In de ontwerpweergave van een formulier zie je de verschillende secties:

Transcriptie

1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 8 Kopteksten en voetteksten In de ontwerpweergave van een formulier zie je de verschillende secties: De sectie Details is standaard te zien. Bij de meeste formulieren die je maakt is ook de sectie Formulierkoptekst in beeld. De Formuliervoettekst kun je in beeld brengen door deze te vergroten. Een Formulierkoptekst komt alleen op de eerste pagina van het formulier. De Formuliervoettekst alleen op de laatste pagina. Tekst in een formulierkoptekst of voettekst voeg je in via een label. Alleen als het label is geselecteerd kun je de tekst opmaken. Via de knop Omtrek van vorm kun je het kader om het label aanpassen.

2 Als je op elke pagina een koptekst of een voettekst wilt hebben, gebruik je een Paginakoptekst en Paginavoettekst. Deze kun je invoegen via het snelmenu van een sectiebalk: Deze kun je op dezelfde manier invullen en opmaken als de formulierkoptekst en -voettekst. Keuzelijst met invoervak 1 Als je in een formulier een keuzelijst met invoervak gebruikt, kun je in het veld waarin je dit gebruikt, kiezen uit een lijst met beschikbare waarden. Je kunt een keuzelijst met invoervak invoegen via het tabblad Ontwerp, groep Besturingselementen de knop een wizard gestart. (Keuzelijst met invoervak) in. Daarna wordt er In de wizard geef je de tabel en het veld aan waaruit de waarden moeten komen.

3 Als de wizard is voltooid en de opmaak is aangepast, kan het formulier er als volgt uitzien: Achter Uitgever kan in dit formulier de uitgeverij worden gekozen die dit stripboek uitgeeft. Besturingselementen invoegen In de Ontwerpweergave van een formulier voeg je besturingselementen in via het tabblad Ontwerp, groep Besturingselementen of Koptekst/voettekst. Je kunt besturingselementen toevoegen door deze in een sectie van het formulier te slepen, bijvoorbeeld: * Om ergens een naam aan te geven gebruik je een Label ( ). * Je kunt ook een Lijn ( ) in het formulier slepen. * Om bestaande besturingselementen kan een Rechthoek ( ) worden getrokken. Hiermee geef je aan welke besturingselementen bij elkaar horen. * Een Logo ( ) komt standaard in de formulierkoptekst. Je kunt het verplaatsen naar elke gewenste plek. * Datum en tijd ( ) worden standaard in de formulierkoptekst geplaatst. Ook hiervan kun je de opmaak bepalen. * Je kunt een Afbeelding invoegen ( ). De ingevoegde afbeelding zie je bij elk record.

4 Tabvolgorde aanpassen Je kunt de tabvolgorde van een formulier aanpassen. Hiervoor klik je in de Ontwerpweergave, tabblad Ontwerp, groep Extra op. In het venster Tabvolgorde sleep je de velden naar de gewenste plaats: Via de knop AutoVolgorde krijg je automatisch een logische tabvolgorde. Tabbesturingselement gebruiken Je kunt gegevens in een formulier over verschillende tabbladen verdelen. In de ontwerpweergave, tabblad Ontwerp, groep Besturingselementen, sleep je het Tabbesturingselement ( ) naar het formulier. Je verdeelt de velden met knippen en plakken over de twee tabbladen. Je kunt meerdere velden selecteren door een vak om de velden te slepen of door in de liniaal te slepen. De namen van de tabs kun je veranderen via het venster Eigenschappen, tabblad Overige.

5 Formulier maken met subformulier Een formulier met subformulier maak je bijvoorbeeld als je velden uit twee verschillende tabellen wilt gebruiken. Je gebruikt hierbij de Wizard Formulier. Deze kun je starten via het tabblad Maken, groep Formulieren, de knop. Je voegt de gewenste velden van beide tabellen toe. Je geeft in de wizard aan volgens welke tabel je de gegevens wilt weergeven. Je selecteert Formulier met subformulier(en). Als je de wizard hebt voltooid, is het subformulier onder in het formuliervenster te zien: Subformulier Keuzelijst met invoervak 2 Als je in een formulier een keuzelijst met invoervak gebruikt, kun je in het veld waarin je dit gebruikt, kiezen uit een lijst met beschikbare waarden. In de ontwerpweergave voeg je in het tabblad Ontwerpen, groep Besturingselementen de knop (Keuzelijst met invoervak) in. Daarna wordt er een wizard gestart. In de wizard geef je aan dat er een veld moet worden gekozen dat in dezelfde tabel staat. Als je nu een keuze maakt, verschijnen de bijbehorende gegevens in de overige velden.

6 Als de wizard is voltooid en de opmaak is aangepast, kan het formulier er als volgt uitzien: Achter Titel van strip kan in dit formulier de titel worden gekozen. De gegevens van deze strip verschijnen eronder. De sorteervolgorde pas je aan in de ontwerpweergave. Open het Eigenschappenvenster van het veld waarvan je de sorteervolgorde wilt aanpassen. In het tabblad Gegevens klik je achter Rijbron op. Selecteer onder in het venster dat is geopend de sorteervolgorde: Formulier maken met gekoppeld formulier Als je een formulier met velden uit twee verschillende tabellen wilt gebruiken, kun je een formulier met een gekoppeld formulier maken. Je gebruikt hierbij de wizard Formulier. Je voegt de gewenste velden van beide tabellen toe. Tussen de beide tabellen moet een relatie bestaan. Je geeft in de wizard aan volgens welke tabel je de gegevens wilt weergeven. Je selecteert Gekoppelde formulieren.

7 Als je de wizard hebt voltooid, is het gekoppelde formulier te zien als je boven in het venster op de knop klikt: Gekoppeld formulier