslissing op bezwaar is beroep ingesteld. De uitkomst daarvan is nog niet bekend. 2. Bezwaar tegen de afwijzing van een handhavingsverzoek: de commissie adviseerde tot gedeeltelijke gegrondheid voor zover het betrof de motivering en beoordeling van een specifiek onderdeel in het betreffende handhavingsverzoek. Het dagelijks bestuur heeft het bezwaar in de beslissing op bezwaar echter in zijn geheel ongegrond verklaard en besloten voor dat deel een aparte handhavingsprocedure op te starten. Vervolgens is voor dat onderdeel een nieuw handhavingsbesluit genomen. Tegen de beslissing op bezwaar is beroep ingesteld. De uitkomst daarvan is nog niet bekend. 9

11 Hoofdstuk 4 Voorlopige voorziening en beroep Voorlopige voorziening De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat het indienen van een bezwaarschrift geen schorsende werking heeft ten aanzien van het besluit waarop het bezwaarschrift betrekking heeft. Dit betekent bijvoorbeeld dat van een verleende vergunning gebruik mag worden gemaakt, ondanks het feit dat daartegen een bezwaarschrift is ingediend. Om toch te kunnen bewerkstelligen dat de gevolgen van de uitvoering van een besluit worden geschorst, kunnen bezwaarmakers of indieners van een beroepschrift een verzoek indienen bij de voorzieningenrechter tot het treffen van een voorlopige voorziening 12. In 2013 is er één verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter. Dit verzoek is door de voorzieningenrechter afgewezen. Beroep Op grond van het bepaalde in artikel 8:1 Awb kan een belanghebbende beroep instellen tegen een beslissing op bezwaar bij de sector bestuursrecht van de rechtbank Breda en hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State [ABRvS]. In 2013 is in zeven gevallen beroep ingesteld bij de rechtbank Breda tegen een beslissing op bezwaar. In zes zaken is uitspraak gedaan door de rechtbank Zeeland-West-Brabant: alle beroepen zijn ongegrond verklaard. Het andere beroep is nog in behandeling bij de rechtbank. In één geval is hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak ingesteld door het waterschap tegen een uitspraak van de Rechtbank. Het waterschap is in deze zaak door de Afdeling Bestuursrechtspraak in het gelijk gesteld en het hoger beroep is gegrond verklaard 13. In tabel 4.1 zijn de gegevens over beroepszaken opgenomen in vergelijking met voorgaande jaren. Tabel Rechtbank Raad van State De commissie merkt ten aanzien van de gerechtelijke procedures op dat zij eraan hecht om door de afdeling Juridische Zaken & Vastgoed hiervan op de hoogte te worden gesteld, voor zover het betreft zaken die tot de bevoegdheid van de commissie behoren, dan wel door de commissie behandeld zijn. De commissie constateert dat dit in 2013 is gebeurd. Uitspraken in (hoger) beroep kunnen voor de commissie leiden tot reflectie op de inhoud van uitgebrachte adviezen. Bovendien stelt de commissie er prijs op om ten behoeve van het maken van het jaarverslag aan het eind van elk jaar een duidelijk overzicht van de in het afgelopen jaar gevoerde gerechtelijke procedures te ontvangen. Het overzicht over 2013 is door de afdeling JZ&V aan de secretaris verstrekt. Rechtstreeks beroep Sinds 1 september 2004 voorziet de Algemene wet bestuursrecht in de mogelijkheid de bezwaarschriftenprocedure over te slaan 14 en direct tot een beroepsprocedure over te gaan. De indiener van het bezwaarschrift kan daar om verzoeken. Het bestuursorgaan kan met een dergelijk verzoek instemmen als de zaak daarvoor geschikt is. In het afgelopen jaar is het één keer voorgekomen dat een bezwaarmaker hierom heeft verzocht. Dit verzoek is door het dagelijks bestuur gemotiveerd afgewezen. 12 Artikel 8:81 Awb: Indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. 13 Het betrof een zaak waarbij een vergunning voor het dempen van een categorie B oppervlaktewaterlichaam was verleend en de rechtbank in eerste aanleg oordeelde dat er door het waterschap ten onrechte geen rekening was gehouden met het toekomstige doel van de demping voor de aanleg van kassen. 14 Artikel 7:1a Awb; In het bezwaarschrift kan de indiener het bestuursorgaan verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter, zulks in afwijking van artikel 7:1 Awb. 10

12 Hoofdstuk 5 Procesbewaking Termijnen Op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen en de aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht, dient het bestuursorgaan -indien gebruik wordt gemaakt van een commissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb- binnen 12 weken na afloop van de bezwarentermijn een beslissing op het bezwaarschrift te hebben genomen. Deze beslistermijn kan eenmaal met zes weken worden verdaagd. Van de verdaging dient schriftelijk mededeling gedaan te worden. Vervolgens kan de bezwarentermijn alleen nog worden verlengd, als de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden niet in hun belangen worden geschaad of met de verdaging instemmen. Hieronder volgt een uiteenzetting van de diverse stappen die in het proces van de behandeling van bezwaarschriften genomen moeten worden met bijbehorende actoren en termijnen. Tabel 5.1 Tijdlijn afhandeling bezwaarschriften Actor Actie Termijn commissie ontvangst bezwaarschrift dag 1-3 commissie sturen ontvangstbevestiging aan bezwaarmaker; sturen mededeling ontvangst bezwaar aan bestuursorgaan; tevens verzoek om de mogelijkheden van premediation uit te zoeken; sturen mededeling ontvangst bezwaar aan eventuele derdebelanghebbende (bijv. vergunninghouder) dag Bestuursorgaan meedelen aan commissie of premediation zal plaatsvinden week 2 commissie bestuursorgaan als premediation plaatsvindt: sturen aanhoudingsbrieven; de termijn voor de behandeling van het bezwaarschrift wordt opgeschort met vier maximaal vier weken als premediation niet plaatsvindt: toezenden van het procesdossier aan de commissie week 2-5 commissie versturen uitnodigingen hoorzitting week 6 bestuursorgaan commissie secretaris versturen verweerschrift aan commissie versturen procesdossier aan partijen maken preadvies voor de commissieleden week 7 commissie Hoorzitting week 8 16 bestuursorgaan commissie indien termijn niet wordt gehaald: versturen verdagingsbrieven aan partijen: termijn voor behandeling van het bezwaarschrift wordt verlengd met zes 6 weken toezenden advies en verslag aan het dagelijks bestuur toezenden afschrift advies en verslag aan partijen week bestuursorgaan toezenden beslissing op bezwaar aan partijen week 12 ev 18 toezenden afschrift beslissing op bezwaar aan commissie 15 In 2013 wordt er binnen 3 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift een mededeling aan het bestuursorgaan gedaan en een ontvangstbevestiging aan bezwaarmaker verzonden. 16 In 2013 bedraagt de tijd tussen de ontvangst van het bezwaarschrift en de datum van de hoorzitting gemiddeld 10 weken en wordt met name (nadelig) beïnvloedt vanwege mediation en/of verleend uitstel. 17 In 2013 bedraagt de tijd tussen de hoorzitting en het uitbrengen van het advies gemiddeld 1,5 week. 18 In 2013 bedraagt de tijd tussen het uitbrengen van het advies en het nemen van de beslissing op bezwaar gemiddeld 4,6 weken. 11

13 Ten aanzien van de ontvangst van een bezwaarschrift is het in 2013 voorgekomen dat de envelop niet meer beschikbaar was. Dit is relevant om te bepalen of een bezwaarschrift tijdig is ingediend. In één geval kon de tijdigheid hierdoor niet onomstotelijk aangetoond worden en heeft bezwaarmaker het voordeel van de twijfel gekregen. Ook is in een aantal gevallen het bezwaarschrift pas na een omweg in het workflow-systeem bij de secretaris van de bezwarencommissie terecht gekomen. Dit moet voorkomen worden omdat het van directe invloed is op de voortgang (en tijdigheid) van de afwikkeling van het bezwaarschrift. Tot slot zijn een aantal zienswijzen tegen ontwerp-projectplannen die ter inzage lagen en een brief over een aansprakelijkheidstelling ten onrechte als bezwaarschrift aangemerkt. Deze zijn door de secretaris ter behandeling doorgezonden aan de betreffende ambtenaar. In tabel 5.2 is het percentage opgenomen van de bezwaarschriften die binnen of buiten de wettelijke afhandelingstermijn 19 zijn behandeld. Op één na zijn alle ingediende bezwaren binnen de termijn afgehandeld. De overschrijding in dat ene geval bedroeg overigens slechts acht dagen. Er wordt ook consequent en tijdig een eventuele verdagingsbrief verzonden door de vakafdeling. Tabel 5.2. In 2011 bedroeg de gemiddelde behandelingstermijn nog circa 24 weken. In 2012 is een versnelling van 54% gerealiseerd en is deze teruggebracht tot ruim 11 weken. In 2013 bedroeg de gemiddelde behandelingstermijn 12,2 weken. Dat is nagenoeg gelijk aan de wettelijk voorgeschreven termijn van 12 weken (exclusief eenmalig toegestane verdaging met zes weken) en ongeveer gelijk aan Dit resultaat is mede te danken aan de onveranderd goede en constructieve samenwerking tussen alle (intern) betrokkenen bij de bezwarenafhandeling. Het periodiek overleg tussen secretaris en vakafdelingen draagt daaraan bij. Wanneer het bestuursorgaan niet binnen de gestelde termijn een beslissing op het bezwaarschrift heeft genomen, bestaat de mogelijkheid voor een bezwaarmaker en/of een derdebelanghebbende om het bestuursorgaan schriftelijk in gebreke te stellen. Het bestuursorgaan heeft dan nog twee weken om de beslissing op bezwaar te nemen. Als deze termijn ook wordt overschreden, verbeurt het bestuursorgaan een dwangsom met een maximale hoogte van 1.260, In 2013 is het dagelijks bestuur niet in gebreke gesteld bij de afhandeling van een bezwaarschrift. 19 In totaal 18 weken: 12 weken gerekend vanaf de laatste dag van de bezwarentermijn en 6 weken verdagingsmogelijkheid. Eventuele opschorting vanwege herstel van verzuim/premediation of verder uitstel met instemming van partijen is eveneens meegenomen. De ingetrokken of doorgestuurde bezwaren zijn niet meegenomen in de tabel. 20 Zie artikel 4:17 Awb. 12

14 Hoofdstuk 6 Conclusies en aanbevelingen In het voorgaande is een beeld geschetst van de behandeling van de bezwaarschriften van het waterschap Brabantse Delta in het jaar Uit de voorgaande gegevens worden de volgende conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Conclusies: Het aantal ontvangen bezwaarschriften is licht gedaald. Hiervoor is geen directe oorzaak aan te wijzen; De inzet van premediation met als doel het verminderen van het aantal bezwaren dat aan de commissie wordt voorgelegd, heeft helaas niet geleid tot het beoogde resultaat; Ten opzichte van 2012 is het percentage van bezwaren die binnen de wettelijke termijn zijn behandeld nagenoeg gelijk gebleven. Helaas is dit in één geval niet gelukt; De afdoeningstermijn van bezwaren is op alle onderdelen nagenoeg gelijk gebleven conform de in de procesbeschrijving vastgelegde termijnen; Er worden consequent en tijdig eventuele verdagingsbrieven verzonden door de vakafdelingen; De interne samenwerking tussen secretariaat en vakafdelingen is onveranderd goed; Het contact tussen commissieleden en secretariaat verloopt constructief en prettig. Aanbevelingen Doelstelling blijft om in 2014 weer alle bezwaren binnen de wettelijke termijn 21 af te handelen; Ontvangen bezwaarschriften dienen zo spoedig mogelijk en rechtstreeks aan de secretaris van de bezwarencommissie te worden gestuurd; De envelop behorend bij het bezwaarschrift dient altijd te worden bewaard/gescand om de tijdigheid van het bezwaar te kunnen beoordelen; Voorkomen moet worden dat zienswijzen tegen projectplannen die ter inzage liggen worden aangemerkt als bezwaarschrift; De huidige goede interne samenwerking met vaste aanspreekpunten per afdeling dient te worden voortgezet, rekening houdend met het ingezette traject in het kader van Winnend Samenwerken om te komen tot optimalisering en uniformering van de bezwaarschriftenafhandeling bij de drie Brabantse waterschappen; De commissie hecht er aan evenals in 2013 permanent geïnformeerd te worden over alle relevante nieuwe of aangepaste verordeningen en beleidsstukken. In het bijzonder is de commissie geïnteresseerd in de nieuwe keur en eventuele nieuwe beleidsregels. De commissie stelt er ook in 2014 prijs op te worden geïnformeerd over alle besluiten waartegen beroep is ingesteld en waarin om een voorlopige voorziening is verzocht. Ook ontvangt zij graag alle uitspraken in die procedures. 21 De wettelijke termijn voor het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift bedraagt 12 weken. Er kan eenmaal met zes weken worden verdaagd. De termijn start met ingang van de dag waarop de bezwarentermijn eindigt (= zes weken na bekendmaking besluit). De termijn wordt opgeschort indien er premediation wordt toegepast of gedurende de termijn dat een verzuim moet worden hersteld, bijvoorbeeld bij een pro forma bezwaar waarbij de gronden van bezwaar ontbreken of als een handtekening of machtiging ontbreekt. 13