CiM: Design Research Re(de)fining Mobile Interactions

Transcriptie

1 CiM: Design Research Re(de)fining Mobile Interactions Two monologues still do not make a dialogue.

2 CiM: Design Research Re(de)fining Mobile Interactions Computers are moving up way faster than we are. See the product as a window through which you engage more meaningfully with life. I feel so uncapable! Als wij ons ontwerp zien als een raamwerk, waar doorheen je de levenskwaliteit kunt verbeteren, dan pas wordt ontwerpen als vakgebied echt relevant.

3 mobiele interactie interactie tussen mens en product

4 user system

5 user system

6 Design for User Experience

7

8 Levels of Cognitive Processing: (D. Norman - Emotional Design) 1. Visceral (intuïtieve) Level de eerste indruk dat wat de zintuigen in eerste instantie tot zich nemen. (uiterlijk + uitstraling) 2. Behavior Level de productgedragingen die aansluiten bij de gebruikers zijn eigen gedragingen, impliciete verwachtingen en mentale modellen. 3. Reflective Level de toegevoegde waarde, betekenis, die het product uiteindelijk levert.

9 Als je het vergelijkt met jezelf... Visceral (intuïtieve) Level Als je iemand leert kennen voor de eerste keer. Dan let je op het uiterlijk van die persoon, maar ook op zijn uitstraling. Als beide jou bevallen, dan vind je de persoon vaak ʻleukʼ. Behavior Level Als je met iemand samenwerkt, dan zie je elkaar dagelijks. Vaak kun je goed met iemand samenwerken, die ongeveer dezelfde verwachtingen heeft als jij. Maar als dit niet zo is, dan kan samenwerken knap lastig zijn. Reflective Level Als je iemand wat langer kent, dan heb je ook wel eens zijn minder leuke kant gezien. Als jij, ondanks die minder leuke kant die persoon nog steeds leuk vindt, dan ben je in deze laag belandt.

10 Visceral (intuïtieve) Level Behavior Level het eerste en derde niveau beïnvloeden het tweede niveau Reflective Level

11 Designing for User Experience The User Experience should ideally harmonize elements of visceral design (eerste indruk) and reflective design (toegevoegde waarde) with a focus on behavioral design (dagelijks gebruik)

12 Designing for User Experience Als je een ideale User Experience wilt ontwerpen, dan moeten de elementen van de eerste indruk en de toegevoegde waarde in harmonie zijn en er moet een nadruk liggen op het dagelijks gebruik van het product.

13 Afgelopen Week

14 Context Model

15 reële context web/interface context waar ben je? met wie? welke activiteit doe je? wat is je doel? wat is je doel? hoe bereik je je doel? hoe bereik je je doel? wat doe je? welke actie doe je?

16 Context Model

17

18 HOE bereik ik mijn doel als gebruiker?

19 fysieke handelingen cognitieve acties

20 Deze Week Cognition-Movement Analysis

21 De cognitieve kant van het verhaal COGNITION Denkstappen / Acties

22 Waarom is COGNITION (denkstappen) belangrijk voor het ontwerpen van interacties?

23 Waarom is COGNITION (denkstappen) belangrijk voor het ontwerpen van interacties? Two monologues do not make a dialogue. Het mentale model van je gebruiker moet zoveel mogelijk aansluiten op het implementatie model van het systeem (in dit geval jullie applicatie) Dit is jullie al behoorlijk bekend.

24 Waarom is COGNITION (denkstappen) belangrijk voor het ontwerpen van interacties? mental models use cases flowcharts etc.

25 De fysieke kant van het verhaal MOVEMENT Handelingen / Bewegingen

26 Waarom is MOVEMENT (handelingen/bewegingen) belangrijk voor het ontwerpen van mobiele interacties?

27 Waarom is MOVEMENT (handelingen/bewegingen) belangrijk voor het ontwerpen van mobiele interacties? De manier waarop je handelingen en bewegingen in een ruimte uitvoert communiceert je gemoedstoestand op een bepaald moment.

28 Waarom is MOVEMENT (handelingen/bewegingen) belangrijk voor het ontwerpen van mobiele interacties? Een competitief spel met rennen door de stad laat de gebruiker heel anders bewegen dan een informatief spel.

29 Waarom is MOVEMENT (handelingen/bewegingen) belangrijk voor het ontwerpen van mobiele interacties? Je kunt hier als ontwerper bewust op inspelen door verschillende ʻsnelhedenʼ in je ontwerp te verwerken.

30 Als de gebruiker jullie applicatie gebruikt, terwijl hij over de grachtengordel voortbeweegt (wandelen, rennen, joggen, fietsen, zitten rondvaart, etc), dan wordt het (fysieke) gedrag van de gebruiker beïnvloed door jullie applicatie en daarnaast door de omgeving.

31 WANDELEN RONDVAART Voortbewegen Grachtengordel FIETSEN

32 Die omgeving bestaat uit: statische elementen (huizen, geparkeerde autoʼs, paaltjes, bruggen, winkels, bomen, kunstwerken, bankjes etc.) dynamische elementen (andere mensen, fietsers, trams, autoʼs, stoplichten, boten) Ook deze beïnvloeden de mobiele interactie van de gebruiker met jullie applicatie.

33 WANDELEN RONDVAART Je oriënteert je hierdoor op verschillende manieren op je omgeving en op je scherm. FIETSEN

34 Deze Week Cognition - Movement Analysis

35 Cognition Analysis welke informatie wisselt het systeem uit met mij als gebruiker? (input/output) welke denkstappen moet ik als gebruiker maken? (niveau cognitieve acties) welke feedback geeft het systeem aan mij? (sturing/ vrijheid)

36 Cognition Analysis

37 Cognition Analysis ik + werkwoord denkstap +... informatie & feedback welke globale denkstappen moet de gebruiker maken in jullie ontwerp? (let goed op het gebruik van werkwoorden) welke informatie krijgt de gebruiker van het systeem? wat is de feedback die het systeem geeft aan de gebruiker? ik + werkwoord denkstap +...

38 Cognition Analysis welke inter actie ga je analyseren? welke globale denkstappen moet de gebruiker maken in jullie ontwerp? (let goed op het gebruik van werkwoorden) ik + werkwoord denkstap +... welke informatie krijgt de gebruiker van het systeem? wat is de feedback die het systeem geeft aan de gebruiker? opzoeken waar ik mij bevind. ik bedenk dat ik op Googlemaps kan kijken waar ik ben. ik bedenk dat ik mijn mobiele telefoon moet pakken. ik zie dat ik mijn mobiele telefoon eerst moet ontgrendelen en herinner me hoe dat moet. na indrukken vd knop op de telefoon verschijnt op het display dat je moet ʻslidenʼ om te ontgrendelen.

39 Cognition Analysis ik + werkwoord denkstap +... ik bedenk me dat... ik herinner me dat... ik zie dat...

40 Cognition Analysis Maak een foto van alle inter acties! leg elke handeling vast door fotoʼs te nemen met je smartphone en deze in dit schema op te nemen.

41 Movement Analysis waar richt de aandacht van de gebruiker zich op? (naar binnen - naar buiten) wat is het tempo van mijn interactie? (gejaagd - gelaten)

42 AAST Goed dat ik mijn paraplu heb meegenomen. KEK-regen! uur staat op de klok, nog 3 minuten. Zullen we het halen? Ben blij als ik zo thuis ben....

43 ALLE TIJD Zijn Ik heb enorme trek, zal ik gewoon een burger kopen? Nog even mijn OV opladen.... er nog meer dingen die ik moet kopen...nee, ben klaar geloof ik. Hooray!...

44 Movement Analysis

45 Movement Analysis: Space omgevingsgericht of taakgericht waar gaat de gebruiker zijn aandacht naartoe: de omgeving of de applicatie? omgevingsgericht / taakgericht

46 Movement Analysis: Time jachtig of gelaten handeling hoe voert de gebruiker zijn handeling uit: jachtig of gelaten? jachtig / gelaten

47 Movement Analysis Maak een foto van alle inter acties! leg elke handeling vast door fotoʼs te nemen met je smartphone en deze in dit schema op te nemen.

48

49 TODO Vandaag en Deze Week: 1. Kies 5 belangrijke gebruikersacties uit die in je applicatie-ontwerp voorkomen. Gebruik hierbij je storyboard en context model om dit te bepalen. 2. Vul voor elke gebruikersactie het Cognition-Movement Analysis schema in. Doe dit zorgvuldig, want zo krijg je een goed overzicht van de belangrijkste interacties. 3. Zorg dat je voor elke stap in je gebruikersactie een foto maakt met je smartphone in de context van het gebruik! Dit zal op de grachtengordels zijn! Maak met deze fotoʼs een storyboard van de 5 gebruikersacties. 4. Schrijf allen een stukje (1/2-1 A4) over hoe je deze opdracht hebt aangepakt met je team, welke rol je had en op welke manier jullie hebben geanalyseerd. (see next slide) 5. Ga aan de slag met Clickable Prototypes!

50 TODO nummer 4 4. Schrijf allen een stukje (1/2-1 A4) over: - hoe je deze opdracht hebt aangepakt met je team, - welke rol je had binnen je team, - welke manier jullie hebben geanalyseerd, - op welke manier je denkt dat je het context model, storyboard en cognition-movement analysis kunt gebruiken voor je project van Concern.

51 Deadline Toets 1: dinsdag 26 april uur. (voor een voldoende/onvoldoende) Context Model uit week 1. Storyboard uit week 1. Cognition-Movement Analysis schemaʼs invullen. Storyboard maken van de fotoʼs uit het CMA. Kort verslag over samenwerking team. Plan van Aanpak Clickable Protoʼs. inleveren via mail:

52 Beoordelingscriteria Toets 1 (voor een voldoende/onvoldoende) zie beoordelingsformulier op intranet

53 Deadline TOETS 1: dinsdag 26 april voor uur. inleveren via mail: Deadline inleveren Testplan: vrijdag 29 april voor uur. inleveren via mail:

54 Ik zie jullie pas weer op 9 mei 2011 Dit betekent dat er bij jullie een grote verantwoordelijkheid ligt in het plannen en organiseren. Zorg dat je je deadlines haalt, zo voorkom je problemen met inhalen. Kijk vooruit! In week 3 (25 april - 29 april) moet je doen: - testplan maken (deadline vrijdag 29 april uur) - clickable protoʼs maken (werk samen!!!!!) - testdeelnemers regelen voor week 4 (min. 3 personen) Kijk goed in het Programma DR op intranet. Onder het kopje Algemeen staat een link naar het programma van dit vak.

55 Week 3 (Volgende Week 25 april - 29 april) GEEN college, WEL huiswerk! Testplan schrijven d.m.v. guidelines [Je ontvangt hiervoor deze week een mail van mij EN je moet CiM DR intranet in de gaten houden.]

56 Deadline TOETS 1: dinsdag 26 april voor uur. inleveren via mail: Deadline inleveren Testplan: vrijdag 29 april voor uur. inleveren via mail:

57