Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)
|
|
- Irena Verhoeven
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Brandstofonderzoek in de natuur Tussentijds rapport over de verschillende brandstof onderzoeken, uitgevoerd ten behoeve van het natuurbrandverspreidingsmodel Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)
2 Brandstofonderzoek in de natuur Tussentijds rapport over de verschillende brandstof onderz oeken, uitgevoerd ten behoeve van het natuurbrandverspreidingsmodel Opdrachtgever: IFV Projectleider: Ester Willemsen (IFV) Deelprojectleider: Nienke Brouwer (IFV) In samenwerking met: Datum: November 2014
3 Samenvatting In 2012 is een start gemaakt met de verschillende brandstofonderzoeken die zijn (en worden) uitgevoerd ten behoeve van de ontwikkeling van het Nederlandse natuurbrandverspreidingsmodel. Sinds 2009 is het IFV in Nederland bezig met de aanpassingen en doorontwikkelingen van een Amerikaans model van Farsite naar de Nederlandse situatie. In 2012 is er een brandstof onderzoek uitgevoerd voor heide, grove den, douglas en beuk op droge zandgronden. In 2013 is er een onderzoek uitgevoerd in het duingebied voor de natuurtypen open duin, duin grasland, duin heide, duinvallei en duinstruweel. In 2014 heeft er een brandstofonderzoek plaats gevonden voor veengebieden. Tijdens dit onderzoek is hoogveen, veenheide, veenstruweel en veen bos in kaart gebracht. Voor 2015 staat brandstofonderzoek voor verschillende bostypen in de planning. De veldwerkmethode omvat verschillende stappen; 50 keer meten van de strooisel,- en de humuslaag, 31 keer uitvoering van de transectlijn waarbij alle vegetatie die de lijn kruist wordt genoteerd. 25 keer one-meter-square waarbinnen de bedekkingspercentage wordt genoteerd per soort en vijf keer de hoogte wordt gemeten van de kruidachtige vegetatie, twaalf keer een drie meter cirkel waarbinnen alle bomen en struiken worden geteld en gemeten. Alle data van de verschillende onderzoeken wordt verwerkt (per plot) in een Excel bestand. De analyse van de data wordt uitgevoerd door de Stephen F. Austin State University in Texas U.S. De verwerkte data wordt weergegeven in een photoguide en zal worden gevalideerd en toegevoegd in het natuurbrandverspreidingsmodel.
4 Inhoud Samenvatting 1. Inleiding Brandstofonderzoek in de natuur Methode veldwerk brandstofonderzoek Stappen veldwerk Veldwerk termen Materiaal veldwerk Brandstof onderzoek droge heide Duin onderzoek Veenonderzoek Data Analyse Bosonderzoek Ontwikkelingen Literatuurlijst Bijlage A: Tijdlijn Natuurbrandverspreidingsmodel... 16
5 1. Inleiding Gezien de klimaatverandering, zal naar verwachting de kans op natuurbranden in Nederland toenemen (Schelhaas, 2003), (Krawchuk et al., 2009). Het IFV (Instituut Fysieke Veiligheid) werkt aan de ontwikkeling van een natuurbrandverspreidingsmodel voor Nederland. Ter ontwikkeling van het Nederlandse model zijn er verschillende brandstofonderzoeken uitgevoerd sinds Natuurbrandverspreidingsmodel In 2009 is er gestart met een literatuuronderzoek naar de verschillende natuurbrandverspreidingsmodellen vanuit het IFV. Na aanleiding van dit onderzoek is gekozen voor het model Farsite (N-Amerika). Dit model is vertaald en terug gebracht naar de basis voor het gebruik in Nederland. De tijdlijn van de ontwikkeling van het verspreidingsmodel in Nederland staat in bijlage A. Naast de validatie van het model is er ook onderzoek uitgevoerd naar de brandstof in Nederlandse natuurgebieden, de data afkomstig uit deze onderzoeken zal worden ingevoerd in het model. Zodat er nog betere berekeningen kunnen worden gemaakt van de mogelijke verspreiding van een natuurbrand in Nederland. De data afkomstig uit het veldonderzoek is geanalyseerd door de Stephen F. Austin State University in Texas. De geanalyseerde data is in eerste instantie gepresenteerd in de vorm van een fotogids. De data zal vervolgens worden vertaald en gevalideerd voor het model. Leeswijzer Reeds zijn er verschillende brandstofonderzoeken uitgevoerd ten behoeve van het natuurbrandverspreidingsmodel, zoals staat beschreven in hoofdstuk twee. Hoofdstuk drie gaat in op de gebruikte methode en materialen tijdens het veldonderzoek tevens staat hierin een uitleg van enkele gebruikte termen. De volgende hoofdstukken gaan in op de verschillende brandstofonderzoeken die zijn uitgevoerd; het onderzoek naar verschillende natuurtype op droge zandgronden (hoofdstuk vier), het duinonderzoek in 2013 (hoofdstuk vijf), het veenonderzoek in 2014 (hoofdstuk zes). De verwerking van de data wordt kort uitgelegd in hoofdstuk zeven. Hoofdstuk acht gaat in op het brandstofonderzoek in verschillende bostypen die gepland staat voor Als laatste (hoofdstuk 9) wordt kort ingegaan op enkele ontwikkelingen omtrent brandstofonderzoeken voor het natuurbrandverspreidingsmodel. 5
6 2. Brandstofonderzoek in de natuur Ter ontwikkeling van het natuurbrandverspreidingsmodel (NBVM) voor de Nederlandse situatie zijn er verschillende brandstofonderzoeken uitgevoerd. Het doel van deze onderzoeken is om meer kennis te verkrijgen over het brandstof aandeel die aanwezig is in verschillende natuur types in Nederland. Er wordt gekeken naar de verschillende vegetatie lagen, strooisel,- en humuslaag en het aandeel dood hout. Met de verschillende vegetatielagen wordt de mos-, kruid-, struik-, en boomlaag bedoeld. De uitkomsten hiervan zullen worden gekoppeld aan het natuurbrand verspreidingsmodel. Dit model wordt gebruikt voor het berekenen van het verloop van een natuurbrand, voor het treffen van preventieve maatregelen, maar ook voor onderzoek na een natuurbrand. Voor de brandstofonderzoeken is er een onderverdeling gemaakt in heide, duin, veen en bos. Per natuurtype zijn verschillende plots onderzocht. In 2012 is er een start gemaakt met onderzoek voor heide op droge zandgronden op de Veluwe. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerkingsverband met IFV, Stephen F. Austin state University, Hogeschool van Hall Larenstein en de veiligheidsregio s VNOG en VGGM. In de zomer/herfst van 2013 heeft de volgende stap plaats gevonden, namelijk het duinlandschap. Dit onderzoek is uitgevoerd door het IFV in samenwerking met Hogeschool van Hall Larenstein en Stephen F. Austin State University, Texas. In eenzelfde samenwerkingsverband heeft er in 2014 een onderzoek in veengebied plaats gevonden. Brandstofonderzoek voor bosgebied staat voor 2015 op de planning. Nadat alle vier de onderzoeken zijn uitgevoerd zal er worden bekeken welke natuurtypen nog dienen te worden onderzocht voor het model. De geanalyseerde data van de brandstof onderzoeken is in eerste instantie weergegeven in zogenaamde photoguide s (zie voorblad). Zodat er overzichtelijke documenten zijn van de data per onderzochte plot voordat deze wordt ingevoerd in het natuurbrandverspreidingsmodel. Deze photoguide s omvatten informatie over onder andere de vegetatie, biomassa en de brandbaarheidsklasse per natuurtypen. 6
7 3. Methode veldwerk brandstofonderzoek In dit hoofdstuk wordt een korte beschrijving gegeven van de verschillende stappen die worden genomen tijdens het veldonderzoek tevens wordt een beschrijving gegeven van de verschillende materialen en termen. 3.1 Stappen veldwerk Stap 1: Bepalen van de locatie van het grit. Noteren welk natuurtype er wordt onderzocht. Stap 2: GPS locatie en richting van het grit bepalen. Stap 3: Foto s nemen vanaf het beoogde begin punt van het grit. Stap 4: Uitzetten van het grit, zie figuur 2. Dit gebeurt met behulp van touwen en vlaggetjes op elk meetpunt (blauwe punten in figuur 2). Elke lijn is 46 meter lang. Tussen twee lijnen zit een ruimte van 8 graden. Tussen de twee buitenste lijnen zit dus een ruimte van 32 graden. Stap 5: Meten van de strooisel laag met behulp van een liniaal, in totaal 50 keer. Stap 6: Bij aanwezigheid van bomen, meten van de kroondichtheid met behulp van een densiometer op alle L punten, zie figuur 2. Stap 7: Transectlijn (15.4 meter), op alle S en L punten, in totaal 31 keer. De transectlijn wordt bij elk punt in een willekeurige richting uitgelegd. Bij de transectlijn wordt voor de eerste 1.80 meter alle 1 en 10 hours gemeten, tot drie meter alle 100 hours en voor de gehele 15.4 meter alle 1000 hours. Daarna wordt alle ondergroei benoemd die de lijn kruist en wordt genoteerd voor welke cm op de lijn dit geldt. Als voorbeeld: 0-0,25 meter veenmos- 0,25-0,38 meter pitrus, enzovoort. Stap 8: Drie meter cirkel; in totaal twaalf keer. Deze meting wordt op alle L punten verricht. Alle struiken, jonge bomen en bomen worden gemeten die in deze cirkels vallen. Van alle bomen en jonge bomen binnen de cirkels wordt het aantal bepaald. Daarna wordt per boom (in totaal vijf per soort) het stadium bepaald en de totale hoogte, hoogte eerst levende tak, hoogte eerste dode tak, dbh, diameter stamvoet en kroonbreedte gemeten. Van alle struikvegetatie die binnen de cirkels vallen wordt per soort de volgende informatie verzameld: aantal, levend of dood, totale hoogte, diameter voet en kroonbreedte. De hoogte van de bomen wordt bepaald met behulp van een clinometer, zie hoofdstuk 8.2. Stap 9: Vierkante meter, op alle S punten, in totaal twintig keer. Binnen deze vierkante meter wordt alle kruidachtige vegetatie op naam gebracht en wordt de bedekkingsgraad bepaald ten opzichte van alle soorten binnen de vierkante meter. Daarnaast wordt er op vijf punten binnen de vierkante meter, de hoogte van de vegetatie gemeten. 7
8 3.2 Veldwerk termen Tijdens het veldwerk wordt er gebruik gemaakt van een aantal termen, hier volgt een korte uitleg voor deze termen en voor enkele meetinstrumenten die worden gebruikt. 1,10,100,1000 hour fuel Fuel is de Engelse term voor brandstof. In dit geval wordt hiermee alle dode twijgen, takken en stammen bedoeld op de bodem. De indeling voor dit type is gebaseerd op de duur waarbij het dode hout droogt. De 1 hour fuel is binnen een uur droog, de 10 hour fuel binnen tien uur enzovoort. Het bepalen van de klasse van dood hout wordt gedaan met behulp van een zogenaamde go-no-go, zie figuur 3. Alle takken/stammen groter dan 8 cm (dus groter dan de go-no-go) zijn 1000 hour fuels. Voor deze categorie wordt ook vastgelegd of de stam nog in vaste vorm is of rottend. figuur 3 Daarnaast wordt ook de totale breedte vastgesteld. Densiometer De densiometer, zie figuur 4B, wordt gebruikt om de kroondichtheid te bepalen van een opstand. Een densiometer is een bolle spiegel met daarop vakjes. Door te tellen welke punten op de spiegel alleen de lucht (tussen het bladerdek) weerspiegelen kan men de kroondichtheid bepalen. Dit wordt op twaalf verschillende plekken binnen de plot uitgevoerd. Per plek wordt de methode voor vier verschillende richtingen herhaald, hiervan wordt het gemiddelde genomen. D-tape Een D-tape (figuur 4.C), ofwel een diameter tape wordt gebruikt om de omtrek van een stam te bepalen. Voor de bomen wordt de diameter van zowel de stamvoet als de diameter op borsthoogte gemeten. De laatst genoemde wordt ook wel kortweg DBH genoemd. Van de struiken wordt de diameter van de voet bepaald. Clinometer De clinometer (figuur 4.A) wordt gebruikt om de hoogte van de bomen te bepalen. Hiervoor dient er een afstand te worden genomen van twintig meter van de te meten boom. Met één oog kijkt men door de clinometer, met het andere oog wordt naar de boom gekeken. Zowel de onder als de boven kant van de boom wordt vastgesteld. Dit heeft te maken met eventueel hoogte verschil binnen de twintig meter afstand. Afhankelijk van een negatief of positief getal worden de twee waardes van elkaar afgetrokken of bijgeteld. figuur 4 8
9 3.3 Materiaal veldwerk Voor het veldonderzoek zijn verschillende meetmaterialen nodig. Het gaat om de volgende materialen: Camera Voor het maken van foto s voor de photo guide. Gps Voor het bepalen van de locatie van de opstand en de hoogteligging. Kompas Bepaling van de richting van het grit en als hulpstuk bij het uitzetten van de lijnen. Densiometer Meten van de kroondichtheid. Liniaal Meten van de strooisel laag. Meetlint Uitzetten van de transectlijn, meten van de kroonbreedte. Go-no-go Hiermee kan worden bepaald in welke categorie fuel (zie H3.2) dood hout valt. D(iameter)- tape Voor het meten van de diameter stam op borsthoogte en op de voet van de stam. Clinometer Om de hoogte te bepalen van de bomen. Drie meter touw Als hulpstuk voor het uitzetten van de drie meter cirkel. One meter square Vierkante meter van bijvoorbeeld pvc buizen. 9
10 4. Brandstof onderzoek droge heide Het eerste brandstofonderzoek dat is uitgevoerd in Nederland vond plaats op de Veluwe in In het Nationaal Park Hoge Veluwe en op terrein van Staatsbosbeheer en de gemeente Arnhem. Tijdens dit onderzoek zijn er in totaal 24 plots uitgezet onderverdeeld onder vier natuurtypen. Naast droge heide is er ook onderzoek gedaan in grove den-, douglas-, en beukopstanden. Per natuurtypen zijn zes verschillende plots uitgevoerd. De verschillen in de plots waren te vinden in de vegetatiesamenstelling, ondergroei, dichtheid, leeftijd van de bomen, etc. Tijdens het veldwerk zijn er monsters genomen van de vegetatie, strooisel laag en de humus. Deze monsters zijn gewogen en gedroogd, in het laboratorium van de Universiteit Wageningen, om de biomassa te bepalen. Hierdoor ontstaat er meer informatie over de brandbaarheid van de vegetatie. Per plot worden verschillende methodes gebruikt om de verschillende vegetatie lagen in kaart te brengen en daarmee het aandeel in brandstof per onderzocht type. Figuur 5 geeft de vier verschillende natuurtypen weer die zijn onderzocht. Figuur 5 Heide Grove den Douglas Beuk/eik Heide Voor de droge heide (Calluna vulgaris) terreinen is er gekeken naar verschillen in leeftijd van de heide, mate van vergrassing en beheer. Zo is er een plot onderzocht met oude heide planten, een met jonge heide. Er zijn plots onderzocht die begraasd werden als beheermaatregel maar ook heide die niet werd begraasd. Daarnaast zijn er plots onderzocht met pijpenstrootje (Molinia caerulea) en een met rode bosbes (Vaccinium vitis-idaea) en vliegden (Pinus sylvestris). Beuk en eik De belangrijkste verschillen voor dit type opstand zat in leeftijd en de dichtheid van de opstand. Er zijn opstanden onderzocht met relatief oude bomen, jonge bomen, er is gekeken naar de samenstelling, verhouding beuk (Fagus sylvatica) en eik (Quercus sp.), de ondergroei (zoals hulst: Ilex aquifolium). Daarnaast is er ook rekening gehouden met de verschillen in het aandeel dood hout op de bodem. Grove den De verschillende plots voor grove den (Pinus sylvestris) zijn uitgevoerd in relatief dichte opstanden met gras als ondergroei, opstand met Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) of blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus) en bochtige smele (Deschampsia flexuosa). Daarnaast zijn er plots uitgevoerd in een jonge dichte opstand, een opstand met een hoog aandeel in dood hout en een opstand met Amerikaanse vogelkers en lijsterbes (Sorbus aucuparia) als ondergroei. 10
11 Douglas Voor de douglas (Pseudotsuga menziesii) opstanden zijn er tevens verschillende plots uitgevoerd. Zo is er een plot uitgevoerd in een opstand met menging van douglas en grove den, een plot in een opstand met menging van oude en jonge douglas sparren. Daarnaast is er een opstand onderzocht met een lage dichtheid en oudere bomen, een opstand met jonge bomen, een met bomen van een gemiddelde leeftijd en een met relatief oudere bomen met zaailingen. Grasland Aan het einde van het onderzoek zijn er, als extra, twee graslanden onderzocht, deze graslanden bevonden zich op oude heide terreinen. Er kan worden gesproken van zeer sterke vergrassing in heide terreinen met voornamelijk pijpenstrootje. 5. Duin onderzoek In de zomer/najaar van 2013 heeft het brandstofonderzoek in duingebied plaats gevonden. Dit onderzoek is uitgevoerd in het Nationaal Park Duinen van Texel, Nationaal Park Zuid-Kennemerland en in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Er zijn vijf verschillende natuurtypen onderzocht. Namelijk open duin, duingrasland, duinheide, duinvallei en duinstruweel. De eerst vier genoemde zijn onderzocht op Texel. Voor duinstruweel is er onderzoek uitgevoerd in de duinen nabij Haarlem. Voor elk natuurtypen zijn zes verschillende plots uitgevoerd. Tijdens het veldwerk zijn er monsters genomen van de vegetatie, deze monsters zijn gewogen en gedroogd in het laboratorium van hogeschool van Hall Larenstein. Duinen zijn in Nederland erg belangrijk, zij dienen als een kustverdedigingswerk. De jonge duinen zijn de eerste duinenrij langs de kust. Hier kan je het natuurtype open duin en duin grasland vinden. De grijze duinen zijn oudere duinen en liggen verder landinwaarts dan de jonge duinen. Hier zijn de natuurtypes duin heide en duinstruweel te vinden. Enkele kenmerkende soorten voor duingebieden zijn helm (Ammophila arenaria), buntgras (Corynephorus canescens), struikhei (Calluna vulgaris), kraaihei (Empetrum nigrum), kruipwilg (Salix repens), braam (Rubus spp.) en duindoorn (Hippophae rhamnoides). Open duin Met open duin wordt de eerste vegetatie bedoeld die groeit op duinen vanaf de zee gezien. Het gaat om pionier vegetatie. Met andere woorden de eerste vegetatie die groeit op kale grond. Hierdoor is er vaak sprake van een open structuur vegetatie zonder strooisel laag met vaak maar een tot enkele soorten. Enkele typische soorten voor open duin zijn buntgras en helm. Duingrasland Na open duin volgt vaak duingrasland. Duingrasland is een dichter vegetatie type met vaak meerdere soorten. Enkele soorten die vaak voorkomen zijn helm en akkermelkdistel (Sonchus arvensis). Duinheide Op de oudere duinen komt onder andere het natuurtype duinheide voor. Dit type kenmerkt zich met soorten zoals struikhei en kraaihei maar ook helm en pijpenstrootje. 11
12 Duinvallei Dit is een enigszins vochtiger natuurtype, dit neemt echter niet weg dat natuurbrand niet mogelijk is in dit type. Enkele soorten die dominant voorkomen in de duinvallei plots zijn braam, riet (Phragmites australis) en kruipwilg. Duinstruweel Een van de soorten die veel voorkwam in de duinstruweel plots was duindoorn. Een positieve eigenschap van deze struik is het hoge percentage aan vitamine in de bessen. Een negatieve eigenschap is dat duindoorn explosief kan zijn wanneer het brand. Andere soorten die voorkwamen waren eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), zuurbes (Berberis vulgaris), wilde liguster (Ligustrum vulgare) en wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus). 12
13 6. Veenonderzoek Het derde brandstofonderzoek vond plaats in Het onderzoek is uitgevoerd in Northumberland, in het noorden van Engeland. Er is voor Engeland gekozen door het grotere areaal aan hoogveen. Engeland heeft, net als Nederland, een gematigd zeeklimaat, een van de redenen waarom de vegetatie goed vergelijkbaar is met de vegetatie in Nederland. Voor het veenonderzoek zijn er plots uitgezet in hoogveen, veenheide, veenstruweel en in veenbos. Voor elk type zijn, net als bij de andere brandstofonderzoeken, verschillende plots uitgevoerd. Het veldwerk (figuur 6) is uitgevoerd in het zuidelijke gedeelte van het Nationale Park. Voor het veldonderzoek is contact opgenomen met het Nationaal Park, Forest Commission en enkele lokale agrariërs. Er zijn in totaal 23 verschillende plots uitgevoerd. Acht hoogveen plots, zeven plots in veenheide, vier in veen bos en vier plots in veenstruweel. Naast het veldwerk in Engeland, zijn er in Nederland monsters genomen van de vegetatie en de veenlaag. Hiervoor is het team afgereisd naar Aamsveen. De monsters zijn gewogen, gedroogd en opnieuw gewogen in het laboratorium van hogeschool van Hall Larenstein om de biomassa te bepalen. Figuur 6: Foto s veldwerk onderzoek veengebied 13
14 Hoogveen Een aantal kenmerkende soorten voor hoogveen zijn eenarig wollegras (Eriophorum vaginatum) en veenmos (Sphagnum spp.) er komen ook soorten voor zoals pitrus (Juncus effusus) en pijpenstrootje (Molinia caerulea). Voor het onderzoek zijn er totaal acht verschillende plots uitgevoerd voor hoogveen. Hoogveen wordt hoofdzakelijk gevoed door regenwater en staat dus niet in verbinding met het grondwater. Dit heeft te maken met de structuur en opbouw van veenmos, dit is een mos soort dat in staat is om veel water vast te houden. Door deze eigenschap creëert veenmos zogenaamde veenkussens boven het landschap. Vegetatie die groeit op deze veenkussen staat alleen in contact met regenwater. Het effect van alleen regenwater in hoogveengebieden is onder andere te merken aan de vegetatiesamenstelling. Doordat regenwater van natuur uit nutriëntenarm is, kunnen op hoogveen gebieden alleen soorten groeien die hier tegen bestand zijn. Veenvorming vindt plaats door afsterving van plantaardig materiaal. In veengebieden heerst een zure omgeving die zuurstofarm is. Door deze omstandigheden vindt afbraak van afgestorven plant materiaal zeer langzaam plaats ( Eens in de tien jaar kan er een centimeter veen bijgroeien, met als voorwaarde dat de groei omstandigheden voor veen optimaal zijn ( Veenheide Struikhei (Calluna vulgaris), gewone dopheide (Erica tetralix) en lavendelhei (Andromeda polifolia) zijn kenmerkende soorten van veenheide. Vaak in combinatie met verschillende gras soorten zoals eenarig wollegras of pijpenstrootje. Voor de zeven plots die zijn uitgevoerd voor veenheide is onder andere gekeken naar verschil in samenstelling van heide ten opzichte van gras. Daarnaast zijn er verschillen in de plots in ouderdom van de heide en wel of geen begrazing (door schapen). Veenbos (Hoog)veen bos wordt gekenmerkt door zachte berk (Betula pubescens), bos wilg (Salix caprea) en zwarte els (Alnus glutinosa). De dichtheid en de ondergroei zijn twee punten waarop gelet is binnen de verschillen per plot. Zachte berk is een van de meest voorkomende boomsoort in hoogveen. In totaal zijn er vier verschillende plots uitgevoerd voor veenbos. Veenstruweel Vegetatie type waarbij jonge bomen of struiken voorkomen. Kenmerkende soorten zijn zachte berk, bos wilg en zwarte els. Als ondergroei moet er gedacht worden aan pitrus en wilgenroosje (Chamerion angustifolium). In totaal zijn er, net als voor veenbos, vier verschillende plots uitgevoerd. Verschillen in de plots zijn te vinden in de soortensamenstelling, maar ook in de leeftijd en dichtheid van de struiken. 14
15 7. Data Analyse Per verricht brandstofonderzoek is een photoguide samengesteld. De gegevens die zijn verzameld tijdens het veldwerk worden in Excel tabellen verwerkt. Per plot wordt een bestand gemaakt (met verschillende tabbladen) zo ontstaan er overzichtelijke bestanden met alle gegevens van de verschillende plots. Deze gegevens worden verwerkt zodat, per vegetatie type, de hoeveelheid aan brandstof overzichtelijk is. De verwerking van de gegevens is uitgevoerd door Dr. Brian Oswald van de Stephen F. Austin State University Texas (Brouwer, 2012). De geanalyseerde data is in de vorm van een photoguide aan het IFV overhandigt. De data uit de photoguide s zal worden opgenomen in het natuurbrand verspreidingsmodel (NBVM). 8. Bosonderzoek In de planning voor 2015 staat het bosonderzoek. Er zullen net als bij de andere brandstofonderzoeken verschillende plots worden uitgevoerd voor verschillende bostypen. Daarbij lettend op de reeds uitgevoerde plots op de Veluwe en die in veen bos. Het onderzoek zal plaats vinden in opdracht van IFV in samenwerking met Stephen F. Austin State University en hogeschool van Hall Larenstein. Bij beide universiteiten zal naar studenten worden gezocht die mee willen werken aan het veldonderzoek als stage opdracht. 9. Ontwikkelingen De data uit de photoguide s zal worden vertaald en gevalideerd en zal als input dienen voor het natuurbrandverspreidingsmodel. Er zal een overzicht worden gemaakt van alle natuurtypen die reeds zijn onderzocht en welke data nog mist als nodige input voor het model. Daarnaast zal er op verzoek van zowel binnen- als buitenland aanvullend onderzoek worden verricht voor het natuurbrandverspreidingsmodel. 10. Literatuurlijst Rapporten Schelhaas, M.J. (2003), Klimaatverandering en de functies van het landelijk gebied, Alterra Wageningen Krawchuk, M.A., Moritz, M.A., Parisien, M., Dorn van, J., Hayhoe, K., (2009), The current and future distribution of wildfire, USA Internet
16 Bijlage A: Tijdlijn Natuurbrandverspreidingsmodel 16
17 17
Instituut Fysieke Veiligheid Expertisecentrum Postbus HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem
Instituut Fysieke Veiligheid Expertisecentrum Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl 026 355 24 00 Bijlage(n) 1 Datum 6 oktober 2015 Onderwerp rapport brandstofonderzoek
Nadere informatieBrandstofonderzoek ondergroei bos
Brandstofonderzoek ondergroei bos Instituut Fysieke Veiligheid Expertisecentrum Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl 026 355 24 00 In samenwerking met: Colofon
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A
ONDERWERP Inventarisatie DBH Abdissenbosch DATUM 4 september 2018 PROJECTNUMMER C05057.000164 ONZE REFERENTIE 079968180 A VAN Folkert Volbeda AAN Bodemzorg Limburg KOPIE AAN Frank Gierman en Piet Oudejans
Nadere informatieSUBSIDIERING VAN DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN
SUBSIDIERING VAN DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN Artikel 1 Het aanbrengen van lijnvormige beplantingen, zijnde hagen, houtkanten, bomenrijen, kan door het gemeentebestuur gesubsidieerd worden
Nadere informatieinfo@copijn.nl Inhoud 1 2 3 4 1 2 1 De Richtlijnen NVTB Versie 2013 kunnen gedownload worden van de site www.boomtaxateur.nl. 2.3.1 Waardecategorie A 2.3.2 Waardecategorie B 2.3.3 Waardecategorie C
Nadere informatieAddendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag
Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg - Westerslag
Nadere informatie(Heivlinder Foto: archief GP) Vlinderinventarisatie Grenspark: (Beschrijving per route: alle routes met uitzondering van Steertse Heide)
(Heivlinder Foto: archief GP) Vlinderinventarisatie 2005-2006 Grenspark: (Beschrijving per route: alle routes met uitzondering van Steertse Heide) RAPPORT: Ledegen Ignace 2007, in het kader van Grensparkmonitoring,
Nadere informatieNatuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1
C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 Martin Winnock, inverde 1 Bossen in Vlaanderen Het b o s in Eu ro pa 146.000 ha 2 Verschuiving bosareaal van west naar oost! BBB - Bosbeheer deel 1
Nadere informatieSteenmeel als maatregel tegen verzuring in heide en bossen
Steenmeel als maatregel tegen verzuring in heide en bossen Roland Bobbink, Leon van den Berg, Huig Bergsma, Henk Siepel, Joost Vogels, Evi Verbaarschot, Bas van de Riet & Maaike Weijters BIOGEOCHEMICAL
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213
INLEIDING Het plangebied is gelegen in een jong ontginningslandschap ten noordwesten van de kern Roggel. plangebied plangebied in het veld BEPLANTINGSPLAN 051113-1:1250 H1 Beukenhagen B1 Platanen S1 infiltratie
Nadere informaties ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief
reggedal Enter s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief o v e r z i c h t Bos: Vogelkers - Essenbos (VE) 3 Eiken - Essenbos (EE) 4 Singels
Nadere informatieNatuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan
Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan Een natuurbrandverspreidingsmodel berekent aan de hand van een aantal parameters de verspreiding van het vuurfront in de tijd. Hoe snel en op welke manier
Nadere informatieHeide als landschap: historie, bodem en ontwikkeling. Rienk-Jan Bijlsma & Rein de Waal
Heide als landschap: historie, bodem en ontwikkeling Rienk-Jan Bijlsma & Rein de Waal 1953 Nieuwe functies vragen om nieuwe beheermethoden Evenwicht tussen hei en gras wanneer ontwikkeling ongestoord verloopt
Nadere informatieGrasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4
Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen
Nadere informatieHoutoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden
Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en
Nadere informatieBestaande bebouwing: Ysselsteyn. zichtas provinciale grenslijn. Ven/ natuurlijke wadi t.b.v. waterberging/ infiltratie. vegetatie: natte/ droge Heide
Bestaande Houtsingel/ laanbomen Houtsingel: Zachte berk (natte) en ruwe berk (drogere), inlandse Eik (solitaire bomen) JZ_01 Hakhout Zachte berk (natte) en ruwe berk (drogere), inlandse Eik Struiklaag:
Nadere informatieInventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer
Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk Controleur: Ruud Dingerdis, Gecontroleerd op 07-08-2014 European Treeworker Hoek Hoveniers Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk
Nadere informatieVraag 1. Geologie en Sedimentatie
Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Geef korte antwoorden op onderstaande vragen (gebruik volgend vel papier), ca. 5 min. per vraag. Noordzee Waddenzee zee niveau zee niveau ca. 1 km 1 m Figuur 1. Schematische
Nadere informatieir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Kootwijkerdijk 12, Kootwijkerbroek Beplantingsplan
ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Beplantingsplan 2 Te behouden beplanting Kootwijkerdijk 12 te behouden zomereiken te behouden gewone esdoorn te
Nadere informatielandschapsplan Udenseweg 45, Zeeland
landschapsplan Udenseweg 45, Zeeland 1 colofon titel landschapsplan Udenseweg 45, Zeeland inhoudsopgave 1 context 3 datum concept 28.01.2016 gewijzigd 29.12.2016 2 voorzijde 4 3 achterzijde 5 4 plan 6
Nadere informatieMutatiedatum: Diameter. handhaven. Soort. Antonie van Leeuwenhoeklaan tot Buijs Ballotlaan Datum beoordeling: 15 september Nr.
Antonie van Leeuwenhoeklaan tot Buijs Ballotlaan Datum beoordeling: 15 september 2016 Nr. Soort Diameter Hoogte 1 Betula 30 10 >10 ja levensverwachting handhaven Opmerkingen Advies 2 Quercrus rubra 80
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimteplan A. Vastenburg Bommerigerweg 21, 6281 BR Mechelen - PNR 6281BR
LIGGING Het plangebied is gesitueerd in het gehucht Bommerig, ten noordoosten van de kern Epen. Bommerig bevindt zich op een matig steile helling aan de oostkant van het Geuldal. hagen en bomen op ten
Nadere informatieRatelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten.
Ratelpopulier Populus tremula Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten. Witte abeel Populus alba Stam: Bochtige stam met grijze
Nadere informatieLandschappelijke inpassingen en tegenprestatie paardenfokkerij Flitige Lise Breestraat ongenummerd, 5993 BH Maasbree PNR 5802DC / agp
LIGGING Het plangebied is gesitueerd in een ouder ontginningslandschap, ten noorden van de oude nederzetting Rinkesfort en ten zuiden van de kern Maasbree. beplanting en bebouwing op omliggende erven bomenrij
Nadere informatieLandschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp
LIGGING bebouwing van Maasbracht bosjes struweel bomenrij langs de 1 e Heiweg Het plangebied is gesitueerd in de gemeente Echt. Het bevindt zich in de zone tussen het Julianakanaal en de A2, ten zuiden
Nadere informatieSubsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s
Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s Een WBE kan via het faunabeheerplan een aanvraag indienen tot het verkrijgen van een projectsubsidie.
Nadere informatieMemo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Eindhoven, 5 februari Aan Gemeente Veldhoven M. Yucesan. Kopie aan.
Memo Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Eindhoven, 5 februari 2015 330919 Aan Gemeente Veldhoven M. Yucesan Kopie aan Van Betreft Notitie kwaliteitsverbetering landschap In artikel 2.2. van de Verordening
Nadere informatieBiotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019
Biotoop heide Cursus natuurmanagement, 2019 Natura 2000 Wat doen we vandaag? Heide Heide in Vlaanderen Begin 19 de eeuw Grootste uitbreiding heidelandschap (woeste grond) De mens vecht om er te overleven.
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Hoogstraat Hoogstraat , Uden - PNR 5406TH
8 KADASTRAAL Het plangebied omvat een deel van perceel 1282 in de sectie Q van de kadastrale gemeente Uden. Zie de markering in het kadastraal uittreksel hieronder en de luchtfoto rechts. plangebied kadastraal
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Zorgmanege The Horse Valley Heide 1a, 6088 PC Roggel - PNR 6088PC / / /
LIGGING ten oosten gelegen bos Het plangebied is gesitueerd ten noorden van de kern Roggel. Ten oosten van het plangebied bevindt zich een uitgestrekt bosgebied, plaatselijk bekend als de Ophovense Zandberg.
Nadere informatieBeplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart
Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart Project: Deelgebied: Projectnr.: Opdrachtgever: Datum: Cluster EVZ's EVZ Vossenbergse Vaart 9X5187 Waterschap Brabantse Delta 23 januari 2013 Nr. Wetenschappelijke
Nadere informatieProjectteam Groen. Advies. Van Haeringenplantsoen. Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie. IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H.
Projectteam Groen Advies Van Haeringenplantsoen Inventarisatie bomen t.b.v. de renovatie IB, Groen, 10 april 2017 Maarten H. van Atten 1 Colofon Titel Opdrachtgever Van Haeringenplantsoen inventarisatie
Nadere informatieBossen in Vlaanderen
C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos deel 1 Martin Winnock, inverde Bossen in Vlaanderen 1 H e t bos op w e r e l d s c h a a l - E u r o p a H e t bos op w e r e l d s c h a a l - E u r o p
Nadere informatieBoomkwekerij Dams Achtmaalseweg 130b 4881 AW Zundert M: T: F:
Boomkwekerij Dams Achtmaalseweg 130b 4881 AW Zundert M: 06-53208631 T: 076-5972522 F: 076-5975300 E-mail: erna@boomkwekerijdams.nl Onder voorbehoud van tussentijdse verkoop 100 Acer campestre 10-12 W,geveerd
Nadere informatieNatuurstreefbeelden bos. Natuurmanagement: natuurstreefbeelden bos
Natuurstreefbeelden bos Inhoud 1. Kenmerken van bosnatuurstreefbeelden 2. Types van bosnatuurstreefbeelden en de kenmerkende soorten 3. Bosnatuurstreefbeelden plaatsen in een abiotisch schema 4. Beheer
Nadere informatieGemeente Schoten Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Borgeind Stedenbouwkundige voorschriften Dossier SHO110
Gemeente Schoten Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Borgeind Stedenbouwkundige voorschriften Dossier SHO110 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Schoten september 2011 Provincie: Gemeente Opdrachtgever:
Nadere informatieBosjes plangebied Kassen Jonge Singel + buurerf UITGANGSSITUATIE
UITGANGSSITUATIE Bosjes plangebied Kassen Jonge Singel + buurerf Het plangebied is gelegen aan de Molenweg, ten zuidoosten van de kern Stramproy. Aan de zuid- en noordkant wordt het plangebied ruimtelijk
Nadere informatieAIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk
AIRALLERGY Belgisch Aërobiologisch Surveillance Netwerk Informatieblad Week 18: van 1 mei tot en met 7 mei 2017 Wist u dat? De paardenkastanje (Aesculus) is een entomofiele boom. Dit betekent dat het stuifmeel
Nadere informatieLandschappelijke en stedenbouwkundige inpassing Bouwplan Vermeer Roothweg 1, 5964 NS Meterik PNR 5964NS1-240112
LIGGING kleinschalige ontginningslinten met een veelzijdige ontwikkeling van (neven)bedrijvigheid en wonen Het plangebied is gelegen aan de Roothweg 1, ten zuiden van de kern Meterik. Zie de markeringen
Nadere informatieLijst van inheemse bomen en struiken voor het vogel- en hakhout bosje aan de slootkant van de Tuin vereniging de Leeuwenbergh, Den Haag.
Lijst van inheemse bomen en struiken voor het vogel- en hakhout bosje aan de slootkant van de Tuin vereniging de Leeuwenbergh, Den Haag. Archaeofieten. De soorten met een sterretje zijn niet inheems, maar
Nadere informatieNaam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 -
Inrichtingsplan Verlengde Looweg 7 Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon:
Nadere informatieDe spontane ondergroei van bosgemeenschappen onder verschillende hoofdboomsoorten
G.M. Dirkse & J.G. de Molenaar, 1!3~-~~0,~ageningen De spontane ondergroei van bosgemeenschappen onder verschillende hoofdboomsoorten Wij beogen te laten zien hoe eenzelfde bosgemeenschap er onder de ene
Nadere informatieSubsidieverordening natuur en landschap Groesbeek 2005
CVDR Officiële uitgave van Berg en Dal. Nr. CVDR27922_1 25 oktober 2016 Subsidieverordening natuur en landschap Groesbeek 2005 De raad der gemeente G r o e s b e e k; gelezen het voorstel van het college
Nadere informatieBEREKENING DOELMATIGHEIDSSCORE AANPLANTSUBSIDIE VOOR BOSLANDBOUWSYSTEMEN
BEREKENING DOELMATIGHEIDSSCORE AANPLANTSUBSIDIE VOOR BOSLANDBOUWSYSTEMEN 1 FORMULE Doelmatigheidsscore (DMS)voor een perceel = SOM (%boomsoort score van de soort(streekeigen + multifunctionaliteit)) +
Nadere informatieDELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK
DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK Kwaliteitsbeoordeling van de bomen op deze locatie Door T. Katerberg European Tree
Nadere informatieBeatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan
Beatrixpark visie, beheer- en onderhoudsplan november 2017 Inhoudsopgave Interventies fase 1 Interventies fase 2 van analyse tot visie 2 uitwerkingen karakteristieke zones Beheer en onderhoudsplan Interventies
Nadere informatieAanpak Invasieve exoten. Henk Siebel mei 2014
Aanpak Invasieve exoten Henk Siebel mei 2014 Aanpak probleem met invasieve exoten in bos- en natuurgebieden Waar hebben we het over? Welke strategie is de beste? Algemene opties Struiken, bomen en ruigtekruiden
Nadere informatieBosreservaat De Stille Eenzaamheid
Bosreservaat De Stille Eenzaamheid Alterra-rapport 746 1 Bosreservaat De Stille Eenzaamheid Bosstructuur en vegetatie bij aanwijzing tot bosreservaat M.J. Schelhaas K.W. van Dort Alterra-rapport 746 Alterra-rapport
Nadere informatieHoutoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden
Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Wim de Vries, Anjo de Jong, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en
Nadere informatieVegetatie van loof- en gemengde bossen,
Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In loofbossen en gemengde bossen
Nadere informatieBos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer
Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer B Grauwe els 40% B Zwarte els 10% K Grassen (Henna, Witbol, Raaigras) 30% K Braam 30% K Koninginnekruid 10% K Grote brandnetel 10% K Moerasspirea 4% K Gewone
Nadere informatiePRINCIPEDETAILS OPENBARE RUIMTE ANNA S HOEVE
PRINCIPEDETAILS OPENBARE RUIMTE ANNA S HOEVE Principedoorsnede gebiedsontsluitingsweg: Minckelersstaat Trottoir: betontegel 30x30x8 grijs met basalttoeslag. Fietspad: betontegel 30x30x8 rood met basalttoeslag
Nadere informatieLandschappelijke inpassing en mitigerende maatregelen Ruimte voor Ruimteplan Grijzegrubben 2, Grijzegrubben 2, 6361 GM Nuth - PNR 6361GM
LIGGING Bebouwing en beplanting van Grijzegrubben en Nierhoven Het plangebied is gesitueerd aan de oostkant van het gehucht Grijzegrubben, ten westen van de kern Nuth. Het is gesitueerd op de overgang
Nadere informatieERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5
ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5 De erven van de Sandersstraat zijn gelegen in het Slagenlandschap. Dit landschapstype kenmerkt zich voornamelijk door de haaks op elkaar staande hoofdrichtingen
Nadere informatieSUBSIDIEREGELING VERBINDINGEN EN LANDSCHAP NOORD-BRABANT 2014
1 SUBSIDIEREGELING VERBINDINGEN EN LANDSCHAP NOORD-BRABANT 2014 In het kader van de provinciale Subsidieregeling verbindingen en landschap kunnen bijdragen worden verstrekt voor aanleg van landschapselementen,
Nadere informatieHoutoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk.
Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk. Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker 27-02-2019 Inhoud De
Nadere informatieSchapen en voederbomen. Boki Luske Proeftuin Agroforestry Noord-Holland
Schapen en voederbomen Boki Luske 12-06-2019 Proeftuin Agroforestry Noord-Holland Schapen worden vaak ingezet voor natuurbeheer, waar ze tijdelijk in natuurgebieden worden geschaard. In de natuurterreinen
Nadere informatieSchapen en voederbomen
Schapen en voederbomen Boki Luske, Louis Bolk Instituut 12-06-2019 Proeftuin Agroforestry Noord-Holland Inleiding Schapen worden vaak ingezet voor tijdelijk natuurbeheer in natuurgebieden. Door hun graas-
Nadere informatieLandschappelijke inpassing en tegenprestatie Van Lier Agro BV' Katsberg 8, 5768 RH Meijel - PNR 5768RH aangepast op
LIGGING Het plangebied is gelegen ten zuidoosten van de kern Meijel. In zuidelijke richting verloopt de Noordervaart met begeleidende bosjes en opgaande beplanting. Aan de oostkant bevindt zich een laagte
Nadere informatieLandschappelijke inpassing ROOIJE HOEFSEDIJK 110' Rooije Hoefsedijk 110, 5421 XP Gemert - PNR 5421XP (print op A3)
LIGGING plangebied Het plangebied is gelegen ten oosten van de kern Gemert. Zie de markeringen in de uitsnede van de topografische kaart hieronder en de luchtfoto rechts. plangebied 1 HISTORIE & CONTEXT
Nadere informatieEcologisch beplantingsadvies
Ecologisch beplantingsadvies Lagenhouwselaan, Leusden Tekst, foto's en samenstelling In opdracht van Rapportnummer Status rapport Collegiale toets M.W. van den Hoorn B. Kisteman NO12347-01 Definitief J.A.
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Niesweg 3 Niesweg 3, Hegelsom - PNR 5963NE3-170812
Landschappelijke inpassing Niesweg 3 LIGGING Het plangebied is gesitueerd aan de Niesweg, ten zuidoosten van de kern Hegelsom. Zie de markering in de uitsnede van de topografische kaart hieronder en de
Nadere informatieBouwverordening betreffende beplanting
Bouwverordening betreffende beplanting Gemeenteraadsbesluit van 7 juli 1998 Goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening op 16 november 1998 Toepassingsgebied
Nadere informatiesolitaire boom, schaduw creëren, sneukelhaag, nachtvlinders, vogelbosje, bloem, houtkanten houtkant, bosrand,
Lijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken Archaeofieten. De soorten met een sterretje zijn niet inheems, maar sinds de Romeinse tijd bij ons ingevoerd uit het Mediterrane gebied. Gezien overeenkomstige
Nadere informatieHet Nederlandse bos in cijfers
Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie - Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.
Nadere informatieRucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):
Rucphen Achtmaalsebaan 22 Inrichtingsplan identificatie planstatus projectnummer: datum: 401144.20160583 03-02-2017 projectleider: ing. J.A. van Broekhoven opdrachtgever: PO Schijf v.o.f. auteur(s): ir.
Nadere informatieMASTERPLAN LANDGOED LUZENKAMP ROERMOND Heide 4, 6042 LN Roermond
LIGGING - TOPOGRAFISCHE KAART Het plangebied omvat het erf en opstallen, weidegronden en bos van het Hippisch Centrum Roermond. Het plangebied is gelegen in de gemeente Roermond, nabij de Duitse grens
Nadere informatieLijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken
Lijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken Archaeofieten. De soorten met een sterretje zijn niet inheems, maar sinds de Romeinse tijd bij ons ingevoerd uit het Mediterrane gebied. Gezien overeenkomstige
Nadere informatieCursus herkennen bomen en struiken. i.o.v.
Cursus herkennen bomen en struiken i.o.v. Wat moet je meenemen? Bomen staan soms verder van de openbare weg. Twijgen, knoppen en bladeren zitten soms vrij hoog om details te zien. Zorg dat je een verrekijker
Nadere informatieInformatieblad. Week 17: van 22 tot en met 28 april 2019
Informatieblad Week 17: van 22 tot en met 28 april 219 Wist u dat? De paardenkastanje (Aesculus) is een entomofiele boom. Dit betekent dat het stuifmeel hoofdzakelijk verspreid wordt via insecten, waardoor
Nadere informatieInformatieblad. Week n 19 : van 7 mei tot en met 13 mei 2018
Informatieblad Week n 19 : van 7 mei tot en met 13 mei 2018 Wist u dat? In de loop der jaren had het grassentuifmeelseizoen de neiging om vroeger te beginnen in België 1. Ook in 2018 volgt de bevestiging
Nadere informatieVinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan
Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan 18-03-2014 Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan werknummer 24014028A opdrachtgever H. Ruijs versie 01 auteur MvS datum 18-03-2014 2 Bureau Verkuylen 18-03-2014
Nadere informatieBOOM INVENTARISATIE W.A. SCHOLTENLAAN DOORWERTH IN OPDRACHT VAN: RVG DEVELOPMENT BV
BOOM INVENTARISATIE W.A. SCHOLTENLAAN DOORWERTH IN OPDRACHT VAN: RVG DEVELOPMENT BV KANTOOR : VAN JAARSVELD/VAN SCHERPENZEEL ADRES : OVEREIND 42, 3998 JB SCHALKWIJK. TELEFOON 030-6011880 OPNAMEDATUM :
Nadere informatieAdvies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde
Landschapsbeheer Drenthe aaaaaaaaaaaaa Landschapsplan van het perceel Grietmanswijk 5a te Bovensmilde t.b.v. nieuwbouw loonbedrijf provinciale organisatie beschikt Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij
Nadere informatieStereo Photo Series for Estimating Natural Fuels in The Netherlands Volume 3: Veen
Stephen F. Austin State University SFA ScholarWorks Faculty Publications Forestry 2015 Stereo Photo Series for Estimating Natural Fuels in The Netherlands Volume 3: Veen Brian P. Oswald Arthur Temple College
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Vijfde wijzigingsregeling Subsidieregeling natuur Noord-Brabant
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 837 31 januari 2018 Vijfde wijzigingsregeling Subsidieregeling natuur Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet op
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Bex BV Baarloseweg 42, Kessel - PNR 5995BL / /
LIGGING Het plangebied is gesitueerd aan de oostkant van de kern Kessel. Het grenst aan de Schijfweg Noord en vormt een deel van de bedrijfslocatie van Bex BV. Ruimtelijk kader De bebouwing en beplanting
Nadere informatieStreekeigen en inheemse bomen en struiken Overijssel
Streekeigen en inheemse bomen en struiken zijn soorten die van nature in een gebied voorkomen (standplaats) en soorten die hieraan zijn toegevoegd vanuit cultuurhistorisch perspectief (streekeigen). Onderstaande
Nadere informatieGemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan T.C. Den Otter
Gemeente Zoersel Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan T.C. Den Otter Stedenbouwkundige voorschriften Dossier ZOE01041 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Zoersel Juli 2017 Provincie: Gemeente
Nadere informatieErfbeplantingsplan Bloemenkwekerij van Thiel Kapelweg 33 Handel. i.o.v. dhr. C. van Thiel
Erfbeplantingsplan Bloemenkwekerij van Thiel Kapelweg 33 Handel i.o.v. dhr. C. van Thiel Gemaakt door: Hoveniersbedrijf De Paashoef Gemert September 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding blz.
Nadere informatieHertelerweg tegenover 6 Gaanderen
Hertelerweg tegenover 6 Gaanderen Inrichtingsplan Hertelerweg te Gaanderen Onderdeel van de bestemmingswijziging agrarisch loonbedrijf en grondverzet Hofstad. Colofon Hoog-Keppel : mei 2014 Rapportnummer
Nadere informatieLijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken
Bron: LNE - MOS Lijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken Archaeofieten. De soorten met een sterretje zijn niet inheems, maar sinds de Romeinse tijd bij ons ingevoerd uit het Mediterrane gebied. Gezien
Nadere informatieLandschappelijke inpassing bouwkavel Venderstraat 5 Venderstraat 5, Haler - PNR 6012RK /291014/ (print op A3)
LIGGING plangebied Het plangebied is gelegen ten noordoosten van de kern Haler, ten noordwesten van de kern Hunsel. In zuidelijke richting bevindt zich het Langven. Zie de markeringen in de uitsnede van
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Herontwikkeling Laarderweg 70 Laarderweg 70, 6005 NL Weert PNR 6003NL
LIGGING Het plangebied is gesitueerd in een ouder ontginningslandschap ten noorden van Weert. Voor de ten zuidwesten van het plangebied gelegen zone tussen Laar en de noordelijke stadsrand van Weert is
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimte plan Schey 11, Schey 11 6255 NL, Noorbeek PNR-6255NL11-190110
LIGGING dal van de Noor op het plateau gelegen gehucht Schey plangebied Het plangebied is gelegen ten oosten van de kern Noorbeek, in het gehucht Schey. Noorbeek is gelegen in het dal van de Noor, Schey
Nadere informatieSubsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s
Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s Een WBE kan via het faunabeheerplan een aanvraag indienen tot het verkrijgen van een projectsubsidie.
Nadere informatieDe historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten. Concept
De historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten Concept Martijn Boosten & Patrick Jansen Wageningen, april 009 Boosten, M., Jansen, P.
Nadere informatieFlora van naaldbossen,
Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland
Nadere informatieEen bossingel voor Buitengoed Het Lageveld
Een bossingel voor Buitengoed Het Lageveld Het is de wens van de gemeente Wierden om het vakantiepark Buitengoed Het Lageveld te omgeven door een groenstrook. Om dit te bereiken is er in de ontwikkelingsovereenkomst
Nadere informatiegroenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN definitief 17 september 2015
groenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN definitief 17 september 2015 groenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN definitief 17 september 2015 opdrachtgever De Maaihoeve B.V. contactpersoon A.G.J.T. van Veluw
Nadere informatiestedenbouwkundige voorschriften april 2013
RUP Speelbos Mierennest stedenbouwkundige voorschriften april 2013 1 Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer Initiatiefnemer: Stad Sint-Niklaas Grote Markt 1 9100 Sint Niklaas Contactpersoon:
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Arnaud de Calavon Dijkerstraat 25, 6006 PR Weert - PNR 6006PR /agp
INLEIDING bebouwing en beplanting op ten westen, noorden en oosten gelegen percelen Het plangebied is gesitueerd in een oudere bebouwingscluster, ten zuiden van Weert en ten westen van de N292, de verbindingsweg
Nadere informatieL ANDSCHAPSEL E M E N T E N ( h a g e n, h a a g k a n t e n, h o u t k a n t e n e n b o m e n r i je n )
S UBSIDIERING VOOR AANPLANTING EN ONDERHOUD VAN LI J N V O RMIGE L ANDSCHAPSEL E M E N T E N ( h a g e n, h a a g k a n t e n, h o u t k a n t e n e n b o m e n r i je n ) S UBSIDIERING VOOR AANPLANTING
Nadere informatieBijlage 1 Groene kaart
Bijlage 1 Groene kaart Bron: www.leiden.nl Bijlage 2 Resultaten bomeninventarisatie Overzicht: - Overzichtskaart van deelkaarten - Kaart 1 - Kaart 2 - Kaart 3 - Kaart 4 - Kaart 5 - Tabel met resultaten
Nadere informatieBOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK
BOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK BOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK Opdrachtgever: Gemeente Alkmaar Projectnummer : P12182 Datum : 20 november 2012 Auteur : M.H. Verzijlbergen Controle : B. Stoffer Paraaf
Nadere informatiegroenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN
groenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN definitief 17 september 2015 opdrachtgever De Maaihoeve B.V. contactpersoon A.G.J.T. van Veluw documentstatus definitief documentversie 3 datum 10-02-2016 projectnummer
Nadere informatieLandschappelijke inpassing en Kwaliteitsverbetering bouwkavel / bouwplan Agrapork Someren VOF Dooleggersbaan 12, 5712 RG Someren - PNR 5712RG
LIGGING Het plangebied is gesitueerd aan de Dooleggersbaan ten zuiden van de kern Someren. plangebied plangebied HISTORIE De landschappelijke context is te kenschetsen als een jonge heideontginning. Rond
Nadere informatie*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. *Vastgelegde ontkalkte duinen
Nadere informatieª ª Æ ø ±ª Æø. Æ ª µ ª ± Æ º ª ª ª BIJLAGE 3. Beplantingsadvies
ª ª Æ ø ±ª Æø Æ ª µ ª ± Æ º ª ª ª BIJLAGE 3 Beplantingsadvies Beplantingsadvies landschappelijke inpassing silo, loods en woning t.b.v. nieuwbouw Landschapsbeheer Drenthe 1 Landschapsbeheer Drenthe maakt
Nadere informatie