Inhoud INLEIDING VROUWEN EN HET BESLUITVORMINGSPROCES...7

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoud INLEIDING VROUWEN EN HET BESLUITVORMINGSPROCES...7"

Transcriptie

1 Inhoud INLEIDING VROUWEN EN HET BESLUITVORMINGSPROCES De belemmeringen voor vrouwen om functies met verantwoordelijkheid te bereiken : De belemmeringen in grote ondernemingen [QA9.3] : Belemmeringen op leidinggevend niveau binnen de overheid [QA9.2] : Belemmeringen binnen politieke partijen [QA9.1] : Belemmeringen in het MKB [QA9.4] : Belemmeringen binnen maatschappelijke organisaties [QA9.5] Maatregelen ter waarborging van de toegang van vrouwen tot functies met verantwoordelijkheid in ondernemingen en binnen de overheid [QA10] De redenen waarom vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de politiek [QA11] Oplossingen ter verbetering van de vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek [QA12] De redenen om niet te stemmen bij verkiezingen [QA13] ONGELIJKHEDEN TUSSEN MANNEN EN VROUWEN De redenen voor de precaire situatie van vrouwen in de Europese Unie [QA8] Oplossingen om de verschillen in beloning te corrigeren [QA1] Oplossingen om werk en privéleven beter te combineren [QA7] ZWANGERSCHAPS- EN VADERSCHAPSVERLOF Het negatieve effect van zwangerschapsverlof op de carrières van vrouwen [QA2] Het voorstel om 20 weken volledig betaald zwangerschapsverlof te bieden in alle lidstaten [QA3] De voorkeursoplossing voor het zwangerschapsverlof [QA4] De voorkeursoplossing voor het vaderschapsverlof [QA5 en QA6] GEWELD TEGEN VROUWEN Uitbreiding van gebiedsverboden naar alle 27 lidstaten [QA14] Oplossingen voor het uitbannen van geweld tegen vrouwen [QA15] CONCLUSIE BIJLAGEN - 1 -

2 Technische nota Vragenlijst Tabellen - 2 -

3 INLEIDING Sinds de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap heeft het beginsel van de gelijkheid van mannen en vrouwen steeds centraal gestaan in de doelstellingen en prioriteiten van de Europese Unie, die in de verschillende Europese verdragen zijn vastgelegd. 1 Reeds in 1957 werd in het Verdrag van Rome bepaald dat vrouwen voor gelijk werk een gelijke beloning moeten ontvangen. Vervolgens werd in 1997 het beginsel van gendergelijkheid als doelstelling en grondbeginsel van de Gemeenschap vastgelegd in het Verdrag van Amsterdam, waarmee de strijd tegen alle vormen van discriminatie en de bevordering van gelijke kansen en behandeling op de arbeidsmarkt werden geformaliseerd. Tot slot is het beginsel van gendergelijkheid in 2009 via het Verdrag van Lissabon opgenomen in de waarden en doelstellingen van de Europese Unie, waarmee het verder is versterkt. Hoewel in 2008 bijna 60% van de universitaire diploma s in de EU door vrouwen werd behaald, vertegenwoordigen vrouwen op dit moment echter slechts 45% van de mensen op de arbeidsmarkt en verdienen ze gemiddeld 17% minder dan mannen. Bovendien leeft 17% van de vrouwen in precaire omstandigheden. Verder is tussen 12% en 15% van de vrouwen dagelijks het slachtoffer van huiselijk geweld. Tegen deze achtergrond en ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Internationale Vrouwendag (8 maart 2011) heeft het Europees Parlement TNS Opinion & Social verzocht om in de 27 lidstaten van de Europese Unie een Eurobarometeronderzoek uit te voeren naar de standpunten van Europeanen in het algemeen over de verschillende manieren waarop discriminatie op grond van geslacht in de Europese Unie bestreden kan worden. Dit rapport bestaat uit vier delen met de volgende opbouw: - We beginnen met een onderzoek naar de belemmeringen waar vrouwen tegenaan lopen wanneer ze streven naar functies met verantwoordelijkheid, op het werk, in de politiek of in maatschappelijke organisaties. Hiervoor zullen we onderzoeken welke plaats vrouwen innemen in het besluitvormingsproces. - Vervolgens gaan we in op de mogelijke oorzaken van de precaire situatie van vrouwen en kijken we naar de vormen van ongelijkheid waarmee vrouwen op de werkvloer soms worden geconfronteerd. 1 =

4 - Daarna proberen we inzicht te krijgen in de ervaringen en verwachtingen van Europese vrouwen en mannen ten aanzien van het zwangerschaps- en vaderschapsverlof. - Tot slot analyseren we op welke manieren geweld tegen vrouwen kan worden bestreden. Dit Eurobarometer-onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het directoraat-generaal Voorlichting van het Europees Parlement. Het is uitgevoerd door TNS Opinion & Social tussen 9 februari en 6 maart 2011, slechts een paar dagen voor Internationale Vrouwendag op 8 maart. In totaal zijn Europeanen van vijftien jaar of ouder persoonlijk ondervraagd door de interviewers van het TNS Opinion & Social-netwerk (het vraaggesprek werd bij de deelnemer thuis afgenomen). Daarbij is gebruikgemaakt van de methode van de Eurobarometer-enquêtes van het directoraat-generaal Voorlichting van het Europees Parlement (Afdeling analyse van de publieke opinie). Een technische nota over de vraaggesprekken die de instellingen van het TNS Opinion & Social-netwerk hebben gevoerd, is als bijlage bij dit rapport gevoegd. In deze nota worden de spelregels voor de vraaggesprekken en de betrouwbaarheidsintervallen vermeld. De enquête beslaat alle 27 lidstaten en maakt deel uit van de EB 75.1-golf. De enquête bestaat uit nieuwe vragen. De algemene analyse en de sociaal-demografische analyses zijn gebaseerd op de resultaten van de EU27, d.w.z. op het gemiddelde van de resultaten van de 27 lidstaten. Dit gemiddelde is gewogen en houdt dus rekening met de feitelijke bevolking van elke lidstaat. We voegen tevens een beknopt commentaar toe met betrekking tot de manier waarop de antwoorden variëren op grond van bepaalde sociaal-demografische kenmerken van de respondenten (geslacht, leeftijd, enz.), evenals andere indicatoren, zoals hun houding ten opzichte van de Europese Unie en hun politieke voorkeuren. De resultaten van de Eurobarometer-enquêtes van het Europees Parlement kunnen worden geraadpleegd op: Graag maken we van de gelegenheid gebruik om alle ondervraagden in de Europese Unie te bedanken voor de tijd die ze voor deze enquête hebben vrijgemaakt. Zonder hun actieve deelname zou deze enquête onmogelijk zijn geweest

5 SAMENVATTING De resultaten van deze enquête geven een beter inzicht in de Europese publieke opinie ten aanzien van de discriminatie waar vrouwen binnen de Europese Unie mee te maken kunnen krijgen: - De meerderheid van de Europeanen is van oordeel dat vrouwen te maken hebben met ernstige belemmeringen voor het bereiken van functies met verantwoordelijkheid in grote ondernemingen (76%), binnen de overheid (70%), binnen politieke partijen (69%), in kleine en middelgrote ondernemingen (59%) of binnen maatschappelijke organisaties (49%). - Niettemin lijken Europeanen de voorkeur te geven aan stimuleringsmaatregelen boven dwang om de toegang van vrouwen tot functies met verantwoordelijkheid in ondernemingen en binnen de overheid te waarborgen. o Zo zouden vier op de tien respondenten (44%) er de voorkeur aan geven dat ondernemingen en overheden worden aangemoedigd om maatregelen te treffen ter bevordering van de gelijkheid van vrouwen mannen. - Europeanen schrijven de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek toe aan verscheidene factoren: o ten eerste (35%), omdat de wereld van de politiek gedomineerd wordt door mannen die de vaardigheden van vrouwen niet voldoende op waarde schatten; o ten tweede (21%), wegens hardnekkige stereotypen. - Europeanen zijn van mening dat een betere politieke vertegenwoordiging van vrouwen bereikt zou kunnen worden door opleidingen, maar ook door meer proactieve maatregelen zoals het opleggen van quota: o het invoeren van opleidingen en ondersteunende maatregelen om vrouwen aan te moedigen deel te nemen aan het politieke leven was de vaakst genoemde oplossing (30%); o een kwart van de respondenten (25%) koos voor pariteit op de kandidatenlijsten voor verkiezingen die politieke partijen bij iedere verkiezing opstellen; o minder dan een op vijf respondenten (19%) geeft de voorkeur aan wettelijk voorgeschreven quota voor verkiezingen. - De drie belangrijkste redenen die werden genoemd ter verklaring van het gebrek aan participatie in Europese verkiezingen zijn: het gebrek aan vertrouwen van Europeanen in hun politieke vertegenwoordigers, het feit dat ze - 5 -

6 het gevoel hebben slecht geïnformeerd te worden over Europese aangelegenheden en het gevoel dat hun stem niets zou veranderen. - Europeanen zeggen dat de precaire situatie van vrouwen verklaard kan worden aan de hand van verscheidene factoren, in het bijzonder: de onzekerheid van het werk zelf, de toename van eenoudergezinnen, evenals loopbaanonderbrekingen of deeltijdwerk ten gevolge van familiale verplichtingen. - De meest doeltreffende manier om de verschillen in beloning te verkleinen zou zijn om een betere verdeling tussen mannen en vrouwen aan te moedigen in alle soorten banen (29%). - De meest doeltreffende manier om het privéleven beter te combineren met werk zou zijn om kinderopvang buitenshuis gemakkelijker te maken (37%). - Bijna zes op tien Europeanen (58%) zijn het eens met de stelling dat zwangerschapsverlof een negatief effect heeft op de carrières van vrouwen. Niettemin vindt 78% dat het een goed idee zou zijn om het zwangerschapsverlof in de gehele EU uit te breiden tot 20 weken met volledige beloning. - Meer dan twee derde (71%) van de respondenten in de landen waar vaderschapsverlof niet bestaat, zou een dergelijk verlof opnemen indien ze een kind zouden krijgen en indien het recht op dergelijk verlof in hun land zou bestaan. - Wat betreft geweld tegen vrouwen zeggen negen op de tien respondenten (89%) dat gebiedsverboden die in een lidstaat worden uitgevaardigd van kracht zouden moeten zijn in alle 27 lidstaten. - Europeanen pleiten voor de volgende maatregelen om geweld tegen vrouwen uit te bannen: o betere uitwisseling van beste praktijken tussen politiële autoriteiten van de verschillende lidstaten met betrekking tot de ondersteuning van slachtoffers (39%); o een gratis Europees telefoonnummer voor vrouwen die hulp en advies zoeken (26%); o Europese voorlichtingscampagnes om het bewustzijn omtrent dit probleem onder het publiek te vergroten (19%)

7 1. VROUWEN EN HET BESLUITVORMINGSPROCES 1.1 De belemmeringen voor vrouwen om functies met verantwoordelijkheid te bereiken - De meerderheid van de Europeanen is van mening dat vrouwen tijdens hun carrière met belemmeringen te maken krijgen - Hoewel in 2008 bijna 60% van de universitaire diploma s door vrouwen is behaald, zijn vrouwen in de meeste sectoren van de arbeidsmarkt nog steeds in de minderheid als het gaat om functies met verantwoordelijkheid. Wat de vijf onderzochte sectoren betreft, is een meerderheid van de Europeanen van mening dat vrouwen bij gelijke kwalificaties en vaardigheden geconfronteerd worden met grote belemmeringen wanneer zij functies met verantwoordelijkheid proberen te bereiken. De belemmeringen lijken het grootst te zijn in grote ondernemingen (76%) en daarna op leidinggevend niveau binnen de overheid (70%) en binnen politieke partijen (69%). Een duidelijk kleiner aantal respondenten is van mening dat vrouwen op weg naar functies met verantwoordelijkheid tegen grote belemmeringen aanlopen in kleine en middelgrote ondernemingen (59%) en maatschappelijke organisaties (49%)

8 1.1.1: De belemmeringen in grote ondernemingen [QA9.3] Europeanen zijn van oordeel dat vrouwen de grootste kans lopen om met grote belemmeringen voor hun carrière te worden geconfronteerd in grote ondernemingen. Meer dan drie op vier respondenten (76%) delen dit standpunt en iets meer dan drie op tien respondenten zeggen dat deze belemmeringen "zeer groot" zijn (31%). Een absolute meerderheid van de respondenten is het met dit standpunt eens in 26 van de 27 lidstaten

9 Verschillen tussen de lidstaten Een initiële analyse volgens groepen landen laat verschillen zien tussen de lidstaten die voor 2004 tot de EU zijn toegetreden enerzijds 2 en de lidstaten die in 2004/2007 zijn toegetreden 3 anderzijds: er is een significant verschil van 12 procentpunten tussen respondenten in de eerste (78%) en tweede (66%) groep landen. Geïnterviewden in de landen van vóór 2004 lijken er in veel hogere mate van overtuigd te zijn dat vrouwen met grote belemmeringen worden geconfronteerd op weg naar functies met verantwoordelijkheid in grote ondernemingen. Daarnaast is er een verschil van negen procentpunten tussen respondenten uit landen binnen de eurozone en landen buiten de eurozone: 79% van de eerstgenoemde respondenten noemde "grote" belemmeringen, tegenover 70% van de laatstgenoemde respondenten. De verschillen tussen de landen onderling zijn vrij groot, met een verschil van 40 procentpunten tussen de lidstaten voor het subtotaal van "grote" belemmeringen. - Respondenten in Zweden (87%), Duitsland (83%), Frankrijk (81%) en Oostenrijk (80%) beschrijven de belemmeringen relatief het vaakst als "grote" belemmeringen. - Het kleinste percentage respondenten omschreef deze belemmeringen als "groot" in Letland, het enige land met een evenwichtige verdeling van de meningen: 47% is van mening dat vrouwen te maken hebben met "grote" belemmeringen, terwijl 47% het tegengestelde standpunt heeft. Respondenten in Roemenië en Litouwen (beide 53%) en Estland (54%) behoren tevens tot degenen die in de minste mate van mening zijn dat deze belemmeringen groot zijn. Sociaal-demografische analyse - Relatief meer vrouwen dan mannen zijn van mening dat zij te maken hebben met grote belemmeringen voor hun carrière in grote ondernemingen (78%, tegenover 72% van de mannen). - Ook relatief meer respondenten in de leeftijd tussen 40 en 54 jaar zijn het eens met de stelling dat vrouwen geconfronteerd worden met grote 2 De volgende landen waren reeds vóór mei 2004 lid van de EU: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Finland, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. In deze enquête zal naar deze landen worden verwezen als de landen van voor De landen die lid werden van de EU in mei 2004 of januari 2007 zijn Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek. In deze enquête zal naar deze landen worden verwezen als de landen van na 2004/

10 belemmeringen (78%, tegenover 72% van de respondenten in de leeftijdscategorie van 15 tot 24 jaar). - In het algemeen lijken de meest geprivilegieerde sociale en beroepscategorieën het in de hoogste mate eens te zijn met dit standpunt: o De leeftijd waarop respondenten hun opleiding hebben voltooid is een onderscheidende factor: 79% van degenen die na de leeftijd van 19 jaar nog een opleiding volgden was het met dit standpunt eens, tegenover 72% van degenen die van school gingen op 15-jarige of jongere leeftijd. o Relatief meer managers (81%) en huisvrouwen/-mannen (78%) dan werklozen (72%) en arbeiders (75%) delen dit standpunt. - Dit standpunt komt ook vaker voor onder respondenten aan de linkerzijde van het politieke spectrum (80%, tegenover 76% van degenen in het midden of aan de rechterzijde). - Tot slot zegt 79% van de respondenten die van mening zijn dat zwangerschapsverlof een negatief effect heeft op de carrières van vrouwen dat het moeilijk is voor vrouwen om functies met verantwoordelijkheid te bereiken in grote ondernemingen (tegenover 71% van degenen die van mening zijn dat zwangerschapsverlof geen negatief effect heeft). Ondanks deze verschillen is een ruime meerderheid van de respondenten in alle categorieën van oordeel dat vrouwen in grote ondernemingen op weg naar functies met verantwoordelijkheid tegen grote belemmeringen aanlopen

11 QA9.3 In 2008, almost 60% of the university degrees in the EU were obtained by women. However, they are still in the minority in responsible positions in most areas of the world of work. Given equal qualifications and skills, do you think that the obstacles facing women in reaching positions of responsibility are very significant, fairly significant, not very significant or not at all significant in each of the following areas? Big companies Total 'Significant' Total 'Not significant' DK EU27 76% 19% 5% Sex Male 72% 23% 5% Female 78% 16% 6% Age % 21% 7% % 21% 4% % 18% 4% % 18% 7% Education (End of) 15-72% 20% 8% % 19% 5% % 18% 3% Still studying 72% 22% 6% Respondent occupation scale Self-employed 76% 20% 4% Managers 81% 17% 2% Other white collars 76% 21% 3% Manual workers 75% 20% 5% House persons 78% 15% 7% Unemployed 72% 22% 6% Retired 74% 18% 8% Students 72% 22% 6% Left-Right scale (1-4) Left 80% 17% 3% (5-6) Centre 76% 19% 5% (7-10) Right 76% 20% 4% Maternity leave has a negative impact Agree 79% 17% 4% Disagree 71% 23% 6%

12 1.1.2: Belemmeringen op leidinggevend niveau binnen de overheid [QA9.2] Zeven op tien respondenten zijn van mening dat vrouwen ook met grote belemmeringen worden geconfronteerd wanneer zij streven naar functies met verantwoordelijkheid op de hogere niveaus van het overheidsbestuur. Een aanzienlijke minderheid van de respondenten zegt deze belemmeringen zelfs als "zeer groot" te beschouwen (23%). Minder dan een kwart van de respondenten (24%) heeft het tegengestelde standpunt en 6% heeft geen mening

13 Verschillen tussen de lidstaten Een absolute meerderheid van de respondenten in de meeste lidstaten (25 van de 27) is van oordeel dat vrouwen met grote carrièrebelemmeringen worden geconfronteerd wanneer ze functies met verantwoordelijkheid ambiëren. Er is een aantal verschillen wat betreft de mate waarin respondenten het met deze stelling eens zijn, met een verschil van 35 procentpunten tussen de landen onderling voor het subtotaal van "grote" belemmeringen. - Respondenten in Griekenland (81%), Oostenrijk (78%), Cyprus (76%), België en Italië (beide 75%) zijn het meest uitgesproken in hun meningen. - De meningen van respondenten in Estland (50%, terwijl 41% de tegengestelde mening heeft) en Litouwen zijn veel evenwichtiger verdeeld (48% tegenover 42%). - Alleen in Letland is een relatieve minderheid van de respondenten het met dit standpunt eens (46%, tegenover 48% die deze belemmeringen niet als groot beschouwen). Sociaal-demografische analyse Een sociaal-demografische analyse van de resultaten laat bepaalde verschillen tussen de categorieën respondenten zien: - Relatief meer vrouwen dan mannen (73% tegenover 66%) zijn van mening dat vrouwen geconfronteerd worden met grote belemmeringen voor het bereiken van functies met verantwoordelijkheid op leidinggevend niveau binnen de overheid. - Dit is ook het standpunt van 75% van de huisvrouwen/-mannen (tegenover 68% van zowel de managers als de gepensioneerde respondenten). - Tenslotte is 73% van de respondenten die van mening zijn dat zwangerschapsverlof een negatief effect heeft op de carrières van vrouwen ook van mening dat vrouwen met grote belemmeringen te maken krijgen op leidinggevend niveau binnen de overheid (tegenover 66% van degenen die van mening zijn dat zwangerschapsverlof geen negatief effect heeft)

14 QA9.2 In 2008, almost 60% of the university degrees in the EU were obtained by women. However, they are still in the minority in responsible positions in most areas of the world of work. Given equal qualifications and skills, do you think that the obstacles facing women in reaching positions of responsibility are very significant, fairly significant, not very significant or not at all significant in each of the following areas? Senior levels of public administration Total 'Significant' Total 'Not significant' DK EU27 70% 24% 6% Sex Male 66% 28% 6% Female 73% 20% 7% Respondent occupation scale Self-employed 73% 23% 4% Managers 68% 29% 3% Other white collars 70% 26% 4% Manual workers 71% 24% 5% House persons 75% 18% 7% Unemployed 69% 24% 7% Retired 68% 24% 8% Students 66% 24% 10% Left-Right scale (1-4) Left 72% 24% 4% (5-6) Centre 71% 24% 5% (7-10) Right 68% 27% 5% Maternity leave has a negative impact Agree 73% 22% 5% Disagree 66% 28% 6%

15 1.1.3: Belemmeringen binnen politieke partijen [QA9.1] Meer dan twee derde van de respondenten (69%) zei dat deze belemmeringen groot zijn binnen politieke partijen. 23% omschreef deze belemmeringen als "zeer groot", terwijl een kwart (25%) het tegengestelde standpunt en 6% geen mening had

16 Verschillen tussen de lidstaten Over dit onderwerp bestaat een grote mate van consensus. Een absolute meerderheid van de respondenten in 24 van de 27 lidstaten is het eens met de stelling dat, in het algemeen, vrouwen geconfronteerd worden met grote belemmeringen voor het bereiken van functies met verantwoordelijkheid. Er is echter een verschil van 38 procentpunten tussen de landen die het meest overtuigd zijn van het bestaan van deze moeilijkheden en de landen die daar het minst van overtuigd zijn. - Dit standpunt wordt gedeeld door ruim drie kwart van de respondenten in Cyprus (82%), België en Zweden (beide 76%), Frankrijk en Griekenland (beide 75%). - Daarentegen zegt een kleine minderheid van de respondenten in Letland en Litouwen dat deze belemmeringen niet groot zijn (50% en 47% zijn deze mening toegedaan). De meningen zijn verdeeld in de derde Baltische staat, Estland, waar 41% van de respondenten de belemmeringen als niet groot beschouwt, terwijl 48% van mening is dat ze wel groot zijn. Sociaal-demografische analyse - Zoals logischerwijze verwacht zou kunnen worden, beschouwen relatief meer vrouwen dan mannen de carrièrebelemmeringen die ze ervaren binnen politieke partijen als groot (72% van de vrouwen tegenover 65% van de mannen). - Dat is ook de mening van 75% van de huisvrouwen/-mannen (voor het merendeel vrouwen) en 71% van de werknemers en zelfstandigen, en van 65% van de managers. - Tot slot is er een verschil van zes procentpunten in de antwoorden voor "grote belemmeringen" tussen de respondenten die vinden dat zwangerschapsverlof een negatief effect heeft op de carrières van vrouwen (72) en degenen die het daarmee oneens zijn (66%)

17 QA9.1 In 2008, almost 60% of the university degrees in the EU were obtained by women. However, they are still in the minority in responsible positions in most areas of the world of work. Given equal qualifications and skills, do you think that the obstacles facing women in reaching positions of responsibility are very significant, fairly significant, not very significant or not at all significant in each of the following areas? Political parties Total 'Significant' Total 'Not significant' Don't know EU27 69% 25% 6% Gender Male 65% 29% 6% Female 72% 22% 6% Respondent occupation scale Self- employed 71% 25% 4% Managers 65% 32% 3% Other white collars 71% 25% 4% Manual workers 70% 25% 5% House persons 73% 18% 9% Unemployed 69% 24% 7% Retired 68% 24% 8% Students 65% 26% 9% Left-Right scale (1-4) Left 71% 25% 4% (5-6) Centre 70% 25% 5% (7-10) Right 67% 28% 5% Self-positioning on the social scale Low (1-4) 68% 24% 8% Medium (5-6) 71% 24% 5% High (7-10) 68% 28% 4% Maternity leave has a negative impact Agree 72% 24% 4% Disagree 66% 28% 6%

18 1.1.4: Belemmeringen in het midden- en kleinbedrijf (MKB) [QA9.4] Voor Europeanen lijkt het MKB enigszins meer kansen te bieden voor carrièregerichte vrouwen. Niettemin is een absolute meerderheid van de respondenten (59%) nog steeds van mening dat het voor vrouwen moeilijk is om een functie met verantwoordelijkheid te bereiken binnen een MKB, en 17% zegt dat de belemmeringen "zeer groot" zijn. 33% had de tegengestelde mening en 8% gaf geen antwoord. Een meerderheid van de respondenten in 22 van de 27 lidstaten is van mening dat vrouwen met grote belemmeringen geconfronteerd worden

19 Verschillen tussen de lidstaten Zoals bij de grote ondernemingen zijn er verschillen van mening over de carrières van vrouwen in het MKB tussen de landen van voor 2004 en de landen van na 2004/ % van de respondenten in de landen van voor 2004 vindt dat vrouwen in deze ondernemingen met grote belemmeringen te maken hebben, vergeleken met slechts 51% in de landen van na 2004/2007. Op vergelijkbare wijze is er een verschil van negen procentpunten tussen respondenten uit de eurozone (62%) en respondenten van buiten de eurozone (53%). De verschillen tussen de landen onderling zijn vrij opvallend, met een verschil van 37 procentpunten tussen de lidstaten voor het subtotaal van "grote" belemmeringen. - Respondenten in Slowakije (69%), Italië en de Tsjechische Republiek (beide 68%) en België en Oostenrijk (beide 67%) waren relatief het vaakst van mening dat vrouwen binnen het MKB met grote carrièrebelemmeringen te maken hebben. - Respondenten waren relatief het minst vaak van mening dat vrouwen met grote belemmeringen te maken hebben in de Baltische staten, Litouwen (32%), Letland en Estland (beide 33%). Dit is ook het minderheidsstandpunt in Slovenië (39%) en Bulgarije (43%), terwijl de meningen van respondenten in Hongarije evenwichtig verdeeld zijn: 47% zegt dat er grote belemmeringen zijn, terwijl 46% de tegengestelde mening heeft. Sociaal-demografische analyse - Zoals bij politieke partijen, het leidinggevend niveau binnen de overheid en grote ondernemingen, vinden relatief meer vrouwen dan mannen dat zij binnen het MKB met carrièrebelemmeringen worden geconfronteerd. Voor deze vraag is er tussen de geslachten een verschil van vijf procentpunten: 61% van de vrouwen noemde "grote" belemmeringen, tegenover 56% van de mannen. - Het standpunt dat vrouwen met grote belemmeringen te maken hebben, komt het meeste voor onder respondenten in de leeftijdsgroep jaar (62%, tegenover 53% van hen die tussen 15 en 24 jaar oud zijn). - Dit standpunt wordt ook vaker ingenomen door huisvrouwen/-mannen (64%) en managers (63%) dan door werklozen (56%), arbeiders en gepensioneerden (beide 58%)

20 - Voor deze vraag is er een verschil van negen procentpunten tussen respondenten die van mening zijn dat zwangerschapsverlof een negatief effect heeft op de carrières van vrouwen (63%) en respondenten die het daarmee oneens zijn (54%). QA9.4 In 2008, almost 60% of the university degrees in the EU were obtained by women. However, they are still in the minority in responsible positions in most areas of the world of work. Given equal qualifications and skills, do you think that the obstacles facing women in reaching positions of responsibility are very significant, fairly significant, not very significant or not at all significant in each of the following areas? SMEs Total 'Significant' Total 'Not significant' DK EU27 59% 33% 8% Sex Male 56% 36% 8% Female 61% 30% 9% Age % 36% 11% % 35% 7% % 31% 7% % 30% 10% Respondent occupation scale Self-employed 60% 35% 5% Managers 63% 33% 4% Other white collars 60% 34% 6% Manual workers 58% 34% 8% House persons 64% 25% 11% Unemployed 56% 35% 9% Retired 58% 31% 11% Students 51% 39% 10% Maternity leave has a negative impact Agree 63% 30% 7% Disagree 54% 37% 9%

21 1.1.5: Belemmeringen binnen maatschappelijke organisaties [QA9.5] Europeanen zijn van mening dat vrouwen de "minste" belemmeringen tegenkomen binnen maatschappelijke organisaties. Iets minder dan de helft van de respondenten (49%) is van mening dat vrouwen carrièremoeilijkheden ondervinden (met inbegrip van 14% die sprak van zeer grote belemmeringen), terwijl 42% de tegengestelde mening heeft. Bijna een op tien respondenten (9%) gaf aan geen mening te hebben

22 Verschillen tussen de lidstaten Er zijn aanzienlijke verschillen binnen de Europese Unie. In 13 lidstaten is een meerderheid van oordeel dat vrouwen geconfronteerd worden met grote carrièrebelemmeringen binnen maatschappelijke organisaties, terwijl de tegengestelde mening het meerderheidsstandpunt is in de overige 14 lidstaten. Bij deze vraag ontstonden tussen de lidstaten de grootste verschillen, met een kloof van 46 procentpunten tussen de landen die er het meest en het minst van overtuigd zijn dat deze belemmeringen "groot" zijn. - Respondenten in Cyprus (69%), Spanje, Italië en het Verenigd Koninkrijk (alle drie 61%) zijn het vaakst van mening dat vrouwen met dergelijke belemmeringen te maken hebben. - Daarentegen zijn respondenten in Estland (23%), Litouwen (25%) en Letland (28%) er het minst vaak van overtuigd dat dergelijke moeilijkheden voorkomen binnen maatschappelijke organisaties. Sociaal-demografische analyse - Opnieuw zijn relatief iets meer vrouwen dan mannen van mening dat vrouwen geconfronteerd worden met grote carrièrebelemmeringen binnen maatschappelijke organisaties (51%, tegenover 47% van de mannen). - 51% van de respondenten in de leeftijdscategorie jaar (tegenover 47% van de respondenten in de leeftijdscategorie van 25 tot 39) heeft deze mening. - De minst geprivilegieerde categorieën zijn vaker van mening dat vrouwen met grote belemmeringen te maken hebben: o Er is een aanzienlijk verschil van tien procentpunten tussen degenen die van school gingen op 15-jarige leeftijd of jonger en de hoogst opgeleide respondenten: 53% van de eerstgenoemden is van mening dat vrouwen met belemmeringen geconfronteerd worden voor het bereiken van functies met verantwoordelijkheid in maatschappelijke organisaties, vergeleken met 43% van de laatstgenoemde respondenten. o Zo zijn ook huisvrouwen/-mannen (56%) en werklozen (52%) van mening dat vrouwen carrièrebelemmeringen tegenkomen in maatschappelijke organisaties, vergeleken met 44% van de managers

23 o Dit is ook de mening van 50% van de respondenten die zichzelf bovenaan de maatschappelijke ladder plaatsen, tegenover 46% van degenen die zichzelf onderaan plaatsen. - Tot slot is 52% van de respondenten die vinden dat zwangerschapsverlof een negatief effect heeft op de carrières van vrouwen van mening dat, in het algemeen, vrouwen binnen maatschappelijke organisaties met grote carrièremoeilijkheden te maken hebben, vergeleken met 45% van degenen die niet van mening zijn dat zwangerschapsverlof een negatief effect heeft

24 QA9.5 In 2008, almost 60% of the university degrees in the EU were obtained by women. However, they are still in the minority in responsible positions in most areas of the world of work. Given equal qualifications and skills, do you think that the obstacles facing women in reaching positions of responsibility are very significant, fairly significant, not very significant or not at all significant in each of the following areas? Community organisations Total 'Significant' Total 'Not significant' DK EU27 49% 42% 9% Sex Male 47% 45% 8% Female 51% 39% 10% Age % 42% 9% % 46% 7% % 42% 7% % 40% 11% Education (End of) 15-53% 34% 13% % 40% 8% % 51% 6% Still studying 47% 44% 9% Respondent occupation scale Self-employed 50% 43% 7% Managers 44% 52% 4% Other white collars 49% 44% 7% Manual workers 50% 42% 8% House persons 56% 31% 13% Unemployed 52% 39% 9% Retired 47% 41% 12% Students 47% 44% 9% Self-positioning on the social staircase Low (1-4) 46% 42% 12% Medium (5-6) 50% 42% 8% High (7-10) 50% 43% 7% Maternity leave has a negative impact Agree 52% 41% 7% Disagree 45% 45% 10%

25 1.2 Maatregelen ter waarborging van de toegang van vrouwen tot functies met verantwoordelijkheid in ondernemingen en binnen de overheid [QA10] - Europeanen geven de voorkeur aan stimuleringsmaatregelen boven dwang - Zoals we hebben gezien, is een meerderheid van de Europeanen van mening dat ondernemingen en het leidinggevend niveau binnen de overheid op dit moment niet de voorwaarden bieden die vrouwen in staat stellen om functies met verantwoordelijkheid op zich te nemen. Daarom bestaat de uitdaging er op het moment in om doeltreffende maatregelen te bevorderen die vrouwen in staat stellen carrière te maken. Aan de respondenten werden drie maatregelen voorgelegd met de vraag welke maatregel naar hun mening de meest doeltreffende manier zou zijn om dit doel te bereiken: twee ervan waren stimuleringsmaatregelen, terwijl de derde maatregel een meer dwingend karakter had. Een relatieve meerderheid van vier op tien respondenten (44%) zou er de voorkeur geven aan "om ondernemingen en overheden aan te moedigen maatregelen te treffen ter bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen ("code op basis van goede praktijken") en ter bestrijding van stereotypen". De op een na populairste maatregel, die door 30% van de respondenten werd gekozen, zou zijn "om opleidingen en ondersteunende maatregelen te bevorderen, teneinde vrouwen aan te moedigen meer verantwoordelijkheden op zich te nemen in ondernemingen en op leidinggevend niveau binnen de overheid". De derde maatregel, "wettelijke quota opleggen voor raden van bestuur in ondernemingen en andere besluitvormingsorganen", werd genoemd door iets minder dan een op vijf respondenten (19%)

26 Verschillen tussen de lidstaten De resultaten voor deze vraag zijn vrij homogeen in de 27 lidstaten. Er is echter een verschil van zeven procentpunten tussen de respondenten uit eurozonelanden en de rest, wat de meest dwingende maatregel betreft: 21% van de eerste groep is voorstander van quota voor raden van bestuur en andere besluitvormingsorganen, tegenover 14% van de respondenten buiten de eurozone. - De populairste maatregel, het aanmoedigen van ondernemingen en overheden om maatregelen te treffen ter bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen (44%) werd het vaakst genoemd in Spanje (52%), Portugal (50%), Slovenië (49%), en in Hongarije, Roemenië, het Verenigd Koninkrijk en Italië (48%). Dit antwoord stond in totaal in 21 landen op de eerste plaats. De laagste scores werden opgetekend in Duitsland, Estland, Letland en Litouwen (steeds 35%). - De tweede maatregel, het bevorderen van opleidingen en ondersteunende maatregelen om vrouwen aan te moedigen meer verantwoordelijkheden op zich te nemen (30%), kreeg de hoogste scores in Letland (46%), Estland (45%) en Finland (44%). Het was de vaakst genoemde maatregel in acht landen en stond op een gedeelde eerste plaats - samen met het aanmoedigen van ondernemingen en overheden om maatregelen ter bevordering van gendergelijkheid te treffen - in Luxemburg (40% voor beide maatregelen) en Zweden (41%). Deze maatregel werd echter minder vaak genoemd in Italië en Portugal (beide 23%), Roemenië (26%), Polen en Spanje (beide 28%). - De derde optie, het opleggen van wettelijke quota (19%), werd hoofdzakelijk genoemd door respondenten in Duitsland (28%), Oostenrijk (25%), Italië (23%) en Frankrijk (22%), maar werd veel minder vaak genoemd in Letland (9%), het Verenigd Koninkrijk en Estland (beide 11%), en Malta en Litouwen (beide 12%)

27 QA10 Which of the following measures do you think would be most effective in ensuring women s access to positions of responsibility in enterprises and high levels of public administration? Encourage enterprises and public administrations to take measures to foster equality between women and men ( code of good practice ) and to fight against stereotypes Encourage training and support measures to encourage women to take more responsibilities in enterprises and at high levels of public administration Impose quotas by law for boards of directors in enterprise and other decision-making bodies EU27 44% 30% 19% BE 45% 34% 17% BG 41% 33% 19% CZ 43% 36% 17% DK 43% 40% 13% DE 35% 30% 28% EE 35% 45% 11% IE 37% 39% 13% EL 46% 31% 20% ES 52% 28% 14% FR 43% 30% 22% IT 48% 23% 23% CY 43% 36% 18% LV 35% 46% 9% LT 35% 39% 12% LU 40% 40% 17% HU 48% 31% 15% MT 39% 40% 12% NL 41% 34% 13% AT 40% 29% 25% PL 44% 28% 16% PT 50% 23% 20% RO 48% 26% 16% SI 49% 29% 14% SK 44% 35% 16% FI 36% 44% 16% SE 41% 41% 16% UK 48% 34% 11% Highest percentage per country Highest percentage by item Lowest percentage per country Lowest percentage by item

28 Sociaal-demografische analyse - Het is vermeldenswaard dat de meningen van vrouwen en mannen grotendeels overeenkomen wat betreft deze vraag. - De leeftijdsvariabele is van relatief geringe invloed op de antwoorden. De enige uitzondering is dat respondenten van 55 jaar of ouder minder vaak (41%, tegenover 44% van degenen in de leeftijdsgroep jaar en 46% van degenen in de leeftijdscategorieën jaar en jaar) de voorkeur geven aan het aanmoedigen van ondernemingen en overheden om maatregelen te treffen ter bevordering van gendergelijkheid. - De leeftijd waarop de respondenten hun opleiding voltooiden was van invloed op de meningen over "het aanmoedigen van ondernemingen en overheden om maatregelen te treffen ter bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen". 46% van de hoogst opgeleide respondenten koos deze optie, vergeleken met 41% van degenen die van school gingen op 15- jarige of jongere leeftijd. - Het beroep van de respondenten had slechts een kleine invloed op de antwoorden, maar het is van belang om op te merken dat managers vaker het antwoord "aanmoedigen van ondernemingen en overheden om maatregelen te treffen" kozen (48%, vergeleken met 41% van de gepensioneerden en 44% va de huisvrouwen/-mannen), terwijl huisvrouwen/-mannen relatief vaker een voorkeur hebben voor het opleggen van quota voor raden van bestuur (20%, vergeleken met 17% van de werklozen). In het algemeen zijn de verschillen tussen landen veel groter dan die tussen de verschillende sociaal-demografische categorieën

29 QA10 Which of the following measures do you think would be most effective in ensuring women s access to positions of responsibility in enterprises and high levels of public administration? Encourage enterprises and public administrations to take measures to foster equality between women and men ( code of good practice ) and to fight against stereotypes Encourage training and support measures to encourage women to take more responsibilities in enterprises and at high levels of public administration Impose quotas by law for boards of directors in enterprise and other decision-making bodies EU27 44% 30% 19% Sex Male 44% 31% 18% Female 44% 29% 20% Age % 31% 18% % 30% 18% % 29% 19% % 31% 19% Education (End of) 15-41% 28% 20% % 30% 18% % 31% 18% Still studying 44% 31% 19% Respondent occupation scale Self-employed 46% 29% 18% Managers 48% 30% 18% Other white collars 47% 29% 19% Manual workers 45% 29% 20% House persons 44% 29% 19% Unemployed 45% 31% 17% Retired 41% 32% 18% Students 44% 31% 19% Left-Right scale (1-4) Left 46% 28% 21% (5-6) Centre 44% 33% 18% (7-10) Right 43% 34% 17%

30 1.3 De redenen waarom vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de politiek [QA11] - Onderwaardering van vaardigheden en hardnekkige stereotypen verklaren de moeilijkheden waar vrouwen in de politiek mee te kampen hebben - Europeanen werd naar hun mening gevraagd over de redenen waarom vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de politiek. Eerst werd hen gevraagd de hoofdreden te kiezen uit een lijst met zeven redenen. Vervolgens werd hen gevraagd andere redenen te noemen (desgewenst meerdere) die naar hun mening ook bijdroegen aan deze ondervertegenwoordiging. De relatief vaakst genoemde reden is dat de wereld van de politiek gedomineerd wordt door mannen die de vaardigheden van vrouwen niet voldoende op waarde schatten. Deze reden werd genoemd door meer dan een derde van de respondenten (35%). De tweede reden, die door een op vijf respondenten werd genoemd (21%), is het bestaan van hardnekkige stereotypen. De op twee na vaakst genoemde reden (13%) is dat vrouwen weinig belangstelling hebben voor dit soort carrière/geen prioriteit geven aan dit soort carrière

31 De vier overige redenen kregen scores van 10% of minder: - Het feit dat maatregelen ter bevordering van pariteit tussen vrouwen en mannen in de politiek ondoeltreffend zijn (10%). - Het feit dat vrouwen meer belangstelling hebben voor het lokale openbare leven dan voor het nationale en Europese openbare leven (6%). - Het feit dat vrouwen te vaak op ongunstige posities op verkiezingslijsten worden geplaatst (6%). - Tenslotte, het feit dat de media minder aandacht besteden aan vrouwen dan aan mannen tijdens verkiezingscampagnes (4%). Wanneer we alle antwoorden in aanmerking nemen (vraag QA11T), dat wil zeggen de geaggregeerde antwoorden, wijken de scores enigszins af van de resultaten voor het eerste antwoord dat werd gegeven. De eerste twee redenen die worden genoemd blijven hetzelfde: het feit dat "de wereld van de politiek wordt gedomineerd door mannen die de vaardigheden van vrouwen niet voldoende waarderen" werd genoemd door 59% van de respondenten en "het bestaan van hardnekkige stereotypen" werd door 40% van de respondenten gekozen. Echter, de op twee na vaakst genoemde reden is nu dat "de maatregelen ter bevordering van pariteit tussen vrouwen en mannen in de politiek ondoeltreffend zijn" (29%), terwijl het feit dat "vrouwen weinig belangstelling hebben voor dit soort carrière" (26%) nu op de vierde plaats staat. De volgende redenen kregen scores van minder dan 25%: "vrouwen worden te vaak op ongunstige posities op verkiezingslijsten geplaatst" (22%); "vrouwen hebben meer belangstelling voor het lokale openbare leven dan voor het nationale en Europese openbare leven" (20%); en "de media besteden minder aandacht aan vrouwen dan aan mannen tijdens verkiezingscampagnes" (15%). Verschillen tussen de lidstaten Een analyse van de resultaten per lidstaat laat enkele intensiteitsverschillen zien, maar bevestigt dat voor de overgrote meerderheid van de respondenten de hoofdreden waarom vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de politiek gelegen is in het feit dat het "een wereld is die gedomineerd wordt door mannen die de vaardigheden van vrouwen niet voldoende waarderen". Een overzicht van de vaakst genoemde redenen: - Respondenten in Cyprus (68%) zijn relatief het vaakst van mening dat de wereld van de politiek gedomineerd wordt door mannen die de vaardigheden van vrouwen niet voldoende waarderen (59%), gevolgd

32 door respondenten in Duitsland (67%), Oostenrijk (66%), Italië (65%) en Griekenland (64). Respondenten in Denemarken (42%), Estland en Malta (beide 47%) noemen deze reden het minst vaak. Dit antwoord stond op de eerste plaats in 26 lidstaten (Spanje was de enige uitzondering). Wat betreft het antwoord dat als eerste werd gegeven, was dit de eerste reden die werd gegeven in de 27 lidstaten van de Europese Unie. - Het bestaan van hardnekkige stereotypen (40%) werd het vaakst genoemd in Spanje (57%), waar het ook de als eerste genoemde reden was, Griekenland (52%) en Zweden (50%), maar werd veel minder vaak genoemd in Malta (21%) en Estland (26%). - De ondoeltreffendheid van maatregelen ter aanmoediging van pariteit tussen vrouwen en mannen in de politiek (28%) werd het vaakst genoemd in Oostenrijk (53%), Griekenland (45%) en Ierland (44%), en het minst vaak in Letland (13%), Luxemburg (16%), Polen en Litouwen (beide 18%). - De vierde reden, "vrouwen hebben weinig belangstelling voor dit soort carrière" (26%) werd het vaakst genoemd in Letland (41%), Slowakije (38%) en de Tsjechische Republiek (37%). Deze reden werd het minst vaak genoemd in Zweden (17%) en Spanje (18%). - Een analyse van de antwoorden die werden gegeven door minder dan een kwart van de Europeanen laat zien dat respondenten in Cyprus relatief vaker dan het Europese gemiddelde de volgende redenen noemen: "vrouwen worden te vaak op ongunstige posities op verkiezingslijsten geplaatst" werd genoemd door 37% van de respondenten in Cyprus, vergeleken met een Europees gemiddelde van 22%, en "de media besteden minder aandacht aan vrouwen dan aan mannen tijdens verkiezingscampagnes" werd genoemd door 30% in Cyprus, vergeleken met 15% van alle Europeanen. - Een op vijf Europeanen zegt dat deze ondervertegenwoordiging te wijten is aan het feit dat "vrouwen weinig belangstelling hebben voor dit soort carrière"; deze reden werd het vaakst genoemd in Letland (41%)

33 QA11T Reasons why women are under-represented in politics The political world is dominated by men who do not value the skills of women enough The existence of persistent stereotypes The measures to encourage parity between women and men in politics are ineffective Women have little interest in this type of career/ do not give priority to this type of career Women are too often placed in disadvantageous positions on electoral lists Women get more interested in local public life than national and European public life The media pay less attention to women than to men during election campaigns EU27 59% 40% 28% 26% 22% 20% 15% BE 58% 27% 27% 33% 27% 28% 13% BG 55% 39% 29% 29% 25% 18% 15% CZ 54% 41% 26% 37% 25% 27% 18% DK 42% 39% 24% 36% 13% 32% 10% DE 67% 37% 28% 30% 19% 29% 17% EE 47% 26% 18% 35% 22% 26% 15% IE 59% 36% 44% 36% 12% 25% 19% EL 64% 52% 45% 31% 24% 16% 16% ES 55% 57% 28% 18% 24% 11% 19% FR 59% 41% 23% 19% 34% 27% 15% IT 65% 39% 41% 23% 23% 13% 14% CY 68% 49% 29% 35% 37% 28% 30% LV 50% 44% 13% 41% 19% 18% 12% LT 57% 39% 18% 35% 17% 14% 13% LU 54% 27% 16% 36% 23% 24% 11% HU 62% 27% 34% 34% 23% 19% 12% MT 47% 21% 34% 34% 13% 26% 21% NL 50% 36% 20% 36% 17% 18% 10% AT 66% 38% 53% 34% 22% 27% 29% PL 59% 43% 18% 30% 21% 19% 13% PT 59% 28% 30% 34% 17% 17% 13% RO 62% 31% 37% 36% 28% 21% 21% SI 56% 49% 33% 33% 26% 21% 21% SK 52% 38% 28% 38% 18% 27% 16% FI 53% 42% 29% 31% 11% 26% 9% SE 62% 50% 37% 17% 18% 21% 14% UK 51% 38% 22% 22% 15% 16% 13% Highest percentage per country Highest percentage by item Lowest percentage per country Lowest percentage by item

34 Sociaal-demografische analyse Een sociaal-demografische analyse van de resultaten kan de redenen waarom vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de politiek verder verduidelijken. Hiertoe zullen we de geaggregeerde scores voor de door de respondenten genoemde redenen onderzoeken. - Ten eerste zeggen iets meer vrouwen dan mannen (respectievelijk 61% en 57%) dat de wereld van de politiek gedomineerd wordt door mannen die hun vaardigheden niet voldoende waarderen. Daarentegen zeggen iets minder vrouwen dan mannen (25% tegenover 28%) dat ze weinig belangstelling hebben voor dit soort carrière of dat ze er geen prioriteit aan geven. Voor ieder van de andere redenen die konden worden gekozen, waren er geen echte verschillen tussen de door vrouwen en mannen gegeven antwoorden. - Leeftijd is nauwelijks van invloed op de antwoorden, met één uitzondering: respondenten van 55 jaar of ouder noemen minder vaak het bestaan van hardnekkige stereotypen (35%, tegenover 44% van degenen in de leeftijdsgroepen jaar en jaar). - Het opleidingsniveau zorgt ook voor bepaalde verschillen, die uitsluitend significant zijn voor het antwoord "het bestaan van hardnekkige stereotypen". Deze reden werd genoemd door 46% van degenen die het langst hadden gestudeerd (tegenover 35% van degenen die op 15-jarige leeftijd of jonger van school gingen). Een minder uitdrukkelijk verschil is dat mensen die na de leeftijd van 20 jaar nog een opleiding volgden relatief vaker van mening zijn dat maatregelen ter bevordering van genderpariteit in de politiek ondoeltreffend zijn (29% tegenover 26%) en dat vrouwen weinig belangstelling hebben voor dit soort carrière/geen prioriteit geven aan dit soort carrière (28% vergeleken met 24% van degenen die het minst opgeleid zijn). - Er leek ook een correlatie te bestaan tussen de antwoorden en het beroep van de respondenten. Zelfstandigen (47%) en managers (46%) noemen relatief het vaakst het bestaan van hardnekkige stereotypen in de politiek (vergeleken met 39% van de huisvrouwen/-mannen en werklozen, en slechts 33% van de gepensioneerde respondenten). Echter, zelfstandigen zeggen relatief veel minder vaak dan managers dat vrouwen meer belangstelling hebben voor het lokale openbare leven dan het nationale en Europese openbare leven (16%, tegenover 24% van de managers). De indruk dat de media minder aandacht aan vrouwen dan aan mannen besteden tijdens verkiezingscampagnes bestaat relatief het vaakst bij

35 huisvrouwen/-mannen (19%, vergeleken met 12% van de managers, 13% van de werknemers en 15% van de zelfstandigen). - Tot slot zeggen respondenten die van mening zijn dat vrouwen in de politiek met "grote" belemmeringen worden geconfronteerd relatief het vaakst dat de wereld van de politiek wordt gedomineerd door mannen die de vaardigheden van vrouwen niet voldoende waarderen (63% tegenover 51%) of dat er hardnekkige stereotypen bestaan (44%, vergeleken met 34% van degenen die deze belemmeringen als "niet groot" beschouwen). Daarentegen zijn ze minder vaak van mening (23% tegenover 35%) dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek verbonden is met het feit dat ze weinig belangstelling hebben voor dit soort carrière of dat vrouwen er de voorkeur aan geven zich te concentreren op het lokale openbare leven (19% tegenover 25%)

36 QA11T - Reasons why women are under-represented in politics The political world is dominated by men who do not value the skills of women enough The existence of persistent stereotypes The measures to encourage parity between women and men in politics are ineffective Women have little interest in this type of career/ do not give priority to this type of career Women are too often placed in disadvantageous positions on electoral lists Women get more interested in local public life than national and European public life The media pay less attention to women than to men during election campaigns EU27 59% 40% 28% 26% 22% 20% 15% Sex Male 57% 40% 28% 28% 21% 21% 14% Female 61% 41% 28% 25% 23% 20% 16% Age % 44% 25% 24% 22% 17% 18% % 44% 29% 28% 20% 19% 14% % 42% 30% 26% 21% 20% 14% % 35% 28% 27% 25% 22% 16% Education (End of) 15-59% 35% 26% 24% 23% 19% 16% % 38% 30% 27% 23% 21% 16% % 46% 29% 28% 22% 21% 12% Still studying 60% 47% 24% 25% 19% 17% 18% Respondent occupation scale Self-employed 60% 47% 32% 26% 22% 16% 15% Managers 59% 46% 30% 27% 19% 24% 12% Other white collars 60% 42% 33% 28% 20% 21% 13% Manual workers 60% 40% 28% 27% 21% 21% 15% House persons 61% 39% 27% 24% 24% 18% 19% Unemployed 58% 39% 29% 26% 23% 16% 16% Retired 57% 33% 26% 27% 24% 22% 15% Students 60% 47% 24% 25% 19% 17% 18% Left-Right scale (1-4) Left 61% 45% 31% 25% 24% 19% 15% (5-6) Centre 61% 39% 28% 27% 22% 22% 16% (7-10) Right 55% 38% 30% 29% 21% 23% 15% Obstacles facing women in political parties Signi-ficant 63% 44% 30% 23% 24% 19% 16% Not signi-ficant 51% 34% 26% 35% 19% 25% 14%

37 1.4 Oplossingen ter verbetering van de vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek [QA12] - Een voorkeur voor opleidingen en ondersteunende maatregelen om vrouwen aan te moedigen deel te nemen aan de politiek - Gevraagd naar manieren om de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek te corrigeren, gaven Europeanen opnieuw de voorkeur aan stimuleringsmaatregelen boven dwang, zoals ook het geval was bij de antwoorden op de vraag over de toegang van vrouwen tot functies met verantwoordelijkheid in ondernemingen en op leidinggevend niveau binnen de overheid. Het vaakst genoemde antwoord was het invoeren van opleidingen en ondersteunende maatregelen om vrouwen aan te moedigen deel te nemen aan het politieke leven (30%). Een kwart van de respondenten (25%) noemde vervolgens pariteit in de kandidatenlijsten voor verkiezingen die politieke partijen bij iedere verkiezing opstellen. Minder dan een op vijf respondenten (19%) koos voor wettelijk opgelegde quota tijdens verkiezingen. Tot slot zou 17% van de respondenten voorstander zijn van het invoeren van een systeem van financiële stimulansen/sancties voor politieke partijen om ze te dwingen een evenwicht tussen vrouwen en mannen te eerbiedigen

38 Verschillen tussen de lidstaten Hoewel Europeanen het er in het algemeen over eens zijn dat vrouwen met grote belemmeringen te maken hebben in de politiek, laat een analyse van de antwoorden per land zien dat er vrij afgetekende verschillen zijn tussen de 27 lidstaten wat betreft de mogelijke oplossingen. Een analyse op basis van groepen landen brengt ook bepaalde verschillen aan het licht. Ten eerste krijgt de vaakst genoemde maatregel op Europees niveau (30%), "het invoeren van opleidingen en ondersteunende maatregelen om vrouwen aan te moedigen deel te nemen aan het politiek leven", meer steun in de landen van buiten de eurozone (36%, tegenover 27% in de eurozonelanden) en onder respondenten in de landen van vóór 2004 (31%, tegenover 26% in de landen van na 2004/2007). Echter, respondenten in de eurozone noemen iets minder vaak de meer dwingende maatregelen. Pariteit voor verkiezingslijsten werd genoemd door 27% van de respondenten in de eurozone (tegenover 22% in de landen buiten de eurozone); voorts werd het opleggen van quota genoemd door 20% van de eurozonerespondenten (vergeleken met 16% van de respondenten buiten de eurozone). De verschillen tussen de lidstaten zijn in enkele gevallen vrij groot: - Het vaakst genoemde antwoord, "het invoeren van opleidingen en ondersteunende maatregelen" (30%), tevens de maatregel die het meeste op stimulering is gebaseerd, wordt gezien als de meest doeltreffende oplossing in 16 van de 27 lidstaten, aangevoerd door Denemarken (53%), Zweden (52%), Nederland en Malta (beide 50%), het Verenigd Koninkrijk (48%) en Luxemburg (47%), maar is veel minder populair in Portugal (15%), Italië (17%), Oostenrijk en Bulgarije (beide 19%). Het maximale verschil dat werd opgetekend tussen de lidstaten is derhalve 38 procentpunten, tussen Denemarken en Portugal. - "Pariteit voor verkiezingslijsten die door politieke partijen worden opgesteld voor iedere verkiezing" (25%) wordt als de meest doeltreffende oplossing gezien in negen landen. Er is met name veel steun voor deze maatregel in Bulgarije (37%), Griekenland (35%), Roemenië (34%), de Tsjechische Republiek, Cyprus en Litouwen (beide 33%). Respondenten in Ierland (10%), Malta (13%) en het Verenigd Koninkrijk (14%) noemen deze maatregel het minst. Er is een verschil van 27 procentpunten tussen de landen die het meest en die het minst overtuigd zijn van de doeltreffendheid van deze maatregel

39 - "Het wettelijk opleggen van quota tijdens verkiezingen" (19%) - een maatregel met een meer dwingend karakter wordt gesteund door respondenten in Portugal (34%) en Oostenrijk (30%), waar het tevens als de meest doeltreffende maatregel wordt beoordeeld, en in Griekenland (27%). Echter, deze maatregel werd genoemd door minder dan een op tien respondenten in de noordelijke EU-landen: Nederland (5%), Zweden (7%) en Denemarken (9%). - De vierde maatregel, die ook dwingend van aard is, "het invoeren van een systeem van financiële stimulansen/sancties voor politieke partijen om ze te dwingen een evenwicht tussen vrouwen en mannen te eerbiedigen" (17%), wordt voornamelijk gesteund door respondenten in Italië (25%), Portugal (24%), Oostenrijk en de Tsjechische Republiek (beide 22%). Echter, deze maatregel werd slechts door 6% van de respondenten in Nederland genoemd en door 7% in Denemarken, Cyprus, Litouwen en Zweden

40 QA12 According to you, which of the following would be the most effective measure to encourage better political representation of women? Putting in place training and support measures to encourage women to take part in political life Parity on the electoral lists drawn up by political parties at every election Impose quotas by law during elections Introducing a system of financial incentives/ penalties for political parties to make them respect a balance between women and men EU27 30% 25% 19% 17% ZONE EURO 27% 20% 18% 27% NON EURO 22% 16% 16% 36% PRE % 19% 17% 31% POST-2004/07 27% 20% 18% 26% BE 32% 27% 23% 14% BG 19% 37% 22% 16% CZ 23% 33% 18% 22% DK 53% 25% 9% 7% DE 25% 27% 24% 15% EE 41% 31% 10% 9% IE 43% 10% 15% 21% EL 25% 35% 27% 10% ES 31% 25% 16% 18% FR 29% 28% 17% 19% IT 17% 29% 24% 25% CY 40% 33% 19% 7% LV 40% 28% 13% 8% LT 34% 33% 14% 7% LU 47% 22% 14% 9% HU 25% 27% 23% 19% MT 50% 13% 11% 17% NL 50% 29% 5% 6% AT 19% 24% 30% 22% PL 28% 19% 21% 19% PT 15% 17% 34% 24% RO 23% 34% 16% 18% SI 29% 31% 21% 12% SK 25% 28% 20% 21% FI 44% 20% 13% 18% SE 52% 31% 7% 7% UK 48% 14% 12% 14% Highest percentage per country Highest percentage by item Lowest percentage per country Lowest percentage by item

41 Sociaal-demografische analyse De sociaal-demografische verschillen zijn voor deze vraag gering, maar we merken op dat: - Relatief iets meer vrouwen dan mannen (19% tegenover 15%) de voorkeur geven aan het invoeren van een systeem van financiële stimulansen/sancties. Daarentegen zijn relatief iets meer mannen dan vrouwen (27%, tegenover 24%) voorstander van pariteit voor de verkiezingslijsten die door de politieke partijen voor alle verkiezingen worden opgesteld. - Het opleidingsniveau lijkt niet van invloed te zijn op de antwoorden, met uitzondering van de vaakst genoemde oplossing ("het invoeren van opleidingen en ondersteunende maatregelen om vrouwen aan te moedigen deel te nemen aan het politieke leven", 30%), die relatief het vaakst werd genoemd door de hoogst opgeleide respondenten (34%, tegenover 25% van degenen die van school gingen op 15-jarige of jongere leeftijd). - Op vergelijkbare wijze leidt het beroep van respondenten tot weinig verschillen, met uitzondering van het antwoord "het invoeren van opleidingen en ondersteunende maatregelen", dat door relatief meer managers wordt gesteund (36%, vergeleken met 27% van de zelfstandigen en 29% van de arbeiders). - Tot slot geven de respondenten die vinden dat vrouwen te maken hebben met grote belemmeringen in politieke partijen het minst vaak de voorkeur aan opleidingen en ondersteunende maatregelen om deel te nemen aan de politiek (29%, vergeleken met 35% van degenen die de belemmeringen als "niet groot" beschouwen). Daarentegen zijn zij vaker voorstander van maatregelen met een meer dwingend karakter: 20% noemt het opleggen van quota (genoemd door slechts 16% van degenen die de belemmeringen niet als "groot" beschouwen) en 27% (tegenover 23%) noemde pariteit voor verkiezingslijsten

42 QA12 According to you, which of the following would be the most effective measure to encourage better political representation of women? Putting in place training and support measures to encourage women to take part in political life Parity on the electoral lists drawn up by political parties at every election Impose quotas by law during elections Introducing a system of financial incentives/ penalties for political parties to make them respect a balance between women and men EU27 30% 25% 19% 17% Sex Male 30% 27% 18% 15% Female 30% 24% 19% 19% Education (End of) 15-25% 26% 20% 17% % 25% 19% 19% % 28% 17% 15% Still studying 34% 24% 17% 18% Respondent occupation scale Self-employed 27% 29% 20% 17% Managers 36% 25% 18% 14% Other white collars 29% 28% 19% 19% Manual workers 29% 26% 19% 18% House persons 30% 23% 20% 17% Unemployed 30% 23% 19% 18% Retired 29% 26% 19% 16% Students 34% 24% 17% 18% Obstacles facing women in political parties Significant 29% 27% 20% 18% Not significant 35% 23% 16% 16%

43 1.5 De redenen om niet te stemmen bij verkiezingen [QA13] - Een gebrek aan vertrouwen in politieke vertegenwoordigers is de belangrijkste reden waarom Europeanen ontmoedigd zouden worden om te stemmen - De ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek was voor ons aanleiding om respondenten te vragen naar de belangrijkste redenen waardoor ze wellicht ontmoedigd zouden worden om bij de volgende lokale, nationale of Europese verkiezingen hun stem uit te brengen. QA13 What are the main reasons which would discourage you from voting at next local / national / European elections? (MULTIPLE ANSWERS POSSIBLE) European National Local You have no confidence in local / national / european political representatives 29% 34% 40% You feel ill-informed about the local / national / european issues 12% 16% 22% Your vote has no impact/ voting changes nothing 18% 17% 19% You are not interested in local / national / european politics 12% 14% 19% Your main concerns are not enough taken into account at local / national / european elections 17% 20% 22% Other (SPONTANEOUS) 8% 9% 9% DK 9% 11% 10% Voor alle verkiezingen, zowel op lokaal, nationaal als Europees niveau, is de belangrijkste reden die Europeanen geven voor het niet uitbrengen van hun stem een gebrek aan vertrouwen in politieke vertegenwoordigers. 29% van de respondenten zegt geen vertrouwen te hebben in hun politieke vertegenwoordigers op Europees niveau; 40% heeft geen vertrouwen in nationale en 34% heeft geen vertrouwen in lokale vertegenwoordigers

44 Dit betekent dat respondenten relatief veel vaker hun nationale en lokale politieke vertegenwoordigers wantrouwen dan hun Europese vertegenwoordigers. De op een na vaakst genoemde reden voor het niet stemmen bij Europese verkiezingen is het gebrek aan informatie over Europese aangelegenheden (22%). Respondenten zeggen ook dat er niet voldoende aandacht is voor hun zorgen bij lokale (22%) en nationale verkiezingen (20%). De op twee na vaakst genoemde reden is dat hun stem geen invloed heeft/stemmen verandert niets: 19% voor Europese verkiezingen (gelijk aan een gebrek aan belangstelling voor Europese politiek), 18% voor nationale verkiezingen en 17% voor lokale verkiezingen. De andere redenen, die ieder genoemd werden door minder dan 18% van de Europeanen, zijn dat ze geen belangstelling hebben voor politiek en dat ze zich slecht geïnformeerd voelen over lokale en nationale aangelegenheden. Het antwoord "stemmen is verplicht" is alleen relevant in Griekenland, België en Luxemburg, de drie landen waar stemmen verplicht is. Verschillen tussen de lidstaten Laten we eerst kijken naar de Europese verkiezingen. Hier stellen we tussen de lidstaten vrij weinig verschillen vast. Wat als eerste opvalt, is dat er een significant verschil van 10 procentpunten is tussen de eurozone (33%) en landen van buiten de eurozone (23%), wat het vertrouwen in Europese politieke vertegenwoordigers betreft; er is ook een verschil van vijf procentpunten voor dit antwoord tussen de landen van na 2004/2007 (25%) en de landen van voor 2004 (30%). Ten tweede is er een verschil van vijf procentpunten tussen de landen van voor 2004 (18%) en de landen van na 2004/2007 (23%) voor twee antwoorden: het gebrek aan belangstelling voor de Europese politiek en het gevoel dat stemmen geen effect heeft. Er is ook een verschil van vier procentpunten tussen deze twee groepen landen voor het antwoord "er is niet voldoende aandacht voor uw belangrijkste zorgen bij Europese verkiezingen (16% in de landen van voor 2004 en 20% in de landen van na 2004/2007). Een gedetailleerde analyse van de nationale resultaten laat een aantal variaties zien

45 - Een gebrek aan vertrouwen in Europese politieke vertegenwoordigers (29%) werd voornamelijk genoemd in Spanje (47%), Oostenrijk (45%), Griekenland (41%), Portugal (38%) en Duitsland (36%), maar werd veel minder vaak genoemd in Malta (10%), Estland (13%) en Luxemburg (14%). - Het gevoel slecht geïnformeerd te zijn over Europese aangelegenheden (22%) werd het vaakst genoemd door respondenten in Zweden (34%), Oostenrijk (33%) en Denemarken (32%). Dit antwoord werd het minst vaak genoemd in Estland (15%) en Letland (16%). - Het gevoel dat stemmen niets verandert (19%) wordt met name vaak genoemd in Bulgarije en Slovenië (beide 33%), en Oostenrijk en Roemenië (29%), maar komt significant minder vaak voor in Zweden (11%), Denemarken (12%) en Malta en Portugal (beide 13%). - Respondenten in de Tsjechische Republiek (29%) en Roemenië en Slovenië (beide 26%) noemden het vaakst een gebrek aan belangstelling voor de Europese politiek (19%). Respondenten in Griekenland (7%) en Zweden (9%) noemden deze reden het minst vaak. - Respondenten in Oostenrijk (33%) en Roemenië (25%) hebben het vaakst het gevoel dat er niet voldoende aandacht is voor hun zorgen bij Europese verkiezingen (17%), terwijl respondenten in Luxemburg (7%), Malta en het Verenigd Koninkrijk (8%) deze reden het minst vaak noemden

46 QA13c What are the main reasons which would discourage you from voting at next European elections? You have no confidence in European political representatives You feel ill-informed about the European issues You are not interested in European politics Your vote has no impact/ voting changes nothing Your main concerns are not enough taken into account at European elections EU27 29% 22% 19% 19% 17% ZONE EURO 33% 23% 17% 19% 18% NON EURO 23% 22% 22% 19% 15% PRE % 23% 18% 18% 16% POST-2004/07 25% 21% 23% 23% 20% BE 22% 25% 24% 27% 19% BG 19% 21% 16% 33% 16% CZ 25% 18% 29% 27% 23% DK 17% 32% 16% 12% 10% DE 36% 22% 16% 25% 21% EE 13% 15% 14% 22% 14% IE 16% 20% 18% 17% 15% EL 41% 17% 7% 26% 15% ES 47% 26% 20% 16% 15% FR 23% 26% 17% 16% 15% IT 35% 18% 17% 15% 20% CY 24% 24% 16% 21% 14% LV 20% 16% 13% 24% 12% LT 22% 22% 20% 28% 14% LU 14% 17% 12% 16% 7% HU 21% 27% 14% 24% 21% MT 10% 18% 12% 13% 8% NL 16% 25% 15% 19% 12% AT 45% 33% 23% 29% 33% PL 25% 21% 24% 15% 18% PT 38% 24% 22% 13% 20% RO 32% 18% 26% 29% 25% SI 25% 30% 26% 33% 13% SK 23% 28% 18% 23% 19% FI 32% 12% 11% 20% 21% SE 17% 34% 9% 11% 16% UK 20% 21% 22% 16% 8% Highest percentage per country Highest percentage by item Lowest percentage per country Lowest percentage by item

47 Als we kijken naar nationale verkiezingen, valt ten eerste op dat er bepaalde verschillen zijn tussen groepen landen. Er is een verschil van zeven procentpunten tussen respondenten in de eurozonelanden (53%) en de rest (36%) voor het antwoord "u hebt geen vertrouwen in de nationale politieke vertegenwoordigers". Er is ook een verschil van vijf procentpunten tussen respondenten in de landen van voor 2004 (11%) en de landen van na 2004/2007 (16%) voor het antwoord "u hebt geen belangstelling voor de nationale politiek". Ook zijn er significante verschillen tussen lidstaten: - Een gebrek aan vertrouwen in nationale politieke vertegenwoordigers (40%) werd genoemd door meer dan de helft van de respondenten in Spanje (59%), Roemenië (54%) en Portugal (51%), maar werd veel minder vaak genoemd in Luxemburg (16%) en Malta (18%). - Het feit dat er niet voldoende aandacht is voor hun zorgen bij nationale verkiezingen (20%) wordt gezien als een belangrijke reden om niet te gaan stemmen door respondenten in Oostenrijk (34%), Hongarije (29%) en Zweden (26%). Echter, deze reden wordt als veel minder relevant beschouwd in Letland en Luxemburg (10%) en in het Verenigd Koninkrijk (12%). - Het gevoel dat stemmen niets verandert (18%) is met name relevant in België (31%) (waar sinds de meest recente verkiezingen in juni 2010 een demissionaire regering is, in afwachting van de vorming van een nieuwe regering), Slovenië (29%), Litouwen (27%), en Bulgarije, Duitsland en Letland (steeds 25%). Deze indruk wordt gedeeld door slechts 6% van de respondenten in Zweden en door 10% van de respondenten in Malta en Denemarken. - Een gebrek aan belangstelling voor de nationale politiek (12%) werd het vaakst genoemd in Roemenië en de Tsjechische Republiek (beide 20%), maar deze reden wordt weinig relevant geacht in Zweden (4%) of in Nederland, Denemarken en Griekenland (alle 6%). - Respondenten in Oostenrijk (24%), Hongarije en Slowakije (beide 17%) zijn relatief het vaakst van mening dat zij slechts geïnformeerd zijn over nationale aangelegenheden, terwijl de respondenten in Bulgarije,

48 Estland, Griekenland en Letland (steeds 7%) dit standpunt het minst vaak deelden. QA13b What are the main reasons which would discourage you from voting at next national elections? You have no confidence in national political representatives Your main concerns are not enough taken into account at national elections Your vote has no impact/ voting changes nothing You are not interested in national politics You feel ill-informed about the national issues EU27 40% 20% 18% 12% 12% ZONE EURO 43% 20% 18% 12% 12% NON EURO 36% 19% 17% 13% 11% PRE % 19% 17% 11% 11% POST-2004/07 42% 23% 19% 16% 12% BE 32% 21% 31% 18% 13% BG 44% 19% 25% 10% 7% CZ 46% 19% 23% 20% 12% DK 26% 16% 10% 6% 15% DE 40% 23% 25% 9% 13% EE 26% 17% 22% 9% 7% IE 25% 17% 18% 11% 10% EL 50% 13% 24% 6% 7% ES 59% 17% 14% 16% 15% FR 38% 18% 16% 10% 10% IT 46% 24% 13% 12% 10% CY 43% 17% 21% 9% 11% LV 31% 10% 25% 8% 7% LT 38% 17% 27% 14% 14% LU 16% 10% 13% 10% 12% HU 30% 29% 21% 11% 17% MT 18% 13% 10% 10% 8% NL 23% 18% 17% 6% 11% AT 46% 34% 24% 18% 24% PL 37% 25% 13% 16% 11% PT 51% 24% 14% 16% 15% RO 54% 23% 24% 20% 14% SI 46% 15% 29% 16% 11% SK 41% 17% 16% 15% 17% FI 32% 21% 20% 11% 12% SE 25% 26% 6% 4% 16% UK 31% 12% 16% 10% 9% Highest percentage per country Highest percentage by item Lowest percentage per country Lowest percentage by item

49 Verschillen tussen de lidstaten In het geval van lokale verkiezingen is er een aantal verschillen tussen groepen landen, die anders zijn dan de verschillen in het geval van Europese en nationale verkiezingen: relatief minder respondenten in de eurozone hebben vertrouwen in hun lokale politieke vertegenwoordigers (36%, tegenover 31% van de respondenten buiten de eurozone). Voorts zeggen inwoners van de landen van na 2004/2007 relatief iets vaker dat ze geen belangstelling hebben voor de lokale politiek (18%, tegenover 14% in de landen van voor 2004). Opnieuw zijn de nationale verschillen vrij groot: - De vaakst genoemde reden, "u hebt geen vertrouwen in lokale politieke vertegenwoordigers" (34%) is het antwoord dat het vaakst wordt gekozen door respondenten in zuidelijke EU-landen: Spanje (53%), Portugal (47%), Griekenland (46%) en Italië en Roemenië (beide 42%), maar wordt veel minder vaak genoemd in Luxemburg (16%) of in Denemarken en Malta (beide 19%). - Het feit dat er niet voldoende aandacht is voor de belangrijkste zorgen van respondenten bij lokale verkiezingen (22%) is een belangrijke reden om niet te stemmen in Oostenrijk (37%), Hongarije (31%), Polen (30%) en Roemenië (27%). Echter, dit is veel minder het geval in Luxemburg (9%), Letland (11%) en het Verenigd Koninkrijk (12%). - "Uw stem heeft geen effect, stemmen verandert niets" (17%) wordt het vaakst genoemd in België (28%), Litouwen en Slovenië (beide 27%), maar wordt veel minder vaak genoemd in Zweden (5%) en Polen (10%). - Respondenten noemen relatief het vaakst "slecht geïnformeerd over lokale aangelegenheden" (16%) in Oostenrijk (26%), Denemarken (25%), Nederland (24%) en Zweden (22%), maar ze doen dat veel minder vaak in Griekenland (7%), Estland en Letland (8%), en Bulgarije (9%). - De laatste reden, een gebrek aan belangstelling voor de lokale politiek (14%), werd het vaakst genoemd door respondenten in Roemenië (23%), de Tsjechische Republiek (21%) en Oostenrijk (19%), maar veel minder vaak door respondenten in Griekenland (7%), Zweden (8%) en Cyprus (9%)

50 QA13a What are the main reasons which would discourage you from voting at next local elections? You have no confidence in local political representatives Your main concerns are not enough taken into account at local elections Your vote has no impact/ voting changes nothing You feel ill-informed about the local issues You are not interested in local politics EU27 34% 22% 17% 16% 14% ZONE EURO 36% 22% 17% 16% 14% NON EURO 31% 21% 16% 15% 15% PRE % 20% 17% 16% 14% POST-2004/07 34% 26% 17% 15% 18% BE 26% 22% 28% 16% 18% BG 39% 21% 21% 9% 12% CZ 31% 23% 20% 17% 21% DK 19% 17% 10% 25% 13% DE 32% 25% 24% 17% 14% EE 23% 17% 22% 8% 10% IE 24% 16% 15% 14% 14% EL 46% 20% 18% 7% 7% ES 53% 18% 14% 17% 14% FR 25% 19% 17% 19% 12% IT 42% 25% 12% 11% 15% CY 38% 18% 23% 10% 9% LV 29% 11% 23% 8% 10% LT 41% 19% 27% 16% 14% LU 16% 9% 11% 17% 12% HU 26% 31% 22% 15% 13% MT 19% 14% 12% 10% 18% NL 20% 15% 13% 24% 12% AT 36% 37% 21% 26% 19% PL 31% 30% 10% 17% 17% PT 47% 23% 13% 18% 17% RO 42% 27% 23% 13% 23% SI 31% 18% 27% 15% 17% SK 34% 19% 16% 18% 15% FI 26% 24% 18% 14% 15% SE 29% 23% 5% 22% 8% UK 27% 12% 16% 14% 13% Highest percentage per country Highest percentage by item Lowest percentage per country Lowest percentage by item

51 Sociaal-demografische analyse - De antwoorden van mannen en vrouwen op dit punt komen grotendeels overeen. Het enige verschil is dat mannen minder vertrouwen hebben in hun politieke vertegenwoordigers. Dit geldt voor lokale politieke vertegenwoordigers (respectievelijk 36% en 33%), nationale politieke vertegenwoordigers (42% en 39%) en Europese politieke vertegenwoordigers (31% en 28%). - Daarentegen is de leeftijd aanleiding voor meer verschillen, in het bijzonder in het geval van de jongste respondenten (in de leeftijd van 15 tot 24 jaar), die toegeven dat zij geen belangstelling voor de politiek hebben, op zowel lokaal (24%, tegenover 10% van de respondenten van 55 jaar of ouder), nationaal (22%, tegenover 9% van degenen die 55 jaar of ouder zijn) als Europees niveau (26%, tegenover 16% van de oudste leeftijdscategorie). Zij zijn ook vaker van mening (19%, gelijk aan degenen in de leeftijd van 15 tot 39) dat ze slecht geïnformeerd zijn over lokale aangelegenheden (tegenover 13% van degenen die 55 jaar of ouder zijn), nationale aangelegenheden (15%, tegenover 10% van degenen die 40 jaar of ouder zijn) en Europese aangelegenheden (24%, tegenover 20% van de oudste leeftijdscategorie). Respondenten in de leeftijdscategorie jaar hebben het minste vertrouwen in hun lokale politieke vertegenwoordigers (36%, tegenover 31% van degenen die 15 tot 24 jaar zijn) en in hun Europese politieke vertegenwoordigers (32%, tegenover 24% van degenen die 15 tot 24 jaar zijn), terwijl de respondenten in de leeftijdscategorie het minst vaak vertrouwen in hun nationale politieke vertegenwoordigers hebben (44%, vergeleken met 37% van degenen die 15 tot 24 jaar zijn). Respondenten in de leeftijdscategorie zijn ook het vaakst van mening dat er niet voldoende aandacht is voor hun zorgen bij lokale verkiezingen (23%, tegenover 20% van degenen die 15 tot 24 jaar zijn). - De antwoorden correleren ook met de opleiding van de respondenten. De respondenten die van school gingen op 15-jarige of jongere leeftijd hebben het minst vaak vertrouwen in hun lokale politieke vertegenwoordigers (38%, vergeleken met 32% van de meest opgeleide respondenten), hun nationale politieke vertegenwoordigers (42% tegenover 40%) en hun Europese politieke vertegenwoordigers (32%, tegenover 28% van de hoogst opgeleide respondenten). - Ook het beroep van respondenten is een onderscheidende factor: Werklozen zeggen het vaakst dat zij geen belangstelling hebben voor de lokale politiek (20%, tegenover 9% van de zelfstandigen), de nationale politiek (18%, tegenover 7% van de managers) en de Europese politiek (26%, tegenover 12% van de managers)

52 - Op vergelijkbare wijze hebben de respondenten die meestal moeite hebben om hun rekeningen te betalen relatief het vaakst geen vertrouwen in hun lokale politieke vertegenwoordigers (39%, vergeleken met 32% van degenen die bijna nooit moeite hebben om hun rekeningen te betalen). Ze denken ook relatief vaker dat stemmen niets verandert op lokaal niveau (21%, vergeleken met 16% van degenen die bijna nooit moeite hebben om hun rekeningen te betalen), nationaal niveau (22% tegenover 17%) of Europees niveau (23% tegenover 18%). Onderstaande tabel illustreert deze verschillen in de redenen waarom respondenten mogelijk ontmoedigd zouden worden om bij Europese verkiezingen hun stem uit te brengen. QA13c What are the main reasons which would discourage you from voting at next European elections? (MULTIPLE ANSWERS POSSIBLE) You are not interested in European politics You have no confidence in European political representatives Your main concerns are not enough taken into account at European elections You feel ill-informed about the European issues Your vote has no impact/ voting changes nothing EU27 19% 29% 17% 22% 19% Sex Male 18% 31% 18% 22% 18% Female 19% 28% 16% 23% 20% Age % 24% 16% 24% 18% % 30% 18% 25% 19% % 32% 17% 22% 19% % 28% 16% 20% 20% Education (End of) 15-20% 32% 15% 21% 20% % 30% 17% 23% 21% % 28% 18% 23% 16% Still studying 23% 22% 16% 23% 15% Respondent occupation scale Self-employed 13% 33% 17% 23% 19% Managers 12% 29% 18% 24% 15% Other white collars 17% 31% 19% 22% 20% Manual workers 22% 32% 17% 23% 20% House persons 23% 30% 14% 23% 21% Unemployed 26% 30% 19% 23% 22% Retired 16% 27% 16% 20% 19% Students 23% 22% 16% 23% 15%

53 2. ONGELIJKHEDEN TUSSEN MANNEN EN VROUWEN 2.1 De redenen voor de precaire situatie van vrouwen in de Europese Unie [QA8] Een veelvoud van redenen ter verklaring van de precaire situatie van vrouwen - Gezien het feit dat 17% van de vrouwen zich momenteel in een precaire situatie bevindt, is het interessant om Europeanen te vragen wat hiervoor de redenen zijn. Respondenten werd daarom gevraagd maximaal twee van de vijf voorgestelde redenen te kiezen. Voor Europeanen zijn er twee hoofdredenen, beide met een score van 34%, voor de precaire situatie waar vrouwen in de EU mee te maken hebben: de toename van het aantal eenoudergezinnen, in het bijzonder moeders die hun kinderen alleen opvoeden, enerzijds en de onzekerheid van het werk zelf (seizoens- of tijdelijk werk) anderzijds. Deze redenen worden op korte afstand gevolgd door "carrièreonderbrekingen en/of werken in deeltijd wegens familieverplichtingen en het effect daarvan op het pensioenbedrag", genoemd door bijna een derde van de respondenten (31%), "de verschillen in beloning tussen vrouwen en mannen", genoemd door iets meer dan een kwart van de respondenten (26%), en "gedwongen werken in deeltijd", genoemd door een op vijf respondenten (20%). Met andere woorden, geen van de redenen steekt duidelijk boven de andere uit

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie

8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen en mannen in de Europese Unie Directoraat-generaal Communicatie Directoraat Betrekkingen met de burgers Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 7 maart 2012 8 maart 2012: Internationale Vrouwendag Ongelijke kansen tussen vrouwen

Nadere informatie

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT

De Parlemeter. Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social EUROPEES PARLEMENT EUROPEES PARLEMENT De Parlemeter Eurobaromètre Spécial / Vague 74.3 TNS Opinion & Social Veldwerk: november december 2010 Publicatie: april 2011 Speciale Eurobarometer / Campagne 74.3 TNS Opinion & Social

Nadere informatie

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009 Directoraat-generaal voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 13 november 2012 DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen Algemene directie Communicatie UNIT FOLLOW-UP PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale

Nadere informatie

Speciale Eurobarometer. Europese Ombudsman. Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement en de Europese Ombudsman

Speciale Eurobarometer. Europese Ombudsman. Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement en de Europese Ombudsman European Ombudsman Speciale Eurobarometer Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement en de Europese Ombudsman TNS Opinion & Social Avenue Hermann Debroux, 40 1160 Brussel

Nadere informatie

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen Directoraat-generaal Communicatie Directoraat C Betrekkingen met de burgers EENHEID MONITORING PUBLIEKE OPINIE 27/10/2009 EB71.3 Europese verkiezingen 2009 Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt:

Nadere informatie

Analytische samenvatting

Analytische samenvatting Directoraat-generaal communicatie Directoraat C - Betrekkingen met de burgers AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE 24 maart 2009 EUROPEANEN EN DE ECONOMISCHE CRISIS Standard Eurobarometer (EB 71) Bevolking:

Nadere informatie

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis

8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de crisis Directoraat-generaal voorlichting AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Brussel, 26 februari 2013 8 maart 2013: Internationale Vrouwendag: Ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in de context van de

Nadere informatie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie

Pan-Europese. opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid. Representatieve resultaten in de 27 lidstaten van de Europese Unie Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van Nederland Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse

EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN. Samenvattende analyse Brussel, 2 maart 2009 EUROBAROMETER FLASH 266 VROUWEN EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN Samenvattende analyse Aan de vooravond van de internationale vrouwendag en met de Europese verkiezingen in 2009 in het

Nadere informatie

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau 01.06.2004-30.09.2004 Deel I Achtergrondinformatie Land AT - Oostenrijk 1 (1.4)

Nadere informatie

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en - gezondheid Representatieve resultaten in de 2 lidstaten van de Europese Unie Pakket bevat de resultaten van de EU2 én van België Ontwerp Opiniepeiling

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

Vrouwen en de verkiezingen voor het Europees Parlement. Belangrijkste resultaten

Vrouwen en de verkiezingen voor het Europees Parlement. Belangrijkste resultaten Flash Eurobarometer Europese Commissie Vrouwen en de verkiezingen voor het Europees Parlement Veldwerk: februari 09 Publicatie: maart 09 Flash Eurobarometer nr. 6 The Gallup Organisation Dit onderzoek

Nadere informatie

Code Geboorteland Straatnaam

Code Geboorteland Straatnaam Uitwisseling van informatie op grond van artikel 10, eerste lid van de Landsverordening spaarvermogensheffing Info Beneficial owner (1) Data Beneficial owner (2) Naamgegevens(3) Geboortegegevens (4) Adresgegevens

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? 2/09/2008-22/10/2008 Er zijn 329 antwoorden op 329 die voldoen aan uw criteria DEELNAME Land DE - Duitsland 55 (16.7%) PL - Polen 41 (12.5%) DK - Denemarken 20

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 15 september 2013 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Eurobarometer Parlemeter. uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement

Eurobarometer Parlemeter. uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Eurobarometer 76.3 Parlemeter uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Opiniepeiling gecoördineerd door het directoraat-generaal Voorlichting INHOUD INLEIDING...3 SAMENVATTING...5

Nadere informatie

Sociale bescherming in belgië

Sociale bescherming in belgië Sociale bescherming in belgië data 2O13 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

De Europeanen en de crisis

De Europeanen en de crisis EUROPEES PARLEMENT De Europeanen en de crisis Rapport Veldwerk: Augustus-september 2010 Publicatie: November 2010 Speciale Eurobarometer / Golf 74.1 TNS Opinion & Social NL Eurobaromètre spécial / Vague

Nadere informatie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Beeld van het Europees Parlement in Nederland Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013

Nadere informatie

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Betalingsachterstand bij handelstransacties Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29

Nadere informatie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN

BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS IN DE LIDSTATEN 1 AT - Oostenrijk Flutiform 50 Mikrogramm/5 Mikrogramm pro Sprühstoß Druckgasinhalation

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie

STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie Parlemeter 2016 Analytisch overzicht Speciale Eurobarometer van het Europees Parlement STUDIE Reeks Analyse van de publieke opinie Directoraat-generaal Communicatie Auteur: Jacques Nancy, Afdeling Analyse

Nadere informatie

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen. FISCALE IDENTIFICATIENUMMERS (FIN's) FIN's per thema: Structuur 1. AT - Oostenrijk 99-999/9999 9 cijfers Het liggend streepje en de schuine streep zijn niet in alle gevallen verplicht (met het oog op de

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; (met Protocollen, Bijlagen en Slotakte) Oporto, 2 mei 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; (met Protocollen, Bijlagen en Slotakte) Oporto, 2 mei 1992 19 (1992) Nr. 8 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 46 A. TITEL Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; (met Protocollen, Bijlagen en Slotakte) Oporto, 2

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING Directorate-General for Communication Public Opinion Monitoring Unit Brussel, 30 januari 2015 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 82.4) Parlemeter 2014 ANALYTISCHE SAMENVATTING Onderzoeksgebied:

Nadere informatie

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Velden met een zijn verplicht. Persoonlijke gegevens In welk land bent u gevestigd? België Bulgarije

Nadere informatie

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014 Directorate-General for Communication PUBLIC OPINION MONITORING UNIT Brussel, oktober 2014 Postelectoraal onderzoek 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014 BEKNOPTE SAMENVATTING Onderzoeksgebied: EU28 Bevolking:

Nadere informatie

Europese Commissie wil salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen aanzienlijk verminderen

Europese Commissie wil salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen aanzienlijk verminderen IP/10/236 Brussel, 5 maart 2010 Europese Commissie wil salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen aanzienlijk verminderen De Europese Commissie wil een aantal maatregelen nemen om de salarisongelijkheid

Nadere informatie

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005 Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Postelectoraal onderzoek Europese verkiezingen 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014

Postelectoraal onderzoek Europese verkiezingen 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014 Directorate-General for Communication PUBLIC OPINION MONITORING UNIT Brussels, October 2014 Postelectoraal onderzoek Europese verkiezingen 2014 EUROPESE VERKIEZINGEN 2014 SOCIAALDEMOGRAFISCHE BIJLAGE Onderzoeksgebied:

Nadere informatie

Hoe staan de Europeanen tegenover klimaatverandering?

Hoe staan de Europeanen tegenover klimaatverandering? Speciale Eurobarometer 313 EUROPEES PARLEENT EUROPESE COMMISSIE Hoe staan de Europeanen tegenover klimaatverandering? Special Eurobarometer 313 / Wave 71.1 TNS Opinion & Social Rapport Veldwerkperiode:

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese. Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale

Nadere informatie

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2)

Parlemeter - november 2012 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2) Directoraat-generaal voorlichting Afdeling analyse van de publieke opinie Brussel, 14 februari 2013. Parlemeter - november Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 78.2) ANALYTISCHE SAMENVATTING

Nadere informatie

Handelsmerken 0 - DEELNAME

Handelsmerken 0 - DEELNAME Handelsmerken 29/10/2008-31/12/2008 391 antwoorden 0 - DEELNAME Land DE - Duitsland 72 (18.4%) PL - Polen 48 (12.3%) NL - Nederland 31 (7.9%) UK - Verenigd Koninkrijk 23 (5.9%) DA - Denemarken 22 (5.6%)

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O16 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en -gezondheid

Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en -gezondheid Pan-Europese opiniepeiling over beroepsveiligheid en -gezondheid Resultaten in Europa en Nederland - Mei 2013 Representatieve resultaten in 31 deelnemende Europese landen voor het Europees Agentschap voor

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

2 Leveringen van goederen naar

2 Leveringen van goederen naar 2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen

Nadere informatie

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten

I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten FORMULIER VOOR (FACULTATIEF) GEBRUIK DOOR DE OVERHEIDSINSTANTIE DIE OM INFORMATIE VERZOEKT I. VERZOEK OM INFORMATIE betreffende de transnationale terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT

ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT 14.06.2005-15.07.2005 803 antwoorden Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 225 K - Exploitatie van en handel in onroerend

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 - Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting I. Terminologiekwestie

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009 Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009 Editie 2010 / 2011 Sociaaleconomische gegevens Oppervlakte (km 2 ) Inwoners (duizend) (miljard ) /inw. () 2009/2008 ( in volume) België 30 528 10 790 339,2 31

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1)

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Brussel, 14 oktober 2015 Parlemeter 2015 Deel I De hoofduitdagingen voor

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk en solidariteit tussen de generaties

Vrijwilligerswerk en solidariteit tussen de generaties EUROPEES PARLEMENT Vrijwilligerswerk en Solidariteit tussen de generaties Verslag Veldwerk: april-mei 2011 Publicatie: oktober 2011 Speciale Eurobarometer / Wave 75.2 TNS Opinion & Social Dit onderzoek

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. betreffende het Europees burgerinitiatief EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.9.2017 COM(2017) 482 final ANNEXES 1 to 7 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees burgerinitiatief {SWD(2017)

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

2013/4 D/2013/3241/078

2013/4 D/2013/3241/078 13/4 D/13/3241/78 Volgens Eurobarometer-gegevens hebben bijna twee op de drie Vlamingen globaal genomen een positief beeld over beroepsonderwijs en opleiding in de lente van 11. Vier op de vijf zijn van

Nadere informatie

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5)

De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE De Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 79.5) SOCIAALDEMOGRAFISCHE FOCUS Deel economie en maatschappij Brussel, oktober

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

CRISIS EN ECONOMISCH BESTUUR V

CRISIS EN ECONOMISCH BESTUUR V Directoraat-generaal voorlichting Directoraat C - Betrekkingen met de burgers EENHEID OPVOLGING PUBLIEKE OPINIE Brussel, 21 mei 2012 CRISIS EN ECONOMISCH BESTUUR V Eurobarometer Europees Parlement (EB77.2)

Nadere informatie

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli.

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli. Dorstig Europa? Maart 2007 werd een 76 bladzijden tellend rapport gepubliceerd over meningen over Alcohol

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

NL 1 NL BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE

NL 1 NL BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE BIJLAGE I KENNISGEVING VAN INSOLVENTIEPROCEDURE (Artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures PB L 141 van 5.6.2015,

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 13.6.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0186 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2017 met het oog op de

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter Deel II ANALYTISCH OVERZICHT Directoraat-generaal Communicatie Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 30 november 2015 Eurobarometer van het Europees Parlement (EB/EP 84.1) Parlemeter 2015 - Deel II ANALYTISCH OVERZICHT

Nadere informatie

9332/15 ADD 3 dep/yen/jg 1 DG D 2A

9332/15 ADD 3 dep/yen/jg 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 5 juni 205 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 203/09 (COD) 9332/5 ADD 3 JUSTCIV 35 FREMP 2 CODEC 793 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 9037/5

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit

WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit WELKOM IN HET EUROPEES PARLEMENT! DG Comm, Visits and Seminars Unit EEN PARLEMENT, DRIE PLAATSEN 2 BELANGRIJKE EU VERDRAGEN 3 1952* Verdrag van Parijs (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) 1958 Verdrag

Nadere informatie

FIAT RADIONAV - Europe. SD 2012

FIAT RADIONAV - Europe. SD 2012 3URGXFWGDWDVKHHW +,*+/,*+76 FIAT RADIONAV - Europe. SD 2012 Beschikbaarheid: 04/2011 Merk Fiat Systeem Instant NAV Onderdeelnummer klant 51900429 Onderdeelnummer NAVTEQ T1000-17913 Dekkingsoverzicht Inclusief

Nadere informatie

Globalisering: gunstig of net niet? Opinie van de Vlaming in EU-context

Globalisering: gunstig of net niet? Opinie van de Vlaming in EU-context Globalisering: gunstig of net niet? Opinie van de Vlaming in EU-context Myriam Vanweddingen 2011/16 D/2011/3241/269 Samenvatting In 2009 hebben bijna twee op de drie Vlamingen een algemene positieve perceptie

Nadere informatie

Basis gegevens tender

Basis gegevens tender Geachte heer / mevrouw, Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid om u te bedanken voor het verkregen vertrouwen. In dit rapport worden de resultaten weergegeven van de hierboven genoemde tender. Uw

Nadere informatie

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Persbericht Auteur: Bertus Buizer, Buizer Advies Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Veredeling en kweek van granen en

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 4 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende de Parlemeter 2013 Directoraat-generaal Communicatie AFDELING ANALYSE VAN DE PUBLIEKE OPINIE Eurobarometer van het Europees Parlement (EB79.5) Brussel, november 2013 EEN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Deel betreffende

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU VIVES BRIEFING 2016/06 Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU Klaas Staal Karlstad Universitet 1 GEVOLGEN VAN BREXIT VOOR DE BESLUITVORMING IN DE EU Klaas Staal INLEIDING Op 23 juni 2016 stemmen

Nadere informatie

EUROBAROMETER CRISIS EN voedselzekerheid

EUROBAROMETER CRISIS EN voedselzekerheid EUROBAROMETER 75.2 CRISIS EN voedselzekerheid Uitgevoerd door TNS Opinion & Social op verzoek van het Europees Parlement Onderzoek gecoördineerd door het directoraat-generaal Voorlichting TNS Opinion &

Nadere informatie