Bediening. Symmetra MW II. Parallel systeem met externe statische bypass-schakelaar

Transcriptie

1 ~ ~ Bediening Symmetra MW II Parallel systeem met externe statische bypass-schakelaar

2

3 Inhoudsopgave Overzicht... 1 Navigatiestructuur Navigatiestructuur UPS Navigatiestructuur externe statische bypass-schakelaar Displaysymbolen en -knoppen Navigatiesymbolen Schermsymbolen Knoppen Schakelaars De samenvattingsschermen openen vanaf de UPS Vanaf het scherm UPS Parallel System Vanaf het scherm UPS Summary De samenvattingsschermen openen vanaf de externe statische bypass-schakelaar Het externe display voor de APC Symmetra MW II openen Een externe, webgebaseerde sessie starten Bediening... 9 Werkingsmodi Normale werking Accuwerking Werking met statische bypass Werking met handmatige bypass Bedieningsprocedures Met een gebruikerswachtwoord beveiligde schermen openen.. 11 Overschakelen van normale werking naar werking met handmatige bypass Het systeem opstarten vanuit de werking met handmatige bypass Overschakelen van normale werking naar werking met statische bypass Overschakelen van werking met statische bypass naar normale werking i

4 Configuratie Het systeem configureren Het wachtwoord wijzigen Het scherm Touch-Screen Settings configureren Het scherm Modbus Settings configureren Het scherm Regional Settings configureren De schermen Network Configuration configureren De displayinstellingen configureren Het scherm Battery Test Settings configureren Onderhoud Schermen Predictive Maintenance [Voorspellend onderhoud] De schermen Predictive Maintenance openen Scherm Inverter DC Capacitors Scherm Inverter AC Capacitors Scherm Top Fans Scherm Inverter Fans Scherm Main Static Switch Fans De luchtfilters vervangen Problemen oplossen Soorten alarmen Alarmknop Alarmniveaus Het alarm uitschakelen Actieve alarmen weergeven Het logboek weergeven ii

5 Overzicht Navigatiestructuur Navigatiestructuur UPS Het UPS-display vormt de gebruikersinterface voor het parallelle UPS-systeem en bevindt zich in de besturingssectie. Met dit LCD-aanraakscherm kunt u het systeem configureren en bewaken, en de instellingen wijzigen. Het display genereert ook hoorbare en zichtbare alarmen voor de gebruiker. De schermen op het display zijn hiërarchisch geordend, waarbij het scherm UPS Parallel System [Parallel UPS-systeem] de top van de hiërarchie is. Parallel System UPS Summary Input Summary Bypass Summary Operation Battery Summary Output Summary UPS Start-Up UPS Shutdown User Configuration View Event Log Predictive Maintenance Password Settings Touch-Screen Settings Modbus Settings Regional Settings Network Configuration Display Settings Battery Test MW0636a.cdr N e t w o rk Configuration Staat voor meerdere schermen voor Network Configuration [Netwerkconfiguratie] MW0741a.cdr Navigatiestructuur externe statische bypass-schakelaar Bypass Parallel System Bypass Summary Operation User Configuration View Event Log Password Settings Touch-Screen Settings Modbus Settings Regional Settings Network Configuration Display Settings N e t w o rk Configuration MW0741a.cdr Staat voor meerdere schermen voor Network Configuration [Netwerkconfiguratie] MW0850a.cdr 1

6 Displaysymbolen en -knoppen Navigatiesymbolen Start: ga naar de top van de hiërarchie. Vorige: ga naar het vorige scherm. Help: vraag meer informatie op over het huidige scherm. Bediening: ga naar het scherm Operation [Bediening]. Pagina omhoog: ga naar het vorige scherm over hetzelfde onderwerp (alleen zichtbaar als er meerdere schermen zijn over hetzelfde onderwerp). Wachtwoord afmelden: meld u af bij schermen die met een wachtwoord zijn beveiligd. Systeemuitgang: open de schermen Output Summary [Samenvatting uitgang]. Accu: open de schermen Battery Summary [Samenvatting accu]. Pagina omlaag: ga naar het volgende scherm over hetzelfde onderwerp (alleen zichtbaar als er meerdere schermen zijn over hetzelfde onderwerp). Systeemingang: open de schermen Input Summary [Samenvatting ingang]. Statische schakelaar: open de schermen Bypass Summary [Samenvatting bypass]. Alarmknop: open het scherm Active Alarms [Actieve alarmen]. Schermsymbolen Delta-omvormer Hoofdomvormer Open scheider of schakelaar Gesloten scheider of schakelaar 2

7 Knoppen Schakelaars 1. Knop ON: druk op deze knop om de UPS of de externe statische bypass-schakelaar AAN te zetten. 2. Knop OFF: druk op deze knop om de UPS of de externe statische bypass-schakelaar UIT te zetten. 3. Knop EMO [Emergency Module OFF]: gebruik deze uitschakelknop uitsluitend in noodsituaties. Als u op deze knop drukt, worden alle schakelaars uitgeschakeld en worden de wissel/ gelijkstroomingang en -uitgang van deze sectie geblokkeerd. Houd er rekening mee dat de voeding naar de belasting vanuit de desbetreffende sectie hierdoor mogelijk wordt uitgeschakeld. Q1 Ingangsschakelaar UPS Q5 Statische bypass-ingangsschakelaar Q2 UPS-uitgangsschakelaar (optioneel) Q6 Statische bypass-uitgangsschakelaar (optioneel) Q3 Handmatige bypass-schakelaar Q7 Accuschakelaar 1 Q4 Systeemuitgangsschakelaar (optioneel) Q8 Accuschakelaar 2 Opmerking: bedien een schakelaar alleen als het bijbehorende schakelaarlampje brandt. 3

8 De samenvattingsschermen openen vanaf de UPS Vanaf het scherm UPS Parallel System Het scherm UPS Parallel System [Parallel UPS-systeem] geeft een overzicht van het parallelle systeem en de stroomschakelaars. Het toont de systeemstatus en de stroomdoorvoer door het systeem en geeft toegang tot de samenvattingsschermen van het systeem. Opmerking: deze UPS wordt op het scherm gemarkeerd en de andere UPS-eenheden worden vaag weergegeven. Open de schermen Bypass Summary [Samenvatting bypass] Open de schermen Output Summary [Samenvatting uitgang] Open de schermen Input Summary [Samenvatting ingang] Schermen UPS Summary 4

9 Vanaf het scherm UPS Summary Het scherm UPS Summary [Samenvatting UPS] geeft een overzicht van het actuele UPS-systeem en de stroomschakelaars. Het toont de systeemstatus en de stroomdoorvoer door het systeem en geeft toegang tot de samenvattingsschermen van het systeem en het scherm Operation [Bediening]. Open de schermen Bypass Summary [Samenvatting bypass] Open de schermen Output Summary [Samenvatting uitgang] Open de schermen Input Summary [Samenvatting ingang] Open de schermen Battery Summary [Samenvatting accu] 5

10 De samenvattingsschermen openen vanaf de externe statische bypass-schakelaar Het scherm Bypass Parallel System [Parallel bypass-systeem] geeft een overzicht van het UPS-systeem en de stroomschakelaars. Het toont de systeemstatus en de stroomdoorvoer door het systeem en geeft toegang tot de schermen Bypass Summary [Samenvatting bypass] en het scherm Operation [Bediening]. Het scherm Operation [Bediening] op de externe statische bypass-schakelaar heeft slechts een beperkte functionaliteit ten opzichte van het scherm Operation op de UPS. Open de schermen Bypass Summary [Samenvatting bypass] Open het scherm Operation [Bediening] 6

11 Het externe display voor de APC Symmetra MW II openen U kunt de alleen-lezendisplayschermen via een internetbrowser weergeven door het IP-adres van het Symmetra MW II-display in het adresveld van de browser te typen. Configuratie van de Symmetra MW II of van het display via de externe weergave wordt niet ondersteund. Voor de functie voor externe weergave is Microsoft Internet Explorer 6 SP1 of hoger vereist. Voor het beste resultaat raden we aan om Sun JVM versie 1.4.2_05 of hoger te installeren. Sun JVM is beschikbaar via de website van Sun. De Netscape-browser wordt niet ondersteund. Opmerking: bediening en configuratie zijn alleen mogelijk via de UPS. Opmerking: u kunt het scherm Event Log [Logboek] openen vanuit het scherm Operation [Bediening]. U kunt alleen de laatste 50 gebeurtenissen in het scherm Event Log [Logboek] downloaden. Opmerking: u moet de netwerkinstellingen configureren voordat u de functie voor externe weergave kunt gebruiken. Een externe, webgebaseerde sessie starten Start de externe, webgebaseerde sessie door het IP-adres van de APC Symmetra MW II UPS in te voeren in het adresveld van de browser. Na een paar seconden wordt een nieuw venster geopend met het scherm zoals hiernaast weergegeven. Gebruik de muis om op de knoppen te klikken en andere schermen weer te geven. Sluit het venster of de internetbrowser wanneer u de externe sessie wilt beëindigen. Opmerking: als Remote Display Inactivity Time-out [Time-out inactiviteit externe weergave] in het scherm APC Remote Display Settings [Instellingen APC externe weergave] is ingesteld op Never [Nooit] moet de sessie met externe weergave handmatig worden beëindigd door het scherm te sluiten. Opmerking: er is slechts één externe sessie tegelijk toegestaan. 7

12

13 Bediening Werkingsmodi Normale werking Tijdens normale werking wordt de kritische belasting ondersteund door de omvormers. Als het UPSsysteem in deze modus werkt, wordt op het scherm een stroomdiagram weergegeven. De groene lijn geeft de stroomdoorvoer aan vanaf het elektriciteitsnet, via de UPS-eenheden, naar de belasting. Externe statische bypass-schakelaar Delta-inverter Hoofdinverter Accuwerking Tijdens accuwerking wordt de kritische belasting ondersteund door de omvormers. De hoofdomvomer wordt gevoed door accuspanning, zodat de belasting zonder onderbreking wordt ondersteund. Als het UPS-systeem in accuwerking werkt, wordt op het scherm een stroomdiagram weergegeven. De groene lijn geeft de stroomdoorvoer aan vanaf de accu's, via de hoofdomvormers, naar de belasting. Externe statische bypass-schakelaar Delta-inverter Hoofdinverter 9

14 Werking met statische bypass Tijdens de werking met statische bypass wordt de kritische belasting direct geleverd door het elektriciteitsnet. Op het scherm wordt een stroomdiagram weergegeven. De oranje lijn geeft de stroomdoorvoer door de externe statische bypass-schakelaar naar de belasting aan. Externe statische bypass-schakelaar Delta-inverter Hoofdinverter Werking met handmatige bypass Tijdens de werking met handmatige bypass wordt de kritische belasting direct geleverd door het elektriciteitsnet. Bij een handmatige bypass worden de UPS-eenheden geïsoleerd zodat onderhoudswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Bij een handmatige bypass is er geen back-up van het UPS-systeem naar de belasting. Wanneer het UPS-systeem in deze modus werkt, wordt op het scherm een stroomdiagram weergegeven. De oranje lijn geeft de stroomdoorvoer van het elektriciteitsnet, via de Q3-schakelaar, naar de belasting aan. Externe statische bypass-schakelaar Delta-inverter Hoofdinverter 10

15 Bedieningsprocedures Met een gebruikerswachtwoord beveiligde schermen openen 1. Wanneer u wordt gevraagd om een gebruikerswachtwoord in te voeren, drukt u op het wachtwoordveld om het toetsenbord te activeren. 2. Typ het gebruikerswachtwoord in en druk op ENTER. Tijdens de installatie wordt het gebruikerswachtwoord ingesteld op "apc". Overschakelen van normale werking naar werking met handmatige bypass Opmerking: het scherm UPS Shutdown [Uitschakeling UPS] op deze pagina toont een voorbeeld van een algemene uitschakelprocedure. Voer de volledige uitschakelprocedure uit die wordt getoond op het scherm UPS Shutdown. 1. Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm UPS Parallel System [Parallel UPS-systeem]. 2. Druk op de knop Operation [Bediening] op het scherm UPS Summary [Samenvatting UPS]. 11

16 3. Druk op de knop Shutdown [Uitschakelen]. Druk op het wachtwoordveld en voer het gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het scherm. Sluit af met Enter. 4. Volg de procedure op het scherm die specifiek geldt voor uw systeem. Het systeem opstarten vanuit de werking met handmatige bypass Opmerking: het scherm UPS Startup op deze pagina toont een voorbeeld van een algemene opstartprocedure. Voer de volledige opstartprocedure uit die wordt getoond op het scherm UPS Startup. 1. Sluit de schakelaars Q5 en Q1 op het externe onderhoudsbypasspaneel om de interne voeding in gebruik te nemen. Wacht totdat het display actief wordt. 2. Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm UPS Parallel System [Parallel UPS-systeem]. 12

17 3. Druk op de knop Operation [Bediening] op het scherm UPS Summary [Samenvatting UPS]. 4. Druk op de knop Startup. Druk op het wachtwoordveld en voer het gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het scherm. Sluit af met Enter. 5. Het scherm UPS Startup verschijnt, waarbij de stap Charge DC Capacitors [Condensatoren voor gelijkstroom opladen] gemarkeerd is. Volg de procedure op het scherm die specifiek geldt voor uw systeem. 6. Controleer of de status in de rechterbovenhoek is gewijzigd in Normal. 13

18 Overschakelen van normale werking naar werking met statische bypass 1. Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm UPS Parallel System [Parallel UPS-systeem]. 2. Druk op de knop Operation [Bediening] op het scherm UPS Summary [Samenvatting UPS]. 3. Druk op de knop Online -> Static Bypass [Online - statische bypass]. Druk op het wachtwoordveld en voer het gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het scherm. Sluit af met Enter. 4. Druk op Initiate Transfer [Overschakeling starten]. 5. Controleer of de status in de rechterbovenhoek is gewijzigd in Static bypass. 14

19 Overschakelen van werking met statische bypass naar normale werking 1. Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm UPS Parallel System [Parallel UPS-systeem]. 2. Druk op de knop Operation [Bediening] op het scherm UPS Summary [Samenvatting UPS]. 3. Druk op de knop Static Bypass -> Online [Statische bypass - online]. Druk op het wachtwoordveld en voer het gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het scherm. Sluit af met Enter. 4. Druk op Initiate Transfer [Overschakeling starten]. 5. Controleer of de status in de rechterbovenhoek is gewijzigd in Normal. 15

20

21 Configuratie Het systeem configureren De UPS wordt geconfigureerd via het gedeelte User Configuration [Gebruikersconfiguratie] op het scherm. Dit gedeelte wordt met een wachtwoord beveiligd. Opmerking: tijdens de installatie wordt het gebruikerswachtwoord ingesteld op "apc". 1. Druk op de gemarkeerde UPS. 2. Druk op de knop Operation [Bediening] in de linkerbenedenhoek om het scherm Operation te openen. 3. Druk op de knop User Configuration [Gebruikersconfiguratie] om het scherm User Configuration te openen. 4. Selecteer de parameter die u wilt instellen. 17

22 Het wachtwoord wijzigen 1. Druk op de knop Password Settings [Wachtwoordinstellingen] op het scherm User Configuration [Gebruikersconfiguratie] om het scherm Password Settings te openen. 2. Het gebruikerswachtwoord wijzigen: Druk op het veld Enter current password [Huidige wachtwoord invoeren] en typ het huidige wachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het scherm. Sluit af met Enter. Druk op het veld Enter new password [Nieuw wachtwoord invoeren] en typ het nieuwe wachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het scherm. Sluit af met Enter. Druk op het veld Re-enter new password [Nieuw wachtwoord opnieuw invoeren] en typ het nieuwe wachtwoord nog een keer in. Sluit af met Enter. 3. Druk op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] om de wijzigingsprocedure voor het wachtwoord te voltooien. 18

23 Het scherm Touch-Screen Settings configureren 1. Druk op de knop Touch-Screen Settings [Instellingen aanraakscherm] op het scherm User Configuration [Gebruikersconfiguratie] om het scherm Touch-Screen Settings te openen. 2. De instellingen voor het aanraakscherm wijzigen: Brightness [Helderheid]: plaats uw vinger op de indicator en schuif deze naar links of rechts om de gewenste instelling te kiezen. Contrast: plaats uw vinger op de indicator en schuif deze naar links of rechts om de gewenste instelling te kiezen. Backlight mode [Achtergrondverlichtingsmodus]: selecteer "Always on" [Altijd aan] of "Off after inactivity" [Uit na inactiviteit]. Backlight timeout (minutes) [Time-out achtergrondverlichting (minuten)]: geef aan na hoeveel tijd de achtergrondverlichting moet uitschakelen. Recalibrate Display [Display opnieuw kalibreren]: druk op deze knop om de kalibratie van het scherm te starten. Opmerking: als de achtergrondverlichtingsmodus is ingesteld op "Always on" zal dit de levensduur van het display verkorten. Opmerking: als het display opnieuw moet worden opgestart, kan dit worden gedaan door het display opnieuw te kalibreren. 19

24 Het scherm Modbus Settings configureren Met het scherm Modbus Settings [Instellingen modbus] kunt u het UPS-systeem laten bewaken via een gebouwenbeheersysteem [GBS]. 1. Druk op de knop Modbus Settings [Instellingen modbus] op het scherm User Configuration [Gebruikersconfiguratie] om het scherm Modbus Settings te openen. 2. De modbus-instellingen wijzigen: BMS modbus RTU address [RTU-adres GBS-modbus]: het modbus-adres van het UPS-toestel. Baud rate [Baudsnelheid]: selecteer 9600, 19200, 38400, of Parity [Pariteit]: selecteer None, Odd of Even [Geen, Oneven of Even]. 3. Druk op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] om de wijzigingen te voltooien. Het scherm Regional Settings configureren 1. Druk op de knop Regional Settings [Regionale instellingen] op het scherm User Configuration [Gebruikersconfiguratie] om het scherm Regional Settings te openen. 20

25 2. De regionale instellingen wijzigen: Temperature unit [Maateenheid temperatuur]: selecteer Celsius in 400 V-regio's en Fahrenheit in 480 V-regio's. Date format [Datumindeling]: selecteer de gewenste datumindeling. 3. Druk op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] om de wijzigingen te voltooien. De schermen Network Configuration configureren Alle netwerkinstellingen moeten worden geconfigureerd voordat er netwerkfuncties kunnen worden gebruikt. 1. Druk op de knop Network Configuration [Netwerkconfiguratie] op het scherm User Configuration [Gebruikersconfiguratie] om het scherm Network Configuration te openen. 2. Het scherm Network Settings [Netwerkinstellingen] configureren: Enable network [Netwerk inschakelen]: gebruik dit selectievakje om de UPS op het netwerk aan te sluiten of van het netwerk los te koppelen. IP Settings [IP-instellingen] IP address [IP-adres]: het statische IP-adres. Subnet mask [Subnetmasker]: het subnetmasker van het netwerksegment waarin de UPS zich bevindt. Gateway: de netwerkgateway van het segment waarin de UPS zich bevindt. 21

26 DNS Settings [DNS-instellingen] Primary DNS server [Primaire DNS-server]: het IP-adres van de DNS-server die door de UPS wordt gebruikt (optioneel). Secondary DNS server [Secundaire DNS-server]: het IP-adres van een DNS-server die wordt gebruikt als de primaire server niet beschikbaar is (optioneel). Host Name Settings [Hostnaaminstellingen] Host name [Hostnaam]: de netwerkhostnaam van het systeem. Dit is een unieke identificatie van het systeem in het netwerk. Standaard kunnen letters (a-z en A-Z), cijfers (1-9) en het koppelteken (-) worden gebruikt. Domain name [Domeinnaam]: het DNS-netwerkdomein waarin de UPS zich bevindt. Standaard kunnen letters (a-z en A-Z), cijfers (1-9) en het koppelteken (-) worden gebruikt. SMTP Settings [SMTP-instellingen] From address [Van-adres]: het Van-adres dat wordt gebruikt bij het verzenden van . SMTP server: de SMTP-server die zorgt voor de verzending van berichten. Druk op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] om de wijzigingen te voltooien en selecteer Pagina omlaag om naar het volgende Network Configuration-scherm te gaan. Opmerking: het display moet opnieuw worden opgestart voordat de wijzigingen van de domeinnaam of de DNS-servers merkbaar worden. 3. Het scherm Settings [ instellingen] configureren: Enable [ inschakelen]: selecteer deze optie om het gebruik van berichten in te schakelen. Als u een nieuwe ontvanger wilt toevoegen, drukt u op de knop Add New [Nieuwe toevoegen], typt u het adres in en geeft u de minimale ernst van het alarm op. Alle gegevens worden rood weergegeven totdat u op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] drukt. Om een ontvanger te bewerken of te verwijderen, selecteert u de ontvanger in de lijst met ontvangers en kiest u of u deze wilt bewerken of verwijderen. Apply Changes [Wijzigingen toepassen]: selecteer deze knop nadat alle wijzigingen zijn aangebracht. De gegevens worden rood weergegeven totdat deze knop wordt aangeraakt. Send Test [Test- verzenden]: als u op deze knop drukt, wordt een test- verzonden naar alle geconfigureerde ontvangers. U kunt deze knop gebruiken om de instellingen te controleren. Druk op Pagina omlaag om naar het volgende Network Configuration-scherm te gaan. 22

27 4. Het scherm SNMP Settings [SNMP-instellingen] configureren: De UPS kan worden ingesteld om SNMP-traps te verzenden wanneer een UPS-alarmsituatie optreedt en wanneer de situatie daarna weer normaal wordt. Elke trap bevat een beschrijving van de alarmsituatie. Er kunnen maximaal 10 trap-ontvangers worden ingevoerd. De trap-ontvanger moet beschikken over APC PowerNet MIB (versie of hoger). De meest recente versie van de PowerNet MIB kan worden gedownload via Enable SNMP [SNMP inschakelen]: schakel de SNMP-functionaliteit in door dit selectievakje in te schakelen. Als u een nieuwe trap-ontvanger wilt toevoegen, drukt u op de knop Add New [Nieuwe toevoegen], typt u het adres in en geeft u de minimale ernst van het alarm op. Alle gegevens worden rood weergegeven totdat u op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] drukt. Om een trap-ontvanger te bewerken of te verwijderen, selecteert u de ontvanger in de lijst met ontvangers en kiest u of u deze wilt bewerken of verwijderen. Apply Changes [Wijzigingen toepassen]: selecteer deze knop nadat alle wijzigingen zijn aangebracht. De gegevens worden rood weergegeven totdat op deze knop wordt gedrukt. Send Test SNMP [Test-SNMP verzenden]: als u op deze knop drukt, wordt een test-trap verzonden naar alle geconfigureerde trap-ontvangers. U kunt deze knop gebruiken om de SNMP-instellingen te controleren. Druk op Pagina omlaag om naar het volgende Network Configuration-scherm te gaan. 5. Scherm Remote Monitoring Service [Instellingen voor externe-bewakingsservice] configureren De APC Remote Monitoring Service (RMS) is een professionele APC-service die een veilige bewaking van de netwerkkritische fysieke infrastructuur (NCPI Network-Critical Physical Infrastructure) biedt vanuit een extern 24 7-controlecentrum. Er wordt op gebeurtenissen gereageerd op basis van een vooraf gedefinieerde escalatieprocedure. Bezoek als u meer wilt weten over deze service. De APC Remote Monitoring Service gebruikt het HTTP-protocol om informatie te verzenden naar de eigen database. Als een proxyserver wordt gebruikt om verbinding te maken met het internet moeten de vereiste instellingen voor de proxyserverpoort worden opgegeven (een proxyserver fungeert als een agent tussen een werkstation of een ander apparaat in een netwerk en het internet en regelt de beveiliging, administratieve controle en caching). 23

28 Opmerking: de APC Remote Monitoring Service (RMS) zal pas worden geactiveerd nadat contact is opgenomen met het RMS-team. De contactgegevens zijn te vinden op Enable APC RMS [APC RMS inschakelen]: schakel dit selectievakje in om de service te activeren. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt regelmatig informatie over de UPS verzonden naar de APC Remote Monitoring Service. Use Proxy [Proxy gebruiken]: schakel dit selectievakje in als een HTTP-proxyserver wordt gebruikt om verbinding te maken met het internet. Proxy server address [Adres proxyserver]: voer het volledige IP-adres of de volledige domeinnaam voor de proxyserver in. Neem contact op met de netwerkbeheerder als u het serveradres of het poortnummer niet weet. Proxy server port [Poort proxyserver]: voer het poortnummer van de proxyserver in. Use authentication [Authenticatie gebruiken]: schakel dit selectievakje in als voor de proxyserver aanmelding wordt vereist. Geef vervolgens een gebruikersnaam en een wachtwoord voor de proxyserver op. Druk op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] om de wijzigingen te voltooien en selecteer Pagina omlaag om naar het volgende Network Configuration-scherm te gaan. 6. Het scherm APC ISX Settings [Instellingen voor APC ISX] configureren: Enable ISX discovery [Detectie door ISX inschakelen]: schakel dit selectievakje in om ervoor te zorgen dat de APC ISX Manager of ISX Central uw Symmetra MW II detecteert. Read/Write Community name [Groepsnaam lezen/schrijven]: geef een geldige groepsnaam op. Deze wordt automatisch ingesteld op "public" [Openbaar] Om te kunnen worden gedetecteerd, moet de naam identiek zijn aan de naam die is ingesteld op het ISX-apparaat. System name [Systeemnaam] (optioneel). System Location [Systeemlocatie] (optioneel). System Contact [Systeemcontactpersoon] (optioneel). FTP User name [FTP-gebruikersnaam]. Om te kunnen worden gedetecteerd, moet de naam identiek zijn aan de naam die is ingesteld op het ISX-apparaat. FTP Password [FTP-wachtwoord]. Om te kunnen worden gedetecteerd, moet het wachtwoord identiek zijn aan het wachtwoord dat is ingesteld op het ISX-apparaat. Druk op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] om de wijzigingen te voltooien. 24

29 7. Het scherm Remote Display Settings [Instellingen externe weergave] configureren: Enable Remote Display [Externe weergave inschakelen]: schakel dit selectievakje in om sessies met externe weergave mogelijk te maken. Remote Display Inactivity Time-out [Timeout inactiviteit externe weergave]: stel de gewenste time-outtijd (5, 10, 15, 30 minuten of nooit) voor externe weergave in. Als Never [Nooit] is geselecteerd, zal de sessie met externe weergave niet automatisch worden beëindigd, maar moet deze handmatig worden afgebroken. Druk op Apply Changes [Wijzigingen toepassen] om de wijzigingen te voltooien. De displayinstellingen configureren 1. Druk op de knop Display Settings [Displayinstellingen] op het scherm User Configuration [Gebruikersconfiguratie] om het scherm Display Settings te openen. 2. De displayinstellingen wijzigen: Enable APC Q breaker prefix [Prefix APC Q-schakelaar inschakelen]: gebruik dit selectievakje om het gebruik van de APC Q-schakelaarprefix in of uit te schakelen. Enable audible alarms [Hoorbare alarmen inschakelen]: gebruik dit selectievakje om het gebruik van de hoorbare alarmen in of uit te schakelen. 25

30 Het scherm Battery Test Settings configureren 1. Druk op de knop Battery Test Settings [Instellingen accutest] op het scherm User Configuration [Gebruikersconfiguratie] om het scherm Battery Test Settings te openen. 2. De instellingen voor de accutest wijzigen. Vanuit het scherm Battery Test Settings [Instellingen accutest] kunt u twee verschillende accutests uitvoeren en kunt u de accubewaking terugzetten naar de standaardinstelling. Battery monitor test [Accubewakingstest]: als u de instelling True [Waar] selecteert, zal automatisch een accubewakingstest worden uitgevoerd op basis van de accutestopties die zijn geconfigureerd door de servicetechnicus. Battery capacity test [Accuvermogentest]: als u de instelling True [Waar] selecteert, worden de accu's ontladen totdat een lage accuspanning is bereikt. Deze test kan alleen handmatig worden uitgevoerd. De test wordt gebruikt om een acculaadcyclus te doorlopen om de back-uptijd te kalibreren met de huidige belasting terwijl de accumodules zijn geïnstalleerd. Battery monitor reset [Accubewaking resetten]: als een accu het niet goed doet of als er een ander accuprobleem is, gebruikt u deze knop om de accubewaking opnieuw in te stellen. 26

31 Onderhoud Schermen Predictive Maintenance [Voorspellend onderhoud] In de schermen Predictive Maintenance [Voorspellend onderhoud] worden de belastingsstatus en de verwachte resterende levensduur van de kritische componenten van het Symmetra MW UPS-systeem weergegeven. Waarschuwing: alleen door APC opgeleid personeel dat vertrouwd is met de constructie en werking van de apparatuur en met de elektrische en mechanische risico s, mag systeemonderdelen installeren of verwijderen. De schermen Predictive Maintenance openen 1. Druk op de knop Operation [Bediening] in de linkerbenedenhoek om het scherm Operation te openen. 2. Druk op de knop Predictive Maintenance [Voorspellend onderhoud] om het scherm Predictive Maintenance te openen. Scherm Inverter DC Capacitors In het scherm Inverter DC Capacitors [Omvormergelijkstroomcondensatoren] worden de status en de verwachte resterende levensduur van de omvormergelijkstroomcondensatoren weergegeven. U kunt de gegevens sorteren door op een van de kolomlabels te drukken. Stress Status [Belastingsstatus]: geeft de actuele status van de omvormergelijkstroomcondensatoren weer. Dit zijn de mogelijke waarden: Normal [Normaal] (groen weergegeven) Stressed [Belast] (geel weergegeven) Major Stress [Zwaar belast] (rood weergegeven) ERL (months) [Verwachte resterende levensduur (maanden)]: geeft de verwachte resterende levensduur van een bepaalde component weer. 27

32 Scherm Inverter AC Capacitors In het scherm Inverter AC Capacitors [Omvormerwisselstroomcondensatoren] worden de actuele status en de verwachte resterende levensduur van de omvormerwisselstroomcondensatoren weergegeven. U kunt de gegevens sorteren door op een van de kolomlabels te drukken. Stress Status [Belastingsstatus]: geeft de actuele status van de omvormerwisselstroomcondensatoren weer. Dit zijn de mogelijke waarden: Normal [Normaal] (groen weergegeven) Stressed [Belast] (geel weergegeven) Major Stress [Zwaar belast] (rood weergegeven) ERL (months) [Verwachte resterende levensduur (maanden)]: geeft de verwachte resterende levensduur van een bepaalde component weer. Scherm Top Fans In het scherm Top Fans [Bovenste ventilatoren] worden de actuele status en de verwachte resterende levensduur van de bovenste ventilatoren weergegeven. U kunt de gegevens sorteren door op een van de kolomlabels te drukken. Stress Status [Belastingsstatus]: geeft de actuele status van de bovenste ventilatoren weer. Dit zijn de mogelijke waarden: Normal [Normaal] (groen weergegeven) Stressed [Belast] (geel weergegeven) Major Stress [Zwaar belast] (rood weergegeven) ERL (months) [Verwachte resterende levensduur (maanden)]: geeft de verwachte resterende levensduur van een bepaalde component weer. 28

33 Scherm Inverter Fans In het scherm Inverter Fans [Omvormerventilatoren] worden de actuele status en de verwachte resterende levensduur van de omvormerventilatoren weergegeven. U kunt de gegevens sorteren door op een van de kolomlabels te drukken. Stress Status [Belastingsstatus]: geeft de actuele status van de omvormerventilatoren weer. Dit zijn de mogelijke waarden: Normal [Normaal] (groen weergegeven) Stressed [Belast] (geel weergegeven) Major Stress [Zwaar belast] (rood weergegeven) ERL (months) [Verwachte resterende levensduur (maanden)]: geeft de verwachte resterende levensduur van een bepaalde component weer. Scherm Main Static Switch Fans In het scherm Main Static Switch Fans [Ventilatoren statische hoofdschakelaar] worden de actuele status en de verwachte resterende levensduur van de ventilatoren van de statische hoofdschakelaar weergegeven. U kunt de gegevens sorteren door op een van de kolomlabels te drukken. Stress Status [Belastingsstatus]: geeft de status van de ventilatoren van de statische hoofdschakelaar weer. Dit zijn de mogelijke waarden: Normal [Normaal] (groen weergegeven) Stressed [Belast] (geel weergegeven) Major Stress [Zwaar belast] (rood weergegeven) ERL (months) [Verwachte resterende levensduur (maanden)]: geeft de verwachte resterende levensduur van een bepaalde component weer. 29

34 De luchtfilters vervangen Controleer de luchtfilters regelmatig (elke 3 maanden onder normale bedrijfsomstandigheden) op verzameld stof op het oppervlak tegenover de afwerkingspanelen. Vervang alle filters tegelijkertijd. 1. Trek het onderste deel van het bovenste afwerkingspaneel weg van de UPS. 2. Til het afwerkingspaneel van het spanningsloze voorpaneel en verwijder dit. 3. Herhaal deze procedure tot alle panelen in één kolom zijn verwijderd. Gebruik dezelfde procedure voor de volgende kolom panelen, totdat alle panelen zijn verwijderd uit het UPS-systeem. Opmerking: onthoud hoe het luchtfilter is geplaatst. 4. Verwijder de luchtfilters en plaats de nieuwe filters. 5. Breng de afwerkingspanelen in omgekeerde volgorde weer aan. 30

35 Problemen oplossen Soorten alarmen Wanneer zich een alarmsituatie voordoet, verandert de kleur van de balk boven in het scherm van blauw in rood en wordt boven in het scherm het alarmsymbool weergegeven. Alarmknop Alarmniveaus Er zijn drie alarmniveaus. Als u de alarmknop aanraakt, verschijnt het scherm Active Alarms waarin alle actieve alarmen worden weergegeven en waarin wordt aangegeven hoe u op elk alarm moet reageren. Als u het alarmsymbool of een andere displayknop aanraakt, wordt het alarm automatisch uitgeschakeld. Info. Informatief alarm. Geen onmiddellijke actie vereist. Controleer de oorzaak van het alarm bij het volgende onderhoudsbezoek. Warning [Waarschuwing]. Waarschuwingsalarm. Voorbeeld: het UPS-systeem kan zijn overgeschakeld naar bypass. De belasting wordt nog steeds ondersteund, maar er moet actie worden ondernomen. Bel de technische ondersteuning. Het gebied rechtsboven in het scherm wordt afwisselend blauw en rood weergegeven. Severe [Ernstig]. Ernstig alarm. Onderneem direct actie. Bel de technische ondersteuning. Het rode gebied boven in het scherm wordt afwisselend blauw en rood weergegeven. Het alarm uitschakelen Raak de knop Alarm of een andere displayknop aan om het alarm uit te schakelen. 31

36 Actieve alarmen weergeven 1. Druk op het rode, driehoekige alarmsymbool om actieve alarmen weer te geven. 2. Alleen actieve alarmen zullen in deze lijst worden weergegeven. Eerdere alarmen zijn opgeslagen in het logboek, dat gedetailleerde gegevens bevat over de laatste 1024 gebeurtenissen. Druk op de knop Event Log [Logboek] om naar het logboek te gaan. Opmerking: het scherm Active Alarms [Actieve alarmen] bevat tevens een aanbeveling voor een actie waarmee het betreffende probleem kan worden opgelost. Het logboek weergeven Het logboek kan worden geopend door op de knop Event Log in het scherm Active Alarms te drukken (zie "Actieve alarmen weergeven" op pagina 32) of door onderstaande procedure te volgen: 1. Druk op de gemarkeerde UPS. 2. Druk op de knop Operation [Bediening] in de linkerbenedenhoek om het scherm Operation te openen. 32

37 1. Druk op de knop Event Log [Logboek] om het logboek te openen. Het scherm Event Log [Logboek] bevat gedetailleerde gegevens over de laatste 1024 gebeurtenissen. Deze informatie omvat wijzigingen van de werkingsmodus, systeemalarmen enz. De kolom Param (Parameter) wordt gebruikt om een gebeurtenis te koppelen aan een specifieke component. Wanneer er gegevens zijn die relevant zijn voor een bepaalde gebeurtenis, zullen deze worden weergegeven in de kolom Data, bijvoorbeeld als een drempelwaarde voor de temperatuur is overschreden, kan de actuele temperatuur op het moment dat de gebeurtenis plaatsvond, worden weergegeven. Refresh [Vernieuwen]: druk op de knop Refresh om het logboek bij te werken. Stop (alleen zichtbaar tijdens het bijwerken): druk op deze knop om het downloaden van het logboek tussentijds te stoppen. Deze knop is nuttig wanneer u enkel de meest recente gebeurtenissen wilt zien. Event Log [Logboek en]: druk op deze knop om het logboek via te verzenden naar een bepaald adres. Voer het adres in en druk op de knop Send [Verzenden]. Opmerking: de netwerkinstellingen en instellingen moeten zijn ingeschakeld en juist zijn geconfigureerd voordat het logboek per kan worden verzonden. 33

38

39

40 Wereldwijde klantenondersteuning van APC Klantenondersteuning voor dit APC-product of voor andere producten van APC is als volgt gratis beschikbaar: Bezoek de website van APC om in de APC-kennisbank documenten te bekijken en om vragen voor te leggen aan de klantenondersteuning. (hoofdkantoor) Ga naar de gelokaliseerde websites van APC voor specifieke landen; elke website geeft informatie over klantenondersteuning. Wereldwijde ondersteuning met de APC-kennisbank en ondersteuning via het internet (e-ondersteuning). Neem telefonisch of via contact op met een centrum voor klantenondersteuning van APC. Voor lokale, landspecifieke centra: ga naar voor contactinformatie. Neem contact op met de vertegenwoordiger of andere distributeur van APC bij wie u uw APC-product hebt gekocht, voor meer informatie over de manier waarop u plaatselijk klantenondersteuning krijgt. Volledige inhoud copyright 2009 American Power Conversion Corporation. Alle rechten voorbehouden. Gedeeltelijke of integrale reproductie zonder toestemming is verboden. APC, het APC-logo en Symmetra zijn handelsmerken van American Power Conversion Corporation. Alle andere handelsmerken, productnamen en bedrijfsnamen zijn eigendom van de respectievelijke eigenaren en worden alleen gebruikt voor informatieve doeleinden C-022 * C-022* 4/2009