KNMI-HYDRA project. Faserapport 16. Naar een nieuwe extreme waardenstatistiek van de wind in Nederland. J.W. Verkaik, A. Smits, en J.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KNMI-HYDRA project. Faserapport 16. Naar een nieuwe extreme waardenstatistiek van de wind in Nederland. J.W. Verkaik, A. Smits, en J."

Transcriptie

1 KNMI-HYDRA project Faserapport 16 Naar een nieuwe extreme waardenstatistiek van de wind in Nederland J.W. Verkaik, A. Smits, en J. Ettema KNMI, september 2003

2

3 Naar een nieuwe extreme waardenstatistiek van de wind in Nederland De Wet op de waterkering schrijft voor dat alle primaire waterkeringen langs de Noordzee, de estuaria, het IJsselmeergebied, en de grote rivieren periodiek getoetst moeten worden op hun veiligheid. In het kader van deze wet moeten ook de maatgevende hydraulische belastingen, zoals waterstanden en golven bepaald worden. Voor veel watersystemen is de wind de drijvende kracht achter verhogingen van waterstanden en de opwekking van golven. De verwachte maatgevende waterstanden en golven zijn dan ook nauw gerelateerd aan de verwachte extreme windcondities. Daarom is voor het bepalen van de hydraulische belastingen en daarmee voor de toetsing van de veiligheid van de waterkeringen - de statistiek van extreem hoge windsnelheden onontbeerlijk. De statistiek van extreem hoge windsnelheden die momenteel als standaard geldt, is gepubliceerd door Wieringa en Rijkoort [3, 5] in Inmiddels zijn de beschikbare meetreeksen langer geworden, en ook is het meetnetwerk in de loop van de tijd met een groot aantal stations uitgebreid. Ook is de kennis omtrent extreme waardenstatistiek en de fysische interpretatie van windgegevens toegenomen. Dus is er reden voor een update. In opdracht van het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) en in nauwe samenwerking met het Rijksinstituut voor Intergraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) is in 1998 het KNMI-HYDRA project opgestart. Het project is uitgevoerd door het KNMI in de periode met als doelstelling een vernieuwde vaststelling van het windklimaat van Nederland. Dit project beperkt zich tot een analyse van het huidige windklimaat. Eventuele gevolgen van toekomstige klimaatsveranderingen, al dan niet samenhangend met een verhoogd broeikaseffect, zijn buiten beschouwing gelaten. De extreme waardenstatistiek beschrijft extreme windsnelheden aan de hand van de begrippen terugkeerniveaus en -perioden. Zo is de windsnelheid die gemiddeld één keer per jaar wordt overschreden gedefinieerd als het terugkeerniveau in [m/s] bij een terugkeerperiode van één jaar. In het KNMI-HYDRA project moeten de terugkeerniveaus bepaald worden voor alle windrichtingsklassen, alle seizoenen en het hele jaar, allen behorende bij terugkeerperioden van een half jaar tot jaar. Gedurende het project is een interpolatiemethode ontwikkeld, die het mogelijk maakt windgegevens naar nietmeetlocaties, zoals langs de kust en het IJsselmeer, te transformeren. Door integratie van de extreme waardenmodellering en de interpolatiemethodiek is het mogelijk de extreme waardenstatistiek van niet-meetlocaties vast te stellen. 1

4 Meetgegevens van de windsnelheid en -richting De windmetingen die geanalyseerd zijn binnen het KNMI-HYDRA project, zijn uurgemiddelde windsnelheden en 10-minuut gemiddelde windrichtingen. De windsnelheid is gecorrigeerd voor de hoogte van de meetsensor en voor de effecten van lokale beschutting, zoals boomrijen en andere obstakels in de directe omgeving van de meetmast. Deze gecorrigeerde windsnelheid wordt de potentiële windsnelheid genoemd, die zou zijn waargenomen op 10 meter hoogte als het omgevende terrein in die windrichting vlak en open was. Figuur 1: Ruimtelijke verdeling van de KNMI-meetstations van windrichting en windsnelheid over Nederland in Het meetnet van windstations is in de loop van de jaren sterk veranderd; sommige stations zijn opgeheven, anderen zijn toegevoegd. Anno 2003 zijn er in Nederland 51 locaties waar windgegevens geregistreerd worden door het KNMI. Figuur 1 toont de ruimtelijke verdeling van deze meetlocaties binnen het huidige meetnet. Opvallend is dat de meetlocaties niet uniform over het land verdeeld zijn. De dichtheid van het meetnet is langs de kust hoger dan meer landinwaarts. Door de veranderingen in het meetnet zijn de lengten van de meetreeksen van KNMImeetstations variabel. Figuur 2 laat voor alle stations de lengte van de reeks vanaf 1945 zien. In het rood zijn de reeksen weergegeven die Rijkoort in 1983 gebruikt heeft voor het afleiden van het windklimaat [3]. Bij de selectie van stations voor het KNMI-HYDRA project is zoveel mogelijk uitgegaan van deze stations. Stations zijn gebruikt voor de analyse wanneer de reeksen lang genoeg zijn en de meetomstandigheden goed beschreven zijn (blauw in Figuur 2). De reeksen in het groen in Figuur 2 zijn niet geschikt voor de extreme 2

5 waardenanalyse, omdat deze een te korte meetperiode beslaan. Deze groene reeksen zijn wel gebruikt voor validatie van het extreme waardenmodel en de interpolatiemethode. Figuur 2: Lengte van de tijdreeksen van alle KNMI-meetstations vanaf Rood zijn de reeksen door Rijkoort gebruikt, blauw de tijdreeksen gebruikt voor statistische analyse in het KNMI-HYDRA project en groen de overige beschikbare reeksen gebruikt voor validatie. De gehele dataset tot en met 2002 van windmetingen op meetlocaties is beschikbaar op de website van het KNMI-HYDRA project ( Op deze website wordt de inhoud van het project kort toegelicht. Naast de dataset staan er ook een aantal afgeleide producten van de windmetingen, zoals frequentietabellen en beschrijvingen van enkele zware stormen. Ook zijn alle rapportages gedaan in het kader van het project van de website te downloaden. 3

6 Extreme waardenmodellering In 1983 is voor de vaststelling van het windklimaat het Rijkoort-Weibull model (RW-model) gebruikt [3]. Door de complexiteit van dit extreme waardenmodel en de afwezigheid van gedetailleerde rapportages, is niet mogelijk gebleken de resultaten van Rijkoort te reproduceren. Door het RW-model uitgebreid te analyseren en de verschillen tussen de reproductie en de resultaten van Rijkoort in kaart te brengen, zijn er een aantal zwakke punten van het RW-model naar voren gekomen. De landelijke middeling die Rijkoort toepast om resultaten van stations aan elkaar te koppelen, blijkt niet geheel juist te zijn. Bovendien heeft Rijkoort destijds de resultaten voor sommige individuele stations aangepast om tot fysisch realistische waarden te komen voor hoge terugkeerperioden zonder te beschrijven hoe de aanpassing tot stand gekomen is. Binnen het KNMI-HYDRA project is besloten om een nieuw extreme waardenmodel te ontwikkelen. Een belangrijk verschil met het RW-model is dat het nieuwe model alleen uurvakken met windsnelheden boven een bepaalde drempel gebruikt door een stormenfilter in te bouwen volgens een peak-over-threshold (POT) methode. In dit stormenfilter is een 48- uurs onafhankelijkheid tussen de geselecteerde metingen gegarandeerd, terwijl in het RWmodel geen sprake is van enige mate van onafhankelijkheid tussen gebruikte metingen. Gekozen is om de verdeling van de geselecteerde windsnelheidsmetingen te beschrijven met de conditionele Weibull verdeling (CWD) in plaats van de minder robuuste gegeneraliseerde Pareto verdeling (GPD). De te berekenen terugkeerniveaus hangen sterk af van de gekozen windsnelheidsdrempel in het stormenfilter. Om de gevoeligheid voor een gekozen drempel te minimaliseren is een drempeltraject gebruikt en zijn de terugkeerniveaus gemiddeld over dit drempeltraject. Binnen het nieuwe extreme waardenmodel worden de terugkeerniveaus per seizoen bepaald uit de jaarstatistiek door middel van seizoensafhankelijke factoren. Tevens is gekozen om de statistiek per windrichtingsklasse af te leiden uit de omni-directionele statistiek. Deze opsplitsingmethode wordt in de rapportages aangeduid als methode B en is verkozen boven de andere methoden voor het afleiden van de statistiek per seizoen en per windrichtingsklasse. Ten opzichte van deze andere methoden resulteert de gekozen methode B in relatief robuuste en zuivere terugkeerniveaus. Deze methode garandeert dat de terugkeerniveaus per seizoen en per windrichtingsklasse altijd kleiner zijn dan de gecombineerde niveaus. 4

7 In Figuur 3 is een vergelijking gemaakt tussen de toepassing van de twee verdelingstypen (CWD en GPD) en tussen twee opsplitsingmethodieken (methode A en B). Figuur 3: Vergelijking van terugkeerperioden van windsnelheden tussen de toepassing van twee verdelingen, de CWD (doorgetrokken lijnen) en de GPD (gestippelde lijnen), en twee opsplitsingsmethodieken, methode A (rood) en methode B (blauw), allen toegepast op geselecteerde metingen door het stormenfilter voor station Hoek van Holland. In Figuur 3 zijn voor station Hoek van Holland door het stormenfilter geselecteerde windsnelheden (open rondjes) gerangschikt naar terugkeerperiode, waarbij geen drempeltraject is toegepast. Voor het modelleren van de storm maxima is dit drempeltraject wel van belang, waardoor de blauwe en rode lijnen beginnen bij een terugkeerperiode van 0,5 jaar. Voor dit station is te zien dat voor hoge terugkeerperioden de CWD (doorgetrokken lijnen) hogere terugkeerniveaus geeft dan de GPD (gestippelde lijnen). In Figuur 3 zijn tevens de resultaten van twee opsplitsingmethodieken (methode A en B) binnen het stormenmodel te zien, waarbij methode B (blauw) de gekozen methode is. Het is duidelijk waarneembaar dat verschillende opsplitsingmethoden en verdelingstypen resulteren in verschillende terugkeerniveaus. Ook voor andere stations is dit het geval, waarbij methode B in combinatie met de CWD als meest consistente naar voren komt. Bij verschillende keuzen van verdelingstypen, windsnelheidsdrempels en opsplitsingmethoden van seizoenen en windrichtingen resulteert het nieuwe extreme waardenmodel (POT-model) in verschillende terugkeerniveaus voor een terugkeerperiode van jaar. Alternatieve extreme waardenmodellen resulteren ook in andere terugkeerniveaus. In Tabel 1 staan terugkeerniveaus voor een terugkeerperiode van jaar van alternatieve extreme waardenmodellen en het gekozen POT-model. Voor de tabel zijn de terugkeerniveaus gemiddeld over een beperkt aantal stations. 5

8 Extreme waardemodel POT, Methode B, CWD Jaarmaxima, GEV Jaarmaxima, Gumbel HKV, POT, MLE HKV, POT, Bayes HKV, Jaarmaxima, MLE HKV, Jaarmaxima, Bayes jaar terugkeerniveau 31,8 35,5 35,6 31,7 33,7 33,5 35,6 Tabel 1: jaar terugkeerniveaus in m/s gemiddeld over een negental stations resulterend uit verschillende modellen voor extreme waarde analyse. Voor alle analyses zijn dezelfde stations gebruikt, met uitzondering van de analyse HKV, Jaarmaxima, MLE waar station Twenthe is weggelaten. Het POT-model (Tabel 1, POT, Methode B, CWD ) resulteert in een lagere waarde dan extreme waardenmodellen op basis van jaarmaxima met andere verdelingstypen ( Jaarmaxima, GEV en Jaarmaxima, Gumbel ). Dit resultaat is bevestigd door een vergelijkbare analyse uitgevoerd door HKV lijn in water [2]. Zij hebben jaarmaxima en POTwaarden geanalyseerd met twee verschillende analysetechnieken: de maximum likelihood estimation (MLE) methode en de Bayesiaanse analysemethode (Bayes). De analyses van jaarmaxima ( HKV, Jaarmaxima, MLE en HKV, Jaarmaxima, Bayes ) leiden tot hogere uitkomsten onder andere omdat meerdere kansverdelingen worden gebruikt. Ook de Bayesiaanse analyses resulteren in hogere waarden als gevolg van het meenemen van parameteronzekerheid. 6

9 Ruimtelijke interpolatiemethodiek Om te komen tot de extreme waardenstatistiek voor heel Nederland is er een geschikte methode nodig om windgegevens vanaf meetlocaties ruimtelijk te interpoleren naar andere locaties. Bij deze interpolatie is het belangrijk dat land-waterovergangen correct gemodelleerd worden. Binnen het KNMI-HYDRA project is gebruik gemaakt van het tweelagen model van Wieringa [4], waarbij de atmosfeer is ingedeeld in een oppervlaktelaag met daarboven een Ekmanlaag (zie Figuur 4). Planetaire grenslaaghoogte Ekman laag Menghoogte / Mesoniveau Oppervlakte Oppervlaktelaag Figuur 4: Schematische verdeling van de atmosfeer in een oppervlaktelaag en de Ekmanlaag volgens het twee-lagen model. Aan de top van de Ekmanlaag is de invloed van wrijving met het oppervlak veel kleiner dan nabij het oppervlak, zodat de aanname gerechtvaardigd is dat de wind aan de top van de Ekmanlaag (op ca. 1 km hoogte) mathematisch te interpoleren is. Voor de interpolatie van de wind op deze hoogte is de techniek van Barnes [1] gebruikt. Bij het berekenen van de wind op deze hoogte speelt de ruwheid een belangrijke rol. De windsnelheid op 10 meter hoogte is sterk beïnvloed door de lokale ruwheid, terwijl de wind op grotere hoogte afhankelijk is van de regionale ruwheid. Hierdoor kunnen de twee lagen in het interpolatiemodel behoorlijk verschillen in ruwheid wanneer er grote verschillen zijn tussen de lokale en regionale ruwheid. Binnen het KNMI-HYDRA project is voor de meetlocaties de lokale ruwheidsinformatie afgeleid uit de windsnelheidsmetingen zelf met behulp van een vlaaganalyse. Voor locaties waar geen meetstation is, is de benodigde windrichtingsafhankelijk ruwheidsinformatie voor beide lagen te verkrijgen uit analyse van gedetailleerde landgebruikskaarten. 7

10 Ruwheidslengte (m) Vlaaganalyse Lokale ruwheid Regionale ruwheid Windrichting (graden) Figuur 5: Landgebruikskaart voor station Hansweert en omgeving. De locatie van de windmast is aangegeven met het kruispunt van de twee witte lijnen in het midden van de kaart. Het gebied hier weergegeven is (20 km) 2 (links). De regionale ruwheidslengte afgeleid uit de ruwheidskaart (zwart), lokale ruwheidslengte afgeleid uit enerzijds de ruwheidskaart (rood) en anderzijds een vlaaganalyse (blauw) beiden als functie van de windrichting voor station Hansweert (rechts). De linkerfiguur van Figuur 5 stelt de landgebruikskaart voor het station Hansweert en zijn omgeving voor, waarbij elke kleur een ander landgebruikstype met een daaraan gekoppelde ruwheid voorstelt. In de rechterfiguur van Figuur 5 zijn de lokale en regionale ruwheidslengten per windrichting weergegeven, zoals deze zijn afgeleid uit de landgebruikskaart en de lokale ruwheidslengte uit de vlaaganalyse voor station Hansweert. Door een gedetailleerde landgebruikskaart te gebruiken en de ruwheid richtingsafhankelijk te maken, kunnen land-waterovergangen goed gemodelleerd worden. De interpolatiemethodiek ontwikkeld door Wieringa en Rijkoort [3, 5] maakt gebruik van een ruwheidskaart waarin vierkanten van 5x5 km 2 gelijke ruwheid hebben. Het blok waarin Hansweert ligt bestaat voornamelijk uit water. De regionale ruwheid volgens Wieringa is 1 mm, terwijl de regionale ruwheidslengte uit de ruwheidskaart varieert tussen 3 en 20 cm. In de methode van Wieringa en Rijkoort zijn de ruwheidsovergangen over een korte afstand niet juist meegenomen, zodat deze interpolatiemethode niet direct kan worden toegepast in de kustzone. De aanpassing van de wind aan een enkele ruwheidsovergang van water naar land is ook te simuleren met andere grenslaagmodellen. In Figuur 6 zijn de resultaten van verschillende modellen met elkaar vergeleken bij een ruwheidsovergang van water (z 0 = 0,001 m) naar land (z 0 = 0,1m) met een beginwindsnelheid van 10 m/s. 8

11 Windsnelheid (m s -1 ) z 0 = m z 0 = 0.1 m Hydra Townsend WA s P Kudryavtsev & Makin Coast Afstand (km) Figuur 6: Aanpassing van de 10-meter windsnelheid aan een ruwheidsovergang van water naar land volgens een aantal modellen, waarbij het HYDRA-model het twee-lagen model is. In Figuur 6 is te zien dat de verschillen in windsnelheid tussen de modellen behoorlijk groot zijn. Op 10 km afstand van de ruwheidsovergang geven het twee-lagen model, het COAST model en het model WA s P ongeveer dezelfde windsnelheid, terwijl het model van Kudryavtsev en Makin duidelijk lagere windsnelheid simuleert. Dit laatste model kan slechts omgaan met een enkele ruwheidsovergang en niet met een aaneenschakeling van overgangen zoals die in de werkelijkheid vaak voorkomen. In tegenstelling tot vele andere grenslaagmodellen is het toegepaste twee-lagen model atmosferisch neutraal, dat wil zeggen dat de invloed van verticale verschillen in temperatuur op het windprofiel niet meegenomen is. Dit hoeft echter geen probleem te zijn, omdat de invloed van stabiliteit gering is in situaties met hoge windsnelheden. Binnen Rijkswaterstaat zijn verschillende methoden ontwikkeld om de statistiek van Rijkoort en Wieringa ruimtelijk te interpoleren om resultaten boven open water te verkrijgen. Het belangrijkste verschil tussen die methoden en het twee-lagen model is de hoogte waarop geïnterpoleerd wordt. Volgens de methoden van Rijkswaterstaat gebeurt dit voor binnenwateren aan de top van de oppervlaktelaag. Hierdoor hebben de grootschalige ruwheidsveranderingen in veel gevallen ten onrechte geen invloed op het windprofiel. Voor de kust wordt de statistiek van een nabijgelegen meetlocatie toegepast. In het twee-lagen model is zowel de lokale als de grootschalige ruwheid meegenomen, waardoor de windsnelheid over open wateren zal toenemen ten opzichte van de huidige methoden. De grootte van de toename is afhankelijk van de omgeving van het referentiestation en van het verschil in ruwheid tussen land en water. 9

12 Integratie statistische modellering en interpolatie methodiek De doelstelling van het KNMI-HYDRA project is het vaststellen van de statistiek van extreem hoge windsnelheden op elke willekeurige locatie in Nederland. Dit houdt in dat de kennis over de statistische extrapolatie (het POT-model) en ruimtelijke interpolatie (het twee-lagen model) geïntegreerd moet worden. Bij validatie van het twee-lagen model is naar voren gekomen dat ruimtelijke interpolatie per uurvak waarin hoge windsnelheden zijn gemeten op sommige locaties, problemen oplevert. In Figuur 7 is het windveld aan de top van de Ekmanlaag (bovenste laag in het twee-lagen model) te zien tijdens de storm van 28 mei De rode pijlen laten een grillige patroon over de meetstations van de windsnelheid en - richting zien. De blauwe pijlen op een regelmatig grid geven het patroon weer dat ontstaat na de ruimtelijke interpolatie. 10 m s -1 Figuur 7: Windveld aan de top van de Ekmanlaag, op KNMI-meetlocaties (rood) en op een grid na toepassen van de interpolatiemethode (blauw), beiden tijdens de voorjaarsstorm van 28 mei 2000 om 1500 GMT. Zoals te zien is in Figuur 7 kunnen tijdens stormsituaties er lokaal grote verschillen optreden in windrichting en snelheid door de kleinschaligheid van de storm of door kleinschalige fluctuaties binnen het stormveld. Ruimtelijke interpolatie strijkt deze lokale verschillen in sterke mate glad. Het gevolg is een onderschatting van de hoge windsnelheden in de gesimuleerde tijdreeksen met behulp van het twee-lagen model. Deze onderschatting werkt door in de statistische extrapolatie en dus ook in de windsnelheid met een terugkeerperiode van jaar. 10

13 De onderschatting van extreme windsnelheden kan voorkomen worden door de ruimtelijke interpolatie na de statistische extrapolatie van de reeksen op stationsniveau toe te passen. Zo strijkt ruimtelijke interpolatie de verschillen tussen meetstations glad, die door de statistische extrapolatie zijn uitvergroot, terwijl de gemiddelde hoogte van de terugkeerniveaus behouden blijft. Voor sommige locaties ontstaan hierbij grote verschillen tussen het geïnterpoleerde windveld en het invoerveld. In het invoerveld zijn er grote verschillen tussen stations in terugkeerniveaus. Enerzijds hangt dit samen met statistische onzekerheid, resulterend in een grillige patroon. Anderzijds zijn er systematische verschillen in de vormparameter van de statistische verdeling tussen kuststations en stations in het binnenland, resulterend in een geografisch patroon. Bij het extrapoleren heeft de vormparameter grote invloed op het resulterende terugkeerniveau bij zeer hoge terugkeerperioden. Voor stations op zee en langs de kust, met name in Zuidwest- Nederland, verschillen de vormparameters van de rest van Nederland. Het verschil komt duidelijk tot uitdrukking in Figuur 8 waar de geselecteerde storm maxima en de extrapolatieresultaten van het kuststation Hoek van Holland (blauw) en het landstation Soesterberg (rood) met elkaar zijn vergeleken. Figuur 8: Vergelijking van de geselecteerde storm maxima tussen het kuststation Hoek van Holland (blauw) en landstation Soesterberg (rood) en de uitkomsten van het extreme waardenmodel (m/s). In Figuur 8 is duidelijk te zien dat de potentiële windsnelheid bij het kuststation (blauwe rondjes) meestal hoger is dan bij het landstation (rode rondjes). Bij hoge terugkeerperioden neemt het verschil tussen beide stations echter af. Dit is ook waar te nemen bij een vergelijking van andere kust- en landstations. Na extrapolatie naar terugkeerperioden buiten het meetbereik kunnen landstations zelfs hogere waarden geven dan kuststations als gevolg van het geconstateerde verschil in vormparameter. Het verschil in kromming van de lijnen kan slechts voor een klein deel verklaard worden door de toename van de ruwheid van water bij hoge windsnelheden: het verschil in ruwheid tussen land en zee neemt af. Voor een groot 11

14 deel blijft het verschil in kromming echter niet verklaard en blijft er voor hoge terugkeerperioden vanuit meteorologisch oogpunt een niet realistisch patroon in terugkeerniveaus over Nederland. Dit verhindert een consistente interpolatie van de statistiek van de kustzone naar het binnenland Wel is het mogelijk om het twee-lagen model te gebruiken om de statistiek van een vooraf gekozen station te transformeren naar de directe omgeving, zodat de effecten van ruwheid meegenomen worden. Bij deze methode van ruimtelijke interpolatie is de keuze van het invoerstation cruciaal door de bovengenoemde redenen. Als voor dezelfde locatie een ander invoerstation wordt gekozen, kan dit leiden tot aanzienlijk andere resultaten door de onderlinge verschillen tussen de stations. 12

15 Conclusies Het KNMI-HYDRA project heeft als doelstelling het vaststellen van het windklimaat van Nederland. Tijdens de uitvoering van het project zijn de beschikbare meetreeksen van windsnelheid en richting uitvoerig gecontroleerd en gecorrigeerd. Door het project is een dataset tot stand gekomen met hoge kwaliteit aan windgegevens met een hoge tijdresolutie, die nationaal en internationaal erkend en gewaardeerd wordt. Een nieuw extreme waardenmodel is ontwikkeld om het oorspronkelijke Rijkoort-Weibull model (RW-model) te vervangen. Een belangrijk verschil tussen het ontwikkelde model en het RW-model is dat nu alleen de pieken boven een zekere windsnelheid met een 48-uurs onafhankelijkheid geanalyseerd worden (peak-over-threshold = POT), in tegenstelling tot het gebruik van alle uurlijkse waarnemingen. De POT-waarden zijn beschreven met de conditionele Weibull verdeling (CWD), welke stabielere terugkeerniveaus geeft dan andere verdelingen. De terugkeerniveaus zijn gemiddeld over een drempelinterval, waardoor de statistische onzekerheid in de terugkeerniveaus is gereduceerd. Tevens is een methode ontwikkeld om de statistiek van windrichtingsklassen en seizoenen consistent te maken met de omni-directionele jaarstatistiek. Naast een extreme waardenmodel is een geografische interpolatiemethode ontwikkeld om de gegevens van meetlocaties naar een willekeurige andere locatie binnen Nederland te transformeren. Deze methode is in staat de huidige modellen binnen RWS te vervangen en is reeds in gebruik bij andere RWS afdelingen in semi-operationele toepassingen. Ten opzichte van de huidige RWS-modellen zal de schatting door het twee-lagen model van de oppervlaktewind over open water hoger zijn, waarbij de toename tientallen procenten kan bedragen. De jaar terugkeerniveaus van het ontwikkelde POT-model zijn gemiddeld over Nederland ongeveer 3 m/s lager dan van het oorspronkelijke RW-model. Uit Bayesiaanse analyses en analyses op jaarmaxima uitgevoerd door HKV lijn in water volgen gemiddeld hogere terugkeerniveaus van ongeveer 2 tot 4 m/s dan het POT-model (zie Tabel 1). Bij lage terugkeerperioden vertonen de terugkeerniveaus op de stationslocaties een logisch geografisch patroon over Nederland, terwijl bij hoge terugkeerperioden een niet realistisch patroon op de stationslocaties ontstaat. Dit niet realistische patroon lijkt slechter dan het patroon resulterend uit het RW-model. Rijkoort heeft echter ad hoc niet-reproduceerbare correcties aangebracht in de resultaten om tot een regelmatig geografisch patroon te komen. Op basis hiervan kan daarom niet geconcludeerd worden dat de resultaten van Rijkoort beter in overeenstemming zijn met de werkelijkheid dan de resultaten van het POT-model. Een consistent ruimtelijke interpolatie over heel Nederland inclusief de kustzone is niet bereikt met het ontwikkelde extreme waardenmodel geïntegreerd met de interpolatiemethode. Enerzijds is ruimtelijke interpolatie van uurwaarnemingen niet haalbaar 13

16 gebleken met de huidig toegepaste methodiek door een te lage dichtheid van het meetnet ten opzichte van de weersystemen waarbij lokaal hoge windsnelheden voorkomen. Anderzijds geeft ruimtelijke interpolatie van de terugkeerniveaus geen realistische patroon door een systematisch en met de huidige kennis onbegrepen verschil in de vormparameter tussen stations aan de kust en in het binnenland. De verkregen statistiek voor de meetlocaties is te gebruiken voor een prototype toepassing, waarbij de gegevens van een vooraf gekozen locatie getransformeerd worden naar de directe omgeving. De effecten van de ruwheid komen tot uiting door gebruik te maken van het meteorologische interpolatiemodel. De keuze van het invoerstation door de gebruiker is daarbij cruciaal, omdat het gebruik van een ander invoerstation aanzienlijk andere resultaten kan geven. 14

17 Aanbevelingen Om de knelpunten die nog aanwezig zijn in de huidige resultaten van het KNMI-HYDRA project is een succesvolle integratie nodig tussen het ontwikkelde extreme waardenmodel en de ruimtelijke interpolatiemethode. Met een succesvolle integratie kan de statistische onzekerheid in de terugkeerniveaus van afzonderlijke stations gereduceerd worden en de verschillen tussen stations deels weggenomen worden. De onzekerheidmarges van de terugkeerniveaus kunnen vervolgens worden bepaald met behulp van simulaties. De grote onzekerheid ten aanzien van de ruimtelijke patronen en het effect van de interpolatie daarop, maakt dergelijke simulaties op dit moment overbodig. Het is nodig om tot een beter begrip en betere interpretatie van de aard van de extremen te komen. De problemen die de interpolatiemethode heeft met de geëxtrapoleerde terugkeerniveaus kunnen voortkomen uit een gebrekkige overeenkomst tussen de fysica van de interpolatiemethode en de fysica van de geselecteerde extremen. De onregelmatigheid van de terugkeerniveaus duidt erop dat een alternatieve stormendefinitie en stormenselctie tot regelmatigere resultaten zou kunnen leiden. Een fysisch verder ontwikkeld, atmosferisch model met meer meteorologische parameters zou het verschil in vormparameter tussen kust en binnenland, zoals nu volgt uit de statistische analyses, mogelijk kunnen verklaren. De invloed van de atmosferische stabiliteit, welke nu verwaarloosd wordt, kan dan beter worden vastgesteld. Het zou er bijvoorbeeld toe kunnen leiden dat restricties aan de vormparameters voor uurlijkse windgegevens kunnen worden opgelegd. De simultaan gemeten windgegevens van verschillende stations kunnen ook als reeksen van ruimtelijk samenhangend windvelden geïnterpreteerd worden, waardoor het mogelijk is om een model voor windveldanalyse te ontwikkelen. Beperkingen, opgelegd door de dichtheid van het waarneemnetwerk, kunnen hiermee omzeild worden. Een eenvoudig re-analysis model zou kunnen worden gebruikt, zodat ook andere meteorologische parameters kunnen worden betrokken. De interpolatiemethode zelf kan goed gebruikt worden voor modale windsnelheden wanneer de interpolatiemethode toegepast wordt op simultane uurwaarden. Ook kan de interpolatiemethode de statistiek van een enkel station transformeren naar zijn directe omgeving, doordat de methode rekening houdt met ruwheidseffecten. 15

18 Referenties [1] Barnes, S.L., 1964: A technique for maximizing details in numerical weather maps analysis. Journal of Applied Meteorology, 3, [2] Kalk, H en Noordwijk, J, 2003: Bayesian estimation of wind velocity return periods. HKV consultants, Nederland [3] Rijkoort, P.J., 1983: A compound Weibull model for the description of surface wind velocity distributions. Scientific Report, WR 83-13, Royal Netherlands Meteorological Institute (KNMI), the Netherlands [4] Wieringa, J Roughness-dependent geographical interpolation of surface wind speed averages. Quarterly Journal of the Royal Meteorological Society, 112, [5] Wieringa, J., en Rijkoort, P.J., 1983: Windklimaat van Nederland. Staatsuitgeverij, Den Haag, the Netherlands, 263 pp. 16

1-D model voor interne grenslagen voor water en land (voorlopig)

1-D model voor interne grenslagen voor water en land (voorlopig) 1-D model voor interne grenslagen voor water en land (voorlopig) Job Verkaik KNMI, Postbus 21, 373 AE De Bilt. Tel: 3 226 6. Fax: 3 22 61. e-mail: job.verkaik@knmi.nl November, 1999 1 Inleiding In het

Nadere informatie

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme

Nadere informatie

Reproductie van A compound Weibull model for the description of surface wind velocity distributions : een toelichting (voorlopige versie)

Reproductie van A compound Weibull model for the description of surface wind velocity distributions : een toelichting (voorlopige versie) Reproductie van A compound Weibull model for the description of surface wind velocity distributions : een toelichting (voorlopige versie) Ilja Smits KNMI, Postbus 201, 3730 AE De Bilt Tel: 030-2206 874,

Nadere informatie

KNMI-HYDRA project. Phase report 2 and 4

KNMI-HYDRA project. Phase report 2 and 4 KNMI-HYDRA project Phase report 2 and 4 Reproduction of A compound Weibull model for description of surface wind velocity distributions : an explanation KNMI, May 2003 Reproductie van A compound Weibull

Nadere informatie

Nieuwe statistiek voor extreme neerslag

Nieuwe statistiek voor extreme neerslag Nieuwe statistiek voor extreme neerslag J.B. Wijngaard (KNMI) M. Kok (HKV LIJN IN WATER) A. Smits (KNMI) M. Talsma (STOWA) Samenvatting In dit artikel wordt de nieuwe statistiek voor extreme neerslaghoeveelheden

Nadere informatie

Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14

Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14 Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14 Van: Jules Beersma (KNMI) (mmv Geert Lenderink en Adri Buishand) Aan: Paul Fortuin (RWS-WVL) 20161214 (definitief) Inleiding RWS-WVL

Nadere informatie

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord 74100160-NMEA/PGR 11-0259 Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord Arnhem, 3 februari 2011 Auteurs Merih Cibis, Hans Cleijne In opdracht

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE

Nadere informatie

Toetspeilen Oude IJssel

Toetspeilen Oude IJssel Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIZA Auteurs: A.A.J. Botterhuis H.J. Barneveld K. Vermeer PR1011 december 2005 december 2005 Inhoud 1 Inleiding...1-1 1.1 Aanleiding tot het project...1-1 1.2 Probleembeschrijving...1-1

Nadere informatie

Zeespiegelmonitor 2018

Zeespiegelmonitor 2018 Zeespiegelmonitor 2018 Wat is de aanleiding van dit rapport? Jaarlijks rapporteren Deltares en HKV met de Zeespiegelmonitor over de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. De zeespiegel en het getij

Nadere informatie

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018 Onderzoek gezondheidsrisico s ultrafijn stof rond Schiphol Module 1 Resultaten meetcampagne taxiënde zhrhrwh45e vliegtuigen April 2018 Subtitle Campagne taxiënde vliegtuigen Doel: Onderzoek nut en noodzaak

Nadere informatie

KNMI-HYDRA project. Phase report 8. Existence of a physical upper limit to the 10-meter wind speed

KNMI-HYDRA project. Phase report 8. Existence of a physical upper limit to the 10-meter wind speed KNMI-HYDRA project Phase report 8 Existence of a physical upper limit to the 10-meter wind speed KNMI, May 2003 Rapportage fase 8 van het KNMI-HYDRA project: Bestaan van een fysische bovengrens aan de

Nadere informatie

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi. Lotos-Euros v1.7: validatierapport voor 10 en bias-correctie Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.nl Conclusies Bias-correctie:

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11473 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 2009 Jaar 2009: zeer zonnig en vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in 2009 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2009/jaar Maximumtemperatuur

Nadere informatie

Windklimatologie stapje hoger

Windklimatologie stapje hoger Windklimatologie stapje hoger KNMI: Henk van den Brink Mark Savenije Gert-Jan Marseille Andrew Stepek Ad Stoffelen Gertie Geertsema Ine Wijnant (Andrew.Stepek@knmi.nl) NVBM voorjaarssymposium: In Weer

Nadere informatie

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0)

Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving. Kenmerk VEB Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan Robert Vos;Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Datum Van Joost den Bieman Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 8292 Aantal pagina's 10 E-mail joost.denbieman@deltares.nl Onderwerp OI2014

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas

Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq RIZA Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas Onderzoek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Chapter 7 Nederlandse samenvatting 7.1 Introductie Dit proefschrift behandeld de globale patronen van de koolstof en water balans van het land oppervlak bepaald met eddy co-variantie data. Observaties

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-01634 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Statistiek van extreme neerslag in Nederland

Statistiek van extreme neerslag in Nederland Opdrachtgever: STOWA Auteurs: A. Smits J.B. Wijngaard R.P. Versteeg M. Kok Inhoud Voorwoord...1 Samenvatting... 3 1 Inleiding... 18 1.1 Aanleiding...18 1.2 Probleemanalyse...19 1.3 Afbakening...22 1.4

Nadere informatie

Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens stormperiodes.

Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens stormperiodes. Vlaamse Overheid Oceanografisch Meteorologisch Station Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens stormperiodes. Maart 2010 Bestek 16EH/08/12 Opgemaakt door Bart Geysen

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Omgaan met onzekerheden in het waterveiligheidsbeleid

Omgaan met onzekerheden in het waterveiligheidsbeleid Omgaan met onzekerheden in het waterveiligheidsbeleid Robin Nicolai, Ton Vrouwenvelder, Karolina Wojciechowska & Henri Steenbergen Nederland is wereldwijd vermaard om haar expertise op het gebied van waterbouw.

Nadere informatie

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Project: NAUTILUS Werkdocument: RIKZ/OS-98.145X Ministerie van Verkeer en Waterstaat In opdracht van: Directie Noordzee Directie Zuid-Holland

Nadere informatie

Evaluatie Allerheiligenvloed 2006

Evaluatie Allerheiligenvloed 2006 Evaluatie Allerheiligenvloed 2006 Analyse van de voorspelling van de hoogwaterstand voor Delfzijl 24 november 2006 Evaluatie Allerheiligenvloed 2006 Analyse van de voorspelling van de hoogwaterstand voor

Nadere informatie

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016 www.opleidingen.stowa.nl Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid M01 - Basis Cursus Beoordelen en Ontwerpen M02 - Geotechniek: SOS en Piping M03 -

Nadere informatie

Hydraulische belastingen

Hydraulische belastingen Hydraulische belastingen Jacco Groeneweg (Deltares) Basiscursus beoordelen en ontwerpen 5 september 2016 Werkproces toetssporen Hydraulische belastingen Introductie Verschil HR2006 en WBI-HB ( HB2017 )

Nadere informatie

Briefrapport 680705013/2009 D. Mooibroek P.L. Nguyen J.P. Wesseling. Meteorologie voor standaard rekenmethoden in 2008

Briefrapport 680705013/2009 D. Mooibroek P.L. Nguyen J.P. Wesseling. Meteorologie voor standaard rekenmethoden in 2008 Briefrapport 680705013/2009 D. Mooibroek P.L. Nguyen J.P. Wesseling Meteorologie voor standaard rekenmethoden in 2008 RIVM Briefrapport 680705013/2009 Meteorologie voor standaardrekenmethoden in 2008 D.

Nadere informatie

04-07-2014 HON1401R001

04-07-2014 HON1401R001 adviseurs ingenieurs 1/8 project Hotels van Oranje, Noordwijk betreft Windhinderonderzoek documentcode opdrachtgever BOMO III B.V. T.a.v. de heer Ch. de Boer Kon. Wilhelminaboulevard 25 2202 GV NOORDWIJK

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

KNMI Technisch Rapport TR-306 Windstotenklimatologie Nederland

KNMI Technisch Rapport TR-306 Windstotenklimatologie Nederland KNMI Technisch Rapport TR-306 Windstotenklimatologie Nederland KNMI, 11 juni 2009 Nander Wever (Klimaatdata en -advies) 2 Inhoud Inhoud...3 Inleiding...4 Weeralarm Zeer zware windstoten...4 Klimatologie...5

Nadere informatie

Verificatie van de SODAR bij Kerncentrale Borssele

Verificatie van de SODAR bij Kerncentrale Borssele Verificatie van de SODAR bij Kerncentrale Borssele Iwan Holleman en Frank Kroonenberg Intern Rapport, KNMI IR-2007-06 2 Inhoudsopgave 1 Aanleiding 5 2 Beschikbare gegevens 7 2.1 SODAR windgegevens 7 2.2

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Windbelasting op constructies

Windbelasting op constructies Windbelasting op constructies Onzekerheden verkleinen voor grotere veiligheid Chris Geurts, Raphael Steenbergen, Carine van Bentum, Nadieh Meinen Eerst even voorstellen TU Eindhoven; PhD (1997) Wind induced

Nadere informatie

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Ervaringen met de SDS011 stofsensor Ervaringen met de SDS011 stofsensor RIVM, 12 juli 2018 De afgelopen maanden zijn er veel PM2.5 en PM10 metingen gedaan met de SDS011 stofsensoren. Zo vlak voor de vakanties willen we een korte terugkoppeling

Nadere informatie

OVERSCHRIJDINGSDUUR VAN STORMEN 1. INLEIDING

OVERSCHRIJDINGSDUUR VAN STORMEN 1. INLEIDING OVERSCHRIJDINGSDUUR VAN STORMEN 1. INLEIDING De marginale kansverdeling van de significante golfhoogte HS duidt aan met welke kans HS gemeten op een willekeurig tijdstip een bepaalde waarde overschrijdt.

Nadere informatie

ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING

ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING Rapport aan Dienst der Kustwegen betreffende ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING Dit rapport beschrijft de analyse resultaten van de windsnelheidgegevens voor de meteopaal

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Wat kunnen we in Nederland verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering) en het broeikaseffect? Waargenomen klimaatverandering KNMI 06 klimaatscenario

Nadere informatie

Overzicht. omvangrijk en complex onderwerp behandeling hier heel algemeen en voor kwalitatief begrip

Overzicht. omvangrijk en complex onderwerp behandeling hier heel algemeen en voor kwalitatief begrip Golven Overzicht Golven 1. Golfparameters 2. Processen 3. SWAN 4. Voorbeeld: ruimtelijke variatie 5. Voorlandmodule 6. PC-Overslag 7. Voorbeeld: golfoverslag met en zonder dammen omvangrijk en complex

Nadere informatie

RISICOSIGNALERING Storm

RISICOSIGNALERING Storm RISICOSIGNALERING Storm Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut INLEIDING Storm Er is sprake van storm (9 Beaufort) bij een gemiddelde wind van 75-88 km/uur (21m/s), van zware storm (10 Beaufort)

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-00111 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 10 t/m maart 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015

Nadere informatie

Windstotenklimatologie Nederland

Windstotenklimatologie Nederland Technisch rapport ; TR-306 Windstotenklimatologie Nederland Nander Wever De Bilt, 2009 KNMI technical report = technisch rapport; TR-306 De Bilt, 2009 PO Box 201 3730 AE De Bilt Wilhelminalaan 10 De Bilt

Nadere informatie

Raad voor Accreditatie (RvA) De sterkte van het zwaarteveld in Nederland

Raad voor Accreditatie (RvA) De sterkte van het zwaarteveld in Nederland Raad voor Accreditatie (RvA) De sterkte van het zwaarteveld in Nederland Document code: RvA-Tk-2.27 Datum vaststelling: 14 september 2004 Een RvA-Toelichting beschrijft het beleid en/of de werkwijze van

Nadere informatie

RAPPORT STATISTIEK VAN EXTREME NEERSLAG IN NEDERLAND.

RAPPORT STATISTIEK VAN EXTREME NEERSLAG IN NEDERLAND. STATISTIEK VAN EXTREME NEERSLAG IN NEDERLAND RAPPORT 24 26 ISBN 9.5773.261. stowa@stowa.nl WWW.stowa.nl TEL 3 232 11 99 FAX 3 232 17 66 Arthur van Schendelstraat 816 POSTBUS 89 353 RB UTRECHT Publicaties

Nadere informatie

Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure

Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure Samenvatting Na bestudering van het rapport van de contra-expertise meetsysteem Geluidsnet in Zuid-Limburg en op basis van analyses van beschikbare

Nadere informatie

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17  digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016/17 www.opleidingen.stowa.nl digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid Link naar: Digitaal Cursus Naslagwerk

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Hollandsche IJssel (dijkring 14 en 15) Auteurs: Bastiaan Kuijper Nadine Slootjes

Nadere informatie

Stormflits IJsselmeergebied. Noordwesterstorm 10 Bft

Stormflits IJsselmeergebied. Noordwesterstorm 10 Bft Donderdag 18 januari 2018 Stormflits IJsselmeergebied Noordwesterstorm 10 Bft Watermanagementcentrum Nederland 1 2 Stormflits IJsselmeergebied Noordwesterstorm, 10 Bft, met sluiting van de Ramspolkering

Nadere informatie

Hydraulische belastingen

Hydraulische belastingen DSL9 Hydraulische belastingen Peter van Tol (Witteveen+Bos) Jacco Groeneweg (Deltares) Dia 1 DSL9 Algemeen: - Goed om de toelichting te starten vanaf de toegeleverde databases, dit is voor de toetser het

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN MEETGEGEVENS VOOR HET

HET GEBRUIK VAN MEETGEGEVENS VOOR HET BACHELOR EINDOPDRACHT CIVIELE TECHNIEK HET GEBRUIK VAN MEETGEGEVENS VOOR HET VERBETEREN VAN DE HYDROLOGISCHE VERWACHTINGEN VAN HET IJSSELMEER MARCEL MULLER AUGUSTUS 2013 Samenvatting Aanleiding Sinds 1986

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11472 Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 Earth, Environmental and Life Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht

Nadere informatie

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Provincie Noord-Brabant Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Rapport no. 4257342, 8 maart 2016 Projectverantwoordelijke: J. van Loon Provincie Noord-Brabant Cluster

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Kort samengevat is het doel van dit proefschrift het verbeteren van de kwaliteit van officiële statistieken. Kwaliteit van statistische informatie heeft meerdere facetten. Dit werk richt zich op twee van

Nadere informatie

14 juli 2005 RIVM-MNP-TNO

14 juli 2005 RIVM-MNP-TNO Aanbeveling voor een voorlopige regeling voor de correctie van fijn stof (PM 10 ) concentraties voor de bijdrage van zeezout Ronald Hoogerbrugge a, Jan Matthijsen b, Hans van Jaarsveld b, Martijn Schaap

Nadere informatie

Bepaling van de primaire impacten van globale klimaatsveranderingen

Bepaling van de primaire impacten van globale klimaatsveranderingen Bepaling van de primaire impacten van globale klimaatsveranderingen Dries Van den Eynde, Stéphanie Ponsar, José Ozer & Fritz Francken Beheerseenheid Mathematisch Model Noordzee Gulledelle 100, B-1200 Brussel

Nadere informatie

Bij de Schinkelbrug is sprake van laagfrequent geluid, vooral ten gevolge van passages van zware vrachtauto's over de brug.

Bij de Schinkelbrug is sprake van laagfrequent geluid, vooral ten gevolge van passages van zware vrachtauto's over de brug. Notitie Aan Eric Ivens, Hans de Haan Projectorganisatie Zuidasdok Van ir. M.G. Dittrich, ir. P.W. Wessels, ing F.H.M. Staats Onderwerp Contourmeting L C -L A Schinkelbrug 1. Inleiding TNO heeft in opdracht

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2008 Maandoverzicht van het weer in Nederland juli 2008 Juli 2008: Juli 2008: Warm, nat en een normale zonneschijnduur Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in juli 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/juli

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding Methodeschets en leeswijzer Selectie van maxima Inleiding Selectiecriteria...

Inhoud. 1 Inleiding Methodeschets en leeswijzer Selectie van maxima Inleiding Selectiecriteria... Golfstatistiek op relatief diep water 1979-2002 Q3770 december 2004 Inhoud 1 Inleiding... 1 1 2 Methodeschets en leeswijzer... 2 1 3 Selectie van maxima... 3 1 3.1 Inleiding... 3 1 3.2 Selectiecriteria...

Nadere informatie

Beknopt Stormrapport 17 juli 2004

Beknopt Stormrapport 17 juli 2004 Beknopt Stormrapport 17 juli 24 1. ANALYSE Situatie op 17.7.24 12u GMT : langs de voorzijde van een koufront, dat zich uitstrekt over de nabije Atlantische Oceaan, wordt er warme, potentieel onstabiele

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 4, zesde lid, van het Besluit schadevergoeding net op zee;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 4, zesde lid, van het Besluit schadevergoeding net op zee; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16220 31 maart 2016 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 22 maart 2016, nr. WJZ/16007215, tot vaststelling

Nadere informatie

Klimaat in de 21 e eeuw

Klimaat in de 21 e eeuw Klimaat in de 21 e eeuw Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd en voor Nederland Mogelijke

Nadere informatie

Zoutafleiding Bijlage bij de RWS Standaard

Zoutafleiding Bijlage bij de RWS Standaard Zoutafleiding Bijlage bij de RWS Standaard In opdracht van: Project: Ministerie van Verkeer Waterstaat Directoraat-Geraal Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Meetnet Infrastructuur (RMI) Versie: 1.0 November

Nadere informatie

1. Algemene meteorologische situatie

1. Algemene meteorologische situatie Koninklijk Meteorologisch Instituut Wetenschappelijke Dienst meteorologische en klimatologische Inlichtingen Ringlaan, 3 B-1180 Brussel Tél.: +32 (0)2 373 0520 Fax : +32 (0)2 373 0528 Vlaamse Overheid

Nadere informatie

Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens stormperiodes.

Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens stormperiodes. V la a m s e O v e r h e id 4 (I"IK IW Í Maritieme DienstvttletiinQ ert st AFDELING KUST Oceanografisch Meteorologisch Station Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens

Nadere informatie

Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine

Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine Notitie betreft: Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine datum: 8 januari 2018 referentie: van: aan: Buro SRO 1 Inleiding De Texelse Bierbrouwerij is voornemens haar faciliteiten

Nadere informatie

WMCN cursus, algemeen deel Hydrodynamica van meren. Hans de Waal Deltares

WMCN cursus, algemeen deel Hydrodynamica van meren. Hans de Waal Deltares WMCN cursus, algemeen deel Hydrodynamica van meren Hans de Waal Deltares Deel 1: Inleiding Inhoud 1. Focus 2. Doel 3. De inhoud in een notendop 1. Focus 1. Focus op Meren dus even geen overgangsgebieden

Nadere informatie

Sjaak Jacobse, RIKZ Caroline Gautier Maarten Jansen ' 14 maart 2005 cg/05090/1308 Opdracht van mantelovereenkomst

Sjaak Jacobse, RIKZ Caroline Gautier Maarten Jansen ' 14 maart 2005 cg/05090/1308 Opdracht van mantelovereenkomst ~,. ROYAL HA5KONING REVIEW GOLFCONDITIES Aan Van 2e Lezer: Datum: Ref Betreft : SCHORERPOLDER Sjaak Jacobse, RIKZ Caroline Gautier Maarten Jansen ' 14 maart 2005 cg/05090/1308 Opdracht 2005.02.14 van mantelovereenkomst

Nadere informatie

Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor

Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor Nieuwe statistieken: extreme neerslag neemt toe en komt vaker voor Hans Hakvoort (HKV), Jules Beersma (KNMI), Theo Brandsma (KNMI), Rudolf Versteeg (HKV), Kees Peerdeman (Waterschap Brabantse Delta/STOWA)

Nadere informatie

3 november 2014. Inleiding

3 november 2014. Inleiding 3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte

Nadere informatie

:'1 " " RIKZ/OS.101x. eraal Rijkswaterstaat

:'1   RIKZ/OS.101x. eraal Rijkswaterstaat ....:"'. "'... : 4 ~ "" :'1 " "...~. '1. RKZ/OS.101x eraal Rijkswaterstaat Extreme windsnelheden langs de kust en in de estuaria RKZ/OS-94.1 01X .kdocument Vestiging Aan Van Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2008 Maandoverzicht van het weer in Nederland mei 2008 Mei 2008: Mei 2008: Uitzonderlijk warm, zeer zonnig en vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in mei 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/mei

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2008 Maandoverzicht van het weer in Nederland juni 2008 Juni 2008: Juni 2008: Warm, zonnig en gemiddeld over het land vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in juni 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/juni

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2009

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2009 Maandoverzicht van het weer in Nederland augustus 2009 Augustus 2009: Warm en zonnig, gemiddeld over het land droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in augustus 2009 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2009/augustus

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2008 Maandoverzicht van het weer in Nederland augustus 2008 Augustus 2008: Augustus 2008: Normale temperatuur, somber en nat Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in augustus 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/augustus

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. maart 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. maart 2008 Maandoverzicht van het weer in Nederland maart 2008 Maart 2008: Maart 2008: Normale temperatuur, zeer nat en aan de zonnige kant Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in maart 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/maart

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2008 Maandoverzicht van het weer in Nederland oktober 2008 Oktober 2008: Oktober 2008: Vrijwel normale temperatuur, zonnig en gemiddeld over het land vrij nat Voor een uitgebreide beschrijving van het weer

Nadere informatie

Memo TNO reflecties achterzijde schermen

Memo TNO reflecties achterzijde schermen BIJLAGE 12 Memo TNO reflecties achterzijde schermen Akoestisch onderzoek OTB/MER 2 e fase Ring Utrecht Deelrapport Specifiek - 3 - Notitie Aan Royal HaskoningDHV, t.a.v. Jan Derksen Van Arno Eisses Gebouwde

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Jaarrapportage 2016 Het jaarverslag microseismisch monitoring van het Bergermeer veld geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten over het rapportage

Nadere informatie

BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT. S.A.R. Bus

BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT. S.A.R. Bus BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT S.A.R. Bus WAAR DENK JE AAN BIJ BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN? Wie van jullie gebruikt betrouwbaarheidsintervallen? WAAROM BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN???

Nadere informatie

Het RIVM gaat binnenkort werken met een in België ontwikkelde interpolatietechniek om metingen

Het RIVM gaat binnenkort werken met een in België ontwikkelde interpolatietechniek om metingen 24 Actuele luchtkwaliteitskaarten in Nederland: evaluatie RIOinterpolatiemodel Het RIVM gaat binnenkort werken met een in België ontwikkelde interpolatietechniek om metingen op meetstations te vertalen

Nadere informatie

Hydrologische Hindcast APL

Hydrologische Hindcast APL Opdrachtgever: DG Rijkswaterstaat, RIZA Hydrologische Hindcast APL rapport mei 2006 Q4025.00 Opdrachtgever: DG Rijkswaterstaat, RIZA Hydrologische Hindcast APL Albrecht Weerts, Jaap Kwadijk rapport mei

Nadere informatie

Door de omgevingsdienst Haaglanden is aangegeven dat deze norm als volgt moet worden geïnterpreteerd:

Door de omgevingsdienst Haaglanden is aangegeven dat deze norm als volgt moet worden geïnterpreteerd: Notitie Project Referentieniveaumetingen A4 Midden-Delfland Betreft geluidsmetingen stiltegebied in situatie vóór opening rijksweg A4 Ons kenmerk M.2013.1022.01.N001 Versie 001 Datum 24 oktober 2014 Verwerkt

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Jaarrapportage 2014 Het jaarverslag microseismisch monitoring van het Bergermeer veld geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten over het rapportage

Nadere informatie

Test Rapport Montana

Test Rapport Montana Test Rapport Montana Jochem Vermeir Fluid mechanics and Thermodynamics Research group (FTRG) Erasmushogeschool Brussel Nijverheidskaai, Brussels 1070, Belgium 19 september 2012 1 Omschrijving wind turbine

Nadere informatie

Windkaart van Nederland op 100 m hoogte

Windkaart van Nederland op 100 m hoogte Windkaart van Nederland op 100 m hoogte Duurzame Energie in Nederland DE WEGWIJZER VOOR UW KEUZE Colofon De Windkaart van Nederland op 100 m hoogte is door KEMA Nederland B.V. ontwikkeld, in opdracht van

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport keringen langs de Veluwe Randmeren (dijkring 8, 11 en 45) Auteurs: Nelle Jan

Nadere informatie

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering

Nadere informatie

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL. GreenAir Workshop, 12 juni 2018

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL. GreenAir Workshop, 12 juni 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL GreenAir Workshop, 12 juni 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Van alleen meten

Nadere informatie

Meteorologische gegevens,

Meteorologische gegevens, Bron: KNMI (2010, 2011). Indicator 30 november 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Voor

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2011 TNO-rapport TNO--UT-12-1633 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Dijkversterking Durgerdam

Dijkversterking Durgerdam Dijkversterking Durgerdam (capita selecta) Richard Jorissen Inhoud Bodemdaling, zetting en klink (BZK) Opwaaiing en golfcondities Overslagdebieten Kleine bijstelling bouwstenen IJdoornpolder Gebiedsontwerp

Nadere informatie

Metro Oostlijn Amsterdam

Metro Oostlijn Amsterdam Metro Oostlijn Amsterdam Oriënterend onderzoek wind en temperatuur gedreven stromingen Rapportnummer V 114-2-RA d.d. 24 februari 2014 Metro Oostlijn Amsterdam Oriënterend onderzoek wind en temperatuur

Nadere informatie

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. februari 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. februari 2008 Maandoverzicht van het weer in Nederland februari 2008 Februari 2008: Februari 2008: Zacht, zeer zonnig en vrij droog Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in februari 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/februari

Nadere informatie

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Datum: 18 september 2017 Windsafe Projects B.V. Science Park 5080 5692 EA Son Nederland Project Titel Prestatie Gevellamel versus luchtgordijn Document

Nadere informatie

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2008 Maandoverzicht van het weer in Nederland september 2008 September 2008: September 2008: Vrij koel, aan de droge kant en zonnig Voor een uitgebreide beschrijving van het weer in september 2008 zie: http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2008/september

Nadere informatie

Notitie. Datum: 5 februari 2013 Project: Oude Haagweg Uw kenmerk: - Locatie: Den Haag Ons kenmerk: V040746ad dvv Betreft: Windhinder

Notitie. Datum: 5 februari 2013 Project: Oude Haagweg Uw kenmerk: - Locatie: Den Haag Ons kenmerk: V040746ad dvv Betreft: Windhinder Notitie Datum: 5 februari 2013 Project: Oude Haagweg Uw kenmerk: - Locatie: Den Haag Ons kenmerk: V040746ad.00002.dvv Betreft: Windhinder Versie: 01_001 Inleiding In opdracht van Madevin te Den Haag is

Nadere informatie