Studiegids Domein Health Instituut voor Paramedische Studies VOEDING EN DIËTETIEK

Transcriptie

1 Studiegids Domein Health Instituut voor Paramedische Studies VOEDING EN DIËTETIEK 1

2 Inhoudsopgave Inleiding Zo kijken wij naar onderwijs Daarom horen deze beroepen bij elkaar Het beroep diëtist Beroepsrollen en competenties Onderwijsaanbod Voeding en Diëtetiek Curriculum Tentamens en examens Honoursprogramma en Excellentieprogramma (EP) Onderwijseenheden (OWE) Propedeuse Voeding en Diëtetiek Onderwijseenheden (OWE) Hoofdfase 1 Voeding en Diëtetiek Onderwijseenheden (OWE) Hoofdfase 2 Voeding en Diëtetiek Onderwijseenheden (OWE) Afstudeerfase Voeding en Diëtetiek Overzicht mogelijkheden afleggen van deeltentamens curriculum Minoraanbod van het Instituut Paramedische Studies Studieloopbaanbegeleiding Honoursprogramma GGM Excellentprogramma Ondernemendheid en Leiderschap (programmacode: EP- IPS) 135 Bijlage 1: De boekenlijst Bijlage 2: Competentieprofiel LEF Bijlage 3 Lesdagen en vakanties/ Jaarplanning

3 Inleiding Deze Studiegids is onderdeel van het Opleidingsstatuut (OS) van het Instituut Paramedische Studies (IPS) Het opleidingsstatuut bestaat uit drie delen: Deel 1 omvat de Studiegids. Elke opleiding van het instituut IPS heeft een eigen studiegids. Deel 2 bevat het Onderwijs- en Examenregelement en geldt voor het hele instituut. Deel 3 beschrijft het onderwijs bij de HAN en geldt ook voor het hele instituut. In deze studiegids is informatie opgenomen over de opbouw van de opleiding, het curriculum, de onderwijseenheden (OWE s), de tentaminering, de integrale toetsen, studieloopbaan en de minoren. De informatie in dit deel hoort bij de Onderwijs- en Examenregeling (OER), deel 2 van het opleidingstatuut. 3

4 1. Zo kijken wij naar onderwijs Als succesvol diëtist heb je up-to-date kennis nodig. Maar met theorie alleen kom je er niet. Het lezen over een behandeling van een aandoening is iets heel anders dan daadwerkelijk zelf een cliënt behandelen. De theorie in de praktijk toepassen, begint direct bij aanvang van je studie. Theorie en praktijk vormen de basis van je studie bij de opleiding Voeding en Diëtetiek van de HAN. Realistische beroepsrollen staan daarom in elke OWE (onderwijseenheid) centraal. Zelfstandig denken Je doet niet alleen nieuwe kennis op, maar spiegelt deze ook aan de mening van anderen. Hierdoor verbind je nieuwe informatie aan dat wat je al weet en dat wat anderen weten. Op deze manier leer je zelfstandig keuzes te maken en een mening te vormen over je vakgebied. Dit is straks belangrijk: je kunt dan je vakkennis ook toepassen in nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De moderne maatschappij heeft behoefte aan vakmensen die nieuwe oplossingen kunnen bedenken voor bestaande of nieuwe problemen. Verschil diëtist en een goede diëtist We verwachten, naast vakmatige kennis, ook vaardigheden van je. Deze vaardigheden helpen je bij het zo goed mogelijk uitoefenen van je beroep. Om een goede diagnose te kunnen stellen, moet je bijvoorbeeld goed kunnen luisteren naar je cliënten en hen met respect bejegenen. Deze samenhang tussen kennis, vaardigheden en attitude (beroepshouding) noemen we een competentie. Het goed integraal kunnen toepassen van de kennis, de vaardigheden en de attitude maakt het verschil tussen een diëtist en een goede diëtist. Bij de HAN is het aanleren van de competenties een wezenlijk onderdeel van de studie. Leven in de 21ste eeuw In de tijd waarin wij leven veranderen zaken in een hoog tempo. Deze veranderingen hebben niet alleen een grote invloed op ons werk, maar op heel ons leven. Om bij te blijven moet je in staat zijn om deze veranderingen te begrijpen en je moet ze kunnen toepassen in het werken met cliënten. Om dit te kunnen, moet je blijven leren. Kennis en vaardigheden die je vandaag leert kunnen morgen al weer achterhaald zijn. In ons onderwijs proberen we daarom vaardigheden aan te leren die je ondersteunen om te blijven werken aan je professionele en persoonlijke ontwikkeling. De uitgangspunten van het onderwijs De opleiding heeft de volgende didactische uitgangspunten geformuleerd: De brede dagelijkse praktijk van de diëtist en de competenties die daarvoor nodig zijn vormen het uitgangspunt van de studie. Dit komt tot uitdrukking in: de werkveldorientatie, die als een rode draad 4

5 door alle jaren van de opleiding loopt, echte opdrachtgevers die de projectopdrachten verstrekken, het oefenen in het praktijkhuis, de gastlessen door mensen uit de praktijk. Je spiegelt je als student continu aan de eisen van het beroep. De opleiding voert een continue dialoog met het werkveld. Er zijn nauwe contacten met het werkveld op alle niveaus van de opleiding. Je bent als student vanaf dag 1 diëtist in opleiding (DIO) We geven je zoveel mogelijk keuzevrijheiden in het wat en het hoe in de opleiding. Zo kun je bijvoorbeeld zelf bepalen in welk werkveld je de praktijkopdrachten wilt uitvoeren (wat) en of je eerst je minor wilt gaan doen en dan pas de praktijk of andersom (hoe). Je weet te allen tijden waar het eindpunt is: structuur en duidelijkheid Projecten en groepswerk ondersteunen het vakgericht onderwijs. In de projectgroepen wordt er voor langere tijd samengewerkt. Je wordt individueel beloond voor inzet en prestaties. We stimuleren de ontwikkeling van extrinsieke naar intrinsieke motivatie. Je ontwikkelt een houding waarin life long learning (levenslang leren) een vanzelfsprekendheid is. Je gaat een beroep uitoefenen waarin het vraaggericht handelen het paradigma is. De vraag van de cliënt staat centraal bij het zoeken naar een oplossing. Het onderwijs is zo ingericht dat persoonlijke leervragen het uitgangspunt van het onderwijs zijn. De docent creert een stimulerende leeromgeving en coacht het leerproces, de DIO neemt veel initiatief, gaat zelfstandig aan de slag, werkt samen, bereidt de contactmomenten voor, stelt vragen, gaat op zoeken naar antwoorden en toont LEF. Het onderwijs is modern door tijd en plaats te scheiden, Internationalisering In je toekomstige beroep krijg je steeds meer te maken met internationalisering. Denk maar aan de internationale literatuur die gebruikt wordt om een behandelplan te onderbouwen. Maar ook deelname aan internationale congressen. Je kunt bij internationalisering ook denken aan je toekomstige cliënten met verschillende culturele achtergronden die je in de stage of na afstuderen in de praktijk tegenkomt. De opleiding bereidt je voor op deze internationale omgeving. We hebben verschillende mogelijkheden voor uitgaande studenten. Zo kun je via een minor participeren in buitenlandse projecten zoals het Theewaterskloofproject in Zuid Afrika of het Skol Salu project op Curaçao en/of een deel van je studie in het buitenland uitvoeren. Door te studeren aan een andere hogeschool of universiteit in Europa of daarbuiten. Maar je kunt je ook intern (bij de HAN) internationaal ontwikkelen: internationalisering@home (I@H) betekent het leren in een internationale omgeving op de HAN in Nijmegen. Denk bijvoorbeeld aan digitale vergelijkingsopdrachten binnen onderwijseenheden met buitenlandse studenten of uitwisselingsbijeenkomsten met buitenlandse studenten op de HAN. I@H is een speerpunt van de HAN. Iedere opleiding heeft een contactpersoon Internationalisering waar je terecht kunt voor informatie, voor Voeding en Diëtetiek is dit Annemarie Nijhof. Ook kun je met vragen terecht bij het International Office. Kom zeker langs op de jaarlijkse Wil Weg Dag in oktober op de HAN in Nijmegen! 5

6 Onderwijs in onderzoek onderzoek in onderwijs In de beroepspraktijk van de diëtist neemt onderzoek een belangrijke plaats in. Je zult je als diëtist steeds beter moeten verantwoorden tegenover de cliënt en de zorgverzekeraar. Ook maatschappelijke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de toenemende vergrijzing en de opkomst van e-health vragen niet alleen van jou, maar ook van het beroep zelf een voortdurende bereidheid tot verdere ontwikkeling. Je wordt opgeleid tot diëtist, die zijn beslissingen neemt op basis van het best beschikbare bewijs, in combinatie met de kennis en ervaring als paramedicus en de waarden en voorkeuren van de individuele cliënt. Maar ook tot een diëtist die zichzelf kan blijven ontwikkelen en een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en innovatie van het eigen beroep. In het onderwijs kom je vanaf het begin van je studie in aanraking met onderzoek en onderzoeksvaardigheden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het leren lezen en interpreteren van (wetenschappelijke) artikelen, waarop je een behandeling of advies kunt baseren. Of een werkcollege waarin de basis van onderzoeksvaardigheden worden gepresenteerd. Ook leer je zoekvragen opstellen, zodat je zelf de theoretische verdieping in en de meest recente ontwikkelingen over bepaalde onderwerpen kunt vinden. Je leert om zelf onderzoek te doen, waarbij je een vraagstuk uit de praktijk gaat beantwoorden en het product direct resultaat oplevert voor de beroepspraktijk. De lectoren en kenniskringen van de HAN verrichten praktijkgericht onderzoek naar verschillende thema s op het gebied van voeding en gezondheidszorg. Om de meest actuele kennis te verwerken in het onderwijs en om te kunnen participeren in projecten vanuit de praktijk, werkt de opleiding Voeding en Diëtetiek nauw samen met de lectoraten Arbeid en Gezondheid en Voeding in relatie tot sport en gezondheid. Onderzoek lijkt nu misschien nog erg theoretisch en ver weg, maar je zult zien dat het een praktische invulling krijgt als het je helpt een behandeling vorm te geven of de beroepspraktijk te verbeteren! Professionele Leergemeenschap In een professionele leergemeenschap kan iedere betrokkene zich optimaal ontwikkelen: studenten, docenten, andere medewerkers en vertegenwoordigers uit het werkveld. Iedereen wordt uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen. Binnen Voeding en Diëtetiek komt dit tot uiting in alles wat we samen doen: in de lessen, het praktijkhuis, de stages, SLB, inzet van gastdocenten, de alumnivereniging en studentoverleg (Opleidingscommissie (OC) en klassenvertegenwoordigers), in alle extra activiteiten buiten het onderwijs om, maar ook in de wandelgangen van de B2 en C2-vleugel. Instroom en uitstroom Studenten hebben het naar hun zin op de HAN. Veel aankomend studenten Voeding en Diëtetiek melden zich aan bij ons opleidingsinstituut, vandaar dat er decentrale selectie plaats vindt. Alleen studenten die weloverwogen gekozen hebben voor het beroep van diëtist en onze manier van opleiden worden toegelaten. Als je de cijfers hieronder bekijkt, kun je zien dat het grootste deel van de studenten hun opleiding bij ons afmaakt. Je zult het druk krijgen en hard moeten werken, maar de beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar je je hele leven plezier van zult hebben. 6

7 Tabel 1.1 : aantal studenten dat start met de opleiding Aantal instromende studenten Instroom opleiding Voeding & diëtetiek Bovenstaande tabel geeft het aantal studenten dat tussen 2012 en 2016 aan de opleiding begon weer. In studiejaar is de decentrale selectie ingevoerd. Tabel 1.2 : propedeuserendement Percentage propedeuse behaald Propedeuserendement na 2 jaar studie 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 72% 67% 63% 65% 59% 59% 59% 58% 59% 60% V&D HAN Tabel 1.2 geeft het % van de propedeuse studenten weer dat de prodeuse in 2 jaar haalt in vergelijking met het gemiddelde van de HAN in de periode Tabel 1.3: hoofdfase rendement Percentage diploma behaald Hoofdfase rendement na 4 jaar studie 100% 90% 89% 86% 77% 75% 76% 77% 80% 71% 70% 71% 60% 40% 20% 0% V&D HAN Tabel 1.3 geeft het % studenten weer dat de hoofdfase in 4 jaar tijd haalt (na het behalen van de propedeuse) in vergelijking tot het gemiddelde van de HAN in de periode

8 2. Daarom horen deze beroepen bij elkaar De opleidingen van het Instituut voor Paramedische Studies richten zich op het lichamelijk en geestelijk welzijn van de mens. Paramedici dragen bij aan het genezen van mensen en adviseren mensen op welke wijze ze kunnen voorkomen dat ze ziek worden. De competenties die studenten ontwikkelen binnen de opleidingen van het instituut zijn vergelijkbaar en zijn voor een deel hetzelfde. Voeding en Diëtetiek, Ergotherapie, Fysiotherapie, Logopedie en Mondzorgkunde Deze opleidingen zitten natuurlijk niet voor niets bij elkaar in hetzelfde instituut. Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal een aanvullende rol hebben naast de algemene medische zorg. Paramedici richten zich voornamelijk op het weer laten deelnemen van mensen (weer) aan de maatschappij, na een ziekte of ongeluk, maar ook op preventie. Dan ligt de focus op het voorkómen van klachten of voorkómen dat klachten verergeren. Interprofessioneel Werken (IPW) Paramedici werken in een (eigen) zelfstandige praktijk of in een organisatie voor individuele klanten, maar ook voor organisaties of personen die bij de behandeling, verzorging of begeleiding betrokken zijn. Er wordt nauw samengewerkt (integraal) met andere professionals binnen en buiten de gezondheidszorg (artsen, tandartsen, mantelzorger, bedrijfsartsen, arbo-adviseurs, cateraars). Zo wordt een bijdrage geleverd aan een keten van zorg. Het belang van het functioneren in netwerken is dan ook groot. Deze samenwerking tussen verschillende (para)medische beroepsbeoefenaren zal in de toekomst alleen maar toenemen. In iedere onderwijseenheid komt interprofessioneel werken (IPW)in verschillende vormen terug. Bijvoorbeeld: de dag met de mondzorgkunde, de samenwerking in de sparkcentra, een interview met een ergotherapeut etc Praktijkhuis Het Praktijkhuis is een moderne, multidisciplinaire leeromgeving binnen de HAN. Het Instituut Verpleegkundige Studies en het Instituut Paramedische Studies hebben dit samen gerealiseerd. Als student leer je hier te werken in realistische praktijksituaties die herkenbaar zijn voor jouw vakgebied. Met je vragen kun je altijd terecht bij bijvoorbeeld de praktijkcoach. 8

9 Je ontmoet studenten en docenten van je eigen opleiding, maar ook studenten van andere opleidingen van het instituut van Paramedische Studies. Je maakt kennis met elkaars vakgebied en werkt samen in diverse praktijkgerichte situaties. Dat is belangrijk omdat je straks in de beroepspraktijk elkaar met grote regelmaat zult tegenkomen. In het Praktijkhuis worden regelmatig lezingen, demonstraties en workshops gegeven over actuele ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Hier ontmoet je naast de zorgprofessionals uit het werkveld ook de lectoren die verbonden zijn aan de HAN. Het Praktijkhuis is dé plek waar studenten, docenten, patiënten, cliënten en het regionale werkveld elkaar ontmoeten en inspireren. 9

10 3. Het beroep diëtist Een diėtist levert een bijdrage aan het voorkomen, opheffen, verminderen of compenseren van met voeding samenhangende of met voeding beïnvloedbare stoornissen, beperkingen en participatieproblemen van cliënten of cliëntsystemen. Daarmee bevordert zij duurzaam de gezondheid, kwaliteit van leven en participatie van de cliënt. Een cliënt kan de diëtist raadplegen zonder verwijzing van een andere zorgverlener (sinds 2011). De titel diëtist is een beschermde titel en onderscheidt zich daarmee van de (niet beschermde) voedingskundigen Aansluitend op het landelijk beroepsprofiel van de diëtist (NVD, 2013) hebben de vier opleiding Voeding en Diëtetiek een landelijk opleidingsprofiel (LOOVD, 2015) gemaakt. Beide documenten gaan uit van een breed inzetbare diëtist: De diëtist is de HBO-opgeleide specialist op het gebied van voeding en gedrag in relatie tot ziekte en gezondheid. Diëtisten vallen onder artikel 34 AMvB van de Wet BIG. De diëtist kan individueel en/of groepsgericht werken, waarbij de hulpverlening zowel preventief, curatief als palliatief van aard kan zijn. (NVD, 2013) Diëtisten zijn in staat op basis van wetenschap te handelen, zijn ondernemend en dragen zorg voor de eigen ontwikkeling en die van hun beroep. Zij werken methodisch, cliëntgericht, multidisciplinair en resultaatgericht, maken gebruik van alle beschikbare kennis, waar mogelijk volgens de principes van evidence based practice. (LOOVD, 2015) Wat doet een diëtist? 1. Mensen met gezondheidsproblemen, maar ook andere doelgroepen die vragen hebben over hun voeding, zoals (top)sporters, adviseren over voeding. Je draagt bij aan hun herstel en hun kwaliteit van leven (rol behandelaar). 2. Voorlichting geven en/of interventies initiëren, die gericht zijn op het veranderen van het voedingsgedrag en de leefstijl van mensen (rol voorlichter). 3. Het ontwikkelen van voedingsproducten, menu s en recepten, het toezien op de veiligheid en de kwaliteit van deze producten en de productie hiervan en het adviseren over het assortiment (rol productontwikkelaar) 4. Het adviseren over het voedingsbeleid, het gezondheidsbeleid of het kwaliteitsbeleid van een organisatie of een instelling (rol beleidsadviseur) Waar kun je werken? Gezondheidszorgsector: o zelfstandige diëtistenpraktijken; thuiszorg o ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, revalidatiecentra, instellingen voor mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap, Sport en welness organisaties: Fitness- of wellness organisaties, sportclubs en sportorganisaties Bedrijfsleven: : voedings- en genotmiddelenindustrie, farmaceutische-industrie, cateringindustrie, 10

11 supermarkten; vervoersmaatschappijen. (semi-) overheid: Voorlichtings- en adviesbureaus, zoals Voedingscentrum, RIVM Onderwijs: docent voedings- en dieetleer Onderzoeksinstituten: Universiteit Wageningen. 11

12 4. Beroepsrollen en competenties Elke hbo-studie bestaat uit een majordeel en een minordeel. In het majordeel leer je de basiskennis en basisvaardigheden van het toekomstige beroep. Het majordeel omvat 210 studiepunten. In het minordeel kies je, in overleg met je studieloopbaanbegeleider een minor. Dit kan een minor zijn van je eigen opleiding, maar je kunt ook kiezen voor een minor die door een andere paramedische opleiding of door een ander HAN-instituut of zelfs door een andere hogeschool of universiteit in binnen- of buitenland wordt aangeboden. Op deze manier kun je je competenties verbreden of verdiepen op een manier die aansluit bij je eigen capaciteiten en interesses. Een minor bij de HAN beslaat altijd 30 studiepunten. Om de studie Voeding en Diëtetiek succesvol af te ronden, ga je op verschillende terreinen aan de slag, als behandelaar, voorlichter, adviseur of als productontwikkelaar. Individueel of in groepsverband, in de school en de beroepspraktijk. In 2015 is een nieuw competentieprofiel opgesteld op basis van beroepsrollen. Het onderwijs is hierop gebaseerd. Dit wordt in dit document aangegeven als het LEF model. Op de volgende pagina worden de beroepsrollen uitgelegd. 12

13 A. De beroepsrollen Het LEF model is gebaseerd op een competentieprofiel dat uitgaat van vier beroepsrollen. Het LEF-curriculum geldt voor alle studenten die gestart zijn na 1 september Beroepsrollen Behandelaar Beschrijving beroepscompetenties De diëtist heeft het vermogen om: 1. op methodische wijze een evidence based dieetbehandelplan met en voor cliënten op te stellen (LOP-E1/1b1); 1 2. het dieetbehandelplan uit te voeren en te evalueren in samenwerking met andere professionals en hierover mondeling en schriftelijk te communiceren met de betrokkenen (LOP-E1/1b2); 3. op methodische wijze en gebruikmakend van de best beschikbare evidentie (uit de wetenschappelijke literatuur/praktijk) (evidence en practice based) behandelstrategieën en voedingsreceptuur te ontwerpen en/of te verbeteren (LOP-E1/1b3). Voorlichter Productontwikkelaar Beleidsadviseur De diëtist heeft het vermogen om: 1. op methodische wijze evidence based interventies op het gebied van voeding en gezondheid voor cliënten te ontwikkelen (LOP-E1/1a2); 2. de interventie uit te voeren en te evalueren in samenwerking met andere professionals en hierover mondeling en schriftelijk te communiceren met de betrokkenen (LOP-E1/1a3). De diëtist heeft het vermogen om: 1. op methodische wijze en gebruikmakend van de best beschikbare evidentie (uit de wetenschappelijke literatuur / praktijk) (evidence en practice based) voedingsreceptuur te ontwerpen en/of te verbeteren (LOP-E1/1b3). De diëtist heeft het vermogen om: 1. problemen, vragen en behoeften van zorgorganisaties, (semi)overheid, scholen en het bedrijfsleven op het gebied van voeding en gezondheid te analyseren en op basis hiervan voedingsbeleid (en/of gezondheidsbeleid) op te stellen (LOP-E1/1a1); 1 LOP-E1/1b1 is de code van de competentie zoals deze in het landelijke beroepsprofiel wordt beschreven. De code is ook opgenomen in het opleidingscompetentieprofiel (bijlage 2) 13

14 B. De competenties De competenties die nodig zijn om de beroepsrollen adequaat uit te voeren zijn: Beroepscompetenties Omschrijving. Behandelen Voorlichten Adviseren Product ontwikkelen Idem als rolomschrijving Idem als rolomschrijving Idem als rolomschrijving Idem als rolomschrijving Stamcompetenties Professionaliseren Ondernemen Onderzoeken Samenwerken Communiceren De diëtist heeft het vermogen om: - te werken aan het verbeteren van het handelen en de deskundigheid van zichzelf (life long learning) en van samenwerkingspartners waarmee wordt bijgedragen aan de profilering en professionalisering van het beroep; - ontwikkelingen rond nieuwe (inter-) nationale inzichten, producten en diensten bij te houden, deze te vertalen naar het eigen werk en naar het werkveld en deze ontwikkelingen te communiceren naar samenwerkingspartners en andere betrokkenen. De diëtist heeft het vermogen om: - in te spelen op veranderende vragen en behoeften van cliënten, klanten en markten; - initiatieven te nemen om nieuwe cliënten, klanten en markten te creëren en om diensten en producten te realiseren en te positioneren. De diëtist heeft het vermogen om: - wetenschappelijke literatuur te beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid en relevante informatie toe te passen als onderbouwing van de eigen werkzaamheden; - een praktijkgericht onderzoek uit te voeren dan wel een bijdrage te leveren aan praktijkgericht onderzoek van anderen volgens de daarvoor geldende methodologische regels en rekening houdend met wettelijke kaders en ethische regels. De diëtist heeft het vermogen om: - zich in te zetten om met anderen resultaten te bereiken en daarmee bij te dragen aan een gezamenlijk doel; - te denken en handelen vanuit gemeenschappelijke belangen. De diëtist heeft het vermogen om: - boodschappen effectief en efficiënt over te brengen en te ontvangen. Werken aan Kwaliteit De diëtist heeft het vermogen om: - zorgvuldig en adequaat te handelen gericht op het werken volgens afgesproken kwaliteitsnormen; - de kwaliteit van werkprocessen en/of uitkomsten te verbeteren. 14

15 C. Beroepsrollen/competentiematrix LEF model. In onderstaand schema wordt de relatie tussen de beroepsrollen en de competenties weergegeven. Met * wordt aangegeven in hoeverre de competentie belangrijk is voor de uitoefening van de beroepsrol. Schema: Relatie beroepsrollen en competenties Beroepsrollen Be- Voor- Beleids- Product- handelaar lichter adviseur ontwikkelaar Competenties Voeding en Diëtetiek Beroepscompetenties Stam Competenties Behandelen *** Voorlichten *** Adviseren *** Productontwikkelen *** Werken aan * * * * kwaliteit Onderzoeken * * * * Ondernemen * * * * Samenwerken * * * * Communiceren * * * * Professionaliseren * * * * 15

16 Relatie Dublindescriptoren Beroepsrollen - Stamcompetenties De Dublin descriptoren beschrijven de eindtermen voor de studies aan universiteiten en hogescholen in Europa. D.w.z. ze geven het eindniveau van de bachelorgraad, de mastergraad en het doctoraat aan. Ze zijn genoemd naar de plaats waar in 2004 een overeenkomst over deze eindtermen bereikt werd, Dublin. Onderstaande tabel laat zien hoe de Dublin descriptoren samenhangen met de competenties van de opleiding Voeding en Diëtetiek. Beroepsrollen Stamcompetenties Dublin descriptoren Behandelaar Voorlichter Beleidsadviseur Product Ontwikkellaar Professionaliseren Ondernemen Onderzoeken Samenwerken Communiceren Werken aan kwaliteit Kennis en inzicht Toepassing kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op publiek bestaande uit specialisten of niet- specialisten. Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 16

17 5. Onderwijsaanbod Voeding en Diëtetiek De studie Voeding en Diëtetiek duurt vier jaar. Elk jaar is verdeeld in vier periodes. Het eerste jaar, de propedeuse, wordt gevolgd door de hoofdfase (jaar 2 en 3) en de afstudeerfase. Voor elke onderwijseenheid kun je studiepunten (STP) behalen. Het aantal studiepunten kan per onderwijseenheid verschillen. Dit is afhankelijk van de uren dat je (gemiddeld genomen) moet besteden aan de onderwijseenheid. Dit wordt uitgedrukt in het aantal studiebelastingsuren (SBU). In het studiejaar wordt het LEF-onderwijs aangeboden aan alle studenten die vanaf september 2015 met de opleiding zijn begonnen. Voor studenten die voor september 2015 zijn begonnen bestaat nog de mogelijkheid om OWE Praktijk N3 volgens het competentieprofiel HOF de opleiding af te ronden (zie hiervoor studiegids ). De onderstaande schema s zijn een uitwerking van hoofdstuk 1 van deel 3 van het Opleidingsstatuut Curriculum In het studiejaar worden onderstaande OWE s aangeboden. LEF- curriculum Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Propedeuse Voeding als beleving 7,5 stp Gezond leven 1 7,5 stp Gezond leven 2 7,5 stp Gezond werken 7,5 stp LEF introductie 7,5 stp LEF: aan het werk 7,5 stp LEF: praktijkvraagstuk 7,5 stp LEF naar de toekomst! 7,5 stp Hoofdfase 1 Voorlichter in de wijk 1 15 stp Voorlichter in de wijk 2 15 stp De innovatieve behandelaar 1 15 stp De innovatieve behandelaar 2 15 stp Hoofdfase 2/ Afstudeerfase De boer op, deel 1 15 stp De boer op, deel 2 15 stp Minor of DIO in de praktijk behandelaar of scriptie of Interprofessioneel praktijkgericht onderzoek (IPPO) 30 stp Afstudeerfase Dio in de praktijk 60 stp of DiO in de praktijk behandelaar of scriptie (30 stp) in combinatie met minor of. DIO in praktijk behandelaar (30 stp) in combinatie met Interprofessioneel praktijkgericht onderzoek (IPPO) 30 stp 17

18 5.2. Tentamens en examens In je opleiding ontwikkel je competenties om projecten, taken of opdrachten uit te kunnen voeren. Aan het eind van zo n OWE stellen we vast of jouw competenties het vereiste niveau hebben bereikt. Dit doen we door (deel)tentamens of via integrale toetsen af te nemen. Beroepsrollen, beroepstaken en competenties staan niet los van elkaar; ze hebben vaak heel direct met elkaar te maken. In de rol van voorlichter kan de diëtist in de 1 e lijn gevraagd worden om een interventie op te zetten met als doel de wijkbewoners te stimuleren tot een gezonde leefstijl, terwijl in een ziekenhuis de diëtist in de rol van voorlichter een voorlichting kan geven aan b.v. nierpatiënten over een eiwitbeperkt dieet. In de integrale toetsen worden de verbanden tussen de beroepsrollen of de beroepstaken getoetst. Tijdens de opleiding doorloop je een toetsprogramma, waarin per onderwijseenheid één of meerdere (deel)tentamens zijn opgenomen. Competenties bewijzen Tijdens de hele opleiding voer je opdrachten uit, zoveel mogelijk in de beroepspraktijk, waarbij de competenties geoefend worden die bij het beroep van diëtist horen. Je verzamelt voortdurend bewijsmaterialen, zodat je kunt laten zien dat je de competenties beheerst. Er zijn verschillende soorten bewijsmaterialen die getuigen van competentiebeheersing, zoals: Projectverslagen Video-opnamen van beroepshandelingen Reflectieverslagen Feedback van studenten/docenten/praktijkbegeleiders Observatie van het handelen en interviews Studiepunten Je krijgt studiepunten (stp) nadat je een onderwijseenheid met een voldoende hebt afgerond. Hoeveel studiepunten aan een onderwijseenheid gekoppeld zijn, lees je in hoofdstuk 6. Tentamens en integrale toetsen. Een tentamen kan bestaan uit deeltentamens. De tentamens kunnen op twee manieren afgelegd worden: 1. Tentamens verbonden aan de onderwijseenheden De meeste studenten zullen gebruik maken van de (deel)tentamens die verbonden zijn aan de onderwijseenheden om aan te tonen dat ze de relevante competenties beheersen. Dit zijn de zogenaamde leerwegafhankelijke (deel)tentamen. In het overzicht toetsen Voeding en Diëtetiek worden alle (deel)tentamens genoemd. 18

19 Overzicht toetsen Voeding en Diëtetiek Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 DIO in de praktijk (VED stp) Afstudeerfase -Verdediging -Scriptie -Behandelaar -Voorlichter -Productontwikkelaar -Beleidsadviseur De boer op, deel 1 (15 stp) -intakegesprek -kennistoets -slb leergesprek De boer op, deel 2 (15 stp) -presentatie advies -onderwijsleergesprek -kennistoets DIO in de praktijk behandelaar (VED-500a- 30 stp) -Behandelaar -Voorlichter -Productontwikkelaar -Beleidsadviseur. of DIO in de praktijk scriptie (VED-500b- 30 stp) Verdediging -Scriptie -Voorlichter -Productontwikkelaar -Beleidsadviseur. Hoofdfase 2 of Minor* (30 EC) De voorlichter in de wijk 1 (15 stp) De voorlichter in de wijk 2 (15 stp) De innovatieve behandelaar 1 (15 stp) De innovatieve behandelaar 2 (15 stp) Hoofdfase 1 - analyse leefstijlinterventie - kennistoets - slb leergesprek - uitvoering leefstijlinterventie - kennistoets - onderwijsleergesprek - diagnose toets - kennistoets - slb leergesprek - Behandeltoets - kennistoets - onderwijs-leergesprek Voeding als beleving (7,5 stp) Gezond leven 1 (7,5 stp) Gezond leven 2 (7.5 stp) Gezond werken (7,5 stp) - korte film met onderbouwing product -kennistoets - ontwerpen en uitvoeren voorlichtingsinterventie - kennistoets - vaardigheidstoets: gesprek voedingsanamnese & antropometrie - kennistoets - behandelplan - vaardigheids-toets - kennistoets LEF introductie (7,5 stp) LEF aan het werk (7.5 stp) LEF praktijkvraagstuk (7.5 stp) LEF naar de toekomst (7.5 stp) p - reflectie personal challenge - pitch duivels dilemma - professionaliseren - samenwerken - praktijkvraagstuk - eindgesprek aan het werk - toekomstbeeld - integrale toets 1 * De minor kan gevolgd worden in het 3 e jaar of in het 4 e jaar. Studenten die de minor in het 3 e jaar volgen, volgen in 4 e jaar OWE- DIO in de praktijk VED500a of VED500b. Wie de minor in het 4 e jaar wil volgen, volgt een deel van de OWE DIO in de praktijk in jaar 3 en een deel in jaar 4. Voor studenten die in studiejaar begonnen zijn aan OWE Praktijk N3 gelden andere toetsen (zie H9) Op Scholar worden de data voor de tentamenmomenten bekend gemaakt. Dat geldt zowel voor de eerste als de tweede gelegenheid. 19

20 2. Leerwegonafhankelijk tentamen Je kunt een verzoek indienen bij de examencommissie om je competenties te laten beoordelen op basis van bewijsstukken. Dit kan het geval zijn als je bijvoorbeeld door ervaring of door het volgen van een andere opleiding de competenties hebt verworven. Je toont dan ten overstaan van de examinator(en) met behulp van bewijsstukken aan dat je de competenties beheerst. 2. Integrale toetsen. Tweemaal tijdens de gehele opleiding wordt een integrale toets afgenomen. Aan het eind van de propedeuse en aan het eind van de opleiding. Aan het eind van de propedeuse dien je in een deeltentamen aan de hand van een casus de integratie tussen de beroepsrollen en de competenties weer te geven. Aan het eind van de opleiding geef je de integratie tussen de beroepsrollen en competenties weer in elk deeltentamen van de afstudeerfase, aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden in de verschillende werkveldsettingen. Examen Aan de opleiding zijn 2 examens verbonden, het propedeutisch examen en het afsluitend examen. Het propedeutisch examen is gehaald als alle tentamens en de integrale toets met betrekking tot de onderwijseenheden uit de propedeutische fase naar het oordeel van de examencommissie met goed gevolg zijn afgelegd. Het afsluitend examen oftewel het bachelorexamen is gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen met betrekking tot de onderwijseenheden uit de postpropedeutische naar het oordeel van de examencommissie met goed gevolg zijn afgelegd. Meer informatie over de regelgeving rondom tentamens en examens: zie OER artikel 7 deel Honoursprogramma en Excellentieprogramma (EP) Honoursprogramma Voor studenten met meer capaciteiten en meer ambities heeft het Instituut Paramedische Studies in 2011 een specifiek opleidingsprogramma ontwikkeld: het Honoursprogramma IPS. Sinds studiejaar wordt dit programma faculteit-breed aangeboden (pilot) onder de naam Honoursprogramma GGM. Je kunt je straks onderscheiden van je medestudenten door dit extracurriculaire programma te doorlopen. Het honoursprogramma omvat 22,5 studiepunten en duurt anderhalf jaar (drie onderwijsblokken); de start is in het tweede semester van het tweede studiejaar. Het programma vindt plaats op de maandagavond, aansluitend aan het reguliere onderwijs. De studiebelasting beslaat ongeveer 10 uur per week; dit is inclusief contacturen en zelfstudie. Het Honoursprogramma GGM is een gevarieerd programma waarin de beroepsbeoefening binnen het zorg- en 20

21 welzijnsdomein en de uitdagingen die daarbij horen vanuit een interprofessioneel, verbredend en verdiepend perspectief worden aangepakt. Rode draad vormt cliëntgerichte topzorg, waarbij het kijken over de grenzen van je eigen opleiding of vak centraal staat. Er ligt een duidelijke nadruk op een meer onderzoeksmatige benadering van het vak; zorg- en welzijnsthematieken worden benaderd vanuit de maatschappelijke context waarin ze plaatsvinden, met onder meer aandacht voor internationalisering, interculturalisering, diversiteit, onderzoek en innovatie. Het honoursprogramma biedt de student onder meer de mogelijkheid zich te ontwikkelen op inhoudelijk (kennis) en persoonlijk vlak, extra ervaring op te doen in verschillende settingen en een netwerk op te bouwen. Meer informatie over het Honoursprogramma GGM kun je vinden op: of via Je kunt ook mailen naar: Excellentprogramma (EP) Ondernemendheid en Leiderschap Voor studenten van de Faculteiten GGM en Educatie die zich extra willen profileren, is het Excellent Programma Ondernemendheid en Leiderschap ontwikkeld. Met dit programma kunnen gemotiveerde en ondernemende studenten extra competenties verwerven op het gebied van ondernemen en leidinggeven in multidisciplinaire settings. Door het volgen van het programma ontwikkel je competenties op het gebied van multidisciplinair samenwerken, ondernemen, managen en leidinggeven. Het programma start in het eerste semester van hoofdfase 1 en eindigt in het tweede semester van hoofdfase 1. Dit betekent een extra studielast van ongeveer 3 uur per week gedurende 9 maanden. Wanneer je het programma succesvol hebt afgesloten, heb je 7,5 ECTS (studiepunten) extra verdient, bovenop de 240 ECTS van je complete hbo-opleiding. Je wordt toegelaten tot het programma op basis van een motivatiebrief en een intakegesprek. Voorwaarde is wel, dat je geslaagd bent voor de propedeuse van je opleiding. Ook moet je bereid zijn om een buitenlandse reis te maken als onderdeel van het programma. Er nemen 20 tot 40 studenten deel aan het programma. Naast groepsgewijze activiteiten zoals trainingen, werkbezoeken en hoorcolleges zijn er individuele opdrachten. Tussentijdse toetsing geschiedt door middel van werkstukken en presentaties. Het programma wordt afgesloten met een symposium. De EP student ontvangt aan het einde van zijn opleiding naast zijn bachelordiploma een certificaat waaruit blijkt dat hij/zij het EP heeft gevolgd en welke activiteiten hij/zij daarin heeft uitgevoerd. Een uitgebreide beschrijving van het programma is terug te vinden in de aparte brochure van dit Excellentprogramma of op Contactpersoon: Marjan Kindt-van Esch, Marjan.Kindt@han.nl In hoofdstuk 12 en 13 van deze studiegids kun je meer informatie vinden over deze programma s. 21

22 6. Onderwijseenheden (OWE) Propedeuse Voeding en Diëtetiek In dit hoofdstuk staan de onderwijseenheden (OWE s) op een rij die je volgt in de propedeutische fase van de opleiding Voeding en Diëtetiek. De beschrijvingen zijn een onderdeel van Bijlage 1 van het OER en als zodanig een uitwerking van art. 4.1 lid 2, deel 2 van het Opleidingsstatuut. Toelichting onderwijstijd. De lessen worden in dagdelen ingeroosterd. Voor de propedeuse en de hoofdfase 1 zijn dit 5 dagdelen, voor hoofdfase 2 zijn dit 4 dagdelen, voor de afstudeerfase praktijk is dit 1 dagdeel. 4 van de 5 ingeroosterde dagdelen in de propedeuse en in hoofdfase1 zijn bestemd voor de leerlijnen. Het 5 e dagdeel is gereserveerd voor het praktijkhuis. Onder begeleiding van de praktijkhuis-coach kunnen de praktische vaardigheden geoefend worden. In de hoofdfase (1 en 2) wordt wekelijks 1 uur studieloopbaanbegeleiding (45 minuten) ingeroosterd. Een dagdeel bestaat uit 4 x 4 lesuren ( uur of van uur). Een onderwijsperiode duurt 10 weken. Tijdens deze uren vinden de contactgebonden activiteiten plaats (=geprogrammeerde contacttijd) onder begeleiding van de docenten. De niet-ingeroosterde dagdelen zijn bedoeld voor zelfstudie, werken in de projectgroepen en werkplekleren (= geprogrammeerde onderwijstijd). De duur van een onderwijsperiode is 10 weken. Een deel van de onderwijstijd wordt gebruikt voor het afnemen (en voor en nabespreken) van de toetsen. In de OWE-schema s is dat opgenomen als: Propedeuse Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd: 5 dagdelen (3 uur en 15 min x 5 dagdelen) x 10 weken = 162 uur en 30 minuten Geprogrammeerde onderwijstijd: Projecturen 8 uur x 10 weken = 80 uur Zelfstudie 17 uur en 45 minuten x 10 weken =178 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 420 uur Hoofdfase 1 Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd: 5 dagdelen (3 uur en 15 min x 5 dagdelen) x 10 weken = 162 uur en 30 minuten 1 uur slb 10 weken x 45 min = 7 uur en 30 22

23 minuten Geprogrammeerde onderwijstijd: Projecturen 8 uur x 10 weken = 80 uur Zelfstudie 17 uur x 10 weken =170 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 420 uur Hoofdfase 2 Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd: 4 dagdelen (3 uur en 15 min x 4 dagdelen) x 10 weken = 130 uur 1 uur slb 10 weken x 45 min = 7 uur en 30 minuten Geprogrammeerde onderwijstijd: Projecturen 8 uur x 10 weken = 80 uur Zelfstudie 20 uur x 10 weken = 200 Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 420 uur De geprogrammeerde contacttijd wordt ingeroosterd. De projecturen zijn bestemd om in de projectgroep te werken aan het centrale project. De zelfstudie-uren zijn bedoeld om de leerstof te bestuderen. Toelichting beoordelingscriteria De beoordelingscriteria van alle deeltentamens die in de OWE-beschrijvingen worden genoemd, verwijzen naar nummers. Deze nummers zijn terug te vinden in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel (bijlage 2). Dit document is te vinden op Scholar leren algemeen dietetiek toetsen en in bijlage 2 van dit document. De nummers verwijzen naar de leeruitkomsten. De leeruitkomsten beschrijven het gedrag wat je moet kunnen laten zien indien je de beroepsrol en/of de stamcompetentie beheerst op het gewenste niveau. In het genoemde document worden alle beroepsrollen en stamcompetenties beschreven op drie niveaus (propedeuse niveau, hoofdfase niveau, afstudeerniveau). De leeruitkomsten zijn afgeleid van het Landelijk Beroepsprofiel (2013) en het Landelijk Opleidingsprofiel Opleidingen Voeding en Dietetiek, april

24 Toelichting verplichte literatuur. Onder het kopje verplichte literatuur wordt verwezen naar de matrix boekenlijst en naar voor overige bronnen zie Scholar. De matrix boekenlijst is te vinden in bijlage 1 en op de website van Studystore. De overige bronnen worden vermeld in de OWE-handleiding die op Scholar te vinden is (onder OWE naam), zodat goed op de actualiteit kan worden ingespeeld. Het betreft websites, pdf-documenten, filmpjes, etc.. Toelichting Hulpmiddelen. Onder hulpmiddelen wordt verstaan: niet-grafische rekenmachine, software programma s, woordenboeken, computer/laptop/tablet/smartphone, digitale/schriftelijke aantekeningen, film (fragmenten), tekeningen. 24

25 Titel Onderwijseenheid (OWE) Voeding als beleving 1. Engelstalige Experiencing food omschrijving 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Propedeuse studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 1 6. Studiepunten Studielast 7,5 STP 210 SBU Dagdelen Klokuren Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd: 3 dagdelen (3.15 uur x 3 dagdelen) x 10 weken = uur Geprogrammeerde Projecturen: 4 uur x 10 weken = 40 uur onderwijstijd: Zelfstudie: 7.30 uur x 10 weken = 73 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepstaak Beroepsrol productontwikkelaar, niveau 1 Beroepsrollen 10. Competenties Product ontwikkelen Ondernemen 11. Algemene omschrijving Project: in deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van productontwikkelaar aan de slag. Je gaat met een projectgroep een aantrekkelijke, gezonde maaltijd ontwikkelen en verkopen. De ondersteunende leerlijnen zijn: - Praktijk: productleer en voedselbereiding - De mens: voedingsleer en sociale wetenschappen 12. Samenhang De beroepsrol productontwikkelaar komt in de hoofdfase 2 en afstudeerfase op een hoger niveau en in een andere context (OWE) terug. 13. Activiteiten en werkvormen In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. 14. Tentaminering 25

26 Naam deeltentamen Korte film met onderbouwing Toetscode 101-P1 Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk Aantal Examinatoren 2 Oordeel Cijfer Minimaal oordeel (deel) Minimaal 5,5 tentamen Weging 60% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - stamcompetentie ondernemen : nummer 1, 3, 4, 5, 6, 7. - beroepsrol productontwikkelaar: nummer 1 Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 101-K Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Schriftelijk Aantal Examinatoren 1 Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel)tentamen Weging 40% van het eindcijfer Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - beroepsrol productontwikkelaar: nummer 1 (bijlage 1). Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen 15. Verplichte Literatuur Zie boekenlijst (Bijlage 1) Voor overige bronnen: Scholar 26

27 Titel Onderwijseenheid (OWE) Gezond leven 1 1. Engelstalige titel Healthy living 1 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Propedeuse studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 2 6. Studiepunten 7,5 STP Studielast 210 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd: Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 7. Maximumaantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen Dagdelen Klokuren 3 dagdelen (3.15 uur x 3 dagdelen) x 10 weken = uur Projecturen: 4 uur x 10 weken = 40 uur Zelfstudie: 7.30 uur x 10 weken = 73 uur 210 uur 9. Beroepstaak Beroepsrol voorlichter, niveau 1 Beroepsrollen 10. Competenties Voorlichten Onderzoeken Communiceren 11. Algemene omschrijving Project: in deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van voorlichter een voorlichtingsinterventie opzetten, uitvoeren en evalueren. De opdracht wordt uitgevoerd in een projectgroep. De ondersteunende leerlijnen zijn: - Praktijk: productleer en voedselbereiding en communicatie - De mens: onderzoek, voedingsleer en sociale wetenschappen 12. Samenhang De beroepsrol voorlichter komt in de hoofdfase en afstudeerfase op een hoger niveau en in een andere context (OWE) terug. In hoofdfase 1 is dit in de OWE s Voorlichter in de wijk 1 en Activiteiten en werkvormen De rol van voorlichter wordt getoetst. Deze wordt geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops ondersteunen de centrale projectopdracht. 27

28 14. Tentaminering Naam deeltentamen In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. Ontwerpen en uitvoeren van een voorlichtingsinterventie Toetscode 102-P Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk Aantal 2 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - beroepsrol voorlichter/beroepscompetentie voorlichten: nummer 1 - stamcompetentie onderzoeken : nummer 1 t/m 4, 9. Compensatie - mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van een presentatie. hulpmiddelen Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 102-K1 Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 60% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - beroepsrol voorlichter/beroepscompetentie voorlichten: nummer 1 - stamcompetentie communiceren : nummer 7,8. - stamcompetentie onderzoeken : nummer 5,6 Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen 15. Verplichte Literatuur Zie boekenlijst (Bijlage 1) Voor overige bronnen: Scholar 28

29 Titel Onderwijseenheid (OWE) Gezond leven 2 1. Engelstalige titel Healthy living 2 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Propedeuse studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 3 6. Studiepunten Studielast Onderwijstijd (les en 7,5 STP 210 SBU contacttijd) Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd: 3 dagdelen (3.15 uur x 3 dagdelen) x 10 weken = uur Geprogrammeerde Projecturen: 4 uur x 10 weken = 40 uur onderwijstijd: Zelfstudie: 7.30 uur x 10 weken = 73 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepstaak Beroepsrol behandelaar, niveau 1 Beroepsrollen 10. Competenties Behandelen Onderzoeken Communiceren 11. Algemene omschrijving Project: in deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol behandelaar aan de slag. Je gaat een cliënt met overgewicht begeleiden. Je voert een gesprek met een cliënt met overgewicht, waarin de focus op de voedingsanamnese & antropometrie ligt. Je stelt een diëtistische diagnose op aan de hand van het ICF-model. Op basis hiervan schrijf je een behandelplan dat je onderbouwd m.b.v. EBP. De ondersteunende leerlijnen zijn: - Praktijk: productleer & voedselbereiding en communicatie - De mens: onderzoek, patho-/fysiologie, dieetleer en sociale wetenschappen 12. Samenhang De beroepsrol behandelaar komt in de hoofdfase en afstudeerfase op een hoger niveau en in een andere context (OWE) terug. In hoofdfase 1 is dit in de OWE s de innovatieve behandelaar 1 en Activiteiten en werkvormen De rol van behandelaar wordt getoetst. Deze wordt geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops ondersteunen de centrale projectopdracht. 29

30 14. Tentaminering Naam deeltentamen Toetscode In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. Vaardighedentoets gesprek voedingsanamnese & antropometrie 103-VT Tentamenmoment Periode 3 Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - beroepsrol behandelaar/beroepscompetentie behandelen: nummer 3,4,5 - stamcompetentie communiceren : nummer 3 t/m 6. Compensatie - mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van een gesprek. hulpmiddelen Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 103-K Tentamenmoment Periode 3 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - beroepsrol behandelaar/beroepscompetentie behandelen: nummer 1 t/m 5 - stamcompetentie onderzoeken : nummer 7,8 Compensatie mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Behandelplan Toetscode 103-P 30

31 Tentamenmoment Periode 3 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 2 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 20% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - beroepsrol behandelaar/beroepscompetentie behandelen: nummer 1 - stamcompetentie onderzoeken : nummer 9 - stamcompetentie communiceren : nummer 1 en 2 Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen 15. Verplichte Literatuur Zie boekenlijst (Bijlage 1) Voor overige bronnen: Scholar 31

32 Titel Onderwijseenheid (OWE) Gezond werken 1. Engelstalige titel Occupational health 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Propedeuse studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 4 6. Studiepunten Studielast Onderwijstijd (les en 7,5 STP 210 SBU contacttijd) Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd 3 dagdelen (3.15 uur x 3 dagdelen) x 10 weken = 97,5 uur Geprogrammeerde Projecturen: 4 uur x 10 weken = 40 uur onderwijstijd Zelfstudie: 7.30 uur x 10 weken = 73 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepstaak Beroepsrol beleidsadviseur, niveau 1 Beroepsrollen 10. Competenties Adviseren Werken aan kwaliteit Ondernemen Onderzoeken 11. Algemene omschrijving Project:in deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van beleidsadviseur aan de slag. Je maakt kennis met het belang van gezondheid op de werkplek. In de rol van Arbo adviseur ga jij onderzoeken wat je kunt bijdragen aan het gezondheids-/ voedingsbeleid van jouw opdrachtgever. Vervolgens profileer je jouw meerwaarde en overtuig je in een echt gesprek met de opdrachtgever op welke manier jij een bijdrage kan leveren aan het gezondheidsbeleid in zijn organisatie. De ondersteunende leerlijnen zijn: - Praktijk: communicatie - De mens: onderzoek, sociale wetenschappen 12. Samenhang De beroepsrol beleidsadviseur komt in de OWE de boer op terug. 32

33 13. Activiteiten en werkvormen De rol van beleidsadviseur wordt getoetst. Deze wordt geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops ondersteunen de centrale projectopdracht. 14. Tentaminering Naam deeltentamen Toetscode In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. Vaardighedentoets 104-VT Tentamenmoment Periode 4 Toetsvorm Mondeling (individueel intakegesprek) en schriftelijk (adviesnota (= groepsproduct)) Aantal 2 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen (= gemiddelde cijfer van intakegesprek en adviesnota) Weging 60% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - beroepsrol beleidsadviseur/beroepscompetentie adviseren: nummer 1,2,3 - stamcompetentie werken aan kwaliteit : nummer 2 - stamcompetentie ondernemen : nummer 4 Compensatie - mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van een gesprek. hulpmiddelen Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 104-K Tentamenmoment Periode 4 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - beroepsrol beleidsadviseur/beroepscompetentie adviseren: nummer 1,2,3 - stamcompetentie kwaliteit : nummer 1 - stamcompetentie ondernemen : nummer 3,8 - stamcompetentie onderzoeken : nummer 8 33

34 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen 15. Verplichte Literatuur - - Zie boekenlijst (Bijlage 1) Voor overige bronnen: Scholar 34

35 Titel Onderwijseenheid (OWE) LEF Introductie 1. Engelstalige titel LEF Introduction 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Propedeuse studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 1 6. Studiepunten Studielast Onderwijstijd (les 7,5 STP 210 SBU en contacttijd) Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd: 2 dagdelen (3.15 uur x 2 dagdelen) x 10 weken = 65 uur Geprogrammeerde Coaching/ 4 uur x 10 weken = 40 uur onderwijstijd: Intervisie Zelfstudie uur x 10 weken = 105 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepstaak Beroepsrol Het LEF-project speelt in op de houding van jou als DIO (dietist in opleiding). Op deze manier ondersteunt LEF de beroepsrollen. Niveau Competenties Professionaliseren 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode ga je met de stamcompetentie professionaliseren aan de slag. Je gaat werken aan een personal challenge en aan een duivels dilemma. Hierin onderzoek je een maatschappelijk vraagstuk en vorm je hierover een mening. Het dagdeel: - LEF (slb is een belangrijk onderdeel van deze leerlijn) 12. Samenhang Deze OWE maakt onderdeel uit van de OWE s LEF aan het werk en LEF naar de toekomst in de propedeuse. 13. Activiteiten en werkvormen Tijdens de dagdelen werk je aan je ontwikkeling t.a.v. de competenties professionaliseren, communicatie en samenwerken. Ook is er aandacht voor het ontwikkelen van je studievaardigheden. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en 35

36 14. Tentaminering Naam deeltentamen Toetscode dialooggericht gewerkt worden. Reflectie Personal Challenge 105-RF Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 50% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - stamcompetentie professionaliseren : nummer 2 Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Pitch duivels dilemma Toetscode 105-PV Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Schriftelijk en mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 50% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - stamcompetentie professionaliseren : nummer 1 Compensatie mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van een presentatie. hulpmiddelen 36

37 Titel Onderwijseenheid (OWE) LEF aan het werk 1. Engelstalige titel LEF at work 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Propedeuse studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 2 6. Studiepunten Studielast Onderwijstijd (les 7,5 STP 210 SBU en contacttijd) Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd: 2 dagdelen (3.15 uur x 2 dagdelen) x 10 weken = 65 uur Geprogrammeerde Werkveld 4 uur x 10 weken = 40 uur onderwijstijd: oriëntatie Zelfstudie uur x 10 weken = 105 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepstaak Beroepsrollen Het LEF-project speelt in op de houding van jou als DIO. Op deze manier ondersteunt LEF de beroepsrollen. Niveau Competenties Professionaliseren Samenwerken 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode ga je met de stamcompetentie professionaliseren aan de slag. Je gaat op zoek naar een wereldoriëntatie plek. Het dagdeel: - LEF (slb is een belangrijk onderdeel van deze leerlijn) 12. Samenhang Deze OWE maakt onderdeel uit van de OWE s LEF-introductie, LEF praktijkvraagstuk en LEF naar de toekomst in de propedeuse. 13. Activiteiten en werkvormen Centraal staan de competentie professionaliseren. Deze worden geoefend in de workshops, de leerlijn. Tijdens de dagdelen werk je aan het ontwikkelen van de competenties professionaliseren en samenwerken. Je zoekt zelf een werkplek voor je wereldoriëntatie, waar je 1 dagdeel per week mee bezig bent. Tijdens dit dagdeel werk je ook aan het uitwerken van het praktijkvraagstuk en aan het thema zelfbeeld. 37

38 14. Tentaminering Naam deeltentamen Professionaliseren Toetscode 106-P Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 50% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - stamcompetentie professionaliseren : nummer 1, 2, 3 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen Naam deeltentamen Samenwerken Toetscode 106-SW Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel)tentamen Weging 50% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - stamcompetentie samenwerken : nummer 1,2,3,4,5,6 Compensatiemogelijkheden Verplichte Literatuur Zie boekenlijst (Bijlage 1) Voor overige bronnen: Scholar 38

39 Titel Onderwijseenheid (OWE) LEF Praktijkvraagstuk 1. Engelstalige titel LEF Practical Problem 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Propedeuse studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 3 6. Studiepunten Studielast Onderwijstijd (les 7,5 STP 210 SBU en contacttijd) Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd: 2 dagdelen (3.15 uur x 2 dagdelen) x 10 weken = 65 uur Geprogrammeerde Werkveld 4 uur x 10 weken = 40 uur onderwijstijd: oriëntatie Zelfstudie uur x 10 weken = 105 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepsrollen Beroepstaken Het LEF-project speelt in op de houding van jou als dio (diëtist in opleiding). Op deze manier ondersteunt LEF de beroepsrollen. Niveau Competenties Professionaliseren 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode ga je met de stamcompetentie professionaliseren aan de slag. Je gaat in deze periode de werkveldorientatie uitvoeren en hierop reflecteren. Het dagdeel: - LEF (slb is een belangrijk onderdeel van deze leerlijn) 12. Samenhang Deze OWE maakt onderdeel uit van de OWE s LEF Introductie, LEF aan het werk en LEF naar de toekomst in de propedeuse. 13. Activiteiten en werkvormen Centraal staan de competentie professionaliseren. Deze worden geoefend in de workshops, de leerlijn. Tijdens de dagdelen werk je aan het ontwikkelen van de competenties professionaliseren en samenwerken. Je zoekt zelf een werkplek voor je wereldoriëntatie, waar je 1 dagdeel per week mee bezig bent. Tijdens dit dagdeel werk je ook aan het uitwerken van het praktijkvraagstuk en het thema beroepsbeeld. 39

40 14. Tentaminering Naam deeltentamen Eindgesprek aan het werk Toetscode 107-SB Tentamenmoment Periode 3 Toetsvorm Mondeling (=groepsgesprek) en schriftelijk (=individueel verslag praktijkvraagstuk) Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 100% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - stamcompetentie professionaliseren : nummer 1, 2, 3 Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen 15. Verplichte Literatuur Zie boekenlijst (Bijlage 1) Voor overige bronnen: Scholar 40

41 Titel Onderwijseenheid (OWE) LEF: naar de toekomst! 1. Engelstalige titel LEF to the future 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Propedeuse studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 4 6. Studiepunten Studielast Onderwijstijd (les 7,5 STP 210 SBU en contacttijd) Dagdelen Klokuren Geprogrammeerde contacttijd: 2 dagdelen (3.15 uur x 2 dagdelen) x 10 weken = 65 uur Geprogrammeerde Coaching/ 4 uur x 10 weken = 40 uur onderwijstijd: Intervisie Zelfstudie uur x 10 weken = 105 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 210 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepsrollen Het LEF-project speelt in op de houding van jou als dio (diëtist in opleiding). Op deze manier ondersteunt LEF de beroepsrollen. Niveau Competenties Professionaliseren 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode ga je met de stamcompetentie professionaliseren aan de slag. Je gaat een beeld vormen van je toekomstige rol als dio (diëtist in opleiding) en diëtist. Daarnaast reflecteer je aan de hand van de rollen en stamcompetenties op het afgelopen jaar. Het dagdeel: - LEF (slb is een belangrijk onderdeel van deze leerlijn) 12. Samenhang Deze OWE maakt onderdeel uit van de OWE s LEF Introductie, LEF aan het werk en LEF praktijkvraagstuk in de propedeuse. 13. Activiteiten en werkvormen Tijdens de dagdelen werk je aan je ontwikkeling van de competentie professionaliseren. Je blikt terug op je Personal Challenge en bedenkt een nieuwe uitdaging voor jezelf. Je reflecteert op het afgelopen jaar en maakt een plan voor de hoofdfase. Hoe ga jij je verder ontwikkelen? Het thema opleidingsbeeld maakt een belangrijk onderdeel uit van deze OWE. 41

42 14. Tentaminering Naam deeltentamen Toekomstbeeld Toetscode 108-T Tentamenmoment Periode 4 Toetsvorm Schriftelijk en mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 30% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - stamcompetentie professionaliseren : nummer 2,3,4 Compensatie mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van een presentatie. hulpmiddelen Naam deeltentamen Integrale toets 1 Toetscode 108-IT Tentamenmoment Periode 4 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 70% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 1 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): - stamcompetentie professionaliseren : nummer 2, 3, 4 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen 15. Verplichte Literatuur In het kader van oriënteren, selecteren en reflecteren in de propedeuse komen de volgende criteria aan bod: samenwerken, methodisch handelen, respectvolle bejegening & sturen van je eigen ontwikkeling. Middelen ter verduidelijking van een presentatie. Zie boekenlijst (Bijlage 1) Voor overige bronnen: Scholar 42

43 7. Onderwijseenheden (OWE) Hoofdfase 1 Voeding en Diëtetiek In dit hoofdstuk staan alle onderwijseenheden (OWE s) op een rij die je volgt tijdens de hoofdfasen van je opleiding Voeding en Diëtetiek. In hoofdstuk 5 vind je deze onderwijseenheden terug in een schema. Zo zie je in welke fase elke onderwijseenheid thuishoort. Alle OWE beschrijvingen gelden voor het voltijd onderwijsprogramma. Titel Onderwijseenheid (OWE) Voorlichter in de wijk deel 1 1. Engelstalige titel Health promotion in communities 1 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Hoofdfase 1 studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 1 6. Studiepunten Studielast 15 STP 420 SBU Onderwijstijd (les en Dagdelen Klokuren contacttijd) Geprogrammeerde 5 dagdelen (3 uur en 15 uur x 5 dagdelen) x 10 contacttijd: weken = 162 uur en 30 minuten. Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen slb Projecturen Zelfstudie Slb:10 x 45 min = 7 uur en 30 minuten 8 uur x 10 weken = 80 uur 17 uur x 10 weken =170 uur 420 uur 9. Beroepstaak/ Beroepsrol voorlichter, niveau 2 Beroepsrollen 10. Competenties Voorlichten, Onderzoeken, Samenwerken, Ondernemen 43

44 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van voorlichter aan de slag. Je gaat met een projectgroep wijkgericht werken in een wijk naar keuze (dit kan zowel nationaal als internationaal). Ontwikkel een maatschappelijk relevante leefstijlinterventie voor een doelgroep in een wijk naar keuze is de centrale vraagstelling waar je in deze OWE aan werkt. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens: voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, pathofysiologie. Deze leerlijnen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase Samenhang Deze OWE hangt samen met de OWE gezond leven 1 in de propedeuse, waarin ook de rol van voorlichter centraal staat en de OWE de voorlichter in de wijk, Activiteiten en werkvormen De rol voorlichter wordt getoetst. De overige beroepsrollen komen zijdelings aan bod. De lessen worden in vijf dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen. In de workshops worden extra activiteiten aangeboden, bijvoorbeeld een gastcollege. De workshops hebben altijd een link met het centrale project, waar je met je projectgroep aan werkt. Een dagdeel is gereserveerd voor het praktijkhuis en de praktijkcoach. De ingeroosterde lesuren studieloopbaanbegeleiding worden gebruikt voor contact met je slb-er. Je verwerft zelf op basis van interesse een praktijkopdracht. Je hebt ook de mogelijkheid te solliciteren naar een praktijkopdracht bijvoorbeeld van een sparkcentre. In deze OWE ligt het accent op de voorbereiding van de interventie. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. 14. Tentaminering Naam deeltentamen Analyse leefstijlinterventie Toetscode 201-B Tentamenmoment Periode 1 44

45 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 50% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/ beroepscompetentie voorlichten: niveau 2, nummer 1,4 - stamcompetentie onderzoeken : niveau 2, nummer 3,4 - stamcompetentie samenwerken : niveau 2, nummer 1 - stamcompetentie ondernemen : niveau 2, nummer 1,2 Compensatie geen mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen Middelen ter verduidelijking van een presentatie, zoals fimfragmenten, PP of een voorlichtingsproduct. Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 201-K Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/ beroepscompetentie voorlichten: niveau 2, nummer 1,2,3,4 - stamcompetentie onderzoeken : niveau 2, nummer 3 Compensatie geen mogelijkheden Toegestane Niet grafische Rekenmachine hulpmiddelen Naam deeltentamen SLB leergesprek Toetscode 201-SL Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 10% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel 45

46 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen 15. Verplichte Literatuur - stamcompetentie samenwerken : niveau 2, nummer 1 geen Middelen ter verduidelijking van het gesprek, zoals een PP, filmfragmenten, tekening etc. Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar 46

47 Titel Onderwijseenheid (OWE) Voorlichter in de wijk deel II 1. Engelstalige titel Health promotion in communities 2 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Hoofdfase 1 studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 2 6. Studiepunten Studielast 15 STP 420 SBU Onderwijstijd (les en Dagdelen Klokuren contacttijd) Geprogrammeerde 5 dagdelen (3 uur en 15 uur x 5 dagdelen) x 10 contacttijd: weken = 162 uur en 30 uur slb Slb: 10 x 45 min = 7 uur en 30 min. Geprogrammeerde Projecturen 8 uur x 10 weken = 80 uur onderwijstijd: Zelfstudie 17 uur x 10 weken = 170 uur Totaal 420 uur geprogrammeerde onderwijstijd 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen De Voorlichter in de wijk deel 1 moet gevolgd zijn 9. Beroepstaak Beroepsrol voorlichter, niveau 2 Beroepsrollen 10. Competenties Voorlichten, communiceren, professionaliseren, werken aan kwaliteit, onderzoeken 47

48 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol voorlichter aan de slag. Je gaat met een projectgroep wijkgericht werken in een wijk naar keuze (dit kan zowel nationaal als internationaal). Ontwikkel een maatschappelijk relevante leefstijlinterventie voor een doelgroep naar keuze in een wijk naar keuze is de centrale vraagstelling waar je aan werkt. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, pathofysiologie. Deze leerlijnen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase Samenhang Deze OWE hangt samen met de OWE gezond leven 1 in de propedeuse, en de OWE-voorlichter in de wijk 1, waarin ook de rol van voorlichter centraal staat. 13. Activiteiten en werkvormen De rol voorlichter wordt getoetst. De overige beroepsrollen komen zijdelings aan bod. De lessen worden in vijf dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen. In de workshops worden extra activiteiten aangeboden, bijvoorbeeld een gastcollege. De workshops hebben altijd een link met het centrale project, waar je met je projectgroep aan werkt. Een dagdeel is gereserveerd voor het praktijkhuis en de praktijkcoach. De ingeroosterde lesuren studieloopbaanbegeleiding worden gebruikt voor contact met je slb-er Tentaminering In deze OWE ligt de nadruk op de uitvoering van de voorlichting, waarin in periode 1 een start mee is gemaakt.. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. Naam deeltentamen Uitvoer leefstijl interventie Toetscode 202-B Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer 48

49 Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 50% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/ beroepscompetentie voorlichten: niveau 2, nummer 1,2,3,4 - stamcompetentie communiceren : niveau 2, nummer 5,6,7 Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van een presentatie, video opname apparatuur hulpmiddelen Naam deeltentamen Onderwijsleergesprek Toetscode 202-OL Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 10% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria De DIO laat zien dat hij kan reflecteren op zijn samenwerking in de projectgroep Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie communiceren : niveau 2, nummer 5,6,7 - stamcompetentie professionaliseren : niveau 2, nummer 4 - stamcompetentie kwaliteit : niveau 2, nummer 2 Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van het gesprek., zoals tekeningen, filmfragmenten hulpmiddelen etc.. Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 202-K Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/ beroepscompetentie voorlichten: niveau 2, nummer 1,2,3,4 - stamcompetentie onderzoeken : niveau 2, nummer 3 49

50 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen 15. Verplichte Literatuur Geen Gebruik van niet grafische rekenmachine Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar 50

51 Titel Onderwijseenheid (OWE) De innovatieve behandelaar I 1. Engelse titel The innovative health professional 1 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Hoofdfase 1 studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 3 6. Studiepunten Studielast 15 STP 420 SBU Onderwijstijd (les en Dagdelen Klokuren contacttijd) Geprogrammeerde 5 dagdelen (3 uur en 15 minuten x 5 dagdelen) x contacttijd: 10 weken = 162 uur en 30 min Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen slb Projecturen Zelfstudie Slb: 10 x 45 min = 7 uur en 30 min 8 uur x 10 weken = 80 uur 17 x 10 weken =170 uur 420 uur 9. Beroepstaak Beroepsprol Behandelaar, niveau 2 Beroepsrollen 10. Competenties Behandelaar Onderzoeken, Samenwerken, Werken aan kwaliteit 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van de behandelaar aan de slag. Je gaat bij een cliënt een diagnose stellen, een behandelplan opstellen en evalueren. Daarnaast werk je aan een centrale vraagstelling: bedenk een innovatief idee dat de huidige manier van behandelen en begeleiden positief beïnvloedt. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, pathofysiologie. 51

52 Deze leerlijnen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase 12. Samenhang Deze OWE hangt samen met de OWE gezond leven 2 in de propedeuse, en de OWE innovatieve behandelaar 2, waarin ook de rol van behandelaar centraal staat. 13. Activiteiten en werkvormen De rol behandelaar wordt getoetst. De overige beroepsrollen komen zijdelings aan bod. De lessen worden in vijf dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen. In de workshops worden extra activiteiten aangeboden, bijvoorbeeld een gastcollege. De workshops hebben altijd een link met het centrale project, waar je met je projectgroep aan werkt. Een dagdeel is gereserveerd voor het praktijkhuis en de praktijkcoach. De 2 ingeroosterde lesuren studieloopbaanbegeleiding worden eenmaal per 2 weken gebruikt voor contact met je slb-er.. Je verwerft zelf op basis van interesse een praktijkopdracht. Je hebt ook de mogelijkheid te solliciteren naar een praktijkopdracht bijvoorbeeld bij een sparkcentre In deze OWE ligt het accent op de diagnose. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. 14. Tentaminering Naam deeltentamen Diagnose toets Toetscode 203-B Tentamenmoment Periode 3 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 50% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/ beroepscompetentie behandelen: niveau 2, nummer 1,3 - stamcompetentie onderzoeken : niveau 2, nummer 5,6,7,8 - stamcompetentie samenwerken : niveau 2, nummer 3 - stamcompetentie kwaliteit : niveau 2, nummer 2 Compensatie Geen mogelijkheden 52

53 Toegestane Middelen ter verduidelijking van een presentatie. hulpmiddelen Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 203-K Tentamenmoment Periode 3 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/ beroepscompetentie behandelen: niveau 2, nummer 1,2,3 - stamcompetentie onderzoeken : niveau 2, nummer 8 Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane Niet grafische rekenmachine hulpmiddelen Naam deeltentamen SLB leergesprek Toetscode 203-SL Tentamenmoment Periode 3 Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 10% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie samenwerken: niveau 2, criteria 3 - stamcompetentie kwaliteit : niveau 2, criteria 2 Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen Middelen ter verduidelijking van een presentatie, zoals filmfragmenten, tekeningen, etc Verplichte Literatuur Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar 53

54 Titel Onderwijseenheid (OWE) De innovatieve behandelaar II 1. Engelstalige titel The innovative health professional 2 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Hoofdfase 1 studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 4 6. Studiepunten Studielast 15 STP 420 SBU Onderwijstijd (les en Dagdelen Klokuren contacttijd) Geprogrammeerde 5 dagdelen (3 uur en 15 minuten x 5 dagdelen) contacttijd: x 10 weken = 162 uur en 30 minuten slb 10 x 45 min = 7 uur en 30 min Geprogrammeerde Projecturen 8 uur x 10 weken = 80 uur onderwijstijd: Zelfstudie 17 uur x 10 weken =170 uur Totaal 420 uur geprogrammeerde onderwijstijd 7, Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen De innovatie behandelaar deel 1 moet gevolgd zijn. 9. Beroepstaak Beroepsrol behandelaar, niveau 2 Beroepsrollen 10. Competenties Behandelaar Professionaliseren Ondernemen Communiceren Onderzoeken 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van de behandelaar aan de slag. Je gaat bij een cliënt een diagnose stellen en een behandelplan opstellen en evalueren. Daarnaast werk je aan een centrale vraagstelling: bedenk een innovatief idee dat de huidige manier van behandelen en begeleiden positief beïnvloedt. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie 54

55 - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, pathofysiologie De leerlijnen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase Samenhang Deze OWE hangt samen met de OWE gezond leven 2 in de propedeuse, en is een vervolg op de OWE innovatieve behandelaar 1 uit de hoofdfase, waarin ook de rol van behandelaar centraal staat. 13. Activiteiten en werkvormen De rol behandelaar wordt getoetst. De overige beroepsrollen komen zijdelings aan bod. De lessen worden in vijf dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen. In de workshops worden extra activiteiten aangeboden, bijvoorbeeld een gastcollege. De workshops hebben altijd een link met het centrale project, waar je met je projectgroep aan werkt. Een dagdeel is gereserveerd voor het praktijkhuis en de praktijkcoach. De 2 ingeroosterde lesuren studieloopbaanbegeleiding worden gebruikt voor contact met je slb-er. In deze OWE ligt het accent op de uitvoering en evalueren van het behandelplan. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. 14. Tentaminering Naam deeltentamen Toets Behandelen Toetscode 204-B Tentamenmoment Periode 4 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 50% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/ beroepscompetentie behandelen: niveau 2, nummer 1,2,3 - stamcompetentie professionaliseren : niveau 2, nummer 1,3 - stamcompetentie communiceren : niveau 2, nummer 2,4 - stamcompetentie ondernemen : niveau 2, nummer 8 Compensatie Geen mogelijkheden 55

56 Toegestane hulpmiddelen Middelen ter verduidelijking van een presentatie, zoals PP en filmfragmenten. Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 204-K Tentamenmoment Periode 4 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/ beroepscompetentie behandelen: niveau 2, nummer 1,2,3 - stamcompetentie onderzoeken : niveau 2, nummer 8 Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane Niet grafische rekenmachine hulpmiddelen Naam deeltentamen Onderwijs leergesprek Toetscode 204-OL Tentamenmoment Periode 4 Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 10% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie communiceren: niveau 2, nummer 4 - stamcompetentie samenwerken, niveau 2, nummer 3 Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen Middelen ter verduidelijking van een presentatie, zoals tekeningen, filmfragmenten, aantekeningen. Studiematerialen 15. Verplichte Zie voor boeken: matrix boekenlijst Literatuur Voor overige bronnen: Scholar 56

57 8. Onderwijseenheden (OWE) Hoofdfase 2 Voeding en Diëtetiek Titel Onderwijseenheid (OWE) De boer op deel 1 1. Engelstalige titel Widen your market 1 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Hoofdfase 2, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 1 6. Studiepunten Studielast Onderwijstijd (les en contacttijd) 15 STP 420 SBU Geprogrammeerde contacttijd: Dagdelen 4 dagdelen Klokuren (3 uur en 15 minuten x 4 dagdelen) x 10 weken = 130 uur Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 7, Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen slb Projecturen Zelfstudie 10 x 45 min = 7 uur en 30 min 8 uur x 10 weken = 80 uur 20 uur x 10 weken = 200 uur 420 uur Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beleidsadviseur en productontwikkelaar, niveau 2. Beroepsrollen 10. Competenties Professionaliseren, Ondernemen, Onderzoeken, Samenwerken, Communiceren, Werken aan kwaliteit 11. Algemene omschrijving Start je eigen (student)company. Met dit bedrijf (kies zelf een vorm) los je dit semester twee vraagstukken op en oefen je met de rollen van productontwikkelaar en beleidsadviseur: - Productontwikkelingsvraagstuk Je ontwikkelt een nieuw product, of je verbetert een bestaand product 57

58 voor een doelgroep. Hierbij kun je denken aan een maaltijd, menucyclus of nieuw voedingsmiddel. - Vraagstuk op gezondheids- en/of voedingsbeleid op organisatieniveau. Je geeft een advies omtrent dit vraagstuk aan een organisatie en implementeert het. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, pathofysiologie, microbiologie De leerlijnen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase 1 en Samenhang Deze OWE is een vervolg op de OWE s LEF Introductie, LEF aan het werk en LEF praktijkvraagstuk en Voeding als beleving en Gezond Werken in de propedeuse. 13. Activiteiten en werkvormen De rol van productontwikkelaar en beleidsadviseur worden getoetst. Deze worden geoefend in de workshops en de leerlijnen. De lessen worden in vier dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen. In de workshops worden extra activiteiten aangeboden, bijvoorbeeld een gastcollege. De workshops hebben altijd een link met het centrale project, waar je met je projectgroep aan werkt. De 2 ingeroosterde lesuren studieloopbaanbegeleiding worden gebruikt voor contact met je slb-er. Je verwerft op bais van interesse een praktijkgerichte opdrachten of je solliciteert naar een praktijkopdracht aangeboden door het praktijkbureau. 14. Tentaminering Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. Naam deeltentamen Intakegesprek Toetscode 301-P Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk Aantal 1 Examinatoren 58

59 Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 50% van het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 2 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): Beleidsadviseur - rol beleidsadviseur, niveau 2, nummer 1 - Ondernemen, niveau 2, nummer 5,6,7 - Onderzoeken, niveau 2, nummer 1,2 - Communiceren, niveau 2, nummer 1 - Kwaliteit, niveau 2, nummer 1 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen Productontwikkelaar - productontwikkelaar, niveau 2, nummer Ondernemen, niveau 2, nummer 5,6,7 - Onderzoeken niveau 2, nummer Samenwerken, niveau 2, nummer 3 - Kwaliteit, niveau 2, nummer 1 nvt Middelen ter verduidelijking van een presentatie. Bijvoorbeeld filmfragmenten, PP etc... Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 301-K Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel Productontwikkelaar, niveau 2, nummer 1,2,3,4,5 Beleidsadviseur, niveau 2, nummer 1,2,3 Behandelaar, niveau 2, nummer 1,2,3, Voorlichter, niveau 2, nummer 1,2,3,4 Onderzoeken, niveau 2, nummer 1,2 Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane Niet grafische rekenmachine hulpmiddelen Naam deeltentamen Onderwijsleergesprek 59

60 Toetscode 301-OL Tentamenmoment Periode 1 Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 10% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel Bij de beleidsadviseur: -Professionaliseren, niveau 2, nummer 2 -Samenwerken niveau 2, nummer 2,4 Bij de productontwikkelaar -Professionaliseren niveau 2, nummer 2 -Samenwerken, niveau 2, nummer 3 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur Geen Middelen ter verduidelijking van een presentatie, zoals tekeningen, filmfragmenten, aantekeningen. Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar 60

61 Titel Onderwijseenheid (OWE) De boer op deel II 1. Engelstalige titel Widen your market 2 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Hoofdfase 2 studenten, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 2 6. Studiepunten Studielast 15 STP 420 SBU Onderwijstijd (les Dagdelen Klokuren en contacttijd) Geprogrammeerde 4 dagdelen (3 uur en 15 minuten x 4 dagdelen) x contacttijd: 10 weken = 130 uur slb 10 x 45 min = 7 uur en 30 min Geprogrammeerde Projecturen 8 uur x 10 weken = 80 uur onderwijstijd: Zelfstudie 20 uur x 10 weken = 200 uur Totaal 420 uur geprogrammeerde onderwijstijd 7, Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen De boer op deel 1 gevolgd hebben Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Productontwikkelaar en beleidsadviseur, niveau 2 Beroepsrollen 10. Competenties Professionaliseren, Ondernemen, Onderzoeken, Samenwerken, Communiceren, Werken aan kwaliteit 61

62 11. Algemene omschrijving Start je eigen (student)company. Met dit bedrijf (kies zelf een vorm) los je dit semester twee vraagstukken op en oefen je met de rollen van productontwikkelaar en beleidsadviseur: - Productontwikkelingsvraagstuk Je ontwikkelt een nieuw product, of verbeterd een bestaand product voor een doelgroep. Hierbij kun je denken aan een product, menucyclus of dienst. - Vraagstuk op gezondheids- en/of voedingsbeleid op organisatieniveau. - Je geeft een advies omtrent dit vraagstuk aan een organisatie en implementeert het. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, pathofysiologie, microbiologie De leerlijnen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase 1 en Samenhang Deze OWE is een vervolg op de OWE Voeding als beleving en Gezond Werken uit de propedeuse. 13. Activiteiten en werkvormen De rol van productontwikkelaar en beleidsadviseur worden getoetst. Deze worden geoefend in de workshops en de leerlijnen. De lessen worden in vier dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen. In de workshops worden extra activiteiten aangeboden, bijvoorbeeld een gastcollege. De workshops hebben altijd een link met het centrale project, waar je met je projectgroep aan werkt. De 2 ingeroosterde lesuren studieloopbaanbegeleiding worden gebruikt voor contact met je slb-er. Je verwerft op bais van interesse een praktijkgerichte opdrachten of je solliciteert naar een praktijkopdracht aangeboden door het praktijkbureau. 14. Tentaminering Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. Naam deeltentamen Adviespresentatie Toetscode 302-PA Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Mondeling en schriftelijk 62

63 Aantal Examinatoren Oordeel Minimaal oordeel (deel) tentamen Weging Beoordelingscriteria 1 Cijfer Minimaal 5,5 50% in het eindcijfer van de OWE Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel Zie leeruitkomsten niveau 2 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): Beleidsadviseur - Beleidsadviseur, niveau 2, nummer 2,3 - Ondernemen, niveau 2, nummer 3,5,6,7 - Onderzoeken, niveau 2, nummer 1,2 - Samenwerken, niveau 2, nummer 2 - Communiceren, niveau 2, nummer 1,3 - Kwaliteit, niveau 2, nummer 1 Productontwikkelaar - Productontwikkelaar, niveau 2, nummer 2,4,5 -Ondernemen, niveau 2, nummer 4,5,6,7 -Onderzoeken, niveau 2, nummer 1,2 -Communiceren, niveau 2, nummer 3 -Kwaliteit, niveau 2, nummer 1 Compensatie mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van een presentatie. hulpmiddelen Naam deeltentamen Slb leergesprek Toetscode 302-SL Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 10% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria De DIO laat zien dat hij kan reflecteren op zijn samenwerking in de projectgroep Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel Zie leeruitkomsten niveau 2 competentieprofiel LEF (Bijlage 2) Bij de beleidsadviseur -Professionaliseren, niveau 2, nummer 2 -Samenwerken, niveau 2, nummer 5 63

64 Bij de productontwikkelaar -Professionaliseren niveau 2 nummer 2 Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane Middelen ter verduidelijking van een presentatie, zoals tekeningen, hulpmiddelen filmfragmenten, aantekeningen. Naam deeltentamen Kennistoets Toetscode 302-K Tentamenmoment Periode 2 Toetsvorm Schriftelijk Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel Minimaal 5,5 (deel) tentamen Weging 40% in het eindcijfer van de OWE Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel Zie leeruitkomsten niveau 2 competentieprofiel LEF (Bijlage 2): Productontwikkelaar, niveau 2, nummer 1,2,3,4,5 Onderzoeken, niveau 2, nummer 1,2 Behandelaar, niveau 2, nummer 1,2,3 Voorlichter, niveau 2, nummer 1,2,3,4. Compensatie Geen mogelijkheden Toegestane Gebruik van niet grafische rekenmachine hulpmiddelen Studiematerialen 15. Verplichte Zie voor boeken: matrix boekenlijst Literatuur Voor overige bronnen: Scholar 64

65 9. Onderwijseenheden (OWE) Afstudeerfase Voeding en Diëtetiek In studiejaar worden er vier verschillende studieroutes in de afstudeerfase aangeboden: Tabel. Niveau 3 studieroutes in studiejaar Nr. Route Studenten Naam OWE Alluris EC code 1 LEF 4 e jaars HF3 DIO in de praktijk VED Cohort LEF 3 e jaars HF2 / 4 e jaars HF3 DIO in de praktijk Behandelaar VED-500a 30 Cohort 1516 / Cohort 1415 DIO in de praktijk Scriptie VED-500b 30 3 IPPO 4 e jaars HF3 DIO in de praktijk Behandelaar VED-500a 30 Cohort 1415 IPPO VED-500c 30 4 HOF 5 e jaars HF3 Praktijk N3 VED Cohort HOF 5 e jaars HF3 Cohort 1314 Praktijk N3 Werken met en voor clienten, optimaliseren herstelprocessen (DH) Praktijk N3 Werken in en voor een organisatie (KO) Praktijk N3 Werken met en voor clienten, verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie (HP) Praktijk N3 Werken aan professionaliseren (PO) VED ,5 VED-402 7,5 VED VED De vier verschillende routes worden hieronder alle vier weergegeven. 65

66 Studieroute 1 Studieroute 1 is bedoeld voor de 4 e jaars DIO s van het cohort die in september 2017 gaan starten met de OWE DIO in de praktijk VED-500. STUDIEROUTE 1 Titel Onderwijseenheid (OWE) DIO in de praktijk 1. Engelstalige titel Work placement N3 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep DIO s afstudeerfase, voltijd 5. Onderwijsperiode Start in periode 1 afstudeerfase (in latere fase starten kan alleen in overleg met het praktijkbureau), afsluiting eind van studiejaar. 6. Studiepunten Studielast 60 STP 1680 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeer de contacttijd: Dagdelen 1 dagdeel Klokuren (3 uur en 15 minuten x 1 dagdeel) x 40 weken = 130 uur Totaal geprogrammeer de onderwijstijd slb Zelfstudie en/of stage Symposium Toetsen op locaties (inclusief voorbereiding 2 x 60 min = 2 uur 36 uur x 40 weken = 1440 uur 108 uur 1680 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepsrollen Behandelaar (behandelen en begeleiden) Voorlichter (voorlichten) Beleidsadviseur (adviseren) Productontwikkelaar (ontwikkelen) 10. Stamcompetenties Communiceren Samenwerken 66

67 Werken aan kwaliteit Ondernemen Onderzoeken Professionaliseren 11. Algemene om schrijving In deze onderwijsperiode werk je aan alle beroepsrollen in de beroepspraktijk. De deeltentamen vormen samen de integrale toets op niveau Samenhang Deze OWE bouwt voort op de OWE s die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. Passend bij de opdracht uit de praktijk en de ambities van de DIO kunnen meerdere beroepsrollen worden gecombineerd. Met deze OWE worden de 4 beroepsrollen en de stamcompetenties op niveau 3 afgesloten en ben je beginnend beroepsbeoefenaar. 13. Activiteiten en werkvormen Organisatie Je kan solliciteren op een stageplaats of praktijkopdracht die wordt aangeboden door het praktijkbureau van de opleiding. Je kunt ook zelf een stageplaats en/of een praktijkdopdracht werven (en deze door de opleiding/praktijkbureau laten goedkeuren). De stage en de praktijkopdrachten worden begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een praktijkbegeleider. Zes deeltentamens Tijdens de OWE DIO in de praktijk werkt de DIO aan vier beroepsrollen en de scriptie: 1) behandelaar, 2) voorlichter, 3) beleidsadviseur en 4) productontwikkelaar, 5) de scriptie wordt geschreven ten behoeve van een of meerdere beroepsrollen en 6) de verdediging van de scriptie die bestaat uit een individuele verantwoording van de gemaakte keuzes in de scriptie. Toetsprocedure Aan de beroepsrol van de behandelaar werkt de DIO individueel, aan de 3 andere beroepsrollen en de scriptie werkt de DIO individueel of met een mede- DIO. De beroepsrollen worden individueel getoetst, ook de verdediging van de scriptie is een individuele verantwoording. Tijdens de toetsing van de vier rollen wordt ook de integratie tussen deze rollen getoetst. De scriptie bestaat uit een schriftelijke beoordeling, de andere vijf deeltentamens bestaan uit een individuele mondelinge beoordeling, met een criterium gericht interview. 67

68 De toets criteria van elke deeltentamen zijn terug te lezen in de toets formulieren. De vier beroepsrollen worden getoetst door de docentbegeleider als examinator, de scriptie en de verdediging worden beoordeeld door een onafhankelijk examinator. Toetsing beroepsrollen Voor de toetsing van de beroepsrollen levert de DIO zelf bewijsmaterialen aan waaruit blijkt dat hij/zij de beroepsrollen beheerst. De DIO besluit zelf wat voor soort bewijsmaterialen dit zijn. De DIO kan de begeleiding van de medestudenten, de praktijk- en docentbegeleider hierbij gebruiken. De beoordeling van de rollen komt tot stand samen met de praktijkbegeleider. De praktijkbegeleider geeft namelijk feedback en input aan de hand van de beoordelingscriteria. Met het bewijsmateriaal en de praktijkbeoordeling kan de docentbegeleider als examinator tot een valide beoordeling komen. Voorbeelden van bewijsmateriaal voor de beroepsrollen: - een casestudy van een zelf behandelde cliënt (beroepsrol behandelaar) - een opname van een presentatie aan medewerkers in een organisatie (beroepsrol beleidsadviseur), - een opname van een voorlichting aan een doelgroep (beroepsrol voorlichter), - een evaluatie van een workshop die gegeven is voor een doelgroep (beroepsrol voorlichter) - een rapport van het sensorisch onderzoek dat is uitgevoerd (productontwikkelaar) - de conclusies en/of aanbevelingen van de scriptie (beroepsrol voorlichter, beleidsadviseur en/of productontwikkelaar) - feedback van medestudenten, praktijkbegeleider en docentbegeleider. Toetsing scriptie en verdediging Elke DIO dient een scriptie te schrijven en deze te verdedigen. De scriptie mag met een mede-dio worden geschreven, de verdediging is echter individueel. Dit zijn de twee andere deeltentamens, die worden beiden beoordeeld door een en dezelfde onafhankelijke examinator. Dit is niet de docentbegeleider die de DIO heeft begeleid tijdens het onderzoek. De scriptie wordt beoordeeld met het toets formulier de scriptiebarometer. De DIO geeft bij het inleveren van zijn/haar scriptie aan ten behoeve van welke rol(len) hij/zij een onderzoek heeft uitgevoerd. Wanneer de scriptie is uitgevoerd ten behoeve van de rol van voorlichter, beleidsadviseur en/of productontwikkelaar, beoordeelt de onafhankelijke examinator of de conclusies en/of aanbevelingen relevant zijn voor de aangegeven beroepsrol(len). Dit is een aspect bij de beoordeling van de scriptie en de verdediging. Voorbeelden van scripties 68

69 14. Tentaminering De scriptie zal altijd ten behoeve van 1 of meerdere rollen worden uitgevoerd. Zo kan de DIO een praktijkgericht onderzoek doen over de dieetinterventie bij ondervoede patiënten in het ziekenhuis ten behoeve van de rol van behandelaar. Maar de DIO kan ook een onderzoek uitvoeren over de succesfactoren van een hoge prestatie indicator ondervoeding in het ziekenhuis maar dan in de rol van beleidsadviseur. De DIO kan de scriptie schrijven ten behoeve van de rol van behandelaar, maar dient de rol ook aan te tonen met bewijsmateriaal uit de praktijk waarin de DIO onder begeleiding van een diëtist individueel cliënten behandelt en begeleidt. Berekening eindcijfer: - Onderstaande deeltentamens dienen allen met minimaal een 5,5 beoordeeld te zijn. Tussen haakjes ( ) geeft de weging voor het eindcijfer aan. o Behandelaar (33%) o Voorlichter (8,5%) o Productontwikkelaar (8,5%) o Beleidsadviseur (8,5%) o Scriptie (33%) o Verdediging scriptie (8,5%) Naam deeltentamen Behandelaar Toetscode 501a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vastgesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 33% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Behandelaar, niveau 3, nummer 1 t/m 5 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3, 1 t/m 6 o De DIO kan de integratie maken tussen de 4 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties. o De DIO kan beschrijven en verwoorden hoe hij/zij verder zal werken aan de eigen professionaliteit. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 501-BH Behandelaar) 69

70 Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Voorlichter Toetscode 502a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vastgesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Voorlichter, niveau 3, nummer 1 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3 (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 502-VL Voorlichter) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Beleidsadviseur Toetscode 503a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vastgesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Beleidsadviseur, niveau 3, nummer 1 t/m 4 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 70

71 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3, 1 t/m 6 o De DIO kan de integratie maken tussen de 4 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties. o De DIO kan beschrijven en verwoorden hoe hij/zij verder zal werken aan de eigen professionaliteit. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 503-BA Beleidsadviseur) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Productontwikkelaar Toetscode 504a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vastgesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Productontwikkelaar, niveau 3, nummer 1 t/m 4 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3, 1 t/m 6 o De DIO kan de integratie maken tussen de 4 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties. o De DIO kan beschrijven en verwoorden hoe hij/zij verder zal werken aan de eigen professionaliteit. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 504-PO Productontwikkelaar) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Scriptie Toetscode 501b Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt vastgesteld met behulp van inschrijving door de DIO. Een toetskalender met mogelijke inlevermomenten wordt aan het 71

72 begin van studiejaar vastgesteld. Dezelfde onafhankelijke examinator beoordeelt zowel scriptie als verdediging. Toetsvorm Schriftelijk Aantal Minimaal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 33% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Onderzoeken, niveau 3, nummer 3 t/m 7 - Communiceren, nummer 2 (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 505-SB Scriptiebarometer) Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Verdediging Toetscode 502b Tentamenmoment De datum voor de verdediging wordt in overleg met de onafhankelijke examinator van de scriptie vastgesteld. Dezelfde onafhankelijke examinator beoordeelt zowel scriptie als verdediging. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Onderzoeken, niveau 3 o De DIO is in staat zich individueel te verantwoorden over de gemaakte keuzes in de scriptie. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 506-VD Verdediging) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen 72

73 Studieroute 2 Studieroute 2 is de route voor 4 e jaars DIO s van het cohort die reeds in het derde studiejaar zijn gestart met hun praktijkleren met de OWE DIO in de praktijk Behandelaar VED-500a of zijn gestart met de OWE DIO in de praktijk scriptie VED-500b. Afhankelijk van welke OWE (500a of 500b) is afgerond, komt de ander dit jaar aan bod. Studieroute 2 is tevens de route voor 3 e jaars DIO s van het cohort die nog voor de keuze staan om in hun derde studiejaar te gaan starten met of OWE DIO in de praktijk Behandelaar of met OWE DIO in de praktijk Scriptie. Niveau 3, het afstudeerniveau, van de opleiding Voeding en diëtetiek bestaat uit anderhalf studiejaar met een minor van 30EC en een afstudeerjaar met de OWE DIO in de praktijk van 60EC. De OWE DIO in de praktijk met alluris code VED500 wordt door DIO s gevolgd in het vierde studiejaar van de opleiding Voeding en Diëtetiek. Voorafgaand aan dit vierde afstudeerjaar, volgen de meeste DIO s in het tweede semester van hun derde studiejaar de minor van 30EC. Veel minoren worden in het tweede semester van een studiejaar aangeboden, er zijn echter een aantal minoren die alleen in het eerste semester van een studiejaar worden georganiseerd. Een voorbeeld van zo n eerste semester minor is de minor aan de WUR. Een aantal DIO s heeft de voorkeur om zo n eerste semester minor te kiezen. Een gevolg van deze alternatieve studieroute is dat deze DIO s in het tweede semester van het derde studiejaar niet hun minor doen, maar reeds beginnen met een van de twee OWE s DIO in de praktijk. Vervolgens zal de DIO met de tweede OWE DIO in de praktijk het vierde studiejaar afronden. In de OWE DIO in de praktijk worden zes deeltentamens getoetst met de volgende weging: o Behandelaar (33%) o Voorlichter (8,5%) o Productontwikkelaar (8,5%) o Beleidsadviseur (8,5%) o Scriptie (33%) o Verdediging scriptie (8,5%) De DIO die bovenstaande alternatieve studieroute kiest zal van de OWE DIO in de praktijk drie deeltentamens (50%) afronden in het derde studiejaar en drie deeltentamens (50%) in het vierde studiejaar. Daarvoor dient de DIO twee keuzes te maken: 1. Start de DIO in het 3 e studiejaar met het deeltentamen behandelaar (33%) of met de scriptie/verdediging (41,5%): route 1 of route 2? 2. Met welke twee andere deeltentamens/rollen (17%) combineert de DIO de rol van behandelaar en met welke ander deeltentamen/rol (8,5%) de scriptie/verdediging? De DIO dient daarin te kiezen uit de drie rollen voorlichter, productontwikkelaar en beleidsadviseur. In het volgende figuur wordt duidelijk hoe deze twee routes er uit zien voor de DIO die de minor in het eerste semester van het vierde studiejaar volgt. Er ontstaan twee halve OWE s: OWE DIO in de praktijk - Behandelaar VED-500a en OWE DIO in de praktijk - Scriptie VED-500b. Beide zijn 30EC waard met bijbehorende drie deeltentamens. De DIO heeft uiteindelijk zelf nog de flexibiliteit om te bepalen welke rollen worden ingevuld. Elke DIO zal de drie deeltentamens/rollen voorlichter, productontwikkelaar en beleidsadviseur moeten afronden, elke DIO zal twee van deze drie rollen koppelen aan de rol van behandelaar, elke DIO zal een van de drie rollen koppelen aan de scriptie/verdediging. De DIO bepaalt zelf welke en stelt dit met de docentbegeleider vast. 73

74 ROUTE 1 ROUTE 2 Studiejaar 3 Semester 2 Studiejaar 3 Semester 2 DIO in de praktijk - Behandelaar VED-500a 30EC DIO in de praktijk - Scriptie VED-500b 30EC Deeltentamen Weging Deeltentamen Weging Behandelaar 501a 33% Scriptie 501b 33% En twee van de volgende rollen: Verdediging 502b 8,5% Voorlichter 502a 8,5% En een van de volgende rollen: Beleidsadv. 503a 8,5% Voorlichter 502a 8,5% Productontw.504a 8,5% Beleidsadv. 503a 8,5% Productontw 504a 8.5% Studiejaar 4 Semester 1 Studiejaar 4 Semester 1 Minor Minor 30EC 30EC Semester 2 Semester 2 DIO in de praktijk - Scriptie VED-500b 30EC DIO in de praktijk - Behandelaar VED-500a 30EC Deeltentamen Weging Deeltentamen Weging Scriptie 501b 33% Behandelaar 501a 33% Verdediging 502b 8,5% En twee van de volgende rollen: En een van de volgende rollen: Voorlichter 502a 8,5% Voorlichter 502a 8,5% Beleidsadv. 503a 8,5% Beleidsadv. 503a 8,5% Productontw 504a 8,5% Productontw 504a 8.5% 74

75 STUDIEROUTE 2 Titel Onderwijseenheid (OWE) DIO in de praktijk - Behandelaar 1. Engelstalige titel Work placement N3 - Practitioner 2. Alluris code VED-500a 3. Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep DIO s afstudeerfase, voltijd 5. Onderwijsperiode Start in periode 2 leerjaar 3, wanneer minor in vierde jaar wordt gevolgd. Of start in periode 1 of 2 wanneer VED-500b gevolgd is in periode 2 leerjaar 3, 6. Studiepunten Studielast 30 STP 840 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd: Dagdelen 1 dagdeel Klokuren (3 uur en 15 minuten x 1 dagdeel) x 20 weken = 65 uur Totaal geprogrammeerde onderwijstijd slb Zelfstudie en/of stage Symposium Toetsen op locaties (inclusief voorbereiding 1 x 60 min = 1 uur 36 uur x 20 weken = 720 uur 54 uur 840 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepsrollen Behandelaar (behandelen en begeleiden) Twee van drie volgende rollen: Voorlichter (voorlichten) Beleidsadviseur (adviseren) Productontwikkelaar (ontwikkelen) 10. Stamcompetenties Communiceren Samenwerken Werken aan kwaliteit Ondernemen Onderzoeken 75

76 Professionaliseren 11. Algemene om schrijving In deze onderwijsperiode werk je aan drie beroepsrollen in de beroepspraktijk. De deeltentamens vormen samen de integrale toets op niveau 3 (VED-500a en 500b). 12. Samenhang Deze OWE bouwt voort op de OWE s die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. Passend bij de opdracht uit de praktijk en de ambities van de DIO dienen naast de rol van behandelaar twee beroepsrollen te worden gecombineerd. Met deze OWE worden 3 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties op niveau 3 afgesloten. Je bent beginnend beroepsbeoefenaar als je ook de OWE DIO in de praktijk Scriptie VED-500b hebt afgerond, waarin de laatste 4 e andere rol wordt getoetst. 13. Activiteiten en werkvormen Organisatie Je kan solliciteren op een stageplaats of praktijkopdracht die wordt aangeboden door het praktijkbureau van de opleiding. Je kunt ook zelf een stageplaats en/of een praktijkdopdracht werven (en deze door de opleiding/praktijkbureau laten goedkeuren). De stage en de praktijkopdrachten worden begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een praktijkbegeleider. Drie deeltentamens Tijdens de OWE DIO in de praktijk - Behandelaar werkt de DIO in de praktijk ieder geval aan de beroepsrol 1) behandelaar. Daarnaast werkt de DIO aan twee van de drie overige beroepsrollen: 2) voorlichter, 3) beleidsadviseur en 4) productontwikkelaar. Deze drie rollen en de integratie tussen deze rollen worden getoetst in drie deeltentamens. De toets criteria van elke deeltentamen zijn terug te lezen in de toets formulieren. Toetsprocedure Aan de beroepsrol van de behandelaar werkt de DIO individueel, aan de andere twee beroepsrollen werkt de DIO individueel of met een mede-dio. Tijdens de toetsing van de rollen wordt ook de integratie tussen deze rollen getoetst. De deeltentamens bestaan uit een individuele mondelinge beoordeling, met een criterium gericht interview. De toets criteria van elke deeltentamen zijn terug te lezen in de toets formulieren. De beroepsrollen worden getoetst door de docentbegeleider als examinator. 76

77 Toetsing beroepsrollen De docentbegeleider beoordeelt als examinator de 3 beroepsrollen (3 deeltentamens/3 toets formulieren) waaraan de DIO heeft gewerkt. Deze beoordeling komt tot stand samen met de praktijkbegeleider. De praktijkbegeleider geeft feedback en input aan de hand van de beoordelingscriteria. Met deze feedback en input kan de examinator tot een valide beoordeling te komen. De DIO levert de bewijsmaterialen aan waaruit blijkt dat hij/zij de beroepsrollen beheerst. De DIO besluit zelf wat voor soort bewijsmaterialen dit zijn. De DIO kan de begeleiding van de medestudenten, de praktijk- en docentbegeleider hierbij gebruiken. Voorbeelden van bewijsmateriaal voor de beroepsrollen: - een casestudy van een zelf behandelde cliënt (beroepsrol behandelaar) - een opname van een presentatie aan medewerkers in een organisatie (beroepsrol beleidsadviseur), - een opname van een voorlichting aan een doelgroep (beroepsrol voorlichter), - een evaluatie van een workshop die gegeven is voor een doelgroep (beroepsrol voorlichter) - een rapport van het sensorisch onderzoek dat is uitgevoerd (productontwikkelaar) - de conclusies en/of aanbevelingen van de scriptie (beroepsrol voorlichter, beleidsadviseur en/of productontwikkelaar) - feedback van medestudenten, praktijkbegeleider en docentbegeleider. 14. Tentaminering Keuze twee beroepsrollen naast behandelaar Elke DIO zal alle drie overgebleven deeltentamens/rollen voorlichter, productontwikkelaar en beleidsadviseur moeten afronden. De DIO heeft zelf de flexibiliteit om te bepalen welke twee rollen worden gecombineerd met de rol van behandelaar. Elke DIO zal een van de drie rollen koppelen aan de scriptie/verdediging (zie verder OWE DIO in de praktijk Scriptie). De DIO bepaalt zelf welke en stelt dit met de docentbegeleider vast. Berekening eindcijfer: - Onderstaande deeltentamens dienen allen met minimaal een 5,5 beoordeeld te zijn. Tussen haakjes ( ) geeft de weging voor het eindcijfer aan. o Behandelaar (33%) Twee van de volgende drie rollen: o Voorlichter (8,5%) o Productontwikkelaar (8,5%) o Beleidsadviseur (8,5%) Naam deeltentamen Toetscode Behandelaar 501a 77

78 Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vast gesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 33% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Behandelaar, niveau 3, nummer 1 t/m 5 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3, 1 t/m 6 o De DIO kan de integratie maken tussen de 4 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties. o De DIO kan beschrijven en verwoorden hoe hij/zij verder zal werken aan de eigen professionaliteit. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 501-BH Behandelaar) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Rol Voorlichter Toetscode 502a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vast gesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Voorlichter, niveau 3, nummer 1 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 78

79 - Professionaliseren, niveau 3 (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 502-VL Voorlichter) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Rol Beleidsadviseur Toetscode 503a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vast gesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Beleidsadviseur, niveau 3, nummer 1 t/m 4 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3, 1 t/m 6 o De DIO kan de integratie maken tussen de 4 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties. o De DIO kan beschrijven en verwoorden hoe hij/zij verder zal werken aan de eigen professionaliteit. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 503-BA Beleidsadviseur) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Rol Productontwikkelaar Toetscode 504a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vast gesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen 79

80 Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Productontwikkelaar, niveau 3, nummer 1 t/m 4 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3, 1 t/m 6 o De DIO kan de integratie maken tussen de 4 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties. o De DIO kan beschrijven en verwoorden hoe hij/zij verder zal werken aan de eigen professionaliteit. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 504-PO Productontwikkelaar) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen 80

81 STUDIEROUTE 2 Titel Onderwijseenheid (OWE) DIO in de praktijk - Scriptie 1. Engelstalige titel Work placement N3 Undergraduate dissertation 2. Alluris code VED-500b 3. Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep DIO s afstudeerfase, voltijd 5. Onderwijsperiode Start in periode 2 leerjaar 3, wanneer minor in vierde jaar wordt gevolgd. Of start in periode 1 of 2 wanneer VED-500a gevolgd is in periode 2 leerjaar 3, 6. Studiepunten Studielast 30 STP 840 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Dagdelen 1 dagdeel slb Zelfstudie en/of stage Symposium Toetsen op locaties (inclusief voorbereiding Klokuren (3 uur en 15 minuten x 1 dagdeel) x 20 weken = 65 uur 1 x 60 min = 1 uur 36 uur x 20 weken = 720 uur 54 uur 840 uur 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepsrollen Een van de drie volgende rollen: Voorlichter (voorlichten) Beleidsadviseur (adviseren) Productontwikkelaar (ontwikkelen) 10. Stamcompetenties Communiceren Samenwerken Werken aan kwaliteit Ondernemen Onderzoeken 81

82 11. Algemene om schrijving Professionaliseren In deze onderwijsperiode werk je aan een van de beroepsrollen in de beroepspraktijk. De deeltentamens vormen samen de integrale toets op niveau 3 (VED-500a en 500b). 12. Samenhang Deze OWE bouwt voort op de OWE s die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. Passend bij de opdracht uit de praktijk en de ambities van de DIO wordt de scriptie uitgevoerd ten behoeve van een van de drie beroepsrollen. Met deze OWE wordt 1 beroepsrol en bijbehorende stamcompetenties op niveau 3 afgesloten. Je bent beginnend beroepsbeoefenaar als je ook de OWE DIO in de praktijk Behandelaar VED-500a hebt afgerond, waar de andere drie beroepsrollen worden getoetst. 13. Activiteiten en werkvormen Organisatie Je kan solliciteren op een stageplaats of praktijkopdracht die wordt aangeboden door het praktijkbureau van de opleiding. Je kunt ook zelf een stageplaats en/of een praktijkdopdracht werven (en deze door de opleiding/praktijkbureau laten goedkeuren). De stage en de praktijkopdrachten worden begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een praktijkbegeleider. Drie deeltentamens Tijdens de OWE DIO in de praktijk - Scriptie schrijft de DIO: 1) een scriptie en in 2) de verdediging worden de individuele keuzes van de scriptie verantwoord. Daarnaast schrijft de DIO de scriptie ten behoeve van een van de volgende drie beroepsrollen: 3) voorlichter, 4) beleidsadviseur en 5) productontwikkelaar. Deze rol en de integratie tussen deze rol en de andere rollen worden getoetst in een deeltentamen. De toets criteria van elke deeltentamen zijn terug te lezen in de toets formulieren. Toetsprocedure Aan de scriptie en de beroepsrol werkt de DIO individueel of met een mede-dio. De beoordeling van de rol en de verdediging van de scriptie zijn individuele beoordelingen. Tijdens de toetsing van de rol wordt ook de integratie met de andere rollen getoetst. De scriptie bestaat uit een schriftelijke beoordeling, de andere twee deeltentamens bestaan uit een mondelinge beoordeling, met een 82

83 criterium gericht interview. De toets criteria van elke deeltentamen zijn terug te lezen in de toets formulieren. De beroepsrol wordt getoetst door de docentbegeleider als examinator, de scriptie en de verdediging worden beoordeeld door een onafhankelijk examinator. Toetsing beroepsrol De docentbegeleider beoordeelt als examinator de beroepsrol waaraan de DIO heeft gewerkt. Deze beoordeling komt tot stand samen met de praktijkbegeleider. De praktijkbegeleider geeft feedback en input aan de hand van de beoordelingscriteria. Met deze feedback en input kan de examinator tot een valide beoordeling te komen. De DIO levert de bewijsmaterialen aan waaruit blijkt dat hij/zij de beroepsrol beheerst. De DIO besluit zelf wat voor soort bewijsmaterialen dit zijn. De DIO kan de begeleiding van de medestudenten, de praktijk- en docentbegeleider hierbij gebruiken. Voorbeelden van bewijsmateriaal zijn: - een opname van een presentatie aan medewerkers in een organisatie (beroepsrol beleidsadviseur), - een opname van een voorlichting aan een doelgroep (beroepsrol voorlichter), - een evaluatie van een workshop die gegeven is voor een doelgroep (beroepsrol voorlichter) - een rapport van het sensorisch onderzoek dat is uitgevoerd (productontwikkelaar) - de casestudy van een zelf behandelde cliënt (beroepsrol behandelaar) - de scriptie (beroepsrol voorlichter, beleidsadviseur en/of productontwikkelaar) Toetsing scriptie en verdediging Elke DIO dient een scriptie te schrijven en deze te verdedigen. De scriptie mag met een mede-dio worden geschreven, de verdediging is echter individueel. Deze deeltentamens worden beiden beoordeeld door een en dezelfde onafhankelijke examinator. Dit is niet de docentbegeleider die de DIO heeft begeleid tijdens het onderzoek. De scriptie wordt beoordeeld met het toets formulier de scriptiebarometer. De DIO geeft bij het inleveren van zijn/haar scriptie aan ten behoeve van welke rol hij/zij een onderzoek heeft uitgevoerd. Wanneer de scriptie is uitgevoerd ten behoeve van de rol van voorlichter, beleidsadviseur en/of productontwikkelaar, beoordeelt de onafhankelijke examinator of de conclusies en/of aanbevelingen relevant zijn voor de aangegeven beroepsrol. Dit is een aspect bij de beoordeling van de scriptie en de verdediging. Voorbeelden van scripties 83

84 14. Tentaminering De scriptie zal altijd ten behoeve van 1 of meerdere rollen worden uitgevoerd. Zo kan de DIO een praktijkgericht onderzoek doen over de succesfactoren van een hoge prestatie indicator ondervoeding in het ziekenhuis in de rol van beleidsadviseur. De conclusies en/of aanbevelingen van de scriptie kunnen door de DIO ook ingebracht worden als bewijsmateriaal bij de toetsing van de desbetreffende beroepsrol. Berekening eindcijfer: - Onderstaande deeltentamens dienen allen met minimaal een 5,5 beoordeeld te zijn. Tussen haakjes ( ) geeft de weging voor het eindcijfer aan. o Scriptie (33%) o Verdediging scriptie (8,5%) Een van de volgende drie rollen: o Voorlichter (8,5%) o Productontwikkelaar (8,5%) o Beleidsadviseur (8,5%) Naam deeltentamen Scriptie Toetscode 501b Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt vastgesteld met behulp van inschrijving door de DIO. Een toetskalender met mogelijke inlevermomenten wordt aan het begin van studiejaar vastgesteld. Dezelfde onafhankelijke examinator beoordeelt zowel scriptie als verdediging. Toetsvorm Schriftelijk Aantal Minimaal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 33% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Onderzoeken, niveau 3, nummer 3 t/m 7 - Communiceren, nummer 2 (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 505-SB Scriptiebarometer) Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Verdediging Toetscode 502b Tentamenmoment De datum voor de verdediging wordt in overleg met de onafhankelijke examinator van de scriptie vastgesteld. Dezelfde onafhankelijke examinator beoordeelt zowel scriptie als verdediging. 84

85 Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Onderzoeken, niveau 3 o De DIO is in staat zich individueel te verantwoorden over de gemaakte keuzes in de scriptie. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 506-VD Verdediging) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Rol Voorlichter Toetscode 502a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vast gesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Voorlichter, niveau 3, nummer 1 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3 (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 502-VL Voorlichter) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Rol Beleidsadviseur Toetscode 503a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vast gesteld. 85

86 Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Beleidsadviseur, niveau 3, nummer 1 t/m 4 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3, 1 t/m 6 o De DIO kan de integratie maken tussen de 4 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties. o De DIO kan beschrijven en verwoorden hoe hij/zij verder zal werken aan de eigen professionaliteit. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 503-BA Beleidsadviseur) Compensatie - mogelijkheden Toegestane Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. hulpmiddelen Naam deeltentamen Rol Productontwikkelaar Toetscode 504a Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in gezamenlijk overleg tussen DIO, examinator en praktijkbegeleider vast gesteld. Toetsvorm Mondeling Aantal Minimaal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 8,5% Beoordelingscriteria Zie leeruitkomsten niveau 3 Competentieprofiel LEF: - Productontwikkelaar, niveau 3, nummer 1 t/m 4 - Communiceren, niveau 3, nummer 1, 3, 4 en 5 - Samenwerken, niveau 3 - Werken aan kwaliteit, niveau 3 - Ondernemen, niveau 3 - Onderzoeken, niveau 3, nummer 1 en 2 - Professionaliseren, niveau 3, 1 t/m 6 o De DIO kan de integratie maken tussen de 4 beroepsrollen en bijbehorende stamcompetenties. 86

87 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen o De DIO kan beschrijven en verwoorden hoe hij/zij verder zal werken aan de eigen professionaliteit. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier 504-PO Productontwikkelaar) - Bewijsmateriaal dat is geselecteerd door de DIO. 87

88 Studieroute 3 Studieroute 3 is de route voor 4 e jaars DIO s van het cohort die kiezen voor de OWE InterProfessioneel Praktijkgericht Onderzoek (IPPO) van 30 EC. Deze DIO s kiezen daarnaast voor een 30 EC OWE DIO in de praktijk Behandelaar. ROUTE 1 ROUTE 2 Studiejaar 4 Semester 1 Studiejaar 4 Semester 1 DIO in de praktijk - Behandelaar VED-500a (zie OWE beschrijving p76 e.v.) 30EC GGM-IPPO VED-500c 30EC Deeltentamen Weging Deeltentamen Weging Behandelaar 501a 33% Scriptie 501b 60% En twee van de volgende rollen: Verdediging 502b 40% Voorlichter 502a 8,5% een van de drie rollen (502a, Beleidsadv. 503a 8,5% 503a, 504a) wordt beoordeeld in Productont.. 504a 8,5% de verdediging Studiejaar 4 Semester 2 Studiejaar 4 Semester 2 GGM-IPPO VED-500c 30EC DIO in de praktijk - Behandelaar VED-500a (zie OWE beschrijving p76 e.v.) 30EC Deeltentamen Weging Deeltentamen Weging Scriptie 501b 60% Behandelaar 501a 33% Verdediging 502b 40% En twee van de volgende rollen: een van de drie rollen (502a, Voorlichter 502a 8,5% 503a, 504a) wordt beoordeeld in Beleidsadv. 503a 8,5% de verdediging Productont.. 504a 8,5% 88

89 Titel onderwijseenheid (OWE) GGM-IPPO InterProfessioneel Praktijkgericht Onderzoek (IPPO) 1. Engelstalige titel InterProfessional Practise Based Research 2. Alluris code 500c 3. Opleiding GGM breed aangeboden Facultaire OWE 4. Doelgroep Studenten in hoofdfase 3 5. Onderwijsperiode 6. Centrale beroepstaak/ beroepstaken 7. Studiepunten/ studielast Semester 1 en 2 De beroepstaken werken in en voor een organisatie en werken aan professionalisering staan centraal Aantal klokuren Geprogrammeerde contacttijd Hoorcollege* 8 x 45 min = 6 Onderwijsgroep* 7 x 90 min = 10,5 Workshops* (Facultatief te volgen) 4 workshops Bijeenkomsten op Sparkcentrum 4 x 22 x 90 = x 120 min = 32 Totaal 48,5 * keuze aanbod studenten Geprogrammeerde Voorbereiding 200 onderwijstijd voor Uitvoering 400 uitvoering onderzoek onderzoek, analyse en rapportage Analyse en 200 Rapportage Totaal 800 Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 840 uur 8. Ingangseisen Propedeuse behaald, toelaatbaar tot hoofdfase 2 of 3 89

90 9. Algemene omschrijving Tijdens deze OWE werk je als studenten van verschillende opleidingen en/of instituten samen om een reëel probleem of vraagstelling uit de beroepspraktijk op te lossen. Deze praktijkproblemen of vraagstellingen komen uit de leerwerkplaatsen waar onderwijs, onderzoek, ondernemerschap en praktijk bij elkaar komen, bijvoorbeeld in de Sparkcentres. In deze Sparkcentres werken studenten, docenten, onderzoekers (van de HAN en Radboudumc) en professionals van verschillende disciplines intensief samen in interprofessionele zorgverlening en doorlopende onderzoekslijnen. Samen ontwikkelen zij nieuwe kennis en inzichten die de beroepspraktijk en het beroepsonderwijs verrijken. Studenten werken in deze afstudeerfase interprofessioneel samen om een reëel probleem uit de beroepspraktijk op te lossen. Er worden hiervoor praktijkopdrachten geselecteerd die geschikt zijn voor studenten GGM breed. Hierbij wordt van te voren aangegeven welke opleidingen en/of disciplines een bijdrage kunnen leveren. Belangrijk is dat het project duidelijk raakvlakken heeft met de dagelijkse praktijk van de (toekomstige) zorg- en welzijnsprofessionals, en hiermee een directe bijdrage levert aan ontwikkeling en innovatie van de eigen beroepspraktijk. Het project moet de student(en) in staat stellen om te kunnen werken aan de ontwikkeling van kwaliteiten, gericht op het verbeteren van processen, procedures en producten, maar ook het ontwikkeling van een onderzoekende en ondernemende houding. Samenwerking met andere disciplines en over de grenzen kijken van de eigen discipline (boundary crossing) staan hierbij centraal. Kennisontwikkeling, samenwerking en professionalisering zijn belangrijke competenties die de student zich tijdens deze Facultaire OWE eigen maakt. Passend bij de opdracht uit de praktijk en de ambities van de DIO wordt de scriptie uitgevoerd ten behoeve van een van de drie beroepsrollen voorlichter, beleidsadviseur of productontwikkelaar. De DIO geeft bij het inleveren van zijn/haar scriptie aan ten behoeve van welke rol hij/zij een onderzoek heeft uitgevoerd. Wanneer de scriptie is uitgevoerd ten behoeve van de rol van voorlichter, beleidsadviseur en/of productontwikkelaar, beoordeelt de onafhankelijke onderzoeksdeskundige met de docentbegeleider of de conclusies en/of aanbevelingen relevant zijn 90

91 voor de aangegeven beroepsrol(len). Dit is een aspect bij de beoordeling van de verdediging. 10. Beroepsrollen en Competenties Een van de drie volgende rollen: Voorlichter (voorlichten) Beleidsadviseur (adviseren) Productontwikkelaar (ontwikkelen) 11. Beoordelingsdimensies/ Indicatoren Stamcompetenties: Communiceren Samenwerken Werken aan kwaliteit Ondernemen Onderzoeken Professionaliseren Toetsing van de GGM competenties is verwerkt in de criteria en indicatoren van de verschillende tentamenformulieren. Een koppeling van leerdoelen, deeltentamens en competenties is weergegeven in onderstaande specificatietabel. Leerdoelen GGM competenties Deeltentamen 1 Gezamenlijk eindproduct Werken aan kwaliteit Innovatie/ ontwikkelen van ondernemen Samenwerken in Persoonlijke ontwikkeling Deeltentamen 2 Individuele prestatie -Presentatie -Verdediging -Reflectie De student kan, in samenwerking met studenten uit andere disciplines, op methodische- en systematische wijze een maatschappelijke complexe vraagstelling beantwoorden. x x x x x 91

92 De student is in staat professioneel te handelen en professioneel samen te werken in een interprofessionel e projectgroep. De student is in staat het proces van interprofessionee l onderzoeken, inzichtelijk en navolgbaar te presenteren en te verantwoorden. De student is in staat de meerwaarde (verbreding en verdieping van kennis en vaardigheden) van het interprofessionee l werken voor de eigen ontwikkeling en eigen discipline aan te tonen met ervaringsvoorbeelden uit het onderzoek. x x x x x x x x x x x x x x Om de GGM competenties te vertalen naar het VED curriculum is hieronder een conversietabel gemaakt. De GGM competenties zijn vertaald naar de VED stamcompetenties: 92

93 Leerdoelen VED competenties Deeltentamen 1 Scriptie Deeltentamen 2 Verdediging Werken aan kwaliteit Onderzoeken Ondernemen Samenwerken in Communiceren Professionalisering De student kan, in samenwerking met studenten uit andere disciplines, op methodische- en systematische wijze een maatschappelijke complexe vraagstelling beantwoorden. De student is in staat professioneel te handelen en professioneel samen te werken in een interprofessionel e projectgroep. De student is in staat het proces van interprofessionee l onderzoeken, inzichtelijk en navolgbaar te presenteren en te verantwoorden. De student is in staat de meerwaarde (verbreding en verdieping van kennis en vaardigheden) van het interprofessionee x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 93

94 l werken voor de eigen ontwikkeling en eigen discipline (bijvoorbeeld ten behoeve van een van de beroepsrollen) aan te tonen met ervaringsvoorbeelden uit het onderzoek. 12. Tentaminering De toetsing van de OWE praktijkgericht onderzoek betreft een beoordeling van de eindprestatie. De beoordeling van de eindprestatie is een gewogen gemiddelde op basis van twee verschillende (schriftelijke) deeltentamens. Naam deeltentamen Alluriscode Tentamenmoment Tentamenvorm Aantal examinatoren Beoordelingswijze / oordeel Beoordelingscriteria Scriptie 501b Kans-1: In het betreffende semester dat PO is gevolgd in Hoofdfase 3 Kans-2: in overleg met de examinator Schriftelijke beoordeling Twee (Onafhankelijk onderzoeksdeskundige en docentbegeleider, bijvoorbeeld van het Sparkcentrum) Cijfer -De student kan op methodische en systematische wijze een voor de praktijk/opdrachtgever relevante vraagstelling beantwoorden, waarbij praktijkgerichtheid en onderzoekskwaliteit worden gewaarborgd. -De student is in staat de projectaanpak en projectresultaten op een optimale manier schriftelijk te presenteren, bijvoorbeeld in een scriptie. Cesuur Minimaal 55% van het aantal te behalen punten Weging 60% Minimaal vereist resultaat 5.5 Aantal kansen Twee 94

95 Compensatiemogelijkhed en Toegestane hulpmiddelen N.v.t. N.v.t. Naam deeltentamen en Verdediging Alluriscode 502b Tentamenmoment Kans-1: in het betreffende semester dat PO is gevolgd in Hoofdfase 3 Kans-2: in overleg met de examinator Tentamen vorm Presentatie en gesprek Aantal examinatoren Twee (Onderzoeksexpert van de eigen opleiding en docent begeleider bijvoorbeeld vanuit het Sparkcentrum) Beoordelingswijze / Cijfer oordeel Beoordelingscriteria -De student is in staat professioneel te handelen in de interprofessionele setting en in de betrokken organisatie (kennis van de andere discipline, doelgericht samenwerken, leren van het perspectief van de ander, integratie van belangen en perspectieven, perspectieven verbinden) -De student is in staat de projectaanpak en projectresultaten op een optimale manier te presenteren. -De student is in staat om de opgedane inzichten te vertalen naar de relevantie van de eigen discipline (bijvoorbeeld de vertaling naar de beroepsrol), verdieping en verbreding. Cesuur Minimaal 55% van het aantal te behalen punten Weging 40% Minimaal vereist resultaat 5.5 Aantal kansen Twee Compensatiemogelijkheden N.v.t. Toegestane hulpmiddelen N.v.t. 95

96 Studieroute 4 Studieroute 4 is de route voor 5 e jaars studenten van het cohort die volgens het HOF curriculum hun stage Praktijk N3 VED-400 zijn gestart en nog een of meerdere stages dienen af te ronden. STUDIEROUTE 4 Titel Onderwijseenheid (OWE) Praktijk N3 1. Engelstalige titel Work placement N3 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Studenten afstudeerfase, voltijd 5. Onderwijsperiode Start periode 1 (in latere fase alleen in overleg met praktijkbureau), afsluiting eind van studiejaar. 6. Studiepunten Studielast 60 STP 1680 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd: Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Dagdelen Klokuren 1 dagdeel 4 uur x 40 weken = 160 uur Werkplek 24 uur x 20 weken = 480 uur leren Praktijk (gem) 25 uur x 40 weken = 1000 uur opdracht uitwerken IT toetsen op 40 uur locatie (voorbereiden en uitvoeren) 1680 uur 7. Maximum aantal deelnemers Geen 8. Ingangseisen Geen 9. Beroepstaken Werken met en voor cliënten: Optimaliseren van herstelprocessen (DH) Werken met en voor cliënten: Verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie (HP) Werken in en voor een organisatie (KO) Werken aan professionalisering (PO) Niveau 3 96

97 10. Competenties Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Samenwerken in persoonlijke relaties Werken aan kwaliteit Adviseren Ondernemen Voorlichten Kennisontwikkeling en professionaliseren Persoonlijke ontwikkeling 11. Algemene om In deze onderwijsperiode werk je aan alle beroepstaken in de beroepspraktijk. schrijving 12. Samenhang Deze OWE bouwt voort op de OWE s die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. Passend bij de opdracht uit de praktijk en de ambities van de student kunnen meerdere beroepstaken worden gecombineerd. Bij voorkeur wordt de beroepstaak werken aan professionalisering gecombineerd met tenminste één andere beroepstaak. In een plan van aanpak beschrijft de student welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. Met deze OWE worden de 4 beroepstaken op niveau 3 afgesloten en ben je beginnend beroepsbeoefenaar. 13. Activiteiten en werkvormen Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats of praktijkopdracht, maar je kunt ook zelf een stageplaats en/of een praktijkdopdracht verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage en de praktijkopdrachten worden begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkopdrachten in de integrale toets, die in de vorm van een gesprek (op de stage/werkplek) worden afgenomen. Hetzelfde geldt voor de stage. De praktijkbegeleider beoordeelt de praktijkopdrachten en de stage (DH) met een voldaan/niet voldaan. De student zorgt voor de bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties. De scriptie, als deeltentamen van de beroepstaak werken aan professionaliseren, wordt door een onafhankelijke examinator beoordeeld. De scriptie wordt beoordeeld met het toetsformulier de scriptiebarometer. Voorbeelden van bewijsmateriaal zijn: - een opname van een presentatie aan medewerkers in een organisatie(beroepstaak organisatie), 97

98 - een opname van een voorlichting aan een doelgroep, - een evaluatie van een workshop die gegeven is voor een doelgroep. De casestudy is een verplicht bewijsmateriaal voor de beroepstaak werken met en voor cliënten: herstelprocessen. 14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen o Praktijkbeoordeling, Werken in en voor organisatie. o Praktijkbeoordeling, werken met en voor cliënten gezond gedrag/preventie o Praktijkbeoordeling, werken aan professionaliteit - Onderstaande deeltentamen dienen allen minimaal 5,5 te zijn. Tussen haakjes ( ) geeft de weging voor het eindcijfer aan. o Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen (37,5%) o Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie (12,5%) o Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie (25%) o Scriptie (15%) o integrale deeltoets werken aan professionaliteit in de vorm van een individueel eindgesprek scriptie (= (10%) Naam deeltentamen Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen Toetscode 400-PB1 Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in overleg met de stagebegeleider vastgesteld. Toetsvorm Praktijkbeoordeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Voldaan/Niet voldaan Minimaal oordeel Voldaan (deel) tentamen Weging voorwaardelijk Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer Compensatie - mogelijkheden Toegestane. hulpmiddelen Naam deeltentamen Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen. Toetscode 400-IT3a Tentamenmoment De datum voor de integrale toets wordt in overleg met de docentbegeleider en stagebegeleider vastgesteld. Toetsvorm Integrale toets 98

99 Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 37,5% Beoordelingscriteria - Gesprek over Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen ; - Beoordeling presentatie case-study en verantwoord gemaakt keuzes (voldaan/niet voldaan); - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier Integrale toets N3) Naam deeltentamen Praktijkbeoordeling, Werken in en voor organisatie. Toetscode 400-PB2 Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in overleg met de stagebegeleider vastgesteld. Toetsvorm Praktijkbeoordeling Aantal 1 Examinatoren oordeel Voldaan/niet voldaan Minimaal oordeel Voldaan (deel) tentamen Weging voorwaardelijk Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie Toetscode 400-IT3b Tentamenmoment De datum voor de integrale toets wordt in overleg met de docentbegeleider en stagebegeleider vastgesteld Toetsvorm Integrale toets Aantal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 12,5% 99

100 Beoordelingscriteria Competentie barometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken in en voor een organisatie ; - Presenteert beroepsproduct en verantwoord gemaakte keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt m.b.v. competenties relaties met deze beroepstaak en met de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier Integrale toets N3) Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Praktijkbeoordeling, werken met en voor cliënten gezond gedrag/preventie Toetscode 400-PB3 Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in overleg met de stagebegeleider vastgesteld. Toetsvorm Praktijkbeoordeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Voldaan /Niet voldaan Minimaal oordeel Voldaan (deel) tentamen Weging voorwaardelijk Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie Toetscode 400-IT3c Tentamenmoment De datum voor de integrale toets wordt in overleg met de docentbegeleider en stagebegeleider vastgesteld Toetsvorm Integrale toets Aantal 1 Examinatoren oordeel Periode 1,2,3 of 4 Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 25% Beoordelingscriteria Competentie barometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken in en voor een organisatie; 100

101 - Presenteert beroepsproduct en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier Integrale toets N3) Compensatie n.v.t. mogelijkheden Toegestane N.v.t. hulpmiddelen Naam deeltentamen Praktijkbeoordeling, werken aan professionaliteit Toetscode 400-PB4 Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in overleg met de stagebegeleider vastgesteld. Toetsvorm Praktijkbeoordeling Aantal 1 examinatoren oordeel Voldaan / niet voldaan Minimaal oordeel Voldaan (deeltentamen) Weging voorwaardelijk Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Scriptie Toetscode 400-IT3-S Tentamenmoment De datum voor de beoordeling wordt in overleg met de docentbegeleider vastgesteld. Toetsvorm Verslag Aantal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 15% Beoordelingscriteria Scriptiebarometer Compensatie mogelijkheden Naam deeltentamen Individueel gesprek scriptie Toetscode 400-IT3-SG 101

102 Tentamenmoment De datum voor de integrale toets wordt in overleg met de docentbegeleider en stagebegeleider vastgesteld Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 10% Beoordelingscriteria - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken aan professionalisering ; - Verantwoording gemaakte keuzes in scriptie; - Verantwoording conclusies en aanbevelingen uit scriptie - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. (De criteria zijn uitgewerkt in het formulier Integrale toets N3) Compensatie - mogelijkheden 102

103 Studieroute 5 Studieroute 5 is de route voor 5 e jaars studenten van het cohort die volgens het HOF curriculum hun stages: Praktijk N3 werken met en voor clienten, optimaliseren herstelprocessen (DH) (VED-401) Praktijk N3 werken in en voor een organisatie (KO). (VED-402) Praktijk N3 werken met en voor clienten, verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie(hp) (VED-403) Praktijk N3 werken aan professionaliseren (PO) (VED-404) zijn gestart en nog een of meerdere stages dienen af te ronden. STUDIEROUTE 5 Titel Onderwijseenheid (OWE) Praktijk N3: werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen 1. Engelstalige titel Work placement 1 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Studenten afstudeerfase, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 1 en 2 of 3 en 4 6. Studiepunten Studielast 22,5 STP 530 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd: Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen - Dagdelen Werkplek leren IT op locatie (voorbereiding en uitvoering) Klokuren 2 uur x 20 weken = 40 uur 24 uur x 20 weken = 480 uur 10 uur 530 uur 9. Beroepstaken Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen, niveau Competenties Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Samenwerken in persoonlijke relaties Werken aan kwaliteit 103

104 Persoonlijke ontwikkeling 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode werk je in de beroepspraktijk aan de beroepstaak Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen. 12. Samenhang Deze OWE bouwt voort op de OWE s in de beroepstaak Werken met en voor cliënten: Optimaliseren van herstelprocessen, die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. In een plan van aanpak Voeding en Diëtetiek, niveau 3, beschrijft de student aan welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. 13. Activiteiten en werkvormen Met deze OWE wordt deze beroepstaak op niveau 3 afgesloten en ben je als je ook de andere drie beroepstaken op niveau 3 hebt afgesloten- beginnend beroepsbeoefenaar. Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties. De casestudy is een verplicht bewijsmateriaal voor de beroepstaak werken met en voor cliënten: herstelprocessen. 14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen - Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen Naam deeltentamen Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen Toetscode 400-PB1 Tentamenmoment Het hele jaar Toetsvorm Praktijkbeoordeling Aantal 1 Examinatoren Oordeel Voldaan/Niet voldaan Minimaal oordeel Voldaan (deel) tentamen Weging - Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer Compensatie - mogelijkheden 104

105 Toegestane. hulpmiddelen Naam deeltentamen Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen. Toetscode 400-IT3a Tentamenmoment Periode 1,2,3 of 4 Toetsvorm Integrale toets Aantal 1 Examinatoren Oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 100% Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen; - Presenteert case-study en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma;; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. 105

106 Titel Onderwijseenheid (OWE) Praktijk N3: Werken in en voor een organisatie 1. Engelstalige titel Work placement quality and advising/ entrepreneuring 2. alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Studenten afstudeerfase, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 1,2,3,4 6. Studiepunten Studielast 7,5 STP 210 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd: Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen - Dagdelen 1 dagdeel (gecombinee rd met VED- 401) IT toets op locatie Werken aan opdracht Klokuren 2 uur x 20 weken = 40 uur 10 uur (voorbereiding en uitvoering) 8 uur x 20 weken = 160 uur 210 uur 9. Beroepstaken Werken in en voor een organisatie, niveau Competenties Adviseren Werken aan kwaliteit Ondernemen Samenwerken in persoonlijke relaties Persoonlijke ontwikkeling 11. Algemene In deze onderwijsperiode werk je in de beroepspraktijk aan de beroepstaak Werken in en voor een organisatie omschrijving 12. Samenhang Deze OWE bouwt voort op de OWE s in de beroepstaak Werken in en voor een organisatie, die de hoofdfase aan de orde zijn geweest. In een plan van aanpak Voeding en Diëtetiek, niveau 3, beschrijft de student uitgaande van één of meerdere opdrachten uit de praktijk welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. Met deze OWE wordt deze beroepstaak op niveau 3 afgesloten en ben je als je ook de andere drie beroepstaken op niveau 3 hebt afgesloten- beginnend beroepsbeoefenaar. 13. Activiteiten en werkvormen Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding 106

107 laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties. 14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling: werken in en voor organisatie. - resultaat Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie plus Naam deeltentamen Praktijkbeoordeling: werken in en voor organisatie. Toetscode 400-PB2 Toetsvorm Praktijkbeoordeling Aantal 1 Examinatoren oordeel Voldaan/niet voldaan Minimaal oordeel Voldaan (deel) tentamen Weging 100% Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie Toetscode 400-IT3b Tentamenmoment Periode 1,2,3 of 4 Toetsvorm Integrale toets Aantal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 100% Beoordelingscriteria Competentie barometer en - gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken in en voor een organisatie; - presenteert beroepsproduct en verantwoord gemaakt keuzes; 107

108 Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - legt m.b.v. competenties relaties met deze beroepstaak en met de drie andere beroepstaken; - verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. 108

109 Titel Onderwijseenheid (OWE) Praktijk N3 Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie 1. Engelstalige titel Work placement 3 Health promotion 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Studenten afstudeerfase, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 1 en 2 of periode 3 en 4 6. Studiepunten Studielast 15 STP 420 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) Geprogrammeerde contacttijd: Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd 7. Maximum aantal Geen deelnemers 8. Ingangseisen - Dagdelen 1 dagdeel (gecombinee rd met VED- 404) IT toets op locatie Werken aan opdracht Klokuren 2 uur x 20 weken = 40 uur 20 uur (voorbereiding en uitvoering) 18 uur x 20 weken = 360 uur 420 uur 9. Beroepstaken Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie, niveau Competenties Voorlichten of Adviseren Werken aan kwaliteit Samenwerken in persoonlijke relaties Persoonlijke ontwikkeling 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode werk je in de beroepspraktijk aan de beroepstaak Werken met en voor cliënten: Verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie. 12. Samenhang Deze OWE bouwt voort op de OWE s in de beroepstaak werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie, die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. In een plan van aanpak Voeding en Diëtetiek, niveau 3, beschrijft de student uitgaande van één of meerdere opdrachten uit de praktijk welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. 109

110 13. Activiteiten en werkvormen Met deze OWE wordt deze beroepstaak op niveau 3 afgesloten en ben je als je ook de andere drie beroepstaken op niveau 3 hebt afgesloten- beginnend beroepsbeoefenaar. Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties. 14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling, werken met en voor cliënten gezond gedrag/preventie - Resultaat Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie plus Naam deeltentamen Praktijkbeoordeling, werken met en voor cliënten gezond gedrag/preventie Toetscode 400-PB3 Tentamenmoment In overleg met de begeleider Toetsvorm Praktijkbeoordeling Aantal 1 examinatoren oordeel Voldaan Minimaal oordeel Voldaan (deel) tentamen Weging Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer Compensatie - mogelijkheden Toegestane - hulpmiddelen Naam deeltentamen Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie Toetscode 400-IT3c Tentamenmoment In overleg met de begeleider Toetsvorm Integrale toets Aantal 1 Examinatoren oordeel Periode 1,2,3 of 4 110

111 Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 100% Beoordelingscriteria Competentie barometer en - Gesprek over feedback praktijkbeoordeling Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie, - Presenteert beroepsproduct en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen 111

112 Titel Onderwijseenheid (OWE) Praktijk N3: Werken aan professionalisering 1. Engelstalige titel Work placement thesis 2. Alluris code VED Opleiding Voeding en Diëtetiek 4. Doelgroep Studenten afstudeerfase, voltijd 5. Onderwijsperiode Periode 1 en 2 of periode 3 en 4 6. Studiepunten Studielast 15 STP 420 SBU Onderwijstijd (les en contacttijd) 7, Maximum aantal deelnemers 8. Ingangseisen Geprogrammeerde contacttijd: Geprogrammeerde onderwijstijd: Totaal geprogrammeerde onderwijstijd Geen Dagdelen 1 dagdeel (gecombinee rd met VED- 403) IT toets op locatie Werken aan opdracht Klokuren 2 uur x 20 weken = 40 uur 20 uur (voorbereiding en uitvoering) 18 uur x 20 weken = 360 uur 420 uur 9. Beroepstaken Werken aan professionalisering, niveau Competenties Kennisontwikkeling en professionaliseren Adviseren Ondernemen Samenwerken in persoonlijke relaties Persoonlijke ontwikkeling 11. Algemene omschrijving In deze onderwijsperiode werk je in de beroepspraktijk aan de beroepstaak werken aan professionalisering. 12. Samenhang Deze OWE bouwt voort op de OWE s in de beroepstaak werken aan professionalisering die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. Bij voorkeur wordt de beroepstaak werken aan professionalisering gecombineerd met tenminste één andere beroepstaak. In een plan van aanpak Voeding en Diëtetiek, niveau 3, beschrijft de student uitgaande van één of meerdere opdrachten uit de praktijk welke competenties in 112

113 welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. Met deze OWE wordt deze beroepstaak op niveau 3 afgesloten en ben je als je ook de andere drie beroepstaken op niveau 3 hebt afgesloten- beginnend beroepsbeoefenaar. 13. Activiteiten en werkvormen Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties. De scriptie, als deeltentamen van de beroepstaak werken aan professionaliseren, wordt door een onafhankelijke examinator beoordeeld. Dit cijfer zal in belangrijke mate het eindcijfer van de integrale toets werken aan professionaliseren bepalen. De scriptie zal worden beoordeeld met het beoordelingsinstrument de scriptiebarometer. 14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling, werken aan professionaliteit Resultaat wordt als volgt bepaald: - 60% resultaat deeltentamen Scriptie plus - 40% resultaat deeltentamen Individueel gesprek scriptie Naam deeltentamen Praktijkbeoordeling, werken aan professionaliteit Toetscode 400-PB4 Tentamenmoment Hele jaar Toetsvorm Praktijkbeoordeling Aantal examinatoren 1 oordeel Voldaan / niet voldaan Minimaal oordeel Voldaan (deeltentamen) Weging - Beoordelingscriteria Zie Competentiebarometer Compensatiemogelijkheden - Toegestane - hulpmiddelen 113

114 Naam deeltentamen Scriptie Toetscode 400-IT3-S Tentamenmoment In overleg met begeleider Toetsvorm Verslag Aantal Examinatoren 1 oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 60% Beoordelingscriteria Scriptiebarometer Compensatie - mogelijkheden Naam deeltentamen Individueel gesprek scriptie Toetscode 400-IT3-SG Tentamenmoment In overleg met de begeleider Toetsvorm Mondeling Aantal 1 Examinatoren oordeel Cijfer Minimaal oordeel 5,5 (deel) tentamen Weging 40% Beoordelingscriteria - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken aan professionalisering ; - Verantwoording gemaakte keuzes in scriptie; - Verantwoording conclusies en aanbevelingen uit scriptie - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. Compensatie mogelijkheden - 114

115 Overzicht mogelijkheden afleggen van deeltentamens curriculum Conform artikel 1.1. lid 4b van de OER kunnen de (deel) tentamens die onderdeel waren van het curriculum en niet met goed gevolg zijn afgelegd, in studiejaar nog een keer gemaakt worden omdat de OWE s met de bijbehorende (deel)tentamens niet meer in het curriculum worden aangeboden. In onderstaande tabel zijn de betreffende deeltentamens opgenomen. Deeltentamens uit LEF curriculum (15-16) die in nog een keer afgelegd kunnen worden: propedeutische fase OWE naam en nummer Deeltentamens Mogelijkheden tot afleggen oude deeltentamens Gezond Leven 1 (VED-102) Kennistoets, 102-K Scheikunde 102-K-S Biologie 102-K-B Deze toetsen kunnen elk afzonderlijk herkanst worden. Herkansingsperiode. Wordt nader bekend gemaakt (zie Scholar). In studiejaar zijn deze 3 toetsen vervangen door 1 toets (code 102-K1) Voeding als beleving (VED-103) Korte Film (101-P) Onderbouwing van het product (101-OP) Deze toetsen kunnen elk afzonderlijk herkanst worden. Wordt nader bekend gemaakt (zie Scholar). In studiejaar zijn deze 2 toetsen vervangen door 1 toets (code 102-P1) Deeltentamens uit HOF curriculum (15-16) die in nog een keer afgelegd kunnen worden: hoofdfase. OWE naam en nummer in studiejaar Klinische Voeding (80541) Deeltentamens Casustoets (CT) Mogelijkheid tot herkansing Deze toetsen kunnen elk afzonderlijk herkanst worden Data dat de deeltentamens herkanst kunnen worden. Wordt nader bekend gemaakt (zie Scholar). Skillstoets (ST) Idem Kwaliteit en adviseren (80525) Individueel product (IP) Casustoets (CT) Adviesrapport (AR) Presentatie advies (PA) Deze toetsen kunnen elk afzonderlijk herkanst worden Inleveren bij aangewezen beoordelaar, in overleg Wordt nader bekend gemaakt (zie Scholar). Inleveren bij aangewezen beoordelaar; in overleg Dieetbehandeling bij kinderen en voedselovergevoeligheid (80542) Ontwikkelingsverslag (OV) Casustoets (CT) Skillstoets (ST) Deze toetsen kunnen elk afzonderlijk herkanst worden Wordt door SLB-er nagekeken. Beoordeling in overleg met slb-er Wordt nader bekend gemaakt (zie Scholar). idem 115

116 Individueel product (IP) Ontwikkelingsverslag (OV) Integrale toets 3 (82054) Integrale toets IT3 Gesprek (conform OWE- IT3 beschrijving studiegids ) Inleveren bij aangewezen beoordelaar; in overleg Wordt door SLB-er nagekeken. Beoordeling in overleg met slb-er Wordt nader bekend gemaakt (zie Scholar). Deeltentamens uit HOF curriculum (15-16) die in nog een keer afgelegd kunnen worden: afstudeerfase. OWE naam en nummer in studiejaar Stage Dietistisch handelen (80749) Stage Praktijkgericht Onderzoek (82057) Stage Health Promotion (80750) Stage Werken aan kwaliteit/ondernemen (82058) Integrale toets 4 (82056) Deeltentamens Mogelijkheid tot herkansing Data dat de deeltentamens herkanst kunnen worden. Casestudy (CS) Presenteren van In overleg met docentbegeleider casestudy Stagebeoordeling (SB-c) Stagebeoordeling In overleg met praktijkbegeleider voldaan Ontwikkelingsverslag (OV) Indienen van ontwikkelingsverslag (PO) Wordt door SLB-er nagekeken. Beoordeling in overleg met slb-er Verslag (V) Indienen van verslag In overleg met docentbegeleider Stagebeoordeling (SB) Ontwikkelingsverslag (OV) Verslag (V) Stagebeoordeling (SB) Ontwikkelingsverslag (OV) Verslag (V) Stagebeoordeling (SB) Ontwikkelingsverslag (OV) Integrale toets 4 (IT4) Stagebeoordeling voldaan Indienen van ontwikkelingsverslag Indienen van verslag (HP) Stagebeoordeling voldaan Indienen van ontwikkelingsverslag Indienen van verslag (KO) Stagebeoordeling voldaan Indienen ontwikkelingsverslag Gesprek (conform beschrijving studiegids ) In overleg met praktijkbegeleider Wordt door SLB-er nagekeken. Beoordeling in overleg met slb-er In overleg met docentbegeleider In overleg met praktijkbegeleider Wordt door SLB-er nagekeken. Beoordeling in overleg met slb-er In overleg met docentbegeleider In overleg met praktijkbegeleider Wordt door SLB-er nagekeken. Beoordeling in overleg met slb-er Wordt nader bekend gemaakt (scholar) 116

117 10. Minoraanbod van het Instituut Paramedische Studies Deelname aan minoren en vrije minoren Voor het volgen van een minor moet je toestemming vragen aan de studieloopbaanbegeleider en daarna kun je je inschrijven bij het instituut van de HAN waar je de minor gaat volgen. Voor een HAN-minor schrijf je je altijd in via Alluris. De spelregels voor het volgen van een vrije minor vind je in de notitie Regeling vrije minor en toestemmingsformulier, te vinden op HAN-insite/minoren/welke soorten minoren zijn er? In die notitie is ook een toestemmingsformulier bijgesloten waarmee je de examencommissie om toestemming kunt vragen voor het volgen van een vrije minor. In tabel 1 vind je het minoraanbod voor studiejaar Een semester geeft twee periodes aan. S1 omvat periode 1 & 2, S2 omvat periode 3 & 4 Niet alle IPS-minoren zijn geschikt voor studenten van de vijf opleidingen. Zie tabel 1 voor meer informatie. Tabel 1: Minoraanbod IPS Alluris code Titel minor Aangeboden In semester IPS Opleidingen Ergo Fysio Logo MZK V&D M_IPS04 Neurorevalidatie S1 en S2 x x x M_IPS05 Spinal Musculoskeletal Physiotherapy M_IPS08 Pijn voor health professionals S1 x x S1 M_IPS09 Klinische Voeding S2 x M_IPS10 Logopädische Therapie bei Kindern und Erwachsenen M_IPS11 De stem centraal S1 en S2 x M_IPS14 M_IPS15 M_IPS16 M_IPS17 M_IPS18 M_IPS19 Sport Physiotherapy & Active Aging (SPAA) - Health professionals in international perspective Gedrag bij leefstijl en gezondheid Diet and physical activity in ageing and disease Het kind centraal: een interdisciplinaire benadering van complexe stoornissen Leadership in Enabling Occupation S2 S2 S2 x x x x x S2 x x x x S2 S2 x x x S2 x x x x x 117

118 M_IPS20 Waardevol en betaalbaar innoveren in gezondheidszorg en welzijn: We Care! M_MZK01 Jeugd en mondzorg S en S / S M_MZK02 Mondzorg bij volwassenen in specifieke zorggroepen S2 x x x x x S en S / S x x Voor de meeste minoren van het Instituut Paramedische Studies geldt als instap dat je tenminste 90 studiepunten hebt behaald voordat je aan een minor mag meedoen. Ook heeft het voor enkele minoren de voorkeur dat je voorafgaand aan een minor stage-ervaring hebt opgedaan. Een uitgebreidere beschrijving van de minoren is terug te vinden op de minorensite van de HAN, KiesOpMaat en op het volledige opleidingsstatuut op Op de site van de Examencommissie-IPS en op de Scholarsite van de opleiding zijn de OWE-beschrijvingen van de IPS-minoren terug te vinden. 118

119 11. Studieloopbaanbegeleiding Aan het begin van je opleiding krijg je een studieloopbaanbegeleider (SLB er) toegewezen. Dit is een docent die je begeleidt tijdens één of meer studiejaren. De studieloopbaanbegeleiding vindt plaats in individuele gesprekken én in groepsbijeenkomsten. Het is de rode draad in jouw leerproces. Visie studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaanbegeleiding levert een bijdrage aan het opleiden van jou als dio door het coachen en begeleiden tijdens je studieloopbaan, in het leren-leren en je persoonlijke ontwikkeling. Dit doen we in het eerste jaar in de leerlijn LEF. In de propedeuse is studieloopbaan geintegreerd met LEF in de leerlijn LEF. In de hoofdfase en de afstudeerfase zijn wekelijkse bijeenkomsten met de slb-er ingeroosterd. Jouw studieloopbaanbegeleider is het eerste aanspreekpunt vanuit de gedachte van wederzijdse verantwoordelijkheid: Iedereen is aanspreekbaar op zijn eigen verantwoordelijkheid en wordt daar ook op aangesproken. Je wordt bij de start van de opleiding gestimuleerd om een actieve rol in te nemen in het leren-leren. Dit leren betreft je persoonlijke ontwikkeling, de competenties van het toekomstige beroep en het leren van de organisatie. Daarnaast lever je een bijdrage aan het leerproces van mede-dio s, docenten, de organisatie en het werkveld. Gezien het bovenstaande vormt de achtbaan van SLB het uitgangspunt van het studieloopbaanonderwijs binnen Voeding & Diëtetiek. 119

120 1. Capaciteiten: wie ben ik / wat kan ik? 2. Motieven: wat wil ik wat past bij mij? 3. Leerstrategie: wat is mijn manier van leren? 4. Oriëntatie op opleiding en werkveld: wat is er mogelijk? 5. Zelfprofilering loopbaansturing: hoe realiseer ik mijn loopbaandoelen? 6. Zelfprofilering loopbaansturing: hoe laat ik zien wat ik kan / wat ik wil? Taken van de studieloopbaanbegeleider 1. Ondersteuning bieden bij de oriëntatie op beroep 2. Het stimuleren van competentieverwerving 3. Begeleiding bieden in het leerproces en het leren leren 4. Begeleiding bij keuzeprocessen 5. Begeleiden van studievaardigheden (studieplanning, -aanpak en voortgang) 6. Begeleiden van individuele studenten en groepen 7. Bespreken van de studievoortgang en het studieadvies 8. Begeleiding en signalering bij het excelleren op eigen niveau 9. Begeleiden bij je rol in een leergemeenschap 10. Signalering van invloeden op studieloopbaan waarvoor extra ondersteuning of verwijzing noodzakelijk is. Extra ondersteuning Soms zijn er omstandigheden waardoor je extra ondersteuning nodig hebt om je studie succesvol te kunnen volgen. Voorbeelden daarvan zijn: Je wilt gebruikmaken van de faciliteiten voor topsporters. Je hebt een functiebeperking, zoals dyslexie, dyscalculie, ADHD, een chronische ziekte of een psychische 120