Bestemmingsplan Uitbreiding Tobroco. Gemeente Oisterwijk Bijlagenboek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Uitbreiding Tobroco. Gemeente Oisterwijk Bijlagenboek"

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Uitbreiding Tobroco Gemeente Oisterwijk Bijlagenboek

2 Bestemmingsplan Uitbreiding Tobroco Gemeente Oisterwijk Bijlagenboek Rapportnummer: 211X _2 Datum: 14 oktober 2016 Contactpersoon opdrachtgever: Projectteam BRO: Architectenbureau Drijvers Oisterwijk BV De heer N. Drijvers Wim de Ruiter en Corianne Verberne Trefwoorden: Bron foto kaft: BRO, Abstract 4 Beknopte inhoud: BRO Hoofdvestiging Bosscheweg WV Boxtel T +31 (0) F +31 (0) E info@bro.nl

3 Inhoudsopgave BIJLAGEN Bijlage 1: Bodemonderzoek Bijlage 2: Waterparagraaf Bijlage 3: Flora en faunaonderzoek Bijlage 4: Archeologisch onderzoek Bijlage 5: Memo verkeer en parkeren Bijlage 6: Advies externe veiligheid Uitbreiding Tobroco Oisterwijk

4 BIJLAGEN

5 Bijlage 1: Bodemonderzoek

6 Verkennend bodemonderzoek Schijfstraat 19A te Oisterwijk

7

8 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In opdracht van BRO heeft AGEL adviseurs een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een locatie aan de Schijfstraat 19A te Oisterwijk. De locatie betreft een braakliggende industrieterrein met twee elektra, gashuisjes en heeft een oppervlakte van circa m 2. De aanleiding voor het uitvoeren van het bodemonderzoek vormt de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op de locatie. Het verkennend bodemonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Op basis van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek dient te worden vastgesteld of de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem een beletsel vormt voor de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op de locatie. Resultaten vooronderzoek en hypothese Op basis van de resultaten van het vooronderzoek wordt de onderzoekslocatie aangemerkt als een, voor bodemverontreiniging, onverdachte locatie. Dit betekent dat conform de NEN 5740 de strategie ONV van toepassing is en er geen overschrijdingen van de streefwaarden respectievelijk lokale achtergrondwaarden worden verwacht. Uitvoering veld en laboratoriumonderzoek Het plaatsen van de boringen en peilbuis is op 26 november 2013 door de heer M.P. van Ast uitgevoerd, conform de voorschriften en werkwijze van het protocol De monstername van het grondwater heeft plaatsgevonden op 6 december 2013 door de heer C.A.P. Snoeren, conform protocol De betreffende heren zijn ervaren geregistreerde veldmedewerkers. Conclusies Op basis van de resultaten van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek wordt het volgende geconcludeerd: De bovengrond is plaatselijk ten gevolge van bijmengingen met puin licht verontreinigd met cadmium. De gemeten gehalten van de overige geanalyseerde parameters zijn kleiner dan de achtergrondwaarden. In de ondergrond zijn geen overschrijdingen van de achtergrondwaarden gemeten. In het grondwater is een licht verhoogde concentratie aan barium aangetoond. De resultaten van het verkennend bodemonderzoek vormen geen beletsel voor de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op de locatie. De resultaten van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek geven geen aanleiding voor het verrichten van een nader bodemonderzoek naar de aard, omvang en risico s van de tijdens onderhavig onderzoek aangetoonde verontreinigingen.

9 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 2 SAMENVATTING INHOUD blz. 1 INLEIDING 4 2 VOORONDERZOEK Algemeen en bronvermelding Locatiegegevens en huidige situatie Onderzoekslocatie Omgeving Zonering bodemkwaliteitskaart Historische gegevens Onderzoekslocatie Omgeving Beschikbaar bodemonderzoek Toekomstig gebruik Bodemopbouw en geohydrologie Financieel juridische informatie Conclusie vooronderzoek en hypothese 8 3 VELD EN LABORATORIUMONDERZOEK Kwalibo vereisten Opzet en uitvoering Resultaten veldonderzoek Monsterselectie en chemische analyses 11 4 RESULTATEN EN INTERPRETATIE Toetsingskader Toetsing analyseresultaten Analyseresultaten Resultaten grondonderzoek Resultaten grondwateronderzoek Bespreking van de resultaten Resultaten grond Resultaten grondwater Toetsing van de hypothese 13 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 14 6 NORMERING EN BETROUWBAARHEID 15

10 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 3 BIJLAGEN 1 Locatiekaart 2 Kadastrale gegevens 3 Situatietekening met boorpunten 4 Boorbeschrijvingen 5 Analysecertificaten 6 Toetsing analyseresultaten 7 Toelichting en achtergrond toetsingskader 8 Fotoreportage AGEL adviseurs 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

11 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 4 1 INLEIDING In opdracht van BRO heeft AGEL adviseurs een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een locatie aan de Schijfstraat 19A te Oisterwijk. De locatie betreft een braakliggende industrieterrein met twee elektra, gashuisjes en heeft een oppervlakte van circa m 2. De aanleiding voor het uitvoeren van het bodemonderzoek vormt de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op de locatie. Het verkennend bodemonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Op basis van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek dient te worden vastgesteld of de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem een beletsel vormt voor de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op de locatie. Het voorliggende bodemonderzoek is uitgevoerd conform de richtlijn voor verkennend bodemonderzoek (NEN 5740, Bodem Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, versie januari 2009). De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000 (protocollen 2001 en 2002), waarvoor AGEL adviseurs erkend is door het ministerie van Infrastructuur en Milieu. In het voorliggende rapport komen de volgende aspecten aan de orde: Vooronderzoek en onderzoekshypothese (hoofdstuk 2); Uitgevoerde veld en laboratoriumwerkzaamheden (hoofdstuk 3); Resultaten en interpretatie (hoofdstuk 4); Conclusies en aanbevelingen (hoofdstuk 5). In hoofdstuk 6 wordt tenslotte een toelichting gegeven op het normenkader en de factoren die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid van het onderzoek.

12 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 5 2 VOORONDERZOEK 2.1 Algemeen en bronvermelding Onderdeel van het verkennend bodemonderzoek is het verrichten van een vooronderzoek (ook wel historisch bodemonderzoek) conform de NEN 5725 (Bodem Leidraad voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek, versie januari 2009). Op basis van het vooronderzoek is bepaald of op de locatie of op delen van de locatie bodemverontreiniging verwacht kan worden. Voor de afbakening van de onderzoekslocatie is gekozen voor een perceelsgewijze afbakening voor het deel van het perceel waarop de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling betrekking op heeft. Het geografisch gebied waarop het vooronderzoek betrekking heeft richt zich op de onderzoekslocatie waarbinnen het geografisch besluitvormingsgebied valt en de aangrenzende percelen tot een maximale afstand van 25 meter. Bij het vooronderzoek is informatie verzameld over het voormalige, huidige en toekomstige gebruik van de locatie. Hierin worden drie niveaus onderscheiden: het beperkte, het standaard en het uitgebreide vooronderzoek. Gezien de doelstelling van het bodemonderzoek is uitgegaan van een vooronderzoek op standaardniveau. Het vooronderzoek heeft bestaan uit de volgende activiteiten: Opvragen van informatie bij de opdrachtgever, eigenaar en gemeente; Bepaling omvang (bodem en) vooronderzoeksgebied; Het verrichten van een locatieinspectie. Aangezien uit de verkregen informatie van de gemeente Oisterwijk via een geen bepaalde verdachtheid is gebleken is geen aanvullend archiefonderzoek verricht. In het kader van het vooronderzoek zijn de onderstaande bronnen geraadpleegd. Tevens is aangegeven of voor de onderzoekslocatie relevante informatie aangetroffen is. Tabel 2.1: Geraadpleegde bronnen Instantie Geraadpleegd Aspect Relevante info aanwezig Opdrachtgever Ja Afbakening onderzoeksgebied Informatie huidig en voormalig gebruik Toekomstig gebruik Eerder bodemonderzoek Verwachting niet gesprongen explosieven Verwachting aanwezigheid archeologische waarden Gemeente Ja BodemInformatiesysteem (BIS) en/of eerder onderzoek Vervallen Hinderwetvergunningen (statisch) Actuele milieuvergunningen (dynamisch) Bouwvergunningen Archief BOOT/tankenbestand Bodemkwaliteitskaart Meldingen grondverzet Bevoegd gezag Wbb Nee Beschikkingen Wet bodembescherming Regionaal archief Nee Historische informatie Kadaster Ja Kadastrale situatie Kabels en leidingen informatie (KLIC) + Locatieinspectie Ja Bodembedreigende activiteiten Verwachting t.a.v. asbest Bodemloket Ja Informatie Landsdekkend beeld/globis# Locatieinterviews Nee N.v.t

13 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 6 Literatuur en eigen archief Ja Bodemkaart van Nederland (Stiboka/Alterra) Grondwaterkaart van Nederland, TNO Luchtfoto google earth Historische atlas en watwaswaar.nl Topografische kaart Grondwateronttrekkingen Provinciale milieuverordening (PMV) Overig N.v.t. N.v.t. + : Informatie aanwezig m.b.t. onderzoekslocatie; : Geen voor het onderzoek relevante informatie aanwezig m.b.t. onderzoekslocatie; BOOT : Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks; GHG/GLG : Gemiddeld hoogste resp. laagste grondwaterstaand; # : Dit betreft o.a. uitgevoerd bodemonderzoek, saneringen en historisch verdachte activiteiten Locatiegegevens en huidige situatie Onderzoekslocatie De onderzoekslocatie betreft een braakliggende industrieterrein met twee elektra, gashuisjes. Onderstaand zijn de locatiegegevens samengevat. Tabel 2.2: Locatiegegevens Aspect Gegevens Adres Schijfstraat 19A te Oisterwijk Kadastraal (bijlage 2) Gemeente: Oisterwijk Sectie: A Nummer(s): 3311, 3801, 6767 en 6872 Topografie en RDcoördinaten (bijlage 1) x: y: Eigenaar Aktivabedrijf Enexis Brabant B.V. en Toine Brock Vastgoed B.V. Gebruiker Bedrijvigheid (nnutsvoorzieningen) erf en tuin Bestemming/Gebruik Bedrijvigheid (nnutsvoorzieningen) erf en tuin Oppervlakte kadastraal perceel(en) Circa m² Onderzoekslocatie: circa m² Een situatietekening met begrenzing van de onderzoekslocatie is weergegeven in bijlage 3. Figuur 2.1: Luchtfoto onderzoekslocatie (met rood aangegeven)

14 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 7 Tijdens de terreininspectie zijn aan het oppervlak van de locatie geen indicaties verkregen die in verband kunnen worden gebracht met een mogelijke verontreiniging van de bodem Omgeving De onderzoekslocatie bevindt zich op een bedrijventerrein. De omgeving van de onderzoekslocatie bestaat uit: Noordzijde : bedrijf aan de Beneluxstraat 4; Oostzijde : bedrijf aan de Schijfstraat 19; Zuidzijde : bedrijf aan de Schijfstraat 1719; Westzijde : bedrijf aan de Schijfstraat 19. Op basis van uitgevoerde bodemonderzoeken in de directe omgeving van de locatie zijn er geen factoren bekend die van invloed zijn op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie Zonering bodemkwaliteitskaart De gemeente Oisterwijk heeft in 2009 een bodemkwaliteitskaart vastgesteld (Bodembeheernota Oisterwijk, SRE Milieudienst, kenmerk , d.d. 27 juli 2009). Op basis van deze kwaliteitskaart wordt de volgende gebiedseigen bodemkwaliteit verwacht: Bovengrond : wonen; Ondergrond : achtergrondwaarde; Bodemfunctie : industrie. 2.3 Historische gegevens Onderzoekslocatie Bij het raadplegen van de gebruikte bronnen zijn er geen historisch relevante gegevens naar voren gekomen die van belang zijn voor het verrichten van bodemonderzoek. Wel is tijdens het uitvoeren van de veldwerkwerkzaamheden een bestaande peilbuis waargenomen. De locatie van betreffende peilbuis is weergegeven in de tekening van bijlage 3. Het onderzoek is niet achterhaalbaar gebleken Omgeving In de omgeving van de locatie zijn een groot aantal historische activiteiten bekend. Op basis van uitgevoerde bodemonderzoeken in de directe omgeving van de locatie zijn er geen factoren bekend die van invloed zijn op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie Beschikbaar bodemonderzoek Ter plaatse van de onderzoekslocatie zijn bij de gemeente geen bodemonderzoeken bekend. Rondom de onderzoekslocatie zijn de volgende bedrijfsterreinen onderzocht: Aan de Beneluxstraat 1014 en Heusdensebaan 7 is in 2009 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn in de bovengrond verhoogde gehalten lood en PAK aangetroffen in een concentratie boven de achtergrondwaarde. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aangetroffen in concentraties boven de achtergrondwaarden. In het grondwater is een verhoogd gehalte barium aangetroffen in een concentratie boven de streefwaarde. Aan de Beneluxtraat 4 is in 1999 een nulsituatie bodemonderzoek uitgevoerd. Hierbij is in de bovengrond een verhoogd gehalte EOX aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aangetoond ten opzichte van de streefwaarden. In het grondwater zijn verhoogde gehalten chroom, nikkel en lood aangetroffen in concentraties boven de streefwaarde.

15 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 8 Aan de Schijfstraat 21 is in 1999 een verkenend bodemonderzoek uitgevoerd, hierbij is in de grond een verhoogde gehalte EOX aangetroffen in een concentratie boven de streefwaarde. In het grondwater is een verhoogd gehalte chroom en zink aangetroffen in een concentratie boven de streefwaarde. Aan de Beneluxstraat 6 is in 1993 een bodem en een grondwatersanering uitgevoerd. Van deze onderzoeken zijn geen nadere gegevens achterhaalbaar gebleken bij het bevoegd gezag. Gesteld kan worden dat het niet aannemelijk is dat de verkregen resultaten van negatieve invloed zijn op de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie. 2.4 Toekomstig gebruik In het kader van de voorgenomen ruimtelijke o bestemmingswijziging op de locatie zal ter plaatse van de onderzoekslocatie in de toekomst een bedrijf worden gerealiseerd. 2.5 Bodemopbouw en geohydrologie Het maaiveld bevindt zich op ongeveer 10,8 m +NAP. Van de locatie is de volgende regionale bodemopbouw achterhaald. Tabel 2.3: Bodemopbouw en geohydrologie Diepte (m mv/nap) Geohydrologische eenheid Samenstelling 0 15,5 Formatie van Boxtel Leem, sterk zandig 15,5 56,4 Formatie van Sterksel Zand, zwak siltig 56,4 59 Formatie van Stramproy Klei Formatie van Waalre Leem, sterk zandig ,5 Formatie van Waalre Stiltig zand, leemlagen 118,5 153,4 Formatie van Maassluis Zand, zwak siltig, zwak grindig De regionale grondwaterstromingsrichting van het eerste watervoerende pakket is overwegend noordwestelijk gericht. 2.6 Financieel juridische informatie In het kader van onderhavig bodemonderzoek is behoudens de in bijlage 2 opgenomen kadastrale gegevens geen nadere financieel juridische informatie verzameld. Het uitvoeren van een daadwerkelijke juridische toets maakt geen deel uit van onderhavig bodemonderzoek. 2.7 Conclusie vooronderzoek en hypothese Op basis van de resultaten van het vooronderzoek wordt de onderzoekslocatie aangemerkt als een, voor bodemverontreiniging, onverdachte locatie. Dit betekent dat conform de NEN 5740 de strategie ONV van toepassing is en er geen overschrijdingen van de streefwaarden respectievelijk lokale achtergrondwaarden worden verwacht.

16 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 9 3 VELD EN LABORATORIUMONDERZOEK 3.1 Kwalibo vereisten De veldwerkzaamheden zijn onder certificaat uitgevoerd door AGEL adviseurs conform de vigerende versie van de BRL SIKB 2000 en bijbehorende protocollen. AGEL adviseurs is voor deze werkzaamheden gecertificeerd door Eerland Certification (nummer ECSIK20258) en erkend door het ministerie van Infrastructuur en Milieu (zie De grond en grondwatermonsters zijn geanalyseerd door het milieulaboratorium van OMEGAM Laboratoria te Amsterdam. De chemische analyses zijn uitgevoerd conform de accreditatie AS3000 waarvoor OMEGAM Laboratoria door de Raad voor Accreditatie (RvA) erkend is als testlaboratorium. 3.2 Opzet en uitvoering Het plaatsen van de boringen en peilbuis is op 26 november 2013 door de heer M.P. van Ast uitgevoerd, conform de voorschriften en werkwijze van het protocol De monstername van het grondwater heeft plaatsgevonden op 6 december 2013 door de heer C.A.P. Snoeren, conform protocol De betreffende heren zijn ervaren geregistreerde veldmedewerkers. Voor aanvang van de veldwerkzaamheden is de locatie en het maaiveld visueel geïnspecteerd, waarna de plaats van de boringen is bepaald. Op grond van de resultaten van het vooronderzoek is er geen aanleiding tot het verrichten van inpandige boringen. In tabel 3.1 is een overzicht opgenomen van de onderzoeksopzet en hierbij behorende veldwerkzaamheden en verrichte analyses. De locatie met situering van de boringen is weergegeven in bijlage 3. Tabel 3.1: Opzet veld en laboratoriumonderzoek Locatie Aantal boringen (en boornummers) Chemische analyses (en monstercodering) 0,5 m mv 1 2,0 m mv 1 Met peilbuis Grond Grondwater Circa m 2 Nr. 4 t/m 13 Nr. 2 en 3 Nr. 1 OG: 1 x A BG: 2 x A 2 1 x B 3 BG OG : Bovengrond, in principe van 0,0 tot 0,5 m mv; : Ondergrond, in principe van 0,5 tot 2,0 m mv; : Ondiepe boringen in principe 0,5 m mv, diepe boringen in principe tot grondwater met max. 2,0 m mv; : Standaard stoffenpakket grond (A) met de parameters organische stof en lutum, de metalen barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink en de organische parameters sompcb s, sompak s en minerale olie; : Standaard stoffenpakket grondwater (B) met de parameters vluchtige aromaten (BTEXN), vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl 10 parameters), minerale olie (GC) en zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink). Bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn geen significante afwijkingen gerapporteerd die van invloed zijn op de voorschriften en werkwijze van de genoemde protocollen. In verband met zintuiglijke waarnemingen zijn een aantal boringen dieper doorgeboord. In het westelijk deel van de onderzoekslocatie zijn in verband met de aanwezigheid van bebouwing en een aanwezige hoogdrukgasleiding geen boringen geplaatsts.

17 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 10 De vrijgekomen grond uit de boringen is in het veld geclassificeerd (vaststellen bodemopbouw), beoordeeld op de aanwezigheid van verontreinigingen en voor chemisch onderzoek bemonsterd. Afwijkende of verontreinigde bodemlagen (zoals de aanwezigheid van bodemvreemde materialen als bijvoorbeeld puin, verkleuringen van de grond en geurwaarnemingen) zijn apart bemonsterd. De grondmonsters zijn direct verpakt in glazen potten en afgesloten met een neopreen deksel. De potten zijn vervolgens gekoeld opgeslagen. Een grondmonster heeft betrekking op een maximaal bodemtraject van 0,5 meter. Indien bij een boring meerdere grondmonsters zijn genomen, is met een toenemende diepte de codering 1, 2, 3 enz. aan het monsternummer toegevoegd. Op grond van de Arbowet is het niet toegestaan actief geurwaarnemingen te doen aan grondmonsters. Indien hiertoe aanleiding bestaat wordt een PIDmeter gebruikt of oliewatertesten gedaan ter indicatie om de aanwezigheid van vluchtige koolwaterstoffen en olieproduct in de bodem zintuiglijk vast te stellen. De peilbuis is voorzien van een filter met een lengte van 1,0 meter en afgewerkt met filtergrind en een bentonietafsluiting. De peilbuis is aan het maaiveld afgewerkt met een afsluitbare straatpot. Bij de codering van de grondwatermonster is het nummer van de peilbuis aangehouden met toegevoegd nummer filter nummer watermonster (bijvoorbeeld: 111). De waarnemingen tijdens het veldwerk en de verkregen monsters zijn geregistreerd in een veldcomputer en verwerkt in een boorprogramma. De resultaten worden onderstaand besproken. 3.3 Resultaten veldonderzoek In bijlage 4 zijn de resultaten van de boorbeschrijvingen in de vorm van boorprofielen weergegeven. Globaal is de bodem tot de maximale boordiepte als volgt opgebouwd: 0,0 0,5 m mv : Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen grind; 0,5 1,5 m mv : Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus; 1,5 3,0 m mv : Leem, zwak zandig, sterk gleyhoudend; 3,0 4,0 m mv : Zand, zeer fijn, sterk siltig, sporen gley. Het grondwater bij het plaatsen van de boringen is waargenomen op circa 2,5 m mv. In tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de zintuiglijke waargenomen bijzonderheden aan de opgeboorde grond tijdens het veldwerk. Tabel 3.2: Zintuiglijk aangetroffen bijzonderheden Boring Einddiepte Traject Hoofdbestanddeel Zintuiglijke waarneming (m mv) (m mv) 1 4,00 0,02 0,10 Puin Volledig puin 0,10 0,60 Zand Sporen baksteen 2 2,00 0,00 0,50 Zand Sporen baksteen 3 2,00 0,50 1,00 Zand Sporen baksteen 8 0,65 0,03 0,15 Puin Uiterst puinhoudend 9 1,30 0,00 0,80 Zand Sporen baksteen 10 1,00 0,00 0,50 Zand Zwak baksteenhoudend 11 1,00 0,00 0,50 Zand Sporen baksteen, sporen puin

18 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 11 In tabel 3.3 staan de veldwaarnemingen met betrekking tot het grondwater. Tabel 3.3: Veldwaarnemingen met betrekking tot het grondwater Peilbuis Filtertraject (m mv) Stijghoogte (m mv) Temp. ( 0 C) ph* Ec (µs/cm) ** Troebelheid (NTU) Zintuiglijke waarneming 1 3,00 4,00 2,60 7,4 6, *) : Normale waarden voor de ph liggen tussen 4,0 en 8,0; **) : Normale waarden voor de Ec liggen onder µs/cm. Aan het opgepompte grondwater zijn zintuiglijk geen afwijkingen waargenomen. 3.4 Monsterselectie en chemische analyses Op basis van de resultaten van het veldonderzoek is een selectie gemaakt in de te analyseren grondmonsters waarbij een aantal grondmonsters is samengesteld tot mengmonsters. Voor mengmonsters is de codering MM1 etc aangehouden. Het samenstellen van de mengmonsters is uitgevoerd door het laboratorium. De grond en grondwatermonsters zijn geanalyseerd op de parameters van de standaardpakketten voor milieuhygiënisch bodemonderzoek zoals vastgelegd in de Regeling Bodemkwaliteit en de NEN Een overzicht van de uitgevoerde analyses is voor de grond en grondwatermonsters weergegeven in de tabellen 3.4 en 3.5. Tabel 3.4: Uitgevoerde analyses grond Monstercode Samenstelling deelmonsters Traject Omschrijving en Analysepakket (boringmonster) (m mv) bijzonderheden Bovengrond mm1 12, 101, 111, 21, 91 0,00 0,60 Zand, zwak baksteenhoudend, A pakket sporen puin mm2 121, 131, 31, 41, 51, 71, 82 0,00 0,65 Zand A pakket Ondergrond mm3 13, 102, 112, 23, 32, 93 0,50 1,30 Zand, sporen baksteen A pakket A pakket : Standaard stoffenpakket grond (A) met de parameters organische stof en lutum, de metalen barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink en de organische parameters sompcb s, sompak s en minerale olie. Tabel 3.5: Uitgevoerde analyses grondwater Monstercode Peilbuis Analysepakket 111 Pb 1 B pakket B pakket : Standaard stoffenpakket grondwater (B) met de parameters vluchtige aromaten (BTEXN), vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl 10 parameters), minerale olie (GC) en zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink). De analyserapporten van het laboratorium zijn opgenomen in bijlage 5. Door het laboratorium zijn geen afwijkingen van de AS3000 gerapporteerd. De resultaten van de chemische analyses worden in volgend hoofdstuk weergegeven en geïnterpreteerd.

19 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 12 4 RESULTATEN EN INTERPRETATIE 4.1 Toetsingskader De analyseresultaten zijn vergeleken met het referentiekader van de Circulaire bodemsanering per 1 juli De monsters zijn getoetst middels BoToVa (versie 1.0.0), waarbij gebruik is gemaakt van de toetsingskaders T2 (Beoordeling kwaliteit ontvangende landbodem) en T12 (Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb) en T13 (Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb). Een toelichting op het toetsingscriteria en het wettelijk kader is opgenomen in bijlage 7. Bij de toetsing aan de Circulaire bodemsanering worden drie toetsingsniveaus gebruikt: 1. De streefwaarden grondwater geven aan wat het ijkpunt is voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico s voor het ecosysteem. De streefwaarden voor grond zijn sinds 2008 niet meer opgenomen in de Circulaire en vervangen door de achtergrondwaarden (AW2000) uit de Regeling bodemkwaliteit. De gehalten zoals die op dit moment voorkomen in de bodem van natuur en landbouwgronden waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen. 2. De tussenwaarde geeft het niveau aan waarbij nader bodemonderzoek noodzakelijk is. De tussenwaarde voor grond was voorheen het gemiddelde van streef en interventiewaarde en is nu vervangen door het gemiddelde van de achtergrondwaarden (AW2000) en de interventiewaarden voor grond. Voor grondwater blijft de tussenwaarde ongewijzigd: het gemiddelde van streef en interventiewaarden voor grondwater. 3. De interventiewaarden bodemsanering geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor de mens, dier en plant ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Bij de bespreking van de resultaten wordt de volgende gradatie aangehouden: Niet verontreinigd: gehalten aan verontreinigde stoffen in concentraties beneden de landelijke achtergrondwaarden danwel voor grondwater beneden de streefwaarden; Licht verontreinigd: gehalten aan verontreinigde stoffen in concentraties boven de landelijke achtergrondwaarden (of voor grondwater streefwaarden) maar beneden de tussenwaarden; Matig verontreinigd: gehalten aan verontreinigde stoffen in concentraties boven de tussenwaarden maar kleiner dan de interventiewaarden; Sterk verontreinigd: gehalten aan verontreinigde stoffen in concentraties boven de interventiewaarden. 4.2 Toetsing analyseresultaten Analyseresultaten De volledige toetsing van de analyseresultaten heeft plaatsgevonden in bijlage 7. De toetsingswaarden voor grond zijn afhankelijk gesteld van de lutum en organische stofgehalten van de grond. De hiervoor gecorrigeerde toetsingswaarden zijn weergegeven in bijlage 7. Bij de toetsing is rekening gehouden met verhoogde rapportagegrenzen van de eisen uit de AS3000. Hierdoor is een aantal waarden waaraan getoetst wordt strenger dan het niveau waarop gemeten wordt. Bij de interpretatie van het meetresultaat < rapportagegrens AS3000 wordt ervan uitgaan dat de kwaliteit voldoet aan de betreffende toetsingswaarde. In de tabellen 4.1 en 4.2 zijn de resultaten van de toetsing samengevat.

20 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad Resultaten grondonderzoek Tabel 4.1: Overzicht toetsingsresultaat grond Monstercode Omschrijving Toetsing Wbb Toets Bbk Traject (m mv) Samenstelling > aw2000 > T > IW Actuele bodem kwaliteit mm1 0,00 0,60 Zand, zwak cadmium AW baksteenhoudend, sporen puin mm2 0,00 0,65 Zand AW mm3 0,50 1,30 Zand, sporen baksteen AW De gehalten die de betreffende achtergrondwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: : Geen verhogingen gemeten; > AW2000 : Het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde; > T : Het gehalte is groter dan de tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde; > IW : Het gehalte is groter dan de interventiewaarde; Bbk : Indicatieve toetsing Besluit bodemkwaliteit (Bbk) als vrijkomende bodem; AW : Achtergrondwaarde AW2000; Wo : Klasse Wonen; Ind. : Klasse Industrie; NT : Niet toepasbaar Resultaten grondwateronderzoek Tabel 4.2: Overzicht toetsingsresultaat grondwater Monster Omschrijving Toetsing Wbb code Peilbuis Filter (m mv) > S > T > IW ,00 4,00 barium De gehalten die de betreffende streefwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: : Geen verhogingen gemeten; > S : Het gehalte is groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde; > T : Het gehalte is groter dan de tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde; > IW : Het gehalte is groter dan de interventiewaarde. 4.3 Bespreking van de resultaten Resultaten grond In het mengmonster van de puin en baksteenhoudende zandige bovengrond (MM1) is een licht verhoogde gehalte aan cadmium aangetoond. De overige geanalyseerde parameters zijn niet verhoogde aangetoond. In de overige mengmonsters van de boven en ondergrond zijn geen van de geanalyseerde parameters verhoogd boven de achtergrondwaarden aangetoond Resultaten grondwater In het grondwater uit peilbuis 1 overschrijdt de concentratie aan barium de streefwaarden. Met betrekking tot de overige parameters zijn geen verhogingen van de streefwaarde aangetoond Toetsing van de hypothese Op basis van de resultaten van het veld en laboratoriumonderzoek dient de hypothese onverdacht te worden verworpen. De resultaten geven echter geen aanleiding tot het verrichten van een onderzoek met gewijzigde onderzoeksopzet.

21 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 14 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Op basis van de resultaten van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek wordt het volgende geconcludeerd: De bovengrond is plaatselijk ten gevolge van bijmengingen met puin licht verontreinigd met cadmium. De gemeten gehalten van de overige geanalyseerde parameters zijn kleiner dan de achtergrondwaarden. In de ondergrond zijn geen overschrijdingen van de achtergrondwaarden gemeten. In het grondwater is een licht verhoogde concentratie aan barium aangetoond. De resultaten van het verkennend bodemonderzoek vormen geen beletsel voor de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op de locatie. De resultaten van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek geven geen aanleiding voor het verrichten van een nader bodemonderzoek naar de aard, omvang en risico s van de tijdens onderhavig onderzoek aangetoonde verontreinigingen. Aanbevelingen en opmerkingen Opgemerkt wordt dat dit onderzoek geen bewijsmiddel is zoals bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit voor toepassing van grond elders. Voor de definitieve kwaliteitsbepaling van grond die vrijkomt van de onderzoekslocatie kan afhankelijk van de bestemming en toepassing bij afvoer van de grond een partijkeuring noodzakelijk zijn (AP04). De gemeente is bevoegd gezag inzake grondverzet en toepassing van grond binnen de restricties en voorwaarden van de bodemkwaliteitskaart. Hiervoor geldt een meldingsprocedure.

22 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk blad 15 6 NORMERING EN BETROUWBAARHEID De volgende documenten hangen samen met verricht bodemonderzoek conform de NEN 5740: NENENISO Water Monsterneming Deel 3: Richtlijn voor de conservering en behandeling van watermonsters; NEN 5706 Richtlijnen voor de beschrijving van zintuiglijke waarnemingen tijdens de uitvoering van milieukundig bodemonderzoek; NEN 5707 Bodem Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem; NEN 5709 Bodem Monstervoorbehandeling voor de bepaling van organische en anorganische parameters in grond; NEN 5720 Bodem Waterbodem Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek in waterbodem; NEN 5725 Bodem Leidraad voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek; NTA 5727 Bodem Monsterneming en analyse van asbest in waterbodem en baggerspecie; NEN 5744 Bodem Monsterneming van grondwater; NEN 5745 Bodem Monsterneming van grondwater ten behoeve van de bepaling van vluchtige verbindingen; NEN 5861 Milieu Procedures voor de monsteroverdracht; NEN 7777 Milieu Prestatiekenmerken van meetmethoden. Het onderhavige bodemonderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de geldende normen en in het kader van de BRL 2000 van toepassing zijnde protocollen. Het uitgevoerde bodemonderzoek is gebaseerd op de thans beschikbare informatie en de hieruit afgeleide onderzoeksstrategie. Ondanks het streven naar een zo groot mogelijke representativiteit en reproduceerbaarheid van het onderzoek kunnen ten gevolge van heterogeniteit in de bodem en onvolledige informatie buiten de schuld van AGEL Adviseurs afwijkingen in de verkregen resultaten voorkomen. Er blijft altijd een kans aanwezig dat een op de locatie aanwezige verontreiniging niet wordt vastgesteld ten gevolge van de aanwezige trefkans en de uitmiddeling bij het samenstellen van (meng)monsters. Er dient tevens op te worden gewezen dat het uitgevoerde onderzoek een momentopname is. Na uitvoering van het onderzoek kunnen de grond en grondwaterkwaliteit worden beïnvloed door bijvoorbeeld grondverzetwerkzaamheden zoals de aanvoer van grond van elders, opslag van milieubelastende producten, calamiteiten of verspreiding van verontreiniging vanaf nabij gelegen terreinen. Naarmate de periode tussen de uitvoering van het onderzoek en het gebruik van de resultaten langer wordt, zal meer voorzichtigheid betracht moeten worden bij het gebruik van dit rapport. AGEL adviseurs acht zich niet aansprakelijk voor de schade die hieruit voortvloeit. AGEL adviseurs heeft op geen enkele wijze een relatie met de opdrachtgever en/of de onderzoekslocatie waarop het onderzoek betrekking heeft. AGEL adviseurs heeft als onderzoeksbureau vastgelegd in haar kwaliteitszorgsysteem dat de (mogelijke) beïnvloeding van werknemers door derden te allen tijde dient te worden vastlegt en vermeld. Mocht hiervan sprake zijn en heeft dit invloed op de onderzoeksstrategie dan wordt dit in de verslaglegging en rapportage vermeld. AGEL adviseurs garandeert hiermee dat een volledig onafhankelijk en onpartijdig onderzoek is uitgevoerd.

23 BIJLAGE 1 LOCATIEKAART

24

25 BIJLAGE 2 KADASTRALE GEGEVENS

26 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: A m 5 m 25 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 16 december 2013 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel OISTERWIJK A 3801 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

27 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: OISTERWIJK A Schijfstraat OISTERWIJK 9:44:28 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: OISTERWIJK A 3311 Grootte: 3 a 34 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: ERF TUIN Locatie: Schijfstraat OISTERWIJK Koopsom: Jaar: 1989 Oorspronkelijke koopsom is NLG (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.

28 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: OISTERWIJK A Schijfstraat OISTERWIJK 9:44:28 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Aktivabedrijf Enexis Brabant B.V. Burgemeester Burgerslaan NH ROSMALEN Postadres: Magistratenlaan MB 'SHERTOGENBOSCH Zetel: ROSMALEN Recht ontleend aan: HYP4 8289/9 reeks BREDA d.d Eerst genoemde object in OISTERWIJK A 3311 brondocument: Recht ontleend aan: HYP /11 reeks BREDA d.d Eerst genoemde object in brondocument: OISTERWIJK A 3311 Brondocumenten mogelijk van belang: REC d.d HYP4 8556/46 reeks BREDA d.d REC 933 d.d HYP /87 d.d HYP4 8740/21 reeks BREDA d.d REC d.d Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /83 d.d HYP /15 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /125 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /128 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /45 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /129 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /127 d.d NAAMSWIJZIGING ACG d.d NAAMSWIJZIGING Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

29 Kadastraal bericht object pagina 1 van 2 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: OISTERWIJK A Beneluxstraat OISTERWIJK 9:42:39 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: OISTERWIJK A 3801 Grootte: 24 a 80 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: BEDRIJVIGHEID (NUTSVOORZIENING) ERF TUIN Locatie: Beneluxstraat OISTERWIJK Industrielaan OISTERWIJK Jaar: 1989 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster.

30 Kadastraal bericht object pagina 2 van 2 Kadaster Betreft: OISTERWIJK A Beneluxstraat OISTERWIJK 9:42:39 Uw referentie: Toestandsdatum: Gerechtigde EIGENDOM Aktivabedrijf Enexis Brabant B.V. Burgemeester Burgerslaan NH ROSMALEN Postadres: Magistratenlaan MB 'SHERTOGENBOSCH Zetel: ROSMALEN Recht ontleend aan: HYP4 8289/9 reeks BREDA d.d Eerst genoemde object in OISTERWIJK A 3801 brondocument: Recht ontleend aan: HYP /11 reeks BREDA d.d Eerst genoemde object in brondocument: OISTERWIJK A 3801 Brondocumenten mogelijk van belang: HYP /161 d.d REC d.d HYP4 8556/46 reeks BREDA d.d REC 933 d.d HYP /87 d.d HYP4 8740/21 reeks BREDA d.d REC d.d Nog niet (volledig) verwerkte brondocumenten: HYP /83 d.d HYP /15 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /125 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /128 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /45 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /129 d.d NAAMSWIJZIGING HYP /127 d.d NAAMSWIJZIGING ACG d.d NAAMSWIJZIGING Aantekening recht RAADPLEEG BRONDOCUMENT Ontleend aan: HYP /133 d.d Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

31 Kadastraal bericht object pagina 1 van 1 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: OISTERWIJK A Industrielaan KC OISTERWIJK 16:58:54 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: OISTERWIJK A 6767 Grootte: 33 a 10 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: BEDRIJVIGHEID (INDUSTRIE) TERREIN (INDUSTRIE) Locatie: Industrielaan KC OISTERWIJK Koopsom: Jaar: 2013 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Ontstaan uit: OISTERWIJK A 6623 gedeeltelijk Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend aan: ATG d.d Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Toine Brock Vastgoed B.V. Beneluxstraat KE OISTERWIJK Zetel: OISTERWIJK Recht ontleend aan: HYP /113 d.d Eerst genoemde object in OISTERWIJK A 6767 brondocument: Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

32 Kadastraal bericht object pagina 1 van 1 Kadaster Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens inzake hypotheken en beslagen Betreft: OISTERWIJK A Industrielaan 8 A 5061 KC OISTERWIJK 16:59:41 Uw referentie: Toestandsdatum: Kadastraal object Kadastrale aanduiding: OISTERWIJK A 6872 Grootte: 31 a 73 ca Coördinaten: Omschrijving kadastraal object: BEDRIJVIGHEID (INDUSTRIE) TERREIN (INDUSTRIE) Locatie: Industrielaan 8 A 5061 KC OISTERWIJK Koopsom: Jaar: 2013 (Met meer onroerend goed verkregen) Ontstaan op: Ontstaan uit: OISTERWIJK A 6624 gedeeltelijk Aantekening kadastraal object LOCATIEGEGEVENS ONTLEEND AAN BASISREGISTRATIES ADRESSEN EN GEBOUWEN Ontleend aan: ATG d.d Publiekrechtelijke beperkingen Er zijn geen beperkingen bekend in de Landelijke Voorziening WKPB en de Basisregistratie Kadaster. Gerechtigde EIGENDOM Toine Brock Vastgoed B.V. Beneluxstraat KE OISTERWIJK Zetel: OISTERWIJK Recht ontleend aan: HYP /113 d.d Eerst genoemde object in OISTERWIJK A 6872 brondocument: Einde overzicht De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt ten aanzien van de kadastrale gegevens zich het recht voor als bedoeld in artikel 2 lid 1 juncto artikel 6 lid 3 van de Databankenwet.

33 BIJLAGE 3 SITUATIETEKENING MET BOORPUNTEN

34 LEGENDA Onderzoekslocatie 2 3 Boring Peilbuis NEN 8 PB Bestaande Peilbuis Fotolocatie incl. nummer SCHIJFSTRAAT BP 5 4 project opdrachtgever onderdeel formaat schaal get./par. akk./par. SCHIJFSTRAAT te Oisterwijk BRO Situatietekening met boorpunten A3 1:500 G. Kosre J. Reurich wijziging datum get./par akk./par werknr. blad datum A B C Bijlage 3 Schaal 1: 500 5m 10m 15m 20m 25m hoevestein 20b 4903 sc oosterhout postbus cd oosterhout telefoon telefax \\agelfs\agel\projecten\ Schijfstraat te Oisterwijk\i06\w40\bodem\c tekeningen\ Bijlage 1+3.dwg bestandsnaam:

35 BIJLAGE 4 BOORBESCHRIJVINGEN

36 Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen oliewater reactie zwakke oliewater reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige oliewater reactie sterke oliewater reactie Klei, matig zandig uiterste oliewater reactie zand Zand, kleiïg Klei, sterk zandig p.i.d.waarde >0 >1 Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig >10 >100 >1000 >10000 Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster zwak humeus veen Veen, mineraalarm matig humeus overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand slib Veen, zwak zandig matig grindig water Veen, sterk zandig sterk grindig peilbuis blinde buis casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand bentoniet afdichting filter

37 Boring: 1 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld Boring: 2 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld 0,00 0,50 1,00 1,50 2, ,00 0,02 0,10 0,60 1,10 1,50 2,00 grind Volledig puin, grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen baksteen, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingeel, Edelmanboor Leem, sterk zandig, zwak gleyhoudend, oranjegeel, Edelmanboor Leem, sterk zandig, matig gleyhoudend, oranjegeel, Edelmanboor Leem, zwak zandig, sterk gleyhoudend, licht oranjegrijs, Edelmanboor 0,00 0,50 1,00 1,50 2, ,00 0,50 0,80 2,00 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen baksteen, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, resten wortels, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak gleyhoudend, donker oranjegeel, Edelmanboor 2,50 7 3,00 8 3,00 Zand, zeer fijn, sterk siltig, sporen gley, grijsgeel, Zuigerboor 3,50 9 4,00 4,00 Boring: 3 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld Boring: 4 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld 0,00 1 0,00 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen grind, donker grijsbruin, Edelmanboor 0,00 1 0,00 0,08 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen gley, grijsgeel, Edelmanboor 0,50 2 0,50 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen baksteen, donker grijsbruin, Edelmanboor 0,50 2 0,50 0,58 Zand, matig fijn, zwak siltig, donker grijsbruin, Edelmanboor 1,00 3 1,00 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donker grijsbruin, Edelmanboor 1,50 4 1,50 Leem, sterk zandig, matig gleyhoudend, grijsoranje, Edelmanboor 2,00 2,00 Boring: 5 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld Boring: 6 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld 0,00 0, ,00 0,08 0,45 0,58 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, resten wortels, donker grijsbruin, Edelmanboor 0,00 0, ,00 0,08 0,20 0,58 klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, resten wortels, donker grijsbruin, Edelmanboor Projectnaam: Schijfstraat te Oisterwijk Projectcode: Boormeester: M.P. van Ast 'Getekend volgens NEN 5104'

38 Boring: 7 Boring: 8 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld 0,00 0,50 1 0,00 0,50 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donker grijsbruin, Edelmanboor 0,00 0, ,00 0,03 0,15 0,65 grind Zand, matig fijn, zwak siltig, uiterst puinhoudend, grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen gley, geelbruin, Edelmanboor Boring: 9 Boring: 10 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld 0,00 0, ,00 0,80 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen baksteen, sporen grind, donker grijsbruin, Edelmanboor 0,00 0, ,00 0,50 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak baksteenhoudend, sporen grind, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geelbruin, Edelmanboor 1,00 3 Zand, matig fijn, matig siltig, sporen gley, sporen grind, bruingeel, Edelmanboor 1,00 1,00 1,30 Boring: 11 Boring: 12 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld 0,00 0, ,00 0,50 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen baksteen, sporen grind, sporen puin, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, geelbruin, Edelmanboor 0,00 0,50 1 0,00 0,50 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen grind, donker grijsbruin, Edelmanboor 1,00 1,00 Boring: 13 Datum: Maten t.o.v. mmaaiveld 0,00 1 0,00 braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen grind, donker grijsbruin, Edelmanboor 0,50 0,50 Projectnaam: Schijfstraat te Oisterwijk Projectcode: Boormeester: M.P. van Ast 'Getekend volgens NEN 5104'

39 BIJLAGE 5 ANALYSECERTIFICATEN

40 AGEL Adviseurs T.a.v. de heer J. Reurich Postbus CD OOSTERHOUT NB Uw kenmerk : Schijfstraat te Oisterwijk Ons kenmerk : Project Validatieref. : _certificaat_v1 Opdrachtverificatiecode : KGQHPOILOMMXKOLZ Bijlage(n) : 2 tabel(len) + 2 bijlage(n) Amsterdam, 3 december 2013 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Omegam Laboratoria volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Omegam Laboratoria". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN EN en/of ISOvoorschriften. Ik wijs u erop dat het analysecertificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Omegam Laboratoria, drs. R.R. Otten Directeur Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analysecertificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. postbus T ABN AMRO bank GR Amsterdam F BTW nr. NL B01 HJE Wenckebachweg 120 klantenservice@omegam.nl Kvk AR Amsterdam

41 Tabel 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Schijfstraat te Oisterwijk Opdrachtgever : AGEL Adviseurs Monsterreferenties = mm = mm = mm3 Opgegeven bemonsteringsdatum : 26/11/ /11/ /11/2013 Ontvangstdatum opdracht : 26/11/ /11/ /11/2013 Startdatum : 26/11/ /11/ /11/2013 Monstercode : Matrix : Grond Grond Grond Monstervoorbewerking S gewicht artefact g < 1 < 1 < 1 S NEN5709 (steekmonster) uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd S soort artefact nvt nvt nvt S voorbewerking NEN5709 uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd Algemeen onderzoek fysisch S droogrest % 87,3 89,9 90,6 S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) 2,9 2,0 0,9 S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds) 1,3 < 1 1,0 Anorganische parameters metalen S barium (Ba) 22 < 20 < 20 S cadmium (Cd) 0,46 < 0,20 < 0,20 S kobalt (Co) < 3,0 < 3,0 < 3,0 S koper (Cu) 13 7,5 6,7 S kwik (Hg) FIAS/Fims 0,09 < 0,05 < 0,05 S lood (Pb) S molybdeen (Mo) < 1,5 < 1,5 < 1,5 S nikkel (Ni) < 4 < 4 < 4 S zink (Zn) < 20 Organische parameters niet aromatisch S minerale olie (florisil cleanup) < 35 < 35 < 35 Organische parameters aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen: S naftaleen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S fenantreen 0,07 < 0,05 < 0,05 S anthraceen < 0,05 < 0,05 < 0,05 S fluoranteen 0,14 0,08 < 0,05 S benzo(a)antraceen 0,06 < 0,05 < 0,05 S chryseen 0,13 0,07 < 0,05 S benzo(k)fluoranteen 0,07 < 0,05 < 0,05 S benzo(a)pyreen 0,08 0,07 < 0,05 S benzo(ghi)peryleen 0,08 < 0,05 < 0,05 S indeno(1,2,3cd)pyreen 0,07 < 0,05 < 0,05 S som PAK (10) 0,77 0,46 0,35 Organische parameters gehalogeneerd Polychloorbifenylen: S PCB 28 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 52 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 101 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 118 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 138 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 153 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S PCB 180 < 0,001 < 0,001 < 0,001 S som PCBs (7) 0,005 0,005 0,005 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: KGQHPOILOMMXKOLZ Ref.: _certificaat_v1

42 Tabel 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Schijfstraat te Oisterwijk Opdrachtgever : AGEL Adviseurs Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Organische stof gehalte (gecorrigeerd voor lutum en vrij ijzer in de vorm van Fe2O3) Het organische stofgehalte is gecorrigeerd voor het in het analysecertificaat gerapporteerde lutumgehalte. Indien het lutumgehalte niet is gerapporteerd is de correctie uitgevoerd met een lutumgehalte van 5,4% (gemiddeld lutumgehalte Nederlandse bodem, AS3010/AS3210, prestatieblad organische stofgehalte in grond/waterbodem). Indien het vrij ijzergehalte is bepaald en groter is dan 5 % m/m, is bij de berekening van het organische stof gecorrigeerd voor dat gehalte aan vrij ijzer. Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf en bijlage 3. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: KGQHPOILOMMXKOLZ Ref.: _certificaat_v1

43 Bijlage 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Schijfstraat te Oisterwijk Opdrachtgever : AGEL Adviseurs Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte potnr mm AA AA AA AA AA mm AA AA AA AA AA AA AA mm AA AA AA AA AA AA Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: KGQHPOILOMMXKOLZ Ref.: _certificaat_v1

44 Bijlage 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Schijfstraat te Oisterwijk Opdrachtgever : AGEL Adviseurs Analysemethoden in Grond (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. Samplemate : Conform AS3000 en NEN 5709 Droogrest : Conform AS3010 prestatieblad 2 Organische stof (gec. voor lutum) : Conform AS3010 prestatieblad 3 Lutumgehalte (pipetmethode) : Conform AS3010 prestatieblad 4; gelijkwaardig aan NEN 5753 Barium (Ba) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 Cadmium (Cd) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 Kobalt (Co) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 Koper (Cu) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 Kwik (Hg) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NENISO Lood (Pb) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 Molybdeen (Mo) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 Nikkel (Ni) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 Zink (Zn) : Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966 Minerale olie (florisil cleanup) : Conform AS3010 prestatieblad 7 PAKs : Conform AS3010 prestatieblad 6 PCBs : Conform AS3010 prestatieblad 8 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: KGQHPOILOMMXKOLZ Ref.: _certificaat_v1

45 AGEL Adviseurs T.a.v. de heer J. Reurich Postbus CD OOSTERHOUT NB Uw kenmerk : Schijfstraat te Oisterwijk Ons kenmerk : Project Validatieref. : _certificaat_v1 Opdrachtverificatiecode : NBZOBMYKKBETMGBU Bijlage(n) : 2 tabel(len) + 2 bijlage(n) Amsterdam, 13 december 2013 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Omegam Laboratoria volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Omegam Laboratoria". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analysecertificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN EN en/of ISOvoorschriften. Ik wijs u erop dat het analysecertificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Omegam Laboratoria, drs. R.R. Otten Directeur Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analysecertificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. postbus T ABN AMRO bank GR Amsterdam F BTW nr. NL B01 HJE Wenckebachweg 120 klantenservice@omegam.nl Kvk AR Amsterdam

46 Tabel 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Schijfstraat te Oisterwijk Opdrachtgever : AGEL Adviseurs Monsterreferenties = 111 Opgegeven bemonsteringsdatum : 06/12/2013 Ontvangstdatum opdracht : 06/12/2013 Startdatum : 06/12/2013 Monstercode : Matrix : Grondwater Anorganische parameters metalen Metalen ICPMS (opgelost): S barium (Ba) µg/l 62 S cadmium (Cd) µg/l < 0,2 S kobalt (Co) µg/l < 2 S koper (Cu) µg/l < 2 S kwik (Hg) FIAS/Fims µg/l < 0,05 S lood (Pb) µg/l < 2 S molybdeen (Mo) µg/l < 2 S nikkel (Ni) µg/l 5 S zink (Zn) µg/l 42 Organische parameters niet aromatisch S minerale olie (florisil cleanup) µg/l < 50 Organische parameters aromatisch Vluchtige aromaten: S styreen µg/l < 0,2 S benzeen µg/l < 0,2 S tolueen µg/l < 0,2 S ethylbenzeen µg/l < 0,2 S xyleen (ortho) µg/l < 0,1 S xyleen (som m+p) µg/l < 0,2 S naftaleen µg/l < 0,02 S som xylenen µg/l 0,2 Organische parameters gehalogeneerd Vluchtige chlooralifaten: S dichloormethaan µg/l < 0,2 S 1,1dichloorethaan µg/l < 0,2 S 1,2dichloorethaan µg/l < 0,2 S 1,1dichlooretheen µg/l < 0,1 S 1,2dichlooretheen (trans) µg/l < 0,1 S 1,2dichlooretheen (cis) µg/l < 0,1 S 1,1dichloorpropaan µg/l < 0,2 S 1,2dichloorpropaan µg/l < 0,2 S 1,3dichloorpropaan µg/l < 0,2 S trichloormethaan µg/l < 0,2 S tetrachloormethaan µg/l < 0,1 S 1,1,1trichloorethaan µg/l < 0,1 S 1,1,2trichloorethaan µg/l < 0,1 S trichlooretheen µg/l < 0,2 S tetrachlooretheen µg/l < 0,1 S vinylchloride µg/l < 0,2 S som C+T dichlooretheen µg/l 0,1 S som dichloorpropanen µg/l 0,4 Vluchtige gehalogeneerde alifaten divers: S tribroommethaan µg/l < 0,2 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: NBZOBMYKKBETMGBU Ref.: _certificaat_v1

47 Tabel 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Schijfstraat te Oisterwijk Opdrachtgever : AGEL Adviseurs Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf en bijlage 3. Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: NBZOBMYKKBETMGBU Ref.: _certificaat_v1

48 Bijlage 1 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Schijfstraat te Oisterwijk Opdrachtgever : AGEL Adviseurs Barcodeschema's Monstercode Uw referentie monster diepte potnr MM YA Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: NBZOBMYKKBETMGBU Ref.: _certificaat_v1

49 Bijlage 2 van 2 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : Schijfstraat te Oisterwijk Opdrachtgever : AGEL Adviseurs Analysemethoden in Grondwater (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. Barium (Ba) : Conform AS3110 prestatieblad 3; NENENISO Cadmium (Cd) : Conform AS3110 prestatieblad 3; NENENISO Kobalt (Co) : Conform AS3110 prestatieblad 3; NENENISO Koper (Cu) : Conform AS3110 prestatieblad 3; NENENISO Kwik (Hg) : Conform AS3110 prestatieblad 3; gelijkwaardig aan NENENISO Lood (Pb) : Conform AS3110 prestatieblad 3; NENENISO Molybdeen (Mo) : Conform AS3110 prestatieblad 3; NENENISO Nikkel (Ni) : Conform AS3110 prestatieblad 3; NENENISO Zink (Zn) : Conform AS3110 prestatieblad 3; NENENISO Minerale olie (florisil cleanup) : Conform AS3110 prestatieblad 5 Aromaten (BTEXXN) : Conform AS3130 prestatieblad 1 Styreen : Conform AS3130 prestatieblad 1 Chlooralifaten : Conform AS3130 prestatieblad 1 Vinylchloride : Conform AS3130 prestatieblad 1 Dit analysecertificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: NBZOBMYKKBETMGBU Ref.: _certificaat_v1

50 BIJLAGE 6 TOETSING ANALYSERESULTATEN

51 Project Certificaten Toetsing Toetsversie Schijfstraat te Oisterwijk T.12 Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb BoToVa Toetsdatum: 16 december :15 Monsterreferentie Monsteromschrijving mm1 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Metalen ICPAES barium (Ba) cadmium (Cd) >AW(WO) kobalt (Co) < koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) < nikkel (Ni) < zink (Zn) Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < fenantreen anthraceen < fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3cd)pyreen Sommaties som PAK (10) Polychloorbifenylen PCB 28 < PCB 52 < PCB 101 < PCB 118 < PCB 138 < PCB 153 < PCB 180 < Sommaties som PCBs (7) Pagina 1 van 3

52 Pagina 2 van 3 Monsterreferentie Monsteromschrijving mm2 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Metalen ICPAES barium (Ba) < cadmium (Cd) < kobalt (Co) < koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims < lood (Pb) molybdeen (Mo) < nikkel (Ni) < zink (Zn) Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < fenantreen < anthraceen < fluoranteen benzo(a)antraceen < chryseen benzo(k)fluoranteen < benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen < indeno(1,2,3cd)pyreen < Sommaties som PAK (10) Polychloorbifenylen PCB 28 < PCB 52 < PCB 101 < PCB 118 < PCB 138 < PCB 153 < PCB 180 < Sommaties som PCBs (7) Pagina 2 van 3

53 Pagina 3 van 3 Monsterreferentie Monsteromschrijving mm3 Analyse Eenheid Analyseres. Gestand.Res. Toetsoordeel AW T I Lutum/Humus Organische stof % (m/m ds) Lutum % (m/m ds) Metalen ICPAES barium (Ba) < cadmium (Cd) < kobalt (Co) < koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims < lood (Pb) molybdeen (Mo) < nikkel (Ni) < zink (Zn) < Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) < Polycyclische koolwaterstoffen naftaleen < fenantreen < anthraceen < fluoranteen < benzo(a)antraceen < chryseen < benzo(k)fluoranteen < benzo(a)pyreen < benzo(ghi)peryleen < indeno(1,2,3cd)pyreen < Sommaties som PAK (10) Polychloorbifenylen PCB 28 < PCB 52 < PCB 101 < PCB 118 < PCB 138 < PCB 153 < PCB 180 < Sommaties som PCBs (7) >AW(WO) Geen toetsoordeel mogelijk > Achtergrondwaarde (Wonen) <= Achtergrondwaarde Pagina 3 van 3

54 Project Certificaten Toetsing Toetsversie Schijfstraat te Oisterwijk T.13 Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb BoToVa Toetsdatum: 16 december :14 Monsterreferentie Monsteromschrijving 111 Analyse Eenheid Analyseres. Toetsoordeel S T I Metalen ICPMS (opgelost) barium (Ba) µg/l 62 >S cadmium (Cd) µg/l < kobalt (Co) µg/l < koper (Cu) µg/l < kwik (Hg) FIAS/Fims µg/l < lood (Pb) µg/l < molybdeen (Mo) µg/l < nikkel (Ni) µg/l zink (Zn) µg/l Minerale olie minerale olie (florisil cleanup) µg/l < Vluchtige aromaten styreen µg/l < benzeen µg/l < tolueen µg/l < ethylbenzeen µg/l < xyleen (ortho) µg/l < 0.1 xyleen (som m+p) µg/l < 0.2 naftaleen µg/l < Sommaties aromaten som xylenen µg/l Vluchtige chlooralifaten dichloormethaan µg/l < ,1dichloorethaan µg/l < ,2dichloorethaan µg/l < ,1dichlooretheen µg/l < ,2dichlooretheen (trans) µg/l < 0.1 1,2dichlooretheen (cis) µg/l < 0.1 1,1dichloorpropaan µg/l < 0.2 1,2dichloorpropaan µg/l < 0.2 1,3dichloorpropaan µg/l < 0.2 trichloormethaan µg/l < tetrachloormethaan µg/l < ,1,1trichloorethaan µg/l < ,1,2trichloorethaan µg/l < trichlooretheen µg/l < tetrachlooretheen µg/l < vinylchloride µg/l < Sommaties som C+T dichlooretheen µg/l som dichloorpropanen µg/l Vluchtige gehalogeneerde alifaten divers tribroommethaan µg/l < 630 Toetsoordeel monster : Overschrijding Streefwaarde >S Geen toetsoordeel mogelijk <= Streefwaarde > Streefwaarde Pagina 1 van 1

55 BIJLAGE 7 TOELICHTING EN ACHTERGROND TOETSINGSKADER

56 AGEL adviseurs BIJLAGE 7 In deze bijlage wordt een toelichting gegeven op het toetsingskader dat gehanteerd wordt bij de beoordeling van de resultaten van uitgevoerd bodemonderzoek. Circulaire bodemsanering 2009 Op 3 april 2012 is de vernieuwde Circulaire bodemsanering 2009 gepubliceerd (Staatscourant 6563) die een herziening betreft van de Circulaire Bodemsanering 2009 zoals gepubliceerd op 7 april 2009 (Staatscourant 67). De Circulaire is van toepassing voor de droge bodem en sluit aan bij het Besluit van 22 november 2007, houdende regels inzake de kwaliteit van de bodem (Besluit bodemkwaliteit) en aan de toetsingswaarden uit de Regeling bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, nr. 247 / pag. 67, houdende regels voor de uitvoering van de kwaliteit van de bodem zoals gewijzigd op 7 april 2009 (Staatscourant 67). De Circulaire gaat in op de saneringsdoelstelling en de wijze waarop de ernst en spoedeisendheid van een geval van bodemverontreiniging wordt vastgesteld. De streefwaarden voor grond zijn vervangen door de achtergrondwaarden van het Besluit bodemkwaliteit. De gewijzigde streef en interventiewaarden voor grondwater en gewijzigde interventiewaarden voor grond zijn opgenomen als bijlage in de Circulaire. Daarnaast wordt in de circulaire ingegaan op de uitwerking van de saneringsdoelstelling zoals die is opgenomen in de gewijzigde tekst van artikel 38 van de Wbb. Bij de uitwerking van de saneringsdoelstelling is aansluiting gezocht bij het Besluit bodemkwaliteit en wordt ruimte geboden voor een gebiedsgerichte aanpak. In de circulaire worden de volgende toetsingswaarden genoemd: Streefwaarden grondwater en interventiewaarden bodemsanering Streefwaarden grondwater geven aan wat het ijkpunt is voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico s voor het ecosysteem. De getallen voor de streefwaarde grondwater zijn overeenkomstig de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering (2000). Voor metalen wordt er onderscheid gemaakt tussen diep en ondiep grondwater. Reden hiervoor is het verschil in achtergrondconcentraties tussen diep en ondiep grondwater. Als grens tussen diep en ondiep grondwater wordt een arbitraire grens van 10 m gebruikt. Interventiewaarden bodemsanering De interventiewaarden bodemsanering geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor de mens, dier en plant ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Ze zijn representatief voor het verontreinigingsniveau waarboven sprake is van een geval van ernstige (bodem)verontreiniging. De interventiewaarden grond gelden voor droge bodem. Voor waterbodem zijn aparte interventiewaarden opgesteld die zijn opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant 20 december 2007, nr. 247) en in de Circulaire sanering waterbodems 2008 (Staatscourant 2007, nr. 245). De interventiewaarden grondwater zijn niet herzien en overgenomen uit de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering (2000). Indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging Voor een aantal, niet bij regulier bodemonderzoek gangbare stoffen, zijn indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging vastgesteld. Een interventiewaarde ontbreekt. De indicatieve niveaus hebben een grotere mate van onzekerheid dan de interventiewaarden. De status van de indicatieve niveaus is daarom niet gelijk aan de status van de interventiewaarde en derhalve hier buiten beschouwing gelaten. Tussenwaarde Naast de toetsingswaarden uit de circulaire is bij de interpretatie van bodemonderzoek de tussenwaarden van belang. De tussenwaarde is in beginsel het concentratiegrens waarboven in beginsel nader onderzoek behoort te worden uitgevoerd, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat. Voor grondwater is dit het gemiddelde van streef en interventiewaarde en voor grond het gemiddelde van de achtergrondwaarden (AW2000) en de interventiewaarden. Geval van ernstige verontreiniging Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging indien voor ten minste één stof de gemiddelde gemeten concentratie van minimaal 25 m 3 bodemvolume in het geval van bodemverontreiniging, of 100 m 3 poriënverzadigd bodemvolume in het geval van een grondwaterverontreiniging, hoger is dan de interventiewaarde. Er kunnen gevallen zijn waarbij de interventiewaarde niet wordt overschreden en er toch sprake is van een geval van ernstige verontreiniging. Ook in het geval van verontreinigingen met stoffen waarvoor geen interventiewaarde is afgeleid kan sprake zijn van een geval van ernstige verontreiniging. Als de bodem op een locatie is verontreinigd, maar het betreft geen geval van ernstige verontreiniging, hoeft niet te worden bepaald of er met spoed dient te worden gesaneerd. Verbeteren van de bodemkwaliteit kan niet worden voorgeschreven op grond van de regels voor bodemsanering. Als een gemeente een gebiedskwaliteit heeft vastgesteld op grond van het Besluit bodemkwaliteit, dan kan de gemeente wel bevorderen dat bij bijvoorbeeld bouwactiviteiten de gebiedskwaliteit als uitgangspunt geldt. Als er grond moet worden toegepast kan dat ook verplicht worden gesteld. Het is echter niet zo dat bij niet ernstig verontreinigde grond een verplichting kan worden opgelegd op grond van de bodemregelgeving om de bodem schoner te maken. Saneringscriterium Als een geval van ernstige verontreiniging is vastgesteld dan is er sprake van een potentieel risico dat aanleiding geeft tot een vorm van saneren of beheren. Het saneringscriterium dient om vast te stellen of sanering van een geval van ernstige bodemverontreiniging met spoed dient te worden uitgevoerd. Wanneer sprake is van spoed, is het nemen van maatregelen verplicht. De werkwijze van het saneringscriterium geldt voor: Een geval van ernstige verontreiniging; Een historische verontreiniging. Voor verontreinigingen die sinds 1987 zijn ontstaan is artikel 13 van de Wbb (zorgplicht) van toepassing; Huidige en voorgenomen gebruik; Grond en grondwater. Voor waterbodem is een separate systematiek ontwikkeld;

57 AGEL adviseurs BIJLAGE 7 Alle stoffen waarvoor een interventiewaarde is afgeleid, met uitzondering van asbest. Daar asbest heel specifieke chemische en fysische eigenschappen heeft, is voor asbest separaat het Milieuhygiënisch saneringscriterium, protocol asbest ontwikkeld hetgeen ook van toepassing is voor waterbodems. Wanneer sanering niet met spoed hoeft plaats te vinden kan voor de aanpak van de verontreiniging worden aangesloten bij maatschappelijk gewenste ontwikkelingen. Deze saneringen vinden plaats op initiatief van de eigenaar of andere belanghebbende met het oog op gewenst gebruik van de bodem. Uiteindelijk moet het resultaat van de sanering zijn dat de locatie geschikt is voor het (toekomstig) gebruik. Het saneringscriterium is een instrument voor het bevoegd gezag waarmee zij een (schuldig) eigenaar kan verplichten tot saneren binnen een gestelde termijn. Risico s hebben een directe relatie met het gebruik van de bodem en daarmee met de functie. Als er aan het gebruik binnen de aanwezige of toekomstige functie onaanvaardbare risico s zijn verbonden staat voorop dat maatregelen zo snel mogelijk moeten worden genomen. De risico s die aanleiding kunnen zijn om met spoed te saneren worden verdeeld in: a) risico s voor de mens, b) risico s voor het ecosysteem en c) risico s van verspreiding van verontreiniging. ad a) Er is sprake van onaanvaardbare risico s voor de mens indien bij het huidige of voorgenomen gebruik van de locatie een situatie bestaat waarbij: Chronische negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden; Acute negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden. Indien de aanwezigheid van bodemverontreiniging bij het huidig gebruik leidt tot aantoonbare hinder voor de mens (door o.a. huidirritatie en stank) dient eveneens met spoed te worden gesaneerd. ad b) Er is sprake van onaanvaardbare risico s voor het ecosysteem indien bij het huidige of voorgenomen gebruik van de locatie: De biodiversiteit kan worden aangetast (bescherming van soorten); Kringloopfuncties kunnen worden verstoord (bescherming van processen); Bioaccumulatie en doorvergiftiging kan plaatsvinden. ad c) Er is sprake van onaanvaardbare risico s van verspreiding van verontreiniging indien: Het gebruik van de bodem door mens of ecosysteem wordt bedreigd door de verspreiding van verontreiniging in het grondwater waardoor kwetsbare objecten hinder ondervinden; Er sprake is van een onbeheersbare situatie, dat wil zeggen indien: 1. Er een drijflaag aanwezig is die door activiteiten en processen in de bodem kan verplaatsen en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden; 2. Er een zaklaag aanwezig is die door activiteiten en processen in de bodem kan verplaatsen en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden; 3. De verspreiding heeft geleid tot een grote grondwaterverontreiniging en de verspreiding nog steeds plaatsvindt. Geval van verontreiniging met asbest In het Milieuhygiënisch Saneringscriterium Bodem, protocol asbest, dat is opgenomen als bijlage 3 van de circulaire, is geregeld wanneer er voor een bodemverontreiniging met asbest sprake is van een geval van ernstige verontreiniging. Voor een bodemverontreiniging met asbest is het volumecriterium voor het vaststellen van de ernst van het geval niet van toepassing. Zorgplicht artikel 13 Wet bodembescherming Voor bodemverontreiniging veroorzaakt vanaf 1 januari 1987 geldt de zorgplicht (artikel 13 Wbb). Voor deze gevallen geldt dat degene die de in artikel 13 beschreven handelingen heeft verricht alle maatregelen moet nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd. Dat wil zeggen: zo spoedig mogelijk en zo volledig mogelijk de gevolgen beperken of ongedaan maken, ongeacht de aangetroffen gehalten en de risico s van de verontreinigde stoffen. De bepaling ernst van de verontreiniging en spoed van de sanering spelen hier geen rol. Toetsing rapportagegrenzen De normen waaraan getoetst wordt kunnen lager zijn dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze waarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De laboratoria moeten minimaal voldoen aan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Bij een resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond, baggerspecie, bodem of bodem onder oppervlaktewater voldoet aan de van toepassing zijnde normen. Indien het laboratorium een waarde < een verhoogde rapportagegrens aangeeft (dit is hoger dan de vereiste rapportagegrens AS3000 dan dient de desbetreffende verhoogde rapportagegrens te worden vermenigvuldigd met 0,7. De zo verkregen waarde wordt getoetst aan de van toepassing zijnde normen. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder < teken), moet dit gehalte aan de van toepassing zijnde norm worden getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens AS3000. Bij het berekenen van een somwaarde, het rekenkundig gemiddelde en een percentielwaarde worden voor de individuele componenten de resultaten < vereiste rapportagegrens AS3000 vermenigvuldigd met 0,7. Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende waarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond, baggerspecie, bodem of bodem onder oppervlaktewater voldoet aan de van toepassing zijnde normen uit de Regeling bodemkwaliteit. Indien een of meer individuele componenten het resultaat hebben < dan een verhoogde rapportagegrens, of er een of meer gemeten gehalten (zonder < teken) zijn, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normen uit de Regeling bodemkwaliteit. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens AS3000.

58 AGEL adviseurs BIJLAGE 7 Besluit bodemkwaliteit Op 1 januari 2008 is de eerste fase van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) 1 in werking getreden die het toepassen van grond en baggerspecie in oppervlaktewater regelt. Op 1 juli 2008 is de tweede fase van het Bbk van kracht geworden die het toepassen van grond en baggerspecie op landbodems en het toepassen van bouwstoffen op of in de bodem en in het oppervlaktewater regelt. De verschillende onderdelen, Kwalibo, Bouwstoffen en Grond en Baggerspecie zijn gefaseerd in werking getreden: Voor het toepassen van grond en baggerspecie in oppervlaktewater en het verspreiden van baggerspecie in oppervlaktewater: per ; Voor het toepassen van bouwstoffen en grond en baggerspecie op landbodems: per Kwaliboregelgeving De Kwaliboregelgeving is vanaf 1 oktober 2006 van kracht. Kwalibo staat voor kwaliteitsborging in het bodembeheer en is een maatregel om het bodembeheer te verbeteren. Kwalibo stelt eisen aan de kwaliteit en integriteit van personen, bedrijven en overheden die werken aan bodembeheer. Dit betekent dat bepaalde werkzaamheden alleen nog maar door erkende personen en bedrijven (bodemintermediairs) uitgevoerd mogen worden. De Kwaliboregelgeving heeft betrekking op bodemsanering, bodembeheer en bodembescherming. Met de invoering van het Besluit bodemkwaliteit is de Kwaliboregelgeving ook voor waterbodems, landbodems en bouwstoffen van toepassing. Definitie grond en bagger Het Besluit hanteert voor grond en baggerspecie de volgende definities: Grond is vast materiaal en bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter, met uitzondering van baggerspecie. Baggerspecie is materiaal, dat is vrijgekomen uit de bodem via het oppervlaktewater of de voor dat water bestemde ruimte en bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter. Bodemvreemd materiaal Het Besluit stelt aanvullend dat een partij grond en baggerspecie maximaal 20 gewichtsprocent bodemvreemd materiaal mag bevatten. Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om bijmengingen van bodemvreemd materiaal in grond of baggerspecie nadat het materiaal is afgegraven. Toetsingskaders De normstelling voor het toepassen van grond en baggerspecie en het verspreiden van baggerspecie is met het Besluit vernieuwd. De nieuwe normstelling sluit beter aan op de relatie tussen het gebruik en de kwaliteit van de (water)bodem en op de risico s die een toepassing met zich mee kan brengen. Ook kunnen lokale normen worden vastgesteld, zodat beter rekening kan worden gehouden met de lokale situatie. Het Besluit maakt onderscheid tussen verschillende toepassingsmogelijkheden met bijbehorende toetsingskaders. Deze zijn onderstaand weergegeven. Tabel: toetsingskaders grond en bagger Toepassingsmogelijkheden grond en baggerspecie Toepassen grond en baggerspecie Verspreiden baggerspecie Generiek of gebied specifiek beleid Op de landbodem In oppervlaktewater In oppervlaktewater Over aangrenzend perceel Alleen generiek beleid In grootschalige toepassing Het generieke kader is van toepassing op elk gebied waarvoor geen gebiedsspecifiek beleid is vastgesteld. Uitgangspunt van het generieke kader voor landbodems is dat de kwaliteit van de toe te passen grond of baggerspecie moet aansluiten bij de functie die de bodem heeft. Ook mag de actuele kwaliteit van de ontvangende bodem niet verslechteren. Naast de toetsingskaders voor gebiedsspecifiek en generiek beleid, kent het Besluit nog een andere categorie van toepassingen: grootschalige toepassingen. Bij deze categorieën hoeft niet te worden getoetst aan de kwaliteit van de ontvangende bodem. Wél moet worden voldaan aan de kwaliteitseisen en randvoorwaarden die het Besluit stelt aan deze toepassingen. Partijen grond en baggerspecie mogen alleen volgens de regels van het Besluit worden toegepast als sprake is van een nuttige toepassing. Is dit niet het geval, dan wordt de toepassing gezien als een middel om zich te ontdoen van afvalstoffen en gelden op grond van de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen strengere regels. Uitgangspunt bij het toepassen van grond en baggerspecie is dat de toegepaste grond en baggerspecie onderdeel gaat uitmaken van de ontvangende bodem, zonder dat extra maatregelen zoals afscheidingslagen of maatregelen in het kader van isoleren, beheersen en controleren (IBC) worden toegepast. 1 Stb. 2007, 469

59 AGEL adviseurs BIJLAGE 7 Bodemfuncties en bodemfunctieklassen In die gebieden waarvoor de bevoegde bestuursorganen geen lokale maximale waarden in een besluit hebben vastgelegd, wordt de toepassing van grond en baggerspecie generiek getoetst. Voor deze generieke toetsing zijn zowel maximale waarden voor bodemfunctieklassen (landbodem) als maximale waarden voor bodemkwaliteitsklassen vastgelegd. Klassenindeling voor bodemfuncties en bodemkwaliteit Om te toetsen of de kwaliteit van een partij grond of baggerspecie aansluit bij de functie en kwaliteit van de ontvangende bodem, wordt in het generieke kader gewerkt met een klassenindeling voor de kwaliteit en functie. Uitgangspunt van het Besluit is dat de kwaliteit moet aansluiten bij de functie. Om hier invulling aan te geven zijn voor 7 bodemfuncties referentiewaarden ontwikkeld. Deze functies worden gebruikt in het gebiedsspecifieke beleid. Voor toepassing in het generieke kader zijn de functies samengevoegd tot 2 bodemfunctieklassen: wonen en industrie. De functies landbouw en natuur zijn niet ingedeeld in een klasse. Hiervoor is gekozen omdat in gebieden met een van deze functies alleen schone grond of baggerspecie mag worden toegepast. Dat wil zeggen: grond en baggerspecie waarvan de kwaliteit voldoet aan de Achtergrondwaarden. Tabel: Bodemfuncties Gebiedspecifiek wonen met tuin plaatsen waar kinderen spelen groen met natuurwaarden ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie moestuinen/volkstuinen Landbouw Natuur Generiek beleid wonen industrie Kwaliteit toe te passen grond en baggerspecie moet voldoen aan de Achtergrondwaarden Naast de bodemfuncties, wordt de bodemkwaliteit ook ingedeeld in de klassen wonen en industrie. De bodemkwaliteit geeft hiermee een maat voor de kwaliteit van zowel de ontvangende als de toe te passen bodem en toe te passen baggerspecie. Aan de bodemkwaliteitsklassen zijn nieuwe normen gekoppeld: de Maximale waarden voor de klasse wonen en de Maximale waarden voor de klasse industrie. Wanneer de maximale waarde voor industrie wordt overschreden, mag deze grond of baggerspecie binnen het generieke kader niet worden toegepast. Om een partij grond of baggerspecie toe te mogen passen, moet de partij worden getoetst aan de bodemfunctieklasse en de bodemkwaliteit van de ontvangende bodem. Bij deze dubbele toetsing geldt dat de toe te passen partij grond of baggerspecie moet voldoen aan de strengste norm. In onderstaand schema is de toepassingseis voor de toe te passen grond of baggerspecie gegeven. Tabel: Bepaling toepassingseis voor een partij grond of baggerspecie Functie op kaart Actuele bodemkwaliteit Toepassingseis Achtergrondwaarde Achtergrondwaarde Wonen Wonen Maximale waarde wonen industrie Maximale waarde wonen Achtergrondwaarde Achtergrondwaarde Industrie Wonen Maximale waarde wonen Industrie Maximale waarde Industrie Achtergrondwaarde Achtergrondwaarde Niet ingedeeld (bijv. landbouw/natuur Wonen Achtergrondwaarde industrie Achtergrondwaarde Aan de bodemkwaliteitsklassen en de bodemfunctieklassen zijn dezelfde normen gekoppeld: de Maximale Waarden voor de klasse wonen en de Maximale Waarden voor de klasse industrie. Deze Generieken Maximale Waarden geven de bovengrens aan van de kwaliteit die nodig is om de bodem ook op de lange termijn geschikt te houden voor de betreffende functie. Met gebiedsspecifiek beleid kunnen locale bodembeheerders zelf bodemkwaliteitsnormen vaststellen. Als randvoorwaarde voor het opstellen van gebiedsspecifiek beleid geldt dat sprake moet zijn van standstill op gebiedsniveau. De ruimte voor de Lokale Maximale Waarden ligt tussen de achtergrondwaarden en het saneringscriterium. Wanneer de Lokale Maximale Waarden een verruiming van de normen ten opzicht van het generieke kader zijn, moet getoetst worden of dit niet leidt tot onaanvaardbare risico s. Voor het bepalen van de gevolgen van de gekozen Lokale Maximale Waarden is een Risicotoolbox ontwikkeld. In onderstaande figuur is de normstelling schematisch weergegeven. Figuur: Normstelling en toepassingskader bodem Achtergrond waarden Generiek Altijd toepasbaar Gebieds specifiek Achtergrond waarden Maximale waarden klasse wonen Maximale waarden klasse industrie Klasse wonen Klasse industrie Niet toepasbaar Ruimte voor lokale maximale waarden Interventiewaarden droge bodem Nooit toepasbaar Sanerings criterium

60 AGEL adviseurs BIJLAGE 7 Normenblad AS3000 onderzoek grond en waterbodem Regeling Bodemkwaliteit, 20 december 2007, DJZ , Integrale versie geldend op , (zie gehaltes in ) Interventiewaarden grond: Circulaire Bodemsanering 2009, Staatscourant 67 d.d en 6563 d.d Interventiewaarden waterbodem: Staatscourant 18 dec. 2007, nr. 245, incl. wijzigingen Staatscourant 68, (Alle grenswaarden gelden voor een standaard bodem met 10% organisch stof en 25% lutum) GROND WATERBODEM *) **) Metalen AW2000 Wonen Industrie AS3000 eisen ***) IW AW A B IW grond Waterb. SW On diep GRONDWATER *) AW SW IW diep diep Arseen [As] ,2 60 Barium [Ba] Cadmium [Cd] 0,6 1,2 4,3 13 0, ,6 0,6 0,4 0,06 0,06 6 Chroom [Cr] ,4 2,5 30 Cobalt [Co] ,6 0,7 100 Koper [Cu] ,3 1,3 75 Kwik [Hg] 2 0,15 0,83 4,8 36 0,15 1, ,15 0,15 0,05 0,01 0,3 Lood [Pb] ,6 1,7 75 Molybdeen [Mo] 1, , ,5 1,5 5 0,7 3,6 300 Nikkel [Ni] ,1 2,1 75 Tin [Sn] Vanadium [V] Zink [Zn] Beryllium [Be] , ,5 11 6,5 2, , ,93 0,05 15 Antimoon ,09 0,15 20 Seleen [Se] Tellurium [Te] Thallium [Tl] Zilver [Ag] Overige anorganische stoffen Chloride , Cyanide (vrij) Cyanide (totaal) 5,5 5, , Thiocyanaten (som) Aromatische stoffen Benzeen 0,2 0,2 1 1,1 0, ,25 0,2 30 Ethylbenzeen 0,2 0,2 1, , , Tolueen 0,2 0,2 1, , , Xylenen (som, 0.7 factor) 0,45 0,45 1, , ,525 0,2 70 Styreen (Vinylbenzeen) 0,25 0, , , Fenol 0,25 0,25 1, , , Cresolen (0,7 som) 0,3 0, , ,2 200 dodecylbenzeen 4 0,35 0,35 0, ,35 0,02 1,2,3Trimethylbenzeen 0,45 0,45 0,45 0,45 1,2,4Trimethylbenzeen 0,45 0,45 0,45 0,45 1,3,5Trimethylbenzeen (Mesityleen) 0,45 0,45 0,45 0,45 2Ethyltolueen 0,45 0,45 0,45 0,45 3Ethyltolueen 0,45 0,45 0,45 0,45 4Ethyltolueen 0,45 0,45 0,45 0,45 isopropylbenzeen (Cumeen) 0,45 0,45 0,45 0,45 Propylbenzeen 0,45 0,45 0,45 0,45 Aromatische oplosmiddelen (som) 2,5 2,5 2, ,5 Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen naftaleen 0, mg/l 150

61 AGEL adviseurs BIJLAGE 7 fenantreen 0,003 5 antraceen 0, fluorantheen 0,003 1 chryseen 0,003 0,2 benzo(a)antraceen 0,0001 0,5 benzo(a)pyreen 0,0005 0,05 benzo(k)fluorantheen 0,0004 0,05 indeno(1,2,3cd)pyreen 0,0004 0,05 benzo(ghi)peryleen 0,0003 0,05 Paktotaal (10 van VROM) (0.7 factor) 1,5 6, , ,05 1,05 Vluchtige chloorkoolwaterstoffen Vinylchloride 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,5 0,01 5 Dichloormethaan 0,1 0,1 3,9 3,9 0, ,5 0, ,1Dichloorethaan 0,2 0,2 0,2 15 0, , ,2Dichloorethaan 0,2 0,2 4 6,4 0, , ,1Dichlooretheen 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,5 0, Dichloorethenen (som, 0.7 factor) 0,3 0,3 0,3 1 0, ,7 0,01 30 Dichloorpropanen (0,7 som; 1,1+1,2+1,3) 0,8 0,8 0,8 2 0, ,525 0,8 80 Trichloormethaan (Chloroform) 0,25 0,25 3 5,6 0, , ,1,1Trichloorethaan 0,25 0,25 0, , ,25 0, ,1,2Trichloorethaan 0,3 0,3 0,3 10 0, ,25 0, Trichlooretheen (Tri) 0,25 0,25 2,5 2,5 0, , Tetrachloormethaan (Tetra) 0,3 0,3 0,7 0,7 0, ,25 0,01 10 Tetrachlooretheen (Per) 0,15 0,15 4 8,8 0, ,25 0,01 40 Chloorbenzenen Monochloorbenzeen 0,2 0, ,2 0,2 0, Dichloorbenzenen (0.7 factor) ,05 1, Trichloorbenzenen (som, 0.7 factor) 0,015 0, ,015 0,021 0,0105 0,01 10 Tetrachloorbenzenen (som, 0.7 factor) 0,009 0,009 2,2 2,2 0,009 0,0105 0,0105 0,01 2,5 Pentachloorbenzeen (QCB) 0,0025 0, ,7 0,0025 0,007 0,005 0,005 0,003 1 Hexachloorbenzeen (HCB) 0,0085 0,027 1,4 2 0,0085 0,044 0,0085 0,0085 0, ,5 Chloorbenzenen (som, 0.7 factor) ,23 1,22 Chloorfenolen Monochloorfenolen (0,7 som) 0,045 0,045 5,4 5,4 0,045 0,3 100 Dichloorfenolen (0,7 som) 0,2 0, ,2 0,2 30 Trichloorfenolen (0,7 som) 0,003 0, ,003 0,03 10 Tetrachloorfenolen (0,7 som) 0, ,015 0,01 10 Pentachloorfenol (PCP) 0,003 1, ,003 0, ,05 0,04 3 Chloorfenolen (som, 0.7 factor) 0,2 0, PCB PCB 28 0,0015 0,014 0,01 0,005 PCB 52 0,002 0,015 0,01 0,005 PCB 101 0,0015 0,023 0,01 0,005 PCB 118 0,0045 0,016 0,01 0,005 PCB 138 0,004 0,027 0,01 0,005 PCB 153 0,0035 0,033 0,01 0,005 PCB 180 0,0025 0,018 0,01 0,005 PCB (7) (som, 0.7 factor) 0,02 0,02 0,5 1 0,02 0, ,049 0,0245 0,01 0,01 Organochloorverbindingen Aldrin 0,32 0,0008 0,0013 0,005 0,005 Dieldrin 0,008 0,008 0,008 0,008 0,1 ng/l 0,04 Endrin 0,0035 0,0035 0,005 0,005 ng/l Isodrin 0,001 0,005 0,005 Telodrin 0,0005 0,005 0,005 0,009 ng/l

62 AGEL adviseurs BIJLAGE 7 Aldrin/dieldrin/endrin (som, 0.7 factor) 0,015 0,04 0,14 4 0,015 0, ,0126 0,0126 0,1 DDT (som, 0.7 factor) 0,2 0,2 1 1,7 0,14 0,14 0,1 DDD (som, 0.7 factor) 0,02 0, ,014 0,014 DDE (som, 0.7 factor) 0,1 0,13 1,3 2,3 0,07 0,07 DDT,DDE,DDD (som, 0.7 factor) 0,3 0, ,224 0,224 alfaendosulfan 0,0009 0,0009 0,1 4 0,0009 0, ,005 0,005 0,2 ng/l alfahch 0,001 0,001 0,5 17 0,001 0,0012 0,005 0, ng/l betahch 0,002 0,002 0,5 1,6 0,002 0,0065 0,005 0,005 8 ng/l gammahch 0,003 0,04 0,5 1,2 0,003 0,003 0,005 0,005 9 ng/l 0,004 ng/l 0,01 HCH (som, 0.7 factor) 0,01 0, ,014 0,014 0,05 1 Heptachloor 0,0007 0,0007 0,1 4 0,0007 0, ,005 0,005 0,005 ng/l 0,3 Heptachloorepoxide (som, 0.7 factor) 0,002 0,002 0,1 4 0,002 0, ,007 0,007 0,005 ng/l 3 Chloordaan (som, 0.7 factor) 0,002 0,002 0,1 4 0, ,007 0,007 0,02 ng/l 0,2 Hexachloorbutadieen 0,003 0,003 0,0075 0,005 0,005 OCB (som, 0.7 factor) 0,4 0,4 0,5 0,4 Minerale olie (totaal) Minerale olie C10 C Overige gechloreerde koolwaterstoffen Chlooraniline (som o+m+p) Dichlooranilinen (som) Trichlooranilinen Pentachlooraniline ,2 0,2 0,2 50 0, ,15 0,15 0, ,15 1 dioxine 0, , , , , ,001 0,001ng/l Chloornaftaleen 0,07 0, , Organofosforpesticiden Azinphosmethyl Organotin bestrijdingsmiddelen 4 0,0075 0,0075 0, ,0075 Tributyltin (als Sn) 0,065 0,065 0,065 0,065 0,25 0,065 Trifenyltin (als Sn) 0,085 Organotin (som TBT+TFT, als Sn) 0,15 0,5 0,15 0,15 Organotin 2,5 2,5 2,5 2,5 0,0516 0,7 ng/l Chloorfenoxy azijnzuur herbiciden 4Chloor2methylfenoxyazijnzuur (MCPA) 0,55 0,55 0,55 4 0, ,02 50 Overige bestrijdingsmiddelen Atrazine 0,035 0,035 0,5 0,71 0, ng/l 150 Carbaryl 0,15 0,15 0,45 0,45 0, ng/l 50 Carbofuran 0,017 0,017 0,017 0,017 0, ng/l chloormethylfenolen (som) 0,6 0,6 0,6 15 0,6 niet chl.pest ONB+OPB (som, 0.7 factor) 0,09 0,09 0,5 0,09 Overige stoffen Asbest in grond (gewogen, NEN5707) Cyclohexanon , Dimethylftalaat 0,045 9, Diethylftalaat 0,045 5, Diisobutylftalaat 0,045 1, Dibutylftalaat 0, Butylbenzylftalaat 0,07 2, Dihexylftalaat 0, Bis(2ethylhexyl)ftalaat (DEHP) 0,045 8, Ftalaten (totaal) 0, ,5 5 Pyridine 0,15 0, ,15 0,5 0,5 0,5 30 Tetrahydrofuraan 0,45 0, , ,5 300 Tetrahydrothiofeen 1,5 1,5 8,8 8,8 1, ,5 5000

63 AGEL adviseurs BIJLAGE 7 Tribroommethaan (bromoform) 0,2 0,2 0,2 75 0, ,5 630 Acrylonitril 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,08 5 Butanol Butylacetaat Ethylacetaat Diethyleenglycol Ethyleenglycol Formaldehyde 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 50 isopropanol 0,75 0,75 0, , Methanol Methylethylketon (MEK) ETBE 1,5 Methyltertbutylether (MTBE) 0,2 0,2 0, ,2 44 0, *) Betreft toepassen van grond of bagger op landbodem of de kwaliteit van de landbodem waarop de grond of waterbodem wordt toegepast. **) Betreft toepassen van grond of bagger onder oppervlaktewater of de kwaliteit van de waterbodem waarop de grond of waterbodem wordt toegepast. ***) Grond: protocollen AS3010 t/m 3090, versie 1/10/2008. Waterbodem: protcollen AS3210 t/m 3290, versie 25/6/2008. NB: de in AS3000 grond weergegeven eisen gelden voor een zandbodem en zijn hier omgerekend naar een standaardbodem (10% organisch stof en 25% lutum) De in AS3000 waterbodem gegeven eisen gelden voor ofwel zandbodem, ofwel een monster met 10% organsich stof en 2% lutum. Hier zijn de eisen omgerekend naar de standaardbodem De eis aan somparameters is gebaseerd op de som van de AS300eisen aan de individuele parameters (met verrekening van 0,7 factor). 1 Er wordt getoetst tegen de interventiewaardenorm voor chroom III. Alleen in specifieke verdachte situaties behoeft te worden getoetst tegen de Interventiewqaarde van Cr VI (78 mg/kgds) 2 Er wordt getoetst tegen de interventiewaardenorm voor anorganisch kwik. Alleen in specifieke verdachte situaties behoeft te worden getoetst tegen de Interventiewaarde voor Hg organisch 3 Er wordt getoetst voor toepassing als zeezand 4 Geen interventie waarde vastgesteld, getoetst tegen indicatief niveau voor ernstige verontreiniging (INEV) 5 Barium: de Interventiewaarde geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene oorsprong.

64 BIJLAGE 8 FOTOREPORTAGE

65 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk BIJLAGE 8 Foto 1. : 1626 Foto 2. : 1627 Foto 3. : 1628 Foto 4. : 1629 Foto 5. : 1630 Foto 6. : 1631

66 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk BIJLAGE 8 Foto 1. : 1632

67 Bijlage 2: Waterparagraaf

68 Waterparagraaf Schijfstraat 19a te Oisterwijk

69 Waterparagraaf Schijfstraat 19a te Oisterwijk Opdrachtgever : BRO Boxtel Postbus AA BOXTEL Projectnummer : Status rapport / versie nr. : Definitief 03 Datum : 09 maart 2016 Opgesteld door Gecontroleerd door : ing. G. Spruijt : ing. G. Moret Voor akkoord : ing. G. Moret Paraaf : Versie nr. Datum Omschrijving Opgesteld door Gecontroleerd door C Waterparagraaf Schijfstraat 19a te Oisterwijk GS GM D Reactie opdrachtgever GS GM D Reactie gemeente GS GM D Reactie gemeente GS GM Postbus 4156 t.(0162) CD Oosterhout f.(0162) Hoevestein 20b info@ageladviseurs.nl 4903 SC Oosterhout

70 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad 1 INHOUD blz. 1 INLEIDING 2 2 BELEIDSKADER 3 3 GEBIEDSOMSCHRIJVING 4 4 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE VAN DE PLANLOCATIE Verdeling verhard oppervlak Voorgenomen ontwikkeling Waterbezwaar Bodem Grondwater Oppervlaktewater Afvalwater Hemelwater 8 5 VERGUNNINGEN 8 6 TOELICHTING BUFFER EN INFILTRATIEVOORZIENING 8 AGEL adviseurs 2016 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

71 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad 2 1 INLEIDING Nederland is groot geworden door het leven met en de strijd tegen het water. In de 20 e eeuw is, doordat er te weinig rekening is gehouden met het waterbelang, veel ruimte aan het water onttrokken en veel afvalwater direct of indirect geloosd op oppervlaktewater. Om de toekomst van Nederland veilig te stellen is het nodig om te anticiperen op klimaatsveranderingen en bij de ruimtelijke planvorming goed rekening te houden met water. De waterbeheerder (Waterschap de Dommel) heeft de taak, kennis en kunde om daar zorg voor te dragen. Daarom is het belangrijk om het waterschap vroegtijdig te betrekken bij de planvorming (watertoetsproces). In opdracht van BRO is door AGEL adviseurs een waterparagraaf opgesteld ten behoeve van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling voor de planlocatie Schijfstraat 19a te Oisterwijk. Dit betreft een bestemmingswijziging van een gasontvangstation naar de bestemming bedrijf en de herinrichting van Schijfstraat 17 en 19. De overige bestemmingen blijven ongewijzigd, hier zullen dan fysiek ook geen wijzigingen plaats vinden. Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken dient een ruimtelijke procedure te worden doorlopen. De noodzakelijk geachte omgevingsonderzoeken dienen als onderbouwing voor de bestemmingsplanprocedure. In het kader van deze procedure dient er een wateradvies van het waterschap te komen in de vorm van een goedgekeurde watertoets. In de waterparagraaf worden mogelijke adviezen gegeven voor de toekomstige waterhuishouding van het plangebied. Deze adviezen zijn daarbij gebaseerd op: 1. Het beleid van het voerende waterschap De Dommel en gemeente Oisterwijk; 2. Gemaakte afspraken met gemeente en waterschap; 3. Resultaten bureauonderzoek.

72 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad 3 2 BELEIDSKADER Op Europees, nationaal en stroomgebiedsniveau wordt gewerkt aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW streeft naar duurzame en robuuste watersystemen. Basisprincipes van het nationaal en Europees beleid zijn: meer ruimte voor water, voorkomen van afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd en standstill (géén verdere achteruitgang in de huidige (2000) chemische en ecologische waterkwaliteit). Het streven naar een veilig, gezond en duurzaam waterbeheer staat in de belangstelling. Thema s zoals water in de stad en water als ordenend principe zijn beleidsspeerpunten op alle overheidsniveaus. Het vroegtijdig betrekken van de waterbeheerder en het meewegen van het waterbelang is, door middel van de Watertoets, sinds 1 november 2003 verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening Het belangrijkste instrument vanuit het Waterschap is de Keur 2015 van Waterschap de Dommel. In het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP) heeft de gemeente Oisterwijk haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Het bovenstaande resulteert in een voorkeursvolgorde voor het verwerken van hemelwater waarbij optie 1 het meest wenselijk en optie 5 het minst wenselijk is: 1. Hergebruik; 2. Vasthouden / infiltreren; 3. Bergen en afvoeren; 4. Afvoeren naar oppervlaktewater (direct of indirect); 5. Afvoeren naar de riolering. Aan de hand van deze waterparagraaf wordt duidelijk gemaakt hoe binnen het plan Schijfstraat 19a te Oisterwijk, met water wordt omgegaan. Verder is opgenomen op welke wijze de inrichtingsmaatregelen bijdragen aan Veiligheid, Voldoende en Schoon Water. In het laatste deel is een omschrijving en tekening opgenomen van de aan te leggen voorzieningen.

73 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad 4 3 GEBIEDSOMSCHRIJVING Het plangebied is gelegen op het bedrijventerrein Kerkhoven aan de noordoostzijde van de kern Oisterwijk. In figuur 3 is de situering van het plan ten opzichte van de omgeving weergeven. De locatie betreft een braakliggend industrieterrein met twee gashuisjes, een gedeelte verharding en de naastgelegen bedrijven aan de Schijfstraat 17 en 19. Figuur 3: Luchtfoto plangebied met de planlocatie rood omkaderd. N Het plangebied is niet gelegen binnen een waterbergingsgebied of reserveringsgebied voor waterberging. Ook is het plangebied niet binnen een keurattentiegebied of keurbeschermingsgebied gelegen. In de directe omgeving van het plangebied zijn geen waterkeringen aanwezig. Het plangebied is eveneens niet gelegen binnen een ecologisch beschermingsgebied. In de Schijfstraat, Industrielaan en Beneluxstraat bevindt zich het gemeentelijk gescheiden rioolstelsel waarop de bestaande bebouwing is aangesloten. Het RWAstelsel betreft een infiltratieriool (ø400) op 8,31 m +N.A.P.. Ter plaatse van het plangebied zijn geen rioolwatertransportleidingen gelegen van het waterschap.

74 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad 5 4 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE SITUATIE VAN DE PLANLOCATIE 4.1 Verdeling verhard oppervlak Voorgenomen ontwikkeling De herontwikkeling betreft een bestemmingswijziging van een gasontvangstation naar de bestemming bedrijf en de herinrichting van Schijfstraat 17 en 19. Voor de herontwikkeling zullen de twee gashuisjes plaats maken voor de uitbreiding van het naastgelegen bedrijfspand. Eveneens zal er een gedeelte van de verharding moeten wijken voor de geplande uitbreiding. Door de beperkt beschikbare ruimte zullen op het dak van het nieuwe bedrijfspand parkeerplaatsen worden gerealiseerd, om te kunnen voldoen aan de parkeernorm (parkeren op eigen terrein). Vanaf de Schijfstraat zal er een hellingbaan komen naar de parkeerplaats op het dak van het nieuwe bedrijfspand. De verdeling van de oppervlaktes van de huidige en toekomstige situatie zijn weergegeven in de navolgende tabel (4.1.1) en figuur (4.1.1). Tabel 4.1.1: Oppervlakteverdeling huidige en toekomstige situatie. Oppervlaktes Huidig m 2 Toekomstig m 2 Dakoppervlak (rood gearceerd) Groen daken 0 0 Terrein verharding (geel en paars gearceerd) Openverharding 0 0 Onverhard terrein (groen gearceerd) Totaal Voor de toetsing van het waterschapbeleid kan gesteld worden dat op basis van deze gegevens er sprake is van een verhardingstoename van m² (huidig (3.002 m²) toekomstig (5.108 m²)). Figuur 4.1.1: Oppervlakteverdeling links huidige situatie en rechts toekomstige situatie.

75 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad Waterbezwaar Met betrekking tot hydrologisch neutraal ontwikkelen hebben de drie Brabantse waterschappen, Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta hun keuren geharmoniseerd, Keur Daarnaast zijn de algemene regels vastgelegd binnen de Algemene regels waterschap De Dommel. De beleidsregels aanvullend op de Keur zijn verder vastgelegd binnen de Beleidsregels voor waterkering, waterkwantiteit en grondwater. Aanvullend op de beleidsregel 13 is het stuk Hydrologische uitgangspunten bij de keurregel voor afvoeren van hemelwater, Brabantse waterschappen. De waterschappen maken bij het beoordelen van plannen met een toegenomen verhard oppervlak onderscheid tussen grote en kleine plannen. De grenswaarden waaraan getoetst wordt zijn; minder dan m², tussen de m² en m² en meer dan m². Met een verhardingstoename van m 2 valt de planontwikkeling onder de grenswaarde van tussen en m 2. Vanuit de Algemene Regel is er een verplichting tot aanleg van een retentievoorziening voor de toename in verhard oppervlak vanuit het waterschap De Dommel. Gemeente Oisterwijk hanteert het principe dat de gehele ontwikkeling dient te worden afgekoppeld. Dit wil zeggen dat bij een nieuwe ontwikkeling compenserende maatregelen worden genomen om piekafvoeren op te vangen. Dit kan door het vasthouden of bergen van het water door het aanleggen van een waterberging of infiltratievoorziening. Hiermee wordt wateroverlast in de omgeving voorkomen. Op basis van het gemeentelijk beleid dient uitgegaan te worden van een totaal te compenseren verhard oppervlak van m² op eigen terrein. Voor een dergelijke verhardingstoename is de rekenregel uit de Algemene Regel van toepassing. In formulevorm luidt deze regel: Benodigde retentiecapaciteit (in m 3 ) = Toename verhard oppervlak (in m 2 ) * Gevoeligheidsfactor * 0,06 (in m) De vereiste retentiecapaciteit wordt berekend door de toename van het verhard oppervlak (m 2 ) te vermenigvuldigen met een waterschijf van 60 mm (0,06 m). Daaruit volgt de omvang van de vereiste retentiecapaciteit in m 3. De kaart Algemene regel afvoer regenwater door verhard oppervlak geeft vervolgens aan of voor een specifieke locatie met minder retentiecapaciteit volstaan kan worden. De kaart is gebaseerd op bodemkundige en hydrologische omstandigheden en kent een drietal gevoeligheidsfactoren ( 1, ½ en ¼ ). Het plangebied is gelegen in stedelijk gebied en kent een gevoeligheidsfactor van 1. Voor het plangebied is in tabel een berekening opgenomen conform het rekenmodel van de gemeente Oisterwijk. De benodigde berging komt uit op 306,5 m³. Voor de invulling van het waterbezwaar zie hoofdstuk 6. Tabel 4.1.2: Rekenmodel berging en infiltratie HWA gemeente Oisterwijk. Principe berekening compenserende berging HWA Project Aanvrager Datum Schijfstraat 19a te Oisterwijk BRO Boxtel Specificatie rekengegevens Toekomstig verhard oppervlak Verhard oppervlak met correctie Correctiefactor verhard oppervlak Gevoeligheidsfactor Waking maximale waterspiegel t.o.v. Maaiveld Gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) Maaiveld toekomstig Benodigde compensatie 5.108,00 m2 0,00 m2 0,00 1,00 0,30 m1 8,98 m1 + NAP 10,68 M1 + NAP 306,48 m3

76 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad Bodem De maaiveldhoogtes in het plangebied variëren van circa 10,60 m +N.A.P. tot 10,75 m +N.A.P. (bron: AHN). Dit zal met de toekomstige ontwikkeling nagenoeg niet wijzigen. Volgens de Bodemkaart van Nederland ( is de bodem opgebouwd uit Hoge zwarte enkeergronden, lemig fijn zand. Deze bodem heeft de eigenschap redelijk tot matig goed te infiltreren. Uit verkennend bodemonderzoek (AGEL adviseurs d.d ) kan de bodemopbouw als volgt worden omschreven: 0,0 0,5 m mv : Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen grind; 0,5 1,5 m mv : Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus; 1,5 3,0 m mv : Leem, zwak zandig, sterk gleyhoudend; 3,0 4,0 m mv : Zand, zeer fijn, sterk siltig, sporen gley. De kwaarde geeft de waterdoorlatendheid van de bodem of een constructie, de hydrologische conductiviteit. De kwaarde of doorlatendheidscoëfficiënt van zand kan horizontaal (kh) tot 50 m zijn en verticaal (kv) ca. 5 m per dag, van klei en veen ca. 0,1 m per dag. De hierboven beschreven bodem heeft de eigenschap redelijk tot matig goed te infiltreren. Het gebied ligt in een infiltratiegebied. 4.3 Grondwater Het grondwater bij het plaatsen van de boringen (d.d ) gedurende het verkennend bodemonderzoek is waargenomen op circa 2,5 m mv. De dichtstbijzijnde TNO peilbuis (51AB0007) is gelegen op circa 735 meter afstand van het plangebied. De gemeente Oisterwijk heeft een meetpunt op circa 200 meter van het plangebied. Door de kleinere afstand tot het plangebied geeft de peilbuis van de gemeente Oisterwijk het meest representatief beeld. In deze watertoets wordt dan ook uitgegaan van de gemeentelijke peilbuis met een GHG van 8,98 m +N.A.P.. De maaiveldhoogtes in het plangebied variëren van circa 10,60 m +N.A.P. tot 10,75 m +N.A.P. (bron: AHN). Op basis van deze gegevens blijkt dat de GHG zich op circa 1,70 m mv. bevindt. Het plangebied is gelegen in grondwaterdeelgebied II Centrale Slenk. Het plangebied bevindt zich niet binnen de grenzen van een waterwingebied of haar beschermzone. Voor zover bekend vinden op en in de directe omgeving van het plangebied geen grootschalige grondwater onttrekkingen plaats. Uit verkennend bodemonderzoek (AGEL adviseurs d.d ) blijkt dat het grondwater ter plaatse een licht verhoogde concentratie aan barium bevat. Om grondwateroverlast te voorkomen, wordt gestreefd naar een bepaalde minimale ontwateringsdiepte bij de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG). Voor het plangebied is een GHGsituatie geanalyseerd van 8,98 m +N.A.P. Voor bedrijven wordt er een ontwateringsdiepte van 0,70 m mv. nagestreefd. Met een maaiveldhoogte van circa 10,60 m +N.A.P. tot 10,75 m +N.A.P., voldoet het plangebied hieraan. 4.4 Oppervlaktewater In het plangebied zijn geen watergangen gelegen. De dichtstbijzijnde watergang betreft een B watergang langs de Sprendingenstraat circa 280 meter ten noorden van het plangebied. Het

77 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad 8 functioneren van het huidige watersysteem in de omgeving, (doorstroming, afwatering, realiseren van het gewenste peil) zal door de planuitvoering niet verslechteren. 4.5 Afvalwater Al het afvalwater dat binnen het plangebied, na realisatie van de nieuwbouw, zal worden geproduceerd, zal worden afgevoerd via een DWAriool. Deze zal worden aangesloten op het bestaande DWAstelsel in de openbare weg (vergunning aanvragen bij de gemeente Oisterwijk). 4.6 Hemelwater Het risico op foutieve aansluitingen om regenwater als spoelwater voor toiletten ex cetera te gebruiken is groot blijkt uit de praktijk. Het hergebruik van regenwater wordt dan ook niet geadviseerd voor deze planontwikkeling. De volgende stap in de voorkeursvolgorde voor het verwerken van hemelwater betreft vasthouden en infiltreren. Het hemelwater binnen het plangebied zal worden vastgehouden, geïnfiltreerd en vertraagd afgevoerd richting het ITriool. 5 VERGUNNINGEN Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden. 6 TOELICHTING BUFFER EN INFILTRATIEVOORZIENING Gezien de ligging en invulling van het plangebied gaat de voorkeur uit naar een ondergrondse infiltratievoorziening. Het toepassen van infiltratiekratten is gezien de benodigde dekking, het waterbezwaar van 306,5 m³ en de beschikbare ruimte niet haalbaar. De voorkeur gaat daarom uit naar een infiltratiekelder, waarbij geen gronddekking benodigd is voor de zwaarste verkeersklasse. Een type infiltratiekelder is de Watershell Atlantis van Waterblock B.V.. Het grondwater bevindt zich op 1,70 m mv., waardoor er een hoogte toegepast kan worden van 1,50 m uitwendige hoogte infiltratiekelder (inwendige hoogte kelder 1,38 m). Voor de bestrating is er nog een ruimte beschikbaar van 20 cm tot het huidige maaiveld indien de bodem van de infiltratiekelder op de GHG wordt gepositioneerd. Het ITriool ter plaatse heeft een bobhoogte van 8,31 m +N.A.P.. Ter hoogte van de infiltratiekelder is een inspectieput van het ITriool gelegen. Op deze put kan worden aangesloten waarbij onder het DWAstelsel wordt doorgegaan. De bergingskelder zal worden voorzien van een overstort met knijpvoorziening (1 l/s/ha) richting het ITriool. Een Watershell Atlantis 1500 heeft een bergingscapaciteit van l/m². Om het waterbezwaar van 306,5 m³ te kunnen bergen is er met de Atlantis 1500 een oppervlakte benodigd van 259 m². De infiltratiekelder infiltreert alleen via de bodem waardoor er nagenoeg alleen een verticale infiltratie optreedt. Van een lokale grondwaterstand verhoging door de infiltratie is dan ook geen spraken.

78 AGEL adviseurs D03 Waterparagraaf BRO Boxtel maart 2016 Schijfstraat 19a te Oisterwijk blad 9 In navolgende tabel (4.6) is een berekening opgenomen conform het rekenmodel van de gemeente Oisterwijk. In figuur is met een blauw arcering de locatie van de infiltratiekelder aangegeven. Tabel 4.6: Berekening voorziening gemeente Oisterwijk. Gekozen type berging/infiltratievoorziening kelder inwendige lengte kelder 15,00 m1 inwendige breedte kelder 14,81 m1 inwendige hoogte kelder 1,38 m1 inhoud kelder maximaal 306,48 m3 Door profilering van het parkeerdek kan het hemelwater oppervlakkig afstromen naar de zogenoemde uitlopers die zich in het dakvlak bevinden. Vervolgens komt het water in een regenpijp die aangesloten is op een aan te leggen verzamelstreng. De first flush (20% van 110 l/s/ha) van de verzamelstreng loopt via een olie en vetafscheider (benodigde capaciteit 11,3 l/s bij een aangesloten verhard oppervlak van m²), waarna deze uitstroomt in de infiltratiekelder. Doormiddel van een bypass wordt het overig debiet direct geloosd op de infiltratiekelder. Hier kan het regenwater infiltreren en vertraagd worden afgevoerd naar het gemeentelijke rioolstelsel. De technische uitwerking van de toe te passen voorzieningen zal in overleg met de gemeente worden vormgegeven en als onderdeel van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouw worden ingediend. Ten behoeven van de waterkwaliteit zal de voorgestelde ontwikkeling bij de aanleg geen gebruik worden gemaakt van uitlogende materialen, waardoor de uitspoeling van vervuilende stoffen via de bodem naar het oppervlaktewater voorkomen wordt.

79

80 Bijlage 3: Flora en faunaonderzoek

81 Advies :Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk Datum : 27 mei 2015 Opdrachtgever : Troboco Machines Ter attentie van Projectnummer : de heer T. Brock : 211x06739 Opgesteld door : Ineke Kroes i.a.a. : Bij ruimtelijke planvorming en ingrepen is het verplicht om een toetsing aan de natuurwetgeving uit te voeren. Middels een verkennend flora en faunaonderzoek is een beoordeling gemaakt van de mogelijke effecten die het plan zal hebben op beschermde natuurwaarden. Hierdoor wordt helder of het plan niet in strijd is met de natuurwetgeving. Wettelijk kader; Natuurbescherming in Nederland In Nederland is de bescherming van de natuur vastgelegd in de Natuurbeschermingswet (NBwet) en de Flora en Faunawet (FFwet). Deze wetten vormen een uitwerking van de Europese wetgeving (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn). Naast deze wetgeving vindt op rijksniveau, vanuit het Natuurbeleidsplan, een beleidsmatige gebiedsbescherming plaats door de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS wordt uitgewerkt op provinciaal niveau, in NoordBrabant door de Verordening Ruimte. Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet heeft betrekking op de Europees beschermde Natura 2000gebieden en de Beschermde natuurmonumenten. Het gaat hierbij om gebieden die vanuit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn aangewezen zijn (of worden) als Natura 2000gebieden. Als er naar aanleiding van projecten, plannen of activiteiten significante risico s zijn op negatieve effecten, dienen deze risico s vooraf in kaart gebracht en beoordeeld te worden. De projecten, plannen en activiteiten die mogelijk een negatief effect hebben op beschermde natuur binnen een Natura 2000gebied, of een Beschermd Natuurmonument, zijn vergunningsplichtig. Rijksbeleid, provinciaal beleid en gemeentelijk beleid Voor de provincie NoordBrabant is het rijksbeleid uitgewerkt in het provinciaal beleid, in de Verordening Ruimte. Hierin wordt onder andere de EHS verder uitgewerkt. De EHS is een robuust netwerk van bestaande natuurgebieden, gebieden met nieuw aan te leggen natuur en verbindingszones tussen deze gebieden. Verder behoren ook beheersgebieden voor agrarisch natuurbeheer tot de EHS. De feitelijke beleidsmatige gebiedsbescherming vindt plaats middels deze Verordening Ruimte en door de gemeentelijke bestemmingsplannen. Flora en Faunawet De Flora en Faunawet regelt de bescherming van planten en diersoorten en heeft als doel behoud van biodiversiteit. De wet bestaat uit een algemene zorgplicht voor alle in het wild levende inheemse soorten. Daarnaast is er een aantal verbodsbepalingen opgenomen die gelden voor Advies/ Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk 1

82 beschermde soorten, waarbij de beschermingsgraad van de soort bepalend is voor de mate van bescherming. Zorgplicht houdt in dat een initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade op aanwezige soorten te voorkomen, of zo veel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het voorkomen van verontrusting in kwetsbare perioden (winterslaap, voortplantingstijd en afhankelijkheid van jongen). De zorgplicht geldt overal in Nederland, voor alle planten en dieren, ook als er een vrijstelling of ontheffing is verleend. De verbodsbepalingen gelden voor beschermde soorten en hun vaste rust en verblijfsplaatsen. Beschermde soorten zijn aangewezen in 3 tabellen, te weten: algemene beschermde soorten in Tabel 1, overige soorten in Tabel 2, en zwaar beschermde soorten in Tabel 3. Verder zijn alle vogels en hun bewoonde nesten beschermd. Bij ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de juridisch zwaarder beschermde soorten uit Tabel 2 en Tabel 3, en met vogels. Voor vogels is een lijst opgesteld van jaarrond beschermde nesten, en vogels waarbij inventarisatie gewenst is. Bij ruimtelijke ingrepen geldt voor soorten uit Tabel 1 een vrijstelling voor de verbodsbepalingen. Als er in het onderzoeksgebied beschermde soorten voorkomen die niet onder de vrijstelling vallen, dan is de eerste vraag of de voorgenomen activiteit effecten heeft op de beschermde soorten. Treden er effecten op, dan dient er gekeken te worden of er passende maatregelen getroffen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings en/of vaste rust en verblijfplaats te garanderen. Werkwijze natuurtoets In de natuurtoets zijn de gevolgen van de ruimtelijke ingreep afgezet tegen de aanwezige natuurwaarden vanuit de Flora en Faunawet, de Natuurbeschermingswet en de planologisch beschermde natuurwaarden. Deze werkwijze vloeit voort uit de Wijziging beoordeling ontheffing Flora en Faunawet bij ruimtelijke ingrepen van het ministerie van LNV van september Om een beeld te krijgen van de natuurwaarden is door een ecoloog van BRO een verkennend veldbezoek gebracht aan het onderzoeksgebied. Mogelijke standplaatsen van beschermde planten en verblijfplaatsen van dieren zijn onderzocht. Naast een veldbezoek is er een bronnenonderzoek gedaan. Voor dit bronnenonderzoek is gebruik gemaakt van vrij beschikbare gegevens, zoals provinciale natuurgegevens en algemene verspreidingsatlassen. Aan de hand van het uitgevoerde onderzoek is vervolgens een inschatting gemaakt van de effecten op de ruimtelijke ontwikkeling op beschermde natuurwaarden. Beschrijving van het onderzoeksgebied Ligging van het onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied betreft de percelen 3801 en 3311 achter de bebouwing van het adres Beneluxstraat 4, Oisterwijk. Het gaat hierbij om het voormalig gasstation (perceel 3801) en zijn toegangsweg (perceel 3311). Het terrein van het voormalig gasstation, perceel 3801 is aan verschillende zijden met bomen van de aangrenzende percelen afgescheiden. Het perceel 3311 betreft een smal straatje wat toegang geeft tot het gasstation. Het onderzoeksgebied ligt op een industrieterrein, in de kern, aan de noordzijde van Oisterwijk. Aan alle zijden is het onderzoeksgebied omringd door industrie. De Amersfoortcoördinaten van het midden van de locatie zijn X= , Y= De ligging van het onderzoeksgebied is te zien in afbeelding 1. Advies/ Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk 2

83 Afbeelding 1: Ligging van het onderzoeksgebied (bron luchtfoto: Google Maps) Huidige situatie Het onderzoeksgebied ligt op het industrieterrein Kerkhoven, in de kern van Oisterwijk. Het onderzoeksgebied wordt ingesloten door bedrijfsgebouwen en parkeerplaatsen. Er staat een aantal bomen (m.n. Witte Abeel) op het terrein. De ondergrond is deels bestraat, en deels lage ruigtevegetatie. De afbeelding 2 en 3 geven een impressie van de huidige situatie. Afbeelding 2: Bomen aan de westzijde, op het onderzoeksgebied (foto links) en braakliggend terrein op het noordelijk deel van het onderzoeksgebied (foto rechts) Toekomstige (geplande) situatie De wens is om het gehele perceel te bebouwen en daarmee aan te sluiten op de bestaande bebouwing aan de Beneluxstraat, Industrielaan en Schijfstraat. De bomen gaan daarmee verdwijnen. Advies/ Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk 3

84 Afbeelding 3: Perceel 3311, de toegangsweg (foto links) en braakliggend terrein aan de oostzijde,op het onderzoeksgebied (foto rechts) Toetsing gebiedsbescherming Wettelijke gebiedsbescherming Het onderzoeksgebied ligt buiten de invloedssfeer van door de natuurbeschermingswet beschermde gebieden. Het dichtstbijzijnde wettelijke beschermde natuurgebied, Kampina & Oisterwijkse Vennen, ligt op ca. 1,5 km ten zuidoosten van het onderzoeksgebied. Gezien deze afstand en de beperkte omvang van de ontwikkeling hoeft in het plan geen rekening te worden gehouden met wettelijke gebiedsbescherming. Planologische gebiedsbescherming Het onderzoeksgebied ligt geheel buiten de EHS of provinciale gebiedsbescherming, zoals deze is vastgesteld in het Natuurbeheersplan 2013 provincie NoordBrabant. Door de ontwikkeling zullen geen wezenlijke kenmerken van de provinciale groenstructuur worden aangetast. In de planvorming voor het gebied hoeft geen rekening gehouden te worden met planologische bescherming van natuurwaarden. Toetsing Flora en Faunawet Vaatplanten Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde plantensoorten zijn aangetroffen. Het onderzoeksgebied bestaat deels uit bestrating en deels uit braakliggend terrein wat sterk vergrast is, en waarop pleksgewijs wat ruigtevegetatie en wat eenjarige opslag van de aanwezige bomen is ontstaan. Gezien deze omstandigheden mag het voorkomen van beschermde vaatplanten worden uitgesloten. Grondgebonden zoogdieren Op het onderzoeksgebied zijn geen grondgebonden zoogdieren aangetroffen. Het terrein leent zich niet voor grondgebonden zoogdieren. Er kunnen wellicht een paar kleine algemeen be Advies/ Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk 4

85 schermde diersoorten van beschermingsniveau 1 van het gebied gebruikmaken, zoals huisspitsmuis etc. Voor de genoemde soorten geldt een algemene vrijstelling van de Flora en Faunawet bij ruimtelijke ontwikkelingen. In het kader van de algemene zorgplicht is het echter wel noodzakelijk om voldoende zorg te dragen voor de aanwezige dieren. Dit houdt in dat al het redelijkerwijs mogelijke gedaan dient te worden om het doden van dieren te voorkomen. In het kader van de algemene zorgplicht zijn geen specifieke maatregelen nodig. Sporen van strenger beschermde soorten (Tabel 2 en 3) zijn op de locatie niet aangetroffen. Vleermuizen Tijdens het veldbezoek is gelet op de aanwezigheid van potentiële verblijfplaatsen voor vleermuizen. De omgeving van het onderzoeksgebied leent zich voor vleermuizen. Er zijn in de omgeving lijnvormige elementen, er is open water in de buurt (de Voorste Stroom), en er zijn dikke bomen in de omgeving. Het onderzoeksgebied zelf is deels braakliggend open terrein en deels begroeid met bomen. Deze bomen zijn echter zodanig gesitueerd dat ze in geen geval onderdeel uitmaken van een lijnelement of vliegroute. Mogelijk zou het een klein foerageergebied kunnen zijn. Echter, in de directe omgeving van het onderzoeksgebied zijn in ruime mate bomen aanwezig die het mogelijk verlies van dit kleine foerageergebied kunnen opvangen. Er gaat in geen geval zoveel foerageergebied verloren dat dat van invloed zou kunnen zijn op de vleermuizenstand ter plekke. Vogels Tijdens het veldbezoek zijn in het onderzoeksgebied enkele foeragerende roeken aangetroffen, en een paar houtduiven. Het veldbezoek is uitgevoerd buiten het broedseizoen. Er zijn in het onderzoeksgebied geen roekennesten aangetroffen (zie bv. Foto 7). Wel is er in het onderzoeksgebied in een van de bomen een groot nest, waarschijnlijk een eksternest, aangetroffen. Er zijn in de bomen geen holtes aangetroffen. De boomsoort leent zich ook niet echt voor holtennesten. Het gaat om zacht, snelgroeiend hout. Het bestrate deel van het onderzoeksgebied leent zich uiteraard niet voor nesten. Er is wel groen en er is een aantal bomen dat gaat verdwijnen door de ingreep. En hoewel in deze bomen slechts één nest is aangetroffen, zijn broedende vogels wel te verwachten binnen het onderzoeksgebied. Effectenbeoordeling Op de Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten van het Ministerie van LNV (augustus 2009) wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën vogelnesten. Van de meeste vogelsoorten zijn de nesten uitsluitend beschermd wanneer deze tijdens de broed en nestperiode in gebruik zijn. Het gaat om soorten die jaarlijks nieuwe nesten maken. Van een aantal soorten is het nest, inclusief de functionele leefomgeving, jaarrond beschermd. Dit zijn een aantal roofvogels, koloniebroeders en gebouw bewonende vogelsoorten. Ten slotte is er een categorie nesten van vogelsoorten, bijvoorbeeld de roek, die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed, maar die over voldoende flexibiliteit beschikken om, als die broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen ( categorie 5soorten ). Uit het bronnenonderzoek is niet gebleken dat er in de directe omgeving jaarrond beschermde nesten aanwezig zijn. Indien werkzaamheden tijdens het broedseizoen plaatsvinden dient het aanwezige groen vooraf en tijdens de werkzaamheden ongeschikt gemaakt te zijn voor broedende vogels. Dit kan door Advies/ Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk 5

86 het kappen van bomen en het verwijderen van de aanwezige struiken voorafgaand aan het broedseizoen. Vissen, amfibieën en reptielen In het onderzoeksgebied of in de directe nabijheid daarvan is geen oppervlaktewater aanwezig. De aanwezigheid van vissen en van voortplantingsplaatsen van amfibieën kan worden uitgesloten. Het groen in het onderzoeksgebied kan deel uitmaken van het landhabitat van amfibieën. Het zal hierbij gaan om leefgebied van algemene soorten zoals gewone pad en bruine kikker. Het voorkomen van strenger beschermde amfibie en reptielensoorten is op basis van habitatvoorkeur en verspreidingsgegevens redelijkerwijs uit te sluiten. Beschermde ongewervelde diersoorten Voor beschermde ongewervelde soorten heeft het onderzoeksgebied weinig waarde door het ontbreken van geschikte biotopen en vegetaties. Het voorkomen van strenger beschermde ongewervelde soorten (Tabel 2 en 3) is met voldoende zekerheid uit te sluiten omdat dergelijke soorten zeer specifieke eisen aan hun leefomgeving stellen. Conclusies en aanbevelingen In het kader van de algemene zorgplicht is het noodzakelijk om voldoende zorg te dragen voor aanwezige individuen. Dit houdt in dat al het redelijkerwijs mogelijke gedaan dient te worden om het doden van individuen te voorkomen. Er zijn echter geen specifieke maatregelen nodig voor vaatplanten, grondgebonden zoogdieren, vissen of amfibieën en reptielen, of ongewervelde diersoorten. Over het algemeen is het zo dat nesten van de meeste soorten vogels uitsluitend beschermd zijn gedurende de periode dat deze nesten in gebruik zijn, dat wil zeggen de broed en nestperiode. Het is in de praktijk niet mogelijk om een ontheffing te verkrijgen voor het verwijderen of verstoren van deze nesten in deze periode. Door de werkzaamheden buiten de broedperiode (voor het onderzoeksgebied half maart half augustus) uit te voeren, wordt het risico op overtreding van de Flora en Faunawet voor deze vogelsoorten sterk verminderd. Voor het broedseizoen is echter geen vaste periode aangegeven en de broedperiode is tevens afhankelijk van de soort. Jaarrond beschermde nesten zijn niet aangetroffen. Hiervoor hoeven dus geen bijzondere maatregelen te worden getroffen. Advies/ Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk 6

87 Bijlage 4: Archeologisch onderzoek

88

89 Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase Industrielaan 2 te Oisterwijk E.A. Schorn & E. van der Klooster Archeodienst Rapport 399 Onderzoeksmelding: In opdracht van: BRO

90 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Colofon Titel: Inventariserend Veldonderzoek karterende fase Industrielaan 2 te Oisterwijk Auteur(s): E.A. Schorn en E. van der Klooster Archeodienst Rapport: 399 ISSN nummer: Versienummer: 1.2 (concept) Onderzoeksmelding: Gemeente: Oisterwijk Opdrachtgever: BRO Eindredactie Susanne Koeman Foto s en tekeningen: Archeodienst BV, tenzij anders aangegeven Plaats: Zevenaar Foto omslag: Zuidwestelijke deel van het plangebied gezien vanuit het zuiden (bron: GoogleStreetview) Autorisatie: WillemSimon van de Graaf De kaft van dit rapport is in de vorm van de voor en achterkant van een Romeinse dakpan waarop hondenpootafdrukken staan. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder bronvermelding. Archeodienst BV aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit onderhavig onderzoek of de gegeven adviezen. Archeodienst BV, RingbaanZuid 8a, Postbus 297, 6900 AG Zevenaar, tel , info@archeodienst.nl, 2

91 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Inhoudsopgave 1 Inleiding Onderzoekskader Onderzoeksdoel en vraagstellingen Ligging en huidige situatie plangebied Toekomstige situatie plangebied Booronderzoek Werkwijze Beschrijving en interpretatie van de boorgegevens Sediment Bodem Archeologische indicatoren Archeologische interpretatie Conclusie Inleiding Conclusies / beantwoording van de onderzoeksvragen Advies... 9 Bijlage 1: Periodentabel Bijlage 2: Verklarende woordenlijst Bijlage 3: Afkortingenlijst Bijlage 4: Boorpuntenkaart Bijlage 5: Boorbeschrijvingen 3

92 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Administratieve gegevens Projectnaam OisterwijkIndustrielaan 2 Onderzoeksmelding Provincie Gemeente Plaats NoordBrabant Oisterwijk Oisterwijk Toponiem Industrielaan 2; Schijfstraat 17 en 19 Type project Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase (IVOK; booronderzoek) Opdrachtgever BRO Contactpersoon opdrachtgever Bevoegd gezag Uitvoerder Uitvoerders veldwerk Vondstdeterminatie Uitvoeringsdatum Beheer en plaats documentatie Geografische positie (xy; in m) Kaartbladnummer Huidig grondgebruik Mevr. E. Mulders Gemeente Oisterwijk Archeodienst BV E.A. Schorn (Industrielaan 2) en E. van der Klooster (Schrijfstraat 17 en 19) W.S. van de Graaf (Industrielaan 2) en (Schijfstraat 17 en 19) Zevenaar Coördinaten zijn NWNOZOZW x: y: x: y: x: y: x: y: A Oppervlakte plangebied Ca m² Groenstrook, bestrating en bebouwing 4

93 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV 1 Inleiding 1.1 Onderzoekskader In opdracht van BRO heeft archeologisch onderzoeksbureau Archeodienst BV in 2013 een Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase (IVOO(verig); booronderzoek) uitgevoerd in het plangebied aan de Industrielaan 2 te Oisterwijk (gemeente Oisterwijk, Fig. 1.1). In 2015 is de vraag gekomen dit onderzoek uit te breiden voor de naastgelegen adressen Schijfstraat 17 en 19. Deze rapportage bevat zowel de resultaten van het onderzoek uit 2013 als uit Het onderzoek is uitgevoerd voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van de bestaande bedrijfsbebouwing. Door de graafwerkzaamheden die nodig zijn voor de nieuwbouw kunnen eventueel in de ondergrond aanwezige archeologische resten verloren gaan. Fig. 1.1: Het plangebied op de topografische kaart (bron: kadaster 2011). Op de gemeentelijke archeologische beleidskaart (Past2Present 2009) heeft het plangebied een middelhoge archeologische verwachting (waarde archeologie 3), wat inhoudt dat bij een bodemverstoring dieper dan 0,50 m en groter dan 250 m² vroegtijdig archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden. De gemeente heeft aangegeven dat de beleidskaart als bureauonderzoek moet worden beschouwd. Dit onderzoek betreft dus alleen een booronderzoek waarmee de verwachting op de beleidskaart is getoetst. Het onderzoek is uitgevoerd conform de gemeentelijke eisen, de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2 (CCvD 2010) en de Leidraad Inventariserend Veldonderzoek versie 2.0 (Tol et al. 2012). Voor de in dit rapport gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar Bijlage 1. Afkortingen en jargon worden in Bijlage 2 en 3 uitgelegd. 5

94 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV 1.2 Onderzoeksdoel en vraagstellingen Het doel van het karterend booronderzoek is het toetsen van de archeologische verwachting op de beleidskaart door de intactheid van de bodemopbouw vast te stellen en de eventueel aanwezige archeologische resten en/of vindplaatsen te inventariseren. Om deze doelstelling te realiseren, zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact? Zijn in het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig? Wat is te zeggen over de horizontale en verticale verspreiding van de archeologische resten? Wat is de vermoedelijke aard en datering van de archeologische resten? Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd? In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd door de voorgenomen ontwikkeling van het gebied? 1.3 Ligging en huidige situatie plangebied Het plangebied is ca m 2 groot en ligt aan de Industrielaan 2 en Schijfstraat 17 en 19 te Oisterwijk (Fig. 1.1). Het terrein wordt in noordoosten, noordwesten en zuiden begrensd door bestaande bedrijfsbebouwing, in het zuidwesten door de Industrielaan en in het zuidoosten door de Schijfstraat. Het plangebied is in gebruik als gasstation (noordelijke zone), bedrijfsgebouwen (zuidwestelijke zone), en is deels bestraat en bestaat deels uit groenstroken. Via de westelijke punt van het plangebied, die deels in gebruik is als bedrijfsterrein en ook deels bebouwd is, lopen in de ondergrond meerdere leidingen richting het gasstation. De hoogte van het maaiveld (geraadpleegd op bedraagt circa 10,5 m +NAP (Normaal Amsterdams Peil). 1.4 Toekomstige situatie plangebied De exacte inrichting is niet bekend, maar het bestaande gasstation met leidingen wordt gesaneerd en de plek tussen de bedrijfsbebouwing die vrij komt, wordt ingevuld met nieuwe bedrijfsbebouwing. Tevens wordt de bebouwing op Schijfstraat 17 en 19 gesloopt, waar dan tevens uitbreiding plaatsvindt. De verstoringsdiepte is onbekend, maar zal waarschijnlijk dieper dan 50 cm beneden maaiveld (niveau waar vanaf archeologie kan worden verwacht). 6

95 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV 2 Booronderzoek 2.1 Werkwijze Op grond van de middelhoge verwachting voor het plangebied en de ligging in een dekzandlandschap (www. archis2.archis.nl), waar vindplaatsen te verwachten zijn vanaf het LaatPaleolithicum tot heden, is aan de hand van de Leidraad Inventariserend Veldonderzoek versie 2.0 (Tol et al. 2012) gekozen voor een karterend booronderzoek gericht op vindplaatsen uit alle perioden (methode E1, brede zoekoptie Tol et al. 2012). Deze boormethode gaat uit van een boorgrid van 20 x 25 m waarmee een boordichtheid van 20 boringen per hectare wordt gehaald. De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca m 2 waarvan ca m 2 afvalt voor het booronderzoek vanwege gasleidingen (westelijke punt) en bebouwing (westelijke punt en zuidelijke deel). Op het resterende oppervlak van ca m 2 zijn in totaal zijn 10 boringen geplaatst met een Edelmanboor met een boordiameter van 15 cm tot minimaal 25 cm in de C horizont. Dit is voldoende om aan de leidraad voor karterend booronderzoek, methode E1 te voldoen. Vanwege de terreinomstandigheden (bebouwing, verhardingen, leidingen) zijn de boringen zo gelijkmatig mogelijk over het plangebied verdeeld. De exacte boorlocaties zijn ingemeten met een meetlint. Het opgeboorde sediment is gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm en geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals houtskool, vuursteen en aardewerk. De boringen zijn beschreven conform de NEN 5104 en de bodemclassificatie volgens De Bakker en Schelling (1989). 2.2 Beschrijving en interpretatie van de boorgegevens Voor de ligging van de boorpunten wordt verwezen naar Bijlage 4, de boorbeschrijvingen zijn te vinden in Bijlage 5. In het terrein zijn geen hoogteverschillen waargenomen. Het terrein is dus relatief vlak Sediment De natuurlijke ondergrond bestaat uit zeer fijn zand dat matig is gesorteerd en matig is afgerond. Dit zand is geïnterpreteerd als dekzand behorend tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel (de Mulder et al. 2003). Het dekzand is afgedekt door een humeuze bouwvoor (Ap, Aaphorizont) al dan niet met een restant van een plaggendek (Aahorizont) Bodem In de boringen 2, 3 en 4 en 7 tot en met 10 is een enkeerdgrond aangetroffen, die alleen in boring 4 nog geheel intact is (Aap en Aahorizont zijn aanwezig), terwijl in de andere boringen alleen sprake is van een Aaphorizont en dus de gehele enkeerdgrond uit een bouwvoor bestaat. In de boringen 1, 5 en 6 is een Aphorizont op Chorizont aangetroffen, waarbij het onderste deel van de Aphorizont verploegd is met de Chorizont. Er zijn geen resten van de oorspronkelijke podzolbodem, die in het dekzand kan worden verwacht, aangetroffen. 7

96 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV 2.3 Archeologische indicatoren Bij de controle van het opgeboorde bodemmateriaal is in boring 8 vondstmateriaal in de top van de Chorizont gevonden uit de LateMiddeleeuwen (Tab. 2.1). Ook in de geploegde laag boven de Chorizont zijn vondsten gedaan maar die zijn recenter en dateren waarschijnlijk uit de 20 e eeuw of uit de Nieuwe tijd. Ook in de andere boringen is materiaal van recente datum (20 e eeuw) gevonden. Dit baksteen en puinmateriaal zat logischerwijs in de humeuze bovengrond. Vondst Boring Diepte Aard Datering Bijzonderheden cm mv Keramisch bouwmateriaal Roodbakkend geglazuurd aardewerk Keramisch bouwmateriaal LMENT NT NTCREC cm mv Keramiek LME Spaarzaam geglazuurd Tab. 2.1 Overzicht van de vondsten. 2.4 Archeologische interpretatie In het plangebied is geen natuurlijke podzolgrond aanwezig. Deze is door verploeging in de bouwvoor dan wel de onderkant van de enkeerdgrond opgenomen. De bodem bestaat globaal gezien voornamelijk uit een bouwvoor (Ap/Aaphorizont) op Chorizont. Vuursteenvindplaatsen van jagersverzamelaars bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen, in de bovengrond van de oorspronkelijke podzolgrond. Aangezien geen podzolbodem is aangetroffen, zijn eventueel aanwezige vuursteenvindplaatsen verloren gegaan. Daarnaast zijn er geen indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid een vindplaats uit deze periode. De middelhoge verwachting op de beleidskaart voor vuursteenvindplaatsen van jagersverzamelaars uit het LaatPaleolithicum tot en met Mesolithicum wordt daarom naar laag bijgesteld. Nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen tot in de Chorizont reiken en zijn mogelijk nog intact en plaatselijk afgedekt met een restant van een plaggendek. Tijdens het booronderzoek is een fragment aardewerk uit de periode Late Middeleeuwen ( n. Chr.) gevonden en recenter vondstmateriaal in de bovengrond. In het plangebied zijn restanten van een intact plaggendek aanwezig. De praktijk van het aanbrengen van deze plaggendekken is in deze regio gestart in de periode 1350 tot 1450 na Chr. (Spek 2004). Het materiaal dat gebruikt werd voor het aanbrengen van plaggendekken hoeft daardoor niet een lokale oorsprong te hebben, maar kan ook van elders afkomstig kan zijn. Het fragment laatmiddeeuws aardewerk kan dus in de bodem terecht zijn gekomen tijdens het opbrengen van het plaggendek maar kan ook op een vindplaats uit de LateMiddeleeuwen duiden die onder het plaggendek ligt, zeker gezien het feit dat de scherf is gevonden in de top van de Chorizont onder het plaggendek. Op basis van deze resultaten wordt de middelhoge verwachting op de beleidskaart voor de perioden Neolithicum tot en met Nieuwe tijd naar laag bijgesteld voor de periode Neolithicum tot en met VroegeMiddeleeuwen. Voor de periode LateMiddeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd blijft de middelhoge verwachting gehandhaafd. 8

97 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV 3 Conclusie 3.1 Inleiding Het doel van het inventariserend veldonderzoek was om de middelhoge verwachting op de archeologische beleidskaart van de gemeente Oisterwijk te toetsen. In paragraaf 3.2 wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvragen zoals die voorafgaand aan het onderzoek zijn geformuleerd. In paragraaf 3.3 wordt een advies gegeven ten aanzien van archeologisch vervolgonderzoek. 3.2 Conclusies / beantwoording van de onderzoeksvragen Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact? De natuurlijke ondergrond bestaat uit zeer fijn dekzand dat matig is gesorteerd en matig is afgerond. In de boringen 2, 3 en 4 en 7 tot en met 10 is een enkeerdgrond aangetroffen, die alleen in boring 4 nog geheel intact is (Aap en Aahorizont zijn aanwezig), terwijl in de andere boringen alleen sprake is van een Aaphorizont en dus de gehele enkeerdgrond uit een bouwvoor bestaat. In de boringen 1, 5 en 6 is een Aphorizont op Chorizont aangetroffen, waarbij het onderste deel van de Aphorizont verploegd is met de Chorizont. Er zijn geen resten van de oorspronkelijke podzolbodem, die in het dekzand kan worden verwacht, aangetroffen. Zijn in het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig? Bij de controle van het opgeboorde bodemmateriaal is in boring 8 in de top van de Chorizont een fragment aardewerk gevonden dat mogelijk wijst op de aanwezigheid van een vindplaats. Wat is te zeggen over de horizontale en verticale verspreiding van de archeologische resten? De sporen kunnen vanaf de basis van het verploegde plaggendek, vanaf ca. 80 cm mv worden verwacht. Qua landschappelijke ligging en de vergelijkbare bodemopbouw in het plangebied kan een eventuele vindplaats zich uitstrekken over het hele plangebied en daarbuiten. Wel zal plaatselijk het archeologische niveau zijn verstoord door kabels/leidingen en de huidige bebouwing. Wat is de vermoedelijke aard en datering van de archeologische resten? Het opgeboorde fragment aardewerk kan wijzen op een vindplaats uit de LateMiddeleeuwen. Op basis van de ruime datering in de periode n. Chr. kan het echter niet worden uitgesloten dat het fragment van elders afkomstig is en bij het opbrengen van plaggendek op de locatie terecht is gekomen. Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd? Op basis van de archeologische beleidskaart van de gemeente Oisterwijk had het plangebied een middelhoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit alle perioden. Het booronderzoek heeft uitgewezen dat deze verwachting naar laag kan worden bijgesteld voor de periode Laat Paleolithicum tot en met de VroegeMiddeleeuwen. Voor de periode LateMiddeleeuwen tot en met Nieuwe tijd blijft de middelhoge verwachting gehandhaafd op basis van het aangetroffen vondstmateriaal en het (deels) intacte archeologische sporenniveau. In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden? Mogelijk is er een archeologische vindplaats aanwezig in het plangebied. Sporen worden verwacht vanaf 80 cm mv. Rekening houdend met een buffer van 30 cm wordt het archeologische bodemarchief bedreigd bij graafwerkzaamheden die dieper reiken dan 50 cm mv. 3.3 Advies Op basis van de resultaten van het booronderzoek is mogelijk een archeologische vindplaats in het plangebied aanwezig. Wanneer de geplande graafwerkzaamheden dieper reiken dan 50 cm beneden maaiveld kunnen eventueel aanwezig archeologische resten verloren gaan en is vervolgonderzoek noodzakelijk. Archeodienst BV adviseert een vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek om vast te stellen of in het plangebied archeologische resten aanwezig zijn en 9

98 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV zo ja, welke waardering hieraan gegeven kan worden. Aangezien het gevonden fragment laatmiddeleeuws aardewerk zowel een lokale oorsprong kan hebben (een vindplaats) als een oorsprong buiten het plangebied (aangevoerd van elders) wordt geadviseerd het proefsleuvenonderzoek gefaseerd uit te voeren. Het voorstel is om eerst een of twee sleuven aan te leggen ter hoogte van de vondstlocatie aan de westzijde van de bebouwing op Schijfstraat 17. Wanneer archeologische resten worden aangetroffen, zal het proefsleuvenonderzoek worden uitgebreid naar de rest van het plangebied. Wanneer geen archeologische resten worden aangetroffen, kan het plangebied worden vrijgegeven en is verder geen onderzoek meer nodig. Voor dit proefsleuvenonderzoek is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk dat is goedgekeurd door de bevoegde overheid. In dit PvE wordt de werkwijze en de randvoorwaarden van het proefsleuvenonderzoek vastgelegd. Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Archeodienst BV erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Oisterwijk), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet met zekerheid gegarandeerd worden. Indien bij graafwerkzaamheden archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister gemeld te worden. Ook verdient het de aanbeveling de gemeente hierover in te lichten. 10

99 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Literatuur Bakker, H. de/j. Schelling, 1989² (1966): Systeem van de bodemclassificatie voor Nederland, Wageningen Centraal College van Deskundigen Archeologie, 2010: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2, Gouda. Mulder, E.F.J. de/m.c. Geluk/I.L. Ritsma/W.E. Westerhof/T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen. Kadaster, 20011: Topografische kaart 1: , Apeldoorn. NEN (Nederlands Normalisatie Instituut), 1990: NEN5104:1989 NL, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie Instituut, Delft. Past2Present, 2009: Archeologische beleidskaart gemeente Oisterwijk. Spek, Th, 2004: Het Drentse esdorpen landschap, een historisch geografische studie, Utrecht. Tol, A.J./J.W.H.P. Verhagen/M. Verbruggen, 2012: Leidraad inventariserend veldonderzoek versie 2.0. Deel: karterend booronderzoek, Gouda (SIKB uitgave). Websites (Actueel Hoogtebestand van Nederland) Lijst van afbeeldingen Fig. 1.1: Het plangebied op de topografische kaart (bron: kadaster 2011)....5 Lijst van tabellen Tab. 2.1 Overzicht van de vondsten

100 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Bijlage 1: Periodentabel

101 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Bijlage 2: Verklarende woordenlijst

102 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Bijlage 3: Afkortingenlijst afko rting betekenis afko rting betekenis 1 zwak Ks1 klei zwak siltige 2 matig Ks2 klei matig siltige 3 sterk Ks3 klei sterk siltige 4 uiterst Ks4 klei uiterst siltige g1 zwak grindig KWARTS Kwartsiet g2 matig grindig Kz1 klei zwak zandig g3 sterk grindig Kz2 klei matig zandig h1 zwak humeus Kz3 klei sterk zandig h2 matig humeus L leem h3 sterk humeus l licht AD Anno Domini (datering na Christus) LBK Lineaire bandkeramiek afb. afbeelding LEE Leer AHN Actueel Hoogtebestand Nederland LIN Lineair AMK Archeologische Monumenten Kaart Lz1 leem zwak zandig AMS directe C14meting Lz3 leem sterk zandig AMZ Archeologische Monumenten Zorg m meter ARCHIS Archeologisch Informatie Systeem m² vierkante meter art. artikel MA Master of Arts ASB Archeologische Standaard Boorbeschrijving MC14 monster voor C14datering AW Aardewerkconcentratie M FE ijzermonster AWG gedraaid M FOS fosfaatmonster AWH handgevormd mg matig gesorteerd BC Before Christ (datering voor Christus) MHK houtskoolmonster BE Beige M HT houtmonster bijv. bijvoorbeeld MICRO micromorfologisch onderzoek BL Blauw MLIT lithologisch monster blz bladzijde mm millimeter BOT Bot Mn mangaan BP Before Present (datering t.o.v. 'heden', zijnde 1950) MP pollenmonster BR Bruin mp meetpunt BS Baksteen MPF botanisch monster BTO Onverbrand bot MSc Master of Science BTV Verbrand bot MTL metaal BV Bouwvoor mv maaiveld (het landoppervlak) C 14 Koolstofdatering MZF zoölogisch monster, 0,25 mmm CA kalk n nee ca. circa N noord CAA Centraal Archeologisch Archief NAP Normaal Amsterdams Peil CAD Computeraided Drafting (of Design) NEN Nederlandse Norm CCvD Centraal College van Deskundigen nr. nummer Chr. Christus NV Natuurlijke verstoring CHW CultuurHistorische Waardenkaart O oost CIS Centraal Informatie Systeem o.a. onder andere cm centimeter OD ouder dan CMA Centraal Monumenten Archief OR Oranje con concreties ORG Organisch CRI Crinoiden kalk OX oxidatie CvAK College PA Paars d donker pag. pagina DAO Defintief Archeologisch Onderzoek plr plantenresten drs. doctorandus pu puin e.d. en dergelijke PvA Plan van Aanpak e.v. en verder PvE Programma van Eisen et al. et alii (en anderen) RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed etc. etcetera RD Rijksdriehoek systeem FE Ijzer/oer (landelijk coördinatensysteem) FeO2 roest (ijzeroxide) REC Recente verstoring FF Fosfaat RI riet FG Fysisch Geograaf/ Fysische Geografie RO Rood Fig. Figuur RZ Roze G Grind S silt GE Geel s spoor gem. gemiddeld sch schelpenresten gew. gewicht sg slecht gesorteerd GEWICHT gewicht SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsboring Bodembeheer gg goed gesorteerd SLK (produktie) slakken GIS Geografisch Informatie Systeem sph sphagnum GLS Glas Stiboka Stichting voor Bodemkartering GN Groen STN natuursteen GPS Global Positioning System tab. tabel GR Grijs tel. telefoon GW grondwater temp temperatuur Gs grind siltig TEX Textiel Gz1 grind zwak zandig TOU Touw Gz2 grind matig zandig V Veen Gz3 grind sterk zandig v vondst Gz4 grind uiterst zandig Vk1 veen zwak kleiig h humeus Vk3 veen sterk kleiig ho hout VKL Huttenleem/verbrande leem h1 zwak humeus Vm veen mineraalarm h2 matig humeus vnr vondstnummer h3 sterk humeus VST Vuursteen ha hectare Vz1 veen zwak zandig HK Houtskool Vz3 veen sterk zandig HL Hutteleem W west HT Hout WABO Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht HU Humus WI Wit id identiek aan WRO Wet Ruimtelijke Ordening IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden wo wordtelrest INDET Ondetermineerbaar X(XX) onbekend ing. ingenieur Z zand IVO Inventariserend Veldonderzoek Z zuid IVOK Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase Z1 zand uiterst fijn IVOO Inventariserend Veldonderzoek Overig Z2 zand zeer fijn IVOP Inventariserend Veldonderzoek Proefsleuven Z3 zand matig fijn IVOV Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Z4 zand matig grof J ja Z5 zand zeer grof JD jonger dan Z6 zand uiterst grof K klei zg zegge k kolom Zk zand kleiig KBW Bouwkeramiek Zs1 zand zwak siltig KER keramiek Zs2 zand matig siltig Kl Kiezel Zs3 zand sterk siltig km kilometer Zs4 zand uiterst siltig KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie ZW Zwart

103 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Bijlage 4: Boorpuntenkaart

104 Boorpuntenkaart Legenda Plangebied. Intacte enkeerdgrond. Deels verstoorde enkeerdgrond. A op C bodemprofiel Achtergrond: Luchtfoto BingMaps ± m 59248_Oisterwijk_Industrielaan 2_Schijftstraat_17+19_IVOK

105 59248 IVOK Industrielaan 2 te Oisterwijk Archeodienst BV Bijlage 5: Boorbeschrijvingen

106 Boorbeschrijvingen Project Industrielaan 2 Oisterwijk Datum en Type grond zand Beschrijver Erik Schorn en Erwin van der Klooster Bijzonderheden Methode Edelman 15 cm Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 1 45 Z3s1 h1 zwgr/br/lgr pu2, bs2 X opgebracht groenstrook 70 Z3s1 h2 zwgr Bs1 Ap 85 Z2s1 h1 zwgr/ge Ap/C verploegd 110 Z2s1 ge C mg Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 2 60 Z3s1 h2 zwgr Bs2 Aap groenstrook 75 Z2s1 h1 zwgr/ge Aap/C verploegd 100 Z2s1 ge C mg Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 3 60 Z3s1 h2 zwgr Bs2, pu3 Aap groenstrook 80 Z2s1 h1 zwgr/ge Aap/C verploegd 110 Z2s1 ge C mg Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 4 45 Z3s1 h2 zwgr Bs1, pu1 Aap groenstrook 70 Z3s1 h1 dgr Bs1 Aa 85 Z2s1 h1 zwgr/ge mg Aa/C verploegd 110 Z2s1 ge mg C mg Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 5 10 Z3s1 lgr X ophoogzand groenstrook 50 Z3s1 h2 zwgr Bs1 Ap 70 Z2s1 h1 zwgr/ge mg Ap/C verploegd 100 Z2s1 ge mg C mg Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 6 15 Z3s1 ge X ophoogzand groenstrook 55 Z3s1 h2 zwgr Ap 80 Z2s1 h1 zwgr/ge Bs1 Ap/C verploegd 110 Z2s1 ge mg C mg Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 7 10 Z3s1 lgr X ophoogzand stelconplaat 60 Z3s1 h2 zwgr Bs1 Ap 80 Z2s1 h1 gebr mg Aa/C verploegd 110 Z2s1 ge mg C mg Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 8 10 Z3s1 lgr X ophoogzand stelconplaat 50 Z3s1 h2 zwgr Bs1 Ap eerste boring Z2s1 h1 gebr mg Aa/C verploegd v1 100 Z2s1 ge mg C mg v2 Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten 9 10 Z3s1 lgr X ophoogzand stelconplaat 40 Z3s1 h2 zwgr Bs1 Ap 80 Z2s1 h1 gebr mg Aa/C verploegd 100 Z2s1 ge mg C mg

107 Boring Diepte in cm mv Textuur Humus Kleur Bijzondere bestanddelen Horizont Opmerkingen Vondsten Z3s1 lgr X ophoogzand bestraat 50 Z3s1 h2 zwgr Bs1 Ap 70 Z2s1 h1 gebr mg Aa/C verploegd 100 Z2s1 ge mg C mg

108

109 Bijlage 5: Memo verkeer en parkeren

110 Uitbreiding Tobroco Toets parkeren en verkeersafwikkeling Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

111 Colofon Titel: Auteurs(s): Opdrachtgever: Projectnaam: Uitbreiding Tobroco Eline Swinkels Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. Uitbreiding Tobroco Projectnummer: 1553 Datum: 18 februari 2016 Status: definitief Contactadres voor deze publicatie: Accent adviseurs Luchthavenweg 13E 5657 EA EINDHOVEN T E contact@accentadviseurs.nl I Niets gebeurt zomaar. Niets is vanzelfsprekend. Ons denken en handelen maakt dat we met de wetenschap van nu alle projecten toekomstbestendig opleveren. 100% in dienst van de maatschappij en opdrachtgever. Vooruit denken en vooruit zien. Dat is niet alleen de ambitie van Accent adviseurs, het is wat we zijn. Accent adviseurs, voor goed Accent adviseurs, Eindhoven. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van Accent adviseurs. Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 2

112 Inhoudsopgave Pagina 1 Inleiding Aanleiding Planontwikkeling Leeswijzer 5 2 Parkeren Inleiding Parkeerkencijfers versus parkeernormen Parkeernormen gemeente Oisterwijk Parkeernormen voor Tobroco Parkeerbehoefte huidige situatie Parkeerbehoefte nieuwe situatie Toets invulling parkeerbehoefte 8 3 Toets verkeersafwikkeling 10 Bijlagen Bijlage 1: Parkeernormen gemeente Oisterwijk Bijlage 2: Impressie inrichting parkeerdek Bijlage 3: Uitsnede verkeersmodel gemeente Oisterwijk Bijlage 4: Berekening verkeersafwikkeling parkeerdek op Schijfstraat Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 3

113 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Tobroco Machines is een fabrikant van de Giant skidsteers, wielladers, telescopische wielladers, verreikers en aanbouwdelen. In de fabriek, gevestigd aan de Industrielaan in Oisterwijk, werken zo n 130 medewerkers. Tobroco is bezig met voorbereidingen voor een uitbreiding van het bestaande bedrijfspand. Door deze uitbreiding verandert de parkeerbehoefte. figuur 1: Locatie Tobroco in de gemeente Oisterwijk Deze rapportage is opgesteld voor de ruimtelijke onderbouwing van de uitbreiding en anderzijds als input voor de concrete uitwerking van de plannen. Tobroco streeft naar een kwalitatief goede werkomgeving waar onder andere de parkeervoorzieningen goed gefaciliteerd zijn. Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 4

114 1.2 Planontwikkeling Tobroco beschikt in de huidige situatie over m 2 bvo 1 (bruto vloer oppervlak). Door de uitbreiding wordt het aantal m 2 bvo vergroot naar m 2. Om parkeren te faciliteren is het idee ontstaan om het dakoppervlak te gebruiken als parkeerplaats. Op deze overdekte parkeergelegenheid worden 191 parkeerplaatsen gerealiseerd. figuur 2: impressie uitbreiding Tobroco met overdekt parkeren op het dak 1.3 Leeswijzer In de hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de parkeerbehoefte in de huidige situatie en die na de uitbreiding. Hierbij is onderscheid gemaakt in de theoretische parkeerbehoefte op basis van parkeernormen en de werkelijke parkeerbehoefte in de praktijk. Daarna is getoetst of de verwachte parkeerbehoefte na de uitbreiding past op het dakoppervlak. Tenslotte wordt in hoofdstuk 3 de verkeersafwikkeling van de nieuwe ontsluiting van de parkeerplaatsen op het dak op de Schijfstraat getoetst. 1 Het bvo is gedefinieerd als: "Oppervlakte van het gebied dat wordt begrensd door de buitenomtrek van de omringende opgaande scheidingsconstructies, gemeten op vloerniveau(s)." Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 5

115 2 Parkeren 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt getoetst of het aantal parkeerplaatsen dat Tobroco gaat realiseren om parkeren in de toekomst te faciliteren, voldoet aan de parkeernormen van de gemeente. 2.2 Parkeerkencijfers versus parkeernormen De landelijke parkeerkencijfers zijn nooit ontwikkeld om als parkeernorm te dienen. De parkeerkencijfers zijn ontwikkeld als hulpmiddel voor de ontwerpers; om een orde van grootte uit te rekenen voor het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening. Het is uiteindelijk aan de wegbeheerder om parkeernormen vast te stellen. De kencijfers geven een gemiddeld beeld van de situaties die tijdens een onderzoek zijn aangetroffen. Ze kunnen meestal geen kantenklaar antwoord geven op de vraag hoeveel parkeerplaatsen in een bepaalde situatie moeten worden gerealiseerd of hoeveel gemotoriseerd verkeer er gegenereerd wordt. Bij het gebruik van kencijfers moet rekening worden gehouden met de volgende invloeden: bereikbaarheidskenmerken van de locatie specifieke eigenschappen van de functie; mobiliteitskenmerken van de gebruikers/ bezoekers van de functie het gemeentelijk parkeerbeleid of mobiliteitsbeleid 2.3 Parkeernormen gemeente Oisterwijk De gemeente Oisterwijk heeft in 2009 parkeernormen vastgesteld, zie bijlage 1. Hoewel deze parkeernormen wat gedateerd zijn, zijn deze destijds afgeleid en overgenomen vanuit landelijke parkeerkencijfers. Hoewel inmiddels recentere parkeerkencijfers beschikbaar zijn, is voor de ontwikkeling van Tobroco gerekend met de gemeentelijke parkeernormen. 2.4 Parkeernormen voor Tobroco Het pand van Tobroco is onderverdeeld in diverse ruimtes, er is een kantoor en een gedeelte voor opslag en productie. Voor deze afzonderlijke functies zijn door de gemeente Oisterwijk verschillende parkeernormen vastgesteld. Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 6

116 Het bvo voor Tobroco is in de huidige situatie als volgt opgebouwd: Kantoor: m 2 Opslag en productie: m 2 Totaal bvo m 2 Voor deze functies worden door de gemeente Oisterwijk de volgende parkeernormen gehanteerd: Kantoor: Kantoren (zonder baliefunctie), pnorm 2,1 met 5% bezoekersaandeel Opslag en productie: Arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijven (loods, opslag, transportbedrijf), pnorm 0,9 met 5% bezoekersaandeel Om te bepalen welke parkeernorm voor Tobroco gehanteerd moet worden, wordt het bruto vloeroppervlak (m 2 bvo) voor de belangrijkste functie als maatgevend beschouwd. Het gedeelte voor opslag en productie is beduidend hoger in oppervlakte bvo. Voor het bepalen van de theoretische parkeerbehoefte in de huidige en toekomstige situatie wordt voor Tobroco daarom de parkeernorm gehanteerd voor arbeidsextensief/bezoekersextensief bedrijf. Hiervoor geldt een parkeernorm van 0,9 parkeerplaats per 100 m 2 bvo. Onderbouwing Tobroco heeft in de huidige situatie een oppervlakte van m 2 en 130 werknemers. De oppervlakte per arbeidsplaats is /130 = 115 m 2. Met deze oppervlakte per arbeidsplaats is sprake van een arbeidsextensief bedrijf. 2.5 Parkeerbehoefte huidige situatie Parkeerkentallen geven slechts een globale benadering van de parkeerbehoefte. Berekening van de parkeerbehoefte uitgaande van de specifieke kenmerken van de toekomstige gebruikers van de geplande functie, bijvoorbeeld op basis van het bedrijfsplan van de voorziening, verdient de voorkeur. Daarom is gekeken naar de huidige parkeerbehoefte. Op dit moment zijn 130 mensen werkzaam bij Tobroco. Ervaring leert dat slechts 60% van de werknemers met de auto komt, de overige 40 % komt met het openbaar vervoer of op de fiets. Uitgaande van dit gegeven worden op een gemiddelde werkdag 78 auto s (60 %) door medewerkers van Tobroco geparkeerd. Daarnaast komen er zo n 15 parkerende bezoekers per dag. Hiermee komt de maximale parkeerbehoefte op = 93 parkeerplaatsen. Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 7

117 In de huidige situatie beschikt Tobroco over 78 parkeerplaatsen rondom het pand voor personeel en bezoekers. Ondanks dat dit minder parkeerplaatsen zijn dan het aantal parkeerplaatsen op basis van de verwachte parkeerbehoefte, is in de huidige situatie geen sprake van een parkeeroverlast in de directe omgeving. Deze stelling wordt onderbouwd door een bezetting in de praktijk van 73 parkeerplaatsen. Verklaring hiervoor is dat de parkeerbehoefte in de praktijk wat lager ligt door dubbelgebruik. Dubbelgebruik ontstaat in de praktijk door flexibele werktijden, parttime werken en variabele aankomsten en vertrekken van bezoekers. Conclusie is dat Tobroco in de huidige situatie over voldoende parkeerplaatsen beschikt. 2.6 Parkeerbehoefte nieuwe situatie Tobroco is voornemens het huidige pand uit te breiden met m 2 extra bvo aan bedrijfsruimte. Op basis van deze uitbreiding moet ook het aantal parkeerplaatsen uitgebreid worden. Door de uitbreiding van het pand ontstaat een theoretische parkeerbehoefte van 97 extra parkeerplaatsen (10.760/100*0,9). Rekening houdend met bovenstaande wordt de parkeerbehoefte van Tobroco na de uitbreiding 175 parkeerplaatsen (78 huidige parkeerplaatsen + 97 parkeerplaatsen als gevolg van de uitbreiding). 2.7 Toets invulling parkeerbehoefte Zoals bij de aanleiding al aangegeven, Tobroco is voornemens om de extra parkeerbehoefte als gevolg van de uitbreiding op te vangen op het dakoppervlak. Door middel van een inpandige hellingbaan, die in twee richtingen kan worden bereden, worden werknemers naar het overdekte parkeerterrein geleid waar alle parkeerplaatsen gerealiseerd zijn, zie bijlage 2. Het is mogelijk om op het overdekte parkeerterrein op het dak maximaal 191 parkeerplaatsen te realiseren voor de werknemers van Tobroco. Met dit aantal parkeerplaatsen wordt ruim voldaan aan de totale parkeerbehoefte van 175 parkeerplaatsen na uitbreiding. Conclusie is dat met de uitbreiding ruim voldaan wordt aan de theoretische parkeerbehoefte voor de uitbreiding op basis van de vastgestelde gemeentelijke parkeernormen voor een arbeidsextensief/bezoekersextensief bedrijf. Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 8

118 Om de uitstraling van het pand te verbeteren is Tobroco voornemens een aantal van de 78 bestaande parkeerplaatsen op maaiveld op te heffen. Dit kan omdat voldoende parkeerplaatsen op het parkeerdek aanwezig zijn om aan de parkeerbehoefte te voldoen. Mocht in de toekomst de parkeervraag alsnog groter worden, dan is het mogelijk om de ruimte op maaiveld alsnog in te zetten voor parkeren. Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 9

119 3 Toets verkeersafwikkeling Op het dakoppervlak van Tobroco zijn 191 parkeerplaatsen inpasbaar. De gemeente Oisterwijk had geen telgegevens beschikbaar voor de Schijfstraat. Daarom is voor de berekeningen uitgegaan van de intensiteiten uit het gemeentelijke verkeersmodel 2020, zie bijlage 3. In het verkeersmodel wordt uitgegaan van een etmaalintensiteit van 130 mvt 2 /etmaal in de Schijfstraat ter hoogte van de in/uitrit naar het parkeerdek. Voor de berekening is echter uitgegaan van de hogere intensiteit verderop in de Schijfstraat. Daar is de etmaalintensiteit 710 mvt/etmaal, onderverdeeld in 190 mvt/etmaal in westelijke richting en 520 mvt/etmaal in oostelijke richting. Voor de in/uitrit naar het parkeerdek is uitgegaan van een worst case scenario, te weten een maximale bezetting van de parkeerplaatsen binnen een half uur ochtendspits. De verkeersgeneratie is daarmee opgehoogd naar 382 mvt/uur (420 pae 3 /uur, 210 pae/uur per richting). In de ochtendspits verlaten maar weinig auto s het terrein, daarvoor is gerekend met een intensiteit van 25 pae/uur per vertrekkende rijrichting. Uitgangspunt hierbij is tevens dat het verkeer dat de parkeergarage verlaat, geen aparte opstelstrook heeft voor links of rechtsafslaand verkeer. Met het programma Capacito (rekenmethode Harders) is voor de aansluiting naar het dakoppervlak inzicht verkregen in de verwachte verkeersafwikkeling. Capacito gaat uit van pae/uur, terwijl het verkeersmodel uitgaat van mvt/uur. Om het aantal motorvoertuigen om te zetten in pae, zijn deze vermenigvuldigd met factor 1,1. 2 mvt: motorvoertuigen 3 pae: een meeteenheid die wordt gebruikt bij het bepalen van de intensiteit of capaciteit van een weg. Het is een afkorting, die staat voor personenautoequivalent Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 10

120 figuur 3: verwachte verkeersverdeling ochtendspits Met de gegevens uit figuur 1 is berekend wat de verwachte wachttijd is op de aansluiting van de Schijfstraat naar het parkeerdek, zie bijlage 4. Zoals te zien in de berekening, zijn er voor het verkeer op de Schijfstraat en op de in/uitrit van het parkeerdek geen wachttijden te verwachten. Conclusie is dat, zelfs bij een worst case scenario, geen problemen in de verkeersafwikkeling te verwachten zijn bij de in en uitrit van het parkeerdek. Ook voor de afwikkeling van verkeer van en naar de parkeergarage zijn geen problemen in de verkeersafwikkeling te verwachten. Aparte links of rechtsafstroken zijn niet nodig voor een goede verkeersafwikkeling. Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v. pagina 11

121 Overzicht bijlagen Bijlage 1: Parkeernormen gemeente Oisterwijk Bijlage 2: Impressie inrichting parkeerdek Bijlage 3: Uitsnede verkeersmodel gemeente Oisterwijk Bijlage 4: Berekening verkeersafwikkeling parkeerdek op Schijfstraat Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

122 Bijlage 1 Parkeernormen gemeente Oisterwijk Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

123 tabel 1: parkeernormen gemeente Oisterwijk Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

124 Bijlage 2 Impressie inrichting parkeerdek Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

125 figuur 4: impressie parkeerdek Tobroco Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

126 Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

127 Bijlage 3 Uitsnede verkeersmodel gemeente Oisterwijk Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

128 figuur 5: uitsnede verkeersmodel gemeente Oisterwijk Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

129 Bijlage 4 Berekening verkeersafwikkeling parkeerdek op Schijfstraat Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

130 Uitbreiding Tobroco, Architectenbureau Drijvers Oisterwijk b.v.

131 Bijlage 6: Advies externe veiligheid Uitbreiding Tobroco Oisterwijk

132 Afdeling Risicobeheersing Gemeente Oisterwijk College van Burgemeester en Wethouders Postbus GA Oisterwijk Tramsingel 71 Breda Postbus DE Tilburg Telefoon (076) Fax (076) Datum 8 september 2016 Behandeld door Harry Killaars Onze referentie U Telefoon Uw referentie Franzel Bergevoets harry.killaars@brandweermwb.nl Uw mail van 26 augustus 2016 Onderwerp Advies externe veiligheid Uitbreiding Tobroco Oisterwijk Geacht college, Naar aanleiding van uw verzoek om advies externe veiligheid voor het bestemmingsplan Uitbreiding Tobroco Oisterwijk, treft u hierbij ons advies aan, inzake art 13 van het Besluit Externe Veiligheid Inrichten en art 9 en 12 van het Besluit externe veiligheid transportroutes. Het advies is gebaseerd op de door u toegezonden rapportage risicoanalyse van de BRO 14 maart 2016 beschikbare verbeelding en toelichting op het bestemmingplan. In een mail d.d. 7 september 2016 is aangegeven dat de gasleiding is komen te vervallen, de passage in zake bluswater en het opnemen van dit advies in de verantwoording van het groepsrisico een nadere uitleg nodig was. Algemeen Het betreft een bestemmingsplan t.b.v. de uitbreiding van Tobroco. Het plan laat geen andere ontwikkelingen toe. 1

133 Voor dit plan is nog niet eerder advies uitgebracht. Wel zijn door de Provincie Noord Brabant opmerkingen gemaakt voor het ontbreken van een beperkt aantal punten in het kader van externe veiligheid. Wel is in 2012 voor het gehele industrieterrein advies uitgebracht echter de toen geadviseerde secundaire bluswater is geen verbetering in aangebracht. Samenvatting 1. Dringend wordt geadviseerd om minimaal 4 geboorde putten op de genoemde locaties aan te leggen. 2. Te overwegen het gehele industriegebied aan te laten sluiten op 3. Inrichtingen te stimuleren in hun ontruimingsplannen aandacht te besteden aan externe incidenten. 4. Graag ontvangen wij deze verantwoording en het definitieve besluit van dit bestemmingsplan inclusief de verantwoording van het groepsrisico. Risicoschets In de (omgeving van) het plangebied zijn de volgende risicobronnen aanwezig. 1. Opstalan (opslag pentaan) 2. Hoge druk aardgasleiding, deze gasleiding is buiten gebruik (blijkt uit mail 7 september 2016). 3. Spoor (vervoer van alle soorten gevaarlijke stoffen) De volgende scenario s kunnen zicht voordoen in het plangebied: Brand (spoor) Bij een ongeval met een brandbare vloeistof op het spoor kan de wagon lekken of openscheuren. Indien de wagon openscheurt hebben we te maken met het ergste scenario. In dat geval ontstaat er een brand waarbij er op 45 m 1 van de wagon nog doden kunnen vallen en mensen tot op een afstand van 60 m 1 nog 1 e graad brandwonden op kunnen lopen. In de nabijheid van de brand kunnen, door aanstraling, tot op circa 40 m 1 vanaf de rand van de plas secundaire branden ontstaan. De woningen en de bedrijven direct gelegen aan het spoor zullen bij dit scenario worden getroffen. Toxische wolk (spoor) Het meest geloofwaardige scenario is dat er een lek ontstaat van 15 mm in de tankwand van een spoorketelwagon, waardoor een vloeistofplas met toxische vloeistof ontstaat. Dit heeft tot gevolg dat alle personen die zich op 40 m 1 van de plas bevinden zullen overlijden. Tot op 120 m 1 zullen er nog steeds personen kunnen overlijden die zich buiten bevinden. bevinden. Bij het worstcase scenario faalt de tank catastrofaal. Alle vloeistof stroomt binnen 1 minuut uit en vormt een vloeistofplas, die vervolgens gedurende 1800 seconden (30 minuten) uitdampt. Dit heeft tot gevolg dat alle personen die zich op 400 m 1 van de plas bevinden zullen overlijden. Tot op 1250 m 1 zullen er nog steeds personen kunnen overlijden die zich buiten 2

134 Het hele plangebied ligt in het effectgebied van het worstcase scenario. Bij het meest geloofwaardige scenario zullen de slachtoffers met name vallen in de zonde direct rondom het spoor (woningen en bedrijven) Explosie (spoor) Indien een spoorketelwagon met brandbaar gas (zoals LPG) bij een incident zonder brand betrokken is (ontsporing) kan de wagon het begeven waarbij er drukgolven vrijkomen, een zogenaamde koude Bleve. Deze drukgolven kunnen tot op 85 m 1 dodelijk zijn en zorgen tot op 250 m 1 voor schade aan gebouwen. Daarnaast kunnen er tot op 250 m 1 gewonden vallen, als gevolg glasscherven. Indien de spoorketelwagon echter bij een brand betrokken is kan er een warme Bleve ontstaan. Bij een warme Bleve ontstaat er een vuurbal met een straal van 140 m 1. Deze vuurbal duurt circa 12 seconden, door de intense hitte zal iedereen die binnen of buiten verblijft binnen deze 140 m 1 komen te overlijden. Tot op 600 m 1 kunnen personen die zich buiten bevinden 1 e graad brandwonden oplopen. De drukgolven die vrijkomen bij het ongeval en de en rondvliegende delen van de ketelwagon zullen tot op een afstand van 600 m 1 (ernstige) schade aan gebouwen als gevolg hebben. Een warme Bleve ontstaat afhankelijk van de staat van de spoorketelwagon binnen 8 tot 20 minuten. Deze scenario s zijn enorm en zullen het hele plangebied raken. Explosie (Opstalan) Wanneer een tankwagen pentaan komt lossen, kan er een brand ontstaan. Hierdoor wordt de tankwagen opgewarmd en zal uiteindelijk als gevolg van overdruk exploderen. Er ontstaat een warme Bleve waarbij een vuurbal met een straal van 90 m 1 vrij komt. Deze vuurbal duurt circa 12 seconden, door de intense hitte zal iedereen die binnen of buiten verblijft binnen de 90 m 1 komen te overlijden. Tot op 150 m 1 kunnen mensen die zich buiten bevinden komen te overlijden als gevolg van de druk en de hitte. Tot op 400 m 1 kunnen personen die zich buiten bevinden 1 e graad brandwonden oplopen. Daarnaast kunnen er tot op 400 m 1 gewonden vallen, als gevolg glasscherven. Een minder erg scenario is dat de losslang breekt en er een uitstroom van petaan plaatsvindt. De uitstromende pentaan zal ontbranden en er zal vervolgens een fakkelbrand ontstaan met een lengte van ca 25 m 1. De direct omgeving van Opstalan zal door dit incident geraakt worden. De gasleiding staat nog wel op de Risicokaart maar is nog niet door het bevoegd gezag hieruit weg genomen. Verantwoording In de Memo van de Provincie op het bestemmingsplan is aangegeven dat in het ontwerp bestemmingsplan de verantwoording van het groepsrisico dit advies zal worden verwerkt. Graag ontvangen wij deze verantwoording en het definitieve besluit van dit bestemmingsplan inclusief de verantwoording van het groepsrisico. Mede gelet op het eerdere advies in 2012 op het gehele industrieterrein. 3

135 Zelfredzaamheid Bij het thema zelfredzaamheid is het van belang onderscheid te maken tussen verschillende gebouwtypen. Niet alleen de vluchtmogelijkheden kunnen verschillen per gebouw maar ook de bewoners kunnen in meer of mindere mate (verminderd) zelfredzaam zijn. Bij het bepalen van de mate van zelfredzaamheid per gebouwtype spelen de volgende afwegingscriteria een rol: Fysieke gesteldheid van de aanwezigen: kunnen de personen zich tijdig voortbewegen en zelfstandig in veiligheid brengen? Werknemers worden gezien als mensen die fysiek in staat zijn te vluchten. Het bestemmingplan laat geen functies toe voor verminderd zelfredzame personen. Zelfstandigheid van de aanwezigen: kunnen de personen zelfstandig een gevaarinschatting maken en zich zelfstandig in veiligheid brengen? Ja, alle functies zijn bestemd voor zelfredzame personen. Alarmeringsmogelijkheden van de aanwezigen: kunnen de personen tijdig worden gealarmeerd? Ja, bedrijven zijn over het algemeen makkelijk te alarmeren via de BHV organisatie. Tevens is de dekking van de WASinstallatie voldoende. Vluchtmogelijkheden gebouw & omgeving: heeft het gebouw voldoende vluchtmogelijkheden? En zijn er voldoende mogelijkheden om het gebied te ontvluchten? Zijn gebouwen geschikt om te schuilen? Het plangebied geeft geel belemmeringen voor het vluchten. Voor bedrijfsloodsen geldt dat deze niet geschikt zijn om te schuilen voor een toxisch scenario. Mogelijkheden tot gevaarinschatting van scenario: laat het ongeval zich tijdig aankondigen? En is de dreiging duidelijk herkenbaar? Een brand is herkenbaar, een Bleve laat zich niet aankondigen en is daarom niet herkenbaar. Ook een toxische wolk is voor niet geïnformeerde burgers slecht te herkennen. Een incident aan de buisleiding is redelijk herkenbaar als gevolg van het kenmerkende geluid. Door het invullen van onderstaande tabel, op basis van de verschillende criteria, kan systematisch per gebouwtype worden nagegaan hoe het is gesteld met de zelfredzaamheid. Scenario Fysieke gesteldhei d personen Zelfstandig heid personen Gebouwtype Afwegingscriteria Alarmeringsmogelijkhedmogelijkhede Vlucht n n personen en gebouw & aanwezigen omgeving Gevaarinschattingsmogelijkhede n scenario Toxisch Explosie Brand bedrijfshal bedrijfshal bedrijfshal Buisleiding bedrijfshal / De zelfredzaamheid kan als redelijk tot goed worden beoordeeld. In het hoofdstuk maatregelen zijn maatregelen genoemd die de zelfredzaamheid nog verder kunnen verbeteren. 4

136 Hulpverlening Om effectief en efficiënt hulp te kunnen bieden ten tijde van een ongeval zijn de opkomsttijd, de bereikbaarheid en de bluswatervoorzieningen van belang. De hulpverleningsdiensten moeten voldoende capaciteit beschikbaar te hebben om alle effecten binnen een kort tijdsbestek te kunnen bestrijden. Opkomsttijd De opkomsttijd is minder dan 8 minuten en hiermee wordt voldaan aan de norm voor de opkomsttijden gesteld in het Dekkings en spreidingplan Bluswater In het plangebied en in de directe nabijheid van de risicobron dient een adequate bluswatervoorzieningen aanwezig te zijn conform de handreiking bluswater en bereikbaarheid Primair (eerste fase benodigd) In bovenstaande figuur zijn de brandkranen t.b.v. de eerste minuten aangegeven, dit is akkoord. Secundair ( benodigd binnen 15 minuten) Zowel op bedrijventerrein Kerkhoven als op Laarakkers zijn onvoldoende secundaire bluswatervoorzieningen aanwezig. De op Kerkhoven aanwezige diepboringen leveren niet allemaal het benodigde debiet van 90m 3 p/u gedurende 45 uren. De aanwezige retentievijvers op Laarakkers zijn onvoldoende voor wat betreft opstelplaatsen en debiet. Wij adviseren u aanvullende voorzieningen aan te leggen. Deze kunnen op het terrein van Tobroco komen te liggen of de openbare ruimte. Wij adviseren op de navolgende kruispunten vier diepteboringen met het benodigde debiet van 90m 3 p/u gedurende 45 uren van aan te brengen met een inhanger op de navolgende kruisingen: Ambachtstraat Luxemburgstraat Industrielaan Schijfstraat Schijfstraat Heusdensebaan Beneluxstraat Belgiëstraat 5

Verkennend bodemonderzoek Schijfstraat 19A te Oisterwijk

Verkennend bodemonderzoek Schijfstraat 19A te Oisterwijk Verkennend bodemonderzoek Schijfstraat 19A te Oisterwijk AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20130353 Schijfstraat 19A December, 2013 Oisterwijk Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In

Nadere informatie

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught. Gemeente Vught T.a.v. heer R. Agterdenbos Postbus 10100 5260 GA VUGHT Heeswijk, 15 juni 2009 Behandeld door : BER Onze ref. : 54161/256445.2 Betreft : Nader bodemonderzoek sportpark De Koepel te Vught

Nadere informatie

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging. Vos & Teeuwissen BV T.a.v. de weledele mevrouw J. van Wanrooij Postbus 259 1270 AG HUIZEN Heeswijk, 24 december 2008 Behandeld door : WGE Onze ref. : 258555.1 Projectnaam : Kuijer Plataanlaan te Baarn

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Kerkstraat 9 11 te Hank

Verkennend bodemonderzoek Kerkstraat 9 11 te Hank Verkennend bodemonderzoek Kerkstraat 9 11 te Hank AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20120089009 Kerkstraat 9 11 november 2012 Hank Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In opdracht van

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Molenstraat 8 te Reusel

Verkennend bodemonderzoek Molenstraat 8 te Reusel Verkennend bodemonderzoek Molenstraat 8 te Reusel AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20150602 Molenstraat 8 maart 2016 Reusel Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In opdracht van Van

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Lentehof 7 Lopik

Verkennend bodemonderzoek Lentehof 7 Lopik Verkennend bodemonderzoek Lentehof 7 Lopik D01 Verkennend Bodemonderzoek 20110625012 Lentehof 7 april 2012 Lopik blad 2 SAMENVATTING In opdracht van Bureau SRO heeft AGEL adviseurs een verkennend bodemonderzoek

Nadere informatie

Verkennend bodem- en asbestonderzoek Lange Broekstraat 25 te Raamsdonk

Verkennend bodem- en asbestonderzoek Lange Broekstraat 25 te Raamsdonk Verkennend bodem en asbestonderzoek Lange Broekstraat 25 te Raamsdonk AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodem en asbestonderzoek 20140114 Lange Broekstraat 25 april, 2014 Raamsdonk Samenvatting SAMENVATTING

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek (inclusief asbest) Burgemeester Moonenlaan 5 te Waalwijk

Verkennend bodemonderzoek (inclusief asbest) Burgemeester Moonenlaan 5 te Waalwijk Verkennend bodemonderzoek (inclusief asbest) Burgemeester Moonenlaan 5 te Waalwijk AGEL adviseurs D02 Verkennend bodemonderzoek (inclusief asbest) 20140206 Burgemeester Moonenlaan 5 Juli, 2014 Waalwijk

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Sportweg ong. te Tilburg

Verkennend bodemonderzoek Sportweg ong. te Tilburg Verkennend bodemonderzoek Sportweg ong. te Tilburg AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20130566049 Sportweg ong. Mei 2015 Tilburg Samenvatting SAMENVATTING In opdracht van BRO Boxtel heeft AGEL

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Raadhuisstraat 1 te Malden

Verkennend bodemonderzoek Raadhuisstraat 1 te Malden Verkennend bodemonderzoek Raadhuisstraat 1 te Malden AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20150035 Raadhuisstraat 1 Maart, 2015 Malden Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In opdracht

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Pauwenstraat 1a te Sprundel

Verkennend bodemonderzoek Pauwenstraat 1a te Sprundel Verkennend bodemonderzoek Pauwenstraat 1a te Sprundel AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20130140 Pauwenstraat 1a mei 2013 Sprundel Samenvatting SAMENVATTING In opdracht van de heer Ros heeft

Nadere informatie

Verkennend Bodemonderzoek Plangebied Lentehof te Lopik

Verkennend Bodemonderzoek Plangebied Lentehof te Lopik Verkennend Bodemonderzoek Plangebied Lentehof te Lopik AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek dossier 20110331 Plangebied Lentehof 15 augustus, 2011 Lopik Samenvatting SAMENVATTING In opdracht van

Nadere informatie

D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek 20090368-01 MFC en sportveld aan de Steenweg juli, 2013

D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek 20090368-01 MFC en sportveld aan de Steenweg juli, 2013 AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek 20090368-01 MFC en sportveld aan de Steenweg juli, 2013 Moerdijk Samenvatting SAMENVATTING In opdracht van de gemeente Moerdijk heeft AGEL

Nadere informatie

Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen

Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen Titel VO Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen Projectnummer 76310 Opdrachtgever Ingenious Vastgoed B.V. Auteur(s) De heer J. Rosenkamp Paraaf Datum Kwaliteitscontrole De heer J. Ros Paraaf Datum Ons kenmerk

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen Postadres Postbus 5076 6802 EB ARNHEM t 026-7513300 f 026-7513818 www.syncera.nl bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen Definitief In opdracht

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek. inpassingsplan Landgoed Prattenburg te Veenendaal/Rhenen. (kenmerk BRO: 211X01033)

Verkennend bodemonderzoek. inpassingsplan Landgoed Prattenburg te Veenendaal/Rhenen. (kenmerk BRO: 211X01033) Verkennend bodemonderzoek inpassingsplan Landgoed Prattenburg te Veenendaal/Rhenen (kenmerk BRO: 2X0033) Verkennend bodemonderzoek inpassingsplan Landgoed Prattenburg te Veenendaal/Rhenen (kenmerk BRO:

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse

Nadere informatie

Verkennend Bodemonderzoek. Vrachelsedijk achter 13a en 15a te Oosterhout

Verkennend Bodemonderzoek. Vrachelsedijk achter 13a en 15a te Oosterhout Verkennend Bodemonderzoek Vrachelsedijk achter 13a en 15a te Oosterhout AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20100530 Vrachelsedijk achter 13a en 15a maart 2011 Oosterhout blad 1 INHOUD blz. 1

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn

Verkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn Verkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn Opdrachtgever: SAB Arnhem B.V. Projectnummer: P1854.01 Datum: 18 november 2010 Rapporteur: ing. J.A. Slotboom-van Vliet Autorisatie: J. Geerdink M.Sc.

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Pastoor Jurgensstraat 2 te Esbeek

Verkennend bodemonderzoek Pastoor Jurgensstraat 2 te Esbeek Verkennend bodemonderzoek Pastoor Jurgensstraat 2 te Esbeek AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20120277 Pastoor Jurgensstraat 2 juli 2012 Esbeek blad 2 SAMENVATTING In opdracht van de heer Loyens

Nadere informatie

Bij deze verstrekken wij de bevindingen van de herbemonstering van het grondwater uit peilbuis 50 ter plaatse van perceel Iepenlaan 21 De Kwakel.

Bij deze verstrekken wij de bevindingen van de herbemonstering van het grondwater uit peilbuis 50 ter plaatse van perceel Iepenlaan 21 De Kwakel. Gemeente Uithoorn T.a.v. mevrouw D. van Steeg Laan van Meerwijk 16 1423 AJ Uithoorn Kamerik, 25 oktober 2012 project: 19654-A, Iepenlaan 21 De Kwakel betreft: resultaten herbemonstering grondwater peilbuis

Nadere informatie

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE DHV B.V. BIJLAGE 1 Regionale tekening Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE21259-1 - DHV B.V. BIJLAGE 2 Situatietekening met boringen en peilbuis Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat 27 te Rosmalen

Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat 27 te Rosmalen Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat 27 te Rosmalen AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20150107 Schoolstraat 27 juni 2015 Rosmalen Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In opdracht

Nadere informatie

Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amst

Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amst Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid 1 : 25.000 Definitief Project

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek. Schoolstraat (ong.) te Wijbosch

Verkennend bodemonderzoek. Schoolstraat (ong.) te Wijbosch Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat (ong.) te Wijbosch AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20110614 Schoolstraat (ong.) januari 2012 Wijbosch Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Gasthuisstraat 18 te Kaatsheuvel

Verkennend bodemonderzoek Gasthuisstraat 18 te Kaatsheuvel Verkennend bodemonderzoek Gasthuisstraat 18 te Kaatsheuvel AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20140410006 Gasthuisstraat 18 Mei 2015 Kaatsheuvel Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel

Nadere informatie

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie - Omgevingskaart Klantreferentie: bo14347 m 125 m 625 m Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 125 Hier bevindt zich Kadastraal object SOEST G 9311 Nieuweweg 6A, SOEST CC-BY

Nadere informatie

V&V. Verkennend bodemonderzoek Overveldsestraat 5 te Prinsenbeek. Bijlage 19 bij besluit 2016/1541-V1

V&V. Verkennend bodemonderzoek Overveldsestraat 5 te Prinsenbeek. Bijlage 19 bij besluit 2016/1541-V1 V&V Verkennend bodemonderzoek Overveldsestraat 5 te Prinsenbeek Bijlage 19 bij besluit 2016/1541V1 AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20140518 Overveldsestraat 5 januari, 2016 Prinsenbeek Samenvatting

Nadere informatie

Tom van Garderen Baarn B.V. te Baarn

Tom van Garderen Baarn B.V. te Baarn VERKENNEND BODEMONDERZOEK Acacialaan 58 Baarn Kenmerk: 0502503A Opdrachtgever: Datum rapport: Status: Uitvoering: Projectleider: Rapporteur: Autorisatie: Tom van Garderen Baarn B.V. te Baarn 9 november

Nadere informatie

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Lelystad

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Lelystad VERKENNEND BODEMONDERZOEK Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: 1201401A Opdrachtgever: Datum rapport: Status: Uitvoering: Projectleider en Rapporteur: Gemeente Lelystad 23 januari

Nadere informatie

Rapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief

Rapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief Rapport vooronderzoek Venderstraat 5 te Haler Bezoekadres Jekschotstraat 12 Postcode en plaats 5465 PG Veghel Telefoon 0413 287068 e-mail info@bodem-inzicht.nl internet www.bodem-inzicht.nl Projectnaam

Nadere informatie

Page 1 of 1 Kadastraal bericht inzake grondpercelen Dienst voor het kadaster en de openbare registers in Nederland Gegevens over de rechtstoestand van kadastrale objecten, met uitzondering van de gegevens

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Lage Mierdseweg 6 te Esbeek

Verkennend bodemonderzoek Lage Mierdseweg 6 te Esbeek Verkennend bodemonderzoek Lage Mierdseweg 6 te Esbeek AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20120117 Lage Mierdseweg 6 Mei 2016 Esbeek Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In opdracht van

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Putsmolentje 14 te Ossendrecht

Verkennend bodemonderzoek Putsmolentje 14 te Ossendrecht Verkennend bodemonderzoek Putsmolentje 14 te Ossendrecht AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20140069 Putsmolentje 14 maart, 2014 Ossendrecht Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In opdracht

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek. Slotenseweg 11 te Nistelrode

Verkennend bodemonderzoek. Slotenseweg 11 te Nistelrode Verkennend bodemonderzoek Slotenseweg 11 te Nistelrode Verkennend bodemonderzoek Slotenseweg 11 te Nistelrode Opdrachtgever : Beeckk Adviseurs voor Ruimtelijke Ontwikkeling B.V. Postbus 1113 5602 BC EINDHOVEN

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Kenbelstraatje 15 te Sint-Willebrord

Verkennend bodemonderzoek Kenbelstraatje 15 te Sint-Willebrord Verkennend bodemonderzoek Kenbelstraatje 15 te SintWillebrord AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 2012062901 Kenbelstraatje 15 juli 2013 SintWillebrord Samenvatting SAMENVATTING In opdracht van

Nadere informatie

vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert

vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert Rapport vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert Bezoekadres Jekschotstraat 12 Postcode en plaats 5465 PG Veghel Telefoon 0413 287068 e-mail info@bodem-inzicht.nl internet www.bodem-inzicht.nl Projectnaam

Nadere informatie

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN WMR Rinsumageest B.V. Postbus 5 9104 ZG DAMWÂLD Van Aylvawei 40 9105 KT RINSUMAGEAST Tel. (0511) 42 50 50 Fax (0511) 42 41 84 Internet : www.wmr.nl E-mail : milieu@wmr.nl Bureau Schmidt T.a.v. de heer

Nadere informatie

De grond rond de grondwaterstand (monster 101 (1,10 1,60)) is analytisch niet verontreinigd met nikkel.

De grond rond de grondwaterstand (monster 101 (1,10 1,60)) is analytisch niet verontreinigd met nikkel. Waalpartners civil engineering B.V. T.a.v. dhr. W. Boekholt Postbus 373 2670 AK NAALDWIJK Referentie : BRF.2015.0152.01 Betreft : Aanvullend bodemonderzoek Emmastraat 1 en 2-4 te Monster in de gemeente

Nadere informatie

Bijlage 8: A.J. Schutter GWW Milieu, Verkennend onderzoek Beneden Oostdijk 58 te Oud-Beijerland, projectcode: 130201, d.d. februari 2013 bijlage 1 O N D E R Z O E K S L O K A T I E M E T B

Nadere informatie

Gemeente Wijk bij Duurstede te Wijk bij Duurstede

Gemeente Wijk bij Duurstede te Wijk bij Duurstede VERKENNEND BODEMONDERZOEK Kromme Stelakker 6-8 Cothen Kenmerk: 1227201A Opdrachtgever: Datum rapport: Status: Uitvoering: Projectleider en rapporteur: Gemeente Wijk bij Duurstede te Wijk bij Duurstede

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Europaweg 9 te Oosterhout

Verkennend bodemonderzoek Europaweg 9 te Oosterhout Verkennend bodemonderzoek Europaweg 9 te Oosterhout AGEL adviseurs D0 Verkennend Bodemonderzoek 2040402 Europaweg 9 januari 205 Oosterhout Samenvatting SAMENVATTING In opdracht van Thema Park B.V. heeft

Nadere informatie

MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017

MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017 MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017 Contactpersonen SIMON VAN DEN BOSSE Teamleider Bodem&Ondergrond T +31884261261 M +31627060772 E simon.vandenbosse@arcadis.com

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek De Jagerweg te Dordrecht

Verkennend bodemonderzoek De Jagerweg te Dordrecht Verkennend bodemonderzoek De Jagerweg te Dordrecht Verkennend bodemonderzoek De Jagerweg te Dordrecht Opdrachtgever : Bouwgroep De Nijs Soffers Kooiweg 20 4631 SZ HOOGERHEIDE Projectnummer : 2016031800

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek. terrein serviceflat Heerenhage te Heerenveen

Verkennend bodemonderzoek. terrein serviceflat Heerenhage te Heerenveen definitief revisie 00 18 juli 2017 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 1 2 Vooronderzoek 2 2.1 Algemeen 2 2.2 Situatie 2 2.3 Historische informatie 2 2.4 Conclusie vooronderzoek en hypothese 3 3 Verrichte

Nadere informatie

VERKENNEND BODEMONDERZOEK BOUWPLAN AELSERHOF TE ELSLOO

VERKENNEND BODEMONDERZOEK BOUWPLAN AELSERHOF TE ELSLOO VERKENNEND BODEMONDERZOEK BOUWPLAN AELSERHOF TE ELSLOO STICHTING MAASKANT WONEN 20 augustus 2009 B01032/ZC9/166/700201 B01032.700201 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Referentiekader 3

Nadere informatie

Bouwbedrijf Swart T.a.v. de heer T. Offringa Grote Hornstweg 19 D 9261 VW EASTERMAR

Bouwbedrijf Swart T.a.v. de heer T. Offringa Grote Hornstweg 19 D 9261 VW EASTERMAR WMR Rinsumageest B.V. Postbus 5 9104 ZG DAMWÂLD Van Aylvawei 40 9105 KT RINSUMAGEAST Tel. (0511) 42 50 50 Fax (0511) 42 41 84 Internet : www.wmr.nl E-mail : milieu@wmr.nl Bouwbedrijf Swart T.a.v. de heer

Nadere informatie

Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Koppelstraat 4 te Putte

Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Koppelstraat 4 te Putte Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Koppelstraat 4 te Putte AGEL adviseurs D01 Verkennend en aanvullend bodemonderzoek 20140331 Koppelstraat 4 mei 2015 Putte Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en

Nadere informatie

INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2 TE BORGER

INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2 TE BORGER INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2 TE BORGER PROVINCIE DRENTHE 9 juli 21 7491722:.2 B232.211.1 INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2

Nadere informatie

Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel

Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 milieukundig onderzoek SAB te Arnhem mei 2010 definitief Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel verkennend bodemonderzoek

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Pakopseweg 1 en 1a te Didam (gemeente Montferland)

Verkennend bodemonderzoek Pakopseweg 1 en 1a te Didam (gemeente Montferland) Verkennend bodemonderzoek Pakopseweg 1 en 1a te Didam (gemeente Montferland) Opdrachtgever: Familie R.A.A. Derksen en familie J. Verbücheln Projectnummer: P1740.01 Datum: 14 januari 2010 Rapporteur: S.

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Mr. Bierensweg 86 Prinsenbeek

Selectiebesluit archeologie Mr. Bierensweg 86 Prinsenbeek Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 201545 Selectiebesluit archeologie Mr. Bierensweg 86 Prinsenbeek Aanvrager Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf Dhr. Schalk Opsteller(s)

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Hoeksestraat 20 te Schijf

Verkennend bodemonderzoek Hoeksestraat 20 te Schijf Verkennend bodemonderzoek Hoeksestraat 20 te Schijf AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 2012058 Hoeksestraat 20 september, 201 Schijf Samenvatting SAMENVATTING Aanleiding en doel In opdracht

Nadere informatie

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk. Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus 2582 294 AB Lekkerkerk E-mail: m.martens@martens-bouw.nl Project: 1796MAR; IPB Baan 2 Rotterdam Betreft: briefrapport indicatief bodemonderzoek

Nadere informatie

vooronderzoek Paradijs 49 te Elsendorp

vooronderzoek Paradijs 49 te Elsendorp Rapport vooronderzoek Paradijs 49 te Elsendorp Bezoekadres Jekschotstraat 12 Postcode en plaats 5465 PG Veghel Telefoon 0413 287068 e-mail info@bodem-inzicht.nl internet www.bodem-inzicht.nl Projectnaam

Nadere informatie

BIJLAGEN AL-West B.V. Handelskade 39, 7417 DE Deventer, Netherlands Postbus 693, 74 AR Deventer Tel. +31()57 78811, Fax +31()57 78818 e-mail: info@al-west.nl, www.al-west.nl VERHOEVEN MILIEUTECHNIEK

Nadere informatie

Toetsing aan de Wet Bodembescherming (Wbb) 19454-BEATRIXSTRAAT 2 416751. Metalen ICP-AES. Minerale olie. Sommaties. Sommaties

Toetsing aan de Wet Bodembescherming (Wbb) 19454-BEATRIXSTRAAT 2 416751. Metalen ICP-AES. Minerale olie. Sommaties. Sommaties Project Certificaten Toetsversie 19454BEATRIXSTRAAT 2 416751 versie 5.10 24 Toetsing aan de Wet Bodembescherming (Wbb) Toetsdatum : 02072012 Monsterreferentie Monsteromschrijving 2627285 MM8 01 (1560)

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Bernhardstraat tussen 42 en 46 te Rucphen

Verkennend bodemonderzoek Bernhardstraat tussen 42 en 46 te Rucphen Verkennend bodemonderzoek Bernhardstraat tussen 42 en 46 te Rucphen AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20140513 Bernhardstraat tussen 42 en 46 februari, 2015 Rucphen Samenvatting SAMENVATTING

Nadere informatie

: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk

: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk VERKENNEND MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK AAN DE OLIVIERSWEG ACHTER 9A TE OISTERWIJK Opdrachtgever : M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk Adviesbureau

Nadere informatie

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER PROVINCIE DRENTHE 9 juli 2010 074910580:0.1 B02032.000046.0100 INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Inleiding 3 1.2

Nadere informatie

Mts. Slingerland-Van Beijnum Middenpolderweg LB Streefkerk

Mts. Slingerland-Van Beijnum Middenpolderweg LB Streefkerk Mts. Slingerland-Van Beijnum Middenpolderweg 29 2959 LB Streefkerk Oirschot, 2 mei 217 Betreft: Briefrapportage aanvullende boringen Middenpolderweg 29 te Streefkerk (17267A) Geachte heer, mevrouw, In

Nadere informatie

waterschap roer en overmaas

waterschap roer en overmaas Rapport waterschap roer en overmaas WBL-leiding buffer Ankerkade Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Onderzoeksopzet... 3 2.1 Vooronderzoek conform

Nadere informatie

Rapport. Nader bodemonderzoek Vennenrode te Goirle. Auteur(s) Opdrachtgever. ing. J.C.M. Lexmond. Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Rapport. Nader bodemonderzoek Vennenrode te Goirle. Auteur(s) Opdrachtgever. ing. J.C.M. Lexmond. Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen Rapport Nader bodemonderzoek Vennenrode te Goirle projectnr. 183803 revisie 00 maart 2009 Auteur(s) ing. J.C.M. Lexmond Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Nieuwe!Gracht!34!+36+38!! Haarlem!

Nieuwe!Gracht!34!+36+38!! Haarlem! NieuweGracht34+36+38 Haarlem Vraagprijs 950.000,=kostenkoper GedempteOudeGracht124 Haarlem [T]02395420244 www.mooijekindvleut.nl info@mooijekindvleut.nl NieuweGracht34+36+389Haarlem BentuklaarvooreenPRACHTIGEUITDAGING?DitMONUMENTALEGRACHTENPANDmetachterliggende

Nadere informatie

1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 3 OPZET ONDERZOEK 5 4 UITVOERING ONDERZOEK 6 5 TOETSING EN INTERPRETATIE 9 6 CONCLUSIE 10

1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 3 OPZET ONDERZOEK 5 4 UITVOERING ONDERZOEK 6 5 TOETSING EN INTERPRETATIE 9 6 CONCLUSIE 10 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 2.1 Beschrijving onderzoekslocatie 3 2.2 Regionale geohydrologische gegevens 4 3 OPZET ONDERZOEK 5 3.1 Vooronderzoek 5 3.2 Onderzoeksstrategie 5 4 UITVOERING

Nadere informatie

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda *OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek

Nadere informatie

PROJECTINFORMATIE Luzernestraat 69 2153 GM Nieuw-Vennep

PROJECTINFORMATIE Luzernestraat 69 2153 GM Nieuw-Vennep PROJECTINFORMATIE Luzernestraat 69 2153 GM Nieuw-Vennep Te koop Bedrijfs-/kantoorgebouw gelegen op bedrijventerrein Spoorzicht. Luzernestraat 69, 2153 GM Nieuw Vennep. Projectomschrijving Ligging/bereikbaarheid.

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Weeldijk 7 te Noordhoek. Verkennend bodemonderzoek Weeldijk 7 te Noordhoek

Verkennend bodemonderzoek Weeldijk 7 te Noordhoek. Verkennend bodemonderzoek Weeldijk 7 te Noordhoek Verkennend bodemonderzoek Weeldijk 7 te Noordhoek Verkennend bodemonderzoek Weeldijk 7 te Noordhoek AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20150154 Weeldijk 7 juni, 2015 Noordhoek Samenvatting SAMENVATTING

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek t.b.v. het project 20111199A - Nieuwbouw residentie 'De Branding' aan Boulevard de Wielingen te Cadzand-Bad

Verkennend bodemonderzoek t.b.v. het project 20111199A - Nieuwbouw residentie 'De Branding' aan Boulevard de Wielingen te Cadzand-Bad Verkennend bodemonderzoek t.b.v. het project 20111199A Nieuwbouw residentie 'De Branding' aan Boulevard de Wielingen te CadzandBad Projectonderdeel / fase DOCUMENT OPGESTELD IN OPDRACHT VAN Compagnie het

Nadere informatie

BIJLAGE 1 REGIONALE LIGGING ONDERZOEKSLOCATIE + KADASTRALE GEGEVENS

BIJLAGE 1 REGIONALE LIGGING ONDERZOEKSLOCATIE + KADASTRALE GEGEVENS BIJLAGE 1 REGIONALE LIGGING ONDERZOEKSLOCATIE + KADASTRALE GEGEVENS Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: 11347 839 2a 37 641 162 39 Oranjestraat 41 642 2b 643 158 159 45 43 4351a 436 434 1 3 433

Nadere informatie

Verkennend bodem- en asbestonderzoek

Verkennend bodem- en asbestonderzoek Verkennend bodem- en asbestonderzoek Sportterrein en woningbouwlocaties Klarenbeek Definitief D&D Projecten BV Klarenbeekseweg 92 7381 BG KLARENBEEK Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 7 augustus 2008 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nader bodemonderzoek. Amazonedreef 110 te Utrecht

Nader bodemonderzoek. Amazonedreef 110 te Utrecht Nader bodemonderzoek Amazonedreef 110 te Utrecht 18 juni 2009 Kenmerk R002-4641958MLY-agv-V01-NL Verantwoording Titel Amazonedreef 110 te Utrecht Opdrachtgever Witkamp Projectontwikkeling B.V. Projectleider

Nadere informatie

2001, 2002. RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te Veghel (Plan Dorsveld) PROJECTNUMMER: B11.4637. OPDRACHTGEVER: V.O.F.

2001, 2002. RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te Veghel (Plan Dorsveld) PROJECTNUMMER: B11.4637. OPDRACHTGEVER: V.O.F. VERHOEVEN MILIEUTECHNIEK B.V. Van Voordenpark 16 5301 KP Zaltbommel TEL: 0418-572060 FAX: 0418-515722 www.verhoevenmilieu.nl info@verhoevenmilieu.nl RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te

Nadere informatie

Van Dun Advies BV t.a.v. dhr. M. Lavrijssen Dorpsstraat TE Ulicoten

Van Dun Advies BV t.a.v. dhr. M. Lavrijssen Dorpsstraat TE Ulicoten Van Dun Advies BV t.a.v. dhr. M. Lavrijssen Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten Oirschot, 23 januari 2015 Betreft: Briefrapportage historisch onderzoek Lage Heide 8 te Eersel (67019) Geachte heer Lavrijssen,

Nadere informatie

Gijsbrecht!van!Aemstelstraat!221!! Haarlem!

Gijsbrecht!van!Aemstelstraat!221!! Haarlem! GijsbrechtvanAemstelstraat221 Haarlem Vraagprijs 185.000,=kostenkoper GedempteOudeGracht124 Haarlem [T]02395420244 www.mooijekindvleut.nl info@mooijekindvleut.nl IdealeSTARTERSWONING,gelegenineenrustigebuurtinhetpopulaireVONDELKWARTIER.Dewoning

Nadere informatie

Ons kenmerk: Uw kenmerk: Datum: CV16217NBO-BRF (v1.0) - 10 oktober 2016

Ons kenmerk: Uw kenmerk: Datum: CV16217NBO-BRF (v1.0) - 10 oktober 2016 Plasmans Vastgoedontwikkeling BV T.a.v. de heer M. Plasmans Prunuslaan 6 5691 CM Son en Breugel Ons kenmerk: Uw kenmerk: Datum: CV16217NBO-BRF (v1.) - 1 oktober 216 Onderwerp: Briefrapportage nader bodemonderzoek

Nadere informatie

Verkennend waterbodemonderzoek

Verkennend waterbodemonderzoek Verkennend waterbodemonderzoek Ruimte voor Ruimte - locatie Vughtse Hoeve te Vught Definitief Opdrachtgever: Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 22 februari

Nadere informatie

Sporen in Arnhem, actualiserend bodemonderzoek

Sporen in Arnhem, actualiserend bodemonderzoek Sporen in Arnhem, actualiserend bodemonderzoek milieukundig bodemonderzoek Lijncode 58, km 89,8-9,3 Opdrachtgever ProRail Dhr. A.F.A. Verhaaren Auteur Movares Nederland B.V. mw. T.M. van der Sman en L.H.

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Rodenrijseweg 431 te Berkel en Rodenrijs

Verkennend bodemonderzoek Rodenrijseweg 431 te Berkel en Rodenrijs Verkennend bodemonderzoek Rodenrijseweg 431 te Berkel en Rodenrijs AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20140481 Rodenrijseweg 431 februari, 2015 Berkel en Rodenrijs Samenvatting SAMENVATTING

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Meerpaal 26/28 te Oosterhout. Oosterhout-Zuid, herziening 3 (Bouwmarkt Meerpaal)

Verkennend bodemonderzoek Meerpaal 26/28 te Oosterhout. Oosterhout-Zuid, herziening 3 (Bouwmarkt Meerpaal) Verkennend bodemonderzoek Meerpaal 26/28 te Oosterhout OosterhoutZuid, herziening 3 (Bouwmarkt Meerpaal) AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 2010052303 Meerpaal 26/28 te Oosterhout november 2015

Nadere informatie

: NEN 5740 ONV (onverdacht), NEN 5707 VED-H (Verdachte locatie met diffuse bodembelasting heterogeen verdeeld)

: NEN 5740 ONV (onverdacht), NEN 5707 VED-H (Verdachte locatie met diffuse bodembelasting heterogeen verdeeld) In het kader van de herontwikkeling van de locatie Boerderij Groot Krakhort aan de Bolderikhof 18 te Leusden is eens het volgende bodemonderzoek beoordeeld: Titel : Verkennend Bodemonderzoek en Asbest

Nadere informatie

VERKENNEND BODEMONDERZOEK ZUIDZIJDE 31 TE ROZENBURG

VERKENNEND BODEMONDERZOEK ZUIDZIJDE 31 TE ROZENBURG Grondslag BV Project 5855 PROJECT 5855 VERKENNEND BODEMONDERZOEK ZUIDZIJDE 31 TE ROZENBURG opdrachtgever: contactpersoon: Gemeente Rozenburg, de heer W.P. van der Spoel bureau VROM Tel.: 0181-488831 Postbus

Nadere informatie

Asbestbodemonderzoek conform NEN 5707 voor de locaties toekomstige hoeveschuur en parkeerplaats/boomgaard op het adres Slakweg 5 te Maastricht.

Asbestbodemonderzoek conform NEN 5707 voor de locaties toekomstige hoeveschuur en parkeerplaats/boomgaard op het adres Slakweg 5 te Maastricht. Datum: 4 december 213 Projectnummer: 13323.BKK Behandeld door: M.A. Geus E-mail: m.geus@bkk-bodem.nl Afzender: BKK Bodemadvies bv, Postbus 55, 5768 ZH Meijel De heer P.J.J. Baltussen Slakweg 5 6228 NB

Nadere informatie

Bijlage 3. Quickscan bodemkwaliteit

Bijlage 3. Quickscan bodemkwaliteit Bijlage 3 Quickscan bodemkwaliteit AGEL adviseurs Hoevestein 20b Postbus 4156 4900 CD Oosterhout tel.: 0162-456481 fax.: 0162-435588 email: info@ageladviseurs.nl internet: www.ageladviseurs.nl Memo Datum

Nadere informatie

Vraagprijs) )175.000,=)kosten)koper)

Vraagprijs) )175.000,=)kosten)koper) Tempeliersstraat47zw Haarlem Vraagprijs 175.000,=kostenkoper GedempteOudeGracht124 Haarlem [T]02395420244 www.mooijekindvleut.nl info@mooijekindvleut.nl Deze29kamerBENEDENWONINGmetACHTERTUINligtaaneengezelligestraat,omdehoekvanhet

Nadere informatie

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725 Rapport wonen limburg BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen Vooronderzoek conform NEN 5725 Wonen limburg Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Vooronderzoek conform NEN 5725... 2 2.1 Locatiebeschrijving...

Nadere informatie

Rapport. Historisch onderzoek Veldje 4 te Voerendaal

Rapport. Historisch onderzoek Veldje 4 te Voerendaal definitief revisie 00 22 augustus 2017 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 2 2 Vooronderzoek 3 2.1 Terreinbeschrijving 3 2.2 Voormalig- en huidig gebruik 4 2.3 Toekomstig gebruik 5 2.4 Bodemopbouw en geohydrologie

Nadere informatie

Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd.

Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Van de Giessen Milieupartner T.a.v. de heer D.K.J. van de Giessen Slophoosweg 16 5491 XR SINT OEDENRODE Uw kenmerk : 0906-10 Graafseweg 315A te Nijmegen Ons kenmerk : Project 300195 Validatieref. : 300195_certificaat_v1

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum

Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum Gemeente Nuth Provincie Limburg juli 2009 Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum Gemeente Nuth dossier : B9554-01-001 registratienummer : LI20092430 versie

Nadere informatie

Schijndel, 12 oktober 2007 Betreft: verkennend bodemonderzoek aan de Planetenlaan 1 te Breugel Projectnummer: Bijlagen: rapportage in tweevoud

Schijndel, 12 oktober 2007 Betreft: verkennend bodemonderzoek aan de Planetenlaan 1 te Breugel Projectnummer: Bijlagen: rapportage in tweevoud De heer J.P. Swinkels Planetenlaan 1 5694 TM SON EN BREUGEL Schijndel, 12 oktober 2007 Betreft: verkennend bodemonderzoek aan de Planetenlaan 1 te Breugel Projectnummer: 27607 Bijlagen: rapportage in tweevoud

Nadere informatie

Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40040/ :00

Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40040/ :00 Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40040/91 03-12-2002 09:00 Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40040/91 03-12-2002 09:00 Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40040/91 03-12-2002 09:00 Zoetermeer, Onroerende

Nadere informatie

Bijlage 1 Topografische ligging Onderzoekslocatie locatie Winkelcentrum De Vlieger te Zoetermeer projectnummer 10.10.3079.2243 schaal n.v.t datum november-10 Bijlage 2 Situatietekening Bijlage 3 Boorstaten

Nadere informatie

de heer S.P. Schimmel Postbus 6073 4000 HB Tiel Geachte heer Schimmel,

de heer S.P. Schimmel Postbus 6073 4000 HB Tiel Geachte heer Schimmel, Aan: Dekker grondstoffen BV de heer S.P. Schimmel Postbus 6073 4000 HB Tiel Betreft: Notitie bodemkwaliteit Locatie: Waalbandijk te IJzendoorn Projectnummer: 123561.02 Ons kenmerk: JEGI\123561.02 Behandeld

Nadere informatie

Generaal!Bothastraat!40!! Haarlem!

Generaal!Bothastraat!40!! Haarlem! GeneraalBothastraat40 Haarlem Vraagprijs 225.000,=kostenkoper GedempteOudeGracht124 Haarlem [T]+31235420244 www.mooijekindvleut.nl info@mooijekindvleut.nl DitCHARMANTEenGEMODERNISEERDEWOONHUISmetaanbouwenDIEPEZONNIGETUINophet

Nadere informatie

Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40080/ :00

Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40080/ :00 Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40080/73 11-02-2003 09:00 Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40080/73 11-02-2003 09:00 Zoetermeer, Onroerende Zaken Hyp4 : 40080/73 11-02-2003 09:00 Zoetermeer, Onroerende

Nadere informatie

NADER ASBEST IN GROND-/PUINONDERZOEK. Middelaarseweg 2 Hoevelaken Kenmerk: J. Opdrachtgever: Gemeente Nijkerk. Datum rapport: Status:

NADER ASBEST IN GROND-/PUINONDERZOEK. Middelaarseweg 2 Hoevelaken Kenmerk: J. Opdrachtgever: Gemeente Nijkerk. Datum rapport: Status: NADER ASBEST IN GROND-/PUINONDERZOEK Middelaarseweg 2 Hoevelaken Kenmerk: 1243701J Opdrachtgever: Datum rapport: Status: Uitvoering: Projectleider en rapporteur: Gemeente Nijkerk 6 september 2012 Definitief

Nadere informatie

VERKENNEND BODEMONDERZOEK MIDDENWEG 16 TE HEERHUGOWAARD

VERKENNEND BODEMONDERZOEK MIDDENWEG 16 TE HEERHUGOWAARD Grondslag BV Project 14953 PROJECT 14953 VERKENNEND BODEMONDERZOEK MIDDENWEG 16 TE HEERHUGOWAARD opdrachtgever: Dhr. P. Barelds Middenweg 16 1703 RC HEERHUGOWAARD BRL 2000 projectleider: De heer ing. R.A.F.

Nadere informatie

Historisch bodemonderzoek Verbindingsweg 2 te Overslag

Historisch bodemonderzoek Verbindingsweg 2 te Overslag RAPPORT Historisch bodemonderzoek Verbindingsweg 2 te Overslag Opdrachtgever : Mts. de Clerck - de Clerck-Celie Verbindingsweg 2 4575 NJ OVERSLAG Projectnummer : 13KL301 Datum : 15 oktober 2013 Auteur

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek. Drunenseweg ong. te Waalwijk

Verkennend bodemonderzoek. Drunenseweg ong. te Waalwijk Verkennend bodemonderzoek Drunenseweg ong. te Waalwijk Verkennend bodemonderzoek Drunenseweg ong. te Waalwijk Opdrachtgever : Gemeente Waalwijk Postbus 10150 5140 GB Waalwijk Projectnummer : 2016006700

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Antwerpsestraatweg 185 te Hoogerheide

Verkennend bodemonderzoek Antwerpsestraatweg 185 te Hoogerheide Verkennend bodemonderzoek Antwerpsestraatweg 185 te Hoogerheide AGEL adviseurs D01 Verkennend Bodemonderzoek 20120284 Antwerpsestraatweg 185 mei 2012 Hoogerheide Samenvatting SAMENVATTING In opdracht

Nadere informatie