Automatische verzinkbare verkeerspalen 275 H600 en 275 H800 met put

Transcriptie

1 Automatische verzinkbare verkeerspalen 275 H600 en 275 H800 met put - 0 -

2 Technische installatiehandleiding EG-verklaring van overeenstemming Waarschuwingen voor de installateur Technische gegevens verkeerspaal Voorbereidingen en installatie verkeerspaal Elektrisch schema verkeerspaal met beheerapparatuur 624 BLD Programmering apparatuur 624 BLD Technische gegevens beheerstation Faac City MASTER Schema s beheerstation MASTER Dipschakelaars beheerkaart MASTER Klemmenbord aansluiting beheerkaarten MASTER en SLAVE Handmatige verzinkingsmanoeuvre Onderhoudsprocedures - 1 -

3 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 98/37/EG) Fabrikant: Adres: Verklaart dat: FAAC S.p.A. Via Benini, Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË de aandrijvingen mod. FAAC CITY 275 H600 en 275 H800 AUTOMATISCH zijn vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines, om een machine te vormen in de zin van Richtlijn 98/37/EG; voldoen aan de fundamentele veiligheidsvereisten van de volgende andere EEG-richtlijnen: 73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG. 89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG daarnaast verklaart hij dat het niet is toegestaan de apparaten in bedrijf te stellen tot de machine waarin ze worden ingebouwd of waar ze een onderdeel van zullen worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 98/37/EG is verklaard. Bologna, 01 januari 2007 De Algemeen Directeur A. Bassi EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Fabrikant: Adres: Verklaart dat: FAAC S.p.A. Via Benini, Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË de apparaten Faac City Master, Faac City Slave en 624 BLD voldoen aan de fundamentele veiligheidseisen van de volgende andere EEG-richtlijnen: 73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG. 89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG Aanvullende opmerking: Deze producten zijn getest in een specifieke homogene configuratie (alle door FAAC S.p.A. vervaardigde producten). Bologna, 01 januari 2007 De Algemeen Directeur A. Bassi - 2 -

4 WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1 LET OP! Het is van belang voor de veiligheid van personen dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een foutieve installatie of foutief gebruik van het product kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. 2 Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product 3 De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, aangezien zij een mogelijke bron van gevaar vormen. 4 Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 5 Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het gebruik dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik dat niet uitdrukkelijk is vermeld zou het product kunnen schaden en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 6 FAAC S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid die voortkomt uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem bestemd is, af. 7 Installeer het apparaat niet in omgevingen waar explosiegevaar heerst: de aanwezigheid van brandbare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 8 Voor de landen buiten de EEG dienen behalve de hierboven vermelde normen ook de nationale voorschriften te worden opgevolgd om het juiste veiligheidsniveau te bereiken. 9 FAAC S.p.A is niet verantwoordelijk als de regels der goede techniek niet in acht worden genomen bij de installatie van de producten FAAC CITY en de bijbehorende accessoires, alsook voor vervormingen die tijdens het gebruik zouden ontstaan. 10 De installatie dient te worden uitgevoerd volgens de geldende voorschriften 11 Alvorens ingrepen op de installatie te verrichten moet de elektrische voeding worden afgekoppeld. 12 Breng een alpolige schakelaar met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm aan op het voedingsnet van het automatische systeem. Het is raadzaam een magnetothermische differentieelschakelaar van 6A met alpolige onderbreking te gebruiken. 13 Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar aanwezig is met een inschakellimiet van 0,03 A. 14 Controleer of de aarding naar behoren uitgevoerd is, en sluit de metalen delen aan op de aardingsinstallatie. 15 Het automatische systeem heeft een intrinsieke beveiliging tegen inklemming in de vorm van een koppelcontrole. Toch moet de activeringsdrempel daarvan worden gecontroleerd volgens de normen die zijn aangegeven bij punt De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke zones te beschermen tegen mechanische gevaren die worden veroorzaakt door beweging, zoals beknelling, meesleuren, amputatie. 17 Het wordt geadviseerd om voor elke installatie minstens één lichtsignaal (bijv. een ingebouwde waarschuwingslamp in de kop van de verkeerspaal) en een signaleringsbord te gebruiken, alsook de voorzieningen aangeduid bij punt Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele onderdelen van FAAC S.p.A. 19 FAAC S.p.A. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem als er in de installatie componenten worden gebruikt die niet door FAAC geproduceerd of geleverd zijn. 20 Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem FAAC CITY. 21 De installateur dient de Klant alle informatie te verstrekken over handmatige verzinking van de verkeerspaal in noodgevallen, en dient de gebruiker het boekje met waarschuwingen te overhandigen dat bij het product hoort. 22 Sta het kinderen en volwassenen niet toe om zich op te houden in de buurt van de verkeerspaal terwijl deze in werking is. 23 Houd de afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem per ongeluk wordt ingeschakeld. 24 Er mag alleen verkeer over de FAAC CITY verkeerspaal rijden wanneer de paal helemaal verzonken is. 25 De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd personeel. 26 Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies is voorzien, is niet toegestaan

5 TECHNISCHE GEGEVENS FAAC CITY 275 H600 EN 275 H800 Verplaatsing Hydraulisch Verplaatste cilinder Staal FE37 * 1 dikte 6 mm Oppervlaktebehandeling verplaatsingscilinder Polyester poederlak, donkergrijs metallic * 2 Diameter verplaatste cilinder 275 mm Slag verplaatste cilinder 600 mm (275 H600) en 800 mm. (275 H800) Bovenste deel cilinder (kop) Gehard anticorodal aluminium Oppervlaktebehandeling van de Polyester poederlak, lichtgrijs metallic cilinder Daaltijd 5 sec. (275 H600) 7 sec. (275 H800) Stijgtijd 5 sec. (275 H600) 7 sec. (275 H800) Hydraulische pomp Voeding +6/-10% 50Hz Beschermingsgraad IP 67 Condensator voor pomp 16 μf Stroomopname Gebruiksfrequentie Zelfklevende reflectieband 220W Intensief gebruik Standaardhoogte 55 mm Bedrijfstemperatuur - 40 C + 70 C * 3 Totaalgewicht met put kg Handmatige verzinkingsmanoeuvre Ja * 4 Stootvastheid joule (staal FE37 dikte 6 mm) Afmetingen in te metselen put 560 x 560 x 1020 (275 H600) 560 x 560 x 1220 (275 H800) Standaardlengte aangesloten kabel 10 m * 5 Weerstanden van het verwarmen (optioneel) 24 Volts, 80 Watts * 1 optioneel artikel: staal FE37 dikte 10 mm of staal INOX AISI 304 dikte 6 mm. * 2 optioneel artikel: zelfgekozen spuitlak uit het RAL-aanbod * 3 optioneel artikel: verwarmingselementen (aanbevolen bij temperaturen onder de 15 C om ijsvorming op de cilinder te voorkomen) * 4 optioneel artikel: automatische verzinkingsvoorziening in geval van black-out * 5 optioneel artikel: op bestelling lengte tot 30 m - 4 -

6 AUTOMATISCHE VERKEERSPALEN MET PUT FAAC CITY 275 H600 en 275 H800 INSTALLATIESCHEMA 1) Controleer of het punt waarop de verkeerspaal FAAC CITY wordt geïnstalleerd niet in een regenstroomgebied komt te liggen; als dit wel het geval is, dan moet de FAAC CITY verkeerspaal gedeeltelijk worden afgeschermd door er een afvoerkanaal met een afdekrooster omheen te leggen. 2) Graaf een put van ongeveer 1,30 m (275 H600) of 1,50 m (275 H800) diep; de diameter moet een zijde hebben van ongeveer 1 m (fig. 1 en fig. 2). 3) Controleer of het terrein een goede drainagecapaciteit heeft: giet ongeveer 40 liter water in de put, en ga na of dit binnen 30 minuten is weggelopen. Als dat niet het geval is moet er een regenwaterafvoer worden gemaakt met een leiding met een diameter van 60 mm, die dient te worden aangesloten op het riool, of anders op een put met een ledigingssysteem (bijv. een elektropomp), die dieper dient te zijn dan de put van de FAAC CITY, waarmee het regenwater wordt opgevangen en afgevoerd. 4) Breng een laag grind aan (steentjes met een diameter van 8 20 mm) van ongeveer 30 cm, en zorg ervoor dat deze goed wordt aangeduwd, om te voorkomen dat hij in de toekomst gaat verschuiven. 5) Zet de put erin, compleet met contraframe, en zorg ervoor dat hij loodrecht wordt staat. De bovenkant van het contraframe moet ongeveer 10 mm boven het wegdek uitsteken (om de hoeveelheid regenwater die de put instroomt te beperken). Zet de put erin, en controleer daarbij of de markering op het contraframe overeenkomt met de rijrichting, (fig. 1 en fig. 2). 6) Leg, wanneer de put is geplaatst, een elastische mantel met een binnendiameter van 45 mm tussen de speciale elektrische aansluiting in de put en het beheerstation van de verplaatsing. 7) Stort rondom de hele put beton tot ongeveer 10 cm onder het wegdek, en controleer of de bijgeleverde ankers van de put goed geplaatst zijn. Nadat de put geïnstalleerd is, moet het wegdek worden afgewerkt met hetzelfde type materiaal (fig. 3 en fig. 4). 8) Plaats de leidingen die nodig zijn voor de verbinding tussen het bedieningsstation en de eventuele extra apparaten (bijv. verkeerslichten inductieve lussen pasjeslezers enz. ) en andere eventueel aanwezige verkeerspalen, maak de elektrische aansluiting en de aarding gereed (fig. 5). NB: alle leidingen moeten worden gelegd volgens de geldende voorschriften

7 INSTALLATIE FAAC CITY 275 H600 Fig

8 Fig

9 INSTALLATIE FAAC CITY 275 H800 Fig

10 Fig

11 OP EEN LIJN BRENGEN VAN MEERDERE FAAC CITY S Fig

12 PLAATSING VAN DE INDUCTIEVE VEILIGHEIDSLUSSEN De eventuele inductieve lussen die deel uitmaken van het systeem, moeten worden geïnstalleerd volgens de specifieke instructies van de detector. In de volgende afbeeldingen worden twee installatievoorbeelden gegeven. In fig. 6 is de installatie weergegeven van één verkeerspaal en twee magnetische lussen voor het detecteren van passerende voertuigen. In fig. 7 is de installatie van een lus weergegeven waarmee de omtrek van de verkeerspaal wordt beschermd. In fig. 8 is de installatie van twee lussen weergegeven die een doorgang van grote afmeting beschermen. INSTALLATIESCHEMA VOOR N 1 FAAC CITY K 275 H700 Fig

13 Fig. 7 Fig

14 SCHEMA VOOR HET LEGGEN VAN LEIDINGEN VOOR N 1 FAAC CITY K 275 H700 Fig

15 AANSLUITSCHEMA PUTJE APPARATUUR 624 BLD Fig. 10 OPMERKING: Tijdens de eerste 4 seconden dat de Faac City stijgt gedraagt de pressostaat zich als een beveiligingsfotocel. Raadpleeg daarom de kolom FSW in de Lociga-tabellen om de werking van verschillende functies na te gaan

16 AANSLUITING OP APPARATUUR 624 BLD Om de Faac City met de 624 BLD te bedienen, moeten de interne onderdelen van de verkeerspaal worden aangesloten volgens het schema van fig. 10 (gebruik eventueel ook het aansluitschema in de handleiding voor elektronische installatie van de 624 BLD voor een vollediger overzicht van de aansluitingen): In het bijzonder moeten de kabels afkomstig van de beveiligingspressostaat op het klemmenbord van de adapter voor eindschakelaars worden aangesloten, zoals aangegeven in de afbeelding hieronder. Fig. 11 Grijs= Pressostaat Grijs= Pressostaat Als de Faac-installatie geen eindschakelaar voor het openen heeft, moet de connector J3 worden kortgesloten zoals aangegeven in figuur 11. Let met name op de aansluiting van de automatische elektroklep voor verzinking, indien aanwezig. Deze elektroklep moet namelijk worden gevoed met 24 Volt DC door middel van een EXTERNE VOEDINGSINRICHTING ac-24vdc die 1,3 ampère kan opwekken, die op de FAN-uitgang van de kaart 624 BLD op de klemmen 22 e 23 wordt aangesloten (zoals in fig. 10). De verwarmingselementen (optioneel) moeten, indien aanwezig, worden bediend met een externe voeding en thermostaat, die onafhankelijk zijn van de apparatuur 624 BLD. PROGRAMMERING VAN DE ELEKTRONICA Op de apparatuur 624 BLD moet de volgende programmeerstap worden gewijzigd (zie hoofdstuk PROGRAMMERING van de handleiding voor de elektronische installatie van de kaart 624 BLD): Eerste programmeerniveau - stel voor het installeren van de FAAC CITY K H600 en H800 de stap d F in op de waarde 03. Verlaat het eerste programmeerniveau door met de toets F door de stappen te lopen tot de staat van de installatie is bereikt, zonder verdere wijzigingen aan te brengen. De bovengenoemde handeling is noodzakelijk en moet altijd aan het begin van een nieuwe installatie worden uitgevoerd, ALVORENS verdere parameters te wijzigen om de installatie aan de eigen wensen aan te passen. Zodoende worden namelijk de volgende basisparameters voor het bedienen van de Faac City op de kaart 624 BLD ingesteld: Logica A, Pauzetijd op 30 seconden, Time Out voor de werking op 12 seconden, Uitgang OUT1 bestemd voor de zoemer, Uitgang OUT2 bestemd voor Lichten Kop en de besturingsparameters van de beveiligingspressostaat/eindschakelaar. Om de werking van de Faac City op de eigen wensen af te stellen, kan het eerste en tweede programmeerniveau worden ingesteld; denk eraan dat de waarde van de parameter d F altijd 00 moet zijn. Verdere details en personaliseringen in deze zin zijn te vinden in de handleiding voor de elektronische installatie van de kaart 624 BLD, die bij deze toepassing wordt geleverd

17 TECHNISCHE GEGEVENS BEHEERSTATION FAAC CITY MASTER Elektronisch beheerscircuit Met microprocessor met specifieke software voor het beheer van FAAC CITY verkeerspalen Houder voor beheerstation Standaard wandmodel Afmetingen van de houders zie bijgevoegde tabel Beschermingsgraad IP 55 Bedrijfstemperatuur -15 C +70 C Voeding beheerstation. +6/-10% - 50Hz Beveiligingsschakelaar Thermomagnetisch 1P + N 6A 16A 30mA - 6KA Hulptransformator 230/24 Vac 100VA Maximaal aantal Faac Citys dat op het Max. 10 tegelijk werkende FAAC CITY s de 1 e beheerstation kan worden aangesloten FAAC CITY wordt op de master-eenheid aangesloten de andere worden op aanvullende slave-eenheden aangesloten de afmetingen van de houder hangen af van het aantal FAAC CITY s en de gevraagde accessoires. HOUDER VOOR BEHEERSTATIONS VERPLAATSING FAAC CITY VERKEERSPALEN Afmetingen Materiaal Configuratie installatie L x H x D WANDHOUDER PLAST 120 C 320 X 400 X 160 WANDHOUDER 400 X 480 X 160 WANDHOUDER 400 X 600 X 200 PLAST 120 C STAAL FE 37 - Voor basisinstallatie met 1 FAAC CITY. - Voor installatie met accessoires met 1 FAAC CITY. - Voor basisinstallatie met 2 FAAC CITY s. - Voor installatie met accessoires met 2 FAAC CITY s. - Voor basisinstallatie met 3 FAAC CITY s. WANDHOUDER 500 X 700 X 200 STAAL FE 37 - Voor installatie met accessoires met 5 FAAC CITY s. - Voor basisinstallatie met 8 FAAC CITY s. ZUILTJE 320 X 950 X 280 Beschermingsgraad IP 44 POLYESTER - Voor installatie met accessoires met 2 FAAC CITY s. - Voor basisinstallatie met 3 FAAC CITY s. BESCHIKBAAR MET GROTERE AFMETINGEN AFHANKELIJK VAN DE CONFIGURATIE VAN DE INSTALLATIE

18 LAY-OUT APPARATUUR FAAC CITY MASTER EN FAAC CITY SLAVE Hieronder zijn de lay-outs weergegeven van de Master- en de Slave-apparatuur, met aanduiding van de functie van de signaleringsleds en van de zekeringen. L1 - L1 Input - Input Pressostaat Pressostato L2 - L2 Input - Input Endschalter FC Apertura beim Öffnen L3 - L3 Out - Out Akoestisch Segnalatore signaal acustico L4 Out Signalering (mobiel) L4 - Out Segnalazione (mobile) L5 Out Signalering (vast) L5 - Out Segnalazione (fisso) L6 Out tijdens sluiten (opheffen) L7 L6 Out - Out Elektroklep in Chiusura (sollevamento) L8 L7 Out - Out tijdens Elettrovalvola openen (verzinken) L9 L8Out - Out Beweging In Apertura (abbassamento) L10 L9 Out - Out Verkeerslicht Movimento op groen L11 L10 (Out) - + Semaforo 12V g.s. Verde OK L12 L11 - (Out) - (Out) + 24V + 12V g.s. c.c. OK OK L13 L12 Input - (Out) Start + 24V c.c. OK L14 L13 Input - Input Beveiligingslus Start L14 - Input Spira di sicurezza PF1 Protezione PF1 - Protezione Trasformatore Trasformatore PF2 Beveiliging Klok PF2 - Protezione Orologio PF3 Beveiliging Verkeerslicht PF3 - Protezione Semaforo PF4 Beveiliging Elektroklep PF5 PF4 Extra - Protezione beveiliging Elettrovalvola PF6 PF5 Extra - Protezione beveiliging Ausiliaria 24V PF7 PF6 Beveiliging - Protezione Logica Ausiliaria 24V PF7 - Protezione Logica INSCHAKELTOETS TASTO DI AZIONAMENTO Apparecchiatura Apparatuur Master Master Lay-out - Layout en onderdelen e componenti

19 Connettore Connector collegamento aansluiting Master/Slave & Slave/Slave L1 - Input Pressostaat L2 - Input Eindschakelaar Openen L3 - (Out) + 24V g.s. OK L1 L2 L3 - Input Pressostato - Input Finecorsa Apertura - (Out) + 24V c.c. OK PF1 Extra beveiliging PF2 Beveiliging Transformator PF1 - Protezione Ausiliaria PF2 - Protezione Trasformatore Connettore Connector collegamento aansluiting Slave Slave/Slave & Apparecchiatura SLAVE CONTROL Slave UNIT - Layout COMPONENTS e componenti

20 VOEDING APPARATUUR FAAC CITY MASTER EN FAAC CITY SLAVE Hieronder zijn de aansluitschema s weergegeven voor de voeding van de Master-kaart, en van de Master-kaart met een of meerdere in cascade aangesloten Slave-kaarten. Normaal gesproken worden de transformatoren in de fabriek aangesloten. Opmerking: de Faac City s die op de Slave-kaart zijn aangesloten voeren dezelfde bewegingen uit als de Faac City die op de Master-kaart is aangesloten. Als meerdere verkeerspalen verschillende bewegingen moeten uitvoeren, moet een Master-kaart worden geïnstalleerd voor ieder te beheren soort beweging. Linea Power C6 Id 30mA POWER AT STOP AT 2AT Predisposizione N.C. Pulsante sgancio di emergenza COM NO NC G Trasformatore 100 VA 230 V R G 41 R V 16 V 0 V 12V 0 12V A B C 0V ~ AT 5AT 1AT 2AT M A B C COM PR Collegamento Faac City 20 Predisposizione N.C. Rilevatore induttivo Opzionale START AUT IN LOOP PR1 PR Apparecchiatura Apparatuur Master Master - Alimentazione - Voeding

21 R R B PR B PR POWER AT STOP AT 2AT Power Linea Predisposizione N.C. Pulsante sgancio di emergenza COM NO NC G Trasformatore 100 VA V G 41 C10 Id 30mA 24 V 16 V 0 V 12V 0 12V A C 0V ~ AT 5AT 1AT 2AT M A B C COM Collegamento Faac City 1 20 START Predisposizione N.C. Rilevatore induttivo Opzionale AUT IN LOOP PR1 PR2 4 5 A B C 12V 0 12V AT 2AT L3 L1 L A M C COM Collegamento Faac City 2 Apparecchiature Apparatuur Master e en Slave Slave - Alimentazione - Voeding

22 R R A B + PR A B + PR A B PR POWER AT STOP AT 2AT Linea Power 230 V Predisposizione N.C. Pulsante sgancio di emergenza Trasformatore 100 VA COM NO NC G G C10 Id 30mA 24 V 16 V 0 V 12V 0 12V C 0V ~ AT 5AT 1AT 2AT M A B C COM Collegamento Faac City1 20 START Predisposizione N.C. Rilevatore induttivo Opzionale AUT IN LOOP PR1 PR2 4 5 A B C 12V 0 12V AT 2AT L3 L1 L M C COM + + Collegamento Faac City 2 C 12V 0 12V AT 2AT L3 L1 L A B C M COM Collegamento Faac City 3 Apparecchiature 1 MASTER Master & 2 SLAVE e 2 Slave CONTROL - Alimentazione UNITS

23 AANSLUITBLOK MASTER-KAART = doorlusverbinding met met zekering = aansluiting hydraulische besturingseenheid 9-10 = aansluiting automatische verzinkingsvoorziening voor als de voeding van 230 V wegvalt = aansluiting beveiligingspressostaat 13 = gemeenschappelijke aansluiting voor eindschakelaar akoestisch signaal - lichtsignaal 14 = aansluiting voor eindschakelaar FAAC CITY omlaag 15 = aansluiting voor intermitterend akoestisch signaal FAAC CITY 16 = aansluiting voor in de kop van de FAAC CITY ingebouwd lichtsignaal 17 = gemeenschappelijke aansluiting voor: eindschakelaar akoestisch signaal - lichtsignaal = aansluiting knipperend verlicht bord (uitgang 24 V.a.c., intermitterend) = aansluiting inductieve veiligheidslussen = ingang voor verzinkingscommando = aansluiting voor bedieningsinstrument verzinking = doorlusverbinding met met zekering = aansluiting hulptransformator = aansluiting verkeerslicht = aansluiting verkeerslicht = herhaling op afstand verkeerslicht (vrijgegeven contact) = aansluiting drukknop verzinkingsvoorziening voor noodgevallen = aansluiting op elektronisch circuit 53 = niet gebruikt 54 = aarding = aansluiting klok week-/jaarinstelling AANSLUITBLOK SLAVE-KAART = doorlusverbinding met met zekering = aansluiting hydraulische besturingseenheid 9-10 = aansluiting automatische verzinkingsvoorziening voor als wegvalt = aansluiting beveiligingspressostaat 13 = gemeenschappelijke aansluiting voor eindaanslag akoestisch signaal lichtsignaal FAAC CITY 14 = aansluiting voor eindschakelaar FAAC CITY omlaag 15 = aansluiting voor intermitterend akoestisch signaal FAAC CITY 16 = aansluiting voor in de kop van de FAAC CITY ingebouwd lichtsignaal 17 = gemeenschappelijke aansluiting voor eindaanslag akoestisch signaal lichtsignaal FAAC CITY = aansluiting op hulptransformator 21 = niet gebruikt = aansluiting op elektronisch circuit 24 = niet gebruikt 25 = aarding = doorlusverbinding met (met zekering)

24 WERKING DIPSCHAKELAARS APPARATUUR FAAC CITY MASTER Met de dipschakelaar n 1 op de Faac City Master-kaart kan de bedrijfslogica van de installatie worden gekozen (automatisch of halfautomatisch). De dipschakelaars n 2, 3 en 4 zijn aangebracht om de diagnosehandelingen tijdens reparaties/onderhoud van de installaties te vereenvoudigen. In geval van storingen is het namelijk mogelijk om, in plaats van de draden van het aansluitblok los te koppelen, een deel van de circuits uit te schakelen door de dipschakelaars in bepaalde standen te zetten. DIPSCHAKELAAR OP POSITIE OFF N DS DIPSCHAKELAAR OP POSITIE ON AUTOMATISCHE STIJGING GEACTIVEERD 1 AUTOMATISCHE STIJGING GEDESACTIVEERD COMMANDO S GEACTIVEERD 2 COMMANDO S GEDESACTIVEERD VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN 3 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN GEACTIVEERD GEDESACTIVEERD PRESSOSTAAT EINDSCHAKELAAR STIJGING GEACTIVEERD _ 5 ALTIJD OP ON LATEN 4 PRESSOSTAAT EINDSCHAKELAAR STIJGING GEDESACTIVEERD DIPSCHAKELAAR 1 In te stellen positie afhankelijk van het gebruik en de configuratie van de installatie (als geen veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt MOET hij op ON staan) Positie OFF = AUTOMATISCHE STIJGING GEACTIVEERD: de verkeerspaal, die normaal gesproken omhoog staat, gaat als het commando is gegeven naar beneden. Wanneer het voertuig door de opening met toegangscontrole is gegaan (en dus de veiligheidsvoorziening bezet en vervolgens weer vrijlaat), gaat de verkeerspaal weer omhoog. Als er geen voertuig doorheen rijdt, gaat de verkeerspaal na 30 automatisch weer omhoog. Als het commando openen ingeschakeld wordt gehouden, blijft de verkeerspaal omlaag tot het commando wordt losgelaten (timer-functie). Positie ON = AUTOMATISCHE STIJGING GEDESACTIVEERD: de verkeerspaal, die omhoog is, gaat na een eerste commando omlaag. Na een tweede commando gaat hij weer omhoog. Default-positie: OFF DIPSCHAKELAAR 2 Positie OFF = COMMANDO S GEACTIVEERD: de bewegingscommando s voor de verkeerspaal die op de klemmen 24/25 26/27 58/59 zijn aangesloten, zijn in werking. Positie ON = COMMANDO S GEDESACTIVEERD: de bewegingscommando s voor de verkeerspaal die zijn aangesloten op de klemmen 24/25 26/27 58/59 zijn gedesactiveerd. Mocht de verkeerspaal FAAC CITY niet weer omhoog gaan, dan kunnen bij het repareren de externe bedieningsinstrumenten tijdelijk worden gedesactiveerd, en kan de speciale drukknop op de kaart (START) worden gebruikt om de tests uit te voeren

25 Default-positie: OFF DIPSCHAKELAAR 3: Positie OFF = VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN GEACTIVEERD: de ingangen voor de veiligheidsvoorzieningen (klemmen 20/21) zijn geactiveerd; als er geen veiligheidsvoorzieningen zijn geïnstalleerd, moet een verbinding worden gemaakt tussen klem 20 en 21. Positie ON = VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN GEDESACTIVEERD: de ingang voor de beveiligingsinrichtingen (klemmen 20/21) is gedesactiveerd. Mocht de verkeerspaal FAAC CITY niet weer omhoog gaan, dan kunnen bij het nakijken de veiligheidsvoorzieningen tijdelijk worden gedesactiveerd, om na te gaan of zij de oorzaak van het probleem zijn. Opmerking: om de inrichtingen voor het detecteren van metalen massa s te installeren, moeten de instructies van de verkeerspaal en die van de afzonderlijke voorzieningen worden geraadpleegd. Default-positie: OFF DIPSCHAKELAAR 4: Positie OFF = PRESSOSTAAT EINDSCHAKELAAR STIJGING GEACTIVEERD: in de laatste fase van het stijgen wordt het signaal van de pressostaat gebruikt als eindschakelaar voor het stijgen. Positie ON = PRESSOSTAAT EINDSCHAKELAAR STIJGING GEDESACTIVEERD: de hierboven beschreven functie is gedesactiveerd; het stijgingscommando houdt aan zo lang als de time-out duurt (niet wijzigbaar). Default-positie: ON DIPSCHAKELAAR 5: Altijd op ON laten. CONTROLEER DAARNAAST HET VOLGENDE: Controleer of het in de kop van de verkeerspaal ingebouwde lichtsignaal werkt Controleer of de inductieve veiligheidslussen werken Controleer of de ontvanger van de radioafstandsbediening werkt Controleer visueel de elektronische besturingsapparatuur AFSLUITENDE HANDELINGEN Controleer, nadat de installatie is voltooid, of de verkeerspaal goed werkt, met bijzondere aandacht voor de eventueel geïnstalleerde veiligheidsvoorzieningen

26 HANDMATIGE VERZINKINGSMANOEUVRE In noodgevallen of als het systeem niet goed functioneert, kan de verkeerspaal met de hand worden verzonken door als volgt te werk te gaan: Draai de normale of inbusschroef op het onderstel los tot hij uit zijn behuizing komt. Druk met behulp van de inbussleutel op de toets onder de behuizing van de schroef. De verkeerspaal daalt zolang de toets ingedrukt wordt gehouden. Na de verzinking moet de schroef in het onderstel weer worden vastgedraaid. De handmatig bediende verzinkingsvoorziening is niet aanwezig op de FAAC CITY s die voorzien zijn van een automatische verzinkingsvoorziening

27 STANDAARDPROCEDURE VOOR NORMAAL HALFJAARLIJKS ONDERHOUD VOOR BEWEEGBARE VERZINKBARE VERKEERSPALEN FAAC CITY 275 H600 en 275 H800: De vaste volgorde voor normaal onderhoud is als volgt: Reiniging van de put door het materiaal dat erin terecht is gekomen eruit te zuigen Reiniging van de waterafvoerleidingen in de bodem van de put Reiniging en smering van de centrale glijrail Controle (en eventuele vervanging) van de afdichtingen van de onderste aanslag Controle en eventuele reparatie van eventuele olielekken in de verplaatsingszuiger Algemene controle van de juiste spanning van de schroeven van de verkeerspaal Algemene reiniging van de verplaatste cilinder en eventueel bijwerken van de lak Controle van de hydraulische eenheid, eventueel aanvullen van het oliepeil en controle van de afstelling van de bedrijfsdruk Controle en eventuele afstelling van de werking van de beveiligingspressostaat (40 kg) CONTROLEER DAARNAAST HET VOLGENDE: Controleer of het in de kop van de verkeerspaal ingebouwde lichtsignaal werkt Controleer of de inductieve veiligheidslussen werken Controleer of de ontvanger van de radioafstandsbediening werkt Controleer visueel de elektronische besturingsapparatuur

28 FAAC S.p.A. Via Benini, Zola Predosa (BO) ITALIA Tel.: 051/ Fax: 051/ Stempel van de verkoper: De beschrijvingen en de illustraties van deze handleiding zijn niet bindend. FAAC behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment, zonder zich te verplichten deze publicatie bij te werken, de wijzigingen aan te brengen die hij geschikt acht vanwege technische verbeteringen of om een willekeurig ander vereiste van constructieve of commerciële aard, zonder daarbij de essentiële eigenschappen van de apparatuur te wijzigen rev. C