1. VE1 VENTILATIE-INRICHTING

Transcriptie

1 1. VE1 VENTILATIE-INRICHTING 1.1. Regeling en besturing van de ventilatie-unit werkend met 100% buitenlucht bedrijfskeuzeschakelaar voor uit-aut of in-bedrijf van de installatie statusmelding van de installatie en de componenten indicatie van de klepstand(en) open/dicht commando('s) voor de buitenluchtklepmotor(en) 1.2. Eigen weekklokprogramma instelbaar zijn drie gebruiksperioden per dag naar keuze te koppelen aan het jaarklokprogramma overwerkschakeling d.m.v. een extern aan te sluiten timer statusmeldingen van klokprogramma en overwerk 1.3. Startvertraging van de ventilatie-inrichting onder 7 C buitentemperatuur afzuigventilator wordt altijd direct ingeschakeld temperatuurregeling wordt vrijgegeven met tijdelijk instelbare verhoging van de inblaastemperatuur (bijv. 6 C), waardoor de verwarmer-afsluiter opent, de circulatiepomp start en warmtevraagcommando wordt gegeven na een instelbare vertragingstijd (bijv. 10 min.) start de toevoerventilator, opent de buitenluchtklep en zal de verhoogde inblaastemperatuur met 0,01 C/sec. afnemen naar de gewenste waarde toestandsindicatie in het display

2 1.4. Vorstbeveiliging Twee-fasen vorstbeveiligingsthermostaat; de verwarmingsafsluiter opent indien de luchtverwarmertemperatuur van 11 C naar 7 C daalt. Bij verder dalende temperatuur (onder 5 C) wordt: de verwarmerklep geopend de luchtverhitterpomp ingeschakeld de ventilatie-inrichting uitgeschakeld de buitenluchtklep gesloten storing gesignaleerd, naar keuze geblokkeerd of vergrendeld (reset functie op vorstthermostaat) schakelende vorstthermostaat in combinatie met temperatuuropnemer op de retourleiding van de luchtverhitter: Minimum watertemperatuurregeling bij buitentemperatuur lager dan 7 C, bij uitgeschakelde installatie op 15 C bij ingeschakelde installatie op 10 C Bij schakelactie van de vorstthermostaat wordt: de verwarmerklep geopend de luchtverhitterpomp ingeschakeld de ventilatie-inrichting uitgeschakeld de buitenluchtklep gesloten storing gesignaleerd, naar keuze geblokkeerd of vergrendeld (reset functie op vorstthermostaat)

3 1.5. Ventilatoren (enkeltoeren) één enkeltoeren toevoerventilator besturing met testschakelaar uit-aut-in één enkeltoeren afzuigventilator besturing met testschakelaar uit-aut-in per ventilator een storings- en bedrijfscommandosignalering uitschakeling van de ventilatie-inrichting bij storing van één van beide ventilatoren 1.6. Ventilatoren (tweetoeren) één tweetoeren toevoerventilator besturing met testschakelaar uit-aut-laag-hoog één tweetoeren afzuigventilator besturing met testschakelaar uit-aut-laag-hoog per ventilator een storings- en bedrijfscommandosignalering uitschakeling van de ventilatie-inrichting bij storing van één van beide ventilatoren toerentalomschakeling door: klokprogramma stijgende buitentemperatuur stijgende ruimtetemperatuur

4 luchtkwaliteitregeling extern commando 1.7. Ventilatoren (toerengeregeld, mbv het koppelmoduul PTE-ASED.20) - één toerengeregelde toevoerventilator besturing met testschakelaar uit-aut-in - één toerengeregelde afzuigventilator besturing met testschakelaar uit-aut-in - in de stand "aut" worden de ventilatoren tijdens dagbedrijf modulerend geregeld op een constante druk d.m.v. in het inblaas- en retourkanaal gemonteerde drukopnemers. - per ventilator een storings- en bedrijfscommandosignalering - uitschakeling van de ventilatie-inrichting bij storing van één van beide ventilatoren Functies koppelmoduul De interface-moduul voorziet de volgende functionaliteit voor iedere regelbare aandrijving: Algemene controle: aan/uit en frequentie-setpoint Bedrijfsparameter-terugkoppeling: toerental, stroom, spanning en actuele frequentie Fouten: weergave en bevestiging 1.8. Snaarbreukbewaking toevoervent. en/of afzuigvent.

5 snaarbreukbewaking op toevoer- en/of afzuigventilator (voor noodsituaties overbrugbaar) 1.9. Filterbewaking signalering van vervuild filter

6 1.10. Filterbewaking en snaarbreukbewaking toevoerventilator gecombineerde bewaking van het luchtfilter en de toevoerventilatoraandrijfriem door middel van drukverschilopnemer over het luchtfilter signalering van vervuild filter bij te hoog drukverschil signalering van snaarbreuk bij te laag drukverschil instelbare gewenste waarden Temperatuurregeling (constante inblaastemperatuur) constante inblaastemperatuurregeling, waarbij de gewenste waarde, alsmede de regelversterking KR en de integratietijd TN, instelbaar. voorzien van zomer/wintercompensatie welke bij een instelbare buitentemperatuur van 10, +10, 22 en 30 C de inblaastemperatuur instelbaar met b.v. 0..2K verhoogt Temperatuurregeling (met keuze transmissiedekking) Uitvoering: Afhankelijk van de transmissiedekking, kan gekozen worden uit twee typen temperatuurregeling, t.w.: transmissiedekking door ventilatie-unit, dan geldt een: ruimtetemperatuurregeling met min. Inblaastemperatuur begrenzing transmissiedekking geheel door radiatoren, dan geldt een:

7 constante inblaastemperatuurregeling wanneer de buitentemperatuur zich onder het instelbare startpunt voor vrije koeling bevindt (zomer/winter omschakeling). Hierbij zal tevens bij dalende buitentemperatuur van +10 C naar -10 C de inblaastemperatuur met 0..2K worden verhoogd (wintercompensatie). Komt de buitentemperatuur boven het startpunt voor vrije koeling, dan schakelt de regeling om naar ruimtetemperatuurregeling met minimum inblaastemperatuur begrenzing Cascadetemperatuurregeling (inblaas- ruimtecascadetemp.) inblaastemperatuurregeling die wordt verschoven op basis van de gemeten ruimtetemperatuur, waarbij de gewenste waarde, alsmede de regelversterking KR en de integratietijd TN, instelbaar zijn. De temperatuurregeling werkt (in volgorde) op: Luchtverwarmer met luchtverwarmerklep en circulatiepomp 0-10V klepbesturing één enkeltoerenmotor besturing met testschakelaar uit-aut-in storings- en bedrijfscommandosignalering in het display bedrijfssituatie van de circulatiepomp in testschakelaarstand "automatisch": luchtverwarmerklepstand afhankelijke inschakeling buitentemperatuur afhankelijke inschakeling (Tbui. < 1 C)

8 periodieke pompenloop na uit-schakeling en een vaste nadraaitijd onder een buitentemperatuur van 7 C wordt de ventilatieinrichting uitgeschakeld bij storingsmelding van de circulatiepomp

9 Warmteterugwinning d.m.v. twincoilunit met twincoilpomp één enkeltoerenmotor besturing met testschakelaar uit-aut-in storings- en bedrijfscommandosignalering in het display bedrijfssituatie van de twincoilpomp in stand "automatisch": temperatuurregeling afhankelijke inschakeling periodieke pompenloop na uitschakeling en vaste nadraaitijd met driewegregelafsluiter en twincoilpomp driewegregelafsluiter besturing 0-10V één enkeltoerenmotor besturing met testschakelaar uit-aut-in storings- en bedrijfscommandosignalering in het display bedrijfssituatie van de twincoilpomp in stand "automatisch": klepstand afhankelijke inschakeling periodieke pompenloop na uitschakeling en vaste nadraaitijd opnemer in het watercircuit welke m.b.v. een PID-regelaar ijsafzetting op het element in het afzuigkanaal voorkomt Warmteterugwinning d.m.v. warmtewiel V besturing min. Toerentalinstelling.

10 Delta-T max. bezuinigingsomschakeling werkend op warmtewiel m.b.v. 2 temperatuuropnemers in resp. buitenluchtaanzuigkanaal en afzuigluchtkanaal of: Delta-T max. bezuinigingsomschakeling werkend op warmtewiel m.b.v. 2 temperatuuropnemers; buitentemperatuuropnemer en retouropnemer in het afzuigluchtkanaal. signalering van vervuild afzuigfilter Warmteterugwinning d.m.v. kruiswisselaar V besturing van de bypassklep Delta-T max. bezuinigingsomschakeling werkend op kruiswisselaar m.b.v. 2 temperatuuropnemers in resp. buitenluchtaanzuigkanaal en afzuigluchtkanaal of: Delta-T max. bezuinigingsomschakeling werkend op kruiswisselaar m.b.v. 2 temperatuuropnemers; buitentemperatuuropnemer en retouropnemer in het afzuigluchtkanaal. vorstbewaking door middel van een kanaalopnemer (drukverschilopnemer) ; in het aanvoerkanaal na (over) de kruistroomwisselaar signalering van vervuild afzuigfilter

11 open/dicht besturing van de bypassklep Delta-T max. bezuinigingsomschakeling werkend op kruiswisselaar m.b.v. 2 temperatuuropnemers in resp. buitenluchtaanzuigkanaal en afzuigluchtkanaal signalering van vervuild afzuigfilter vorstbewaking door middel van een kanaalopnemer (drukverschilopnemer) ; in het retourkanaal na (over) de kruistroomwisselaar (bij een lage Tbu (vorst), bestaat de mogelijkheid dat de retourtemperatuur te sterk daalt, indien dan de uitredende lucht na de Kruisstroomwisselaar onder de 12 C daalt bestaat er kans op rijp vorming.) vorstbewaking door middel van een drukverschilopnemer over de kruistroomwisselaar.

12 Luchtkoeler koeler met regelafsluiter instelbare buitentemperatuur afhankelijke vrijgave koeling driewegregelafsluiter besturing 0-10V koelcommando naar koelmachine koeler met regelafsluiter en koelpomp instelbare buitentemperatuur afhankelijke vrijgave koeling driewegregelafsluiter besturing 0-10V koelcommando naar koelmachine één enkeltoerenmotor besturing met testschakelaar uit-aut-in storings- en bedrijfscommandosignalering in het display bedrijfssituatie van de koelpomp in testschakelaarstand "automatisch": luchtkoeler-klepstand afhankelijke inschakeling periodieke pompenloop na uit-schakeling en vaste nadraaitijd direct-expansie koelmachine instelbare buitentemperatuur afhankelijke vrijgave koeling trapscommando met indicatie in display storingssignalering

13 1.14. Minimum ruimtetemperatuurbewaking in de nacht inschakeling van de ventilatie-inrichting bij een ruimtetemperatuur onder 10 C Zomernachtventilatie (kouddraaien) inschakeling van de ventilatie-inrichting met 100% buitenlucht en op hoogste toerental inschakelcriteria: ma t/m vrij van uur Tbuiten boven 18 C vrijgave Tbuiten onder 12 C blokkering Truimte boven 23 C inschakeling Truimte onder 20 C uitschakeling Truimte > Tbuiten (delta T = 3K) (e.e.a. is vast ingesteld) via zomernachtventilatie te activeren tevens uitleesbaar afgelopen nacht actief Vochtregeling regeling op ruimte r.v. met maximum inblaas r.v. begrenzing, de gewenste waarden, regelversterkingsfactor Kr, integratietijd Tn en differentiatietijd instelbaar. luchtstromingbewaking m.b.v. drukverschilschakelaar storingssignalering van de bevochtiger

14 maximum vochtbeveiliging in inblaaskanaal m.b.v. maximaalhygrostaat Luchtkwaliteitregeling toerentalomschakeling van de ventilatoren op basis van (externe) luchtkwaliteitregelaar waarvan het modulerende uitgangsignaal V wordt gebruikt luchtvervuilingsgraad voor toerentalomschakeling instelbaar Brandschakeling Met drie potentiaalvrije meldingangen voor besturing bij brand worden de volgende functies actief, t.w.: brandmeldsignalering inschakeling van toevoer- en afzuigventilator (afstandbediensleutelschakelaars in de stand in, is landelijke aanbeveling) uit/in schakeling van de toevoerventilator met afstandbediensleutelschakelaar uit/in schakeling van de afzuigventilator met afstandbediensleutelschakelaar commando's naar de luchtklep(pen) worden automatisch meegeschakeld De toestanden van de afstandbedien-sleutelschakelaars zijn alleen actief indien de brandsignalering actief is.