Een visuele methode om leerlingen op school basisonderwijs & secundair onderwijs te motiveren om te lopen.

Transcriptie

1 Auteur: Guy Van Damme Sports Media JE MOET NIET LOPEN, JE MAG LOPEN Een visuele methode om leerlingen op school basisonderwijs & secundair onderwijs te motiveren om te lopen. Uitgangspunten: de vorderingen en geleverde inspanningen ongeacht het niveau zijn belangrijk! gelopen afstanden en afgelegde tijden zijn van ondergeschikt belang! Aan de hand van een grafiek gaan de leerlingen visueel hun vorderingen kunnen evalueren ( = zelfevaluatie ). Concreet: de leraar zal de actie loop een grafiekje introduceren en het belang van deze actie uitleggen met het accent op individuele vorderingen. de leraar zal de actie loop een grafiekje gedurende een bepaalde periode laten doorgaan. Om een trainingseffect te bekomen is het wenselijk om deze actie gedurende een langere periode in te voeren bijvoorbeeld gedurende een 10tal weken. Gedurende een 10tal weken zullen de leerlingen als opwarming van iedere les de kans krijgen om gedurende de eerste 10 minuten te lopen voor de actie loop een grafiekje. Hiervoor zal steeds op dezelfde omloop met een bepaalde afstand gelopen worden. De leerlingen moeten hun aantal ronden tellen. De eerste les is uiteraard het uitgangspunt en zeer belangrijk: de leerlingen moeten beseffen dat zij niet gedwongen worden om te lopen dwz dat de leerlingen zullen lopen ( of stappen ) volgens hun eigen conditieniveau. De leraar MAG ABSOLUUT NIET eisen dat de leerlingen extra inspanningen leveren, hij zal eerder toezien dat de leerlingen inspanningen leveren volgens hun eigen kunnen. Soms zal hij bepaalde leerlingen moeten intomen. Laat de leerlingen voelen dat zij MOGEN lopen. Het motto van de actie is : JE MOET NIET LOPEN, JE MAG LOPEN!!! Na iedere opwarming wordt het resultaat onmiddellijk op de grafiek aangeduid en kort geëvalueerd. Sports Media Digitaal ondertekend door Sports Media DN: cn=sports Media, o=sports Media, ou=sports Media, =info@sportsmedia.be, c=be Datum: :27:05 +01'00'

2 Auteur: Guy Van Damme Sports Media Voordelen van deze actie: Individuele vorderingen worden concreet voorgesteld. Uitspraken zoals bijvoorbeeld je moet beter lopen zijn niet langer abstracte opmerkingen. De leerling zal aan de hand van zijn grafiek duidelijk kunnen zien of hij/zij vorderingen heeft gemaakt. Volgende attitudes kunnen geëvalueerd worden: 1. De leerlingen kunnen omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, mogelijkheden en beperkingen. 2. de leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem en willen op basis hiervan een aanpak (bij)sturen. 3. De leerlingen beleven voldoening aan fysieke inspanning en kennen ook het langetermijneffect ervan. 4. De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. 5. De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken. 6. De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van anderen inschatten en waarderen. De leraar kan van elke klas een gemiddelde maken en het conditieniveau van zijn klassen bepalen. De actie loop een grafiek zal nog meer motiveren indien men hierbij een hartslagmeter gebruikt. Zie tips hieronder. Gebruik van een hartslagmeter: Bepalen Maximale hartfrequentie De meest simpele en veel gebruikte methode is die waarbij men uitgaat van je leeftijd. Deze is voor de meeste atleten redelijk accuraat maar biedt uiteraard geen 100% garantie. Formule: HFmax = 220 je leeftijd Bepalen hartslagzones: Uitgaande van de maximale hartfrequentie, kan men de verschillende trainingszones bepalen. Met een hartslagmeter kan je veilig en effectief trainen in de juiste zone, afhankelijk van het vooropgestelde doel en je conditie. M.b.v. onderstaande rekenmodule krijg je een overzicht van de hartslagzones rekening houdend met de HFmax. Hieronder een voorbeeld van: Een ingevulde grafiek Een blanco grafiek ( te gebruiken voor de praktijk )

3 Naam: Van damme Guy Klas: 1OB 1 ronde = 100 meter LOOP EEN GRAFIEKJE mijnheer Van Damme G A A N T A L R O N D E x x x N x x x x x x x TIJDAS UITGEDRUKT IN WEKEN

4 Naam: 1 ronde =.. meter Klas:.. LOOP EEN GRAFIEKJE A A N T A L R O N D E N TIJDAS UITGEDRUKT IN WEKEN

5 Grafiek 1 Deze student heeft bij de eerste beurt getoond dat hij/zij goed kan lopen. MAAR bij de volgende beurten ontbreken de volgende attitudes: doorzettingsvermogen, inzet, volharding en de zin voor gedrevenheid om opdrachten tot een goed einde te brengen.

6 Grafiek 2 Deze student loopt waarschijnlijk niet graag of heeft geen uithoudingsvermogen. MAAR door doorzetting, inzet en volharding zal hij/zij een goede grafiek lopen.

7 Grafiek 3 Deze student heeft waarschijnlijk wel de mogelijkheden om goed te lopen maar is zeer onregelmatig in zijn prestaties. Deze onregelmatigheid is waarschijnlijk te wijten aan een gebrek aan doorzettingsvermogen, inzet en de ernst om een opdracht tot een goed einde te brengen. 1. Voor studenten die niet graag lopen of geen uithoudingsvermogen hebben: Is het beter om langzaam op te bouwen en niet te pushen. 2. Voor studenten die wel goed lopen en een goed uithoudingsvermogen hebben: Zij moeten hun inspanningen handhaven en indien nodig/ mogelijk verbeteren. Dus zij mogen niet verzwakken.