THEMA S: Energie Verwarming en ventilatie VAKBLAD OVER KWALITEITSBORGING BIJ PRODUCTEN, HANDHAVING EN REGELGEVING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "THEMA S: Energie Verwarming en ventilatie VAKBLAD OVER KWALITEITSBORGING BIJ PRODUCTEN, HANDHAVING EN REGELGEVING"

Transcriptie

1 VAKBLAD OVER KWALITEITSBORGING BIJ PRODUCTEN, HANDHAVING EN REGELGEVING THEMA S: Energie Verwarming en ventilatie Nr. 9 Jaargang 1 september en

2 Aanmelden: omgevingindepraktijk.nl/gratis Omgeving in de praktijk.nl Het energiedak van Nelskamp Prestatie en uitstraling ontmoeten elkaar Waarom was de kleur en het model zo belangrijk? De keuze van een dakpan wordt gemaakt op basis van esthetica, terwijl de dakpan nu steeds vaker verdwijnt achter een serie panelen. Het is duidelijk dat het dak een energiedrager wordt, echter het wordt tijd dat de middelen samensmelten. Schema 2power Opbrengst elektriciteit (PV) Opbrenst warmte (PT) Verlies door weerkaatsing Warmte verlies door straling 2Power-Gewinne Glazen dekplaat 20% PV 40% PT Op de voorgrond de toegepaste MS5 PV en MS5 PVT modules in het dak geïntegreerd, op de achtergrond traditionele PV panelen. Om die reden introduceert Nelskamp dakpannen haar 2Power systeem gecombineerd met het panmodel MS-5. Modules die of alleen elektriciteit of tegelijk elektriciteit maar ook warmte genereren, dat aan de buitenzijde geen verschil toont. Daarbij blijft de horizontale pannenlijn overend om het pannendak in aanzien te behouden. Toch het bestaande dak gebruiken? Dat zijn de 2Power panelen als eenheid te verwerken in een fraai all-black systeem. Men kan de keuze maken om alleen elektriciteit op te wekken met de PV panelen, zgn. 1Power panelen, of om zowel het opwekken van elektriciteit als warmte in één PVT paneel te combineren, zgn. 2 Power panelen. PVT is de toekomst, waarbij het photovoltaïsche deel met het thermische deel wordt gecombineerd. De prestatie voor het genereren van warmte ligt tweeënhalf keer hoger dan het opwekken van elektriciteit. Voor de panelen geldt een opbrengst van 260 Wp stroom en maar liefst 719 Wp aan warmte bij een paneelafmeting van 1,6 vierkante meter dat gelijk is aan de meeste ander panelen. De dakdekker dekt de dakpannen in en plaatst de PV/PVT modules. Nelskamp combineert functionaliteit en esthetica. Voor de MS-5 modules geldt dat er op een vierkante meter maar liefst 100 Wp aan stroom en 245 Wp aan warmte wordt verkregen. Daarbij wordt de ranke module een eenheid met de onderliggende keramische dakpan model MS-5, die als drager dient. Veelal worden dakpannen vervangen door kunststof of aluminium onderleggers die een module draagt. Hierbij wordt voorbij gegaan aan de functie van de dakpan, namelijk dat deze zorgdraagt voor bescherming tegen weersinvloeden, maar ook dampdoorlatend is en daardoor minder condensvorming op kan treden etc. Ook is de dakpan als basis voor de Nelskamp modules waterdicht; er is dus geen folie ter bescherming nodig en de modules kunnen door 1 man aan worden gebracht dat scheelt in de verwerkingskosten. Bij PVT panelen kan de BTW op de gehele installatie worden terug gevorderd, wat bij andere warmtesystemen en collectoren niet kan. Nelskamp biedt u een totaalpakket aan dakpannen, hulpstukken en dak toebehoren waarbij het onderdeel energiedak een belangrijke tool is om samen te werken in concepten. Neem graag contact op via info@nelskamp.nl

3 VAKBLAD OVER KWALITEITSBORGING BIJ PRODUCTEN, HANDHAVING EN REGELGEVING Nr. 9 Jaargang 1 september en Inhoud Energie 6 Energie en bouw: lang en mooi verbond 8 Gevolgen energietransitie voor energienet en energie-opslag 12 Overzicht van opslagtechnieken voor energie 16 Geef energie de ruimte! 20 Energieprestatienorm wordt aangepast aan BENG Verwarming en ventilatie 27 De zoektocht naar het ultieme ventilatiesysteem 30 Comfortabel en mooi weggewerkt 32 Productnieuws 35 Kunststof en RVS samen in één schacht 36 Groendak verwerkt verontreinigde ventilatielucht en water En verder 5 Column 23 Aan de slag met NEN Vraag en antwoord 38 Energienieuws 40 NEN Nieuws 45 Verenigingsnieuws VBWTN Colofon HOOFDREDACTIE Ing. Frank de Groot Katja van Roosmalen REDACTIE Wico Ankersmit (directeur Vereniging BWT Nederland) Mr.drs. Hans Damen (Rho adviseurs voor leefruimte) Drs. Bart Dunsbergen (Ministerie BZK, Wonen en Bouwen) Ir. Hajé van Egmond (Instituut voor Bouwkwaliteit) Ir. Annet van der Horn (NEN Bouw) Ing. Gert-Jan van Leeuwen (Instituut voor Bouwkwaliteit) Drs. ing. Harry Nieman (Instituut voor Bouwkwaliteit) Dr. ir. C.C.A.M. (Caspar) van den Thillart (adviseur CE-markering en industrieel bouwen) Alle bijdragen worden op persoonlijke titel geschreven. UITGEVER Helene Hartlief (h.hartlief@bimmedia.nl) EINDREDACTIE Ingrid de Zwart-Schaap (bouwkwaliteit@bimmedia.nl) VORMGEVING De Opmaakredactie, Wehl ABONNEMENTEN BIM Media Klantenservice, Postbus 16262, 2500 BG Den Haag, tel (070) ; klantenservice@bimmedia.nl Abonnementen: 203,- (excl. btw), losse nummers 27,50 (excl. btw) Verschijnt 10 maal per jaar. Een abonnement geldt steeds voor een jaar en kan op elk gewenst tijdstip ingaan. Het abonnement wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij BIM Media Klantenservice. Vanwege de aard van de uitgave, gaat BIM Media uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Leden van de Vereniging BWT Nederland dienen met betrekking tot wijzigingen/opzegging lidmaatschap contact op te nemen met de ledenadministratie van de Vereniging BWT Nederland tel ADVERTENTIE-ACQUISITIE Rob Koppenol (rob@jetvertising.nl), Wij verwerken uw gegevens voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over BIM Media bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Als u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij BIM Media Klantenservice, postbus 16262, 2500 BG Den Haag. Voor informatie over onze leveringsvoorwaarden kunt u terecht op ISSN: BIM Media 2015 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De bij toepassing van art. 16b en 17 Auteurswet wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken op grond van art. 16 Auteurswet dient men zich te wenden tot de Stichting PRO, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden. Aangeleverde artikelen kunnen worden hergebruikt voor elektronische doeleinden. Voorpagina Een mooi verbond Energie en gebouw zijn met elkaar verbonden in het I/O gebouw van de HAN in Nijmegen. Gast-hoofdredacteur THEMA S: Energie Meindert Smallenbroek vertelt op Verwarming en ventilatie pagina 6 over de energie-opgaven en uitdagingen waar de bouwsector voor staat. Adverteerdersindex Nelskamp Dakpannen 2 NEN 42 Nysingh advocaten-notarissen 4 LP Building Products 48 Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

4 Om iets van de grond te krijgen moet je alle kikkers in de kruiwagen houden. Gebiedsontwikkeling. Nysingh weet er meer van. Bouwen, bestemmingsplannen of grondverwerving. Flora en fauna of projectontwikkeling. Als u zich met gebiedsontwikkeling bezighoudt, wordt u regelmatig geconfronteerd met juridische vraagstukken. Onze gespecialiseerde juristen hebben de ervaring om uw project niet ingewikkelder te maken dan het is. Wij brengen partijen niet alleen samen, maar zorgen er ook voor dat er geen kikkers uit de kruiwagen springen. De betrokken organisaties moeten elkaar juist versterken. Zij zijn voor een geslaagd project immers afhankelijk van elkaar. De vastgoedspecialisten van Nysingh kennen de regels én kennen de praktijk. Voor een deskundig en praktisch advies. Over onroerendgoedtransacties, erfpacht en exploitaties. Over ruimtelijke ordening en bestemmingsplannen. Over financieringen en kostenverhaal. Kijk op

5 Column De regels van de kunst Hebben jullie dat nou ook, dat je in je vakantie zo heerlijk kunt relativeren en dat planning en structuur overbodig lijken? Geen haast, geen deadlines, geen afspraken en geen regels. Het leven is simpel en gaat zijn gangetje. En wij altijd maar denken dat we niet zonder regels kunnen. Waar maken we ons toch steeds zo druk om? Daar dacht ik aan bij het terugblikken op een weekje Barcelona. En zeg je Barcelona, dan zeg je Gaudí en Sagrada Familia. Een imposant bouwwerk en al ongeveer 150 jaar under construction. Ruim 20 jaar geleden was ik ook in Barcelona. Toen stond er een aantal torens en een façade; geen gebouw met een dak erop. Toch is dit al heel lang één van de belangrijkste trekpleisters van de stad. Het ontwerp van deze basiliek is nogal eens fors gewijzigd. Inmiddels staat er een heuse kathedraal waar volgens planning nog ruim tien jaar aan gebouwd zal worden. Misschien is het ook maar beter als deze kerk nooit afkomt of gewoon naadloos overgaat in de onderhouds- of renovatiefase. Ondanks 150 jaar bouwen en ongelofelijk veel aandacht van enorm veel mensen, bleek in 2007 dat er nooit een bouwvergunning verstrekt was. Toen stond het al twee jaar op de werelderfgoedlijst. En wordt het gebouw (want dat is het inmiddels wel geworden) dagelijks bezocht door duizenden mensen. En dan mag zo n gebouw toch niet instorten. Dus regels? We kunnen blijkbaar makkelijk zonder. Zo simpel is het natuurlijk niet. We leven zo dicht op elkaar dat we afspraken en regels nodig hebben en dat er toegezien wordt op die afspraken. Wel zijn we een beetje doorgeslagen en hebben we dingen geregeld waarbij de belangen belangrijker waren dan de effecten. Neem nu de Wabo, de RUD s en de Omgevingswet. De Wabo heeft uiteindelijk geleid tot betere dienstverlening en integrale uitvoering van het omgevingsrecht. Bij gemeenten werden de betrokken taakvelden bij elkaar gebracht. Medewerkers van bouw en milieu leerden elkaars kwaliteiten kennen en waarderen. Mooie ontwikkelingen die steeds verder verbeterd zijn. Een paar calamiteiten hebben ertoe geleid dat er een nieuwe koers is uitgezet waarbij vergunningverlening en handhaving in uitvoeringsdiensten ondergebracht moesten worden. Na een aantal compromissen moesten minimaal de milieutaken worden overgedragen. De uitvoeringsdiensten zijn er nu en slechts een beperkt aantal gemeenten heeft ook bouwtaken overgedragen. Ik mag zo n dienst aansturen en er gebeuren heel veel goede dingen. Maar het blijft jammer dat bouw en milieu uit elkaar getrokken zijn terwijl deze taakvelden door de Wabo zo mooi geïntegreerd waren. In de praktijk lossen we het natuurlijk wel op, zoals we ambtelijk altijd alle gevolgen van wetswijzigingen keurig oplossen. Voortschrijdend inzicht heeft duidelijk gemaakt dat integrale aanpak absoluut noodzakelijk is, zeker als de regels steeds ingewikkelder worden. Daarom krijgen we de Omgevingswet. Het zal weer het nodige gedoe opleveren. De beoogde doelen zijn goed: veel betere, digitaal toegankelijke informatie en meer integraliteit. Het moet overzichtelijker, makkelijker en transparanter worden voor burgers en bedrijven die iets willen, maar ook voor burgers en bedrijven die er last van kunnen hebben. Ik krijg wel een beetje een déjà vu hierbij, maar ik kijk ook uit naar het moment dat we deze ontwikkelingen weer onder de knie hebben, dat we ze vertaald hebben naar de praktijk en dat onze burgers het ook kunnen snappen. En tussendoor moet je af en toe even afstand nemen, je niet gek laten maken door de waan van de dag en erop vertrouwen dat de meeste dingen, zoals al eeuwen het geval is, gewoon goed gaan volgens de regels van de kunst. Petra van Oosterbosch Directeur Omgevingsdienst Achterhoek Secretaris Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

6 Energie en bouw: lang en mooi verbond Energie en bouw zijn al lang met elkaar verbonden. Zo hadden de oude Romeinen hun villa s al voorzien van een vorm van centrale verwarming. Tijdens de strenge winters in de Gouden Eeuw werden veel huizen verwarmd met turf. Later deden steenkool en elektriciteit hun intrede, en nog veel later aardgas. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd de eindigheid van grondstoffen een thema, en werd de Nationale Kierenjacht geopend. Sindsdien zijn energiebesparing en duurzaamheid in de gebouwde omgeving thema s, die met wisselende intensiteit en politieke aandacht op de agenda staan. Tekst Meindert Smallenbroek De afgelopen jaren heeft de overheid de norm voor de EPC steeds verder aangescherpt, waardoor het inmiddels bijna is gelukt om de nieuwbouw richting energieneutraal te krijgen. 6 en

7 Energie Gast-Hoofdredacteur binnen de huidige energietransitie. In deze uitgave daarom extra aandacht voor energie-opslag. Drs. J.M.C. (Meindert) Smallenbroek is Gast-Hoofdredacteur van deze Energieuitgave van Bouwkwaliteit in de praktijk. Hij koos voor energie-opslag als extra aandachtspunt, omdat hij veel kansen ziet in de ontwikkeling van energie-opslag Meindert Smallenbroek is sinds 1 mei 2015 directeur Energie en Omgeving bij het Ministerie van Economische Zaken. Voor die tijd was hij werkzaam als directeur Bouwen binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Sinds 1995 was hij werkzaam in verschillende functies binnen het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het voormalig Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het mooie van de bouw is dat het een sector is die heel concrete resultaten kan behalen. Ook waar het gaat om energiebesparing. Eén van de instrumenten die al tijden succesvol is, is het wettelijk voorschrijven van de zogeheten Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) voor nieuwe gebouwen. De afgelopen jaren heeft de overheid de norm voor deze EPC steeds verder aangescherpt, waardoor het bijna is gelukt om de nieuwbouw richting energieneutraal te krijgen. Een mooi voorbeeld van succesvol beleid van de overheid én van succesvol acteren door de bouw- en installatiesector. De kern van dit succes lijkt te zijn dat het resultaat in de EPC door de overheid centraal is gesteld. De manier waarop in de nieuwbouw aan de EPC wordt voldaan, wordt verder aan de bouwsector overgelaten. De EPC prikkelt bouwbedrijven om zelf in projecten te bezien wat de best toepasbare technieken zijn. Daarbij geldt dat de EPC voor alle bedrijven dezelfde is, zonder de onderlinge concurrentiepositie te beïnvloeden. Omdat bedrijven van tevoren weten wanneer de EPC wordt aangescherpt, weten ze bovendien waar ze aan toe zijn. Die duidelijkheid weegt zwaarder dan het feit dat steeds meer van bouwbedrijven wordt verwacht. Kritiekpunten Ondanks deze successen bestaat er kritiek op dit beleid van de overheid. Zo zegt een lage EPC niet per definitie iets over het daadwerkelijk energiegebruik. Zo worden er bijvoorbeeld installaties meegerekend waar vervolgens geen gebruik meer van wordt gemaakt. Bovendien is duurzaamheid meer dan alleen het energiegebruik van een gebouw. Een ander kritiekpunt is dat de aanscherping van de energieprestatie-eisen niet echt leidde tot spectaculaire nieuwe innovaties. De hoge energieprestaties zijn vaak gehaald door het slim toepassen van bestaande technieken, die soms al jarenlang op de plank lagen. De vraag is: is deze kritiek terecht? Wat is er mis met het combineren van bestaande innovaties tot iets nieuws? En: is dit eigenlijk niet juist de kern van een innovatie? De antwoorden hierop worden in de praktijk verkregen, bijvoorbeeld bij de nul op de meter-woningen. Hier worden in zowel nieuwe als bestaande woningen vooral bestaande technieken slim én gecombineerd toegepast, en wordt maximaal gebruikgemaakt van procesinnovatie. Heel hoopgevend en het toont wat in de bouwpraktijk mogelijk is. Rol van de overheid Belangrijke vraag is wat de overheid verder moet doen of vooral niet moet doen om innovaties, verdere verduurzaming en energiebesparing in de bouw te bevorderen. Ofwel, hoe kan eventuele belemmerende werking van regelgeving op innovatie worden beperkt? Regelgeving is bijna altijd gestoeld op onderwerpen van gisteren en vandaag, en niet op de uitdagingen van morgen en overmorgen. Regelgeving kan daardoor onbedoeld dingen tegenhouden, zoals belangrijke innovaties. De opdracht voor de overheid is dus regelgeving maken die zo veel mogelijk rekening houdt met toekomstige ontwikkelingen. Ontwikkelingen waarvan we nu vaak nog niet weten welke dat zijn. Onvermijdelijk is dan dat regelgeving zo veel mogelijk in algemene termen wordt opgesteld, waarbij tegelijk de publieke belangen op een goede manier worden geborgd. Innovatie is echter geen doel op zich. De grootste uitdaging is om innovaties in de bouw in dienst te stellen van de klant. Dat kan door met vernieuwende producten aan te sluiten bij de behoefte van de consument, zoals dat ook in andere sectoren van de economie heel gebruikelijk is. Duurzame en energiezuinige gebouwen moeten onvermijdelijk worden. En, gebouwen die daar niet aan voldoen, moeten onverkoopbaar of onverhuurbaar worden. Deze ontwikkeling is in de kantoorsector al zichtbaar. Het is aan de bouw- en installatiesector om deze slag te maken en met nieuwe bouwproducten en nieuwe bouwmaterialen bij te dragen aan de verdere verduurzaming van gebouwen en de gebouwde omgeving. Veel bouwers doen dit al, en degene die hier nog niet mee bezig zijn, moeten zich wellicht achter de oren krabben of ze niet al te laat zijn. Als iedereen zich daarvan bewust is, kunnen we de komende jaren nog mooie dingen verwachten op het grensvlak van bouw en energie! Informatie over de auteur Meindert Smallenbroek is directeur Energie & Omgeving bij het ministerie van Economische Zaken. Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

8 Zonne-energie en opslag Gevolgen energietransitie voor energienet en energie-opslag We zitten midden in de energietransitie. De komende tien jaar zal er veel veranderen. Alles wijst op een forse toename van decentraal opgewekte duurzame energie door burgers en bedrijven. De netbeheerders, vanuit hun rol om het energienet te allen tijde beschikbaar te houden, moeten hierop inspelen. Daarnaast wordt er volop onderzoek gedaan naar effectieve methodieken om energie op te slaan, waardoor vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Interessant daarbij is een onderzoek naar opslagsystemen door de Hanzehogeschool Groningen, in opdracht van Netbeheer Nederland. Bouwkwaliteit in de praktijk sprak met beide partijen: hoe spelen netbeheerders in op de energietransitie en welke rol speelt opslag van energie daarbij? Tekst ing. Frank de Groot De keuze van Meindert Smallenbroek Meindert Smallenbroek vindt energieopslag een belangrijk vraagstuk binnen de huidige energietransitie. Vandaar zijn keuze voor dit onderwerp. Bijgaand artikel verscheen eerder in EnergieGids. De forse groei van decentraal opgewekte energie wordt in toenemende mate een uitdaging voor de netbeheerders, zegt Martijn Boelhouwer, sr. woordvoerder van Netbeheer Nederland. Vroeger had je een paar energiecentrales en moest het energienet voorbereid zijn op een piekvraag in de winter. De energieproductie verschuift echter van overwegend centraal met fossiele brandstoffen naar decentraal met hernieuwbare energiebronnen, zoals zon en wind, waarvan de productie wordt bepaald door het aantal uren dat zon en wind beschikbaar is. Dit vereist flexibiliteit in het energiesysteem om snel tussen verschillende energiebronnen te kunnen schakelen. Het wordt dus complexer om vraag en aanbod van energie optimaal op elkaar af te stemmen. Gelukkig is het Nederlandse energienet robuust. Gemiddeld hebben we per aansluiting 20 minuten per jaar geen stroom en 3 minuten en 14 seconden geen gas. Daarmee behoren dat er pas vanaf 16 GW aanpassingen aan de we tot de wereldtop, zegt Boelhouwer. Ook netten moeten worden gedaan. In 2014 was geruststellende geluiden vorig jaar in het het opgesteld vermogen in Nederland bijna 1 rapport van Planbureau voor de Leefomgeving GW. Bij huidige groei verwacht Holland Solar (PBL) en DNV-GL (voorheen KEMA) dat op (branche-organisatie van Nederlandse experts 26 augustus 2014 openbaar werd gemaakt: in zonne-energie) dat 16 GW gehaald gaat worden in de periode 2025 tot Boelhouwer: de Nederlandse elektriciteitsnetten kunnen veel groei van zonnestroom aan. Het rapport Dat betekent niet dat we achterover kunnen laat zien dat er 66 GW zonnestroom op de leunen. Een grootschalige transitie van het Nederlandse daken past, op basis van de energienet vraagt veel tijd. We proberen veertig jaar vooruit te kijken, want we praten wel huidige technologie. Er wordt aangetoond Stresstest in Lochem op 2 april 2015: vijftien auto s opladen en tegelijkertijd in de wijk massaal pizza s in de oven bakken is teveel voor een smeltzekering in het transformatorhuisje: de stroom valt uit. Test geslaagd! Foto: Omroep Gelderland. 8 en

9 Energie over circa km elektriciteitskabels en km gasleidingen. Stresstest Maar hoe kwetsbaar is ons energienet nu werkelijk? Boelhouwer refereert aan de stresstest op 2 april 2015 in de straten Koedijk, Haverkamp en Graanweg in Lochem. Hier werd het elektriciteitsnet bewust maximaal belast. De stresstest was een initiatief van Liander, de Universiteit Twente en Lochem- Energie. Boelhouwer: In het kader van de stresstest werd in een uur tijd de belasting van het net geleidelijk opgevoerd met circa vijftien elektrische auto s die geladen werden en vervolgens met ovens waar gratis uitgedeelde pizza s werden gebakken en met andere elektrische huishoudapparatuur die massaal werd aangezet. Het voltage kwam uiteindelijk onder het landelijk toegestane gemiddelde en rond uur viel bij één van de drie fases de stroom uit. Oorzaak: een smeltzekering in het transformatorhuisje begaf het. Het is voor het eerst in Nederland dat de stroomvoorziening op deze manier wordt getest. En dat is hard nodig volgens Liander, want in 2025 zullen er waarschijnlijk één miljoen elektrische auto s rondrijden op de Nederlandse wegen. In huis zal er ook steeds meer stroom worden gebruikt voor huishoudelijke apparaten. Daardoor wordt het elektriciteitsnet veel zwaarder belast. De zwakke plek bleek het transformatorhuisje te zijn en nog niet eens het netwerk zelf. Dat geeft wel aan hoe robuust het systeem is. Maar het betekent ook dat we maatregelen moeten nemen. Martijn Boelhouwer (linksonder), sr. woordvoerder van Netbeheer Nederland en drs. ing. Frank Pierie, promovendus aan de Hanzehogeschool Groningen: Energieopslag kan een belangrijke rol spelen in het gedifferentieerde energieaanbod van de toekomst, omdat hiermee energieflexibiliteit wordt geboden. Smart Grids Welke mogelijkheden zijn er om het energienetwerk ook in de toekomst bedrijfszeker te houden? Boelhouwer: Er is in toenemende mate sprake van tweerichtingsverkeer op het net. Dit omdat steeds meer energie lokaal wordt opgewekt en op het net terechtkomt. In een aantal scenario s kunnen lokaal problemen ontstaan door een overvloed aan elektriciteit uit zon-pv of wind. Maatregelen zijn dan nodig voor het opvangen van de (lokale) productiepiek, vooral op de laagspanningsnetten. Netverzwaring is een optie, maar aanvullend onderzoek moet uitwijzen of het niet goedkoper is te streven naar smart grids en energie-opslag. Bij smart grids kun je de bestaande infrastructuur beter benutten via slim congestiemanagement en daarmee kostbare en inflexibele netverzwaringen voorkomen. Dat kan door intelligentie aan het net toe te voegen. Te denken valt aan een robuust Europees energienet, waarbij je door op een slimme manier congestie te managen het teveel aan energie over de grens naar plaatsen met tekort aan energie kunt sturen en vice versa. Een beperking is wel dat het netverlies bij transport van elektra in Nederland circa 3% is. Ga je elektra verder transporteren dan lopen die verliezen verder op. Opslag op lokaal niveau van een overschot aan elektriciteit lijkt daarmee aantrekkelijker te zijn dan onzeker transport naar verderweg gelegen vraaggebieden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan het opladen van auto s op momenten dat er veel aanbod aan energie is. Maar opslag in batterijen in woningen is ook een optie. Saldering Een belangrijke stimulering voor het zelf op- Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

10 Liander voerde een geslaagde proef uit in Vakantiepark Bronsbergen met lokaal opgewekte zonne-energie en lokale opslag. VVBFOTO, John Voermans. wekken van energie is de in Nederland populaire salderingsregeling. Wie zelf meer energie opwekt dan verbruikt, kan het overschot terugleveren aan het net voor 23 eurocent/kwh. De salderingsregeling is onderdeel van een maatschappelijke discussie, omdat het systeem geen stimulans is om elektriciteit op te slaan of direct zelf te gebruiken door bijvoorbeeld de wasdroger aan te zetten als de zon schijnt. Wie de stroom aan het net levert, vangt toch wel 23 eurocent, ongeacht het moment van teruglevering. Vorig jaar besloot minister Kamp van Economische Zaken dat salderen tot 2020 zal blijven bestaan en dat er daarna een nette overgangsregeling zal komen. Boelhouwer: We moeten er rekening mee houden dat de salderingsregeling na 2020 verdwijnt of wordt versoberd. Dan wordt lokale opslag van elektriciteit dus aantrekkelijker. Boelhouwer hoopt op financiële prikkels door invoering van variabele energiekosten, waarbij de energie goedkoper is op momenten met minder vraag. Momenteel is dynamisch beprijzen alleen toegestaan bij grootverbruikers of in specifieke pilotprojecten. Wij pleiten ervoor dit systeem ook te gebruiken bij de kleinverbruikers. Daardoor stimuleer je de vraag tijdens piekuren en kunnen vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd. De landelijke uitrol van de slimme meter is volgens de woordvoerder eveneens een belangrijke stimulans voor duurzame energie-opwekking: Wanneer je beter inzicht krijgt in je energieverbruik neemt de bewustwording ook toe. We zien nu al besparingen tot tien procent bij mensen die een slimme meter hebben gekregen en hier aanvullende applicaties, denk aan apps en displays, aan koppelen. Veelal gaat het dan om gedragsveranderingen. Opslag Dankzij opslagtechnieken van energie is het mogelijk om de overproductie van zonne- en windenergie op te slaan en de vraag naar energie op te vangen bij onderproductie. Op deze manier kan energieopslag worden ingezet om schommelingen op te vangen en een constant energieaanbod te kunnen leveren. Hierdoor kan energieopslag een belangrijke rol spelen in het gedifferentieerde energieaanbod van de toekomst, omdat hiermee energieflexibiliteit wordt geboden, zegt drs. ing. Frank Pierie. Hij doet als promovendus aan de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van Netbeheer Nederland onderzoek naar een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen. Doel is te komen tot een Energieopslaglabel, waarin gedetailleerde kenmerken van specifieke opslagsystemen zijn opgenomen. Dit onderzoek is onderdeel van zijn promotie-onderzoek naar het meten van duurzaamheid, met als focus biogasproductie. Pierie: Energieconsumptie concentreert zich ruwweg op drie vormen van energie-eindgebruik: thermische energie, elektrische energie en transport. Door de thermische en elektrische energiesystemen en de energietransportsystemen met elkaar te verbinden, kan de energiesector veelzijdiger en veerkrachtiger worden. Energieopslag kan een belangrijke bijdrage leveren aan het bereiken van dit doel door thermische energie in te zetten om de vraag naar elektrische energie of energietransport aan te vullen en omgekeerd. Opgeslagen waterstofgas kan bijvoorbeeld gebruikt worden om elektriciteit, warmte, energietransport of een combinatie hiervan op te wekken. Met name gasopslag wordt in nauw verband gebracht met zowel thermische als elektrische energieopslag. De aandacht gaat hierbij in het bijzonder uit naar de toepassing van warmtekrachtkoppelingsystemen (WKK). Opslagtechnieken In het onderzoek zijn zestien energietechnologieën beoordeeld. Sommige gaan uit van zeer korte opslag van energie, geschikt voor frequentieregulatie, produceren van reactief vermogen en opvangen van korte onderbrekin en

11 Energie gen in energielevering. Er zijn ook technieken die langere opslag van energie mogelijk Netbeheer Nederland maken, ten behoeve van regulering per uur, Netbeheer Nederland is de branche energiebesparing mogelijk te maken. De dag en per seizoen, vraagverschuiving en organisatie van alle energienet netbeheerders hebben twee hoofdtaken: piekreductie, energieregulering en transport beheerders. Netbeheer Nederland zij beheren de fysieke netinfrastructuur en (brandstof). Sommige technieken zijn echter staat voor een veilig, betrouwbaar zij faciliteren het functioneren van de nog niet uitontwikkeld en zijn daardoor en betaalbaar energiesysteem, dat markt. momenteel nog duur, maar de verwachting is de transitie naar duurzame energie Netbeheer Nederland overlegt met dat van deze nieuwe technieken de kosten op voorziening mogelijk maakt. overheid en marktpartijen hoe netbeheer- termijn dalen. ders kunnen bijdragen aan de ontwikke- Onderzocht zijn bijvoorbeeld technologieën De leden zijn: ling van de gas- en elektriciteitsmarkt en met mechanische opslag, zoals een vliegwiel, Cogas Infra en Beheer BV, Almelo de transitie naar een duurzame energie- pompcentrale en energieopslag door gecom- DELTA Netwerkbedrijf BV, Goes voorziening. Netbeheer Nederland primeerde lucht op te slaan in ondergrondse Endinet Groep BV, Eindhoven bespreekt met de toezichthouder ACM hoe cavernes (CAES). Daarnaast zijn er metho- Enexis BV, s Hertogenbosch de gas- en elektriciteitsvoorziening op een dieken die gebruikmaken van elektrochemi- Gasunie Transport Services BV, Gronin- maatschappelijk verantwoord en efficiënt sche opslag (batterijen), elektrische opslag gen niveau kan worden onderhouden en (supercondensatoren), magnetische opslag Liander NV, Arnhem uitgebreid. (supergeleidende magnetische energieop- NV RENDO, Meppel Daarnaast overlegt Netbeheer Nederland slag, SMES), waterstofopslag in zoutcaver- Stedin Netbeheer BV, Rotterdam met marktpartijen over aanpassingen van nes of gasnetwerken, methaangasopslag in TenneT TSO BV, Arnhem de marktfacilitering en doet Netbeheer zoutcavernes, aquifers en lege gas-/olievel- Westland Infra Netbeheer BV, Poeldijk Nederland namens de gezamenlijke den, opslag van vloeibaar aardgas (LNG) en netbeheerders voorstellen voor aanpassin- thermische opslag (warmwateropslag, latente De energienetbeheerders willen een gen van de wettelijk verankerde codes warmte van faseovergangsmaterialen en bijdrage leveren aan de doelstelling van voor onder meer de structuur van de gesmolten zouten). 16% duurzame energie in Gas- en nettarieven. Netbeheer Nederland stelt Pierie wijst ook op de mogelijkheid om energie elektriciteitsnetten zijn een belangrijke ook de algemene voorwaarden op voor op te slaan in biomassa: Uit mijn onderzoek randvoorwaarde om verduurzaming en aansluiting en transport. komt naar voren dat we het beste biomassa afvalstromen kunnen gebruiken als input in vergisters. Afvalstromen kunnen zijn: berm en natuurgras, bietenloof, aardappelloof en enige invloed op het prestatievermogen. halen. Daar heb je alle actoren voor nodig, stro. Dat sla je een jaar op en daarna maak je Een goed opslagmedium zijn ook lithium-ion zoals overheid, bedrijven, netbeheerders, er biogas van. Biogas kun je vervolgens opwer- batterijen. Vergeleken met andere batterijen energieproducenten en media. Martijn Boel- ken tot aardgaskwaliteit of omzetten in elek- hebben lithiumbatterijen een hoge energie- houwer vult aan: We moeten kennis delen. triciteit en warmte via WKK. Of power-to-gas dichtheid, een lage zelfontlaadsnelheid en Daar zien we als netbeheerders ook een waarbij een overschot aan elektriciteit tijdens een hoge cyclusefficiëntie. De efficiency van belangrijke taak. Tot slot proberen de netbe- daluren wordt omgezet in waterstofgas of me- lithium-ion batterijen in auto s is 90 procent. heerders vroegtijdig te worden betrokken bij thaangas. Dat gas kun je weer gebruiken voor Vandaar dat die accu s ook heel geschikt zijn gebiedsontwikkelingen, want over duurzame verwarming, transportbrandstof of omzetting voor opslag van energie. energie moet je al in de planfase nadenken. in elektriciteit via warmte-krachtkoppeling. Het is zelfs mogelijk om waterstof in gasnetwerken op te slaan. De huidige gasnetwerken Tot slot Frank Pierie geeft aan dat we de komende Duurzame energie-opwekking gaat verder dan achteraf zonnepanelen op je dak plaatsen en windmolens in een weiland. kunnen tot 20% (blijkt uit de proef op Ame- jaren alle zeilen moeten bijzetten om ooit hon- land) inhoud van waterstof herbergen, zonder derd procent duurzame energie-opwekking te Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

12 Overzicht van opslagtechnieken voor energie In het onderzoek Energieopslaglabel - Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen van promovendus aan de Hanzehogeschool Groningen, drs. ing. Frank Pierie, is een aantal verschillende technologieën geselecteerd. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van Netbeheer Nederland. Op deze pagina s een korte beschrijving en enkele belangrijke kenmerken van de geanalyseerde technologieën. Ook is een overzicht geplaatst van alle systemen met een beoordeling. Tekst ing. Frank de Groot Vliegwiel - Mechanische Opslag Een vliegwiel is een roterende massa die met het elektriciteitsnet is verbonden via een motor/generator. Door versnellen en vertragen wordt energie opgeslagen en teruggewonnen. Vliegwielen zijn te gebruiken voor frequentieregulatie en opvangen van kleine fluctuaties in energielevering. Vliegwielen zijn dankzij hun snelle responstijd (nagenoeg ogenblikkelijk) en hoge betrouwbaarheid ideaal voor het beheren van netstabiliteit. Het gebruiksnut is echter beperkt door hoge zelfontlaadsnelheid (3-40%/h) en hoge initiële kosten. Pompcentrale - Mechanische Opslag In een pompcentrale wordt energie gewonnen of opgeslagen door middel van hoogteverschil tussen twee waterbassins. Met een overschot aan energie kan water van het lager gelegen reservoir worden opgepompt naar het hoger gelegen reservoir. Bij energievraag wordt water vrijgelaten van het bovenste bassin, dat een turbine in beweging zet waardoor elektriciteit wordt gegenereerd. Een pompcentrale is een uiterst efficiënte en voordelige vorm van energieopslag met een lange levensduur en een lage slijtage. De pompcentrale is wel gebonden aan geografische voorwaarden. Energieopslag door gecomprimeerde lucht (CAES) - Mechanische Opslag Lucht wordt gecomprimeerd en opgeslagen in ondergrondse cavernes met behulp van overtollige energie. Deze gecomprimeerde lucht wordt later door toevoegen van warmte geëxpandeerd door een conventionele gasturbine om elektriciteit op te wekken. CAES heeft een hoge opslagcapaciteit (115 tot 360 MWH), hoge vermogensproductie (50 MW), snelle responstijd (5 tot 15 minuten) en kan voorzien in vele energiediensten. Tijdens compressie, het laden van de caverne, komt veel warmte vrij. Hier treedt heel veel verlies op. Voordeel is echter dat er geen compressiestap meer nodig is voor de gasturbine, omdat de lucht al onder druk staat in de caverne. Hierdoor kan de gasturbine een derde meer vermogen leveren. Dit maakt het systeem uitermate geschikt voor piekvragen. Batterijen - Elektrochemische opslag Er zijn diverse typen batterijen voor energieopslag. In het onderzoek worden loodzuurbatterijen, lithiumbatterijen en Vanadium Redox Flow Batterijen genoemd. Loodzuurbatterijen kunnen dienst doen als ononderbroken noodstroomvoorziening (UPS) en black start-capaciteiten, maar ook als off-grid- en micro-gridondersteuning, uurlijkse regulering, vraagverschuiving en piekreductie en transport en

13 Energie Lithiumbatterijen hebben vele bruikbare toepassingen, waaronder black start-capaciteiten, off-grid- en micro-grid-ondersteuning, uurlijkse regulering, vraagverschuiving en piekreductie en transport. Vergeleken met andere batterijen hebben lithiumbatterijen een hoge energiedichtheid, een lage zelfontlaadsnelheid en een hoge cyclusefficiëntie. De Vanadium Redox Flow Batterij is eenvoudig aan te passen aan specifieke energie- en vermogensvereisten, zodat deze geschikt is voor uurlijkse regulering, black start-capaciteiten, off-grid- and micro-gridondersteuning, het reguleren van vraagschommelingen en piekreductie. Deze technologie is in ontwikkeling en daarom nu nog kostbaar en vraagt veel ruimte. Waterstofgasopslag Waterstofgas is relatief eenvoudig op te slaan in en te onttrekken aan geschikte buffers, zoals zoutcavernes of gasnetwerken. Huidige gasnetwerken kunnen tot 20% inhoud van waterstof (proef Ameland) herbergen, vergelijkbaar met 1,8 TWh in Duitsland, zonder enige invloed op het prestatievermogen. Brandstofcellen zijn met waterstof te voeden om een combinatie van warmte en elektriciteit te leveren (oftewel een WKK). Daarnaast kan waterstof verbrand worden voor thermische energie of transport (als brandstof). Met deze energie, in samenwerking met een WKK, kan frequentiecontrole voor netwerken worden geleverd, regulering per uur, dag en per seizoen, ontlasting van transmissie en distributie, energieregulering en transport. Dit opslagsysteem heeft een relatief hoge cyclusefficiëntie (70-80%) wanneer waterstof wordt verbrand voor thermische energie, maar bij omzetting in elektriciteit neemt de efficiëntie behoorlijk af (tot 40-45%). Supercondensatoren - Elektrische Opslag Door elektriciteit op te slaan in grote elektrostatische velden tussen twee geleidende platen, kunnen supercondensatoren elektriciteit snel opslaan en vrijlaten om zo korte, krachtige vermogenspulsen te leveren. Supercondensatoren kunnen onafgebroken worden opgeladen en ontladen zonder dat er veel degradatie optreedt en kan vrijwel ogenblikkelijk opladen en ontladen. Dit maakt ze uiterst geschikt voor frequentiecontrole van netwerken en transport. Deze technologie is nog in ontwikkeling. Supergeleidende magnetische energieopslag (SMES) - Magnetische opslag Bij SMES wordt elektrische stroom opgeslagen in een supergeleidende spoel. Deze technologie is geschikt voor frequentieregulatie in het elektriciteitsnet en het leveren van ononderbroken stroomtoevoer op korte termijn. SMES zijn buitengewoon efficiënt, hebben een korte reactietijd en zijn bovendien schaalbaar. Het energieverlies is laag, al is er sprake van enig parasitair verlies als gevolg van koelen van de spoel. Bovendien zijn er mogelijk risicovolle effecten van het sterke magnetische veld op het menselijk lichaam. Deze technologie is nog in ontwikkeling en de kosten zijn relatief hoog. Methaangasopslag Zoutcavernes kunnen dienst doen als (methaan)gasopslagfaciliteit die in de regel minder werkvolume hebben dan grotere aquifers en lege gas- en olievelden. Zoutcavernes worden vooral gebruikt voor handelsdoeleinden, piekaanbod en uurlijks en dagelijks reguleren. Cavernes hebben bovendien een injectie nodig van kussengas. Dit opslagsysteem is een bewezen technologie en is zeer veilig en betrouwbaar. Aquifers en lege gas-/olievelden worden normaal gesproken gebruikt voor gasopslag per seizoen of als een strategische opslag om lage hoeveelheden aardgasproductie op te vangen. Deze technologie heeft zich door de jaren heen bewezen en is betrouwbaar en geschikt voor het opslaan van enkele TWh aan aardgas (tot 45 TWh in Nederland). Deze grote opslagcentrales hebben een injectie nodig van kussengas (d.w.z. het gas dat wordt toegevoegd om de druk te kunnen behouden) van 50-80%, waardoor initiële kosten sterk afhankelijk zijn van de prijs van aardgas. Opslag van vloeibaar aardgas (LNG) LNG-opslag is het opslaan van aardgas onder hoge druk en bij lage temperatuur teneinde het om te zetten in vloeibare vorm. LNG-opslag wordt Zoutcavernes (Methaangasopslag) Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

14 Aquifers. ingezet bij een vraag naar een hoge leverbaarheid met een klein werkvolume. Dit maakt LNG uitermate geschikt voor dagelijkse en uurlijkse regulering. LNG is bovendien eenvoudig te transporteren bij ontbreken van een pijplijnnetwerk, dankzij een hoge energiedichtheid. Het heeft potentie om gebruikt te worden in de transportsector. LNG-opslag is beduidend duurder en minder efficiënt dan andere gasopslagtechnologieën en wordt daarom alleen ingezet bij zeldzaam strenge winters. Thermische opslag in warm water Thermische energie wordt opgeslagen door water te verwarmen in een geïsoleerde opslagtank. Warmwateropslag is bijvoorbeeld geschikt voor terugdringen van de piekvraag naar thermische energie, zowel van alledag als per seizoen. In Frankrijk is de vraag naar thermische energie op piekmomenten teruggebracht met 5% door het implementeren van warmwateropslag in huishoudens, waarmee de productie van warmte wordt verplaatst naar dalmomenten. Warmwateropslag is een eenvoudige, voordelige en volwassen technologie die zeer betrouwbaar is. Een andere methode is Ondergrondse Thermische Opslag (UTS), waarbij opgewarmd water onder de grond wordt gepompt waar het wordt opgeslagen in poreus gesteente of in een aquifer. Vergelijkbaar met warmwateropslag kan ondergrondse thermische opslag gebruikt worden voor het dagelijks of per seizoen reguleren van de warmte en kan het gebruikmaken van afvalwarmte. Ondergrondse opslag is een zeer betrouwbare, eenvoudige, volwassen technologie en behoeft minder infrastructuur en directe oppervlaktebenutting dan warmwateropslag. Toch kan het aanzienlijk duurder uitpakken en is het afhankelijk van de juiste geologische omstandigheden. Latente warmte (Faseovergangsmaterialen) - Thermische opslag Grote hoeveelheden thermische energie zijn op te slaan tijdens een faseverandering (bijvoorbeeld de verandering van water naar ijs). De thermische energie die nodig is voor faseverandering heet latente warmte. Deze is geschikt voor thermische regulering (zowel per dag als seizoen), opvangen van vraagschommelingen en piekreductie en benutten van thermische reststromen. Latente warmteopslag heeft een veel hogere energiedichtheid dan andere vormen van thermische opslag. Deze systemen zijn nog steeds in ontwikkeling, waardoor deze duurder zijn dan alternatieve vormen van thermische opslag. Gesmolten zouten (Thermische warmte) - Thermische opslag Thermische energiestromen zijn op effectieve wijze op te slaan in vloeibare zouten. Vergeleken met andere opslagmaterialen zijn gesmolten zouten erg stabiel bij hoge temperaturen en onder druk, onbrandbaar en niet giftig. Zo wordt thermische energie afkomstig van een zonne-energiecentrale doorgaans opgeslagen door verwarmen van gesmolten zouten om 24 uur per dag energie te kunnen produceren. Dit is haalbaar dankzij de hoge warmtecapaciteit van gesmolten zouten, waardoor men gedurende de nacht ook energie kan produceren. Gebruik van gesmolten zouten is een relatief nieuwe technologie, dus het is kostbaar en er is weinig kennis over betrouwbaarheid en levensduur. Ondergrondse Thermische Opslag en

15 Energie Solarwatt en Tesla komen met thuisaccu s Tesla lanceerde op 1 mei 2015 in Californië zijn batterij voor thuisopslag en stroom. Aan het eind van de zomer worden de eerste batterijen geleverd in de Verenigde Staten. Solarwatt volgde op 7 mei 2015 en sinds juni 2015 is hun thuisaccu leverbaar in Nederland en Duitsland. Op dit moment zijn de MyReserve (Solarwatt) en Powerwall (Tesla) batterij voor Nederlandse particulieren financieel nog niet interessant. De investering in zo n batterij-thuisaccu verdien je als particuliere bezitter van zonnepanelen bij de huidige prijzen niet terug, zolang je de te veel opgewekte stroom ook onder gunstige voorwaarden (saldering) kunt terugleveren aan het elektriciteitsnet. Pas als dat wordt aangepast of verdwijnt, wordt het rendabeler om zelf een accu te hebben. zwarte afdekkap. Desgewenst kan het systeem worden uitgebreid met extra accumodules die in de kast kunnen worden geschoven. Het systeem kan worden uitgebreid tot een totale capaciteit van maximaal 11kWh. De basisversie van 4,4 kwh is verkrijgbaar vanaf Het product is recent bekroond met de ees AWARD Tesla Powerwall Solarwatt werkt al jaren samen met BMW i, de elektrische tak van de autofabrikant, in het geheim aan een nieuwe accu voor thuis: de MyReserve. Niet zo gek: Solarwatt is voor 90 procent in handen van Stefan Quandt, die tevens 17,4 procent van de aandelen BMW bezit. Met de nieuwe-generatie accu sla je zelf opgewekte energie thuis op, zodat je deze weer kunt gebruiken wanneer je het nodig hebt. Samen met de nieuwe Energy Manager van Solarwatt kan de stroomverzorging in het complete huishouden eenvoudig worden geoptimaliseerd. De kilowattprijs van dit product komt al dicht in de buurt van die op de huidige energiemarkt. Anders dan bij vergelijkbare accu s beschikt de MyReserve over een DC-technologie, waardoor de accu geschikt is voor alle PV-omvormers. Met een rendement van 93 procent is de accu zeer efficiënt en dankzij zijn compacte installatiesysteem erg gebruikersvriendelijk. Het basissysteem beschikt over een capaciteit van 4,4 kwh, en bestaat uit vier delen: een wandkast met elektronica, twee accumodules van elk 2,2 kwh, en een Powerwall van Tesla. De tegenhanger is de Powerwall van Tesla. Het bedrijf levert twee typen: één met een vermogen van 7 kwh en één van 10 kwh. Daarmee kunnen de meeste huishoudens volgens het bedrijf goed uit de voeten. Grote stroomverbruikers kunnen meerdere batterijen installeren en koppelen. De prijzen van de twee varianten Powerwalls zijn respectievelijk en 3.100, zonder installatie en omvormer. De toegepaste lithium-ion technologie is geïnspireerd op die van de batterijen in de elektrische auto s van Tesla. Door de batterijen te koppelen aan het stroomnet kunnen particulieren volgens Musk en consorten optimaal gebruikmaken van de momenten dat de stroomprijs laag is. Maar een toepassing die meer voor de hand ligt is koppeling aan de eigen zonnecellen of windmolen. Zo kan de stroom die overdag wordt opgewekt s avonds worden gebruikt zonder ingewikkelde salderingsconstructies met terugleververgoedingen waar energiebedrijven en overheden steeds meer vanaf willen. De batterij is door Tesla ondergebracht in een bescheiden behuizing van 130 bij 86 bij 18 centimeter. Hij heeft daardoor nog het meest weg van een platte cv-ketel. Hij kan niet alleen binnen, maar ook buiten tegen de muur worden gemonteerd. De fabrikant biedt tien jaar garantie. Voor bedrijfsmatige toepassing lanceert Tesla grotere exemplaren onder de naam Powerpack. Die hebben vermogens vanaf 100 kwh en stellen bedrijven in staat zelf een grote piekvraag op te vangen of zorgen voor de benodigde back up-capaciteit als de netstroom uitvalt. MyReserve van Solarwatt. Solarwatt, Tesla Energy, Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

16 Geef energie de ruimte! Om een échte schaalsprong te maken is het nodig om ook op gebiedsniveau naar energievraagstukken te kijken. Afbeelding: Cofely. De energiewereld is in beweging. Onze centraal gestuurde, fossiele energievoorziening verandert langzaam in een decentraal energiesysteem waarin eindgebruikers zelf hun energie duurzaam opwekken, opslaan en uitwisselen. Die betrokkenheid aan de basis zorgt voor mooie initiatieven. Tegelijk dringt steeds meer het besef door dat de energieambities niet waargemaakt gaan worden met gebouwgebonden maatregelen alleen. Om een échte schaalsprong te maken is het nodig om ook op gebiedsniveau naar energievraagstukken te kijken. Wie of wat vormt daarbij de verbindende factor? Tekst drs. D.W. (Dick) Takkebos De overheid en de bouwsector hebben zichzelf als ambitie gesteld om de Nederlandse gebouwde omgeving in 2050 volledig energieneutraal te maken. 1 Bij het realiseren daarvan speelt de Energie Prestatie Coëfficiënt een centrale rol. De EPC is gebaseerd op de drie stappen van de Trias Energetica: besparen, duurzaam opwekken en, waar nodig, efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen. Sinds 2012 mogen in de berekening van de EPC ook gebiedsmaatregelen worden meegenomen volgens de Energieprestatienorm voor Maatregelen op Gebiedsniveau (EMG). Onder gebiedsmaatregelen worden warmtenetten, circulatiesystemen voor warm tapwater, collectieve koudenetten en collectieve elektriciteitsnetten (zonneparken of windmolens) verstaan. De waarderingsmethodiek van de EMG 2 zorgt er daarbij voor dat gebouwgebonden maatregelen (zoals de gasgestookte HRcombiketel) voor de individuele eindgebruiker vaak goedkoper en op korte termijn effectiever zijn. Zo wordt bij collectieve warmtelevering de besparing op het primaire energiegebruik niet financieel gewaardeerd en wordt ook de reductie van de CO 2 -emissie niet meegeteld. Hier valt echter maatschappelijk gezien grote winst te behalen. Bovendien kan de hogere EPC-eis als gevolg van gebiedsmaatregelen leiden tot het achterwege laten van isolerende maatregelen en daarmee uiteindelijk tot hogere woonlasten voor de individuele gebruiker. Voor de bestaande woningbouw worden gebiedsmaatregelen zelfs niet (duurzame elektriciteit) of met een lage forfaitaire waarde (warmtelevering) gewaardeerd in het energielabel. Gelijk speelveld voor gebiedsmaatregelen De toepassing van de EPC stimuleert vooral 16 en

17 Energie gebouwgebonden maatregelen. De energieprestatie van gebiedsmaatregelen vormt een aanvulling op de energetische prestatie van de woning, waarbij met name de mate van energiebesparing door isolatie bepaalt of en in welke mate op gebiedsniveau aanvullende maatregelen nodig zijn. Dit ongelijke speelveld wordt nog eens versterkt door het complexe karakter van veel gebiedsmaatregelen. Bij initiatieven zijn doorgaans diverse stakeholders met vaak uiteenlopende belangen betrokken (producenten, distributeurs, gebouweigenaren, gebruikers). Nieuwe technologieën zijn in veel gevallen duurder dan de (huidige) kostprijs van fossiele brandstoffen en mede door investeringen in transportleidingen en/of netaansluitingen kennen veel projecten hogere ontwikkelkosten en investeringsrisico s. Hierdoor zijn gedurende langere perioden garanties op levering en afname nodig. Dit maakt het treffen van gebiedsmaatregelen zowel een financiële als een organisatorische opgave. Veel initiatieven voor collectieve duurzame energieopwekking komen daardoor maar moeizaam van de grond, zeker als het gaat om bestaande bouw waar vaak sprake is van een groot aantal eigenaren/gebruikers en er geen EPC-verplichtingen gelden. Niettemin zullen juist deze maatregelen voor een substantiële bijdrage aan de productie van duurzame energie moeten zorgen. 3 Om voor een gelijk speelveld te zorgen zijn maatregelen nodig die de marktwerking van gebiedsmaatregelen stimuleren, zoals een gelijke waardering in de EPC, het Woningwaarderingsstelsel en het Energielabel. Daarnaast moet men gebiedsmaatregelen betrekken bij differentiatie in het eigen woningforfait, de gemeentelijke OZBtarieven of de verhuurdersheffing. Minstens zo belangrijk is echter dat er meer regie komt op de voorwaarden om duurzame (collectieve) bronnen verantwoord te kunnen exploiteren. Hieronder wordt in ieder geval de beschikbaarheid van de benodigde distributienetten verstaan, zodat deze niet op de exploitatie van individuele projecten hoeven te drukken. Waar we komen uit een volledig centraal gestuurd fossiel energiesysteem kan niet worden verwacht dat een duurzame energievoorziening zonder die regie direct succesvol kan zijn. Ter vergelijking: landen als Noorwegen en IJsland, die hun energievoorziening in hoofdzaak centraal georganiseerd hebben, genereren al decennialang voor 100% energie uit duurzame bronnen (waterkracht, geothermie). Schone energie is in die landen zo ruim voorhanden en daardoor zo goedkoop dat beperking van het energieverbruik daar nauwelijks nog een issue is. Naar robuust energiesysteem Uiteraard is het perspectief op volledige energieneutraliteit sterk afhankelijk van zowel de vraag naar energie als de opwekkingsmogelijkheden. In Nederland zijn die wellicht Trias Energetica Stap 1 van de Trias is het vertrekpunt. Energiebesparing leidt tot steeds verdere verlaging van de EPC (sinds 1 januari 2015 op 0,4 voor nieuwe woningen). Energieneutraal bouwen (EPC=0), Energienota nul (budgettair neutrale energierekening door teruglevering aan het net en een gunstig saldo van vastrechtkosten en de heffingskorting) of zelfs Nul op de meter (volledig energieneutraal gebruik met een EPC van minder dan 0) zijn de nieuwe ambities. Bij energiebesparing gaat het echter niet alleen om isolatie alleen, maar om reductie van de totale energievraag. Die bestaat behalve uit de gebouwgebonden energiebehoefte ook uit het gebruik voor huishoudelijke apparatuur (circa de helft van het totale energieverbruik). Om de energievraag (en de EPC) verder te kunnen terugbrengen moet het aandeel van dit huishoudelijk gebruik dus door eigen duurzame opwekking of efficiënter fossiel energieverbruik worden gecompenseerd. Daarmee zijn we bij de tweede en eventueel de derde stap van de Trias. Hierbij gaat het in de meeste gevallen om gebouwgebonden maatregelen aan de individuele woning: zonnepanelen op daken, warmtepompen, thermische collectoren, warmtebuffers en dergelijke. Voor de eindgebruiker mede dankzij subsidies financieel interessant, maar vanuit het oogpunt van realisering van de duurzame energieambities maatschappelijk gezien slechts een druppel op de gloeiende plaat. Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

18 diffuser en meer gebiedsgebonden, maar niettemin in voldoende mate voorhanden. Om goed te kunnen omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen en daarmee ook energieneutraliteit in de gebouwde omgeving te kunnen bereiken is om te beginnen een robuust en flexibel energiesysteem nodig. Zo n systeem zou moeten bestaan uit een slim netwerk voor verschillende energiedragers (elektriciteit, warmte, eventueel groen gas), waarop overal ingeplugd kan worden voor invoer en afname van energie. Dit voorkomt dat afnemers en aanbieders in individuele projecten teveel afhankelijk zijn van elkaars leveringscondities en vergroot het draagvlak voor collectieve maatregelen (meer aanbieders, meer vragers, meer zekerheid van levering, meer marktwerking). Duurzame energiebronnen worden (mede) dragend en kunnen worden gekoppeld via hubs of grids. Hiermee kan de ene energievorm bij overcapaciteit eventueel naar een andere worden omgezet (zoals bij initiatieven als Power to Heat of Power to Gas ). Het systeem wordt centraal aangestuurd via smart data (informatie over gebruiksbehoefte en leveringsmogelijkheden), zodat vraag en aanbod voortdurend op elkaar kunnen worden afgestemd. Hubs of grids zijn hierbij niet alleen technische oplossingen gericht op Aanleg van een warmtenet in de nieuwe Dordtse wijk Stadswerven met voorgefabriceerde kunststof leidingen. Foto: Thermaflex. Een nieuwe (Tri) jas voor energie elektriciteit, maar ook fysieke toepassingen voor opslag en transformatie van energie. Daarbij kan worden gedacht aan retentiebekkens, accu s en benutten van overcapaciteit door bedrijven en bij WKO-pompen. Warmte kan een transitiemiddel zijn doordat het goede mogelijkheden biedt om energie op te slaan (bijvoorbeeld ondergronds) en daarmee duurzame bronnen te integreren. Warmte kan hierbij ook worden ingezet om aan de koudevraag in de zomer te kunnen voldoen. Zo n netwerk vormt de hardware van het robuuste systeem. Robuust wil echter ook zeggen dat rekening wordt gehouden met transitiemaatregelen op de kortere (overgangsfase) en de langere termijn (innovaties). Dit gaat over de software van het systeem. Nieuwe technieken maken nieuwe toepassingen mogelijk en de bronnen van vandaag zijn niet noodzakelijkerwijs de bronnen van de toekomst. Het systeem moet de flexibiliteit bieden om hierop in te spelen: in staat zijn om te draaien op steeds weer nieuwe versies van die software, zodat de contouren van een nieuwe duurzame energievoorziening en de impact daarvan op de omgeving geleidelijk aan steeds duidelijker worden. Ruimte voor energie De aanleg van zo n energiesysteem vraagt om regie. Niet alleen op de aanleg van distributienetten, maar ook op de manier waarop het systeem functioneel wordt gedragen. De energietransitie is hiermee vooral ook een In combinatie met een robuust energiesysteem kan ook nagedacht worden over een herformulering van de Trias Energetica. De Trias is gebaseerd op de (fossiele) gedachte dat energie uitputbaar is en daarom voor alles zo efficiënt mogelijk moet worden gebruikt. Energie gaat echter nooit verloren (eerste wet van de thermodynamica) en duurzame bronnen zijn zelfs continu herbruikbaar. Dit pleit voor een benadering, waarin primair wordt ingezet op het gebruik van die duurzame bronnen en energiebesparing plaats maakt voor efficiënt energiegebruik. Hierbij hoort beperking van de fossiele energievraag door besparing op fossiele brandstoffen, maar ook door het tegengaan van verspilling (bijvoorbeeld het lozen van restwarmte). Afval en reststromen dienen hierbij zo veel mogelijk te worden hergebruikt als aanvulling op duurzame bronnen. Zo groeit toepassing van de Trias toeg naar een cyclisch proces waarin het accent zowel ligt op efficiënt energiegebruik als innovatie van duurzame energiebronnen. ordeningsvraagstuk. De omschakeling naar duurzame bronnen vraagt om ruimte. Discussies over windmolenparken en zonneweides maken dat (soms pijnlijk) duidelijk. In veel gevallen moet dit energetische ruimtebeslag concurreren met andere vormen van ruimtebenutting zoals landbouw, wonen, recreatie of natuur. Maar gebruiksvormen kunnen elkaar ook ondersteunen of versterken. De bijdrage van ruimte zit hem in een goede afstemming van vraag en aanbod van energieleverende en energievragende functies en de keuze van het schaalniveau dat daarbij aan de orde is. Dit legt het noodzakelijke draagvlak onder het energiesysteem. Hierbij gaat het om het inzichtelijk maken van gebiedspotenties (aanwezige energiebronnen, grondstoffen, logistieke eigenschappen, netwerken), maar ook het sturen op dichtheden, aantallen, oppervlakten, volumes en functionele kenmerken die een energetisch effect kunnen hebben. De keuze tussen individuele, gebouwgebonden maatregelen en collectieve maatregelen voor een gebied is daarbij vrij basaal. Krijgt elke woning zonnepanelen op het dak of wordt gekozen voor een gezamenlijk zonnepark? Wordt rest- of aardwarmte benut in een gemeenschappelijk warmtenet of krijgt elke woning een warmtepomp? Welke consequenties heeft dit voor de benodigde netaansluitingen en hoe worden deze gerealiseerd? In bestaande gebieden pleit dit voor een transformatieagenda waarmee de modernisering van distributienetten wordt geregis en

19 Energie seerd en nieuwe duurzame bronnen worden beoordeeld in relatie tot de potenties in de omgeving. De mogelijkheden voor isolatie en terugwinning op gebouwniveau zijn immers vaak afhankelijk van locatie, leeftijd en bouwtype en in bestaand stedelijk gebied daardoor vaak beperkter of alleen tegen hogere kosten te realiseren. In nieuwe uitleg- of herstructureringsgebieden moet bijvoorbeeld worden nagedacht of over de mate van zelfvoorziening (consumptie, productie of prosumptie, waarbij energie wordt doorgeleverd en consumenten ook producenten worden), de gewenste energiedragers ( All Electric of meerdere dragers) of het zogenoemde cascaderen van functies aan de hand van hun thermische eigenschappen (hoog warmtevragende functies aan het begin van het thermische net, laag warmtevragende functies aan het eind). En voor energieproducerende functies zal waar nodig op gebiedsniveau ruimte moeten worden gereserveerd (bovengronds of ondergronds). Technologische ontwikkelingen kunnen dit ruimtebeslag beïnvloeden en dienen ook op die manier bij ruimtelijke afwegingen en keuzes een rol te spelen (bijvoorbeeld tijdelijkheid van windparken). Met name aardwarmte (geothermie) en water (blue energy, smartpolder) zijn voor Nederland energiebronnen met potentie die een volledig andere dynamiek en impact kennen dan de duurzame bronnen van vandaag. Nederland is groot genoeg om te voorzien in de eigen energiebehoefte. Ruimte heeft een nauwe relatie met energie. Het staat in dienst van duurzaam Nederland en kan de onderlegger vormen voor het robuuste energiesysteem dat ons land nodig heeft. Geef energie daarom de ruimte die het nodig heeft. 1 Nationaal Energieakkoord voor duurzame groei ( SERakkoord ). 2 Gebiedsmaatregelen worden alleen meegeteld in de energieprestatie van nieuwe gebouwen. Deze kunnen de EPC-eis zonder die maatregelen met maximaal éénderde verlagen. Voor collectieve elektriciteitsproductie (zon, wind) geldt als aanvullend criterium dat de maximale afstand met een aangesloten gebouw maximaal 10 km mag bedragen. De EMG wordt momenteel aangepast tot norm (NEN 7125). De aanpassingen betreffen o.a. de bepaling van distributieverliezen voor warmte- en koudenetten, een andere waardering van warmtekrachtkoppeling en toevoeging van de waardering van biobrandstoffen en biogasnetten. 3 Uit verschillende studies, onder andere van het Planbureau van de Leefomgeving ( Naar een duurzamere warmtevoorziening van de gebouwde omgeving in 2050, april 2012) en CE Delft ( De rol van warmtelevering in de klimaatneutrale stad, juni 2014), blijkt dat gebiedsmaatregelen waaronder (duurzame) warmtelevering, noodzakelijk zijn bij het realiseren van een klimaat neutrale gebouwde omgeving en met name in de bestaande bouw. Informatie over de auteur Dick Takkebos is commercieel directeur van Rho Adviseurs voor leefruimte, dick.takkebos@rho.nl, , Praktische tips Neem energie mee als thema in de ruimtelijke ordening/gebiedsontwikkeling Ruimtelijke planning kan een basis voor de vereiste integrale benadering bieden door een visie te geven op de manier waarop de energietransitie vorm krijgt. Bij nieuwe gebouwen en functies wordt niet alleen gevraagd hoe zij passen in de omgeving, maar ook hoe zij op een duurzame manier in het energie- en warmtesysteem worden ingepast. Daarbij kan de energiebehoefte niet alleen worden gekoppeld aan de specifieke energiepotentie van een gebied, maar kan ook worden gestuurd op dichtheden, volumes en locaties. Het bieden van zekerheden over ontwikkelingsrichtingen kan de drempel voor investeringen verlagen. Op die manier ontstaat ruimte voor een nieuwe generatie energielandschappen. De Omgevingswet biedt een werkwijze. Daar kan nu al op worden voorgesorteerd. Hier ligt een rol voor provincies en gemeenten in hun ruimtelijk beleid. Benut regionale mogelijkheden De energietransitie heeft een sterk regionaal karakter (vanwege regionaal gebonden eigenschappen en kwaliteiten). De ruimtelijke uitwerking van de energieopgave zou dan ook vooral op regionaal niveau moeten plaatsvinden. Stuur vooral aan de voorkant van het proces De grootste winst in de ruimtelijke ordening valt te behalen aan de voorkant van het proces. Nu richt de ruimtelijke planning zich vooral op de inpassing en juridische borging van al tot stand gekomen initiatieven en projecten. Het is daarmee vooral volgend in plaats van voorwaardenscheppend. Innovatie en vernieuwing komen echter zelden voort uit de toepassing van bestaande regels. De ruimtelijke planning zou zich daarom meer moeten richten op het zien en zichtbaar maken van kansen, het leggen van verbanden en het waar nodig ruimtelijk vertalen van (technische) innovaties. Koppel ondergrond en bovengrond aan elkaar Bij energievraagstukken ligt er een nauwe relatie tussen het functioneren van de boven- en de ondergrond. Onder- en bovengrondse bronnen vullen elkaar aan en kunnen onderling interfereren. De werking van de ondergrond en de interactie met de bovengrond is echter een thema dat in de ruimtelijke ordening toe nu toe onderbelicht is gebleven. Dat geldt ook voor optimalisering van de infrastructuur (onder- en bovengronds). Om energietransitie als ruimtelijke opgave mee te kunnen nemen is dit inzicht echter onmisbaar. Op korte termijn kan werk gemaakt worden van het bestemmen van de ondergrond. Hier ligt een taak voor gemeenten bij het herzien of actualiseren van de bestemmingsplannen of het opstellen van omgevingsplannen. Gebruik de transformatieagenda De ontwikkeling van warmtenetten vereist regie. Waar de markt die regie niet zelf kan oppakken, dient de overheid een regisseursrol te overwegen. Dit geldt zeker waar er concrete kansen liggen, bijvoorbeeld de komende jaren met transformatie- en vernieuwingsopgaves in het bestaand stedelijk gebied. Op die manier kunnen energetische opgaven als integraal onderdeel van de gebiedsontwikkeling worden meegenomen. Benut integrale financiering Om gebiedsmaatregelen (waaronder de aanleg en/of vernieuwing van distributienetten) financieel haalbaar te maken zouden zij meegenomen kunnen worden als onderdeel van de integrale exploitatie en financiering van een gebied. Ook de vervangingsinvesteringen van bijvoorbeeld woningbouwcorporaties kunnen hierbij als financiële drager fungeren. Op die manier drukken de aanlegkosten niet alleen op de exploitatie van het individuele project en kan bijvoorbeeld warmte als alternatief voor gas en elektriciteit worden aangebonden. Waar desondanks sprake blijft van onrendabele netten kan de overheid een dragende rol bij de exploitatie of financiering spelen. Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

20 Energieprestatienorm wordt aangepast aan BENG De Energieprestatienorm voor gebouwen 1 (EPG, NEN 7120) moet worden aangepast aan Europese regelgeving. Dit gaat gebeuren via aansluiting op Europese normen. NEN publiceert nu het ontwerp van de belangrijkste Europese overkoepelende norm voor commentaar. Hier wordt voor een belangrijk deel bepaald wat straks wel en niet in de EPG mogelijk is. Tekst Annet van der Horn 20 en

21 Energie Veel mensen kennen de energieprestatieberekening alleen van een softwarepakket. Hier gaat een norm achter schuil: NEN En die is weer gebaseerd op een serie Europese normen. Hierin staat precies hoe de berekeningen in elkaar zitten. Zeer interessant voor wie die software maakt, of wie nog scherper wil rekenen of wie concepten of installaties aanbiedt die voor een betere energieprestatie moeten zorgen. Van 27 augustus tot 27 oktober 2015 kunnen alle belanghebbende partijen commentaar indienen op het concept van de belangrijkste Europese norm van deze serie. Via kan iedereen de conceptnorm gratis inzien en per paragraaf reacties en suggesties achterlaten. Dit kan nog tot eind oktober Hierna zal de betreffende normsubcommissie bepalen wat het uiteindelijke Nederlandse commentaar wordt. Basis voor deze overkoepelende norm was de bestaande Europese norm, NEN-EN Energieprestatie van gebouwen - Het totale energieverbruik en definitie van prestatie indicatoren 2. Deze is geactualiseerd en beter voorbereid op bijna-energieneutrale gebouwen (BENG). Dit betekent onder andere dat er een preciezere afweging van alle componenten mogelijk is. Maar er zijn ook veel vereenvoudigde mogelijkheden toegevoegd. Er is meer nadruk op gezondheid binnen de gebouwen gekomen en bestaande bouw is nadrukkelijker meegenomen. En de normen gaan de basis vormen van het vrijwillige Europese certificatiesysteem. Van Europees naar wereldwijd Ook buiten Europa wordt energiebesparing een steeds belangrijker onderwerp. Daarom wordt de overkoepelende Europese norm nu wereldwijd verder ontwikkeld, onder leiding van Nederland. Het normnummer verandert hierdoor in: NEN-EN-ISO ,4. Deel 1 is de norm met de bepalingsmethode, deel 2 het bijbehorende Technische Rapport met uitleg, achtergronden en voorbeelden. Op deze manier houden we in Europa (Nederland) de controle en kunnen we gebruikmaken van de expertise van elders. En we kunnen onze kennis en ervaring exporteren! onderdelen die wel of niet worden meegenomen bij de berekening (buitenverlichting bijvoorbeeld); welke forfaitaire waarden of berekeningen mogelijk zijn; aannames bij praktijkgegevens van bestaande bouw; de grens tot waar gebiedsmaatregelen mogen worden meegenomen; de waarde van de primaire energie voor bepaalde energiebronnen; welk type vloeroppervlakte (gebruiksoppervlakte?); naar welke andere normen wordt verwezen, of worden die vervangen door een forfaitaire waarde, tabel of simpele berekening; simpele of uitgebreidere methoden toestaan; aannames bij vereenvoudigingen. In de nationale bijlage worden deze keuzes eenmalig voor heel Nederland gemaakt. Het is belangrijk om nu het normontwerp te beoordelen: is het mogelijk de keuzes te maken die we voor Nederland willen? Deze nationale keuzes kunnen in software worden verwerkt. De gebruiker kan vervolgens per project ook weer verschillende keuzes maken. Bijvoorbeeld de forfaitaire waarden gebruiken, of exacte gegevens. Ook kan hij kiezen welke zoneringsregels worden aangehouden. Een voorbeeld is: je kunt aannemen dat een gang tussen twee kamers dezelfde klimaatbeheersing heeft als die twee kamers. Je hebt dan minder zones om uit te rekenen. Maar de uitkomst is dan natuurlijk minder nauwkeurig. Uitgangspunt is dat een dergelijke vereenvoudiging niet een betere uitkomst mag geven. Met andere woorden: meer rekenen moet lonen. Voorbereiding Als we de norm doorlopen, dan begint elke energiebepaling met de voorbereidende stappen: bepaal welk type object (bestaand gebouw, gebouwdeel, et cetera); bepaal de categorie (kantoor, ziekenhuis, vakantiehuis, et cetera); bepaal doel (certificaat, bouwvergunning, inspectie, et cetera); bepaal beoordelingswijze (berekening van het ontwerp, berekening met gegevens van bestaand gebouw, meting momentopname, meting gecorrigeerd, et cetera); bepaal welke diensten van toepassing zijn (elektriciteit, ventilatie, warm water, et cetera). Zonering Vervolgens moet de thermische schil worden bepaald. Binnen die schil kunnen zones worden aangewezen. Standaard zijn er precies zoveel zones als plekken met dezelfde uitgangspunten voor de klimaatbeheersing, maar je mag minder zones kiezen als je minder precies wilt rekenen. Een verwarmingszone en een verlichtingszone hoeven niet samen te vallen. Hier wordt dus gekeken hoeveel energie er nodig is om gezond in het gebouw te kunnen verblijven. Keuzemogelijkheden Wie diep in de normen duikt, merkt dat er een vaste structuur is gemaakt. Elke Energy Performance of Buildings (EPB) norm heeft een standaard indeling. Voor Nederland is van belang: bijlage A, bijlage B en de nationale bijlage (zie kader). In de normen staan namelijk veel keuzes. In de nationale bijlage staat welke keuzes voor Nederland gelden. Denk aan: Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

22 Berekening Ter plekke van de thermische schil wordt bepaald hoeveel energie er in- en uitgaat. Dit gebeurt per zone, per tijdsinterval en per dienst. Als er interactie tussen de diensten is (bijvoorbeeld tussen ventilatie en verwarming), dan moet dit in een aantal keren (een loop ) worden doorgerekend. Als ter plekke energie wordt geproduceerd, bijvoorbeeld met zonnepanelen, dan moet gekeken worden welk deel daarvan direct door het gebouw wordt gebruikt, welk deel door de gebruikers van het gebouw wordt gebruikt en welk deel wordt geëxporteerd. Per tijdsinterval moet de energie gewogen worden (hoe zwaar telt het allemaal mee?). Dit wordt bij elkaar geteld. Dan heb je de energie per dienst. Hiermee kun je eventueel deelindicatoren bepalen. Daaraan kun je zien welk onderdeel van je gebouw veel of weinig energie gebruikt. Resultaat Ten slotte wordt de energieprestatie bepaald. De energieprestatie van een gebouw is in feite de energiebalans op de grens van de thermische schil. Dit kan worden uitgedrukt in kwh/ m 2, maar ook in bijvoorbeeld CO 2 -equivalent. Meest gebruikt is de gewogen totale energieprestatie E we van een gebouw. Dat is de gewogen geleverde energie die nodig is om aan de vraag van het gebouw te voldoen, minus de gewogen geëxporteerde energie. E we = E we;del;an E we;exp;an Hierin geldt: E = Energie we = gewogen (weighted) del = geleverd (delivered) exp = geëxporteerd (exported) an = op jaarbasis (anual) Grote klus Er zijn grote verbeteringen in de Europese overkoepelende norm opgenomen. Nederland kan op dit moment commentaar leveren op het normontwerp. Hiermee kunnen we zorgen dat de definitieve norm ook voor Nederland goed bruikbaar is. Toch zal het een hele klus worden om NEN 7120 hier te zijner tijd op aan te passen. Een werkgroep stelt nu een programma van eisen op waaraan de nieuwe Nederlandse uitgave moet voldoen. Liefst eenvoudig in gebruik, maar ook bruikbaar voor alle mogelijke gebouwen en situaties. Eind 2018 moeten nieuwe overheidsgebouwen voldoen aan de eisen van een BENG. Dat is ook het moment waarop de nieuwe normen en wellicht ook nieuwe regelgeving klaar zullen zijn. Wie betrokken wil zijn bij dit normalisatieproces, kan contact opnemen met NEN. Globaal gesproken werkt de bepaling van de energieprestatie volgens de normontwerpen als volgt: Bereken de energiestromen in het gebouw en in de technische systemen. Gebruik hiervoor de onderliggende normen. Bepaal van alle onderdelen wat de geleverde en geëxporteerde energie is. Houdt hierbij rekening met het moment van binnenkomen en uitgaan van de energie. Breng de weging aan voor de geleverde en geëxporteerde energie. Bereken de energieprestatie voor het gebouw. Nationale bijlagen Alle invoer- en keuzemogelijkheden staan overzichtelijk in bijlagen bij elke EPBnorm. Bijlage A bevat lege tabellen en bijlage B diezelfde tabellen, maar dan ingevuld met de standaard waarden. Deze tabellen zijn de basis van een Nationale bijlage (national annex ofwel NA). In de nationale bijlage staan de lege tabellen uit Annex A, maar dan ingevuld met getallen en opties die waar nodig aansluiten op de Nederlandse bouwregelgeving, eventueel aangevuld met de getallen en opties uit bijlage B. Een Nationale Bijlage is een door NEN uitgegeven document dat zowel los als samen met de norm kan worden aangeboden. De NEN commissie bepaalt, 22 en na een openbare commentaarperiode, wat er in komt te staan, in samenwerking met de regelgever. Het maken van zo n Nationale Bijlage is niet verplicht. Het voordeel van zo n bijlage is dat dan de keuzes in de verschillende landen inzichtelijk worden. Dit laatste is ook van belang voor de partijen die binnen Europa technologie ontwikkelen en aanbieden. Het is voor deze partijen belangrijk te beoordelen welke technologie op basis van welke uitgangspunten marktkansen biedt. Nationale bijlagen dragen bij tot deze transparantie. De Europese Commissie, de lidstaten en CEN raden dan ook sterk aan om Nationale bijlagen te maken. (indien gewenst) Bepaal deelindicatoren per gebouwdeel of per dienst. Reporteer resultaat. 1 NEN 7120:2014 Energieprestatie van gebouwen Bepalingsmethode. 2 NEN-EN 15603:2008 Energieprestatie van gebouwen - Het totale energieverbruik en definitie van prestatie indicatoren. 3 Ontw. NEN-EN-ISO :2015 Energy performance of buildings Overarching EPB assessment Part 1: General framework and procedures. 4 Ontw. NPR-CEN-ISO/TR :2015 Energy Performance of buildings Overarching EPB assessment Part 2: Explanation and justification of ISO Informatie over de auteur Annet van der Horn is standardization colsultant bij NEN. Ze is secretaris van CEN/TC 371 Project committee EPBproject group en van de joint ISO/TC 163-ISO/TC 205 WG Energy performance of buildings using holistic approach. Deze commissies ontwikkelen de overkoepelende EPB-norm. Tevens is ze secretaris van de Nederlandse normcommissie die deze ontwikkeling volgt en van commentaar voorziet.

23 Brandveiligheid Aan de slag met NEN 6060 Het begon in 1995 met het reken- en beslismodel Beheersbaarheid van brand. Via de Methode Beheersbaarheid van brand uit 2007 zijn we nu aangekomen bij NEN 6060: Brandveiligheid van grote brandcompartimenten. Oude wijn in nieuwe zakken? Absoluut niet. In 23 jaar is het denken over grote brandcompartimenten geëvolueerd, verbreed en nog beter toegespitst op de praktijk. Veel nieuws dus en vandaar dit artikel om u te informeren en te enthousiasmeren om met NEN 6060 aan de slag te gaan! Tekst prof. ir. P.H.E. (Peter) van de Leur, ir. K.J. (Klaas-Jan) de Boer en ing. S. (Susan) Eggink-Eilander NEN 6060 heeft elementen die we kennen uit het reken- en beslismodel en de methode Beheersbaarheid van brand. Maar de keuzemogelijkheden en de juiste toepassing ervan vragen zeker studie en ervaring. Bovendien geeft NEN 6060 ook mogelijkheden voor het toestaan van langere loopafstanden in grote brandcompartimenten. Het gedachtengoed uit de publicatie Vluchten bij brand uit grote brandcompartimenten uit 1997 en de VROM Handreiking grote brandcompartimenten uit 2007 is hierbij als startpunt genomen, maar volledig geactualiseerd en geïntegreerd in NEN Waarom een herziening? Het initiatief voor NEN 6060 is genomen door het Ministerie van BZK, om een aantal redenen. In de eerste plaats de eerder uitgesproken behoefte om pseudo-regelgeving zo veel mogelijk te beperken door deze in een NEN-norm op te nemen en aan te wijzen in het Bouwbesluit. Ten tweede een wens om aan te sluiten bij Bouwbesluit Ten slotte hadden het bedrijfsleven en de brandweer een aantal knelpunten gesignaleerd bij het werken met de Methode Beheersbaarheid van brand uit Het is prettig om deze knelpunten te kunnen oplossen. Wettelijk kader Een groot brandcompartiment is een brandcompartiment dat een groter gebruiksop- Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

24 pervlak heeft dan de grenswaarde die in de prestatie-eisen van Bouwbesluit 2012 is aangegeven. Vanuit de bedrijfsvoering kan het voor een eigenaar of een gebruiker van een gebouw wenselijk of noodzakelijk zijn één of meer grote brandcompartimenten te hebben. In zo n situatie heeft de eigenaar of gebruiker het recht een beroep te doen op het gelijkwaardigheidsbeginsel (artikel 1.3 Bouwbesluit 2012). Dit betekent dat een andere oplossing mag worden voorgesteld die voldoet aan de functionele eisen voor beperking van uitbreiding van brand en voor het veilig vluchten. Een voorbeeld van een andere oplossing is NEN Deze norm biedt een aantal maatregelpakketten die alle leiden tot de gewenste gelijkwaardigheid. De maatregelpakketten zijn te beschouwen als gebaande wegen ter motivering van de gelijkwaardigheid voor de grote brandcompartimenten in het gebouw. Deze gebaande wegen zijn herkenbaar en navolgbaar voor zowel toetser als aanvrager. Omdat NEN 6060 een voorbeeld is van een invulling van het gelijkwaardigheidsbeginsel voor grote brandcompartimenten, schrijft Bouwbesluit 2012 het normblad vooralsnog niet rechtstreeks aan. Er blijven andere oplossingen mogelijk, zoals NEN Die norm is meer van probabilistische aard en geeft een methode voor beperking van uitbreiding van brand op basis van risicobenadering en fysische brandmodellering. Onderwerpen en toepassingsgebied NEN 6060 geeft een bepalingsmethode voor de beperking van uitbreiding van brand en voor vluchtroutes. De norm kan worden gebruikt voor nieuwbouw en bestaande bouw. De norm is niet geschikt voor grote brandcompartimenten waarin wordt geslapen, zoals woon-, zorg- en logiesfuncties. Ook is de norm niet geschikt voor grote brandcompartimenten die uitsluitend zijn bestemd voor verblijf van niet-zelfredzame personen. Hierop maakt de norm één uitzondering: wanneer het grote brandcompartiment wordt voorzien van een sprinklerinstallatie, zijn er mogelijkheden om het grote brandcompartiment volgens NEN 6060 te realiseren en

25 Brandveiligheid Oud en nieuw NEN 6060 bevat een aantal elementen die herkenbaar zijn uit het verleden. Dit zijn bijvoorbeeld: Gebruik van maatregelpakketten voor de beperking van uitbreiding van brand. Vuurlast en vuurbelasting van het compartiment en de inventaris bepalen de mogelijkheden voor het toepassen van een maatregelpakket. Celvormige structuren zijn beperkt toegestaan. Stapelen van grote brandcompartimenten is beperkt toegestaan. Gebruik van een WBDBO-eis en een WBDBO-toeslag. Bepalingsmethode voor het vertalen van de WBDBO-eis naar de vereiste brandwerendheid van gevels. Ook bevat NEN 6060 een aantal elementen die nieuw of vernieuwd zijn. Dit zijn bijvoorbeeld: Opnemen van bestaande bouw in de maatregelpakken. Beperkt stapelen van een woonfunctie boven maatregelpakket I is mogelijk geworden. Herziene bepalingsmethode voor WBDBOeis, WBDBO-toeslag en de vertaling hiervan naar de vereiste brandwerendheid van gevels. Gebruik van maatregelpakketten (A tot en met F) voor veilig vluchten. Algemene verplichting voor een toezichtarrangement. Gelijkwaardigheid voor veestallen valt buiten het toepassingsgebied van de norm. Maatregelpakketten Beperking van uitbreiding van brand Een nieuwe norm leer je het best begrijpen door veel te oefenen met praktijkvoorbeelden. Aan de hand van diverse stroomschema s en stappenplannen helpt NEN 6060 de gebruiker om bij een project alle randvoorwaarden, beperkingen en mogelijkheden in beeld te krijgen. De gebruiker van NEN 6060 kan in een vroegtijdig stadium van een project onderscheid maken tussen mogelijkheden en onmogelijkheden. Vervolgens kunnen de mogelijkheden verder geconcretiseerd en de benodigde maatregelen gedimensioneerd worden. De keuzemogelijkheden die NEN 6060 ten aanzien van de beperking van uitbreiding van brand biedt, zijn te verdelen in vier maatregelpakketten. Maatregelpakket I Het basispakket, waarin enkel door een gebruiksbeperking aan de maximaal toelaatbare totale vuurlast en daarop afgestemde omhullingseisen, grotere brandcompartimenten mogelijk zijn dan Bouwbesluit 2012 in de standaardprestatie-eisen geeft. Maatregelpakket II Door aanvullende eisen aan het brandgedrag van de inventaris en het aanbrengen van automatische branddetectie plus een installatie voor rook- en warmteafvoer zijn hier grotere compartimenten mogelijk dan bij pakket I (in overigens vergelijkbare omstandigheden). Maatregelpakket III Een pakket speciaal voor brandcompartimenten bestemd voor bulkopslag, uitgaande van een relatief lage afbrandsnelheid van een ontwikkelde brand, installatietechnische eisen en een hoge eis aan de WBDBO naar andere ruimten. De afbrandsnelheid moet zo laag zijn dat in de eerste 4 à 5 uur alleen een dunne laag aan de bovenzijde van de opslag aan de brand kan deelnemen. De bedoelde afbrandsnelheid moet beperkt zijn tot hoogstens 0,3 kg vh/min per m 2. Dit komt ruwweg neer op minder dan 6 cm inbranding per uur bij een massadichtheid van 300 kg/m 3. Dit ontstaat alleen bij branden waarbij moeilijk zuurstof toe kan treden. Voorbeelden van dergelijke situaties zijn: In blokken gestapelde houtplaten op pallets. Poedervormige producten in zakken of big-bags, zodanig dat er geringe uitloop kan plaatsvinden. Bulkopslag van poeder- of korrelvormige natuurproducten, zoals cacaobonen en mais. Maatregelpakket IV Brandcompartimenten met een gecertificeerd automatisch sprinklersysteem, eveneens met daarop afgestemde eisen ter plaatse van de omhulling. Dit pakket heeft drie uitvoeringsvormen die afhankelijk van het gebruik, in toenemende mate grote brandcompartimenten mogelijk maken. Brandwerendheid van gevels Het grote brandcompartiment heeft rondom een eis aan de Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag (WBDBO). Een WBDBOeis aan een inwendige scheidingsconstructie (wand) moet direct vertaald worden naar een vereiste bouwkundige brandwerendheid. Een WBDBO-eis van 60 minuten voor een wand is dus rechtstreeks een vereiste brandwerendheid van 60 minuten. Een WBDBO-eis aan een uitwendige scheidingsconstructie (gevel) kan door een bouwkundige brandwerendheid ingevuld worden, maar ook door afstand. Als de afstand tussen het grote brandcompartiment en het naastgelegen gebouw voldoende is, kan de WBDBOeis zelfs volledig in de afstand gerealiseerd worden en is geen bouwkundige brandwerendheid aan de gevel nodig. NEN 6060 heeft een eigen methode voor de bepaling van het brandoverslagrisico. Een brand in een groot brandcompartiment waarbij een open brand ontstaat als dak en wanden wegvallen, is geen compartimentsbrand. NEN 6060 geeft voor een open brand een genuanceerd rekenmodel met bijpassen- Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

26 Brandveiligheid de rekenregels. De hoogte van de afstandsbij- in het compartiment afgevoerd of wordt tredende sprinklers (quick respons), waar- drage is afhankelijk gesteld van de berekende de hoeveelheid rook beperkt, waardoor door de hoeveelheid rook in het comparti- warmtestralingsflux. langere vluchtroutes en daarmee langere ment wordt beperkt. vluchttijden worden toegelaten. F. Bij dit maatregelpakket wordt via een Maatregelpakketten Vluchtroute NEN 6060 biedt naast een groot brandcom- Voorkomende situaties: branden met een beperkte ontwikkelingssnelheid. ASET-RSET-afweging de vluchtveiligheid in het subbrandcompartiment bepaald. partiment ook mogelijkheden voor langere Daarin wordt de benodigde tijd om het loopafstanden. Daarvoor is in NEN 6060 De keuzemogelijkheden die NEN 6060 ten compartiment te verlaten (RSET) afgezet een informatieve bijlage opgenomen. Deze aanzien van de vluchtroutes biedt, zijn te tegen de beschikbare tijd (ASET), dat wil combinatie is nieuw en sluit beter aan bij de verdelen in zes maatregelpakketten. zeggen de tijd voordat de vluchtroute door praktijk. Wat heb je immers aan een groot rook en/of hitte onveilig wordt. brandcompartiment wanneer alsnog een compartimentering op basis van loopafstanden nodig blijkt te zijn? Een groot brandcom- A. Het maatregelpakket is bedoeld voor compartimenten waarbij buffering van rook mogelijk is. De netto inwendige hoogte Tot slot Met NEN 6060 hebben het bedrijfsleven, de partiment heeft vaak een grotere hoogte dan van het compartiment moet ten minste 5 toetsende instanties en de adviseurs een com- de standaard verdiepingshoogte waarvan in meter zijn. plete mogelijkheid voor het invullen van een de bouwregelgeving wordt uitgegaan. Dit biedt B. In basis gelijk aan maatregelpakket A, gelijkwaardige oplossing voor grote brand- direct een mogelijkheid tot een gelijkwaardige maar dan bedoeld voor industriële opslag- compartimenten gekregen. Het lezen van oplossing. en productiegebouwen met een netto in- een norm is veelal iets ingewikkelder dan het De norm geeft een aantal maatregelpakket- wendige hoogte van ten minste 7,5 meter. proza uit de Methode Beheersbaarheid van ten waarmee de loopafstand binnen het grote C. In basis gelijk aan maatregelpakket A, brand. Met de stroomschema s, tabellen en de brandcompartiment kan worden vergroot. maar dan bedoeld voor industriële opslag- eenduidige structuur van een NEN-norm is het De achtergrond daarbij is dat de aanwezigen en productiegebouwen met een netto in- echter toch gelukt om samenhang en overzicht extra tijd krijgen om veilig een uitgang te wendige hoogte van ten minste 10 meter. te geven. Alle reden dus om snel aan de slag bereiken. De maatregelpakketten zijn gestoeld op de volgende principes: D. Dit maatregelpakket is bestemd voor compartimenten waar een gecertificeerde te gaan met deze methode voor uitdagingen in zowel de bestaande bouw als nieuwbouw. rook- en warmteafvoer (RWA)-installatie Berging van rook: in een grote, hoge wordt aangebracht. Door de afvoer van ruimte kan rook zich langere tijd ophopen rook en warmte zijn langere vluchtroutes onder het plafond voordat de rook op vloerniveau het vluchten hindert. Toepassen van installaties: door het toepassen van installaties wordt de rook toegelaten. E. Het maatregelpakket is gebaseerd op de aanwezigheid van een gecertificeerde sprinklerinstallatie met snel in werking Informatie over de auteur Prof.ir. P.H.E. (Peter) van de Leur is senior adviseur brandveiligheid bij DGMR. Ir. K.J. (Klaas Jan) de Boer en ing. S. (Susan) Eggink-Eilander zijn beiden senior adviseur brandveiligheid bij Antea Group en

27 Project De zoektocht naar het ultieme ventilatiesysteem Anders dan u normaal gewend bent in deze rubriek staat dit keer niet een gebouw in het spotlicht, maar een architect. Bouwkwaliteit in de Praktijk sprak met Jón Kristinsson, architect, uitvinder, maar boven alles een bevlogen mens bij wie duurzaamheid door de aderen vloeit. Kristinsson telt 78 levensjaren, maar is still going strong. Afgelopen jaar werd het Multifunctioneelcentrum Het Punt in Vroomshoop van zijn hand opgeleverd; zijn ventilatiesysteem is sinds een half jaar op de markt én we gaan nog meer van hem horen want voor zijn radiatorsysteem HCCV19 zoekt hij een producent. Tekst Katja van Roosmalen Ik ben pas halverwege mijn carrière, zei ik bij mijn emeritaat. En ik maak dat nog waar ook, vertelt Jón Kristinsson, die de afgelopen 13 jaar allesbehalve stilgezeten heeft. De oplevering van Villa Flora op de Floriade in Venlo is daar een bewijs van, maar ook het ademende raam dat begin dit jaar op de markt verscheen. Maar om Kristinsson alleen af te rekenen op zijn prestaties van afgelopen decennium, daarmee doen we hem tekort. Samen met zijn vrouw Riet schreef hij het boek Integraal Ontwerpen. Ik was de eerste die deze term gebruikte en op deze wijze (chronologisch) over duurzaam ontwerpen schreef. De wijze waarop het boek is vormgegeven en de wijze waarop mijn visie op duurzaamheid duidelijk wordt gemaakt komt echter van mijn vrouw. Menig (oud-)student van de TU Delft zal Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

28 28 en

29 Project het boek kennen en het is in meerdere talen vertaald. Op dit moment wordt er zelfs gewerkt aan een Vietnamese versie. Villa Flora In de Engelse versie van Integraal Ontwerpen is er ook aandacht voor Villa Flora. In 2008 werd het gebouw geopend, maar de tekening is veel ouder, vertelt hij. De blauwdruk stamt uit 1976, bijna 40 jaar geleden, toen ontwierp ik het zelfvoorzienende stadskantoor in Lelystad. Twee stemmen kwam mijn ontwerp tekort in de gemeenteraad om ook daadwerkelijk gebouwd te worden. Dat geeft ook aan welke kansen we in de afgelopen decennia hebben laten liggen. In binnen- en buitenland wordt Villa Flora nog steeds gepresenteerd als groenste gebouw van Nederland. Uit organisch afval wordt energie gewonnen, er is een WKO in de bodem, regenwateropvang en natuurlijk zonnecellen. Op deze manier is het gebouw geheel zelfvoorzienend. Zoektocht naar een nieuw ventilatiesysteem Ondanks dat Kristinsson de publiciteit niet vaak opzoekt, kreeg hij wel erkenning. Hij is ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw en won een aantal architectuurprijzen. In 1998 ontving ik de Koninklijke/ Shell-prijs voor Duurzame ontwikkelingen en architectuur, vertelt hij. Dat geld, circa , besteedde ik aan het opnieuw uitvinden van het ventilatiesysteem. Dat is namelijk dé zwakke schakel in de bouw. Die ventilatie pak ik aan, dacht ik. Vanaf 0! De systemen die op de markt zijn, gebruiken te veel energie en produceren te veel geluid. Dat heeft voor een groot deel te maken met onze manier van ontwikkelen. We ontwikkelen door en verbeteren bestaande systemen, terwijl we eigenlijk terug moeten naar de basis. Dat wilde ik doen. Ik trok de wereld over, op zoek naar het ultieme ventilatiesysteem. En laat nu uitgerekend mijn broer mij bij terugkomst wijzen op Noor van Andel. Deze sublieme natuurkundige de enige ingenieur uit Delft die een eredoctoraat in Amsterdam ontving, maar geen diplomaat was woonde veertig kilometer verderop i=n Almelo. Van water-lucht naar lucht-lucht Noor van Andel had jaren eerder een warmtewisselaar uitgevonden. Weliswaar een water-luchtwisselaar, maar het principe van de warmtepijp met koperen weefsel, was het beste dat ik tegen was gekomen. Het ding had echter één nadeel: het is gelijmd in zijn frame en kan maar beperkte temperatuurbelasting aan. Daardoor is het slechts beperkt toegepast in kassen. Kristinsson had echter nog een probleem: hij wilde een nieuw ventilatiesysteem ontwikkelen, dus geen lucht-water, Fresh-R heeft twee ventilatoren die tegengestelde luchtstromen opwekken met daartussen een zogeheten dunnedraad warmtewisselaar. Deze warmtewisselaar onttrekt warmte aan de afgevoerde lucht en staat de warmte weer af aan de binnenkomende, koude lucht. Bijzonder is het extreem hoge rendement waarmee dit gebeurt in verhouding tot het lage temperatuurniveau: een dunnedraad warmtewisselaar kan binnenkomende lucht van 0 C verwarmen tot 18 C met uitgaande lucht van 20 C. Het hoge rendement haalt een dunnedraad warmtewisselaar dankzij de 8 kilometer koperdraad van 0,1 mm dikte die in 28 lagen is aangebracht. Ook de vier temperatuursensoren en een slimme microprocessor dragen hieraan bij. maar lucht-lucht. Dat kan niet, zei Van Andel. Maar Kristinsson diende hem van repliek: Een ingenieur die zegt dat iets niet kan, moet terug naar af. Een paar weken later belde hij me echter op, dat het wel mogelijk is. Samen ontwikkelden we de gebalanceerde ventilatie, het ademende raam. Dat was rond Besparing In de lucht-lucht warmtewisselaar is 8 kilometer koperdraad verwerkt en twee ventilatoren blazen de lucht erdoorheen. Het systeem heeft 90% warmteterugwinning. Op de reguliere stand ventileert Fresh-R 12 kubieke meter lucht per uur en verbruikt hij 3 Watt. Bij 50 kuub is het verbruik 6 Watt. Je kunt geen spaarlamp vinden die minder verbruikt. De naam was echter verwarrend. Het heette breathing window, maar je kunt er niet doorheen kijken, daarom is de naam veranderd in Fresh-R. Fresh-R draait alleen als het nodig is. Dat levert een enorme besparing op ten opzichte van een centraal systeem dat 24 uur per dag draait. Pas als de binnenlucht de waarde van 600 PPM heeft bereikt, gaat hij draaien. Per uur kan het systeem maximaal 100 kubieke meter lucht verversen. Daarnaast wijst Kristinsson op een andere prettige bijkomstigheid: de warmtewisselaar is eenvoudig te reinigen. Hij kan eruit gehaald worden om schoon te maken, onder de douche of in de vaatwasser. Nu pas? Vraag aan Kristinsson is echter: waarom wordt zijn vinding pas nu op de markt gebracht? De marktversie is namelijk nauwelijks anders dan het prototype. Hij kwam in handen van Brink Climate Systems. Zij hielden hem zeven jaar uit de markt. De reden? Zij richten zich liever op centrale systemen en dit is een decentraal systeem. Nu wordt hij door Vaventis gemaakt en geleverd. De constructie is perfect, maar niet goedkoop. Daar staan echter ook veel voordelen tegenover. De constructie is verkeersgeluiddicht, hufterproof, goed schoon te houden, behoeft nauwelijks energie en is fluisterstil. Er zit namelijk geen weerstand in de wisselaar, je kunt er eenvoudig doorheen blazen. Daarom zijn de ventilatoren ook zo klein. Ze hebben overigens gegarandeerd draaiuren, ofwel 25 jaar. Convector Met de lucht-luchtwisselaar op de markt, is de tijd om achterover te leunen voor Kristinsson echter nog niet aangebroken. Ook de Spirox water-luchtwisselaar zoekt voor verwarmen en koelen een weg naar de markt. Vijftien jaar geleden heb ik de eerste convector met een ronde warmtewisselaar gemaakt voor onze buren Ingenieursbureau Witteveen + Bos. Bijkomend voordeel: in een convector is draad veel effectiever dan platen. De lucht strijkt er makkelijker langs, terwijl vervuiling bij platen de luchtcirculatie kan blokkeren. Wat we nu ontwikkelen is de HCCV(19). Dat staat voor Heating cooling cleaning en ventilation en 19 omdat er 19 Spirox buizen in zitten. Deze is geschikt voor zeer lage temperatuurverwarming en koeling. Hij kan tot dauwpunt bij 18 graden Celsius koelen met gewoon water. De meeste elektrische airconditioning in gebouwen wordt daardoor overbodig. Ventilatie zit er nog niet in, maar dat komt over twee jaar. We zoeken nu een fabrikant liefst in de omgeving van Deventer omdat ik daar woon die het gaat maken. Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

30 Comfortabel en mooi weggewerkt Met ramen van het plafond tot aan de vloer over een breedte van zes meter, is een woning bijna niet comfortabel te verwarmen met uitsluitend vloerverwarming, is de mening van Ben Overgaag. Overgaag heeft een installatiebedrijf in Kwintsheul. Voor het huis van een tuinder in De Lier maakte hij het verwarmingsplan. Tekst Katja van Roosmalen De opdrachtgever stelde veel vertrouwen in me. Ook toen de architect aangaf dat vloerverwarming in deze woning voldoende zou zijn voor een comfortabel binnenklimaat. Dat is echter niet zo. Vloerverwarming wordt namelijk langzaam warm, daarnaast haalt het de kou bij grote ramen niet volledig weg. Ik kom vaak mensen tegen die achteraf spijt als haren op hun hoofd hebben omdat ze geen convectoren hebben geplaatst. In woningen met zulke grote glasoppervlakten, krijg je altijd straling van de wind. Natuurlijk is dat met tripleglas aanzienlijk minder dan bij enkelglas, maar zeker in de winter blijft het onaangenaam, aldus Overgaag. Dynamisch Voor deze opdrachtgever was het comfort heel belangrijk. Ze wilden in iedere afzonderlijke ruimte een fijn leefklimaat te creëren. De verwarming wordt automatisch en dynamisch aangestuurd. De lage temperatuur vloerverwarming zorgt voor de basiswarmte. In het voor- en najaar staat alleen deze verwarming aan. Wordt het kouder en trekt de wind aan, dan schakelen ook de convectoren aan. Het systeem zoals dat in De Lier is toegepast heeft vier voelers: in de convector, in de vloer, in de woonruimte en buiten op het dak. De combinatie van meetgegevens bepaalt de draaisnelheid van de ventilatoren in de convector. De temperatuur blijft namelijk altijd gelijk: tussen de 25 en 35 graden. Maar de draaisnelheid varieert van 500 tot 3200 Watt. Vitrage Toch merkt Overgaag ook dat mensen liever geen roosters hebben voor hun opengaande deuren. Het systeem dat we hier hebben toegepast ontsiert echter nauwelijks. Een ander punt waar bewoners vaak mee zitten is volgens hem de vitrage. Ze willen niet dat de gordijnen gaan wapperen. In de werkplaats hebben we daarom een testopstelling gemaakt. Pas op de hoogste stand veroorzaakten de ventilatoren een kleine beweging. Door een looddraad te verwerken in de vitrage werd dat probleem opgelost en

31 Product Het woonhuis in De Lier is voorzien van Clima Canal van Jaga, een hoofdverwarming, koelunit en luchtverversingseenheid in één. De convector is zeer compact: 8,5 bij 20 centimeter. De dynamische warmtewisselaar en de tangentiële ventilator(en) zijn ontwikkeld om veel vermogen te leveren binnen compacte afmetingen. Door gebruik te maken van EC-motoren, verbruiken de Clima Canals 50% minder elektrische energie. De motoren zijn aanstuurbaar via de nieuwste domoticasystemen. In beeld Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

32 Productnieuws Verwarming en ventilatie Ventilatie passend in het gevelbeeld De RVS inmetselbakjes T172 van Tilmar bieden een mooie, duurzame en vandaalbestendige oplossing. De bakjes zijn apart in te metselen in gevels, maar passen ook op vloerkokers voor kruipruimteventilatie. Het assortiment bestaat uit verschillende hoogtematen geschikt voor diverse steensoorten. Nieuw in het assortiment is een speciaal RVS verloopstuk waardoor de ventilatiebakjes passen in gevels met staand metselwerk. Tilmar levert de zwarte kunststof vloerkoker (Z-koker) inclusief het gemonteerde RVS verloopstuk. Inmetselbakjes kunnen worden meegeleverd. Warmtepomp en radiator in één De Nexura van Daikin is een warmtepomp die comfort en design combineert. Daarbij maakt zij gebruik van een geavanceerde warmtepomptechnologie. Het aluminium voorpaneel van de Nexura kan verwarmen als een traditionele radiator. De lage luchthoeveelheid en stille werking zorgen voor een aangename omgeving, terwijl het stralingspaneel verwarmt tot een comfortabele 22 C. Het systeem is energie-efficiënter dan verwarmingssystemen die gebruikmaken van fossiele brandstoffen, zoals gas. Energielabel: SEER tot A++, SCOP tot A+. Opleiding Eco-design Caleffi Academy verheldert Eco-Design en legt uit wat het precies inhoudt, hoe het toegepast moet worden en welke implicaties dit heeft voor professionals in de installatiebranche. Tijdens de opleiding wordt gedetailleerd uitleg geven welke implicaties de ingeslagen weg heeft en passeren diverse oplossingen de revue: van concrete toepassingen tot kant-en-klare oplossingen. Er zijn verschillende data gepland: 22 september, Eindhoven; 23 september, Zoetermeer; 24 september, Zwolle. Vooraf inschrijven is vereist. In zeven stappen een ventilatiesysteem De redactie van dit blad aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de juistheid van de op deze pagina s aangegeven eigenschappen van de besproken producten. Colt International berekent voor iedere situatie exact de benodigde ventilatieopeningen en levert systemen die onder alle weersomstandigheden toegepast kunnen worden. In 7 stappen ontwerpt Colt een exact passend natuurlijk ventilatiesysteem: op basis van natuurkundige formules en/of computersimulaties (CFD) wordt de stijgsnelheid van de lucht vastgesteld; de benodigde aerodynamische doorlaat van de ventilatie-openingen wordt bepaald; het juiste type ventilatie-eenheid wordt geselecteerd (koudebrugvrij, niet-koudebrugvrij, lichtdoorlatend, niet-lichtdoorlatend, mogelijkheid tot ventileren bij neerslag, etc.); de capaciteit van de gekozen soort ventilatie-eenheid wordt bepaald; het aantal ventilatie-eenheden wordt vastgesteld (spreiding ventilatiepunten); de plaats van de ventilatie-eenheid wordt bepaald, met in acht neming van de neutrale lijn en bouwkundige situatie; er wordt een besturingssysteem ontworpen waarmee het ventilatiesysteem zo efficiënt en effectief mogelijk zal functioneren. Met aandacht voor comfort en

33 Productnieuws Verwarming en ventilatie Luchtverhitters met EC-ventilatoren Wolf Energiesystemen breidt het assortiment indirect gestookte luchtverhitters uit met de LH-EC serie voorzien van 230V EC-ventilatoren. De uitvoering met EC-ventilator heeft een aantal voordelen zoals lager energieverbruik, verwerking van 10% meer lucht en hij produceert minder geluid. De LH-luchtverhitter met 2-traps 230V, 400V of 400V-ATEX ventilatoren blijven leverbaar. Daarnaast zijn de luxere TLH en TLHK wandunit met poedercoating en een modern design voor showroomtoepassingen nu ook leverbaar met EC-ventilatoren. De TLHK wandunit is gebaseerd op de TLH en geschikt voor verwarmen en koelen. Nieuwe beugel De zwevende Niva designradiator krijgt een koperen handdoekbeugel. De radiator Niva van Vasco valt op door zijn strakke en tijdloze uiterlijk, maar is ook een uitblinker in warmteafgifte. Door de zijdelingse schaduwplaat als muurbevestiging lijkt de radiator te zweven. NIVA is gemaakt van staal met een elektrostatische dompellak zodat corrosie geen kans krijgt. De designradiator is beschikbaar in verschillende kleuren en met praktische accessoires. Inspelend op de kopertrend zijn de handdoekbeugels ook verkrijgbaar in een koperen uitvoering. Ruimtebesparende vloerverwarming Elektrische vloerverwarming van WARMWELL verbruikt volgens de makers weinig energie en is zeer economisch in gebruik. De GREEN ELECTRIC MAT combineert twee identieke verwarmingskabels in één kabel. Deze kunnen onafhankelijk van elkaar in- en uitgeschakeld worden. Bij behoefte aan meer warmte kan men de reserve verwarmingskabel inschakelen. De mat wordt in een tegellijm laag geïnstalleerd. Radiatorregelaar met energielabel AA NBD nieuwsbrieven Op de hoogte blijven van al het productnieuws kan ook via de themanieuwsbrieven van NBD-online. De thema s van komende maand: 1 oktober 2015 Wanden en wandafwerking 6 oktober 2015 Verlichting In de AA-categorie van het energielabel mag Honeywell het hoogste eu.bac-efficiëntielabel voeren voor de HR92-radiatorregelaar. Dit is de radiatorregelaar van evohome, de slimme zoneregeling van Honeywell. De HR92 is een draadloze, elektronische radiatorregelaar waarmee de gebruiker de temperatuur per kamer regelt via een smartphone of tablet. Nieuw E+ ventilatiesysteem Ventilatiesysteem E+ van RENSON combineert de continue toevoer van verse lucht in droge ruimtes via zelfregelende ventilatieroosters met de mechanische afvoer van vervuilde lucht in zowel de natte als de droge ruimtes via een centrale afvoerventilator. Het toestel wordt op zolder of in een technische ruimte gemonteerd. In de afvoerruimtes ziet de gebruiker alleen aluminium design afvoermonden die met de ventilator verbonden zijn via het Easyflex kanalensysteem. De ventilator kan elke vochtige en droge ruimte prima ventileren. Dynamische sensoren analyseren continu de afvoerlucht op CO 2 of vocht en/of VOC s (vluchtige organische stoffen) en passen zo het ventilatieniveau aan de daadwerkelijke behoefte van de gebruikers aan. Met het Smartzoneprincipe wordt automatisch meer geventileerd in die ruimtes waar mensen zijn. De warmtepomptechnologie brengt warmte uit de menglucht naar een hoger temperatuurniveau. Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

34 Productnieuws Verwarming en ventilatie Eenvoudige woningventilatie Het Easy-Vent systeem van Spirair in combinatie met mechanische afzuiging zorgt voor gefilterde en voorverwarmde verse buitenlucht in de woning. Het systeem werkt eenvoudig, betrouwbaar en volkomen natuurlijk. Filtering met een F7-filter via geluiddempende kanalen garandeert schone, stille en tochtvrije verse lucht. Het systeem is eenvoudig te dimensioneren, te installeren, te onderhouden en te begrijpen. Het omvat weinig componenten, waardoor het bedrijfszeker is. Spirair levert verschillende systemen. Easy-Vent E-B en D-B waarbij de luchtgeleiders tevens fungeren als ophangconsole voor de radiator. Easy-Vent RENOVATIE is geschikt voor snelle ventilatieverbetering of renovaties waarbij u de radiatoren kunt laten hangen. Europees patent op zelfregelende klep Aralco NVS, fabrikant van ventilatieroosters en ventilatiesystemen, heeft een Europees patent verkregen voor de zelfregelende klep van haar ventilatieroosters. In tegenstelling tot andere fabrikanten heeft deze zelfregelende klep twee scharnierpunten. Hierdoor werkt de klep efficiënter, wat zorgt voor meer comfort, over -ventilatie voorkomt en energie bespaart (epc-winst 0,11). De klep reageert automatisch op de toenemende winddruk en versmalt de toevoer van verse buitenlucht. Het tweede scharnierpunt zorgt dat de ventilatieopening meer verkleind kan worden. Bijvoorbeeld als de luchtdruk op de gevel wijzigt. De gepatenteerde EPC-klep bevindt zich in de Aralco NVS roosters MultiAir EPC, FlexAir EPC, Junior 150 EPC, MultiCoust EPC en het brandwerend rooster FireCatch EPC. HRE met A-label pomp Vooruitlopend op de Europese wetgeving die van kracht werd op 1 september 2015, introduceerde Intergas een complete serie HREketels die voldoen aan de EuP. De HRE-lijn is verkrijgbaar in zowel combi- als solo-uitvoering en biedt efficiency en betrouwbaarheid. Door toepassing van een A-labelpomp (Energielabel A) worden stilstandverliezen beperkt en de efficiency verhoogd. Het HRE-A toestel is als doorstroomtoestel verkrijgbaar in zowel CW3-, CW4- en CW5-uitvoering. Er is ook een complete Solo HRE-A lijn beschikbaar variërend van 12 kw tot en met 48 kw. Onderdelen van ketel recyclen Remeha is de eerste ketelfabrikant die gebruikte ketelonderdelen inneemt en zodanig reviseert dat de installateur ze opnieuw kan gebruiken met fabrieksgarantie. Via het Remeha Renewed programma biedt de ketelfabrikant sinds deze zomer volledig gereviseerde gasluchteenheden aan voor de Tzerra en Tzerra Plus ketels onder dezelfde kwaliteit en garantievoorwaarden als nieuwe onderdelen. Het onderdeel is bij de groothandel verkrijgbaar en is goedkoper dan een identiek nieuw onderdeel. Bovendien krijgt elke installateur die de oude gas-luchteenheid inlevert een retourpremie en

35 Uitgelicht Verwarming en ventilatie burgerhout Kunststof en RVS samen in één schacht Steeds vaker bevinden zich in appartementencomplexen zowel huur- als koopwoningen. Maar hoe ga je daarmee om op het moment dat het rookgasafvoersysteem vervangen moet worden? Bij Burgerhout kwam deze vraag binnen. Door zowel een RVS- als kunststof flexibel rookgasafvoersysteem te gebruiken, werden de kosten en overlast voor bewoners en de woningbouwvereniging beperkt. Tekst Katja van Roosmalen Burgerhout is producent en leverancier van rookgasafvoersystemen. Voor een appartementencomplex uit de jaren tachtig in Amsterdam nam de installateur contact met ons op. De woningbouwvereniging was bezig met de renovatie van een appartementengebouw en verving alle CV-ketels en dus ook de rookgasafvoerleidingen. Op voorhand leek dat niet ingewikkeld. Er waren aannames gedaan en daarop was het advies van de installateur gebaseerd. Voor de nieuwe condenserende HR-ketels met een temperatuurklasse tot 120 graden werd gekozen voor ons dubbelwandig flexibel kunststof afvoersysteem, vertelt Leon Peijen, accountmanager bij Burgerhout. Oude HR-ketels De praktijk was echter weerbarstiger. Eenderde van het complex bestaat uit koopwoningen. De woningbouwcorporatie had deze bewoners een aanbod gedaan om ook deze HR-ketels te vervangen, maar daar zat lang niet iedereen op te wachten. Veel van deze verwarmingstoestellen werkten nog prima, alleen kan de temperatuur van de afvoergassen te hoog oplopen voor een kunststof systeem. Wat te doen? vroeg de installateur ons. In eerste instantie werd de ketelfabrikant benaderd. Deze kon echter geen garantie afgeven ten aanzien van de temperatuurklasse, dus moest er midden in het project een andere oplossing komen aangezien vervanging van de ketels geen optie was. Veiligheid gegarandeerd De oplossing werd gevonden door RVS en kunststof naast elkaar te plaatsen in de gezamenlijke schacht. Voor de bestaande HR-ketels met een hogere temperatuurklasse hebben we MetalFlex ingezet en voor de lagere temperatuurklasse het kunststof systeem. Kunststof is voordeliger, vriendelijker in de verwerking en lichter, maar qua levensduur en veiligheid zijn beide systemen gelijkwaardig. RVS heeft echter als voordeel dat het een hogere temperatuurbelasting aankan. Door beide systemen in één schacht te installeren in Amsterdam, kon het hele rookgasafvoersysteem vernieuwd worden en garandeert de woningbouwvereniging de veiligheid van de bewoners. De flexibele RVS-leidingen hebben we vanaf de schacht de eerste anderhalve meter naar boven geïsoleerd. Hierdoor is de combinatie van beide mogelijk en is de veiligheid en duurzame werking maximaal gewaarborgd. Toegepaste producten Metalflex Individuele rvs-rookgasafvoer van RVS leverbaar in doorsneden van 60 en 80 mm. Temperatuurklasse: T160 (maximaal 160 graden) Kunststof Flex individuele- en collectieve rookgasafvoer van kunststof Maatvoering 60, 80, 100, 130 en 80/130 mm Temperatuurklasse: T120 (maximaal 120 graden) Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

36 Verwarming en ventilatie Groendak verwerkt verontreinigde ventilatielucht en water Octrooi Tekst Joost Melten Een groendak met een speciaal soort hydrocultuur kan ventilatielucht uit stallen ontdoen van ammoniak en fijnstof. Maar het concept is ook breder toepasbaar. Groendaken zijn gewoonlijk uitgevoerd met planten die wortelen in een of ander substraat. Dat kan gewone grond zijn, die vanwege het gewicht meestal wordt gemengd met lichtere materialen. Een groendak ziet er aantrekkelijk uit, vangt water, CO 2 en fijnstof op uit de lucht, weert zonnehitte en is geluiddempend. Helaas zijn niet alle bestaande daken berekend op het extra gewicht van een met water gevulde substraatlaag. Een rooster (1) houdt op een bestaand dak (10) de planten (niet afgebeeld) op hun plaats. In de tussenruimte (13) is plaats voor de wortels en de water- en luchtstromen. Er worden regelmatig nieuwe systemen bedacht voor de aanleg van een groendak. Een interessant voorbeeld is het nog in ontwikkeling zijnde systeem van Thomas Jansen, dat in eerste instantie is bedoeld voor veestaldaken. De planten wortelen daarbij niet in een vast substraat, maar in lucht. Roosters van kunststof zorgen dat de planten op hun plaats blijven. De uitvinder: Ik til eigenlijk het weiland op naar het dak van een stal, waarbij ik zorg voor een tussenruimte tussen de dakplaten en de planten. Daar stroomt grijs afvalwater door en verontreinigde ventilatielucht uit de stal. Daarbij vindt er een optimalisatie plaats volgens het tegenstroomprincipe, zodat de ammoniak uit de stallucht sneller oplost in het water. En doordat die plantenworteltjes in de lucht hangen, werken ze als neusharen en vangen ze fijnstof af. Bovendien werkt het systeem ook als warmtewisselaar. De octrooitekst laat in het midden om welke plantjes het gaat, maar op is te zien dat het in dit stadium met name om gras gaat. Jansen won eind vorig jaar met zijn lichtgewicht Air Root Purifier de Innovatieprijs Valleiregio van RCT De Vallei in Ede: Dat was op basis van een aangetoond concept. We hebben een opstelling van tien meter lang en twee meter breed, waarin we airflows hebben gemeten en de afname van fijnstof en ammoniak. We vonden een reductie van ammoniak tot 80% en een reductie van fijnstof tot 90%. Dat zijn hele mooie resultaten. Maar we gaan zeker niet over dag één dag ijs. We willen kwaliteit aanbieden en eerst alles doorlopen voordat we de markt op gaan. Binnenkort beginnen we aan de volgende fase, met een dak van 84 m 2. Daar willen we een wwl-certificering voor krijgen binnen de Regeling ammoniak en veehouderij. Als we gedurende een jaar twee stallen met goed resultaat hebben getest, dan is het een bewezen techniek en kunnen we de markt op. Het systeem is geschikt voor daken met een hellingshoek van 15 tot ongeveer 70 graden. Zoals gezegd werkt het momenteel met gras, maar afhankelijk van het substraat zou het ook heel goed met andere planten kunnen, bijvoorbeeld met voedergewassen of groenten. De agro-sector is voor ons de broedplaats waarin we de strengste normering willen behalen. Als dat lukt, kunnen we ook in andere sectoren doordringen. We kunnen bijvoorbeeld geluidswallen bekleden, uitlaten van tunnels en de airconditioning van ziekenhuizen. Jansen loopt inmiddels vooruit op toekomstige toepassingen: Ik heb hier ook zo n systeem op het dak liggen en ik heb dit jaar voor het eerst rucola geoogst. octrooinummer: NL houder: Jansen Gebiedsinnovatie, Culemborg uitvinder: T. Jansen ( en

37 Isolatie bestaande vloer boven nieuwe parkeergarage Om u een idee te geven van de vragen die bij de Helpdesk Bouwbesluit binnenkomen, wordt in elke uitgave van Bouwkwaliteit in de praktijk een telefonisch gestelde vraag en antwoord opgenomen. Vraag en antwoord zijn uiteraard geanonimiseerd. Vraag en antwoord Tekst Helpdesk Bouwbesluit OMSCHRIJVING Isolatie van een bestaande vloer boven een nieuwe parkeergarage. VRAAG Een bestaande, besloten kelder onder een bestaande supermarkt wordt verbouwd tot parkeergarage. De parkeergarage is onverwarmd en sterk geventileerd. De vloer tussen deze supermarkt en de nieuwe parkeergarage is ongeïsoleerd en wordt niet verbouwd. Mag dit zo blijven of moet deze vloer thermisch worden geïsoleerd? antwoord Isolatie aanbrengen is op grond van de bouwregelgeving alleen verplicht indien niet wordt voldaan aan de voorschrif-ten voor bestaande bouw. De isolatie-eis bij verbouw geldt op grond van artikel 4 van de Woningwet alleen voor een scheidingsconstructie die wordt verbouwd. De vloer wordt niet verbouwd en voor bestaande bouw gel-den geen eisen aan thermische isolatie. De vloer voldoet aan de minimale eisen voor bestaande bouw en kan daarom ongeïsoleerd blijven. Aanvullende opmerking(en) Eventuele nieuwe schachten die vanuit de parkeergarage door het gebouw gaan, moeten voldoen aan de verbouw-voorschriften en dus wel worden geïsoleerd met een minimale Rc-waarde van 1,3 m²k/w. Toelichting isolatie-eis bij verbouw artikel 5.6, lid 1, Bouwbesluit 2012 Bij het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de voorschriften van artikel 5.2 niet van toepassing en de voorschriften van artikelen 5.3, eerste tot en met zevende lid, en 5.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau voor zover dat niveau voor de warmteweerstand niet lager is dan 1,3 m² K/W. artikel 4 van de Woningwet Indien een bouwwerk gedeeltelijk wordt vernieuwd, veranderd of vergroot, zijn de voorschriften, bedoeld in artikel 2, voor zover zij betrekking hebben op dat bouwen, slechts van toepassing op die vernieuwing, verandering of vergroting. Bel: (085) Mail: helpdeskbouwbesluit@bimmedia.nl Praktische hulp bij het nieuwe Bouwbesluit. Gratis voor u als abonnee! De technische voorschriften waaraan gebouwen moeten voldoen, zijn op 1 april 2012 veranderd met het nieuwe Bouwbesluit. Met al uw vragen hierover kunt u bij ons terecht. Speciaal voor u als abonnee is er professioneel advies door een uitgebreid team van experts beschikbaar gesteld. Deze experts zijn werkzaam bij de Nieman Groep en Geregeld BV. U kunt eenvoudig uw vraag stellen via (085) of helpdeskbouwbesluit@ bimmedia.nl. Met een van de experts neemt u door wat uw vraag is. Indien mogelijk ontvangt u telefonisch direct een inhoudelijke reactie op uw vraag. Voor een uitgewerkte (schriftelijke) vastlegging zullen prijsafspraken worden gemaakt. Alle gepubliceerde vragen en antwoorden zijn te vinden op de website van Omgeving in de praktijk ( en kunnen door de abonnementhouders van Omgeving in de praktijk worden geraadpleegd. Zie voor de voorwaarden helpdeskbouwbesluit/ voorwaarden. Daar kunt u ook zien voor welke abonnementen van BIM Media deze service gratis is. Deze Vraag en antwoord is geschreven door Marjolein Berghuis (Nieman Groep), met medewerking van Hajé van Egmond (Geregeld BV). Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

38 Nieuws Berkel en Rodenrijs krijgt ultra-duurzame 4C-woonwijk Op 4 juni 2015 ondertekenden wethouder Albert Abee van Gemeente Lansingerland en Job van Zomeren, directeur bij TBI-onderneming ERA Contour, de grondexploitatieovereenkomst voor de ontwikkeling van project 4C-living in Berkel en Rodenrijs. Job van Zomeren: Met de ondertekening van deze overeenkomst zijn we weer een stap dichter bij de realisatie van een nieuwe 4C (Cradle to Cradle, Comfort en Co-design)- buurt. Een buurt die uniek is in zijn soort vanwege de combinatie van design, architectuur en duurzaamheid. Steeds meer mensen willen graag een energieneutraal huis en bij voorkeur gebouwd met materialen die het milieu zo min mogelijk belasten. Tegelijkertijd moet de woning comfortabel zijn en een bepaalde uitstraling hebben. ERA Contour en XXarchitecten/Arconiko architecten combineren deze wensen in het zogenaamde 4C-concept. De nieuwe duurzame 4C-buurt in de wijk Meerpolder in Berkel en Rodenrijs bestaat uit zestien vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen en ligt aan de noordkant van de dorpskern van Berkel, tussen de Oostmeerlaan en de Meerweg. De koopwoningen, vanaf circa 150 m 2 woonoppervlakte en vanaf circa v.o.n., worden gebouwd volgens het Cradle-to-Cradle-principe. Dit principe gaat verder dan het beperken van de schade aan het milieu, maar probeert dit juist te verbeteren door meer gebruik te maken van gifvrije en herbruikbare materialen. Architect Jouke Post van XXarchitecten heeft met deze principes zijn eigen huis in Bergschenhoek gebouwd. Jouke Post: We hebben het huis gebouwd om te laten zien hoe je duurzaamheidsmaatregelen kunt toepassen en tegelijkertijd heerlijk kunt wonen. De 4C-woning van architect Jouke Post in Bergschenhoek. De twee andere C s van de 4C-woning staan voor Comfort en Co-design. Toekomstig bewoners en geïnteresseerden hebben namelijk veel invloed gehad op de totstandkoming van hun duurzame huis en wijk. Wat de woningen gemeenschappelijk hebben is de type architectuur: modern, met veel gebruik van natuurlijke materialen en strak design, en natuurlijk de zogenaamde 4C-bouwmethode. Meer weten? Kijk op Energiebespaarlening nu ook beschikbaar voor VvE s Vanaf 8 juni heeft de Energiebespaarlening er een zusje bij: de VvE Energiebespaarlening. Hiermee kunnen Verenigingen van Eigenaren (VvE s) een lening afsluiten voor het treffen van energiebesparende maatregelen. Bij veel appartementencomplexen valt er flinke energiewinst te behalen. Soms gaat het om forse investeringen, waarbij er externe financieringsmiddelen nodig zijn. Het afsluiten van een lening is voor VvE s echter erg lastig, waardoor energiebesparende maatregelen soms uitgesteld worden. De VvE Energiebespaarlening maakt het nu mogelijk om energiebesparende investeringen in of aan appartementencomplexen te financieren, zonder hypothecaire zekerheid en tegen een aantrekkelijke rente. Men kan daarbij denken aan maatregelen zoals isolatie, HR-glas en LED-verlichting in gezamenlijke ruimten. Dit maakt appartementencomplexen energiezuiniger, comfortabeler en duurzamer. Een VvE moet uit ten minste tien appartementsrechten bestaan om in aanmerking te komen voor een VvE Energiebespaarlening. De lening heeft een omvang van minimaal en maximaal De lening heeft een looptijd van tien of vijftien jaar naar keuze. Het huidige rentepercentage is 2,8% bij een looptijd van tien jaar en 3,3% bij vijftien jaar. De meest actuele rentepercentages staan op ikinvesteerslim.nl/rente. De rente wordt vastgesteld bij binnenkomst van de aanvraag en staat gedurende de looptijd van de lening vast. Meer weten? Kijk op en

39 Nieuws Energieprestatievergoeding voor nul-op-de-meter woning Verhuurders die hun woningen tot een (bijna) energieneutrale woning of nul-op-de-meter woning renoveren, mogen een energieprestatievergoeding aan hun huurders vragen. Dit staat in een wetsvoorstel van de ministers Stef Blok (Wonen en Rijksdienst) en Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat bij de Tweede Kamer is ingediend. In het Burgerlijk Wetboek en in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte worden naast de huurprijs, vergoeding voor de nutsvoorziening en servicekosten een mogelijkheid opgenomen voor afspraken over een energieprestatievergoeding. De hoogte van deze energieprestatievergoeding moeten huurder en verhuurder samen overeenkomen. In het Energieakkoord staat dat in 2030 alle gebouwen in Nederland gemiddeld een energielabel A hebben. Om deze doelstelling te bereiken zijn grote renovaties van woningen nodig. Dit is goed voor de innovatie en werkgelegenheid van de bouw. De verhuurder levert energie aan de huurder voor eigen gebruik door de energieopwekkende voorzieningen. De verhuurder mag hiervoor straks een energieprestatievergoeding in rekening brengen. Minister Blok komt nog met een voorstel over de maximale hoogte van deze energieprestatievergoeding. Het streven is dat de totale woonlasten voor de huurder niet stijgen. Waar de huurder voorheen huur betaalde aan de verhuurder en de energierekening aan de energiemaatschappij, zal hij na renovatie huur en een energieprestatievergoeding betalen aan de verhuurder. Investeringen Bij een (bijna) energieneutrale woning of nul-op-de-meter woning worden energiebesparende maatregelen gecombineerd met energieopwekkende voorzieningen, zoals zonnepanelen, zonneboilers of warmtepompen. Via een (beperkte) huurverhoging en een energieprestatievergoeding kan een verhuurder de forse investeringen in de huurwoning terugverdienen. Utrecht verdient titel Solar City 2015 De jury heeft op 5 juni 2015 tijdens een tweede beoordelingsronde uit de drie genomineerden Delft, Wageningen en Utrecht, de gemeente Utrecht unaniem gekozen als beste zonne-energiegemeente van Nederland. Utrecht verdient daarmee de titel Solar City andere, en belangrijke, succesfactor is de betrokkenheid van bewonersgroepen en lokale organisaties in de ontwikkeling van projecten. De gemeente heeft een hoge ambitie voor verduurzaming en in het bijzonder voor de toepassing van zonne-energie, en is in staat om deze ambitie te vertalen in resultaten. De jury meent echter dat, ondanks de hoge overall beoordeling, op het gebied van zonnewarmte een verbetering Nederlandse gemeenten en steden die volop zonne-energiesystemen mogelijk is. Er is een actiever beleid voor zonnewarmte nodig. toepassen en het gebruik van zonne-energie stimuleren, maakten ook dit jaar kans op verkiezing tot Solar City Deze verkiezing werd georganiseerd door de Stichting Solar Days in het kader van de promotiecampagne Solar Days. Tijdens het Nationaal Solar Evenement op 5 juni werd de winnaar bekendgemaakt. Aan de verkiezing kon worden deelgenomen door alle Nederlandse gemeenten. De jury bestaat uit vertegenwoordigers van Klimaatverbond, Holland Solar, RVO Nederland, Organisatie voor Duurzame Energie (ODE), Stichting Monitoring Zonnestroom en Solar Magazine. Utrecht is al jaren koploper op het gebied van gemeentelijk energiebeleid. Haar beleid voor zonne-energie is consistent en heeft een langdurig uitvoeringskader. Deze ingrediënten zijn volgens de jury de randvoorwaarden voor een succesvolle ontwikkeling van een duurzame gemeente. Binnen de gemeente Utrecht zijn over een breed scala opvallend veel projecten gestart en gerealiseerd. De jury weet dat dit door praktische ruimtebeperkingen in een grote stad niet altijd eenvoudig is, en is daarom Beleid gemeenten Uit de inzendingen van dit jaar blijkt dat er steeds meer gemeenten zijn met veel en goede plannen voor de uitvoering van maatregelen en projecten ter stimulering van zonne-energie. Een groot aantal van deze projecten zal worden gerealiseerd in 2015 en Het is opvallend dat er zich onder de hoogste beoordelingen veel studentensteden vallen. Het gebruik van lokale kennis blijkt zijn vruchten af te werpen. De jury beoordeelt dit zeer positief en roept alle gemeenten op om actief de kennis van hogescholen en universiteiten te betrekken in de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid en in gemeentelijke projectrealisaties. Aan gemeenten zonder deze kennisinstellingen raadt de jury aan om samen te werken met het bedrijfsleven en belangenorganisaties uit hun gemeenschap. De jury constateert dat de toepassing van zonnewarmte nog onvoldoende is opgenomen in het beleid van de meeste gemeenten. Ook vraagt de jury aan de gemeenten om meer aandacht te geven aan het stimuleren van de esthetische integratie zeer positief over de wijze waarop de gemeente actief zoekt naar haalbare oplossingen. Een Winnaar Utrecht, met van links naar rechts: Monique Hoogwijk, Lot van Hooijdonk en Rogier Coenraads. van zonne-energie (zowel zonnestroom als zonnewarmte) in gebouwen. Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

40 NEN nieuws Deze pagina s komen tot stand onder verantwoordelijkheid van NEN. NEN Vlinderweg AX Delft Tel. (015) Bouw@nen.nl Ontwikkeling NTA voor labeling contactgeluid vloerbedekkingen Bij het voorkomen van burenlawaai in gestapelde woningbouw speelt de geluiddempende kwaliteit van vloerbedekking een grote rol. De Nederlandse Stichting Geluidhinder heeft in de jaren 80 een advies opgesteld voor verbetering van de contactgeluidisolatie van 10 db door vloerbedekking. Deze clausule is inmiddels in vele varianten opgenomen in VVE-reglementen en huurcontracten. NEN ontwikkelt daarom een NTA waarbij een kwaliteitslabel voor contactgeluid wordt geïntroduceerd die eenvoudig en duidelijk is voor de consument, de NTA Op de verpakking van veel ondervloeren in Nederland worden verschillende termen voor contactgeluid gebruikt. Bovendien zijn de cijfers verschillend voor betonvloeren en houten vloeren. Daarnaast zijn er voor zwevende dekvloeren, vanwege de aanscherping van de Bouwbesluiteisen, weer andere eisen. Dit is voor consumenten en zelfs professionals vaak niet meer te volgen zodat vanuit geluidhinderoogpunt verkeerde vloerbedekking wordt gelegd die loopgeluiden te weinig reduceren. Opzet NTA Voor de opzet van NTA 5098 wordt gedacht aan een sterrensysteem. Een tabel geeft aan welke contactgeluidverbetering een product moet voldoen om een bepaald aantal sterren als label te mogen voeren. Dit gebeurt aan de hand van geluidmetingen verricht op een standaard beton- of houten vloer. Er wordt gebruik gemaakt van bestaande Europese en internationale meetmethoden en eenheden conform NEN-EN-ISO en NEN-EN-ISO Deelnemende partijen Een werkgroep onder de NEN-commissie Geluidwering in gebouwen ontwikkelt NTA 5098 Labelling contactgeluid vloerbedekkingen. Aan deze werkgroep nemen reeds leveranciers/fabrikanten van ondervloeren, leveranciers/fabrikanten van materialen onder zwevende dekvloeren bedoeld voor renovatie en de consumentenmarkt, adviseurs en consumentenorganisaties deel. Meer informatie Voor inhoudelijke informatie over deze NTA of over het normalisatieproces: ir. Annet van der Horn, Consultant Bouw & Installatie, (015) of annet.vanderhorn@nen.nl. Herziene norm Eisen voor verbrandingsinstallaties NEN 3028 Eisen voor verbrandingsinstallaties is herzien. Deze norm geeft eisen voor het (brand)veilig opstellen van verbrandingsinstallaties, zoals cv-ketels. Voor bijvoorbeeld installateurs is NEN 3028 een belangrijke norm waarnaar verwezen wordt vanuit Bouwbesluit Na een beperkte herziening in 2011 wordt nu de gehele norm geactualiseerd. In 2011 is de norm alleen aangepast voor de aansluiting op het Bouwbesluit Daarbij zijn naast de stookruimte ook de eisen aan de opstellingsruimte uitgewerkt. In het nieuwe normontwerp zijn onder andere de volgende aspecten aangepast: - Het onderscheid stookruimte - opstellingsruimte is verduidelijkt en de eisen daaraan zijn nu in aparte hoofdstukken geplaatst; - De norm is in overeenstemming gebracht met de Europese norm (NEN-EN Verwarmingssystemen in gebouwen Ontwerp voor watervoerende verwarmingssystemen ). Dit betreft een Europese norm met enige overlap met NEN Deels wordt daar nu naar verwezen en in ieder geval is nu voorkomen dat er sprake is van strijdigheid; - Conform Bouwbesluit 2012 is de vrije doorgang bij de deur van een stookruimte van 0,6 m gewijzigd in 0,85 m; - Naast aanvullende eisen voor stookruimten voor verbrandingstoestellen gestookt met vloeibare brandstof is ook een specifieke tekst voor situaties met vaste brandstof in voorbereiding. Dit is echter nog niet gereed. Input hiervoor wordt zeer op prijs gesteld; - De verwijzing naar het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (BEMS) is vervangen door verwijzing naar het Activiteitenbesluit, met verduidelijking van de verantwoordelijkheden voor keuring en onderhoud; - Bijlage C met aanvullende eisen voor gasmotoren in opstellingsruimten en stookruimten is grondig herzien; - Uiteraard zijn verwijzingen naar andere normen geactualiseerd. Commentaar indienen en meer informatie Belanghebbenden kunnen tot 15 november 2015 via commentaar indienen op het ontwerp van NEN Op deze website is het voor iedereen mogelijk de normontwerpen in te zien en elektronisch commentaar in te dienen. Voor meer inhoudelijke informatie over deze norm of over het normalisatieproces: Arie de Jong, Consultant Bouw & Installatie, (015) of arie.dejong@nen.nl en

41 nieuws Wijzigingsblad bij NEN 5096 gepubliceerd De normcommissie Inbraakwerendheid van gevelelementen heeft een wijzigingsblad bij NEN 5096:2012 Inbraakwerendheid - Dak- of gevelelementen met deuren, ramen, luiken en vaste vullingen - Eisen, classificatie en beproevingsmethode gepubliceerd. De belangrijkste reden hiervoor is dat bij de herziening van NEN 5096 in 2012 onbedoeld de reikwijdte van de manuele beproeving volgens NEN-EN 1630 is vergroot. Wijziging Energieprestatienorm voor Maatregelen op Gebiedsniveau (EMG) Soms is het efficiënter om binnen een gebied energie te besparen in plaats van voor elk gebouw apart. Met de EMG kan de invloed van zo n collectieve actie worden verrekend in de energieprestatie van de aangesloten gebouwen. Hiervoor bestond sinds 2011 een voornorm. Deze is nu herzien en krijgt de status van een NEN-norm. Belanghebbenden kunnen tot 15 november 2015 commentaar indienen op het normontwerp. Daarna wordt NEN 7125 gepubliceerd. NEN 7125 geeft termen, definities en de bepalingsmethode van de energieprestatie van maatregelen op gebiedsniveau, zoals: warmte- en koudenetten, biogasnetten, duurzaam gas via het landelijke gastransportnetwerk of duurzame elektriciteit via het landelijke elektriciteitstransport netwerk. NEN 7125 is een aanvulling op NEN 7120 waarin de bepalingsmethode voor de energieprestatie van een gebouw wordt omschreven. Het manueel aanvallen van het materiaal van een deurconstructie komt in de Nederlandse praktijk niet voor, dus er was niet voldoende aanleiding voor het aanpassen van de norm op dit punt. Middels het wijzigingsblad NEN 5096:2012/A1:2015 heeft de normcommissie de onbedoelde aanpassing van NEN 5096:2012 gerepareerd. Daarnaast zijn bij de herziening van NEN 5096 in 2012 de eisen aan het hang- en sluitwerk anders geformuleerd. Daarbij is onbedoeld het uitvoeren van de manuele beproeving op hang- en sluitwerk volgens NEN 5089 opgenomen als eis, terwijl dit volgens NEN 5096 ook manueel beproefd wordt. Op dit punt is de normtekst verduidelijkt. Meer informatie Voor meer inhoudelijke informatie over deze norm of over het normalisatieproces: ir. Annemarie Mewe, consultant Materialen & Bouwproducten, (015) of annemarie.mewe@nen.nl. Wijzigingen De belangrijkste inhoudelijke aanpassingen ten opzichte van NVN 7125 zijn: - aangepaste bepaling van de distributieverliezen voor warmte- en koudenetten; - aangepaste waardering van warmtekrachtkoppeling zonder en met derving; - toevoeging van de waardering van biobrandstoffen voor alle soorten warmte- of koude-opwekkers; - toevoeging van de waardering van biogasnetten; - koppeling tussen specifieke gebruikers en nieuwe opwekkers in warmte- of koudenetten; - toevoeging van de bepaling van de CO 2 -emissie Normontwerp ter commentaar Deze norm is met name interessant voor partijen die zich bezig houden met energieprestatie. Belanghebbenden kunnen het normontwerp kosteloos inzien op en commentaar indienen tot 15 november Het ingediende commentaar wordt daarna door de normcommissie behandeld. Naar verwachting wordt de definitieve versie eind 2015 gepubliceerd. Meer informatie Voor inhoudelijke informatie over deze norm of over het normalisatieproces: Willemien Bosch, consultant, (015) of willemien.bosch@nen.nl. Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

42 6 oktober Jaarbeurs Utrecht CONGRES De impact van de nieuwe ISO s In 1 dag alles over ISO 9001:2015 en ISO 14001:2015 Uw dagvoorzitter: Ben Tiggelaar Bekend van MBA in een dag en de boeken Dromen Durven Doen en Dit wordt jouw jaar! Wat is nieuw? Wat is veranderd? Impact van implementatie Effect op het certifi catieproces Veranderende rol van de KAM-manager Transitie naar duurzaamheid Koppeling strategie en operatie Betekenis van leiderschap Focus op risico s en kansen Klanten en andere stakeholders Compliance als succesfactor Deelnemers aan dit congres ontvangen: NEN-EN-ISO 9001:2015 (nl) NEN-EN-ISO 14001:2015 (nl) direct toepasbare tips en een concreet stappenplan ticket 545,- NEN helpt u direct met de toepassing van (nieuwe) normen! Meer info en aanmelden: nieuweisocongres.nen.nl

43 nieuws Integratie NEN 2767 Gebouwen en Infra is gestart Begin 2015 is door de Werkgroep Integratie een goed onderbouwd positief advies gegeven voor samenvoeging van de normdelen NEN en NEN en de normdelen NEN en NEN De samenvoeging moet in 2015 plaatsvinden. Bij de inhoudelijke samenvoeging zijn diverse (sub)commissies en werkgroepen betrokken. Na voltooiing van de samenvoeging in 2015 kunnen gebouwen, infrastructurele objecten en buitenruimten op dezelfde objectieve wijze met NEN 2767 worden beoordeeld. Dit is belangrijk om onderhoudsbudgetten op object (complex) niveau eerlijk te kunnen verdelen. Eenduidige communicatie over kwaliteit van assets en doelmatigheid van onderhoudsingrepen moet op alle niveaus in de keten van beleidsmaker tot leverancier kunnen plaatsvinden. Inmiddels is gestart met de eerste acties. Termen en Definities NEN 2767 Een werkgroep vanuit Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat houdt zich bezig met Termen en Definities. In de afgelopen weken zijn uit NEN , NEN en NEN 2776 diverse termen, begrippen, definities en conditiebeschrijvingen verzameld. De volgende stap is termen, begrippen, definities en conditiebeschrijvingen op elkaar af te stemmen, keuzes te maken en voor te leggen aan de norm(sub)commissies, zodat er voortaan eenzelfde taal wordt gesproken. mogelijkheden biedt om faalkosten verder te beperken en doorlooptijden te versnellen. Gebruiksgericht beheer wordt in verbinding gebracht met risicogebaseerd onderhoud waarbij de voortgang legitimiteit vindt in de resultaten die voortkomen uit het conditiegestuurd inspecteren volgens NEN Met het gestarte integratietraject zal meer door de assetmanagementbril gekeken worden hoe met NEN 2767 de gewenste areaalinformatie voorhanden komt. Informatie die een basis vormt voor het herbeleggen van taken, verantwoordelijken en bevoegdheden. Hiermee kan ketenoptimalisatie worden doorgevoerd. Werkgroep Methodiek uitgebreid De bestaande werkgroep methodiek is verder uitgebreid en heeft als doel de methodische kaders rondom de conditiebepaling en de decompositie verder vorm te geven. Met de nieuwe werkgroep methodiek is een goede balans gevonden tussen infra en gebouwen. Verder zijn zowel de opdrachtgevers als de adviseurs evenredig vertegenwoordigd. Meer informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ron van der Aa, NEN consultant Conditiemeting per bi@nen.nl. De achtergrond van decompositie Een van de kerntaken bij het op orde brengen van areaalgegevens van Rijkswaterstaat was het ontwikkelen van ICT-middelen voor het beheer van deze gegevens. Met de komst van een standaard decompositie volgens NEN is het mogelijk om systemen die eerst hun eigen taal spraken met elkaar te laten communiceren. Rijkswaterstaat heeft alle beheerobjecten een naam gegeven. Die is te ontleden in elementen en te benoemen in specifiekere onderdelen, de bouwdelen. Hiermee is de taal voor het decomponeren geborgd. Communiceren tussen verschillende systemen en met de markt is mogelijk geworden. Eenvoudig is vast te leggen welke informatie op welk abstractieniveau nodig is. De decompositie is doorgezet in deel NEN van NEN 2767 en uitgebreid met meer infra beheerobjecten. Het is de bedoeling ook voor gebouwen aansluiting te vinden. Voor de te onderscheiden beheerobjecten in de gebouwensector wordt gezocht naar dezelfde hiërarchische opdeling. De norm(sub)commissie Vastgoed zal hiertoe voorstellen doen. Norm aanscherpen met assetmanagement Het besluit van de normcommissie Conditiemeting om het traject van integratie in te slaan sluit aan bij de ontwikkeling van beheer en onderhoud van vastgoed, infrastructuur en installaties. Daarbij horen we steeds vaker het begrip assetmanagement. Op zoek naar kostenbesparingen binnen het proces van beheer en onderhoud zien we in toenemende mate dat eigenaar/beheerders de principes van assetmanagement gaan toepassen. Het is de, op de zogenaamde life cycle management -denken gebaseerde, ketengerichte benadering die Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

44 NEN nieuws Overzicht normen gepubliceerd tussen 18 juni en 21 juli Brandwerendheid van bouwmaterialen en bouwdelen NEN 6060:2015 nl Brandveiligheid van grote brandcompartimenten. NEN 6060 geeft een bepalingsmethode voor: -Beperking van uitbreiding van brand. Hiervoor zijn vier maatregelpakketten, genummerd I tot en met IV, opgenomen als een mogelijk gelijkwaardige invulling voor de prestatie-eisen van het Bouwbesluit 2012 op het aspect beperking van uitbreiding van brand. -Vluchtroutes. Hiervoor zijn zes maatregelpakketten, genummerd A t/m F, opgenomen als een mogelijke gelijkwaardige invulling voor de prestatie-eisen van het Bouwbesluit 2012 op het aspect vluchtroutes met betrekking tot de toelaatbare loopafstand tot de uitgang van het brandcompartiment. NEN-EN :2015 en Beproevingsmethoden voor de bepaling van de bijdrage aan brandwerendheid van constructiedelen - Deel 9: Bescherming voor stalen liggers met openingen in het lijf NEN-EN :2015 en Bepaling van de brandwerendheid van installaties - Deel 2: Brandkleppen NEN-EN :2011/Ontw. A1:2015 Uitbreiding geldigheidsgebied van resultaten van brandwerendheidsproeven voor installaties - Deel 1: Ventilatiekanalen en Hout, houtblokken, rondhout en gezaagd hout NEN-EN 16873:2015 Ontw. en Conservering van cultureel erfgoed - Richtlijnen voor het beheer van hout verzadigd met water op locaties van archeologisch belang Glas in de bouw NEN-EN :2015 Ontw. en Glass in building - Coated glass - Part 5 - Test method and classification for the self-cleaning performances of coated glass surfaces. This European Standard defines a test method to establish the self-cleaning performances for coatings on glass which utilize sun, rain or a combination of sun and rain to enhance the cleanliness of the glass. The European Standard applies to class A coated glass as defined in EN and EN for use in outdoor building applications. The test is designed to be applicable for coatings on glass which use hydrophilic or photocatalytic active functionalities to enhance the cleanliness of the glass. The test procedure does not specifically address the durability of the coating's self-cleaning functionality. NEN-EN :2015 Ontw. en Glas in gebouwen - Isolerend glas - Deel 1: Algemeenheden, toleranties op afmetingen en regels voor de systeembeschrijving NEN-EN :2015 Ontw. en Glas in gebouwen - Isolerend glas - Deel 2: Lange-duurbeproevingsmethode en eisen voor vochtindringing NEN-EN :2015 Ontw. en Glas in gebouwen - Isolerend glas - Deel 3: Lange-duurbeproevingsmethode en eisen voor gasverliessnelheid en voor gas concentratie toleranties NEN-EN :2015 Ontw. en Glas in gebouwen - Isolerend glas - Deel 4: Beproevingsmethoden voor de fysische eigenschappen van de randafdichting NEN-EN :2015 Ontw. en Glas in gebouwen - Isolerend glas - Deel 5: Conformiteitsbeoordeling NEN-EN :2015 Ontw. en Glas in gebouwen - Isolerend glas - Deel 6: Productiecontrole in de fabriek en periodieke beproevingen NEN-EN :2015 Ontw. en Glas in gebouwen - Basisproducten van aluminiumsilicaatglas - Deel 1: Definities en algemene fysische en mechanische eigenschappen NEN-EN :2015 Ontw. en Glas in gebouwen - Basisproducten van aluminiumsilicaatglas - Deel 2: Conformiteitsbeoordeling/Productnorm NEN-EN 572-1:2012/Ontw. A1:2015 en Glas voor gebouwen - Basisproducten van natronkalkglas - Deel 1: Definities en algemene fysische en mechanische eigenschappen NEN-EN 572-8:2012/Ontw. A1:2015 en Glas voor gebouwen - Basisproducten van natronkalkglas - Deel 8: Handelsmaten en eindtoepassingsmaten Bouwnijverheid, algemeen NEN-ISO :2015 en Building construction - Organization of information about construction works - Part 2: Framework for classification. NEN-ISO defines a framework for the development of built environment classification systems. It identifies a set of recommended classification table titles for a range of information object classes according to particular views, e.g. by form or function, supported by definitions. It shows how the object classes classified in each table are related, as a series of systems and sub-systems, e.g. in a building information model. This part of ISO does not provide a complete operational classification system, nor does it provide the content of the tables, though it does give examples. It is intended for use by organizations which develop and publish such classification systems and tables, which may vary in detail to suit local needs. However, if this part of ISO is applied in the development of local classification systems and tables, then harmonization between them will be facilitated. This part of ISO applies to the complete life cycle of construction works, including briefing, design, documentation, construction, operation and maintenance, and demolition. It applies to both building and civil engineering works, including associated engineering services and landscaping Technische aspecten NEN 8700:2015 Ontw. nl Grondslagen voor de constructieve beoordeling van bestaande bouw en het constructief ontwerp ten behoeve van verbouw. NEN 8700 legt de beginselen, toepassingsregels en bepalingsmethoden vast die in algemene zin verband houden met de beoordeling of een bestaande constructie, al dan niet na een verbouwing of een transitie van het gebruik, een voldoende mate van veiligheid en bruikbaarheid heeft. NEN 8701:2015 Ontw. nl Beoordeling van de constructieve veiligheid van een bestaand bouwwerk bij verbouwen en afkeuren - Belastingen. NEN 8701 legt de voorschriften vast aangaande de aan te houden belastingen voor verbouwingen en voor beoordelingen van bestaande constructies. Deze norm is niet bedoeld te worden toegepast bij het geheel vernieuwen van een constructie. NEN-EN 1990+A1+A1/ C2:2015/ NB:2015 Ontw. nl Nationale bijlage bij NEN-EN 1990+A1:2006+A1:2006/C2:2010 Eurocode: Grondslagen van het constructief ontwerp. Deze nationale bijlage legt de keuzes vast uit de in NEN-EN 1990+A1+A1/C2:2013 gegeven mogelijkheden en legt de voor Nederland geldende waarden vast voor de nationaal bepaalde parameters. Eveneens zijn aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met het normblad zelf Gebouwen, algemeen NEN-EN 16627:2015 en Duurzaamheid van bouwwerken - Beoordeling van de economische prestaties van gebouwen - Berekeningsmethode Wanden. Scheidingswanden. Gevels NEN-EN 13830:2015 en Vliesgevels - Productnorm Schoorstenen, schachten, leidingen NEN-EN 16854:2015 Ontw. en Warmte-isolatie producten voor bouwapparatuur en industriële installaties - Bepaling van roetbrandweerstand van warmte-isolatie producten gebruikt voor schoorstenen NEN-EN 1858:2015 Ontw. en Schoorstenen - Onderdelen - Betonnen blokken voor schoorstenen Deuren en ramen NEN-EN 12217:2015 en Deuren - Bedieningskrachten - Eisen en classificatie NEN-EN 12635:2015 Ontw. en Industriële, bedrijfs- en garagedeuren en hekken - Installatie en gebruik NEN-EN 13561:2015 en Zonneschermen - Prestatie-eisen inclusief veiligheid NEN-EN 13659:2015 en Luiken - Prestatie-eisen inclusief veiligheid Metaalconstructies NEN-EN :2015 Ontw. en Het vervaardigen van staal- en aluminiumconstructies - Deel 2: Technische eisen voor staalconstructies Bouwmaterialen, algemeen NEN-EN 16516:2015 Ontw. en Bouwproducten - Beoordeling van de afgifte van gevaarlijke stoffen - Bepaling van emmissies naar binnenlucht NEN-EN 16687:2015 en;fr;de Bouwproducten - Beoordeling van de afgifte van gevaarlijke stoffen - Woordenlijst 44 en

45 Verenigingsnieuws VBWTN Deze pagina s komen tot stand onder verantwoordelijkheid van de Vereniging BWT Nederland. Kijkt u ook eens op voor algemene berichtgeving over ons vakgebied en met specifiek verenigingsnieuws. Secretariaat VBWTN Het secretariaat is gevestigd bij de Vereniging Stadswerk Nederland. Vereniging BWT Nederland Postbus BK Ede Tel Een kansrijke toekomst Uitnodiging Jaarcongres VBWTN Wij nodigen u van harte uit voor het 12e jaarcongres van de Vereniging Bouwen Woningtoezicht Nederland op 29 oktober 2015 in Ermelo. Zoals ieder jaar een congres dat bol staat van vakgerelateerde inhoud. Zowel in het plenaire ochtendprogramma, als ook bij de 20 workshops willen wij u op de hoogte brengen van alle ontwikkelingen op ons vakgebied. En dat zijn er veel. Om die reden hopen wij dan ook, net als vorig jaar, weer samen met u en ruim 475 deelnemers, sprekers en sponsoren een boeiend congres te mogen organiseren. De titel van dit 12e jaarcongres Een kansrijke toekomst richt zich op de veranderingen die op het Bouw- en Woningtoezicht afkomen. Uiteraard met veel aandacht voor private Kwaliteitsborging, de Omgevingswet en de verordening Kwaliteit, maar zeker ook voor de nieuwe taken en rollen van het BWT in de toekomst. Keyspreker tijdens dit jaarcongres is de bekende trendwatcher Adjiedj Bakas. Hij zal ons meenemen in zijn visie op een kansrijke toekomst, waarbij hij laat zien dat er voldoende nieuwe uitdagingen zijn om ook voor ons nageslacht te bouwen aan een gezonde fysieke leefomgeving. Tijdens het congres worden diverse aspecten met betrekking tot Een kansrijke toekomst besproken in het plenaire ochtendgedeelte of in de 20 verschillende workshops. Wij hebben voor u weer een programma samengesteld dat u niet mag missen. Daarnaast praten onze sponsoren op de informatiemarkt u bij over hoe zij u in al deze ontwikkelingen kunnen ondersteunen. Schrijf u snel in, want de kans bestaat dat wij ook dit jaar, in verband met de grote belangstelling, de mogelijkheid tot inschrijving weer vroegtijdig moeten sluiten. Wanneer: Op donderdag 29 oktober Waar: De Heerlickheijd van Ermelo te Ermelo, Wat kost het: Het congres is gratis toegankelijk voor alle leden van de Vereniging BWT Nederland. Daarnaast mogen per gemeentelijk, GOL of geassocieerd lid twee personen gratis deelnemen aan het congres. Niet leden zijn uiteraard ook van harte welkom. Zij betalen 375,- voor deelname aan dit congres. Leden van Provero of van de VVM die geen lid zijn van de VBWTN krijgen 50% korting op de toegangsprijs. Het programma: Een boeiend plenair ochtendprogramma en een middag met 20 workshops voor de verschillende doelgroepen binnen het BWT. Inschrijven: Inschrijving kan tot uiterlijk 21 oktober Aanmelden kan via de inschrijfpagina op of www. bwtinfo.nl. Zorg wel dat u snel inschrijft, wij hanteren per workshop een maximaal aantal inschrijvingen. Wat nog meer: Naast een interessante dag is het congres de uitgelezen mogelijkheid om te netwerken met uw collega BWT-ers. In het programma is voldoende ruimte voor het leggen van contacten tussen collega s en het bezoeken van de vele beursstands van onze geassocieerde leden. Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 september

46 Congresprogramma BWT congres :00 10:00 uur Registratie deelnemers, ontvangst, informatiemarkt 10:00 10:10 uur Opening door onze dagvoorzitter Gregor Bak 10:10 10:25 uur Een kansrijke toekomt voor BWT. Door onze nieuwe voorzitter Margreet Schotman 10:25 10:50 uur De laatste stand van zaken Private Kwaliteitsborging? De invoering van de private kwaliteitsborging komst steeds dichterbij. Steeds duidelijker worden de voorwaarden waaronder de wet kan worden ingevoerd. Hajé van Egmond kwartiermaker van het wetgevingstraject, licht de laatste stand van zaken toe. 10:50 11:20 uur Koffiepauze en Informatiemarkt 11:20 11:45 uur Een kansrijke toekomst voor de bestaande voorraad. Eén van de grootste transformatieprojecten in ons land is het terrein van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij. Sander Dorleijn, projectleider van ABT neemt u mee in de kansen, uitdagingen en resultaten van dit enorme transformatieproject. 11:45 12:30 uur Trendwatcher des Vaderlands Adjiedj Bakas neemt ons mee in de toekomst die een stuk dichterbij is dan we vaak denken. Welke trends komen er op ons af laat hij duidelijk zien. Maar wat we er mee gaan doen is hierbij de vraag aan ons. 12:30 13:30 uur Lunchpauze en Informatiemarkt 13:30 14:30 uur WORKSHOPS 1e ronde (keuze uit 10 workshops 1. Rondetafelgesprek management, aanpak personele concequenties bij invoering PKB 2. Energiezuinig bouwen: hoe heeft Bouw- en Woningtoezicht hier invloed op? 3. Extramuralisering een risicovolle uitdaging 4. Private kwaliteitsborging en de laatste stand van zaken nader toegelicht 5. Actualiteiten Bouwbesluit 2015 en andere recente ontwikkelingen in de bouwregelgeving 6. Digitalisering en de Omgevingswet: Wat betekent dat in de praktijk? 7. Project gasleidingen Lelystad. Is het wachten op een knal? 8. Futurecheck BWT 9. Omgevingsveiligheid goed geregeld? 10. Laat u niet inpakken door de Omgevingswet 14:30 15:00 uur Theepauze en Informatiemarkt 15:00 16:00 uur WORKSHOPS 2e ronde (keuze uit 10 workshops) 1. Rondetafelgesprek Management: Een kansrijke toekomst voor ons vakgebied 2. Besluit Bouwen Leefomgeving de opvolger van het Bouwbesluit 3. Actualiteiten bouwfysica in het Bouwbesluit EPC e.d 4. Een vernieuwend Omgevingsplan 5. Constructieve veiligheid evenementen uniform vastgelegd 6. Erf, Achtererfgebied en Bebouwingsgebied binnen Vergunningvrij bouwen 7. De pandbrigade in actie! Kwaliteit bestaande bouw 8. Het (oplever)dossier bij private kwaliteitsborging 9. De verordening kwaliteit is een feit! 10. Private kwaliteitsborging in de toekomst: Van opleveren naar afleveren. 16:00 16:05 uur Informele afsluiting van het congres door Wico Ankersmit 16:05 17:00 uur Naborrelen en netwerken In Memoriam Peter Hoekstra Na een kort ziekbed is op 27 juli 2015 ons trouwe lid Peter Hoekstra overleden. Namens het bestuur van het Centraal Overleg Bouwconstructies en de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland willen wij via deze weg graag een paar herinneringen aan Peter Hoekstra met u delen. In 2008 werd Peter voorzitter van het ROB NW en maakte vanaf dat moment ook deel uit van het bestuur van het Centraal Overleg Bouwconstructies. Naast zijn werk voor de Gemeente Amsterdam en later de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, was Peter vijf jaar een enthousiaste voorzitter van dat overleg, totdat hij toetrad tot het Dagelijks Bestuur van het landelijk overleg. In deze periode maakte hij deel uit van een aantal werkgroepen. Peter was tevens een tijd bestuurslid van de Vereniging BWT Nederland. Door deze wapenfeiten is Peter van grote waarde voor onze organisatie geweest. Daar zijn wij hem dankbaar voor. Het COBc en de Vereniging BWT zullen hem missen. Wij zullen Peter blijven herinneren als een deskundig collega, die een grote inbreng heeft gehad bij het nadenken over onze toekomst, maar ook als een collega met humor. Een warme persoonlijkheid. Namens het bestuur van het COBc, Joop van Leeuwen, voorzitter Namens het bestuur van de Vereniging BWT Nederland, Margreet Schotman, voorzitter 46 en

47 DUURZAAM ONTWERPEN, BOUWEN EN EXPLOITEREN DATUM 23 SEPTEMBER LOCATIE DE LICHTFABRIEK HAARLEM KETENSAMENWERKING EN DE BETEKENIS HIERVAN VOOR BOUWERS EN ARCHITECTEN STAAT CENTRAAL OP DEZE DAG. OOK BEANTWOORDT ECOBOUW VRAGEN ALS HOE PAST BIOBASED BOUWEN BINNEN UW BUSINESS EN WAT IS HET GOUDEN VERDIENMODEL ACHTER DE NUL-OP-DE- METERWONING? ALLES OM KENNIS EN CREATIVITEIT OP HET GEBIED VAN DUURZAAM ONTWERPEN, BOUWEN EN EXPLOITEREN MET ELKAAR TE DELEN. MET TOPSPREKERS ALS DRS. MEINDERT SMALLENBROEK, DIRECTEUR ENERGIE & OMGEVING MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN IR. DAAN SPERLING, BESTUURSVOORZITTER TBI DRS. JAN HEIN TIEDEMA, ALGEMEEN DIRECTEUR OVG REAL ESTATE PROF. DR. AD VAN WIJK, SUSTAINABLE ENERGY ENTREPRENEUR EN PART-TIME PROFESSOR FUTURE ENERGY SYSTEMS TU DELFT GIUSEPPE DIBARI PHD, HEAD OF REAL ESTATE & SUSTAINABILITY DIRECTOR DEERNS ITALIA SPA GIAN ANDREA BARRECA, ARCHITECT BARRECA & LA VARA IR. RON BAKKER, FOUNDING PARTNER PLP/ ARCHITECTURE KIJK VOOR HET ACTUELE PROGRAMMA OP ECOBOUW IS GERICHT OP ALLE PARTIJEN IN DE BOUW DIE KEUZES HEBBEN GEMAAKT IN DUURZAAM BOUWEN EN OPENSTAAN VOOR EEN NAUWE SAMENWERKING TUSSEN DE VERSCHILLENDE KETENS. MELDT U NU GRATIS AAN OP

48 Overal waar u LP SolidStart ziet, ziet u het CE-label. LSL LVL LPI Al onze producten zijn nu CE-gecertificeerd. Bij LP Building Products is kwaliteit van het grootste belang. Dat is de reden waarom onze LP SolidStart LSL- en LVL- en I-balken het CE-label dragen. U krijgt dus niet alleen langere, rechtere en sterkere materialen, u krijgt ook de garantie dat ze allemaal volledig conform zijn. Dat is nog maar eens een reden te meer om in alle vertrouwen met ons te bouwen: Build With Us. PEFC/ Verdeeld door 2015 Louisiana-Pacific Corporation. Alle rechten voorbehouden. PEFC is een handelsmerk van het Programme for the Endorsement of Forest Certification. Sustainable Forestry Initiative is een geregistreerd handelsmerk van SFI Inc. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van Louisiana-Pacific Corporation. LPCorp.com/EU IntlSales@LPCorp.com

Energieopslaglabel. Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen

Energieopslaglabel. Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen Energieopslaglabel Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen Energieopslaglabel Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen Auteurs:

Nadere informatie

Energieopslaglabel. Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen

Energieopslaglabel. Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen Energieopslaglabel Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen Energieopslaglabel Een methode voor het vergelijken van het volledige spectrum van opslagsystemen Auteurs:

Nadere informatie

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen De toekomst van de energievoorziening Gemeenten, provincies, bedrijven en projectontwikkelaars gaan zich steeds meer richten op duurzame energiedoelstellingen,

Nadere informatie

De opkomst van all-electric woningen

De opkomst van all-electric woningen De opkomst van all-electric woningen Institute for Business Research Jan Peters Directeur Asset Management Enexis Inhoud Beeld van de toekomst Veranderend energieverbruik bij huishoudens Impact op toekomstige

Nadere informatie

Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik. ENGIE Infra & Mobility

Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik. ENGIE Infra & Mobility Smart Grids, bouwstenen voor slimmer energiegebruik ENGIE Infra & Mobility De daad bij het woord, de techniek bij de plannen Over een aantal jaren ziet de energievoorziening in Nederland er geheel anders

Nadere informatie

Smart Grid. Verdiepende opdracht

Smart Grid. Verdiepende opdracht 2015 Smart Grid Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel leer je meer over het onderwerp Smart Grid. Pagina 1 Inhoud 1. Smart Grid... 3 1.1 Doel... 3 1.2 Inhoud... 3 1.3 Verwerking... 8 Pagina

Nadere informatie

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander Slimme Netten Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander Netbeheer Nederland (1) Netbeheer Nederland brancheorganisatie van alle elektriciteit-

Nadere informatie

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016

De ontwikkeling van Smart grids. Our common future. Prof.dr.ir. Han Slootweg. 30 september 2016 De ontwikkeling van Smart grids Our common future Prof.dr.ir. Han Slootweg 30 september 2016 Agenda Het energiesysteem Verduurzaming van het energiesysteem De energietransitie Smart Grids 2 Energievoorziening

Nadere informatie

BUIKSLOTERHAM INTEGRATED ENERGY SYSTEM

BUIKSLOTERHAM INTEGRATED ENERGY SYSTEM BIES BUIKSLOTERHAM INTEGRATED ENERGY SYSTEM Naar een duurzaam en geïntegreerd energiesysteem voor een wijk in transitie Een onderzoek uitgevoerd door: Met ondersteuning van: Foto: AEROPHOTO-SCHIPHOL 1

Nadere informatie

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz RAI PTM - bijeenkomst Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz 1 Stedin Netbeheer is verantwoordelijk voor het transport van gas en elektriciteit in West Nederland Onze missie: duurzame energie voor iedereen

Nadere informatie

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst Transitie naar een CO -neutrale toekomst 2 CO 2 reductie van bron tot gebruiker Steeds méér duurzame energie, maar niet minder CO 2 -uitstoot KLIMAATVERDRAG VAN PARIJS In het verdrag van Parijs werd afgesproken

Nadere informatie

Presentatiegehoudenop 11 april2017 tijdensde bijpraatsessiemet de burenvan Aardgasbuffer Zuidwending

Presentatiegehoudenop 11 april2017 tijdensde bijpraatsessiemet de burenvan Aardgasbuffer Zuidwending Presentatiegehoudenop 11 april2017 tijdensde bijpraatsessiemet de burenvan Aardgasbuffer Zuidwending Zuidwending, 11 april 2017 1 Henk Abbing: directeur EnergyStock, een 100% Gasunie-dochteren eigenaar

Nadere informatie

Middels deze brochure bieden we inzicht in:

Middels deze brochure bieden we inzicht in: 2 Daarom energieopslag In het energieakkoord van 2013 is afgesproken dat Nederland in 2050 volledig draait op duurzame energie. Zon en wind worden daarmee de belangrijkste bronnen van elektriciteit. Een

Nadere informatie

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag Er komt steeds meer duurzame energie uit wind Dit stelt extra eisen aan flexibiliteit van het systeem Grootschalige opslag is één van de opties om in die flexibiliteit te voorzien Uitgebreid onderzoek

Nadere informatie

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag Er komt steeds meer duurzame energie uit wind Dit stelt extra eisen aan flexibiliteit van het systeem Grootschalige opslag is één van de opties om in die flexibiliteit te voorzien TenneT participeert in

Nadere informatie

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen Begrippenlijst Naar groen is goed te doen Begrip Trias Energetica Toelichting De drie stappen van de Trias Energetica zijn basisvuistregels bij het duurzaam ontwerpen en verbouwen van gebouwen, ontworpen

Nadere informatie

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1 NTA 8800 Nieuw tijdperk energieprestatie 1 Toekomstvisie overheid 2015 1 juli 2018 2019 2020 tussenperiode 2050 50% EPC aanscherping Overheids-gebouwen Aansluitplicht aardgas BENG nieuwbouw vervalt Nieuwbouw

Nadere informatie

Het kan minder! ing. P. Hameetman

Het kan minder! ing. P. Hameetman Het kan minder! ing. P. Hameetman manager innovatie BAM Vastgoed bv Inleiding Afbakening: Presentatie is toegespitst op woningbouw Verdieping van technische mogelijkheden 2 Klimaatakkoord Gemeenten en

Nadere informatie

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Energie-infrastructuur: overzicht en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Indeling De drie fasen van ordening en regulering infrastructuur Nederland doorvoerland Wat is de opgave? Investeringen

Nadere informatie

Is flexibiliteit het nieuwe goud?

Is flexibiliteit het nieuwe goud? Is flexibiliteit het nieuwe goud? Presentatie Congres Duurzaam Gebouwd 13 november 2014 Enexis Elektriciteit: 2,7 miljoen aangeslotenen 135,000 km MS / LS 53,000 stations Gas: 2,1 miljoen aangeslotenen

Nadere informatie

Bouwen is Vooruitzien

Bouwen is Vooruitzien Bouwen is Vooruitzien Energie van visie tot projecten Peter Op t Veld Inhoud Waar staan we? Europees energie en klimaatbeleid Tegenstelling collectief belang individueel belang Waar gaan we naar toe?

Nadere informatie

www.pletteinstallaties.nl Bosch Solar zonne-energie

www.pletteinstallaties.nl Bosch Solar zonne-energie 1 Bosch Solar zonne-energie 2 Bosch: dat klinkt bekend én vertrouwd! Geen wonder, want miljoenen mensen over de hele wereld gebruiken de producten van Bosch. Dag in, dag uit. Huishoudelijke apparaten,

Nadere informatie

PLUS LEVEN. Wetgeving 2015; epc van 0,4 / Wij reeds energieneutraal in 2015 icm windenergie Wetgeving per : BENG

PLUS LEVEN. Wetgeving 2015; epc van 0,4 / Wij reeds energieneutraal in 2015 icm windenergie Wetgeving per : BENG Wie zijn wij? Wij bouwen met een visie op lange termijn. Fossiele brandstoffen raken op, grondstoffen schaars. Toekomst vraagt om integrale benadering: kijk naar gebieden en veel disciplines hierbij betrekken,

Nadere informatie

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST NOORD-NEDERLAND: PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST PROEFTUIN ENERGIE- TRANSITIE REGIONALE PARTNER IN DE EUROPESE ENERGIE UNIE Noord-Nederland is een grensoverschrijdende proeftuin

Nadere informatie

Inleiding in de wereld van energieopslag

Inleiding in de wereld van energieopslag FME-CWM themamiddag energieopslag Jasper Groenewegen Duurzame lokale opwekking verschuift de balans 2 Duitse elektriciteitsprijs volgt nu al de PV productie 3 met extremen tot gevolg! 4 Kortom, we live

Nadere informatie

Elektriciteitopslag ZX ronde 4 december 2016

Elektriciteitopslag ZX ronde 4 december 2016 Elektriciteitopslag ZX ronde 4 december 2016 In een van eerdere verhaaltje heb ik iets verteld over alternatieve vormen van elektriciteit opwekking en opslag daarvan. Wel het is zover, momenteel wordt

Nadere informatie

Ga jij ook voor een baan die iedereen energie geeft?

Ga jij ook voor een baan die iedereen energie geeft? Ga jij ook voor een baan die iedereen energie geeft? Netwerkbedrijf Endinet, de werkgever met energie Maar liefst 416.000 klanten in Zuidoost Brabant krijgen via kabels en leidingen van Endinet stroom

Nadere informatie

Aardgasloos wonen! de ENERGIEVAKMAN wil u graag helpen bij uw zoektocht. Programma: Presentatie in Trefpunt Heeten -- 4 oktober

Aardgasloos wonen! de ENERGIEVAKMAN wil u graag helpen bij uw zoektocht. Programma: Presentatie in Trefpunt Heeten -- 4 oktober Aardgasloos wonen! de ENERGIEVAKMAN wil u graag helpen bij uw zoektocht Presentatie in Trefpunt Heeten -- 4 oktober 2018 -- Programma: Even voorstellen Begrippen BENG (2020) Schil Ventileren Anders verwarmen

Nadere informatie

Regio Stedendriehoek

Regio Stedendriehoek Regio Stedendriehoek 1 Energieneutrale regio Energietransitie Stedendriehoek Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst,Zutphen Netbeheer en Duurzame Gebiedsontwikkeling Pieter van der Ploeg, Alliander

Nadere informatie

De snelste route naar aardgasvrije wijken

De snelste route naar aardgasvrije wijken De snelste route naar aardgasvrije wijken Smart Energy NL, 5 juni 2018 Marijke Kellner, Gasunie #2 Energieverbruik: gebouwde omgeving 32% Bron: NEV 2017. Aandeel van sectoren in het bruto eindverbruik

Nadere informatie

BENG de nieuwe energieprestatie en de kansen voor bodemenergie

BENG de nieuwe energieprestatie en de kansen voor bodemenergie BENG de nieuwe energieprestatie en de kansen voor bodemenergie Ir. Harm Valk Nieman Groep 6 12 2016 BENG: op weg naar energieneutraliteit BENG => Bijna Energie Neutrale Gebouwen = nzeb => nearly Zero Energy

Nadere informatie

DE REKENING VOORBIJ ons energieverbruik voor 85 % onzichtbaar

DE REKENING VOORBIJ ons energieverbruik voor 85 % onzichtbaar DE REKENING VOORBIJ ons energieverbruik voor 85 % onzichtbaar Drie scenario s bestaande technologie Netgebonden Infrastructuur: elektriciteit en warmte (gas) Actuele gegevens van 2012 vertaald naar 2035

Nadere informatie

Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016

Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016 Samen omschakelen Arnhem, 7 september 2016 Waarom zijn we bijeen? Verduurzaming energievoorziening Samenwerking om de NL ambitie te verwezenlijken Samenwerking vanaf de start van initiatieven Draagvlak

Nadere informatie

De rol van thermische opslag voor systeemintegratie en voor stedelijke energievoorziening

De rol van thermische opslag voor systeemintegratie en voor stedelijke energievoorziening De rol van thermische opslag voor systeemintegratie en voor stedelijke energievoorziening Wilfried Ivens (wilfried.ivens@ou.nl) Herman Eijdems (h.eijdems@mijnwater.com) René Verhoeven (r.verhoeven@mijnwater.com)

Nadere informatie

De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad

De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad De noodzaak voor geïntegreerd ontwerpen en plannen van de energietransitie in de stad Delft, 9 maart 2018 Sander Fijn van Draat, Mark Jurjus, Hans Schneider Beheert het netwerk voor gas en stroom Inhoudsopgave

Nadere informatie

NVN 7125 Berekenen energiebesparende gebiedsmaatregelen als onderdeel van de EPC-eis

NVN 7125 Berekenen energiebesparende gebiedsmaatregelen als onderdeel van de EPC-eis NVN 7125 Berekenen energiebesparende gebiedsmaatregelen als onderdeel van de EPC-eis 11 oktober 2011 Bert Elkhuizen Cofely Energy Solutions Definities NEN 7120: nieuwe norm voor het bepalen van de energieprestatie

Nadere informatie

Domineren kosten infrastructuur de factuur van de toekomst? Martien Visser Lector Energietransitie Hanzehogeschool - Entrance

Domineren kosten infrastructuur de factuur van de toekomst? Martien Visser Lector Energietransitie Hanzehogeschool - Entrance Domineren kosten infrastructuur de factuur van de toekomst? Martien Visser Lector Energietransitie Hanzehogeschool - Entrance Energie infrastructuur (deze lezing) Verband tussen benutting, kosten en marktprijzen

Nadere informatie

Voorlichtingsbijeenkomst Coöperatie Waalre Energie Lokaal. Waalre, 28 november 2012

Voorlichtingsbijeenkomst Coöperatie Waalre Energie Lokaal. Waalre, 28 november 2012 Voorlichtingsbijeenkomst Coöperatie Waalre Energie Lokaal Waalre, 28 november 2012 Pieter Brouwers Voorzitter Agenda Doel van deze avond Hoe is de coöperatie geboren Wat kan er momenteel op het gebied

Nadere informatie

FACTCHECKER OVER MORGEN

FACTCHECKER OVER MORGEN FACTCHECKER OVER MORGEN De druk op onze leefomgeving neemt toe. Met dezelfde ruimte willen we steeds meer doen. De hoogste tijd om in beweging te komen. Werk te maken van de leefbare stad, van elektrisch

Nadere informatie

Planning 2019 tot 2022

Planning 2019 tot 2022 Planning 2019 tot 2022 Hoe gaan we VAN Gas NAAR Waterstof? 1 Waterstofplannen eind 2019 klaar 2 Daarna besluit toepassen in Nijstad-Oost Met consortium van partijen ontwikkelen waterstof Cv-ketel 3 Realisatie

Nadere informatie

Van Gasbel Naar Waterbel

Van Gasbel Naar Waterbel Van Gasbel Naar Waterbel 11 oktober 2018, Jan-Maarten Elias Huidige klantvragen Unica voor verduurzaming Op gebouwniveau Corporatie -> Hoe kan ik de CO2 reduceren? En de woonlasten laag houden? Sportclub

Nadere informatie

Energieke Buurt Gepubliceerd op Stadslab2050 ( Energieke Buurt. Page 1 of 6

Energieke Buurt Gepubliceerd op Stadslab2050 (  Energieke Buurt. Page 1 of 6 Page 1 of 6 Burgers en bedrijven ontginnen energieke wijken Onze kijk op energie is aan een update toe. We zien de zonnepanelen op het dak van onze buren liggen, fietsen tussen lanen met hoge windmolens

Nadere informatie

achtergrond Ineens Wilde Iedereen Zelf Stroom Opwekken. Maar Toen Gebeurde Er Dit. FORUM 25.09.14

achtergrond Ineens Wilde Iedereen Zelf Stroom Opwekken. Maar Toen Gebeurde Er Dit. FORUM 25.09.14 Ineens Wilde Iedereen Zelf Stroom Opwekken. Maar Toen Gebeurde Er Dit. 18 De stroom valt uit. Eén dag windstilte plus een flink wolkendek en de stroomtoevoer stokt. Ineens zitten we zonder licht, computers,

Nadere informatie

Energieopslag in accu s

Energieopslag in accu s Energieopslag in accu s Rapportage over de huidige stand van zaken 1 Energieopslag; een belangrijke stap in de energietransitie 1.1 Houdbaar duurzaam! Nu er meer en meer elektriciteit groen wordt opgewekt,

Nadere informatie

HET VRAAGSTUK WARMTAPWATER BIJ WARMTEPOMPEN

HET VRAAGSTUK WARMTAPWATER BIJ WARMTEPOMPEN HET VRAAGSTUK WARMTAPWATER BIJ WARMTEPOMPEN Uitdagingen zijn er om te overwinnen. Zo ook als het gaat om warmtapwater in combinatie met een warmtepomp in woningbouw. In de meeste gevallen wordt daarbij

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Onderwerp Gebrek netcapaciteit bedreigt energietransitie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Onderwerp Gebrek netcapaciteit bedreigt energietransitie van Gedeputeerde Staten op vragen van R. Klumpes (GroenLinks) en A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 7 november 2018) Nummer 3455 Onderwerp Gebrek netcapaciteit bedreigt energietransitie Aan de leden van

Nadere informatie

Insights Energiebranche

Insights Energiebranche Insights Energiebranche Naar aanleiding van de nucleaire ramp in Fukushima heeft de Duitse politiek besloten vaart te zetten achter het afbouwen van kernenergie. Een transitie naar duurzame energie is

Nadere informatie

In het hol van de leeuw?

In het hol van de leeuw? In het hol van de leeuw? Ing. Ruud Brunst Manager Applications 5-10-2016 remeha.nl We horen vaak Gas raakt op of fosiele brandstoffen worden schaars maar is dat wel zo? remeha.nl Gas zal nog lang beschikbaar

Nadere informatie

Accusystemen in kantoren en scholen niet rendabel

Accusystemen in kantoren en scholen niet rendabel Accusystemen in kantoren en scholen niet rendabel Energieopslag in accu s staat steeds meer in de belangstelling. Uit eerder onderzoek bleek al dat het niet lang meer duurt voordat de investering in een

Nadere informatie

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. Inhoud De warmtemarkt Warmtevraag woningen Warmtemarkt voor woningen Gasdistributie en CV ketel Elektriciteitsdistributie

Nadere informatie

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto

Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto Elektrische auto stoot evenveel CO 2 uit als gewone auto Bron 1: Elektrische auto s zijn duur en helpen vooralsnog niets. Zet liever in op zuinige auto s, zegt Guus Kroes. 1. De elektrische auto is in

Nadere informatie

Een duurzaam en energieneutraal eiland - hoe mooi is dat?

Een duurzaam en energieneutraal eiland - hoe mooi is dat? Een duurzaam en energieneutraal eiland - hoe mooi is dat? Hoe mooi zou het zijn als Ameland op een duurzame manier kan voorzien in zijn eigen behoefte aan elektriciteit, warmte en water? Stel je voor:

Nadere informatie

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk Energiebehoefte van woningen/woonwijken Huidige gemiddelde energievraag van een woning 1. Warmte aardgas 1400 m3 2. Licht & kracht elektriciteit 3000

Nadere informatie

Naar een hoogefficiënte en duurzame toekomstige energie-voorziening

Naar een hoogefficiënte en duurzame toekomstige energie-voorziening Naar een hoogefficiënte en duurzame toekomstige energie-voorziening J.W. Tolkamp - SOLIDpower 23/01/2017 The research leading to these results has received funding from the European Union s 7 th Framework

Nadere informatie

DE SOLARREVOLUTIE. MyReserve. DE THUISACCU VAN DE TOEKOMST IS ER AL

DE SOLARREVOLUTIE. MyReserve. DE THUISACCU VAN DE TOEKOMST IS ER AL DE SOLARREVOLUTIE MyReserve. DE THUISACCU VAN DE TOEKOMST IS ER AL MYRESERVE WELKOM BIJ DE ENERGIEVOORZIENING VAN DE TOEKOMST! SOLARWATT de nieuwe revolutie voor uw energievoorziening: MyReserve levert

Nadere informatie

De Energie Revolutie. Proof, not promises. Maximale CO2 reductie. Maximaal Rendement

De Energie Revolutie. Proof, not promises. Maximale CO2 reductie. Maximaal Rendement De Energie Revolutie Proof, not promises Maximaal Rendement Maximale CO2 reductie Dit is HONE Wat is HONE? Het kosteloos energie opwekken met duurzame stroom kan al jaren. Nu kan het ook bij de opwekking

Nadere informatie

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming 26-06-2018 Wouter Schouwenberg Lieuwe Leijstra DE HISTORIE VAN ENNATUURLIJK Essent Local Energy Solutions (ELES); Een business

Nadere informatie

Gas als zonnebrandstof. Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030

Gas als zonnebrandstof. Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030 Gas als zonnebrandstof Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 Introductie Meer hernieuwbare energie Extra hernieuwbare energie in Nederland? Verkennen

Nadere informatie

Bosch Solar Optimaal profiteren van zonne-energie

Bosch Solar Optimaal profiteren van zonne-energie Bosch Solar Optimaal profiteren van zonne-energie 2 Bosch Solar Bosch: dat klinkt bekend én vertrouwd! Geen wonder, want miljoenen mensen over de hele wereld gebruiken de producten van Bosch. Dag in, dag

Nadere informatie

ELW. Dé compacte oplossing in uw energievraagstuk. Productinformatie Remeha ELW

ELW. Dé compacte oplossing in uw energievraagstuk. Productinformatie Remeha ELW ELW Dé compacte oplossing in uw energievraagstuk Verwarm voortaan op een efficiënte manier! Het WKK-principe (warmtekrachtkoppeling) dat de Remeha ELW toepassing biedt is zowel geniaal als voor de hand

Nadere informatie

Homelab 2050, serie 4: Optimaal gebruik van beschikbare energiebronnen

Homelab 2050, serie 4: Optimaal gebruik van beschikbare energiebronnen Energie en exergie in de gebouwde omgeving Door Sabine Jansen (TU Delft) 7 April 2015 Homelab 2050, serie 4: Optimaal gebruik van beschikbare energiebronnen Exergie voor de gebouwde omgeving Statements

Nadere informatie

PRESENTATIE AANVRAGEN? info@academynl.nl. ir. Chris Zijdeveld

PRESENTATIE AANVRAGEN? info@academynl.nl. ir. Chris Zijdeveld PRESENTATIE AANVRAGEN? info@academynl.nl PASSIEF EN NZEB Nearly Zero Energy Buildings vogel in de hand... vogel in de hand... of vogels in de lucht? we moeten kiezen: waan van de dag we moeten kiezen:

Nadere informatie

Itho Daalderop Installatieconcepten voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. wonen zonder. energierekening

Itho Daalderop Installatieconcepten voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. wonen zonder. energierekening Itho Daalderop Installatieconcepten voor een gezond en comfortabel binnenklimaat wonen zonder energierekening regeltechniek Slimme installatieconcepten voor nieuwbouw en renovatie Vandaag nog beginnen

Nadere informatie

Energietransitie biedt kansen in de gebouwde omgeving

Energietransitie biedt kansen in de gebouwde omgeving Energietransitie biedt kansen in de gebouwde omgeving Enexis: energie in goede banen Even if you doubt the evidence, providing incentives for energy-efficiency and clean energy are the right thing to do

Nadere informatie

Wij brengen energie. Waar mensen licht en warmte nodig hebben

Wij brengen energie. Waar mensen licht en warmte nodig hebben Wij brengen energie Waar mensen licht en warmte nodig hebben Energie in goede banen De beschikbaarheid van energie bepaalt in grote mate hoe we leven: hoe we wonen, werken, produceren en ons verplaatsen.

Nadere informatie

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft Klimaatneutrale gemeenten Frans Rooijers - directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige expertise

Nadere informatie

Zelf Duurzaam Stroom opwekken

Zelf Duurzaam Stroom opwekken Zelf Duurzaam Stroom opwekken De meest efficiënte thuiscentrale ter wereld Gas wordt stroom Innovatieve Brandstofcel-technologie De BlueGEN wordt op uw gasaansluiting aangesloten en wekt vervolgens stroom

Nadere informatie

Presentatie Paddy Noë 26 juni 2019 H 2 H. Huishoudens op waterstof Proef project Wageningen

Presentatie Paddy Noë 26 juni 2019 H 2 H. Huishoudens op waterstof Proef project Wageningen Informatieavond 26 juni in de BBTHK H 2 H Huishoudens op waterstof Proef project Wageningen 1 1 H2H team Paddy Noë: Opzet Pilot Project in Wageningen 2 2 3 3 H2H initiatief Een burger initiatief; Voor

Nadere informatie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie Biomassa Pilaar in de energietransitie en Uitgangspunt voor de biobased economie Klimaatverandering: onze uitdaging Onze opdracht om er snel en écht iets aan te gaan doen Overeenstemming: er moet wat gebeuren!

Nadere informatie

van aardgasbuffer naar energiehub

van aardgasbuffer naar energiehub Aardgasbuffer Zuidwending van aardgasbuffer naar energiehub Voor het eerst in Nederland wordt een installatie opgezet waarbij op een schaal van 1 Megawatt (MW) ervaring wordt opgedaan met de omzetting

Nadere informatie

WORKSHOP ENERGIEVISIE

WORKSHOP ENERGIEVISIE WORKSHOP ENERGIEVISIE STELLING 1 Wij werken al vanuit een energievisie WAT ZIT ER IN EEN ENERGIEVISIE Hoe gaan we om met energie in bestaande bouw en in nieuwbouw, in zowel woningbouw als utiliteit en

Nadere informatie

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars Betere energieprestaties met stadswarmte Bestaande woningen, nieuwbouwwoningen en

Nadere informatie

Harderwijk in de zon

Harderwijk in de zon Harderwijk in de zon Informatieavond zonne-energie Veluwe Duurzaam samen met Gemeente Harderwijk 17 juni 2014 ir. A.D. Hekstra Handicom Solar solar@handicom.nl 0341-412629 Vanavond Zonnestraling -> warmte

Nadere informatie

Power to gas onderdeel van de energietransitie

Power to gas onderdeel van de energietransitie Power to gas onderdeel van de energietransitie 10 oktober 2013 K.G. Wiersma Gasunie: gasinfrastructuur & gastransport 1 Gastransportnet in Nederland en Noord-Duitsland Volume ~125 mrd m 3 aardgas p/j Lengte

Nadere informatie

Aardgasvrije wijken. Bewonersbijeenkomst 4 juni 2018 Havenbuurt Berkel en Rodenrijs

Aardgasvrije wijken. Bewonersbijeenkomst 4 juni 2018 Havenbuurt Berkel en Rodenrijs Aardgasvrije wijken Bewonersbijeenkomst 4 juni 2018 Havenbuurt Berkel en Rodenrijs 1 INHOUD 1. Helena all-electric concept 2. Grootschalige aanpak Havenbuurt 3. Financieel 4. FAQ 2 PILOT BRIELLESTRAAT

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel. Te besluiten om

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel. Te besluiten om COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel Te besluiten om 1. De ambitie vast te stellen om in 2050 als Krimpen aan den IJssel energieneutraal te zijn. 2. Een stappenplan op te stellen

Nadere informatie

Evoluties in het energielandschap. Peter De Pauw

Evoluties in het energielandschap. Peter De Pauw Evoluties in het energielandschap Peter De Pauw Inhoud We consumeren meer energie We produceren zelf elektriciteit We zullen anders consumeren We gebruiken de netten op een andere manier 2 3 december 2015

Nadere informatie

Smart Grids proeftuinen. Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN)

Smart Grids proeftuinen. Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) Smart Grids proeftuinen Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) Smart Grids proeftuinen Innovatieprogramma Intelligente Netten (IPIN) Smart Grids proeftuinen Innovatieprogramma Intelligente Netten

Nadere informatie

Samen maken we Nederland aardgasvrij

Samen maken we Nederland aardgasvrij Samen maken we Nederland aardgasvrij Martien Visser, Lector Energietransitie & Netwerken Hanzehogeschool, Groningen Donderdag, 28 september, Bakkeveen Achtergrond Klimaatverdrag van Parijs: well below

Nadere informatie

Toekomst en energie. Een netwerkbedrijf in veranderende energiemarkt. KiVi Electrotechniek Esther Hardi Strateeg - Innovatiemanager

Toekomst en energie. Een netwerkbedrijf in veranderende energiemarkt. KiVi Electrotechniek Esther Hardi Strateeg - Innovatiemanager Toekomst en energie Een netwerkbedrijf in veranderende energiemarkt KiVi Electrotechniek 2016 Esther Hardi Strateeg - Innovatiemanager Alliander Strategie Esther Hardi Alliander Alliander 4 De rol van

Nadere informatie

Net voor de toekomst. Frans Rooijers directeur CE Delft rooijers@ce.nl

Net voor de toekomst. Frans Rooijers directeur CE Delft rooijers@ce.nl Net voor de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft rooijers@ce.nl CE Delft Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 Energie, Transport en Grondstoffen Economische, technische en beleidsmatige expertise

Nadere informatie

Prijzengeld: 5.000,- Deadline: 23 November 2014 Battle type: Premium Battle. Hoe voorkomen we piekbelasting van het elektriciteitsnet?

Prijzengeld: 5.000,- Deadline: 23 November 2014 Battle type: Premium Battle. Hoe voorkomen we piekbelasting van het elektriciteitsnet? Prijzengeld: 5.000,- Deadline: 23 November 2014 Battle type: Premium Battle Hoe voorkomen we piekbelasting van het elektriciteitsnet? Introductie Stedin is als netbeheerder verantwoordelijk voor een veilig

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

nieuwe woning in project Nieuwe Haven, onderdeel van de gebiedsontwikkeling Iseldoks in Doetinchem

nieuwe woning in project Nieuwe Haven, onderdeel van de gebiedsontwikkeling Iseldoks in Doetinchem KLIMAATGARANT EenEPC0 nieuwe woning in project Nieuwe Haven, onderdeel van de gebiedsontwikkeling Iseldoks in Doetinchem De energie EERB van morgen vandaag in huis AMSTELVEEN RIJSWIJKBUITEN Een energieneutrale

Nadere informatie

Aardgasvrije wijken. Helena all-electric concept. Fred Verhaaren

Aardgasvrije wijken. Helena all-electric concept. Fred Verhaaren Helena all-electric concept Fred Verhaaren 1 HELENA ALL-ELECTRIC CONCEPT Energieopwekking - PV(T)panelen op dak Helena all-electric concept Energieomzetting - Omvormer - Warmtepomp Aansluiting voor energieopslag

Nadere informatie

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft CE Delft - Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 - Energie, transport en grondstoffen - Economische, technische en beleidsmatige

Nadere informatie

_ PROVINCIE FLEVOLAND

_ PROVINCIE FLEVOLAND _ PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Gedeeltelijke transportbeperkingen op energie-infrastructuur in Flevoland Kern mededeling: Liander kondigt aan dat het genoodzaakt is om een tijdelijke (gedeeltelijke)

Nadere informatie

echt Nul op de meter HRsolar : Robbert van Diemen Techneco : Niels van Alphen

echt Nul op de meter HRsolar : Robbert van Diemen Techneco : Niels van Alphen echt Nul op de meter HRsolar : Robbert van Diemen Techneco : Niels van Alphen Agenda Wie is HRsolar Zonnewarmte V1.0 De markt Zonnewarmte V2.0 Zonnewarmte NOM Wie is HRsolar Nederlandse fabrikant van complete

Nadere informatie

NEW BUSINESS. Guy Konings

NEW BUSINESS. Guy Konings 2015 Guy Konings Stedin is verantwoordelijk voor transport van gas en elektriciteit in West Nederland Onze missie: Altijd energie voor onze klanten, vandaag en morgen. Simpel, betaalbaar en duurzaam KERNGETALLEN

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Energie en ruimtelijke ordening

Energie en ruimtelijke ordening Energie en ruimtelijke ordening Hoe eerder hoe beter Ruimteconferentie 19 april 2011 Netbeheerder in de energieketen Energieproductie Netwerken Energielevering Transport & distributie Werkgebied Liander

Nadere informatie

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Leo de Ruijsscher Algemeen directeur De Blaay-Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs Docent TU Delft faculteit Bouwkunde Inleiding Nu de brandstofcel langzaam

Nadere informatie

Energieoplossingen van de toekomst

Energieoplossingen van de toekomst Energieoplossingen van de toekomst Duurzaam en innovatief Naast de transformatorstations die Alfen voornamelijk aan netbeheerders levert, leggen we complete elektriciteitsnetwerken aan bij klanten in de

Nadere informatie

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers Net voor de Toekomst Frans Rooijers Net voor de Toekomst 1. Bepalende factoren voor energie-infrastructuur 2. Scenario s voor 2010 2050 3. Decentrale elektriciteitproductie 4. Noodzakelijke aanpassingen

Nadere informatie

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis Werkblad 1, mbo Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis Inleiding De wereldbevolking groeit al jaren vrij stevig. En de wereldwijde behoefte aan energie groeit mee: we kúnnen simpelweg niet meer zonder

Nadere informatie

Systeemintegratie - Infrastructuur Verkenning 2050 TenneT& Gasunie

Systeemintegratie - Infrastructuur Verkenning 2050 TenneT& Gasunie Soest, 5 juli 2019 Systeemintegratie - Infrastructuur Verkenning 2050 TenneT& Gasunie René Schutte - Program Manager Hydrogen Soest, 5 juli 2019 #2 Energiesysteem in 2050: Elektronen & Moleculen Een slimme

Nadere informatie

Enexis. De veranderende rol van de netbeheerder. Peter Vermaat Voorzitter Raad van Bestuur Enexis. 12 november 2015

Enexis. De veranderende rol van de netbeheerder. Peter Vermaat Voorzitter Raad van Bestuur Enexis. 12 november 2015 Enexis De veranderende rol van de netbeheerder Peter Vermaat Voorzitter Raad van Bestuur Enexis 12 november 2015 Rol Enexis in de elektriciteitsketen Elektriciteitscentrale voor de opwek van elektriciteit

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Openbaar eindrapport Developing a sustainable quick charger powered by the sun Referentienummer: TESG113014

Openbaar eindrapport Developing a sustainable quick charger powered by the sun Referentienummer: TESG113014 Openbaar eindrapport Developing a sustainable quick charger powered by the sun Referentienummer: TESG113014 Opgesteld door: MisterGreen Datum: Oktober 2016 1 1. Samenvatting 2. Het plan 3. Bijdrage aan

Nadere informatie