Obstructie-icterus na galwegchirurgie: een benigne strictuur of niet?
|
|
- Hans van der Zee
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 the transition from enteral feeding to oral feeding it was possible to lower the dose of acenocoumarol. The need for a higher dose was probably due to enhanced binding of the proteins in the enteral feeding. The patient was admitted to a nursing home. The combination of acenocoumarol and enteral feeding occurs frequently in patients being rehabilitated. It is important to monitor the blood-dilution when starting and stopping enteral feeding. literatuur 1 Swart CW, Mulder H. Verrijkt met interacties. Pharm Weekbl 2002;137: Gimmon Z. Oral anticoagulant therapy in patients who require nutritional support. JPEN J Parenter Enteral Nutr 1987;11: Kearns jr PJ, O Reilly RA. Bioavailability of warfarin in a patient with severe short bowel syndrome. JPEN J Parenter Enteral Nutr 1986;10: Streif W, Andrew M, Marzinotto V, Massicotte P, Chan AK, Julian JA, et al. Analysis of warfarin therapy in pediatric patients. A prospective cohort study of 319 patients. Blood 1999;94: Parr MD, Record KE, Griffith GL, Zeok JV, Todd EP. Effect of enteral nutrition on warfarin therapy. Clin Pharm 1982;1: Kutsop JJ. Vitamin K1 content of enteral products. Am J Hosp Pharm 1983;40: Landau J, Moulda RF. Warfarin resistance caused by vitamin K in intestinal feeds. Med J Aust 1982;2: Watson AJ, Pegg M, Green JR. Enteral feeds may antagonise warfarin. Br Med J (Clin Res Ed) 1984;288: Martin JE, Lutomski DM. Warfarin resistance and enteral feedings. JPEN J Parenter Enteral Nutr 1989;13: Au Yeung SC, Ensom MH. Phenytoin and enteral feedings: does evidence support an interaction? Ann Pharmacother 2000;34: Kuhn TA, Garnett WR, Wells BK, Karnes HT. Recovery of warfarin from an enteral nutrient formula. Am J Hosp Pharm 1989;46: Penrod LE, Allen JB, Cabacungan LR. Warfarin resistance and enteral feedings: 2 case reports and a supporting in vitro study. Arch Phys Med Rehabil 2001;82: Aanvaard op 4 februari 2004 Casuïstische mededelingen Obstructie-icterus na galwegchirurgie: een benigne strictuur of niet? s.a.g.meylaerts, t.m.van gulik, e.a.j.rauws en d.j.gouma Wanneer icterus optreedt na een operatie aan het galwegsysteem, is obstructie de waarschijnlijkste oorzaak. Na een laparoscopische cholecystectomie in verband met galsteenlijden komt deze complicatie in de vroeg postoperatieve fase bij 0,5-1% van de patiënten voor. 1 De oorzaak is een letsel aan het galwegsysteem door het plaatsen van clips over de ductus choledochus, of het doornemen van deze structuur. Andere operaties aan de ductus choledochus worden veelal uitgevoerd wegens benigne stenosen van de galwegen, galwegtumoren of bij tumoren in de pancreaskopregio. In deze laatste drie gevallen wordt meestal een nieuwe verbinding gemaakt tussen de galweg en de dunne darm. Deze biliodigestieve anastomose, een hepaticojejunostomie of choledochojejunostomie, gaat gepaard met een hoger risico (9,2%) voor obstructie-icterus (vooral op lange termijn, dat wil zeggen 1-3 jaar na operatie) dan na een laparoscopische cholecystectomie. 2 Evaluatie en behandeling van een obstructie na voorgaande chirurgie vinden tegenwoordig plaats door magnetische-resonantiecholangiografie (MRCP) of direct door endoscopische retrograde cholangiografie (ERC) of percutane transhepatische cholangiografie (PTC). Dilatatie van de stenose of het plaatsen van een stent in de stenose en het eventueel verwijderen van stenen Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam. Afd. Chirurgie: hr.dr.s.a.g.meylaerts, assistent-geneeskundige; hr. prof.dr.t.m.van Gulik en hr.prof.dr.d.j.gouma, chirurgen. Afd. Gastro-enterologie: hr.dr.e.a.j.rauws, gastro-enteroloog. Correspondentieadres: hr.prof.dr.d.j.gouma (d.j.gouma@amc.uva.nl). samenvatting Bij 3 patiënten, 2 vrouwen van 44 en 60 jaar en een 62-jarige man, ontstond obstructie-icterus, respectievelijk 17 jaar na choledochojejunostomie wegens een gecompliceerde cholecystectomie, 8 jaar na hepatojejunostomie, volgend op verwijdering van een choledochuscyste, en 1 jaar na laparoscopische cholecystectomie. Bij alle 3 patiënten werd percutaan of endoscopisch een stent geplaatst, maar de obstructie recidiveerde een aantal malen. Beeldvormende technieken en pathologisch onderzoek van endoscopisch verkregen borstelbiopten leverden geen aanwijzing voor maligniteit. Bij exploratieve laparotomie hadden alle 3 patiënten een tumor, waarvan 2 maligne waren. Als obstructie-icterus ontstaat na een operatie aan de galwegen wegens een benigne afwijking, is een benigne stenose de waarschijnlijkste oorzaak. Percutane of endoscopische stentplaatsing is de behandeling van eerste keus. In geval van onverwacht of herhaald stentfalen kan er een maligniteit zijn. Indien geen diagnose gesteld kan worden op basis van beeldvormend of pathologisch onderzoek, kan een explorerende operatie uitkomst bieden. proximaal van de anastomose kunnen zo plaatsvinden en de klachten bij 50-75% van de patiënten opheffen op de lange termijn. 1 3 Restenosering treedt in 0-20% van de gevallen op na het eerste jaar. 1 De bovengenoemde stenosen na galblaasresecties of operaties aan het galwegsysteem zijn in bijna alle gevallen een benigne stenose van de extrahepatische galwegen, dan wel van de nieuwe verbinding tussen galweg en darm. Dit verklaart het meestal pragmatische beleid van dilatatie en stentbehandeling. Dat men bedacht moet blijven op het bestaan van een maligne stenosering en dat bovengenoemd beleid tot uitstel van de diagnose Ned Tijdschr Geneeskd juni;148(23) 1157
2 kan leiden, illustreren wij door middel van drie ziektegeschiedenissen. ziektegeschiedenissen Patiënt A, een 44-jarige vrouw, werd naar ons ziekenhuis verwezen wegens obstructie-icterus en cholangitis. Zij had 17 jaar tevoren een open cholecystectomie ondergaan in verband met galsteenlijden. Aangezien tijdens de operatie een verdikking van de ductus hepaticus communis was gezien, was een exploratie van de galwegen verricht en een choledochoduodenostomie uitgevoerd. Biopsie van de proximale ductus hepaticus liet destijds fibrose en musculaire hyperplasie zien. Sinds deze operatie hield de patiënte pijn in epigastrio, die initieel intermitterend was. Recent namen deze klachten toe in ernst, en gingen deze gepaard met tekenen van cholangitis (koorts, koude rillingen, geelzucht en moeheid). Evaluatie door middel van endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie (ERCP) liet een goed doorgankelijke choledochoduodenostomie zien met een strictuur proximaal van de anastomose doorlopend in de rechter en linker ductus hepaticus (figuur 1). Stents werden geplaatst voor drainage van het biliaire systeem en cytologisch onderzoek van een borstelbiopt liet alleen inflammatoire veranderingen zien zonder aanwijzingen voor maligniteit. Twee maanden later volgde een stentwissel wegens recidiefcholangitis. Een CT-scan toonde een tumor van 1,5 cm in de leverhilus, zonder aanwijzingen voor invasie van de V. portae hepatis of A. hepatica communis. Een stenose op basis van een proximale galwegtumor werd verondersteld. Bij chirurgische exploratie van de leverhilus werd de diagnose granulosaceltumor gesteld door middel van een biopsie en vriescoupe. Een lokale resectie met reconstructie door middel van hepaticojejunostomie op de rechter en linker ductus hepaticus volgde, en het postoperatieve beloop was ongestoord. Bij controle een jaar na operatie waren er geen aanwijzingen voor recidief dan wel cholangitis. Opvallend in deze ziektegeschiedenis is dat bij oesofagoscopie elders, 5 jaar na de cholecystectomie, multipele afwijkingen waren gezien in de oesofagus. Bij histopathologisch onderzoek van de afwijkingen bleek aldaar een granulosaceltumor te zijn gediagnosticeerd. Controle-endoscopieën van de oesofagus lieten destijds geen progressie zien van deze afwijkingen en een expectatief beleid werd gevoerd. Patiënt B, een 62-jarige man, werd verwezen wegens icterus. Een jaar voordien was een laparoscopische cholecystectomie verricht in een ziekenhuis elders, die ongecompliceerd was verlopen. Bij ERCP werd in het midcholedochustraject een regelmatige stenose gezien, ter plaatse van vele clips in de regio van de cysticusstomp (figuur 2a). Een ischemische strictuur, vermoedelijk op basis van uitgebreide dissectie rondom de ductus choledochus, werd vermoed. Een dilatatie werd verricht (zie figuur 2b) en een 2-tal stents achtergelaten in de ductus hepaticus communis. 5 maanden later werden de stents electief verwisseld voor 3 nieuwe stents, en dezelfde stenose werd beschreven. In verband met tekenen van cholangitis werd nog 5 maal een ERCP verricht in een tijdsbestek van 2 maanden, en werden stents gewisseld. Een borstelbiopt van de galwegen gaf geen aanwijzingen voor maligniteit. Tenslotte werd patiënt verwezen naar de afdeling Chirurgie met het verzoek om een biliodigestieve anastomose aan te leggen wegens de persisterende strictuur. Bij exploratie van de ductus choledochus zagen wij een verdachte stenose in het eerder beschreven gebied en vriescoupeonderzoek bevestigde de diagnose adenocarcinoom. De operatie werd beëindigd wegens doorgroei van het proces in de V. portae hepatis. De patiënt werd voor het irresectabel cholangiocarcinoom behandeld met een stent en radiotherapie. Patiënt C, een 60-jarige vrouw, had op 44-jarige leeftijd elders een resectie ondergaan van een choledochuscyste met choledochoduodenostomie. Een jaar later werd een hepaticojejunostomie aangelegd wegens recidiverende cholangitiden bij een gestenoseerde anastomose. Vanaf haar 52e begon voor de patiënte wederom een periode met recidiverende cholangitiden. Meerdere malen werd hiervoor elders een uitwendige PTCdrain in het rechter galwegsysteem geplaatst, na dilatatie van stenosen in de rechter hepaticojejunostomieregio. In verband ductus hepaticus dexter sinister stenose choledochoduodenostomie figuur 1. Patiënt A: bij endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie (ERCP) is een stenose te zien proximaal van de choledochoduodenostomie, oplopend in de linker en rechter ductus hepaticus Ned Tijdschr Geneeskd juni;148(23)
3 a b clips stenose ductus hepaticus communis stents figuur 2. Patiënt B: beeld bij endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie (ERCP): (a) regelmatige stenose ter plaatse van vele clips bij de cysticusstomp; (b) tijdens ballondilatatie van de stenose. met galwegstenen proximaal van de strictuur werd extracorpele schokgolflithotripsie verricht. Op haar 57e werd patiënte naar ons centrum verwezen voor verdere evaluatie van de recidiverende cholangitiden. Patiënte werd dat jaar meerdere malen behandeld voor stenosen van het linker en rechter galwegsysteem door middel van drainage en dilatatie met PTC (figuur 3). Ook steenextracties uit het linker systeem werden uitgevoerd. Daarop was patiënte 2 jaar klachtenvrij. Vervolgens meldde zij zich wederom met het beeld van een cholangitis en werd met PTC een stenose van het rechter en linker systeem gevisualiseerd en behandeld met stents. Nu was het resultaat matig, zodat deze stents in de daaropvolgende maanden meerdere malen werden gewisseld wegens obstructie door concrementen en galsediment ( sludge ). Bij de laatste PCT bleek de strictuur toegenomen. Uiteindelijk werd in multidisciplinair overleg besloten een chirurgische revisie te verrichten. Bij exploratie bestond er veel fibrose ter plaatse van de bifurcatie, waarvan de achterzijde nog aanwezig was (waarschijnlijk een deel van de choledochuscyste). Bij vriescoupeonderzoek bleek er een adenocarcinoom te bestaan en er werd een lokale resectie verricht van de linker en rechter ductus hepaticus. Vervolgens werd een reconstructie uitgevoerd via hepaticojejunostomie. Bij histopathologisch onderzoek bleek dat de resectie niet radicaal was. Daarop onderging patiënte radiotherapie. beschouwing Deze drie ziektegeschiedenissen laten zien dat obstructie-icterus na galwegchirurgie niet altijd het gevolg is van een stenose op basis van fibrose of ontsteking, maar dat in sommige gevallen een benigne of maligne tumor de oorzaak is. Wanneer percutane of endoscopische interventies onbegrepen vaak nodig zijn om restenosering op te heffen, moet men hierop bedacht zijn, zeker indien aanvullende beeldvorming geen uitsluitsel kan bieden over een eventuele maligniteit. Het blijft natuurlijk de vraag wanneer een exploratie gerechtvaardigd is voor het zeker stellen van de diagnose. Een stenose veroorzaakt door een maligne proces na voorgaande galwegchirurgie in verband met benigne aandoeningen komt voor in ongeveer 5,5% van de gevallen na ruim 10 jaar follow-up. 4 Ook na een sfincteroplastiek is deze complicatie beschreven. 5 Chronische of Ned Tijdschr Geneeskd juni;148(23) 1159
4 obstructie in ductus hepaticus dexter sinister retrograde drain rechter en linker antegrade PTC-drain figuur 3. Patiënt C: drainage door middel van percutane transhepatische cholangiografie van het linker en rechter galwegsysteem bij obstructie ter plaatse van de bifurcatie. intermitterende cholangitis zou een etiologische factor kunnen zijn. Ook reflux van darminhoud in de galwegen zou epitheliale metaplasie kunnen veroorzaken en zo leiden tot maligne transformatie. 6 Wanneer na een laparoscopische cholecystectomie obstructie-icterus optreedt, is er een aantal oorzaken. Het plaatsen van clips over partiële of gehele ductus choledochus kan op korte termijn obstructie veroorzaken. Hetzelfde geldt wanneer de ductus in zijn geheel wordt doorgenomen. Uitgebreide dissectie rond de ductus choledochus ten behoeve van het vrij prepareren van de ductus cysticus kan ischemie veroorzaken door beschadiging van de voedende arteriën van de ductus choledochus. Deze ischemische stenosen kunnen zelfs jaren na de operatie nog optreden. 7 Bij patiënt B was dit de werkdiagnose. Initieel waren er geen aanwijzingen voor maligniteit, gezien de beschreven regelmatige stenose en het negatief cytologisch onderzoek van het borstelbiopt. Hoewel niet met zekerheid kan worden uitgesloten dat het cholangiocarcinoom al aanwezig was tijdens de laparoscopische cholecystectomie, maakt het ziektevrije interval van 1 jaar dit wel onwaarschijnlijk. Ook na een open cholecystectomie en choledochusexploratie, zoals bij patiënt A, moet men rekening houden met een (ischemische) stenose. De uiteindelijke diagnose granulosaceltumor bij deze patiënte was verrassend. Tot nu toe zijn in de literatuur slechts 56 patiënten met deze aandoening van het galwegsysteem beschreven. Deze benigne tumor, die veelal voorkomt bij jonge negroïde vrouwen, is vrijwel altijd gelokaliseerd in de huid of subcutis en wordt verondersteld voort te komen uit de Schwann-cellen. Maligne ontaarding is alleen beschreven in deze lokalisaties, maar nooit in de galwegen. 8 Preoperatieve beeldvorming kan niet onderscheiden tussen deze aandoening en cholangiocarcinoom, scleroserende cholangitis en andere benigne biliaire tumoren. Excisie met een tumorvrije marge is de therapie van keuze en geeft een goede prognose. Beeldvormende diagnostiek zoals ERCP, PTC en CT heeft zeker in de beginfase bij de 3 patiënten geen juiste diagnose kunnen opleveren. Het is bekend van proximale galwegtumoren dat fout-positieve tests in 15% van de gevallen voorkomen. In een studie van 132 patiënten bij wie een cholangiocarcinoom werd vermoed, betroffen de fout-positieve afwijkingen fibrose, ontsteking, primair scleroserende cholangitis en granulosaceltumoren. 9 Ook de uitslag van het cytologisch onderzoek van het borstelbiopt was bij twee patiënten fout-negatief. Dit is niet verwonderlijk, aangezien de sensitiviteit van een dergelijk onderzoek bij een galwegstenose op basis van een maligniteit maar 36% bedraagt. 10 Wanneer dat gecombineerd wordt met analyse van K-ras-mutaties of p53-immunocytologie, bedraagt deze sensitiviteit respectievelijk 62 en 46% Door een te hoog percentage fout-negatieve uitslagen kan het beleid niet afgestemd worden op deze diagnostische tests. Wellicht had volledige informatie bij twee van de drie patiënten ons eerder op het spoor kunnen brengen van een tumor in het galwegsysteem. Wanneer, in retrospectie, bij patiënt C duidelijk was dat de initiële resectie van de cyste niet volledig was, zou waarschijnlijk eerder besloten zijn tot een exploratieve laparotomie. Het lifetime -risico op het ontstaan van een cholangiocarcinoom bij choledochuscysten bedraagt 17% en neemt toe na interne drainage van de galwegen. 12 Ook bij patiënt A had een nauwkeurige anamnese wellicht het vóórkomen van granulosaceltumoren in de oesofagus eerder aan het licht kunnen brengen. Het verband met de recidiverende galwegstenose was dan wellicht eerder gelegd en wellicht was dan eerder besloten tot chirurgische exploratie. conclusie Wanneer obstructie-icterus ontstaat na operaties aan het galwegsysteem, is een benigne stenose het waarschijnlijkst. De behandeling geschiedt bij voorkeur door middel van ERC- dan wel PTC-geleide dilatatie en/of stentplaatsing, en is meestal succesvol. Indien frequente behandelingen nodig zijn voor het opheffen van deze 1160 Ned Tijdschr Geneeskd juni;148(23)
5 stenosen, is aanvullende diagnostiek geïndiceerd. Hierbij kunnen CT en cytologisch onderzoek van een borstelbiopt van de afwijking duidelijkheid scheppen over de aard van de stenose. Deze onderzoeken kunnen een maligniteit niet uitsluiten gezien het frequent vóórkomen van fout-negatieve uitslagen, zoals ook geïllustreerd bij onze drie patiënten. Indien er twijfel bestaat over de aard van de stenose, is een chirurgische exploratie gerechtvaardigd. Prof.dr.J.S.Laméris en dr.o.t.van Delden, interventieradiologen, participeerden in diagnostiek en behandeling bij de beschreven patiënten. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. abstract Obstructive jaundice after surgery of the biliary tract, is it a benign lesion? Obstructive jaundice occurred in 3 patients, 2 women, aged 44 and 60 years, and one man aged 62 years: 17 years after choledochojejunostomy following a complicated cholecystectomy, 8 years after hepatojejunostomy following choledochal cyst removal, and 1 year after laparoscopic cholecystectomy. Percutaneous or endoscopic stent placement was performed in all patients to relieve biliary obstruction. However, stent dysfunction repeatedly resulted in re-stenting of the obstruction. Imaging techniques, as well as endoscopic brush pathology could not distinguish between a benign or malignant stenosis. Explorative laparotomy showed a new growth in all 3 patients, of which 2 were malignant. When obstructive jaundice occurs after surgery of the biliary tract for benign disease, the most likely cause is a benign stenosis. Percutaneous or endoscopic stenting is the treatment of choice. In case of unexpected and/or repeated stent failure, when a diagnosis cannot be made due to inconclusive imaging or pathology of the stenosis exploratory surgery should be considered, as malignant stenosis may be present. literatuur 1 Bergman JJ, Burgemeister L, Bruni MJ, Rauws EA, Gouma DJ, Tytgat GN, et al. Long-term follow-up after biliary stent placement for postoperative bile duct stenosis. Gastrointest Endosc 2001;54: Lillemoe KD, Melton GB, Cameron JL, Pitt HA, Campbell KA, Talamini MA, et al. Postoperative bile duct strictures: management and outcome in the 1990s. Ann Surg 2000;232: Costamagna G, Pandolfi M, Mutignani M, Spada C, Perri V. Longterm results of endoscopic management of postoperative bile duct strictures with increasing numbers of stents. Gastrointest Endosc 2001;54: Tocchi A, Mazzoni G, Liotta G, Lepre L, Cassini D, Miccini M. Late development of bile duct cancer in patients who had biliary-enteric drainage for benign disease: a follow-up study of more than 1000 patients. Ann Surg 2001;234: Hakamada K, Sasaki M, Endoh M, Itoh T, Morita T, Konn M. Late development of bile duct cancer after sphincteroplasty: a ten- to twenty-two-year follow-up study. Surgery 1997;121: Eleftheriadis E, Tzioufa V, Kotzampassi K, Aletras H. Common bile duct mucosa in choledochoduodenostomy patients histological and histochemical study. HPB Surg 1988;1: Gouma DJ, Rauws EAJ, Keulemans YCA, Bergman JJHGM, Huibregtse K, Obertop H. Galwegletsel na laparoscopische cholecystectomie. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143: Boekhorst DS te, Gerhards MF, Gulik ThM van, Kate FJW ten, Busch ORC, Obertop H, et al. Biliary granular cell tumor. Digestive Surgery 2000;17: Gerhards MF, Vos P, Gulik TM van, Rauws EAJ, Bosma A, Gouma DJ. Incidence of benign lesions in patients resected for suspicious hilar obstruction. Br J Surg 2001;88: Sturm PD, Rauws EAJ, Hruban RH, Caspers E, Ramsoekh TB, Huibregtse K, et al. Clinical value of K-ras codon 12 analysis and endobiliary brush cytology for the diagnosis of malignant extrahepatic bile duct stenosis. Clin Cancer Res 1999;5: Tascilar M, Sturm PD, Caspers E, Smit M, Polak MM, Huibregtse K, et al. Diagnostic p53 immunostaining of endobiliary brush cytology: preoperative cytology compared with the surgical specimen. Cancer 1999;87: Flanigan DP. Biliary carcinoma associated with biliary cysts. Cancer 1977;40: Aanvaard op 28 januari jaar geleden Gevaarlijk keukengereedschap Ik adviseerde de directrice alle vertinde koperen pannen uit het gebruik te nemen, daar de pannen nog vaker dan tot heden vertind zouden moeten worden, om het doorschijnen van koper te voorkomen. Toch werd er reeds in één kwartaal ruim 90 gulden aan vertinnen in het ziekenhuis besteed. Maar, al is het vertinsel gaaf, dan is het toch schadelijk, indien het lood bevat. En er bestaat een groote drang van de zijde der vertinners, lood in het tin te mengen, daar het vertinnen dan technisch veel gemakkelijker geschiedt. En zoolang de Nederlandsche strafwet geen bepalingen bevat tegen het misbruik van lood in vertinsel van eet-, drink- of keukengerei heeft men, zelfs bij de plechtigste verzekering van den koperslager, geen zekerheid gevaar voor loodvergiftiging te ontgaan. Ik heb bijv. reden om de oprechtheid van den koperslager, die het Leidsche ziekenhuis bedient, slechts onder benefice van inventaris aan te nemen. Hem werd verzocht een monster tin, waarmede hij eventueel alles opnieuw zou vertinnen, over te leggen. Dit monster tin bevatte slechts 1 pro mille verontreiniging, was dus geheel zuiver. Hij verklaarde nooit anders dan zulk tin te gebruiken en toch bevatten, in zijn werkplaats vertinde pannen 7 pct. lood! Maar wat wilde het toeval! Een zijner vroegere knechts was gedurende de eerste weken van October klinisch patiënt op de oogheelkundige afdeeling. Terwijl zijn vroegere baas stokstijf volhoudt nooit lood aan het vertinsel toe te voegen, gaf de knecht dit, na eenige terughoudendheid, op mijn vragen, toe. Hoeveel dan wel? Dat hing ervan af, of het voor in de stad was, of voor groote inrichtingen, daarvoor was het minder, maar een paar onsjes op het kilo! Gelukkig voor Leiden, dat slechts weinigen zich de luxe van het in aanschaffen en in onderhoud zoo dure koper gereedschap kunnen veroorloven. (Ned Tijdschr Geneeskd 1904;48I: ) Ned Tijdschr Geneeskd juni;148(23) 1161
PTC drainage procedure
PTC drainage procedure Masterclass GE-oncologie 11 september 2015 Adriaan Moelker Hoofd Interventie Radiologie ErasmusMC Rotterdam Overzicht Interventie radiologie ErasmusMC 4 interventie radiologen 2
Nadere informatieGalgangcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1
Galgangcarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 06-10-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke tumorwerkgroep gastro-intestinale tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1
Nadere informatieConverteren moet je leren
Klinische les Converteren moet je leren Galwegletsel na conversie naar open cholecystectomie Klaske A.C. Booij, Philip R. de Reuver, Otto M. van Delden, Dirk J. Gouma KLINISCHE PRAKTIJK Academisch Medisch
Nadere informatieLetselschadeclaims als gevolg van galwegletsel bij een (laparoscopische) cholecystectomie
oorspronkelijke stukken Letselschadeclaims als gevolg van galwegletsel bij een (laparoscopische) cholecystectomie P.R.de Reuver, E.A.J.Rauws, J.S.Laméris, M.A.G.Sprangers en D.J.Gouma Zie ook de artikelen
Nadere informatieGeneeskunde Master: Stage wetenschap
Geneeskunde Master: Stage wetenschap Iatrogeen galwegletsel na cholecystectomie Naam student: Bas Noordermeer Studentnummer: 1736086 Studie: Geneeskunde Facultair begeleider: Prof. Dr. R.J. Porte Dagelijks
Nadere informatieGalwegletsel na cholecystectomie: sterk verhoogde kans op sterfte
tere leeftijd een verhoogde kans hebben op onhandige en houterige motoriek, soms samenhangend met gedragsproblemen, 11 bestaan hierover geen onderzoeksgegevens. Wij bevelen wel aan om deze kinderen nauwkeurig
Nadere informatieCasus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG
Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte
Nadere informatieGalblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1
Galblaascarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 10-05-2004 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep GI-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3
Nadere informatieGalwegcarcinoom: ontwikkeling van een multidisciplinair, ziekenhuis overstijgend zorgpad 7 oktober 2016
Galwegcarcinoom: ontwikkeling van een multidisciplinair, ziekenhuis overstijgend zorgpad 7 oktober 2016 Annuska Schoorlemmer, Verpleegkundig Specialist Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Inhoud Het
Nadere informatieSurgical strategies in the management of hilar cholangiocarcinoma Gerhards, M.F.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Surgical strategies in the management of hilar cholangiocarcinoma Gerhards, M.F. Link to publication Citation for published version (APA): Gerhards, M. F. (2000).
Nadere informatieLokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie. Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC
Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC Casus: hr D Man 64 jaar Trotse opa van 4 kleinkinderen Komt bij u op
Nadere informatieNederlandse samenvatting List of publications Dankwoord Curriculum vitae
List of publications Dankwoord Curriculum vitae 131 Cholangiocarcinoom is een relatief zeldzame maligniteit uitgaande van het galwegepitheel. De tumor wordt anatomisch ingedeeld in drie typen: intrahepatisch,
Nadere informatieLaparoscopic bile duct injury : consequences, quality of life and claims de Reuver, P.R.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Laparoscopic bile duct injury : consequences, quality of life and claims de Reuver, P.R. Link to publication Citation for published version (APA): de Reuver, P. R.
Nadere informatiePancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien
Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien Erwin van Geenen, Maag-Darm-Lever-arts Marion van der Kolk, Chirurg Pancreas Centrum Oost Nederland Nijmegen Het
Nadere informatieK-ras and p53 in cancer of the pancreas and extrahepatic biliary tract Sturm, P.D.J.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) K-ras and p53 in cancer of the pancreas and extrahepatic biliary tract Sturm, P.D.J. Link to publication Citation for published version (APA): Sturm, P. D. J. (1999).
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands. Samenvatting
Samenvatting Dit proefschrift bevat de resultaten van enkele wetenschappelijke studies over magnetische resonantie (MR) enteroclyse en video capsule endoscopie (VCE). Deze twee minimaalinvasieve onderzoeksmethoden
Nadere informatieInfectierisico na ERCP. Marcel Groenen MDL-arts
Infectierisico na ERCP Marcel Groenen MDL-arts Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium
Nadere informatieHoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Nadere informatie27.2 Icterus. Specifiek lichamelijk onderzoek. Specifieke anamnese. Probleemlijst. Differentiële diagnose
61-Chirurgie 27.2 01-06-2005 11:32 Pagina 487 487 27.2 Icterus D.C. Aronson Een kind van zesenhalve week wordt verwezen voor verdere analyse van ruim zes weken bestaande progressieve icterus. Wat zou u
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC
Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen MDL-oncologie De termen van 2012: Minimally invasive Patient centered Multi-modality Ageing population (Neo-)adjuvant
Nadere informatieMogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam
Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,
Nadere informatieCholangiocarcinoom in galwegcysten: vooral bij volwassenen*
Oorspronkelijke stukken Cholangiocarcinoom in galwegcysten: vooral bij volwassenen* j.s.de vries, d.c.aronson, h.a.heij, o.r.busch, d.j.gouma en t.m.van gulik Een galwegcyste is een zeldzame, congenitale
Nadere informatieSpotlight on the pancreas. Klinische les Hepato-bilio-pancreatische heelkunde, 16 januari 2019
Spotlight on the pancreas Klinische les Hepato-bilio-pancreatische heelkunde, 16 januari 2019 Overzicht 1. Cystische pancreasneoplasieën / precursorletsels 2. Pancreasadenocarcinoma 3. Chirurgische aspecten
Nadere informatieSaffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom
Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit
Nadere informatieChirurgische behandeling darmcarcinoom
ONCOLOGISCH ZORGPROGRAMMA KEMPEN Regionale Vormingscel Oncologie Maandag 10 februari 2014 Dr. Maarten Michiels H.Hartziekenhuis Mol Chirurgische behandeling darmcarcinoom Fast facts Anatomie, fysiologie,
Nadere informatieRisico's reguliere sedatie (dormicum / fentanyl):
Endoscopische verrichting Antegrade ballonenteroscopie Informed consent : Risico's overall: 1,2-1,6 % In diagnostische procedure: 0,8 % In therapeutische procedure 4,3 % Specifiek - pancreatitis: 0,3 %
Nadere informatie27.1 Icterus. Specifiek lichamelijk onderzoek. Specifieke anamnese. Probleemlijst. Differentiële diagnose. D.J. Gouma
60-Chirurgie 27.1 01-06-2005 11:34 Pagina 479 479 27.1 Icterus D.J. Gouma Een 60-jarige vrouw wordt naar uw spreekuur verwezen wegens enige dagen bestaande geelzucht. Haar man zag twee dagen geleden dat
Nadere informatiePancreas Voorzitters: Olivier Busch (AMC), Bert Bonsing (LUMC)
20.20-21.00 Pancreas Voorzitters: Olivier Busch (AMC), Bert Bonsing (LUMC) 20.20-20.30 Improving outcomes after pancreaticoduodenectomy. Marielle Coolsen, et al. (MUMC) 20.30-20.40 Preoperative characteristics
Nadere informatieEchogeleide chirurgie voor mammacarcinoom
Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie
Nadere informatieDiagnostiek en behandeling van het pancreascarcinoom in de regio van het Integraal Kankercentrum Amsterdam in 1997
Oorspronkelijke stukken Diagnostiek en behandeling van het pancreascarcinoom in de regio van het Integraal Kankercentrum Amsterdam in 1997 e.h.b.m.tilleman, j.benraadt, p.m.m.bossuyt, h.obertop en d.j.gouma
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Samenvatting Levertransplantatie is de aangewezen behandeling voor patiënten met eindstadium leverfalen. Het succespercentage van een transplantatie is
Nadere informatieKlinisch College Decentrale Selectie 2013. Klinisch College Decentrale Selectie 2013 AMC 3 juni 2013. Buikpijn. Prof. Dr. Paul Fockens, MDL-arts
Klinisch College Decentrale Selectie 2013 Klinisch College Decentrale Selectie 2013 AMC 3 juni 2013 Buikpijn Prof. Dr. Paul Fockens, MDL-arts Afdeling Maag-. Darm- en Leverziekten Academisch Medisch Centrum,
Nadere informatieCasus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker
Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Prof. dr. Mark van Berge Henegouwen, chirurg Dr. W.J. Eshuis, chirurg L. Noteboom, verpleegkundig specialist Amsterdam UMC, locatie AMC 8 e Inhoud Presentatie
Nadere informatiePreoperatieve galwegdrainage voor pancreaskoptumoren: meer complicaties*
Onderzoek Preoperatieve galwegdrainage voor pancreaskoptumoren: meer complicaties* Resultaten van de DROP-trial Niels A. van der Gaag, Erik A.J. Rauws, Casper H.J. van Eijck, Marco J. Bruno, Erwin van
Nadere informatieHoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom
Hoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom (CCC)? Otto van Delden, interventieradioloog, AMC Bart Takkenberg, MDL-arts, AMC Patiënt L; 53 jaar Reden van verwijzing/
Nadere informatieTRAUMATISCH PANCREASLETSEL
TRAUMATISCH PANCREASLETSEL Frank Oort Gutclub 29 oktober 2014 1 2 Opbouw Casus Achtergrond Traumatisch pancreas letsel bij kinderen Vervolg casus Leerpunten casus 3 Casus Mw. C. 13 jaar Overplaatsing vanuit
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische
Nadere informatieOntwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieOesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019
Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019 Anatomie oesophagus/ maag Symptomen oesophaguscarcinoom Diagnostiek Behandeling oesophaguscarcinoom Postoperatieve
Nadere informatieSneldiagnostiek bij verdenking op kanker: de nieuwe norm?
Sneldiagnostiek bij verdenking op kanker: de nieuwe norm? Prof. dr. Paul J van Diest Hoofd afdeling Pathologie, UMC Utrecht p.j.vandiest@umcutrecht.nl De diagnostische keten in de oncologie Anamnese/lichamelijk
Nadere informatieCentralisatie van hoogcomplexe chirurgie
Klinische les Centralisatie van hoogcomplexe chirurgie Van ziekenhuisvolume naar structuur- en procesverbetering Dirk J. Gouma, Han J.S. Laméris, Erik A.J. Rauws en Olivier R.C. Busch Gerelateerd artikel:
Nadere informatiePien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk
Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds
Nadere informatieVan Poliep naar colorectaal carcinoom. P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht
Van Poliep naar colorectaal carcinoom P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht Anatomie van de dikke darm APC mutation drives adenoma formation Poliep in het rectum 85% of the CRC develop through the
Nadere informatieLange termijn follow up van coarctatio aorta
Diagnostiek en chirurgie in de levensloop van een patiënt met een aangeboren hart-afwijking. Coarctatio Aortae Lange termijn follow up van coarctatio aorta Toon (A.L.) Duijnhouwer, cardioloog Take home
Nadere informatieDissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC
Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma Fanny Vuik Keuze Coassistent IC 17-09-2014 Inhoud. Casus Epidemiologie Indeling Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Conclusie Casus Man, 32 jaar.
Nadere informatieLever-, Pancreas- en Galwegen Pathologie
INTERUNIVERSITAIR POSTGRADUAAT ONDERWIJS HEELKUNDE VRIJDAG 1 februari 2019 Lever-, Pancreas- en Galwegen Pathologie Prof Dr D. Ysebaert Dienst Hepatobiliaire, Transplantatie & Endocriene Heelkunde Universiteit
Nadere informatieMRI: more is less? Emiel Rutgers
Het 9e NKI-AVL mammacarcinoom symposium Less is more? Minder overbehandeling voor meer borstkankerpatiënten MRI: more is less? Emiel Rutgers Indicaties MRI mammae Opsporen van onbekende primaire bij patiënten
Nadere informatieGastro-Intestinale Tumoren Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandelingen
22 mei 2007 Jaarbeurs Utrecht Gastro-Intestinale Tumoren Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandelingen Erik van Muilekom MANP Verpleegkundig specialist Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek
Nadere informatieGalwegletsel na laparoscopische cholecystectomie
33 Brun-Buisson C, Legrand P, Rauss A, Richard C, Montravers F, Besbes M, et al. Intestinal decontamination for control of nosocomial multiresistant Gram-negative bacilli. Study of an outbreak in an intensive
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een
Nadere informatieJ. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J
J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Endoscopic treatment of gastrointestinal strictures van Hooft, J.E. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Endoscopic treatment of gastrointestinal strictures van Hooft, J.E. Link to publication Citation for published version (APA): van Hooft, J. E. (2010). Endoscopic
Nadere informatieGalsteen & niersteenlijden
Galsteen & niersteenlijden Wij dragen ons steentje bij Milan Pijl Maatschap Radiologie & Nucleaire Geneeskunde Rijnstate Huisartsen nascholing 2 oktober 2012 Galstenen - Epidemiologie Zeer frequent bezit
Nadere informatieAuto-immune pancreatitis als oorzaak van geelzucht en een tumor in het pancreas
Klinische les Auto-immune pancreatitis als oorzaak van geelzucht en een tumor in het pancreas Sandra Coenen, Lieke Welling, Anneke M.P. de Schryver, Johan S. Laméris, D. Lucette Schipper en Thomas M. van
Nadere informatieExperimental and clinical studies on the management of bile duct cancer Kloek, J.J.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Experimental and clinical studies on the management of bile duct cancer Kloek, J.J. Link to publication Citation for published version (APA): Kloek, J. J. (2010).
Nadere informatieNieuwe evidence-based richtlijn acute pancreatitis. Marc Besselink HPB chirurg, AMC Amsterdam m.g.besselink@amc.nl
Nieuwe evidence-based richtlijn acute pancreatitis Marc Besselink HPB chirurg, AMC Amsterdam m.g.besselink@amc.nl Pancreatitis.nl Het idee Update van de 2002 acute pancreatitis richtlijn van de International
Nadere informatieHelp, een UBO. L.E. Elshof Student Geneeskunde EUR Keuzeonderzoek NKI-AVL
Help, een UBO L.E. Elshof Student Geneeskunde EUR Keuzeonderzoek NKI-AVL Photo: Purported 1952 shot of UFO, Passoria, New Jersey. Credit: Public Domain/CIA MRI-gebruik bij mammacarcinoom MRI-gebruik bij
Nadere informatieDIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum
DIAGNOSTIEK Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei
Nadere informatieNutritional Risk Screening (NRS 2002)
Nutritional Risk Screening (NRS 2002) Bron: Kondrup, J., Rasmussen, H. H., Hamberg, O., Stanga, Z., & ad hoc ESPEN Working Group (2003). Nutritional Risk Screening (NRS 2002): a new method based on an
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Centraal in dit proefschrift staat de minimaal invasieve slokdarmresectie als behandeloptie voor het slokdarmcarcinoom. In hoofdstuk 2 en 3 belichten wij in twee overzichtsartikelen de in de literatuur
Nadere informatieRichtlijn Galweg- en galblaascarcinoom Versie: 2.0 Datum: juli 2012 Richtlijn Galweg- en Galblaascarcinoom Versie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Richtlijn Galweg- en galblaascarcinoom Versie: 2.0 Datum: juli 2012 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Richtlijn Galweg- en Galblaascarcinoom Versie 21 22 Concept Richtlijn galweg- en galblaascarcinoom
Nadere informatieVereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde
Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-
Nadere informatieOsteonecrosis of the jaw (ONJ)
INLEIDING Welkom 1 2 Osteonecrosis of the jaw (ONJ) Hoe kunnen we dit voorkomen en als het toch optreedt, hoe kunnen we het managen? 3 Complication of bisphosphonate and denosumab use 1 Dit ga je echter
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.
Nadere informatieDutch Lung Surgery Audit (DLSA)
Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatieIPMN OPEREREN OF NIET? Dr. JE van Hooft, MDL-arts. Mw. A Schoorlemmer, verpleegkundig specialist. Drs. NCM van Huijgevoort, arts-onderzoeker MDL
IPMN + OPEREREN OF NIET? Dr. JE van Hooft, MDL-arts Mw. A Schoorlemmer, verpleegkundig specialist Drs. NCM van Huijgevoort, arts-onderzoeker MDL Introductie Door de frequente toepassing van echografie,
Nadere informatieVerwijderen van de galblaas
Verwijderen van de galblaas Deze folder geeft een globaal overzicht van de klachten en de behandeling bij galsteenlijden. Het is goed u te realiseren dat bij het vaststellen van een aandoening de situatie
Nadere informatieMail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema
Datum: Beloop na stentplaatsing Ja Nee Zijn er stent-gerelateerde complicaties opgetreden? Ο Ο ZO JA, VULT U SVP EEN COMPLICATIEFORMULIER IN Hebben er re-interventies plaatsgevonden? Ο Ο ZO JA, VULT U
Nadere informatieNeuroendocriene Tumoren in het Pancreas: Hoe behandel je? Els Nieveen van Dijkum, Chirurg AMC 10 januari 2014
Neuroendocriene Tumoren in het Pancreas: Hoe behandel je? Els Nieveen van Dijkum, Chirurg AMC 10 januari 2014 Presentatie NET - neuroendocriene tumor Pancreas NET Behandeling van pancreas NET Neuroendocriene
Nadere informatieSTIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer
STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of
Nadere informatieDe oudere patiënt met comorbiditeit
De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatiechirurgische behandeling van kanker
chirurgische behandeling van kanker p1 chirurgische behandeling van kanker p2 geen how I do it p3 wet van de afnemende meeropbrengst 2009 p4 chirurgische oncologie trends laatste 100 jaar meer is beter
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2009
Factsheet en Colorectaal carcinoom (DSCA) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2009 Versie 2017 pagina 1 van 9 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Alle primaire colorectale carcinomen, waarvoor een
Nadere informatieLocally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg
Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b
Nadere informatieThe RIGHT food is the best medicine
The RIGHT food is the best medicine Nutritie Support Team : Dr G..Lambrecht, E. Museeuw, N. Baillieul Dienst gastro-enterologie: Dr. G. Deboever Dr. G. Lambrecht Dr. M. Cool Inhoud Ondervoeding Voedingsbeleid
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in
Nadere informatieCitation for published version (APA): van Duijvendijk, P. (2000). Functional outcome and quality of life after rectal resection.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Functional outcome and quality of life after rectal resection van Duijvendijk, P. Link to publication Citation for published version (APA): van Duijvendijk, P. (2000).
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Inclusie & exclusie criteria DUCA Inclusie Primaire tumoren (slokdarm, slokdarm-maagovergang, maag) Recidief tumoren (slokdarm,
Nadere informatieOntremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia
Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.
Nadere informatieILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie
ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen
Nadere informatieCasus: Van DNA mutaties naar behandeling: selectie voor geïndividualiseerde oncologische behandelingen. Marlies Langenberg Internist oncoloog
Casus: Van DNA mutaties naar behandeling: selectie voor geïndividualiseerde oncologische behandelingen Marlies Langenberg Internist oncoloog Geen disclosures Casus Casus 2005 Vrouw, 62 jaar Oncologische
Nadere informatieAutoimmune pancreatitis
Oorzaken van chronische pancreatitis TIGARO-classificatie T: toxisch (alcohol/roken) I: idiopatisch G: genetisch A: auto-immuun R: na ernstige acute O: obstructief Autoimmune pancreatitis IgG4-gerelateerde
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg
V Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg naar Algemeen 526 Epidemiologie 527 1. Screening 527 2. Diagnostiek 527 2.1 Anamnese 527 2.2
Nadere informatieCursus MDL Oncologie: Lever, galblaas, galweg
Cursus MDL Oncologie: Lever, galblaas, galweg Jeroen Hagendoorn HPB Chirurg UMC Utrecht Cancer Center/Regionaal Academisch Kankercentrum Utrecht (RAKU) Ziektebeelden en diagnose Anatomie en fysiologie
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC
Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen MDL-oncologie De termen van 2012 2013: Minimally invasive Patient centered Multi-modality Ageing population
Nadere informatieDutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)
Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.
Nadere informatieResponsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI)
Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Eran van Veldhuisen, Bengt van Rijssen, Remy Klaassen, Yung Nio, Hanneke Wilmink, Krijn Van
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen
Nadere informatieSAMENVATTING. Cervixcarcinoom
Samenvatting 148 Serum tumor merkstoffen of tumormarkers zijn uitgebreid onderzocht op hun toepasbaarheid voor diagnostiek, prognose en follow-up van kanker. In dit proefschrift bestuderen we het gebruik
Nadere informatieDe indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatie